ECLI:NL:PHR:2015:2082 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 14/05204

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "ECLI:NL:PHR:2015:2082 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 14/05204"

Transcriptie

1 ECLI:NL:PHR:2015:2082 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 14/05204 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2015:3021, Gevolgd Strafrecht Art. 138a.1 Sr, uitleg bestanddeel waarvan het gebruik door de rechthebbende is beëindigd. Het Hof heeft geoordeeld dat het gebruik van het gebouw aan de Koningin Wilhelminalaan 7 door de rechthebbende was beëindigd als bedoeld in art. 138a.1 Sr omdat het gekraakte gedeelte van het gebouw nog niet was verhuurd en van feitelijk gebruik als kantoorgebouw geen sprake meer was. Aldus heeft het Hof kennelijk de feitelijke situatie beslissend geacht. Met dat oordeel heeft het Hof niet blijk gegeven van een onjuiste uitleg van de aan de geciteerde wettelijke bewoordingen te geven betekenis, ook niet indien daarbij wordt betrokken dat - naar in de overwegingen van het Hof besloten ligt - de rechthebbende het gebouw voor gebruik beschikbaar hield door het in bruikleen te geven aan Antikraak BV en evenmin dat, gelijk bij pleidooi was aangevoerd, een gedeelte van het in twee adressen verdeelde pand Wilhelminalaan 7-9 inmiddels was verhuurd aan startende ondernemers. Dat oordeel is ook niet onbegrijpelijk, terwijl het zich als van feitelijke aard niet leent voor verdere toetsing in cassatie. Vindplaatsen Rechtspraak.nl Conclusie Nr. 14/05204 Zitting: 25 augustus 2015 Mr. Vegter Conclusie inzake: [verdachte] 1. Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft bij arrest van 4 augustus de verdachte ter zake van primair medeplegen van kraken veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van dertig uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door vijftien dagen hechtenis, met aftrek als bedoeld in art. 27 Sr. 2. Deze zaak hangt samen met de zaken tegen de medeverdachten [medeverdachte 1] (14/04562), [medeverdachte 2] (14/04564), [medeverdachte 6] (14/04784), [medeverdachte 3] (14/05052) en [medeverdachte 4] (14/05053), waarin ik vandaag eveneens concludeer.

2 3. Namens de verdachte is beroep in cassatie ingesteld en heeft mr. W.H. Jebbink, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur vijf middelen van cassatie voorgesteld. 4. Ten laste van de verdachte is bewezenverklaard dat: hij in de periode van 31 oktober 2010 tot en met 1 november 2010 te Utrecht, tezamen en in vereniging met anderen, in een gebouw gelegen aan de Koningin Wilhelminalaan 7, waarvan het gebruik door de rechthebbende is beëindigd, wederrechtelijk aldaar heeft vertoefd. 5. De bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsmiddelen: 1. Het proces-verbaal ter terechtzitting van de politierechter in de rechtbank Utrecht d.d. 26 november 2010 voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven als verklaring van verdachte: Het was mijn bedoeling om in het pand aan de Koningin Wilhelminalaan nummer 7 te wonen. Ik ben in het pand blijven slapen. 2. Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte (als bijlage op pagina van het proces-verbaal, genummerd PL091A ) voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - als verklaring van [betrokkene 1] : Ik ben namens Mitros gerechtigd tot het doen van aangifte. Mitros heeft een kantoorpand gevestigd aan de Koningin Wilhelminalaan, perceel nummer 7-9, te Utrecht. Dit kantoorpand is in bruikleen gegeven aan Antikraak B.V. te Amsterdam. Op 31 oktober 2010 werd ik gebeld door mijn collega dat het kantoorpand perceel nummer 7-9 door ongeveer 50 krakers is gekraakt. Aan niemand werd het recht of de toestemming gegeven tot het plegen van het feit. 3. Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen, genummerd PL091A , gesloten en getekend op 9 november 2010, voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - als relaas van verbalisant [verbalisant 1] : Naar aanleiding van de aanhouding van krakers op 1 november 2010 in het pand aan de Koningin Wilhelminalaan te Utrecht wordt door mij het volgende gerelateerd. Het pand aan de Koningin Wilhelminalaan te Utrecht is een leegstaand pand, verdeeld in twee adressen te weten Wilhelminalaan 7 en 9. Vanuit perceel 9 kun je naar perceel 7, welk perceel leeg

3 is. Het pand is eigendom van woningbouwvereniging Mitros. 4. Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen (als bijlage op pagina 104 van het proces-verbaal, genummerd PL091A ), voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - als relaas van verbalisant [verbalisant 2] : Op 1 november 2010 heb ik navraag over het gebruikerscontract van het bedrijf gedaan bij de woningbouwcorporatie Mitros. Deze deelde mij mede dat het bedrijf Antikraak B.V. Amsterdam de beschikking heeft over het hele pand aan de Koningin Wilhelminalaan 7-9 te Utrecht. Verder werd er aangegeven dat met name het gedeelte wat gekraakt is ( Koningin Wilhelminalaan 7 ) nog niet verhuurd was. 5. Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen (als bijlage op pagina 62 van het proces-verbaal genummerd PL091A ), voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - als relaas van verbalisant [verbalisant 3] : Op 31 oktober 2010 zijn collega s [verbalisant 4] en [verbalisant 5] ter plaatse gegaan bij het pand aan de Koningin Wilhelminalaan 7-9 te Utrecht. Dit pand staat leeg en is vorig jaar ontruimd. Ter plaatse werden de collega s aangesproken door een man die zich voordeed als woordvoerder, [medeverdachte 3]. [medeverdachte 3] verklaarde dat er een 50-tal personen in het pand aanwezig waren die niet vrijwillig bij een ontruiming zouden weggaan. Het pand zou worden betrokken voor huisvesting. Door [medeverdachte 3] werd een aantal documenten aan mij overgedragen welke weergeven wat de bedoeling van de kraakactie is. 6. Een geschrift als bedoeld in artikel 344, eerste lid, aanhef en onder 5 van het Wetboek van Strafvordering, te weten een brief van [medeverdachte 3] aan Stichting Mitros, gedateerd 31 oktober 2010 (als bijlage op pagina 75 van het proces-verbaal genummerd PL091A ), voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven: Zoals u misschien al heeft vernomen, is het voormalig KPN gebouw aan de Koningin Wilhelminalaan 7 te Utrecht bezet. 7. Het in de wettelijke vorm opgemaakte stamproces-verbaal, genummerd PL091A , voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - op pagina 6 en 8 als relaas van verbalisant: Op 1 november 2010 werd in het pand Koningin Wilhelminalaan 7 te Utrecht aangehouden op grond van artikel 138a van het Wetboek van Strafrecht: [verdachte], geboren op [geboortedatum] Locatie: 1e etage gebouw.

4 6. Ik geef de voorkeur aan een afwijkende volgorde bij de bespreking van de middelen en begin bij het vijfde middel. Het middel klaagt over de verwerping van het (bewijs)verweer dat het gebruik van het gebouw, waar de verdachte volgens de tenlastelegging wederrechtelijk heeft vertoefd, door de rechthebbende niet was beëindigd. 7. De pleitnota in hoger beroep houdt omtrent genoemd verweer het volgende in (p. 9-15): Vrijspraak kraken (ii): gebruik niet beëindigd 21. Niet kan worden bewezen dat het gebruik van Koningin Wilhelminalaan 7-9 was beëindigd. Het pand was in de tenlastegelegde periode een bedrijfspand (pag. 47). Het was in eigendom van Stichting Mitros (pag. 67). 22. Gebruik van een bedrijfspand - vergelijk: een lokaal - wordt veel sneller aangenomen dan gebruik van een woning. Fokkens leert ons in Noyon Langemeijer Remmelink, aant. 9 ad artikel 138 Sr: de eigenaar die een lokaal in een voor direct gebruik beschikbare staat houdt en geregeld stappen onderneemt om het overeenkomstig de hem gewenste bestemming te (doen) gebruiken heeft het in gebruik. HR 27 september 1987, NJ 1988, 286: ook een antikraakwacht kan een woning gebruiken. 23. Volgens de rechtspraak wordt het met zekere regelmaat stappen ondernemen in vorenbedoelde zin reeds aangenomen zonder dat de ruimte daarvoor wordt betreden, bijvoorbeeld door het splitsen van appartementen, het aanvragen en verkrijgen van een bouw- en monumentenvergunning, het doen vervaardigen van brochures om het appartementencomplex onder de aandacht van het publiek te brengen en het voeren van onderhandelingen over de verkoop. Vgl. bijv.: - gerechtshof Amsterdam 13 juli 2006, LJN AY rechtbank Zwolle 26 september 2006, LJN AZ rechtbank s-hertogenbosch 8 februari 2008, LJN BC Aansluiting bij deze formele benadering - het gaat niet steeds om feitelijk gebruik - is gezocht door de wetgever. In de nota naar aanleiding van het verslag wordt namelijk opgemerkt: In gevallen waarin krakers op grond van artikel 138 Sr worden vervolgd, betreft het woningen die op dat moment veelal formeel, en dus niet feitelijk, nog zijn bewoond. Vgl. Kamerstukken II , , nr. 8, pag. 7

5 25. Zelfs het voornemen om een pand voor gebruik geschikt te maken kan als gebruik worden aangemerkt, aldus de wetsgeschiedenis: (B)epalend is of het pand al dan niet bij de rechthebbende in gebruik is. Daar kunnen zich grensgevallen voordoen, bijvoorbeeld als een woning tijdelijk leegstaat en het voornemen bestaat deze door verbouwing voor gebruik geschikt te maken. Vgl. Kamerstukken I , , C, pag Wat onder gebruik in de zin van de Wet kraken en leegstand moet worden verstaan kan verder worden afgeleid uit de verbeterde memorie van toelichting. Daarin wordt in het kader van verplichte voordracht door de gemeente van een gebruiker voor leegstaande bedrijfsruimte het volgende opgemerkt: Binnen het kader van deze leegstandverordening kan een gemeente een meldingsplicht van leegstand van gebouwen, niet zijnde woonruimte, opleggen aan eigenaars, indien de leegstand tenminste zes maanden heeft geduurd. De gemeente houdt daarvan een lijst bij en dient vervolgens binnen drie maanden een leegstandgesprek met de eigenaar van een leegstaand gebouw te voeren. In het uiterste geval wanneer leegstand voortduurt, kan de gemeente een gebruiker voordragen aan de eigenaar van een leegstaand gebouw. De eigenaar, die na drie maanden geen overeenkomst met een gebruiker van zijn eigen keuze heeft afgesloten, is verplicht aan deze voordracht gehoor te geven. Vgl. Kamerstukken II , , nr. 6, pag Kortom reeds het sluiten van een overeenkomst met een gebruiker vormt een reden om gebruik door de rechthebbende aan te nemen. 28. Dat blijkt ook uit de nota naar aanleiding van het verslag: Anti-kraak- of leegstandbeheersovereenkomsten zijn nuttige instrumenten in het huidige instrumentarium, aldus de leden van de ChristenUnie-fractie. Ook wanneer het onderhavige wetsvoorstel wordt ingevoerd, zal er een belangrijk aandeel blijven voor leegstandbeheerorganisaties, zo stellen de indieners. Vgl. Kamerstukken. II , , nr. 8, pag Ook tijdelijke verhuur wordt onder gebruik geschaard, aldus de nota naar aanleiding van het verslag:

6 Uit het onderzoek van VROM/WWI kwamen geen andere barrières aan het licht die het gebruik van de tijdelijke verhuurmogelijkheden van de Leegstandwet in de weg zouden staan. Vgl. Kamerstukken II , , nr. 8, pag Over leegstandsbeheer in de vorm van antikraak wordt in de verbeterde MvT gesteld: Leegstandbeheer kan in veel omstandigheden een nuttige functie vervullen. De inzet van antikraakwachten kan voorkomen dat gebouwen leeg staan en daarmee tevens vatbaar worden voor kraken. Ook verloedering van panden kan hiermee worden tegen gegaan. Anti-kraak-, of leegstandbeheerovereenkomsten, zijn privaatrechtelijke overeenkomsten, waarop het Burgerlijk Wetboek van toepassing is. De leegstandbeheerovereenkomst kan worden beschouwd als een overeenkomst tot bewaarneming (afdeling BW). (..) Bewoning is de meest voorkomende vorm van leegstandbeheer van panden door anti-kraakwachten in het leegstaande pand. Er zijn echter ook andere vormen van anti-kraak-beheer mogelijk, zoals gebruik als (..) bedrijfsruimte. Vgl. Kamerstukken II , , nr. 6, pag Dus ook reeds in het geval leegstandsbeheer wordt betracht, bijvoorbeeld door het sluiten van een antikraakovereenkomst, is sprake van gebruik. Althans indien het antikraakbeheer ertoe leidt dat het pand als bedrijfsruimte wordt gebruikt. 32. Ook indien een deel van een leegstand kantoorpand in deze zin wordt beheerd, is sprake van gebruik, aldus de nota naar aanleiding van het verslag, althans in beginsel: Bij anti-kraak of leegstandsbeheer van grote kantoor- of bedrijfspanden worden dikwijls zeer veel vierkante meters per anti-kraakwacht beheerd, zodat het grootste deel van het gebouw toch leegstaat. Het is aan de gemeente om te beoordelen of het pand door de leegstandbeheerder in voldoende mate wordt gebruikt. Vgl. Kamerstukken II , , nr. 8, pag Wat dat laatste betreft is - aldus de nota - sprake van een uiterste geval : Gemeenten kunnen in het uiterste geval, wanneer zij oordelen dat onvoldoende gebruik wordt gemaakt van het pand en zij kandidaatgebruiker(s) weten die intensiever gebruik zouden maken van het pand, een (of meer) gebruiker(s) voordragen voor een pand dat al door een leegstandbeheerder wordt beheerd.

7 Vgl. Kamerstukken II , , nr. 8, pag De bevoegde tot aangifte namens Stichting Mitros stelt dat het pand in de tenlastegelegde periode in bruikleen was gegeven aan Antikraak B.V. te Amsterdam (pag. 48). Dit bedrijf had in de tenlastegelegde periode een gebruikerscontract met Stichting Mitros en op grond van dat contract beschikking over het gehele pand (pag. 88). Reeds om deze reden dient te worden vastgesteld dat in de tenlastegelegde periode het gebruik van Koningin Wilhelminalaan 7-9 niet was beëindigd. 35. Op haar beurt had Antikraak B.V. delen van het pand in gebruik gegeven aan startende ondernemers (pag. 48). Antikraak B.V. was uit hoofde van de overeenkomst met Stichting Mitros (eveneens) rechthebbende. Ook om deze reden dient te worden vastgesteld dat in de tenlastegelegde periode het gebruik van Koningin Wilhelminalaan 7-9 niet was beëindigd. 36. In de tenlastegelegde periode zaten op Koningin Wilhelminalaan 7-9 ondernemers in het kantoorpand, aldus - letterlijk - de aangifte van Stichting Mitros. Een van die aldaar gevestigde bedrijven was [A]. [betrokkene 2], eigenaar van dit bedrijf, verklaart op 1 november 2010 tegenover de politie dat hij en zijn collega s in hun werk belemmerd worden door de door de krakers (pag. 88). Dat duidt erop dat het gedeelte van het pand dat gekraakt werd of die gedeelten van het pand die gekraakt werden gebruikt werden door [betrokkene 2] en zijn collega s. Dat is in strijd met pag. 104 van het dossier. Daar wordt vermeld dat door Antikraak werd aangegeven dat met name het gedeelte dat gekraakt is ( Koningin Wilhelminalaan 7 ) nog niet verhuurd was. Ook om deze reden acht de verdediging het noodzakelijk dat [betrokkene 3] van Antikraak B.V. als getuige wordt gehoord. Ook [verbalisant 2], de verbalisant die het proces-verbaal op pag. 104 heeft opgesteld, dient hierover als getuige te worden gehoord. [verbalisant 2] vermeldt als bron van deze informatie enkel het bedrijf Antikraak. Dat is erg vaag. Niet verduidelijkt hij wie hij heeft gesproken en welke de redenen van wetenschap waren van degene die hem de informatie, dat met name het gedeelte dat gekraakt is nog niet verhuurd was. Mocht het [betrokkene 3] zijn, die de bron is van de op pag. 104 gerelateerde informatie, dan dient te worden vastgesteld dat deze getuige op ten minste twee onderdelen van het dossier informatie geeft, die innerlijk tegenstrijdig, althans niet zonder meer met elkaar verenigbaar is. Als de bron een andere medewerker van Antikraak B.V. is, moet mutatis mutandis worden vastgesteld dat zijn/haar informatie met die van [betrokkene 3] tegenstrijdig althans niet zonder meer verenigbaar is. Ook deze getuige dient te worden gehoord. De verdediging doet ook hiertoe het expliciete verzoek, op alle bovengenoemde argumenten en op grond van par. 3 en 4 van deze pleitnota. Ook expliciet wordt verzocht om het horen als getuige van [verbalisant 2], op dezelfde gronden. Er waren in de tenlastegelegde periode nog twee bedrijven in het pand gevestigd: Go Public en The Bill Doctor. De drie bedrijven hadden gezamenlijk werknemers die in het pand werkten (pag. 88). Deze feiten en omstandigheden vormen de derde reden op grond waarvan dient te worden vastgesteld dat in de tenlastegelegde periode het gebruik van Koningin Wilhelminalaan 7-9 niet was beëindigd. [betrokkene 2], [A], Go Public en The Bill Doctor waren (eveneens) rechthebbende. 37. Door dat liefst tot 35 personen feitelijk in het pand werkten in de tenlastegelegde periode kan niet worden gesproken van onvoldoende gebruik van het pand in de zin van de wetsgeschiedenis.

8 38. Bovendien heeft de gemeente Utrecht ten aanzien van de tenlastegelegde periode niet geoordeeld dat van het pand onvoldoende gebruik werd gemaakt. 39. De politierechter heeft slechts het kraken van huisnummer 7 bewezen verklaard. Dit is om de volgende redenen onbegrijpelijk: - in de aangifte wordt consequent gesproken over Koningin Wilhelminalaan 7-9 (pag ); - in de processen-verbaal van bevindingen op onder meer pag. 63, 87, 89, 93, 103 en 105 wordt gesproken over één pand aan de Koningin Wilhelminalaan 7-9 ; - de machtiging tot binnentreden heeft betrekking op de woning gelegen aan Koningin Wilhelminalaan 7-9 (pag. 102); - volgens het kadaster vallen Koningin Wilhelminalaan 7-9 beide onder Koningin Wilhelminalaan 7 (pag. 67); - Het adres van het kantoorgebouw wordt in het brandveiligheidsrapport geduid als Koningin Wilhelminalaan 7-9 (pag. 70); - op pag. 104 wordt gesteld dat Antikraak B.V. Amsterdam de beschikking heeft over het hele pand aan de Koningin Wilhelminalaan 7-9 te Utrecht ; - cliënt is aangehouden op de koningin Wilhelminalaan 7 9 (...) Utrecht (pag. 130). 40. Gelet op deze omstandigheden dient vrijspraak van kraken te volgen. 8. Het hof heeft dit verweer als volgt samengevat en verworpen: Overweging met betrekking tot het bewijs De raadsman heeft aangevoerd dat geen sprake is van een pand waarvan het gebruik door de rechthebbende is beëindigd. Voorts heeft de raadsman aangevoerd dat verdachte niet wederrechtelijk in het pand heeft vertoefd. Het hof is van oordeel dat het namens verdachte gevoerde verweer strekkende tot vrijspraak van het tenlastegelegde wordt weersproken door de gebezigde bewijsmiddelen, zoals deze later in de eventueel op te maken aanvulling op dit arrest zullen worden opgenomen. Het hof heeft geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de inhoud van die bewijsmiddelen te twijfelen. Het hof overweegt daarbij in het bijzonder het volgende. Uit de aangifte namens Stichting Mitros en een proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 2] blijkt dat het voormalige KPN gebouw aan de Koningin Wilhelminalaan 7-9 door Stichting Mitros in bruikleen is gegeven aan Antikraak BV te Amsterdam. Volgens Antikraak BV was met name het gekraakte gedeelte van het gebouw, Koningin Wilhelminalaan 7, nog niet verhuurd. Naar het oordeel van het hof was van feitelijk gebruik als kantoorgebouw geen sprake meer. Het hof acht

9 dan ook wettig en overtuigend bewezen dat het gebruik van het gebouw door de rechthebbende was beëindigd. 9. In de kern bezien wordt in de toelichting op het middel in navolging van de pleitnota betoogd dat het oordeel van het hof dat het gebruik van het gebouw was beëindigd, getuigt van een onjuiste rechtsopvatting dan wel onbegrijpelijk is, onder meer omdat: (i) uit de wetsgeschiedenis van art. 138a Sr niet kan worden afgeleid dat er een ander begrip van gebruik is geïntroduceerd dan in het wetboek reeds bestond in art. 138 Sr en art. 429sexies (oud) Sr; (ii) derhalve aansluiting gezocht moet worden bij de formele benadering van het begrip gebruik zoals gebezigd in art. 138 Sr welk begrip meer omvat dan alleen feitelijk gebruik ; (iii) er ten tijde van het tenlastegelegde zeven tot negen ondernemers in het pand Wilhelminalaan 7-9 waren gevestigd en dat de medewerkers van het bedrijf [A] door de krakers in hun werk werden belemmerd: dat derhalve de bedrijfswerkzaamheden klaarblijkelijk (mede) werden uitgevoerd in het gedeelte onder nummer 7 ; (iv) er ook sprake is van gebruik van een geheel gebouw indien een gedeelte daarvan door een leegstandsbeheerder ( daadwerkelijk ) wordt beheerd; (v) de eigenaar de intentie had het gehele gebouw, dus ook onderdeel 7 daarvan, te (doen) gebruiken en van die intentie heeft blijkgegeven door het gebouw in bruikleen te geven aan een bedrijf dat doende was daarvoor huurders te zoeken. 10. Bij de bespreking van het middel staat de vraag centraal of in casu sprake was van beëindigd gebruik van het kantoorpand aan de Wilhelminalaan 7, dan wel of sprake was van onvoldoende gebruik (van Wilhelminalaan 7-9 ) in de zin van de wetsgeschiedenis. 11. Het middel voert onder meer aan dat het hof er een onjuiste rechtsopvatting omtrent het begrip gebruik in art. 138a Sr op na houdt. De formulering feitelijk gebruik als kantoorgebouw duidt op - zo begrijp ik het middel - een te enge opvatting. In een juiste rechtsopvatting omvat gebruik meer dan alleen feitelijk gebruik, aldus het middel. 12. Ik meen dat de steller van het middel hier het volgende over het hoofd ziet. 13. In zijn conclusie bij het arrest van 10 juni 1997 heeft toenmalig AG Van Dorst zich gebogen over de vraag wanneer het gebruik door de rechthebbende is beëindigd. 2 Na te hebben geconstateerd dat de term gebruik in art. 429sexies (oud) Sr in beginsel niet in een andere betekenis pleegt te worden gebruikt dat gebruik in de zin van art. 138 Sr, schrijft hij vervolgens: 5.3 Aan de opmerking van de staatssecretaris kan worden toegevoegd dat onder 'gebruik' in de zin van art. 138 Sr pleegt te worden verstaan: 'feitelijk in gebruik'; zie HR NJ 1971, 385 nt CB. Tijdelijke leegstand behoeft echter geenszins te betekenen dat er geen sprake (meer) is van zulk een gebruik; zie HR NJ 1972, 121 (verblijf in een kliniek), NJ 1980, 625 (werkzaamheden gericht op het bewoonbaar maken), NJ 1981, 421 (afwikkeling van de erfenis), NJ 1990, 288 nt ThWvV (wisselwoning), NJ 1994, 425 nt C (caravan). In zulke gevallen blijft de woning of het besloten lokaal feitelijk in gebruik en geniet de rechthebbende de bescherming van art. 138 Sr. 6. De wetsgeschiedenis van de Huisvestingswet lijkt te bevestigen dat de strafrechtelijke verlengde gebruiksbescherming van een woning of een gebouw ex art. 429sexies Sr pas aanvangt nadat het

10 (feitelijk) gebruik een einde heeft genomen. Zolang er nog sprake is van (feitelijk) gebruik, wordt de rechthebbende immers strafrechtelijk beschermd door art. 138 Sr. van deze bepaling vormt art. 429sexies in zekere zin het spiegelbeeld, in die zin dat waar art. 138 Sr doelt op het feitelijk gebruik, art. 429sexies doet op feitelijk niet-gebruik (of leegstand). Dat impliceert dat onder de uitdrukking woning of gebouw waarvan het gebruik door de rechthebbende is beëindigd verstaan dient te worden woning of gebouw, waarvan het feitelijk gebruik door de rechthebbende is beëindigd. Voorts is de beëindiging van een huurovereenkomst niet beslissend voor de vraag omtrent het feitelijk gebruik dat van het gehuurde pand is gemaakt. Het pand kan immers voordien al leeggestaan hebben en evengoed nadien nog feitelijk in gebruik zijn geweest, aldus Van Dorst. In deze lijn moet, zo meen ik, dan ook volgen dat het bestaan van een huur- dan wel bruikleenovereenkomst niet beslissend is voor de vraag of er sprake is van feitelijk gebruik. 14. In het arrest van 22 september 1987, ECLI:NL:HR:1987:AC9967, NJ 1988/286, heeft Uw Raad al eens uitgemaakt dat in gebruik als bedoeld in art. 138 Sr moet worden verstaan als feitelijk in gebruik, en dat niet de motieven (van de gebruiker) beslissend zijn, doch slechts het feitelijk gebruik als zodanig. 15. In het licht van het bovenstaande komt het mij voor dat het hof geen blijk heeft gegeven van een onjuiste, dat wil zeggen, te enge rechtsopvatting door de formulering feitelijk gebruik als kantoorgebouw te bezigen. Evenwel ligt nog wel de vraag voor of het hof het bij het verkeerde eind heeft door in de bewezenverklaring alleen het pand aan de Wilhelminalaan 7 te noemen. In andere woorden: mocht het hof het (voormalig KPN) gebouw aan de Wilhelminalaan 7-9 onderverdelen in twee gedeeltes en alleen voor het deel onder nummer 7 het kraken bewezen verklaren? Ik meen van wel. Ter illustratie haal ik hieronder enige passages aan uit de relevante wetsgeschiedenis van art. 138a Sr (Wet kraken en Leegstand 3 ). 16. In de gewijzigde memorie van toelichting op het wetsvoorstel valt onder meer te lezen: 4 Huidig instrumentarium ter bestrijding van leegstand Om kraken en verloedering van leegstaande panden te voorkomen, maken eigenaren ook vaak gebruik van een leegstandbeheerorganisatie (ook wel «antikraakbeheer» genoemd), die het pand in beheer geeft aan een «antikraakwacht» op grond van een beheerovereenkomst. Leegstandbeheerovereenkomsten

11 Leegstandbeheer kan in veel omstandigheden een nuttige functie vervullen. De inzet van antikraakwachten kan voorkomen dat gebouwen leeg staan en daarmee tevens vatbaar worden voor kraken. Ook verloedering van panden kan hiermee worden tegen gegaan. Anti-kraak-, of leegstandbeheerovereenkomsten, zijn privaatrechtelijke overeenkomsten, waarop het Burgerlijk Wetboek van toepassing is. De leegstandbeheerovereenkomst kan worden beschouwd als een overeenkomst tot bewaarneming (afdeling BW). De anti-kraakwacht moet ervoor zorgen dat het gebouw niet gekraakt wordt door het te bewonen of op andere wijze te gebruiken (bijvoorbeeld als atelierruimte). Bewoning is de meest voorkomende vorm van leegstandbeheer van panden door anti-kraakwachten in het leegstaande pand. Er zijn echter ook andere vormen van anti-kraak-beheer mogelijk, zoals gebruik als atelierruimte of bedrijfsruimte. Bij anti-kraak worden, zeker bij grote kantoor- of bedrijfspanden, dikwijls zeer veel vierkante meters per anti-kraakwacht beheerd, zodat het grootste deel van het gebouw toch leegstaat. Een echt alternatief voor leegstand is het dan niet. Er kan zelfs sprake zijn van leegstand in de zin van de Leegstandwet. 7. Voorgesteld instrumentarium ter bestrijding van leegstand Concreet biedt dit initiatiefwetsvoorstel gemeenten de mogelijkheid tot het vaststellen van een leegstandverordening, waarmee actief leegstandsbeheer door gemeenten beter mogelijk wordt. Onderdelen van die leegstandverordening zijn een meldingsplicht van leegstand, het voeren van overleg onder regie van de gemeente met de eigenaar en eventuele andere betrokken partijen uitmondend in een Leegstandbeschikking, waarna vervolgens in het uiterste geval wanneer leegstand voortduurt, de mogelijkheid bestaat tot het voordragen van een of meerdere gebruikers aan de eigenaar van een leegstaand gebouw. De eigenaar is verplicht aan deze voordracht te voldoen. Meldingsplicht leegstand kantoorpanden en winkelruimten

12 Om de leegstand te kunnen bestrijden, wordt in dit initiatiefwetsvoorstel de Leegstandwet zodanig gewijzigd, dat gemeenten de mogelijkheid krijgen om in een lokaal vast te stellen leegstandsverordening ten aanzien van leegstaande gebouwen of gedeelten daarvan, niet zijnde woonruimte, een meldingsplicht leegstand in te stellen. De Huisvestingswet voorziet reeds in de mogelijkheid een meldingsplicht voor leegstaande woonruimte in te stellen in de lokale huisvestingsverordening. Enerzijds heeft dit tot gevolg doordat de eigenaar verplicht is om de leegstand van zijn pand te melden dat de gemeente een duidelijker beeld krijgt van de omvang van de leegstand en welke panden het betreft. Anderzijds is deze meldingsplicht voor de gemeente het aanknopingspunt om een «leegstandoverleg» te entameren en de eigenaar te activeren en stimuleren tot en ondersteunen bij het zoeken naar een bestemming voor het leegstaande pand. Ook panden die door een leegstandbeheerbedrijf (anti-kraakbedrijf) worden beheerd, moeten worden gemeld in het kader van deze meldingsplicht leegstand. Dit omdat (een deel van) een pand dat op basis van anti-kraak wordt beheerd, dikwijls nog als gedeeltelijk leegstaand kan worden gekwalificeerd. Het is aan de gemeente om te beoordelen of het pand door de leegstandbeheerder in voldoende mate wordt gebruikt, en of er een type gebruik of gebruiker mogelijk is dat intensiever gebruik maakt van het pand. Tijdens een leegstandoverleg met de eigenaar kan dit besproken worden. Ook kan dit blijken uit stukken die door de eigenaar worden overlegd, bijvoorbeeld naar aanleiding van de melding van leegstand. Wanneer de gemeente oordeelt dat het pand in voldoende mate wordt gebruikt, wordt het pand van de leegstandslijst verwijderd. De uitkomst van het leegstandoverleg tussen burgemeester en wethouders en de eigenaar wordt neergelegd in een leegstandbeschikking. Het tweede lid geeft burgemeester en wethouders de bevoegdheid om een gebouw of gedeelte daarvan «geschikt voor gebruik» te verklaren. Hierbij zullen burgemeester en wethouders moeten beoordelen of in redelijkheid van de eigenaar gevraagd kan worden dat hij het gebouw respectievelijk het gedeelte daarvan in gebruik geeft. 17. De nota naar aanleiding van het verslag bij de behandeling van het voornoemde wetsvoorstel in de Tweede Kamer houdt onder meer het volgende in: 5 Bij anti-kraak of leegstandsbeheer van grote kantoor- of bedrijfspanden worden dikwijls zeer veel vierkante meters per anti-kraakwacht beheerd, zodat het grootste deel van het gebouw toch leegstaat. Het is aan de gemeente om te beoordelen of het pand door de leegstandbeheerder in voldoende mate wordt gebruikt en of er een type gebruik of gebruiker mogelijk is dat intensiever gebruik maakt van het pand. Tijdens een leegstandsoverleg kan dit met de eigenaar besproken

13 worden. Daarom kunnen panden die beheerd worden door een leegstandsbeheerder wel degelijk onder de leegstandverordening vallen. Gemeenten kunnen in het uiterste geval, wanneer zij oordelen dat onvoldoende gebruik wordt gemaakt van het pand en zij kandidaatgebruiker(s) weten die intensiever gebruik zouden maken van het pand, een (of meer) gebruiker(s) voordragen voor een pand dat al door een leegstandbeheerder wordt beheerd. Bij leegstandbeheer staan dikwijls toch grote delen van het pand leeg: elke beheerder beheert zeer veel vierkante meters. De gemeente kan overwegen dat er een beter gebruik van het pand mogelijk is. Om deze reden dienen panden waarvoor een beheerovereenkomst is afgesloten wel te worden gemeld. 18. De memorie van antwoord bij de behandeling van het wetsvoorstel in de Eerste Kamer bevat onder meer het volgende: 6 Strafbaarstelling en andere strafrechtelijke aspecten De reden om ook de strafmaxima van huisvredebreuk te verhogen is dat voor het onderscheid tussen huisvredebreuk en kraken in voorkomende gevallen bepalend is of het pand al dan niet bij de rechthebbende in gebruik is. Daar kunnen zich grensgevallen voordoen, bijvoorbeeld als een woning tijdelijk leegstaat en het voornemen bestaat deze door verbouwing voor gebruik geschikt te maken. In geval de rechter oordeelt dat deze woning bij de rechthebbende in gebruik is, moeten even hoge strafmaxima beschikbaar zijn als het geval zou zijn indien zou worden geoordeeld dat deze niet bij de rechthebbende in gebruik is en dus de in dit wetsvoorstel voorgestelde strafbepaling van toepassing is. Huisvredebreuk is weliswaar een ander delict dan kraken, maar kan in grensgevallen ook worden ingezet tegen krakers. In zoverre bestaat er dus een inhoudelijk verband tussen beide delicten.

14 19. Uit de wetsgeschiedenis zoals hierboven weergegeven volgt mijns inziens dat de wetgever voor ogen heeft gestaan dat een (kantoor)gebouw in de zin van art. 138a Sr kan worden onderverdeeld in meerdere delen die op hun beurt weer wel of niet (feitelijk) in gebruik kunnen zijn. Derhalve is in casu bij de beantwoording van de vraag of het gebruik door de rechthebbende is beëindigd relevant of er al dan niet sprake is van voldoende gebruik in de zin van de Leegstandwet en - derhalve - art. 138a Sr. De beantwoording van die vraag is in het kader van strafvervolging door de wetgever aan de rechter overgelaten. Ook de gemeente is bevoegd om in voorkomende gevallen zich een oordeel te vormen in het kader van leegstandbeheer. Dit uit zich ook in de tekst van de artikelen 3 en 4 van de Leegstandwet (cursivering PV): 7 Artikel 3 [Leegstandmelding] 1. De gemeenteraad kan in de leegstandverordening bepalen dat de leegstand van een of meer daarbij aangewezen categorieën gebouwen of gedeelten daarvan, niet zijnde woonruimte, gelegen in de gemeente of daarbij aangegeven delen van de gemeente, door de eigenaar wordt gemeld aan burgemeester en wethouders, zodra die leegstand langer duurt dan een in die verordening aangegeven termijn van ten minste zes maanden. 2. Burgemeester en wethouders houden een lijst bij van de overeenkomstig het eerste lid gemelde gebouwen of gedeelten daarvan. Op deze lijst houden zij ook de gebouwen of gedeelten daarvan bij, waarvan ambtshalve geconstateerd is dat deze leegstaan en waarvan de leegstand overeenkomstig het eerste lid van dit artikel gemeld had moeten worden door de eigenaar en Artikel 4 [Overleg met de eigenaar] 1. Burgemeester en wethouders voeren binnen drie maanden na ontvangst van de melding, bedoeld in artikel 3, overleg met de eigenaar van het gebouw omtrent het gebruik van dat gebouw respectievelijk dat gedeelte van het gebouw. 2. Burgemeester en wethouders kunnen na het overleg, bedoeld in het eerste lid, of zonder overleg indien de eigenaar aan dat overleg geen medewerking verleend, in een leegstandsbeschikking vaststellen of het gebouw respectievelijk het gedeelte daarvan geschikt is voor gebruik. 20. Waartoe leidt nu deze verkenning van de wetsgeschiedenis? Het komt mij voor dat er enig verschil is tussen het begrip gebruik in art. 138a Sr en hetzelfde begrip in art. 138 Sr. In tegenstelling tot de vaste rechtspraak aangaande de uitleg van feitelijk gebruik van een woning of lokaal als bedoeld in art. 138 Sr, waarbij ook bijvoorbeeld het in voor direct gebruik beschikbare staat houden en geregeld stappen ondernemen om het overeenkomstig de gewenste bestemming te (doen) gebruiken kwalificeert als feitelijk gebruik, staat de wetgever bij (kantoor) panden als bedoeld in art. 138a Sr kennelijk een iets andere benadering voor. De omstandigheid dat een pand (ter verdere verhuur) aan een leegstandbeheerder in gebruik is gegeven doet niet perse af aan het oordeel (van de gemeente) dat er sprake is van onvoldoende gebruik omdat een groot deel van het pand - ondanks de

15 aanwezigheid van bijvoorbeeld een anti-kraakwacht - feitelijk leegstaat. 21. Het hof kon derhalve tot een bewezenverklaring van kraken voor alleen het perceel aan de Koningin Wilhelminalaan 7 komen. Uit de bewijsmiddelen volgt immers dat: (i) het pand (voormalig KPN gebouw) aan de Koningin Wilhelminalaan 7-9 het jaar ervoor was ontruimd; (ii) het pand verdeeld is in twee adressen/percelen: Koningin Wilhelminalaan 7 en 9 ; (iii) je vanuit perceel 9 naar perceel 7 kunt; (iv) perceel 7 leegstaat; (v) het pand eigendom is van Stichting Mitros; (vi) het pand door Stichting Mitros in bruikleen is gegeven aan Antikraak B.V.; (vii) Antikraak B.V. de beschikking heeft over het hele pand aan de Koningin Wilhelminalaan 7-9 ; (viii) met name het perceel Wilhelminalaan 7 nog niet verhuurd was. 22. Dat het hof geoordeeld heeft dat het gebruik door de rechthebbende van het perceel aan de Koningin Wilhelminalaan 7 was beëindigd, omdat dit perceel leeg stond en het feitelijk gebruik van dit perceel als kantoorpand was beëindigd door de rechthebbende, getuigt in mijn ogen niet van een onjuiste rechtsopvatting, noch is het onbegrijpelijk. Zelfs wanneer het Hof het gebouw als één geheel zou hebben gezien en zou hebben bewezenverklaard beëindiging van het gebruik van Koningin Wilhelminalaan 7-9, dan nog is het oordeel van het hof te begrijpen als onvoldoende gebruik van de Koningin Wilhelminalaan 7-9, in die zin dat perceel 7 feitelijk niet in gebruik was als kantoorpand. 23. Voor zover het middel stelt dat ook sprake is van gebruik van een geheel gebouw indien een gedeelte daarvan door een leegstandsbeheerder ( daadwerkelijk ) wordt beheerd, vindt het geen steun in de wetsgeschiedenis van art. 138a Sr. 24. Voor zover het middel bedoelt te betogen dat het perceel aan de Koningin Wilhelminalaan 7 (ook) feitelijk in gebruik was door de eigenaar en de werknemers van het bedrijf [A] ( de bedrijfswerkzaamheden werden klaarblijkelijk mede uitgevoerd in het gedeelte nummer 7 ), nu zij hebben verklaard dat zij door de krakers in hun werk werden belemmerd, berust het slechts op een veronderstelling en kan het die conclusie niet zelfstandig dragen Tot slot doet het argument dat de eigenaar de intentie had om het perceel aan de Koningin Wilhelminalaan 7 te (doen) verhuren, in het licht van de eerder genoemde vaste rechtspraak niet af aan het oordeel van het hof dat dit perceel feitelijk niet in gebruik was als kantoorpand. Net zo min als het argument dat er enige vorm van bruikleen met Antikraak B.V. was overeengekomen kan afdoen aan s hofs oordeel Het middel faalt. 27. Het eerste middel klaagt over de afwijzing van het verzoek tot voeging aan de processtukken van de aangifte van [betrokkene 3], werkzaam bij Antikraak B.V.. In de toelichting op het middel wordt betoogd dat het hof bij de beoordeling van het verzoek een verkeerde maatstaf heeft aangelegd,

16 althans dat de afwijzing onbegrijpelijk is. 28. Het verzoek tot voeging is ter terechtzitting van 21 juli 2014 gedaan en bij pleidooi als volgt toegelicht (p. 4 van de pleitnotities): Toevoeging van processtukken aan het dossier 5. De verdediging verzoekt uw hof aan het dossier toe te voegen: - de aangifte van [betrokkene 3], werkzaam bij Antikraak B.V. 6. Motivering: uit de aangifte namens Mitros blijkt dat [betrokkene 3], werkzaam bij Antikraak B.V., aangifte heeft gedaan. Deze ontbreekt bij de processtukken. De verdediging wenst te betogen dat Antikraak B.V. zich als rechthebbende in de zin van artikel 138a Sr opstelde of gedroeg. In verband daarmee is het van belang wat Antikraak B.V. in haar aangifte stelde omtrent haar gebruik van het pand aan de Koningin Wilhelminalaan 7-9 te Utrecht. Dit is van belang voor beantwoording van de eerste vraag van artikel 350 Sv. 29. Het hof heeft dit verzoek - samen met een verzoek tot het horen van enkele getuigen - als volgt afgewezen: Verzoek horen getuigen en toevoegen processtukken De raadsman heeft verzocht om in hoger beroep de volgende getuigen te horen:. Voorts wordt verzocht om de aangifte van [betrokkene 3], werkzaam bij Antikraak BV toe te voegen aan het dossier. Het hof wijst het verzoek tot het horen van getuigen en het verzoek om processtukken toe te voegen aan het dossier af. Naar het oordeel van het hof is in het dossier voldoende materiaal aanwezig om tot een juridische weging te komen en is niet de noodzaak gebleken om nader onderzoek te doen. 30. In het dossier dienen te worden gevoegd de stukken die redelijkerwijze van belang kunnen zijn hetzij in voor de verdachte belastende hetzij in voor de verdachte ontlastende zin. 10 Het door de verdediging gedane verzoek om processtukken aan het dossier toe te voegen betreft een verzoek als bedoeld in art. 328 Sv in verbinding met art 331 Sv en art. 415 Sv om toepassing te geven aan art. 315 Sv, zodat een uitdrukkelijke beslissing op dit verzoek is vereist. Het criterium dat bij de beoordeling van dat verzoek moet worden toegepast is het noodzaakcriterium Blijkens zijn overwegingen als hierboven weergegeven, heeft het hof bij zijn beoordeling van het

17 verzoek de juiste maatstaf gehanteerd. Voor zover het middel stelt dat de zinsnede niet [is] de noodzaak gebleken om nader onderzoek te doen niet terugslaat op het verzoek om processtukken toe te voegen aan het dossier, berust het op een verkeerde lezing van s hofs arrest en mist het derhalve feitelijke grondslag. 32. Dan de begrijpelijkheid van de afwijzing. Het middel voert (in navolging van de pleitnota) aan dat de verdediging met haar verzoek beoogde nader te (doen) onderzoeken of het gebruik van het gebouw al dan niet was beëindigd. Niet is gesteld of aannemelijk dat de aangifte van [betrokkene 3] informatie bevat die erop zou duiden dat het (bewezen verklaarde 12 ) perceel aan de Koningin Wilhelminalaan 7 wel feitelijk in gebruik (bijvoorbeeld verhuurd) was. Het hof heeft geoordeeld dat er in het dossier voldoende materiaal aanwezig was om tot een juridische weging te komen. Hierin lees ik dat het hof meende dat de voeging (en kennisneming) van de aangifte van [betrokkene 3] redelijkerwijs niet noodzakelijk was voor de beantwoording van - in casu - de eerste vraag van art. 350 Sv In het licht van de onderbouwing van het verzoek en van datgene waarvan de gedingstukken blijk geven meen ik dat dat oordeel niet onbegrijpelijk is. Een blik op de door het hof gebezigde bewijsmiddelen leert immers dat het deel van het kantoorpand dat de adressering Wilhelminalaan 7 draagt, een jaar tevoren was ontruimd, op de pleegdatum eigendom was van Stichting Mitros, (ter verdere verhuur) in bruikleen was gegeven aan Antikraak B.V., en voorts (nog) niet verhuurd was en derhalve (al geruime tijd) leegstond. Het verzoek houdt niet in dat de voeging van de aangifte in het dossier nodig is, omdat deze gegevens onjuist zijn. 34. Het middel faalt. 35. Het tweede en het derde middel klagen onder meer over de afwijzing van een aantal getuigenverzoeken (p. 1-4, 14-14a van de pleitnotities). 36. De verzoeken zijn ter terechtzitting in hoger beroep van 21 juli 2014 bij pleitnota - voor zover hier van belang - als volgt toegelicht: Verzoek om het horen van getuigen 1. Ik verzoek uw hof de volgende getuigen te horen: - [verbalisant 6], hoofdagent politie Utrecht 2. Motivering: de politierechter heeft uit het relaas van deze getuige afgeleid dat cliënt op 1 november 2010 op de eerste etage van Koningin Wilhelminalaan 7 werd aangehouden (pag. 8 dossier, idem pag. 126). Echter haar bevindingen berusten steeds niet op eigen waarneming, terwijl de bronvermelding bij de door haar gerelateerde informatie ontbreekt. Zo vermeldt haar relaas nergens dat zij de waarneming ten aanzien van cliënt zelf heeft verricht. Daarbij is het onmogelijk dat zij alle feiten en

18 omstandigheden zoals beschreven zelf heeft waargenomen. Deze getuige dient derhalve te worden ondervraagd over haar redenen van wetenschap c.q. de bron of bronnen waarop zij zich bij het opstellen van haar relaas heeft gebaseerd, in het bijzonder ten aanzien van het gestelde aantreffen van cliënt. Dit is van belang voor beantwoording van de eerste vraag van artikel 350 Sv. Dat cliënt heeft verklaard dat hij in het pand heeft geslapen (proces-verbaal zitting eerste aanleg) levert in dit verband niet, althans niet voldoende, ondersteunend bewijsmateriaal op. Niet blijkt immers wanneer het gestelde slapen in het pand heeft plaatsgevonden. De tenlastelegging behelst slechts 31 oktober 2010 tot en met 1 november Het proces-verbaal luidt dat het kraken op 31 oktober 2010 werd ontdekt. - - [betrokkene 1], geboren [geboortedatum] 1970, domicilie [b-straat 1] te Utrecht; - [betrokkene 3], werkzaam bij Antikraak B.V., domicilie, voor zover bekend: [a-straat], Amsterdam; - [betrokkene 2], eigenaar van het bedrijf [A] ; - de eigenaar en/of een vertegenwoordiger van het bedrijf Go Public;, - de eigenaar en/of een vertegenwoordiger van het bedrijf The Bill Doctor. 3. Motivering: het dossier bevat tegenstrijdige c.q. dubbelzinnige informatie over de vraag of het kantoorpand aan de Wilhelminastraat 7-9 in gebruik was dan wel leeg stond. Beëindigd gebruik betreft een kernonderdeel van artikel 138a Sr. Daarom is het noodzakelijk hiernaar nader onderzoek te doen door het horen van deze getuigen. Daar komt bij dat uit overige onderdelen van het dossier blijkt dat het pand in de tenlastegelegde periode volop in gebruik was, namelijk bij Stichting Mitros. Deze had het pand in bruikleen gegeven aan het bedrijf Antikraak B.V. te Amsterdam (pag. 48). Verder was het pand in gebruik bij drie bedrijven voor welke in de tenlastegelegde periode gezamenlijk werknemers in het pand werkten (pag. 88). 4. De politierechter [heeft] op onbegrijpelijke gronden slechts het kraken van huisnummer 7 bewezen verklaard. Op grond van het dossier kan slechts worden vastgesteld dat het gaat om één pand met twee huisnummers: - in de aangifte wordt consequent gesproken over Koningin Wilhelminalaan 7-9 (pag ); - in de processen-verbaal van bevindingen op onder meer pag. 63, 87, 89, 93, 103 en 105 wordt gesproken over één pand aan de Koningin Wilhelminalaan 7-9 ; - de machtiging tot binnentreden heeft betrekking op de woning gelegen aan Koningin Wilhelminalaan 7-9 (pag. 102); - volgens het kadaster vallen Koningin Wilhelminalaan 7-9 beide onder Koningin Wilhelminalaan 7 (pag. 67); - het adres van het kantoorgebouw wordt in het brandveiligheidsrapport geduid als Koningin Wilhelminalaan 7-9 (pag. 70); - op pag. 104 wordt gesteld dat Antikraak B.V. Amsterdam de beschikking heeft 'over het hele pand

19 aan de Koningin Wilhelminalaan 7-9 te Utrecht ; - cliënt is aangehouden op de koningin Wilhelminalaan 7 9 (..) Utrecht (pag. 130). 36. In de tenlastegelegde periode zaten op Koningin Wilhelminalaan 7-9 ondernemers in het kantoorpand, aldus - letterlijk - de aangifte van Stichting Mitros. Een van die aldaar gevestigde bedrijven was [A]. [betrokkene 2], eigenaar van dit bedrijf, verklaart op 1 november 2010 tegenover de politie dat hij en zijn collega s in hun werk belemmerd worden door de krakers (pag. 88). Dat duidt erop dat het gedeelte van het pand dat gekraakt werd of die gedeelten van het pand die gekraakt werden gebruikt werden door [betrokkene 2] en zijn collega s. Dat is in strijd met pag. 104 van het dossier. Daar wordt vermeld dat door Antikraak werd aangegeven dat met name het gedeelte dat gekraakt is ( Koningin Wilhelminalaan 7 ) nog niet verhuurd was. Ook om deze reden acht de verdediging het noodzakelijk dat [betrokkene 3] van Antikraak B.V. als getuige wordt gehoord. Ook [verbalisant 2], de verbalisant die het proces-verbaal op pag. 104 heeft opgesteld, dient hierover als getuige te worden gehoord. [verbalisant 2] vermeldt als bron van deze informatie enkel het bedrijf Antikraak. Dat is erg vaag. Niet verduidelijkt hij wie hij heeft gesproken en welke de redenen van wetenschap waren van degene die hem de informatie, dat met name het gedeelte dat gekraakt is nog niet verhuurd was. Mocht het [betrokkene 3] zijn, die de bron is van de op pag. 104 gerelateerde informatie, dan dient te worden vastgesteld dat deze getuige op ten minste twee onderdelen van het dossier informatie geeft, die innerlijk tegenstrijdig, althans niet zonder meer met elkaar verenigbaar is. Als de bron een andere medewerker van Antikraak B.V. is, moet mutatis mutandis worden vastgesteld dat zijn/haar informatie met die van [betrokkene 3] tegenstijdig althans niet zonder meer verenigbaar is. Ook deze getuige dient te worden gehoord. De verdediging doet hiertoe het expliciete verzoek, op alle bovengenoemde argumenten en op grond van par. 3 en 4 van deze pleitnota. 37. Voorts houdt het proces-verbaal van de terechtzitting in hoger beroep van 21 juli 2014 aangaande de (getuigen)verzoeken nog het volgende in: De raadsman licht zijn verzoeken toe. De advocaat-generaal voert het woord, zakelijk weergegeven: Ik zie geen aanleiding om de verzoeken toe te wijzen. Ik haal uit het dossier dat het gaat om Koningin Wilhelminalaan 7, daar heeft de ontruiming plaatsgevonden. Er wordt op enig moment gezegd dat verdachte wordt aangetroffen, ik geloof op de eerste verdieping. De verbalisant die het procesverbaal heeft opgemaakt kan misschien niet uit eigen waarneming relateren maar dat wil niet zeggen dat wat er in staat niet juist is, dat heb ik ook niet van de raadsman gehoord. Voor wat betreft de beëindiging van het gebruik van het pand verwijs ik naar een proces-verbaal van verbalisant [verbalisant 2] van 4 november Er wordt aangegeven dat perceel nummer 7 nog niet verhuurd was. De raadsman voert het woord, zakelijk weergegeven:

20 Eén van de punten die de verdediging aan de orde wil stellen is de vraag of het gebruik was beëindigd of niet. Uit de aangifte van Mitros blijkt dat een ander, die ook als rechthebbende dient te worden aangemerkt, ook aangifte heeft gedaan. Het is van belang dat de verdediging kennis kan nemen van de inhoud van die aangifte om te bezien wat de positie van deze aangever is, dus of hij als rechthebbende kan worden beschouwd en of het pand nog in gebruik was. Ten aanzien van het proces-verbaal van 4 november 2010 merk ik nog op dat ook in dit proces-verbaal het pand steeds wordt aangeduid als Koningin Wilhelminalaan 7-9. De voorzitter onderbreekt het onderzoek voor het houden van beraad. De voorzitter hervat het onderzoek en deelt als beslissing van het hof mede dat het verzoek tot het horen van getuigen en het verzoek om processtukken toe te voegen aan het dossier wordt afgewezen. Naar het oordeel van het hof is in het dossier voldoende materiaal aanwezig om tot een juridische weging te komen en is niet de noodzaak gebleken om nader onderzoek te doen. 38. Het hof heeft bij arrest deze getuigenverzoeken (nogmaals) als volgt afgewezen: Verzoek horen getuigen en toevoegen processtukken De raadsman heeft verzocht om in hoger beroep de volgende getuigen te horen: [verbalisant 6],, [betrokkene 1], [betrokkene 3], [betrokkene 2], de eigenaar en/of een vertegenwoordiger van het bedrijf Go Public, de eigenaar en/of een vertegenwoordiger van het bedrijf The Bill Doctor, [verbalisant 2]. Het hof wijst het verzoek tot het horen van getuigen en het verzoek om processtukken toe te voegen aan het dossier af. Naar het oordeel van het hof is in het dossier voldoende materiaal aanwezig om tot een juridische weging te komen en is niet de noodzaak gebleken om nader onderzoek te doen. 39. Het tweede middel bevat twee deelklachten. Het eerste onderdeel klaagt dat het hof heeft verzuimd te beslissen op het verzoek tot het (doen) horen van een andere medewerker van Antikraak B.V., die de bron is van het door politieambtenaar [verbalisant 2] opgemaakte proces-verbaal op pagina 104 van het dossier. Het tweede onderdeel bevat de klacht dat de afwijzing van de verzoeken om de getuigen [betrokkene 1], [betrokkene 3], [betrokkene 2], de eigenaar en/of een vertegenwoordiger van het bedrijf Go Public, de eigenaar en/of een vertegenwoordiger van het bedrijf The Bill Doctor en [verbalisant 2], te (doen) horen niet begrijpelijk is op de grond dat met de afwijzing de door de verdediging gesignaleerde tegenstrijdigheid, c.q. dubbelzinnigheid in het dossier niet is weggenomen. 40. De eerste deelklacht is vruchteloos voorgesteld. In de toelichting wordt gesteld dat het verzoek tot het (doen) horen van een andere medewerker van Antikraak B.V., die de bron is van het door politieambtenaar [verbalisant 2] opgemaakte proces-verbaal op pagina 104 van het dossier, een verzoek als bedoeld in art. 315 in verbinding met art. 328 Sv behelst, zodat daarop - op straffe van nietigheid - een uitdrukkelijke beslissing was vereist. Noch uit het proces-verbaal van de zitting noch uit het bestreden arrest blijkt dat het hof op dit verzoek van de verdediging heeft gerespondeerd. De vraag is evenwel of het hof daartoe wel was gehouden.

ECLI:NL:HR:2015:3021. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 14/05204

ECLI:NL:HR:2015:3021. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 14/05204 ECLI:NL:HR:2015:3021 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 13-10-2015 Datum publicatie 14-10-2015 Zaaknummer 14/05204 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2015:2082,

Nadere informatie

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld. arrest GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN locatie Arnhem Afdeling strafrecht Parketnummer: X Uitspraak d.d.: 15 juni 2016 TEGENSPRAAK Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken gewezen op het hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2014:381. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 13/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:2556, Gevolgd

ECLI:NL:HR:2014:381. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 13/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:2556, Gevolgd ECLI:NL:HR:2014:381 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 18-02-2014 Datum publicatie 19-02-2014 Zaaknummer 13/02084 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:2556,

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARN:2011:BQ0420

ECLI:NL:GHARN:2011:BQ0420 ECLI:NL:GHARN:2011:BQ0420 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 05-04-2011 Datum publicatie 07-04-2011 Zaaknummer 21-002244-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2010:BN0043

ECLI:NL:PHR:2010:BN0043 ECLI:NL:PHR:2010:BN0043 Instantie Datum uitspraak 16-11-2010 Datum publicatie 16-11-2010 Zaaknummer 09/03684 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie Parket bij de Hoge Raad

Nadere informatie

Leegstandverordening Maassluis 2017.

Leegstandverordening Maassluis 2017. De raad van de gemeente - Maassluis-, gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 9 mei 2017 gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 2 van de Leegstandwet; overwegende

Nadere informatie

Model Leegstandverordening

Model Leegstandverordening Model Leegstandverordening De raad van de gemeente - naam-, gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van, nr ; gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 2 van de Leegstandwet;

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2007:AZ6118 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 00636/06

ECLI:NL:PHR:2007:AZ6118 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 00636/06 ECLI:NL:PHR:2007:AZ6118 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 06-03-2007 Datum publicatie 06-03-2007 Zaaknummer 00636/06 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2010:BO2558

ECLI:NL:HR:2010:BO2558 ECLI:NL:HR:2010:BO2558 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 02-11-2010 Datum publicatie 03-11-2010 Zaaknummer 09/00354 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2010:BO2558

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2013:BZ4692

ECLI:NL:GHARL:2013:BZ4692 ECLI:NL:GHARL:2013:BZ4692 Instantie Datum uitspraak 19-03-2013 Datum publicatie 19-03-2013 Zaaknummer 21-000368-12 Formele relaties Rechtsgebieden Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Eerste aanleg: ECLI:NL:RBGRO:2009:BH3578,

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2012:BW5999

ECLI:NL:GHSHE:2012:BW5999 ECLI:NL:GHSHE:2012:BW5999 Instantie Datum uitspraak 16-05-2012 Datum publicatie 16-05-2012 Zaaknummer 20-002733-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2015:2029

ECLI:NL:GHSHE:2015:2029 ECLI:NL:GHSHE:2015:2029 Instantie Datum uitspraak 03-06-2015 Datum publicatie 03-06-2015 Gerechtshof 's-hertogenbosch Zaaknummer 20-000203-14 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2001:AD4377 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 03023/00

ECLI:NL:PHR:2001:AD4377 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 03023/00 ECLI:NL:PHR:2001:AD4377 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 16-10-2001 Datum publicatie 17-01-2002 Zaaknummer 03023/00 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Uitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 3 november 2016 TEGENSPRAAK

Uitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 3 november 2016 TEGENSPRAAK ECLI:NL:GHAMS:2016:5390 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 03-11-2016 Datum publicatie 21-12-2016 Zaaknummer 23-003117-15 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:5635 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2016:5635 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2016:5635 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 10-11-2016 Datum publicatie 29-12-2016 Zaaknummer 23-000872-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

Uitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Datum uitspraak: 1 november TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)

Uitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Datum uitspraak: 1 november TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman) ECLI:NL:GHAMS:2016:5673 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 01-11-2016 Datum publicatie 30-12-2016 Zaaknummer 23-003159-15 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2014:3775

ECLI:NL:GHAMS:2014:3775 ECLI:NL:GHAMS:2014:3775 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 01-07-2014 Datum publicatie 05-12-2014 Zaaknummer 23-004323-13 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2017:2188

ECLI:NL:GHARL:2017:2188 ECLI:NL:GHARL:2017:2188 Instantie Datum uitspraak 15-03-2017 Datum publicatie 15-03-2017 Zaaknummer 21-006632-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Strafrecht

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 560 Voorstel van wet van de leden Ten Hoopen, Slob en Van der Burg tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht, de Leegstandwet, en enige andere

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2017:1213

ECLI:NL:GHAMS:2017:1213 ECLI:NL:GHAMS:2017:1213 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 28-03-2017 Datum publicatie 10-04-2017 Zaaknummer 23-000918-16 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2011:BU1518

ECLI:NL:GHLEE:2011:BU1518 ECLI:NL:GHLEE:2011:BU1518 Instantie Datum uitspraak 17-10-2011 Datum publicatie 25-10-2011 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 24-003332-09 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2013:BZ4699

ECLI:NL:GHARL:2013:BZ4699 ECLI:NL:GHARL:2013:BZ4699 Instantie Datum uitspraak 19-03-2013 Datum publicatie 19-03-2013 Zaaknummer 21-000669-12 Formele relaties Rechtsgebieden Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Eerste aanleg: ECLI:NL:RBGRO:2009:BH3578,

Nadere informatie

3.2. De bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsmiddelen, zoals opgenomen in de aanvulling op het verkort arrest:

3.2. De bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsmiddelen, zoals opgenomen in de aanvulling op het verkort arrest: ECLI:NL:PHR:2017:634 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie 20-06-2017 Datum publicatie 12-07-2017 Zaaknummer 15/04687 Formele relaties Rechtsgebieden Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2017:1314,

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ8341

ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ8341 ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ8341 Instantie Datum uitspraak 24-04-2013 Datum publicatie 24-04-2013 Zaaknummer 20-000702-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2013:CA1193

ECLI:NL:GHARL:2013:CA1193 ECLI:NL:GHARL:2013:CA1193 Instantie Datum uitspraak 12-02-2013 Datum publicatie 28-05-2013 Zaaknummer 21-004366-12 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061

ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061 ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061 Instantie Datum uitspraak 03-02-2009 Datum publicatie 05-02-2009 Gerechtshof 's-gravenhage Zaaknummer 22-002670-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

Uitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Uitspraak d.d.: 2 februari 2016 TEGENSPRAAK Promis

Uitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Uitspraak d.d.: 2 februari 2016 TEGENSPRAAK Promis ECLI:NL:GHARL:2016:10657 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 02-02-2016 Datum publicatie 15-05-2017 Zaaknummer 21-002071-15 Formele relaties Cassatie: ECLI:NL:HR:2017:789, Niet ontvankelijk

Nadere informatie

GERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken

GERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken parketnummer : 20.001938.96 uitspraakdatum : 29 april 1997 verstek dip GERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken A R R E S T gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis

Nadere informatie

Uitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 29 november 2016 TEGENSPRAAK

Uitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 29 november 2016 TEGENSPRAAK ECLI:NL:GHAMS:2016:5286 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 29-11-2016 Datum publicatie 13-12-2016 Zaaknummer 23-000227-16 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARN:2007:208

ECLI:NL:GHARN:2007:208 ECLI:NL:GHARN:2007:208 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 25-05-2007 Datum publicatie 11-04-2016 Zaaknummer 21-004591-06 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RBASS:2011:BQ1377

ECLI:NL:RBASS:2011:BQ1377 ECLI:NL:RBASS:2011:BQ1377 Instantie Rechtbank Assen Datum uitspraak 15-04-2011 Datum publicatie 15-04-2011 Zaaknummer 19.605555-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2014:1700 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 12/04833

ECLI:NL:PHR:2014:1700 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 12/04833 ECLI:NL:PHR:2014:1700 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie 01-07-2014 Datum publicatie 26-09-2014 Zaaknummer 12/04833 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2016:1480. Datum uitspraak: Datum publicatie: Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg - meervoudig.

ECLI:NL:RBOVE:2016:1480. Datum uitspraak: Datum publicatie: Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg - meervoudig. ECLI:NL:RBOVE:2016:1480 Instantie: Rechtbank Overijssel Datum uitspraak: 26-04-2016 Datum publicatie: 26-04-2016 Zaaknummer: 08.910038-15 (P) Rechtsgebieden: Strafrecht Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg

Nadere informatie

2. Mr. G.J. Woodrow, advocaat te Tilburg, heeft cassatie ingesteld en namens de verdachte bij schriftuur twee middelen van cassatie voorgesteld.

2. Mr. G.J. Woodrow, advocaat te Tilburg, heeft cassatie ingesteld en namens de verdachte bij schriftuur twee middelen van cassatie voorgesteld. ECLI:NL:PHR:2012:BU6926 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 22-05-2012 Datum publicatie 22-05-2012 Zaaknummer 10/02229 Formele relaties Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2012:BU6926 Rechtsgebieden

Nadere informatie

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van 24 augustus 2016.

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van 24 augustus 2016. ECLI:NL:GHAMS:2016:5663 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 07-09-2016 Datum publicatie 30-12-2016 Zaaknummer 23-000259-16 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Uitspraak. Parketnummer: Datum uitspraak: 17 november 2016 VERSTEK

Uitspraak. Parketnummer: Datum uitspraak: 17 november 2016 VERSTEK ECLI:NL:GHAMS:2016:5593 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 17-11-2016 Datum publicatie 29-12-2016 Zaaknummer 23-001668-16 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2013:417, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan Conclusie: ECLI:NL:PHR:2014:1483

In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2013:417, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan Conclusie: ECLI:NL:PHR:2014:1483 ECLI:NL:HR:2014:2652 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 09-09-2014 Datum publicatie 10-09-2014 Zaaknummer 13/01257 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie In cassatie op

Nadere informatie

Hof van Discipline Zitting van 19 juni 2017 te uur Kenmerk: art. 515 lid 4 Sv en daartoe overwogen:

Hof van Discipline Zitting van 19 juni 2017 te uur Kenmerk: art. 515 lid 4 Sv en daartoe overwogen: Hof van Discipline Zitting van 19 juni 2017 te 14.30 uur Kenmerk: 160102 PLEITNOTA Inzake: Deken orde van Advocaten Den Haag - mr. M.J.F. Stelling Raadsman: W.H. Jebbink Geen ontzegging tot onafhankelijke

Nadere informatie

3. Het eerste middel klaagt dat het bewezenverklaarde medeplegen niet uit de gebezigde bewijsmiddelen kan worden afgeleid.

3. Het eerste middel klaagt dat het bewezenverklaarde medeplegen niet uit de gebezigde bewijsmiddelen kan worden afgeleid. ECLI:NL:PHR:2014:215 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie 28-01-2014 Datum publicatie 26-03-2014 Zaaknummer 12/05667 Formele relaties Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2014:715, Gevolgd Rechtsgebieden

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2017:2291

ECLI:NL:GHDHA:2017:2291 ECLI:NL:GHDHA:2017:2291 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 24-05-2017 Datum publicatie 09-08-2017 Zaaknummer 22-005150-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2016:935

ECLI:NL:GHDHA:2016:935 ECLI:NL:GHDHA:2016:935 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 31-03-2016 Datum publicatie 06-04-2016 Zaaknummer 22-004068-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

2 Tenlastelegging en motivering van de gegeven vrijspraak

2 Tenlastelegging en motivering van de gegeven vrijspraak ECLI:NL:HR:2014:1174 Uitspraak 20 mei 2014 Strafkamer nr. 13/02407 Hoge Raad der Nederlanden Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 6 februari 2013, nummer 22/001806-12,

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2014:2288

ECLI:NL:PHR:2014:2288 ECLI:NL:PHR:2014:2288 Instantie Datum conclusie 25-11-2014 Parket bij de Hoge Raad Datum publicatie 17-12-2014 Zaaknummer 14/00065 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2017:479. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 16/01158

ECLI:NL:HR:2017:479. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 16/01158 ECLI:NL:HR:2017:479 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 21-03-2017 Datum publicatie 21-03-2017 Zaaknummer 16/01158 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2017:167,

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2008:BD1383 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie

ECLI:NL:PHR:2008:BD1383 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie ECLI:NL:PHR:2008:BD1383 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 20-06-2008 Datum publicatie 20-06-2008 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie C07/041HR

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2016:2558

ECLI:NL:RBGEL:2016:2558 ECLI:NL:RBGEL:2016:2558 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 12-05-2016 Datum publicatie 19-05-2016 Zaaknummer AWB - 15 _ 7447 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Uitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 16 februari 2017 TEGENSPRAAK

Uitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 16 februari 2017 TEGENSPRAAK ECLI:NL:GHAMS:2017:1898 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 16-02-2017 Datum publicatie 24-05-2017 Zaaknummer 23-002215-16 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

3. Het eerste middel klaagt over de verwerping van het verweer strekkende tot niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie in de vervolging.

3. Het eerste middel klaagt over de verwerping van het verweer strekkende tot niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie in de vervolging. ECLI:NL:PHR:2015:681 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie 24-03-2015 Datum publicatie 28-05-2015 Zaaknummer 14/02394 Formele relaties Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2015:1344, Gevolgd Rechtsgebieden

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012

ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012 ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012 Instantie Datum uitspraak 11-06-2003 Datum publicatie 12-08-2003 Zaaknummer 2200326602 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-gravenhage

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZUT:2004:AO7273

ECLI:NL:RBZUT:2004:AO7273 ECLI:NL:RBZUT:2004:AO7273 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 31-03-2004 Datum publicatie 08-04-2004 Zaaknummer 06/060115-03 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

2. Mr. N. van Schaik, advocaat te Utrecht, heeft cassatie ingesteld en namens de verdachte bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld.

2. Mr. N. van Schaik, advocaat te Utrecht, heeft cassatie ingesteld en namens de verdachte bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. ECLI:NL:PHR:2010:BO2909 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 14-12-2010 Datum publicatie 14-12-2010 Zaaknummer 09/02518 J Formele relaties Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2010:BO2909 Rechtsgebieden

Nadere informatie

2. Namens verzoeker heeft mr Lina, advocaat te Venlo, één middel van cassatie voorgesteld.

2. Namens verzoeker heeft mr Lina, advocaat te Venlo, één middel van cassatie voorgesteld. ECLI:NL:PHR:2000:AA5730 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 09-05-2000 Datum publicatie 09-10-2002 Zaaknummer 00386/99 Formele relaties Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2000:AA5730 Rechtsgebieden

Nadere informatie

op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 21 juni 2013, nummer 22/ , in de strafzaak tegen:

op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 21 juni 2013, nummer 22/ , in de strafzaak tegen: ECLI:NL:HR:2014:1592 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 01-07-2014 Datum publicatie 02-07-2014 Zaaknummer 13/03174 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2014:654,

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:2091 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2016:2091 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2016:2091 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 03-06-2016 Datum publicatie 16-08-2016 Zaaknummer 23-003649-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2017:295 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 15/05952

ECLI:NL:PHR:2017:295 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 15/05952 ECLI:NL:PHR:2017:295 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie 07-03-2017 Datum publicatie 21-04-2017 Zaaknummer 15/05952 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2010:BO0993

ECLI:NL:GHSGR:2010:BO0993 ECLI:NL:GHSGR:2010:BO0993 Instantie Datum uitspraak 07-09-2010 Datum publicatie 18-10-2010 Gerechtshof 's-gravenhage Zaaknummer 22-005986-09 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2009:BG5966 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 01971/07

ECLI:NL:PHR:2009:BG5966 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 01971/07 ECLI:NL:PHR:2009:BG5966 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 17-02-2009 Datum publicatie 17-02-2009 Zaaknummer 01971/07 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2012:BT8778

ECLI:NL:HR:2012:BT8778 ECLI:NL:HR:2012:BT8778 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 10-01-2012 Datum publicatie 10-01-2012 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 10/02260 P Conclusie:

Nadere informatie

Strafprocesrecht Bijzondere kenmerken: Hoger beroep Wetsverwijzingen: Wetboek van Strafrecht 197a, geldigheid: 2014-05-11

Strafprocesrecht Bijzondere kenmerken: Hoger beroep Wetsverwijzingen: Wetboek van Strafrecht 197a, geldigheid: 2014-05-11 ECLI:NL:GHSHE:2015:3566 Instantie: Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak: 16-09-2015 Datum publicatie: 17-09-2015 Zaaknummer: 20-002514-14 Rechtsgebieden: Materieel strafrecht Strafprocesrecht Bijzondere

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2012:BX3976

ECLI:NL:GHSGR:2012:BX3976 ECLI:NL:GHSGR:2012:BX3976 Instantie Datum uitspraak 26-07-2012 Datum publicatie 08-08-2012 Gerechtshof 's-gravenhage Zaaknummer 22-000638-11 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZUT:2010:BL3511

ECLI:NL:RBZUT:2010:BL3511 ECLI:NL:RBZUT:2010:BL3511 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 10-02-2010 Datum publicatie 10-02-2010 Zaaknummer 06/800866-09 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

3.3. Aan de bewezenverklaring van de feiten heeft het hof nog een nadere bewijsoverweging toegevoegd met de volgende inhoud:

3.3. Aan de bewezenverklaring van de feiten heeft het hof nog een nadere bewijsoverweging toegevoegd met de volgende inhoud: ECLI:NL:PHR:2016:1206 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie 25-10-2016 Datum publicatie 07-12-2016 Zaaknummer 15/03261 Formele relaties Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2016:2769, Gevolgd Rechtsgebieden

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2011:BP4388

ECLI:NL:GHLEE:2011:BP4388 ECLI:NL:GHLEE:2011:BP4388 Instantie Datum uitspraak 10-02-2011 Datum publicatie 14-02-2011 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 24-001943-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2015:84

ECLI:NL:GHDHA:2015:84 ECLI:NL:GHDHA:2015:84 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 27-01-2015 Datum publicatie 27-01-2015 Zaaknummer 22000511-14 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2015:5213 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2015:5213 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2015:5213 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 16-12-2015 Datum publicatie 16-12-2015 Zaaknummer 23-000433-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2014:2033

ECLI:NL:RBAMS:2014:2033 ECLI:NL:RBAMS:2014:2033 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 09-04-2014 Datum publicatie 17-04-2014 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie C/13/560745 / KG ZA 14-317 HJ/MB

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZUT:2007:BB4499

ECLI:NL:RBZUT:2007:BB4499 ECLI:NL:RBZUT:2007:BB4499 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 25-09-2007 Datum publicatie 28-09-2007 Zaaknummer 06/580261-07 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2016:1678

ECLI:NL:RBAMS:2016:1678 ECLI:NL:RBAMS:2016:1678 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 24-03-2016 Datum publicatie 29-03-2016 Zaaknummer KK EXPL 16-200 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

Uitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Uitspraak d.d.: 1 december 2015 TEGENSPRAAK. Promis

Uitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Uitspraak d.d.: 1 december 2015 TEGENSPRAAK. Promis ECLI:NL:GHARL:2015:10200 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 01-12-2015 Datum publicatie 22-05-2017 Zaaknummer 21-001318-15 Formele relaties Cassatie: ECLI:NL:HR:2016:3394, Niet ontvankelijk

Nadere informatie

Conclusie: ECLI:NL:PHR:2016:959. Wetboek van Strafvordering 51f

Conclusie: ECLI:NL:PHR:2016:959. Wetboek van Strafvordering 51f ECLI:NL:HR:2017:221 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 14-02-2017 Datum publicatie 14-02-2017 Zaaknummer 14/03452 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2016:629

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2015:738

ECLI:NL:GHSHE:2015:738 ECLI:NL:GHSHE:2015:738 Instantie Datum uitspraak 09-03-2015 Datum publicatie 09-03-2015 Gerechtshof 's-hertogenbosch Zaaknummer 20-003525-14 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

het college van burgemeester en wethouders van Leeuwarden.

het college van burgemeester en wethouders van Leeuwarden. LJN: AU3784, Raad van State, 200501342/1 Print uitspraak Datum uitspraak: 05-10-2005 Datum publicatie: 05-10-2005 Rechtsgebied: Bestuursrecht overig Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie: Bij

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2015:955. Uitspraak

ECLI:NL:HR:2015:955. Uitspraak ECLI:NL:HR:2015:955 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 14-04-2015 Datum publicatie 15-04-2015 Zaaknummer 13/04058 Formele relaties Conclusie: ECLI:NL:PHR:2015:437, Gevolgd Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2016:10161

ECLI:NL:RBROT:2016:10161 ECLI:NL:RBROT:2016:10161 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 04-11-2016 Datum publicatie 13-01-2017 Zaaknummer 10/710336-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2009:BH4974 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHLEE:2009:BH4974 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHLEE:2009:BH4974 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 05-03-2009 Datum publicatie 05-03-2009 Zaaknummer 24-002073-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2013:1372 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 12/03450

ECLI:NL:PHR:2013:1372 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 12/03450 ECLI:NL:PHR:2013:1372 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie 01-10-2013 Datum publicatie 26-11-2013 Zaaknummer 12/03450 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2008:BO1540

ECLI:NL:GHSGR:2008:BO1540 ECLI:NL:GHSGR:2008:BO1540 Instantie Datum uitspraak 16-07-2008 Datum publicatie 25-10-2010 Gerechtshof 's-gravenhage Zaaknummer 22-006152-07 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2006:AW3559

ECLI:NL:HR:2006:AW3559 ECLI:NL:HR:2006:AW3559 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 03-10-2006 Datum publicatie 02-07-2008 Zaaknummer 01447/05 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2006:AW3559

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2017:6481

ECLI:NL:GHARL:2017:6481 ECLI:NL:GHARL:2017:6481 Instantie Datum uitspraak 26-07-2017 Datum publicatie 27-07-2017 Zaaknummer 21-002353-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Strafrecht

Nadere informatie

3. Alvorens ik toekom aan de bespreking van het middel, besteed ik aandacht aan de vraag of de klager in zijn cassatieberoep kan worden ontvangen.

3. Alvorens ik toekom aan de bespreking van het middel, besteed ik aandacht aan de vraag of de klager in zijn cassatieberoep kan worden ontvangen. ECLI:NL:PHR:2016:606 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie 07-06-2016 Datum publicatie 07-07-2016 Zaaknummer 15/03064 Formele relaties Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2016:1420, Gevolgd Rechtsgebieden

Nadere informatie

Naar aanleiding van de discussie zegt de wethouder het volgende toe: - hij zal na twee jaar een tussenevaluatie uitvoeren;

Naar aanleiding van de discussie zegt de wethouder het volgende toe: - hij zal na twee jaar een tussenevaluatie uitvoeren; Eindvoorstel Voorstel Leegstandsverordening Tilburg 2012 Commissie Fysiek Datum 16 januari 2012 Standpunt commissie De fracties GL, SP, CDA, PvdA, D66, TROTS en VVD nemen een positief standpunt in over

Nadere informatie

A. Het in het belastbaar inkomen 1998 begrijpen van het voordeel uit het tegen inkoopsprijs aankopen vaneen auto, groot fl 15.000.

A. Het in het belastbaar inkomen 1998 begrijpen van het voordeel uit het tegen inkoopsprijs aankopen vaneen auto, groot fl 15.000. C/& Z^o^jr Edelhoogachtbaar College, y> "2_ Op 17 februari j.l. is door mij namens C igllllllpljp te IHllIll^, hierna belanghebbende, beroep in cassatie aangetekend tegen de uitspraak van het Gerechtshof

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2014:1006

ECLI:NL:RBDHA:2014:1006 ECLI:NL:RBDHA:2014:1006 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 29-01-2014 Datum publicatie 29-01-2014 Zaaknummer 09/818467-13 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2016:4569

ECLI:NL:RBMNE:2016:4569 ECLI:NL:RBMNE:2016:4569 Instantie Datum uitspraak 16-08-2016 Datum publicatie 17-08-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Midden-Nederland 16/652521-15 (P) Strafrecht

Nadere informatie

Wetsverwijzingen Wetboek van Strafrecht 448, geldigheid:

Wetsverwijzingen Wetboek van Strafrecht 448, geldigheid: ECLI:NL:PHR:2002:AD9213 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 16-04-2002 Datum publicatie 16-04-2002 Zaaknummer 00916/01 Formele relaties Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2002:AD9213 Rechtsgebieden

Nadere informatie

Samenvatting strafzaken die in 2008 zijn aangemeld bij/afgedaan door de Toegangscommissie

Samenvatting strafzaken die in 2008 zijn aangemeld bij/afgedaan door de Toegangscommissie Samenvatting strafzaken die in 2008 zijn aangemeld bij/afgedaan door de Toegangscommissie Van onderstaande zaken zijn nummer 0038 t/m 0052 in 2008 onder de aandacht gebracht. Zaak 0031 is zowel in 2006,

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2014:61 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer K13/0320

ECLI:NL:GHAMS:2014:61 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer K13/0320 ECLI:NL:GHAMS:2014:61 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 10-01-2014 Datum publicatie 22-01-2014 Zaaknummer K13/0320 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Raadkamer

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2017:1064. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 16/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2017:410, Gevolgd

ECLI:NL:HR:2017:1064. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 16/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2017:410, Gevolgd ECLI:NL:HR:2017:1064 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 09-06-2017 Datum publicatie 09-06-2017 Zaaknummer 16/04866 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2017:410,

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:5140 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:GHAMS:2016:5140 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01 ECLI:NL:GHAMS:2016:5140 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 29-11-2016 Datum publicatie 06-02-2017 Zaaknummer 200.174.828/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2011:BR2992

ECLI:NL:RBUTR:2011:BR2992 ECLI:NL:RBUTR:2011:BR2992 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 14-07-2011 Datum publicatie 26-07-2011 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 16/600081-11; 16/600434-10 (tul)

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2017:2237

ECLI:NL:RBOVE:2017:2237 ECLI:NL:RBOVE:2017:2237 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 26-04-2017 Datum publicatie 31-05-2017 Zaaknummer 08/910083-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Raadkamer

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2010:BO7907

ECLI:NL:GHLEE:2010:BO7907 ECLI:NL:GHLEE:2010:BO7907 Instantie Datum uitspraak 30-11-2010 Gerechtshof Leeuwarden Datum publicatie 20-12-2010 Zaaknummer 24-001016-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2011:BQ2488

ECLI:NL:PHR:2011:BQ2488 ECLI:NL:PHR:2011:BQ2488 Instantie Datum uitspraak 12-07-2011 Datum publicatie 12-07-2011 Zaaknummer 10/01636 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie Parket bij de Hoge Raad

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2017:665. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 15/04384

ECLI:NL:HR:2017:665. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 15/04384 ECLI:NL:HR:2017:665 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 11-04-2017 Datum publicatie 12-04-2017 Zaaknummer 15/04384 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2017:257,

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2014:264

ECLI:NL:GHAMS:2014:264 ECLI:NL:GHAMS:2014:264 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 14-01-2014 Datum publicatie 22-04-2014 Zaaknummer 23-003557-13 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2015:2014

ECLI:NL:GHARL:2015:2014 ECLI:NL:GHARL:2015:2014 Instantie Datum uitspraak 20-03-2015 Datum publicatie 20-03-2015 Zaaknummer 21-001170-14 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2016:2910. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 15/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2016:1278, Gevolgd

ECLI:NL:HR:2016:2910. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 15/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2016:1278, Gevolgd ECLI:NL:HR:2016:2910 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 20-12-2016 Datum publicatie 21-12-2016 Zaaknummer 15/03236 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2016:1279,

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2016:1087 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 15/05178

ECLI:NL:PHR:2016:1087 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 15/05178 ECLI:NL:PHR:2016:1087 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie 06-09-2016 Datum publicatie 20-12-2016 Zaaknummer 15/05178 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Parketnummer: /17 Uitspraak: 2 november 2018 Tegenspraak

Parketnummer: /17 Uitspraak: 2 november 2018 Tegenspraak vonnis GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO Parketnummer: 500.00480/17 Uitspraak: 2 november 2018 Tegenspraak Vonnis van dit Gerecht in de strafzaak tegen de verdachte: R.M.C., geboren op Curaçao, wonende

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARN:2009:BH3792

ECLI:NL:GHARN:2009:BH3792 ECLI:NL:GHARN:2009:BH3792 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 23-02-2009 Datum publicatie 26-02-2009 Zaaknummer 24-001873-06 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie