ECLI:NL:RBLIM:2014:720

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "ECLI:NL:RBLIM:2014:720"

Transcriptie

1 ECLI:NL:RBLIM:2014:720 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 03/ Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerkeneerste aanleg enkelvoudig Inhoudsindicatie Verdacht wordt terzake doodslag veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 4 jaren. Beroep op noodweer en noodweerexces verworpen. Strafverminderende factoren, onder meer het eigen aandeel van het slachtoffer in het ontstane handgemeen Vindplaatsen Rechtspraak.nl Uitspraak RECHTBANK Limburg Zittingsplaats Maastricht Strafrecht Parketnummer : 03/ Datum uitspraak : 24 januari 2014 Tegenspraak Vonnis van de rechtbank Limburg, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen: [naam verdachte 2], geboren te [geboortegegevens], thans gedetineerd in de PI Limburg Zuid De Geerhorst te Sittard. Raadsvrouw is mr. F.A.G.M. Landerloo, advocaat te Maastricht. 1 Het onderzoek van de zaak Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 10 januari De rechtbank heeft op 10 januari 2014 gehoord: de officier van justitie en de verdachte, bijgestaan door zijn raadsvrouw. 2 De tenlastelegging De verdachte staat terecht terzake dat: hij op of omstreeks 21 juli 2013 in de gemeente Heerlen opzettelijk [naam benadeelde partij 1] van het leven heeft beroofd, immers heeft hij, verdachte, met dat opzet meermalen, althans eenmaal, met een mes, in elk geval een scherp en/of puntig voorwerp, in het bovenlichaam van die [naam benadeelde partij 1] gestoken, tengevolge waarvan voornoemde [naam benadeelde partij 1] is overleden. 1/10

2 3 De beoordeling van het bewijs 3.1 Het standpunt van de officier van justitie De officier van justitie acht het tenlastegelegde feit wettig en overtuigend bewezen, gelet op de verklaring van verdachte, inhoudende dat hij [naam benadeelde partij 1] van zich afduwde terwijl hij een aardappelschilmes in zijn handen had en de verklaringen van de getuigen [getuige 1] en [getuige 1]. Voorts heeft de officier van justitie de conclusie uit het sectierapport van het Nederlands Forensisch Instituut bij het bewijs betrokken. Deze conclusie houdt in dat [naam benadeelde partij 1] door een steek in het hart is komen te overlijden. Volgens de officier van justitie heeft verdachte, doordat hij [naam benadeelde partij 1] van zich afduwde terwijl hij een aardappelschilmes in zijn handen had, bewust de aanmerkelijke kans aanvaard dat hij [naam benadeelde partij 1] met dit mes dodelijk zou treffen. Het is namelijk algemeen bekend dat zich in de borststreek vitale organen bevinden en dat een daar aangebrachte steek levensbedreigend kan zijn. 3.2 Het standpunt van de verdediging De raadsvrouw heeft zich wat betreft de bewezenverklaring gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. 3.3 Het oordeel van de rechtbank 1 Op 21 juli 2013, omstreeks 12:30 uur, kregen de verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] de melding dat aan het adres [adres] te Heerlen een steekpartij zou hebben plaatsgevonden. De verbalisanten gingen ter plaatse en zagen achter de woning op voornoemd adres een man in een stoel zitten. Zij zagen dat de man buiten bewustzijn was en ter hoogte van zijn hart een snee in zijn borstkas had. Verbalisant [verbalisant 2] zag dat op het pad dat langs de woning liep op verschillende plaatsen bloed lag. 2 In allerijl werd de man naar het Atrium Ziekenhuis te Heerlen overgebracht alwaar hij een spoedoperatie onderging. 3 De behandelend arts, dr. De Loos, constateerde op 21 juli 2013 te 14:01 uur dat de man was overleden. 4 De man werd door zijn moeder, [naam moeder], zijn nicht, [naam nicht], en zijn vriendin, [naam vriendin], geïdentificeerd als [naam benadeelde partij 1] (hierna: het slachtoffer), geboren op 29 juli 1974 te Heerlen. 56 Het stoffelijk overschot van het slachtoffer werd op 21 juli 2013 vervoerd naar het Academisch Ziekenhuis te Maastricht. Een dag later werd het stoffelijk overschot voor de gerechtelijke sectie naar het Nederlands Forensisch Instituut te Den Haag gebracht. 7 Uit een door dr. P.M.I. van Driessche op 22 juli 2013 verricht pathologisch onderzoek bleek dat het slachtoffer was overleden door orgaanschade aan het hart en verdere verwikkelingen door steekletsel centraal aan de borst. Bij het slachtoffer is een wondkanaal met een totale lengte van circa 10 cm aangetroffen doorheen achtereenvolgens het borstbeen, het hartzakje en de rechterkamer tot in de linkerkamer. 8 Verdachte heeft vlak na het incident uit eigener beweging zijn identiteit bij de politie bekendgemaakt en gaf aan zich te bevinden op de [adres] te Heerlen, alwaar hij op 21 juli 2013 te 13:44 uur werd aangehouden. 910 Verdachte verklaarde dat hij het mes dat werd gebruikt bij het steekincident had weggegooid in de bosschage nabij de woning van het slachtoffer ter hoogte van een aldaar geparkeerd voertuig. Verbalisant [verbalisant 3] trof op 21 juli 2013 het mes op de door verdachte genoemde plek aan onder een haag. 11 Het mes werd inbeslaggenomen voor nader onderzoek en bleek een totale lengte te hebben van 18,5 centimeter; het lemmet had een lengte van 8 centimeter en een breedte van 1,4 centimeter Dr. B. Kokshoorn heeft drie bemonsteringen van het mes genomen, twee van het lemmet en een van het heft van het mes. Van de bemonsteringen op het lemmet van het mes werden twee volledige DNA profielen verkregen; de bemonstering op het heft van het mes leverde een onvolledig DNA mengprofiel op van minimaal twee personen. Deze DNA profielen zijn door dr. B. Kokshoorn vergeleken met de DNA profielen van het slachtoffer en verdachte. Op basis van dit vergelijkend onderzoek heeft dr. B. Kokshoorn geconcludeerd dat het celmateriaal van de twee bemonsteringen op het lemmet van het mes afkomstig kan zijn van het slachtoffer. De kans dat de aangetroffen DNA profielen matchen met het DNA profiel van een willekeurig ander persoon, is door dr. B. Kokshoorn geschat op kleiner dan één op één miljard. Voorts werd geconcludeerd dat het celmateriaal op het heft van het mes (mede) afkomstig kan zijn van verdachte. Een matchkans kon niet worden berekend. 14 Verdachte heeft ter terechtzitting van 10 januari 2014 verklaard dat hij op 21 juli 2013 het slachtoffer met zijn vuisten heeft weggeduwd, terwijl hij op dat moment een aardappelschilmes in zijn handen had. Dit mes had hij naar eigen zeggen die ochtend in zijn broekzak gestopt. [naam vriendin] en [getuige 1] hebben verklaard dat verdachte zich heeft verweerd door het slachtoffer terug te slaan Bewijsoverwegingen De rechtbank leidt uit de verklaring van verdachte, bezien in samenhang met de resultaten van het pathologisch onderzoek van het stoffelijk overschot van [naam benadeelde partij 1] en het DNA onderzoek op het mes, af dat verdachte het slachtoffer met een aardappelschilmes heeft gestoken. De conclusie van dr. P.M.I. van Driessche brengt de rechtbank ertoe te oordelen dat verdachte het slachtoffer met één steek in de borststreek heeft gedood. Vervolgens dient de rechtbank de vraag te beantwoorden of het handelen van verdachte doodslag 2/10

3 oplevert. Voor een bewezenverklaring ter zake doodslag is opzet op de dood vereist. De rechtbank acht geen bewijs aanwezig dat verdachte boos opzet op de dood van het slachtoffer had; uit niets blijkt dat verdachte uit was op de dood van het slachtoffer. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verdachte wel voorwaardelijk opzet op de dood van het slachtoffer gehad. Verdachte heeft het slachtoffer met zijn vuisten van zich afgeduwd of teruggeslagen, terwijl hij op dat moment een aardappelschilmes in zijn handen had. Het slachtoffer werd uiteindelijk door een steek in zijn borst dodelijk getroffen. Door aldus te handelen heeft verdachte zich willens en wetens blootgesteld aan de aanmerkelijke kans dat het slachtoffer het leven zou laten. Daarbij betrekt de rechtbank dat het om een mes van verdachte ging dat hij van thuis had meegenomen en dat de lengte van het lemmet van dat mes ongeveer 8 centimeter bedroeg. Het is een feit van algemene bekendheid dat zich in de borststreek vitale organen, zoals het hart, bevinden en dat een daar aangebrachte steek met een mes met een lemmet van ongeveer 8 cm voldoende diep kan zijn om levensbedreigend te zijn. De rechtbank is van oordeel dat het handelen van verdachte naar uiterlijke verschijningsvorm kan worden aangemerkt als zo zeer gericht op het gevolg van het intreden van de dood dat het behoudens contra indicaties, welke de rechtbank niet zijn gebleken, niet anders kan zijn dan dat verdachte de aanmerkelijke kans op de dood van het slachtoffer heeft aanvaard. Op grond van de inhoud van de hiervoor genoemde bewijsmiddelen en van hetgeen hiervoor is overwogen, in onderling verband en samenhang bezien, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte opzettelijk het slachtoffer van het leven heeft beroofd door één keer met een mes in het bovenlichaam van het slachtoffer te steken. 3.4 De bewezenverklaring De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte op 21 juli 2013 in de gemeente Heerlen opzettelijk [naam benadeelde partij 1] van het leven heeft beroofd, immers heeft hij, verdachte, met dat opzet eenmaal met een mes in het bovenlichaam van die [naam benadeelde partij 1] gestoken, tengevolge waarvan voornoemde [naam benadeelde partij 1] is overleden. De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken. 4 De strafbaarheid van het bewezenverklaarde en de kwalificatie 4.1 De strafbaarheid Het bewezenverklaarde is strafbaar. 4.2 De kwalificatie Het bewezenverklaarde levert op het strafbare misdrijf doodslag. 5 De strafbaarheid van verdachte 5.1 Het standpunt van de officier van justitie De officier van justitie is van mening dat verdachte geen beroep toekomt op noodweer dan wel noodweerexces. Nadat verdachte immers had aangebeld bij de woning van het slachtoffer, is hij teruggelopen naar de stoep ter hoogte van de geparkeerd staande auto van het slachtoffer. Verdachte had zich, toen hij zag dat het slachtoffer dreigend op hem afkwam, aan de situatie dienen te onttrekken. In plaats daarvan is verdachte het gevecht met het slachtoffer aangegaan. 5.2 Het standpunt van de verdediging Primair heeft de raadsvrouw zich op het standpunt gesteld dat verdachte een beroep toekomt op noodweer, zodat hij dient te worden ontslagen van alle rechtsvervolging. Bij de beoordeling van het beroep op noodweer dient allereerst in ogenschouw te worden genomen dat het slachtoffer voorafgaand aan 21 juli 2013 al geruime tijd woedend was op verdachte omdat hij hem verantwoordelijk hield voor het feit dat [naam vriendin], de zus van verdachte en de partner van het slachtoffer, vreemd was gegaan met een vriend van verdachte. Enkele weken eerder heeft het slachtoffer zelfs, zo blijkt uit de verklaring van verdachte en de verklaringen van de getuigen [naam vriendin], [getuige 2], [getuige 1], [getuige 1] en [C.J.], dreigend met een groot kapmes aan de deur van verdachte gestaan. Een en ander verklaart ook waarom het slachtoffer, toen verdachte op 21 juli 2013 met zijn zus aan de deur stond te praten, vrijwel direct al schreeuwend en tierend op hem afstormde. Dat het slachtoffer op die dag ook de agressor was, volgt niet alleen uit de verklaring van verdachte, maar ook uit de verklaringen van de getuige [getuige 1] en de verklaringen van de getuige [naam vriendin], afgelegd bij de rechter commissaris en ter terechtzitting van 10 januari Verdachte werd volledig overbluft doordat het slachtoffer hem enkele rake klappen gaf. In een opwelling heeft verdachte toen zijn handen uit zijn zakken gehaald teneinde zich te verdedigen, waarbij hij een aardappelschilmes in zijn hand had. Met dit mes heeft verdachte het slachtoffer tweemaal geraakt. Verdachte was gerechtigd om zich te verdedigen tegen de ogenblikkelijke wederrechtelijke 3/10

4 aanranding van het slachtoffer. Voor verdachte was er op dat moment geen redelijk alternatief voorhanden, in aanmerking genomen dat het handgemeen zich binnen een zeer kort tijdsbestek heeft afgespeeld. De getuige [getuige 3] verklaart zelfs dat het slachtoffer minder dan 1 minuut uit de achtertuin is weggeweest. Subsidiair heeft de raadsvrouw zich op het standpunt gesteld dat verdachte een beroep toekomt op noodweerexces, zodat hij dient te worden ontslagen van alle rechtsvervolging. Verdachte heeft door zijn handelen de grenzen van de noodzakelijke verdediging overschreden, hetgeen het onmiddellijke gevolg is geweest van een hevige gemoedsbeweging, veroorzaakt door de wederrechtelijke aanranding van het slachtoffer. Verdachte was volledig verrast door de aanval van het slachtoffer. Voorts was verdachte, als gevolg van het eerdere incident met het kapmes, ook bang voor het slachtoffer. In blinde paniek heeft verdachte toen het mes in zijn hand genomen teneinde zich tegen de aanval van het slachtoffer te verweren. 5.3 Het oordeel van de rechtbank De feitelijke gang van zaken Bij de beoordeling van het beroep op noodweer dan wel noodweerexces zal de rechtbank allereerst onderzoek moeten doen naar de feitelijke toedracht van het voorval op 21 juli De rechtbank zal uitgaan van de navolgende feiten en omstandigheden, waarbij zij onderscheid zal maken tussen hetgeen zich voorafgaand aan het incident tussen het slachtoffer en verdachte heeft voorgedaan en hetgeen op 21 juli 2013 heeft plaatsgevonden. De periode voorafgaand aan 21 juli 2013 [naam vriendin] (hierna: [naam vriendin]), de zus van verdachte en de partner van het slachtoffer, was recentelijk ingegaan op de avances van een andere jongen genaamd [I.B.] (hierna: [I.B.]). [naam vriendin] had het slachtoffer over een loverboy verteld. [I.B.] had met de telefoon van verdachte [naam vriendin] op haar telefoon gebeld, waarbij de telefoon op dat moment in het bezit was van het slachtoffer. Aldus was het slachtoffer op de hoogte geraakt van de affaire tussen [naam vriendin] en [I.B.]. Het slachtoffer was boos op verdachte, omdat hij verdachte en zijn familie verweet dat zij hiertegen niets hadden gedaan Vlak na de ontdekking van het overspel van [naam vriendin] ging het slachtoffer naar de woning van verdachte. Hij was kwaad en wilde verdachte spreken Verdachte bleef boven in zijn appartement. Toen het latere slachtoffer uiteindelijk vertrok, viel er een groot kapmes uit zijn mouw. 25 Van anderen kreeg verdachte later te horen dat het slachtoffer met een kapmes dreigend voor zijn woning had gestaan. 26 De dag van 21 juli 2013 In de ochtend van 21 juli 2013 had verdachte contact met [naam vriendin], zowel telefonisch als per sms. Zij liet weten naar hem toe te zullen komen, maar ze kwam niet. Verdachte maakte zich zorgen om zijn zus en verdacht het latere slachtoffer ervan haar niet te laten gaan. Hij stuurde zijn zus daarover een sms bericht. Enkele minuten later, omstreeks 12:25 uur, deelde verdachte per sms aan [naam vriendin] mede dat hij nu naar haar toe zou komen Verdachte had zo n 1,5 uur daarvoor in zijn eigen woning met een aardappelschilmes het eten voor de kat klein gesneden, het mes afgewassen en vervolgens in zijn broekzak gestoken. 29 De rechtbank kan, gelet op hetgeen zich later tussen verdachte en het slachtoffer heeft voorgedaan, niet anders dan vaststellen dat verdachte, toen hij in gezelschap van [getuige 1] (hierna: [getuige 1]) naar de woning van het slachtoffer liep om daar zijn zus op te zoeken, het aardappelschilmes nog in zijn broekzak had. Verdachte belde bij de woning van het slachtoffer aan, liep terug naar de stoep en wachtte totdat [naam vriendin] de voordeur zou openen. [getuige 1] bleef in de directe nabijheid van verdachte staan Het slachtoffer had op 20 juli 2013 zijn vader verloren en had het hier zichtbaar moeilijk mee. De nacht van 20 op 21 juli 2013 had hij vol emoties bij zijn vader doorgebracht. Vader en zoon woonden naast elkaar. Dat verdachte op 21 juli 2013 nog steeds in een emotionele toestand verkeerde, bleek toen hij die ochtend omstreeks 10:00 uur krijste toen zijn vader door de begrafenisondernemer werd opgehaald Het slachtoffer ging vervolgens weer terug naar zijn eigen woning. Samen met vrienden en familie bracht hij de rest van de ochtend en een gedeelte van de middag in de tuin door Het slachtoffer heeft toen een aanzienlijke hoeveelheid alcohol gedronken. Uit het later uitgevoerde toxicologisch onderzoek op het lichaam van het slachtoffer blijkt dat minimaal 1,5 1,6 ethanol in zijn bloed is aangetroffen en dat deze hoeveelheid, gelet op het tijdsverloop, nog niet kan worden verklaard door processen na het overlijden; deze hoeveelheid ethanol heeft het bewustzijn/gedrag van het slachtoffer beïnvloed ten tijde van het voorval. 39 Nadat verdachte had aangebeld, opende [naam vriendin] de voordeur. Verdachte en [naam vriendin] hadden slechts kort de gelegenheid om elkaar te spreken. Vrijwel direct nadat [naam vriendin] en verdachte de eerste woorden met elkaar hadden gesproken liep het slachtoffer vanuit de achtertuin, via het paadje aan de zijkant van de woning, naar de voorzijde van de woning, alwaar [naam vriendin], [getuige 1] en verdachte stonden Het steekincident De rechtbank stelt vast dat nadat het slachtoffer naar de voorkant van de woning was gegaan er zich vier personen aan de voorzijde van de woning bevonden, te weten [naam 4/10

5 vriendin], [getuige 1], verdachte en het slachtoffer. De eerste drie personen hebben verklaringen afgelegd over het handgemeen tussen verdachte en het slachtoffer. De rechtbank heeft geconstateerd dat de hierover door [naam vriendin] bij de politie afgelegde verklaring significant afwijkt van haar later bij de rechter commissaris en ter zitting afgelegde verklaringen. Haar verklaring bij de politie staat lijnrecht tegenover de verklaringen van verdachte en [getuige 1]. [naam vriendin] heeft ter zitting omtrent deze discrepantie verklaard dat zij bij de politie op dat moment nog boos was over hetgeen gebeurd was en onder invloed van haar schoonfamilie de feiten erger voor verdachte heeft willen maken. Volgens [naam vriendin] dienen haar verklaringen bij de rechter commissaris en ter zitting als juist te worden beschouwd. Gelet op haar verklaring ter zitting en gelet op de verklaring van [getuige 1] acht de rechtbank haar latere verklaringen in overeenstemming met de werkelijkheid, reden waarom de rechtbank zich bij de beoordeling van hetgeen zich voor de woning heeft afgespeeld, uitsluitend zal baseren op de door [naam vriendin] afgelegde verklaringen bij de rechter commissaris en tegenover de rechtbank. De rechtbank stelt vast dat het slachtoffer aan de voorzijde van de woning direct tegen verdachte begon te schreeuwen. Vervolgens ontstond een korte woordenwisseling tussen het slachtoffer en verdachte Het slachtoffer, die qua lengte en postuur ongeveer gelijk was aan verdachte, is vervolgens met snelle pas op verdachte toegelopen, waarna het slachtoffer aan verdachte direct één of meerdere klappen gaf De tijd die verstreek tussen het moment waarop het slachtoffer aan de voorzijde van de woning verscheen en de afstand tot verdachte overbrugde de rechtbank schat deze afstand op ongeveer 4 meter was kort Verdachte heeft zich vervolgens verweerd door het slachtoffer één of meerdere keren weg te duwen of te slaan met een aardappelschilmes in zijn hand. [naam vriendin] slaagde er op een bepaald moment in om beide partijen te scheiden Verdachte zag daarna dat hij een aardappelschilmes in zijn handen had. 56 Het sectieonderzoek op het lichaam van het slachtoffer wees uit dat er onder het letsel centraal aan de borst een steekkanaal zichtbaar was. Tevens was er een steekletsel zichtbaar onder de linkeroksel van het slachtoffer. 57 De rechtbank leidt hieruit af dat verdachte het slachtoffer twee keer heeft geduwd of geslagen met het aardappelschilmes in zijn hand en daarbij het slachtoffer heeft gestoken Noodweer? Voor een geslaagd beroep op noodweer dan wel noodweerexces dient er allereerst sprake te zijn geweest van een ogenblikkelijke wederrechtelijke aanranding. De rechtbank is van oordeel dat deze situatie zich in de onderhavige zaak heeft voorgedaan. Het slachtoffer is immers, nadat hij een korte woordenwisseling met verdachte had, met een snelle pas naar verdachte toegelopen, waarbij het slachtoffer aan verdachte direct één of meerdere klappen gaf. Dat deze aanranding acuut was, blijkt uit de omstandigheid dat verdachte vlak voor de aanranding nog met zijn zus sprak en op dat moment kennelijk geen gevaar van het slachtoffer vreesde. Ook kan uit de tijdduiding van [naam vriendin] en de getuige [getuige 3] laatstgenoemde schat de verstreken tijd tussen het moment dat het slachtoffer naar de voorzijde van de woning liep en het moment dat hij gewond terugliep op minder dan één minuut worden afgeleid dat een en ander zich in een zeer kort tijdsbestek heeft afgespeeld. De rechtbank acht het aannemelijk dat het lopen door het slachtoffer naar verdachte en het geven van één of meerdere klappen door het slachtoffer aan verdachte in totaal slechts enkele seconden in beslag heeft genomen. Vervolgens dient de vraag te worden beantwoord of verdachte zich had kunnen onttrekken aan deze aanranding. De rechtbank is van oordeel dat, gelet op de omstandigheid dat voornoemde handelingen zich in tijd zeer snel hebben opgevolgd, van verdachte op dat moment niet gevergd kon worden dat hij zich aan de dreigende situatie zou onttrekken. De tijd om een rationele afweging te maken ontbrak simpelweg bij verdachte. Aldus was verdachte gerechtigd om zich tegen de aanval van het slachtoffer teweer te stellen. Tot slot dient de vraag te worden beantwoord of in het handelen van verdachte voldoende evenwicht bestaat tussen het gekozen verdedigingsmiddel en de ernst van de aanranding. Verdachte heeft zich in casu verweerd door een mes ter hand te nemen en hiermee het slachtoffer te steken, terwijl het slachtoffer bij zijn aanval zijn handen/vuisten gebruikte. De rechtbank is van oordeel dat het door verdachte gekozen verdedigingsmiddel disproportioneel is in verhouding tot de ernst van de aanranding. Nu het slachtoffer verdachte louter met zijn handen/vuisten aanviel, behoefde verdachte niet aanstonds te vrezen dat hij als gevolg van die aanval ernstig zou worden verwond dan wel dat hij het leven zou laten. Nu het slachtoffer volgens [naam vriendin] hetzelfde postuur had als verdachte, had verdachte in deze situatie simpelweg zijn handen/vuisten kunnen gebruiken om zich tegen de aanval van het slachtoffer te verdedigen. Dit wordt niet anders doordat verdachte uit het verleden wist dat het slachtoffer de beschikking had over een (groot) kapmes en dat hij er niet voor terugdeinsde met dit mes de confrontatie met verdachte op te zoeken. Verdachte heeft immers niet verklaard dat het slachtoffer bij zijn aanval op 21 juli 2013 een kapmes of enig ander wapen in zijn handen had. Concluderend is de rechtbank van oordeel dat verdachtes handelen in de onderhavige situatie niet proportioneel is geweest. Bijgevolg verwerpt de rechtbank het beroep op noodweer Noodweerexces? Een beroep op noodweerexces kan slagen indien vast is komen te staan dat verdachte de noodzakelijke grenzen van de verdediging heeft overgeschreden als onmiddellijk gevolg van een door de aanranding veroorzaakte hevige gemoedsbeweging. Zoals de rechtbank onder 5/10

6 5.3.2 heeft geconcludeerd, heeft verdachte de grenzen van de noodzakelijke verdediging overschreden. Voor een geslaagd beroep op noodweerexces is vereist dat verdachtes handelen het gevolg is van een door de aanranding veroorzaakte heftige emotie, zoals angst, vrees, woede, verontwaardiging en drift. Noch bij de politie noch ter zitting heeft verdachte verklaard omtrent een bij hem ontstane hevige gemoedsbeweging tengevolge van de aanval van het slachtoffer. Dat verdachte in paniek raakte toen hij de steekwond zag, is een emotie die verklaard kan worden doordat verdachte eerst toen besefte wat hij zijn belager had aangedaan. Deze nadien ontstane emoties bij verdachte kunnen in de onderhavige zaak, zo overweegt de rechtbank, niet worden betrokken bij de beoordeling van het beroep op noodweerexces. Concluderend is de rechtbank van oordeel dat het bestaan van een hevige gemoedsbeweging waardoor verdachte de noodzakelijke grenzen van de verdediging heeft overschreden, niet aannemelijk is geworden. De rechtbank verwerpt derhalve ook het beroep op noodweerexces Conclusie met betrekking tot de strafbaarheid van verdachte De rechtbank heeft onder en geoordeeld dat het door verdachte gedane beroep op noodweer dan wel noodweerexces niet slaagt. Naar aanleiding van het tenlastegelegde heeft drs. I.J.G.P. Neissen, psycholoog, een onderzoek ingesteld naar de geestvermogens van verdachte. Zij heeft op 2 oktober 2013 gerapporteerd en komt tot de conclusie dat er ten tijde van het tenlastegelegde geen sprake was van een bij verdachte aanwezige ziekelijke stoornis en/of gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens. Neissen heeft de rechtbank geadviseerd om verdachte als volledig toerekeningsvatbaar te beschouwen. De rechtbank neemt de conclusie en het daarop gebaseerde advies van de deskundige over. Zij beschouwt verdachte ten aanzien van het bewezenverklaarde volledig toerekeningsvatbaar. Nu ook overigens geen omstandigheid aannemelijk is geworden die verdachtes strafbaarheid opheft, acht de rechtbank verdachte strafbaar voor het bewezenverklaarde. 6 De oplegging van straf 6.1 De vordering van de officier van justitie De officier van justitie heeft gevorderd aan verdachte op te leggen een gevangenisstraf voor de duur van 5 jaren met aftrek van de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht. De officier van justitie ziet in de onderhavige zaak aanleiding om ten voordele van verdachte af te wijken van de straf die bij het delict doodslag in de praktijk als passend wordt beschouwd, te weten een gevangenisstraf tussen de 6 en 8 jaren. In strafverminderende zin weegt zij mee dat verdachte niet op de dood van het slachtoffer uit is geweest, maar dat hij bezorgd was om het wel en wee van zijn zus. Verder heeft verdachte zich uit eigener beweging bij de politie gemeld en heeft hij naar beste vermogen aan het onderzoek meegewerkt. Tot slot heeft verdachte zijn leven op orde en wordt het recidiverisico door de psycholoog en de reclassering als laag ingeschat. 6.2 Het standpunt van de verdediging De raadsvrouw heeft de rechtbank verzocht om bij de op te leggen straf rekening te houden met het bijzondere feitencomplex van de zaak en de persoonlijke omstandigheden van verdachte. Zij heeft aangevoerd dat de omstandigheid dat het slachtoffer de confrontatie met verdachte bewust heeft opgezocht in strafverminderende zin dient te worden meegewogen. Verdachte heeft een blanco strafblad en hij gaat tot op heden gebukt onder de ontwrichtende gevolgen die zijn handelen teweeg hebben gebracht. Volgens de raadsvrouw zou in de onderhavige zaak een gevangenisstraf voor de duur van 4 jaren passend zijn. 6.3 Het oordeel van de rechtbank Bij de bepaling van de op te leggen straf is gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen. Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan doodslag, een buitengewoon ernstig misdrijf. Bij de woning van [naam benadeelde partij 1] is het tot een confrontatie tussen verdachte en die [naam benadeelde partij 1] gekomen, waarbij verdachte die [naam benadeelde partij 1] met een aardappelschilmes in het hart heeft gestoken, tengevolge waarvan [naam benadeelde partij 1] is komen te overlijden. Door zijn handelen heeft verdachte de nabestaanden van het slachtoffer onherstelbaar leed aangedaan, een leed dat zich ook later nog zal manifesteren als het nu nog kleine kind van het slachtoffer te weten komt dat zijn oom zijn vader heeft gedood. Uit de schriftelijke slachtofferverklaring, opgesteld en voorgelezen door de moeder van het slachtoffer, blijkt dat het gemis van het slachtoffer bij haar en de andere familieleden dagelijks voelbaar is. Zij hebben allen ernstig aan levenslust ingeboet. Naar het oordeel van de rechtbank kan bij een misdrijf als het onderhavige niet worden volstaan met een andere of lichtere sanctie dan een straf die een onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming met zich meebrengt. Daarbij wordt rekening gehouden met de ernst van het bewezenverklaarde in verhouding tot andere strafbare feiten, zoals dat onder meer tot uitdrukking komt in het hierop gestelde wettelijk strafmaximum, namelijk een gevangenisstraf voor de duur van 15 jaren en de straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd, in de regel circa 8 jaren gevangenisstraf. Met de officier van justitie en de raadsvrouw is de rechtbank echter van oordeel dat er in de onderhavige zaak gegronde redenen zijn om ten voordele van verdachte fors af te wijken van het 6/10

7 uitgangspunt van 8 jaren gevangenisstraf. De rechtbank overweegt allereerst dat verdachte nimmer de intentie heeft gehad om het slachtoffer van het leven te beroven. Integendeel, verdachte is enkel en alleen uit bezorgdheid om zijn zus, de toenmalige partner van het slachtoffer, naar de woning van het slachtoffer gegaan. Aldaar zag hij zich ongewild geconfronteerd met het slachtoffer, die een aanmerkelijke hoeveelheid alcohol had genuttigd en in een emotionele toestand verkeerde. Zoals de rechtbank reeds onder heeft vastgesteld is het slachtoffer degene geweest die vrijwel direct op verdachte toeliep en hem één of meerdere klappen gaf. Hoewel de rechtbank het door verdachte vervolgens gekozen verdedigingsmiddel, te weten het gebruik van een mes, ten strengste afkeurt, is zij wel van oordeel dat het slachtoffer een belangrijk aandeel heeft gehad in het ontstaan van het handgemeen. Dit zal de rechtbank in strafverminderende zin meewegen. Voorts heeft de rechtbank acht geslagen op het strafblad van verdachte, waaruit blijkt dat hij nooit eerder met politie of justitie in aanraking is gekomen. Uit het rapport van de psycholoog Neissen en het rapport van de reclassering komt naar voren dat verdachte geen noemenswaardige problemen kent op de diverse leefgebieden en dat de kans op recidive als laag dient te worden ingeschat. Ook deze factoren zal de rechtbank ten voordele van verdachte bij de op te leggen straf betrekken. Alles afwegende acht de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van 4 jaren passend. Zij zal deze straf, onder aftrek van de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht, dan ook aan verdachte opleggen. De rechtbank is van oordeel dat voornoemde straf enerzijds voldoende recht doet aan de ernst van het feit en anderzijds de bijzondere omstandigheden in deze zaak en de persoonlijke omstandigheden van verdachte tot uitdrukking brengt. 7 De benadeelde partij 7.1 De vordering van de benadeelde partij De benadeelde partij [naam moeder] (gemachtigde: [T.V.]) vordert een schadevergoeding van 4.316,48 bestaande uit materiële schade (kosten samenhangend met de uitvaart van het slachtoffer), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het ontstaan van de schade. Tevens heeft de benadeelde partij gevorderd om de schadevergoedingsmaatregel op te leggen. 7.2 Het standpunt van de officier van justitie De officier van justitie heeft gevorderd om de vordering van de benadeelde partij integraal toe te wijzen. Voorts heeft de officier van justitie gevorderd om de schadevergoedingsmaatregel op te leggen. 7.3 Het standpunt van de verdediging De raadsvrouw heeft betoogd dat de vordering van de benadeelde partij deels afgewezen dient te worden, daar onvoldoende duidelijk is in hoeverre de kosten met betrekking tot de posten koffietafel en bloemen verband houden met het overlijden van de vader van het slachtoffer. 7.4 Het oordeel van de rechtbank De rechtbank is van oordeel dat de benadeelde partij ten gevolge van het bewezenverklaarde feit rechtstreeks materiële schade heeft geleden. Gelet op de verklaring ter zitting van de gemachtigde van de benadeelde partij, inhoudende dat de gevorderde schadeposten alleen betrekking hebben op de uitvaart van het slachtoffer en dat deze kosten zijn afgezonderd van de kosten die de familie ook had voor de uitvaart van de vader van het slachtoffer, zal de rechtbank de vordering van de benadeelde partij integraal toewijzen tot het bedrag van 4.316,48. Daarbij zal de rechtbank tevens de wettelijke rente toekennen vanaf de datum van ontstaan van de schade. Voor wat betreft de post Monuta stelt de rechtbank deze datum vast op 23 juli 2013 en voor wat betreft de post koffietafel op 29 juli De wettelijke rente voor de bloemen ad 475, en de bloemen ad 60,95 zal vanaf 29 juli 2013 respectievelijk 27 juli 2013 toegekend worden. Tot slot stelt de rechtbank de ingangsdatum van de wettelijke rente aangaande de post urn vast op 8 november Verdachte zal voorts worden veroordeeld tot vergoeding van de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken kosten, tot op heden begroot op nihil. Om te bevorderen dat de schade door verdachte wordt vergoed, zal de rechtbank tevens aan verdachte de verplichting opleggen aan de Staat een bedrag van 4.316,48 te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het ontstaan van de schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 53 dagen hechtenis, te betalen ten behoeve van [naam moeder], wonende aan de [adres], zoals hierna in het dictum genoemd. 8 De wettelijke voorschriften De beslissing berust op de artikelen 24c, 36f en 287 van het Wetboek van Strafrecht. 9 De beslissing De rechtbank: 7/10

8 Bewezenverklaring verklaart het ten laste gelegde bewezen, zoals hierboven onder 3.4 is omschreven; spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd; Strafbaarheid verklaart dat het bewezenverklaarde het strafbare feit oplevert zoals hierboven onder 4.2 is omschreven; verklaart verdachte strafbaar; Straf veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 4 jaren; bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf; Benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [naam moeder], [adres], van een bedrag van 4.316,48 (vierduizend driehonderd zestien euro en achtenveertig eurocent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het ontstaan van de schade; veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij [naam moeder] in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot heden begroot op nihil; legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [naam moeder] 4.316,48 te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het ontstaan van de schade, bij niet betaling te vervangen door 53 dagen hechtenis, met dien verstande dat de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft; bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij [naam moeder] vervalt en omgekeerd. Dit vonnis is gewezen door mr. F.A.G.M. Vluggen, voorzitter, mr. J.H. Klifman en mr. A.M. Schutte, rechters, in tegenwoordigheid van mr. R. Bouts griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 24 januari RECHTBANK LIMBURG Zittingsplaats Maastricht Strafrecht parketnummer: 03/ proces verbaal van het voorgevallene ter openbare zitting van de enkelvoudige kamer van de rechtbank voornoemd van 24 januari 2014 in de zaak tegen: [naam verdachte 2], geboren te [geboortegegevens], thans gedetineerd in de PI Limburg Zuid De Geerhorst te Sittard. Tegenwoordig: mr., rechter, mr., officier van justitie, dhr./mevr., griffier. 8/10

9 De rechter doet de zaak uitroepen. De verdachte is in de zaal van de zitting aanwezig. De raadsvrouw van verdachte heeft bij brief d.d. 15 januari 2014 medegedeeld dat verdachte niet bij de zitting van 24 januari 2014 aanwezig zal zijn. De rechter spreekt het vonnis uit. Waarvan proces verbaal, vastgesteld en getekend door de rechter en de griffier. Raadsvrouw mr. F.A.G.M. Landerloo, advocaat te Maastricht De vindplaatsvermeldingen, voorkomend in de hierna opgenomen bewijsmiddelen en de motivering van de bewezenverklaring, verwijzen naar de doorlopende paginanummering in de voor eensluidend afschrift gewaarmerkte kopie van het in de wettelijke vorm door daartoe bevoegde verbalisanten van de politie van het arrondissement Maastricht, eenheid Limburg, district Parkstad, opgemaakte procesverbaal, genummerd p. 1 t/m 437 d.d. 9 december 2013 en de als bijlagen daarbij gevoegde schriftelijke bescheiden, welke alle wettige bewijsmiddelen zijn als bedoeld in artikel 344, eerste lid jo artikel 339, eerste lid onder 5º van het Wetboek van Strafvordering Proces verbaal van bevindingen d.d. 21 juli 2013, p. 59 Proces verbaal sporenafhandeling, samenvatting en conclusie d.d. 22 september 2013, p. 232 Proces verbaal sporenonderzoek/lijkschouw d.d. 23 juli 2013, p. 322 Proces verbaal van bevindingen d.d. 25 november 2013, p. 200 Proces verbaal gerechtelijke sectie en vrijgave stoffelijk overschot d.d. 23 juli 2013, p. 341 Proces verbaal gerechtelijke sectie en vrijgave stoffelijk overschot d.d. 23 juli 2013, p. 341 Schriftelijk bescheid betreffende het door dr. P.M.I. van Driessche, werkzaam bij het Nederlands Forensisch Instituut, verrichte pathologisch onderzoek naar aanleiding van een mogelijk nietnatuurlijke dood d.d. 25 juli 2013, p. 359/361 Proces verbaal van bevindingen 112 melding [naam vriendin] d.d. 29 juli 2013, p. 85/86 Proces verbaal van aanhouding d.d. 21 juli 2013, p. 206 Proces verbaal van bevindingen aantreffen shirt verdachte en mes d.d. 21 juli 2013, p. 143 Proces verbaal kennisgeving van inbeslagneming d.d. 23 juli 2013, p. 291 Proces verbaal van bevindingen d.d. 26 augustus 2013, p. 196 Schriftelijk bescheid, betreffende het door dr. B. Kokshoorn, werkzaam bij het Nederlands Forensisch Instituut, verrichte onderzoek naar biologische sporen en DNA onderzoek naar aanleiding van een steekincident met dodelijke afloop in Heerlen op 21 juli 2013 d.d. 22 augustus 2013, p. 411/412 Verklaring van [naam vriendin], afgelegd ter terechtzitting van 10 januari 2014 Proces verbaal van verhoor van getuige [naam vriendin] d.d. 25 juli 2013, p. 107/108 Proces verbaal van verhoor van getuige [getuige 1] d.d. 21 juli 2013, p. 134 Proces verbaal van verhoor van getuige [getuige 1] d.d. 24 juli 2013, p. 159 Proces verbaal van verhoor van getuige [naam vriendin] d.d 25 juli 2013, p. 108 Proces verbaal van verhoor van getuige [getuige 1] d.d. 29 augustus 2013, p. 193 Proces verbaal van verhoor van getuige [getuige 1] d.d. 24 juli 2013, p. 159 Proces verbaal van verhoor van getuige [C.J.] d.d. 29 juli 2013, p. 180 Proces verbaal van verhoor van getuige [getuige 2] d.d. 21 juli 2013, p. 121 Proces verbaal van verhoor van getuige [getuige 1] d.d. 29 augustus 2013, p. 193 Proces verbaal van verhoor van getuige [naam vriendin] d.d. 25 juli 2013, p. 110 Proces verbaal van bevindingen onderzoek telecom d.d. 13 november 2013, p. 201/202 Proces verbaal van verhoor van verdachte d.d. 30 juli 2013 (uitgewerkt verhoor), blad 21 Proces verbaal van verhoor van getuige [getuige 1] d.d. 24 juli 2013, p. 162 Proces verbaal van verhoor van getuige [naam nicht] d.d. 21 juli 2013, p. 114 Proces verbaal van verhoor van getuige [naam moeder] d.d. 25 juli 2013, p. 175 Proces verbaal van verhoor van getuige [P.V.] d.d. 11 augustus 2013, p /10

10 Proces verbaal van verhoor van getuige [getuige 3] d.d. 6 augustus 2013, p. 89 Proces verbaal van verhoor van getuige [naam nicht] d.d. 21 juli 2013, p. 114/115 Proces verbaal van verhoor van getuige [naam vriendin] d.d. 25 juli 2013, p. 109 Schriftelijk bescheid, betreffende het door dr. I.J. Bosman, werkzaam bij het Nederlands Forensisch Instituut, uitgevoerd toxicologisch onderzoek in het lichaamsmateriaal van [naam benadeelde partij 1] d.d. 24 oktober 2013, p. 432/437 Proces verbaal van verhoor van getuige [naam vriendin] d.d. 25 juli 2013, p. 110 Proces verbaal van verhoor van getuige [S.M.] d.d. 21 juli 2013, p. 99 Proces verbaal van verhoor van verdachte d.d. 30 juli 2013 (uitgewerkt verhoor), blad 15 Verklaring van [naam vriendin], afgelegd bij de rechter commissaris op 13 december 2013 Proces verbaal van verhoor van getuige [S.M.] d.d. 21 juli 2013, p. 99 Verklaring van [naam vriendin], afgelegd ter terechtzitting van 10 januari 2014 Verklaring van [naam vriendin], afgelegd ter terechtzitting van 10 januari 2014 Proces verbaal van verhoor van getuige [getuige 3] d.d. 6 augustus 2013, p. 90 Verklaring van [naam vriendin], afgelegd ter terechtzitting van 10 januari 2014 Schriftelijk bescheid betreffende het door dr. P.M.I. van Driessche, werkzaam bij het Nederlands Forensisch Instituut, verrichte pathologisch onderzoek naar aanleiding van een mogelijk niet natuurlijke dood d.d. 25 juli 2013, p. 355/ /10

ECLI:NL:RBASS:2007:BB8355

ECLI:NL:RBASS:2007:BB8355 ECLI:NL:RBASS:2007:BB8355 Instantie Rechtbank Assen Datum uitspraak 20-11-2007 Datum publicatie 21-11-2007 Zaaknummer 19.830186-07 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMAA:2010:BN4824

ECLI:NL:RBMAA:2010:BN4824 ECLI:NL:RBMAA:2010:BN4824 Instantie Rechtbank Maastricht Datum uitspraak 30-06-2010 Datum publicatie 23-08-2010 Zaaknummer 03/700103-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

Uitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 3 november 2016 TEGENSPRAAK

Uitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 3 november 2016 TEGENSPRAAK ECLI:NL:GHAMS:2016:5390 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 03-11-2016 Datum publicatie 21-12-2016 Zaaknummer 23-003117-15 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012

ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012 ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012 Instantie Datum uitspraak 11-06-2003 Datum publicatie 12-08-2003 Zaaknummer 2200326602 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-gravenhage

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2014:1006

ECLI:NL:RBDHA:2014:1006 ECLI:NL:RBDHA:2014:1006 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 29-01-2014 Datum publicatie 29-01-2014 Zaaknummer 09/818467-13 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2010:BN2158

ECLI:NL:RBUTR:2010:BN2158 ECLI:NL:RBUTR:2010:BN2158 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 14-07-2010 Datum publicatie 22-07-2010 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 16-711123-09 [P] Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2011:BR2992

ECLI:NL:RBUTR:2011:BR2992 ECLI:NL:RBUTR:2011:BR2992 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 14-07-2011 Datum publicatie 26-07-2011 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 16/600081-11; 16/600434-10 (tul)

Nadere informatie

ECLI:NL:OGEAA:2016:411

ECLI:NL:OGEAA:2016:411 ECLI:NL:OGEAA:2016:411 Instantie Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba Datum uitspraak 05-02-2016 Datum publicatie 22-06-2016 Zaaknummer 426 van 2015, P-2015/06927 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

ECLI:NL:RBASS:2011:BQ1377

ECLI:NL:RBASS:2011:BQ1377 ECLI:NL:RBASS:2011:BQ1377 Instantie Rechtbank Assen Datum uitspraak 15-04-2011 Datum publicatie 15-04-2011 Zaaknummer 19.605555-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2001:AD4391

ECLI:NL:RBARN:2001:AD4391 ECLI:NL:RBARN:2001:AD4391 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 10-10-2001 Datum publicatie 10-10-2001 Zaaknummer 05.096060-01 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2016:935

ECLI:NL:GHDHA:2016:935 ECLI:NL:GHDHA:2016:935 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 31-03-2016 Datum publicatie 06-04-2016 Zaaknummer 22-004068-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2011:BU5011

ECLI:NL:RBAMS:2011:BU5011 ECLI:NL:RBAMS:2011:BU5011 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 16-11-2011 Datum publicatie 18-11-2011 Zaaknummer 13/656781-11 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig

Nadere informatie

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 26 maart 2013 in de zaak tegen: thans gedetineerd in de.

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 26 maart 2013 in de zaak tegen: thans gedetineerd in de. vonnis RECHTBANK NOORD-HOLLAND Afdeling Publiekrecht, Sectie Straf Locatie Schiphol Meervoudige strafkamer Parketnummer: Uitspraakdatum: 8 april 2013 Tegenspraak Strafvonnis Dit vonnis is gewezen naar

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZUT:2010:BL3511

ECLI:NL:RBZUT:2010:BL3511 ECLI:NL:RBZUT:2010:BL3511 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 10-02-2010 Datum publicatie 10-02-2010 Zaaknummer 06/800866-09 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2017:2785

ECLI:NL:RBGEL:2017:2785 ECLI:NL:RBGEL:2017:2785 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 23-05-2017 Datum publicatie 23-05-2017 Zaaknummer 05/800063-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2015:84

ECLI:NL:GHDHA:2015:84 ECLI:NL:GHDHA:2015:84 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 27-01-2015 Datum publicatie 27-01-2015 Zaaknummer 22000511-14 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061

ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061 ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061 Instantie Datum uitspraak 03-02-2009 Datum publicatie 05-02-2009 Gerechtshof 's-gravenhage Zaaknummer 22-002670-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2017:2554

ECLI:NL:RBROT:2017:2554 ECLI:NL:RBROT:2017:2554 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 05-04-2017 Datum publicatie 06-04-2017 Zaaknummer 10/740353-16 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig

Nadere informatie

Uitspraak. Parketnummer: Datum uitspraak: 17 november 2016 VERSTEK

Uitspraak. Parketnummer: Datum uitspraak: 17 november 2016 VERSTEK ECLI:NL:GHAMS:2016:5593 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 17-11-2016 Datum publicatie 29-12-2016 Zaaknummer 23-001668-16 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2014:3775

ECLI:NL:GHAMS:2014:3775 ECLI:NL:GHAMS:2014:3775 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 01-07-2014 Datum publicatie 05-12-2014 Zaaknummer 23-004323-13 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMAA:2007:BB2790

ECLI:NL:RBMAA:2007:BB2790 ECLI:NL:RBMAA:2007:BB2790 Instantie Rechtbank Maastricht Datum uitspraak 01-08-2007 Datum publicatie 04-09-2007 Zaaknummer 03-700214-07 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:5635 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2016:5635 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2016:5635 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 10-11-2016 Datum publicatie 29-12-2016 Zaaknummer 23-000872-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2014:5715

ECLI:NL:GHARL:2014:5715 ECLI:NL:GHARL:204:575 Instantie Datum uitspraak 6 07 204 Datum publicatie 6 07 204 Zaaknummer 2 002789 2 Formele relaties Rechtsgebieden Gerechtshof Arnhem Leeuwarden Eerste aanleg: ECLI:NL:RBUTR:202:BW862,

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMAA:2005:AU2647

ECLI:NL:RBMAA:2005:AU2647 ECLI:NL:RBMAA:2005:AU2647 Instantie Rechtbank Maastricht Datum uitspraak 14-09-2005 Datum publicatie 14-09-2005 Zaaknummer 03-700145-05 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBALK:2010:BO9234

ECLI:NL:RBALK:2010:BO9234 ECLI:NL:RBALK:2010:BO9234 Instantie Rechtbank Alkmaar Datum uitspraak 07-12-2010 Datum publicatie 29-12-2010 Zaaknummer 14.701344-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZUT:2004:AO7273

ECLI:NL:RBZUT:2004:AO7273 ECLI:NL:RBZUT:2004:AO7273 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 31-03-2004 Datum publicatie 08-04-2004 Zaaknummer 06/060115-03 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

Uitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Datum uitspraak: 1 november TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)

Uitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Datum uitspraak: 1 november TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman) ECLI:NL:GHAMS:2016:5673 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 01-11-2016 Datum publicatie 30-12-2016 Zaaknummer 23-003159-15 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:3674

ECLI:NL:GHAMS:2016:3674 ECLI:NL:GHAMS:2016:3674 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 12-09-2016 Datum publicatie 12-09-2016 Zaaknummer 23-004422-15 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2005:AU7293

ECLI:NL:RBUTR:2005:AU7293 ECLI:NL:RBUTR:2005:AU7293 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 01-12-2005 Datum publicatie 01-12-2005 Zaaknummer 16/501029-05 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2015:5213 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2015:5213 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2015:5213 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 16-12-2015 Datum publicatie 16-12-2015 Zaaknummer 23-000433-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2016:10161

ECLI:NL:RBROT:2016:10161 ECLI:NL:RBROT:2016:10161 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 04-11-2016 Datum publicatie 13-01-2017 Zaaknummer 10/710336-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2014:6552

ECLI:NL:RBGEL:2014:6552 ECLI:NL:RBGEL:2014:6552 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 16-10-2014 Datum publicatie 16-10-2014 Zaaknummer 05/840573-14 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZUT:2007:BB4499

ECLI:NL:RBZUT:2007:BB4499 ECLI:NL:RBZUT:2007:BB4499 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 25-09-2007 Datum publicatie 28-09-2007 Zaaknummer 06/580261-07 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2011:BT1675

ECLI:NL:RBUTR:2011:BT1675 ECLI:NL:RBUTR:2011:BT1675 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 07-09-2011 Datum publicatie 15-09-2011 Zaaknummer 16-600572-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMAA:2011:BP5002

ECLI:NL:RBMAA:2011:BP5002 ECLI:NL:RBMAA:2011:BP5002 Instantie Rechtbank Maastricht Datum uitspraak 16-02-2011 Datum publicatie 17-02-2011 Zaaknummer 03-702714-08 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2005:AT7197

ECLI:NL:RBROT:2005:AT7197 ECLI:NL:RBROT:2005:AT7197 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 09 06 2005 Datum publicatie 09 06 2005 Zaaknummer 10/051154 04 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerkeneerste aanleg meervoudig

Nadere informatie

Strafprocesrecht Bijzondere kenmerken: Hoger beroep Wetsverwijzingen: Wetboek van Strafrecht 197a, geldigheid: 2014-05-11

Strafprocesrecht Bijzondere kenmerken: Hoger beroep Wetsverwijzingen: Wetboek van Strafrecht 197a, geldigheid: 2014-05-11 ECLI:NL:GHSHE:2015:3566 Instantie: Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak: 16-09-2015 Datum publicatie: 17-09-2015 Zaaknummer: 20-002514-14 Rechtsgebieden: Materieel strafrecht Strafprocesrecht Bijzondere

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARN:2011:BQ0420

ECLI:NL:GHARN:2011:BQ0420 ECLI:NL:GHARN:2011:BQ0420 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 05-04-2011 Datum publicatie 07-04-2011 Zaaknummer 21-002244-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.

Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht. arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM parketnummer: X uitspraak: 21 juli 2016 TEGENSPRAAK Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNNE:2017:1473

ECLI:NL:RBNNE:2017:1473 ECLI:NL:RBNNE:2017:1473 Instantie Datum uitspraak 20-04-2017 Datum publicatie 21-04-2017 Rechtbank Noord-Nederland Zaaknummer 18/830019-17 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2011:BQ9715

ECLI:NL:RBUTR:2011:BQ9715 ECLI:NL:RBUTR:2011:BQ9715 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 26-05-2011 Datum publicatie 29-06-2011 Zaaknummer 16-504228-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMAA:2006:AY6572

ECLI:NL:RBMAA:2006:AY6572 ECLI:NL:RBMAA:2006:AY6572 Instantie Rechtbank Maastricht Datum uitspraak 21-07-2006 Datum publicatie 21-08-2006 Zaaknummer 03/703565-05 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2004:AR8109

ECLI:NL:RBUTR:2004:AR8109 ECLI:NL:RBUTR:2004:AR8109 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 23 12 2004 Datum publicatie 23 12 2004 Zaaknummer 16/028249 04 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerkeneerste aanleg meervoudig

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2017:2188

ECLI:NL:GHARL:2017:2188 ECLI:NL:GHARL:2017:2188 Instantie Datum uitspraak 15-03-2017 Datum publicatie 15-03-2017 Zaaknummer 21-006632-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2017:6331

ECLI:NL:RBROT:2017:6331 ECLI:NL:RBROT:2017:6331 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 09-08-2017 Datum publicatie 18-08-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 10/049808-15 en 10/231146-15

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2017:2291

ECLI:NL:GHDHA:2017:2291 ECLI:NL:GHDHA:2017:2291 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 24-05-2017 Datum publicatie 09-08-2017 Zaaknummer 22-005150-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2011:BU1518

ECLI:NL:GHLEE:2011:BU1518 ECLI:NL:GHLEE:2011:BU1518 Instantie Datum uitspraak 17-10-2011 Datum publicatie 25-10-2011 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 24-003332-09 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2015:1081

ECLI:NL:GHARL:2015:1081 ECLI:NL:GHARL:2015:1081 Instantie Datum uitspraak 18 02 2015 Datum publicatie 04 03 2015 Gerechtshof Arnhem Leeuwarden Zaaknummer KS 21 0038 0=14 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerkenhoger beroep

Nadere informatie

ECLI:NL:RBONE:2013:BY9769

ECLI:NL:RBONE:2013:BY9769 ECLI:NL:RBONE:2013:BY9769 Instantie Datum uitspraak 28-01-2013 Datum publicatie 29-01-2013 Rechtbank Oost-Nederland Zaaknummer 05/901294-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2013:BZ1390

ECLI:NL:GHARL:2013:BZ1390 ECLI:NL:GHARL:2013:BZ1390 Instantie Datum uitspraak 18 02 2013 Datum publicatie 18 02 2013 Zaaknummer 21 003023 12 Formele relaties Rechtsgebieden Gerechtshof Arnhem Leeuwarden Eerste aanleg: ECLI:NL:RBUTR:2012:BX0829,

Nadere informatie

ECLI:NL:RBASS:2011:BR5599

ECLI:NL:RBASS:2011:BR5599 ECLI:NL:RBASS:2011:BR5599 Instantie Rechtbank Assen Datum uitspraak 23-08-2011 Datum publicatie 23-08-2011 Zaaknummer 19.810178-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2008:BC6472

ECLI:NL:RBUTR:2008:BC6472 ECLI:NL:RBUTR:2008:BC6472 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 01-02-2008 Datum publicatie 12-03-2008 Zaaknummer 16-604030-07 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig

Nadere informatie

Zoekresultaat - inzien document. ECLI:NL:RBOBR:2015:5776 Permanente link: Uitspraak. Rechtbank Oost-Brabant

Zoekresultaat - inzien document. ECLI:NL:RBOBR:2015:5776 Permanente link: Uitspraak. Rechtbank Oost-Brabant Zoekresultaat - inzien document ECLI:NL:RBOBR:2015:5776 Permanente link: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ec Instantie Datum uitspraak 07-10-2015 Datum publicatie 07-10-2015 Rechtbank Oost-Brabant

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993

ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993 ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993 Instantie Datum uitspraak 11-11-2009 Datum publicatie 11-11-2009 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 24-002029-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van 24 augustus 2016.

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van 24 augustus 2016. ECLI:NL:GHAMS:2016:5663 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 07-09-2016 Datum publicatie 30-12-2016 Zaaknummer 23-000259-16 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2008:BD7407

ECLI:NL:RBUTR:2008:BD7407 ECLI:NL:RBUTR:2008:BD7407 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 15-07-2008 Datum publicatie 16-07-2008 Zaaknummer 16/600554-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2014:264

ECLI:NL:GHAMS:2014:264 ECLI:NL:GHAMS:2014:264 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 14-01-2014 Datum publicatie 22-04-2014 Zaaknummer 23-003557-13 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2015:10201

ECLI:NL:RBAMS:2015:10201 ECLI:NL:RBAMS:2015:10201 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 28-07-2015 Datum publicatie 24-02-2017 Zaaknummer 13/684116-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld. arrest GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN locatie Arnhem Afdeling strafrecht Parketnummer: X Uitspraak d.d.: 15 juni 2016 TEGENSPRAAK Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken gewezen op het hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2014:6970

ECLI:NL:RBOVE:2014:6970 ECLI:NL:RBOVE:2014:6970 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 30-12-2014 Datum publicatie 30-12-2014 Zaaknummer 08.770060.14 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNNE:2015:6277

ECLI:NL:RBNNE:2015:6277 ECLI:NL:RBNNE:2015:6277 Instantie Datum uitspraak 13-11-2015 Datum publicatie 17-03-2016 Zaaknummer 18.720178-14 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Noord-Nederland Strafrecht

Nadere informatie

Uitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 16 februari 2017 TEGENSPRAAK

Uitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 16 februari 2017 TEGENSPRAAK ECLI:NL:GHAMS:2017:1898 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 16-02-2017 Datum publicatie 24-05-2017 Zaaknummer 23-002215-16 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBASS:2012:BW6312

ECLI:NL:RBASS:2012:BW6312 ECLI:NL:RBASS:2012:BW6312 Instantie Rechtbank Assen Datum uitspraak 16-05-2012 Datum publicatie 23-05-2012 Zaaknummer 19.605400-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZUT:2008:BG8054

ECLI:NL:RBZUT:2008:BG8054 ECLI:NL:RBZUT:2008:BG8054 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 23-12-2008 Datum publicatie 23-12-2008 Zaaknummer 06-460438/08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBLIM:2016:6714

ECLI:NL:RBLIM:2016:6714 ECLI:NL:RBLIM:2016:6714 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 02082016 Datum publicatie 02082016 Zaaknummer 03/70054015 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Internationaal

Nadere informatie

in het rechterbovenbeen/de rechterliesstreek), heeft toegebracht, door deze opzettelijk meermalen, althans eenmaal, (telkens) met een mes, althans een

in het rechterbovenbeen/de rechterliesstreek), heeft toegebracht, door deze opzettelijk meermalen, althans eenmaal, (telkens) met een mes, althans een ECLI:NL:RBMAA:2007:AZ7308 Instantie Rechtbank Maastricht Datum uitspraak 30-01-2007 Datum publicatie 30-01-2007 Zaaknummer 03-700388-06 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerkeneerste aanleg - meervoudig

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2014:1284

ECLI:NL:RBDHA:2014:1284 ECLI:NL:RBDHA:2014:1284 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 04-02-2014 Datum publicatie 04-02-2014 Zaaknummer 09/715710-12 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2013:CA1193

ECLI:NL:GHARL:2013:CA1193 ECLI:NL:GHARL:2013:CA1193 Instantie Datum uitspraak 12-02-2013 Datum publicatie 28-05-2013 Zaaknummer 21-004366-12 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2012:BW5999

ECLI:NL:GHSHE:2012:BW5999 ECLI:NL:GHSHE:2012:BW5999 Instantie Datum uitspraak 16-05-2012 Datum publicatie 16-05-2012 Zaaknummer 20-002733-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2015:2905

ECLI:NL:GHARL:2015:2905 ECLI:NL:GHARL:2015:2905 Instantie Datum uitspraak 22 04 2015 Datum publicatie 22 04 2015 Zaaknummer 21 004181 13 Rechtsgebieden Gerechtshof Arnhem Leeuwarden Strafrecht Bijzondere kenmerkenhoger beroep

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2009:BH4550

ECLI:NL:RBROT:2009:BH4550 ECLI:NL:RBROT:2009:BH4550 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 02 03 2009 Datum publicatie 03 03 2009 Zaaknummer 10/710069 08 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerkeneerste aanleg meervoudig

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2011:BP4388

ECLI:NL:GHLEE:2011:BP4388 ECLI:NL:GHLEE:2011:BP4388 Instantie Datum uitspraak 10-02-2011 Datum publicatie 14-02-2011 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 24-001943-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2016:1480. Datum uitspraak: Datum publicatie: Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg - meervoudig.

ECLI:NL:RBOVE:2016:1480. Datum uitspraak: Datum publicatie: Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg - meervoudig. ECLI:NL:RBOVE:2016:1480 Instantie: Rechtbank Overijssel Datum uitspraak: 26-04-2016 Datum publicatie: 26-04-2016 Zaaknummer: 08.910038-15 (P) Rechtsgebieden: Strafrecht Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2017:551

ECLI:NL:RBDHA:2017:551 ECLI:NL:RBDHA:2017:551 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 12-01-2017 Datum publicatie 26-01-2017 Zaaknummer 09/842579-16 en 10/178688-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2010:BL4830

ECLI:NL:RBUTR:2010:BL4830 ECLI:NL:RBUTR:2010:BL4830 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 12-02-2010 Datum publicatie 19-02-2010 Zaaknummer 16/604126-08 [P] Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2015:2029

ECLI:NL:GHSHE:2015:2029 ECLI:NL:GHSHE:2015:2029 Instantie Datum uitspraak 03-06-2015 Datum publicatie 03-06-2015 Gerechtshof 's-hertogenbosch Zaaknummer 20-000203-14 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

Uitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 29 november 2016 TEGENSPRAAK

Uitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 29 november 2016 TEGENSPRAAK ECLI:NL:GHAMS:2016:5286 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 29-11-2016 Datum publicatie 13-12-2016 Zaaknummer 23-000227-16 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2008:BD2506

ECLI:NL:RBROT:2008:BD2506 ECLI:NL:RBROT:2008:BD2506 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 22 05 2008 Datum publicatie 27 05 2008 Zaaknummer 10/701134 07 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerkeneerste aanleg meervoudig

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:2091 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2016:2091 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2016:2091 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 03-06-2016 Datum publicatie 16-08-2016 Zaaknummer 23-003649-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

Uitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Uitspraak d.d.: 2 februari 2016 TEGENSPRAAK Promis

Uitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Uitspraak d.d.: 2 februari 2016 TEGENSPRAAK Promis ECLI:NL:GHARL:2016:10657 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 02-02-2016 Datum publicatie 15-05-2017 Zaaknummer 21-002071-15 Formele relaties Cassatie: ECLI:NL:HR:2017:789, Niet ontvankelijk

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZUT:2008:BD0696

ECLI:NL:RBZUT:2008:BD0696 ECLI:NL:RBZUT:2008:BD0696 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 29-04-2008 Datum publicatie 29-04-2008 Zaaknummer 06/460549-07 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman)

arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman) arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman) Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2015:738

ECLI:NL:GHSHE:2015:738 ECLI:NL:GHSHE:2015:738 Instantie Datum uitspraak 09-03-2015 Datum publicatie 09-03-2015 Gerechtshof 's-hertogenbosch Zaaknummer 20-003525-14 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2000:AD9850

ECLI:NL:GHSGR:2000:AD9850 ECLI:NL:GHSGR:2000:AD9850 Instantie Datum uitspraak 06-10-2000 Datum publicatie 11-10-2004 Zaaknummer 0975730199 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-gravenhage Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2017:3298

ECLI:NL:RBROT:2017:3298 ECLI:NL:RBROT:2017:3298 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 03-03-2017 Datum publicatie 06-06-2017 Zaaknummer 10/090568-14 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2014:2835

ECLI:NL:RBGEL:2014:2835 ECLI:NL:RBGEL:2014:2835 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 29-04-2014 Datum publicatie 29-04-2014 Zaaknummer 05/900024-12 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2017:1213

ECLI:NL:GHAMS:2017:1213 ECLI:NL:GHAMS:2017:1213 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 28-03-2017 Datum publicatie 10-04-2017 Zaaknummer 23-000918-16 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

De verdachte heeft tegen het arrest van het gerechtshof beroep in cassatie ingesteld. De Hoge Raad der Nederlanden heeft bij arrest van 21 oktober 200

De verdachte heeft tegen het arrest van het gerechtshof beroep in cassatie ingesteld. De Hoge Raad der Nederlanden heeft bij arrest van 21 oktober 200 ECLI:NL:GHAMS:2009:BY2060 Instantie Datum uitspraak 09-12-2009 Datum publicatie 02-11-2012 Gerechtshof Amsterdam Zaaknummer 23-005662-08 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerkenhoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2016:1041

ECLI:NL:RBGEL:2016:1041 ECLI:NL:RBGEL:2016:1041 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 22-02-2016 Datum publicatie 25-02-2016 Zaaknummer 05/840508-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBASS:2012:BW7835

ECLI:NL:RBASS:2012:BW7835 ECLI:NL:RBASS:2012:BW7835 Instantie Rechtbank Assen Datum uitspraak 08-06-2012 Datum publicatie 08-06-2012 Zaaknummer 19.830044-12 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

Uitspraak RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE SECTOR STRAFRECHT MEERVOUDIGE KAMER (VERKORT VONNIS)

Uitspraak RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE SECTOR STRAFRECHT MEERVOUDIGE KAMER (VERKORT VONNIS) ECLI:NL:RBSGR:2002:AE7582 Instantie Rechtbank 's-gravenhage Datum uitspraak 11-09-2002 Datum publicatie 13-09-2002 Zaaknummer 09/900368-02; 09/093214-01 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2010:BO8408 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHLEE:2010:BO8408 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHLEE:2010:BO8408 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 17-12-2010 Datum publicatie 22-12-2010 Zaaknummer 24-002079-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:1483 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2016:1483 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2016:1483 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 03-03-2016 Datum publicatie 19-04-2016 Zaaknummer 23-002670-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2017:6481

ECLI:NL:GHARL:2017:6481 ECLI:NL:GHARL:2017:6481 Instantie Datum uitspraak 26-07-2017 Datum publicatie 27-07-2017 Zaaknummer 21-002353-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2011:BQ1116

ECLI:NL:GHSGR:2011:BQ1116 ECLI:NL:GHSGR:2011:BQ1116 Instantie Datum uitspraak 27-01-2011 Datum publicatie 13-04-2011 Gerechtshof 's-gravenhage Zaaknummer 22-000016-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMAA:2011:BT7627

ECLI:NL:RBMAA:2011:BT7627 ECLI:NL:RBMAA:2011:BT7627 Instantie Rechtbank Maastricht Datum uitspraak 14-10-2011 Datum publicatie 14-10-2011 Zaaknummer 03/706108/11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

LJN: BF8034, Rechtbank Arnhem, 05/

LJN: BF8034, Rechtbank Arnhem, 05/ LJN: BF8034, Rechtbank Arnhem, 05/800863-08 Datum uitspraak: 08-09-2008 Datum publicatie: 13-10-2008 Rechtsgebied: Straf Soort procedure: Eerste aanleg - meervoudig Inhoudsindicatie: De militaire kamer

Nadere informatie

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA ZITTINGSPLAATS BONAIRE STRAFVONNIS

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA ZITTINGSPLAATS BONAIRE STRAFVONNIS GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA ZITTINGSPLAATS BONAIRE STRAFVONNIS in de zaak tegen de verdachte: [verdachte]., geboren op [geboortedatum] 1994 in Curaçao, wonende te [adres]

Nadere informatie

ECLI:NL:RBHAA:2006:AY6694

ECLI:NL:RBHAA:2006:AY6694 ECLI:NL:RBHAA:2006:AY6694 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 16-08-2006 Datum publicatie 22-08-2006 Zaaknummer 15/500918-06 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2014:2785 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2014:2785 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2014:2785 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 22-04-2014 Datum publicatie 31-10-2014 Zaaknummer 23-003653-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie