algemeen ambtsbericht Kosovo

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "algemeen ambtsbericht Kosovo"

Transcriptie

1 Directie Personenverkeer, Migratie- en Vreemdelingenzaken afdeling Asiel- en Migratiezaken

2 Inhoudsopgave Pagina 1 Inleiding 4 2 Landeninformatie Gebied en volk Geschiedenis Bestuurlijk kader Politieke ontwikkelingen Veiligheidssituatie KFOR Politie Kosovo Beschermingskorps (TMK) Illegale groeperingen Georganiseerde misdaad Bloedwraak Sociaaleconomische situatie Documenten Situatie in andere door etnische Albanezen bewoonde gebieden in Servië 39 3 Mensenrechten Juridische context Verdragen en protocollen Nationale wetgeving Kanun Toezicht Internationaal toezicht Lokaal toezicht Ombudspersoon Adviescommissie voor Mensenrechten Naleving en schendingen Vrijheid van meningsuiting Vrijheid van vereniging Vrijheid van vergadering Vrijheid van godsdienst Bewegingsvrijheid Rechtsgang Arrestaties en detenties Mishandeling en foltering Vermissingen, verdwijningen en ontvoeringen Mensenhandel Buitengerechtelijke executies en moorden Doodstraf Positie van bepaalde etnische groepen Serviërs 67

3 3.4.2 Roma Slavische moslims Gorani Turken Kroaten Albanezen Positie van andere specifieke groepen Vrouwen Minderjarigen Gemengd gehuwden en personen van gemengde etniciteit Homoseksuelen en transseksuelen Dienstweigeraars en deserteurs 86 4 Migratie Migratiestromen en motieven Binnenlands ontheemden in Kosovo Binnenlands ontheemden in andere delen van Servië en gevluchte Kosovaren in Montenegro Positie van binnenlands ontheemden in Servië Positie van gevluchte Kosovaren in Montenegro Binnenlands ontheemden uit Kosovo die vanuit het buitenland naar Servië terugkeren Activiteiten van internationale organisaties Activiteiten van UNHCR voor terugkerende asielzoekers uit Kosovo Standpunten van UNHCR over terugkerende asielzoekers uit Kosovo Standpunten van UNMIK over terugkerende asielzoekers uit Kosovo Activiteiten van noodhulporganisaties Beleid van andere Europese landen België Denemarken Verenigd Koninkrijk Samenvatting 106 Bijlage(n) 110 I Lijst van geraadpleegde bronnen 110 II Lijst van gebruikte afkortingen 120 III Kaart van Kosovo 123

4 1 Inleiding In dit algemeen ambtsbericht wordt de huidige situatie in Kosovo beschreven, voor zover deze van belang is voor de beoordeling van asielverzoeken van personen die afkomstig zijn uit Kosovo en voor besluitvorming over de terugkeer van afgewezen asielzoekers. Dit ambtsbericht is een actualisering van eerder verschenen algemene ambtsberichten over de situatie in Kosovo (laatstelijk in april 2005). Dit algemeen ambtsbericht beslaat de periode april 2005 tot en met november Dit ambtsbericht is gebaseerd op informatie van openbare en vertrouwelijke bronnen. Bij de opstelling is gebruik gemaakt van informatie van verschillende organisaties van de Verenigde Naties, internationale organisaties, nietgouvernementele organisaties, vakliteratuur en berichtgeving in de media. Een overzicht van de geraadpleegde openbare bronnen is opgenomen in de literatuurlijst. Bovendien liggen bevindingen ter plaatse en vertrouwelijke rapportages van de Nederlandse vertegenwoordigingen, Europese Unie, de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa, de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie en andere landen aan dit algemeen ambtsbericht ten grondslag. In het algemeen ambtsbericht wordt veelvuldig verwezen naar geraadpleegde openbare bronnen. Daar waar openbare bronnen zijn vermeld, wordt de tekst in veel gevallen ook ondersteund door informatie die op vertrouwelijke basis is ingewonnen. In hoofdstuk twee van dit ambtsbericht wordt ingegaan op de recente ontwikkelingen op politiek, veiligheids- en sociaaleconomisch gebied. Deze beschrijving wordt voorafgegaan door een overzicht van de geschiedenis van Kosovo. Ook is een korte passage over geografie en bevolking van Kosovo opgenomen. In hoofdstuk drie wordt de mensenrechtensituatie in Kosovo geschetst. Na een beschrijving van wettelijke garanties en internationale verdragen die op Kosovo van toepassing zijn, komen mogelijkheden van toezicht aan de orde. In hoofdstuk drie volgt de eigenlijke beschrijving van de mensenrechtensituatie. Bovendien wordt in dit hoofdstuk de positie van specifieke groepen belicht. In hoofdstuk vier komen de opvang van binnenlands ontheemden en vluchtelingen, het beleid van een aantal andere Europese landen inzake asielzoekers uit Kosovo en activiteiten van internationale organisaties aan de orde. Een algehele samenvatting volgt in hoofdstuk vijf. 4

5 In dit ambtsbericht wordt de aanduiding van plaatsen in Kosovo, in navolging van het advies van de United Nations Interim Administration Mission in Kosovo (UNMIK) en de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa, eerst de plaatsnaam in het Albanees genoemd, gevolgd door de plaatsnaam in het Servisch. De in dit ambtsbericht gebruikte spelling van Albanese en Servische plaatsnamen volgt de spelling van de United States Board on Geographic Names. 1 In de Servische taal hebben het Latijnse (zogenaamde latinica) en het cyrillische alfabet (zogenaamde cirilica) gelijke status en kunnen naast elkaar worden gebruik. In dit ambtsbericht wordt, op enkele uitzonderingen na, het Latijnse schrift gebruik voor de aanduiding van Servische begrippen of plaatsnamen. 1 United States Board on Geographic Names, Kosovo and Environs Geographic Names Index, december

6 2 Landeninformatie In dit hoofdstuk wordt algemene informatie gegeven over Kosovo. Allereerst zal enige informatie over het gebied Kosovo, zijn inwoners en zijn geschiedenis worden verstrekt. Daarna zal achtereenvolgens worden ingegaan op het bestuurlijke kader van Kosovo, de politieke situatie, de veiligheidssituatie, de sociaaleconomische situatie en de stand van zaken met betrekking tot documenten. Ten slotte zal dit hoofdstuk ingaan op de situatie in andere door etnische Albanezen bewoonde gebieden in het zuiden van Servië, met name de gemeenten Preševo en Bujanovac (de zogenaamde Preševo vallei) en de gemeente Medveđa. 2.1 Gebied en volk Gebied Kosovo ligt in het zuiden van Servië. 2 Servië is een van de twee staten die ontstaan zijn door het uiteenvallen van de statenunie van Servië en Montenegro, die de staatkundige opvolger was van de Federale Republiek Joegoslavië (FRJ). FRJ was op haar beurt één van de vijf opvolgersstaten van de voormalige Socialistische Federatieve Republiek Joegoslavië (SFRJ). Kosovo is formeel een provincie van Servië, maar wordt sinds juni 1999 op basis van VN resolutie 1244 bestuurd door de United Nations Interim Administration Mission in Kosovo (UNMIK). Met een oppervlakte van vierkante kilometer is Kosovo ongeveer een kwart van de oppervlakte van Nederland. In het noordwesten grenst Kosovo aan aan Montenegro. In het westen en zuiden grenst Kosovo respectievelijk aan Albanië en Macedonië. Kosovo is verdeeld in vijf regio s en verder onderverdeeld in dertig gemeenten. Volk Het totale inwonertal van Kosovo bedraagt circa twee miljoen personen, van wie circa in de hoofdstad Prishtinë/Priština wonen. Meer dan de helft van de inwoners van Kosovo is jonger dan 25 jaar. Etnische Albanezen maken ongeveer circa 88% van de totale Kosovaarse bevolking uit. Ongeveer 7% van de Kosovaarse bevolking bestaat uit etnische Serviërs. Andere etnische minderheden maken ongeveer 5% van de Kosovaarse bevolking uit (Slavische moslims 1,9%, Roma 1,7% en Turken 1%) Kosovo wordt in het Albanees Kosova genoemd. De officiële Servische benaming van de provincie luidt Kosovo en Metohija (Kosovo i Metohija / Косово и Метохија) Zie Statistical Office of Kosovo, Kosovo and it Population, 5 juni

7 Etnische Albanezen zijn de grootste etnische groep in Kosovo. Zij spreken de Albanese taal en zijn overwegend moslim. Er bestaat een kleine groep etnische Albanezen die het katholicisme aanhangt. 4 Met uitzondering van de gemeenten in het noorden van Kosovo 5 alsmede de gemeente Shtërpcë/Štrpce in het zuidoosten van Kosovo, vormen etnische Albanezen een etnische meerderheid in Kosovo. Naast etnische Albanezen telt Kosovo verschillende etnische minderheden, waaronder etnische Serviërs, Roma, 6 Slavische moslims, Gorani, Turken en Kroaten (zie paragraaf 3.4 van dit ambtsbericht). Officiële talen De officiële talen in Kosovo zijn Albanees en Servisch. 7 In gemeenten waar de Turkse minderheid een groot deel van de lokale bevolking uitmaakt, is het Turks eveneens een officiële taal. 8 Door UNMIK afgegeven documenten worden, in de originele versie, uitsluitend in het Engels opgesteld. Na de afschaffing van de autonomie van Kosovo in 1990 werd het onderwijs in het Albanees op alle niveaus officieel verboden. Dit verbod heeft in de jaren negentig van de vorige eeuw geleid tot een vrijwel algehele scheiding binnen het onderwijs langs de etnische lijnen en de ontwikkeling van het officieuze Albanese parallelle onderwijssysteem. 9 Tegenwoordig wordt onderwijs in Kosovo doorgaans in het Albanees gegeven. In de gebieden waar Serviërs in de meerderheid zijn alsmede in de Servische enclaves wordt in het Servisch onderwezen, vaak via parallel onderwijs dat door Belgrado wordt ondersteund Volgens US Department of State, International Religious Freedom Report 2005, 8 november 2005 is circa 3% van alle etnische Albanezen in Kosovo katholiek. Het betreft de gebieden ten noorde van de rivier Ibar, namelijk de gemeenten Leposaviq/Leposavić, Zveçan/Zvečan en Zubin Potok/Zubin Potok alsmede een deel van de gemeente Mitrovicë/Kosovska Mitrovica. Het woord Roma doelt in dit geval op alle Roma-groepen (zie paragraaf van dit ambtsbericht). De officiële talen van het bestuur zijn Albanees en Servisch. Alle wetten dienen in de volgende talen te worden gepubliceerd: Albanees, Bosnisch, Engels, Servisch en Turks (zie respectievelijk artikel en artikel van het Constitutional Framework for Provisional Self-Government in Kosovo). Op centraal niveau worden in de praktijk alleen het Engels (vanwege de internationale presentie) en het Albanees, en in veel mindere mate het Servisch, gebruikt. De grootste Turkse gemeenschap in Kosovo (circa personen) woont in de gemeente Prizren/Prizren. Zie in deze context artikel van het Constitutional Framework dat het gebruik van minderhedentalen op lokaal niveau toestaat. Zie bijvoorbeeld European Centre for Minority Issues, The situation of minorities in the Federal Republic of Yugoslavia; Towards an Implementation of the Framework Convention for the Protection of Minorities, juni

8 Geld Het officiële betaalmiddel in Kosovo is de Euro. 10 In de gebieden waar de etnische Serviërs de meerderheid vormen, wordt in de praktijk vooral met Servische dinars betaald, maar wordt de Euro eveneens geaccepteerd Geschiedenis 12 In de vroege middeleeuwen vormde Kosovo het hart van het Servische koninkrijk. Na een reeks militaire nederlagen van Serviërs, waaronder de slag op het Merelveld in Kosovo op 28 juni 1389 maakte het Servische koninkrijk uiteindelijk plaats voor een nieuwe macht, het Ottomaanse rijk. In de daaropvolgende eeuwen trokken grote groepen Serviërs weg uit Kosovo als gevolg van (periodieke) onderdrukking van de christelijke bevolking. Etnische Albanezen vestigden zich in de vrijgekomen gebieden. In 1913, het jaar waarop de onafhankelijke staat Albanië werd gecreëerd, werd Kosovo verdeeld tussen het koninkrijk Servië en het koninkrijk Montenegro. 13 Na de eerste wereldoorlog maakte Kosovo deel uit van het nieuwe Koninkrijk Joegoslavië. 14 Tussen 1941 en 1945 werd het grondgebied van het huidige Kosovo wederom verdeeld In de periode tussen juni 1999 tot de introductie van Euro per 1 januari 2002 was de Duitse mark het officiële betaalmiddel in Kosovo; zie UNMIK-verordening 1999/4 van 2 september 1999, UNMIK-aanwijzing 1999/2 van 4 oktober 1999 (gebruik van Duitse mark) en UNMIK-aanwijzing 2001/24 van 21 december 2001 (gebruik van Euro). Op grond van de genoemde aanwijzingen is het, onder voorwaarden, ook mogelijk om bepaalde betalingen in Servische dinars te verrichten. Het betreft met name de gebieden ten noorden van de rivier Ibar. N. Malcolm, Kosovo, A Short History, 1998; M. Vickers, Between Serb and Albanian, A History of Kosovo, 1998; S. Sobociński, Konflikt albańsko-serbski o Kosowo (do rozmów pokojowych w Rambouillet) na podstawie polskiej prasy, 30 maart De oostelijke helft van Kosovo maakte deel uit van het koninkrijk Servië. Het westelijke deel van Kosovo (door de Serviërs ook wel Metohija genoemd) maakte deel uit van het koninkrijk Montenegro. Het land heette oorspronkelijk het Koninkrijk van Serviërs, Kroaten en Slovenen. Deze naam werd in 1928 veranderd in Koninkrijk Joegoslavië. Regio s Mitrovicë/Kosovska Mitrovica en Vushtrri/Vučitrn werden, samen met Novi Pazar (Servië) samengevoegd tot een nieuw bestuurlijk gewest Kosovo, dat direct door de Duitsers bezet en bestuurd werd. Regio s Gjilan/Gnjilane, Viti/Vitina en Kaçanik/Kačanik in het oosten van Kosovo werden door Bulgarije bezet. Overige delen van Kosovo werden ingelijfd bij Groot-Albanië, dat een protectoraat van Italië was geworden. 8

9 In 1945 werd de Socialistische Federatieve Republiek Joegoslavië (SFRJ) opgericht, 16 waartoe ook Kosovo behoorde. Onder de grondwetten van de SFRJ van 1963 en 1974 verkreeg Kosovo de status van autonome provincie van Servië, die vrijwel gelijk was aan die van de deelrepublieken. 17 Etnische Albanezen namen in die periode belangrijke machtsposities in en domineerden het sociale leven van Kosovo. De maatschappelijke positie van de etnische Serviërs kwam in toenemende mate onder druk te staan. In 1990 trad een nieuwe Servische grondwet in werking, waarmee de autonomie van Kosovo feitelijk werd opgeheven. In navolging hierop werden etnische Albanezen in Kosovo massaal ontslagen uit overheidsfuncties en vervangen door etnische Serviërs. Elke vorm van vreedzaam protest werd hardhandig neergeslagen. In de jaren negentig ontwikkelden de etnische Albanezen een parallelle maatschappij (geheel buiten de Servische machthebbers om) met eigen structuren op politiek en sociaal gebied. 18 In de tweede helft van de jaren negentig begon de onvrede onder de etnisch Albanese bevolking en ontstonden er groeperingen zoals het Kosovo Bevrijdingsleger (Ushtria Çlirimtare e Kosovës; afgekort UÇK ) die de onafhankelijkheid van Kosovo langs gewelddadige weg wilden bereiken. In 1998 en 1999 vonden met enige regelmaat gewelddadige incidenten plaats tussen de Servische politie en het federale Joegoslavische leger enerzijds en (vermeende) etnisch Albanese strijders anderzijds. Dit ging gepaard met schending van mensenrechten van alle bevolkingsgroepen. 19 Op 24 maart 1999 ging de NAVO over tot het uitvoeren van luchtaanvallen op strategische doelen in de gehele Federale Republiek Joegoslavië (FRJ), waaronder Kosovo. In deze periode begingen de Joegoslavische en Servische troepen op grote schaal gewelddadigheden jegens de etnische Albanezen. Honderdduizenden etnische Albanezen zochten hun toevlucht in de buurlanden, honderdduizenden anderen raakten ontheemd binnen Kosovo. Duizenden etnische Albanezen werden door de De officiële naam van het land luidde Federatieve Volksrepubliek Joegoslavië. Deze naam werd in 1963 gewijzigd in Socialistische Federatieve Republiek Joegoslavië. Onder de grondwet van SFRJ van 1974 had Kosovo, als autonome provincie, recht op een eigen grondwet, rechterlijke macht, parlement en regering. Deze rechten werden in de praktijk ook uitgeoefend. Bovendien was Kosovo vertegenwoordigd in het Federale Parlement, de Federale Uitvoerende Raad (het formele bestuurlijke orgaan van SFRJ) en andere federale instanties. De Albanezen leverden zelfs een keer in de jaren tachtig de voorzitter van de Raad. Zo werden er bijvoorbeeld ondergrondse Albanese parlements- en presidentsverkiezingen gehouden en werd er onderwijs gegeven in particuliere huizen. In 1992 werd in officieuze verkiezingen Ibrahim Rugova, als enige kandidaat, tot president van Kosovo gekozen. Voor een uitgebreid overzicht van de door beide partijen tijdens de crisis in Kosovo begane misdaden wordt verwezen naar: Human Rights Watch, Under Orders, War Crimes in Kosovo, oktober

10 Joegoslavische en Servische troepen gedood. Diplomatieke inspanningen leidden uiteindelijk tot Veiligheidsraadresolutie 1244, die op 10 juni 1999 werd aanvaard. Op 12 juni 1999 trokken de Joegoslavische strijdkrachten en de Servische veiligheidstroepen zich terug uit Kosovo. De eerste weken na het vertrek van deze troepen uit Kosovo werden gekenmerkt door een aantal gewelddadige (wraak)acties van (doorgaans) etnische Albanezen jegens etnische Serviërs, Roma en andere minderheden alsmede (vermeende) etnisch Albanese collaborateurs. Sinds juni 1999 wordt Kosovo op grond van de resolutie 1244 bestuurd door een interim civiel bestuur onder auspiciën van de VN: de United Nations Interim Administration Mission in Kosovo (UNMIK). Sindsdien is de interne vredesopbouw en de bestuurlijke ontwikkelingen van Kosovo in een stroomversnelling geraakt en gericht op definitieve vaststelling van de nieuwe internationale status van Kosovo. Het proces van normalisatie en wederopbouw werd in maart 2004 abrupt verstoord door gewelddadigheden jegens etnische minderheden. 20 Sindsdien is ernaar gestreefd om het proces een nieuw leven in te blazen en de fragiele verhoudingen tussen de verschillende etnische groepen te herstellen. 2.2 Bestuurlijk kader Kosovo maakt formeel deel uit van Servië, maar is sinds juni 1999 op basis van de Veiligheidsraadresolutie 1244 voor onbepaalde tijd onttrokken aan het wetgevend, uitvoerend en rechtsprekend gezag van Servië (destijds FRJ). De resolutie voorziet in een interim civiel bestuur in Kosovo de zogenaamde Provisional Institutions of Self-Government onder auspiciën van de VN, de United Nations Interim Administration Mission in Kosovo (UNMIK), en voorziet tevens in een internationale veiligheidspresentie, de NAVO-geleide Kosovo Force (KFOR). Inrichting op centraal niveau De wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht in Kosovo berusten bij UNMIK. De Speciale Vertegenwoordiger (SV) van de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties, die aan het hoofd van de UNMIK staat, is verantwoordelijk voor de uitoefening van deze machten. 21 Sinds 1 september 2006 wordt de functie van Speciale Vertegenwoordiger bekleed door Joachim Rücker uit Duitsland Voor een beschrijving van de onlusten van maart 2004 wordt verwezen naar het algemeen ambtsbericht Kosovo van april 2005, met name paragraaf 2.3 (veiligheidssituatie) en paragraaf 3.4 voor de positie van de afzonderlijke etnische groepen in Kosovo. UNMIK-verordening 1999/1 van 25 juli

11 De organisatie van UNMIK bestaat uit vier pijlers: 1) politie en justitie onder auspiciën van de VN; 2) civiel bestuur onder auspiciën van de VN; 3) institutionele opbouw onder auspiciën van de OVSE; 4) economische wederopbouw onder auspiciën van de EU. Bij de oprichting bestond er tevens een pijler voor humanitaire aangelegenheden onder auspiciën van UNHCR. Deze pijler werd medio juli 2000 afgeschaft. De eerste pijler voor politie en justitie heeft deze pijler in mei 2001 geïncorporeerd. De hoofden van pijlers fungeren als plaatsvervangend Speciale Vertegenwoordigers. Resolutie 1244 van de VN-Veiligheidsraad vormt de juridische basis voor het bestuur van UNMIK in Kosovo. Hoewel de SV zeggenschap heeft over de wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht in Kosovo, richt hij tezamen met UNMIK zich op een geleidelijke overdracht van bevoegdheden naar de Kosovaarse bestuurlijke instellingen. De resolutie spreekt van provisional selfgovernment and substantial autonomy voor Kosovo. Dit basisprincipe is nader uitgewerkt in het Constitutional Framework for Provisional Self-Government dat op 12 mei 2001 werd gepresenteerd. 22 Het Framework benoemt de tijdelijke instellingen van zelfbestuur en geeft aan over welke bevoegdheden deze instellingen beschikken. Het voorziet in de vorming van een assemblee en een regering en in de benoeming van een president. In het document worden tevens de verantwoordelijkheden van, onder andere, deze organen vastgelegd. Een direct gekozen assemblee 23 is volgens het Framework de hoogste vertegenwoordiging en het wetgevende orgaan van het voorlopige bestuur van Kosovo. 24 De assemblee bestaat uit 120 zetels, waarvan 10 zetels voor de Servische partijen zijn gereserveerd. Voor de overige minderheden zijn eveneens 10 zetels gereserveerd, waarbij zij als volgt zijn onderverdeeld: etnische Roma, Ashkali en Egyptenaren : 4 zetels; Slavische moslims: 3 zetels; etnische Turken: 2 zetels; Gorani: 1 zetel. Naast de voorzitter (Kole Berisha sinds maart 2006) 25 kent de assemblee een college van voorzitters die de belangrijkste politieke Zie UNMIK-verordening 2001/9 van 15 mei In dit ambstbericht wordt het Constitutional Framework for Provisional Self Government kortheidshalve ook Framework genoemd. Zie ook de officiële website van de Kosovaarse assemblee [laatst geraadpleegd op 22 mei 2006]. De wetgevende bevoegdheden van de assemblee reiken niet verder dan de grenzen waarbinnen het voorlopige bestuur zich volgens het Framework (zie hoofdstuk 5 van het Framework, met latere aanvullingen) mag begeven. Zie bijvoorbeeld UNMIK Press Office, SRSG congratulates Assembly President Kole Berisha on his election, UNMIK/PR/1507, 10 maart

12 partijen en gemeenschappen vertegenwoordigen. 26 Daarnaast zijn er elf parlementaire commissies, met enkele subcommissies. De assemblee kiest tevens de president en verleent goedkeuring aan de benoeming van de premier. De assemblee wordt gekozen voor een periode van drie jaar. De laatste verkiezingen voor de assemblee vonden plaats op 23 oktober De door de assemblee gekozen president (sinds 10 februari 2006 Fatmir Sejdiu) 27 symboliseert de eenheid van het volk van Kosovo, garandeert het democratisch functioneren van de instellingen van het voorlopig bestuur en draagt de premier voor benoeming aan de assemblee voor. De functie van president heeft voornamelijk een belangrijke symbolische waarde. De president van Kosovo wordt benoemd voor een periode van drie jaar. De regering van Kosovo bestaat uit de premier (sinds 10 maart 2006 Agim Çeku) 28 en de door hem benoemde en door de assemblee goedgekeurde ministers. De regering is, binnen de grenzen gesteld aan het voorlopig bestuur, verantwoordelijk voor de tenuitvoerlegging van de wetten van Kosovo en kan nieuwe wetsvoorstellen aan de assemblee voorleggen. Het Framework schrijft voor dat ten minste twee ministers in de regering vertegenwoordigd dienen te zijn, die tot een andere gemeenschap behoren dan de gemeenschap die een meerderheid heeft in de assemblee. Ten minste één van deze ministers moet behoren tot de Servische gemeenschap in Kosovo en één tot een andere bevolkingsgroep. Ondanks meerdere pogingen van zowel UNMIK als de Kosovaarse regering blijven de etnisch Servische Kosovaren over het algemeen weigeren deel te nemen of hun medewerking te verlenen aan de instellingen van het Kosovaarse zelfbestuur. Dit geldt met name voor de instellingen op centraal niveau. 29 Inrichting op regionaal en gemeentelijk niveau Kosovo is verdeeld in vijf bestuurlijke regio s. 30 Er zijn geen gekozen organen op regionaal niveau. Voor iedere regio heeft UNMIK een regionale vertegenwoordiger aangesteld Het college van voorzitters bestaat uit twee personen benoemd door de grootste partij, twee personen benoemd door de op één na grootste partij, één persoon benoemd door de op twee na grootste partij, één persoon benoemd door partijen die de Servische minderheid vertegenwoordigen en één persoon benoemd door de overige niet-etnisch Albanese of Servische partijen. De laatste zetel rouleert. Tot januari 2006 werd deze functie bekleed door Ibrahim Rugova. Tot 10 maart 2006 werd deze functie bekleed door Bajram Kosumi. Zie bijvoorbeeld SGVN, Report of the Secretary-General on the United Nations Interim Administration Mission in Kosovo, S/2006/361, 5 juni Deze regio s zijn: Prishtinë/Priština, Prizren/Prizren, Pejë/Peć, Mitrovicë/Kosovska Mitrovica en Gjilan/Gnjilane. 12

13 Kosovo is onderverdeeld in dertig gemeenten. 31 Het bestuur van elke gemeente ligt in handen van de gemeenteraad die wordt voorgezeten door de verkozen voorzitter (tevens burgemeester). 32 De voorzitter van de raad stelt een bestuurlijk college (Board of Directors) aan. De voorzitter van de raad en het college zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor de uitvoering van de beslissingen van de gemeenteraad en voor de financiële huishouding van de gemeente. 33 Parallelle structuren Tot op heden is het UNMIK niet overal in Kosovo gelukt om effectief zijn gezag in te stellen en uit te oefenen. In de gebieden waar Serviërs in de meerderheid zijn met name ten noorden van de rivier Ibar en in de grote Servische enclaves hebben Serviërs die de autoriteit van UNMIK niet erkennen hun eigen parallelle structuren opgezet. Dit geldt vooral op het gebied van rechtspraak, onderwijs en gezondheidszorg. 34 UNMIK erkent deze, vaak rechtstreeks door Belgrado gefinancierde instellingen, niet. Desondank was in de praktijk een groot deel van de parallelle structuren, vooral voor zover het de gezondheidszorg of het onderwijs betreft, opgenomen in de officiële door UNMIK erkende structuren. 35 In juni 2006 zeiden de autoriteiten van drie Servische gemeenten in het noorden van Kosovo Alle gemeenten worden genoemd in artikel 1.1 van UNMIK-verordening 2000/43 van 27 juli Alle namen van gemeenten zijn gelijk aan de naam van de centrale stad of het dorp, met uitzondering van de gemeente Dragash/Dragaš in het zuiden van Kosovo, die in het Servisch ook wel Gora wordt genoemd. Voor een overzicht van alle gemeenten in Kosovo zie [laatst geraadpleegd op 5 september 2006]. Aanvankelijk werden de gemeenteraden voorgezeten door een UNMIK-vertegenwoordiger. Tegenwoordig vervult de UNMIK-vertegenwoordiger een adviserende functie. UNMIK-verordening 2000/45 van 11 augustus Zie Europese Commissie, Kosovo (under UNSCR 1244) 2006 Progress Report, SEC (2006) 1386, 8 november Hierbij dient tevens te worden vermeld dat de toegang tot de parallelle voorzieningen alleen mogelijk is voor personen die beschikken over geldige identiteitsdocumenten afgegeven door de Servische autoriteiten; zie UNHCR, UNHCR s Position on the Continued International Protection Needs of Individuals from Kosovo, juni In de praktijk werd een groot deel van het binnen deze twee sectoren van de parallelle structuren werkzame personeel door zowel de Kosovaarse autoriteiten als vanuit Belgrado betaald. In maart 2006 werden etnische Serviërs op grond van een richtlijn van het Kosovo Coördinatiecentrum officieel verplicht hun voorkeur uit te spreken voor één van de werkgevers. Dit heeft er bijvoorbeeld toe geleid dat alle etnisch Servische onderwijzers hun functie bij de Kosovaarse autoriteiten hebben opgezegd. In de praktijk worden deze personen echter nog steeds betaald door de Kosovaarse autoriteiten; zie SGVN, Report of the Secretary-General on the United Nations Interim Administration Mission in Kosovo, S/2006/361, 5 juni 2006 of Europese Commissie, Kosovo (under UNSCR 1244) 2006 Progress Report, SEC (2006) 1386, 8 november

14 (gemeente Leposaviq/Leposavić, Zveçan/Zvečan en Zubin Potok) alle samenwerking met het Kosovaarse zelfbestuur op. 36 Inrichting van de rechterlijke macht en het Openbaar Ministerie De rechterlijke macht in Kosovo bestaat uit het Hooggerechtshof in Prishtinë/Priština, dat als het hoogste hof van beroep in Kosovo fungeert. Verder zijn er districtsgerechtshoven, gemeentelijke rechtbanken en rechtbanken voor overtredingen. 37 Rechters worden op alle niveaus benoemd door de Speciale Vertegenwoordiger op voordracht door de Kosovo Judicial Council. 38 Het Framework bepaalt dat rechters onafhankelijk dienen te zijn en dat de rechterlijke macht de etnische diversiteit van Kosovo dient te weerspiegelen. 39 Daarnaast is benoeming van internationale rechters en openbare aanklagers in Kosovo mogelijk. 40 Het Kosovo Judicial Institute is verantwoordelijk voor de opleiding en training van rechters en openbare aanklagers. 41 Kosovo telt vijf districtsgerechtshoven, voor elke bestuurlijke regio één. Deze gerechtshoven zijn bevoegd in strafzaken waarin een gevangenisstraf van meer Europese Commissie, Kosovo (under UNSCR 1244) 2006 Progress Report, SEC (2006) 1386, 8 november Alle andere (deels) Servische gemeenten zetten de samenwerking met het Kosovaarse zelfbestuur voort. Zie bijvoorbeeld Human Rights Watch, Not on the Agenda, The Continuinig Failure to Address Accountability in Kosovo Post-March 2004, mei De Kosovo Judicial Council, een onafhankelijk orgaan binnen het Kosovaars zelfbestuur, werd opgericht in december 2005 op grond van UNMIK-verordening 2005/52 van 20 december 2005 (On the Establishment of the Kosovo Judicial Council) en verving de Kosovo Judicial and Prosecutorial Council; zie bijvoorbeeld SGVN, Report of the Secretary-General on the United Nations Interim Administration Mission in Kosovo, S/2006/361, 5 juni 2006 of Ombdusperson Institution in Kosovo, Sixth Annual Report , 11 juli In april 2006 werden de eerste leden van de Kosovo Judicial Council aangesteld; zie Europese Commissie, Kosovo (under UNSCR 1244) 2006 Progress Report, SEC (2006) 1386, 8 november Medio 2006 bestond de Kosovaarse rechterlijke macht en het Kosovaarse Openbaar Ministerie voor circa dan 9% uit leden van etnische minderheden; zie SGVN, Report of the Secretary-General on the United Nations Interim Administration Mission in Kosovo, S/2006/361, 5 juni Voor benoeming van internationale rechters zie UNMIK-verordening 2000/6 van 15 februari 2000 (gewijzigd bij verordening 2000/34 van 27 mei 2000 en verordening 2001/2 van 12 januari 2001). Deze rechters worden benoemd door de Speciale Vertegenwoordiger; Ombudsperson Institution in Kosovo, Sixth Annual Report , 11 juli Voor meer informatie over het Openbaar Ministerie in Kosovo zie bijvoorbeeld Human Rights Watch, Not on the Agenda, The Continuinig Failure to Address Accountability in Kosovo Post-March 2004, mei Het Kosovo Judicial Institute werd opgericht op grond van de Kosovo Assembly Law No. 02/L-25 (On the Establishment of the Kosovo Judicial Institute), in werking getreden op grond van UNMIK-verordening 2006/23 van 24 april 2006; zie SGVN, Report of the Secretary-General on the United Nations Interim Administration Mission in Kosovo, S/2006/361, 5 juni

15 dan vijf jaar kan worden opgelegd. 42 Er zijn tevens vijf districtskantoren van het Openbaar Ministerie. 43 Er zijn 24 gemeentelijke rechtbanken in Kosovo. 44 Gemeentelijke rechtbanken zijn bevoegd in strafzaken waarin een gevangenisstraf van maximaal vijf jaar kan worden opgelegd. 45 Er zijn zeven kantoren van het Openbaar Ministerie op gemeentelijk niveau. 46 Teneinde de toegang van etnische minderheden tot rechtbanken te bevorderen bestaan er in sommige etnische enclaves court liaison offices. 47 De strafzaken waarin een gevangenisstraf van maximaal twee maanden kan worden opgelegd, worden afgedaan door de rechtbanken voor overtredingen. Kosovo telt 25 dergelijke rechtbanken. Daarnaast bestaat er een hooggerechtshof voor overtredingen, dat als hof van beroep fungeert. 48 UNMIK heeft nog steeds geen einde kunnen maken aan de zogenaamde parallelle structuren. Dit geldt ook voor de rechtspraak in Kosovo. Naast de officiële rechtbanken die door UNMIK worden erkend, bestaan in Kosovo ook officieuze parallelle rechtbanken. Deze rechtbanken zijn opgericht door Serviërs die UNMIK Zie Human Rights Watch, Not on the Agenda, The Continuinig Failure to Address Accountability in Kosovo Post-March 2004, mei 2006 en US Department of State, Serbia and Montenegro, Country Reports on Human Rights Practices 2005, 8 maart International Helsinki Federation for Human Rights, Human Rights in the OSCE Region: Europe, Central Asia and North America, Report 2004 (Events 2003). Europese Commissie, Kosovo (under UNSCR 1244) 2005 Progress Report, SEC (2005) 1423, 9 november Volgens US Department of State, Serbia and Montenegro, Country Reports on Human Rights Practices 2005, 8 maart 2006 bestaan in Kosovo 25 gemeentelijke rechtbanken. Human Rights Watch, Not on the Agenda, The Continuinig Failure to Address Accountability in Kosovo Post-March 2004, mei International Helsinki Federation for Human Rights, Human Rights in the OSCE Region: Europe, Central Asia and North America, Report 2004 (Events 2003). SGVN, Report of the Secretary-General on the United Nations Interim Administration Mission in Kosovo, S/2006/361, 5 juni 2006 en US Department of State, Serbia and Montenegro, Country Reports on Human Rights Practices 2005, 8 maart Onder court liaison offices worden verstaan aan een rechtbank gelieerde kantoren op locatie, doorgaans bemenst door personen die de plaatselijke (minderheids)taal spreken en die de grieven en verzoeken van de plaatselijke bevolking voor de betreffende rechtbank in ontvangst nemen. Soms maar niet altijd verlenen dergelijke kantoren daarnaast rechtshulp en advies in simpele gevallen. Momenteel bestaan in Kosovo 9 dergelijke court liaison offices in Graçanicë/Gračanica, Novobërdë/Novo Brdo, Gorazhdevc/Goraždevac, Vrbovc/Verbovac, Hoça e Madhe/Velika Hoca, Priluzhë/Prilužje, Shillovë/Silovo, Novak/Novake en Mitrovicë/Kosovska Mitrovica; zie UNMIK Press Office, New Court Liaison Office opened in Mitrovicë/Mitrovica, UNMIK/PR/1473, 3 januari Zie Human Rights Watch, Not on the Agenda, The Continuinig Failure to Address Accountability in Kosovo Post-March 2004, mei

16 niet erkennen. 49 Deze rechtbanken, die vóór maart 2004 grotendeels waren opgeheven, hebben na de onlusten 50 hun werkzaamheden hervat. 51 Deze rechtbanken passen het recht van Servië toe. 52 Omdat UNMIK deze rechtbanken niet erkent, werkt het ook niet mee aan de tenuitvoerlegging van hun vonnissen. Tenuitvoerlegging van vonnissen van parallelle rechtbanken in strafzaken is daarom zo goed als onmogelijk. In de praktijk beperken de parallelle rechtbanken zich tot civiele zaken. Tenuitvoerlegging van vonnissen in civiele zaken geschiedt doorgaans op basis van vrijwilligheid of sociale druk. Voor veroordelingen in strafzaken die vóór 1999, en in het bijzonder in de periode , in Kosovo werden uitgesproken geldt dat deze niet zonder meer door UNMIK werden/worden overgenomen en ten uitvoer gebracht. Dit geldt in het bijzonder in de gevallen waarin enige indicatie bestaat dat betrokkene wegens subversieve activiteiten, misdaden tegen de Joegoslavische staat dan wel op grond van politieke of politiek getinte activiteiten tegen het toenmalige Servische regime werd veroordeeld. In dergelijke gevallen wordt de strafzaak heropend en opnieuw onderzocht. Sinds het aantreden van UNMIK in 1999 zijn verschillende personen die op dergelijke gronden werden veroordeeld, vrijgelaten. In sommige gevallen werd tevens compensatie uitbetaald. In 2002 vond een uitwisseling van gevangenen plaats tussen UNMIK en de Servische autoriteiten. Kosovaarse gevangenen die op dat moment in Servië gevangen werden gehouden, werden overgeplaatst naar Kosovo. Bij gelegenheid van deze uitwisselingen werden de veroordelingen van de Kosovaarse gevangenen opnieuw onderzocht. Coördinatiecentrum voor Kosovo en Metohija Het in 2001 opgerichte Coördinatiecentrum voor Kosovo en Metohija 53 (Koordinacioni centar Srbije za Kosovo i Metohiju) is een agentschap van de Servische overheid binnen de Servische Raad van Ministers, dat verantwoordelijk is voor de coördinatie van alle activiteiten van de Servische staat in alle aangelegenheden die betrekking hebben op Kosovo. Tevens is het centrum belast met het dagelijks (Servisch) bestuur van Kosovo. Het coördinatiecentrum zetelt officieel in de Servische enclave Graçanicë/Gračanica en wordt momenteel Zie bijvoorbeeld US Department of State, Serbia and Montenegro, Country Reports on Human Rights Practices 2005, 8 maart 2006 of International Crisis Group, Bridging Kosovo s Mitrovica Divide, Europe Report N 165, 13 september Voor een beschrijving van de onlusten van maart 2004 wordt verwezen naar het algemeen ambtsbericht Kosovo van april 2005, met name paragraaf 2.3 (veiligheid). Het betreft hier parallelle rechtbanken in Leposaviq/Leposavić, Mitrovicë/Kosovska Mitrovica, Zubin Potok/Zubin Potok, Zveçan/Zvečan en Graçanica/Gračanica. Ombudsperson Instituion in Kosovo, Sixth Annual Report , 11 juli Zie [laatst geraadpleegd op 11 september 2006]. Stand van zaken september

17 geleid door Sanda Rasković Ivić. In de praktijk blijft de functie van het centrum grotendeels beperkt tot het uitdragen van het officiële beleid van Belgrado in Kosovo Politieke ontwikkelingen Toekomstige status van Kosovo Na meer dan zes jaar van internationaal bestuur is de toekomstige status van Kosovo de belangrijkste kwestie die de politieke ontwikkelingen in Kosovo bepaalt. 56 De houding van de internationale gemeenschap met betrekking tot deze kwestie was duidelijk: eerst moet er sprake zijn van goed functionerend bestuur, alvorens overdracht van nieuwe bevoegdheden plaats kan vinden en de onderhandelingen over de definitieve status van Kosovo kunnen beginnen. De criteria vervat in de Standards before Status (kortheidshalve ook wel Standards genoemd) 57 dienen hiervoor als meetlat. In de tweede helft van 2005 vond op verzoek van de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties een diepgaande evaluatie van de implementatie van de Standards plaats. De evaluatie, die uitgevoerd werd onder leiding van Kai Eide uit Noorwegen, concludeerde kort weergegeven dat de implementatie van de standaarden voor Kosovo nog niet volledig was, 58 maar dat desalniettemin de tijd rijp was om het onderhandelingsproces over de definitieve toekomstige status van Kosovo te initiëren. 59 In oktober 2005 nam de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties de conclusies en aanbevelingen van de evaluatie over 60 en benoemde vervolgens Martti Ahtisaari uit Finland als Special Envoy for the future status of Kosovo. 61 In Daarnaast verleent het centrum assistentie aan etnische Serviërs bij het verkrijgen van Servische documenten (zie paragraaf 2.6 van dit ambtsbericht). Zie bijvoorbeeld SGVN, Report of the Secratary-General on the United Nations Interim Administration Mission in Kosovo, S/2006/361, 5 juni 2006 of Europese Commissie, Kosovo (under UNSCR 1244) 2006 Progress Report, SEC (2006) 1386, 8 november Voor zeer uitvoerige informatie over de Standards wordt verwezen naar de website van UNMIK; [laatst geraadpleegd op 10 oktober 2006]. De evaluatie van de Standards noemde met name de slechte economische situatie in Kosovo, corruptie en georganiseerde misdaad als grote gevaren voor de toekomst van Kosovo. Daarnaast was de evaluatie kritisch over de gespannen inter-etnische verhoudingen in Kosovo, de positie van etnische Serviërs en andere minderheden en het feit dat de rechtsstaat in Kosovo nog sterk onderontwikkeld was. De bevindingen en aanbevelingen (A comprehensive review of the situation in Kosovo) over de implementatie van de Standards zijn als bijlage gevoegd aan VN Veiligheidsraad, Letter dated 7 October 2005 from the Secretary-General addressed to the President of the Security Council, S/2005/635, 7 oktober VN Veiligheidsraad, Statement by the President of the Security Council, S/PRST/2005/51, 24 oktober VN Veiligheidsraad, Letter dated 10 November 2005 from the President of the Security Council addressed to the Secretary-General, S/2005/709, 10 november

18 het mandaatdocument (Guiding principles for a settlement of the status of Kosovo) verwerpt de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties alle door één partij aan de andere partij (met gebruikmaking van geweld) opgelegde uitkomsten en benadrukt dat de uitkomst van de onderhandelingen in overeenstemming dient te zijn met de internationale mensenrechtennormen een geen gevaar mag vormen voor de stabiliteit in de regio. 62 De Veiligheidsraad geeft tevens aan dat alle etnische groepen van Kosovo betrokkene dienen te worden bij de onderhandelingen. 63 De standpunten van Belgrado en Pristina aangaande de toekomstige status van Kosovo zijn onveranderd gebleven. Servië blijft Kosovo beschouwen als een onlosmakelijk deel van haar grondgebied, waarbij een vergaande mate van autonomie de door de Servische regering vaak gebruikte uitdrukking meer dan autonomie, minder dan onafhankelijkheid de hoogst haalbare oplossing voor Kosovo kan zijn. 64 De Kosovaarse Albanezen daarentegen eisen volledige onafhankelijkheid van Servië. 65 Tot op heden hebben de onderhandelingen over de toekomstige status van Kosovo weinig tastbare resultaten opgeleverd. 66 Naar verwachting zal de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties begin 2007 de voortgang van de onderhandelingen evalueren, waarbij naar verwachting ook over een definitieve oplossing van de toekomstige status van Kosovo zal worden gesproken. 67 Speciale Vertegenwoordiger In juni 2006 eindigde Søren Jessen-Petersen zijn werkzaamheden als Speciale Vertegenwoordiger. Hij werd op interim basis opgevolgd door Steven Schook uit Het mandaatdocument geeft in deze context aan dat een terugkeer naar de situatie van vóór 1999 onmogelijk is. Tevens sluit het mandaatdocument een deling van het grondgebied van Kosovo of aansluiting in de vorm van bijvoorbeeld een statenunie bij andere landen uit. Zie VN Veiligheidsraad, Letter dated 10 November 2005 from the President of the Security Council addressed to the Secretary-General, S/2005/709, 10 november Op 28 en 29 oktober werd in Servië een referendum gehouden over een nieuwe Grondwet. In de preambule van de nieuwe Grondwet wordt de provincie van Kosovo en Metohija expliciet als onlosmakelijk deel van Servisch grondgebied benoemd; voor een Engelstalige versie van de nieuwe Servische Grondwet zie [laatst geraadpleegd op 20 november 2006]. Zie bijvoorbeeld Ombudsperson Institution in Kosovo, Sixth Annual Report , 11 juli 2006; Der Standard, Der Beginn der langen Reden, 20 februari 2006; Gazeta Wyborcza, Kosowo bałkański węzeł gordyjski, 23 juli 2006; BBC News, UN condemns Kosovo revolt talk, 20 september 2006 of The Economist, Independent thinking, 21 januari Zie bijvoorbeeld Nederlands Dagblad, Geen stap dichterbij oplossing voor Kosovo, 25 juli 2006; Gazeta Wyborcza, Fiasko rozmów o przyszłości Kosowa, 24 juli 2006 of IWPR, Kosovo Status Talks in Trouble, Balkan Insight, 12 juli Begin november 2006 gaf Ahtisaari aan het voorstel over de definitieve status van Kosovo na de Servische parlementsverkiezingingen van 21 januari 2007 aan de Vieiligheidsraad voor te leggen; zie Balkan Insight, Contact Group Postpones Plan for Kosovo, 10 november

19 de Verenigde Staten. Op 1 september 2006 is Joachim Rücker uit Duitsland officieel aangetreden als de nieuwe Speciale Vertegenwoordiger. Gemeentelijke verkiezingen In 2002 vonden in Kosovo voor de laatste keer gemeentelijke verkiezingen plaats. Aangezien het mandaat van de in 2002 gekozen vertegenwoordigers in 2006 afloopt, zouden in hetzelfde jaar ook nieuwe verkiezingen moeten worden gehouden. In juni 2006 heeft de Speciale Vertegenwoordiger het mandaat van de lokale volksvertegenwoordigers verlengd en aangekondigd dat de eerstvolgende lokale verkiezingen na de definitieve bepaling van de toekomstige status, doch niet later dan binnen 12 maanden, zullen worden gehouden. 68 Zelfbestuur In de verslagperiode werd de overdracht van bevoegdheden van UNMIK naar de Kosovaarse tijdelijke instellingen voor zelfbestuur vrijwel voltooid. 69 Met uitzondering van bepaalde aspecten van binnenlands bestuur (bijvoorbeeld veiligheid), buitenlandse betrekking en defensie beperkt de rol die UNMIK speelt zich tot het adviseren en toezicht houden in plaats van het besturen. Dit neemt echter niet weg dat de bevoegdheden van UNMIK onveranderd blijven. In de praktijk betekent dit dat UNMIK tevens een corrigerende rol speelt. UNMIK blijft ook eindverantwoordelijk voor het bestuur en administratie in Kosovo. In de verslagperiode vond een aantal belangrijke personele wijzigingen plaats binnen de regering van Kosovo. Op 21 januari 2006 is de Kosovaarse president Ibrahim Rugova overleden als gevolg van longkanker. Op 10 februari 2006 werd Fatmir Sejdiu door de Assemblee van Kosovo gekozen als nieuwe president. 70 Op 1 maart 2006 legde Bajram Kosumi, de Kosovaarse premier, zijn functie neer. Hij werd opgevolgd door Agim Çeku, het toenmalige hoofd van het Kosovo Beschermingskorps (TMK). 71 De benoeming van Çeku was niet vrij van UNMIK Press Office, SRSG decides to postpone Municipal Elections in Kosovo, UNMIK/PR/1567, 16 juni 2006 en Europese Commissie, Kosovo (under UNSCR 1244) 2006 Progress Report, SEC (2006) 1386, 8 november In januari 2006 werden een Kosovaars ministerie van Justitie, ministerie van Binnenlandse Zaken en Kosovo Judicial Council opgericht; zie SGVN, Report of the Secretary-General on the United Nations Interim Administration Mission in Kosovo, S/2006/361, 5 juni Zie ook UNMIK Press Office, UNMIK Establishes Two New PISG Ministries and the Kosovo Judicial Council, UNMIK/PR/1469, 20 december Zie bijvoorbeeld SGVN, Report of the Secretary-General on the United Nations Interim Administration Mission in Kosovo, S/2006/361, 5 juni Zie bijvoorbeeld SGVN, Report of the Secretary-General on the United Nations Interim Administration Mission in Kosovo, S/2006/361, 5 juni Voor meer informatie over het TMK zie paragraaf van dit ambtsbericht. 19

20 controverse, mede omdat hij door vele etnische Serviërs niet alleen in Kosovo als oorlogsmisdadiger wordt beschouwd. 72 Uiteenvallen van de statenunie van Servië en Montenegro Bij referendum van 21 mei 2006 heeft de meerderheid van de Montenegrijnse bevolking zich voor de onafhankelijkheid van het land uitgesproken. Op 3 juni 2006 heeft de Montenegrijnse parlement officieel de onafhankelijkheid uitgeroepen. In de dagen die daarop volgden werd de onafhankelijkheid van Montenegro ook door de internationale gemeenschap erkend. 73 De erkenning van Montenegro door Servië op 15 juni 2006 betekende in feite het einde van de statenunie van Servië en Montenegro. De onafhankelijkheid van Montenegro heeft geen directe gevolgen voor de situatie in Kosovo en evenmin voor de voortgang van de onderhandelingen over de toekomstige status in Kosovo. De regering van Montenegro blijft Kosovo als een interne kwestie van Servië beschouwen en stelt zich afzijdig op met betrekking tot de toekomstige status van de regio. 2.4 Veiligheidssituatie De algemene veiligheidssituatie in Kosovo blijft, in vergelijking met de vorige verslagperiode, relatief stabiel. Deze situatie is echter voor een belangrijk deel afhankelijk van de voortgang en uitkomst van de onderhandelingen over de toekomstige status van Kosovo (zie paragraaf 2.3 van dit ambtsbericht). Dit proces kan gepaard gaan met onrust in Kosovo. 74 In de verslagperiode hebben zich geen grote veiligheidsincidenten voorgedaan. De algemene situatie op het gebied van interetnische betrekkingen blijft echter Agim Çeku, een etnische Albanees, vocht in de jaren negentig aan de Kroatische zijde in de oorlog in Kroatië. Çeku zou mede verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van de beruchte Actie Storm in augustus 1995, waarbij het Kroatische leger het grondgebied van de zelf uitgeroepen Servische Republiek Krajina (Kroatië) heroverde. Deze actie leidde tot een massale uittocht van etnische Serviërs uit Kroatië. In de jaren vervulde Çeku de functie van opperbevelhebber bij het Albanese Bevrijdingsleger (UÇK); zie bijvoorbeeld Gazeta Wyborcza, Dla Serbów zbrodniarz, dla kosowskich Albańczyków premier, 2 maart Op 28 juni 2006 is Montenegro lid van de Verenigde Naties geworden; zie [laatst geraadpleegd op 5 september 2006]. Zie bijvoorbeeld SGVN, Monthly report of the Kosovo Force (KFOR), covering the period 1 to 30 June 2006, S/2006/643, 10 augustus 2006; Ombudsperson Institution in Kosovo, Sixth Annual Report , 11 juli 2006; UNHCR, 2005 Global Report, 2006 of UNMIK Press Office, SRSG Joachim Rückner addresses the UN Security Council, UNMIK/PR/1579, 13 september

21 onverminderd gespannen en fragiel. 75 Het aantal etnisch gemotiveerde incidenten is gedaald in vergelijking met de vorige verslagperiode, ook indien de onlusten van maart 2004 niet meegerekend worden. 76 De onderliggende oorzaken die tot de uitbarsting van geweld in maart 2004 hebben geleid, zijn nog steeds aanwezig. De veiligheidssituatie van etnische minderheden hangt in sterke mate af van de etnische groep waartoe men behoort en de woonplaats. De veiligheidssituatie van etnische groepen in Kosovo wordt nader beschreven in paragraaf 3.4 van dit ambtsbericht. Sinds het aantreden van UNMIK in 1999 zijn geen evacuaties van internationaal personeel noodzakelijk geweest. In 2005 werden in heel Kosovo 107 gevallen van een (poging tot) aanslag met explosieven geregistreerd. 77 Noorden van Kosovo Het noordelijke deel van Kosovo (gemeenten Leposaviq/Leposavić, Zveçan/Zvečan, Zubin Potok/Zubin Potok en het noordelijk deel van de gemeente Mitrovicë/Kosovka Mitrovica) is, afgezien van de stad Mitrovicë/Kosovska Mitrovica en het enkele kilometers verderop gelegen dorp Zveçan/ Zvečan, een bergachtig en dunbevolkt gebied en beslaat ongeveer een tiende van Kosovo. De bevolking bestaat uit circa personen, voornamelijk etnische Serviërs (onder Zie bijvoorbeeld SGVN, Monthly report of the Kosovo Force (KFOR), covering the period 1 to 30 June 2006, S/2006/643, 10 augustus 2006, waarin de algemene veiligheidssituatie in Kosovo als calm but tense wordt genoemd. Volgens Foreign & Commonwealth Office, Country Profiles, Kosovo (last updated 17 augustus 2006) en UNMIK Press Office, Ethnically motivated crimes on the decline in Kosovo, UNMIK/Prishtinë/Priština/1554, 24 mei 2006 vonden in de maanden januari tot en met maart 2006 in Kosovo 19 etnisch gemotiveerde incidenten plaats, in vergelijking met 72 incidenten in diezelfde periode van Zie ook Europese Commissie, Kosovo (under UNSCR 1244) 2005 Progress Report, SEC (2005) 1423, 9 november 2005; US Department of State, Serbia and Montenegro, Country Reports on Human Rights Practices 2005, 8 maart 2006; UNHCR, UNHCR s Position on the Continued International Protection Needs of Individuals from Kosovo, juni 2006; Human Rights Watch, Serbia and Montenegro, World Report 2006, 18 januari 2006; Europese Commissie, Kosovo (under UNSCR 1244) 2006 Progress Report, SEC (2006) 1386, 8 november 2006 of OVSE, Report of the Head of the OSCE Mission in Kosovo, Ambassador Werner Wnendt, to the Permanent Council, 19 januari Volgens de laatstgenoemde bron is de daling in het aantal etnisch gemotiveerde veiligheidsincidenten toe te schrijven aan het feit dat sinds de onlusten van maart 2004 de verschillende etnische groepen nog minder met elkaar omgaan. Ombudsperson Institution in Kosovo, Sixth Annual Report , 11 juli 2006 geeft echter aan dat het aantal etnisch gemotiveerde veiligheidsincidenten sinds mei/juni 2006 weer stijgt. Hierbij dient tevens te worden aangetekend dat van een deel van etnische gemotiveerde veiligheidsincidenten geen aangifte bij de politie wordt gedaan. Zie in deze context ook Raad van Europa / Parlementaire Assemblee, Current situation in Kosovo, Doc , 3 juni USAid / UNDP / RIINVEST, Early Warning Report, Kosovo, Report #12, oktober-december

22 wie enkele duizenden Servische ontheemden) en een aantal Roma-groepen. Minder dan 5% van de bevolking is etnisch Albanees. Het gebied is geheel op Servië gericht, onder andere voor zover het onderwijs, gezondheidszorg en rechtspraak betreft. In het gebied wordt ook de Servische dinar, in plaats van de Euro, gebruikt. In juni 2006 hebben de etnische Serviërs in de gemeenten gelegen ten noorden van de rivier Ibar (met uitzondering van het Servische deel van de gemeente Mitrovicë/Kosovska Mitrovica) de noodtoestand uitgeroepen 78 en hun medewerking aan de Kosovo Police Service 79 formeel opgezegd. Daarnaast werd een oproep gedaan voor een terugkeer van de Servische politie naar de door Serviërs bewoonde gebieden. Verschillende bronnen maken tevens melding van geïntensiveerde activiteiten van de Servische politie in deze gebieden. Daarnaast zou er sprake zijn van oprichting van een Servische paramilitaire organisatie. Deze organisatie zou zich (vooralsnog) bezig houden met het uitvoeren van ongewapende patrouilles en buurtbewaking in de door Serviërs bewoonde gebieden. 80 In juni 2006 zeiden de autoriteiten van drie Servische gemeenten in het noorden van Kosovo (gemeente Leposaviq/Leposavić, Zveçan/Zvečan en Zubin Potok) verder alle samenwerking met het Kosovaarse zelfbestuur op. 81 In Kosovaarse kranten verschijnen met enige regelmaat artikelen over de mogelijkheid van (aanstaande) onafhankelijkheidsverklaring van de Servische delen van Kosovo KFOR Op basis van VN-Veiligheidsraadresolutie 1244 bevindt zich in Kosovo sinds juni 1999 een internationale, door de NAVO geleide, troepenmacht: KFOR (Kosovo Force). 82 De taak van KFOR bestaat uit, onder andere, de handhaving van de openbare orde en veiligheid en het toezicht houden op de naleving van internationale verdragen. 83 Dit laatste gebeurt in nauwe samenwerking met het BBC News, Kosovo Serbs cut ties with UN, 6 juni Voor meer informatie over de Kosovo Police Service zie paragraaf van dit ambtsbericht. Zie bijvoorbeel USAid / UNDP / RIINVEST, Early Warning Report, Kosovo, Report #11, juli-september 2005 en International Crisis Group, An Army for Kosovo?, Europe Report N 174, 28 juli Europese Commissie, Kosovo (under UNSCR 1244) 2006 Progress Report, SEC (2006) 1386, 8 november Alle andere (deels) Servische gemeenten zetten de samenwerking met het Kosovaarse zelfbestuur voort. Zie in deze context ook [laatst geraadpleegd op 24 augustus 2006]. Voor een uitputtende opsomming van de verantwoordelijkheden van de internationale veiligheidspresentie in Kosovo wordt verwezen naar paragraaf 9 van de VN- Veiligheidsraadresolutie

23 lokale politiekorps Kosovo Police Service (KPS) en de UNMIK-politie (zie paragraaf van dit ambtsbericht). Hoewel in eerste instantie in Kosovo gestationeerd om een eventuele terugkeer van Servische veiligheidstroepen naar Kosovo te voorkomen, richt KFOR zich momenteel voornamelijk op de bescherming van minderheden. KFOR voert in heel Kosovo patrouilles uit, bemant controleposten en draagt zorg voor permanente bewaking van kwetsbare locaties zoals Servische kerken of kloosters. 84 Daarnaast zijn KFOR s inspanningen gericht op de bestrijding van illegaal wapenbezit en de georganiseerde misdaad. KFOR voert tevens, in nauwe samenwerking met de KPS, grenscontroles uit. In juni 2006 heeft KFOR een militaire basis in het door etnische Serviërs bewoonde noorden van Kosovo heropend. 85 Op 15 september 2005 nam de Italiaanse generaal Guiseppe Valotto de leiding over KFOR over. 86 Op 1 september 2006 werd hij opgevolgd door de Duitse generaal Roland Kather. 87 In het kader van de herstructurering van de NAVOoperaties in de Westelijke Balkan kondigde begin 2003 de toenmalige commandant van KFOR, Fabio Mini, aan dat het aantal in Kosovo aanwezige maanschappen van KFOR zou worden gereduceerd tot Echter, naar aanleiding van de onlusten in maart 2004 werd het aantal troepen tot eind april 2004 tijdelijk verhoogd naar circa In juni 2006 telde KFOR manschappen. 89 KFOR heeft aangegeven zijn aanwezigheid in Kosovo voort te zetten ook na de officiële bepaling van de toekomstige status van Kosovo Over het algemeen voert KFOR geen escortes meer uit. Deze taak werd overgedragen aan de politie. In uitzonderlijke situatie kan KFOR zijn medewerking daartoe verlenen. SGVN, Monthly report of the Kosovo Force (KFOR), covering the period 1 to 30 June 2006, S/2006/643, 10 augustus Zijn voorganger was luitenant-generaal Kammerhoff uit Duistland (3 oktober 2003 tot 1 september 2004); SGVN, Monthly report to the United Nations on the operations of the Kosovo Force, S/2003/1141, 2 december KFOR Press Release, COM KFOR Change of Command, 1 september De tijdelijke KFOR-versterkingstroepen zijn eind april 2004 vertrokken uit Kosovo; SGVN, Monthly report to the United Nations on the operations of the Kosovo Force, S/2004/487, 11 juni Zie ook Gazeta Wyborcza, NATO wysyła dodatkowe siły do Kosowa, 18 maart 2004 en Gazeta Wyborcza, Kosowo po rozruchach, 21 maart SGVN, Monthly Report of the Kosovo Force (KFOR), covering period 1 to 30 June 2006, S/2006/643, 10 augustus Zie bijvoorbeeld International Crisis Group, An Army for Kosovo?, Europe Report N 174, 28 juli

24 2.4.2 Politie De politietaken in Kosovo worden uitgevoerd door twee korpsen: de Kosovo Police Service (KPS) 91 bemenst door lokale politiefunctionarissen in samenwerking met de multinationale UNMIK-politie, 92 bemenst door buitenlandse politieagenten. In de loop van 2005 werden alle operationele politietaken van de UNMIK-politie aan de KPS geleidelijk overgedragen. 93 De UNMIK-politie vervult dan alleen nog een adviserende, toezichthoudende en ondersteunende rol en slechts in incidentele gevallen zoals grote geldtransporten of bewaking van rechtbanken bij rechtszaken van personen verdacht van oorlogsmisdaden wordt een beroep gedaan op de UNMIK-politie. 94 In zeer uitzonderlijke gevallen wordt de hulp van KFOR ingeroepen. Het in de verslagperiode opgerichte Kosovaarse ministerie van Binnenlandse Zaken draagt de eindverantwoordelijkheid voor de KPS. 95 De KPS-politie geniet een beperkt vertrouwen van de etnische minderheden, met name etnische Serviërs. Etnisch Servische KPS-agenten verkeren bovendien in een precaire situatie. Zij worden door hun Albanese collega s met argwaan bekeken. 96 Vanwege hun etnische afkomst worden zij vaak in de Servische delen van Kosovo ingezet, waar zij hun werkzaamheden naast de Servische parallelle structuren verrichten In mei 2006 telde de KPS politieagenten, waarvan 13,9% vrouwen. De KPS bestaat voor circa 9,6% uit etnische Serviërs en voor circa 5,8% uit andere etnische minderheden; zie SGVN, Report of the Secretary-General on the United Nations Interim Administration Mission in Kosovo, S/2006/361, 5 juni In mei 2006 telde de UNMIK-politie agenten; zie SGVN, Report of the Secretary- General on the United Nations Interim Administration Mission in Kosovo, S/2006/361, 5 juni De overdracht van bevoegdheden werd voltooid in 2005 met uitzondering van één gemeente, namelijk de gemeente Mitrovicë/Kosovska Mitrovica. In deze gemeente blijft de UNMIKpolitie nog steeds actief; zie SGVN, Report of the Secretary-General on the United Nations Interim Administration Mission in Kosovo, S/2006/361, 5 juni Volgens Home Office, Operational Guidance Note, Republic of Serbia (including Kosovo), 30 juni 2006 is de UNMIK-politie nog steeds, naast de gemeente Mitrovicë/Kosovska Mitrovica, operationeel in de gemeente Pejë/Peć. Onder andere Human Rights Watch, Not on the Agenda, The Continuing Failure to Address Accountability in Kosovo Post-March 2004, mei Zie bijvoorbeeld SGVN, Report of the Secretary-General on the United Nations Interim Administration Mission in Kosovo, S/2006/361, 5 juni Etnisch Servische agenten worden door Albanezen niet alleen vanwege hun etnische afkomst met argwaan bekeken, maar ook omdat het niet kan worden uitgesloten dat een aantal Servische KPS-agenten voor de Servische inlichtingen- en veiligheidsdiensten werkt. 24

25 De rol die de KPS tijdens de onlusten van maart 2004 heeft gespeeld, 97 is niet geheel onomstreden. Er werden door verschillende bronnen gevallen gesignaleerd van KPS-agenten die passief toekeken hoe de Albanese menigte leden van etnische minderheden aanviel, mishandelde en hun bezittingen in brand stak, en van KPS-agenten die actief deelnamen aan de gewelddadigheden. 98 Na de onlusten van 2004 werden enkele KPS-politieagenten op non-actief gesteld. 99 Sinds maart 2004 ontvingen circa politieagenten een speciale training in het omgaan met rellen (riot control). In 2005 werd een relatief hoog aantal veiligheidsincidenten gericht tegen politieagenten, zowel de KPS-politie als UNMIK-politieagenten, geregistreerd Kosovo Beschermingskorps (TMK) Het in 1999 na de demilitarisatie van UÇK opgerichte Kosovo Beschermingskorps (Trupat e Mbrojtes së Kosovës, afgekort TMK) 101 is een burgermacht met een mandaat om in noodgevallen bijstand te verlenen en om diensten voor de gemeenschap te verrichten, 102 bijvoorbeeld hulp bij bruggen- of wegenbouw, herstel van watervoorzieningen of hulp bij natuurrampen zoals de overstromingen bij Obiliq/Obilić in Het TMK heeft geen mandaat voor rechtshandhaving of landsverdediging. Niet alle leden van het TMK zijn bevoegd om een wapen te Voor een beschrijving van de onlusten van maart 2004 wordt verwezen naar het algemeen ambtsbericht Kosovo van april 2005 (zie met name paragraaf 2.3). Human Rights Watch, Failure to Protect: Anti-Minority Violence in Kosovo, March 2004, juli 2004; UNHCR, Update on the Kosovo Roma, Ashkaelia, Egyptian, Serb, Bosniak, Gorani and Albanian communities in a minority situation, juni 2004; Amnesty International, Serbia and Montenegro (Kosovo/Kosova); The March Violence: KFOR and UNMIK s failure to protect the rights of the minority communities, 8 juli Zie in deze context bijvoorbeeld Human Rights Watch, Not on the Agenda, The Continuinig Failure to Address Accountability in Kosovo Post-March 2004, mei USAid / UNDP / RIINVEST, Early Warning Report, Kosovo, Report #12, oktober-december Het betroft hier 533 veiligheidsincidenten gericht tegen de KPS-politie en 90 incidenten gericht tegen de UNMIK-politie, waaronder twee gevallen van moord op KPSagenten (in beide gevallen Servische KPS-agenten). Het TMK wordt ook aangeduid als KPC (afkorting voor Kosovo Protection Corps). In dit ambtsbericht wordt slechts de afkorting TMK gehanteerd. Zie UNMIK-verordening 1999/8 (On the Establishment of Kosovo Protection Corps) van 20 september Het TMK werd op 21 januari 2000 formeel opgericht. Circa 30% van de voormalige UÇK-strijders werd opgenomen in het TMK. Zie bijboorbeeld UNMIK Press Office, SRSG welcomes KPC achievements, praises its work with minority communities, UNMIK/PR/1340, 11 april

26 dragen. De organisatie valt onder de Speciale Vertegenwoordiger en wordt operationeel door KFOR begeleid. 104 In de eerste jaren na de oprichting worstelde de organisatie met een serieus imagoprobleem. Ten eerste werd het TMK vooral onder etnische minderheden met een grote dosis scepsis benaderd en beschouwd als een verzamelplaats voor gedemobiliseerde UÇK-strijders, niet alleen vanwege de aanleiding voor zijn oprichting (demobilisatie van het UÇK). 105 Daarnaast hebben leden van het TMK zich in de beginperiode van zijn bestaan schuldig gemaakt aan (betrokkenheid bij) criminele activiteiten, machtsmisbruik en intimidatie jegens minderheden. 106 In de beginperiode liet ook de interne discipline binnen het TMK te wensen over. 107 Onder leiding van Agim Çeku, is de organisatie over het algemeen professioneler geworden. Tevens werd door Çeku toenadering gezocht met de leden van etnische minderheden. Hoewel de etnische minderheden, en met name etnische Serviërs, het TMK nog steeds met scepsis benaderen, is het imago van de organisatie in de verslagperiode over het algemeen enigszins verbeterd. Echter, etnische Serviërs die bij het TMK werken worden door hun volksgenoten met argwaan soms zelfs als volksverraders beschouwd. Onder de etnische Albanezen geniet het TMK een goede reputatie. In juni 2006 telde het TMK actieve leden, van wie 207 uit etnische minderheden (hiervan is circa 50% etnisch Servisch). 108 In de verslagperiode is een geringe verbetering opgetreden in de deelname van leden van etnische minderheden, voor wie minimaal 10% van de plaatsen binnen het TMK is gereserveerd. 109 Het TMK wordt momenteel gereorganiseerd. Na de reorganisatie Voor meer informatie over het TMK, zie International Crisis Group, An Army for Kosovo?, Europe Report N 174, 28 juli Zo namen bijvoorbeeld in april 2004 enkele leden van TMK deel aan een herdenkingstocht voor het UÇK; SGVN, Report of the Secretary-General of the United Nations on the Interim Administration in Kosovo, S/2004/38, 30 april Op 28 november 2004 namen circa 640 TMK-leden deel aan de viering van de Albanian Flag Day; SGVN, Monthly Report to the United Nations on the Operations of the Kosovo Force, S/2005/20, 12 januari Volgens Home Office, Operational Guidance Note, Republic of Serbia (including Kosovo), 30 juni 2006 vonden ook in de huidige verslagperiode enkele gevallen van machtsmisbruik en bedreiging door leden van het TMK plaats. Met name ongeoorloofde afwezigheid en het dragen van wapens zonder autorisatie waren een groot probleem. Volgens SGVN, Report of the Secretary-General on the United Nations Interim Administration Mission in Kosovo, S/2006/361, 5 juni 2006, is ongeoorloofde afwezigheid, met name onder de etnisch Servische TMK-leden nog steeds een probleem. SGVN, Report of the Secretary-General on the United Nations Interim Administration Mission in Kosovo, S/2006/361, 5 juni In januari 2005 maakten leden van etnische minderheden circa 5,2% van de actieve TMKleden; zie SGVN, Monthly Report to the United Nations on the operations of het Kosovo Force, S/2005/20, 12 januari

27 zou het TMK eind 2006 niet meer dan 850 actieve leden moeten tellen. Waarschijnlijk zal deze doelstelling niet worden gehaald Illegale groeperingen In 2005 vonden in het westen van Kosovo enkele incidenten plaats, waarbij een aantal passerende voertuigen waaronder zelfs een keer een KFOR-voertuig op de openbare weg door gewapende en gemaskerde mannen werd aangehouden. In alle gevallen werden de identiteitsdocumenten van alle inzittenden afgenomen en aan de chauffeur een brief overhandigd met het verzoek om zich, met de brief, bij de plaatselijke politie te melden. In de brief werd in alle gevallen door nader niet geïdentificeerde strijders van Kosovo onmiddellijke en onvoorwaardelijke onafhankelijkheid voor Kosovo geëist. Het is niet bekend wie verantwoordelijk was voor deze incidenten. 110 Verschillende bronnen maken tevens melding van het ontstaan van een nieuwe Albanese paramilitaire groep die zich het Leger voor de Onafhankelijkheid van Kosovo (APK) noemt. 111 In de verslagperiode hebben zich, voor zover bekend, in Kosovo geen (andere) incidenten voorgedaan die toegeschreven zouden kunnen worden aan, of die opgeëist werden door (andere) illegale groeperingen (zoals het Albanees Nationaal Leger) Georganiseerde misdaad Sinds 1999 wordt een toename in de activiteiten van de georganiseerde en de gewone criminaliteit in Kosovo gesignaleerd. Kosovaarse bendes houden zich met Volgens Human Rights Watch, Serbia and Montenegro, World Report 2006, 18 januari 2006 kunnen deze incidenten wel worden toegeschreven aan het Leger voor de Onafhankelijkheid van Kosovo. Andere bronnen leggen de verantwoordelijkheid voor deze incidenten bij het Albanense Nationale Leger (AKSh). Zie bijvoorbeeld USAid / UNDP / RIINVEST, Early Warning Report, Kosovo, Report #11, juli-september 2005 en IWPR, Armed Group Roams Western Kosovo, BCR No. 580, 21 oktober Zie in deze context ook UNHCR, Kosovo Verfolgung durch die Armata Kombëtare Shqiptare (AKSh) / Albanian National Army / Albanische Nationalarmee (ANA), AUS/MSC/HCR/039, 15 april Voor meer informatie over het Albanees Nationaal Leger (AKSh) wordt verwezen naar paragraaf 2.7 van dit ambtsbericht. 27

28 name bezig met smokkel van goederen (wapens, verdovende middelen, sigaretten, auto s), mensensmokkel en mensenhandel, en valsemunterij Bloedwraak 114 Bloedwraak, in het Albanees gjakmarrja genoemd, is een eeuwenoude Albanese traditie, die door de voorschriften van de kanun (zie paragraaf van dit ambtsbericht) nader is geregeld en in specifieke gevallen wordt gesanctioneerd. Op grond van de kanun geldt bloedwraak als genoegdoening en niet als straf voor bepaalde gevallen waarin de eer van een man, 115 zijn familie of clan door een andere man die tot een andere familie of clan behoort, is geschonden. Hiertoe kunnen in ieder geval worden gerekend gevallen van moord of doodslag (met uitzondering van ongelukken), ook in het kader van bloedwraak op een lid van een andere familie of clan. In de praktijk kan dit leiden tot een vicieuze cirkel van vergeldingsmoorden, die alleen door de traditionele in de kanun omschreven vormen van bemiddeling en genoegdoening tussen de betrokken families of clans kan worden doorbroken. De kanun schrijft voor dat alleen volwassen mannen van de rivaliserende familie of clan doelwit kunnen worden van bloedwraak, in de eerste plaats degene die schuldig is aan de schennis van de eer en, indien hij onvindbaar is, zijn mannelijke bloedverwanten. Vrouwen en kinderen en vee zijn volgens de kanun expliciet uitgesloten van dergelijke vergeldingsacties Zie bijvoorbeeld Wprost, Kartel Kosowo, Nr 1148, 28 november 2004; UNMIK Press Office, DSRSG Jean Christian Cady delivers a speech to the law faculty students at the University of Pristina, UNMIK/PR/984, 9 juni Georganiseerde misdaad is een terugkerend thema in de rapporten van SGVN aan de Veiligheidsraad. Schweizerische Flüchtlingshilfe, Blutrache in Kosovo, 9 augustus 2004 en Kosovo, Bedeutung der Tradition im heutigen Kosovo, 24 november Zie ook Z. Ahmeti, Das Strafrecht im Kanun von Lekë Dukagjini Das Albanische Gewohnheitsrecht, (ongedateerd), verkrijgbaar op [laatst geraadpleegd op 23 november 2006]. Volgens de bepalingen van de kanun kan alleen een man de drager zijn van eer, in het Albanees ndere genoemd. De eer van elke man is in beginsel gelijk aan die van andere mannen en onafhankelijk van zijn sociale status. De eer van een man kan tevens worden aangetast door de eer van zijn vrouwelijke familieleden, bijvoorbeeld moeder, zuster, echtgenote of dochter (vrouwen worden niet zelfstandig als eerdragers gezien) te schenden; zie bijvoorbeeld Schweizerische Flüchtlingshilfe, Kosovo, Bedeutung der Tradition im heutigen Kosovo, 24 november Hierbij dient tevens te worden aangetekend dat de officiële leeftijdsgrens voor meerderjarigheid in het Kosovaarse rechtssysteem (18 jaar) niet noodzakelijkerwijs samenvalt met de traditionele grenzen van meerderjarigheid. In de praktijk komt het voor dat ook kinderen slachtoffer worden van moorden die toegeschreven worden aan bloedwraak. Volgens BBC News, Blood feuds blight Albanian lives, 23 september 2005 zijn kinderen jonger dan 16 jaar volgens de kanun uitgesloten van bloodwraak. Ook deze bron vermeldt dat deze regel van de kanun in de praktijk niet wordt nageleefd. 28

29 Volgens de voorschriften van de kanun dient de dader de familie van het slachtoffer te informeren over zijn daad. Gedurende de begrafenis van het slachtoffer en in het eerste etmaal daarna in het Albanees besa genoemd zijn eventuele verdere vergeldingsacties verboden. Mannen die weigeren de geschonden eer van de familie of clan middels bloedwraak te herstellen, worden als eerloos en lafhartig gezien. Door de organen van de staat toegepaste sancties, bijvoorbeeld een gevangenisstraf voor de dader van een moord, worden in de traditionele zin niet als genoegdoening beschouwd. Zij doorbreken dan ook de cirkel van gewelddadige vergeldingsacties niet. Tot in het begin van de 20 e eeuw werden de voorschriften van de kanun, ook voor zover het bloedwraak betrof, in de noordelijke delen van de door etnische Albanezen bewoonde gebieden algemeen gevolgd. Met het instellen van sterk statelijk gezag in Albanië en het (toenmalige) Joegoslavië werd bloedwraak verboden. Deze traditie raakte dan ook grotendeels in onbruik maar verdween niet helemaal. In de chaotische tijden na de val van het communistische systeem in Albanië en Joegoslavië en de ontwikkeling van de parallelle maatschappij in Kosovo (zie paragaaf van dit ambtsbericht) herleefden de oude tradities, waaronder voor een deel ook bloedwraak. 117 In Kosovo, en met name de westelijke delen van Kosovo (omgeving van Pejë/Peć) worden van tijd tot tijd gevallen van moord gesignaleerd (enkele gevallen per jaar), die toegeschreven kunnen worden aan bloedwraak. 118 In de meeste gevallen wordt de hierboven beschreven erecode van de kanun echter niet gevolgd. 119 Daarnaast kan niet worden uitgesloten dat dergelijke gevallen (nauw) samenhangen met criminele afrekening tussen rivaliserende families of clans. In de verslagperiode werden enkele mannen, die volgens de traditionele regels als potentieel doelwit van vergeldingsacties gelden, door de politie (tijdelijk) opgevangen op geheime locaties. Andere bevolkingsgroepen in Kosovo dan de Albanezen kennen het fenomeen van bloedwraak niet. Zij kunnen echter onder omstandigheden indien de eer van een Albanese familie of clan door een niet-albanees is geschonden slachtoffer worden van represailles, en dus ook vergeldingsmoorden, die in de ogen van de Albanezen als genoegdoening voor de geschonden eer gelden Zie bijvoorbeeld RFE/RL, Albania: Blood Feud Blood for Blood, 12 oktober 2001 en BBC News, Blood feuds blight Albanian lives, 23 september UNHCR, UNHCR position on claims for refugee status under the 1951 Convention relating to the Status of Refugees based on a fear of persecution due to an individual s membership of a family or clan engaged in a blood feud, 17 maart 2006, waarin Kosovo genoemd wordt als een van de regio s die de traditie van bloedwraak kennen. Om een voorbeeld te noemen, dient, volgens de voorschriften van de kanun, de dader van een in het kader van bloedwraak gepleegde moord zich bekend te maken en de familie van het slachtoffer te informeren over zijn daad. Dit tradtionele voorschrift wordt niet nageleefd. 29

30 2.5 Sociaaleconomische situatie Economie en werkgelegenheid Ondanks bescheiden vooruitgang van de lokale economie blijft Kosovo een van de armste regio s van Europa. Economische groei in Kosovo is voornamelijk te danken aan donorbijdragen, overmakingen van de in het buitenland verblijvende Kosovaren en de uitgaven binnen de publieke sector. 120 Teneinde de afhankelijkheid van de donorbijdragen en buitenlandse overmakingen te vervangen door werkgelegenheid en zelfvoorzienende economische activiteiten, is UNMIK begonnen aan een privatiseringprogramma en het oprichten van een functionerend banksysteem voor kredieten en investeringen. 121 Een belangrijke belemmering voor de opbouw van de Kosovaarse economie is het hoge aantal (economische) delicten en (geïnstitutionaliseerde) 122 corruptie. 123 Het bruto nationaal product (BNP) van Kosovo bedroeg in 2005 tussen 1,35 en 2 miljard dollar. Het BNP per capita bedroeg tussen 675 en 1079 dollar. 124 Volgens de Wereldbank leeft circa 37% van de Kosovaarse bevolking in armoede UNDP, Kosovo Human Development Report 2004; SGVN, Report of the Secretary-General on the United Nations Interim Administrative Mission in Kosovo, S/2004/613, 30 juli 2004 en SGVN, Report of the Secretary-General on the United Nations Interim Administrative Mission in Kosovo, S/2004/71, 26 januari Zie bijvoorbeeld Europese Commissie, Kosovo (under UNSCR 1244) 2005 Progress Report, SEC (2005) 1423, 9 november 2005 of BIRN, COMMENT: Privatisation Remains Central to Kosovo s Economic Revival, Balkan Insight, 23 maart Zie echter USAid, Corruption in Kosovo: Observations and Implications for USAid, 10 juli 2003, waarin gesuggereerd wordt dat corruptie in Kosovo minder verbreid is dan over het algemeen gedacht, vooral in vergelijking met andere landen in de regio. In maart 2004 heeft de SVSG een anti-corruptieplan voor Kosovo gelanceerd. Daadwerkelijke implementatie van dit plan laat echter te wensen over; zie Europese Commissie, Kosovo (under UNSCR 1244) 2006 Progress Report, SEC (2006) 1386, 8 november Begin december 2004 werd door de Speciale Vertegenwoordiger een speciale Prosecutor for Financial Crimes benoemd, die zich voornamelijk bezig houdt met opsporing van corruptie. In zijn werkzaamheden wordt hij ondersteund door de Italiaanse Guarda di Finanza; UNMIK Press Office, UNMIK appoints special prosecutor for financial crimes, UNMIK/PR/1277, 2 december In februari 2006 werd door de Kosovaarse regering een Anti-Corruption Action Plan aangenomen. Op grond van dit plan werd in dezelfde maand een Anti-Corruption Council opgericht; zie SGVN, Report of the Secretary- General on the United Nations Interim Administration Mission in Kosovo, S/2006/361, 5 juni Kosovo kent tevens een Anti-Corruptiewet, Kosovo Assembly Law No. 2005/26 (On the Suppression of Corruption) in werking getreden op grond van UNMIK-verordening 2005/33 van 12 mei In de praktijk wordt deze wet echter nauwelijks geïmplementeerd; zie Ombudsperson Institution in Kosovo, Sixth Annual Report , 11 juli 2006 of Europese Commissie, Kosovo (under UNSCR 1244) 2006 Progress Report, SEC (2006) 1386, 8 november Foreign & Commonwealth Office, Country Profiles, Kosovo (last updated 17 augustus 2006). Volgens International Crisis Group, Kosovo: The Challenge of Transition, Europe Report 30

31 De werkloosheid in Kosovo wordt geschat op circa 42%. 126 Deze schattingen houden geen rekening met de werkgelegenheid in de verborgen economie. Huisvesting In Kosovo was, en voor een deel nog steeds is, sprake van een onduidelijke situatie ten aanzien van woonrechten. Wettelijke registratie van eigendomstransacties vond vóór de Kosovo-crisis nauwelijks plaats, waardoor er weinig betrouwbare gegevens beschikbaar zijn. Daarnaast stelde Belgrado in de periode vanaf 1989 discriminatoire wetgeving op, waardoor aanzienlijke aantallen etnische Albanezen hun woonrechten op sociaal woningbezit verloren. Deze woonrechten werden herverdeeld onder etnische Serviërs die vanuit het voormalige Joegoslavië naar Kosovo trokken. Daarnaast werden in 1998 veel archieven en kadasterregisters vernietigd of door het Servische leger naar Servië meegenomen. 127 Tegen deze achtergrond was het opzetten van een systeem voor het vaststellen van woonrechten van groot belang. UNMIK richtte hiertoe in november 1999 het Housing and Property Directorate (HPD) op. 128 Dit tijdelijke orgaan had de exclusieve verantwoordelijkheid voor het vaststellen van woon- en N 170, 17 februari 2005 bedraagt het BNP per hoofd van bevolking in Kosovo circa dollar. Europese Commissie, Kosovo (under UNSCR 1244) 2006 Progress Report, SEC (2006) 1386, 8 november 2006 schat het BNP per hoofd van bevolking op circa Euro. Zie Europese Commissie, Kosovo (under UNSCR 1244) 2006 Progress Report, SEC (2006) 1386, 8 november Zie Europese Commissie, Kosovo (under UNSCR 1244) 2005 Progress Report, SEC (2005) 1423, 9 november 2005 en Europese Commissie, Kosovo (under UNSCR 1244) 2006 Progress Report, SEC (2006) 1386, 8 november USAid / UNDP / RIINVEST, Early Warning Report, Kosovo, Report # 12, oktober-december 2005 maakt melding van geregistreerde werklozen in december Volgens Raad van Europa / Parlementaire Assemblee, Current situation in Kosovo, Doc , 3 juni 2005 bedraagt het werkloosheidspercentage in Kosovo tussen 60% en 70%. Recentere gegevens zijn dezerzijds niet bekend. Gazeta Wyborcza, Kosowska Mitrovica- straszne miejsce na ziemi, 15 augustus 2006 schat het werkloosheidspercentage in Kosovo op 50%-70%. Volgens International Crisis Group, Kosovo: The Challenge of Transition, Europe Report N 170, 17 februari 2005 bedraagt het werkloosheidspercentage circa 35%. Zie in deze context OVSE / UNMIK, Kosovo, First Review of the Civil Justice System, juni 2006 of BIRN, Real Estate Rows Cause Carnage in Kosovo, Balkan Insight, 26 april Het HPD werd opgericht op grond van UNMIK-verordening 1999/23 van 15 november De procedure en bewijsvoering voor het HPD waren geregeld in UNMIK-verordening 2000/60 van 31 oktober 2000 en de Verklaring van de SVSG inzake UNMIK-verordening 2000/60 van 12 april Naast het administratieve hoofdkantoor in Prishtinë/Priština beschikte HPD over regionale kantoren in Gjilan/Gnjilane, Mitrovicë/Kosovska Mitrovica, Pejë/Peć en Prizren/Prizren, en kantoren in Belgrado, Kragujevac, Niš (Servië), Podgorica (Montenegro) en Skopje (Macedonië); zie [laatst geraadpleegd op 5 september 2006]. 31

32 eigendomsrechten in Kosovo, alsmede voor het toewijzen van leegstaande woningen. Het beschikte tevens over de bevoegdheid illegale bewoners van een pand rechtmatig te kunnen verwijderen. Tegen de uitspraken van het HPD kon beroep worden aangetekend bij de Property Claims Commission. 129 De HPD heeft zijn werkzaamheden voortgezet tot de oprichting van het Kosovo Property Agency (KPA) op 4 maart Het KPA is een onafhankelijk bestuursorgaan, dat bevoegd is in eerste aanleg te beslissen omtrent alle eigendomsclaims ten aanzien van onroerend goed, die voortvloeien uit de gewapende strijd die tussen 27 februari 1998 en 20 juni 1999 plaatsvond. Het KPA heeft de behandeling van alle voor het HPD aanhangig gemaakte zaken overgenomen. 131 Tegen de besluiten van het KPA is beroep mogelijk bij het Hooggerechtshof van Kosovo. 132 Het Kosovo Cadastral Agency is verantwoordelijk voor een kadastraal register, het Immovable Property Rights Register. 133 In door etnische Serviërs bewoonde gebieden wordt nog steeds in het kader van parallelle structuren een eigen registratiesysteem van eigendom van onroerend goed gevoerd Voor meer informatie over het HPD wordt verwezen naar bijvoorbeeld A.R. Smit, Housing and Property Restitution and IDP Return in Kosovo, in: International Migration, vol. 44(3) Zie SGVN, Report of the Secretary-General on the United Nations Interim Administration Mission in Kosovo, S/2006/361, 5 juni 2006 en Europese Commissie, Kosovo (under UNSCR 1244) 2006 Progress Report, SEC (2006) 1386, 8 november Het KPA neemt sinds april 2006 daadwerkelijke nieuwe verzoeken en klachten in behandeling; zie UNMIK Press Office, Kosovo Property Agency launches claims intake, UNMIK/PR/1527, 5 april Tot en met december 2005 heeft het HDP verzoeken ontvangen. Inmiddels is op alle verzoeken besloten; zie [laatst geraadpleegd op 5 september 2006]. Het Kosovo Property Agency werd opgericht op grond van UNMIK-verordening 2006/10 (On the Resolution of Claims Relating tot Private Immovable Property, Including Agricultural and Commercial Property), welke op 4 maart 2006 in werking is getreden; zie bijvoorbeeld UNMIK Press Office, UNMIK promulgates Regulation on the Resolution of Claims Relating to Private Immovable Proprty, Including Agricultural and Commercial Property, UNMIK/PR/1503, 6 maart De Property Claims Commission blijft voortbestaan totdat de Commissie op alle aanhangige zaken heeft besloten; zie [laatst geraadpleegd op 5 september 2006]. SGVN, Report of the Secretary-General on the United Nations Interim Administration Mission in Kosovo, S/2006/361, 5 juni 2006 en OVSE / UNMIK, Implementation of Kosovo Assembly Laws, Report II, december Europese Commissie, Kosovo (under UNSCR 1244) 2006 Progress Report, SEC (2006) 1386, 8 november

33 De tenuitvoerlegging van de uitspraken van het HPD, met name uitzetting van illegale bewoners, verloopt moeizaam. 135 Hierbij zorgt het omvangrijke verschijnsel van valse en vervalste verkoopaktes of andere eigendomsdocumenten voor extra problemen. 136 Teneinde de gedwongen verkoop van eigendom door de etnische minderheden tegen te gaan heeft de Speciale Vertegenwoordiger in augustus 2001 verordening 2001/17 aangenomen. 137 Deze verordening schrijft voor dat bij de verkoop van huizen en/of land in bepaalde etnisch gemengde gebieden de gemeentelijke bestuurder het verkoopcontract eerst moet beoordelen, alvorens de lokale rechtbank het ter goedkeuring krijgt voorgelegd. Sociale zekerheid Kosovo kent een algemeen stelsel van sociale zekerheid, op grond waarvan alle personen die niet of niet meer in hun eigen levensonderhoud kunnen voorzien, aanspraak kunnen maken op, onder andere, financiële bijstand. Hulpgerechtigden kunnen worden onderverdeel in vier categorieën, namelijk: - kwetsbare families; arbeidsongeschikten; ouderen; oorlogsinvaliden en hun naaste familieleden alsmede naaste familieleden van personen die gedurende de gewapende strijd in Kosovo om het leven zijn gekomen Van alle uitspraken van het HPD (circa in juni 2005) tot en met juni 2005 werd slechts minder dan 50% ook daadwerkelijk uitgevoerd; zie [laatst geraadpleegd op 5 september 2006]. Zie bijvoorbeeld OVSE / UNMIK, Kosovo, First Review of the Civil Justice System, juni UNMIK-verordening 2001/17 (On the registration of contracts for the sale of real property in specific geographic areas in Kosovo) van 22 augustus Kosovo Assembly Law No. 2003/15 (On the Social Assistance Scheme in Kosovo) van 11 juli 2003, in werking getreden op 18 december 2003 op grond van UNMIK-verordening 2003/28 van 18 augustus Deze wet introduceert een stelsel van sociale hulpverlening en bijstand aan kwetsbare families, dat wil zeggen families waarvan geen enkel lid in staat is om te werken of families met kleine kinderen, waarvan geen enkel lid betaald werk kan vinden. Kosovo Assembly Law No. 2003/35 (On Disability Pensions in Kosovo) van 6 november 2003, in werking getreden op 17 december 2003 op grond van UNMIK-verordening 2003/40 van 17 december Arbeidsongeschikten worden gedefinieerd als personen die lichamelijk dan wel geestelijk niet in staat zijn om betaalde arbeid te verrichten en die tevens geen andere of andersoortige arbeid kunnen verrichten. UNMIK-verordening 2001/35 van 22 december Deze verordening introduceert een algemeen stelsel van ouderdomspensioenen voor personen die de leeftijd van 65 jaar hebben bereikt. UNMIK-verordening 2000/6 van 21 december Deze verordening is met terugwerkende kracht op 7 december 2000 in werking getreden. Als oorlogsinvaliden en personen die tijdens de gewapende strijd om het leven zijn gekomen, worden in de zin van de verordening gezien 33

34 Bezit van een geldig UNMIK-identiteitsbewijs wordt als voorwaarde gesteld om in aanmerking te kunnen komen voor sociale voorzieningen. Personen die (nog) niet in het bezit zijn van een identiteitsbewijs met name binnenlands ontheemden en personen die terug zijn gekeerd naar Kosovo worden in de praktijk wel door de voor sociale zaken bevoegde autoriteiten geregistreerd. Uitbetaling van uitkering vindt plaats met terugwerkende kracht zodra betrokkene een geldig identiteitsbewijs kan overleggen. Over het algemeen worden uitkeringen tijdig en volledig uitbetaald. De sociale voorzieningen in Kosovo zijn niet toereikend om zelfstandig te kunnen leven. 142 Sociale cohesie, met name binnen familie, is groot en van doorslaggevend belang. Gezondheidszorg De kwaliteit van gezondheidszorg in Kosovo verbetert gestaag. De gezondheidszorg in Kosovo is thans in staat om in de eenvoudige noden van de bevolking te voorzien. Ingewikkelde of langdurige behandelingen zijn niet of in beperkte mate beschikbaar. 143 In de vorige verslagperiode is een Gezondheidswet in werking getreden, die een algemeen gezondheidszorgstelsel introduceert. 144 Volgens deze wet hebben alle burgers van Kosovo recht op toegang tot de gezondheidszorg alle strijders, inclusief UÇK-strijders, en burgers (met uitzondering van personen die door een bevoegde rechtbank voor oorlogsmisdaden dan wel misdaden tegen de menselijkheid zijn veroordeeld), die in de periode tussen 27 februari 1998 en 20 juni 1999 als direct gevolg van oorlogs- of andere gewapende activiteiten invalide zijn geworden of, respectievelijk, om het leven zijn gekomen. Oorlogsinvaliden en hun naasten hebben tevens recht op gratis toegang tot publieke gezondheidszorginstellingen en rehabilitatiecentra en kunnen bovendien aanspraak maken op bijzondere belastingvoordelen. De hoogte van de uitkering varieert tussen minimaal EUR 35 en maximaal EUR 75 per maand. UNDP hanteert voor Kosovo het bedrag van EUR 2 per dag als armoedegrens; UNDP, Kosovo Human Development Report Onder andere Home Office, Operational Guidance Note, Republic of Serbia (including Kosovo), 30 juni Kosovo Assembly Law No. 2004/4 (On Kosovo Health), in werking getreden op 20 augustus 2004 op grond van UNMIK-verordening 2004/31 van 20 augustus De activiteiten van privé gezondheidszorginstellingen zijn wettelijk geregeld in Kosovo Assembly Law No. 2004/50 (Law on Private Practices in Health), in werking getreden op 13 januari 2005 op grond van UNMIK-verordening 2005/1 van 13 januari Burger van Kosovo wordt in de Gezondheidswet gedefinieerd als eenieder die over een geldig, door de bevoegde autoriteiten afgegeven, ingezetenenbewijs dat voor het grondgebied van Kosovo geldig is, beschikt, dan wel een vluchteling in de zin van de daarop betrekking hebbende wetgeving. De rechten en plichten van patiënten zijn wettelijk vastgesteld in Kosovo Assembly Law No. 2004/38 (Law on the Rights and Responsibilities of Kosovo 34

35 In de praktijk is gezondheidszorg in Kosovo niet voor iedereen even gemakkelijk toegankelijk. Met name personen die tot een etnische minderheid behoren, kunnen, gelet op de beperkte bewegingsvrijheid, problemen ondervinden met betrekking tot toegang tot gezondheidszorg. Dankzij ambulante posten, mobiele outreach teams en kleine minderheidsziekenhuizen is de toegang van deze personen tot gezondheidszorg echter in het algemeen toereikend. Etnische Serviërs maken met name gebruik van parallelle dat wil zeggen officieuze gezondheidszorg, ingewikkelde of langdurige behandelingen vinden plaats in het ziekenhuis in het noorden van Mitrovicë/Kosovska Mitrovica. Toegang tot dit ziekenhuis kan voor met name etnische Serviërs uit andere delen van Kosovo dan het noordelijke deel, echter bemoeilijkt worden door beperkte bewegingsvrijheid van Serviërs binnen Kosovo in het algemeen. Etnische Serviërs kunnen voorts in noodgevallen worden overgebracht naar ziekenhuizen in Servië. 146 De geestelijke gezondheidszorg in Kosovo is in hoge mate gecentraliseerd en gericht op ziekenhuisbehandeling. Patiënten worden meestal farmaceutisch behandeld. Met hulp van de WHO is UNMIK in samenwerking met de lokale autoriteiten bezig met hervorming van het stelsel van geestelijke gezondheidszorg in Kosovo. De opening van lokale gemeenschapscentra voor geestelijke gezondheid, waarvan er inmiddels zeven bestaan in heel Kosovo, 147 vormt een belangrijk onderdeel van deze hervorming. De gemeenschapscentra voor geestelijke behandeling bieden naast farmaceutische behandeling ook verschillende soorten therapie. Zij verlenen hun diensten ook aan etnische minderheden. Naast intramurale behandeling, vinden vanuit de centra tevens huisbezoeken plaats in dorpen om zodoende de bereikbaarheid van de geestelijke gezondheidszorg te vergroten. 148 Kosovo kent één gesloten inrichting voor zwaar verstandelijk gehandicapte en zwakbegaafde patiënten in Shtime/Štimlje. Psychologische hulpverlening wordt niet alleen door de publieke gezondheidszorginstellingen (gemeenschapscentra) verzorgd. In Kosovo zijn tevens verschillende internationale organisaties actief. Deze organisaties richten zich met name op slachtoffers van foltering en mishandeling en op hun families Residents in the Health Care System), in werking getreden op 19 november 2004 op grond van UNMIK-verordening 2004/47 van 19 november De behandeling aldaar komt voor eigen rekening en kan niet worden verhaald op de verzekering. Prishtinë/Priština, Mitrovicë/Kosovska Mitrovica, Gjilan/Gnjilane, Prizren/Prizren, Gjakovë/Đakovica, Pejë/Peć en Ferizaj/Uroševac. Zie onder andere Provisional Institutions of Self-Government / Ministry of Health, Mental Health Service Capacities in Kosovo, maart

36 2.6 Documenten Identiteits- en reisdocumenten Aan inwoners van Kosovo (zogenaamde habitual residents of Kosovo) kunnen door UNMIK een identiteitskaart en een UNMIK-reisdocument worden verstrekt. Op grond van de UNMIK-verordening 2000/13 worden als inwoner van Kosovo beschouwd: 1) personen geboren in Kosovo dan wel personen van wie ten minste één van de ouders in Kosovo is geboren; 2) personen die aan kunnen tonen dat zij gedurende een onafgebroken periode van ten minste vijf jaar in Kosovo hebben gewoond; 3) personen die gedwongen waren om Kosovo te verlaten en die daardoor niet voldoen aan de onder 2) genoemde voorwaarde; 4) minderjarige en andere afhankelijke personen die niet voldoen aan de onder 1) tot en met 3) genoemde voorwaarden, mits zij, respectievelijk, jonger dan 18 of 23 jaar zijn en voltijds onderwijs volgen bij een van de officieel erkende onderwijsinstellingen. Inschrijving als inwoner van Kosovo geschiedde na de komst van UNMIK niet van rechtswege maar moest worden aangevraagd, mede omdat de Servische registers uit Kosovo waren verwijderd (zie hieronder). Teneinde in aanmerking te komen voor inschrijving dient betrokkene in ieder geval zijn identiteit aan te kunnen tonen aan de hand van stukken. Sinds december 2004 is het tevens mogelijk om iemands identiteit vast te stellen aan de hand van getuigenverklaringen. 149 De identiteits- en reisdocumenten zijn drietalig (Albanees, Servisch en Engels) en dragen het VN-logo. De door UNMIK afgegeven reisdocumenten 150 gelden niet als bewijs van staatsburgerschap van Servië. 151 Woonregistratie in Kosovo geldt als enige criterium voor de afgifte van UNMIK-reisdocumenten. UNMIKreisdocumenten zijn in principe gedurende 24 maanden na het tijdstip van afgifte geldig en kunnen in Kosovo worden verlengd. Verlenging buiten Kosovo is daarentegen niet mogelijk. Ook kinderen die de leeftijd van 16 jaar niet hebben bereikt, kunnen sinds 2003 UNMIK-reisdocumenten verkrijgen. Slechts een Zie in deze context ook het algemeen ambtsbericht Kosovo van april 2005, paragraaf 2.5. Met betrekking tot de UNMIK-reisdocumenten zie UNMIK-verordening 2000/18 van 29 maart 2000 (met latere wijzigingen). UNMIK is bovendien niet bevoegd om het bezit van het staatsburgerschap van Servië in individuele gevallen vast te stellen. Hiertoe verleent UNMIK ook geen medewerking. 36

37 beperkt aantal landen erkent de door UNMIK afgegeven reisdocumenten. 152 Daarnaast worden door UNMIK rijbewijzen afgegeven. 153 De geldigheid van de door UNMIK afgegeven identiteitsdocumenten werd voor documenten waarvan de geldigheidsperiode tussen 1 september 2005 en 31 juli 2006 afliep, automatisch verlengd met twee jaar. Houders van dergelijke identiteitsdocumenten hoeven deze derhalve niet te laten verlengen. 154 In het verleden door zelfbenoemde (Albanese of Servische) autoriteiten afgegeven documenten worden niet erkend door UNMIK. Personen die over een ongeldig paspoort van de SFRJ beschikken, worden door UNMIK tot Kosovo toegelaten. Uitreis met behulp van een dergelijk document wordt daarentegen niet toegestaan zelfs indien betrokkene over een geldige verblijfsvergunning in een ander land beschikt. Aan de landsgrens tussen Kosovo en Servië wordt persoonscontrole uitgevoerd. 155 Het is niet mogelijk om Servië, al dan niet rechtstreeks vanuit Kosovo, in te reizen met behulp van een UNMIK-reisdocument aangezien dergelijke documenten door de Servische autoriteiten niet worden erkend. Kosovaren die naar (andere delen van) Servië reizen, doen dit doorgaans met behulp van een geldig paspoort van Servië De landen die de door UNMIK afgegeven reisdocumenten erkennen zijn: Albanië, Armenië, Bosnië en Herzegovina, Bulgarije, Jordanië, Kroatië, Macedonië, Maleisië, Noorwegen, Oezbekistan, Roemenië, Turkije, Verenigde Staten, IJsland, Zwitserland en de landen van de Europese Unie met uitzondering van Malta; zie [laatst geraadpleegd op 11 mei 2006]. Zie UNMIK-verordening 2001/29 (On Documents Permitting the Operation of Vehicles in Kosovo and other Related Matters) van 27 oktober Zie UNMIK-aanwijzing 2005/23 van 28 november 2005 en brief UNMIK van 24 februari 2006, kenmerk Ext/151. Aangezien Kosovo deel uitmaakt van Servië is in dit geval geen sprake van een internationale grens. De grens tussen Kosovo en Montenegro wordt dan ook de administrative border line genoemd. Op 3 juni 2006 verklaarde Montenegro zich onafhankelijk van de (voormalige) statenunie van Servië en Montenegro. Op het moment van het schrijven van dit ambtsbericht werden door de autoriteiten in zowel Servië als in Montenegro nog geen eigen reisdocumenten afgegeven maar werden nog steeds de oude paspoorten met de aanduiding Federale Republiek Joegoslavië gebruikt (stand van zaken september 2006). 37

38 Voor het verkrijgen dan wel het laten verlengen van Servische paspoorten 157 in Kosovo kunnen Kosovaren zich wenden tot het kantoor van het ministerie van Binnenlandse Zaken van Servië in Prishtinë/Priština. Sinds 2003 bestaat tevens in het noordelijke deel van de stad Mitrovicë/Kosovska Mitrovica een kantoor van Coördinatiecentrum voor Kosovo en Metohija (zie paragraaf 2.2 van dit ambtsbericht). Dit kantoor verleent assistentie aan etnische Serviërs bij het verkrijgen van Servische documenten. 158 In Nederland verblijvende Kosovaren kunnen bij de vertegenwoordiging van Servië in Den Haag een paspoort van Servië 159 aanvragen dan wel verlengen. Hiervoor dienen de volgende documenten te worden overgelegd: - uittreksel uit het geboorte- alsmede het bevolkingsregister in Servië dat is afgegeven binnen zes maanden voor de aanvraag; - het oude paspoort, identiteitskaart of rijbewijs; - bewijs van legaal verblijf in Nederland; - drie pasfoto s. Burgerlijke stand In juni 1999 hebben de Servische autoriteiten alle registers uit Kosovo naar Servië verplaatst. Deze registers dislocated registers genaamd werden vervolgens geïncorporeerd in de systemen van een aantal aangewezen Servische gemeenten in het zuiden van het land. Personen afkomstig uit Kosovo kunnen in de aangewezen gemeente waar de registers van zijn/haar plaats van origine worden bewaard, deze registers raadplegen en verzoeken om afgifte van verschillende documenten. Hierbij dient echter te worden vermeld dat de dislocated registers niet altijd compleet zijn. 160 Sinds najaar 1999 geven de gemeentelijke autoriteiten in Kosovo de volgende documenten af: geboorte-, 161 huwelijks- 162 en overlijdensakten 163 alsmede Op het moment van het schrijven van dit ambtsbericht werden door de autoriteiten in zowel Servië als in Montenegro nog geen eigen reisdocumenten afgegeven maar werden nog steeds de oude paspoorten met de aanduiding Federale Republiek Joegoslavië gebruikt (stand van zaken september 2006). US Department of State, Serbia and Montenegro; Country Reports on Human Rights Practices 2003, 25 febuari Volgens Europese Commissie, Kosovo (under UNSCR 1244) 2006 Progress Report, SEC (2006) 1386, 8 november 2006 bestaan in Kosovo meerdere kantoren van het Servische ministerie van Binnenlandse Zaken, die verantwoordelijk voor de afgifte van Servische identiteitsbewijzen (met inbegrip van paspoorten) en rijbewijzen. Op het moment van het schrijven van dit ambtsbericht werden door de autoriteiten in zowel Servië als in Montenegro nog geen eigen reisdocumenten afgegeven maar werden nog steeds de oude paspoorten met de aanduiding Federale Republiek Joegoslavië gebruikt (stand van zaken september 2006). Zie ook paragraaf van dit ambtsbericht. Certifikatë e lindjes / Izvod rođenih / Birth certificate. 38

39 bewijzen omtrent de burgerlijke staat 164 en verklaringen van gezamenlijk huishouden. 165 De documenten zijn drietalig (Albanees, Servisch en Engels). Tot 23 januari 2006 droegen deze documenten het VN-logo. Documenten afgegeven na 23 januari 2006 dragen de naam en het logo van de Provisional Institutions of Self-Government of Kosovo. 166 De door UNMIK of door organen van zelfbestuur in Kosovo afgegeven documenten van burgerlijke stand worden niet erkend in Servië. In de verslagperiode is een nieuwe Wet op de registers van burgerlijke stand in werking getreden Situatie in andere door etnische Albanezen bewoonde gebieden in Servië In Servië (uitgezonderd Kosovo) wonen ruim etnisch Albanezen. 168 Het merendeel van hen (circa personen) woont in het aan Kosovo grenzend gebied in het zuiden van Servië, 169 en met name in de gemeenten Preševo/Прешево (Preshevë in het Albanees) 170 en Bujanovac/Бујановац (Bujanocit in het Albanees) 171 gelegen in de zogenaamde Preševo vallei, en in de Certifikatë e martesës / Izvod venćanih / Marriage certificate. Certifikatë e vdekjes / Izvod umrlih / Death certificate. Certifikatë e statusit martesor / Izvod o braćnom stanju / Certification of marital status. In het vorige ambtsbericht werden deze documenten als bewijzen van ongehuwd zijn aangeduid. Deklaratë për bashkësinë familjare / Izjava o zajednićkom domaćinstvu / Declaration on joint household. Zie brief UNMIK van 6 maart 2006, kenmerk CSS/INT/06/159. UNMIK meldt tevens dat er vooral in de beginperiode stukken werden afgegeven die fouten bevatten. De verantwoordelijkheid voor officiële registers werd door UNMIK reeds in oktober 2005 aan de organen van het Kosovaarse zelfbestuur overgedragen; zie bijvoorbeeld US Department of State, Serbia and Montenegro, Country Reports on Human Rights Practices 2005, 8 maart Assembly of Kosovo Law No. 2004/46 (On Civil Registers), in werking getreden op 7 mei 2005 op grond van UNMIK-verordening 2005/21 van 7 mei Volgens officiële informatie van de Servische regering is circa 0,82% van de totale bevolking van Servië met uitzondering van Kosovo (circa 7,5 miljoen personen) etnisch Albanees; zie [laatst geraadpleegd op 31 augustus 2006]. Het betreft hier de gemeenten: Preševo en Bujanovac, de zogenaamde Preševo vallei (waar etnisch Albanezen circa 60% van de bevolking vormen) en gemeente Medveđa (circa 30% etnisch Albanezen). Bovendien verblijven circa etnische Albanezen uit Servië in Kosovo als binnenlands ontheemden. In de gemeente Preševo wonen circa personen, waarvan circa 8,5% etnische Serviërs, circa 89% etnische Albanezen en circa 0,9% Roma; zie International Crisis Group, Southern Serbia: In Kosovo s Shadow, Europe Briefing N 43, 27 juni In de gemeente Bujanovac wonen circa personen, waarvan circa 34% etnische Serviërs, circa 54,7% etnische Albanezen en circa 8,9% Roma; zie International Crisis Group, Southern Serbia: In Kosovo s Shadow, Europe Briefing N 43, 27 juni

40 gemeente Medveđa/Медвеђа. 172 Kleine aantallen etnische Albanezen wonen elders in Servië, met name in Belgrado en in de Vojvodina. De etnische Albanezen in Servië spreken de Albanese taal, hoewel een deel van hen tevens zij het in verschillende mate de Servische taal machtig is. De etnische Albanezen in Servië zijn vrijwel allemaal moslim. De etnische Albanezen nemen vooral op lokaal niveau actief deel aan het politieke, culturele en economische leven van Servië. Er is in Servië geen sprake van systematische, specifiek op de in Servië wonende etnische Albanezen betrekking hebbende mensenrechtenschendingen. 173 In de door etnische Albanezen bewoonde gebieden in het zuiden van Servië zijn verschillende, vooral lokaal georiënteerde, politieke partijen van etnische Albanezen actief. 174 In mei 2004 richtten de drie grootste lokale Albanese partijen een nationale raad op. Deze raad is echter geen officieel overlegorgaan in de zin van de Servische Wet aangaande de Bescherming van de Rechten van Vrijheden van de Nationale Minderheden, 175 en wordt door de Servische autoriteiten ook niet als zodanig erkend. Het is niet duidelijk wat de functie van de raad is of zou moeten zijn, deels omdat hij partijen met uiteenlopende standpunten en belangen verenigt. 176 De Albanese politieke partijen namen ook actief deel aan de lokale verkiezingen in Servië die op 4 juni 2006 plaatsvonden. 177 Onderwijs in de Albanese taal wordt in de gemeenten Preševo en Bujanovac gegeven op zowel lagere en middelbare scholen. In deze twee gemeenten wordt In de gemeente Medveđa wonen circa personen, waarvan circa 66,6% etnische Serviërs, circa 26,2% etnische Albanezen en circa 1% Roma; zie International Crisis Group, Southern Serbia: In Kosovo s Shadow, Europe Briefing N 43, 27 juni Zie bijvoorbeeld International Crisis Group, Southern Serbia: In Kosovo s Shadow, Europe Briefing N 43, 27 juni De grootste (lokale) politieke partijen van etnische Albanezen zijn de Partij voor Democratische Actie (PDD) onder leiding van Riza Halimi, de Partij voor Democratische Vooruitgang (LDP) onder leiding van Jonuz Musliu, de Democratische Partij van Albanezen (PDSH) onder leiding van Ragmi Mustafa en de Democratische Unie van de Vallei (BDL) onder leiding van Skender Destani; zie International Crisis Group, Southern Serbia: In Kosovo s Shadow, Europe Briefing N 43, 27 juni Voor meer informatie over de Servische Wet aangaande de Bescherming van de Rechten en Vrijheden van de Nationale Minderheden wordt verwezen naar het algemeen ambtsbericht Servië en Montenegro (exclusief Kosovo) van juli De precieze doelstelling van deze Raad is niet duidelijk, omdat zij partijen met uiteenlopende standpunten verenigt, zie Deutsche Welle, Drei politische Gruppierungen im südserbischen Preševo-Tal vereinbaren Gründung eines Nationalrats, 17 mei 2004; IWPR, South Serbia Albanians seek consensus on region s future, Balkan Crisis Report No 497, 14 mei International Crisis Group, Southern Serbia: In Kosovo s Shadow, Europe Briefing N 43, 27 juni

41 het Albanees ook in het officieel verkeer gebruikt. 178 Voor hoger onderwijs zijn de etnische Albanezen aangewezen op de onderwijsinstellingen in Kosovo. Tijdens en kort na afloop van het Kosovo-conflict deden zich in de gemeenten Preševo, Bujanovac en Medveđa met enige regelmaat gewelddadige incidenten voor tussen enerzijds de Servische politie en anderzijds leden van de etnisch Albanese gewapende groepering, het Bevrijdingsleger van Preševo Medveđa en Bujanovac (Ushtria Çlirimtare Preshevë, Medveja e Bujanovëc, afgekort UÇPMB). 179 Dit conflict werd in 2001 op vreedzame wijze beëindigd, waarbij het UÇPMB officieel werd ontbonden. Daarnaast werd het zogenaamde Covic-plan medio 2001 gepresenteerd, dat voorzag in een aantal maatregelen dat het vertrouwen van de etnisch Albanese bevolking in de Servische staat moest herstellen. 180 In juni 2002 nam het parlement van de toenmalige FRJ een Amnestiewet aan voor de voormalige strijders van het UÇPMB. 181 De Amnestiewet verleent amnestie aan personen 182 die in de periode tussen 1 januari 1999 tot 31 mei 2001 in de gemeenten Preševo, Medveđa en Bujanovac terroristische activiteiten ontplooiden. 183 De Amnestiewet werd binnen zes maanden na de inwerkingtreding volledig geïmplementeerd. Er zijn geen gevallen bekend van strafrechtelijke vervolging van personen die binnen de door de wet genoemde voorwaarden vallen Youth Initiative for Human Rights / Swedish Helsinki Committee for Human Rights, Implementation of the Framework Convention for the Protection of National Minorities in Eight Multiethnic Municipalities and Cities in Serbia, Het UÇPMB werd eind jaren 90, parallel aan de oprichting van het Kosovo Bevrijdingsleger in Kosovo (UÇK), opgericht en onderhield nauwe banden met het UÇK. Het UÇPMB stelde zich als doel de afsplitsing van de door etnisch Albanezen bewoonden gemeenten Preševo, Medveđa en Bujanovac van Servië en aansluiting bij Kosovo. De organisatie werd in 2001 officieel ontbonden. Voor een overzicht van (een deel van) geweldsincidenten in zie bijvoorbeeld Press Center Bujanovac, Terrorist attacks and provocations in the Ground Safety Zone since June 10, 1999 until August 31, 2001, 8 januari 2002; zie [laatst geraadpleegd op 19 mei 2005]. Voor meer informatie over het Covic-plan wordt verwezen naar het algemeen ambtsbericht FRJ 2002 en het algemeen ambtsbericht Servië en Montenegro Het Covic-plan in inmiddels grotendeels geïmplementeerd. De Amnestiewet is op 4 juli 2002 in werking getreden. Zie Staatsblad van de FRJ No 37 van 3 juli Voor een Engelse vertaling van deze wet wordt verwezen naar [laatst geraadpleegd op 10 oktober 2006]. Deze Amnestiewet is alleen van toepassing op staatsburgers van de FRJ (nu statenunie SCG). De Amnestiewet noemt de volgende artikelen van het Wetboek van Strafrecht van de FRJ: artikel 125 (terrorisme) en artikel 136 ( vereniging met als doel het onplooien van vijandige activiteiten). De opsomming van wetsartikelen is uitputtend. Zie bijvoorbeeld Schweizerische Flüchtlingshilfe, Serbien-Montengro, Zur Situation der AlbanerInnen im Presevo-Tal, mei 2005.Ondanks de Amnestiewet worden sommige ex-leden van het UÇPMB nog steeds vervolgd en/of blijven zijn in detentie. Het betreft in alle gevallen vervolging op grond van andere strafbare feiten dan de feiten waarop de 41

42 De aanwezigheid van extremistische etnische Albanezen in het grensgebied van Servië met Kosovo en Macedonië zorgde in de jaren na 2001 voor een gespannen situatie in dat gebied. Volgens sommige bronnen zou er sprake zijn van incidentele aanvallen op burgers, politie en lokale autoriteiten gepleegd door (ex-leden) van het UÇPMB dan wel het Albanees Nationaal Leger (Armata Kombetare Shiptare, afgekort AKSh 185 ). 186 In de verslagperiode vonden in de door etnische Albanezen bewoonde gebieden in Servië enkele kleine veiligheidsincidenten plaats (met name schietincidenten). Al deze incidenten waren naar alle waarschijnlijkheid crimineel van aard (met name afrekeningen in de Albanese criminele circuits). 187 Daarnaast was er in de Preševo vallei veel graffiti die opriep tot afscheiding en onafhankelijkheid van de regio van Servië en andere uitingen van Albanese nationalistische gevoelens (bijvoorbeeld Albanese vlaggen). De meeste etnische Albanezen afkomstig uit Preševo, Bujanovac en Medveđa zijn voorstander van inlijving van de gebieden bij Amnestiewet van 3 juli 2002 betrekking heeft. Het is algemeen bekend dat het UÇPMB nauwe banden onderhield met de criminele onderwereld. Over het ontstaan van het AKSh is weinig bekend. De organisatie manifesteerde zich voor het eerst rond 2000/2001 als reactie op het stabilisatieproces in Macedonië (en later in Kosovo en Zuid-Servië) en verenigt in zich naar wordt vermoed extremistische elementen van het (inmiddels ontbonden) Nationaal Bevrijdingsleger uit Macedonië, Kosovo Bevrijdingsleger (UÇK) en het Bevrijdingsleger van Preševo, Medveđa en Bujanovac (UÇPMB). Het AKSh stelt zich als doel de totstandbrenging van een Groot-Albanië, dat wil zeggen het verenigen onder een gezag van alle door etnisch Albanezen bewoonde gebieden, waaronder Albanië en Kosovo alsmede delen van Montenegro, Zuid-Servië en Macedonië. Het AKSh verzet zich daarom door middel van aanslagen op burgers en de autoriteiten tegen alle stabilisatie- en vredesinitiatieven die de huidige (internationale) grenzen en de situatie van de etnisch Albanezen buiten Albanië bevestigen en/of regelen. De doelstellingen van het AKSh worden niet breed door de etnisch Albanese bevolking gedragen. De organisatie wordt daarom niet algemeen beschouwd als een bevrijdingsleger. Gezien de nauwe banden die het AKSh met de criminele onderwereld onderhoudt, wordt het door velen ook beschouwd als een (louter) criminele organisatie. Zie bijvoorbeeld AFP, Who are the Albanian National Army?, 15 augustus 2001; US Department of State, Office of the Spokesman, Status of Albanian National Army (Taken Question), 14 november 2003;UNHCR, Kosovo Verfolgun durch die Armata Kombëtare Shqiptare (AKSh) / Albanian National Army / Albanische Nationalarmee (ANA), AUS/MSC/HCR/039, 15 april 2005 of Schweizerische Flüchtlingshilfe, Serbien-Montengro, Zur Situation der AlbanerInnen im Presevo-Tal, mei Volgens Wprost, Szpony orła, Nr 1137, 12 september 2004, zouden deze aanvallen zijn uitgevoerd door het UÇPMB. Volgens andere bronnen zouden deze aanvallen zijn uitgevoerd door het AKSh. Zie ook Belgrade Centre for Human Rights, Human Rights in Serbia and Montenegro 2004, Onder andere International Crisis Group, Southern Serbia: In Kosovo s Shadow, Europe Briefing N 43, 27 juni

43 Kosovo. 188 De algemene veiligheidssituatie in de door etnische Albanezen bewoonde gebieden blijft echter stabiel, met dien verstande dat deze situatie afhankelijk is van de toekomstige ontwikkelingen in Kosovo Zie bijvoorbeeld BIRN, Presevo Valley Albanians Demand Place at Kosovo Talks, 16 november Zie bijvoorbeeld International Crisis Group, Southern Serbia: In Kosovo s Shadow, Europe Briefing N 43, 27 juni

44 3 Mensenrechten In dit hoofdstuk staat de huidige mensenrechtensituatie in Kosovo centraal. Allereerst zal worden ingegaan op de waarborgen en toezichtmechanismen die in Kosovo aanwezig zijn ter bescherming van mensenrechten. Vervolgens zal specifiek worden ingegaan op de feitelijke naleving en mogelijke schending van mensenrechten in Kosovo, waarna aandacht zal worden besteed aan de positie van specifieke groepen, waaronder etnische minderheden. 3.1 Juridische context Tot het einde van het conflict in Kosovo in juni 1999 werden de juridische waarborgen voor het naleven van de mensenrechten in Kosovo gevormd door de grondwetten van de FRJ en de deelrepubliek Servië, alsmede de internationale mensenrechtenverdragen waarbij de FRJ partij was. De basis voor de huidige waarborgen ter bescherming van de mensenrechten in Kosovo vormt de VN-Veiligheidsraadresolutie 1244 van 10 juni In deze resolutie wordt het beschermen en bevorderen van mensenrechten als een van de kernverantwoordelijkheden van de internationale civiele presentie in Kosovo aangemerkt. De bescherming van mensenrechten is nader uitgewerkt in de UNMIK-verordening 1999/24 van 12 december 1999 en 2000/59 van 27 oktober Volgens deze verordeningen wordt de huidige constitutie van Kosovo (de rechtsregels die de gezagsfunctie in Kosovo organiseren en er de werkingssfeer van afbakenen) gevormd door de volgende vier rechtsbronnen: 1) UNMIK-verordeningen en secundaire regelgeving op grond hiervan; 191 2) de wetgeving die van toepassing was in Kosovo op 22 maart 1989 (toen in Servië nog niet de nieuwe grondwet was aangenomen die de autonomie van de provincie Kosovo feitelijk ophief); 192 3) de wetgeving die van toepassing was in Kosovo tussen 22 maart 1989 en 12 december 1999; UNMIK-verordening 1999/24 van 12 december 1999 is met terugwerkende kracht op 10 juni 1999 in werking getreden. Alle UNMIK-verordeningen evenals secundaire wetgeving zijn verkrijgbaar via [laatst geraadpleegd op 11 mei 2006]. UNMIK-verordening 1999/1 van 25 juli 1999 noemt 24 maart 1989 als peildatum. Als resultaat van hevig protest van de Kosovaarse Albanezen is deze peildatum in 22 maart 1989 gewijzigd bij UNMIK-verordening 1999/24. De wetgeving die van toepassing was in Kosovo tussen 22 maart 1989 en 12 december 1999 kan slechts bij wijze van uitzondering worden toegepast indien en voorzover deze een hiaat opvult waar niet in wordt voorzien door de wetgeving in kracht op 22 maart 1989, en mits deze wetgeving niet discriminatoir of in strijd met de internationaal erkende mensenrechtennormen is. In strafzaken is de wetgeving die na 22 maart 1989 in werking is 44

45 4) internationaal erkende mensenrechtennormen. Het Framework, dat de basis vormt voor de instellingen van zelfbestuur, herhaalt de intentie tot inachtneming van de internationaal erkende mensenrechtennormen Verdragen en protocollen Vanwege de bijzondere status van Kosovo het is immers geen onafhankelijke staat en het tijdelijke gezag van de VN, kan er in Kosovo geen sprake zijn van daadwerkelijke toetreding tot internationale verdragen. Aangezien de wetgeving van Servië geen toepassing vindt in Kosovo, hebben de internationale verdragen en protocollen waarbij Servië partij is geen werking in Kosovo. Echter, één van de vier rechtsbronnen in Kosovo, zoals vastgelegd in de UNMIK-verordeningen 1999/24 en 2000/59, wordt gevormd door de volgende internationale instrumenten: - Universele verklaring van de rechten van de mens van 10 december 1948; - Europees verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden van 4 november 1950 en de bijbehorende protocollen; - Internationaal verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten van 16 december 1966 en de bijbehorende protocollen; - Internationaal verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten van 16 december 1966; - Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van rassendiscriminatie van 21 december 1965; - Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van discriminatie van vrouwen van 17 december 1979; - Verdrag tegen foltering en andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing van 17 december 1984; en - Internationaal verdrag inzake de rechten van het kind van 20 december Op grond van de genoemde verordeningen vinden deze internationale instrumenten geen rechtstreekse toepassing binnen het rechtssysteem van Kosovo. Zij dienen louter als leidende principes voor het bestuur van Kosovo, voor zowel 194 getreden slechts van toepassing slechts indien en voorzover deze gunstiger is voor de verdachte. In de praktijk bestaat echter een grote mate van onzekerheid welke van de Joegoslavische wetten nog steeds van toepassing zijn in Kosovo; Ombudsperson Institution in Kosovo, Sixth Annual Report , 11 juli 2006 en Europese Commissie, Kosovo (under UNSCR 1244) 2005 Progress Report, SEC (2005) 1423, 9 november UNMIK-verordening 2001/9 van 15 mei 2001, in werking getreden op 15 mei

46 UNMIK- als zelfbestuurinstellingen. De internationale instrumenten prevaleren niet boven de andere rechtbronnen. 195 Het Framework noemt zes van de acht bovengenoemde internationale instrumenten in het hoofdstuk aangaande mensenrechten. 196 Aanvullend worden ook de volgende verdragen genoemd: - Europees verdrag inzake regionale en minderheidstalen; - Verdrag van de Raad van Europa inzake bescherming van nationale minderheden. Op grond van het Framework hebben de daarin genoemde instrumenten wel rechtstreekse werking binnen het rechtssysteem van Kosovo en zijn derhalve niet louter normatief, maar bindend voor de instellingen van zelfbestuur Nationale wetgeving Het Framework bevat een apart hoofdstuk over mensenrechten (hoofdstuk 3). Daarnaast is er een hoofdstuk gewijd aan de rechten van minderheden (hoofdstuk 4). Tot deze rechten behoren, onder andere, het recht de eigen taal te gebruiken en daar onderwijs in te ontvangen, het recht op toegang tot gezondheidszorg en sociale voorzieningen en het recht de eigen religie uit te oefenen. In de context van de bescherming van mensenrechten dient tevens de Antidiscriminatiewet te worden genoemd. 197 Deze wet verbiedt discriminatie op grond van geslacht, leeftijd, burgerlijke status, taal, geestelijke of lichamelijke handicap, seksuele geaardheid, lidmaatschap van een politieke organisatie of politieke overtuiging, etniciteit, nationaliteit, geloofsovertuiging, ras, sociale afkomst, vermogen, geboorte en alle andere gronden. De wet introduceert een omgekeerde bewijslast, dat wil zeggen dat de partij die zich gediscrimineerd voelt, alleen aannemelijk hoeft te maken dat er sprake zou kunnen zijn van discriminatie, terwijl de gedaagde tegenpartij het tegendeel dient te bewijzen. Voor zover bekend wordt deze wet in de praktijk niet uitgevoerd J. Nilsson, UNMIK and the Ombudsperson Institution in Kosovo: Human Rights Protection in a United Nations Surrogate State, in: Netherlands Quarterly of Human Rights, vol. 22/3, , Het Verdrag tegen foltering en andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing alsmede het Internationaal verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten zijn niet opgenomen in het Framework. Kosovo Assembly Law No. 2004/3 van 30 juli 2003, in werking getreden op 20 augustus 2004 op grond van de UNMIK-verordening 2004/32 van 20 augustus US Department of State, Serbia and Montenegro; Country Reports on Human Rights Practices 2005; 8 maart 2006 of Europese Commissie, Kosovo (under UNSCR 1244) 2006 Progress Report, SEC (2006) 1386, 8 november

47 In de verslagperiode werd het proces van algehele aanpassing en vernieuwing van het rechtssysteem in Kosovo voortgezet. Hierbij dient te worden vermeld dat alle nieuwe wetgeving in Kosovo wordt getoetst aan de eerder genoemde internationale rechtsnormen alsmede het recht van de Europese Unie voordat deze in werking treedt Kanun De Kanun i Lekë Dukagjini, oftewel de kanun, is een oude Albanese vorm van gewoonterecht, dat zich in de noordelijke, bergachtige delen van de door etnische Albanezen bewoonde gebieden 199 door de eeuwen heen heeft ontwikkeld. De kanun, die sterk gebaseerd is op de traditionele gewoonten, normen en waarden als onvoorwaardelijke loyaliteit aan de familie en clan, eer en bloedwraak (gjakmarrja) 200 en gastvrijheid, regelt alle aspecten van het dagelijks leven van een rurale gemeenschap, variërend van bijvoorbeeld het familie- en erfrecht tot bepaalde aspecten van het strafrecht. 201 De vrouw is volgens de kanun ondergeschikt aan de man. 202 Iedere Albanese Kosovaar kent de kanun als deel van zijn culturele achtergrond. 203 Hoewel het algemeen bekend is dat de kanun geen officiële wetgeving meer is, worden bepaalde delen van de kanun nog steeds vooral op het platteland nageleefd als deel van de Albanese cultuur en traditie. Vooral in traditionele, buitengerechtelijke arbitrageprocedures gelden de voorschriften van de kanun nog steeds als een gezaghebbende rechtsbron. 204 In de jaren negentig, toen de etnische Albanezen in Kosovo zich buiten de Servische staat om in eigen parallelle structuren hadden georganiseerd, werden de voorschriften van de kanun door deze Albanese parallelle structuren gebruikt als rechtsbronnen. 205 Tegenwoordig wordt de kanun door de rechters in Kosovo in uitzonderlijke gevallen nog steeds toegepast, doch alleen als deel van bewijsvoering in civiele procedures. In het officiële strafrecht van Kosovo geldt In de zuidelijke delen van de door etnische Albanezen bewoonde gebieden geldt de zogenaamde Kanun i Papazhulit. Voor aanvullende informatie over bloedwraak in Kosovo zie paragraaf van dit ambstbericht. Zie bijvoorbeeld Schweizerische Flüchtlingshilfe, Kosovo, Beduetung der Tradition im heutigen Kosovo, 24 november Voor een algemene beschrijving van de positie van vrouwen in Kosovo wordt verwezen naar paragraaf van dit ambtsbericht. Dit geldt overigens ook voor de etnische Albanezen afkomstig uit het noorden van Albanië. Het betreft hier met name kleine geschillen tussen bijvoorbeeld familieleden of buren, veelal kleine eigendomsconflicten, die door betrokkenen zelf worden beslecht zonder rechterlijke tussenkomst. Zie bijvoorbeeld Schweizerische Flüchtlingshilfe, Kosovo, Bedeutung der Tradition im heutigen Kosovo, 24 november

48 een beroep op de kanun daarentegen met name voor zover het bloedwraak betreft als een strafverzwarende omstandigheid. 3.2 Toezicht Het toezicht op de naleving van mensenrechten in Kosovo vindt plaats door internationale en lokale gouvernementele en niet-gouvernementele organisaties. Deze organisaties rapporteren regelmatig over de situatie van de mensenrechten in Kosovo Internationaal toezicht De VN rapporteert via een aantal kanalen over de situatie in Kosovo. Ten eerste rapporteert de Secretaris- Generaal van de Verenigde Naties aan de VN Veiligheidsraad over de VN-missie in Kosovo. Daarnaast beschikt het bureau van de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten van de VN (UNHCHR) over een kantoor in Prishtinë/Priština. De Europese Unie heeft een monitoringsmissie in de Westelijke Balkan, de European Union Monitoring Mission (EUMM). Deze missie, die dagelijks aan de EU-hoofdsteden rapporteert, is ook in Kosovo aanwezig. Daarnaast heeft ook de Raad van Europa een kantoor in Prishtinë/Priština. Tenslotte zijn er vele internationale niet-gouvernementele organisaties die regelmatig rapporteren over de mensenrechtensituatie in Kosovo en in sommige gevallen rechtshulp bieden aan personen wier mensenrechten zijn geschonden. Voorbeelden hiervan zijn Amnesty International 206 of Human Rights Watch. 207 Deze organisaties worden niet belemmerd in hun activiteiten. 208 Op basis van hun mandaat van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties vervullen zowel UNMIK als KFOR een belangrijke toezichthoudende rol bij de eerbiediging van mensenrechten in Kosovo. Aangezien UNMIK echter tevens de hoogste vorm van gezag vormt in Kosovo, en KFOR over de uitoefening van haar taken niet rechtstreeks verantwoording schuldig is aan UNMIK, is de vraag wie toezicht houdt op deze toezichthouders geen onterechte. Met de recente oprichting van de Adviescommissie voor Mensenrechten (zie paragraaf 3.2.4) heeft UNMIK (gedeeltelijk) getracht aan deze problematiek tegemoet te komen Zie [laatst geraadpleegd op 12 mei 2006]. Zie [laatst geraadpleegd op 12 mei 2006]. Zie bijvoorbeeld US State Department, Serbia and Montenegro, Country Reports on Human Rights Practices 2005, 8 maart

49 Voor zover het toezicht op de eerbiediging van mensenrechten door KFOR betreft, bestaan er echter geen vergelijkbare organen. Aangezien Kosovo geen onafhankelijk land is, is het geen partij bij het Europees verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM). Inwoners van Kosovo hebben dan ook geen toegang tot het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) te Straatsburg Lokaal toezicht Op lokaal niveau zijn er tal van Kosovaarse niet-gouvernementele organisaties die actief zijn op het terrein van mensenrechten. Voorbeelden hiervan zijn de Council for the Defence of Human Rights and Freedoms, 209 het Kosova Center for Human Rights 210 of het Center for the Protection of Women and Children. 211 Deze organisaties kunnen in Kosovo zonder belemmeringen functioneren Ombudspersoon De instelling van Ombudspersoon voor Kosovo werd in juni 2000 in het leven geroepen; 213 het eerste kantoor van de Ombudspersoon werd in november 2000 daadwerkelijk geopend. Naast het hoofdkantoor in Prishtinë/Priština heeft de Ombudsman veldkantoren in Gjilan/Gnjilane, Pejë/Peć, Prizren/Prizren en Mitrovicë/Kosovska Mitrovica 214 en Graçanicë/Gračanica. 215 Daarnaast brengen de medewerkers van de Ombudspersoon regelmatig bezoek aan etnische enclaves en detentiecentra (met inbegrip van de gesloten inrichting voor geestelijk gehandicapten te Shtime/Štimlje). In 2003 werd tevens een telefonische hotline Këshilli për Mbrojtjen e të Djrjtave e të Lirive të Njeriut; zie [laatst geraadpleegd op 12 mei 2006]. Deze organisatie organiseert en geeft trainingen en cursussen op het gebied van mensenrechten en mensenrechtenbescherming in Kosovo. Qendra për Mbrojtjen e Grave dhe Fëmijëva; zie [laatst geraadpleegd op 12 mei 2006]. Zie bijvoorbeeld VN Mensenrechtencomité, Report submitted by the United Nations Interim Administration Mission in Kosovo to the Human Rights Committee on the human rights situation since June 1999, Kosovo (Serbia & Montenegro), 7 februari Volgens deze bron telt Kosovo momenteel circa geregistreerde niet-gouvernementele organisaties. De instelling van Ombudspersoon is opgenomen in het Framework. De daadwerkelijke oprichting van de instelling vond plaats op basis van de UNMIK-verordening 2000/38 van 30 juni Deze verordening werd, op grond van de nieuwe verordening op de Ombudsman (verordening 2006/6), met ingang van 16 februari 2006 vervallen verklaard. Het kantoor in Mitrovicë/Kosovska Mitrovica heeft tevens een filiaal in het noordelijke deel van de stad. Het kantoor in Graçanicë/Gračanica werd geopend in februari

50 opengesteld. 216 Ook de in Servië of in Montenegro verblijvende Kosovaren het betreft met name binnenlands ontheemden kunnen zich wenden tot de Kosovaarse Ombudspersoon. 217 In februari 2006 trad een nieuwe verordening op de Ombudspersoon in werking, die de bevoegdheden en de aard van de instelling in vergaande mate heeft gewijzigd. 218 Op grond van deze verordening is de instelling van de Ombudspersoon volledig binnen de structuren van het voorlopig zelfbestuur geïncorporeerd. De verordening bepaalt dat de Ombudspersoon een Kosovaar moet zijn, die door de assemblee van Kosovo wordt gekozen. Voor zover het de bevoegdheden van de Ombudspersoon betreft, blijven zij beperkt tot (vermeende) schendingen van mensenrechten door de organen van het voorlopig zelfbestuur en is de Ombudspersoon niet langer bevoegd om aantijgingen van mensenrechtenschendingen dan wel machtsmisbruik door organen van de internationale presentie met name UNMIK 219 en KFOR 220 te onderzoeken. UNMIK is wel verplicht medewerking te verlenen bij onderzoeken van de Ombudspersoon. Klachten en verzoeken kunnen worden ingediend door individuen, groepen of organisaties en worden vertrouwelijk behandeld. De Ombudspersoon kan op eigen initiatief een onderzoek instellen. Op basis van de onderzoeksresultaten kan de Ombudspersoon aanbevelingen doen. Deze aanbevelingen zijn niet bindend. In zijn jaarverslag uit de Ombudspersoon kritiek op de gebrekkige implementatie van de Standards en het functioneren van de rechterlijke macht in Kosovo, dat volgens de Ombudspersoon niet adequaat is. De Ombudspersoon is bovendien zeer bezorgd over de situatie van niet-albanezen in Kosovo, de Ombudsperson Institution in Kosovo, Fifth Annual Report , 11 juli De Ombudspersoon werkt op dit gebied samen met het Servische Commissariaat voor Vluchtelingen en de Spaanse organisatie Movimiento por la Paz, el Desarme y la Libertad; Ombudsperson Institution in Kosovo, Fifth Annual Report , 11 juli 2005 en Sixth Annual Report , 11 juli UNMIK-verordening 2006/6 (On the Ombudsperson Institution in Kosovo) van 16 februari 2006, in werking getreden op dezelfde dag. Artikel 3.4 van de UNMIK-verordening 2006/6 bepaalt hierover: The Ombudsperson institution may enter into a bilateral agreement with the Special Representative of the Secretary-General on procedures for dealing with cases involving UNMIK. De overgrote meerderheid van klachten die de Ombuspersoon in tussen 1 juli 2004 en 30 juni 2005 (297 van 446 klachten) was gericht tegen UNMIK; zie Ombudsperson Institution in Kosovo, Fifth Annual Report , 11 juli 2005 of Europese Commissie, Kosovo (under UNSCR 1244) 2006 Progress Report, SEC (2006) 1386, 8 november De Ombudspersoon is nooit bevoegd geweest ten aanzien van zaken die de gedragingen van KFOR betroffen; zie in deze context ook het algemeen ambtsbericht Kosovo van april In de periode tussen 1 juli 2004 en 30 juni 2005 ontving de Ombudspersoon alsnog 1 klacht gericht tegen KFOR. 50

51 interetnische verhoudingen, het lot van de Kosovaarse ontheemden en de positie van personen die gedwongen terugkeren naar Kosovo. Daarnaast uit hij kritiek op de in zijn ogen gebrekkige samenwerking tussen UNMIK en de Servische autoriteiten. 221 In zijn jaarverslag uit de Ombudspersoon kritiek op de gebrekkige implementatie van mensenrechtennormen in het algemeen. Daarnaast is de Ombudspersoon bezorgd over het feit dat de instellingen van het Kosovaarse zelfbestuur in zijn ogen relatief zwak zijn en weinig vertrouwen van de Kosovaarse bevolking genieten. Bovendien uit hij bezorgdheid over de toepassing van wetten, met name met betrekking tot geschillen over onroerend goed eigendom. In zijn laatste verslagperiode (juli 2005 tot en met juli 2006) ontving de Ombudspersoon 428 klachten. 222 Sinds 1 januari 2006 wordt de functie van Ombudspersoon op interim basis bekleed door etnisch Albanese Hilmi Jashari Adviescommissie voor Mensenrechten Naar aanleiding van voortdurende kritiek over de onvolledige controle met betrekking tot mensenrechtenschending begaan door UNMIK 224 alsmede het feit dat de inwoners van Kosovo geen toegang hebben tot het Europees Hof voor de Rechten van Mens heeft de Speciale Vertegenwoordiger in Kosovo besloten een bijzondere Adviescommissie voor Mensenrechten (Human Rights Advisory Panel) op te richten. 225 Deze commissie bestaat uit drie leden benoemd door de Speciale Vertegenwoordiger op voordracht van de president van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Zij is onafhankelijk en beschikt over de bevoegdheid om alle (vermeende) mensenrechtenschendingen die begaan worden door UNMIK te Ombudsperson Institution in Kosovo, Fifth Annual Report , 11 juli Ombudsperson Institution in Kosovo, Sixth Annual Report , 11 juli Zie [laatst geraadpleegd op 12 mei 2006]. Sinds de oprichting van de instelling tot 1 januari 2006 werd deze functie vervuld door Marek Antoni Nowicki uit Polen. Tot 16 februari 2006, de dag waarop de nieuwe verordening inzake de Ombudspersoon in Kosovo (zie paragraaf van dit ambtsbericht) in werking is getreden, was de Ombudspersoon bevoegd schendingen van mensenrechten begaan door UNMIK te onderzoeken. Zie UNMIK Press Office, UNMIK Establishes the Human Rights Advisory Panel, 5 april 2006 of Europese Commissie, Kosovo (under UNSCR 1244) 2006 Progress Report, SEC (2006) 1386, 8 november Deze commissie werd opgericht op grond van de UNMIKverordening 2006/12 van 23 maart

52 onderzoeken. 226 Klachten kunnen worden ingediend door individuen, groepen of organisaties en worden vertrouwelijk behandeld. 227 De commissie kan tevens op eigen initiatief een onderzoek instellen. Op basis van de onderzoeksresultaten kan de commissie aanbevelingen doen. Deze aanbevelingen zijn niet bindend Naleving en schendingen Vrijheid van meningsuiting UNMIK heeft sinds haar aantreden een kader aan wetgeving gecreëerd dat de vrijheid van meningsuiting waarborgt. Deze wetgeving is vervat in UNMIKverordeningen 2000/36 (voor radio- en televisiezenders) en 2000/37 (voor de geschreven pers) 229 van juni Deze verordeningen voorzien in een onafhankelijke door de Speciale Vertegenwoordiger te benoemen tijdelijke mediacommissaris, die verantwoordelijk is voor de ontwikkeling en bevordering van onafhankelijke en professionele mediaberichtgeving in Kosovo en die tevens verantwoordelijk is voor de implementatie van een tijdelijk reguleringsmechanisme voor de media. Deze tijdelijke mediacommissie is de voorloper van de Onafhankelijke Mediacommissie. In januari 2004 werd door de assemblee van Kosovo een wetsvoorstel voor de oprichting van de Onafhankelijke Mediacommissie (Independent Media Commission) aangenomen. Deze wet is in september 2005 in werking getreden. 231 De mediacommissie werd in augustus 2006 daadwerkelijk opgericht. Tot de oprichting van de permanente commissie Artikel 2 van de UNMIK-verordening 2006/12 bepaalt echter dat de commissie alleen bevoegd is met betrekking tot mensenrechtenschendingen die niet eerder dan op 23 april 2005 zich hebben voorgedaan. Daarnaast is de commissie niet bevoegd kennis te nemen van klachten die reeds onderwerp vormen van een gerechtelijke procedure of die zich meer dan 6 maanden voor het indienen van de klacht afspeelden. Op grond van artikel 21 juncto artikel 10 van de UNMIK-verordening 2006/12 kunnen klachten vanaf 23 april 2006 aan de commissie worden voorgelegd. Zie in deze context ook Ombudsperson Institution in Kosovo, Sixth Annual Report , 11 juli Het is niet bekend of de commissie al klachten heeft behandeld, en zo ja, hoeveel. Met de oprichting van de Persraad van Kosovo in september 2005 (zie hieronder in deze paragraaf) verloor deze verordening haar werking. Zie VN Mensenrechtencomité, Report submitted by the United Nations Interim Administration Mission in Kosovo to the Human Rights Committee on the human rights situation since June 1999, Kosovo (Serbia & Montenegro), 7 februari Zie Assembly of Kosovo Law No. 02/L-15 (On the Independent Media Commission and Broadcasting), in werking getreden op grond van de UNMIK-verordening 2005/34 van 8 juli

53 werden haar functies door de tijdelijke mediacommissaris vervuld. 232 In de praktijk wordt in Kosovo de vrijheid van meningsuiting gerespecteerd. De mediacommissie is exclusief bevoegd tot het afgeven van uitzendlicenties, zonder welke de radio- en televisiezenders niet mogen functioneren. Om in aanmerking te komen voor een dergelijke licentie dient een zender te verklaren zich te zullen houden aan de uitzendgedragscode. 233 Deze gedragscode komt qua inhoud in hoge mate overeen met vergelijkbare gedragscodes in tal van westerse landen. De gedragscode bevat een expliciete verwijzing naar het recht op vrijheid van meningsuiting zoals vastgesteld in de Universele verklaring van de rechten van de mens en het Europees verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden met de bijbehorende Protocollen. De gedragscode verbiedt het uitzenden van materiaal dat aanzet tot criminele activiteiten dan wel geweld, alsmede het schuldig verklaren van personen voordat zij zijn veroordeeld door een rechtbank. Verder verbiedt de gedragscode het tegenhouden of censureren van programma s en uitzendingen in een andere taal, in het bijzonder een minderheidstaal. Radio- en televisiezenders die niet in het bezit zijn van een licentie, of die zich niet aan de bij de licentie behorende gedragscode houden, kunnen door de mediacommissaris worden beboet of anderszins gestraft. Momenteel kent Kosovo tal van radio- en televisiezenders die in heel Kosovo dan wel op regionaal niveau opereren. 234 In de praktijk blijven radio- en televisiezenders in Kosovo nog steeds verdeeld langs de etnische lijnen. 235 RTK (Radio Television Kosovo) is de enige publieke mediaomroep in Kosovo. In de verslagperiode is een nieuwe wet die de positie van RTK regelt in werking getreden. 236 De nieuwe wet bepaalt, net als de voorgaande UNMIK-verordening die de rechtspositie van RTK regelde, 237 dat ten minste 15% van het totale programma-aanbod en in het bijzonder ook 15% van de prime time Zie [laatst geraadpleegd op 9 oktober 2006] of Europese Commissie, Kosovo (under UNSCR 1244) 2006 Progress Report, SEC (2006) 1386, 8 november 2006 Code of Conduct for the Broadcast Media in Kosovo van 8 september Voor een overzicht van alle in Kosovo actieve radio- en televisiezenders zie [laatst geraadpleegd op 18 mei 2006]. Van de 118 in juni 2006 geregistreerde radio- en televisiezenders, zonden 72 uitsluitend in het Albanees hun programma s uit, 35 uitsluitend in het Servisch. Slecht 11 van de geregistreerde zenders zonder hun programma s in andere (minderheids)talen uit; zie SGVN, Report of the Secretary-General on the United Nations Interim Administration Mission in Kosovo, S/2006/361, 5 juni Kosovo Assembly Law No. 02/L-47 (On Radio Television of Kosovo), in werking getreden op 11 april 2006 op grond van de UNMIK-verordening 2006/14 van 11 april UNMIK-verordening 2001/13. 53

54 nieuwsprogramma s van RTK in een minderheidstaal aangeboden moet worden. 238 In augustus 2005 zijn de vertegenwoordigers van de geschreven media in Kosovo een Statuut voor een Persraad van Kosovo overeengekomen. Deze raad werd in september 2005 daadwerkelijk opgericht. De raad is een zelfregelend orgaan die de functies die voorheen door de mediacommissaris werden uitgevoerd met name het uitvaardigen van gedragscodes voor de geschreven media en het houden van toezicht op de naleving daarvan heeft overgenomen. 239 In vergelijking met de vorige verslagperiode is het aantal door de mediacommissaris behandelde zaken sterk afgenomen. 240 Tegen de door de mediacommissaris opgelegde sancties kan beroep worden ingesteld bij een onafhankelijke beroepscommissie (Media Appeals Board). Sinds september 2005 neemt de mediacommissaris geen klachten meer in behandeling die betrekking hebben op het gedrag van of uitlatingen van geschreven media. Deze functie werd overgenomen door de Persraad van Kosovo. Afgezien van een algemene strafbaarstelling in het Wetboek van Strafrecht, is er geen wetgeving in Kosovo (slechts tijdelijke gedragscodes) die smaad en laster in de media tegengaan. In Kosovo zijn enkele gevallen bekend van geweld en bedreiging tegen journalisten SGVN, Report of the Secretary-General on the United Nations Interim Administration Mission in Kosovo, S/2006/361, 5 juni 2006 en UNMIK zie UNMIK Press Office, UNMIK promulgates Regulation on Radio Television of Kosovo, UNMIK/PR/1534, 13 april 2006 worden de richtlijnen inzake het uitzenden van programma s in minderheidstalen door de RTK wel nageleefd. Europese Commissie, Kosovo (under UNSCR 1244) 2006 Progress Report, SEC (2006) 1386, 8 november 2006 stelt daarentegen dat dit niet het geval is. Zie [laatst geraadpleegd op 18 mei 2006]. 92 zaken in 2004 en 52 zaken in In het eerste kwartaal van 2006 heeft de mediacommissaris 7 zaken in behandeling genomen; zie [laatst geraadpleegd op 18 mei 2006]. Zie bijvoorbeeld US Department of State, Serbia and Montenegro; Country Reports on Human Rights Practices 2005, 8 maart 2006; Home Office, Operational Guidance Note, Republic of Serbia (including Kosovo), 30 juni 2006 of Amnesty International, Report 2006, Covering events from January December 2005, In juni 2005 werd de redacteur van Bota Sot (een Kosovaarse krant) beschoten. Hij overleed aan zijn verwondingen. 54

55 3.3.2 Vrijheid van vereniging Het recht op vrijheid van vereniging wordt in Kosovo gerespecteerd. 242 Sinds 15 november 1999 is de UNMIK-verordening 1999/22 van kracht, die de registratie en activiteiten van niet-gouvernementele organisaties in Kosovo regelt. De registratie en activiteiten van politieke partijen in Kosovo zijn geregeld in UNMIK-verordening 2004/11 van mei De registratie en activiteiten van vakbonden zijn geregeld in UNMIK-verordening 2001/ Vrijheid van vergadering Het recht op vrijheid van vergadering wordt in Kosovo over het algemeen gerespecteerd. 244 In de verslagperiode is één incident bekend waarbij een demonstratie door de Kosovaarse politie met geweld zou zijn beëindigd. 245 Zowel etnische Albanezen als de verschillende etnische minderheden in Kosovo kunnen in de praktijk demonstraties en andere openbare bijeenkomsten organiseren en bijwonen. Wel behouden UNMIK en KFOR zich het recht voor om dergelijke bijeenkomsten te verbieden, indien de veiligheid en de openbare orde in het geding zijn Zie US Department of State, Serbia and Montenegro; Country Reports on Human Rights Practices 2005, 8 maart 2006 of Europese Commissie, Kosovo (under UNSCR 1244) 2006 Progress Report, SEC (2006) 1386, 8 november UNMIK-verordening 2004/11 (On the Registration and Operation of Political Parties in Kosovo), die de minder gedetailleerde UNMIK-verordening 2000/16 van 21 maart 2000 verving. Zie US Department of State, Serbia and Montenegro; Countr Reports on Human Rights Practices 2005, 8 maart 2006; VN Mensenrechtencomité, Report submitted by the United Nations Interim Administration Mission in Kosovo to the Human Rights Committee on the human rights situation since June 1999, Kosovo (Serbia & Montenegro), 7 februari 2006 of Europese Commissie, Kosovo (under UNSCR 1244) 2006 Progress Report, SEC (2006) 1386, 8 november Op 19 oktober 2005 vond in Prishtinë/Priština een betoging van de Kosovo Self- Determination beweging (een beweging die zich verzet tegen onderhandelingen over de toekomstige status van Kosovo en voorstander is van onafhankelijkheid), waarbij verschillende demonstranten met spuitbussen wagens van de VN hebben beklad. Volgens verschillende ooggetuigen werden zij vervolgens door de politie met geweld gearresteerd. Naar aanleiding van vragen van de Ombudspersoon werd door de Kosovaarse politie een onderzoek naar het incident ingesteld. Voor zover dezerzijds bekend, is dit onderzoek nog niet afgerond. 55

56 3.3.4 Vrijheid van godsdienst 246 In de context van de bestaande spanningen tussen de verschillende bevolkingsgroepen lijkt godsdienst geen bepalende rol te spelen, omdat deze spanningen hoofdzakelijk etnisch gemotiveerd zijn. De Servisch-orthodoxe kerk speelt in Kosovo wel een zeer belangrijke politieke rol. 247 De in Kosovo van toepassing zijnde wetgeving garandeert de vrijheid van godsdienst en persoonlijke overtuiging. Daarnaast verbiedt de Antidiscriminatiewet 248 discriminatie op grond van, onder andere, godsdienst. De vrijheid van godsdienst wordt door de autoriteiten in de praktijk gerespecteerd. 249 In maart 2005 werd tussen het Kosovaarse ministerie van Cultuur, Jeugd en Sport en de autoriteiten van de Servisch-orthodoxe kerk een memorandum of understanding getekend. Het memorandum voorziet in de oprichting van een bijzondere commissie die de reconstructie van in mei 2004 vernielde Servische kerken, kloosters en andere plaatsen van religieus of cultureel belang zal coördineren Bewegingsvrijheid De verbetering van bewegingsvrijheid die zich sinds 1999 gestaag had voortgezet, werd voor een belangrijk deel teniet gedaan door de onlusten van maart Naar aanleiding van deze gebeurtenissen werd door KFOR het aantal vaste controleposten verhoogd en werden alle zogenaamde UNMIK humanitarian bus services, 251 de civil service bus line 252 en de freedom of movement-trein 253 tijdelijk US Department of State, International Religious Freedeom Report 2005, 8 november 2005 en International Religious Freedom Report 2006, 15 september De Servisch-orthodoxe kerk toont zich tegenstander van samenwerking tussen de etnische Serviërs uit Kosovo en de huidige machtsstructuren (zowel internationaal als lokaal). Zie in deze context ook BIRN, Church Split Over Question of Dialogue, Balkan Insight, 1 juni Kosovo Assembly Law No. 2004/3 (Law on Anti-Discrimination); zie ook paragraaf van dit ambtsbericht. US Department of State, Serbia and Montenegro; Country Reports on Human Rights Practices 2005, 8 maart VN Mensenrechtencomité, Report submitted by the United Nations Interim Administration Mission in Kosovo to the Human Rights Committee on the human rights situation since June 1999, Kosovo (Serbia & Montenegro), 7 februari Voor zover dezerzijds bekend is de commissie nog niet daadwerkelijk opgericht. Speciale busdiensten bedoeld voor etnische minderheden (met name tussen enclaves). Speciale busdiensten die het forenzenverkeer voor etnische minderheden verzorgen. Door UNMIK uitgevoerde treinverbinding tussen het noorden en het zuiden van Kosovo. 56

57 opgeschort. Inmiddels is een verbetering in de bewegingsvrijheid in Kosovo zichtbaar. Zo zijn bijvoorbeeld de busdiensten en de treinverbinding hervat. Daarnaast is het aantal vaste controleposten verder teruggebracht. In de verslagperiode is de bewegingsvrijheid over het algemeen verder vergroot. 254 Bewegingsvrijheid van etnische minderheden, met name etnische Serviërs, is nog steeds precair te noemen. De mate van bewegingsvrijheid is sterk afhankelijk van de locatie waar zijn woonachtig zijn. 255 Voor de bewegingsvrijheid van specifieke etnische groepen wordt verwezen naar paragraaf 3.4 van dit ambtsbericht. Door het in Servië geldende registratiesysteem van voertuigen kan aan de hand van de kentekenplaten de gemeente waarin de wagen is geregistreerd heel gemakkelijk worden vastgesteld. Hierdoor is de (vermoedelijke) etniciteit van de bestuurder gemakkelijk te raden. Om de bewegingsvrijheid voor etnische minderheden te verbeteren, heeft UNMIK een nieuw systeem ingevoerd (met zogenaamde KS-kentekenplaten ) waardoor het niet meer mogelijk is af te lezen in welke gemeente de wagen geregistreerd is. Kosovaarse Serviërs kunnen deze KS-kentenkenplaten gratis verkrijgen. 256 In de praktijk hebben vrijwel uitsluitend Serviërs die beneden de rivier Ibar wonen gebruik gemaakt van dit registratiesysteem. De Servische autoriteiten erkennen de KS-kentekenplaten niet. Hierdoor kunnen de bezitters van dergelijke kentekenplaten problemen ondervinden indien zij naar Servië wensen te reizen. 257 In april 2005 werd het KFOR-controlepost op de Austerlitz-brug in Mitrovicë/Kosovska Mitrovica 258 opgeheven en werd de controle over de brug aan KPS overgelaten. In juli 2005 werd de brug opengesteld voor alle verkeer. 259 Omdat Kosovo formeel deel uitmaakt van Servië en Kosovaren staatsburger van Servië zijn, is het voor de inwoners van Kosovo in theorie mogelijk om zich ook in andere delen van Servië te vestigen. Voor nadere informatie over deze UNHCR, UNHCR s Position on the Continued International Protection Needs of Individuals from Kosovo, juni Zie bijvoorbeeld Ombudsperson Institution in Kosovo, Sixth Annual Report , 11 juli Zie bijvoorbeeld US Department of State, Serbia and Montenegro, Country Reports on Human Rights Practices 2005, 8 maart In de praktijk komt het zeer vaak voor dat Serviërs die over de KS-kentekenplaten beschikken tevens hun Servische registratieplaten hebben bewaard. Aan de grens met Servië worden de platen omgewisseld. De Austerlitz-brug verbindt het door etnische Serviërs bewoonde noordelijke deel van Mitrovicë/Kosovska Mitrovica met het Albaneze deel in het zuiden van de stad. In de praktijk is het verkeer tussen beide delen van Mitrovicë/Kosovska Mitrovica sporadisch; zie onder andere US Department of State, Serbia and Montenegro, Country Reports on Human Rights Practices 2005, 8 maart

58 mogelijkheid alsmede voor informatie over de positie van Kosovaarse binnenlands ontheemden in andere delen van Servië wordt verwezen naar paragraaf van dit ambtsbericht Rechtsgang Na afloop van de crisis was er in Kosovo geen functionerend gerechtelijk apparaat meer. Hoewel in de voorgaande jaren vooruitgang is geboekt met de wederopbouw van het rechterlijke apparaat, kampt deze nog steeds met tekorten aan gekwalificeerd personeel en materiaal. Daarnaast zijn doorlooptijden een groot probleem. Ook de tenuitvoerlegging van rechterlijke besluiten in zowel strafzaken als burgerlijke zaken blijft problematisch. 260 De Kosovaarse rechterlijke macht beperkt zich vooralsnog tot berechting van minder controversiële zaken. Voor interetnische kwesties, oorlogsmisdaden en politiek gevoelige zaken worden in de meeste gevallen internationale rechters ingezet, 261 dit vooral omdat in het verleden is gebleken dat de onafhankelijkheid van de Kosovaarse rechters en openbare aanklagers in dergelijke zaken niet altijd gewaarborgd blijft. Naast (al dan niet beweerd) gebrek aan onafhankelijkheid, wordt corruptie binnen de rechterlijke macht, met name bij Kosovaarse rechters en openbare aanklagers, als een probleem genoemd. 262 Verdachten in strafzaken kunnen aanspraak maken op rechtsbijstand. In zaken waarin een gevangenisstraf van zes maanden of meer kan worden opgelegd is rechtsbijstand verplicht en heeft de verdachte recht op gratis rechtsbijstand, indien hij de kosten zelf niet kan dragen. In zaken waarin de maximale straf minder dan zes maanden bedraagt, wordt van de verdachte verwacht dat hij in staat is zijn eigen verdediging te voeren en is rechtsbijstand niet verplicht. In Kosovo bestaat officieel een getuigenbeschermingssysteem. In de praktijk laat dit systeem veel te wensen over, daar (in het verleden) verschillende gevallen bekend zijn van intimidatie, bedreiging, mishandeling en liquidatie van Zie in deze context Europese Commissie, Kosovo (under UNSCR 1244) 2006 Progress Report, SEC (2006) 1386, 8 november Europese Commissie, Kosovo (under UNSCR 1244) 2006 Progress Report, SEC (2006) 1386, 8 november 2006 Zie bijvoorbeeld Home Office, Operational Guidance Note, Republic of Serbia (including Kosovo), 30 juni Met betrekking tot corruptie zie bijvoorbeeld Ombudsperson Institution in Kosovo, Sixth Annual Report , 11 juli

59 getuigen. 263 Gebrekkige getuigenbescherming speelt met name een rol bij vervolging van misdaden gepleegd tijdens de Kosovo-crisis en bij vervolging van georganiseerde misdaad. 264 Berechting van oorlogsmisdaden die in zijn gepleegd, loopt gestaag. Sinds 1999 zijn in Kosovo 23 oorlogsmisdadigers aangeklaagd. Inmiddels zijn enkelen ook definitief berecht. Alle zaken worden behandeld door internationale openbare aanklagers en rechters, mede omdat het in het verleden is gebleken dat de onafhankelijkheid van etnisch Albanese rechters in dergelijke gevallen niet altijd gewaarborgd bleef 265 en nog steeds blijft. 266 In november 2004 is het eerste proces tegen voormalige UÇK-strijders voor het Joegoslavië-Tribunaal in Den Haag begonnen. 267 Het begin van het proces ging gepaard met steunbetuigingen aan de verdachten en demonstraties van etnische Albanezen. 268 Zowel UNMIK als de Kosovaarse autoriteiten van zelfbestuur verlenen over het algemeen hun medewerking aan het Joegoslavië-Tribunaal In de eerste helft van 2006 werden 7 gevallen van intimadie van getuigen bekend; zie SGVN, Report of the Secretary-General on the United Nations Interim Administration Mission in Kosovo, S/2006/361, 5 juni Zie in deze context ook Ombudsperson Institution in Kosovo, Sixth Annual Report , 11 juli 2006; Europese Commissie, Kosovo (under UNSCR 1244) 2005 Progress Report, SEC (2005) 1423, 9 november 2005; Human Rights Watch, Not on the Agenda, The Continuinig Failure to Address Accountability in Kosovo Post-March 2004, mei 2006 en OVSE / UNMIK, Kosovo, The Response of the Justice System to the March 2004 Riots, december Bijvoorbeeld Europese Commissie, Kosovo (under UNSCR 1244) 2006 Progress Report, SEC (2006) 1386, 8 november Zie bijvoorbeeld Human Rights Watch, Not on the Agenda, The Continuinig Failure to Address Accountability in Kosovo Post-March 2004, mei 2006 en Europese Commissie, Kosovo (under UNSCR 1244), 2005 Progress Report, SEC (2005) 1423, 9 november Zie US Department of State, Serbia and Montenegro, Country Reports on Human Rights Practices 2005, 8 maart Het betreft hier het proces tegen Fatmir Limaj, Haradin Bala en Isak Musliu wegens oorlogsmisdaden; Human Rights Watch, Serbia and Montenegro, Country Summary, januari In november 2005 werd Haradin Bala veroordeeld tot een gevangenisstraf van 13 jaar. Isak Musliu en Fatmir Limaj werden vrijgesproken; zie Gazeta Wyborcza, Wyroki w Hadze w sprawie partyzantów z Kosowa, 30 november Sindsdien zijn verdere verdachten, waaronder de voormalige premier van Kosovo Ramush Haradinaj, aan het Joegoslavië- Tribunaal overgedragen; zie bijvoorbeel Europese Commissie, Kosovo (under UNSCR 1244) 2005 Progress Report, SEC (2005) 1423, 9 november Reuters, Thousands protest against Kosovo war crime trials, 22 november 2004; Islamonline, Kosovans Urge Halting Trial of National Leaders, 27 november Zie bijvoorbeeld SGVN, Report of the Secretary-General on the United Nations Interim Administration Mission in Kosovo, S/2006/361, 5 juni 2006; Europese Commissie, Kosovo (under UNSCR 1244) 2005 Progress Report, SEC (2005) 1423, 9 november 2005 en US Department of State, Serbia and Montenegro, Country Reports on Human Rights Practices 2005, 8 maart Zie in deze context echter UNMIK Press Office, UNMIK rejects ICTY Prosecutor s assessment as having no basis in fact, UNMIK/PR/1563, 8 juni

60 In april 2006 werd voor de districtrechtbank te Belgrado een strafrechtelijk onderzoek geopend tegen negen Servische politieagenten verdacht van misdaden tegen etnische Albanezen tijdens het conflict in Kosovo in De opsporing en berechting van personen die zich tijdens de onlusten van maart 2004 schuldig hebben gemaakt aan strafbare feiten, is gaande. De internationale aanklagers en rechters beperken zich tot de meest serieuze feiten, terwijl de minder ernstige strafbare feiten (zoals openbare geweldpleging, brandstichting of diefstal) aan de lokale politie, aanklagers en rechters worden overgelaten Arrestaties en detenties KFOR, de UNMIK-politie en de KPS zijn de enige instanties in Kosovo die bevoegd zijn tot het arresteren en in hechtenis houden van personen. 272 Over het algemeen gebeurt dit volgens internationaal erkende normen, hoewel buitengerechtelijk arrestaties op grond van executive orders van de Speciale Vertegenwoordiger nog steeds hoewel zeer zelden plaatsvinden. 273 Strikt juridisch gezien betreft het buitengerechtelijke besluiten. 274 In 2001 werd een speciale Detention Review Commission opgericht. Echter, deze commissie maakt geen deel uit van de rechterlijke macht. De rechten van personen in voorarrest en van gedetineerden zijn geregeld in het Wetboek van Strafvordering, 275 alsmede andere bijzondere wetgeving. 276 De Zie BIRN, Serbia s Prosecutor Charges Men Behind Suva Reka Massacre, Balkan Insight, 4 mei In juni 2006 meldde de SGVN dat er door de Kosovaarse rechterlijke macht meer dan 330 zaken waren afgedaan (217 veroordelingen, 14 vrijspraak en 106 zaken geseponeerd wegens gebrek aan bewijs). Medio 2006 waren er nog 89 strafzaken aanhangig. Door de internationale aanklagers werden tot medio zaken behandeld (13 veroordelingen, 12 zaken geseponeerd); zie SGVN, Report of the Secretary-General on the United Nations Interim Administration Mission in Kosovo, S/2006/361, 5 juni Zie ook Europese Commissie, Kosovo (under UNSCR 1244) 2005 Progress Report, SEC (2005) 1423, 9 november 2005 en Europese Commissie, Kosovo (under UNSCR 1244) 2006 Progress Report, SEC (2006) 1386, 8 november Volgens artikel 210 van het Wetboek van Strafvordering (zie UNMIK-verordening 2003/26) is ook aanhouding door een burger mogelijk, in welk geval betrokkene onmiddellijk aan de politie dient te worden overgeleverd. Volgens US Department of State, Serbia and Montenegro, Country Reports on Human Rights Practices 2005, 8 maart 2006 vonden in 2005 dergelijke aanhoudingen niet plaats. Zie bijvoorbeeld Ombudsperson Institution in Kosovo, Special Report No. 3 on the Conformity of Deprivations of Liberty under Executive Orders with Recognised International Standards, 29 juni UNMIK-verordening 2003/26 van 6 juli

61 omstandigheden in gevangenissen voldoen over het algemeen aan de internationale standaarden. Er is wel sprake van overbevolking Mishandeling en foltering Systematische mishandeling en foltering komen in Kosovo niet voor. Wel is er sprake van incidenteel geweld jegens leden van minderheidsgroepen, met name etnische Serviërs en Roma Vermissingen, verdwijningen en ontvoeringen Ontvoeringen komen in het huidige Kosovo nog steeds voor. De aanleiding voor ontvoeringen is over het algemeen niet etnisch of politiek gemotiveerd. 279 De erfenis van de Kosovo crisis van speelt nog steeds een belangrijke rol. Volgens het Office on Missing Persons and Forensics (OMPF) 280 zijn circa gevallen van vermiste Kosovaren nog niet opgelost. Deze groep bestaat voornamelijk uit vermiste etnische Albanezen (circa 75%) Zie bijvoorbeeld UNMIK-verordening 2001/18 (On the rights of persons arrested by law enforcement authorities) van 11 oktober Europese Commissie, Kosovo (under UNSCR 1244) 2005 Progress Report, SEC (2005) 1423, 9 november Zie ook Home Office, Operational Guidance Note, Republic of Serbia (including Kosovo), 30 juni 2006 en US Department of State, Serbia and Montenegro, Country Reports on Human Rights Practices 2005, 8 maart Europese Commissie, Kosovo (under UNSCR 1244) 2006 Progress Report, SEC (2006) 1386, 8 november 2006 meldt in deze context dat in voorkomende gevallen minderjarigen en geestelijk gestoorden samen met andere gedetineerden worden gedetineerd. Zie bijvoorbeeld US Department of State, Serbia and Montenegro, Country Reports on Human Rights Practices 2005, 8 maart Voor een beschrijving van de situatie van leden van etnische minderheden in Kosovo zie paragraaf 3.4 van dit ambtsbericht. Zie onder andere US Department of State, Serbia and Montenegro, Country Reports on Human Rights Pracitces 2005, 8 maart Het OMPF werd in 2002 door de Speciale Vertegenwoordiger opgericht en heeft als taak het coördineren van activiteiten met betrekking tot vermiste personen, met name het opgraven en identificeren van lichamen. Het OMPF beschikt sinds 2003 tevens over een kantoor in Belgrado, dit teneinde de samenwerking met de Servische autoriteiten te faciliteren; zie [laatst geraadpleegd op 22 mei 2006]. US Department of State, Serbia and Montenegro, Country Reports on Human Rights Practices 2005, 8 maart

62 Mensenhandel Sinds het einde van de conflict in 1999 werd in Kosovo een aanzienlijke stijging van gevallen van mensenhandel gesignaleerd. Daarnaast is een duidelijke verandering van de positie van Kosovo binnen de mensenhandelnetwerken waarneembaar. In vergelijking met de periode vóór de crisis is Kosovo van een regio van transit, en in mindere mate van oorsprong, in een regio van bestemming veranderd. 282 Het overgrote deel van de naar Kosovo verhandelde personen bestaat uit jonge vrouwen, 283 die gedwongen maar in sommige gevallen ook vrijwillig 284 werkzaam zijn in de horeca en seksindustrie. 285 Dit fenomeen kan grotendeels worden verklaard door de vraag die de internationale aanwezigheid in Kosovo veroorzaakt. 286 UNMIK heeft het probleem van mensenhandel altijd onderkend. Sinds oktober 2000 bestaat binnen de politie een bijzondere afdeling de zogenaamde Trafficking in Human Beings Investigation Section gespecialiseerd in het bestrijden van mensenhandel. 287 Daarnaast bestaat er een gestandaardiseerde Volgens A. Kartusch / G. Reiter, Frauenhandel in Nachkriegsgebieten, in: Osteuropa, 6/2006 fungeert Kosovo binnen mensenhandelnetwerken met name als een regio van bestemming en transit. Volgens UNMIK is 12% van naar Kosovo verhandelde vrouwen 14 tot en met 18 jaar oud, 59% 18 tot en met 24 jaar oud, 22% 25 tot en met 30 jaar oud en 7% 30 jaar of ouder. Deze vrouwen zijn afkomstig uit met name Oost- en Zuidoost-Europa (Moldavië, Roemenië, Albanië en Oekraïne); zie UNMIK, Combatting Human Trafficking in Kosovo, Strategy and Commitment, mei 2004; US State Department, Trafficking in Persons Report, 5 juni Recentere gegevens zijn dezerzijds niet beschikbaar. Zie in deze context ook IOM Kosovo, Return & Reintegration Project, Situation Report February 2000 to June 2005, 2005 en A. Kartusch / G. Reiter, Frauenhandel in Nachkriegsgebieten, in: Osteuropa, 6/2006. Volgens US State Department, Serbia and Montenegro, Country Reports on Human Rights Practices 2005, 8 maart 2006 wist circa 20% van slachtoffers van mensenhandel van tevoren dat zij in de prostitutie zouden werken. Volgens US State Department, Serbia and Montenegro, Country Reports on Human Rights Practices 2005, 8 maart 2006 zijn de slachtoffers van mensenhandel in Kosovo voornamelijk werkzaam in de seksindustrie. Zie ook IOM Kosovo, Return & Reintegration Project, Situation Report February 2000 to June 2005, Amnesty International, So does it mean that we have the rights? Protecting the human rights of women and girls trafficked for forced prostitution in Kosovo, EUR 70/010/2004, 6 mei Zie ook A. Kartusch / G. Reiter, Frauenhandel in Nachkriegsgebieten, in: Osteuropa, 6/2006. Volgens deze bron is het inmiddels niet meer zo dat mensenhandel in het kader van gedwongen prostitutie op de internationale presentie gericht is. VN Mensenrechtencomité, Report submitted by the United Nations Interim Administration Mission in Kosovo to the Human Rights Committee on the human rights situation since June 1999, Kosovo (Serbia & Montenegro), 7 februari Deze afdeling bestaat uit 26 KPS- en 26 internationale politieagenten verspreid over 5 kantoren in Kosovo. Zie ook A. Kurtsch / G. Reiter, Frauenhandel in Nachkriegsgebieten, in: Osteuropa, 6/

63 procedure binnen de politie voor de gevallen van mensenhandel. 288 Mede naar aanleiding van kritische opmerkingen van Amnesty International, heeft UNMIK in samenwerking met de Kosovaarse instellingen van zelfbestuur een gemeenschappelijk actieplan, het zogenaamde Kosovo Plan to Combat Trafficking in Human Beings in Kosovo, ontwikkeld. 289 Dit plan, dat in mei 2005 officieel werd aanvaard, voorziet onder andere in de oprichting van een werkgroep bestaande uit vertegenwoordigers van de relevante Kosovaarse instellingen van zelfbestuur, internationale agentschappen en niet-gouvernementele organisaties, die belast is met het ontwikkelen, ten uitvoer brengen en evalueren van nieuwe strategieën voor de bestrijding van mensenhandel. 290 De Trafficking in Human Beings Investigation Section van de politie heeft daarnaast een off limits-lijst opgesteld met cafés, bars en andere horecagelegenheden waar mogelijk verhandelde vrouwen gedwongen in de prostitutie werken. Voor het in Kosovo aanwezige VN-personeel is het verboden, op straffe van disciplinaire maatregelen, om deze gelegenheden te bezoeken. 291 De volgende internationale instrumenten, die betrekking hebben op mensenhandel, maken deel uit van het rechtsstelsel van Kosovo: - Slavernijverdrag van Genève van 25 september 1926 (met latere wijzigingen); - Verdrag tot bestrijding van mensenhandel en uitbuiting van anderen door prostitutie van New York van 21 maart 1950; - aan mensenhandel en dwangarbeid gerelateerde Conventies no. 29, 105 en 182 van de International Labour Organisation (ILO). 292 De bepalingen van het Protocol inzake de voorkoming, bestrijding en bestraffing van mensenhandel, in het bijzonder vrouwenhandel en kinderhandel tot aanvulling op het Verdrag van de Verenigde Naties tegen grensoverschrijdende georganiseerde misdaad gelden niet voor Kosovo. Het Kosovaarse Wetboek van A. Kurtsch / G. Reiter, Frauenhandel in Nachkriegsgebieten, in: Osteuropa, 6/2006. Zie UNMIK / Provisional Institutions of Self Government, Kosovo Action Plan to Combat Trafficking in Human Beings, 17 mei VN Mensenrechtencomité, Report submitted by the United Nations Interim Administration Mission in Kosovo to the Human Rights Committee on the human rights situation since June 1999, Kosovo (Serbia & Montenegro), 7 februari Zie ook IOM Kosovo, Return & Reintegration Project, Situation Report February 2000 to June 2005, A. Kurtsch / G. Reiter, Frauenhandel in Nachkriegsgebieten, in: Osteuropa, 6/2006. Zie ook UN Economic and Social Council, Rights of the Child, Report of the Special Rapporteur on the sale of children, child prostitution and child pornography, E/CN.4/2005/78/Add.3, 8 maart Deze internationale instrumenten waren op 22 maart 1989 van kracht in Kosovo en maken op grond van de UNMIK-verordening 1999/24 nog steeds deel uit van het Kosovaarse rechtsstelsel; zie VN Mensenrechtencomité, Report submitted by the United Nations Interim Administration Mission in Kosovo to the Human Rights Committee on the human rights situation since June 1999, Kosovo (Serbia & Montenegro), 7 februari Zie in deze context paragraaf van dit ambtsbericht. 63

64 Strafrecht 293 kent echter bijzondere bepalingen met betrekking tot mensenhandel en gebruik van slavenarbeid, die grotendeels gebaseerd zijn op het dit protocol. 294 Mensenhandel in de wet gedefinieerd als het rekruteren, vervoeren, overdragen, onderbrengen of ontvangen van personen met gebruikmaking van geweld of dreiging van geweld dan wel ontvoering, bedrog, misbruik van machtspositie met het oog op uitbuiting 295 wordt bestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste 15 jaar al dan niet in combinatie met een geldboete (zie artikel 139 van het Wetboek van Strafrecht). In de context van strafbaarstelling van mensenhandel in Kosovo dient tevens te worden vermeld dat niet alleen de daders maar ook personen die willens en wetens gebruik maken van diensten van slachtoffers van mensenhandel doorgaans mannen die gebruikmaken van seksuele diensten van verhandelde vrouwen die gedwongen in de prostitutie werken strafbaar zijn. Personen die willens en wetens gebruik maken van seksuele diensten van slachtoffers van mensenhandel worden, afhankelijk van de omstandigheden van het geval, bestraft met gevangenisstraf van ten minste 3 maanden en ten hoogste 10 jaar (artikel 139 van het Wetboek van Strafrecht). Voor de toepassing van de bepalingen met betrekking tot mensenhandel is niet relevant of het slachtoffer aanvankelijk al dan niet zijn/haar instemming verleende. Het kopen en verkopen van andere personen, het dwingen tot en gebruik maken van slavenarbeid alsmede het aanzetten of dringen van andere om zich aan slavernij te onderwerpen wordt, afhankelijk van de omstandigheden van het geval, bestraft met een gevangenisstraf van ten minste 2 en ten hoogste 15 jaar (artikel 137 van het Wetboek van Strafrecht). In 2005 werden in Kosovo 39 personen aangehouden en 13 personen strafrechtelijk veroordeeld wegens mensenhandel of daaraan gerelateerde activiteiten UNMIK-verordening 2003/25 van 6 juli 2003, in werking getreden op 6 april VN Mensenrechtencomité, Report submitted by the United Nations Interim Administration Mission in Kosovo to the Human Rights Committee on the human rights situation since June 1999, Kosovo (Serbia & Montenegro), 7 februari Zie artikel 139, lid 8 van het Wetboek van Strafrecht. Uitbuiting wordt in deze context nader gedefinieerd als prostitutie of andere vormen van seksuele uitbuiting, gewongen arbeid of dienstverlening, slavernij of aan slavernij gelijke omstandigheden, lijfeigenschap dan wel het verwijderen van organen en weefsel. VN Mensenrechtencomité, Report submitted by the United Nations Interim Administration Mission in Kosovo to the Human Rights Committee on the human rights situation since June 1999, Kosovo (Serbia & Montenegro), 7 februari US State Department, Serbia and Montenegro, Country Reports on Human Rights Practices 2005, 8 maart 2006 noemt daarentegen 22 veroordelingen in zaken gerelateerd aan mensenhandel, terwijl A. Kurtsch / 64

65 Slachtoffers van mensenhandel kunnen niet strafrechtelijk worden vervolgd wegens prostitutie 297 dan wel wegens illegaal verblijf, werk of binnenkomst in Kosovo. 298 Daarnaast kunnen zijn niet gedwongen verwijderd worden uit Kosovo. 299 De Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) begeleidt de vrijwillige terugkeer van slachtoffers van mensenhandel naar hun land van oorsprong. 300 Slachtoffers van mensenhandel die hun medewerking verlenen aan het strafrechtelijk onderzoek tegen de daders kunnen deelnemen aan het getuigenbeschermingsprogramma. De implementatie van dit programma laat in de praktijk echter veel te wensen over. 301 Kosovo telt drie opvanghuizen voor slachtoffers van mensenhandel. 302 Daarnaast bestaat in Kosovo een telefonische hulplijn voor slachtoffers van mensenhandel. Deze hulplijn is gratis en 24 uur per G. Reiter, Frauenhandel in Nachkriegsgebieten, in: Osteuropa, 6/2006 uitgaat van 33 aanhoudingen op verdenking van mensenhandel in Prostitutie is strafbaar in Kosovo. Prostitutie vormt voldoende juridische basis om een vreemdeling gedwongen uit Kosovo te verwijderen, zie US Department of State, Serbia and Montenegro, Country Reports on Human Rights Practices 2005, 8 maart US State Department, Serbia and Montenegro, Country Reports on Human Rights Practices 2005, 8 maart 2006 meldt dat het in de praktijk voorkwam dat slachtoffers van mensenhandel wel veroordeeld werden wegens illegaal verblijf en binnenkomst in Kosovo. Zie ook UN Economic and Social Council, Rights of the Child, Report of the Special Rapporteur on the sale of children, child prostitution and child pornography, E/CN.4/2005/78/Add.3, 8 maart UNMIK-verordening 2001/4 (On the Prohibition of Trafficking in Persons in Kosovo) van 12 januari 2001; zie ook VN Mensenrechtencomité, Report submitted by the United Nations Interim Administration Mission in Kosovo to the Human Rights Committee on the human rights situation since June 1999, Kosovo (Serbia & Montenegro), 7 februari Het is bekend dat bevrijde slachtoffers van mensenhandel in het verleden wel strafrechtelijk vervolgd werden wegens prostitutie, ongeacht de bepalingen van de UNMIK-verordening 2001/4; zie Amnesty International, So does it mean that we have the right? Protecting the human rights of women and girls trafficked for forced prostitution in Kosovo, EUR 70/010/2004, 6 mei In 2005 keerden 34 slachtoffers van mensenhandel met ondersteuning van IOM terug naar hun land van oorsprong (44 in 2003 en 85 in 2002); zie IOM Kosovo, Return & Reintegration Project, Situation Report February 2000 to June 2005, US State Department, Trafficking in Persons Report, juni 2005 en Trafficking in Persons Report, 5 juni In de context van mensenhandel in het bijzonder zie ook UN Economic and Social Council, Rights of the Child, Report of the Special Rapporteur on the sale of children, child prostitution and child pornography, E/CN.4/2005/78/Add.3, 8 maart US State Department, Trafficking in Persons Report, juni VN Mensenrechtencomité, Report submitted by the United Nations Interim Administration Mission in Kosovo to the Human Rights Committee on the human rights situation since June 1999, Kosovo (Serbia & Montenegro), 7 februari 2006 noemt daarentegen twee opvanghuizen voor slachtoffers van mensenhandel. 65

66 dag bereikbaar. 303 Eind 2005 vond in Kosovo een brede bewustwordingscampagne onder de naam Not for Sale plaats omtrent de gevaren van mensenhandel Buitengerechtelijke executies en moorden Buitengerechtelijke executies en moorden gepleegd door of in opdracht van de autoriteiten komen in Kosovo niet meer voor. 305 Politiek gemotiveerde aanslagen komen in Kosovo nog steeds voor Doodstraf De doodstraf kan in Kosovo niet worden opgelegd. 307 De maximale stafmaat is 40 jaar gevangenisstraf voor zeer ernstige misdrijven VN Mensenrechtencomité, Report submitted by the United Nations Interim Administration Mission in Kosovo to the Human Rights Committee on the human rights situation since June 1999, Kosovo (Serbia & Montenegro), 7 februari 2006 en US State Department, Trafficking in Persons Report, 5 juni Zie ook UNMIK Press Release, Kosovo-wide campaign against human trafficking concludes, UNMIK/PR/1461, 10 december 2005 en UNMIK Press Office, Toll-free HelpLine for victims of human trafficking, UNMIK/PR/1402, 18 augustus UNMIK Press Release, Kosovo-wide campaign against human trafficking concludes, UNMIK/PR/1461, 10 december Zie bijvoorbeeld US State Department, Serbia and Montenegro, Country Reports on Human Rights Practices 2005, 8 maart Zie bijvoorbeeld US Department of State, Serbia and Montenegro, Country Reports on Human Rights Practices 2005, 8 maart 2006 of Raad van Europa / Parlementaire Assemblee, Current situation in Kosovo, Doc , 3 juni Voor de veiligheidssituatie van etnische minderheden in Kosovo wordt verwezen naar paragraaf tot en met van dit ambtsbericht. Artikel 1.5 van de UNMIK-verordening 1999/24 van 12 december 1999, waarin de doodstraf wordt afgeschaft. Zie ook VN Mensenrechtencomité, Report submitted by the United Nations Interim Administration Mission in Kosovo to the Human Rights Committee on the human rights situation since June 1999, Kosovo (Serbia & Montenegro), 7 februari Zie artikel 37, tweede lid van het Wetboek van Strafrecht (UNMIK-verordening 2003/25 van 6 juli 2003). 66

67 3.4 Positie van bepaalde etnische groepen Serviërs 309 Het aantal etnische Serviërs in Kosovo momenteel op circa personen geschat is in vergelijking met de periode vóór de Kosovo-crisis van 1999 gedaald naar een derde van het oorspronkelijke aantal. Veel Serviërs zijn in de maanden volgend op maart 1999 naar Servië gevlucht uit angst voor wraakacties van de etnische Albanezen. In maart 2004 heeft een verdere verdrijving van Serviërs plaatsgevonden, waarvan het grootste deel naar andere Servische enclaves in Kosovo. De thans nog in Kosovo verblijvende etnische Serviërs kunnen in twee groepen worden onderverdeeld: 1) zij die in het aan Servië grenzende, en vrijwel uitsluitend door etnische Serviërs bewoonde, noorden van Kosovo wonen (circa 40% van alle in Kosovo verblijvende etnische Serviërs); 2) zij die in kleine tot grote enclaves wonen in de rest van Kosovo (circa 60% van alle in Kosovo verblijvende etnische Serviërs). 310 De etnische Serviërs die behoren tot de eerste groep, vormen in hun directe omgeving een etnische meerderheid. De etnische Serviërs die tot de tweede groep behoren, vormen in hun directe leefomgeving een etnische minderheid. Etnische Serviërs in Kosovo spreken de Servische taal en hangen over het algemeen het Servisch-orthodoxe geloof aan. Etnische Serviërs vormen, tezamen met Roma, de meest kwetsbare groep in Kosovo. Serviërs zijn nog steeds het primaire doelwit van etnisch gemotiveerd geweld in Kosovo. Het (subjectieve) gevoel van onveiligheid is bij deze bevolkingsgroep ook (zeer) groot. In de verslagperiode vonden verschillende etnische gemotiveerde veiligheidsincidenten met inbegrip van een aantal moorden plaats gericht tegen de etnisch Servische minderheid. 311 De gedwongen verkoop van huizen, diefstal Ombudsperson Institution in Kosovo, Sixth Annual Report , 11 juli Buiten de gebieden in het noorden van Kosovo, is de grootste concentratie van Serviërs te vinden in de gemeente Shtërpcë/Štrpce in het zuidoosten van Kosovo, waar circa etnische Serviërs wonen. In deze gemeente vormen de Serviërs een etnische meerderheid. Echter, omdat het gebied niet direct aan de overige delen van Servië grenst, is hun situatie vergelijkbaar met de situatie van etnische Serviërs in (grote) etnische enclaves. Zie bijvoorbeeld UNHCR, UNHCR s Position on the Continued International Protection Needs of Individuals from Kosovo, juni 2006; UNMIK Press Office, Ethnically motivated crimes on the decline in Kosovo, UNMIK/PR/1554, 24 mei 2006 of Amnesty International, Report 2006, Covering events from January December 2005,

68 van vee en brandstichting door sommigen ook wel economische etnische zuivering genoemd komen nog steeds regelmatig voor. 312 Etnische Serviërs vormen de grootste groep binnenlands ontheemden binnen Kosovo. Zij verblijven grotendeels in het aan de overige delen van Servië grenzende noordelijke deel van Kosovo of in over Kosovo verspreide etnische enclaves. De situatie van binnenlands ontheemde Serviërs kan over het algemeen worden vergeleken met die van de rest van de etnisch Servische bevolking in de gebieden waar zij verblijven. Etnische Serviërs in het noorden van Kosovo De veiligheidssituatie van etnische Serviërs die woonachtig zijn ten noorden van de rivier Ibar dat wil zeggen gebieden waarin zij een etnische meerderheid vormen 313 is goed te noemen. Dit betekent dat hun bewegingvrijheid binnen hun eigen gebieden relatief groot is. 314 Hun bewegingsvrijheid in de overige delen van Kosovo blijft daarentegen beperkt en kan worden vergeleken met de situatie van Serviërs die in hun directe leefomgeving een minderheid vormen (zie hieronder). De toegang tot onderwijs en medische zorg van deze groep is toereikend, mede vanwege het voortbestaan van informele parallelle structuren 315 alsmede vrij gemakkelijke toegang tot het grondgebied van Servië en de aldaar aanwezige voorzieningen. Serviërs in het noorden van Kosovo verlenen geen medewerking aan het Kosovaarse zelfbestuur Zie bijvoorbeeld Ombudsperson Institution in Kosovo, Sixth Annual Report , 11 juli 2006; Home Office, Operational Guidance Note, Republic of Serbia (including Kosovo), 30 juni 2006 en US Department of State, Serbia and Montenegro, Country Reports on Human Rights Practices 2005, 8 maart Volgens sommige bronnen zijn deze delicten met name crimineel van aard en niet direct etnisch gemotiveerd. Etnische Serviërs worden wel als makkelijk prooi gezien. Gemeenten Leposaviq/Leposavić, Zveçan/Zvečan en Zubin Potok/Zubin Potok alsmede een deel van de gemeente Mitrovicë/Kosovska Mitrovica. Ook in de gemeente Shtërpcë/Štrpce in het zuiden van Kosovo vormen de Serviërs een etnische meerderheid. Hun situatie kan echter niet worden vergeleken met de situatie van Serviërs in het noorden van Kosovo, omdat het gebied niet direct aan Servië grenst. Hun bewegingsvrijheid is daardoor beperkter. Etnische Serviërs in het noorden van Kosovo verlenen geen medewerking aan de activiteiten van het Kosovaarse zelfbestuur; zie Ombudsperson Institution in Kosovo, Sixth Annual Report , 11 juli Zie bijvoorbeeld UNMIK Press Office, SRSG Joachim Rückner addresses the UN Security Council, UNMIK/PR/1579, 13 september

69 Etnische Serviërs in etnische enclaves De situatie van etnische Serviërs die in hun directe leefomgeving een etnische minderheid vormen, wordt nauwlettend gevolgd door UNHCR, OVSE en internationale en lokale niet-gouvernementele organisaties. Over het algemeen kan worden gesteld dat de veiligheidssituatie binnen de enclaves redelijk is. Dit geldt met name voor grotere enclaves. Een aantal kleine enclaves behoeft daarentegen permanente aanwezigheid van KFOR. Voor de rest geldt dat UNMIK-politie en KPS, al dan niet tezamen met KFOR, geregeld patrouilles rondom de enclaves uitvoeren. Het leven van etnische Serviërs die in etnische enclaves wonen, speelt zich grotendeels af en blijft beperkt tot deze enclaves, aangezien hun beweging over het algemeen (zeer) gelimiteerd is. Dit hangt grotendeels samen met hun perceptie van veiligheid buiten de enclaves. In sommige gebieden ten zuide van de rivier Ibar maken etnische Serviërs gebruik van de Kosovaarse kentekenplaten (de zogenaamde KS-kentekenplaten ) voor vervoer per eigen auto of doen zij beroep op speciale diensten, zoals speciale busdiensten tussen de enclaves. Voor meer opvallende reizen, zoals bewegingen van grotere groepen, doen zij daarentegen vaak beroep op politiebegeleiding. In het kader van normalisatie worden verzoeken om begeleiding bij routinereizen bijvoorbeeld het escorteren van kinderen naar school vaak door KFOR geweigerd. De beslissing om al dan niet een escorte te verlenen wordt in deze gevallen overgelaten aan de plaatselijke UNMIK-politie en KPS. 317 Beperkingen in bewegeningsvrijheid hebben een grote invloed op de sociaaleconomische situatie in met name kleine(re) enclaves voor zover het de toegang van deze personen tot sociale voorzieningen en de arbeidsmarkt betreft. Vooral in kleine etnische enclaves is de economische situatie zeer slecht en de werkloosheid vrijwel algeheel. Met betrekking tot onderwijs en gezondheidszorg bestaat vooral in grote(re) enclaves nog steeds een parallel, door de autoriteiten in Belgrado gefinancierd en geleid, systeem Volgens UNMIK Press Office, Etnically motivated crimes on decline in Kosovo, UNMIK/PR/1554, 24 mei 2006 voerde de KPS in de periode januari tot mei escortes uit. Zie bijvoorbeeld Ombudsperson Instition in Kosovo, Sixth Annual Report , 11 juli

70 3.4.2 Roma De Roma in Kosovo vormen geenszins een homogene groep. 319 Een globale onderverdeling van de Roma in Kosovo ziet er als volgt uit: 1) De zogenaamde etnische Roma zien zichzelf duidelijk als de Roma en hebben het Romani als moedertaal, ofschoon zij ook, in verschillende mate, het Albanees en/of Servisch spreken. Zij hebben een traditierijke cultuur en onderhouden contacten met Roma-gemeenschappen in andere landen. De meeste Roma zijn moslim. De zogenaamde Cergari Roma daarentegen spreken overwegend de Servische taal en/of Romani (sommige Cergari Roma spreken daarnaast ook het Albanees) en hangen het Servisch-orthodoxe geloof aan. Daarnaast is er een kleine katholieke Roma-gemeenschap. De thans in Kosovo verblijvende Roma vormen kleine tot middelgrote gemeenschappen verspreid over heel Kosovo. Zij verblijven meestal in de door etnische Serviërs bewoonde gebieden in Kosovo. 2) De Ashkali hebben het Albanees als moedertaal, hoewel het niet ongebruikelijk is dat zij tevens in verschillende mate het Servisch beheersen. Zij zijn moslim. De Ashkali hebben zich door de eeuwen heen als groep aangepast aan de Albanese meerderheid. De Ashkali wonen verspreid over heel Kosovo. Er bestaan geen Ashkali enclaves. 3) De zogenaamde Egyptenaren spreken de Albanese taal en zijn moslim. Deze groep identificeert zich in grote mate met de Albanese bevolking; zij noemen zichzelf ook wel Albanese Egyptenaren. Hoewel de Egyptenaren door sommige waarnemers gelijkgesteld worden aan de Ashkali, beschouwen zij zichzelf als een aparte groep. Zij beweren oorspronkelijk afkomstig te zijn uit Egypte. Er bestaan geen enclaves van Egyptenaren. Zij wonen met name in het westen van Kosovo in en rondom Pejë/Peć. 320 De scheiding tussen de genoemde groepen is niet vast. De gemeenschappen gaan ook veel met elkaar om. Het komt voor dat, afhankelijk van externe omstandigheden, individuen zich met een andere etnische groep gaan Zie bijvoorbeeld Home Office, Operational Guidance Note, Republic of Serbia (including Kosovo), 30 juni In dit ambtsbericht wordt het begrip Roma dan ook als verzamelnaam gebruikt. In sommige bronnen wordt gesproken over de zogenaamde RAEgemeenschap (Roma, Ashkali, Egyptenaren). Zie bijvoorbeel: Bundesamt für Migration und Flüchlinge, Kosovo: Roma Ashkali Ägypter, Der Einzelentscheider-Brief, januari 2000; Arbeitskreis Asyl Baden-Württemberg e.v., Rückkehr der Flüchtlinge aus dem Kosovo; Hinweise zur Feststellung der nichalbanischen Volkszugehörigkeit, aktuelle Informationen, juli, augustus, september 2000; UNCHR / OVSE, Assessment of the Situation of Ethnic Minorities in Kosovo (Period covering November 1999 through January 2000), 11 februari 2000 of Home Office, Operational Guidance Note, Republic of Serbia (including Kosovo), 30 juni

71 identificeren. De meeste Roma in Kosovo hebben een vaste verblijfplaats en trekken niet door het land. 321 De thans in Kosovo verblijvende Roma (schattingen omtrent hun aantal lopen uiteen tussen en ) wonen in kleine tot middelgrote gemeenschappen verspreid over heel Kosovo. Hun veiligheidssituatie, en daarmee hun bewegingsvrijheid, verschilt van gebied tot gebied en hangt daarnaast in belangrijke mate af van de specifieke Roma-groep waartoe men behoort. 322 De etnische Roma, met name de Servisch sprekende Cergari Roma, worden door de etnische Albanezen geassocieerd met de Serviërs. 323 Deze groepen verblijven dan ook vaak in enclaves, niet zelden samen met etnische Serviërs. Hun situatie kan over het algemeen worden vergeleken met die van etnische Serviërs. 324 De Ashkali en de Egyptenaren genieten daarentegen een grotere bewegingsvrijheid dan andere groepen vanwege hun banden met de etnisch Albanese gemeenschap en het feit dat zij de Albanese taal spreken. 325 Roma vormen tezamen met de etnische Serviërs de meest kwetsbare groep in Kosovo. Intimidatie en mishandeling van Roma vindt nog steeds plaats. 326 Evenals voor andere minderheden geldt dat Roma vaak geen aangifte doen van mishandeling en intimidatie om de precaire relatie die zij met de meerderheidsgemeenschap hebben opgebouwd niet op het spel te zetten. In dit geval wordt vaak beroep gedaan op de traditionele methoden van bemiddeling en conflictenbeslechting. 327 Ook in gevallen waar wel aangifte wordt gedaan, wordt niet altijd door de politie onderzoek ingesteld. Hierdoor is het vertrouwen van Roma in de politie doorgaans niet groot. In de verslagperiode vonden geen Onder andere Home Office, Operational Guidance Note, Republic of Serbia (including Kosovo), 30 juni Ongeacht hun verschillende mate van integratie in de Servische dan wel Albanese maatschappij, worden alle Roma gezien als tweederangs burgers door zowel de etnische Serviërs als de etnische Albanezen uit Kosovo. De Servisch sprekende Roma werden en worden door vele etnische Albanezen verdacht van samenwerking met het Servische regime tijdens het conflict in 1999; zie bijvoorbeeld Home Office, Operational Guidance Note, Republic of Serbia (including Kosovo), 30 juni UNHCR, UNHCR Position on the Continued International Protection Needs of Individuals from Kosovo, augustus Zie echter in deze context Schweizerische Flüchtlingshilfe, Asylsuchende Roma aus Kosovo, 19 oktober 2005 die de bewegingsvrijheid van de Roma over het algemeen als nicht zufriedenstellend beschouwd. Zie bijvoorbeeld Scheizerisch Flüchtlingshilfe, Asylsuchende Roma aus Kosovo, 19 oktober 2005 of Kosovo, Zur Situation der Roma-Gemeinschaften (Roma/Ashkali/ÄgyperInnen), 25 juli Deze manier van het oplossen van (etnische) problemen is met name in de gemeenten Gjakovë/Đakovica en Klinë/Klina, alsmede in regio Pejë/Peć zeer gebruikelijk. 71

72 (serieuze) etnisch gemotiveerde veiligheidsincidenten gericht tegen de Roma plaats in Kosovo. 328 In tegenstelling tot voorgaande jaren worden Ashkali en Egyptenaren door de UNHCR niet langer gerekend tot de categorieën van personen die op grond van hun afkomst alleen aanspraak zouden moeten kunnen maken op internationale bescherming. 329 Voor alle Roma-groepen geldt dat zij in verschillende mate discriminatie ondervinden op het gebied van werkgelegenheid, 330 onderwijs 331 en medische zorg. 332 De mate van discriminatie is afhankelijk van de specifieke Roma-groep waartoe men behoort en de regio waar men verblijft. 333 Hoewel de situatie van Albanees sprekende Roma in de gebieden waar Albanezen de meerderheid vormen redelijk is, zijn niet-albanees sprekende Roma in deze gebieden vaker het slachtoffer van discriminatie. Tijdens de onlusten van maart 2004 werd bijna de gehele Ashkali gemeenschap van Vushtrri/Vučitrn door een etnisch Albanese menigte uit hun huizen verdreven. Alle Ashkali huizen werden vervolgens geplunderd en in brand gestoken (zie algemeen ambtsbericht Kosovo van april 2005). Tot op heden blijft de terugkeer van deze gemeenschap beperkt tot enkele personen Voor de periode tot juli 2005, zie bijvoorbeeld Schweizerische Flüchtlingshilfe, Kosovo, Zur Situation der Roma-Gemeischaften (Roma/Ashkali/ÄgypterInnen), 25 juli Zie UNHCR, UNHCR Position on the Continued International Protection Needs of Individuals from Kosovo, maart De slechte situatie van Roma op de arbeidsmarkt kan ook voor een groot deel worden verklaard door het feit dat zij in vergelijking met andere etnische groepen over het algemeen slechter opgeleid en minder gekwalificeerd zijn. Volgens K. Waringo, A Strange Kind of Compliance, in: Index on Censorship, 3/2005 bedraagt het werkloosheidspercentage onder de Roma in Kosovo circa 95%. Circa 80% van alle Roma kinderen gaat naar Albanese scholen, 8% naar Turkse scholen en 6% naar Slavische moslim scholen. Ongeveer 6% van alle Roma kinderen gaat helemaal niet naar school. De toegang tot de gezondheidszorg blijft problematisch vanwege logistieke obstakels, bijvoorbeeld doordat de kampen waar de Roma verblijven vrij ver weg zijn van het dichtstbijzijnde ambulante ziekenhuis, of omdat zij niet over documenten beschikken. Sowieso bezoeken zij zelden ziekenhuizen en artsen, ook bij ernstige ziektes. Dit verschijnsel kan worden verklaard door het traditioneel relatief gesloten karakter van de Romagemeenschap. Zie in deze context bijvoorbeeld Home Office, Operational Guidance Note, Republic of Serbia (including Kosovo), 30 juni UNHCR, UNHCR Position on the Continued International Protection Needs of Individuals from Kosovo, augustus

73 Roma-gemeeschap probeert zich zo afzijdig mogelijk op te stellen ten aanzien van het onderhandelingsproces over de toekomstige status van Kosovo. Over het algemeen zijn Roma niet politiek actief in Kosovo Slavische moslims De aanduiding Slavische moslims staat niet voor een homogene groep, maar is een verzamelnaam voor moslims die een Slavische taal, doorgaans het Servisch, spreken en de islam aanhangen. Voorheen werden zij geassocieerd met een aparte moslim nationaliteit waarin de voormalige SFRJ voorzag. 334 Slavische moslims worden ook Bosniërs, Bosniaks, Bosniakken of kortweg moslims genoemd. 335 Tot de groep van Slavische moslims worden tevens de Torbesh of Torbesi gerekend. Deze groep, bestaande uit oorspronkelijk uit Macedonië afkomstige moslims, woont in en rondom Prizren/Prizren en Rahovec/Orahovac. 336 De grootste gemeenschap van Slavische moslims (circa personen) bevindt zich in Prizren/Prizren en omgeving. Daarnaast zijn er kleine gemeenschappen in de steden Prishtinë/Priština, Istog/Istok en Gjakovë/Đakovica. Deze gemeenschappen zijn afkomstig uit verschillende regio s van het voormalige Joegoslavië, waaronder Bosnië en Herzegovina en de Sandjak. 337 Het totale aantal van Slavische moslims in Kosovo wordt geschat op circa personen. Slavische moslims ondervinden geen problemen met betrekking tot bewegingsvrijheid. Veel Slavische moslims zijn echter bang om hun taal, een dialect van het Servisch (door sommigen ook als een eigen Bosniak-taal beschouwd) in het openbaar te gebruiken, omdat zij voor etnische Serviërs aangezien zouden kunnen worden Met het woord nationaliteit wordt in deze context niet de juridische band tussen de staat en individu in de zin van staatsburgerschap bedoeld. De SFRJ kende nationaliteit als een separaat rechtsfiguur waarmee de etnische afkomst werd bedoeld. Het woord Bosniak kan, afhankelijk van de context, een pejoratieve betekenis hebben. Soms duiden Slavische moslims zich aan als Sandjak moslims. De Sandjak moslims behoren tot de Slavische moslims; deze term duidt op hun gebied van herkomst, de Sandjak. Voor de situatie van Slavische moslims in de Sandjak wordt verwezen naar het algemeen ambtsbericht Servië en Montenegro (exclusief Kosovo) van juli De Torbesh worden door sommige bronnen ook tot de Gorani gerekend. Sandjak (Sandžak in het Servisch en Sandxhaku in het Albanees) is een regio in Servië en Montenegro aan de grens met Kosovo, met de stad Novi Pazar als cultureel en economisch centrum. Zie in deze context bijvoorbeeld Home Office, Operational Guidance Note, Republic of Serbia (including Kosovo), 30 juni

74 De veiligheidssituatie van de Slavische moslims is stabiel. In de verslagperiode vonden, voor zover dezerzijds bekend, geen veiligheidsincidenten plaats gericht tegen de Slavische moslims Gorani De Gorani behoren eigenlijk tot de Slavische moslims, maar worden als een aparte gemeenschap beschouwd wegens hun specifieke dialect, dat verwant is aan het Servisch, en doordat zij grotendeels woonachtig zijn in een geografisch duidelijk afgebakend gebied, de Gora. De meeste Gorani zijn woonachtig in de gemeente Dragash/Dragaš (in het Servisch ook Gora genoemd), waar zij een etnische meerderheid vormen. Een groep van ongeveer personen woont in de stad Dragash/Dragaš zelf. De rest is verspreid over 18 verschillende dorpen in de gemeente Dragash/Dragaš. Kleine aantallen Gorani wonen in de stad Mitrovicë/Kosovska Mitrovica (circa 120 personen), en de gemeenten Kamenicë/ Kosovska Kamenica en Gjilan/Gnjilane (niet meer dan 200 personen) en in Prishtinë/Priština en omgeving. Het totale aantal van Gorani in Kosovo wordt geschat op circa personen. 339 Binnen het door de Gorani bewoonde gebied, de zogenaamde Gora, genieten zij onbeperkte bewegingsvrijheid. 340 Echter, de Gora is van oudsher een achtergesteld deel van Kosovo. Voor gespecialiseerde medische hulp en middelbaar of hoger onderwijs zijn de Gorani aangewezen op de voorzieningen buiten de Gora. Veel Gorani zijn echter bang om buiten Gora hun taal, een dialect van het Servisch, in het openbaar te gebruiken, omdat zij voor etnische Serviërs aangezien zouden kunnen worden. De veiligheidssituatie van de Gorani is stabiel. In de verslagperiode vonden geen veiligheidsincidenten plaats gericht tegen de Gorani Zie bijvoobeeld Home Office, Operational Guidance Note, Republic of Serbia (including Kosovo), 30 juni Home Office, Operational Guidance Note, Republic of Serbia (including Kosovo), 30 juni Zie bijvoorbeeld Home Office, Operational Guidance Note, Republic of Serbia (including Kosovo), 30 juni 2006 of ACCORD, Serbia and Montenegro: Kosovo/a: Situation of Goranis in Dragash, Response to Information Request: a-4745 (ACC-SCG-4745). 74

75 3.4.5 Turken In Kosovo wonen circa etnische Turken. Zij gebruiken het Turks als moedertaal, maar de meeste leden van de Turkse gemeenschap spreken daarnaast het Albanees en/of het Servisch. 342 Kosovaarse Turken zijn moslim. De meeste van hen (circa personen) wonen in de gemeente Prizren/Prizren. 343 Kleinere aantallen zijn woonachtig in de gemeente Gjilan/Gnjilane (circa personen) alsmede in de steden Mitrovicë/Kosovska Mitrovica, Vushtrri/Vučitrn, Prishtinë/Priština en Fushë Kosovë/Kosovo Polje. De Turkse minderheid wordt door sommigen als de best geïntegreerde etnische minderheid in Kosovo beschouwd. 344 De etnische Turken zijn politiek goed georganiseerd en worden op zowel centraal als lokaal niveau vertegenwoordigd door de Kosovaarse Turkse Democratische Partij (Kosovo Demokratik Türk Partisi) en/of de Turkse Volkspartij Kosovo (Türk Halk Partisi ë Kosovës). De Turkse minderheid heeft toegang tot zowel basis- als middelbaar onderwijs in de eigen moedertaal. 345 Eind 2000 is met UNMIK officieel overeengekomen dat in de gemeenten waar de Turkse minderheid een groot deel van de lokale bevolking uitmaakt, het Turks in officiële documenten en procedures gebruikt mag worden. 346 De veiligheidssituatie van de in Kosovo verblijvende etnische Turken is over het algemeen stabiel. In de verslagperiode vonden geen etnisch gemotiveerde veiligheidsincidenten gericht tegen de etnisch Turkse minderheid plaats Kroaten Kosovo kent van oudsher een kleine etnisch Kroatische gemeenschap. Vóór 1999 woonden etnische Kroaten voornamelijk in de gemeente Viti/Vitina. Velen van hen zijn echter in oktober 1999 naar Kroatië vertrokken, na een aantal gewelddadige incidenten jegens de etnisch Kroatische bevolking van de zijde van Zie Home Office, Serbia and Montenegro (including Kosovo) Country Report, april Zie Home Office, Serbia and Montenegro (including Kosovo) Country Report, april 2005 of Amnesty International, Prisoners in our homes : Amnesty International s concerns for the human rights of minorities in Kosovo/Kosova, april Home Office, Serbia and Montenegro (including Kosovo) Country Report, april 2005 of Amnesty International, Prisoners in our homes : Amnesty International s concerns for the human rights of minorities in Kosovo/Kosova, april Home Office, Serbia and Montenegro (including Kosovo) Country Report, april De meeste etnische Turken wonen in de gemeente Prizren/Prizren. In oktober 2005 werd een lid van de Turkse Democratische Partij vermoord. Mogelijk betrof het een politiek gemotiveerde moord; zie US Department of State, Serbia and Montenegro, Country Reports on Human Rights Practices 2005, 8 maart

76 etnische Albanezen. Thans wonen in Kosovo slechts circa 340 etnische Kroaten in het dorp Janjevë/Janjevo (gemeente Lipjan/Lipljan) 348 en circa 60 Kroaten in en nabij het dorp Letnicë/Letnica (gemeente Viti/Vitina). Beide dorpen zijn etnisch gemengd. 349 De Kroaten spreken de Kroatische taal en zijn rooms-katholiek. De veiligheidsituatie van de nog in Kosovo wonende etnische Kroaten is stabiel te noemen. In de verslagperiode vond, voor zover dezerzijds bekend, één veiligheidsincident plaats gericht tegen de Kroatische minderheid. 350 Wel bestaat onder de Kroatische minderheid bezorgdheid over de toekomstperspectieven in Kosovo. 351 Hun bewegingsvrijheid, en de daarmee gepaard gaande toegang tot sociale voorzieningen (gezondheidszorg, onderwijs, werkgelegenheid) buiten de directe leefomgeving kan worden vergeleken met de situatie van andere minderheden. Dit heeft met name te maken met het feit dat zij, vanwege de taal die zij gebruiken, aangezien zouden kunnen worden voor Serviërs Albanezen Etnische Albanezen vormen een etnische minderheid in de gemeenten in het noorden van Kosovo 353 en de gemeente Shtërpcë/Štrpce in het zuiden van Kosovo. 354 In de overige delen van Kosovo zijn etnische Albanezen de grootste etnische groep van Kosovo. Hoewel binnen de etnisch Albanese etnische enclaves in basisbehoeften als voedsel en huisvesting wordt voorzien, zijn de voorzieningen over het algemeen minimaal. In de kleine enclaves is de toegang tot medische zorg 355 en Amnesty International, Prisoners in our homes : Amnesty International s concerns for the human rights of minorities in Kosovo/Kosova, april 2003 schat het aantal etnische Kroaten die in Janjevë/Janjevo wonen op circa 400 personen. Volgens deze bron bestaat de Kroatische gemeenschap voor een groot deel uit bejaarden. Home Office, Serbia and Montenegro (including Kosovo) Country Report, april UNMIK Press Office, Ethnically motivated crimes on decline in Kosovo, UNMIK/PR/1554, 24 mei De (overgebleven) Kroatische gemeenschap in Kosovo is heel klein. De Kroatische gemeenschap is met name bezorgd over de mogelijkheden van sociale, culturele en economische ontwikkeling. Home Office, Serbia and Montenegro (including Kosovo) Country Report, april Gebieden ten noorden van de rivier Ibar: gemeente Leposaviq/Leposavić, Zveçan/Zvečan, Zubin Potok/Zubin Potok alsmede een deel van de gemeente Mitrovicë/Kosovska Mitrovica. Het betreft met name drie mono-etnische Albanese dorpen: Cerajë/Ceranja en Bistricë e Shalës/Saljska Bisrica in de gemeente Leposaviq/Leposavić, en Koshtovë/Košutovo in de gemeent Mitrovicë/Kosovska Mitrovica. Zie bijvoorbeeld Home Office, Serbia and Montenegro (including Kosovo) Country Report, april Omdat het drie kleine dorpen betreft, bestaan er geen (aparte) medische voorzieningen. 76

77 werkgelegenheid zeer beperkt. Albanezen in het noorden van Kosovo zijn daarom aangewezen op de voorzieningen in andere delen van Kosovo, met name in het zuidelijk (Albanese) deel van de stad Mitrovicë/Kosovska Mitrovica. Echter, de toegang tot deze voorzieningen is sterk afhankelijk van de mate van bewegingsvrijheid binnen de Servische gebieden. In mei 2004 werd de busverbinding tussen de Albanese dorpen in het noorden van Kosovo 356 en Mitrovicë/Kosovska Mitrovica hervat. Langs de weg naar het zuidelijke deel van Mitrovicë/Kosovska Mitrovica voert KFOR patrouilles uit. In de verslagperiode vonden verschillende veiligheidsincidenten plaats gericht tegen etnische Albanezen. 357 Een relatief kleine groep van Kosovaarse Albanezen met name personen afkomstig uit het noordelijke deel van de stad Mitrovicë/Kosovska Mitrovica en de omgeving kan als binnenlands ontheemde worden beschouwd. Deze groep verblijf elders in Kosovo. Hun veiligheidssituatie kan worden vergeleken met die van de Albanese meerderheid in de overige delen van Kosovo. In de periode mei 2005 tot en met mei 2006 zijn etnische Albanezen teruggekeerd naar de gebieden in het noorden van Kosovo Positie van andere specifieke groepen Vrouwen Vrouwen beschikken volgens de wet over dezelfde rechten als mannen en discriminatie of onderscheid op grond van geslacht is wettelijk verboden. 359 De maatschappelijke positie van vrouwen wordt verder bevorderd door de Gender Equality Law. 360 De wet voorziet in de oprichting van een Gender Equality Cerajë/Ceranja en Bistricë e Shalës/Saljska Bisrica in de gemeente Leposaviq/Leposavić, en Koshtovë/Košutovo in de gemeent Mitrovicë/Kosovska Mitrovica. Volgens UNMIK Press Office, Ethnically motivated crimes on the decline in Kosovo, UNMIK/PR/1554, 24 mei 2006 vonden in de periode januari tot en met maart 6 etnisch gemotiveerde veiligheidsincidenten plaats gericht tegen etnische Albanezen. Zie bijvoorbeeld Home Office, Operational Guidance Note, Republic of Serbia (including Kosovo), 30 juni UNMIK-verordening 1999/24 van 12 december 1999 en UNMIK-verordening 2000/59 van 27 oktober 2004 verbieden discriminatie op grond van geslacht. Het Framework noemt expliciet het Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van discriminatie van vrouwen van 17 december Daarnaast verbiedt de Antidiscriminatiewet (Kosovo Assembly Law No. 2004/3, in werking getreden op 20 augustus 2004 op grond van de UNMIK-verordening 2004/32 van 20 augustus 2004) discriminatie of onderscheid op grond van, onder andere, geslacht. Kosovo Assembly Law No. 2004/2 (On Gender Equality in Kosovo), in werking getreden op 7 juni 2004 op grond van de UNMIK-verordening 2004/18 van 7 juni

78 Office, 361 dat de samenwerking tussen de overheden en de overheidsorganen coördineert, en een Gender Equality Attorney, die toezicht houdt op de naleving van deze wet. Binnen de UNMIK-structuren wordt de coördinatie van onderwerpen op het gebied van de maatschappelijke positie van vrouwen momenteel geleid door UNMIK s Office on Gender Affairs, aan de hand van het Kosovo Action Plan for the Advancement of Women Het plan noemt vier prioriteiten die betrekking hebben op een verbetering van de positie van de vrouw, namelijk: - onderwijs, wetenschap en cultuur; - gezondheidszorg; - geweld tegen vrouwen; - vrouwenrechten en wetgeving. Getracht wordt op deze gebieden de rol van de vrouwen te versterken en deelname van vrouwen aan het maatschappelijk leven te vergroten. 362 Op lokaal niveau heeft elke gemeente in Kosovo een Municipal Gender Officer. 363 In de praktijk is de positie van vrouwen in de Kosovaarse samenleving ondergeschikt aan die van de man. De traditionele, patriarchale ordening van de Kosovaarse maatschappij is over het algemeen terug te vinden binnen alle bevolkingsgroepen. Tussen de etnische groepen kan wel enig onderscheid worden gemaakt. De positie van de vrouw binnen de etnisch Albanese gemeenschap wordt van oudsher bepaald door de voorschriften van de kanun (zie paragraaf 3.1.3). 364 Volgens de kanun is de vrouw ondergeschikt aan de man en dient zij hem ook te gehoorzamen. Afhankelijk van de situatie, is de vrouw gehoorzaamheid verschuldigd aan haar vader, oudste broer of echtgenoot. De man heeft het recht de vrouw te corrigeren, desnoods met geweld. 365 Huiselijk geweld wordt door velen, Het Gender Equality Office werd in augustus 2005 daadwerkelijk opgericht; US Department of State, Serbia and Montenegro, Country Reports on Human Rights Practices 2005, 8 maart Zie ook SGVN, Report of the Secretary-General on the United Nations Interim Administrative Mission in Kosovo, S/2006/361, 6 juni Zie ook OVSE / UNMIK, Implementation of Kosovo Assembly Laws, Report II, december Volgens SGVN, Report of the Secretary-General on the United Nations Interim Administration Mission in Kosovo, S/2005/88, 14 februari 2005, worden in de praktijk nauwelijks maatregelen genomen om de maatschappelijke positie van vrouwen te verbeteren. Deze functie werd stapsgewijs in alle gemeenten in 2003 opgericht. Voor een uitvoerige discussie over de invloed van traditie op de huidige situatie van vrouwen in Kosovo zie Schweizerische Flüchtlingshilfe, Kosovo, Bedeutung der Tradition im heutige Kosovo, 24 november 2004 en Schweizerische Flüchtlingshilfe, Sorgerechtsregelund und Rückkehrperspektive für eine alleinerziehende Frau aus Kosovo, 15 augustus Zie bijvoorbeeld Schweizerische Flüchtlingshilfe, Kosovo, Bedeutung der Tradition im heutigen Kosovo, 24 november

79 ook door vrouwen, als een natuurlijk verschijnsel beschouwd. Binnen de Albanese gemeenschap vormt de familie traditioneel een gesloten eenheid. Huiselijk geweld tegen vrouwen wordt daarom gezien als een familiezaak en vaak niet gerapporteerd aan de autoriteiten. 366 Ook op het gebied van traditioneel familierecht dat geregeld wordt door de kanun, is de positie van vrouwen achtergesteld in vergelijking met die van mannen. De zeggenschap van vrouwen over hun eigendommen en kinderen is in de praktijk gering. Hoewel het geschreven erfrecht bepaalt dat bij de dood van de man de vrouw de gezamenlijke eigendommen erft, is de praktijk met name op het platteland vaak anders en komen de kinderen alsmede de eigendommen aan de familie van de overleden echtgenoot toe. 367 Traditioneel speelt de vrouw binnen de Servische sociale structuren een belangrijke rol in de maatschappij, die in feite gelijk is aan die van de man. Over het algemeen zijn de Servische vrouwen ook meer geëmancipeerd. Zo wordt bijvoorbeeld huiselijk geweld niet als een min of meer normaal verschijnsel beschouwd. Binnen de Roma gemeenschap is de positie van de vrouw over het algemeen het meest penibel te noemen. De vrouw wordt daar in feite als bezit van de man vader of echtgenoot gezien. Huiselijk geweld komt in deze gemeenschap vaak voor. Binnen de Roma gemeenschap vormt de familie traditioneel een gesloten eenheid. Huiselijk geweld tegen vrouwen wordt daarom gezien als een familiezaak en vaak niet gerapporteerd aan de autoriteiten. 368 Het verschil tussen grote steden en het platteland is nog steeds merkbaar. In de steden zijn de vrouwen van alle etnische groepen in het algemeen meer geëmancipeerd vanwege betere toegang tot faciliteiten, opleiding, banen en geringere acceptatie van onderdrukking van en geweld tegen vrouwen. Terwijl het gemiddelde werkloosheidspercentage in Kosovo op circa 42% wordt geschat, 369 is dit voor het vrouwelijke deel van de bevolking aanzienlijk hoger, Zie bijvoorbeeld Schweizerische Flüchtlingshilfe, Kosovo, Bedeutung der Tradition im heutigen Kosovo, 24 november Zie bijvoorbeeld US Department of State, Serbia and Montenegro, Country Reports on Human Rights Practices 2005, 8 maart 2006 of Schweizerische Flüchtlingshilfe, Kosovo, Bedeutung der Tradition im heutigen Kosovo, 24 november Zie bijvoorbeeld Schweizerische Flüchtlingshilfe, Kosovo, Bedeutung der Tradition im heutigen Kosovo, 24 november Zie Europese Commissie, Kosovo (under UNSCR 1244) 2005 Progress Report, SEC (2005) 1423, 9 november 2005 en Europese Commissie, Kosovo (under UNSCR 1244) 2006 Progress Report, SEC (2006) 1386, 8 november Volgens Raad van Europa / 79

80 namelijk circa 70%. 370 Op het platteland is het werkloosheidspercentage onder vrouwen nog hoger. 371 In de grote steden heeft de aanwezigheid van UNMIK en vele NGO s vrouwen toegang gegeven tot daarvoor voor hen niet beschikbare of toegankelijke banen, waardoor de zelfredzaamheid van deze zij het beperkte groep vrouwen verbeterd is. 372 Teneinde de positie van vrouwen in de Kosovaarse maatschappij te verbeteren, worden er door diverse lokale en internationale NGO s allerlei initiatieven opgezet. 373 Op verkrachting rust in Kosovo een groot maatschappelijk taboe, waardoor veel gevallen van verkrachting niet worden gerapporteerd. 374 Onder het oude Wetboek van Strafrecht was verkrachting binnen het huwelijk niet strafbaar. 375 Deze situatie is veranderd met de inwerkingtreding van het nieuwe Wetboek van Strafrecht. 376 Huiselijk geweld blijft een groot probleem in Kosovo. De beschikbare statistieken met betrekking tot huiselijk geweld zijn onbetrouwbaar, omdat het overgrote deel van alle gevallen als een privé aangelegenheid vaak ook door het slachtoffer zelf wordt beschouwd en daarom niet wordt gemeld, of indien gemeld, niet als zodanig wordt geregistreerd. Er bestaan bovendien geen statistieken met betrekking tot de registratie of bestrijding van huiselijk geweld binnen de parallelle structuren. Opvangmogelijkheden voor vrouwen die zich willen onttrekken aan huiselijk geweld zijn zeer beperkt aanwezig. Voor zover bekend bestaan er momenteel vijf opvanghuizen voor gevluchte en mishandelde vrouwen in heel Kosovo, één in elke regio. Alle opvanghuizen worden geleid door lokale dan wel internationale Parlementaire Assemblee, Current situation in Kosovo, Doc , 3 juni 2005 bedraagt het werkloosheidspercentage in Kosovo tussen 60 en 70%. US Department of State, Serbia and Montenegro Country Reports on Human Rights Practices 2005, 8 maart % in de steden en 75% op het platteland, UNDP, Kosovo Human Development Report Recentere gegevens zijn dezerzijds niet bekend. UNDP meldt dat werkloze vrouwen niet meer actief een baan zoeken op het moment dat zij in het huwelijk treden. Veel lokale NGO s worden door vrouwen geleid. Zo is bijvoorbeeld de Women for Women International bezig met het opzetten van kleine werkgelegenheidsprojecten alsmede trainingen en cursussen (taal- en alfabetiseringsprojecten) voor vrouwen van alle etnische groepen in Kosovo. Vergelijkbare activiteiten worden ook ontplooid door het door UNHCR begeleide Kosovo Women s Initiative. Zie bijvoorbeeld US Department of State, Serbia and Montenegro, Country Reports on Human Rights Practices 2005, 8 maart 2006 of Scheizerische Flüchtlingshilfe, Kosovo, Bedeutung der Tradtion im heutigen Kosovo, 24 november United States Department of State, Serbia and Montenegro, Country Reports on Human Rights Practices, 2003, 25 februari Zie artikel 198 van het nieuwe Wetboek van Strafrecht (UNMIK-verordening 2003/25 van 6 juli 2003). 80

81 NGO s. Het is niet bekend of hun capaciteit toereikend is. 377 Gevluchte vrouwen kunnen bovendien geen aanspraak maken op financiële ondersteuning of bijstand. 378 In 2005 werd een telefonische SOS-lijn voor mishandelde vrouwen opengesteld. 379 In mei 2003 is een UNMIK-verordening aangenomen die de rechtbanken meer bevoegdheden geeft voor het uitvaardigen van beschermende maatregelen (protective orders) en noodmaatregelen (emergency protective orders) in geval van huiselijk geweld. 380 Voor de situatie van vrouwen in het kader van mensenhandel in Kosovo zie paragraaf van dit ambtsbericht. Positie van alleenstaande vrouwen Het is niet mogelijk om de positie van alleenstaande vrouwen in Kosovo in algemene zin te beschrijven. De situatie van alleenstaande vrouwen is, net als in alle andere regio s in de wereld, sterk afhankelijk is van persoonsgebonden factoren van elk individueel geval. Hiertoe kunnen bijvoorbeeld de sociale klasse waartoe een vrouw behoort, de opleiding die zij heeft genoten, (persoonsgebonden) mate van emancipatie of de financiële situatie van de vrouw worden gerekend. In het algemeen kan worden gesteld dat meisjes en jonge vrouwen bij hun ouders of andere familieleden blijven wonen, totdat zij getrouwd zijn. 381 In geval van een echtscheiding, of indien de vrouw door de man wordt achtergelaten, dient de vrouw volgens de Albanese traditie terug te keren naar en te worden opgevangen door haar ouders, broers of andere mannelijke familieleden, met dien verstande dat de familie van de man verantwoordelijk is voor de opvang en opvoeding van de kinderen. Dit gebeurt ook vaak in de praktijk. Weduwen worden over het algemeen opgevangen en ondersteund door de familie van de overleden man, totdat de kinderen in staat zijn om voor hun moeder zelf te zorgen. 382 Door de Volgens US Department of State, Serbia and Montenegro, Country Reports on Human Rights Practices 2005, 8 maart 2006 zijn er momenteel slechts vier opvanghuizen in heel Kosovo. Alle opvanghuizen worden beheerd door niet-gouvernementele organisaties. Zie paragraaf 2.5 onder sociale zekerheid. Aanspraak op en hoogte van de uitkering wordt in Kosovo vastgesteld per familie. Aangezien gevluchte vrouwen in de meeste gevallen niet officieel gescheiden zijn, kunnen zij ook niet apart aanspraak maken op steun. US Department of State, Serbia and Montenegro, Country Reports on Human Rights Practices 2005, 8 maart UNMIK-verordening 2003/12 (On Protection against Domestic Violence) van 9 mei Dit geldt overigens ook voor jongens en jonge mannen, ongeacht de etnische achtergrond van betrokkene. Zie bijvoorbeeld Schweizerische Flüchtlingshilfe, Kosovo, Bedeutung der Tradition im heutigen Kosovo, 24 november 2004 of ACCORD, Serbia and Montenegro: Single woman in Kosovo; Albanians in Presevo or Serbia and Montenegro, Response to Information Request: a-4747 (ACC-SCG-4747). 81

82 traditioneel zeer sterke familiebanden en de wederzijdse sociaaleconomische afhankelijkheid en de slechte economische situatie in Kosovo, 383 komt het fenomeen van alleenstaande personen in de Westerse zin van het woord nauwelijks voor in de Kosovaarse maatschappij. De (zeer kleine) groep van alleenstaande vrouwen in de Westerse zin van het woord bestaat in Kosovo uit met name jonge, goed opgeleide vrouwen die vrijwel uitsluitend in Prishtinë/Priština wonen en vaak omdat zij een baan bij een internationale organisatie hebben zelf in eigen levensonderhoud kunnen voorzien. Vrouwen die ervoor kiezen om ongehuwd te blijven, kunnen geconfronteerd worden met onbegrip van de omgeving (familie, vrienden, buren). Dit geldt in nog sterkere mate voor ongehuwde vrouwen met kinderen en kan in bepaalde gevallen leiden tot verstoting door familie Minderjarigen Minderjarig zijn in Kosovo personen die de 18-jarige leeftijd niet hebben bereikt. 385 Onderscheid tussen kinderen geboren binnen een huwelijk en buitenechtelijke kinderen is niet toegestaan in Kosovo. 386 Leerplichtig zijn in Kosovo alle kinderen in de leeftijd tussen 6 en 15 jaar. Iedereen die jonger is dan 18 jaar heeft recht op onderwijs Zie in deze context ook Schweizerische Flüchtlingshilfe, Kosovo, Bedeutung der Tradition im heutigen Kosovo, 24 november 2004 of ACCORD, Serbia and Montenegro: Single woman in Kosovo; Albanians in Presevo or Serbia and Montenegro, Response to Information Request: a-4747 (ACC-SCG-4747). Onder andere Schweizerische Flüchtlingshilfe, Kosovo, Bedeutung der Tradition im heutigen Kosovo, 24 november Zie artikel 15, lid 2 van het Wetboek van Familierecht (Assembly of Kosovo Law No. 2004/32 (Family Law of Kosovo), in werking getreden op 16 februari 2006 op grond van UNMIK-verordening 2006/7 van 16 februari 2006). Dit wetboek verving de in het vorige ambtsbericht genoemde Law of Marriage and Family Relations, Staatsblad van de Socialistische Autonome Provincie Kosovo No. 10, 28 maart Voor personen in de leeftijd tussen 16 en 18 jaar geldt een beperkte vorm van handelingsbekwaamheid, die vergelijkbaar is met de situatie in Nederland; zie artikel 15 en 16 van het Kosovaarse Wetboek van Familierecht. Discriminatie of onderscheid op grond van, onder andere, geboorte is verboden op grond van de Antidiscriminatiewet (UNMIK-verordening 2004/32 van 20 augustus 2004). Kosovo Assembly Law No. 2002/22 (Law on Primary and Secondary Education in Kosovo) van 26 september 2002, in werking getreden op 31 oktober 2002 op grond van de UNMIKverordening 2002/19 van 31 oktober Zie ook US Department of State, Serbia and Montenegro; Country Reports on Human Rights Practices 2005, 8 maart

83 Kosovo kent een bijzonder jeugdstrafrechtstelsel, welk vervat is in het Wetboek van Jeugdstrafrecht. 388 Volgens het Wetboek van Jeugdstrafrecht kunnen personen die de leeftijd van 14 jaar niet hebben bereikt, niet strafrechtelijk worden vervolgd. 389 Het wetboek is van toepassing op daders in de leeftijd tussen 14 tot 18 jaar. 390 In uitzonderlijke gevallen kunnen ook daders in de leeftijd tussen 18 tot 21 jaar volgens het jeugdstrafrecht worden berecht. 391 Het wetboek instrueert dat gevangenisstraffen in geval van jeugdige daders alleen bij uitzondering mogen worden opgelegd. De voorkeur dient te worden gegeven aan heropvoeding, resocialisatie alsmede taak- en leerstraffen. 392 Jongeren van 16 en 17 jaar worden in sociaal-cultureel opzicht geenszins als zelfstandig beschouwd; 393 alleenwonende jongeren vormen een uitzondering. Zij nemen over het algemeen niet zelfstandig deel aan het arbeidsproces. Uitzonderingen hierop zijn de straatverkopers (sigaretten en telefoonkaarten) alsmede kinderen die meehelpen in een familiezaak (winkels, boerenbedrijven, restaurants e.d.). Over het algemeen geldt dat jongeren bij hun ouders wonen tot het moment dat zij gaan trouwen. Dit gegeven is zonder onderscheid van toepassing op etnische Albanezen en op minderheden, op jongens en meisjes, zowel op het platteland als in de stad. De sociaaleconomische situatie van jongeren maakt hierin geen verschil. Minderjarigen die niet langer opvang hebben bij hun ouders zullen over het algemeen opgevangen worden door familie (extended family). (Staats)tehuizen voor permanente opvang van minderjarigen zijn in Kosovo niet aanwezig. 394 Wel leiden niet-gouvernementele organisaties een aantal kleine familie- en opvanghuizen voor tijdelijke opvang van verlaten of verwaarloosde kinderen en wezen. Gedurende het verblijf van een kind bij een van deze instellingen wordt gezocht naar andere opvangmogelijkheden, zoals hereniging met de ouders dan wel plaatsing bij een pleeggezin of een adoptiegezien. 395 Internationale adoptie behoort in Kosovo vooralsnog niet tot de mogelijkheden UNMIK-verordening 2004/8 (On the Juvenile Justice Code of Kosovo) van 20 april 2004, in werking getreden op 20 april Zie artikel 3(1) juncto artikel 2(2) van het Wetboek van Jeugdstrafrecht alsmede artikel 11(2) van het Wetboek van Strafrecht. Artikel 3(1) juncto artikel 2(2) van het Wetboek van Jeugdstrafrecht. Artikel 3(2) juncto artikel 2(3) van het Wetboek van Jeugdstrafrecht. Artikel 1(2) van het Wetboek van Jeugdstrafrecht. Zie in de context van meerderjarigheid en bloedwraak paragraaf van dit ambtsbericht. In Pristhinë/Priština bestaat wel één instellingen waar vrouwen met name ongehuwde meisjes en jonge vrouwen die niet kunnen of willen zorgen voor een kind pas geboren baby s af kunnen staan voor adoptie. Zo heeft bijvoorbeeld de organisatie SOS Kinderdörfer een kinderdorp en een kindergarten; zie [laatst geraadpleegd op 22 augustus 2006]. De Britse organisatie Hope and Homes for Children heeft twee opvanghuizen één in Prishtinë/Priština 83

84 3.5.3 Gemengd gehuwden en personen van gemengde etniciteit Etnische gemengde huwelijken komen in Kosovo nauwelijks voor. Voorafgaand aan de Servische grondwetswijziging in 1990 werd het percentage etnisch gemengd gehuwden in Kosovo geschat op maximaal 5 procent. 396 Vanwege de strikte etnische scheiding tussen de etnisch Servisch en de etnisch Albanese maatschappij zijn etnisch gemengde huwelijken sindsdien nog zeldzamer. Sinds de crisis in 1998 en 1999 en de gebeurtenissen van maart 2004 is een etnisch gemengd huwelijk tussen een Albanees/Albanese en een Serviër/Servische dan ook (bijna) ondenkbaar. Voor alle gemengd (met name Albanees/Servisch) gehuwden geldt dat zij te maken kunnen krijgen met discriminatie die ten algemene geldt voor (minderheids)groepen waartoe de afzonderlijke personen behoren. Opvang in mono-etnische gebieden is bij gemengd gehuwden en personen van gemengde etniciteit problematisch. Het betreft slechts een zeer kleine groep Homoseksuelen en transseksuelen Homoseksuelen Seksuele handelingen tussen mannen doch niet tussen vrouwen waren in Kosovo tot 1994 verboden en strafbaar. 398 In de praktijk vonden, voor zover en één in Prizren/Prizren in Kosovo; zie [laatst geraadpleegd op 22 augustus 2006]. Deze schatting was inclusief de Albanees-Turks gemenegde huwelijke die niet uitzonderlijk waren, en ook andere gemengde huwelijken. Albanees-Servisch gemengde huwelijken kwamen in de praktijk vrijwel niet voor. Zie bijvoorbeeld Home Office, Serbia and Montenegro (including Kosovo) Country Report, april Zie in deze context ook Home Office, Operational Guidance Note, Republic of Serbia (including Kosovo), 30 juni Deze bron maakt nader onderscheid tussen personen van gemengde etnische afkomst die de Albanese taal spreken enerzijds, en personen van gemengde etnische afkomst die geen Albanees spreken anderzijds. Homoseksule handelingen tussen mannen waren eerst verboden en strafbaar gesteld op grond van het Wetboek van Strafrecht van SFRJ van Dit verbod werd ook gehandhaafd in het Wetboek van Strafrecht van Kosovo van 1977 (artikel 81.2). Na de afschaffing van de bijzondere status van Kosovo in 1989 werd het Servische Wetboek van Strafrecht van toepassing verklaard in Kosovo, welk in artikel geslachtsgemeenschap tussen mannen strafbaar stelde. Dit artikel werd in 1994 voor heel Servië, inclusief Kosovo, buiten werking gesteld; zie ILGA, World Legal Survey (last updated 31/07/00) verkrijgbaar via [laatst geraadpleegd op 8 mei 2006] en A. Reekie, Positive developments at a national level in Europe, in: ILGA, Euro-Letter, september Strafbaarstelling van homoseksuele handelingen in het Kosovaarse Wetboek van Strafrecht 84

85 bekend, geen veroordelingen plaats op deze grond. Tegenwoordig zijn homoseksualiteit of homoseksuele handelingen in Kosovo verboden noch strafbaar. Daarnaast dient in deze context te worden vermeld dat alle vormen van discriminatie, waaronder discriminatie op grond van seksuele geaardheid, verboden zijn door de Antidiscriminatiewet. 399 Huwelijk of andere officieel erkende samenlevingsvormen tussen partners van gelijk geslacht worden niet erkend in Kosovo. 400 Homoseksualiteit of uitingen van homoseksueel gedrag zijn in Kosovo geenszins algemeen aanvaard. Gezien het grote culturele taboe bewegen homoseksuele mannen en vrouwen zich voornamelijk in een onzichtbaar circuit. De sociale druk op homoseksuele mannen en vrouwen om te trouwen en een gezin te stichten is zeer hoog. Homoseksualiteit wordt vaak gezien als een ziekte of afwijking. Dit beeld wordt in de media met enige regelmaat bevestigd. 401 Daarnaast worden de rechten van homoseksuelen niet algemeen aanvaard als mensenrechten. 402 Voor zover dezerzijds bekend bestaan in Kosovo twee organisaties voor homoseksuelen: de in mei 2002 opgerichte Elysium & Sappho 403 en het in 2005 opgerichte Center for Social Emancipation. 404 Beide organisaties beperken zich van 1977, welk wetboek op grond van de UNMIK-verordening 1999/24 in ere werd hersteld, werd gezien als discriminatoir en daarom, op grond van diezelfde verordening, niet toegepast. Kosovo Assembly Law No. 2004/3 van 30 juli 2003, in werking getreden op 20 augustus 2004 op grond van de UNMIK-verordening 2004/32 van 20 augustus In de praktijk wordt deze wet niet geïmplementeerd, zie bijvoorbeeld Volgens US Department of State, Serbia and Montenegro; Country Reports on Human Rights Practices 2005; 8 maart Daarnaast is discriminatie op grond van seksuele geaardheid expliciet verboden door de UNMIK-verordening 2001/27 van 8 oktober 2001 (basisbeginselen van arbeidsrecht in de private sector) en UNMIK-verordening 2001/36 van 22 december 2001 (basisbeginselen van arbeidsrecht in de publieke sector). Discriminatie op grond van seksuele geaardheid wordt niet expliciet genoemd in andere wetten. Dit is naar alle waarschijnlijkheid te wijten aan omissie van de wetgever. Volgens US Department of State, Serbia and Montenegro; Country Reports on Human Rights Practices 2005; 8 maart 2006 was in de verslagperiode in Kosovo sprake van discriminatie van homoseksuelen op het werk. Zie in deze context artikel 14 van het Wetboek van Familierecht (Assembly of Kosovo Law No. 2004/32 (Family Law of Kosovo), in werking getreden op 16 februari 2006 op grond van UNMIK-verordening 2006/7 van 16 februari 2006). Zie bijvoorbeed US Department of State, Serbia and Montenegro; Country Reports on Human Rights Practices 2005, 8 maart Zo weigerde in het verleden de Council for the Defence of Human Rights and Freedoms, een vooraanstaande mensenrechtenorganisatie in Kosovo, een verzoek tot samenwerking van Elysium & Sappho op grond van het argument dat homoseksualiteit een ziekte is en de rechten van homoseksuelen geen mensenrechten zijn. Zie [laatst geraadpleegd op 8 mei 2006]. Qendra për Emancipim Shoqëror; zie [laatst geraadpleegd op 8 maart 2006]. Deze organisatie wordt ondersteund door, onder andere, de Nederlandse organisatie COC. 85

86 vooralsnog tot maatschappelijk aanvaardbare activiteiten zoals voorlichting omtrent de gevaren van HIV/AIDS en andere seksueel overdraagbare aandoeningen of algemene voorlichting over homoseksualiteit. Kosovo kent geen bars, disco s of andere gelegenheden waar homoseksuelen elkaar openlijk zouden kunnen ontmoeten. 405 Hoewel in de verslagperiode slechts één officieel geregistreerd geval van geweld jegens homoseksuelen bekend is, 406 is dit naar alle waarschijnlijkheid te wijten aan het feit dat slachtoffers doorgaans uit schaamte en angst dat hun geaardheid algemeen bekend zou worden ervoor kiezen om geen aangifte te doen bij de autoriteiten. Verbaal en fysiek geweld jegens (bekende of vermeende) homoseksuelen komt in Kosovo regelmatig voor. 407 Transseksuelen Hoewel transseksualiteit en uitingen van transseksueel gedrag nooit verboden of strafbaar zijn geweest in Kosovo, is transseksualiteit geenszins een algemeen aanvaard fenomeen. Momenteel bestaan in Kosovo geen organisaties die in het bijzonder de belangen van transseksuelen behartigen. 408 Geslachtsveranderende operaties worden in Kosovo niet uitgevoerd. Voor zover dezerzijds bekend is het in Kosovo niet mogelijk om het geslacht in de officiële registers te laten wijzigen Dienstweigeraars en deserteurs In de periode vóór de komst van UNMIK (juni 1999) waren alle mannelijke staatsburgers van de voormalige SFRJ en later FRJ, met inbegrip van mannen die in Kosovo woonden, in theorie dienstplichtig. In de praktijk werden etnische Albanezen uit Kosovo in de jaren voorafgaand aan het conflict slechts op willekeurige wijze opgeroepen voor het vervullen van de dienstplicht. In het algemeen werd door etnische Albanezen uit Kosovo geen gehoor gegeven aan dergelijke oproepen. Vervolging van dienstplichtontduiking vond in de praktijk bij In Kosovo bestaan wel verschillende ontmoetingsplekken (zogenaamde cruising areas) die bekend zijn onder de ingewijden. De politie is vaak op de hoogte van het bestaan en van de locatie van deze gelegenheden, maar treedt er niet tegen op. Nadat de twee slachtoffers bij de politie aangifte hadden gedaan van het voorval werden zij kort samengevat uitgelachen door de politieagenten. Volgens US Department of State, Serbia and Montenegro; Country Reports on Human Rights Practices 2005, 8 maart 2006 werden de slachtoffers mishandeld door de politieagenten. Deze informatie wordt echter niet bevestigd door andere geraadpleegde bronnen. De verantwoordelijke politie-inspecteur werd, vermoedelijk als gevolg van externe druk, disciplinair ontslagen. Bij niet-gouvernementele organisaties zijn verschillende gevallen bekend van mishandeling van homoseksuelen. De bestaande homo-organisaties behartigen, voor zover dezerzijds bekend, tevens de belangen van transseksuele personen. 86

87 hoge uitzondering plaats. 409 Mannen die tot andere etnische groepen behoorden, werden wel regelmatig opgeroepen voor het vervullen van de dienstplicht. Sinds de komst van het VN-bestuur (juni 1999) kent Kosovo geen dienstplicht. 409 In de context van de situatie in Kosovo en het vervullen van militaire dienstplicht dient tevens het volgende te worden opgemerkt. Bij een amnestiewet van maart 2001 werd amnestie verleend aan alle personen die tot 7 oktober 2000 misdrijven tegen de strijdkrachten van de FRJ waaronder dienstplichtontduiking of desertie hadden begaan. Deze amnestiewet wordt in de praktijk ook daadwerkelijk nageleefd. Er wordt in de uitvoering geen onderscheid gemaakt naar etniciteit; zie tevens paragraaf van het algemeen ambtsbericht Servië en Montenegro (exclusief Kosovo) van juli

88 4 Migratie 4.1 Migratiestromen en motieven Het overgrote deel van de Kosovaarse minderheden met name etnische Serviërs en voor een deel Roma die gedurende de Kosovo-crisis van of in de jaren daarna uit Kosovo zijn vertrokken, is nog niet teruggekeerd. Belangrijkste redenen hiervoor zijn het (al dan niet vermeende) gebrek aan veiligheid en de beperkte bewegingsvrijheid. Bovendien spelen de slechte sociaaleconomische omstandigheden, met name de zeer hoge werkloosheid, hierbij een rol. Bij de emigratie van Roma speelt daarnaast ook de maatschappelijke discriminatie een rol. De grootste groep gevluchte Kosovaren (circa personen) bevindt zich in andere delen van Servië of in Montenegro. 410 De aanhoudende emigratie van etnisch Albanese Kosovaren is daarentegen niet gerelateerd aan de veiligheidssituatie van deze groep, maar is het gevolg van de slechte sociaaleconomische omstandigheden in Kosovo. In juli 2005 werd door de Speciale Vertegenwoordiger van de Secretaris-Generaal en de Kosovaarse premier gezamenlijk een nieuw plan voor de terugkeer van vluchtelingen en ontheemden naar Kosovo gelanceerd. Dit plan, het Strategic Framework for Returns genoemd, benoemt drie gebieden die van belang zijn voor een duurzame terugkeer, namelijk het bevorderen van veiligheid en bewegingsvrijheid, het bevorderen van duurzame voorwaarden voor terugkeer (zoals huisvesting en werkgelegenheid) en het verbeteren van ondersteuning voor terugkeerders. 411 In diezelfde maand werd door de vertegenwoordigers van de VN (UNMIK), het Kosovaarse zelfbestuur en Servië een protocol inzake vrijwillige terugkeer van ontheemden naar Kosovo getekend. 412 Verschillende internationale organisatie zijn betrokken bij het faciliteren van terugkeer naar Kosovo UNHCR, 2005 Global Report, Europese Commissie, Kosovo (under UNSCR 1244) 2006 Progress Report, SEC (2006) 1386, 8 november 2006 gaat uit van circa gevluchte Kosovaren. Zij bijvoorbeeld Europese Commissie, Kosovo (under UNSCR 1244) 2005 Progress Report, SEC (2005) 1423, 9 november Zie UNHCR, Belgrade, Pristina and UN sign protocol on return of displaced people, 9 juni 2006 en UNMIK Press Office, SRSG welcomes promulgation of updated retrun policies and procedures, UNMIK/PR/1557, 1 juni 2006 of Europese Commissie, Kosovo (under UNSCR 1244) 2006 Progress Report, SEC (2006) 1386, 8 november US Department of State, Serbia and Montenegro, Country Reports on Human Rights Practices 2005, 8 maart

89 In 2005 zijn personen vrijwillig teruggekeerd naar Kosovo. 414 Sinds 2000 tot en met 2005 zijn personen teruggekeerd naar Kosovo. 415 In 2005 werden Kosovaren, vooral etnische Albanezen, gedwongen teruggekeerd naar Kosovo uit met name Duitsland, Zwitserland en Zweden Binnenlands ontheemden in Kosovo Volgens UNHCR telt Kosovo circa binnenlands ontheemden, 417 van wie circa etnische Albanezen afkomstig uit delen van Kosovo waar etnische Serviërs in de meerderheid zijn. Sinds 1999 beschikt UNHCR over een bijzonder mandaat voor de binnenlands ontheemden in Kosovo. De activiteiten van UNHCR ten aanzien van deze groep beperken zich in de praktijk tot juridische hulp. 418 Sinds maart 2004 zijn de organen van het Kosovaarse zelfbestuur verantwoordelijk voor de opvang en ondersteuning van binnenlands ontheemden. Naast binnenlands ontheemden die oorspronkelijk uit Kosovo afkomstig zijn, verblijft in Kosovo een groep van circa etnische Albanezen die tussen 1999 en 2001 maar ook daarna uit Servië, met name de gemeenten Preševo, Medveđa en Bujanovac, 419 naar Kosovo zijn vertrokken. Deze personen worden voornamelijk door vrienden en familie opgevangen. In de meeste gevallen betreft het personen die een baan in Kosovo hebben, en die ervoor kiezen om in Kosovo te blijven vanwege de moeilijke economische situatie in de bovengenoemde Servische gemeenten. Deze personen zijn in de meeste gevallen ook niet voornemens om terug te keren naar hun oorspronkelijke woonplaats buiten Kosovo Zie USAid / UNDP / RIINVEST, Early Warning Report, Kosovo, Report #12, oktoberdecember Het betrof 725 etnische Serviërs, 49 Albanezen, 123 Gorani, 672 Ashkali en Egyptenaren en 230 Roma. Zie USAid / UNDP / RIINVEST, Early Warning Report, Kosovo, Report #12, oktoberdecember Het betrof etnische Serviërs, 623 Albanezen, 485 Gorani, Ashkali en Egyptenaren en Roma. Europese Commissie, Kosovo (under UNSCR 1244) 2006 Progress Report, SEC (2006) 1386, 8 november 2006 noemt leden van etnische minderheden die sinds 1999 naar Kosovo zijn teruggekeerd. Europese Commissie, Kosovo (under UNSCR 1244) 2006 Progress Report, SEC (2006) 1386, 8 november UNHCR, 2005 Global Report, Zie in deze context ook VN Mensenrechtencommissie, Specific Groups and Individuals: Mass Exodus and Displaced Persons: Report of the Representative of the Secretary-General on the human rights of internally displaced person, Walter Kälin; Mission to Serbia and Montenegro, E/CN.4/2006/71/Add.5, 9 januari UNHCR organiseert tevens go-and-see en go-and-inform reizen voor binnenlands ontheemden in Kosovo. Voor meer informatie over de situatie in de Servische gemeenten Preševo, Medveđa en Bujanovac wordt verwezen naar paragraaf 2.7 van dit ambtsbericht). 89

90 Tijdens de onlusten van maart 2004 zijn circa personen op de vlucht geslagen. Hiervan zijn inmiddels meer dan personen naar huis teruggekeerd Binnenlands ontheemden in andere delen van Servië en gevluchte Kosovaren in Montenegro 421 In Servië en Montenegro gezamenlijk verblijven tussen en gevluchte Kosovaren (circa in Servië en circa in Montenegro). 422 Het betreft met name etnische Serviërs, Roma 423 en Montenegrijnen die tijdens en na afloop van de Kosovo crisis hun woonplaats in Kosovo hebben verlaten. 424 De ontheemden worden, althans in theorie, als staatsburgers van Servië beschouwd. In de praktijk worden zij echter vaak door hun medeburgers in Servië, SGVN, Report of the Secretary-General on the United Nations Interim Administration Mission in Kosovo, S/2006/361, 5 juni UNHCR, The Possibility of Applying the Internal Flight or Relocation Alternative within Serbia and Montenegro to Certain Persons Originating from Kosovo and Belonging to Ethnic Minorities There, augustus 2004; UNHCR, UNHCR Position on the Continued International Protection Needs of Individuals from Kosovo, 13 augustus 2004; UNHCR, Zur Situation von binnenvertriebenen Minderheiten (Roma, Ashkali und Ägypter) aus dem Kosovo in Serbien und Montenegro, 10 september 2004; UNHCR, UNHCR Position on the Continued International Protection Needs of Individuals from Kosovo, maart 2005; IDP Interagency Working Group, Analysis of the Situation of Internally Displaced Persons from Kosovo in Serbia and Montenegro: Law and Practice, oktober 2004 en VN Mensenrechtencommissie, Specific Groups and Individuals: Mass Exoduses and Displaced Persons; Report of the Representative of the Secretary-General on the human rights of internally displaced persons, Walter Kälin; Mission to Serbia and Montenegro, E/CN.4/2006/71/Add.5, 9 januari UNHCR, Global Appeal 2006 gaat uit van binnenlands ontheemden uit Kosovo in januari Volgens IDP Interagency Working Group, Analysis of the Situation of Internally Displaced Persons from Kosovo in Serbia and Montenegro: Law and Practice, oktober 2004, bevinden zich momenteel meer dan binnenlands ontheemden in SCG. US Department of State, Serbia and Montenegro, Country Reports on Human Rights Practices 2004, 28 februari 2005, maakt melding van circa binnenlands ontheemden in Servië en circa in Montenegro. Circa Roma zijn officieel geregistreerd als binnenlands ontheemde. Het daadwerkelijke aantal Roma binnenlands ontheemden in SCG wordt geschat op tussen en personen. Volgens Newsday, People without a country; Roma refugees from Kosovo in Montenegro, is circa van de in Montenegro verblijvende ontheemden, Roma. Zie ook CIA, The World Factbook, Serbia and Montenegro, (last updated on 21 April 2005). Dezerzijds zijn geen gevallen bekend van etnische Albanezen uit Kosovo die tijdens of na afloop van het Kosovo-crisis naar Servië zijn gevlucht en zich daar als binnenlands ontheemde hebben laten registreren. Binnenlands ontheemde etnische Albanezen afkomstig uit Kosovo verblijven dan ook in (andere delen van) Kosovo. 90

91 maar ook in Montenegro, als tweederangs burgers gezien. Dit geldt, in verschillende mate, voor alle etnische groepen. 425 Ontheemde in Servië en gevluchte Kosovaren in Montenegro kunnen zich in beide landen wenden tot het Rode Kruis voor humanitaire hulp. 426 Ook worden door de lokale afdelingen van het Internationale Rode Kruis integratieprojecten van de ontheemden met de lokale bevolking uitgevoerd. Ook andere internationale organisaties, waaronder UNHCR, ondersteunen ontheemden Positie van binnenlands ontheemden in Servië 427 Wetgeving en beleid Servië heeft geen wetgeving die specifiek de positie en opvang van binnenlands ontheemden regelt. In de praktijk wordt de Servische Vluchtelingenwet van 1992 door het Servische Commissariaat voor Vluchtelingen toegepast op deze groep. 428 Op grond van deze wet hebben ontheemden het recht op onderdak alsmede gezondheidszorg en onderwijs. Alleen de meest kwetsbare personen die niet in hun eigen onderhoud kunnen voorzien, komen in aanmerking voor voedselhulp. 429 Registratie als binnenlands ontheemde Ontheemden uit Kosovo kunnen zich als ontheemde laten registreren bij het Servische Commissariaat voor Vluchtelingen. Zij worden dan in het bezit gesteld van een ontheemdenidentiteitsbewijs, waarin letterlijk vermeld wordt dat betrokkene ontheemd is en afkomstig uit Kosovo. Als staatsburgers van Servië hebben ontheemden alle bijbehorende rechten en plichten. Echter, aangezien in Servië de aanspraak op sociale voorzieningen aan de hand van Dit geldt niet alleen voor bijvoorbeeld de Roma, maar ook voor etnische Serviërs uit Kosovo, die door andere Serviërs Shqip of Shqiptar worden genoemd (Shqiptar betekent Albanees in het Albanees) en als minderwaardig worden beschouwd. Het woord Shqip / Shqiptar heeft in het Servisch een pejoratieve betekenis. De humanitaire hulp van het Rode Kruis beperkt zich tot het verstrekken van voedsel aan de meest kwetsbare groepen: personen in collectieve centra, Roma, eenoudergezinnen, minderjarigen, zwangere vrouwen, vrouwen ouder dan 60 en mannen ouder dan 65 en lichamelijk en geestelijk gehandicapten. Zie in deze context ook VN Mensenrechtencommissie, Specific Groups and Individuals: Mass Exodus and Displaced Persons: Report of the Representative of the Secretary-General on the human rights of internally displaced person, Walter Kälin; Mission to Serbia and Montenegro, E/CN.4/2006/71/Add.5, 9 januari Het betreft hier een beleidsmatige toepassing van de wet door het Servische Commissariaat voor Vluchtelingen. Bij het vaststellen of een persoon in aanmerking komt voor voedselverstrekking wordt tevens rekening gehouden met zijn/haar sociale kring, bijvoorbeeld familie, vrienden en relaties en anderen in Servië, op wie betrokkene beroep zou kunnen doen. 91

92 woonplaats(registratie) wordt bepaald, 430 is het bezit van een dergelijk ontheemdenidentiteitsbewijs van groot belang voor alle handelingen die een staatsburger van Servië normaliter in zijn eigen woonplaats moet verrichten: het aanspraak maken op gezondheidszorg, pensioenen en onderwijs, het aanvragen dan wel verlengen van identiteitsdocumenten, het registreren van een auto, enzovoorts. Echter, registratie als binnenlands ontheemde en verstrekking van het bijbehorende identiteitsdocument kunnen alleen plaatsvinden indien betrokkene de vereiste documentatie omtrent zijn persoon (zoals een geboortecertificaat en identiteitsbewijs) heeft overgelegd. 431 Personen uit Kosovo kunnen deze documenten verkrijgen bij de zogenaamde dislocated registry offices. 432 Verzoeken dienen in de praktijk in principe persoonlijk te worden ingediend. 433 Dit geldt ook voor het in ontvangst nemen van de gevraagde documenten. Dit vereiste kan in de praktijk tot logistieke problemen (zoals vervoer) leiden. De Servische autoriteiten erkennen de door UNMIK afgegeven documenten niet. De status van binnenlands ontheemde wordt in Servië voor onbepaalde tijd verleend. Personen die over de nodige bewijsstukken omtrent hun identiteit en afkomst uit Kosovo beschikken, worden in de praktijk zonder noemenswaardige problemen als binnenlands ontheemde erkend en geregistreerd. Dit geldt zonder onderscheid voor alle etnische groepen afkomstig uit Kosovo. Personen die zich als binnenlands ontheemde wensen te laten registreren kunnen in de praktijk logistieke problemen ondervinden bij het verkrijgen van de voor registratie noodzakelijke documenten (vervoer naar en van de dislocated registry offices, Louter het bezit van het staatsburgerschap van Servië is niet voldoende om aanspraak te kunnen maken op sociale voorzieningen. Betrokkene dient tevens over een legale verblijfsplaats in Servië te beschikken en geregistreerd te zijn in de betreffende gemeente. Hierbij dient te worden vermeld dat sommige documenten (bijvoorbeeld uittreksels uit het geboorteregister) slechts gedurende zes maanden na de datum van afgifte geldig zijn. Dit betekent dat in geval van langdurige procedures sommige stukken verschillende malen moeten worden aangevraagd. In de praktijk kan een ontheemde uit Kosovo door het Servische Commissariaat voor Vluchtelingen ook als binnenlands ontheemde worden geregistreerd indien betrokkene andersoortig bewijs van zijn afkomst uit Kosovo (zoals bijvoorbeeld bewijs van bezit van onroerend goed in Kosovo) kan overleggen. In juni 1999 hebben de Servische autoriteiten alle registers uit Kosovo naar Servië verplaatst. Deze registers werden vervolgens geïncorporeerd in de registersystemen van een aantal aangewezen Servische gemeenten (gemeente Nis, Kregujavec, Kraljevo, Krusevac, Jagodina, Vranje en Leskovac). De personen afkomstig uit Kosovo kunnen in de aangewezen gemeente waar de gegevens van de registers van zijn/haar plaats van origine worden bewaard, raadplegen en verzoeken om verstrekking van noodzakelijke documenten. Hierbij dient wel te worden vermeld dat deze dislocated registers niet altijd compleet zijn. Hoewel het aanvragen of ophalen van documenten in persoon juridisch gezien niet vereist is, wordt deze voorwaarde door sommige dislocated registers in de praktijk wel gesteld. IN theorie kunnen dergelijke verzoeken ook per post worden afgehandeld; zie UNHCR, 2005 Global Report,

93 lange wachttijden). Hierbij dient tevens te worden vermeld dat een deel van de binnenlands ontheemde Roma afkomstig uit Kosovo nooit is geregistreerd. 434 Sociale voorzieningen Personen die in het bezit zijn van een geldig ontheemdenidentiteitsbewijs, kunnen aanspraak maken op toegang tot alle sociale voorzieningen, waaronder gezondheidszorg, onderwijs en pensioenen. 435 Zij kunnen tevens, althans in theorie, legaal deelnemen aan de arbeidsmarkt. 436 Personen die in Kosovo werkzaam waren bij de overheid dan wel bij staatsbedrijven, ontvangen in veel gevallen nog steeds salaris, omdat hun dienstbetrekking nooit formeel werd beëindigd. Personen die als binnenlands ontheemde zijn erkend en geregistreerd ondervinden in de praktijk geen noemenswaardige problemen ten aanzien van toegang tot de gezondheidszorg en het onderwijs. Daarnaast zijn de geregistreerde binnenlands ontheemden, die in Servië tot de groep van bijzonder kwetsbare personen worden gerekend, vrijgesteld van de algemene verplichting om ziekenfondspremies af te dragen. Dit geldt voor alle geregistreerde binnenlands ontheemden zonder onderscheid naar etnische afkomst. 437 Personen die niet als binnenlands ontheemde zijn geregistreerd, kunnen geen aanspraak maken op toegang tot sociale voorzieningen. Voor binnenlands ontheemden geldt dat hun deelname aan de reguliere arbeidsmarkt over het algemeen kleiner is dan die van de overige inwoners van Servië. Een groot deel van binnenlands ontheemden werkt als dagloner (vaak illegaal) Voor deze groep geldt dat zij in de praktijk onoverkomelijke problemen met betrekking tot het verkrijgen van de voor registratie als binnenlands ontheemde noodzakelijke documenten kunnen ondervinden. Alleen personen die aan de hand van een geldig werkboekje (zie hieronder) hun arbeidsverleden kunnen aantonen, komen in aanmerking voor ouderdomspensioen. Alle werknemers in Servië dienen te beschikken over het zogenaamde werkboekje, waarin de opleidingen, kwalificaties en werkervaring worden bijgehouden. Deze werkboekjes worden door de werkgever bewaard en bijgehouden. Omdat vele binnenlands ontheemden niet over een werkboekje beschikken omdat deze tijdens de vlucht verloren is gegaan of zich nog steeds in Kosovo bij de voormalige werkgever bevindt kunnen zij zich niet als werkzoekende bij het arbeidsbureau inschrijven. Zonder geldige inschrijving bij het arbeidsbureau kunnen zij bovendien geen aanspraak maken op een werkloosheidsuitkering. Hierbij dient echter te worden vermeld dat, voorzover het de toegang tot sociale voorzieningen betreft, met name de Roma te maken kunnen krijgen met maatschappelijke aversie en discriminatie. 93

94 Huisvesting De meeste ontheemden in Servië beschikken over eigen woonfaciliteiten (65% tot 75%) of worden opgevangen door familie en vrienden (25% tot 30%). Slechts een klein deel blijft aangewezen op collectieve opvangcentra (3% tot 5%). 438 Naast de gebruikelijke aanspraken op sociale voorzieningen die aan alle geregistreerde ontheemden toekomen, kunnen personen die in collectieve opvangcentra verblijven, aanspraak maken op voedselhulp. Servië heeft aangegeven alle collectieve centra te willen sluiten. 439 Een deel van de ontheemden verblijft in illegale opvangcentra. 440 Het betreft met name illegaal gestichte nederzettingen dan wel illegale bezetting van privé panden. Aan deze groep wordt geen humanitaire hulp verstrekt. 441 Ontheemden die geen huisvesting kunnen vinden, kunnen zich wenden tot het Servische Commissariaat voor Vluchtelingen. De kwaliteit van de eigen woonfaciliteiten waarover binnenlands ontheemden beschikken is afhankelijk van de financiële situatie van betrokkenen en varieert van verblijf in reguliere huizen en appartementen en kamerhuur tot verblijf in bijvoorbeeld (tuin)schuren en garageboxen zonder adequate voorzieningen (elektriciteit en/of sanitaire voorzieningen). Dit geldt tevens voor opvang bij familie en vrienden. De omstandigheden in de collectieve opvangcentra zowel legaal als illegaal zijn doorgaans slecht. Voor de (met name niet-geregistreerde) binnenlands ontheemde Roma geldt dat zij vaak in illegaal gestichte Roma ICRC, The Vulnerability Assessment of Internally Displaced Persons in Serbia and Montenegro, juli Volgens IDP Interagency Working Group, Analysis of the Situation of Internally Displaced Persons from Kosovo in Serbia and Montenegro: Law and Practice, oktober 2004, wonen meer dan personen in officiële collectieve opvangcentra. Volgens UNHCR, The Possibility of Applying the Internal Flight or Relocation Alternative within Serbia and Montenegro to Certain Persons Originating from Kosovo and Belonging to Ethnic Minorities There, augustus 2004, worden circa personen in collectieve centra opgevangen. Doorgaans betreft het personen die behoren tot de categorie van de zogenaamde residual cases, dat wil zeggen personen die zich op geen enkele manier zelfstandig kunnen redden in de maatschappij (bijvoorbeeld chronisch zieken en gehandicapten, alleenstaande moeders, bejaarden en personen met zware chronische psychische of psychologische problemen). Volgens IDP Interagency Working Group, Analysis of the Situation of Internally Displaced Persons from Kosovo in Serbia and Montenegro: Law and Practice, oktober 2004, verblijft circa 17% van alle Servische binnenlands ontheemden in collectieve opvangcentra. De Servische autoriteiten hebben tot op heden geen alternatief voorgesteld voor de opvang van personen uit (gesloten) collectieve opvangcentra; zie bijvoorbeeld IDP Interagency Working Group, Analysis of the Situation of Internally Displaced Persons from Kosovo in Serbia: Law and Practice, oktober Deze groep wordt geschat op circa personen in de hele voormalige statenunie van Servië en Montenegro; IDP Interagency Working Group, Analysis of the Situation of Internally Displaced Persons from Kosovo in Serbia and Montenegro: Law and Practice, oktober UNHCR, het Rode Kruis en andere (internationale) organisaties verstrekken op ad hoc basis hulp aan deze groep. 94

95 kampen verblijven. De omstandigheden in deze nederzettingen zijn doorgaans (heel) slecht. 442 Lokale integratie en terugkeer Aangezien de ontheemdenbevolking een grote druk legt op de toch al beperkte capaciteit van de gemeenten waar de ontheemden zich bevinden, behoort de terugkeer van deze groep tot een van de prioriteiten van de Servische regering. Daarnaast spelen politieke overwegingen een zeer belangrijke rol. 443 Om die redenen wordt aan lokale integratie van ontheemden in tegenstelling tot vluchtelingen nauwelijks aandacht besteed. In mei 2002 presenteerde de Servische regering haar Nationale Strategie voor het Oplossen van de Problemen van Vluchtelingen en Binnenlands Ontheemden. Deze strategie identificeert een aantal knelpunten (met name beperkte bewegingsvrijheid van etnisch Serviërs in Kosovo en de eigendomswetgeving) dat de terugkeer van ontheemden naar Kosovo belemmert. 444 Het Coördinatiecentrum voor Kosovo en Metohija (zie paragraaf 2.2 van dit ambtsbericht) is onder andere verantwoordelijk voor de terugkeer van binnenlands ontheemden naar Kosovo. Woonplaatswijziging Binnenlands ontheemden uit Kosovo zijn staatsburger van Servië. Daarom kunnen zij zich ook in andere delen van Servië vestigen. Op grond van de in Servië geldende voorschriften dient betrokkene zich eerst in zijn voormalige woonplaats te (laten) deregistreren en daarnaast over een woning dit kan worden aangetoond aan de hand van een koopakte of huurovereenkomst in zijn nieuwe woonplaats te beschikken. Vanaf 1 juli 2003 kunnen binnenlands ontheemden uit Kosovo zich bij de displaced Police Stations in Servië laten deregistreren om zich vervolgens elders in Servië te kunnen vestigen. 445 In de praktijk wordt van deze mogelijkheid zeer beperkt gebruik gemaakt. 446 Officiële woonplaatswijziging leidt tot verlies Vaak betreft het nederzettingen gebouwd van de ter beschikking staande materialen (zoals hout- en golfplaten, autobanden, en dergelijke) zonder enige voorzieningen (elektriciteit, stromend water). Kosovo wordt officieel als (onlosmakelijk) deel van Servië beschouwd. Een spoedige terugkeer van de Servische bevolking is bovendien van groot belang voor de bepaling van de toekomstige status van Kosovo. In de praktijk heeft de Nationale Strategie voor zover het binnenlands ontheemden uit Kosovo betreft een louter declaratief karakter. Zie in deze context tevens het algemeen ambtsbericht Kosovo Tot 1 juni 2003 was het personen afkomstig uit Kosovo door de Servische autoriteiten niet toegestaan om zich in Kosovo te deregistreren. Volgens US Department of State, Serbia and Montenegro, Country Reports on Human Rights Practices 2004, 28 februari 2005, zouden niet alle verzoeken om wijziging van woonplaats van Kosovaarse ontheemden ook worden toegelaten door de Servische autoriteiten. Volgens Group 484, Human Rights of Refugees, Internally Displaced Persons, Returnees and Asylum-Seekers in Serbia and Montenegro, april 2005 werd in geen enkel geval een verzoek 95

96 van de status van binnenlands ontheemde. Betrokkene wordt voortaan beschouwd als een gewone inwoner en kan net als alle andere inwoners van de gemeente waarin hij zich heeft laten registreren aanspraak maken op alle sociale voorzieningen Positie van gevluchte Kosovaren in Montenegro 447 In juni 2006 heeft Montenegro zich onafhankelijk verklaard. Hiermee kwam een einde aan de statenunie van Servië en Montenegro. Aangezien de gevluchte personen afkomstig uit Kosovo staatsburger van Servië zijn, kunnen zij strikt gezien niet langer als binnenlands ontheemde worden beschouwd. Gedurende de verslagperiode hebben de autoriteiten van Montenegro hun standpunten met betrekking tot de in Montenegro verblijvende Kosovaren niet bekend gemaakt. Het is derhalve niet duidelijk wat de huidige juridische status van deze categorie van personen is. UNHCR heeft tot op heden zijn standpunten met betrekking tot deze groep evenmin bekend gemaakt. De onderstaande beschrijving van de situatie van gevluchte Kosovaren in Montenegro is daarom voor een groot deel een weergave van de situatie vóór het uiteenvallen van de statenunie van Servië en Montenegro. Omdat het onduidelijk is wat de huidige juridische status van deze personen is, wordt in deze paragraaf (nog steeds) gesproken van binnenlands ontheemden. Wetgeving en beleid De positie van ontheemden wordt in Montenegro wettelijk geregeld in het Decreet inzake Hulpverlening aan Ontheemde Personen. 448 Hoewel dit decreet met name bedoeld was voor vluchtelingen uit andere voormalige deelrepublieken van de SFRJ, wordt het door het Montenegrijnse Commissariaat voor Ontheemden wel toegepast ten aanzien van binnenlands ontheemden uit Kosovo. Op grond van dit decreet hebben erkende ontheemden het recht op onderdak, voedselvoorzieningen alsmede gezondheidszorg en onderwijs. De status van binnenlands ontheemden wordt verleend en kan worden ingetrokken door het Montenegrijnse Commissariaat voor Ontheemden. Montenegro voert geen bijzonder beleid met betrekking tot ontheemden. Volgens de Montenegrijnse autoriteiten is Montenegro tot woonplaatswijziging door de autoriteiten geweigerd. IDP Working Group, Analysis of the Situation of Internally Displaced Persons from Kosovo in Serbia and Montenegro: Law and Practice, oktober 2004 maakt melding van enkele gevallen waarin de zogenaamde dislocated Police Stations zonder geldige redenen geweigerd zouden hebben om binnenlands ontheemden uit Kosovo te laten deregistreren. Zie in deze context ook VN Mensenrechtencommissie, Specific Groups and Individuals: Mass Exodus and Displaced Persons: Report of the Representative of the Secretary-General on the human rights of internally displaced person, Walter Kälin; Mission to Serbia and Montenegro, E/CN.4/2006/71/Add.5, 9 januari Staatsblad van Montenegro 20/93 en 27/94. Engelse vertaling van dit decreet is te vinden op [laatst geraadpleegd op 16 maart 2005]. 96

97 niet verplicht om op lange termijn hulp aan ontheemden uit Kosovo te (blijven) verlenen, omdat deze personen staatsburger van Servië zijn. In maart 2005 heeft de Montenegrijnse regering de zogenaamde National Strategy for Durable Solutions of Refugee and IDP Problems in Montenegro aangenomen. 449 Registratie als binnenlands ontheemde Registratie en erkenning als binnenlands ontheemde behoort in Montenegro tot de bevoegdheden van het Montenegrijnse Commissariaat voor Ontheemden. Personen die als ontheemde worden erkend, worden in het bezit gesteld van een ontheemdenidentiteitsbewijs. 450 De status van ontheemde wordt voor bepaalde tijd verleend en kan worden verlengd. Sociale voorzieningen Met behulp van het ontheemdenidentiteitsbewijs kunnen ontheemden gebruik maken van de rechten die aan deze groep wettelijk zijn verleend (onderdak en toegang tot gezondheidszorg en onderwijs). Toegang tot overige sociale voorzieningen, zoals (ouderdoms)pensioenen, is voorbehouden aan staatsburgers van Montenegro. Kosovaarse ontheemden in Montenegro komen daarom niet in aanmerking voor deze voorzieningen. 451 De situatie van ontheemden in Montenegro met betrekking tot de daadwerkelijke toegang tot de gezondheidszorg en het onderwijs verschilt niet wezenlijk van de situatie in Servië. Het is ontheemden in Montenegro officieel toegestaan om deel te nemen aan de arbeidsmarkt. Echter, omdat de status van ontheemde slechts voor bepaalde tijd wordt verleend, worden zij niet gezien als personen die hun vaste verblijfplaats in Montenegro hebben. Teneinde deelname van vreemdelingen aan de arbeidsmarkt in Montenegro te beperken, zijn werkgevers die personen zonder vaste Zie Group 484, Human Rights of Refugees, Internally Displaced Persons, Returnees and Asylum-Seekers in Serbia and Montenegro, april Dezerzijds is (nog) niets bekend over de implementatie van dit plan. Registratie als binnenlands ontheemde en verstrekking van het bijbehorende identiteitsdocument zijn gebonden aan dezelfde procedure als in Servië (zie paragraaf 4.3.1). In de praktijk kunnen zich daarom ook in Montenegro dezelfde problemen met betrekking tot registratie als binnenlands ontheemden voordoen als in Servië. Personen die een (ouderdoms)pensioen wensen te ontvangen, dienen zich officieel in Servië te registreren. Personen die in aanmerking willen komen voor een werkloosheiduitkering dienen te beschikken over een werkboekje. Voor vele binnenlands ontheemden geldt tevens dat zij in Montenegro illegaal werken, waardoor zij geen aanspraak kunnen maken op deze uitkering. 97

98 verblijfplaats in dienst nemen, onderworpen aan een bijzonder, verhoogd belastingtarief. 452 Huisvesting Op grond van het Decreet inzake hulpverlening aan ontheemde personen, hebben alle geregistreerde ontheemden in Montenegro het recht op adequate huisvesting. De meeste ontheemden in Montenegro beschikken over eigen woonfaciliteiten (70% tot 80%) of worden opgevangen door familie en vrienden (5% tot 10%). Een deel blijft echter aangewezen op collectieve opvangcentra (15% tot 20%). 453 Een kleine groep ontheemden verblijft in illegale opvangcentra. De situatie van ontheemden in Montenegro ten aanzien van huisvesting verschilt niet van de situatie in Servië. Lokale integratie en terugkeer Lokale integratie van ontheemden wordt in Montenegro niet bevorderd. Binnenlands ontheemden komen niet in aanmerking voor Montenegrijns staatsburgerschap In de praktijk leidt dit ertoe dat slecht een klein deel van binnenlands ontheemden legaal werk heeft. Het overgrote deel van ontheemden (80% tot 85%) die actief deelnemen aan de arbeidsmarkt, werkt illegaal; ICRC, The Vulnerability Assessment of Internally Displaced Persons in Serbia and Montenegro, juli Ook in Montenegro dienen personen die legaal werken over een werkboekje te beschikken (zie paragraaf 4.3.1). ICRC, The Vulnerability Assessment of Internally Displaced Persons in Serbia and Montenegro, juli Volgens IDP Interagency Working Group, Analysis of the Situation of Internally Displaced Persons from Kosovo in Serbia and Montenegro: Law and Practice, oktober 2004, wonen circa personen in officiële opvangcentra. Volgens UNHCR, The Possibility of Applying the Internal Flight or Relocation Alternative within Serbia and Montenegro to Certain Persons Originating from Kosovo and Belonging to Ethnic Minorities There, augustus 2004, worden circa personen in collectieve centra opgevangen. VN Mensenrechtencommissie, Specific Groups and Individuals: Mass Exodus and Displaced Persons: Report of the Representative of the Secretary-General on the human rights of internally displaced person, Walter Kälin; Mission to Serbia and Montenegro, E/CN.4/2006/71/Add.5, 9 januari 2006 schat het aantal ontheemden dat in Montenegro in collectieve centra woont op circa personen. Op grond van de Staatsburgerschapswet van Montenegro van 1999 komen alleen personen die gedurende een onafgebroken periode van 10 jaar hun permanente woonplaats in Montenegro hadden, in aanmerking voor naturalisatie tot staatsburger. Aan geregisteerde binnenlands ontheemden wordt in Montenegro slechts een tijdelijke verblijfsvergunning verleend. Dit betekent dat hun verblijf en ook hun woonplaats (niet te verwarren met permanente vestiging in Montenegro als gevolg van een officiële woonplaatswijziging) in Montenegro niet als permanent wordt beschouwd. Het is nog niet duidelijk of geregistreerde binnenlands ontheemden op grond van het nieuwe Montenegrijnse wetsvoorstel inzake staatsburgerschap in aanmerking zullen kunnen komen voor naturalisatie tot staatsburger. 98

99 Montenegro heeft geen strategie ontwikkeld met betrekking tot terugkeer van ontheemden. Woonplaatswijziging Alle staatsburgers van Servië, met inbegrip van ontheemden uit Kosovo, beschikten over het recht van vrije vestiging in de statenunie van Servië en Montenegro. Voor een officiële woonplaatswijziging diende dezelfde procedure als in Servië te worden gevolgd. Officiële woonplaatswijziging leidde tot verlies van de status van binnenlands ontheemde. Betrokkene werd voortaan beschouwd als een gewone inwoner, met dien verstande dat Kosovaren als staatsburgers van Servië werden beschouwd en behandeld Binnenlands ontheemden uit Kosovo die vanuit het buitenland naar Servië terugkeren Personen afkomstig uit Kosovo die, al dan niet gedwongen, 455 vanuit het buitenland naar Servië terugkeren, komen niet in aanmerking voor erkenning als binnenlands ontheemde. 456 Dit heeft tot gevolg dat zij geen aanspraak kunnen maken op de rechten die aan erkende binnenlands ontheemden zijn verleend (zoals onderdak, gezondheidszorg, onderwijs, toegang tot de arbeidsmarkt, etc.). Ook in de praktijk ontvangen zij geen steun van de Servische autoriteiten. Zij worden evenmin door UNHCR of een andere internationale organisatie opgevangen, omdat deze groep niet tot het mandaat van de organisatie behoort. 457 In de praktijk betekent dit dat deze personen aan hun lot worden overgelaten. 458 Dit geldt voor alle personen afkomstig uit Kosovo, ongeacht de etnische afkomst Vrijwillige terugkeer van Kosovaren naar de overige delen van SCG komt in de praktijk nauwelijks voor. UNHCR, The Possibility of Applying the Internal Flight or Relocation Alternative within Serbia and Montenegro to Certain Persons Originating from Kosovo and Belonging to Ethnic Minorities There, augustus 2004; UNHCR, UNHCR Position on the Continued International Protection Needs of Individuals from Kosovo, 13 augustus 2004; en UNHCR, Zur Situation von binnenvertriebenen Minderheiten (Roma, Ashkali und Ägypter) aus dem Kosovo in Serbien und Montenegro, 10 september Het betreft in vrijwel alle gevallen afgewezen asielzoekers. Omdat deze personen niet worden geregistreerd of opgevangen is dezerzijds heel weinig bekend over hun situatie. In de meeste gevallen betreft het Roma die naar wordt vermoed in (illegale) Roma-kampen verblijven. De precieze omvang van deze groep is evenmin bekend. Volgens schattingen van de Raad van Europa telde deze groep in november 2003 circa personen; Parliamentary Assembly of the Council of Europe, Forced returns of Roma from the former Federal Republic of Yugoslavia, including Kosovo, to Serbia and Montenegro from Council of Europe member states, Recommendation 1633 (2003)1, 25 november

100 Een reeds door de autoriteiten als binnenlands ontheemde erkende persoon verliest zijn status indien hij/zij in het buitenland een verzoek om internationale bescherming indient. De status van binnenlands ontheemde wordt in geval van, al dan niet vrijwillige, terugkeer naar Servië niet hersteld. 4.4 Activiteiten van internationale organisaties In Kosovo zijn, onder andere, de volgende internationale organisaties aanwezig: VN-organisaties: FAO, UNDP, UNHCR, WFP, WHO; andere organisaties: IOM, EU (Europese Commissie, EAR, EUMM), NAVO (KFOR), ICRC, OVSE, IMF. Deze organisaties hebben doorgaans vestigingen in de hoofdstad Prishtinë/Priština. Daarnaast beschikken sommige over veldkantoren in heel Kosovo Activiteiten van UNHCR voor terugkerende asielzoekers uit Kosovo UNHCR heeft geen speciale programma s voor terugkerende Kosovaarse asielzoekers. De hulp die door UNHCR in Kosovo wordt geboden loopt uiteen en varieert van directe voedselhulp tot tijdelijke opvang en juridische bijstand. Deze hulp richt zich met name op de volgende doelgroepen: leden van etnische minderheden, binnenlands ontheemden en leden van etnische minderheden die terugkeren naar hun oorspronkelijke woongebied. UNHCR heeft vijf (veld)kantoren in Kosovo, te weten in Prishtinë/Priština, Gjilan/Gnjilane, Mitrovicë/Kosovska Mitrovica en Prizren/Prizren Standpunten van UNHCR over terugkerende asielzoekers uit Kosovo Terugkeer naar Kosovo De meest recente standpunten van UNHCR over, onder andere, terugkerende asielzoekers uit Kosovo dateren van juni UNHCR stelt dat etnische Albanezen over het algemeen geen problemen ondervinden bij terugkeer naar Kosovo. Slechts aan bepaalde categorieën etnische UNHCR, UNHCR s Position on the Continued International Protection Needs of Individuals from Kosovo, juni UNHCR, UNHCR s Position on the Continued International Protection Needs of Individuals from Kosovo, juni UNHCR heeft sindsdien zijn standpunten, voor zover dezerzijds bekend, niet gewijzigd. De vorige position paper met betrekking tot personen afkomstig uit Kosovo dateert van maart 2005, zie UNHCR, UNHCR Position on the Continued International Protection Needs of Individuals from Kosovo, maart

101 Albanezen dient volgens UNHCR extra aandacht besteed te worden in de behandeling van asielaanvragen, namelijk: - personen of families van gemengde etnische afkomst en gemengd gehuwden; - personen met vermeende banden met het Servische regime van na 1999; - slachtoffers van mensenhandel. Deze opsomming geldt echter niet uitsluitend ten aanzien van etnische Albanezen, maar is volgens UNHCR ook van toepassing op andere etnische groepen. Met betrekking tot etnische minderheden is UNHCR van mening dat etnische Serviërs alsmede Roma (met uitzondering van Egyptenaren en Ashkali) nog steeds in aanmerking dienen te komen voor internationale bescherming en dat terugkeer van deze minderheden slechts op vrijwillige basis mag plaatsvinden. Dit geldt volgens UNHCR ook voor etnische Albanezen die afkomstig zij uit een gebied waar zij een etnische minderheid vormen. Met betrekking tot de Slavische moslims, Gorani, Egyptenaren en Ashkali geeft UNHCR aan dat hun positie over het algemeen stabiel is. Slechts in individuele gevallen zou voor de veiligheid van personen afkomstig uit deze groepen gevreesd kunnen worden. 461 Voorts pleit UNHCR voor bijzondere aandacht bij terugkeer voor bepaalde kwetsbare groepen, wier speciale behoeften in aanmerking genomen moeten worden, namelijk: - alleenstaande ouderen zonder familie of enige andere vorm van ondersteuning in Kosovo; - alleenstaande minderjarigen zonder familieleden of verzorgers in Kosovo, wier belang niet het beste gediend is met terugkeer. In tegenstelling tot de voorgaande position papers worden chronisch en ernstig zieken en ernstig gehandicapten door UNHCR niet langer expliciet genoemd. UNHCR beveelt daarnaast aan dat terugkeer van alleenstaande minderjarigen alleen zou moeten plaatsvinden indien het in het belang van het betrokken kind is, na notificatie van de (voorgenomen) terugkeer aan de Kosovaarse autoriteiten en nadat de repatriërende staat de nodige opvangregelingen heeft getroffen. 461 Zie UNHCR, UNHCR Position on the Continued International Protection Needs of Individuals from Kosovo, maart In de position paper van juni 2006 worden deze groepen niet als zodanig expliciet genoemd. Voor zover dezerzijds bekend zijn de standpunten van UNHCR met betrekking tot de Slavische moslims, Gorani, Egyptenaren en Ashkali sindsdien niet gewijzigd. 101

102 Repatriëring naar andere delen van Servië en naar Montenegro Ten aanzien van de mogelijkheid van vestiging en verblijf van Kosovaarse asielzoekers in de overige delen van Servië en Montenegro concludeert UNHCR in zijn meest recente standpunten 462 dat dit, in het algemeen, een adequaat noch redelijk alternatief biedt voor internationale bescherming. Hieraan liggen de volgende overwegingen ten grondslag: - de registratieprocedure voor de status van binnenlands ontheemde is zodanig ingewikkeld dat het in de praktijk voor velen onmogelijk is om zich te laten registreren; hierdoor hebben betrokkenen geen toegang tot sociale voorzieningen of de arbeidsmarkt; - sociale discriminatie en marginalisering in Servië en Montenegro, dit geldt met name voor Roma, Ashkali en Egyptenaren; - de absorptiecapaciteit voor de opvang van binnenlands ontheemden of vluchtelingen in Servië en Montenegro heeft haar grenzen bereikt; - het is personen afkomstig uit Kosovo die uit een derde land gedwongen naar Servië en Montenegro zijn teruggekeerd, niet toegestaan om zich in Servië en Montenegro te laten registreren als binnenlands ontheemde; hierdoor hebben betrokkenen geen toegang tot sociale voorzieningen en de arbeidsmarkt; - op grond van de VN Veiligheidsraadresolutie 1244 dienen alle vluchtelingen en ontheemden uit Kosovo terug te keren naar de oorspronkelijke woonplaats. Met betrekking tot geregistreerde binnenlands ontheemden in Montenegro meldt UNHCR dat deze groep als de facto Servische, en dus geen Montenegrijnse, staatsburgers wordt beschouwd, waardoor hun status gelijk is aan die van legaal verblijvende buitenlanders. Hierdoor is hun toegang tot sociale voorzieningen en de arbeidsmarkt beperkt Standpunten van UNMIK over terugkerende asielzoekers uit Kosovo 463 In juni 2006 heeft UNMIK aangegeven geen medewerking te verlenen aan de gedwongen terugkeer van de volgende categorieën van personen: - Kosovaarse Serviërs en Roma; UNHCR, The Possibility of Applying the Internal Flight or Relocation Alternative within Serbia and Montenegro to Certain Persons Originating from Kosovo and Belonging to Ethnic Minorities There, augustus Deze standpunten zijn ook samengevat in UNHCR, UNHCR s Position on the Continued International Protection Needs of Individuals from Kosovo, juni UNHCR heeft sindsdien zijn standpunten, voor zover dezerzijds bekend, niet gewijzigd. Zie UNMIK, Background Note on Repatriation Policy, juni

103 - Kosovaarse Albanezen afkomstig uit de gebieden in Kosovo waarin etnische Albanezen een etnische minderheid vormen (in het bijzonder de noordelijke delen van Kosovo); - personen van etnisch gemengde afkomst of in etnisch gemengde huwelijken; - personen met vermeende banden met de Servische autoriteiten na 1990; - slachtoffers van mensenhandel; - alleenstaande ouderen zonder familieleden of opvang in Kosovo; - alleenstaande minderjarigen zonder familieleden of verzorgers in Kosovo, ten aanzien van wie vastgesteld is dat het niet in het belang van het kind is om terug te keren naar Kosovo. UNMIK verleent daarnaast geen medewerking aan de gedwongen terugkeer van personen die volgens UNHCR in aanmerking dienen te komen voor internationale bescherming (zie paragraaf van dit ambtsbericht). UNMIK verzet zich niet tegen vrijwillige terugkeer van Kosovaren, ook niet indien betrokkene tot een van de bovengenoemde categorieën behoort Activiteiten van noodhulporganisaties In Kosovo zijn diverse internationale noodhulporganisaties aanwezig, waaronder: CARE, FAO, IOM, OCHA, UNHCR, WFP, WHO en World Vision. Kosovo bevindt zich niet meer in een acute noodsituatie. De activiteiten van deze organisaties zijn dan ook gericht op (het vinden van) duurzame oplossingen en wederopbouw en niet langer op noodhulp. De inmiddels beperkte directe humanitaire hulp richt zich derhalve alleen op de meest kwetsbare groepen in de Kosovaarse samenleving, zoals minderheden, binnenlands ontheemden en minderheden die terugkeren naar hun oorspronkelijke woongebied. 4.5 Beleid van andere Europese landen Ten algemene kan worden opgemerkt dat alle landen instroomcijfers hanteren van staatsburgers uit de gehele (voormalige) statenunie van Servië en Montenegro. Hierdoor is geen goed beeld te krijgen van het aantal personen uit alleen Kosovo dat in de respectievelijke landen asiel aanvraagt. De migratiediensten van België, Denemarken en het Verenigd Koninkrijk hebben de onderstaande informatie verstrekt in de wetenschap dat zij openbaar zou worden gemaakt. 103

104 4.5.1 België 464 Alle asielverzoeken van Kosovaren worden in België in behandeling genomen en op individuele basis beoordeeld. Er wordt in alle zaken beslist. België kent geen bijzonder beleid ten opzichte van bijvoorbeeld etnische minderheden of andere (etnische) groepen afkomstig uit Kosovo. Het behoren tot een bepaalde groep of categorie leidt er niet automatisch toe dat de verzoeker in aanmerking komt voor de vluchtelingenstatus. Verzoeken van personen die tot een etnische minderheid behoren worden wel met extra aandacht getoetst. Terugkeer van afgewezen asielzoekers uit Kosovo wordt door de Belgische autoriteiten veilig geacht. Gedwongen terugkeer blijft beperkt tot etnische Albanezen. België telde in asielaanvragen van personen afkomstig uit de (voormalige) statenunie van Servië en Montenegro (inclusief Kosovo) Denemarken 465 Alle asielverzoeken van Kosovaren worden in Denemarken in behandeling genomen en op individuele basis beoordeeld. Er wordt in alle zaken beslist. Denemarken kent geen bijzonder beleid ten opzichte van bijvoorbeeld etnische minderheden of andere (etnische) groepen afkomstig uit Kosovo. Het behoren tot een bepaalde groep of categorie leidt er niet automatisch toe dat de verzoeker in aanmerking komt voor de vluchtelingenstatus. Verzoeken van personen die tot een etnische minderheid behoren worden wel met extra aandacht getoetst. (Gedwongen) terugkeer van afgewezen asielzoekers naar Kosovo wordt veilig geacht en vindt daadwerkelijk plaats, met dien verstande dat UNMIK niet in alle gevallen haar medewerking verleent aan gedwongen terugkeer, met name als het etnische minderheden of personen met medische problemen betreft. Denemarken telde in asielaanvragen van personen afkomstig uit de (voormalige) statenunie van Servië en Montenegro (inclusief Kosovo) Informatie verstrekt door de Belgische autoriteiten op 19 mei Informatie verstrekt door de Deense autoriteiten op 19 mei

105 4.5.3 Verenigd Koninkrijk 466 Alle asielverzoeken van Kosovaren worden in het Verenigd Koninkrijk in behandeling genomen en op individuele basis beoordeeld. Er wordt in alle zaken beslist. Het Verenigd Koninkrijk kent geen bijzonder beleid ten opzichte van bijvoorbeeld etnische minderheden of andere (etnische) groepen. Het behoren tot een bepaalde groep of categorie leidt er niet automatisch toe dat de verzoeker in aanmerking komt voor de vluchtelingenstatus. (Gedwongen) terugkeer van afgewezen asielzoekers naar Kosovo wordt veilig geacht en vindt daadwerkelijk plaats. Het Verenigd Koninkrijk telde in asielaanvragen van personen afkomstig uit de (voormalige) statenunie van Servië en Montenegro (inclusief Kosovo). 466 Informatie verstrekt door de Britse autoriteiten op 30 maart

106 5 Samenvatting UNMIK heeft sinds haar aantreden in 1999 de wederopbouw van Kosovo ter hand genomen. Deze wederopbouw voltrekt zich moeizaam maar gestaag op zowel economisch, juridisch als bestuurlijk gebied. Hervormingen ter versterking van de economie onder andere privatisering hebben echter tot op heden weinig tastbaar resultaat gehad op de economische groei of bestrijding van werkloosheid. In de verslagperiode werd de overdracht van bevoegdheden van UNMIK naar de Kosovaarse instellingen van zelfbestuur vrijwel voltooid. Met uitzondering van bepaalde aspecten van binnenlands bestuur (bijvoorbeeld veiligheid), buitenlandse betrekkingen en defensie beperkt de rol die UNMIK speelt zich met name tot het adviseren en toezicht houden in plaats van besturen. Dit neemt echter niet weg dat UNMIK eindverantwoordelijk blijft voor het bestuur en administratie in Kosovo. In de verslagperiode vond een aantal belangrijke personele wijzigingen plaats, waaronder de benoeming van een nieuwe Speciale Vertegenwoordiger, president en premier van Kosovo. De toekomstige status van Kosovo was in de verslagperiode de belangrijkste kwestie die de politieke ontwikkelingen bepaalde. In de tweede helft van 2005 vond op verzoek van de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties een diepgaande evaluatie plaats van de implementatie van de Standards. De conclusie van deze evaluatie was kort weergegeven dat implementatie van de standaarden voor Kosovo niet volledig was, maar dat desalniettemin de tijd rijp was om het onderhandelingsproces over de definitieve toekomstige status van Kosovo te intiëren. Dit proces, dat in oktober 2005 is begonnen, heeft tot op heden weinig tastbare resultaten opgeleverd. De standpunten van de betrokken partijen zijn onveranderd gebleven. Servië blijft Kosovo beschouwen als een onlosmakelijk deel van haar grondgebied, waarbij een vergaande mate van autonomie de hoogst haalbare oplossing voor Kosovo kan zijn. De Kosovaarse Albanezen eisen daarentegen volledige onafhankelijkheid van Servië. De algemene veiligheidssituatie in Kosovo blijft, in vergelijking met de vorige verslagperiode, relatief stabiel. Deze situatie is echter voor een belangrijk deel afhankelijk van de voortgang en uitkomst van de onderhandelingen over de toekomstige status van Kosovo. In de verslagperiode hebben zich geen grote veiligheidsincidenten voorgedaan. De algemene situatie op het gebied van interetnische betrekkingen blijft echter onverminderd gespannen en fragiel. Sinds het aantreden van UNMIK in 1999 zijn geen evacuaties van internationaal personeel noodzakelijk geweest. De situatie in het noorden van Kosovo blijft punt van aandacht en zorg. Dit voornamelijk door etnische Serviërs bewoonde gebied heeft sterke banden met Servië, deels vanwege de door Belgrado gefinancierde parallelle structuren op 106

107 het gebied van onderwijs, gezondheidszorg en rechtspraak. UNMIK en het Kosovaarse zelfbestuur zijn er nog steeds niet in geslaagd deze structuren op te heffen of te integreren. De situatie op het gebied van respect voor mensenrechten is stabiel en kan over het algemeen redelijk worden genoemd, met uitzondering van de bewegingsvrijheid van etnische minderheden (met name etnische Serviërs). Kosovo kent een aantal wetten ter bestrijding van discriminatie in al haar vormen, waaronder de Antidiscriminatiewet en de Gender Equality Law, maar de implemenatie van deze instrumenten laat nog veel te wensen over. Het toezicht op de naleving van mensenrechten in Kosovo vindt plaats door internationale en lokale gouvernementele en niet-gouvernementele organisaties. Zij kunnen zonder belemmering functioneren. Binnen de mensenhandelnetwerken fungeert Kosovo met name als een regio van bestemming. Het overgrote deel van slachtoffers van mensenhandel bestaat uit jonge vrouwen, die vaak (gedwongen) in de prostitutie werken. UNMIK heeft het probleem van mensenhandel in Kosovo altijd onderkend. Er bestaan dan ook verschillende initiatieven ter bestrijding van dit fenomeen. Mensenhandel is strafbaar in Kosovo. Voor de toepassing van de bepalingen met betrekking tot mensenhandel is niet relevant of het slachtoffer aanvankelijk al dan niet haar/zijn instemming verleende. Slachtoffers van mensenhandel kunnen niet strafrechtelijk worden vervolgd wegens prostitutie of illegaal verblijf. De Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) begeleidt de vrijwillige terugkeer van slachtoffers van mensenhandel naar hun land van oorsprong. De veiligheidssituatie van etnische minderheden is, met uitzondering van Serviërs en in mindere mate Roma (Egyptenaren en Ashkali niet inbegrepen), over het algemeen stabiel. Problemen zijn vooral van sociaaleconomische aard: werkgelegenheid, onderwijs, gezondheidszorg. Etnische Serviërs vormen tezamen met Roma nog steeds de meest kwetsbare groep in Kosovo. Incidenten van etnisch geweld gericht met name tegen etnische Serviërs komen in Kosovo nog steeds voor, hoewel er over het algemeen sprake is van een daling in het aantal etnisch gerelateerde geweldsincidenten. Het (al dan niet subjectieve) gevoel van onveiligheid, vooral onder de Kosovaarse Serviërs, blijft echter voortbestaan. Minderjarig zijn in Kosovo personen die de 18-jarige leeftijd nog niet hebben bereikt. Kosovo kent een bijzonder jeugdstrafrechtstelsel voor minderjarigen. Jongeren van 16 en 17 worden in Kosovo in sociaal-cultureel opzicht niet als zelfstandig beschouwd. Over het algemeen geldt dat jongeren bij hun ouders wonen tot het moment dat zij gaan trouwen. Dit gegeven is zonder onderscheid van toepassing op alle etnische bevolkingsgroepen, op jongens en meisjes, zowel op het platteland als in de stad. Minderjarigen die niet langer opvang hebben van 107

108 hun ouders zullen over het algemeen opgevangen worden door familie (extended family). (Staats)tehuizen voor permanente opvang van minderjarigen zijn in Kosovo niet aanwezig. Wel leiden niet-gouvernementele organisaties een aantal kleine familie- en opvanghuizen voor tijdelijke opvang van verlaten en verwaarloosde kinderen en wezen. Internationale adoptie behoort in Kosovo vooralsnog niet tot de mogelijkheden. Vanwege de traditionele maatschappelijke normen in Kosovo hebben vrouwen sociaal en economisch een achterstandspositie. Huiselijk geweld is een groot, vaak verzwegen, probleem. Met de Gender Equality Law wordt getracht de maatschappelijke positie van vrouwen te verbeteren. Daadwerkelijke implementatie van dit instrument laat echter te wensen over. Door de traditioneel zeer sterke familiebanden en de wederzijdse sociaaleconomische afhankelijkheid en de slechte economische situatie in Kosovo, komt het fenomeen van alleenstaande vrouwen in de Westerse zin van het woord nauwelijks voor in de Kosovaarse maatschappij. Homoseksualiteit en homoseksuele handelingen zijn in Kosovo strafbaar noch verboden. Homoseksualiteit of uitingen van homoseksueel gedrag zijn in Kosovo echter geenszins algemeen aanvaard. Gezien het grote culturele taboe dat op dit onderwerp rust, bewegen homoseksuele mannen en vrouwen zich voornamelijk in een onzichtbaar circuit. In Kosovo bestaan momenteel twee organisaties voor homoseksuelen. Beide organisaties beperken zich vooralsnog tot maatschappelijk aanvaardbare activiteiten zoals voorlichting over seksueel overdraagbare aandoeningen of algemene voorlichting over homoseksualiteit. Verbaal en fysiek geweld jegens (bekende of vermeende) homoseksuelen komt in Kosovo regelmatig voor. Transseksualiteit is geenszins een algemeen aanvaard fenomeen in Kosovo. Geslachtsveranderende operaties worden in Kosovo niet uitgevoerd. Het overgrote deel van de Kosovaarse minderheden die gedurende de Kosovocrisis van of in de jaren daarna uit Kosovo zijn vertrokken, is nog niet teruggekeerd. Naast de gespannen situatie en de beperkte bewegingsvrijheid voor bepaalde etnische groepen zijn de slechte sociaaleconomische omstandigheden hier debet aan. Met uitzondering van bepaalde etnische minderheden speelt (de perceptie van) de algemene veiligheidssituatie doorgaans nauwelijks meer een rol bij emigratie. De meest recente standpunten van UNHCR over terugkerende asielzoekers uit Kosovo dateren van juni UNHCR stelt dat, op bepaalde uitzonderingen na, etnische Albanezen over het algemeen geen problemen ondervinden bij terugkeer naar Kosovo. Met betrekking tot etnische minderheden is UNHCR van mening dat etnische Serviërs en Roma (met uitzondering van Egyptenaren en Ashkali) nog 108

109 steeds in aanmerking dienen te komen voor internationale bescherming en dat terugkeer van deze groepen slechts op vrijwillige basis mag plaatsvinden. Volgens UNHCR is de situatie van andere etnische minderheden over het algemeen stabiel te noemen. Daarnaast pleit UNHCR voor bijzondere aandacht bij terugkeer voor bepaalde kwetsbare groepen. Ten aanzien van de mogelijkheid van vestiging en verblijf van Kosovaarse asielzoekers in de overige delen van de voormalige statenunie van Servië en Montenegro concludeert de organisatie dat dit, in het algemeen, een adequaat noch redelijk alternatief biedt voor internationale bescherming. In België, Denemarken en het Verenigd Koninkrijk worden alle asielverzoeken van Kosovaren in behandeling genomen en op individuele basis beoordeeld. Er wordt in alle zaken beslist. De genoemde landen kennen geen bijzonder beleid ten opzichte van bijvoorbeeld etnische minderheden of andere (etnische) groepen afkomstig uit Kosovo. Het behoren tot een bepaalde groep of categorie leidt er niet automatisch toe dat de verzoeker in de genoemde landen in aanmerking komt voor de vluchtelingenstatus. Terugkeer van afgewezen asielzoekers uit Kosovo wordt door de autoriteiten van zowel België, Denemarken als het Verenigd Koninkrijk veilig geacht. 109

110 Bijlage(n) I Lijst van geraadpleegde bronnen ACCORD, Serbia and Montenegro: Kosovo/a: Situation of Goranis in Dragash, Response to Information Request: a-4745 (ACC-SCG-4745); ACCORD, Serbia-Montenegro/Kosovo/a: Situation of Bosniacs, Repsonse to Information Request: a-4750 (ACC-SCG-4750), 14 december 2005; ACCORD, Serbia and Montenegro: Single woman in Kosovo; Albanians in Presevo or Serbia and Montenegro, Response to Information Request: a-4747 (ACC-SCG-4747), 1 februari 2006; Amnesty International, Prisoners in our own homes : Amnesty International s concerns for the human rights of minorities in Kosovo/Kosova, EUR 70/010/2003, april 2003; Amnesty International, So does it mean that we have the rights? Protecting the human rights of women and girls trafficked for forced prostitution in Kosovo, EUR 70/010/2004, 6 mei 2004; Amnesty International, Report 2006, Covering events from January December 2005, 2006; Economist Intelligence Unit, Country Report, Serbia and Montenegro, juli 2006; European Centre for Minority Issues, The situation of minorities in the Federal Republic of Yugoslavia; Towards an Implementation of the Framework Convention for the Protection of Minorities, juni 2001; Europese Commissie, Kosovo (under UNSCR 1244) 2005 Progress Report, SEC (2005) 1423, 9 november 2005; Europese Commissie, Kosovo (under UNSCR 1244) 2006 Progress Report, SEC (2006) 1386, 8 november 2006; Europese Commissie, Serbia and Montenegro 2005 Progress Report, SEC (2005) 1428, 9 november 2005; Foreign & Commonwealth Office, Country Profile, Kosovo, (last updated 17 August 2006); 110

111 Freedom House, Freedom in the World Kosovo [Serbia and Montenegro] (2006), 2006; Freedom House, Nations in Transit 2006, Serbia and Montenegro, Kosovo, 2006; Home Office, Serbia and Montenegro (including Kosovo) Country Report, april 2005; Home Office, Operational Guidance Note, Serbia & Montenegro (including Kosovo), oktober 2005; Home Office, Operational Guidance Note, Republic of Serbia (including Kosovo), 30 juni 2006; Human Rights Watch, Under Orders, War Crimes in Kosovo, oktober 2001; Human Rights Watch, Dangerous Indifference, Violence against Minorities in Serbia, oktober 2005; Human Rights Watch, Serbia and Montenegro, World Report 2006, 18 januari 2006; Human Rights Watch, Not on the Agenda, The Continuing Failure to Address Accountability in Kosovo Post-March 2004, mei 2006; ILGA, World Legal Survey (last updated 31/07/00); International Crisis Group, Kosovo after Haradinaj, Europe Report N 163, 26 mei 2005; International Crisis Group, Bridging Kosovo s Mitrovica Divide, Europe Report N 165, 13 september 2005; International Crisis Group, Kosovo: The Challenge of Transition, Europe Report N 170, 17 februari 2006; International Crisis Group, Montenegro s Referendum, Europe Briefing N 42, 30 mei 2006; International Crisis Group, Southern Serbia: In Kosovo s Shadow, Europe Report N 43, 27 juni 2006; 111

112 International Crisis Group, An Army for Kosovo?, Europe Report N 174, 28 juli 2006; International Crisis Group, Kosovo Status: Delay is Risky, Europe Report N 177, 10 november 2006; IOM Kosovo, Return & Reintegration Project, Situation Report February to June 2005, 2005; Kartusch A. / Reiter G., Frauenhandel in Nachkriegsgebieten, in: Osteuropa, 6/2006; Kosova Helsinki Monitor, The Current Situation of Minorities in Kosovo, 7 november 2005; Malcolm N., Kosovo, A Short History, 1998; Narten J., Building local institutions and parliamentarism in post-war Kosovo: A review of joint efforts by the UN and OSCE from , in: Helsinki Monitor, 2006 no. 2; Nilsson J., UNMIK and the Ombudsperson Institution in Kosovo: Human Rights Protection in a United Nations Surrogate State, in: Netherlands Quarterly of Human Rights, vol. 22/3, , 2004; Ombudsperson Institution in Kosovo, Special Report No. 3 on the Conformity of Deprivations of Liberty under Executive Orders with Recognised International Standards, 29 juni 2001; Ombudsperson Institution in Kosovo, Fift Annual Report , 11 juli 2005; Ombudsperson Institution in Kosovo, Sixth Annual Report , 11 juli 2006; OVSE, Report of the Head of the OSCE Mission in Kosovo, Ambassador Werner Wnendt, to the Permanent Council, 19 januari 2006; OVSE / UNMIK, Implementation of Kosovo Assembly Laws, Report II, december 2005; OVSE / UNMIK, Kosovo, The Response of the Justice System to the March 2004 Riots, december 2005; 112

113 OVSE / UNMIK, Kosovo, Review of the Criminal Justice System , Reforms and Residual Concerns, maart 2006; OVSE / UNMIK, Kosovo, First Review of the Civil Justice System, juni 2006; Provisional Institutions of Self-Government / Ministry of Health, Mental Health Service Capacities in Kosovo, maart 2005; Raad van Europa, Report submitted by the United Nations Interim Administration Mission in Kosovo (UNMIK) pursuant to Article 2.2 of the Agreement between UNMIK and the Council of Europe related to the Framework Convention for the Protection of National Minorities, 2 juni 2005; Raad van Europa / Parlementaire Assemblee, Current situation in Kosovo, Doc , 3 juni 2005; Reekie A., Positive developments at a national level in Europe, in: ILGA, Euro- Letter, september 1996; Schweizerische Flüchtlingshilfe, Blutrache in Kosovo, 9 augustus 2004; Schweizerische Flüchltingshilfe, Kosovo, Bedeuting der Tradition im heutigen Kosovo, 24 november 2004; Schweizerische Flüchtlingshilfe, Serbien-Montenegro, Zur Situation der AlbanerInnen im Presevo-Tal, mei 2005; Schweizerische Flüchtlingshilfe, Kosovo, Zur Situation der Roma-Gemeinschaften (Roma/Ashkali/ÄgyperInnen), 25 juli 2005; Schweizerische Flüchtlingshilfe, Asylsuchende Roma aus Kosovo, 19 oktober 2005; SGVN, Monthly report of the Kosovo Force (KFOR), covering the period 1 to 31 January 2006, S/2006/210, 3 april 2006; SGVN, Monthly report of the Kosovo Force (KFOR), covering the period 1 to 30 April 2006, S/2006/368, 7 juni 2006; SGVN, Monthly report of the Kosovo Force (KFOR), covering the period 1 to 31 May 2006, S/2006/574, 24 juli 2006; 113

114 SGVN, Monthly report of the Kosovo Force (KFOR), covering the period 1 to 30 June 2006, S/2006/634, 10 augustus 2006; SGVN, Report of the Secretary-General on the United Nations Interim Administration Mission in Kosovo, S/2005/88, 14 februari 2005; SGVN, Report of the Secretary-General on the United Nations Interim Administration Mission in Kosovo, S/2005/335, 23 mei 2005; SGVN, Report of the Secretary-General on the United Nations Interim Administration Mission in Kosovo, S/2006/45, 25 januari 2006; SGVN, Report of the Secretary-General on the United Nations Interim Administration Mission in Kosovo, S/2006/361, 5 juni 2006; Smit A.R., Housing and Property Restitution and IDP Return in Kosovo, in: International Migration, vol. 44(3), 2006; Sobociński S., Konflikt albańsko-serbski o Kosowo (do rozmów pokojowych w Rambouillet) na podstawie prasy polskiej, 30 maart 1999; Statistical Office of Kosovo, Kosovo and its Population, 5 juni 2003; UN Economic and Social Council, Rights of the Child, Report of the Special Rapporteur on the sale of children, child prositution and child pornoghraphy, E/CN/.4/2005/78/Add.3, 8 maart 2005; UNHCR, The Possibility of Applying the Internal Flight or Relocation Alternative within Serbia and Montenegro to Certain Persons Originating from Kosovo and Belonging to Ethnic Minorities There, augustus 2004; UNHCR, UNHCR Position on the Continued International Protection Needs of Individuals from Kosovo, maart 2005; UNHCR, Kosovo Verfolgung durch die Armata Kombëtare Shqiptare (AKSh) / Albanian National Army / Albanische Nationalarmee (ANA), AUS/MSC/HCR/039, 15 april 2005; UNHCR, UNHCR position on claims for refugee status under the 1951 Convention relating to the Status of Refugees based on a fear of persecution due to an individual s membership of a family of clan engaged in a blood feud, 17 maart 2006; 114

115 UNHCR, UNHCR Position on the Continued International Protection Needs of Indidviduals from Kosovo, juni 2006; UNHCR, Global Appeal 2006; UNHCR, 2005 Global Report, 2006; United States Board on Geographic Names, Kosovo and Environs Geographic Names Index, december 1998; UNMIK, Combatting Human Trafficking in Kosovo, Strategy & Commitment, mei 2004; UNMIK, brief van 6 maart 2006, kenmerk CSS/INT/06/159; UNMIK, Background Note on Repatriation Policy, juni 2006; UNMIK / Provisional Institutions of Self Government, Kosovo Action Plan to Combat Trafficking in Human Beings, 17 mei 2005; USAid / UNDP / RIINVEST, Early Warning Report, Kosovo, Report #10, apriljuni 2005; USAid / UNDP / RIINVEST, Early Warning Report, Kosovo, Report #11, juliseptember 2005; USAid / UNDP / RIINVEST, Early Warning Report, Kosovo, Report #12, oktober-december 2005; US Department of State, Trafficking in Persons Report, juni 2005; US Department of State, International Religious Freedom Report , 8 november 2005; US Department of State, International Religious Freedom Report , 15 september 2006; US Department of State, Serbia and Montenegro; Country Reports on Human Rights Practices 2005, 8 maart 2006; US Department of State, Trafficking in Persons Report, 5 juni 2006; Vickers M., Between Serb and Albanian, A History of Kosovo, 1998; 115

116 VN Mensenrechtencommissie, Specific Groups and Individuals: Mass Exodus and Displaced Persons; Report of the Representative of the Secretary-General on the human rights of internally displaced persons, Walter Kälin; Mission to Serbia and Montenegro, E/CN.4/2006/71/Add.5, 9 januari 2006; VN Mensenrechtencomité, Report submitted by the United Nations Interim Administration Mission in Kosovo to the Human Rights Committee on the human rights situation since 1999, Kosovo (Serbia & Montenegro), 7 februari 2006; VN Veiligheidsraad, Letter dated 7 October 2005 from the Secretary-General addressed to the President of the Security Council, S/2005/634, 7 oktober 2005; VN Veiligheidsraad, Statement by the President of the Security Council, S/PRST/51, 24 oktober 2005; VN Veiligheidsraad, Letter dated 10 November 2005 from the President of the Security Council addressed to the Secretary-General, S/2005/709, 10 november 2005; Waringo K., A Strange Kind of Compliance, in: Index on Censorship, 3/2005 Persberichten Voor dit ambtsbericht is gebruik gemaakt van relevante artikelen en nieuwsberichtgeving die in de verslagperiode zijn gepubliceerd. De in het ambtsbericht genoemde bronverwijzingen zullen hier niet worden herhaald. In het bijzonder is gebruik gemaakt van de volgende (pers)overzichten en -agentschappen: BBC ( BIRN ( The Economist Financial Times ( Gazeta Wyborcza ( IWPR ( Nederlands Dagblad ( Newsday ( Radio Free Europe / Radio Liberty ( de Standaard ( der Standard ( 116

117 UNMIK Press Office ( de Volkskrant ( Websites

118

119

120 II Lijst van gebruikte afkortingen AKSh APK BBC BCR BDL BIRN BNP COC EAR EHRM EVRM EU EUMM FAO FRJ HPD ICRC ILGA ILO Armata Kombetare Shqiptare (Albanees Nationaal Leger) Leger voor de Onafhankelijkheid van Kosovo British Broadcasting Corporation Balkan Crisis Report Democratische Unie van de Vallei Balkan Investigative Reporting Network bruto nationaal product Cultuur en Ontspannings-Centrum (Federatie van Nederlandse Verenigingen tot Integratie van Homoseksualiteit COC Nederland) European Agency for Reconstruction Europees Hof voor de Rechten van de Mens Europees verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden Europese Unie European Union Monitoring Mission Food and Agriculture Organisation of the United Nations Federale Republiek Joegoslavië Housing and Property Directorate International Committee of the Red Cross International Gay and Lesbian Association International Labour Organisation 120

121 IMF IOM IWPR KFOR KPA KPC KPS LDP NAVO No. OMPF OVSE PDD PDSH RFE/RL RIINVEST RTK SFRJ SGVN TMK UÇK International Monetary Fund Internationale Organisatie voor Migratie Institute for War and Peace Reporting Kosovo Force Kosovo Property Agency Kosovo Protection Corps (Kosovo Beschermingskorps) Kosovo Police Service Partij voor Democratische Vooruitgang Noord-Atlantische Verdragsorganisatie nummer Office on Missing Persons and Forensics Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa Partij voor Democratische Actie Democratische Partij van Albanezen Radio Free Europe / Radio Liberty Institute for Development Research Radio Television Kosovo Socialistische Federatieve Republiek Joegoslavië Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties Trupat e Mbrojtes së Kosovës (Kosovo Beschermingskorps) Ushtria Çlirimtare e Kosovës (Kosovo Bevrijdingsleger) 121

122 UÇPMB UNDP UNHCR UNHCHR UNMIK UNSCR USAid VN vol. WFP WHO Ushtria Çlirimtare Preshevë, Medveja en Bujanovëc (Bevrijdingsleger van Preševo, Medveđa en Bujanovac) United Nations Development Programme United Nations High Commissioner for Refugees United Nations High Commissioner for Human Rights United Nations Interim Administration Mission in Kosovo United Nations Security Council Resolution United States Agency for International Development Verenigde Naties volume United Nations Food Programme World Health Organisation 122

123 III Kaart van Kosovo Bron: Perry-Castañeda Library / University of Texas (Austin) 123

Algemeen ambtsbericht Kosovo

Algemeen ambtsbericht Kosovo Algemeen ambtsbericht Kosovo Juni 2009 Directie Personenverkeer, Migratie- en Vreemdelingenzaken afdeling Asiel- en Migratiezaken Inhoudsopgave 1 Inleiding 4 2 Landeninformatie 5 2.1 Land en volk 5 2.1.1

Nadere informatie

Algemeen ambtsbericht Kosovo 2005

Algemeen ambtsbericht Kosovo 2005 april 2005 Directie Personenverkeer, Migratie- en Vreemdelingenzaken afdeling Asiel- en Migratiezaken Inhoudsopgave Pagina 1 Inleiding 4 2 Landeninformatie 6 2.1 Basisinformatie 6 2.1.1 Gebied en volk

Nadere informatie

3 Oppervlakte De oppervlakte van Kosovo is 10.908 vierkante kilometer. Nederland is bijna 4 keer groter.

3 Oppervlakte De oppervlakte van Kosovo is 10.908 vierkante kilometer. Nederland is bijna 4 keer groter. LANDEN VAN EUROPA Kosovo 1 Vlag 2 Ligging op Europese kaart Kosovo grenst aan Montenegro, Albanië en Macedonië. 3 Oppervlakte De oppervlakte van Kosovo is 10.908 vierkante kilometer. Nederland is bijna

Nadere informatie

geen Terms of Reference voor algemeen ambtsbericht Sudan

geen Terms of Reference voor algemeen ambtsbericht Sudan Ministerie van Justitie Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) Postadres: Postbus 16502, 2500 BM DEN HAAG Ministerie van Buitenlandse Zaken Afdeling DCM/AT Postbus 20061 2500 EB s-gravenhage Bezoekadres:

Nadere informatie

Immigratie- en Naturalisatiedienst Ministerie van Veiligheid en Justitie

Immigratie- en Naturalisatiedienst Ministerie van Veiligheid en Justitie Immigratie- en Naturalisatiedienst Ministerie van Veiligheid en Justitie > Retouradres Postbus 1794 2280 DT Rijswijk Aan Ministerie van Buitenlandse Zaken Directie Consulaire Zaken en Migratiebeleid Afdeling

Nadere informatie

DE RAAD VAN EUROPA HOEDER VAN DE MENSENRECHTEN SAMENVATTING

DE RAAD VAN EUROPA HOEDER VAN DE MENSENRECHTEN SAMENVATTING DE RAAD VAN EUROPA HOEDER VAN DE MENSENRECHTEN SAMENVATTING Non-member state of the Council of Europe (Belarus) LIDSTATEN HOOFDZETEL EN OVERIGE VESTIGINGEN BEGROTING Albanië, Andorra, Armenië, Azerbeidzjan,

Nadere informatie

DE RAAD VAN EUROPA HOEDER VAN DE MENSENRECHTEN SAMENVATTING

DE RAAD VAN EUROPA HOEDER VAN DE MENSENRECHTEN SAMENVATTING DE RAAD VAN EUROPA HOEDER VAN DE MENSENRECHTEN SAMENVATTING LIDSTATEN Albanië, Andorra, Armenië, Azerbeidzjan, België, Bosnië-Herzegovina, Bulgarije, Cyprus, Denemarken, Duitsland, Estland, Finland, Frankrijk,

Nadere informatie

NL In verscheidenheid verenigd NL B8-0214/1. Amendement. Ulrike Lunacek namens de Verts/ALE-Fractie

NL In verscheidenheid verenigd NL B8-0214/1. Amendement. Ulrike Lunacek namens de Verts/ALE-Fractie 9.3.2015 B8-0214/1 1 Paragraaf 19 bis (nieuw) 19 bis. betreurt dat de voorzitter van de Commissie, Jean-Claude Juncker, het idee heeft geopperd dat er de komende vijf jaar geen verdere uitbreiding zal

Nadere informatie

Samenvatting (Summary)

Samenvatting (Summary) Zijn de internationale besturen in Bosnië-Herzegovina (Bosnië) en Kosovo er in geslaagd om in beide gebieden duurzame politieke instituties op te zetten die los van verdere buitenlandse bemoeienis zelf

Nadere informatie

DE RAAD VAN EUROPA HOEDER VAN DE MENSENRECHTEN OVERZICHT

DE RAAD VAN EUROPA HOEDER VAN DE MENSENRECHTEN OVERZICHT DE RAAD VAN EUROPA HOEDER VAN DE MENSENRECHTEN OVERZICHT Niet-lidstaat van de Raad van Europa (Wit-Rusland) LIDSTATEN HOOFDZETEL EN VESTIGINGEN BEGROTING Albanië, Andorra, Armenië, Azerbeidzjan, België,

Nadere informatie

Grondwet van de Tweede Republiek der Nederlanden Neerlandiæ

Grondwet van de Tweede Republiek der Nederlanden Neerlandiæ Grondwet van de Tweede Republiek der Nederlanden Neerlandiæ De Republiek der Nederlanden, verenigd in een micronatie sinds de uitroeping van de Unie van Utrecht 2007, beseffend dat een grondige hervorming

Nadere informatie

PUBLIC. Brussel, 12 juli 2006 (13.07) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 11603/06 LIMITE YU 3 COWEB 159

PUBLIC. Brussel, 12 juli 2006 (13.07) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 11603/06 LIMITE YU 3 COWEB 159 Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 12 juli 2006 (13.07) (OR. en) 11603/06 LIMITE PUBLIC YU 3 COWEB 159 INGEKOMEN DOCUMENT van: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal

Nadere informatie

Gewijzigd voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Gewijzigd voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 23.11.2015 COM(2015) 575 final 2006/0036 (CNS) Gewijzigd voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD inzake de sluiting van de Multilaterale Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap

Nadere informatie

In deze rubriek brengen we enkele publicaties onder de aandacht van de lezer. KAMER

In deze rubriek brengen we enkele publicaties onder de aandacht van de lezer. KAMER Publicaties In deze rubriek brengen we enkele publicaties onder de aandacht van de lezer. Parlementaire stukken: KAMER 53 2538/001 (KAMER) 5-1875/1 (SENAAT) VAN 4 DECEMBER 2012 Verslag betreffende de gedachtewisseling

Nadere informatie

Ministerie van Justitie. Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND)

Ministerie van Justitie. Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) Ministerie van Justitie Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) Postadres: Postbus 16502, 2500 BM DEN HAAG Ministerie van Buitenlandse Zaken Afdeling DCM/AT T.a.v. de heer drs. J.A.M. van der Zeeuw Postbus

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 3.11.2017 COM(2017) 635 final 2017/0278 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD inzake het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen in de bij het Verdrag

Nadere informatie

EUROPESE COMMISSIE TEGEN RACISME EN INTOLERANTIE

EUROPESE COMMISSIE TEGEN RACISME EN INTOLERANTIE CRI(97)36 Version néerlandaise Dutch version EUROPESE COMMISSIE TEGEN RACISME EN INTOLERANTIE TWEEDE ALGEMENE BELEIDSAANBEVELING VAN DE ECRI: SPECIALE ORGANEN OP NATIONAAL NIVEAU GERICHT OP DE BESTRIJDING

Nadere informatie

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen 2006R1412 NL 01.07.2013 003.001 1 Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen B VERORDENING (EG) Nr. 1412/2006 VAN DE RAAD van 25

Nadere informatie

*** ONTWERPAANBEVELING

*** ONTWERPAANBEVELING EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken 23.5.2013 2012/0271(E) *** ONTWERPAANBEVELING over het ontwerp van besluit van de Raad betreffende de sluiting

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2 Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2 Samenvatting door D. 971 woorden 31 mei 2013 5,7 2 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Memo 1848 Censuskiesrecht Grondrechten Ministeriele verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Immigratie- en Naturalisatiedienst Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Immigratie- en Naturalisatiedienst Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Immigratie- en Naturalisatiedienst Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties > Retouradres Postbus 1794 2280 DT Rijswijk Aan Ministerie van Buitenlandse Zaken Directie Consulaire Zaken en

Nadere informatie

MINISTERIE VAN DEFENSIE

MINISTERIE VAN DEFENSIE MINISTERIE VAN DEFENSIE Militaire Inlichtingendienst Postbus 20701 2500 ES 's-gravenhage Aan; Zie verzendlijst Telefoon 070-3 18 73 87 Telefax 070-3 18 79 51 Uw brief Uw kenmerk Ons nummer Datum DIS/96/12.13.4/858

Nadere informatie

Kosovo, het begin en het einde?

Kosovo, het begin en het einde? > h e t h o o f d s t u k < 1 9 Kosovo, het begin en het einde? Katrien Leemen Als je de politieke situatie in de Balkan (1) op de voet volgt, en dan vooral het deel dat vroeger tot Joegoslavië behoorde,

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 14.03.2000 COM(2000) 145 definitief Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD tot schorsing voor een periode van zes maanden, van Verordening (EG) nr.

Nadere informatie

Immigratie- en Naturalisatiedienst Ministerie van Veiligheid en Justitie

Immigratie- en Naturalisatiedienst Ministerie van Veiligheid en Justitie Immigratie- en Naturalisatiedienst Ministerie van Veiligheid en Justitie > Retouradres Postbus 1794 2280 DT Rijswijk Aan Ministerie van Buitenlandse Zaken Directie Consulaire Zaken en Migratiebeleid Afdeling

Nadere informatie

Advies van de Executive Board van het Europees Netwerk van Raden voor de. Justitie (ENRJ) over de aanvraag van de Krajowa Rada Sądownictwa uit Polen.

Advies van de Executive Board van het Europees Netwerk van Raden voor de. Justitie (ENRJ) over de aanvraag van de Krajowa Rada Sądownictwa uit Polen. Advies van de Executive Board van het Europees Netwerk van Raden voor de Justitie (ENRJ) over de aanvraag van de Krajowa Rada Sądownictwa uit Polen. Het ENRJ heeft een verzoek tot samenwerking ontvangen

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 13 september 2007 (17.09) (OR. en) 12907/07 Interinstitutioneel dossier: 2007/0181 (CNS)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 13 september 2007 (17.09) (OR. en) 12907/07 Interinstitutioneel dossier: 2007/0181 (CNS) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 13 september 2007 (17.09) (OR. en) 12907/07 Interinstitutioneel dossier: 2007/0181 (CNS) AVIATION 150 RELEX 649 MA 7 VOORSTEL van: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur,

Nadere informatie

Kijktip: Nieuwsuur in de Klas

Kijktip: Nieuwsuur in de Klas Kijktip: Nieuwsuur in de Klas Korte omschrijving werkvorm De leerlingen beantwoorden vragen over de Europese politiek aan de hand van korte clips van Nieuwsuur in de Klas. Leerdoel De leerlingen leren

Nadere informatie

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE HOGE VERTEGENWOORDIGER VAN DE UNIE VOOR BUITENLANDSE ZAKEN EN VEILIGHEIDSBELEID Brussel, 10.7.2017 JOIN(2017) 24 final 2017/0157 (NLE) Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 4291 19 maart 2010 Besluit van de Minister van Justitie van 24 februari 2010, nummer WBV 2010/4, houdende wijziging van

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET

TRACTATENBLAD VAN HET 23 (2008) Nr. 2 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 2013 Nr. 147 A. TITEL Stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds en

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal De heer J. Voordewind Binnenhof 4 Den Haag. Den Haag, 26 juni 2008

Tweede Kamer der Staten-Generaal De heer J. Voordewind Binnenhof 4 Den Haag. Den Haag, 26 juni 2008 Tweede Kamer der Staten-Generaal De heer J. Voordewind Binnenhof 4 Den Haag Den Haag, 26 juni 2008 Dank voor het verslag van uw bezoek begin april aan Noord-Irak dat u mij 10 juni jl. aanbood. Uw reis

Nadere informatie

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 9.9.2015 COM(2015) 452 final 2015/0211 (COD) Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot vaststelling van een gemeenschappelijke EU-lijst van veilige

Nadere informatie

PROTOCOL TOT WIJZIGING VAN DE OVEREENKOMST EN VAN HET PROTOCOL TUSSEN DE REGERING VAN HET KONINKRIJK BELGIË DE REGERING VAN DE REPUBLIEK INDIA

PROTOCOL TOT WIJZIGING VAN DE OVEREENKOMST EN VAN HET PROTOCOL TUSSEN DE REGERING VAN HET KONINKRIJK BELGIË DE REGERING VAN DE REPUBLIEK INDIA PROTOCOL TOT WIJZIGING VAN DE OVEREENKOMST EN VAN HET PROTOCOL TUSSEN DE REGERING VAN HET KONINKRIJK BELGIË EN DE REGERING VAN DE REPUBLIEK INDIA TOT HET VERMIJDEN VAN DUBBELE BELASTING EN TOT HET VOORKOMEN

Nadere informatie

Ieder hoofdstuk wordt afgesloten met een aantal vragen om de kennis te toetsen. Het betreft steeds drie multiplechoicevragen en drie open vragen.

Ieder hoofdstuk wordt afgesloten met een aantal vragen om de kennis te toetsen. Het betreft steeds drie multiplechoicevragen en drie open vragen. 1 Inleiding In wetten worden veel zaken geregeld: studiefinanciering, de huur van een studentenkamer, de koop van studieboeken en kleding, maar ook verkeersregels en belastingheffing. Hiermee en met vele

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET

TRACTATENBLAD VAN HET 72 (2009) Nr. 2 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 2010 Nr. 96 A. TITEL Aanvullend Protocol bij het Europees Handvest inzake lokale autonomie betreffende het recht op participatie

Nadere informatie

Europees Handvest inzake lokale autonomie

Europees Handvest inzake lokale autonomie (Tekst geldend op: 04-02-2010) Europees Handvest inzake lokale autonomie (vertaling: nl) Europees Handvest inzake lokale autonomie PREAMBULE De Lidstaten van de Raad van Europa die dit Handvest hebben

Nadere informatie

Meltdown in Mitrovica: achtergrond

Meltdown in Mitrovica: achtergrond De achtergronden bij het Mitrovica - dilemma gebaseerd op de werkpraktijk van IKV Pax Christi. Dit document is onderdeel van het project Ben jij Baas? 2012 Alice O educatie in wereldperspectief SAMENSTELLING:

Nadere informatie

MODULE III BESLISSINGEN NEMEN IN EUROPA? BEST LASTIG!!!

MODULE III BESLISSINGEN NEMEN IN EUROPA? BEST LASTIG!!! MODULE III BESLISSINGEN NEMEN IN EUROPA? BEST LASTIG!!! De Europese Unie bestaat uit 27 lidstaten. Deze lidstaten hebben allemaal op dezelfde gebieden een aantal taken en macht overgedragen aan de Europese

Nadere informatie

PUBLIC. Brussel, 11 november 1999 (15.12) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 11662/99 LIMITE OJ/CONS 52 JAI 84

PUBLIC. Brussel, 11 november 1999 (15.12) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 11662/99 LIMITE OJ/CONS 52 JAI 84 Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 11 november 1999 (15.12) (OR. en) 11662/99 LIMITE PUBLIC OJ/CONS 52 JAI 84 ONTWERP-NOTULEN Betreft: 2203e zitting van de Raad (justitie en binnenlandse zaken),

Nadere informatie

Het land op de kaart

Het land op de kaart Eritrea Het land op de kaart Indeling Geografie Geschiedenis De bevolking Godsdienst Onafhankelijkheidsoorlog Politiek Oorlog met Ethiopië 1998 Eindeloze dienstplicht Geografie. Eritrea ligt in de hoorn

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag Postbus 20061 Nederland www.minbuza.nl Contactpersoon T.H. Wouda Kuipers T 070-348 5689

Nadere informatie

Wie bestuurt de Europese Unie?

Wie bestuurt de Europese Unie? Wie bestuurt de Europese Unie? 2 De Europese Unie (EU) is een organisatie waarin 28 landen in Europa samenwerken. Eén ervan is Nederland. Een aantal landen werkt al meer dan vijftig jaar samen. Andere

Nadere informatie

Ter uwer informatie. ~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~16 maart 2018

Ter uwer informatie. ~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~16 maart 2018 Ter uwer informatie. We constateren dat de Minister niet ingaat op de essentie van de vraag, hoewel deze niet expliciet werd gesteld: Wat vindt u van het feit van de BBC-journaliste Indonesië moest verlaten

Nadere informatie

waardigheid participatie gelijke rechten solidariteit individuele vrijheid

waardigheid participatie gelijke rechten solidariteit individuele vrijheid individuele vrijheid participatie gelijke rechten solidariteit waardigheid Basisrechten Santé België is een rechtsstaat en een democratie die ieders mensenrechten e De Staat garandeert de naleving van

Nadere informatie

Datum 18 augustus 2015 Betreft Beantwoording vragen van het lid Kuzu over De situatie van Oeigoeren in de Chinese provincie Xinjiang

Datum 18 augustus 2015 Betreft Beantwoording vragen van het lid Kuzu over De situatie van Oeigoeren in de Chinese provincie Xinjiang Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag Postbus 20061 Nederland www.rijksoverheid.nl Uw Referentie Datum 18 augustus 2015 Betreft

Nadere informatie

WERKGROEP REGLEMENT VAN ORDE VAN DE EURO-MEDITERRANE PARLEMENTAIRE VERGADERING

WERKGROEP REGLEMENT VAN ORDE VAN DE EURO-MEDITERRANE PARLEMENTAIRE VERGADERING WERKGROEP REGLEMENT VAN ORDE VAN DE EURO-MEDITERRANE PARLEMENTAIRE VERGADERING Athene, 22 maart 2004 REGLEMENT VAN ORDE VAN DE EURO-MEDITERRANE PARLEMENTAIRE VERGADERING door het medevoorzitterschap van

Nadere informatie

Maatschappijwetenschappen 2e fase DE GENOCIDE IN SREBRENICA 1995 KNIPVELLEN

Maatschappijwetenschappen 2e fase DE GENOCIDE IN SREBRENICA 1995 KNIPVELLEN Maatschappijwetenschappen 2e fase DE GENOCIDE IN SREBRENICA 1995 KNIPVELLEN NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies OPDRACHT 2 HET FEITENRELAAS Zet de feiten op een rijtje door een

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET. Verdrag betreffende de Europese Unie; (met Protocollen) Maastricht, 7 februari 1992

TRACTATENBLAD VAN HET. Verdrag betreffende de Europese Unie; (met Protocollen) Maastricht, 7 februari 1992 10 (1992) Nr. 13 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 2012 Nr. 182 A. TITEL Verdrag betreffende de Europese Unie; (met Protocollen) Maastricht, 7 februari 1992 B. TEKST De Nederlandse

Nadere informatie

maatschappijwetenschappen pilot vwo 2015-I

maatschappijwetenschappen pilot vwo 2015-I Opgave 1 Kroatië toegetreden tot de EU Bij deze opgave horen de teksten 1 tot en met 3 en figuur 1. Inleiding Kroatië is een van de staten in de Balkan die voorheen tot Joegoslavië behoorden. In 1991 verklaarde

Nadere informatie

Immigratie- en Naturalisatiedienst Ministerie van Veiligheid en Justitie

Immigratie- en Naturalisatiedienst Ministerie van Veiligheid en Justitie Immigratie- en Naturalisatiedienst Ministerie van Veiligheid en Justitie > Retouradres: Postbus 1794, 2280 DT Rijswijk Aan Ministerie van Buitenlandse Zaken Directie Afrika Cluster Ambtsberichten en Terugkeer

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2011 495 Besluit van 24 oktober 2011, houdende wijziging van het reglement van orde voor de ministerraad in verband met de opheffing van de Nederlandse

Nadere informatie

Wie bestuurt de Europese Unie?

Wie bestuurt de Europese Unie? Wie bestuurt de Europese Unie? De Europese Unie (EU) is een organisatie waarin 28 landen in Europa samenwerken. Eén ervan is Nederland. Een aantal landen werkt al meer dan vijftig jaar samen. Andere landen

Nadere informatie

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN Jaargang 2014 no. 20 Onderlinge regeling als bedoeld in artikel 38, eerste lid, van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden van 8 januari 2014, regelende de samenwerking

Nadere informatie

Benelux... 121 Verdrag 27 juni 1962 aangaande de uitlevering en de rechtshulp in strafzaken tussen het Koninkrijk België, het Groothertogdom

Benelux... 121 Verdrag 27 juni 1962 aangaande de uitlevering en de rechtshulp in strafzaken tussen het Koninkrijk België, het Groothertogdom INHOUD Nationaal... 13 Artikelen 3-4 Strafwetboek (Wet 8 juni 1867)... 14 Wet 1 oktober 1833 op de uitleveringen... 15 Uitleveringswet 15 maart 1874... 17 Artikelen 6 14 Voorafgaande Titel Wetboek van

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijleer Politiek - Democratie en rechtstaat

Samenvatting Maatschappijleer Politiek - Democratie en rechtstaat Samenvatting Maatschappijleer Politiek - Democratie en rechtstaat Samenvatting door een scholier 1047 woorden 16 maart 2008 5,7 7 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Democratie en rechtstaat Hoofdstuk

Nadere informatie

DE DEMOCRATIE-INDEX GROEP 1: 1815-1848. 3. Hebben alle partijen min of meer gelijke kansen in de campagneperiode?

DE DEMOCRATIE-INDEX GROEP 1: 1815-1848. 3. Hebben alle partijen min of meer gelijke kansen in de campagneperiode? DE DEMOCRATIE-INDEX GROEP 1: 1815-1848 ACHTERGRONDINFORMATIE PERIODE 1815-1848 DE EERSTE JAREN VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN Tussen 1795 en 1813 was Nederland overheerst geweest door de Fransen. In

Nadere informatie

Provincie Oost-Vlaanderen Gemeente Nevele GEMEENTELIJKE RAAD VOOR PERSONEN MET EEN BEPERKING NEVELE. Statuten

Provincie Oost-Vlaanderen Gemeente Nevele GEMEENTELIJKE RAAD VOOR PERSONEN MET EEN BEPERKING NEVELE. Statuten Provincie Oost-Vlaanderen Gemeente Nevele GEMEENTELIJKE RAAD VOOR PERSONEN MET EEN BEPERKING NEVELE Statuten Provincie Oost-Vlaanderen Gemeente Nevele GEMEENTELIJKE RAAD VOOR PERSONEN MET EEN BEPERKING

Nadere informatie

AANBEVELING VAN DE COMMISSIE. van over een Europese hervestigingsregeling

AANBEVELING VAN DE COMMISSIE. van over een Europese hervestigingsregeling EUROPESE COMMISSIE Brussel, 8.6.2015 C(2015) 3560 final AANBEVELING VAN DE COMMISSIE van 8.6.2015 over een Europese hervestigingsregeling NL NL AANBEVELING VAN DE COMMISSIE van 8.6.2015 over een Europese

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Rijnstraat 8 2515 XP Den Haag Postbus 20061 Nederland www.rijksoverheid.nl Datum 16 april 2018 Betreft Beantwoording vragen

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 2 oktober 2003 (08.10) (OR. it) 11051/2/03 REV 2 CORDROGUE 66

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 2 oktober 2003 (08.10) (OR. it) 11051/2/03 REV 2 CORDROGUE 66 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 2 oktober 2003 (08.10) (OR. it) 11051/2/03 REV 2 CORDROGUE 66 NOTA van: het Italiaanse voorzitterschap aan: de horizontale Groep drugs nr. vorig doc.: 11051/03 CORDROGUE

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET

TRACTATENBLAD VAN HET 23 (2011) Nr. 2 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 2013 Nr. 238 A. TITEL Verdrag van de Raad van Europa inzake het voorkomen en bestrijden van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld;

Nadere informatie

Algemeen Ambtsbericht Federale Republiek Joegoslavië (exclusief Kosovo)

Algemeen Ambtsbericht Federale Republiek Joegoslavië (exclusief Kosovo) Algemeen Ambtsbericht Federale Republiek Joegoslavië (exclusief Kosovo) Redacteur(en): Directie Personenverkeer, Migratie en Vreemdelingenzaken Afdeling Asiel-en Migratiezaken Den Haag 070 3485462066 oktober

Nadere informatie

Procedure voor de benoeming van de leden van het CvdR. De procedures in de verschillende lidstaten

Procedure voor de benoeming van de leden van het CvdR. De procedures in de verschillende lidstaten Procedure voor de benoeming van de leden van het CvdR De procedures in de verschillende lidstaten SAMENVATTING In de preambule van het Verdrag betreffende de Europese Unie luidt het dat één van de doelstellingen

Nadere informatie

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE HOGE VERTEGENWOORDIGER VAN DE EUROPESE UNIE VOOR BUITENLANDSE ZAKEN EN VEILIGHEIDSBELEID Brussel, 13.4.2015 JOIN(2015) 10 final 2015/0073 (NLE) Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT

Nadere informatie

Functie en bevoegdheden Sociale raad

Functie en bevoegdheden Sociale raad Functie en bevoegdheden Sociale raad De statuten van de Sociale Raad van Zaventem worden als volgt vastgesteld : OPDRACHT EN BEVOEGDHEID Artikel 1 : De Sociale Raad heeft als opdracht : 1. het verstrekken

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 21.3.2018 COM(2018) 168 final 2018/0078 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD houdende machtiging van de Commissie om het mondiale pact voor veilige, ordelijke en reguliere

Nadere informatie

Standaard Eurobarometer 84. Die publieke opinie in de Europese Unie

Standaard Eurobarometer 84. Die publieke opinie in de Europese Unie Die publieke opinie in de Europese Unie Opiniepeiling besteld en gecoördineerd door de Europese Commissie, Directoraat-generaal Communicatie. Dit werd opgesteld voor de Vertegenwoordiging van de Europese

Nadere informatie

Nationale instituten voor de rechten van de mens (NIRM) Ineke Boerefijn 24 april 2015

Nationale instituten voor de rechten van de mens (NIRM) Ineke Boerefijn 24 april 2015 Nationale instituten voor de rechten van de mens (NIRM) Ineke Boerefijn 24 april 2015 Opzet: Vn ondersteunt staten bij inrichten nationaal instituut Raad van Europa ook Belang van nationale implementatie

Nadere informatie

De nieuwe landen in het oosten

De nieuwe landen in het oosten De nieuwe landen in het oosten Sinds het einde van de Koude Oorlog is de kaart van Europa ingrijpend gewijzigd. Sommige staten zijn verdwenen om op te gaan in een groter geheel ( denk aan de DDR), maar

Nadere informatie

*** ONTWERPAANBEVELING

*** ONTWERPAANBEVELING EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken 2011/0431(APP) 3.9.2012 *** ONTWERPAANBEVELING over het ontwerp van besluit van de Raad tot vaststelling van

Nadere informatie

HOOFDSTUK XII DE PRESIDENT EERSTE AFDELING ALGEMEEN

HOOFDSTUK XII DE PRESIDENT EERSTE AFDELING ALGEMEEN HOOFDSTUK XII DE PRESIDENT EERSTE AFDELING ALGEMEEN Artikel 90 1. De President is Staatshoofd van de Republiek Suriname, Hoofd van de Regering, Voorzitter van de Staatsraad en van de Veiligheidsraad. 2.

Nadere informatie

Inhoudstafel. Europese Unie Verdrag van 25 maart 1957 betreffende de Werking van de Europese Unie 153

Inhoudstafel. Europese Unie Verdrag van 25 maart 1957 betreffende de Werking van de Europese Unie 153 Inhoudstafel Nationaal... 13 Artikelen 3-4 Strafwetboek (Wet 8 juni 1867) 15 Wet 1 oktober 1833 op de uitleveringen 16 Uitleveringswet 15 maart 1874 17 Artikelen 6 14 Voorafgaande Titel Wetboek van Strafvordering

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2016:15083

ECLI:NL:RBDHA:2016:15083 ECLI:NL:RBDHA:2016:15083 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 09-12-2016 Datum publicatie 13-12-2016 Zaaknummer AWB 16/27150 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1998 1999 22 181 De situatie in voormalig Joegoslavië Nr. 296 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN BUITENLANDSE ZAKEN EN VAN DEFENSIE Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

HET KONINKRIJK BELGIË, DE REPUBLIEK BULGARIJE, DE TSJECHISCHE REPUBLIEK, HET KONINKRIJK DENEMARKEN, DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND, DE REPUBLIEK ESTLAND,

HET KONINKRIJK BELGIË, DE REPUBLIEK BULGARIJE, DE TSJECHISCHE REPUBLIEK, HET KONINKRIJK DENEMARKEN, DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND, DE REPUBLIEK ESTLAND, AANVULLENDE OVEREENKOMST TUSSEN TEN EERSTE, DE EUROPESE UNIE EN HAAR LIDSTATEN, TEN TWEEDE, IJSLAND, EN TEN DERDE, HET KONINKRIJK NOORWEGEN, BETREFFENDE DE TOEPASSING VAN DE OVEREENKOMST INZAKE LUCHTVERVOER

Nadere informatie

Algemeen ambtsbericht Servië en Montenegro (exclusief Kosovo) 2005

Algemeen ambtsbericht Servië en Montenegro (exclusief Kosovo) 2005 Algemeen ambtsbericht Servië en Montenegro (exclusief Kosovo) 2005 juli 2005 Ministerie van Buitenlandse Zaken Directie Personenverkeer, Migratie- en Vreemdelingenzaken afdeling Asiel- en Migratiezaken

Nadere informatie

Wat is een constitutie?

Wat is een constitutie? Wat is een constitutie? 2 Veel landen op de wereld worden op een democratische manier bestuurd. Een democratie staat echter niet op zichzelf. Bij een democratie hoort namelijk een rechtsstaat. Democratie

Nadere informatie

De EU-lijst van personen, groepen en entiteiten waarvoor specifieke maatregelen ter bestrijding van het terrorisme gelden

De EU-lijst van personen, groepen en entiteiten waarvoor specifieke maatregelen ter bestrijding van het terrorisme gelden EUROPESE UNIE ~OVERZICHT~ De EU-lijst van personen, groepen en entiteiten waarvoor specifieke maatregelen ter bestrijding van het terrorisme gelden PERS 6 februari 2008 In december 2001 heeft de EU voor

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 13 februari 2007 (OR. en) 5332/07 PESC 38 COEST 9

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 13 februari 2007 (OR. en) 5332/07 PESC 38 COEST 9 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 13 februari 2007 (OR. en) 5332/07 PESC 38 COEST 9 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: GEMEENSCHAPPELIJK OPTREDEN VAN DE RAAD tot wijziging en verlenging

Nadere informatie

AEG deel 3 Naam:. Klas:.

AEG deel 3 Naam:. Klas:. AEG deel 3 Naam:. Klas:. 1-Video Grensverleggend Europa; Het moet van Brussel. a-in welke Europese stad staat Jan Jaap v.d. Wal? b-beschrijf in het kort waarom een betere Europese samenwerking nodig was.

Nadere informatie

Commissie Europa en Internationaal van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten

Commissie Europa en Internationaal van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten Reglement Commissie Europa en Internationaal van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten Als bedoeld in artikel 24 lid 7 van de Statuten van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Gewijzigd vastgesteld

Nadere informatie

1 van 6 17-11-2008 19:23

1 van 6 17-11-2008 19:23 1 van 6 17-11-2008 19:23 Beantwoording vragen leden Van der Staaij, Voordewind, Van Baalen en Van Gennip over de situatie in Papoea 05-04-2007 Kamerstuk Nederlands Ministerie van Buitenlandse Zaken Graag

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13095/1/00 REV 1 LIMITE MIGR 91 COMIX 802

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13095/1/00 REV 1 LIMITE MIGR 91 COMIX 802 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 17 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13095/1/00 REV 1 LIMITE MIGR 91 COMIX 802 NOTA van: aan: Betreft: het voorzitterschap het Comité van permanente vertegenwoordigers Initiatief

Nadere informatie

Datum 25 november 2011 Betreft Terms of Reference voor thematisch ambtsbericht Christenen in Egypte

Datum 25 november 2011 Betreft Terms of Reference voor thematisch ambtsbericht Christenen in Egypte Immigratie- en Naturalisatiedienst Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties > Retouradres Postbus 1794 2280 DT Rijswijk Aan Ministerie van Buitenlandse Zaken Directie Consulaire Zaken en

Nadere informatie

Internationale Rode Kruis- en Rode Halve Maanbeweging

Internationale Rode Kruis- en Rode Halve Maanbeweging Internationale Rode Kruis- en Rode Halve Maanbeweging Structuur De Internationale Rode Kruisbeweging bestaat uit drie onderdelen: Nationale Rode Kruis- en Rode Halve Maanverenigingen (onder meer het Belgische

Nadere informatie

De organisatie van de EU

De organisatie van de EU I De organisatie van de EU 1 Inleiding De Europese Unie (EU) bestaat inmiddels uit 28 lidstaten. Nadat zes lidstaten het samenwerkingsverband begonnen, hebben de EU en haar rechtsvoorgangers verschillende

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN BUITENLANDS BELEID EN ONROEREND ERFGOED EN DE VLAAMSE MINISTER VAN BEGROTING, FINANCIËN EN ENERGIE NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Definitieve goedkeuring van het ontwerp

Nadere informatie

De Federale Regering, De Vlaamse Regering, De Waalse Regering, De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, De Regering van de Duitstalige Gemeenschap,

De Federale Regering, De Vlaamse Regering, De Waalse Regering, De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, De Regering van de Duitstalige Gemeenschap, OVEREENKOMST TUSSEN HET KONINKRIJK BELGIË EN DE REPUBLIEK MALI INZAKE HET VERRICHTEN VAN BETAALDE WERKZAAMHEDEN DOOR BEPAALDE GEZINSLEDEN VAN HET DIPLOMATIEK EN CONSULAIR PERSONEEL Het Koninkrijk België,

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 21.3.2018 COM(2018) 167 final 2018/0079 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD houdende machtiging van de Commissie om het mondiale pact voor veilige, ordelijke en reguliere

Nadere informatie

5. Protocol tot vaststelling van het statuut van de. Europese Investeringsbank

5. Protocol tot vaststelling van het statuut van de. Europese Investeringsbank De Slotakte vermeldt de verbindende protocollen en de niet-verbindende verklaringen Slotakte De CONFERENTIE VAN DE VERTEGENWOORDIGERS VAN DE REGERINGEN VAN DE LIDSTATEN, bijeen te Brussel op 30 september

Nadere informatie

Wie bestuurt de Europese Unie?

Wie bestuurt de Europese Unie? Wie bestuurt de Europese Unie? De Europese Unie (EU) is een organisatie waarin 28 landen in Europa samenwerken. Eén ervan is Nederland. Een aantal landen werkt al meer dan vijftig jaar samen. Andere landen

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 21.12.2011 COM(2011) 911 definitief 2011/0447 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD inzake de verklaring van aanvaarding door de lidstaten, in het belang van de Europese

Nadere informatie

Wat is een constitutie?

Wat is een constitutie? Wat is een constitutie? Veel landen op de wereld worden op een democratische manier bestuurd. Een democratie staat echter niet op zichzelf. Bij een democratie hoort namelijk een rechtsstaat. Democratie

Nadere informatie

KROATIË BENODIGDE TRANSPORTVERGUNNINGEN. 1. Benodigde transportvergunningen voor Nederlandse vervoerders

KROATIË BENODIGDE TRANSPORTVERGUNNINGEN. 1. Benodigde transportvergunningen voor Nederlandse vervoerders KROATIË BENODIGDE TRANSPORTVERGUNNINGEN 1. Benodigde transportvergunningen voor Nederlandse vervoerders - Gewaarmerkte kopie Eurovergunning voor grensoverschrijdend vervoer. - Voor het vervoer naar, van

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET. Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie; (met Bijlagen) Rome, 25 maart 1957

TRACTATENBLAD VAN HET. Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie; (met Bijlagen) Rome, 25 maart 1957 13 (1957) Nr. 18 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 2010 Nr. 40 A. TITEL 1) Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie; (met Bijlagen) Rome, 25 maart 1957 B. TEKST De Franse

Nadere informatie

6,1. De Balkan - Het ontrafelen van de chaos Macedonië. Werkstuk door een scholier 2665 woorden 6 april keer beoordeeld.

6,1. De Balkan - Het ontrafelen van de chaos Macedonië. Werkstuk door een scholier 2665 woorden 6 april keer beoordeeld. Werkstuk door een scholier 2665 woorden 6 april 2004 6,1 44 keer beoordeeld Vak Geschiedenis De Balkan - Het ontrafelen van de chaos Macedonië Inleiding Wij willen het gaan hebben over de ontwikkeling

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT NL NL NL COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 7.1.2009 COM(2008)897 definitief 2006/0008 (COD) MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT overeenkomstig artikel 251, lid 2, tweede

Nadere informatie

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE HOGE VERTEGENWOORDIGER VAN DE UNIE VOOR BUITENLANDSE ZAKEN EN VEILIGHEIDSBELEID Brussel, 28.11.2016 JOIN(2016) 54 final 2016/0366 (NLE) Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Nadere informatie

13.1. De geschiedenis van de Europese Unie

13.1. De geschiedenis van de Europese Unie Hoofdstuk 13: De Europese Unie 13.1. De geschiedenis van de Europese Unie 1945 V.S. heeft West-Europa versus Sovjet-Unie heeft Oost-Europa - V.S. heeft Marshallplan voor economische steun - Oprichting

Nadere informatie