11 woningen aan de Vliet te Ottoland WATERTOETS Herkon concept

Transcriptie

1 11 woningen aan de Vliet te Ottoland WATERTOETS Herkon concept ADCIM b.v. Rembrandtlaan AW Sliedrecht Tel Fax Info:

2 Verantwoording Titel : Watertoets 11 woningen aan de Vliet Ottoland Projectnummer : Documentnummer : C-WA-001 Revisie : - Datum : Auteur(s) : DAB adres : dburggraaf@adcim.nl Gecontroleerd : DWD 2

3 INHOUDSOPGAVE 1. ALGEMEEN BELEIDSKADER OVERZICHT BOUWPLAN OPPERVLAKTENANALYSE BESTAAND WATERSYSTEEM Hemelwater en afvalwater hemelwater afvalwater Oppervlaktewater Waterkering Kwel grondwater TOEKOMSTIG WATERSYSTEEM Hemelwater en afvalwater Hemelwater afvalwater Oppervlaktewater Waterkering Kwel Grondwater SAMENVATTING Bijlage 1, toelaatbare peilstijging Bijlage 2, overzicht plan Bijlage 3, ligging kern- en beschermingszone boezemkade Bijlage 4, overzicht oppervlakten bestaande situatie Bijlage 5, overzicht oppervlakten nieuwe situatie

4 1. Algemeen In het kader van een ruimtelijke onderbouwing is door Adcim een watertoets opgesteld voor het bouwplan 11 woningen aan de Vliet te Ottoland. In dit stuk worden watergerelateerde zaken zoveel mogelijk inzichtelijk gemaakt. Na bespreking kunnen de verschillende elementen worden verwerkt tot een definitieve watertoets, welke bruikbaar is voor de te volgen RO procedures. 4

5 2. Beleidskader Het plangebied van de bouwlocatie ligt binnen het beheersgebied van Waterschap Rivierenland. Op grond van de Waterschapswet is het waterschap belast met de zorg voor het waterbeheer binnen haar beheersgebied. Deze taak omvat de zorg voor zowel de waterkeringen als het oppervlaktewater in kwantitatief en kwalitatief opzicht. De watertoets en de uitgangspunten hiervoor zijn gebaseerd op landelijk gemaakte afspraken en landelijke documenten. Dit zijn: Nota Anders Omgaan met Water (Kabinetsstandpunt over het waterbeleid 21e eeuw, dec. 2000) Nationaal Bestuursakkoord Water (2 juli 2003) Landelijke Handreiking Watertoets 2 (RIZA, december 2006) De watertoets is ook verankerd in de het Waterbeheerplan (Waterschap Rivierenland 22 december 2009). Het waterschap hanteert voor het opstellen en beoordelen van de watertoets 4 thema s: Thema 1 (Waterneutraal inrichten) gaat over het belang van voldoende waterberging bij ruimtelijke ingrepen. Daarmee wordt voorkomen dat wateroverlast kan ontstaan bij hevige neerslag. Thema 2 (Schoon inrichten) gaat over het belang van het bereiken van een goede waterkwaliteit bij ruimtelijke plannen. Thema 3 (Veilig inrichten) gaat over het respecteren van de het goed functioneren van de waterkeringen. Thema 4 (Bijzondere wateren en voorzieningen) gaat tenslotte over wateren met een specifieke functie en voorzieningen zoals zuiveringsinstallaties. Het algemene waterbeleid dat op het plangebied van toepassing is staat beschreven in: de Europese Kaderrichtlijn Water (december 2000); het Waterbeleid 21e eeuw/ Nationaal Bestuursakkoord Water (2003); Waterbeheerplan WSRL; Het Provinciaal Waterplan Zuid-Holland Samengevat geldt in al deze plannen de ontwikkeling van een duurzaam watersysteem als uitgangspunt. Concreet kan dat worden uitgewerkt door: (grond)water neutraal bouwen; infiltratie of berging van hemelwater binnen het plangebied; beperken van het verhard oppervlak; maatregelen ter voorkoming van (grond)watervervuiling; niet gebruiken van uitloogbare materialen. Bij alle werkzaamheden die in en rond oppervlaktewater plaatsvinden geldt tenslotte dat deze onderhavig zijn aan de Wet verontreiniging oppervlaktewater (Wvo), het Bouwstoffenbesluit en de Keur van het waterschap. Indien bij o.a. het uitvoeren van onderhoudswerken, het plaatsen van bouwwerken en het lozen uit een werk wordt afgeweken van deze regelgeving, dient hiervoor schriftelijk vergunning / ontheffing te worden aangevraagd bij het waterschap. 5

6 3. Overzicht bouwplan De ligging van het plangebied is weergegeven in onderstaande figuur. Figuur 1, locatie ontwikkeling Het plangebied ligt aan de noordoostzijde van het buurtschap Laag-Blokland, direct ten westen van de watergang de Ottolandse Vliet. Het bouwplan omvat de nieuwbouw van 11 woningen met bijbehorende parkeervoorzieningen aan de Ottolandse Vliet te realiseren. Het betreft de bouw van 1 vrijstaande-, 4 rij-, 4 starters- en 2 seniorenwoningen. Binnen de plangrenzen is geen bestaande bebouwing aanwezig. Een overzicht van het bouwplan is opgenomen in bijlage 2. 6

7 4. Oppervlaktenanalyse De oppervlaktebalans voor het plangebied is samengevat in onderstaande tabel. bestaand nieuw saldo onderdeel oppervlak (m2) oppervlak (m2) oppervlak (m2) bebouwing kavels verhard* verhard oppervlak kavels onverhard water groen totaal * gerekend met 30% onbebouw d oppervlak Tabel 1 overzicht verhard oppervlak bestaande situatie De hoeveelheid verhard oppervlak neemt toe met m2. Een overzichtstekening van de oppervlakten in bestaande en nieuwe situatie is opgenomen in de bijlagen 4 en 5. 7

8 5. Bestaand watersysteem 5.1. Hemelwater en afvalwater hemelwater Het terrein is in de bestaande situatie geheel onverhard afvalwater In de bestaande situatie is geen bebouwing en dus ook geen DWA belasting aanwezig Oppervlaktewater Het oppervlaktewater rondom het plangebied is gelegen in peilgebied Laag-Blokland (NDW001): Naam peilgebied zomerpeil winterpeil NDW001-1,73-1,83 Direct ten oosten van het plangebied ligt de Ottolandsevliet die deel uitmaakt van de lage boezem Overwaard (OVW200). Naam peilgebied min/max peil boezempeil OVW200-1,00 / -0,25-0,75 OVW 200 Figuur 2 ligging peilgebied Bron: peilbesluit Alblasserwaard, wsrl Het watersysteem in en rond het plangebied is weergegeven in onderstaande figuur. 8

9 watertoets Figuur 3 watersysteem in en rond plangebied bron: leggerkaart Alblasserwaard, wsrl Het plangebied wordt bijna volledig omsloten door een B-min watergang. Voor B-watergangen geldt op grond van de legger een standaardbeschermingszone van 1 meter uit de insteek. Direct ten oosten van het plangebied ligt de Ottolandse vliet. Deze laatste is een A-watergang Waterkering De oostelijke plangrens wordt gevormd door de boezemkade langs de Ottolandse vliet. Dit is een regionale waterkering van categorie 2 (boezemkade). Voor deze boezemkade zijn de volgende afmetingen en keurzone van toepassing: Kernzone: van binnenteen van de waterkering +2 meter tot buitenteen waterkering +2 meter; Beschermingszone: tot 12,50 meter uit de as van de waterkering; Hoogte: conform bestaande hoogte; Kruinbreedte: minimaal 3 meter; Taluds: binnentalud 1:2, buitentalud 1:1,5 In principe geldt dat er geen bebouwing op de waterkering aanwezig mag zijn. Waar al veel bebouwing (lintbebouwing in dit geval) aanwezig is, kan hiervan worden afgeweken. Wel worden er beperkingen gesteld aan de bebouwing. Zo moet de bebouwing in ieder geval buiten het profiel volgens bovenstaande afmetingen blijven. Daarnaast geldt dat er gebouwd moet worden op het huidige maaiveld. Daardoor is het niet mogelijk om kelders aan te brengen onder de bebouwing. Het bouwplan is binnendijks gelegen Kwel Kwelproblemen zijn voor de bestaande situatie niet bekend. 9

10 5.5. grondwater Volgend de Bodemkaart van Nederland geldt in het plangebied grondwatertrap IV. De gemiddeld hoogste grondwaterstand ligt hier van nature meer dan 0,4 m beneden het maaiveld, terwijl de gemiddeld laagste grondwaterstand tussen 0,8 m en 1,2 m beneden het maaiveld ligt. 10

11 6. Toekomstig watersysteem 6.1. Hemelwater en afvalwater Hemelwater In geval van nieuw woongebied (in- en uitbreidingen, herinrichting) is het beleid van het waterschap gericht op het voorkomen van afvoer van hemelwater via riolering naar de rioolwaterzuiveringsinstallatie. In geval van nieuwe woonwijken wordt gestreefd naar het niet aankoppelen van 100% van het verhard oppervlak. Hieruitvolgend geldt voor de ontwikkeling dat dak- en verhard oppervlak afgekoppeld dienen te worden. De wijze van afkoppelen dient bepaald te worden aan hand van de in 1999 vastgestelde BOR-G, afkoppelbeslisboom. Hierin is vastgelegd de voorkeursvolgorde van afkoppelwijzen en de noodzaak of wenselijkheid van filtertechnieken en voorbehandeling. De voorkeursvolgorde is als volgt: 1) Gebruik van hemelwater; 2) hemelwater opvangen op een vegetatiedak (= voorkómen afvoer); 3) infiltratie van hemelwater zonder overloop; 4) infiltratie van hemelwater met overloop naar oppervlaktewater; 5) hemelwater afvoeren naar oppervlaktewater; 6) hemelwater afvoeren naar de rioolwaterzuiveringsinstallatie. De voorkeur voor het afkoppelen gaat op basis hiervan uit naar infiltreren van het hemelwater in de ondergrond. Gezien de grondslag ter plaatse, bestaande uit klei en veen, is infiltratie echter niet mogelijk. Uitgaande van de beslisboom kan vanuit kwalitatief oogpunt in principe al het regenwater worden afgekoppeld (of niet aangekoppeld) en worden geloosd op oppervlaktewater of bodem, mits dit via een filtervoorziening gebeurt. De wetgeving die ten grondslag ligt aan dit beleid is aan verandering onderhevig. Tot het moment van zekerheid over de nieuwe waterwetgeving, wordt door WSRL het volgende interim-beleid gehanteerd: bij hemelwaterlozingen van woonwijken en kantorenparken (milieucategorie 1 en 2) worden geen filters meer voorgeschreven en wordt volstaan met een aanbeveling om gebruik te maken van bewezen technieken zoals bodem- en bermpassages en wadi s. Indien geen bodem- of bermpassage wordt toegepast, wordt een geschikte locatie voor een mechanisch filter beschikbaar gehouden, zowel in fysieke als juridische zin (bestemmingsplan) en wordt dit vastgelegd in een bestuurlijke brief. Om het aantal locaties te beperken wordt aanbevolen om ook het aantal lozingspunten zo klein mogelijk te houden. Gekozen is voor optie A, waarbij het regenwater wordt afgevoerd via oppervlakkige afstroming en bermpassage. Dakwater zal rechtstreeks worden geloosd. Bij de bouw zullen daarom geen uitloogbare materialen worden toegepast, of worden deze voorzien van een coating. 11

12 De hoofdlijnen van de toekomstige hemelwaterafvoer zijn gegeven in figuur 4. Afvoer verhard oppervlak via oppervlakkige afstroming Afvoer dakvlak Figuur 4 voorstel afvoer RWA nieuwe situatie afvalwater Binnen de plangrenzen worden 11 woningen gerealiseerd. Uitgaande van een DWA belasting van 12 l/uur per inwoner en 2,5 inwoner per woning bedraagt de totale DWA belasting 11 x 2,5 x 12 = 330 l/uur (0,33 m3/uur). Omdat het plan rondom is omgeven door water is rechtstreekse aansluiting op het bestaande gemengde rioleringsysteem van de gemeente Graafstroom in Ottoland niet mogelijk. Door de voorgeschreven hoogteligging van de te maken duiker in de toegangsdam is ook een vrij-verval leiding via deze dam niet mogelijk. Gekozen is daarom voor plaatsing van een drukrioleringsunit welke loost op het gemeentelijk riool. De hoofdlijnen van de toekomstige DWA afvoer zijn weergegeven in figuur 5. 12

13 DWA afvoer Drukrioleringsunit Persleiding 63 mm Figuur 5 voorstel afvoer DWA nieuwe situatie De plaats van inprik op de bestaande riolering behoeft de goedkeuring van de gemeente Oppervlaktewater BESCHERMINGSZONE B-WATERGANG Langs de aanwezige B-watergangen is een onderhoudsstrook van 1,00 m breedte aanwezig. Dit is een in principe obstakelvrije strook die als beschermingszone in de legger is aangewezen. Met deze zone wordt handmatig en/of machinaal onderhoud van de watergang vanaf de kant mogelijk gemaakt. Een klein gedeelte van de nieuwe bebouwing valt binnen de beschermingszone, zie onderstaande figuur. 13

14 Bebouwing in beschermingszone beschermingszone B-water Figuur 6 ligging bouwplan t.o.v. beschermingszone B-water AANBRENGEN DAM MET DUIKER Ten behoeve van de ontsluiting van het plangebied wordt een dam met duiker aangebracht in de bestaande B-watergang aan de zuid-westzijde van het plangebied. Voor het aanbrengen van duikers in een B-watergang geldt een algemene regel van WSRL. Het doel van deze beleidsregel is het beschermen van de functie van watergangen als onderdeel van het totale waterhuishoudkundige systeem. In het geval van dammen met duikers gaat het er om dat de doorstroming van watergangen is gewaarborgd, dat er zo min mogelijk waterbergingsverlies optreedt en dat doelmatig onderhoud aan de watergang niet wordt belemmerd. De beleidregels zijn als volgt samen te vatten: In stedelijk gebied geldt dat de minimale doorsnede van een duiker in een B- watergang 800 mm moet zijn. De vrije doorstroming (ruimte in de duiker boven het waterpeil) in B-watergangen moet bij winterpeil 1/5 van de duikerdiameter zijn, met een minimum van 200 mm. De lengte van de aan te leggen duiker is ca. 10 m. Winterpeil 1,83 m - Duiker beton 800 mm 0,20 m lucht t.o.v. winterpeil Figuur 7 ligging duiker 14

15 COMPENSATIE OPPERVLAKTEWATER De initiatiefnemer is verplicht om voldoende waterberging te realiseren voor nieuw stedelijk gebied. Dit als compensatie voor de toename aan verhard oppervlak. Een toename aan verharding mag niet leiden tot een verhoogde afvoer van water uit het plangebied, ten opzichte van de oorspronkelijke situatie (afvoer maximaal gelijk aan de landelijke afvoer uit het gebied). De norm voor watercompensatie van Waterschap Rivierenland ligt op 436 m 3 benodigde waterberging per netto verharde hectare oppervlak, uitgaande van waterberging in open water. De benodigde waterberging voor nieuwbouw moet worden ingericht en gefinancierd door de initiatiefnemer en is verplicht in het kader van de watertoets en via de ontheffingsverlening op de Keur van het waterschap. Het ruimtebeslag van de waterberging is afhankelijk van de manier waarop de waterberging vorm gegeven wordt. Uit de in hfdst. 4 opgestelde oppervlakte analyse volgt dat de hoeveelheid verhard oppervlak toeneemt toe met m 2. Toename van het verhard oppervlak dient gecompenseerd te worden binnen het peilgebied waarin in de toename ligt. Volgens het beleid van WSRL zijn éénmalig de eerste 500 m 2 van de toename vrijgesteld van de compensatieplicht 1. De benodigde compensatie bedraagt conform de eisen van het waterschap ( m2) ha x 436 m 3 /ha = 310 m 3. Bij compensatie als oppervlaktewater en een toelaatbare peilstijging van 0,20 m (zie bijlage) bedraagt de benodigde hoeveelheid te graven water 310 m 3 / 0,2 = m2. Daarnaast moet ook de hoeveelheid (vanwege de aan te brengen duiker) te dempen oppervlaktewater opgenomen worden. Dit is 14 m2. De totale omvang van de benodigde compensatie bedraagt m m2 = m2. Binnen het gegeven stedenbouwkundig plan en de eigendomsgrenzen is geen ruimte beschikbaar voor het graven van compenserend oppervlaktewater. In overleg met de gemeente zal gezocht worden naar een alternatieve locatie. 1 zie tekst beleidsregels keur waterschap Rivierenland m.i.v art

16 6.3. Waterkering De nieuwbouw ligt binnen de beschermingszone maar buiten de kernzone van de boezemkade, zie de bijlagen. Tevens is ter plaatse van de bebouwing een profiel van vrije ruimte aanwezig. Eis van het waterschap is dat de nieuwbouw buiten de kernzone van de waterkering blijft én boven het profiel van vrije ruimte. Het laatste betekent dat vloer en funderingsbalken boven een hoogte van -0.7 m NAP moeten blijven en dat alleen funderingspalen de lijn van profiel van vrije ruimte mogen doorsnijden. Genoemde eisen leiden tot een vloerpeil van ca. 0,35 m+ NAP. beschermingszone kernzone as Profiel vrije ruimte nieuwbouw NAP 3,00 Gemeten profiel 1:2 1:4 1:1.5 Max. 0,25- boezem 0,75- Min. 0,75-1:1,5 1:2 theoretisch profiel boezemkade Kabels en leidingenstrook Kruipruimte vullen met grond Figuur 8 ligging nieuwbouw t.o.v. boezemkade Omdat de bebouwing volledig binnen de beschermingszone wordt gerealiseerd moet voor uitvoering een ontheffing op de keur worden aangevraagd. Aanvragen worden beoordeeld op de volgende criteria: Beheer > Het talud van de boezemkade wordt door de ophoging van het terrein opgenomen in het terrein; Onderhoud > Het binnendijkse talud behoeft door de terreinophoging geen onderhoud meer. Functiescheiding > De boezemkade krijgt in de nieuwe situatie geen nieuwe extra functies en blijft uitsluitend dienst doen als waterkering. Afmetingen en zonering van waterkering volgens legger en Keur > de nieuwe bebouwing ligt ruim buiten het theoretisch profiel van de boezemkade. Ter bescherming van de waterkering is een dijksluitingsperiode bepaald waarin uitvoering van werkzaamheden in en nabij waterkeringen niet of beperkt wordt toegestaan. De dijksluitingsperiode geldt van 15 oktober tot 1 april. De dijksluitingsperiode geldt voor de primaire en voor de regionale waterkeringen met uitzondering van het boezemsysteem (Overwaard, Nederwaard, Merwedekanaal, Zouweboezem, Kanaal van Steenenhoek). In de uitvoering van de bouwplannen hoeft daarom geen rekening met de dijksluiting gehouden te worden. Voor het aanbrengen van kabels en leidingen in de beschermingszone van de waterkering wordt door het waterschap een nee tenzij beleid gevoerd. Omdat het volledige bouwplan binnen de beschermingszone ligt is er echter geen alternatief voorhanden. Het voorgestelde nutstrace is weergegeven in figuur 8 en ligt volledig boven het profiel van vrije ruimte. 16

17 6.4. Kwel In de bestaande situatie zijn geen problemen met kwel bekend. Een toename van kwel is niet te verwachten omdat: Het plangebied wordt opgehoogd; geen riolering wordt aangelegd (m.u.v. een persleiding). De bestaande deklaag blijft vrijwel volledig intact Grondwater Het vloerpeil van de nieuwbouw wordt bepaald door de eisen vanuit de waterkering en zal ca. 0,35 m+ NAP bedragen. De doorlegging bedraagt bij deze hoogte 2,08 m t.o.v. zomerpeil. Definitieve bepaling van de ontwerphoogten zal in een later stadium plaatsvinden. Gezien de omvang van het ontwikkelingsplan kan gesteld worden dat de invloed op de grondwaterstroming en grondwaterstand minimaal zijn. Schade aan derden, zowel in de bouwfase als in de uiteindelijke vorm, zijn niet te verwachten. 17

18 7. Samenvatting OPPERVLAKTEN De hoeveelheid verhard oppervlak neemt toe met m2. OPPERVLAKTEWATER Het oppervlaktewater rondom het plangebied is gelegen in peilgebied Laag-Blokland (NDW001): Naam peilgebied zomerpeil winterpeil NDW001-1,73-1,83 Direct ten oosten van het plangebied ligt de Ottolandsevliet die deel uitmaakt van de lage boezem Overwaard (OVW200). Naam peilgebied min/max peil boezempeil OVW200-1,00 / -0,25-0,75 REGENWATERAFVOER Het terrein is in de bestaande situatie geheel onverhard. In de nieuwe situatie wordt het regenwater van verhard oppervlak afgevoerd via oppervlakkige afstroming en bermpassage. Dakwater wordt rechtstreeks geloosd op het omliggende oppervlaktewater. Bij de bouw zullen daarom geen uitloogbare materialen worden toegepast, of worden deze voorzien van een coating. VUILWATERAFVOER In de bestaande situatie is geen DWA afvoer aanwezig. Binnen de plangrenzen worden 11 woningen gerealiseerd. Uitgaande van een DWA belasting van 12 l/uur per inwoner en 2,5 inwoner per woning bedraagt de totale DWA belasting 11 x 2,5 x 12 = 330 l/uur (0,33 m3/uur). Omdat het plan rondom is omgeven door water is rechtstreekse aansluiting op het bestaande gemengde rioleringsysteem van de gemeente Graafstroom in Ottoland niet mogelijk. Door de voorgeschreven hoogteligging van de te maken duiker in de toegangsdam is ook een vrij-verval leiding via deze dam niet mogelijk. Gekozen is daarom voor plaatsing van een drukrioleringsunit welke loost op het gemeentelijk riool. De plaats van inprik op het bestaande rioleringsysteem behoeft de goedkeuring van de gemeente. WATERCOMPENSATIE Toename van het verhard oppervlak dient gecompenseerd te worden binnen het peilgebied waarin in de toename ligt. Volgens het beleid van WSRL zijn éénmalig de eerste 500 m 2 van de toename vrijgesteld van de compensatieplicht. De benodigde compensatie bedraagt conform de eisen van het waterschap ( m2) ha x 436 m 3 /ha = 310 m 3. Bij compensatie als oppervlaktewater en een toelaatbare peilstijging van 0,20 m (zie bijlage) bedraagt de benodigde hoeveelheid te graven water 310 m 3 / 0,2 = m2. Daarnaast moet ook de hoeveelheid (vanwege de aan te brengen duiker) te dempen oppervlaktewater opgenomen worden. Dit is 14 m2. De totale omvang van de benodigde compensatie bedraagt m m2 = m2. 18

19 Binnen het gegeven stedenbouwkundig plan en de eigendomsgrenzen is geen ruimte beschikbaar voor het graven van compenserend oppervlaktewater. In overleg met de gemeente zal gezocht worden naar een alternatieve locatie. WATERKERING De nieuwbouw ligt binnen de beschermingszone maar buiten de kernzone van de boezemkade, zie de bijlagen. Tevens is ter plaatse van de bebouwing een profiel van vrije ruimte aanwezig. Eis van het waterschap is dat de nieuwbouw buiten de kernzone van de waterkering blijft én boven het profiel van vrije ruimte. Het laatste betekent dat vloer en funderingsbalken boven een hoogte van -0.7 m NAP moeten blijven en dat alleen funderingspalen de lijn van profiel van vrije ruimte mogen doorsnijden. Genoemde eisen leiden tot een vloerpeil van ca. 0,35 m+ NAP. Ter bescherming van de waterkering is een dijksluitingsperiode bepaald waarin uitvoering van werkzaamheden in en nabij waterkeringen niet of beperkt wordt toegestaan. De dijksluitingsperiode geldt van 15 oktober tot 1 april. De dijksluitingsperiode geldt voor de primaire en voor de regionale waterkeringen met uitzondering van het boezemsysteem (Overwaard, Nederwaard, Merwedekanaal, Zouweboezem, Kanaal van Steenenhoek). In de uitvoering van de bouwplannen hoeft daarom geen rekening met de dijksluiting gehouden te worden. KWEL In de bestaande situatie zijn geen problemen met kwel bekend. Een toename van kwel is niet te verwachten omdat: Het plangebied wordt opgehoogd; geen riolering wordt aangelegd (m.u.v. een persleiding). De bestaande deklaag blijft vrijwel volledig intact GRONDWATER Het vloerpeil van de nieuwbouw wordt bepaald door de eisen vanuit de waterkering en zal ca. 0,35 m+ NAP bedragen. De doorlegging bedraagt bij deze hoogte 2,08 m t.o.v. zomerpeil. Definitieve bepaling van de ontwerphoogten zal in een later stadium plaatsvinden. Gezien de omvang van het ontwikkelingsplan kan gesteld worden dat de invloed op de grondwaterstroming en grondwaterstand minimaal zijn. Schade aan derden, zowel in de bouwfase als in de uiteindelijke vorm, zijn niet te verwachten

20 Bijlage 1, toelaatbare peilstijging plangebied 20

21 Bijlage 2, overzicht plan

22 Bijlage 3, ligging kern- en beschermingszone boezemkade 22

23 Bijlage 4, overzicht oppervlakten bestaande situatie Dakvlak Verhard oppervlak Groen / kavel water 23

24 Bijlage 5, overzicht oppervlakten nieuwe situatie Dakvlak Verhard oppervlak Groen / kavel water 24