ONTWERPBESCHIKKING OMGEVINGSVERGUNNING

Transcriptie

1 ONTWERPBESCHIKKING OMGEVINGSVERGUNNING voor: het bouwen van een woning met bijbehorende bouwwerken activiteiten: bouwen van een bouwwerk gebruik in strijd met het bestemmingsplan te verlenen aan: de heer B. Wortelboer locatie: Viaductstraat 185, Ter Apel vth-nummer: ZA Liza-nummer:

2 Inhoud 1 Besluit Aanvraag Voorgenomen beslissing Kennisgeving ontwerp en ter inzage legging Verzending Procedure Uitgebreide procedure en beslistermijn Volledigheid Bevoegd gezag Adviezen Verklaring van geen bedenkingen Overlegverplichting planologische gebruiksactiviteiten Publicatie besluit Inhoudelijke overwegingen Bouwen van een bouwwerk Gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan... 8 Plichten tijdens en bij voltooiing van de bouw en bij ingebruikneming van een bouwwerk

3 1 Besluit 1.1 Aanvraag Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Vlagtwedde heeft op 11 februari 2013 een aanvraag om omgevingsvergunning als bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) ontvangen voor het bouwen van een woning met bijbehorende bouwwerken. De aanvraag is ingediend door de heer B. Wortelboer. De aanvraag heeft betrekking op de locatie Viaductstraat 185 in Ter Apel, kadastraal bekend gemeente Vlagtwedde, sectie I nummers 3913 en De volgende activiteiten zijn aangevraagd: Bouwen van een bouwwerk; Uitrit aanleggen of veranderen; Op grond van artikel 2.12 van de Algemene Plaatselijke Verordening 2013 van de gemeente Vlagtwedde dient voor het aanleggen of veranderen van een inrit een melding worden gedaan. Derhalve valt de activiteit het aanleggen of veranderen van een uitrit buiten deze aanvraag. Uit de toetsing blijkt dat de activiteit bouwen in strijd is met het vigerende bestemmingsplan De Linten (zie hoofdstuk 3). Op basis van de Wabo wordt hierdoor op grond van artikel 2.10, lid 2 van de Wabo de aanvraag mede aangemerkt als een aanvraag om een vergunning voor een activiteit als bedoeld in artikel 2.1 eerste lid, onder c, en wordt de vergunning slechts geweigerd indien vergunningverlening met toepassing van artikel 2.12 niet mogelijk is. 1.2 Voorgenomen beslissing b Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Vlagtwedde is voornemens: 1. gelet op art. 2.1 Wabo, de gevraagde omgevingsvergunning te verlenen overeenkomstig de aanvraag en de bij de aanvraag behorende bescheiden; 2. de vergunning te verlenen voor de volgende activiteiten: Bouwen van een bouwwerk (art. 2.1 lid 1 onder a Wabo); Gebruik in strijd met een bestemmingsplan (art. 2.1 lid 1 onder c Wabo); 3. voorschriften aan de vergunning te verbinden; 4. de volgende stukken deel uit te laten maken van de vergunning: Aanvraagformulier, d.d. 11 februari 2013; Tekeningen, d.d. januari 2013: o Begane grond, 1 e en 2 e verdieping; o Gevels; o Oprit / situatie; o Fundering / riolering; Bouwfyssischrapport; Ruimtelijke onderbouwing, Roobeek advies, d.d. oktober 2015 nr. RB30.034; Akoestischrapport, Kraaij Akoestisch Adviesbureau, d.d 8 juni 2015; Statische berekekeningen, d.d. 18 december 2012; Verkennend bodemonderzoek. 5. de vergunning te verlenen voor onbepaalde tijd. 3

4 1.3 Kennisgeving ontwerp en ter inzage legging Van dit ontwerpbesluit wordt kennisgegeven in de Ter Apelercourant en op de gemeentelijke website. Het ontwerp van deze beschikking wordt samen met de aanvraag en alle daarbij behorende stukken van 19 november 2015 tot 30 december 2015 ter inzage gelegd in het gemeentehuis van de gemeente Vlagtwedde, daarnaast zijn de stukken ook te raadplegen via ruimtelijkeplannen.nl. 1.4 Zienswijzen Een ieder wordt in de gelegenheid gesteld om binnen de termijn waarin de stukken ter inzage liggen (zes weken) schriftelijk of mondeling hun zienswijze over dit ontwerp naar voren te brengen. Schriftelijke zienswijzen kunnen worden gericht aan het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Vlagtwedde Postbus 14, 9550 AA Sellingen. Voor het mondeling indienen van zienswijzen dient een afspraak te worden gemaakt. Dit kan telefonisch via Verzending Verzonden op:?? Een afschrift van dit besluit is verzonden aan: De aanvrager van de vergunning. 4

5 2 Procedure 2.1 Uitgebreide procedure en beslistermijn De beslissing op de aanvraag is voorbereid met de uitgebreide voorbereidingsprocedure als bedoeld in paragraaf 3.3 Wabo. 2.2 Volledigheid De aanvraag is aan de hand van de Ministeriële regeling omgevingsrecht (Mor) getoetst op volledigheid. De aanvraag bevatte onvoldoende gegevens voor een goede beoordeling van de gevolgen van het project voor de fysieke leefomgeving. Vanaf dat de aanvraag is ingediend is er door de gemeente regelmatig overleg gevoerd met de aanvrager. Dit heeft geruslteerd in een volledige aanvraag. De laatste aanvulling zijn daarvoor op 16 juni 2015 ingediend. Na ontvangst van deze gegevens was de aanvraag volledig. 2.3 Bevoegd gezag Gelet op de projectbeschrijving en op het bepaalde in hoofdstuk 3 van het Besluit omgevingsrecht (Bor) en de daarbij horende bijlage, zijn wij bevoegd om de omgevingsvergunning te verlenen of te weigeren. Daarbij zijn wij er procedureel en inhoudelijk voor verantwoordelijk dat in ons besluit alle aspecten aan de orde komen met betrekking tot de fysieke leefomgeving. Verder dienen wij ervoor zorg te dragen dat de aan de omgevingsvergunning verbonden voorschriften op elkaar zijn afgestemd. 2.4 Adviezen In de Wabo en het Bor worden bestuursorganen vanwege hun specifieke deskundigheid of betrokkenheid aangewezen als adviseur. Gelet op het bepaalde in artikel 2.26 Wabo, alsmede de artikelen 6.1 tot en met 6.4 van het Bor, hebben wij de aanvraag ter advisering verzonden aan: de welstands- en monumentencommissie Libau Naar aanleiding hiervan hebben wij op 30 juli 2015 een welstandsadvies ontvangen van Libau welstands- en monumentenzorg Groningen. In de inhoudelijke overwegingen is aangegeven hoe wij dit advies bij onze besluitvorming hebben betrokken. 2.5 Verklaring van geen bedenkingen Op grond van artikel 2.27 van de Wabo wijst het Besluit omgevingsrecht of een bijzondere wet categorieën van gevallen aan waarvoor geldt dat een omgevingsvergunning niet wordt verleend dan nadat een daarbij aangewezen bestuursorgaan heeft verklaard dat het daartegen geen bedenkingen heeft Verklaring van geen bedenkingen op grond van het Besluit omgevingsrecht Deze aanvraag heeft betrekking op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, lid 1, onder c van de Wabo, waarbij met toepassing van artikel 2.12, lid 1, onder a, onder 3 van de Wabo, kan worden afgeweken van het ter plaatse geldende bestemmingsplan. 5

6 Bestemmingsplan Op grond van artikel 6.5, lid 1 van het Besluit omgevingsrecht moet, ingeval met toepassing van artikel 2.12, lid 1, onder a, onder 3 van de Wabo wordt afgeweken van het bestemmingsplan, de gemeenteraad hiervoor een verklaring van geen bedenkingen afgeven. De gemeenteraad heeft in zijn vergadering van 22 september 2015, onder nr. 20, besloten categorieën van gevallen aan te wijzen waarvoor een verklaring van geen bedenkingen nodig is. Het onderhavige geval valt niet onder de aangewezen categorieën. Hierdoor is geen verklaring van bedenkingen vereist van de gemeenteraad. 2.6 Overlegverplichting planologische gebruiksactiviteiten Op grond van artikel 6.18 van het Besluit omgevingsrecht is op de voorbereiding van een omgevingsvergunning die wordt verleend met toepassing van artikel 2.12, lid 1, onder a, onder 3 van de Wabo, het overleg als bedoeld in artikel van het Besluit ruimtelijke ordening van toepassing. In het eerste lid van dat artikel is bepaald dat vooroverleg dient te worden gevoerd met de besturen van betrokken gemeenten en waterschappen en met die diensten van provincie en Rijk die betrokken zijn bij de zorg voor de ruimtelijke ordening of belast zijn met de behartiging van belangen welke in het plan gediend zijn. In artikel 3.1.1, lid 2 van het Besluit ruimtelijke ordening is bepaald dat Gedeputeerde Staten onderscheidenlijk de Minister kunnen bepalen dat onder bepaalde omstandigheden of in bepaalde gevallen geen overleg is vereist met de diensten van provincie onderscheidenlijk Rijk die betrokken zijn bij de zorg voor de ruimtelijke ordening. De provincie Groningen en het waterschap Hunze en Aa's zijn in kennis gesteld van het project. Zowel de provincie Groningen als het waterschap Hunze en Aa's hebben gereageerd. Reactie waterschap Hunze en Aa's Het waterschap Hunze en Aa's heeft per van 5 augustus 2015 aangegeven dat het voorliggende bouwplan geen aanleiding geeft tot het maken van opmerkingen en kan instemmen (zie bijlage vooroverlegreacties). Reactie provincie Groningen De provincie Groningen heeft in haar reactie 2 opmerkingen gemaakt over het bouwplan (zie bijlage vooroverlegreacties). De reactie op deze opmerkingen is verwoord in hoofdstuk 3 van deze beschikking. 2.7 Publicatie besluit Van dit besluit wordt mededeling gedaan door publicatie op de gemeentelijke website en in de Staatscourant. 6

7 3 Inhoudelijke overwegingen 3.1 Bouwen van een bouwwerk Als er sprake is van de activiteit als bedoeld in artikel 2.1 lid 1onder a, Wabo, moet de omgevingsvergunning worden geweigerd indien één van de in artikel 2.10 lid 1 Wabo genoemde weigeringsgronden aan de orde is. Een toetsing of deze weigeringsgronden aanwezig zijn heeft plaatsgevonden: Toetsing aan het bestemmingsplan Het bouwplan is gelegen in een gebied waarvoor het bestemmingsplan "De Linten" geldt. De gronden hebben de bestemming agrarische cultuurgrond. De gronden aangewezen met deze bestemming zijn bestemd voor agrarisch gebruik, cultuurgrond en sloten, bermen en beplanting. Voor deze bestemming geldt dat de bouw van één of meerdere woningen niet is toegestaan. Gelet op de bouwregels behorend bij deze bestemming geldt namelijk dat geen gebouwen en overkappingen mogen worden gebouwd. Op grond van art lid 2 Wabo wordt de aanvraag mede aangemerkt als een aanvraag voor het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan. In de paragraaf Gebruiken van gronden en bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan staan de nadere overwegingen met betrekking tot deze activiteit. Toetsing aan redelijke eisen van welstand Libau welstands- en monumentenzorg Groningen is gevraagd te adviseren met betrekking tot de redelijke eisen van welstand. Het bouwplan is getoetst aan de voor dit gebied geldende welstandscriteria. Op 30 juli 2015 heeft Libau positief geadviseerd. Wij hebben geen redenen om te twijfelen aan de zorgvuldigheid van de totstandkoming van dit advies. Het advies hebben wij gevolgd. Toetsing aan het Bouwbesluit 2012 Het is aannemelijk dat het bouwplan voldoet aan de bepalingen van het Bouwbesluit Toetsing aan de bouwverordening Het is aannemelijk dat het bouwplan voldoet aan de bepalingen van de gemeentelijke bouwverordening. Conclusie Vanuit het toetsingskader dat betrekking heeft op het (ver)bouwen van een bouwwerk zijn er, behalve voor het gebruik van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan, geen redenen om de omgevingsvergunning te weigeren. In dit besluit zijn de voor deze activiteit relevante voorschriften opgenomen. 7

8 3.2 Gebruiken en van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan Strijdigheid In paragraaf 3.1 zijn de bestemming en de strijdigheden met het bestemmingsplan aangegeven. Afwijkingsmogelijkheid Er is een buitenplanse afwijkingsmogelijkheid (art lid 1 sub a onder 3 Wabo). Het plan moet dan voorzien zijn van een goede ruimtelijke onderbouwing en het plan mag niet in strijd zijn met een goede ruimtelijke ordening. Motivering In de ruimtelijke onderbouwing van d.d. oktober 2015, met kenmerk RB staat gemotiveerd aangegeven waarom er afgeweken kan worden van het bestemmingsplan. Deze ruimtelijke onderbouwing maakt deel uit van deze beschikking op de aanvraag om omgevingsvergunning. Vooroverleg reactie provincie Groningen aangaande woningbouwcontingentering (opmerking 1): In de vooroverlegreactie van de afdeling Ruimte en Samenleving wordt gesteld dat naar de mening van de provincie het bouwplan dient te voldoen aan de Woonvisie omdat de ruimtelijke onderbouwing dateert van mei Deze mening wordt niet onderschreven. In de woonvisie is de afspraak gemaakt dat het de woningvoorraad in de periode niet zal toenemen. Tot de vaststelling van de Woonvisie mochten initiatiefnemers er vanuit gaan dat het daarvoor geldende beleid (waarin meer ruimte voor toevoeging van woningen zijn vastgelegd) op hen van toepassing was. Op basis daarvan is aan de initiatiefnemer de toezegging gedaan dat hij medewerking mocht verwachten aan de totstandkoming van een woning op zijn perceel. Het college van B&W heeft op 21/02/2012 (B08) het besluit genomen, om de wens om op de grenzen van percelen I 3913 en I 1659, nabij Viaductstraat 187 te Ter Apel een woning op te willen richten, met een positieve grondhouding te benaderen. Op basis daarvan is hem de gelegenheid gegeven zijn plannen verder uit te werken. De bouwplannen zijn beoordeeld en de benodigde voorbereidingen getroffen. Dat de ruimtelijke onderbouwing ten gevolge van de tijd die daarvoor nodig was een datering heeft gekregen die ligt na de vaststelling van de Woonvisie doet daar niet aan toe of af. Voor wat betreft de mogelijkheid om de in het bestemmingsplan De Linten opgenomen wijzigingsbevoegdheid te kunnen gebruiken is de vaststelling van de Woonvisie wel bepalend want daarin is gesteld dat toetsing dient plaats te vinden aan (het op moment van vaststelling van een dergelijk wijzigingsplan) geldend woningbouwbeleid. Juist om die reden en het niet kunnen voldoen aan dat criterium van het bestemmingsplan wordt gekozen voor een omgevingsvergunning zoals thans wordt voorgesteld. Daarbij spreekt het voor zich dat ook de toevoeging van deze woning valt onder de basisafspraak zoals die in de woonvisie is vastgesteld ten aanzien van het maximaal aantal woningen op de peildatum 1 januari De overlegreactie vormt op grond van het vorenstaande geen aanleiding om af te zien van het verlenen van de vergunning 8

9 Vooroverleg reactie provincie Groningen aangaande milieuhinder en externe veiligheid (opmerking 2): De onderwerpen zoals genoemd in de vooroverlegreactie van de provincie Groningen voor milieuhinder en externe veiligheid gaven aanleiding om de ruimtelijke onderbouwing op deze punten verder uit te werken. Uit de uitwerking blijkt dat er geen verdere milieuhinder en gevaar voor externe veiligheid als gevolg van het onderhavige bouwplan te verwachten is. Belangenafweging Het belang dat is gediend met de realisering van het plan kan opwegen tegen belangen van derden, te denken valt aan het ontnemen van zonlicht en het beperken van privacy en gebruiksmogelijkheden van aangrenzende percelen. Conclusie Na afweging van de betrokken belangen en omdat de aangevraagde activiteit niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening kan van het bestemmingsplan worden afgeweken. Vanuit het toetsingskader dat betrekking heeft op het gebruiken van gronden en bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan zijn er geen redenen om de omgevingsvergunning te weigeren. In dit besluit zijn de voor deze activiteit relevante voorschriften opgenomen. 9

10 Plichten tijdens en bij voltooiing van de bouw en bij ingebruikneming van een bouwwerk Op het bouwterrein verplicht aanwezige bescheiden Tijdens het bouwen zijn, voor zover van toepassing, de volgende bescheiden of een afschrift daarvan op het terrein aanwezig: a. vergunning voor het bouwen; b. bouwveiligheidsplan als bedoeld in artikel 8.3 van het Bouwbesluit 2012; c. afschrift van een besluit ingevolge artikel 13, 13a, of 14 van het Bouwbesluit 2012, dan wel een besluit tot oplegging van een last onder bestuursdwang dan wel last onder dwangsom, en d. overige voor het bouwen van belang zijnde vergunningen en documenten met nadere voorwaarden en ontheffingen. Het uitzetten van de bouw Met het bouwen van een bouwwerk waarvoor vergunning is verleend wordt, onverminderd de voorwaarden bij de vergunning, niet begonnen voordat voor zover nodig door of namens de gemeente Vlagwedde: a. de rooilijnen of bebouwingsgrenzen op het bouwterrein zijn uitgezet, en b. het straatpeil is uitgezet Kennisgeving aan het bouwtoezicht van start van (onderdelen van) de bouwwerkzaamheden De gemeente Vlagtwedde wordt ten minste twee werkdagen voor de feitelijke aanvang van bouwwerkzaamheden waarvoor een vergunning voor het bouwen is verleend door de houder van die vergunning schriftelijk van de aanvang van die werkzaamheden, met inbegrip van ontgravingswerkzaamheden, in kennis gesteld. Bemalen van bouwputten Het bemalen van bouwputten, leidingsleuven en andere tijdelijke ontgravingen ten behoeve van bouwwerkzaamheden leidt niet tot een zodanige wijziging van de grondwaterstand dat gevaar kan ontstaan voor de veiligheid van belendingen. Veiligheid op het bouwterrein en de afscheiding van het bouwterrein Bij het uitvoeren van bouwwerkzaamheden worden maatregelen getroffen ter voorkoming van: a. letsel van personen op een aangrenzend perceel of een aan het bouwterrein grenzende openbare weg, openbaar water of openbaar groen; b. letsel van personen die het bouw- of sloopterrein onbevoegd betreden, en c. beschadiging van wegen, van in de weg gelegen werken en van andere al dan niet roerende zaken op een aangrenzend perceel of op een aan het bouw- of sloopterrein grenzende openbare weg, openbaar water of openbaar groen 10

11 Veiligheid van hulpmiddelen en het voorkomen van hinder 1. Bouwwerkzaamheden die een geluidniveau veroorzaken van ten minste 60 db(a) op de gevel van een aangrenzende woonfunctie of van een aangrenzende gebruiksfunctie op een ander perceel, worden op werkdagen tussen 7:00 uur en 19:00 uur uitgevoerd. Bij het uitvoeren van die werkzaamheden worden de in tabel 8.4 aangegeven dagwaarden en de bij die dagwaarden Tabel 8.4 dagwaarde 60 db(a) > 60 db(a) > 65 db(a) > 70 db(a) > db(a) maximale blootstellingsduur onbeperkt 50 dagen 30 dagen 15 dagen 5 dagen aangegeven maximale blootstellingsduur in dagen dat de dagwaarde is bereikt niet overschreden. 2. Trillingen veroorzaakt door het uitvoeren van bouwwerkzaamheden bedragen in geluidsgevoelige ruimten, ruimte binnen een woning voor zover die kennelijk als slaap-, woon-, of eetkamer wordt gebruikt of voor een zodanig gebruik is bestemd, alsmede een keuken van ten minste 11 m 2, en in verblijfsruimten als bedoeld in artikel 1.1, onderdeel d, van het Besluit geluidhinder niet meer dan de trillingsterkte, genoemd in tabel 4 van de Meet- en beoordelingsrichtlijn deel B «Hinder voor personen in gebouwen» Tijdens het uitvoeren van bouwwerkzaamheden worden maatregelen getroffen om visueel waarneembare stofverspreiding buiten het bouwterrein te voorkomen. 4. Bij het uitvoeren van bouwwerkzaamheden worden maatregelen getroffen ter voorkoming van belemmering van wegen, van in de weg gelegen werken en van andere al dan niet roerende zaken op een aangrenzend perceel of op een aan het bouwterrein grenzende openbare weg, openbaar water of openbaar groen Bouwafval 1. Bouwwerkzaamheden worden zodanig uitgevoerd dat tijdens de uitvoering vrijkomend bouwafval deugdelijk wordt gescheiden. 2. Aan de in het eerste lid gestelde eis wordt voldaan als de categorieën bouwafval ten minste worden gescheiden in de volgende fracties: a. als gevaarlijk aangeduide afvalstoffen als bedoeld in hoofdstuk 17 van de afvalstoffenlijst bedoeld in de Regeling Europese afvalstoffenlijst; b. steenachtig sloopafval; c. gipsblokken en gipsplaatmateriaal; d. bitumineuze dakbedekking; e. teerhoudende dakbedekking; f. teerhoudend asfalt; g. niet-teerhoudend asfalt; h. dakgrind; i. overig afval. 3. Gevaarlijke stoffen als bedoeld in het tweede lid, onder a, worden niet gemengd of gescheiden. 4. De fracties, bedoeld in het tweede lid, worden op het bouwterrein gescheiden gehouden en gescheiden afgevoerd. 5. Het tweede lid, onder b tot en met h, en het derde lid zijn niet van toepassing voor zover de 11

12 hoeveelheid afval van de betreffende fractie minder dan 1 m³ bedraagt. 6.In afwijking van het vierde lid kunnen de fracties op een andere locatie worden gescheiden voor zover scheiding op het bouwterrein naar oordeel van de gemeente Vlagtwedde redelijkerwijs niet mogelijk is. Gereedmelding van (onderdelen van) de bouwwerkzaamheden De gemeente Vlagtwedde wordt ten minste op de dag van beëindiging van de bouwwerkzaamheden waarvoor een vergunning voor het bouwen is verleend, door de houder van die vergunning schriftelijk van de beëindiging van die werkzaamheden in kennis gesteld. Verbod tot ingebruikneming Een bouwwerk voor het bouwen waarvan een vergunning voor het bouwen is verleend, wordt niet in gebruik gegeven of genomen indien de gemeente Vlagtwedde niet schriftelijk door de houder van de vergunning in kennis gesteld is van de beëindiging van de bouwwerkzaamheden waarvoor een vergunning voor het bouwen is verleend. Wijze van indienen kennisgevingen en meldingen Voor het indienen van een melding kunt u bellen met het nummer Daarnaast bestaat er de mogelijkheid om een melding in te dienen via info@vlagtwedde.nl. Wij verzoeken u hierbij het zaaknummer te vermelden. 12