ECLI:NL:RBNHO:2017:2592

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "ECLI:NL:RBNHO:2017:2592"

Transcriptie

1 ECLI:NL:RBNHO:2017:2592 Instantie Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer Rechtsgebieden Rechtbank Noord Holland Civiel recht Bijzondere kenmerken Beschikking Inhoudsindicatie Ontslag op staande voet van een supermarktmedewerkster vanwege het nemen van een hap uit een donut. Ontslag op staande voet wordt vernietigd, met name vanwege de persoonlijke omstandigheden van de werknemer, de gevolgen van het ontslag en de overige omstandigheden. De door de werkgever gevraagde ontbinding wordt toegewezen vanwege verwijtbaar gedrag. De ontbinding is ook het gevolg van ernstig verwijtbaar gedrag van de werknemer, zodat wordt ontbonden zonder inachtneming van een opzegtermijn. De kantonrechter overweegt in dat kader dat een dringende reden en ernstige verwijtbaarheid niet op één lijn kunnen worden gesteld. De transitievergoeding wordt toegekend voor 50%, met toepassing van artikel 7:673 lid 8 BW. Vindplaatsen Rechtspraak.nl AR Updates.nl Uitspraak RECHTBANK NOORD HOLLAND Afdeling Privaatrecht Sectie Kanton locatie Zaanstad Zaaknr./rolnr.: \ AO VERZ Uitspraakdatum: 23 maart 2017 (bij vervroeging) Beschikking in de zaak van: de besloten vennootschap Deen Winkels B.V., gevestigd te Hoorn verzoekende partij verder te noemen: Deen gemachtigde: mr. K. Vriend tegen 1/10

2 [naam], wonende te [woonplaats] verwerende partij verder te noemen: [verweerster] gemachtigde: mr. E. Akopova 1 Het procesverloop 1.1. Deen heeft een verzoek gedaan om ontbinding voor zover vereist van de arbeidsovereenkomst tussen partijen [verweerster] heeft een verweerschrift ingediend en daarbij een tegenverzoek gedaan, onder meer om een door Deen gegeven ontslag op staande voet te vernietigen. [verweerster] heeft daarnaast subsidiair een verzoek gedaan om Deen te veroordelen tot betaling van een billijke vergoeding en een transitievergoeding. [verweerster] heeft ook een verzoek gedaan om op grond van artikel 223 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (hierna: Rv) een voorlopige voorziening te treffen, te weten tot doorbetaling van loon en toelating tot het werk Deen heeft een verweerschrift ingediend naar aanleiding van het tegenverzoek en daarbij verzocht om [verweerster] te veroordelen tot betaling van een vergoeding als bedoeld in artikel 7:677 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) Op 8 maart 2017 heeft een zitting plaatsgevonden. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht. 2 De feiten 2.1. Deen is een grote supermarktorganisatie met ongeveer 80 filialen [verweerster], geboren [geboortedatum], is op 28 februari 2000 in dienst getreden bij Deen als verkoop/kassamedewerker. [verweerster] werkte 16 uur per week tegen een salaris van 850,03 bruto per maand Deen heeft een huishoudelijk reglement. Daarin is onder meer het volgende opgenomen: Hoofdstuk 9: Eten, drinken en genotsmiddelen Het is niet toegestaan om in de winkel, het magazijn of op de toiletten te roken, te drinken of te snoepen/eten. Het is dus nadrukkelijk ook niet toegestaan om van de proeverijen in de winkel te eten. (...) Hoofdstuk 14: Diefstal door de werknemer Wij gaan ervan uit dat iedereen in ons bedrijf eerlijk is. Toch blijkt uit onderzoek dat een belangrijk deel van de winkeldiefstallen wordt gepleegd door eigen medewerkers. Om diefstal c.q. fraude door eigen medewerkers zoveel mogelijk te voorkomen, dient iedereen oplettend te zijn op het gedrag van collega s. Je spreekt in voorkomende gevallen je collega aan op gedrag dat afwijkt van de in dit reglement opgestelde regels. Onder diefstal verstaan we onder meer: Het wegnemen van eigendommen van DEEN, klanten en collega s; 2/10

3 Geld wegnemen uit de kassa of kluis; Afprijzen ten eigen bate en (laten) aankopen; (...) Artikelen die niet meer voldoen aan de kwaliteitseisen van DEEN of artikelen die ongeschikt zijn door breuk of bederf en daardoor niet meer geschikt zijn voor verkoop, blijven eigendom van DEEN. Het is niet toegestaan om deze artikelen toe te eigenen, ook al liggen deze artikelen in de daarvoor bestemde container of afvalbak. Het toe eigenen van deze goederen valt ook onder diefstal/vervreemding van bedrijfseigendommen. Bij diefstal door de werknemer volgt onherroepelijk ontslag op staande voet (...) [verweerster] heeft bij brief van Deen van 20 februari 2015 een waarschuwing gehad voor het niet tijdig afrekenen van artikelen die [verweerster] had genuttigd. In een brief van 11 juli 2016 is [verweerster] gewaarschuwd vanwege het gebruik van producten uit de winkel zonder toestemming. Op 29 december 2016 is [verweerster] gewaarschuwd voor het op niet juiste wijze afrekenen van haar boodschappen In een brief van 20 januari 2017 heeft Deen aan [verweerster] meegedeeld dat zij per direct is geschorst, in verband met het zonder toestemming toe eigenen en nuttigen van een donut van Deen In een brief van 21 januari 2017 heeft [verweerster] bezwaar gemaakt tegen de schorsing. Daarbij heeft zij erkend dat een incident met een donut heeft plaatsgevonden. Ook heeft zij opgemerkt: Dat ik soms de mist in ga met de regels, is omdat ik naïef ben en vaak geen kwaad zie in de dingen die ik doe. Dit ben ik mij zeker wel bewust. Het is nooit de bedoeling geweest Deen schade en/of een slechte naam toe te brengen Op 23 januari 2016 heeft Deen [verweerster] op staande voet ontslagen. In een brief van 23 januari 2017 is het ontslag bevestigd, waarbij onder andere het volgende is meegedeeld: Op 20 januari 2017 heeft u een gesprek gehad met de heer [X] (Supermarktmanager) en [M] (Teamleider). Aanleiding voor dit gesprek was dat op 17 januari j.l. door uw collega de heer [L] was geconstateerd dat u in het magazijn een hap nam van een gevuld donutbroodje, zonder dat u deze heeft aangekocht en hiervoor heeft betaald. (...) Onze huisregels, waarmee u bekend bent, (...) schrijven voor dat het verboden is om etenswaren of proeverijen weg te nemen en (zonder te betalen) te nuttigen. (...) Het is niet de eerste keer dat u zich hier schuldig aan heeft gemaakt. U bent hier al eerder mondeling en schriftelijk voor gewaarschuwd (zie officiële waarschuwingen d.d. 20 februari 2015, 11 juli 2016 en recent nog op 29 december 2016). Ondanks deze waarschuwingen heeft u uw gedrag niet aangepast. Sterker nog: u geeft in het gesprek aan dat u het normaal vindt om de te verkopen waar even te proeven! Deze uitspraak tezamen met de eerder geconstateerde incidenten waar u officiële waarschuwingen voor ontving, doet ons concluderen dat u maling heeft aan de binnen DEEN geldende regels en voorschriften De advocaat van [verweerster] heeft met een brief van 2 februari 2017 bezwaar gemaakt tegen het ontslag op staande voet. 3 Het verzoek 3.1. Deen verzoekt de arbeidsovereenkomst met [verweerster] te ontbinden op grond van artikel 7:671b lid 1, onderdeel a, BW, in verbinding met artikel 7:669 lid 3, onderdeel e en g, BW. Deen heeft daartoe aangevoerd samengevat dat [verweerster] zich op 17 januari 2017 een donut heeft toegeëigend die aan Deen toebehoorde, door daaruit een hap te nemen, en dat zij daarmee de huisregels van Deen heeft overtreden, terwijl zij in dat kader voor vergelijkbare incidenten al eerder waarschuwingen had gehad. 3/10

4 Gelet daarop meent Deen dat sprake is van zodanig verwijtbaar gedrag van [verweerster], dan wel een zodanig verstoorde arbeidsverhouding, dat Van Deen niet meer gevergd kan worden de arbeidsverhouding te laten voortduren Het verzoek van Deen is gedaan voor zover vereist, namelijk voor het geval het ontslag op staande voet door de kantonrechter vernietigd wordt. 4 Het verweer en het tegenverzoek 4.1. [verweerster] heeft verweer gevoerd en zij stelt dat de verzochte ontbinding moet worden afgewezen. Voor zover tot ontbinding wordt overgegaan, verzoekt [verweerster] om toekenning van een billijke vergoeding, alsmede om voor recht te verklaren dat Deen een transitievergoeding verschuldigd is van 6.503,00 bruto [verweerster] heeft bij wijze van tegenverzoek gevorderd dat het ontslag op staande voet van 23 januari 2017 wordt vernietigd en dat Deen wordt veroordeeld tot betaling van loon. Aan dit tegenverzoek legt [verweerster] ten grondslag kort weergegeven dat geen sprake is van een dringende reden voor ontslag op staande voet en dat dit ontslag ook niet onverwijld is gegeven. In reactie daarop heeft Deen verzocht [verweerster] te veroordelen tot betaling van een vergoeding als bedoeld in artikel 7:677 lid 2 BW, tot een bedrag van 3.400,12 bruto. 5 De beoordeling het tegenverzoek 5.1. De kantonrechter zal eerst het tegenverzoek van [verweerster] tot vernietiging van het ontslag op staande voet beoordelen. Op het verzoek om ontbinding van de arbeidsovereenkomst kan, gelet op het voorwaardelijke karakter daarvan, immers pas beslist worden nadat het ontslag op staande voet is beoordeeld De stelling van [verweerster] dat het ontslag niet onverwijld is gegeven, treft geen doel. Daartoe wordt het volgende overwogen Artikel 7:677 lid 1 BW vereist dat Deen de arbeidsovereenkomst onverwijld opzegt om een dringende reden, onder onverwijlde mededeling van die reden aan [verweerster]. Voor de vraag of het ontslag onverwijld is gegeven, is beslissend het tijdstip waarop de dringende reden tot dat ontslag ter kennis is gekomen van degene die bevoegd was het ontslag te verlenen (zie: HR 27 april 2001, ECLI:NL:HR:2001:AB1347, JAR 2001/95 (De Lange/Wennekes Lederwaren)). Verder is de van een werkgever te vergen mate van voortvarendheid afhankelijk van de omstandigheden van het geval, waaronder de aard en omvang van een eventueel noodzakelijk onderzoek, de eventuele noodzaak tot het inwinnen van rechtskundig advies en tot het verzamelen van bewijsmateriaal, en de door de werkgever in acht te nemen zorg om te vermijden dat de werknemer in zijn gerechtvaardigde belangen zou worden geschaad, als een bepaald vermoeden ongegrond blijkt te zijn (zie: HR 15 februari 1980, ECLI:NL:HR:1980:AC4006, NJ 1980/328 (Geldersche Tramweg Maatschappij)) Het incident met de donut heeft plaatsgevonden op 17 januari De collega die het incident heeft gezien, kon dat incident op die dag niet aan zijn leidinggevende [X] (hierna: [leidinggevende] ) melden, omdat [leidinggevende] een vrije dag had. De collega was zelf vrij op 18 januari 2017 en heeft het incident daarom op 19 januari 2017 aan [leidinggevende] gemeld. [verweerster] werkte niet op 19 januari 2017 en in verband daarmee heeft [leidinggevende] op vrijdag 20 januari 2017 het incident met [verweerster] besproken vóor aanvang van haar werk, waarna [verweerster] is geschorst. Omdat 4/10

5 [leidinggevende] niet bevoegd is om ontslag op staande voet te geven, heeft hij het incident doorgegeven aan en besproken met het hoofdkantoor van Deen. Bij het hoofdkantoor van Deen heeft vervolgens beraad plaatsgevonden en is het personeelsdossier van [verweerster] bekeken, waarna op maandag 23 januari 2017 is besloten om ontslag op staande voet te geven. Dat ontslag is op maandagochtend telefonisch aan [verweerster] meegedeeld en die dag per brief bevestigd Gelet op de hiervoor beschreven gang van zaken heeft Deen voldoende voortvarend gehandeld bij het geven van het ontslag op staande voet en de mededeling van de dringende reden. Daarbij wordt mede in aanmerking genomen dat de dringende reden op vrijdag 20 januari 2017 ter kennis is gekomen van degenen die bevoegd zijn bij Deen om ontslag op staande voet te geven en dat tussen dat moment en de datum van het ontslag op staande voet op maandag 23 januari 2017 een weekend is gelegen [verweerster] wordt wel gevolgd in haar standpunt dat geen sprake is van een dringende reden voor het ontslag op staande voet en dat dit ontslag dus niet rechtsgeldig is, op de volgende gronden Volgens artikel 7:678 lid 1 BW worden voor de werkgever als dringende redenen voor een ontslag op staande voet beschouwd zodanige daden, eigenschappen of gedragingen van de werknemer, die ten gevolge hebben dat van de werkgever redelijkerwijze niet kan gevergd worden de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. In artikel 7:678 lid 2, onderdeel d en k, BW is bepaald dat een dringende reden onder andere aanwezig kan zijn wanneer de werknemer zich schuldig maakt aan diefstal of verduistering waardoor hij het vertrouwen van de werkgever onwaardig wordt, of als de werknemer grovelijk de plichten veronachtzaamt die de arbeidsovereenkomst hem oplegt Bij de beoordeling van de vraag of van een dringende reden sprake is, moeten alle omstandigheden van het geval, in onderling verband en samenhang, in aanmerking worden genomen. Daarbij behoren in de eerste plaats te worden betrokken de aard en ernst van hetgeen de werkgever als dringende reden aanmerkt, en verder onder meer de aard en duur van de dienstbetrekking, de wijze waarop de werknemer deze heeft vervuld, alsmede de persoonlijke omstandigheden van de werknemer, zoals zijn leeftijd en de gevolgen die een ontslag op staande voet voor hem zou hebben. Ook indien de gevolgen ingrijpend zijn, kan een afweging van deze persoonlijke omstandigheden tegen de aard en de ernst van de dringende reden tot de conclusie leiden dat een onmiddellijke beëindiging van de arbeidsovereenkomst gerechtvaardigd is (zie: HR 21 januari 2000, ECLI:NL:HR:2000:AA4436; NJ 2000/190; JAR 2000/45 (Prins/Hema)) Vast staat dat [verweerster] op 17 januari 2017, na afloop van de werktijd, in het magazijn van Deen een hap heeft genomen uit een donut die aan Deen toebehoorde. Niet betwist is de stelling van [verweerster] dat het hier ging om een donut die deel uitmaakte van een grote partij donuts die na afloop van de werkdag zouden worden weggegooid, omdat deze donuts niet langer houdbaar waren. Ook staat vast dat [verweerster] de hap uit de donut heeft genomen in het bijzijn van meerdere collega s en met de gedachte dat zij de vulling van de donut wilde proeven, omdat het om een nieuw product ging. [verweerster] heeft de donut na het nemen van de hap weggegooid in de vuilniscontainer. Daar zijn ook de overige donuts van de betreffende partij in terecht gekomen [verweerster] heeft door het nemen van de hap uit de donut op grove wijze haar verplichtingen uit de arbeidsovereenkomst, en met name de huisregels van Deen, geschonden. Zij heeft zich daarmee immers een donut van Deen toegeëigend, terwijl zij bekend was met het strikte beleid van Deen, zoals neergelegd in de huisregels, dat medewerkers zich ook geen artikelen mogen toe eigenen die bestemd zijn om te worden weggegooid en dat dit door Deen als diefstal wordt aangemerkt. Er is temeer sprake van een grove schending van die verplichtingen, omdat [verweerster] op 11 juli 2016 en 29 december 2016 nog was gewaarschuwd voor de hiervoor genoemde incidenten, die ook zagen op een schending van de huisregels. [verweerster] heeft kanttekeningen geplaatst bij de betreffende waarschuwingen, maar niet, althans onvoldoende betwist dat zij in de genoemde gevallen wel de huisregels heeft overtreden Deen stelt ook terecht dat zij er mede gelet op de aard van haar onderneming groot belang bij heeft om haar huisregels strikt toe te passen en te handhaven, om zodoende diefstal en fraude door eigen medewerkers zoveel mogelijk te voorkomen en tegen te gaan. De kantonrechter is het in dat kader met Deen eens dat in beginsel ook in geval van bagatel delicten, dat wil zeggen diefstal of het zich toe 5/10

6 eigenen door een medewerker van artikelen of producten met een (zeer) geringe of verwaarloosbare waarde, ontslag op staande voet kan volgen (zie: HR 20 april 2012, ECLI:NL:HR:2012:BV9532, JAR 2012/135 (Bijenkorf); rechtbank Amsterdam, 19 december 2014, ECLI:NL: RBAMS:2014: 8731 en rechtbank Amsterdam, 7 februari 2017, ECLI:NL:RBAMS:2017:905) Ondanks de grove schending door [verweerster] van haar verplichtingen uit de arbeidsovereenkomst en het belang van Deen bij strikte handhaving van haar huisregels, is in dit geval ontslag op staande voet toch niet gerechtvaardigd, gelet op de persoonlijke en financiële gevolgen van het ontslag op staande voet voor [verweerster] en de overige relevante omstandigheden. Daarbij wordt meegewogen dat [verweerster] 17 jaar in dienst is geweest bij Deen en dat zij dus gedurende zeer lange tijd haar arbeidskracht heeft ingezet voor Deen, ook al is haar functioneren niet altijd vlekkeloos geweest. Verder is voldoende aannemelijk dat [verweerster] door het ontslag op staande voet zal zijn aangewezen op een bijstandsuitkering waarop een sanctie zal worden toegepast, zoals zij op de zitting heeft toegelicht, hetgeen gelet op haar inkomenssituatie en haar positie als alleenstaande ouder ingrijpende gevolgen heeft. Vanwege het eenzijdige arbeidsverleden van [verweerster] zal het ook niet eenvoudig zijn voor haar om weer een andere, vergelijkbare baan te vinden. Daarbij komt dat uitgaande van een terecht ontslag op staande voet in dit geval ook toewijzing van de vordering van Deen tot betaling van de vergoeding op grond van artikel 7:677 lid 2 BW in de rede zou liggen, hetgeen de financiële gevolgen voor [verweerster] des te groter zou maken. Tot slot weegt in dit kader mee dat geen sprake is geweest van het heimelijk meenemen van artikelen of goederen met het doel zich deze toe te eigenen, maar van het nemen van een hap uit een donut, bestemd om te worden weggegooid, in het bijzijn van collega s Uit artikel 7:681 lid 1, onderdeel a, BW volgt dat de kantonrechter op verzoek van de werknemer de opzegging van de arbeidsovereenkomst door de werkgever kan vernietigen, indien de werkgever heeft opgezegd in strijd met artikel 7:671 BW. Omdat hiervoor is geoordeeld dat het ontslag op staande voet niet rechtsgeldig is, zal het verzoek van [verweerster] om vernietiging van dat ontslag worden toegewezen Nu het ontslag op staande voet wordt vernietigd, duurt de arbeidsovereenkomst voort en heeft [verweerster] recht op loon. De vordering van Deen tot loonbetaling zal daarom eveneens worden toegewezen. De gevorderde wettelijke verhoging van artikel 7:625 BW en de wettelijke rente zullen ook worden toegewezen, omdat Deen te laat heeft betaald en in verzuim is gekomen, waarbij de wettelijke verhoging zal worden beperkt tot 10% Het verzoek van [verweerster] om Deen te veroordelen haar toe te laten tot het werk wordt afgewezen, omdat de arbeidsovereenkomst tussen partijen zal worden ontbonden per 1 april 2017, zoals blijkt uit het hiernavolgende Nu in deze uitspraak al een beslissing wordt gegeven over het verzoek van [verweerster], is er geen reden meer om met toepassing van artikel 223 Rv een voorlopige voorziening te treffen. Een voorlopige voorziening op grond van dat artikel kan immers alleen worden getroffen voor de duur van het geding Uit het voorgaande volgt dat de vordering van Deen tot betaling van een vergoeding als bedoeld in artikel 7:677 lid 2 BW wordt afgewezen De proceskosten komen voor rekening van Deen, omdat zij overwegend ongelijk krijgt. het verzoek Het gaat in deze zaak om de vraag of de arbeidsovereenkomst tussen partijen moet worden ontbonden op grond van artikel 7:671b lid 1 BW Hiervoor is geoordeeld dat het ontslag op staande voet moet worden vernietigd. Dat betekent dat de voorwaarde waaronder Deen het verzoek om ontbinding van de arbeidsovereenkomst heeft gedaan, is vervuld, zodat dit verzoek zal worden beoordeeld. Deen heeft ook belang bij de verzochte ontbinding, 6/10

7 omdat de arbeidsovereenkomst niet is geëindigd door het ontslag op staande voet (zie: HR 23 december 2016, ECLI:NL:HR:2016:2998 (Mediant)) In dit geval is het (voorwaardelijke) verzoek om ontbinding van de arbeidsovereenkomst ingediend voordat het verzoek om vernietiging van het ontslag op staande voet is gedaan. In een dergelijk geval brengt een goede procesorde in beginsel mee dat de behandeling van het verzoek om ontbinding moet worden aangehouden totdat de vervaltermijn van twee maanden voor het verzoek om vernietiging van het ontslag is verstreken (zie: HR 23 december 2016, ECLI:NL:HR:2016:2998 (Mediant)). Zoals met partijen op de zitting is besproken, kon echter in dit geval uit een oogpunt van een goede procesorde van aanhouding van het verzoek om ontbinding worden afgezien, mede omdat [verweerster] in het verweerschrift al heeft verzocht om vernietiging van het ontslag op staande voet De kantonrechter stelt voorop dat uit artikel 7:669 lid 1 BW volgt dat de arbeidsovereenkomst alleen kan worden ontbonden indien daar een redelijke grond voor is en herplaatsing van Deen binnen een redelijke termijn niet mogelijk is of niet in de rede ligt Deen voert aan dat de redelijke grond voor ontbinding is gelegen in het feit dat [verweerster] zich op 17 januari 2017 een donut heeft toegeëigend die aan Deen toebehoorde, door daaruit een hap te nemen, en dat zij daarmee de huisregels van Deen heeft overtreden, terwijl zij in dat kader voor vergelijkbare incidenten al eerder waarschuwingen had gehad Naar het oordeel van de kantonrechter is er een redelijke grond voor ontbinding, zoals bedoeld in artikel 7:669 lid 3, onderdeel e, BW, omdat sprake is van verwijtbaar handelen of nalaten van [verweerster], zodanig dat van Deen in redelijkheid niet kan worden gevergd de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. Daarbij verwijst de kantonrechter naar hetgeen hiervoor onder 5.10 en 5.11 is overwogen, te weten dat [verweerster] door het nemen van de hap uit de donut op grove wijze haar verplichtingen uit de arbeidsovereenkomst, en met name de huisregels van Deen, heeft geschonden, terwijl zij bekend was met het strikte beleid van Deen, zoals neergelegd in de huisregels. De stelling van [verweerster] dat Deen andere schendingen van de huisregels regelmatig door de vingers ziet en gedoogt, vindt geen steun in de stukken. Uit de door Deen overgelegde verklaring van [leidinggevende] blijkt dat Deen consequent optreedt tegen overtredingen van de huisregels. [verweerster] heeft haar standpunt daartegenover onvoldoende gemotiveerd en onderbouwd. Bovendien heeft Deen terecht opgemerkt dat zij alleen kan optreden tegen overtredingen van de huisregels die onder haar aandacht of die van de leidinggevenden van een filiaal komen Gelet op artikel 7:669 lid 1 BW ligt herplaatsing niet in de rede, omdat sprake is van verwijtbaar handelen of nalaten van [verweerster] De arbeidsovereenkomst zal dus onvoorwaardelijk worden ontbonden Deen heeft verzocht om bij ontbinding geen rekening te houden met de geldende opzegtermijn, omdat sprake is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de [verweerster]. De kantonrechter overweegt daarover als volgt Op grond van artikel 7:671b lid 8, onderdeel a en b, BW bepaalt de kantonrechter bij ontbinding het einde van de arbeidsovereenkomst op het tijdstip waarop de arbeidsovereenkomst bij regelmatige opzegging zou zijn geëindigd, maar kan hij het einde van de arbeidsovereenkomst bepalen op een eerder tijdstip, indien de ontbinding van de arbeidsovereenkomst het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werknemer Hiervoor is geoordeeld dat geen sprake is van een dringende reden voor ontslag op staande voet. Daaruit volgt echter niet zonder meer dat ook geen sprake is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de [verweerster]. Hoewel in de praktijk een dringende reden ook vaak ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werknemer zal opleveren, en omgekeerd, moeten beide begrippen onderscheiden worden en vallen zij niet altijd samen. Een dringende reden kan immers ook worden aangenomen als geen sprake is van verwijtbaarheid bij de werknemer, terwijl dat bij ernstig verwijtbaar handelen uiteraard anders ligt (zie: HR 3 maart 1989, ECLI:NL:HR:1989:AB8339, NJ 1989/549 (Choaibi/NS) en HR 29 september 2000, ECLI:NL:HR:2000:AA7282, JAR 2000/223 (Nutricia)). Ook in 7/10

8 de wetgeschiedenis van de Wet werk en zekerheid is benadrukt dat bewust onderscheid is gemaakt tussen de begrippen ernstige verwijtbaarheid en dringende reden, en dat een situatie die tot een dringende reden leidt niet altijd gepaard hoeft te gaan met verwijtbaarheid (Kamerstukken II, , , nr. 3, pag. 112 en Kamerstukken I, , , nr , pag. 14). Verder dienen bij de beoordeling van een dringende reden alle omstandigheden te worden meegewogen, waaronder de wijze van functioneren van de werknemer, de persoonlijke omstandigheden en de gevolgen van het ontslag, terwijl bij de vraag of sprake is van ernstige verwijtbaarheid de nadruk naar het oordeel van de kantonrechter behoort te liggen op de beoordeling van het handelen of nalaten van de werknemer dat tot ontbinding heeft geleid, zonder dat daarbij eerdergenoemde overige omstandigheden (hoeven te) worden betrokken. In de literatuur is ervoor gepleit om geen onderscheid (meer) te maken tussen een dringende reden en ernstige verwijtbaarheid, in die zin dat ook voor het aannemen van een dringende reden voortaan ernstige verwijtbaarheid als vereiste wordt gesteld, teneinde onnodige complexiteit van het ontslagrecht te voorkomen (zie: E. Verhulp, Een transitievergoeding na een terecht gegeven ontslag op staande voet?, TvO 2017/1). De kantonrechter begrijpt dat pleidooi, maar ziet daarvoor gelet op het wettelijk kader, de hiervoor aangehaalde wetsgeschiedenis en vaste rechtspraak van de Hoge Raad geen ruimte. Het is aan de wetgever om, indien gewenst, het onderscheid tussen een dringende reden en ernstige verwijtbaarheid weg te nemen, niet aan de (kanton)rechter Naar het oordeel van de kantonrechter is de ontbinding van de arbeidsovereenkomst niet alleen het gevolg van verwijtbaar handelen van [verweerster], maar is dat handelen ook ernstig verwijtbaar. Zoals hiervoor al is overwogen, heeft [verweerster] door het nemen van de hap uit de donut op grove wijze haar verplichtingen uit de arbeidsovereenkomst geschonden, en met name de huisregels van Deen. [verweerster] was met die huisregels bekend, waaronder de regel dat medewerkers zich ook geen artikelen mogen toe eigenen die bestemd zijn om te worden weggegooid en de regel dat dit door Deen als diefstal wordt aangemerkt. Bovendien was [verweerster] op 11 juli 2016 en 29 december 2016 nog gewaarschuwd in verband met eerdere schendingen van de huisregels en had zij zich er temeer van bewust moeten zijn dat haar handelen daarom onaanvaardbaar was. Verder wordt in aanmerking genomen dat uit de wetgeschiedenis blijkt dat het bij ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werknemer gaat om bijvoorbeeld de situatie waarin de werknemer zich schuldig maakt aan diefstal of verduistering, waardoor hij het vertrouwen van de werkgever onwaardig wordt, of de situatie waarin de werknemer in strijd met eigen in de praktijk toegepaste en voor de werknemer kenbare gedragsregels van de organisatie van de werkgever, geld leent uit de bedrijfskas en zulks leidt tot een vertrouwensbreuk (zie: Kamerstukken II, , , nr. 3, pag. 40). Het hiervoor genoemde handelen van [verweerster] ligt in de lijn van de voorbeelden genoemd in de wetsgeschiedenis. Zoals hiervoor al is overwogen, blijven de persoonlijke omstandigheden van [verweerster] en de gevolgen van het ontslag op staande voet, die bij de beoordeling van de dringende reden een doorslaggevende rol hebben gespeeld, buiten beschouwing bij de beoordeling van de ernstige verwijtbaarheid De arbeidsovereenkomst zal daarom worden ontbonden met ingang van 1 april Die datum ligt kort na de datum van deze beschikking, in verband met het feit dat Deen nog de gelegenheid krijgt het verzoek in te trekken tot en met uiterlijk 31 maart [verweerster] heeft verzocht voor recht te verklaren dat Deen een transitievergoeding verschuldigd is van 6.503,00 bruto. Op grond van artikel 7:673 lid 7, onderdeel c, BW is de transitievergoeding echter niet verschuldigd, indien het eindigen van de arbeidsovereenkomst het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werknemer. Nu hiervoor is geoordeeld dat sprake is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van [verweerster], heeft zij in beginsel geen recht op een transitievergoeding De kantonrechter ziet echter reden om toepassing te geven aan artikel 7:673 lid 8 BW. Daarbij wordt ervan uitgegaan dat [verweerster] met haar nadrukkelijke verwijzing naar haar persoonlijke omstandigheden en de gevolgen voor haar van het ontslag, ook bedoeld heeft om een beroep te doen op deze bepaling. Volgens artikel 7:673 lid 8 BW kan, in afwijking van artikel 7:673 lid 7, onderdeel c, BW, door de kantonrechter de transitievergoeding toch geheel of gedeeltelijk aan de werknemer worden toegekend indien het niet toekennen ervan naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. Blijkens de wetsgeschiedenis kan daarbij gedacht worden aan het geval waarin een werknemer een relatief kleine misstap begaat na een heel lang dienstverband (zie: Kamerstukken II, , , nr. 3, pag. 113). In dit geval is het nemen van een hap van de donut, de directe 8/10

9 aanleiding voor de ontbinding van de arbeidsovereenkomst, een grove fout geweest van [verweerster] die ernstig verwijtbaar handelen oplevert. Tegelijkertijd is die fout een eenmalige geweest, in die zin dat de eerdere waarschuwingen aan het adres van [verweerster] niet op (geheel) dezelfde schendingen van de huisregels zagen. Daarbij komt dat sprake is van een langdurig dienstverband van 17 jaar, dat ontbinding van de arbeidsovereenkomst (al dan niet op termijn) gevolgen zal hebben voor de inkomenssituatie van [verweerster] als alleenstaande ouder en dat zij gezien haar eenzijdige arbeidsverleden niet gemakkelijk een andere, vergelijkbare baan zal vinden. Het geheel vervallen van het recht op transitievergoeding is onder die omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar. De kantonrechter is van oordeel dat een gedeeltelijke toekenning, te weten 50% van de transitievergoeding, wel recht doet aan de omstandigheden van dit geval [verweerster] stelt dat een volledige transitievergoeding een bedrag is van 6.503,00 bruto. Volgens Deen gaat het om een bedrag van 5.900,00 bruto. Beide partijen hebben hun standpunt in dit kader niet nader gemotiveerd en onderbouwd. De kantonrechter heeft daarom een berekening gemaakt aan de hand de hem uit de stukken bekende gegevens van [verweerster] en de rekentool voor de berekening van de transitievergoeding op de site van de rijksoverheid ( hetgeen leidt tot een transitievergoeding van 6.273,20 bruto. Daarvan zal dus 50% worden toegekend, te weten een bedrag van 3.136,60 bruto De kantonrechter ziet geen aanleiding om aan [verweerster] een billijke vergoeding toe te kennen, zoals zij heeft verzocht. Gelet op artikel 7:671b lid 8, onderdeel c, BW is voor toekenning van een billijke vergoeding alleen plaats indien de ontbinding van de arbeidsovereenkomst het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever. Uit het voorgaande volgt dat van dergelijk handelen of nalaten van Deen geen sprake is Nu aan de ontbinding de toekenning van een (gedeeltelijke) transitievergoeding wordt verbonden, zal Deen gelet op artikel 7:686a lid 6 BW in de gelegenheid worden gesteld om het verzoek in te trekken binnen de hierna genoemde termijn De proceskosten komen voor rekening van [verweerster], omdat hiervoor is geoordeeld dat zij ernstig verwijtbaar heeft gehandeld en zij daarom overwegend ongelijk krijgt. 6 De beslissing De kantonrechter: het tegenverzoek 6.1. vernietigt het ontslag op staande voet; 6.2. veroordeelt Deen tot betaling aan [verweerster] van het loon over de periode van 23 januari 2017 tot 1 april 2017, te vermeerderen met de wettelijke verhoging met een maximum van 10%, en te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de opeisbaarheid tot aan de dag van de gehele betaling; 6.3. veroordeelt Deen tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van [verweerster] tot en met vandaag vaststelt op 600,00 aan salaris voor de gemachtigde van [verweerster] ; 6.4. verklaart de veroordeling onder 6.1, 6.2 en 6.3 uitvoerbaar bij voorraad; 6.5. wijst het verzoek voor het overige af; het verzoek 9/10

10 6.6. bepaalt dat de termijn, waarbinnen Deen het verzoek kan intrekken (door middel van een schriftelijke mededeling aan de griffier, met toezending van een kopie daarvan aan (de gemachtigde van) [verweerster], zal lopen tot en met 31 maart 2017; Voor het geval Deen het verzoek niet binnen die termijn intrekt: 6.7. ontbindt de arbeidsovereenkomst tussen partijen met ingang van 1 april 2017; 6.8. verklaart voor recht dat Deen aan [verweerster] een transitievergoeding verschuldigd is van 3.136,60 bruto; 6.9. veroordeelt [verweerster] tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van Deen tot en met vandaag vaststelt op: griffierecht 117,00 salaris gemachtigde 600,00; verklaart de veroordeling onder 6.7 en 6.9 uitvoerbaar bij voorraad; wijst het verzoek voor het overige af; Voor het geval Deen het verzoek binnen die termijn intrekt: veroordeelt Deen tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van [verweerster] tot en met vandaag vaststelt op 600,00 aan salaris voor de gemachtigde van [verweerster] ; verklaart de veroordeling onder 6.12 uitvoerbaar bij voorraad. Deze beschikking is gewezen door mr. P.J. Jansen, kantonrechter en op 23 maart 2017 in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier. De griffier De kantonrechter 10/10

ECLI:NL:RBNHO:2016:9102

ECLI:NL:RBNHO:2016:9102 ECLI:NL:RBNHO:2016:9102 Instantie Datum uitspraak 16-09-2016 Datum publicatie 08-11-2016 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer 5223266 \ AO VERZ 16-222 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNHO:2016:4991

ECLI:NL:RBNHO:2016:4991 ECLI:NL:RBNHO:2016:4991 Instantie Datum uitspraak 20-06-2016 Datum publicatie 04-07-2016 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer 4983481 / OA VERZ 16-101 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNHO:2014:8414

ECLI:NL:RBNHO:2014:8414 ECLI:NL:RBNHO:2014:8414 Instantie Datum uitspraak 16-06-2014 Datum publicatie 13-11-2014 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer 2896454 CV EXPL 14-830 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2016:6651

ECLI:NL:RBAMS:2016:6651 ECLI:NL:RBAMS:2016:6651 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 05-10-2016 Datum publicatie 18-10-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie EA VERZ 16-968/16-1002/16-1126/C104420

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNHO:2016:8196

ECLI:NL:RBNHO:2016:8196 ECLI:NL:RBNHO:2016:8196 Instantie Datum uitspraak 14-06-2016 Datum publicatie 28-10-2016 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer 4970259 / AO VERZ 16-134 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2016:1678

ECLI:NL:RBAMS:2016:1678 ECLI:NL:RBAMS:2016:1678 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 24-03-2016 Datum publicatie 29-03-2016 Zaaknummer KK EXPL 16-200 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNHO:2016:6590

ECLI:NL:RBNHO:2016:6590 ECLI:NL:RBNHO:2016:6590 Instantie Datum uitspraak 15-08-2016 Datum publicatie 16-08-2016 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer 5198600 \ AO VERZ 16-212 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2017:3179

ECLI:NL:RBAMS:2017:3179 ECLI:NL:RBAMS:2017:3179 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 10-04-2017 Datum publicatie 12-05-2017 Zaaknummer EA VERZ 17-179 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNNE:2017:1905

ECLI:NL:RBNNE:2017:1905 ECLI:NL:RBNNE:2017:1905 Instantie Datum uitspraak 04-04-2017 Datum publicatie 24-05-2017 Rechtbank Noord-Nederland Zaaknummer 5701818 AR VERZ 17-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOBR:2016:1526

ECLI:NL:RBOBR:2016:1526 ECLI:NL:RBOBR:2016:1526 Permanente link: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ecli:nl:rbobr:2016:1526 Instantie Rechtbank Oost Brabant Datum uitspraak 09 03 2016 Datum publicatie 04 04 2016 Zaaknummer

Nadere informatie

ECLI:NL:RBLIM:2017:6026

ECLI:NL:RBLIM:2017:6026 ECLI:NL:RBLIM:2017:6026 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 26-06-2017 Datum publicatie 29-06-2017 Zaaknummer 5909244/AZ/17-81 26062017 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Arbeidsrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2018:484. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 17/01642

ECLI:NL:HR:2018:484. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 17/01642 ECLI:NL:HR:2018:484 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 30-03-2018 Datum publicatie 30-03-2018 Zaaknummer 17/01642 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2018:46

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNHO:2017:1456

ECLI:NL:RBNHO:2017:1456 ECLI:NL:RBNHO:2017:1456 Instantie Datum uitspraak 14-02-2017 Datum publicatie 12-04-2017 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer 5471408 / AO VERZ 16-314 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBLIM:2017:7110

ECLI:NL:RBLIM:2017:7110 ECLI:NL:RBLIM:2017:7110 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 21-07-2017 Datum publicatie 25-07-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 6089641/AZ/17-120 - 6007924/AZ/17-100

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNHO:2017:437

ECLI:NL:RBNHO:2017:437 ECLI:NL:RBNHO:2017:437 Instantie Datum uitspraak 07-02-2017 Datum publicatie 10-02-2017 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer 5538377 AO VERZ 16-344 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Arbeidsrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBLIM:2016:661

ECLI:NL:RBLIM:2016:661 ECLI:NL:RBLIM:2016:661 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 27012016 Datum publicatie 28012016 Zaaknummer 4683113/AZ/15341 27012016 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Arbeidsrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2013:4384

ECLI:NL:RBGEL:2013:4384 ECLI:NL:RBGEL:2013:4384 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 28-10-2013 Datum publicatie 08-11-2013 Zaaknummer 2277457 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2016:5507

ECLI:NL:RBGEL:2016:5507 ECLI:NL:RBGEL:2016:5507 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 27-07-2016 Datum publicatie 17-10-2016 Zaaknummer 5122602 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Eerste

Nadere informatie

vonnis in kort geding ex artikel 254 lid 5 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,

vonnis in kort geding ex artikel 254 lid 5 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam, ECLI:NL:RBROT:2016:996 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 10-02-2016 Datum publicatie 10-02-2016 Zaaknummer 4645281 VV EXPL 15-591 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Kort geding

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNHO:2015:4553

ECLI:NL:RBNHO:2015:4553 ECLI:NL:RBNHO:2015:4553 Instantie Datum uitspraak 20-02-2015 Datum publicatie 04-06-2015 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer 3484228 AO VERZ 15-3 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2015:16283

ECLI:NL:RBDHA:2015:16283 ECLI:NL:RBDHA:2015:16283 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 24-12-2015 Datum publicatie 21-06-2017 Zaaknummer 4557837 RP VERZ 15-15-50697 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBLIM:2016:3870

ECLI:NL:RBLIM:2016:3870 ECLI:NL:RBLIM:2016:3870 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 04-05-2016 Datum publicatie 09-05-2016 Zaaknummer 4899094 AZ VERZ 16-71 en 4906295 AZ VERZ 16-73 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNHO:2014:12275

ECLI:NL:RBNHO:2014:12275 ECLI:NL:RBNHO:2014:12275 Instantie Datum uitspraak 24-09-2014 Datum publicatie 23-12-2014 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer 3265760 VV EXPL 14-81 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2017:1643

ECLI:NL:RBGEL:2017:1643 ECLI:NL:RBGEL:2017:1643 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 01032017 Datum publicatie 27032017 Zaaknummer 316395 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Kort geding

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNNE:2016:4508 Rechtbank Noord-Nederland Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer CV EXPL

ECLI:NL:RBNNE:2016:4508 Rechtbank Noord-Nederland Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer CV EXPL ECLI:NL:RBNNE:2016:4508 Instantie Rechtbank Noord-Nederland Datum uitspraak 06-09-2016 Datum publicatie 11-10-2016 Zaaknummer 4888855 CV EXPL 16-3386 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Op

Nadere informatie

ECLI:NL:OGEAC:2017:86

ECLI:NL:OGEAC:2017:86 ECLI:NL:OGEAC:2017:86 Instantie Datum uitspraak 04-07-2017 Datum publicatie 17-07-2017 Zaaknummer KG 82882 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerecht in eerste aanleg van Curaçao Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2016:3002

ECLI:NL:GHDHA:2016:3002 ECLI:NL:GHDHA:2016:3002 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 04-10-2016 Datum publicatie 13-10-2016 Zaaknummer 200.187.341 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOBR:2017:2711

ECLI:NL:RBOBR:2017:2711 ECLI:NL:RBOBR:2017:2711 Instantie Datum uitspraak 15-05-2017 Datum publicatie 23-05-2017 Zaaknummer 5853311 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Oost-Brabant Civiel recht Beschikking

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOBR:2016:7513

ECLI:NL:RBOBR:2016:7513 ECLI:NL:RBOBR:2016:7513 Instantie Datum uitspraak 13-12-2016 Datum publicatie 27-06-2017 Rechtbank Oost-Brabant Zaaknummer 5455146 EJ VERZ 16/705 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2017:1537

ECLI:NL:RBAMS:2017:1537 ECLI:NL:RBAMS:2017:1537 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 09-03-2017 Datum publicatie 13-03-2017 Zaaknummer KK EXPL 17-174 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

AANBEVELINGEN ten aanzien van de schikking ter zitting in Wwz-zaken (en pro forma ontbinding) en de proceskostenveroordeling in Wwz-zaken

AANBEVELINGEN ten aanzien van de schikking ter zitting in Wwz-zaken (en pro forma ontbinding) en de proceskostenveroordeling in Wwz-zaken AANBEVELINGEN ten aanzien van de schikking ter zitting in Wwz-zaken (en pro forma ontbinding) en de proceskostenveroordeling in Wwz-zaken INLEIDING In de plenaire vergadering van het Landelijk overleg

Nadere informatie

Aanbeveling schikking en proceskosten Wwz

Aanbeveling schikking en proceskosten Wwz Aanbeveling schikking en proceskosten Wwz Aanbevelingen ten aanzien van de schikking ter zitting in Wwz-zaken (en pro forma ontbinding) en de proceskostenveroordeling in Wwz-zaken INLEIDING In de plenaire

Nadere informatie

zaaknummers: AZVERZ (verzoek [X]) AZ VERZ (tegenverzoek [Y B.V.])

zaaknummers: AZVERZ (verzoek [X]) AZ VERZ (tegenverzoek [Y B.V.]) beschikking RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT Kanton Tilburg zaaknummers: 5542617 AZVERZ 16-163 (verzoek [X]) 5545628 AZ VERZ 16-164 (tegenverzoek [Y B.V.]) Beschikking van 8 maart 2017 In de zaak van [X],

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2010:BO4467

ECLI:NL:RBARN:2010:BO4467 ECLI:NL:RBARN:2010:BO4467 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 01-11-2010 Datum publicatie 19-11-2010 Zaaknummer 710236 VV Expl. 10-8085 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2007:BA4351

ECLI:NL:RBUTR:2007:BA4351 ECLI:NL:RBUTR:2007:BA4351 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 03-05-2007 Datum publicatie 03-05-2007 Zaaknummer 515624 AV EXPL 07-35 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOBR:2017:2702

ECLI:NL:RBOBR:2017:2702 ECLI:NL:RBOBR:2017:2702 Instantie Datum uitspraak 09-05-2017 Datum publicatie 15-05-2017 Zaaknummer 5765762 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Oost-Brabant Arbeidsrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGRO:2010:BN3546

ECLI:NL:RBGRO:2010:BN3546 ECLI:NL:RBGRO:2010:BN3546 Instantie Rechtbank Groningen Datum uitspraak 27-07-2010 Datum publicatie 09-08-2010 Zaaknummer 463608 VV EXPL 10-72 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNHO:2017:1958

ECLI:NL:RBNHO:2017:1958 ECLI:NL:RBNHO:2017:1958 Instantie Datum uitspraak 19-01-2017 Datum publicatie 14-03-2017 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer 5376633 / CV EXPL 16-5461 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2017:3973

ECLI:NL:RBMNE:2017:3973 ECLI:NL:RBMNE:2017:3973 Instantie Datum uitspraak 17-07-2017 Datum publicatie 07-08-2017 Rechtbank Midden-Nederland Zaaknummer UTR 17/196 en 17/197 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBALM:2010:BN8235

ECLI:NL:RBALM:2010:BN8235 ECLI:NL:RBALM:2010:BN8235 Instantie Rechtbank Almelo Datum uitspraak 22-09-2010 Datum publicatie 24-09-2010 Zaaknummer 113824 / KG ZA 10-207 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Kort geding

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2017:1591

ECLI:NL:RBDHA:2017:1591 ECLI:NL:RBDHA:2017:1591 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 15-02-2017 Datum publicatie 24-02-2017 Zaaknummer 5615559 RP VERZ 16-50874 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBLIM:2017:2309

ECLI:NL:RBLIM:2017:2309 ECLI:NL:RBLIM:2017:2309 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 15032017 Datum publicatie 16032017 Zaaknummer 5377597 cv 169148 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Arbeidsrecht Burgerlijk

Nadere informatie

ECLI:NL:RBLIM:2017:4418

ECLI:NL:RBLIM:2017:4418 ECLI:NL:RBLIM:2017:4418 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 04052017 Datum publicatie 15052017 Zaaknummer C/03/232895 / KG ZA 17112 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2015:2828

ECLI:NL:CRVB:2015:2828 ECLI:NL:CRVB:2015:2828 Instantie Datum uitspraak 12-08-2015 Datum publicatie 28-08-2015 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 13/5439 WW Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZWB:2014:7769

ECLI:NL:RBZWB:2014:7769 ECLI:NL:RBZWB:2014:7769 Instantie Datum uitspraak 12-11-2014 Datum publicatie 24-11-2014 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Zeeland-West-Brabant 2807368_E12112014

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2017:147 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:GHAMS:2017:147 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01 ECLI:NL:GHAMS:2017:147 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 17-01-2017 Datum publicatie 23-03-2017 Zaaknummer 200.189.286/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2009:BJ2773

ECLI:NL:RBROT:2009:BJ2773 ECLI:NL:RBROT:2009:BJ2773 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 14-07-2009 Datum publicatie 16-07-2009 Zaaknummer 979614 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNHO:2013:13255

ECLI:NL:RBNHO:2013:13255 1 van 5 27-2-2014 13:18 ECLI:NL:RBNHO:2013:13255 Instantie Datum uitspraak 03-07-2013 Datum publicatie 27-01-2014 Zaaknummer 424898 Rechtsgebieden Rechtbank Noord-Holland Civiel recht Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2017:2373

ECLI:NL:RBAMS:2017:2373 ECLI:NL:RBAMS:2017:2373 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 30-03-2017 Datum publicatie 14-04-2017 Zaaknummer 5757565 KK EXPL 17-203 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2016:5284

ECLI:NL:RBOVE:2016:5284 ECLI:NL:RBOVE:2016:5284 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 29-11-2016 Datum publicatie 23-01-2017 Zaaknummer 5412088 \ EJ VERZ 16-365 (hoofdzaak) en 5416492 EJ VERZ 16-373 (incident) Formele

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2017:1150

ECLI:NL:GHDHA:2017:1150 ECLI:NL:GHDHA:2017:1150 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 21-03-2017 Datum publicatie 01-05-2017 Zaaknummer 200.196.398/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2011:BP8136

ECLI:NL:RBSGR:2011:BP8136 ECLI:NL:RBSGR:2011:BP8136 Instantie Datum uitspraak 15-02-2011 Datum publicatie 18-03-2011 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer 385723 / KG ZA 11-78 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2015:7740

ECLI:NL:RBROT:2015:7740 ECLI:NL:RBROT:2015:7740 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 15092015 Datum publicatie 02112015 Zaaknummer C/10/482640 / KG ZA 15882 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2017:4009

ECLI:NL:RBROT:2017:4009 ECLI:NL:RBROT:2017:4009 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 23052017 Datum publicatie 30052017 Zaaknummer 5663098 VZ VERZ 17981 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Arbeidsrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2014:6635

ECLI:NL:RBMNE:2014:6635 ECLI:NL:RBMNE:2014:6635 Instantie Datum uitspraak 23-04-2014 Datum publicatie 12-12-2014 Rechtbank Midden-Nederland Zaaknummer 2898871 UE VERZ 14-187 k/4081 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2017:2065

ECLI:NL:RBAMS:2017:2065 ECLI:NL:RBAMS:2017:2065 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 21-03-2017 Datum publicatie 31-03-2017 Zaaknummer KK EXPL 17-154 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

Conclusie: ECLI:NL:PHR:2017:21, Gevolgd In cassatie op : ECLI:NL:GHSHE:2016:1717, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan

Conclusie: ECLI:NL:PHR:2017:21, Gevolgd In cassatie op : ECLI:NL:GHSHE:2016:1717, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan ECLI:NL:HR:2017:571 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 31-03-2017 Datum publicatie 31-03-2017 Zaaknummer 16/03870 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2017:21,

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2017:1041

ECLI:NL:CRVB:2017:1041 ECLI:NL:CRVB:2017:1041 Instantie Datum uitspraak 15-03-2017 Datum publicatie 16-03-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 15/4468 ZW Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNHO:2017:484

ECLI:NL:RBNHO:2017:484 ECLI:NL:RBNHO:2017:484 Instantie Datum uitspraak 25-01-2017 Datum publicatie 04-04-2017 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer 5220973 CV EXPL 16-5591 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNHO:2016:11222

ECLI:NL:RBNHO:2016:11222 ECLI:NL:RBNHO:2016:11222 Instantie Datum uitspraak 02-12-2016 Datum publicatie 04-04-2017 Zaaknummer 5435035 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Noord-Holland Civiel recht Beschikking

Nadere informatie

ECLI:NL:RBALK:2006:AY4703

ECLI:NL:RBALK:2006:AY4703 ECLI:NL:RBALK:2006:AY4703 Instantie Rechtbank Alkmaar Datum uitspraak 06-03-2006 Datum publicatie 20-07-2006 Zaaknummer 197257 CV EXPL 05-3435 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2017:1692

ECLI:NL:CRVB:2017:1692 ECLI:NL:CRVB:2017:1692 Instantie Datum uitspraak 19-04-2017 Datum publicatie 10-05-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 15/575

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2015:5812

ECLI:NL:RBAMS:2015:5812 ECLI:NL:RBAMS:2015:5812 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 23-06-2015 Datum publicatie 04-09-2015 Zaaknummer CV EXPL 14-22777 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNHO:2013:9371

ECLI:NL:RBNHO:2013:9371 ECLI:NL:RBNHO:2013:9371 Instantie Datum uitspraak 25-09-2013 Datum publicatie 11-10-2013 Zaaknummer 2113562 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Noord-Holland Civiel recht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2016:1475 Rechtbank Midden-Nederland Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer UE VERZ GD/947

ECLI:NL:RBMNE:2016:1475 Rechtbank Midden-Nederland Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer UE VERZ GD/947 ECLI:NL:RBMNE:2016:1475 Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum uitspraak 18-03-2016 Datum publicatie 22-03-2016 Zaaknummer 4765301 UE VERZ 16-29 GD/947 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2017:3808

ECLI:NL:RBMNE:2017:3808 ECLI:NL:RBMNE:2017:3808 Instantie Datum uitspraak 24-07-2017 Datum publicatie 25-07-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Midden-Nederland 6054376 AE VERZ 17-52

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2016:4517

ECLI:NL:CRVB:2016:4517 ECLI:NL:CRVB:2016:4517 Instantie Datum uitspraak 23-11-2016 Datum publicatie 29-11-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 14/4198 WW Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNHO:2017:6351

ECLI:NL:RBNHO:2017:6351 ECLI:NL:RBNHO:2017:6351 Instantie Datum uitspraak 05-07-2017 Datum publicatie 31-07-2017 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer 5474399 \ CV EXPL 16-8870 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNHO:2016:10670

ECLI:NL:RBNHO:2016:10670 ECLI:NL:RBNHO:2016:10670 Instantie Datum uitspraak 12-12-2016 Datum publicatie 27-12-2016 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer 5495640 / VV EXPL 16-224 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDOR:2008:BD6428

ECLI:NL:RBDOR:2008:BD6428 ECLI:NL:RBDOR:2008:BD6428 Instantie Rechtbank Dordrecht Datum uitspraak 05-06-2008 Datum publicatie 07-07-2008 Zaaknummer 214213 HA VERZ 08-35 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNHO:2016:2842

ECLI:NL:RBNHO:2016:2842 ECLI:NL:RBNHO:2016:2842 Instantie Datum uitspraak 04-04-2016 Datum publicatie 11-04-2016 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer 4809652 OA VERZ 16-6 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBLIM:2016:9653

ECLI:NL:RBLIM:2016:9653 ECLI:NL:RBLIM:2016:9653 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 09-11-2016 Datum publicatie 10-11-2016 Zaaknummer 5380855/AZ/16-342 09112016 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Arbeidsrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBALK:2012:BX5783

ECLI:NL:RBALK:2012:BX5783 ECLI:NL:RBALK:2012:BX5783 Instantie Rechtbank Alkmaar Datum uitspraak 11-06-2012 Datum publicatie 27-08-2012 Zaaknummer 387803 CV EXPL 11-5298 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2014:10830

ECLI:NL:RBROT:2014:10830 ECLI:NL:RBROT:2014:10830 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 09-12-2014 Datum publicatie 09-03-2015 Zaaknummer 3473272 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Eerste

Nadere informatie

de besloten vennootschap met beperkte aanprakelijkheid gevestigd te Hoofddorp, gedaagde partij, gemachtigde: mr. M.A.M. Lem.

de besloten vennootschap met beperkte aanprakelijkheid gevestigd te Hoofddorp, gedaagde partij, gemachtigde: mr. M.A.M. Lem. IN NAAM DES Ko"r,,,,'G~ vonnis RECHTBANK DEN HAAG Team kanton Leiden/Gouda Locatie Alphen aan den Rijn TJ Rolnr.: 1258331 \CV EXPL 13-762 Datum: 2juli 2013 Vonnis in de voorziening bij voorraad )( wonende

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2016:4659

ECLI:NL:CRVB:2016:4659 ECLI:NL:CRVB:2016:4659 Instantie Datum uitspraak 06-12-2016 Datum publicatie 12-12-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 16/1577 PW Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBASS:2011:BQ7650

ECLI:NL:RBASS:2011:BQ7650 ECLI:NL:RBASS:2011:BQ7650 Instantie Rechtbank Assen Datum uitspraak 17-05-2011 Datum publicatie 09-06-2011 Zaaknummer 302487 CV EXPL 10-8041 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNHO:2013:CA1235

ECLI:NL:RBNHO:2013:CA1235 ECLI:NL:RBNHO:2013:CA1235 Instantie Datum uitspraak 11-04-2013 Datum publicatie 28-05-2013 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer 422005 CV EXPL 12-2965 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2007:BB0648 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHLEE:2007:BB0648 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHLEE:2007:BB0648 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 25-07-2007 Datum publicatie 31-07-2007 Zaaknummer 0600466 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Hoger

Nadere informatie

Wederindiensttredingsvoorwaarde Ontslagbesluit; zzp'er; stageovereenkomst

Wederindiensttredingsvoorwaarde Ontslagbesluit; zzp'er; stageovereenkomst ECLI:NL:RBNNE:2013:6766 Instantie Rechtbank Noord-Nederland Datum uitspraak 12-11-2013 Datum publicatie 13-11-2013 Zaaknummer KG-2442504 - CV EXPL 13-8338-L Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

ECLI:NL:RBHAA:2008:BD4031

ECLI:NL:RBHAA:2008:BD4031 ECLI:NL:RBHAA:2008:BD4031 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 05-06-2008 Datum publicatie 16-06-2008 Zaaknummer 383212 VV EXPL 08-102 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNHO:2013:8112

ECLI:NL:RBNHO:2013:8112 ECLI:NL:RBNHO:2013:8112 Instantie Datum uitspraak 17-06-2013 Datum publicatie 19-11-2013 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer 417481 CV EXPL 12-3941 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2012:BZ0856

ECLI:NL:GHSGR:2012:BZ0856 ECLI:NL:GHSGR:2012:BZ0856 Instantie Datum uitspraak 05-12-2012 Datum publicatie 08-02-2013 Gerechtshof 's-gravenhage Zaaknummer 200.109.671-01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2017:448

ECLI:NL:GHDHA:2017:448 ECLI:NL:GHDHA:2017:448 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 07-03-2017 Datum publicatie 07-03-2017 Zaaknummer 200.202.103/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2017:2577

ECLI:NL:CRVB:2017:2577 ECLI:NL:CRVB:2017:2577 Instantie Datum uitspraak 19-07-2017 Datum publicatie 28-07-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 15/5783 WAO Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

Voorwaardelijke ontbinding onder de Wwz, Ernstig verwijtbaar handelen werkneemster, Geen vergoeding en ontbinding op termijn van vier dagen

Voorwaardelijke ontbinding onder de Wwz, Ernstig verwijtbaar handelen werkneemster, Geen vergoeding en ontbinding op termijn van vier dagen Voorwaardelijke ontbinding onder de Wwz, Ernstig verwijtbaar handelen werkneemster, Geen vergoeding en ontbinding op termijn van vier dagen Publicatie JAR 2015 afl. 13 Publicatiedatum 21 september 2015

Nadere informatie

ECLI:NL:RBASS:2006:AX0491

ECLI:NL:RBASS:2006:AX0491 ECLI:NL:RBASS:2006:AX0491 Instantie Rechtbank Assen Datum uitspraak 26-04-2006 Datum publicatie 09-05-2006 Zaaknummer 17636 \ VV EXPL 06-17 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2017:1054

ECLI:NL:CRVB:2017:1054 ECLI:NL:CRVB:2017:1054 Instantie Datum uitspraak 21-02-2017 Datum publicatie 20-03-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 15/5477 WWB Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ecli:nl:rbove...

http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ecli:nl:rbove... Rechtspraak.nl Print uitspraak 1 of 5 071215 09:02 Zoekresultaat inzien document ECLI:NL:RBOVE:2013:1448 Permanente link: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ecl Instantie Rechtbank Overijssel

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2013:3271 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2013:3271 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2013:3271 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 08-10-2013 Datum publicatie 06-01-2014 Zaaknummer 200.121.491-01 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2016:3651

ECLI:NL:CRVB:2016:3651 ECLI:NL:CRVB:2016:3651 Instantie Datum uitspraak 04-10-2016 Datum publicatie 10-10-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 16/5 WWB Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2011:BU8462

ECLI:NL:RBAMS:2011:BU8462 ECLI:NL:RBAMS:2011:BU8462 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 05-12-2011 Datum publicatie 16-12-2011 Zaaknummer CV 11-26226 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Eerste

Nadere informatie

Ontslag op staande voet

Ontslag op staande voet Ontslag op staande voet Ontslag op staande voet is een opzegging wegens een dringende reden waardoor de arbeidsovereenkomst direct eindigt. Deze opzegging vindt plaats zonder vergunning van het UWV. De

Nadere informatie

ECLI:NL:RBASS:2006:AY8841

ECLI:NL:RBASS:2006:AY8841 ECLI:NL:RBASS:2006:AY8841 Instantie Rechtbank Assen Datum uitspraak 25-09-2006 Datum publicatie 26-09-2006 Zaaknummer 58445 - KG ZA 06-182 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2016:2087

ECLI:NL:RBGEL:2016:2087 ECLI:NL:RBGEL:2016:2087 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 10-03-2016 Datum publicatie 20-04-2016 Zaaknummer 4788083 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2016:5693

ECLI:NL:RBMNE:2016:5693 ECLI:NL:RBMNE:2016:5693 Instantie Datum uitspraak 26102016 Datum publicatie 27102016 Rechtbank MiddenNederland Zaaknummer 5384012 UV EXPL 16282 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMID:2006:AY9168

ECLI:NL:RBMID:2006:AY9168 ECLI:NL:RBMID:2006:AY9168 Instantie Rechtbank Middelburg Datum uitspraak 20-09-2006 Datum publicatie 29-09-2006 Zaaknummer 47429 HA ZA 05-170 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Ambtenarenrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2017:4433

ECLI:NL:RBAMS:2017:4433 ECLI:NL:RBAMS:2017:4433 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 19-06-2017 Datum publicatie 23-06-2017 Zaaknummer EA VERZ 17-321 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2006:AV2657

ECLI:NL:GHSGR:2006:AV2657 ECLI:NL:GHSGR:2006:AV2657 Instantie Datum uitspraak 08-02-2006 Datum publicatie 09-03-2006 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-gravenhage 1103-M-05 Personen-

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2015:6266

ECLI:NL:RBMNE:2015:6266 ECLI:NL:RBMNE:2015:6266 Instantie Datum uitspraak 02-09-2015 Datum publicatie 18-09-2015 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Midden-Nederland 3818581 UC EXPL 15-1353

Nadere informatie