Naam Kindercentrum: Dikkie & Dik Driestam SPIL-centrum: Schoenmakerstraat Registratienummer LRKP:

Transcriptie

1 Naam Kindercentrum: Dikkie & Dik Driestam SPIL-centrum: Schoenmakerstraat Registratienummer LRKP: Toezichthouder: GGD Brabant-Zuidoost, Mw. V. van Kilsdonk In opdracht van gemeente: EINDHOVEN Datum inspectiebezoek: Type onderzoek: VVE criteria 2016 gemeente Eindhoven Status: Definitief Datum vaststelling inspectierapport:

2 Inhoudsopgave Inleiding... 3 Gegevens voorziening Gegevens toezicht Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum... 15

3 Inleiding Waarom toezicht op eisen VVE gemeente Eindhoven? Wie is waarvoor verantwoordelijk? Het kindercentrum met een gesubsidieerd VVE aanbod is verantwoordelijk voor het leveren van kwalitatief goede kinderopvang. De gemeente is verantwoordelijk voor het toezicht en de handhaving op die kwaliteit. In opdracht van de gemeente Eindhoven voert de GGD Brabant- Zuidoost dit onderzoek uit, waarbij zij beoordeelt of aan de VVE-eisen 2016 die door de gemeente Eindhoven zijn vastgesteld wordt voldaan. Wat is het doel van het inspectierapport? De bevindingen van het inspectieonderzoek staan in dit inspectierapport. Het doel van dit rapport is: 1. Aan de gemeente rapporteren in hoeverre het kindercentrum voldoet aan de VVE-eisen die in 2016 door de gemeente Eindhoven zijn vastgesteld. 2. Aan de gemeente rapporteren in hoeverre het kindercentrum voldoet aan de inspectie items die beoordeeld zijn vanuit de Wet kinderopvang en de kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Leeswijzer Dit inspectierapport geeft een overzicht van de beoordeelde VVE- eisen Een toezichthouder oordeelt of er aan de gestelde voorwaarde is voldaan ( ja ), of dit niet het geval is ( nee ), of dat zij niet tot een oordeel kon komen ( niet beoordeeld ). Om de gemeente Eindhoven van de benodigde informatie te voorzien in verband met de handhaving op de VVE-eisen, wordt bij VVEeisen waaraan niet is voldaan, een beschrijving van de context gegeven. Daarnaast bevat het inspectierapport een beschouwing door de toezichthouder en de basisgegevens van het kindercentrum, de gemeente Eindhoven en de GGD Brabant- Zuidoost. Indien van toepassing staat de zienswijze van de houder van het kindercentrum opgenomen in het inspectierapport.

4 Beschouwing Voor- en Vroegschoolse Educatie, 2016 De locatie van Dikkie & Dik Driestam aan de Schoenmakerstraat biedt zowel dagopvang als buitenschoolse opvang (BSO). De dagopvang bestaat uit een babygroep (0-2 jaar) en twee peutergroepen (2-4 jarigen). Dikkie & Dik Driestam vormt samen met saltoschool de Driestam het Spil-centrum Schoenmakerstraat. Spil staat voor Spelen, Integreren en Leren. De kinderopvang en de basisschool zijn gelegen op één terrein (nieuwbouw) en met elkaar verbonden via een loopbrug. Het Spil- centrum kenmerkt zich fysiek door haar modern vormgegeven gebouw gelegen op de kruising aan de Veldmaarschalk Montgomerylaan. Het Spil-centrum werkt met de Vroeg- en Voorschoolse Educatie (VVE) methode Startblokken- Basisontwikkeling, gecombineerd met de methode Peuterplein/kleuterplein. Daarnaast wordt er gezamenlijk gewerkt met het kindvolgsysteem KIJK! De basisschool werkt al enkele jaren met KIJK! Dikkie & Dik werkt sinds 2016 met KIJK!. De beroepskrachten hebben in januari de scholing KIJK afgerond en de manager heeft een implementatieplan KIJK opgesteld. De verwachting is dat alle peuters in oktober 2016 alle observaties van kinderen zijn verwerkt in de digitale variant van KIJK. Samenwerking beroepskrachten basisschool en peuteropvang De samenwerking tussen de kinderopvang en de basisschool verloopt constructief. Er is structureel overleg tussen de locatiemanager van het kindercentrum en de VVE-coördinator van de basisschool. Om de samenwerking op de werkvloer te intensiveren gaan het beroepskrachten van Dikkie & Dik en leerkrachten van groep 1-2 gezamenlijk de scholing Begeleiding van spel volgen. Speelinloop Elke woensdagochtend organiseert Dikkie & Dik een speelinloop. Ouders met kinderen (van 1½ jaar tot 2 jaar en 3 maanden) kunnen deelnemen. Ouders en kinderen krijgen de gelegenheid om kennis te maken met de werkwijzen van de voorschoolse voorziening en krijgen handvatten om educatieve activiteiten thuis uit te voeren. Als de kinderen 2 jaar en 3 maanden zijn kunnen zij instromen in de peutergroep en zal het wenproces naar verwachting sneller verlopen. Inspectiegeschiedenis VE inspectiebezoek op Het kindercentrum is op deze datum voor het eerste getoetst op de VVE certificeringseisen van de gemeente Eindhoven. Tijdens deze inspectie werd geconstateerd dat: het kindercentrum nog niet voldeed aan de extra VVE-eisen die door de gemeente Eindhoven in 2013 werden gesteld: er werd niet voldaan alle in de wet kinderopvang opgenomen eisen. In 2013 is door de gemeente gedoogd dat het kindercentrum nog niet voldeed aan de extra criteria van de subsidieverstrekking, omdat het gezien werd als een 0-meting. VE inspectiebezoek op In 2014 heeft de gemeente Eindhoven extra VVE-eisen gesteld voor de subsidieverstrekking van de VVE locaties te Eindhoven. Tijdens de inspectie werd geconstateerd dat: De tekortkomingen uit de vorige GGD inspectie waren opgelost door de houder. Er was echter een nieuwe overtreding geconstateerd m.b.t. de opvang in twee stamgroepen. Er werd hierdoor niet voldaan alle in de wet kinderopvang opgenomen eisen. Er werd voldaan aan de VVE-eisen die door de gemeente Eindhoven in 2014 werden gesteld. VE inspectiebezoek In 2015 heeft de gemeente Eindhoven voor het derde achtereenvolgende jaar extra VVE-eisen gesteld voor de subsidieverstrekking van de VVE locaties te Eindhoven. Tijdens de inspectie is geconstateerd dat: Er één overtreding werd geconstateerd op de VVE-eisen gemeente Eindhoven. Het planmatig bevorderen van integratie was door de houder niet beschreven in het pedagogisch beleidsplan. Vanuit de Wko werd één overtreding geconstateerd omdat één VOG van een medewerker niet voldeed. Tijdens een nader onderzoek op bleek deze overtreding opgelost.

5 Huidige inspectie In 2016 heeft de gemeente Eindhoven voor het vierde achtereenvolgende jaar extra VVE-eisen gesteld voor de subsidieverstrekking van de VVE locaties te Eindhoven. Om tot deze beoordeling te komen heeft er op alle peutergroepen een observatie plaatsgevonden op en heeft op een telefonisch gesprek met de manager plaatsgevonden. Tijdens de inspectie is geconstateerd dat er aan twee voorwaarden niet wordt voldaan, namelijk voorwaarde 1 (eisen Wet Kinderopvang) en voorwaarde 2b (Het planmatig bevorderen van integratie tussen kinderen met en zonder VVE-indicatie). Alle overige 7 voorwaarden voldoen aan de VVE-eisen 2016.

6 Overzicht bevindingen toezichthouder per inspectie items 1 Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen 2 a Aanbod voorschoolse educatie in horizontale stamgroepen 2 b Het planmatig bevorderen van integratie tussen kinderen met en zonder VVE-indicatie. 3 Omvang aanbod voorschoolse educatie 4 Kwaliteit taalvaardigheid beroepskrachten 90 % van de medewerkers beschikt over het taalniveau 3F (mondelinge- en leesvaardigheid) en 2F (schrijfvaardigheid) 5 Samenwerking basisschool, doorgaande lijn 6 Informatieverstrekking VVE monitor 7 Randvoorwaarden voorbereiding en evaluatietijd 8 Kind-volg-systeem

7 1. Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen De voorschoolse instelling voldoet aan de wettelijke vereisten ( Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen, het Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen, het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie en de Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen ) 1 Op grond van de inspectie op de Wko is geconstateerd dat er gedurende oudergesprekken (15 minuten) niet wordt voldaan aan de beroepskracht-kind-ratio van 1 beroepskracht op 8 kinderen. Op basis van dit feit wordt aan de onderstaande items niet voldaan: - De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het feitelijk aantal aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste één beroepskracht per acht kinderen. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie) - De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De overige getoetste items voldoen aan de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. 1 De bevindingen worden weergegeven in het GGD inspectierapport op de Wet Kinderopvang (WKO). Dit rapport wordt openbaar in het Landelijk Register Kinderopvang.

8 2. Horizontale stamgroepen 2 a De voorschoolse instelling verzorgt VVE peuteropvang in horizontale groepen (vanaf 2 jaar en 3 maanden) gedurende tenminste 5,5 en/of 11 uur per week (indien van geïndiceerde kinderen sprake is). 2 2 b Tijdens de vve peuteropvang wordt het samen spelen en leren van kinderen met en zonder indicatie aantoonbaar *planmatig bevorderd (integratie). *planmatig: Vanuit een kindvolgsysteem worden groepsplannen opgesteld om een ontwikkelingsgericht en integratie bevorderend activiteitenaanbod te bewerkstelligen. 3 2a De peuteropvang bestaat uit drie horizontale stamgroepen van maximaal 16 kinderen in de leeftijd van 2 jaar en 3 maanden tot 4 jaar. Kinderen met een indicatie volgen minimaal 11 uur het voorschools programma, kinderen zonder indicatie volgen minimaal 5,5 uur het voorschools programma. 2b Aan deze voorwaarde wordt tijdens de huidige inspectie niet voldaan om twee redenen: 1) Het aantal VVE-geïndiceerde kinderen wordt voornamelijk opgevangen in de groep *Kabouterbos en Speelboom. Tijdens de observatie van de groep Kabouterbos is zichtbaar dat 70% van de kinderen anderstalig is en er hierdoor weinig communicatie tussen de kinderen onderling plaatsvindt. Dit belemmert zichtbaar het samen spelen en leren. Daarentegen worden in de dagopvanggroep Klimop in verhouding minder VVE-geïndiceerde kinderen opgevangen. Het samen spelen en leren tussen kinderen met en zonder indicatie wordt zodoende niet planmatig bevorderd en niet uitgevoerd conform het pedagogisch locatieplan. De manager geeft tijdens het gesprek aan dat het aantal geïndiceerde kinderen het afgelopen jaar fors is gestegen, daarnaast worden er veel anders talige kinderen van expats opgevangen die niet in aanmerking komen voor een VVE-indicatie. De manager toont tijdens het gesprek een bereidwillige houding en vertelt op zoek te gaan naar mogelijkheden om integratie tussen kinderen met en zonder indicatie te bevorderen. 2) Het kindercentrum werkt (nog) niet met groepsplannen om een ontwikkelingsgericht en integratie bevorderend activiteiten aanbod te bewerkstelligen. De beroepskrachten hebben recent een start gemaakt met het implementeren van KIJK-digitaal. De verwachting is dat alle bevindingen van observaties van kinderen in het najaar 2016 digitaal zijn verwerkt, waardoor efficiënt een groepsplan kan worden gegenereerd en het activiteitenaanbod hierop kan worden afgestemd. *Groepssamenstelling kinderen met en zonder VVE-indicatie Groep Totaal aantal kinderen Kinderen met een indicatie Klimop / 5 Kabouterbos Speelboom 9 6

9 3. Omvang aanbod voorschoolse educatie Het voor 2 jaar en 3 maanden tot 4 jarige peuters te verzorgen VVE aanbod omvat minimaal 5 ½ uur per week; het voor VVE geïndiceerde peuters te verzorgen VVE aanbod omvat minimaal 11 uur per week; De peutergroep Kabouterbos en Speelboom bieden op 8 dagdelen voorschoolse educatie: maandag t/m vrijdag de ochtenden van uur en de middagen van uur. Op woensdag en vrijdagmiddag zijn de groepen gesloten. De peutergroep Klimop is 5 dagen per week geopend van tot uur en bieden hierin een dagelijks gestructureerd VVE aanbod. Peuters met een VVE indicatie worden vier dagdelen opgevangen. De overige peuters volgen minimaal 2 dagdelen het voorschools programma. 2 Indien niet structureel in horizontale geïntegreerde groepen wordt gewerkt, dient integratie (zie omschrijving) tenminste tijdens de VVE peuteropvang aantoonbaar planmatig te worden bevorderd. 3 De op een kindvolgsysteem (zie ook voorwaarde 8) afgestemde groepsplannen maken duidelijk dat er ondersteunend aan dit samen spelen en leren sprake is van een passend, ontwikkelingsgericht activiteitenaanbod.

10 4. Kwaliteit taalvaardigheid beroepskrachten Van de binnen de voorschoolse instelling (LRKP registratie) werkzame pedagogisch medewerkers (en eventuele structurele invalkrachten) beschikt tenminste 90% aantoonbaar (certificaat/aantekening diploma) over taalniveau 3F (mondelinge- en leesvaardigheid) en 2F (schrijfvaardigheid); het resterende deel wordt in 2015 planmatig en op maat geschoold (persoonlijk ontwikkelplan of scholingsplan locatie) Tijdens de inspectie is geconstateerd dat de pedagogisch medewerkers van de peutergroepen de taaltoets behaald hebben. Zodoende voldoet 100% van de beroepskrachten aan het gewenste taalniveau. Daarnaast hebben enkele beroepskrachten van de babygroep de taaltoets ook behaald.

11 5. Samenwerking basisschool, doorgaande lijn Er is sprake van een in een actueel Pedagogisch Educatief Raamplan Spil (PERS) vastgelegde samenwerking met een Spilcentrum of basisschool (doorgaande lijn). Ook kinderopvanglocaties op afstand kunnen een samenwerking met een Spilcentrum of basisschool hebben. Hun samenwerkingsafspraken zijn eveneens opgenomen in het PERS. Het PERS bevat naast afspraken over meerjaren samenwerking, voor het actuele schooljaar geldende, op het VVE toezichtskader van de onderwijsinspectie gebaseerde verbeterafspraken over: - A. Condities (o.a. GGD inspecties, groepsgrootte, opleidingsplan); - B. Ouders (o.a. gericht ouderbeleid) - C. Kwaliteit van de uitvoering van VVE (programma, pedagogisch klimaat, educatief handelen); - D. Ontwikkeling begeleiding en zorg; - E. Kwaliteitszorg (voor- en vroegschool); - F. VVE advies, doorgaande lijn, bevorderen integratie. Voor het vastleggen van de hiervoor genoemde verbeterafspraken is een format (VVEverbeterplan) beschikbaar. Er is een schriftelijk vastgelegde samenwerking tussen de kinderopvang en de basisschool (Spilcentrum Schoenmakerstraat): Het pedagogisch educatief raamplan dateert van mei 2012 met een looptijd van 2012 tot Het pedagogisch educatief raamplan is zodoende verouderd. Er is een VVE-verbeterplan voor het schooljaar 2015/2016 opgesteld. Zichtbaar in het verbeterplan is dat men het format verbeterplan 2014/2015 heeft gehanteerd en er tevens een groot deel evaluatie is opgenomen. De nieuwe verbeteracties betreffen: A. Condities Er is een opleidingsplan opgesteld, waarin voor het jaar 2016 de onderstaande scholing centraal staat: Spelontwikkeling en coaching in de groepen, Praktijkervaringen bekijken bij andere Spilcentra, resultaatgericht werken gekoppeld aan de implementatie van KIJK. Coaching na film opnamen en begeleiding, Voorlees coördinator, 1 Spilavond ( 3 uur). B. Ouders: Ouderbetrokkenheid dient een onderdeel te zijn van de VVE coachingscursus, de doelen dienen nog beschreven te worden in het ouderbeleid algemeen. C Het VVE-programma: Themavoorbereiding moet geïntensiveerd worden en overlegmomenten op tijd ingepland. Mogelijk overzicht voor een heel jaar. SLO doelen, (startkwalificatie groep 1) nog nader bekijken en betrekken bij aanbod. De Leerlijnen taal moeten expliciet worden uitgeschreven. In de

12 QuickScan WMK komt naar voeren dat er meer aandacht moet komen voor effectieve en gerichte activiteiten voor de taalontwikkeling en de planning hiervan. Dit is nog niet gerealiseerd maar in ontwikkeling. D. Ontwikkeling begeleiding en zorg: Hernieuwen van het groepsplan. Het bepalen van de begeleiding voor de kleine groep en tutor kinderen is nog onvoldoende geïmplementeerd binnen de peutergroepen. Moet terug te vinden zijn in de weekplanning. Ontwikkelen van systeem van registreren mbt de evaluatie van woordenschatontwikkeling. E. Kwaliteitszorg: Schriftelijke evaluatie dmv sterkte zwakte analyse van voor- en vroegschool waarin ontwikkelingen en vorderingen van kinderen naar voren komen evenals effecten van extra begeleiding en zorg, vaardigheden van de leerkrachten, PM-ers, realisatie van VVE beleid en participatie van de ouders. Bij afwezigheid van directeur worden deze ontwikkelingen volgend jaar opgepakt door de VVE-coördinator van school en de kinderopvang. F. VVE advies, doorgaande lijn, bevorderen integratie: - Uitbreiden van de samenwerking Spilpartners door bij elkaar op groepsbezoek te gaan (leerkrachten en Pm érs). - Peutergroepen vaker betrekken/ op visite gaan bij instroomgroep die vanaf januari 2016 van start zal gaan. 6. Verbeterplan n.a.v. VVE monitor De voorschoolse instelling verstrekt jaarlijks alle voor de gemeentelijke VVE monitor vereiste gegevens en verwerkt de locatie specifieke uitkomsten van de VVE monitor vervolgens in de onder 5 genoemde verbeterafspraken De houder heeft tijdens de vorige inspectie ( ) aantoonbaar gemaakt dat zij de informatie heeft verstrekt voor de VVE monitor 2014.

13 7. Randvoorwaarden voorbereiding en evaluatietijd De voorschoolse instelling heeft schriftelijk vastgelegd hoe pedagogisch medewerkers met de aanvullend beschikbare voorbereidingsen evaluatietijd (voor- en nawerk) om dienen te gaan. Uit de schriftelijke vastlegging blijkt, dat sprake is van planmatig (Plan-Do-Check- Act), op het verbeteren van de pedagogisch didactische aanpak gericht, handelen. De houder heeft een beleid vastgelegd over de taakuren van de beroepskrachten ( ). Hierin staat beschreven dat beroepskrachten extra tijd krijgen voor VVE werkzaamheden, namelijk een half uur per VVE kind per maand extra, berekend over 40 weken. Dit beleid is ten tijde van de inspectie nog in concept en wordt nog specifiek gemaakt per locatie. 8. Kind-volg-systeem De voorschoolse instelling hanteert een, op het leerlingvolgsysteem van de basisschoolpartner afgestemd kindvolgsysteem. 4 Zowel basisschool de Driestam als Dikkie & Dik Driestam werken met het kindvolgsysteem Kijk!. De basisschool werkt al jaren met KIJK, bij de dagopvang staat het werken met KIJK nog in de kinderschoenen. Alle beroepskrachten hebben in januari 2016 de scholing KIJK afgerond. De manager heeft een implementatieplan opgesteld. De verwachting is dat alle kinderen vóór het najaar 2016 worden geobserveerd en de observaties zijn verwerkt in het digitale kindvolgsysteem KIJK!. Daarnaast gaan beroepskrachten een vervolgscholing rondom KIJK volgen, waarin groepsanalyses en het opstellen van groepsplannen aan bod komt. 4 De voorschoolse instelling toont aan, dat het gehanteerde kindvolgsysteem met de betreffende basisschoolpartner is afgestemd (een uniform systeem verdient weliswaar de voorkeur, maar is niet perse vereist).

14 Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening : Dikkie & Dik Driestam Website : Aantal kindplaatsen : 80 Gesubsidieerde voorschoolse educatie : ja Gegevens houder Naam houder : Kinderopvang Dikkie & Dik Adres houder : Barrierweg 165 Postcode en plaats : 5622CM EINDHOVEN Website : KvK nummer : Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : GGD Brabant-Zuidoost Adres : Postbus 810 Postcode en plaats : 5700AV HELMOND Telefoonnummer : Onderzoek uitgevoerd door : V. van Kilsdonk Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente : EINDHOVEN Adres : Postbus Postcode en plaats : 5600RB EINDHOVEN Planning Datum inspectie : Opstellen concept inspectierapport : Vaststelling inspectierapport : Verzenden inspectierapport naar houder : en oudercomissie Verzenden inspectierapport naar : gemeente Overzicht gebruikte bronnen Resultaten taaltoets beroepskrachten peutergroepen VVE-certificaten beroepskrachten peutergroepen Pedagogisch Educatief Raamplan Spil VVE verbeterplan Opleidingsplan Document voorbereidings- en evaluatietijd Observatie peutergroep Interview beroepskrachten en locatie verantwoordelijke Themaplanning Startblokken/ Peuterplein

15 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De zienswijze is digitaal is ontvangen op Zienswijze inspectierapport VVE Driestam In deze zienswijze willen wij reageren op de opmerkingen en aantekeningen van de toezichthouder van de GGD ten aanzien van VVE. In het inspectierapport staat beschreven dat wij niet voldoen aan de wet kinderopvang. Hiervoor wil ik verwijzen naar de zienswijze van het rapport van de dagopvang. Daarnaast is een aantekening gemaakt over het integratiebeleid. Wij hebben geconstateerd dat in de praktijk blijkt dat de verhoudingen tussen de VVE en niet-vve kinderen op de peuterspeelzaalgroepen en de dagopvanggroep niet gelijk is. In de praktijk komt naar voren dat in de peuterspeelzaalgroepen in verhouding meer VVE kinderen worden opgevangen dan op de dagopvang. Voor ons is de opvangvraag van ouders leidend hierin. Wij zijn ons er echter van bewust dat de kinderen op de peuterspeelzaal minder Nederlandstalige leeftijdsgenoten zien dan kinderen van de dagopvang. We gaan hiervoor een pilot opstarten bij de Klimop en het Kabouterbos. Als de pilot goed gaat, willen we hierbij in de toekomst ook de Speelboom betrekken. Door het starten van deze pilot kunnen we de 3-jarigen van beide peutergroepen op een andere groep begeleiden in gestructureerd vrij spel. Door dit aanbod op een andere groep geef je met name de anderstalige kinderen de kans om contacten te maken met Nederlandstalige kinderen. Op is dit plan telefonisch besproken met de toezichthouder van de GGD. Zij heeft aangegeven zich te kunnen vinden in dit plan. Het nieuwe pedagogisch educatief raamplan zal voor de zomervakantie 2016 klaar zijn. Met vriendelijke groet, Marion Franssen Locatiemanager Spilcentrum de Driestam Renske van Trigt Beleidsmedewerker Kinderopvang Dikkie & Dik