Leerlingentelling per 1 oktober 2000 basisonderwijs

Transcriptie

1 Mededelingen OCenW Bestemd voor: alle gemeentebesturen; de bevoegde gezagsorganen van basisscholen; de directeuren van basisscholen; de inspecteurs van het primair onderwijs. Voorlichting Datum: 28 augustus 2000 Kenmerk: CFI/IGP/2000/ Datum inwerkingtreding: n.v.t. Geldigheidsduur beleidsregel: n.v.t.. Juridische grondslag: n.v.t. Relatie tot eerdere mededelingen: n.v.t. Informatie verkrijgbaar bij: CFI/ICO/PO, Informatiewijzer: 1. Inleiding 2. Tijdpad telprocedure 3. Aandachtspunten bij telling 3.1 Telpakket naar de scholen sturen 3.2 Telformulier invullen en ondertekenen 3.3 Telformulier naar Cfi sturen Gevolgen van niet tijdig inzenden van de telgegevens 3.4 Gewaarmerkt afschrift archiveren 3.5 Afschriften naar B&W sturen 3.6 Overzicht Geregistreerde Telgegevens naar het bevoegd gezag sturen 3.7 Correcties sturen naar Cfi 3.8 Steekproefcontrole Inspectie 3.9 Steekproefcontrole Departementale AccountantsDienst (DAD) 4. Toelichting op het vragenformulier 4.1 Toelichting bij voorblad 4.2 Vraag 1: aantal leerlingen onderscheiden naar leeftijd, achterstandscategorie en geslacht 4.3 Vraag 2: aantal ingeschreven leerlingen naar land van herkomst 4.4 Vraag 3: aantal leerlingen met een niet-nederlandse nationaliteit, onderscheiden naar nationaliteit, geslacht en leeftijd 4.5 Vraag 4: BRIN-nummer van de school van herkomst en het aantal leerlingen dat in de periode van 1 oktober 1999 tot en met 1 oktober 2000 bij uw school is ingeschreven. 4.6 Vraag 5: Opgave ex artikel 25, lid 3, van de Leerplichtwet 1969 Bijlage Lijst codering nationaliteiten 1. Inleiding In deze mededeling wordt informatie verstrekt over de leerlingentelling voor de basisscholen op 1 oktober In aanvulling op deze mededeling is via Internet ook informatie over deze leerlingentelling beschikbaar. U vindt deze informatie op het volgende adres: De hierin behandelde rubrieken zijn het tijdpad en de meest gestelde vragen. Centrale Financiën Instellingen (Cfi) verzamelt en valideert de telgegevens in samenwerking met het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). De 1 oktober leerlingentelling vormt de basis voor de personele en materiële bekostiging van scholen. Er zijn ten opzichte van de telling van het vorige jaar geen inhoudelijke wijzigingen in de leerlingentelling aangebracht. Hierna zal worden ingegaan op: Tijdpad telprocedure (hoofdstuk 2); Aandachtspunten bij telling (hoofdstuk 3); Toelichting op vragenformulier (hoofdstuk 4). 2. Tijdpad telprocedure Hieronder zijn de voor de telprocedure van belang zijnde stappen aangegeven. Bij elk daarvan zijn de van toepassing zijnde datums aangegeven. In de laatste kolom is per stap opgenomen wie de (hoofd)uitvoerder/verantwoordelijke is van/voor de stap. NUMMER september 2000

2 Actie: Telpakket naar de scholen sturen eind september 2000 Cfi Wettelijke teldatum 1 oktober 2000 Telformulier invullen en ondertekenen op of na 1 oktober 2000 school Telformulier naar Cfi sturen voor 15 oktober 2000 school Gewaarmerkt afschrift archiveren voor 15 oktober 2000 bevoegd gezag/school Cfi stuurt binnen 2 dagen na ontvangst een uiterlijk 19 oktober 2000 Cfi ontvangstbevestiging naar de school Afschrift naar de inspecteur sturen voor 15 oktober 2000 school Afschrift naar B & W sturen voor 15 oktober 2000 bijzondere school Overzicht Geregistreerde Telgegevens naar het voor 7 november 2000 Cfi bevoegd gezag sturen Correcties n.a.v. verwerking telgegevens naar Cfi sturen indien noodzakelijk binnen bevoegd gezag/school 2 weken na de datum van het Overzicht Geregistreerde Telgegevens Gewaarmerkt afschrift archiveren voor 20 november 2000 bevoegd gezag/school Afschrift naar B & W sturen voor 20 november 2000 bijzondere school Steekproefcontrole Departe mentale Accountantsdienst vanaf 15 oktober 2000 Departementale Accountantsdienst (DAD) Steekproefcontrole-Inspectie vanaf 15 oktober 2000 Inspectie v/h Onderwijs Op aangeven van de Inspectie fouten corrigeren en op kopie telformulier aanbrengen en naar Inspectie sturen bevoegd gezag/school Gewaarmerkt afschrift gecorrigeerd telformulier naar school sturen Inspectie v/h Onderwijs bevoegd gezag/school Door Inspectie gewaarmerkt afschrift gecorrigeerd kopie telformulier archiveren bevoegd gezag/school Afschrift naar B & W sturen bijzondere school Aan Cfi resultaten Inspectie-controle aanleveren Maandelijks Inspectie v/h Onderwijs NUMMER september 2000

3 3. Aandachtspunten bij telling Op een aantal stappen van de telprocedure wordt in dit hoofdstuk nader ingegaan. nevenvestiging. Voor de hoofdvestiging wordt het volgnummer 00 gebruikt. De administratie van elke vestiging moet op de hoofdvestiging beschikbaar zijn ten behoeve van controles. 3.1 Telpakket naar de scholen sturen Het telpakket voor de teldatum 1 oktober 2000 wordt in de voorlaatste week van september rechtstreeks aan de hoofden nevenvestigingen van de scholen gezonden. Ook dit jaar bestaat weer de mogelijkheid om gebruik te maken van het Elektronisch Formulieren Systeem (EFS). Wat de samenstelling van het telpakket betreft, wordt er op gewezen dat aan de school slechts één EFS-diskette (programma+formulier) wordt toegezonden. Meer informatie hierover is in de toelichting op het gebruik van het EFS opgenomen. Deze toelichting ontvangt u tegelijkertijd met de (elektronische) telformulieren. Het pakket dat aan de school wordt gezonden bestaat uit: 1 set originele telformulieren en een retourenveloppe (het voorblad van de formulierenset is voorzien van een unieke barcode); één diskette (installatie EFS-programma en formulierdiskette); de handleiding EFS ten behoeve van het gebruik van de diskette en een portvrije retourenveloppe ten behoeve van het inzenden van de diskette. Het telpakket wordt in enkelvoud verstrekt. Benodigde afschriften moeten zelf worden vervaardigd. Wanneer gebruik wordt gemaakt van het EFS, kan de school op eenvoudige wijze een afdruk van de telopgave maken (zie hiervoor de handleiding EFS). U wordt er op gewezen dat gebruik van de originele formulieren, het papieren formulier of de diskette, dan wel een origineel elektronisch bericht via modem verstuurd, noodzakelijk is voor een efficiënte verwerking. Met ingang van 1 augustus 1994 zijn er voor het eerst nevenvestigingen ontstaan, zoals bedoeld in artikel 85 van de Wet op het primair onderwijs (WPO). Deze nevenvestigingen zijn altijd ontstaan vanuit een zelfstandig bekostigde school. Er wordt per (neven-)vestiging apart geteld. In het Cfi - bekostigingssysteem wordt de relatie tussen de hoofd- en nevenvestigingen gelegd. Per (neven-)vestiging wordt een formulierenset voorbedrukt met het nieuwe Brin-nummer en tussen haakjes het oude BRIN-nummer zoals deze gold voordat de betrokken school is samengegaan. Het nieuwe BRIN-nummer van een nevenvestiging bestaat uit het BRIN-nummer van de hoofdvestiging, gevolgd door het volgnummer (2 posities) van de 3.2 Telformulier invullen en ondertekenen Gelet op de voordelen van elektronische aanlevering voor u en voor de verdere verwerking vraag ik u deze wijze van aanleveren van telgegevens, zo dat maar enigszins mogelijk is, te gebruiken. Belangrijkste voordelen van het gebruik van het Elektronisch Formulieren Systeem bij het invullen van het formulier en het ondertekenen zijn: Bij het invoeren van de gegevens door de school worden door het EFS direct controles uitgevoerd. Daardoor kunnen fouten direct door de school verbeterd worden. Zo zullen de gegevens bij aanbieding aan Cfi betrouwbaarder zijn en zal er minder gebruik gemaakt worden van de correctieronde; Er is een mogelijkheid van automatische koppeling met de geautomatiseerde leerlingenadministratie. Bij gebruik van een geautomatiseerd administratiepakket stelt EFS de school op eenvoudige wijze in staat de telgegevens - uit het administratiepakket - in EFS in te lezen; De bij het invullen van het telformulier benodigde informatie komt vanuit het EFS beschikbaar op het moment dat deze relevant is. Als dat nodig is kan ook door gebruik van de HELP-functie aanvullende informatie direct beschikbaar worden gemaakt via het beeldscherm. Voor Cfi betekent het gebruik van het EFS door scholen dat een snellere verwerking van de gegevens mogelijk is. Op het papieren telformulier zijn de volgende gegevens voorbedrukt: BRIN-nummer (nieuw en oud) van de school; teldatum; naam en adres van de school. Bij het gebruik van EFS kan het BRIN-nummer van de school geselecteerd worden uit een tabel. Hiervoor is een tabel met BRIN-nummers binnen EFS opgenomen, waaruit het BRIN-nummer geselecteerd moet worden. De door de scholen verstrekte gegevens worden geautomatiseerd verwerkt. Dit stelt bepaalde eisen aan het invullen. Bij gebruik van de papieren formulierenset moeten de formulieren met balpen (liefst zwart) worden ingevuld. Daar waar totalen gevraagd worden, op het papieren telformulier, is het noodzakelijk deze - mede ter controle van uw opgave - in te vullen. NUMMER september 2000

4 Een toelichting bij het voorblad en de vragen 1 t/m 5 treft u in hoofdstuk 4 aan. Als u verdere vragen heeft over de formulieren en/of over de diskette kunt u contact opnemen met het Informatiecentrum Onderwijs (tel ). Wanneer u gebruik maakt van het EFS kan mogelijk een directe relatie worden gelegd met uw geautomatiseerde leerlingenadministratie. De leverancier van uw software dient dan in die software aanpassingen aan te brengen. Daardoor moet het mogelijk worden om het in uw pakket vastgelegde bestand met leerlinggegevens automatisch in het door EFS gevraagde formaat in te lezen in EFS. Ongeacht de wijze van invoer c.q. gebruik van het EFS worden de ingevoerde gegevens op juistheid en consistentie gecontroleerd aan de hand van de ingebouwde controles. Verder kunt u desgewenst gebruik maken van de ingebouwde tabellen (nationaliteiten bij vraag 3 en BRIN-nummers bij vraag 4). Bij fusie van twee of meer basisscholen moeten de leerlinggegevens van de opgeheven instelling(en) worden gevoegd bij het leerlingenbestand van de school die blijft bestaan. Het is dus niet de bedoeling dat de gewichten opnieuw worden vastgesteld. Bij een fusie is er immers geen sprake van het opnieuw toelaten van een leerling. 3.3 Telformulier naar Cfi sturen De diskette die met behulp van EFS wordt beschreven, bevat een elektronische vorm van het originele formulier. Gebruik van het EFS maakt het mogelijk om de telgegevens op twee manieren elektronisch aan Cfi te verstrekken: als elektronisch bericht via modem en door middel van het per post opsturen van de diskette naar Cfi. De school kan zelf kiezen welke vorm van indienen van de telgegevens voor haar het meest praktisch is. In elektronische vorm aangeleverde gegevens verminderen de kans op fouten in de verdere verwerking van de gegevens en versnellen die verwerking. Voor aanlevering van de telgegevens met behulp van modem verwijs ik u naar de instructies in het EFS-programma. Als het papieren formulier wordt gebruikt, dient u de originele formulieren (Cfi 50205) te gebruiken, inclusief het blad met de gegevens van de contactpersoon en ondertekening door de directeur. Het bevoegd gezag behoeft dit niet te ondertekenen! Ik vraag u met nadruk de telgegevens eenmalig in te zenden, dus of via modem als elektronisch bericht (verzenden vanuit het EFS), of op diskette, of op het papieren formulier Gevolgen van niet tijdig inzenden van de telgegevens Artikel 161, lid 1, van de WPO bepaalt dat het bevoegd gezag de minister voor 15 oktober de opgave van het aantal leerlingen zendt. Als de opgave niet voor 15 oktober aan de minister is gezonden, wordt het sanctiebeleid toegepast (opschorting van de vergoeding), dat gebaseerd is op artikel 164 van de WPO. Als de telgegevens voor de voortzetting of beëindiging van de bekostiging of voor de opheffing of instandhouding van een school noodzakelijk zijn, stelt de minister overeenkomstig artikel 161, lid 1, van de WPO het aantal leerlingen ambtshalve vast. Bij de beoordeling of het telformulier tijdig is ingezonden is bij verzending per post de datum van het poststempel bepalend. Bij een elektronische opgave door middel van een modem is de door Cfi geregistreerde datum van binnenkomst bepalend. 3.4 Gewaarmerkt afschrift archiveren In uw administratie moet u een afschrift van het telformulier opslaan, voorzien van een waarmerk door het bevoegd gezag. Dit afschrift is de basis voor de controle door de Inspectie en de accountant. 3.5 Afschriften naar B&W sturen Bijzondere scholen moeten een afschrift van hun opgave van de vragen 1 en 2 sturen aan burgemeester en wethouders van de gemeente waarin de school is gevestigd (artikel 11, lid 1, van het Bekostigingsbesluit WPO). 3.6 Overzicht Geregistreerde Telgegevens naar het bevoegd gezag sturen In het verleden is regelmatig gebleken dat opgegeven basisgegevens en totalen niet met elkaar overeenkwamen. Ik wijs u er dan ook met nadruk op de basisgegevens en de totalen goed te controleren. De telgegevens worden in de maanden oktober en november 2000, door Cfi verwerkt. Nadat de gegevens verwerkt zijn in de registratiesystemen wordt het Overzicht Geregistreerde Telgegevens (OGT) gestuurd aan het bevoegd gezag. Op dit overzicht wordt de opgave van de vragen 1 en 2 weergegeven. NUMMER september 2000

5 3.7 Correcties sturen naar Cfi Het Overzicht Geregistreerde Telgegevens moet door de school worden gecontroleerd op juistheid. Als de gegevens op het overzicht juist zijn, wordt dit overzicht opgeslagen in de administratie van de school (en NIET naar Cfi opgestuurd). Eventuele correcties moet u binnen 2 weken na de datum van dit Overzicht Geregistreerde Telgegevens aangeven op een afschrift van dit overzicht en opsturen naar Cfi. De correcties liefst met een rode pen aangeven. De van toepassing zijnde datum is op het OGT vermeld. Te laat binnengekomen correcties worden niet meer in de procedure van de 1 oktober-telling verwerkt. Deze correcties kunnen in dat geval eerst in het kader van de procedure van controle door de instellingsaccountant aan Cfi ter verwerking worden aangeboden. Als er niet binnen 2 weken wordt gereageerd, dan gaat Cfi ervan uit dat de gegevens op de verstrekte overzichten akkoord zijn. Cfi benadrukt dat deze procedure en termijnen strikt gehanteerd worden. Correcties in verband met in- en uitschrijving, als bedoeld in artikel 8 van het Bekostigingsbesluit WPO, moeten overeenkomstig artikel 11, lid 5, van het Bekostigingsbesluit WPO binnen 6 weken na de teldatum aan Cfi worden gemeld. Op het afschrift van het Overzicht Geregistreerde Telgegevens met de betreffende correctie(s) moet in de rechterbovenhoek een U komen te staan, waardoor het voor Cfi duidelijk is dat het om een correctie gaat die te maken heeft met een aanpassing van de datum in-/uitschrijving. Gebruik voor de wijzigingen bij voorkeur een rode pen. Op het voorblad van het afschrift worden de gegevens van de contactpersoon ingevuld en tevens geeft u aan, dat het om een correctie gaat. Dit blad wordt gedateerd en ondertekend door het bevoegd gezag van de school. U stuurt deze correctie aan: Centrale Financiën Instellingen Afdeling Cfi /IGP (PO-tellingen) Postbus ML Zoetermeer U ontvangt naar aanleiding van uw correctie(s) een nieuw met uw correctie(s) bijgewerkt Overzicht Geregistreerde Telgegevens. Mochten daar nog fouten op voorkomen dan kunnen deze vóór 1 juli 2001, tezamen met de accountantsverklaring met betrekking tot onder andere de juistheid van de basisgegevens, worden gemeld. 3.8 Steekproefcontrole Inspectie De Inspectie van het Onderwijs controleert bij een steekproef uit de scholen de opgave en de leerlingenadministratie. De controles hebben onder andere betrekking op de juistheid van de opgave van het aantal leerlingen en de kwaliteit van de leerlingenadministratie. De uitkomsten van de controles worden gerapporteerd aan Cfi. Op aangeven van de Inspectie corrigeert u de in uw opgave geconstateerde fouten op een afschrift van de oorspronkelijke (gewaarmerkte) opgave en stuurt deze naar de Inspectie. De Inspectie waarmerkt uw gecorrigeerde opgave en stuurt deze ter verwerking naar Cfi. Met nadruk wordt u verzocht het correctieformulier niet rechtstreeks naar Cfi te zenden. U ontvangt een afschrift van de door de Inspectie gewaarmerkte correctieopgave, die u opslaat in uw administratie. De Inspectie combineert tegenwoordig het schoolbezoek in het kader van de controles op de telgegevens met het schoolbezoek in het kader van de uitvoering van de overige inspectietaken. Deze schoolbezoeken in het kader van het Integraal School Toezicht kunnen het gehele schooljaar door plaatsvinden. 3.9 Steekproefcontrole Departementale AccountantsDienst (DAD) Ook de Departementale AccountantsDienst controleert bij een steekproef de opgave en de leerlingenadministratie van de scholen. Doel van die controle is gelijk aan die van de Inspectie. De uitkomsten van de controles worden gerapporteerd aan Cfi. Op aangeven van de DAD corrigeert u de in uw opgave geconstateerde fouten op analoge wijze zoals hiervoor beschreven bij de steekproefcontrole Inspectie (zie 3.8). De DAD begint de controles direct na de sluitdatum van de inzending van de telgegevens. 4. Toelichting op het vragenformulier 4.1 Toelichting bij voorblad Als blijkt dat de voorbedrukte gegevens van de school onjuist zijn moet u een BRIN-mutatieformulier (BMF) zenden aan: CFI /IGP Postbus ML Zoetermeer NUMMER september 2000

6 In dat geval moet u, om de verwerking van de telgegevens toch mogelijk te maken, de telgegevens door middel van de papieren formulieren aanleveren, tezamen met een kopie van uw BRIN-mutatieformulier. De wettelijke teldatum is 1 oktober De leerlingen die dan op de school staan ingeschreven als werkelijk schoolgaand, moeten worden geteld. De ondertekeningsdatum op het formulier moet op of na de teldatum liggen. Het aantal leerlingen op 1 oktober kan immers niet vóór die datum worden vastgesteld. In het belang van een snelle verwerking kan het nodig zijn dat er contact met uw school wordt opgenomen. U wordt derhalve verzocht de naam en het telefoonnummer van uw contactpersoon in te vullen, waar deze tijdens schooluren bereikbaar is. 4.2 Vraag 1: aantal leerlingen onderscheiden naar leeftijd, achterstandscategorie en geslacht Conform artikel 10, lid 1 en 2, van het Bekostigingsbesluit WPO worden de leerlingen geteld die op de teldatum op die school staan ingeschreven en niet vanaf het begin van het schooljaar tot de teldatum (1 oktober 2000) meer dan de helft van het aantal schooldagen zonder geldige reden hebben verzuimd. Zie voor geldige redenen de Leerplichtwet 1969, artikelen 11 t/m 15 en 21. Het gewicht van een leerling is bepaald bij inschrijving (1e schooldag) op de basisschool. Ook is voor de leerlingen die voor 1 december 1993 op de basisschool zijn ingeschreven op 1 oktober 1997 bij een algehele herziening het gewicht per de oorspronkelijke inschrijfdatum opnieuw vastgesteld. De situatie van de leerling op het moment van inschrijven op de basisschool danwel van na de algehele herziening, is bepalend voor het voor die basisschool van toepassing zijnde gewicht van die leerling gedurende de gehele periode dat die leerling (nog) op die basisschool is ingeschreven. Bij voorgaande tellingen werden vier gewichten onderscheiden: 1,25 voor kinderen met laag opgeleide autochtone ouders, 1,40 voor schipperskinderen, 1,70 voor kinderen van trekkende bevolking en 1,90 voor kinderen van laag opgeleide allochtone ouders. Als gevolg van wijziging van het Formatiebesluit WPO wordt de formatie voor bestrijding van onderwijsachterstanden voortaan afzonderlijk, los van de basisformatie, vastgesteld. In verband hiermee wordt thans gewerkt met de gewichten 0,25 voor kinderen met laag opgeleide autochtone ouders, 0,40 voor schipperskinderen, 0,70 voor kinderen van trekkende bevolking en 0,90 voor kinderen van laag opgeleide allochtone ouders. De criteria voor de vaststelling van de gewichten blijven dezelfde als voorheen. Voor nadere informatie hierover wordt verwezen naar Uitleg Gele katern nr. 9 d.d. 29 maart 2000, waarin aandacht is besteed aan de wijziging van het Formatiebesluit WPO per 1 augustus Bij het papieren telformulier dient u, ter controle, ook de totalen per leeftijdsgroep en achterstandscategorie/geslacht in te vullen. N.B. 1. Derde generatie Molukse bevolkingsgroep. Volgens de 0,90-regeling voldoen leerlingen slechts aan de bedoelde criteria, als tenminste één van de ouders voldoet aan de voorwaarden. Leerlingen waarvan beide ouders geboren zijn in Nederland (de zogenaamde derde generatie) voldoen hier dus niet meer aan. Voor leerlingen uit de Molukse bevolkingsgroep worden echter geen voorwaarden gesteld aan de herkomst en/of geboorteplaats van de ouders. Deze leerlingen voldoen dus ook na de tweede generatie aan de criteria voor de 0,90- regeling. 2. Weging 0,90 en een één-oudergezin. Voor de toekenning van gewicht 0,25 of 0,90 in een één-oudergezin is de situatie van de ouder, die daadwerkelijk het gezag over het kind uitoefent, bepalend. 3. Niet-Engelstalige landen buiten Europa. Voor toepassing van de (0,90) gewichtenregeling staat in artikel 15b van het Formatiebesluit WPO aangegeven dat naast een maximaal niveau van opleiding van de vader/verzorger of moeder/verzorgster of het beroep van de meest verdienende ouder, ook sprake moet zijn van een niet-nederlandse culturele achtergrond. Van een niet-nederlandse culturele achtergrond is sprake als van de leerling tenminste één van de ouders geboren is in een ander niet-engelstalig land buiten Europa, met uitzondering van Indonesië. Voor deze regeling worden onder Engelstalige landen buiten Europa de volgende landen verstaan: Verenigde Staten van Amerika, Canada, Australië en Nieuw-Zeeland. Alle andere landen buiten Europa kunnen dus beschouwd worden als niet-engelstalig land buiten Europa. Onder het niet-europese deel van de voormalige Sovjet Unie vallen de volgende landen: Armenië, Azerbeidzjan, Georgië, Kazachstan, Kirgizische Republiek, Oezbekistan en Turkmenistan. Dit zijn derhalve niet-engelstalige landen buiten Europa. Alle overige landen behoren tot de Russische Federatie of behoren tot het Europese gedeelte van de voormalige Sovjet Unie. NUMMER september 2000

7 4.3 Vraag 2: aantal ingeschreven leerlingen naar land van herkomst De bij deze vraag op te geven aantallen leerlingen zijn bepalend voor de vergoeding voor Nederlands Onderwijs aan AndersTaligen (NOAT). Onder een bij deze vraag bedoelde leerling wordt verstaan een leerling: a. die behoort tot de Molukse bevolkingsgroep; b. van wie ten minste één van de ouders of voogden afkomstig is uit Griekenland, Italië, (voormalig) Joegoslavië, Kaapverdië, Marokko, Portugal, Spanje, Tunesië of Turkije; c. van wie ten minste één van de ouders of voogden afkomstig is uit Suriname, Aruba of de Nederlandse Antillen; d. van wie ten minste één van de ouders of voogden door de minister van justitie als vluchteling is toegelaten op grond van artikel 15 van de Vreemdelingenwet; e. van wie ten minste één van de ouders of voogden afkomstig is uit een ander niet-engelstalig land buiten Europa, met uitzondering van Indonesië (zie ook de beschrijving in paragraaf 4.2 onder N.B. 3). Onder afkomstig uit dient verstaan te worden geboren in. Het op de leerlingenopgave vermelde aantal aan uw school ingeschreven leerlingen moet gesommeerd groter of gelijk zijn aan de opgetelde leerlingenaantallen (jongens + meisjes) ingevuld bij de 0,90-categorie in vraag Vraag 3: aantal leerlingen met een niet-nederlandse nationaliteit, onderscheiden naar nationaliteit, geslacht en leeftijd Deze gegevens worden gevraagd om inzicht te verschaffen in de mate waarin kinderen met een niet-nederlandse nationaliteit onderwijs ontvangen op Nederlandse scholen. De in te vullen nationaliteit wordt als volgt bepaald: bij meer nationaliteiten van een leerling waaronder de Nederlandse is de Nederlandse nationaliteit bepalend; als bij meer nationaliteiten van een leerling de Nederlandse niet voorkomt, moet de nationaliteit van de biologische vader worden ingevuld. Ook als de leerling deel uitmaakt van een één-ouder gezin, geadopteerd is of een ander als pleegouder heeft. De benamingen (voormalige) Sovjet Unie, (voormalig) Tsjechoslowakije en (voormalig) Joegoslavië zijn voorlopig, ondanks de recente staatkundige ontwikkelingen, om praktische redenen gehandhaafd. Zij moeten worden gebruikt voor leerlingen met de nationaliteit van staten die uit deze landen zijn voortgekomen. Omwille van de administratieve verwerking verzoek ik u de coderingen van de bijgevoegde lijst met nationaliteiten te gebruiken. Als een door u vastgestelde nationaliteit niet voorkomt in de lijst met nationaliteiten, kunt u het betreffende werelddeel invullen (WD1 tot en met WD6). Als de nationaliteit niet kan worden vastgesteld kunt u Onbekend (YYY) invullen en wanneer de leerling geen nationaliteit heeft Staatloos (XXX). Wanneer het formulier niet voldoende ruimte biedt voor het aantal nationaliteiten kunt u fotokopieën gebruiken. Bij gebruik van meer dan 1 blad vult u de totalen in op het laatste blad. 4.5 Vraag 4: BRIN-nummer van de school van herkomst en het aantal leerlingen dat in de periode van 1 oktober 1999 tot en met 1 oktober 2000 bij uw school is ingeschreven Deze vraag wordt gesteld om zicht te krijgen op de leerlingenstromen tussen de verschillende scholen binnen het (Nederlands) primair onderwijs. Bij deze vraag moet per school van herkomst (BRIN-nummer) het aantal leerlingen (jongens + meisjes) worden opgegeven dat in de periode van 1 oktober 1999 tot en met 1 oktober 2000 op uw school is ingeschreven. Het gaat hier uitsluitend om leerlingen die op 1 oktober 2000 op uw school staan ingeschreven en die, voordat zij op uw school instroomden, ingeschreven waren op een andere school voor basisonderwijs of speciaal onderwijs in Nederland. Het aan het BRIN-nummer toegevoegde nummer van de nevenvestiging hoeft hier niet te worden opgegeven. Wanneer U gefuseerd bent en de opgeheven school is geen nevenvestiging (waar dan dus apart geteld wordt) geworden van uw school, dan moeten hier ook de leerlingen worden vermeld die afkomstig zijn van de opgeheven school. Het elektronisch formulier maakt het - in de vorm van een BRIN-bestand - mogelijk het (de) BRIN-nummer(s) van de school (scholen) op te geven, voorzover deze zijn te achterhalen. Lukt het achterhalen bij gebruik van het elektronisch formulier echt niet, dan kan er in die uitzonderlijke situatie voor gekozen worden om het BRIN-nummer van de direct naastgelegen school van de school van herkomst in te vullen. Zo komt voor die gevallen in ieder geval nog de geografische stroom in beeld. Als het papieren telformulier gebruikt wordt en het BRINnummer is echt niet te achterhalen kan worden volstaan met het (eventueel op een bijlage) vermelden van de naam, het adres en de plaats van vestiging van de school van herkomst en de bijbehorende aantallen. Wanneer u gebruik NUMMER september 2000

8 maakt van zo n bijlage, dient u wel uw eigen BRIN-nummer op deze bijlage te vermelden. 4.6 Vraag 5: Opgave ex artikel 25, lid 3, van de Leerplichtwet 1969 Doel van deze vraag is inzicht te verkrijgen in de omvang van het ongeoorloofd relatief verzuim in Nederland, onder meer ten behoeve van de evaluatie van het landelijk beleid en van het beleid van scholen en gemeenten gericht op het terugdringen van dat schoolverzuim. Men spreekt van relatief verzuim wanneer een leerplichtige wel staat ingeschreven op een school doch deze een aantal dagdelen niet heeft bezocht. Ongeoorloofd verzuim, waarvan bijvoorbeeld sprake is in geval van spijbelen, staat tegenover geoorloofd verzuim waarvan bijvoorbeeld sprake is bij ziekte. U moet hier het aantal dagdelen (ochtenden en middagen) ongeoorloofd relatief verzuim in het schooljaar opgeven, uitgesplitst naar jongens en meisjes. Indien er geen verzuim is geweest, dient u nul (0) in te vullen. De staatssecretaris van onderwijs, cultuur en wetenschappen, namens deze, ir. A.J. Degens, hoofddirecteur centrale financiën instellingen Bijlage Lijst codering nationaliteiten AFG AL D AND AN RA AUS BS BRN BD BDS B DY BT BUR BOL RB BR BRU BG RU CA CAM CDN RCA RCH RC TJ CO COM CR C CY Afghanistan Albanië Algerije Andorra Angola Argentinië Australië Bahamas Bahrein Bangla Desh Barbados België Benin Dahomey Bhutan Birma Bolivia Botswana (Bechuanaland) Brazilië Brunei Bulgarije Burundi Cambodja Cameroun Canada Centraal Afrikaanse Republiek Chili China (Taiwan) China (Volksrepubliek) Colombia Comoren Costa Rica Cuba Cyprus DK DJB DOM WD D EC ET ES EGN ETH FJI SF F GAB WAG GH WG GR GB GCA GN GNB GUY RH HO H IRL IS IND RI IR IRQ IL Denemarken Djibouti Dominicaanse Republiek Dominica Duitsland Ecuador Egypte El Salvador Equatoriaal Guinee Ethiopië Fiji-eilanden Finland Frankrijk Gabon Gambia Ghana Grenada Griekenland Groot Brittannië Guatemala Guinea Guinee-Bissau Guyana Haïti Honduras Hongarije Ierland IJsland India Indonesië Iran Irak Israël NUMMER september 2000

9 I CI JA J YMN ADN YU HKJ KV KR EAK KWT RCB KO ROK LAO LS RL LB LAR L FL RM MW MLD MAL RMM M MA RIM MS MEX MC MON MOC NR NA NP NIC NZ RN WAN N EAU O A OV PAK PA PNG PY Italië Ivoorkust Jamaica Japan Jemen Noord Jemen Zuid Joegoslavië(voormalig) Jordanië Kaapverdië Kiribati (Gilbert-eilanden) Kenya Koeweit Kongo Brazzaville Korea Noord Korea Zuid Laos Lesetho Libanon Liberia Libië Luxemburg Liechtenstein Malagasia (Madagascar) Malawi Maldiven Maleisië Mali Malta Marokko Mauretanië Mauritius Mexico Monaco Mongolië Mozambique Nauru Nederlandse Antillen Nepal Nicaragua Nieuw Zeeland Niger Nigeria Noorwegen Oeganda Oman Oostenrijk Opper-Volta Pakistan Panama Papua Nieuw Guinea Paraguay PE RP PL P Q RO RWA SAL RSM ST AS SN SY CL WAL SGP SUD SP SU E WL WV SME SD SYR EAZ T TG TNG TT TSD CS TN TR TV ROU VAN V YV UAE USA VN WS Z ZRE ZW ZA S CH Peru Philippijnen Polen Portugal Qatar Roemenië Rwanda Salomons-eilanden San Marino Sao Tome en Principe Saoedi Arabië Senegal Seychellen Sri Lanka (Ceylon) Sierra Leone Singapore Soedan Somalië Sovjet Unie (voormalig) (incl. Armenië, Azerbeidzjan, Georgië, Kazachstan, Kirgizische Republiek, Oezbekistan en Turkmenistan) Spanje St. Lucia St. Vincent Suriname Swaziland (Ngwana) Syrië Tanzania (Tanganyika) Thailand Togo Tonga Trinidad en Tobago Tsjaad Tsjechoslowakije (voormalig) Tunesië Turkije Tuvalu (Ellice-eilanden) Uruguay Vanuaata Nieuwe Hebriden Vaticaanstad Venezuela Verenigde Arabische Emiraten Verenigde Staten van Amerika Vietnam West Samoa Zambia Zaïre Zimbabwe Zuid-Afrika Zweden Zwitserland NUMMER september 2000

10 Overige landen: WD1 WD2 WD3 WD4 WD5 WD6 XXX YYY Afrika niet gespecificeerd Midden en Zuid Amerika niet gespecificeerd Noord Amerika niet gespecificeerd Azië niet gespecificeerd Europa niet gespecificeerd Oceanië niet gespecificeerd Staatloos Onbekend NUMMER september 2000