Basisgebruik en display items. Aansluiten van overige apparatuur. De BR-CD aan- en uitzetten. Het contrast in de display bijstellen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Basisgebruik en display items. Aansluiten van overige apparatuur. De BR-CD aan- en uitzetten. Het contrast in de display bijstellen"

Transcriptie

1 Basisgebruik (van installatie tot het maken van een cd) Lees, voordat u deze apparatuur in gebruik neemt, vooral eerst zorgvuldig de paragrafen HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUI- KEN en BELANGRIJKE OPMERKINGEN (Gebruikershandleiding p. 2-3 en p. 4-5). In deze paragrafen vindt u belangrijke informatie, aangaande een zorgvuldig gebruik van de apparatuur. Verder is het aanbevolen om de secties Algemeen Gebruik en Gebruikershandleiding in zijn geheel goed door te lezen, om ervan verzekerd te zijn, dat u een goed begrip krijgt van de verschillende kenmerken en werking van uw nieuwe apparatuur. De handleiding is een handig naslagwerk en dient dus zorgvuldig te worden bewaard. Gebruik van deze handleiding De Gebruikershandleiding van de BR-1600CD bestaat uit twee onderdelen: Basisgebruik en Gebruikershandleiding. In Basisgebruik staat beschreven, hoe u deze apparatuur in werking stelt, opnames maakt, de playback functie gebruikt, een mix maakt, en hoe u een originele audio CD creëert. Lees, voordat u de BR-1600CD in gebruik neemt, deze handleiding eerst een keer helemaal door. In Gebruikershandleiding vindt u de beschrijving van functies, die in Basisgebruik niet worden genoemd. Neemt u dit gedeelte door om zich een meer uitvoerig begrip en gebruiksmogelijkheden van de BR-1600CD eigen te maken. Basisgebruik en display items Aansluiten van overige apparatuur De BR-CD aan- en uitzetten Het contrast in de display bijstellen Demo s beluisteren en songs selecteren (Song Select) Basisgebruik van de recorder Een song bewerken voor opname (Song New) Een input bron selecteren voor opname (Input Select) Het volume van de input bron bijstellen (Input Sensitivity) Opnemen met effecten (Insert Effects) Het selecteren van drums als begeleiding bij opname Het opname niveau bijstellen Het instellen van de audio links/rechts positie (Input Pan) Toepassing van galm voor een warmer geluid tijdens opname (Reverb) Opname Fouten in de gemaakte opname herstellen (Undo/Redo) Een nieuwe track opnemen over een eerdere opname (Overdubben) Het mixen van verschillende audio tracks naar een stereo track (Mix Down) Een song opslaan (Song Save) Volume en compressie regelen voor CD schrijven (Mastering Tool Kit) Uw voltooide song op CD schrijven (Audio CD Write) Uw audio CD beluisteren (Audio CD Play) Uitleg van in deze handleiding gedrukte tekens Tekst of nummers, die tussen rechte haakjes [ ] zijn gezet, verwijzen naar knoppen. [PLAY] PLAY knop [CURSOR] CURSOR knop Vermeldingen als (p. **), verwijzen naar pagina s in deze handleiding, waar u bruikbare informatie over gerelateerd onderwerp kunt terugvinden. Copyright 2004 BOSS CORPORATION Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd, in welke vorm dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van BOSS CORPORATION.

2 Inhoud Basisgebruik en display items...4 Top scherm... 4 Huidige positie... 4 FUNCTIE knoppen ([F1] t/m [F4])/PAGE SCROLL knoppen... 4 Scroll Bar... 5 Cursor... 5 TIME/VALUE draaiknop... 5 VALUE 1/PAN, VALUE 2, VALUE 3, en VALUE 4 knoppen... 5 Aansluiten van overige apparatuur...6 Voorzorgsmaatregelen bij het maken van aansluitingen... 7 De BR-1600CD aanzetten...8 De BR-1600CD uitzetten...9 Het contrast in de display bijstellen...10 Demo s beluisteren en songs selecteren (Song Select)...11 Basisgebruik van de recorder...12 Afspelen en stop zetten Gebruik van een voetschakelaar Het volume regelen Wijzigen van de huidige positie Het gebruik van de transport knoppen Het gebruik van TIME/VALUE draaiknop Het gebruik van markeertekens Herhalende playback (Repeat Function) V-tracks wijzigen Tijdelijk uitzetten van tracks (Track Mute) Een song bewerken voor opname (Song New)...22 Een input bron selecteren voor opname (Input Select)...24 Gitaar of basgitaar opname Zang solo microfoon opname Opname van meerdere microfoons of instrumenten op verschillende tracks Opname van gitaar + Vocal Opname van stereo input naar een stereo track Het volume van de input bron bijstellen (Input Sensitivity)...25 Opnemen met effecten (Insert Effects)...26 Effecten uitzetten Het selecteren van drums als begeleiding bij opname...28 Een drum track instellen (Track Type Select) Drum geluiden afspelen Drum patronen selecteren Het drum tempo wijzigen Stel het nieuwe tempo in met de Time/Value draaiknop Het tempo instellen met gebruik van [TAP] Drumgeluiden wijzigen Het opname niveau bijstellen

3 Inhoud Het instellen van de audio links/rechts positie (Input Pan)...37 Toepassing van galm voor een warmer geluid tijdens opname (Reverb)...38 Opname...40 Fouten in de gemaakte opname herstellen (Undo/Redo)...42 Undo (maak ongedaan) Redo (herstel) Een nieuwe track opnemen over een eerdere opname (Overdubben)...44 Het mixen van verschillende audio tracks naar een stereo track (Mix Down)...46 Instellen van de links/rechts positie van elke track (Pan) Onderdrukken van variaties in het volume (Compressor) Het geluid van elke track bijstellen (Equalizer) De sound verrijken (Loop Effects) Toepassing van reverb Toepassing van chorus, delay of doubling De playback tracks overzetten naar een enkele stereo track (Bounce) Een song opslaan (Song Save)...56 Opslaan vanuit het utility scherm Volume en compressie regelen voor CD schrijven (Mastering Tool Kit)...58 Voordat u de Mastering Tool Kit gebruikt De Mastering Tool Kit selecteren Het mastering volume regelen Mastering Uw voltooide song op CD schrijven (Audio CD Write)...62 Stuk voor stuk schrijven van songs (Track At Once) Meerdere songs ineens schrijven (Disc At Once By Song) Verdeling van lange tracks en deze schrijven als meerdere songs (Disc At Once By Marker) Song verdelingen markeren (CD Track Marker) Schrijven naar een CD-R/RW Uw audio CD beluisteren (Audio CD Play)...70 Index

4 Basisgebruik en display items Top scherm foggy-01d Tempo Markeernaam en huidige positie Geselecteerde Effect naam Song naam Huidige positie Resterende opnametijd Niveau meters Akkoord Mastering Mode Top scherm Dit is het BR-1600CD hoofdmenu, zoals in de display staat, wanneer u de stroom zojuist heeft aangezet. Het scherm toont, naast andere belangrijke informatie, de titel van de huidige geselecteerde song, de huidige positie in de song en de niveau meters. Ongeacht in welk scherm u zit, kunt u altijd terugkeren naar dit scherm door meerdere keren op [EXIT/NO] te drukken. Houd er rekening mee, dat u soms even moet wachten, totdat de BR-1600CD een lopend proces heeft voltooid. Tenzij anders is aangegeven, gaan alle handelingen, zoals beschreven in deze handleiding, uit van dit top scherm en dient u om te beginnen dus steeds hier naar terug te keren. Huidige positie fig.06-02d Markeernummer Maat Uren Frame Beat Minuten Seconden Sub Frame Cursor De huidige positie binnen de song staat rechtsboven in de display als tijd waarde aangegeven. Verder staat deze positie ook aangegeven in vakjes en beats links van de tijd waarde. De tijd waarde in de display is gebaseerd op de MIDI Time Code (MTC), en wordt als zodanig in uren, minuten, seconden, frames en sub frames gepresenteerd. Houd er rekening mee, dat verschillende apparatuur, verschillende MTC specificaties gebruikt. Indien u de BR-1600CD synchroon met andere MIDI apparatuur wilt laten lopen, dient u beide apparaten eerst in dezelfde MTC specificatie in te stellen. Op het moment van aankoop van de BR-1600CD, staat hierin het aantal frames per seconde op 30 (nondrop) ingesteld. FUNCTIE knoppen ([F1] t/m [F4])/PAGE SCROLL knoppen fig (WRITE) wordt genoemd, dan weet u dat u door op [F1] te drukken, de WRITE functie selecteert. (Links) Functie knoppen Page scroll knoppen (Rechts) Knoppen [F1] t/m [F4] noemen we de FUNCTION knoppen. Onderaan de display vindt u de namen van taken en functies, die binnen het huidige scherm aan deze knoppen zijn toegewezen. Als bijvoorbeeld in deze handleiding [F1] Wanneer en/of links en rechts in het scherm staan aangegeven, betekent dit, dat de BR-1600CD respectievelijk niet de gehele inhoud in het scherm kon vertonen, en dat deze in de richting van het pijltje staat geborgen. De PAGE SCROLL knoppen [ ] en [ ] worden gebruikt om deze verborgen inhoud weer te geven. Druk op [ ] om het naar links door het scherm te lopen, en druk op [ ] om naar rechts door het scherm te gaan. Hoewel u ook door het scherm kunt gaan door, vanuit CURSOR, [ ] of [ ] ingedrukt te houden, gaat dit veel sneller met gebruik van de PAGE SCROLL knoppen. 4

5 Basisgebruik en display items Scroll Bar fig Wanneer u rechts in het scherm een scroll bar ziet, is de relevante inhoud op dat moment te groot voor het scherm van de BR-1600CD, en is het resterende gedeelte hiervan boven of Cursor fig De cursor van de BR-1600CD wordt op verschillende manieren aangegeven: Als ingevoegd figuur, als frame of als onderstreep in een gedeelte van een instellingen scherm. Indien meerdere secties om instellingen te doen in één scherm staan aangegeven, kunt u door gebruik van de [CUR- TIME/VALUE draaiknop fig Links Omhoog Omlaag Scroll Bar Rechts onderin verborgen. De scroll bar zelf verwijst naar de gehele inhoud van de display en het zwarte gedeelte verwijst naar dat deel van de inhoud, dat op het huidige moment in het scherm is te zien. Om de resterende, verborgen inhoud te lezen, drukt u op CURSOR [ ] of [ ] om respectievelijk omlaag of omhoog door te tekst in de display te lopen. Wanneer omhoog wordt gegaan in de display, ziet u het zwarte gedeelte van de scroll bar ook omhoog gaan, en omgekeerd. Wanneer u omlaag leest, gaat dit mee omlaag. SOR] knop tussen de corresponderende setting onderdelen op het scherm heen en weer bewegen. Bovendien kunt u, door de [CURSOR] knop ingedrukt te houden, de on-screen cursor onafgebroken in de corresponderende richting over het scherm laten bewegen. Indien u dit sneller wilt laten gaan, houdt u de CURSOR pijl in de gewenste richting ingedrukt, en drukt u tegelijkertijd op het cursor pijltje in tegenovergestelde richting. Met deze handeling kunt u de cursor sneller over het scherm laten gaan. Bijvoorbeeld: Om de cursor snel naar rechts te bewegen Houd CURSOR [ ] ingedrukt en druk vervolgens op [ ]. Voorbeeld: Om de cursor snel omlaag te bewegen Houdt CURSOR [ ] ingedrukt en druk vervolgens op [ ]. De TIME/VALUE draaiknop wordt gebruikt om de positie, waarden of tekens van de cursor te veranderen. In het geval van waardeveranderingen, draait u de knop met de klok mee om de waarde te verhogen en tegen de klok in om deze te verlagen. VALUE 1/PAN, VALUE 2, VALUE 3, en VALUE 4 knoppen fig Deze knoppen worden gebruikt om de waarden van de parameters, aangegeven met on-screen knop iconen ( ), te wijzigen. Draai met de klok mee om een waarde te verhogen en tegen de klok in om deze te verlagen. U kunt deze knoppen ook gebruiken om grote wijzigingen aan te brengen in patronen en loop phrase nummers, wanneer een patroon selectie scherm voor ritme patronen, bas patronen of loop phrases in de display staat aangegeven. 5

6 Aansluiten van overige apparatuur fig MIDI OUT LINE OUT MIDI Sequencer etc. MIDI IN USB Computer CD speler Drum machine etc. Microfoon Keyboard etc. GT-6, CD speler etc. MIDI Sequencer, MIDI Sound Module, etc. DIGITAL IN DIGITAL OUT LINE IN Adapter (PSB-3U) DS-30A, Digital Amp, etc. Audio Set etc. Electrische gitaar of electrische basgitaar Stel de polariteit schakelaar in, zoals hieronder staat aangegeven Stereo koptelefoon Voetschakelaar (FS-5U etc.) Expressie pedaal (Roland EV-5 etc.) Om schade en defecten aan luidsprekers en apparatuur te voorkomen, dient u altijd eerst het volume omlaag te draaien, en alle apparatuur uit te zetten voordat u aansluitingen maakt. De volgorde van de aansluitpinnen in de XLR stekkers is zoals hieronder staat aangegeven. Voordat u enige aansluitingen maakt, dient u zich ervan te verzekeren, dat deze overeenstemt met de aansluitpunten in de stekkers van alle andere apparatuur. fig.xlr 6

7 Aansluiten van overige apparatuur 1 Sluit gitaar, basgitaar, microfoon, etc. aan op de input jacks van de BR- 1600CD. Gitaar, basgitaar etc.: Sluit aan op de GUITAR/BASS jack op het frontpaneel. Microfoon voor solo zangpartijen: Sluit deze op de INPUT 2/MIC 2 jack op het achterpaneel aan. CD speler, keyboard, etc.: Hoewel CD spelers, keyboards en dergelijke op een willekeurige input jack van INPUT 1/MIC 1 t/m INPUT 8/ MIC 8 aangesloten kunnen worden, verdient het aanbeveling om deze op INPUT 3/MIC 3 t/m INPUT 8/MIC 8 aan te sluiten, omdat u eventueel later nog een gitaar, basgitaar of solo zang microfoon aan wilt sluiten. Laten we, in dit voorbeeld, het L kanaal aansluiten op INPUT 7/MIC 7 en het R kanaal op INPUT 8 /MIC 8. 2 Sluit de LINE OUT L en de LINE OUT R jacks op het achterpaneel van uw versterker aan. Indien u gebruik gaat maken van een koptelefoon, sluit deze dan op de PHONES 1 jack aan. De LINE OUT L/R jacks van de BR-1600CD dienen altijd correct te zijn aangesloten op de linker en rechter input van de versterker. 3 Sluit, indien nodig, een voetschakelaar of expressiepedaal op de BR-1600CD aan. Benodigde MIDI of USB connecties moeten ook worden gemaakt. Meerdere microfoons voor opname van achtergrond zang, drums en dergelijke: Sluit deze aan op een willekeurige input jack van INPUT 1/MIC 1 t/m INPUT 8/MIC 8 op het achterpaneel. Voorzorgsmaatregelen bij het maken van aansluitingen Wanneer een gitaar of basgitaar is aangesloten op de GUITAR/BASS jack, zal de INPUT1/MIC1 jack non-actief zijn, en geen sound input accepteren. Wanneer de pickup op uw gitaar of basgitaar te dicht bij de BR-1600CD staat, kan er ruis/lawaai ontstaan. Zet BR- 1600CD en gitaar verder uit elkaar om dit te voorkomen. De positie van de microfoons ten opzichte van de luidsprekers, kan feedback geluid geven. Dit kunt u oplossen/voorkomen door: 1. De richting van de microfoon(s) te wijzigen. 2. De microfoons verder bij de luidsprekers vandaan te plaatsen. 3. Het volume wat lager te zetten. Voor een meer gedetailleerde beschrijving van instellen en werking van expressie pedalen, zie Gebruik van een expressiepedaal (Gebruikershandleiding p.84). Voor een meer gedetailleerde beschrijving van instellen en werking van een voetschakelaar, zie Gebruik van de voetschakelaar (p.12). Voor een meer gedetailleerde beschrijving van instellen en werking van MIDI apparatuur, zie sectie 5 gebruik van MIDI (Gebruikershandleiding p.221). Voor een meer gedetailleerde beschrijving van USB installatie en uitvoeringsmethodes, zie sectie 6 Gebruik van USB (Gebruikershandleiding p.239). Wanneer een condensator microfoon is aangesloten op een XLR input jack, kan +48V fantoom stroom via de BR1600 CD geleverd worden. Voor meer informatie over hoe dit te doen, leest u Gebruik van condensator microfoons (fantoom stroom) (Gebruikershandleiding p.264). 7

8 De BR-1600CD aanzetten Gebruik de POWER schakelaar om de BR-1600 CD aan en uit te zetten.wanneer eenmaal alle overige aansluitingen zijn voltooid (p. 6), zet u de stroom op de verschillende apparatuur het beste aan in de hier beschreven volgorde. Indien u apparatuur in een andere, verkeerde volgorde aanzet, loopt u het risico dat u schade/defecten, en/of slecht functioneren van uw luidsprekers en andere apparatuur veroorzaakt. fig POWER schakelaar 1 Voordat u de stroom aanzet, dienen de volume regelaars van alle aangesloten apparatuur helemaal omlaag te zijn gezet. 2 Steek de plug van de adapter in de BR-1600CD en leid het snoer langs de snoer haak. fig Hiermee voorkomt u, dat door een plotselinge ruk aan het snoer de stroom wegvalt of de ingang door geweld wordt beschadigd. 4 Indien er CD spelers, keyboards etc. zijn aangesloten op de BR-1600CD, zet deze dan eerst aan. 5 Druk nu op de POWER schakelaar van de BR-1600CD fig.07-04d De stroom zal aangaan, en het openingsscherm verschijnt in de display. Na een kort moment verschijnt de boodschap Now Checking, gevolgd door de boodschap Now Loading Wanneer het top scherm eenmaal verschijnt is de BR-1600CD klaar voor gebruik. 3 Steek de adapter in een stopcontact. 6 Indien een versterker of ander dergelijk apparaat op de BR-1600CD is aangesloten, dient deze als laatste te worden aangezet. BELANGRIJK Er kan een kleine hoeveelheid geluid vrijkomen, wanneer de BR-1600CD wordt aangezet. Hoewel dit niet luid klinkt, noch het resultaat is van een defect, kan het toch schade aan uw luidsprekers en aanverwante apparatuur veroorzaken, als het versterkervolume op hetzelfde moment hoog staat. Daarom is het van belang, dat de versterker pas op het laatst wordt aangezet. Ter bescherming van de bedrading in de BR-1600CD, is het in de eerste momenten na het aanzetten hiervan niet mogelijk om uitvoeringen te verrichten. 8

9 De BR-1600CD uitzetten 1 Wanneer een versterker of aanverwante apparatuur is aangesloten, dient deze als eerste te worden uitgezet. Voor de demo songs, die al bij aankoop in de BR- 1600CD stonden, is Song Protect reeds geïnstalleerd. Indien u vanuit een van deze songs de BR-1600CD uit zet, zal de stroom uitgaan, zonder dat de boodschap Save Current? in het scherm verschijnt. 2 Houd de POWER schakelaar op de BR-1600CD ongeveer twee seconden ingedrukt. fig.07-04ad De boodschap Shutdown OK? zal verschijnen. 3 Druk op [ENTER/YES]. De boodschap Save Current? zal nu verschijnen. 4 Druk nogmaals op [ENTER/YES] Nu verschijnt de boodschap Storing Current en begint het opslaan van de op dat moment geselecteerde song. Als dit proces is voltooid, ziet u in de display de boodschap Now shutdown en zal de BR- 1600CD een ogenblik later vanzelf uit gaan. Indien u de song niet wilt bewaren, drukt u op [EXIT/ NO]. De BR-1600CD gaat nu uit, zonder dat de geselecteerde song wordt opgeslagen. In dit geval is het wel zo, dat alle opgenomen audio en alle data, die u heeft gewijzigd, sinds u deze song voor het laatst heeft opgeslagen, verloren zal gaan. Houd hier rekening mee en waak ervoor om niet te snel of per abuis op [EXIT/NO] te drukken. (BELANGRIJK) Voorzorgsmaatregelen bij het uitzetten van de BR-1600CD Gebruik altijd de POWER schakelaar om de BR-1600CD uit te zetten. Opgenomen audio data, mixer instellingen, etc. worden niet automatisch opgeslagen op het tijdstip, dat u de overeenkomstige handelingen heeft voltooid, maar op het moment, dat de stroom automatisch uit wordt gezet. Wanneer de BR-1600CD wordt uitgezet door de stekker eruit te trekken of anders, maar buiten het gebruik van de POWER schakelaar om, zullen alle opgenomen audio data, mixer instellingen en dergelijke verloren gaan. Daarbij loopt u door zo n handeling ook kans om song data kwijt te raken en de harde schijf permanent te beschadigen. Vermijd dit te doen. Voordat u de adapter uit het stopcontact verwijdert, dient u zeker te zijn, dat de BR-1600CD geheel uit staat (de display is niet verlicht). De adapter mag niet tijdens het proces van opslaan verwijderd worden, omdat dit resulteert in verlies van opgenomen audio data en andere song inhoud (zoals mixer instellingen, effect patch data etc.) Nadat de BR-1600CD is uitgezet, zal de motor van de harde schijf nog even blijven draaien. Overeenkomstig hiermee is het niet raadzaam om de BR-1600CD direct na het uitzetten te verplaatsen. Als u deze voorzorgsmaatregel niet in acht neemt, kan het harde schijf mechanisme beschadigd raken. Wat wordt bedoeld bij een song opslaan? In de BR-1600CD wordt opgenomen of gewijzigde audio data slechts tijdelijk bewaard, totdat de song, die deze data bevat permanent wordt opgeslagen (Save). Om deze reden zal al uw opgenomen of gewijzigde data verloren gaan, als u de BR-1600CD uitzet zonder eerst de song op te slaan. De Save functie voorkomt dat dit gebeurt, door alle data op de harde schijf in de BR-1600CD op te slaan. Het is zo, dat een song natuurlijk ook tussentijds kan worden opgeslagen, en niet alleen op het moment, dat u de BR- 1600CD uitzet. Voor meer informatie over het opslaan van uw werk, leest u Uw song opslaan (Song Save) op p

10 Het contrast in de display bijstellen In sommige locaties kan de display moeilijk te lezen zijn. In zulke gevallen kunt u op de hierna beschreven wijze het contrast in de display bijstellen. fig Druk op [UTILITY]. fig.53-26d Het Utility scherm zal nu verschijnen. 3 Stel met de TIME/VALUE draaiknop het contrast naar wens bij. Instelling bereik: 1 t/m 16. Een hogere waarde geeft een donkerdere display en omgekeerd. 2 Beweeg de cursor naar het LCD CONTRAST icoon en druk vervolgens op [ENTER/YES]. fig.53-27d Of druk, wanneer het LCD CONTRAST icoon in de display staat aangegeven, op [F1] (LCD CONTRAST) en het LCD contrast scherm verschijnt. 4 Wanneer u klaar bent met het bijstellen van het contrast, drukt u verschillende malen op [EXIT/NO] om naar het hoofdmenu terug te keren. Wanneer u de [UTILITY] knop tijdens het draaien aan de TIME/VALUE draaiknop ingedrukt houdt, kunt u op deze manier het contrast in real time wijzigen. Kies de methode, die het best bij de instellingen op de BR-1600CD past. 10

11 Demo s beluisteren en songs selecteren (Song Select) 100.0%fig ,3 2,3,4 1 Druk op [UTILITY]. fig.07-05d Het UTILITY menu scherm zal verschijnen. 3 Beweeg de cursor naar het SELECT icoon, en druk op [ENTER/YES]. fig.07-07d Of druk, wanneer het SELECT icoon in de display staat aangegeven, op [F2] (SELECT). Het Song Menu Selectie scherm zal nu verschijnen. 2 Beweeg de cursor naar het SONG icoon, en druk op [ENTER/YES]. fig.07-06d Of druk, wanneer het SONG icoon in de display staat aangegeven, op [F2] (SONG). Het Song Menu scherm zal nu verschijnen. 4 Selecteer met de cursor de song, die u wilt beluisteren, en druk op [F4] (GO). De boodschap now loading zal verschijnen, en het laden van de songdata vanaf de harde schijf vindt nu plaats. Na enkele ogenblikken ziet u de boodschap Complete! om aan te geven, dat het laadproces is voltooid. In sommige gevallen zal tijdens het hierboven beschreven proces de boodschap Save Current? verschijnen. Dit geeft aan, dat de zojuist geselecteerde song, data bevat die tot nu toe niet op de harde schijf was opgeslagen. Indien u de song wilt opslaan, drukt u dan op [ENTER/YES]. Wilt u de songdata niet opslaan, drukt u dan op [EXIT/NO]. Houd er wel rekening mee, dat als u op [EXIT/NO] drukt, de opgenomen audio data en/of gewijzigde data verloren zullen gaan. Hoed ervoor om per abuis op deze knop te drukken. In een ander geval kan de boodschap Re-Load Current? in het scherm verschijnen. Deze optie stelt u in staat om eventuele wijzigingen ongedaan te maken en terug te keren naar de eerder opgeslagen versie van de song. Hierbij gaan dus alle niet eerder opgeslagen opnames en wijzigingen verloren. Drukt u in dit geval dus niet zomaar op [ENTER/YES] om vergissingen te voorkomen. Wilt u de wijzigingen niet wissen en het laadproces stoppen, drukt u dan op [EXIT/NO]. De demo songs, die in de BR-1600CD staan, zijn uitsluitend bedoeld voor uw persoonlijk luisterplezier. Het gebruik van deze songs voor een ander doeleinde, zonder toestemming van de houder van de auteursrechten, is wettelijk verboden. De data, die in de demo songs is opgeslagen, mag niet worden gekopieerd of gebruikt voor andere doeleinden zonder schriftelijke toestemming vooraf van de auteur. 11

12 Afspelen en stop zetten Basic operation of the recorder fig ,3 1,3 1,3 1 Om te voorkomen dat u wordt opgeschrikt door plotselinge harde geluiden, draait u de PHONES 1&2 VOLUME knoppen helemaal omlaag, voordat u verder gaat. 2 Druk op [PLAY] De BR-1600CD begint nu af te spelen. De playback positie wordt bovenin de display in real time getoond. Daarbij ziet u het volume niveau voor ieder track in niveau meters aangegeven. 3 Breng langzaam het volume naar een passende hoogte met de PHONES VOLUME knoppen en de MASTER fader. 4 Druk op [STOP] De BR-1600CD stopt nu met afspelen. Gebruik van een voetschakelaar Met een voetschakelaar (zoals de los verkrijgbare BOSS US-5U of de ROLAND DP-2), aangesloten op de FOOT SW jack op het achterpaneel van de BR-1600CD, kunt u met gebruik van uw voet starten en stoppen. Stel de voetschakelaar, volgens de hieronder beschreven procedure, in. 1 Druk op [UTILITY] fig.07-05d Het UTILITY menu verschijnt. 3 Ga met de cursor naar FOOT Switch, en selecteer PLAY/STOP, met behulp van de TIME/VALUE draaiknop. 2 Beweeg de cursor naar het SYSTEM icoon, en druk op [ENTER/YES] fig.07-06d 4 Druk verschillende keren op [EXIT/ NO] om terug te keren naar het hoofd menu. 5 De voetschakelaar is nu klaar voor gebruik. De song zal bij iedere druk op de voetschakelaar beurtelings aan of uit worden gezet. 12

13 Het volume regelen fig.07-09a Beweeg tijdens het afspelen van de song de MASTER regelaar omhoog en omlaag. Het gehele volume wordt geregeld, corresponderend met de positie van deze knop. De display op het MIX niveau meter toont de veranderingen in het volume. 2 Schuif de Track regelaars voor ieder track afzonderlijk omhoog en omlaag Het volume van ieder track afzonderlijk wordt geregeld, corresponderend met de bijbehorende knop. De volumeveranderingen zijn te zien in de niveau meter display bij ieder track. In sommige gevallen ontstaat er geluidsvervorming, wanneer een volume regelaar te hoog staat. Dit gebeurt met name, wanneer de niveau meter boven 0dB uitkomt. Breng de volume regelaar in zo n geval wat omlaag, tot de geluidsvervorming niet meer te horen is. 13

14 Wijzigen van de huidige positie De huidige positie binnen een song kan worden gewijzigd, ongeacht of de song juist wordt afgespeeld of niet. Dit kan op verschillende manieren worden gedaan. Wanneer de positie in een song is veranderd, duurt het even, voordat u met de volgende handeling verder kunt gaan. Deze tijd is nodig voor de harde schijf om de data te lezen en de song op het nieuwe gewenste moment af te kunnen spelen. Het is niet mogelijk om tijdens opname de positie te veranderen. Het gebruik van de transport knoppen De song positie kan worden gewijzigd door gebruik van de transportknoppen onderaan links op het frontpaneel. fig.07-09b Druk op [ZERO]. De huidige positie staat aan het begin van de song. 2 Druk op [FF]. De huidige positie skipt nu één seconde voorwaarts. 4 Houd [STOP] ingedrukt, en druk op [FF]. Nadat de BR-1600CD de momenteel voor iedere track geselecteerde V-Tracks heeft gecontroleerd, springt de huidige positie naar het punt in de song, waar de laatste opname was gemaakt. 3 Druk [REW]. De huidige positie skipt één seconde terug. 5 Houd [STOP] ingedrukt, en druk op [REW]. Nadat de BR-1600CD de momenteel voor iedere track geselecteerde V-Tracks heeft gecontroleerd, springt de huidige positie naar het punt in de song, waar de eerste opname was gemaakt. 14

15 Wijzigen van de huidige positie Het gebruik van TIME/VALUE draaiknop Onder de tijdsaanduiding voor de huidige positie, aangegeven in het hoofdmenu, staat een cursor in de display. Gebruik de TIME/VALUE draaiknop om de tijdwaarden te veranderen en zo de huidige positie te wijzigen. fig.07-09c 1,3 2,4 1 Zet de cursor op de seconden, minuten of uren waarde. fig d 3 Zet de cursor op de maten (measure) of beats waarde. fig d Minuten Maten Beats Uren Seconden 2 Draai aan de TIME/VALUE draaiknop. De huidige positie zal in units van seconden, minuten of uren worden veranderd. 4 Draai aan de TIME/VALUE draaiknop. De huidige positie wordt in units van maten of beats gewijzigd. Na maat 999, ziet u --- in de display. 15

16 Wijzigen van de huidige positie Het gebruik van markeertekens In de demo songs zijn van tevoren een aantal markeertekens geïnstalleerd. Deze kunnen worden gebruikt om direct naar de corresponderende positie in de song te springen. fig.07-09d Druk op MARKER [SEARCH ]. De huidige positie verspringt nu naar de locatie van een van de geïnstalleerde markeertekens. Iedere keer, dat u op [SEARCH ] drukt, verspringt de huidige positie naar het eerstvolgende markeerteken. Het markeerteken nummer, dat correspondeert met de huidige positie, wordt telkens in de display getoond. 3 Zet de cursor op de waarde in de Marker box, en gebruik vervolgens de TIME/VALUE draaiknop om een markeerteken nummer aan te geven. De huidige positie verspringt naar de locatie van het hiermee corresponderende markeerteken. 2 Druk op MARKER [SEARCH ]. De huidige positie springt terug. Iedere keer, dat u op [SEARCH ] drukt, springt de huidige positie naar het dichtstbijzijnde vorige markeerteken terug. U kunt tot 100 markeertekens plaatsen binnen een song. Voor meer informatie, zie: Het plaatsen van Markers in uw song (Marker) (Gebruikershandleiding, p.48) Het nummer van het markeerteken op de huidige positie staat in de Marker box in de display aangegeven. Indien op deze positie geen markeerteken staat, ziet u in de display. 16

17 Herhalende playback (Repeat Function) Gebruik de Repeat Function om een bepaalde sectie in de song in herhaling af te spelen. Deze functie kan worden gecombineerd met een punch-in en punch-out voor loop recording (Gebruikershandleiding p. 45). (A) (B) Positie voor afspelen fig.07-09f 2,4,5 1 Ga naar de begin positie van het in herhaling af te spelen stukje in de song. 2 Druk op [REPEAT]. [REPEAT] zal gaan knipperen, en de huidige positie wordt als startpositie (A) voor de herhaalde playback aangeduid. 3 Ga naar de eind positie van het in herhaling af te spelen stukje in de song. 5 Om deze instellingen opnieuw te maken drukt u nogmaals op [REPEAT], en zet u deze uit. Nu zijn de startpositie (A) en de eindpositie (B) voor herhaalde playback weer ongedaan gemaakt. Herhaal stap 1 t/m 4 om nieuwe posities in te stellen. 6 Zet de huidige positie ergens op een punt vóór (B), en start het afspelen. Wanneer de song positie nu (B) bereikt, springt deze automatisch terug naar (A) en het stuk tussen (A) en (B) wordt nu in herhaling afgespeeld. 4 Druk op [REPEAT]. [REPEAT] zal gaan oplichten, en de huidige positie wordt als eindpositie (B) voor herhaalde playback aangeduid. Tussen de start positie (A) en de eindpositie (B), moet tenminste een tijd van 0.5 seconde liggen voor herhaaldelijke playback van dit stuk. Hierdoor is het niet mogelijk om (B) op een positie korter dan 0.5 seconden na (A) in te stellen. Het afspelen wordt niet herhaald, wanneer u dit start vanuit een positie na (B.) 17

18 V-tracks wijzigen In de demo songs vindt u ook opgenomen variaties, die gebruik maken van V-Tracks. We zullen nu V-Tracks wijzigen om deze variaties te beluisteren. fig.07-09k Wat zijn V-Tracks? Iedere track in de BR-1600CD bevat zestien verschillende virtuele tracks, waarvan er één voor opname en/of playback is geselecteerd. Met andere woorden uitvoeringen kunnen worden opgenomen tot een totaal van 256 tracks (16 x 16); en elk 16-tal van deze tracks kan op elk gewenst moment worden afgespeeld. De term V-Track wordt gebruikt om te refereren naar de virtuele tracks waaruit iedere BR-1600CD track bestaat. V-Track1 V-Track2 V-Track3 V-Track4 V-Track5 V-Track6 V-Track7 V-Track8 V-Track9 V-Track10 V-Track11 V-Track12 V-Track13 V-Track14 V-Track15 V-Track16 fig.07-09g Druk op [V-TRACK] fig.07-10d Het V-Track scherm zal nu verschijnen. ( ): Huidig geselecteerde V-Track (deze bevat opgenomen audio data) ( ): Huidig geselecteerde V-Track (deze bevat geen opgenomen audio data) ( ): V-Track, die audio data bevat ( ): V-Track, die geen audio data bevat ( ): De V-Track van Track 9/10, laatst gebruikt voor mastering (Final Mastering Track) In het V-Track scherm ziet u de huidige voor elke track geselecteerde V-Track en de aanwezigheid of afwezigheid van data in iedere V-Track aangegeven. 18

19 V-tracks wijzigen 2 Beweeg de cursor naar de track, waarvan u de V-Track wilt wijzigen, en gebruik dan de TIME/VALUE draaiknop om een nieuwe V-Track te selecteren. fig d Het symbool, dat de huidig geselecteerde V-Track aanwijst, zal nu verspringen naar de nieuwe V-Track. 3 Druk op [EXIT/NO] om naar het top scherm terug te keren. 4 Druk op [PLAY] om het afspelen te starten. U beluistert nu de song met de variatie, die op de nieuwe geselecteerde V-Track opgenomen is. Echter, als deze V-Track geen data bevat, zal de corresponderende track stil blijven. 5 Indien u de aangepaste instellingen wilt bewaren, sla dan de huidige song ( current song ) op (p. 56). Het is niet mogelijk om tijdens opname een V-Track te wijzigen. Tracks 9/10 t/m 15/16 zijn op stereo ingesteld, en ieder van deze bevat twee individuele tracks. Hierdoor kunnen V-Tracks voor deze tracks alleen per twee stuks worden geselecteerd. Met andere woorden: Het is niet mogelijk om in een stereo paar voor de linker en rechter track verschillende V-Tracks te selecteren. 19

20 Tijdelijk uitzetten van tracks (Track Mute) Tijdens opnames van een band of andersoortig ensemble is het vaak noodzakelijk om de track van de vocalist uit te zetten (te dempen), zodat u het gecombineerde geluid van de verschillende instrumenten kunt beluisteren. In een dergelijke situatie kunt u op de BR-1600CD de audio van bepaalde tracks tijdelijk uitzetten. (Track Mute) fig.07-09h Houd [TRACK MUTE] ingedrukt, en druk op de track knop van de track(s), die u uit wilt zetten. De track knop(pen) zal/zullen gaan knipperen om aan te geven, dat de corresponderende track(s) nu zijn gedempt. 2 Druk op [PLAY] om het afspelen te starten. Er is geen audio output uit de gedempte track(s). Zelfs wanneer u de fader omhoog zet, zal er niets te horen zijn, wanneer de track(s) zijn gedempt. 3 Om een gedempte track weer aan te zetten, houdt u opnieuw [TRACK MUTE] ingedrukt, en druk op de track knop van de track(s), waarvan u de gedempte staat wilt opheffen. De Track knop(pen) zal/zullen nu ophouden te knipperen om aan te geven, dat de corresponderende track(s) niet langer is/zijn gedempt. 4 Indien u de gedempte staat wilt bewaren, sla dan de huidige song ( current song ) op (p. 56). Wanneer een track is gedempt, is diens staat hetzelfde, als wanneer de volumeregelaar hiervan helemaal laag zou zijn gezet. Het dempen veroorzaakt geen verlies van de opgenomen audio data. Alleen als Track Type op Audio is ingesteld (p. 28), kan Track Mute (spoor onhoorbaar maken) gebruikt worden. 20

21 MEMO 21

22 Een song bewerken voor opname (Song New) Wanneer u een eigen, nieuwe opname gaat maken, zult u allereerst een nieuwe song zonder enige opgenomen audio data moeten aanmaken. Deze handeling noemen we Song New, en wordt als volgt uitgevoerd. fig ,3 2,3 1 Druk op [UTILITY] fig.07-16d Het Utility scherm zal verschijnen. 3 Beweeg de cursor nu naar het NEW icoon, en druk op [ENTER/YES] fig.07-18d U kunt eventueel ook, wanneer het NEW icoon in de display staat, op F3 (NEW) drukken. Het scherm, waarmee u een nieuwe song maakt, zal nu verschijnen. 2 Beweeg de cursor naar het SONG icoon, en druk op [ENTER/YES] fig.07-17d U kunt eventueel ook, wanneer het SONG icoon in de display staat, op F2 (SONG) drukken. Het Song Menu scherm zal nu verschijnen. 22

23 Een song bewerken voor opname (Song New) 4 Gebruik de TIME/VALUE draaiknop om de eerste track soort van de song te selecteren. Bijvoorbeeld: Laten we voor deze song USE DRUMS selecteren. Basis Track Types 16 AUDIO TRACKS Alle tracks van 1 t/m 15/16 zijn als audio tracks ingesteld. USE DRUMS Track 15/16 wordt als drum track gebruikt. De resterende tracks 1 t/m 13/14 worden als audio tracks gebruikt. USE BASS Track 13/14 wordt als bass track gebruikt. De resterende tracks 1 t/m 11/12 en 15/16 als audio tracks. USE LOOP PHRASE Track 11/12 wordt als loop phrase track gebruikt. De resterende tracks 1 t/m 9/10, 13/14 en 15/16 worden als audio tracks gebruikt. USE DRUMS + BASS Track 15/16 wordt als drum track gebruikt. Track 13/14 wordt als bass track en de resterende tracks 1 t/m 11/12 als audio tracks gebruikt. Track 15/16 wordt als drum track gebruikt. Track 11/12 wordt als loop USE DRUMS + LOOP PHRASE phrase track en de resterende tracks 1 t/m 9/10 en 13/14, als audio tracks gebruikt. USE BASS + LOOP PHRASE Track 13/14 wordt als bass track gebruikt. Track 11/12 wordt als loop phrase track en de resterende tracks 1 t/m 9/10 en 15/16, als audio tracks gebruikt. Track 15/16 wordt als drum track gebruikt, track 13/14 wordt als bass track USE DRUMS + BASS + LOOP PHRASE gebruikt. Track 11/12 wordt als loop phrase track gebruikt en de resterende tracks 1 t/m 9/10 worden als audio tracks gebruikt. Track types kunnen naar eigen wens veranderd worden, zelfs nadat de Song New is voltooid. 5 Druk op 5 (GO). De boodschap New Song verschijnt nu in de display, en een nieuwe song zal worden aangemaakt. Wanneer dit proces is voltooid, ziet u de melding Complete! verschijnen, en de display keert automatisch naar het hoofdmenu terug. In sommige gevallen zal de boodschap Save Current? verschijnen tijdens de hierboven beschreven procedure. Dit geeft aan, dat de huidige song opname data en/of gewijzigde data bevat, die tot nu toe nog niet was opgeslagen. Indien u deze nieuwe data wilt opslaan, druk dan op [ENTER/YES];. Wilt u dit niet, druk dan op [EXIT/NO]. Hou er rekening mee, dat wanneer u op [EXIT/NO] drukt, de opname data en/of gewijzigde data verloren zullen gaan. Hoed u er voor om deze knop per abuis in te drukken. 23

24 Een input bron selecteren voor opname (Input Select) Voordat u begint met een opname, zult u eerst de input bron, waaraan het instrument is aangesloten, moeten selecteren. Wanneer u een input bron selecteert, worden de passende insert effecten voor diezelfde input bron automatisch geselecteerd en toegepast. fig INPUT SELECT knop Gitaar of basgitaar opname Druk op INPUT SELECT [GUITAR/BASS]. De knop [Guitar/BASS] zal oplichten, ten teken dat de INPUT1/ MIC 1 jack op het achterpaneel of de GUITAR/BASS jack aan de voorzijde nu als input bron gebruikt kan worden. (Wanneer u een plug aansluit op de GUITAR/BASS jack, krijgt deze prioriteit, en wordt de INPUT1/MIC 1 jack op non actief gezet. Daarbij wordt uit de insert effects guitar bank automatisch een effect geselecteerd, en dit wordt op de audio input toegepast. Zang solo microfoon opname Druk op INPUT SELECT [VOCAL]. De knop [VOCAL] zal oplichten, ten teken dat de INPUT2/MIC 2 jack op het achterpaneel als input bron is geselecteerd. Daarbij wordt uit de insert effects microphone bank automatisch een effect geselecteerd, en dit wordt op de audio input toegepast. Opname van meerdere microfoons of instrumenten op verschillende tracks Druk op [MULTI-TRACK] in de INPUT SELECT. De knop [MULTI-TRACK] zal oplichten, ten teken dat de INPUT1/ MIC 1 t/m INPUT8/MIC 8 jacks op het achterpaneel, nu alle als input bron zijn geselecteerd. (De INPUT1/MIC1 jack en de GUI- TAR/BASS jack delen hetzelfde interne circuit.) Wanneer een instrument op de GUITAR/BASS jack wordt aangesloten, krijgt deze voorrang, en staat de INPUT1/MIC1 jack op non actief. Daarbij wordt uit de insert effects multichannel bank automatisch een effect geselecteerd en dit wordt op iedere audio input toegepast. Opname van gitaar + Vocal Druk tegelijkertijd op knoppen INPUT SELECT [GUITAR/BASS] en [VOCAL]. (SIMUL) De INPUT SELECT [GUITAR/BASS] en [VOCAL] knoppen lichten op, ten teken dat de INPUT1/MIC1 jack op het achterpaneel of de GUITAR/BASS jack op het front paneel als input bronnen geselecteerd zijn. (De INPUT1/MIC1 jack en de GUITAR/BASS jack delen hetzelfde interne circuit.) In deze conditie wordt uit de insert effects simul bank automatisch een een effect geselecteerd, en dit wordt op elke input bron toegepast. Wanneer u een electrische gitaar aansluit op de BR-1600CD, gebruik dan de GUITAR/BASS jack. Wanneer een akoustische gitaar met microfoon wordt opgenomen, dient deze microfoon op de INPUT1/ MIC1 jack aangesloten te zijn. De INPUT2/MIC2 jack dient voor zang te worden gebruikt. Opname van stereo input naar een stereo track Druk op INPUT SELECT [STEREO TRACKS] De INPUT SELECT [STEREO] knop zal oplichten, ten teken dat de INPUT1/MIC 1 t/m INPUT8/MIC 8 jacks op het achterpanee, nu alle als input bron zijn geselecteerd. (De INPUT1/MIC1 jack en de GUITAR/BASS jack delen hetzelfde interne circuit.) In deze toestand worden de acht input bronnen in stereo gemengd, en kunt u deze mix naar een stereo track opnemen. Daarbij wordt uit de insert effects stereo bank automatisch een effect geselecteerd, en dit wordt op de stereo mix van de input bronnen toegepast. Wanneer een gitaar of basgitaar is aangesloten op de GUITAR/BASS jack, zal de INPUT1/MIC1 jack op non actief staan en geen sound input accepteren. Om meer te weten te komen over de Input Select knoppen, zie Werking van de INPUT SELECT knoppen (Gebruikershandleiding; p. 280.) 24

25 Het volume van de input bron bijstellen (Input Sensitivity) De output van gitaren, basgitaren, microfoons, keyboards en andere instrumenten komen de BR-1600CD binnen in de vorm van ononderbroken elektrische signalen. Deze soort output wordt een analoog signaal genoemd. Binnenin de BR-1600CD worden circuits, zogeheten A/D converters, gebruikt om deze analoge signalen om te zetten in digitale signalen. Wanneer het volume van een analoog signaal te hoog is, zal in het corresponderende digitale signaal vervelende geluidsvervorming optreden. Echter, wanneer het volume van dit signaal te laag is, wordt het gegenereerde geluid tijdens het omzetten zeer duidelijk hoorbaar. Is het geluid of de geluidsvervorming eenmaal hoorbaar in een digitaal signaal, dan wordt het bijzonder moeilijk, om met behulp van post-processing of hoe dan ook, de geluidskwaliteit nog te verbeteren. Om opnames te maken met een goede geluidskwaliteit is het dus van uiterst belang, dat u het volume van het analoge signaal zo instelt, dat het oorspronkelijke geluid zo hard mogelijk kan worden ingesteld, zonder dat geluidsvervorming optreedt. Het instellen van het volume, terwijl het oorspronkelijk geluid nog een analoog signaal is, wordt gedaan met de INPUT SENS (Input Sensitivity) knop. fig Bespeel het instrument, dat u wilt opnemen. 2 Controleer of de PEAK indicator voor de input bron van dit instrument oplicht, wanneer u luid speelt. Wanneer deze veelvuldig oplicht: Het volume staat te luid ingesteld. Draai de INPUT SENS knop, behorende bij de input bron, tegen de klok in, om zo het volume naar een niveau terug te brengen, waarop de PEAK indicator slechts zo nu en dan oplicht, wanneer het instrument hard wordt bespeeld. Wanneer deze zo nu en dan oplicht, als het instrument hard wordt bespeeld: Het volume staat op een passend niveau, en hoeft niet meer te worden bijgesteld. Wanneer deze niet/nooit oplicht: Het volume staat te laag. Draai de INPUT SENS knop, behorende bij de input bron, met de klok mee om zo het volume omhoog te brengen naar een niveau, waarop de PEAK indicator slechts zo nu en dan oplicht, wanneer het instrument hard wordt bespeeld. Wanneer zelfs met behulp van de INPUT SENS knop geen passend volume niveau kan worden ingesteld, is het goed mogelijk, dat het output niveau van het instrument zelf niet juist staat ingesteld. Stel in zo n geval eerst het volume van het te bespelen instrument juist in, en herhaal de hierboven beschreven procedure. Als u gebruik maakt van een condensatormicrofoon die fantoom stroom behoeft, zal er geen geluid uit de microfoon komen, totdat de fantoom stroom is aangezet. Lees de Gebruikershandleiding die met uw microfoon is meegeleverd hier op na, en zet de fantoom stroom aan, indien dit in de handleiding wordt aangeraden. Voor meer informatie over het gebruik van fantoom stroom, zie Gebruik van condensator microfoons (Fantoom Stroom) (Gebruikershandleiding p. 264). Een PEAK indicator licht op wanneer het corresponderende analoge signaal 6 db bereikt. In de A/D converter treedt geluidsvervorming op, wanneer het signaal boven 0 db uitkomt. 25

26 Opnemen met effecten (Insert Effects) Wanneer een input bron is gekozen, zal de BR-1600CD hiervoor automatisch een passend invoeg effect selecteren. Bijvoorbeeld: wanneer GUITAR/BASS is gekozen, wordt uit de guitar bank een effect geselecteerd. Wanneer u VOCAL hebt gekozen, zal een effect uit de MIC bank worden geselecteerd, enzovoorts. Iedere bank bevat een aantal verschillende effecten (Effect Patches) met verschillende instellingen, die het geluid beïnvloeden. Laten we nu enige van deze patches selecteren. fig Druk op [EFFECTS]. fig.07-22d Het patch scherm van insert effects (effecten invoegen) zal nu verschijnen. Patch nummer 2 Gebruik de TIME/VALUE draaiknop om het patch nummer te veranderen, en het gewenste effect te selecteren. Het geluid van het ingevoegd effect zal telkens, als u een verschillende patch selecteert, veranderen. Op het moment, dat u een patch selecteert, zal het effect geluid een kort moment (20 tot 50 ms) zijn gedempt. Dit ter voorkoming van ongewenste geluidsoutput tijdens het overschakelen. Op het moment van aankoop bevatten de vooraf op de BR-1600CD ingestelde patches (P001 tot P050), en de gebruikers patches (U001 tot U 050) dezelfde effecten. 26

27 Opnemen met effecten (Insert Effects) Effecten uitzetten Wellicht wilt u ooit een insert effect uitzetten om de input bron op te nemen, zoals deze is. Is dit het geval, dan kunt u dat doen via de hieronder beschreven procedure om een effect uit te zetten (Effect Off). fig.07-22a 1 2,3 1 Druk op [EFFECTS]. fig.07-23d Het patch scherm van insert effects (effecten invoegen) zal nu verschijnen. fig.07-24d 3 Wanneer u het insert effect weer aan wilt zetten, druk dan nogmaals op [F1] (ON/OFF). 2 Druk op [F1] (ON/OFF). Het insert effect is nu uitgezet. [EFFECTS] zal uitgaan, ten teken dat het insert effect is uitgezet. Het insert effect is nu aangezet. [EFFECTS] zal oplichtenm ten teken dat het insert effect is aangezet. [F1] wordt dus gebruikt om het insert effect aan en uit te zetten Zelfs wanneer een insert effect is uitgezet, zal dit automatisch weer aangaan, zodra een andere INPUT SELECT knop wordt ingedrukt of een andere patch wordt geselecteerd. 27

28 Het selecteren van drums als begeleiding bij opname Het is vaak lastig om een stuk in een bepaald tempo te spelen, indien u hiermee nog niet helemaal vertrouwd bent geraakt. Wanneer u meespeelt met de interne drumsectie van de BR-1600CD, is het echter mogelijk om deze variaties in tempo drastisch terug te brengen. Dankzij de zeer realistische sound van de drum samples in de BR-1600CD, kunt u genieten van het meespelen met werkelijke drums. Daarbij komt dat, wanneer u een opname maakt waarbij u meespeelt met een drum track, deze opname later in eenheden van bars en beats kan worden geredigeerd. U kunt naast drums, zowel de bass en loop phrase gebruiken als ondersteuning. Zie Deel 3 Gebruik van Ritme in de Gebruikershandleiding (p. 145) Een drum track instellen (Track Type Select) Volg de hieronder beschreven procedure om Track 15/16 aan te stellen als drum track, en zo de BR-1600CD in te stellen voor het afspelen van drums. Wanneer u tijdens SONG NEW, USE DRUMS heeft geselecteerd, zal Track 15/16 al als drum track zijn ingesteld, en is het niet nodig deze procedure te volgen. fig Met het hoofdmenu in display, kies [TRACK TYPE SELECT]. fig.07-26d Het Track Type Select scherm zal nu verschijnen 2 Druk op [F4] (DRUMS). fig.07-06ad Hiermee stelt u Track 15/16 als de drum track in. Zie voor meer details met betrekking tot track types: Het instellen van een track type (Gebruikershandleiding, p. 149). 3 Druk op [EXIT/NO] om naar het hoofdmenu terug te keren. 28

29 Het selecteren van drums als begeleiding bij opname Drum geluiden afspelen fig Druk een paar keer op de Track 15/16 knop, tot deze begint te knipperen. Door herhaaldelijk op deze knop te drukken loopt u door de beschikbare statussen. Deze zijn: Knipperend Aan Uit. Uit: Knipperend: Aan: Er zal geen drum sound worden afgespeeld. Drum sound wordt slechts dan afgespeeld als de BR-1600CD met opname of playback bezig is. Drum sound wordt afgespeeld, zelfs wanneer de BR-1600CD wordt stopgezet. 2 Druk op PROGRAMMABLE RHYTHM [ARRANGEMENT/ PATTERN], zodat de knop niet is verlicht. soort playback kan worden gebruikt in plaats van een metronoom, en voorziet zo in een waardevolle ondersteuning, terwijl u werkt aan ideeën voor nieuwe songs. On (Arrange Mode): In deze mode kunt u drum patronen afspelen in een compleet arrangement, dat wil zeggen intro, verse, fill, bridge, break en einde elementen. Heeft u eenmaal een duidelijk idee van uw nieuwe song, dan kunt u met deze functie op eenvoudige wijze de gehele drumstructuur creëren. 3 Speel de song vanaf het begin af. De BR-1600CD zal de playback van de drum track starten. 4 Gebruik de Track 15/16 volumeregelaar om het gewenste volume in te stellen. Bij elke druk op deze knop schakelt hij heen en weer tussen aan/uit. Uit (Pattern Mode): In deze mode wordt een ritme patroon van een of meerdere maten lengte in herhaling afgespeeld. Deze 29

30 Het selecteren van drums als begeleiding bij opname Drum patronen selecteren De BR-1600CD bevat vooraf ingestelde drumpatronen. We zullen nu een van deze patronen selecteren om mee te spelen. fig.07-07a 4,6 3, Zorg ervoor, dat de PROGRAMMA- BLE RHYTHM [ARRANGEMENT/ PATTERN] indicator uit staat. 3 Ga met de cursor naar Drum Pattern Group. fig.07-81d Wanneer de knop aan is, kan het zijn, dat u deze verschillende malen moet indrukken om hem uit te zetten. 2 Druk op PROGRAMMABLE RHYTHM [EDIT] fig.07-81d Het patronen selecteer scherm zal verschijnen. 4 Draai de TIME/VALUE draaiknop naar P, voor de Drum Pattern Group. fig.07-81d 30

31 Het selecteren van drums als begeleiding bij opname 5 Ga met de cursor naar het drumpatroon nummer. fig.07-30d 6 Selecteer met de TIME/VALUE draaiknop een drumpatroon. 7 Speel de song vanaf het begin af. De BR-1600CD begint nu met de playback van het geselecteerde drumpatroon. Op het moment van aankoop bevat de BR-1600CD slechts drumpatronen in vooraf ingestelde (Preset) patronen (P001). De gebruikers (Users) patronen (U001-) en Song (S001-) zijn gemaakt om uw eigen drum patronen te creëren. Deze patronen zijn aanvankelijk leeg. Wanneer u op dit moment U of S selecteert, zal de BR-1600CD geen ritme tracks kunnen afspelen. Behalve de TIME/VALUE draaiknop kunnen ook de VALUE draaiknoppen gebruikt worden. Draai aan de VALUE draaiknop, direct onder het drumpatroon nummer (bijv. VALUE 4), om dit nummer te veranderen. U kunt zelfs, tijdens het afspelen van een drum patroon, stap 6 in het hierboven beschreven proces herhalen om een nieuw patroon te selecteren. In dat geval zal de playback van het nieuw geselecteerde patroon beginnen, zodra het eerder geselecteerde patroon is beëindigd. 31

32 Het selecteren van drums als begeleiding bij opname Het drum tempo wijzigen Er zijn twee eenvoudige manieren om het tempo van de drum track te wijzigen. Stel het nieuwe tempo in met de TIME/VALUE draaiknop Tik het nieuwe tempo in met de [TAP] knop Stel het nieuwe tempo in met de Time/Value draaiknop fig.07-07a Zorg ervoor, dat de PROGRAMMA- BLE RHYTHM [ARRANGEMENT/ PATTERN] indicator uit staat. Wanneer de indicator van deze knop aan is, drukt u op PROGRAMMABLE RHYTHM [ARRANGEMENT/ PATTERN] om deze uit te zetten. kies met de TIME/VALUE draaiknop het gewenste tempo. Nu kunt u beluisteren, welke invloed de nieuwe instelling op het playback tempo heeft. Het tempo kan worden ingesteld in elke willekeurige snelheid binnen een bereik van 25.0 tot BPM. (Beats Per Minute een waarde, die het tempo aangeeft in termen van hoeveelheid kwartnoten binnen 1 minuut). 2 Druk op PROGRAMMABLE RHYTHM [EDIT] fig d_ptn.bmp Het patronen selecteer scherm zal verschijnen. 4 Nadat u het tempo heeft ingesteld, drukt u verschillende malen op [EXIT/ NO] om naar het hoofdmenu terug te keren. 3 Ga met de cursor naar TEMPO en 5 Indien u het tempo van dit patroon wilt bewaren, volg dan de aanwijzingen op p. 56 om de song op te slaan. 32

33 Het selecteren van drums als begeleiding bij opname Het tempo instellen met gebruik van [TAP] Behalve met gebruik van [CURSOR] en de TIME/VALUE draaiknop kunt u het tempo ook instellen door met uw vinger in de gewenste maat op [TAP] te tikken. (Tap Tempo) Deze functie kan heel behulpzaam zijn, wanneer u het playback tempo van een bepaalde audio CD wilt volgen, maar niet weet wat hiervan de eigenlijke BMP waarde is. fig.07-07a 1 1 Tik met ongeveer dezelfde rusttijd, vier keer met uw vinger op [TAP] Het tempo wordt ingesteld op het gemiddelde van uw tik-tempo. Behalve de hierboven beschreven methode kunt u een tempo ook nog veel nauwkeuriger instellen voor iedere afzonderlijk maat. Kijk in de sectie Instellen van maat en tempo voor individuele maten (Tempo kaart/ Beat kaart) van de Gebruikershandleiding (p. 197) voor meer details hieromtrent. Daarbij kunt u ook nog het tempo van de BR-1600CD regelen door dit te synchroniseren met het tempo van een externe MIDI sequencer. Zie hiervoor sectie Synchroniseren van externe MIDI sequencers en ritme apparatuur in de Gebruikershandleiding (p. 225). 33

34 Het selecteren van drums als begeleiding bij opname Drumgeluiden wijzigen Drum patronen kunnen heel verschillend klinken en een heel nieuw gevoel geven door een of meer van de gebruikte drum sounds te veranderen. fig.07-30g Zorg ervoor, dat de PROGRAMMA- BLE RHYTHM [ARRANGEMENT PATTERN] indicator uit staat. 3 Druk op [F1] (SETUP). fig.07-32d Het Pattern Setup scherm verschijnt nu. Wanneer deze knop is verlicht, kan het zijn dat u hem meerdere keren in moet drukken om hem uit te zetten. 2 Druk op PROGRAMMABLE RHY- THM [EDIT]. fig.07-28d Het Pattern Select scherm zal nu verschijnen. 4 Beweeg de cursor naar Drum Kit en selecteer met de TIME/VALUE draaiknop een nieuwe drum kit. fig.07-32d Het drumpatroon wordt nu met geluiden uit de nieuw geselecteerde drum kit afgespeeld. 34

35 Het selecteren van drums als begeleiding bij opname Voor het overschakelen naar een nieuwe drum kit is een korte tijdsperiode (ongeveer 1 à 2 seconden) nodig. Tijdens dit ogenblik zult u het drum geluid niet kunnen horen. Dit is dus normaal, en niet het resultaat van een defect. Hoewel in deze sectie een drumpatroon werd beschreven, waarin een basis patroon steeds werd herhaald, is het natuurlijk ook mogelijk om verschillende drumpatronen te arrangeren in een song structuur, met Intro, Verse, Fill, Break, en End Crash elementen in iedere willekeurige volgorde. Deze combinatie soort wordt ook wel een ritme arrangement genoemd. Kijk voor meer details over uitvoeringen van een ritme arrangement in sectie Gebruik van ritme arrangementen in de Gebruikershandleiding (p. 186). 35

36 Het opname niveau bijstellen fig Bespeel het instrument, dat u wilt gaan opnemen. fig.07-33ad De waarde meters in de display reageren op het volume van het instrument. 2 Gebruik de INPUT LEVEL knop om ervoor te zorgen, dat geen enkele waardemeter boven 0 db uitslaat, wanneer u het instrument hard bespeelt. De INPUT LEVEL knop regelt het niet het volume van effecten input, maar het uiteindelijke volume, nadat de effecten zijn toegepast. Als gevolg hiervan, worden effecten als geluidsvervorming en het effect van compressoren niet door deze regelaar beïnvloed. 36

37 Het instellen van de audio links/rechts positie (Input Pan) Wanneer u een opname maakt van verschillende microfoons tegelijkertijd of in andere dergelijke situaties, kunt u het totale geluid breder maken door de links-rechts positie (m.a.w de pan) van iedere microfoon in te stellen voordat de opname wordt gestart. fig.07-34a Druk op CHANNEL EDIT [PAN]. fig.07-34d Het pan setting scherm zal nu verschijnen. 2 Druk op [ ]. fig.07-35d Het scherm voor het instellen van de input pan verschijnt nu. SIMUL: Twee knoppen staan in de display; één voor INPUT 1, de andere voor INPUT 2. MULTI TRACK: Acht knoppen staan in de display; één voor elke INPUT 1 t/m INPUT 8. Zodra Song New is uitgevoerd, wordt de pan van elk van deze input in centrale positie ingesteld. STEREO TRACKS: Acht knoppen staan in de display; één voor elke INPUT 1 t/m INPUT 8. Zodra Song New is uitgevoerd, wordt de pan voor oneven genummerde inputs helemaal naar links en de pan voor even genummerde inputs helemaal naar rechts ingesteld. Het aantal knoppen in de display is afhankelijk van de INPUT SELECT instelling. GITAAR/BASGITAAR: Een enkele knop staat in de display voor INPUT 1. VOCAL: Een enkele knop staat in de display voor INPUT 2. 3 Beweeg de cursor naar de input bron, waarop u de pan instelling wilt wijzigen, en gebruik vervolgens de TIME/ VALUE draaiknop om een nieuwe pan instelling te maken. De instelling kan ook worden uitgevoerd met gebruik van de VALUE1/PAN knop. L100: Audio wordt helemaal naar links gezet. 0: Audio wordt gecentreerd. R100: Audio wordt helemaal naar rechts gezet. Na afloop van het opnemen worden de pan waarden, die hier voor elke audio input zijn ingesteld, automatisch gekopieerd naar de corresponderende opgenomen tracks. 37

38 Toepassing van galm voor een warmer geluid tijdens opname (Reverb) Vocalisten vinden het vaak prettiger om te zingen, wanneer een kleine hoeveelheid reverb aan hun stem is toegevoegd tijdens het opnemen. Dit geldt overigens niet alleen voor vocalisten de aanwezigheid van reverb brengt ook opnames en uitvoeringen van andere instrumenten tot verbeterde geluidskwaliteiten. Dit is met name het geval bij instrumenten die melodieën spelen. We zullen nu wat reverb toevoegen aan onze input bronnen, en eens zien hoe dat klinkt. fig.07-36a Druk op LOOP EFFECTS [REVERB]. fig.07-36d De BR-1600CD toont nu in de display een scherm voor het aanpassen van de hoeveelheid audio, die van iedere track naar de reverb wordt gestuurd (Reverb Send). VOCAL: Een enkele knop staat in de display voor INPUT 2. SIMUL: Twee knoppen staan in de display; één voor INPUT 1, de andere voor INPUT 2. MULTI TRACK: Acht knoppen staan in de display; één voor elke INPUT 1 t/m INPUT 8. STEREO TRACKS: Een enkele knop staat in de display voor INPUT. 2 Druk op [ ]. fig.07-37d Het Reverb Send scherm voor de input bronnen zal nu verschijnen. Het aantal knoppen in de display is afhankelijk van de INPUT SELECT instelling. GITAAR/BASGITAAR: Een enkele knop staat in de display voor INPUT 1. 3 Beweeg de cursor naar de input bron, waarbij u reverb wilt toepassen, en draai, terwijl u luistert naar het op te nemen instrument, met de TIME/ VALUE draaiknop, de reverb naar een plezierig zendniveau. Wanneer het reverb zendniveau op 0 staat, zal helemaal geen reverb worden toegepast. Staat het reverb zendniveau op 100 dan wordt de maximale hoeveelheid reverb toegepast. 38

39 Toepassing van galm voor een warmer geluid tijdens opname (Reverb) 4 Druk op [EXIT/NO] om terug te keren naar het hoofdmenu. Hoewel het geluid, dat u nu hoort, reverb bevat, wordt dit effect niet definitief aan de te maken opname toegevoegd. (Alleen het werkelijke geluid van de uitvoering wordt opgenomen.) De waarden van het reverb zendniveau van elke audio input worden na opname automatisch naar de reverb zendniveaus van de corresponderende opgenomen tracks gekopieerd. Wanneer u een opname, die met een toegepast reverb effect was gemaakt, afspeelt, hoort u dezelfde reverb dus terug. Hoewel u nu misschien denkt, dat u de reverb per abuis samen met de input bron heeft opgenomen, is dit echter niet het geval. In werkelijkheid is uw uitvoering zuiver opgenomen op de track en de hoeveelheid reverb, die u tijdens opname op uw instrument had toegepast, wordt tijdens het afspelen van de opname opnieuw toegevoegd. De BR-1600CD kopieert deze instellingen om ervan verzekerd te zijn, dat hetzelfde geluid, dat u tijdens opname hoorde, zal zijn te beluisteren tijdens het afspelen van deze opname. Mocht u geen behoefte meer hebben aan het toegepaste reverb effect, dan kunt u eenvoudig het corresponderende reverb zendniveau op 0 zetten. Hierdoor wordt de reverb van het playback geluid verwijderd. 39

40 Opname In de voorgaande secties heeft u alle nodige voorbereidingen gemaakt om instrumenten op te nemen, terwijl u deze met een drum patroon mee speelt. We zullen nu een van deze instrumenten opnemen. fig ,6 5 4, Druk op [ZERO]. De huidige positie verspringt nu naar het begin van de song. opgenomen track gaat nu beurtelings groen en oranje knipperen. 6 Druk op [ZERO]. 2 Druk op de track knop van de op te nemen track. (Recording Track) De track knop wordt rood, en begint te knipperen, ten teken dat deze als opname track is geselecteerd. De track knoppen functioneren voor iedere Input Select status op verschillende wijze. Kijk voor meer details omtrent de relatie tussen Input Select status en de track knoppen hieronder bij Input select status en track knoppen functies. 3 Druk op [REC]. [REC] wordt rood, en begint te knipperen, ten teken dat de BR-1600CD nu klaar is voor opname. 4 Druk op [PLAY]. Beide knoppen [PLAY] en [REC] zullen oplichten, en de opname wordt gestart. De kleur van de track knop behorende bij de opgenomen track wordt rood. Omdat de BR-1600CD het drumpatroon zal afspelen tijdens opname, kunt u met uw instrument meespelen. De drums zullen echter niet op de recording track worden opgenomen. Alleen het instrument zelf wordt opgenomen. 5 Druk op [STOP], wanneer u de opname wilt beëindigen. Beide knoppen [PLAY] en [REC] gaan nu uit, en de opname stopt. Op dit moment zal ook het afspelen van het drumpatroon ophouden. De track knop van de 7 Druk op [PLAY]. 8 Indien u de opgenomen audio wilt bewaren, sla dan de huidige song op (p. 56). Wanneer u de BR-1600CD uitzet zonder eerst de huidige song op te slaan, zal de audio opname verloren gaan. Wanneer het track type (p.28) voor een van de tracks 11/12 t/m 15/16 op DRUMS, BASS of LOOP PHRASE is gezet, is het niet mogelijk deze te selecteren voor opname. Wilt u toch een van deze tracks opnemen, dan dient u deze eerst op AUDIO te zetten. Nadat de opname is stopgezet, kan het 1 of 2 seconden duren, voordat u de volgende verrichtingen kunt doen. Deze tussentijd is nodig voor het verwerken van de opgenomen data en voor het lezen van data, die afgespeeld gaat worden. De BR-1600CD heeft de mogelijkheid om een enkele, ononderbroken opname van ongeveer 13 uren in lengte uit te voeren. Indien een enkele opname deze tijdslimiet bereikt, zal de boodschap Memory Full in de display verschijnen, en zal op hetzelfde moment de opname automatisch worden beëindigd. Wanneer u in zo n geval wilt doorgaan met opnemen, houdt u [REC] ingedrukt en drukt u tegelijkertijd op [PLAY], op de plaats waar de opname was beëindigd. 40

41 Opname Input Select status en de werking van de track knoppen * In het volgende onderdeel wordt beschreve,n hoe u met gebruik van de track knoppen een audio track selecteert. Wanneer een van de TRACK TYPE indicatoren is verlicht, zullen track 11/12 tot en met 15/16 elk zijn geselecteerd voor respectievelijk drum patronen, bass patronen en loop phrases. Het is belangrijk te onthouden, dat de werking van elk van deze tracks afwijkt van die van standaard audio tracks. De Input Select status is GUITAR/BASS: Slechts één van de track knoppen knippert, en de geluidsbron zal worden opgenomen op de corresponderende track. Indien op dit tijdstip een tweetal aangrenzende track knoppen (bijv. 1 en 2 of 3 en 4) tegelijkertijd wordt ingedrukt, zullen ze beide beginnen te knipperen, ten teken dat de corresponderende tracks als opname bestemming voor stereo opname zijn geselecteerd. Drukt u vervolgens een van deze knoppen in, dan zal alles terug keren naar de gebruikelijke instelling; met slechts één knipperende track knop. Dit betekent dat de corresponderende track nu is geselecteerd om een mono opname te maken. Belangrijk om te weten is, dat telkens wanneer u een paar van de tracks 9/10 tot en met 15/16 selecteert, de corresponderende tracks uitsluitend voor stereo opnames worden geselecteerd. Bepaalde effecten geven, wanneer toegepast op mono input bronnen, toch stereo output, en de BR-1600CD selecteert stereo tracks om deze audio te kunnen opnemen. Wanneer de output van zo n effect wordt opgenomen op een mono track, gaat de stereo kwaliteit van het geluid verloren. De Input Select Status is VOCAL: Slechts één van de track knoppen knippert. Wanneer een tweetal aangrenzende track knoppen (bijv. 1 en 2 of 3 en 4) tegelijkertijd wordt indrukt, zullen ze beide beginnen te knipperen ten teken dat de corresponderende tracks zijn geselecteerd als opname bestemming voor stereo opname. Drukt u vervolgens een van deze knoppen in, dan zal alles terug keren naar de gebruikelijke instelling; met slechts één knipperende track knop. Dit betekent dat de corresponderende track nu is geselecteerd om een mono opname te maken. Belangrijk om te weten is, dat telkens wanneer u een paar van de tracks 9/10 tot en met 15/16 selecteert, de corresponderende tracks uitsluitend voor stereo opnames worden geselecteerd. Bepaalde effecten geven, wanneer toegepast op mono input bronnen, toch stereo output en de BR-1600CD selecteert stereo tracks om deze audio te kunnen opnemen. Wanneer de output van zo n effect wordt opgenomen op een mono track, gaat de stereo kwaliteit van het geluid verloren. De Input Select Status is SIMUL: Een tweetal tracks wordt voor opname geselecteerd, en de bijbehorende track buttons beginnen te knipperen. In deze staat wordt het geluid van de INPUT1/MIC1 jack of van de GUITAR/BASS jack, en het geluid van de INPUT2/MIC2 jack, op de twee geselecteerde tracks apart opgenomen. Wanneer op dit ogenblik een van de knipperende track knoppen wordt ingedrukt, zal de andere knop ophouden met knipperen en uitgaan, ten teken dat een mix van de twee input bronnen zal worden opgenomen op de mono track, die correspondeert met de nog knipperende track knop. Belangrijk om te weten is, dat telkens wanneer u een paar van de tracks 9/10 tot en met 15/16 selecteert, de corresponderende tracks altijd voor het apart opnemen van de verschillende input bronnen zullen worden geselecteerd. De Input Select Status is MULTI-TRACK: Track knoppen 1 tot en met 8 of 9/10 tot en met 15/16 zullen alle beginnen te knipperen. In deze staat zal alle audio van INPUT1/MIC1 tot en met INPUT8/MIC8 elk apart op een van de tracks worden opgenomen, waarvan de track knop knippert. Wanneer een van de track knoppen 9/10 tot en met 15/16 wordt ingedrukt, terwijl track knoppen 1 tot en met 8 knipperen, zullen deze knoppen uitgaan en gaan alle track knoppen 9/10 tot en met 15/16 knipperen. Op dezelfde wijze zullen, wanneer een van de track knoppen 1 tot en met 8 wordt ingedrukt, terwijl track knoppen 9/10 tot en met 15/16 knipperen, deze knoppen uitgaan, en zullen track knoppen 1 tot en met 8 beginnen te knipperen. Indien u een bepaalde track niet wilt opnemen, drukt u de corresponderende track knop in, terwijl deze knippert. De knop zal nu ophouden te knipperen en uitgaan, ten teken dat op de corresponderende track niets zal worden opgenomen. Wilt u alsnog iets opnemen op deze track, druk dan de corresponderende track knop nogmaals in. De knop zal weer beginnen te knipperen, ten teken dat de track opnieuw voor opname is geselecteerd. De Input Status is STEREO TRACKS: Een stereo track voor opname is geselecteerd, en de hierbij behorende track knop begint te knipperen. In deze staat worden de input bronnen van INPUT1/MIC1 tot en met INPUT8/MIC8 in stereo gemixed, en wordt deze mix op de geselecteerd track opgenomen. Zou één van de knipperende track knoppen op dit moment worden ingedrukt, dan houdt de ander op met knipperen en gaat uit, ten teken dat een mix van de twee inputbronnen zal op de mono track worden opgenomen, die correspondeert met de knipperende track knop. Telkens wanneer een paar tracks uit track 9/10 tot en met 15/16 wordt geselecteerd, zal elke input bron apart op een van de corresponderende tracks worden opgenomen. 41

42 Fouten in de gemaakte opname herstellen (Undo/Redo) In gevallen waarin u een foutje maakte tijdens het spelen of wanneer het volumeniveau tijdens opname niet naar wens kon worden ingesteld, kunt u deze opname ongedaan maken, en de BR-1600CD terugzetten naar de conditie, waarin deze stond voor het begin van de opname (Undo). Daarbij kunt u, in het geval dat u de opname zou willen herstellen, de Undo weer ongedaan maken, en de BR-1600CD terugzetten naar de conditie, waarin deze stond aan het einde van de opname. Undo (maak ongedaan) fig Druk op [UNDO/REDO]. fig.07-40d De boodschap Undo? zal nu verschijnen. 3 Druk op [PLAY] om de playback te starten, en ter bevestiging, dat de opname ongedaan is gemaakt. 2 Druk op [F4] (UNDO). De boodschap Complete! zal in de display staan, ten teken dat de Undo is voltooid. 4 Wilt u nu een andere opname van voor de zojuist gewiste opname ongedaan maken, herhaal dan stap 1 t/m 3. Iedere keer dat een Undo wordt uitgevoerd, zal de BR- 1600CD de een na nieuwste opname wissen. Wanneer eenmaal Optimaliseren van een Song is uitgevoerd (Gebruikershandleiding p.70), is ongedaan maken niet meer mogelijk. De BR-1600CD is in staat om tot ongeveer Undo uitvoeringen te doen. Undo kan alleen worden gebruikt bij opgenomen audio data, en daarin gemaakte wijzigingen. Andere soorten wijzigingen kunnen niet met deze functie worden gewist. 42

43 Fouten in de gemaakte opname herstellen (Undo/Redo) Redo (herstel) Gebruik Redo om een opname, die eerder met Undo ongedaan was gemaakt, te herstellen. De procedure hiervoor is als volgt: fig.07-40a Druk op [UNDO/REDO]. fig.07-40bd De boodschap Redo? zal nu verschijnen. 2 Druk op [F3] (REDO). De boodschap Complete! zal in de display staan, ten teken dat de Redo is voltooid. 3 Druk op [PLAY] om de playback te starten en ter bevestiging, dat de opname, die met Undo ongedaan was gemaakt, nu is hersteld. Wanneer u vaker dan een keer Undo heeft gebruikt, kunnen stap 1 t/m 3 nu worden herhaald om achtereenvolgende Redo uitvoeringen te doen. Iedere volgende Redo zal een ongedaan gemaakte opname herstellen. Houd er rekening mee, dat u, nadat u eenmaal opnames of wijzigingen over een Undo heen heeft gemaakt, de eerdere opname niet meer kunt herstellen met Redo. Wanneer eenmaal Optimaliseren van een Song is uitgevoerd (Gebruikershandleiding p.70), is herstellen niet meer mogelijk. 43

44 Een nieuwe track opnemen over een eerdere opname (Overdubben) De BR-1600CD is een multi-track recorder. In tegenstelling tot standaard tape recorders, MD recorders, etc. kunt u met een multi-track recorder een track opnemen, terwijl u tegelijkertijd een opname van een andere track afspeelt en beluistert. Deze mogelijkheid wordt ook wel overdubben genoemd. Door zang, gitaar, basgitaar en andere instrumenten op verschillende tracks op te nemen, zorgt u ervoor dat de relatieve niveaus van de instrumenten en hun links/rechts positie later alsnog kunnen worden geoptimaliseerd. Daarbij kunt u ook een opname van een bepaald instrument in zijn geheel vervangen. fig ,7 6 4, Druk op de track knop van een track, waarop nog geen opname is gemaakt. De corresponderende track zal voor opname worden geselecteerd, en de track knop wordt rood en begint te knipperen. De track knoppen voor tracks, waarop al opnames waren gemaakt, zijn allemaal groen. 2 Stel de volume regelaars van eerder opgenomen tracks zo in, dat ze een passend playback volume geven. 4 Druk op [PLAY]. [PLAY] wordt nu groen, [REC] houdt op met knipperen en wordt rood, en de opname begint. Hoewel u de eerder opgenomen tracks nu kunt horen, zullen deze niet op de opname track worden opgenomen. 5 Speel met de eerder gemaakte opname mee. Alleen het instrument, dat u nu bespeelt, zal worden opgenomen. 3 Druk op [REC]. [REC] wordt nu rood en begint te knipperen, ten teken dat de BR-1600CD nu klaar is voor opname. 6 Druk op [STOP] op het punt, waarop u de opname wilt beëindigen. [PLAY] en [REC] zullen beide uitgaan, en de track knop behorende bij de opname track, zal nu groen/ oranje gaan knipperen. 44

45 Een nieuwe track opnemen over een eerdere opname (Overdubben) 7 Stel de volumeregelaar van de opgenomen track in een geschikt playback volume in, en druk op [PLAY]. [PLAY] zal nu oplichten, en de zojuist opgenomen track zal samen met de eerder opgenomen tracks te beluisteren zijn. 8 Herhaal stap 1 t/m 7 zo vaak als nodig is om het benodigde aantal opnames te maken. 9 Indien u de opgenomen audio wilt bewaren, sla dan de huidige song op (p.56). Wanneer u de BR-1600CD uitzet zonder eerst de huidige song te hebben opgeslagen, zal de opgenomen audio data verloren gaan. Bruikbare tip voor overdubben Tijdens het maken van een nieuwe opname kan het voorkomen, dat het volume van de overige tracks, die af worden gespeeld, overheerst, waardoor het instrument, dat u juist speelt, moeilijk te horen is. In een dergelijke situatie kunt u de volumeregelaars van de overige tracks wat lager zetten of, met gebruik van pan, deze tracks of het bespeelde instrument naar links of naar rechts instellen, zodat u het instrument beter kunt horen. Instellen van de links/rechts positie van elke track (pan) (p.46) Instellen van de links/rechts positie van een audio input (input pan) (p. 37) 45

46 Het mixen van verschillende audio tracks naar een stereo track (Mix Down) Wanneer u een song heeft opgebouwd door herhaaldelijk overdubben, komt het vaak voor, dat de opgenomen instrumenten qua volume en positie niet met elkaar in overeenstemming klinken, waardoor het lijkt alsof ze niet deel zijn van een en dezelfde performance. Desondanks kunt u door elk van deze tracks in een stereo mix te combineren, terwijl u de balans van volume en pan instellingen opnieuw instelt, toch een beeld van een single/complete song creëren. Bovendien is het zo dat, wilt u uiteindelijk een audio CD maken, de songs moeten zijn opgenomen in stereo tracks. Dientengevolge zult u voor iedere song een mixdown moeten uitvoeren. Een mixdown wordt als volgt uitgevoerd: (1) Stel de links/rechts positie van iedere track in (Pan). (2) Onderdruk variaties in volume instellingen (Compressor). (3 )Stel het geluid van iedere track wat bij (Equalizer). (4) Maak het algehele geluid wat ruimer (Loop Effects). (5 )Mix de playback tracks op een enkele stereo track (Bounce). Instellen van de links/rechts positie van elke track (Pan) fig Druk op CHANNEL EDIT [PAN]. fig.07-45d Het pan instellingen scherm zal verschijnen. 3 Verander de pan instelling met gebruik van de TIME/VALUE draaiknop. L100: Audio wordt helemaal links gezet 0: Audio wordt in het midden gezet. R100: Audio wordt helemaal rechts gezet. 2 Beweeg de cursor naar de track, waarvan u de pan instelling wilt wijzigen. 4 Druk op [EXIT/NO] om naar het hoofdmenu terug te keren. U kunt ook een track selecteren door de bijbehorende track knop in te drukken. De track knop voor de geselecteerde track zal oplichten. 46

47 Het mixen van verschillende audio tracks naar een stereo track (Mix Down) Onderdrukken van variaties in het volume (Compressor) Elke van de verschillende tracks 1 tot en met 8 of 9/10 tot en met 15/16, bevat een ingebouwde compressor, die kan worden gebruikt om verschillen in volume en piek niveau van de corresponderende tracks wat te effenen. fig ,3 3 1 Druk op [COMP]. Het compressor instellingen scherm zal nu verschijnen. fig.07-47d 1 fig.07-47bd Beweeg de cursor naar de parameter, waarvan u de instellingen wilt wijzigen, en gebruik vervolgens de TIME/ VALUE draaiknop om de nieuwe instellingen te maken. 2 Beweeg de cursor naar de track, waarvan u de compressor instellingen wilt wijzigen. fig.07-47ad De track knop, behorende bij de geselecteerde track, zal oplichten. Druk op [F3] (TRACK 9-16) om over te schakelen naar het instellingen scherm voor track 9/10 tot en met 15/ 16. Om naar het instellingen scherm voor track 1 tot en met 8 terug te keren, drukt u nogmaals op [F3]. THRESHOLD: Deze parameter stelt het volume niveau waar vandaan de compressor het geluid zal gaan beïnvloeden. Naar mate deze instelling kleiner (of meer negatief) wordt gemaakt, zal de compressor bij lagere volume niveaus actief worden. ATTACK: Deze parameter stelt de tijd in, voordat de compressor zal gaan werken, nadat het volume de drempel heeft overschreden. Kleinere waarden brengen de tijd, totdat de compressor begint te werken, terug. RELEASE: Deze parameter stelt de tijd in, voordat de compressor ophoudt te werken, nadat het volume weer onder de drempel is gezakt. Een kleinere waarde brengt de tijd, totdat de compressor ophoudt te werken, terug. 4 Druk op [EXIT/NO] om naar het hoofdmenu terug te keren. Behalve de cursor kunnen ook de bijbehorende track knoppen worden gebruikt om direct de track te kiezen waarvan u de instellingen wilt wijzigen. Daarbij kunt u, wanneer u de knoppen van tracks 1 en 2, tracks 3 en 4, tracks 5 en 6 of tracks 7 en 8 tegelijkertijd indrukt, de instellingen van de twee geselecteerde tracks tegelijkertijd wijzigen. Deze functie is uitermate bruikbaar, wanneer u de compressor instellingen van stereo tracks met elkaar overeen wilt laten komen. Door in deze staat de compressor instellingen te doen, kunt u alle parameters in dezelfde waarden instellen. En, omdat in deze situatie de compressoren van de twee geselecteerde tracks als een stereo compressor zullen werken, kunnen kleine verschillen in de links/rechts volumebalans op eenvoudige wijze worden weggewerkt. Behalve de op het scherm weergegeven parameters, bevatten de compressoren ook andere gedetailleerde parameters. Voor meer informatie hierover kijkt u bij Een compressor aanpassen (Gebruikershandleiding p. 109). 47

48 Het mixen van verschillende audio tracks naar een stereo track (Mix Down) Het geluid van elke track bijstellen (Equalizer) Iedere track bevat een ingebouwde drieband equalizer (EQ), en deze kunnen worden gebruikt om de lage, midden en hoge audio bundels, opgenomen op de corresponderende track, in te stellen. fig , Druk op [EQ]. fig.07-49d Het equalizer instellingenscherm zal nu verschijnen. 2 Beweeg de cursor naar de track, waarvan u de equalizer instellingen wilt wijzigen. fig.07-49ad De track knop voor de geselecteerde track zal oplichten. 3 Beweeg de cursor naar de parameter waarvan u de instellingen wilt wijzigen, en gebruik vervolgens de TIME/ VALUE draaiknop om een nieuwe instelling te maken. fig.07-49bd HIGH: Deze parameter stelt het geluid van de hoge band in. Hij wordt gebruikt om de helderheid en scherpte van een geluid bij te stellen. De hoge bands EQ kan effectief worden gebruikt bij hi-hats, cymbalen, etc. en wordt ook wel toegepast om de sibilance (= de scherpe klank van het S -geluid in vocalen) wat bij te stellen. MID: Deze parameter stelt het geluid van de midden band in. Hij wordt voornamelijk gebruikt om de kracht en aanwezigheid van een instrument bij te stellen, wat vooral bij zang, gitaarpartijen, saxofoon en andere melodieuze instrumenten heel bruikbaar kan zijn. Het menselijk gehoor is in dit middenbereik het gevoeligst, waardoor het overgrote deel van het geluid van een instrument meestal hier kan worden gevonden. Dientengevolge kan de midden band EQ bij bijna alle instrumenten effectief worden gebruikt. LOW: Deze parameter stel het geluid van de lage band in. Hij kan worden gebruikt om de stootkracht van basgitaar, drums en andere ritmesectie instrumenten bij te stellen. Houd in gedachten dat de lage band EQ weinig effect zal hebben op meer heldere instrumenten, zoals snaren en cymbalen. De hoge, midden en lage parameters kunnen ook met gebruik van respectievelijk de VALUE1, VALUE2, en VALUE3 knoppen worden bijgesteld. 4 Druk op [EXIT/NO] om naar het hoofdmenu terug te keren. 48

49 Het mixen van verschillende audio tracks naar een stereo track (Mix Down) Wanneer de instellingen buitensporig hoog worden gezet, zal het volume van het corresponderende bereik te hoog zijn, en dit zou uw gehoor kunnen beschadigen. Daarbij komt nog dat het geluid vervormd zal zijn, en dat externe apparatuur, zoals een koptelefoon, hierdoor defect kunnen raken. Daarom is het belangrijk om deze instelling extra zorgvuldig te maken en daarbij, indien nodig, het volume laag te zetten. Behalve de cursor kunnen ook de bijbehorende track knoppen worden gebruikt om direct de track te kiezen, waarvan u de instellingen wilt wijzigen. Daarbij kunt u, wanneer u de knoppen van tracks 1 en 2, tracks 3 en 4, tracks 5 en 6 of tracks 7 en 8 tegelijkertijd indrukt, de instellingen van de twee geselecteerde tracks tegelijkertijd wijzigen. Deze functie is uitermate bruikbaar, wanneer u de EQ instellingen van stereo tracks met elkaar overeen wilt laten komen. Door in deze staat de EQ instellingen te doen kunt u alle parameters in dezelfde waarden instellen. Tracks 9/10 tot en met 15/ 16 zijn permanent ingesteld als stereo tracks, waardoor de parameters altijd op dezelfde wijze zullen veranderen. Het is hier niet mogelijk om de instellingen van de linker en rechterkant apart te doen. Behalve de op het scherm weergegeven parameters bevatten de equalizers ook andere gedetailleerde parameters voor geluidsinstellingen. Voor meer informatie hierover kijkt u bij Een driebands equalizer aanpassen (Gebruikershandleiding p. 110). 49

50 Het mixen van verschillende audio tracks naar een stereo track (Mix Down) De sound verrijken (Loop Effects) De mixer van de BR-1600CD bevat de volgende geluidseffecten: CHORUS/DELAY/DOUBLING en REVERB. Bij een juiste toepassing kunnen deze effecten een zeker mate van ruimtelijk gevoel en diepte aan het geluid toevoegen. Wat zijn Loop effecten? Effecten, die een verbinding maken tussen het verzend effect en het retour effect in een mixer, worden aangeduid als loop ( lus ) effecten. Met dit soort effecten,kunt u de mate bepalen waarin het geluid wordt beïnvloed, door het wijzigen van het zend niveau van het corresponderende mixer kanaal (of in ons geval, van de corresponderende BR- 1600CD track). Omdat iedere track zijn eigen zendniveau heeft, kan de mate, waarin elke track wordt beïnvloed, eenvoudig worden gewijzigd. Bijvoorbeeld: u kunt veel reverb (galm) toevoegen aan een zangpartij, een weinig reverb toepassen bij de drumpartij, enzovoorts. In tegenstelling tot de Insert Effects (p.26), die een bepaald deel van het geluid beïnvloeden, kan gezegd worden dat Loop Effects het algehele geluid bepalen. Voor meer informatie hierover kijkt u onder Loop Effecten gebruiken (p.112 in de Gebruikershandleiding). Toepassing van reverb fig.07-50a Druk op LOOP EFFECTS [REVERB]. fig.07-50d De BR-1600CD zal nu in de display een scherm tonen (Reverb Send) voor het aanpassen van de hoeveelheid audio, die van elke track naar reverb zal worden gezonden. 3 Terwijl u de playback van de geselecteerde track beluistert, stelt u met de TIME/VALUE draaiknop de gewenste hoeveelheid reverb in. fig.07-50bd Wanneer het reverb zendniveau op 0 staat, zal er helemaal geen reverb te horen zijn. Bij 100 zal de maximale hoeveelheid reverb worden toegepast. Indien dit scherm niet in de display verschijnt, kunt u het ophalen met [ ] of [ ]. 2 Beweeg de cursor naar de track, waarop u de reverb wilt toepassen. 4 Indien nodig, herhaal stap 2 en stap 3. U kunt ook direct naar een track gaan door op de corresponderende track knop te drukken. 50

51 Het mixen van verschillende audio tracks naar een stereo track (Mix Down) Toepassing van chorus, delay of doubling fig.07-51a 3,5 3, Druk op LOOP EFFECTS [CHORUS/ DELAY]. fig.07-51d De BR-1600CD zal nu in de display een scherm tonen (Chorus/Delay) voor het aanpassen van de hoeveelheid audio, die van elke track naar de delay of chorus zal worden gezonden. Indien dit scherm niet in de display verschijnt, kunt u het ophalen met [ ] of [ ]. 2 Druk op [F2] (EDIT). fig.07-52d Het Chorus/Delay Edit scherm zal nu verschijnen. 3 Beweeg de cursor nu naar TYPE, en selecteer het gewenste Loop Effect met gebruik van de TIME/VALUE draaiknop. CHORUS: Een chorus effect creëert een geluid, dat er een fractie naast zit, en wanneer toegevoegd aan het originele geluid, dit wat voller doet klinken. Met dit effect kunt u het idee krijgen, dat u door het geluid wordt omgeven. DELAY: Een delay effect werkt als een echo door het originele geluid na een specifiek ingestelde uitsteltijd (delay) te herhalen. U kunt dit effect toepassen op melodieuze instrumenten voor een voller, rijker geluid, zonder aan de helderheid van het geluid afbreuk te doen. DOUBLING: Een doubling (verdubbelend) effect is in wezen hetzelfde als een delay, maar dan met een extreem korte uitsteltijd. U kunt dit effect toepassen om aan een mono opname een stereo geluidskwaliteit te geven. 4 Druk op [EXIT/NO] om naar het Chorus/Delay verzend scherm terug te keren. 51

52 Het mixen van verschillende audio tracks naar een stereo track (Mix Down) 5 Zet de cursor op de track, waarbij u chorus, delay of doubling wilt toevoegen. fig.07-52ad U kunt ook direct naar een track gaan door op de corresponderende track knop te drukken. 6 Terwijl u de playback van de geselecteerde track beluistert, gebruikt u de TIME/VALUE draaiknop om het zend niveau zo in te stellen, dat u tevreden bent met wat u hoort. Wanneer het zendniveau op 0 staat, zal er helemaal geen effect zijn toegepast. Bij 100 zal de maximale hoeveelheid effect worden toegepast. 7 Indien nodig, herhaal stap 5 en stap 6. U kunt slechts één chorus, delay of doubling effect selecteren. Verschillende soorten chorus, delay en doubling effecten kunnen niet gelijktijdig worden gebruikt. Wanneer eenmaal alle benodigde instellingen zijn gedaan, kunt u met de opname beginnen. (bouncing) 52

53 MEMO 53

54 Het mixen van verschillende audio tracks naar een stereo track (Mix Down) De playback tracks overzetten naar een enkele stereo track (Bounce) Heeft u eenmaal alle benodigde track instellingen gemaakt, zoals beschreven in voorgaande onderdelen van deze gids, dan rest alleen nog om uw tracks te combineren en deze mix in stereo op te nemen. Daarbij kunt u ook, simpelweg met gebruik van de BR-1600CD, van de ene track naar de andere opnemen. Deze procedure heet bouncing (overzetten). Bij gebruik van Drum, Bass of Loop Effects kunnen deze in het eindmix proces met de playback van de opgenomen tracks worden gecombineerd. Om dit te doen drukt u allereerst verschillende keren op de track knop voor de Drum, Bass of Loop Effect track (Track 11/12 tot en met 15/16), totdat deze oplicht of begint te knipperen. Gebruik vervolgens de volume regelaar van deze track om het volume op een passend niveau in te stellen, en zet dan het Drum, Bass of Loop Effect over naar een andere track. Laten we, omdat u waarschijnlijk uw song pas later wilt afmaken (p.58), bouncen naar track 9/10. fig , Druk verschillende malen op [REC MODE], totdat de BOUNCE indicator oplicht. Alle input bronnen zijn nu automatisch gedempt. 3 Druk op [REC], en vervolgens op [PLAY]. Beide knoppen [PLAY] en [REC] zullen nu oplichten, en de opname (bouncing) begint. 2 Druk op de track knop voor Track [9/ 10]. 4 Druk aan het einde van de song op [STOP]. [PLAY] en [REC] zullen beide uit gaan, ten teken dat de opname is voltooid. 54

55 Het mixen van verschillende audio tracks naar een stereo track (Mix Down) 5 Om de opname terug te horen zet u alle volumeregelaars laag, behalve die van track 9/10. Stel de regelaar van track 9/ 10 in op het gewenste volume. 6 Druk op [ZERO] en vervolgens op [PLAY]. De audio data, die naar track 9/10 was overgezet, zal nu worden afgespeeld. 7 Indien u de door middel van bouncing overgezette track wilt bewaren, sla dan de huidige song op (p. 56). Dit proces van het bijstellen van toon en balans van elke track en vervolgens het opnemen hiervan op een enkele stereo track wordt als een Mix Down aangeduid. Indien u de BR-1600CD uit zet zonder de huidige song te hebben opgeslagen, zal de overgezette track verloren gaan. Het is daarom belangrijk, dat u regelmatig uw songs opslaat. Bovendien is het belangrijk, dat u, wanneer u van plan bent op een later tijdstip een audio CD op te nemen, de overgezette mixdown tijdig opslaat. Indien op de voor bouncing geselecteerde track al audio data staat, zal deze tijdens het overzetten worden overgeschreven. Wilt u dit voorkomen, zorg er dan voor, dat u, tijdens opnames en overdubben, een lege track reserveert voor het overzetten. Het is wel mogelijk om een eventueel per abuis overgeschreven track te herstellen en de bounce ongedaan te maken met de Undo functie (p.42). Nadat het overzetten is voltooid, kan een periode van 1 à 2 seconden voorbijgaan, voordat u de volgende uitvoering op de BR-1600CD kunt verrichten. Wanneer u een live bespeeld instrument tezamen met playback van eerder opgenomen tracks wilt bouncen (overzetten), druk dan op de geschikte INPUT SELECT knop. Deze knop zal oplichten, en de input bronnen zijn niet langer gedempt. Nu kunt u tijdens het bounce proces het bespeelde instrument in combinatie met de overige tracks opnemen. Hoewel in de voorgaande sectie het maken van een mixdown in termen van overzetten binnen de BR-1600CD zelf is beschreven, kunt u natuurlijk ook op dezelfde wijze een mixdown naar externe opname apparatuur maken. Om dit te doen, sluit u eenvoudig de LINE OUT van de BR-1600CD op opname apparatuur aan, start u de opname op het extern apparaat en vervolgens de playback op de BR-1600CD. Het is op dit moment niet nodig om REC MODE op BOUNCE te zetten. U kunt deze gewoon in INPUT laten staan. 55

56 Een song opslaan (Song Save) Audio opnames, of geredigeerde audio data worden slechts tijdelijk op de harde schijf bewaard, totdat de corresponderende song wordt opgeslagen. Indien u de stroom uitschakelt zonder eerst de song te hebben opgeslagen, zullen alle nieuwe opgenomen audio data, geredigeerde data, aangepaste mixer instellingen etc., verloren gaan. De Save functie voorkomt, dat dit gebeurt door het opslaan van de opgenomen en/of geredigeerde data op de harde schijf van de BR-1600CD. fig Met het hoofdmenu in de display houdt u [STOP] ingedrukt, en drukt u tegelijkertijd op [REC]. fig.07-11ad De boodschap Save Current? zal nu verschijnen. 2 Druk op [ENTER/YES]. Wanneer u niet op wilt slaan, drukt u op [EXIT/NO]. De boodschap Storing Current zal nu in het scherm verschijnen en het opslaan van de song begint. Wanneer dit proces is voltooid, zal de boodschap Complete! verschijnen. Song Protect is al actief voor de demo songs, die u bij aankoop aantreft in de BR-1600CD. Om deze reden zult u bij deze songs de boodschap Protected Song! in het scherm zien staan, en is het niet mogelijk deze op te slaan. 56

57 Een song opslaan (Song Save) Opslaan vanuit het utility scherm Behalve op de hiervoor beschreven wijze, kunt u songs ook vanuit het Utility scherm opslaan. Beide methoden bewaren uw song op exact dezelfde wijze. fig ,3,4 2,3 1 Druk op [UTILITY]. fig.07-13d Het Utility Menu scherm zal nu verschijnen. 3 Ga met de cursor naar het STORE icoontje, en druk op [ENTER/YES]. Als alternatief kunt u op [F4] (STORE) drukken, wanneer dat het STORE icoon in de display staat aangegeven. De boodschap Save Current? zal nu verschijnen. 2 Beweeg de cursor naar het SONG icoon, en druk op [ENTER/YES]. fig.07-14d Als alternatief kunt u ook op [F2] (SONG) drukken, wanneer het SONG icoon in de display staat aangegeven. Het Song Menu scherm zal nu verschijnen. 4 Druk op [ENTER/YES]. Indien u de song niet wilt opslaan, drukt u op [EXIT/NO]. De boodschap Storing Current zal nu in het scherm verschijnen, en het opslaan van de song begint. Wanneer dit proces is voltooid, zal de boodschap Complete! verschijnen. 57

58 Volume en compressie regelen voor CD schrijven (Mastering Tool Kit) Bij het creëren van een cd is het cruciaal, dat het algehele volume van de song wordt verminderd ten einde de luidste gedeeltes van de song op te kunnen nemen, zonder dat afbreuk wordt gedaan aan de geluidskwaliteit. Echter, deze beperking van het volume kan er vaak toe leiden, dat een minder volle en krachtige CD ontstaat. Daarbij komt dat, omdat ons gehoor niet zo gevoelig is voor geluid in de lage band frequenties, deze minder goed of zelfs bijna niet te horen zijn, wat ook weer afbreuk doet aan de productie van krachtig klinkende cd s. De in de BR-1600CD ingebouwde Mastering Tool Kit levert een oplossing voor dit probleem, zodat u op eenvoudige wijze prima klinkende cd s kunt produceren. Met behulp van de Mastering Tool Kit zult u fluctuaties in het volume kunnen gladstrijken, en het geluid in de lage bands frequenties kunnen harmoniseren. Audio CD s kunt u ook zonder de Mastering Tool Kit produceren. U mag zelf kiezen. Voordat u de Mastering Tool Kit gebruikt Op het tijdstip van aankoop bevat de BR-1600CD s Mastering Tool Kit al 19 vooraf ingestelde patches (P001 tot en met P019, die niet kunnen worden overgeschreven. Ook zijn er 19 gebruikers patches (U001 tot en met U019), die in elke song kunnen worden gebruikt, en 19 song patches (S001 tot en met S019), die samen met een bepaalde song zijn opgeslagen. Gebruikers patches en song patches kunnen wel worden overgeschreven. Zie ook de Mastering Tool Kit Patch Lijst (dit is een los document) De Mastering Tool Kit kan alleen in combinatie met track 9/10 worden gebruikt. Heeft u opnames gemaakt op Tracks 1 tot en met 8, en 11/12 tot en met 15/16, dan zullen deze eerst in een mix down naar Track 9/10 moeten worden overgezet, zoals beschreven in Het mixen van verschillende audio tracks naar een stereo track (Mix Down) (p.46). De Mastering Tool Kit selecteren Om de Mastering Tool Kit in gebruik te nemen dient u REC MODE op MASTERING te zetten. fig Druk verschillende malen op [REC MODE], totdat de MASTERING indicator oplicht. 2 Beweeg de cursor naar het Mastering Tool Kit Patch nummer. fig.07-56d Het Mastering scherm zal nu verschijnen. Op dit ogenblik zal ook [MASTERING TOOL KIT] oplichten, ten teken dat Mastering Tool Kit is toegepast op Track 9/

59 Volume en compressie regelen voor CD schrijven (Mastering Tool Kit) 3 Selecteer met behulp van de TIME/ VALUE draaiknop een Mastering Tool Kit Start de playback op de BR-1600CD en selecteer de patch, die het beste in uw song klinkt. Voor meer informatie over modificatie van Mastering Tool Kit instellingen, kijkt u in Mastering Tool Kit instellingen (Edit) aanpassen (Gebruikershandleiding p. 130). Het mastering volume regelen fig.07-56a Druk op [PLAY], beluister Track 9/10, en stel het volume in op een passend niveau. 2 Gebruik de volumeregelaar van Track 9/10 om het volume zo in te stellen, dat de volumegraadmeter niet geheel uit zal slaan. Houd er rekening mee, dat het hier geselecteerde volume effect zal hebben op de wijze, waarop de Mastering Tool Kit het geluid zal vormen, en hoe het effect zal worden toegepast. Bij een volledig uitslaan van de volumegraadmeter zal het geluid worden vervormd tijdens het mastering proces. Aan de andere kan is het zo, dat wanneer de graadmeter erg weinig uitslaat, het effect van de Mastering Tool Kit beperkt zal zijn. Luister tijdens het instellen van een gewenst volumeniveau voor mastering om er zeker van te zijn dat het geluid niet vervormt. 3 Gebruik de Master volumeregelaar om het algehele volume zo in te stellen, dat de MIX L/R graadmeter niet geheel uitslaat. Het mastering volume wordt door de instelling bepaald, die u hier maakt: feitelijk is dit het uiteindelijke volumeniveau, waarop u de song op de audio cd zult schrijven. 59

60 Volume en compressie regelen voor CD schrijven (Mastering Tool Kit) Mastering fig.07-56b 2 2 1,6 5 4,6 3 1 Zet de huidige positie terug naar het begin van de song. 2 Gebruik [CURSOR] en de TIME/VALUE draaiknop om de V-Tracks te selecteren die u wilt gebruiken als aanvang en eindpunt van mastering. fig.07-56fd 5 Wanneer u bij het eind van de song bent, drukt u op [STOP]. Beide knoppen [PLAY] en [REC] zullen uitgaan, en mastering is gestopt. Wanneer het mastering proces is voltooid, zal de huidige V-Track, die gebruikt werd als aanvangspunt, automatisch overschakelen naar de V-Track, die u had geselecteerd als eindpunt voor mastering. Daarbij zal de BR-1600CD de Mastering Tool Kit uitschakelen (de [MASTERING TOOL KIT] indicator gaat uit) om te voorkomen, dat de voltooide track nogmaals door de kit passeert. De bron V-Track 3 Druk op [REC]. De bestemming V-Track [REC] wordt rood en begint te knipperen, ten teken dat de BR-1600CD nu gereed is voor opname. 6 Start de playback van de song vanaf het begin, en beluister de voltooide track. Indien u niet tevreden bent met het mastering resultaat, drukt u op [UNDO/REDO] om de opname, die u zojuist maakte, weer ongedaan te maken. ( Undo, p.42). 4 Druk op [PLAY]. Beide knoppen [REC] en [PLAY] zullen oplichten en mastering begint. 7 Wanneer u de master track wilt bewaren, sla dan de huidige song op. (p.56). 60

61 Volume en compressie regelen voor CD schrijven (Mastering Tool Kit) Wanneer u de BR-1600CD uitzet zonder eerst de huidige song te hebben opgeslagen, zal de opgenomen audio data verloren gaan. De V-Track voor Track 9/10, die het meest recent voor het mastering proces werd gebruikt, zal als de uiteindelijke master track worden ingesteld. Gebruikt u vervolgens Disc At Once (p.62) om een audio CD te creëren, dan zal de BR-1600CD automatisch bij voorkeur de voltooide master tracks selecteren van songs, die u op de CD wilt schrijven. Voor meer details omtrent uiteindelijke master tracks kijkt u in de sectie Wijzigen van de op audio CD te schrijven V-Track (de uiteindelijke Mastering Track) (Gebruikershandleiding p.47) Commerciële songs bevatten vaak een effect waardoor aan het einde van de song het volume geleidelijk wordt verminderd (Fade Out). Daarbij bevatten sommige songs vaak een ander effect, waarbij het volume juist aan het begin geleidelijk wordt verhoogd (Fade In). Hoewel u met gebruik van de MASTER volumeregelaar deze effecten tijdens het voltooien van de song kunt nabootsen, is de BR-1600CD ook uitgerust met de mogelijkheid om een automatische fade in en fade out uit te voeren. Deze functie garandeert een mooi geleidelijk en gelijkmatig stijgen en dalen van het volumeniveau, en wordt als Auto Fade In/Out aangeduid. Voor meer details omtrent het gebruik van Auto Fade In/ Out, kijkt u bij: Automatische fade-in en fade-out uitvoeren (Auto Fade In/Out) (Gebruikershandleiding p.132). 61

62 Uw voltooide song op CD schrijven (Audio CD Write) Eerder beschreven procedures hebben ons in staat gesteld om een song geheel te voltooien. Laten we deze nu schrijven op een audio cd. Om dit te kunnen doen heeft u een lege CD-R of CD-RW disk nodig. Methodes voor het creëren van audio cd s Met de BR-1600CD kunt u op drie verschillende manieren een audio CD schrijven. Track At Once Met Track At Once wordt alleen de huidige geladen song op de audio CD geschreven. Indien u daarnaast nog andere songs op dezelfde CD wilt schrijven, zullen deze elk in volgorde moeten worden geladen en gebrand. Met gebruik van deze methode kunt u de ene na de andere song, stuk voor stuk aan een disk toevoegen, totdat deze vol is. Deze methode om songs stuk voor stuk te schrijven kan behoorlijk tijdrovend zijn, met name wanneer u een album wilt samenstellen of bij elk ander type audio CD met meer dan twee of drie songs. Disc At Once By Song De Disk At Once By Song methode stelt u in staat om in één keer een aantal verschillende songs geselecteerd vanuit de harde schijf van de BR-1600CD op een audio CD te zetten. Het samenstellen van een album en vergelijkbare verrichtingen zijn op deze manier eenvoudiger en doeltreffender te doen. Het is echter niet mogelijk om na afloop van het op deze manier maken van de cd hieraan apart nog een song toe te voegen. Daardoor kan een aanzienlijke hoeveelheid diskgeheugen ruimte verloren gaan, wanneer u maar een paar songs op de CD hebt geschreven. Disc At Once By Marker Met deze methode kunt u markeertekens zetten op de gewenste plaatsen in een lange audio track. Zo verdeelt u de track in verschillende segmenten, die u elk apart op de CD kunt schrijven. Een typisch voorbeeld van zo n lange track zou zijn: een opname aan één stuk van een doorlopende live performance, die een uur of langer heeft geduurd. Als deze performance bijvoorbeeld vijf verschillende songs bevat, dan zou u markeertekens aan begin en einde van elke song kunnen plaatsen, zodat deze als vijf verschillende/aparte songs op de audio CD komen te staan. Stuk voor stuk schrijven van songs (Track At Once) fig.07-56c 7 1 Haal de song, die u wilt schrijven op van de harde schijf. fig.07-57d 6,8 4,5,9,10,11 11,12 4,5,6 3 Het audio CD scherm zal nu verschijnen. 2 Plaats een lege CD-R of CD-RW disk in de CD-R/RW drive. 3 Druk op [AUDIO CD WRITE/PLAY]. 4 Zet de cursor op WRITE en druk vervolgens op [ENTER/YES]. 62

63 Uw voltooide song op CD schrijven (Audio CD Write) fig.07-58d Een alternatief is om op [F1] (WRITE) te drukken. Het audio CD schrijven scherm verschijnt direct. stap 9. Schrijfsnelheid x2 (352 kbps) x4 (704 kbps) x8 (1408 kbps) Schrijft twee keer zo snel. Schrijft vier keer zo snel. Schrijft acht keer zo snel. 5 Zet de cursor op het TR AT ONCE icoon en druk op [ENTER/YES]. 9 Druk op [ENTER/YES]. De boodschap Write Sure? ( Weet u zeker dat u wilt schrijven? ) verschijnt nu in het scherm. fig.07-59d Een alternatief is om op [F1] (TR AT ONCE) te drukken. Het Track At Once scherm verschijnt direct. 10Druk op [ENTER/YES]. De boodschap Now Writing verschijnt, en het schrijfproces naar de audio CD gaat van start. Is dit proces eenmaal voltooid, dan verschijnt de boodschap Finalize OK? in de display. 6 Gebruik [CURSOR] en de TIME/ VALUE draaiknop om de track en V-Track, die u wilt schrijven te kiezen. 7 Druk op [F4] (GO). fig.07-61d Het Write Speed (schrijfsnelheid) scherm zal nu verschijnen. 11Wilt u op dezelfde CD-R disk nog andere audio data schrijven, druk dan op [EXIT/NO]. Is dit niet het geval, druk dan op [ENTER/YES]. 12Druk verschillende malen op [EXIT/ NO] om naar het hoofdmenu terug te keren. 8 Stel met de TIME/VALUE draaiknop de schrijfsnelheid in. Indien u de ingestelde en in de display vermelde schrijfsnelheid wilt gebruiken, ga dan direct door naar 13Druk op de EJECT knop van de CD-R/ RW drive om de disk uit te nemen. Hiermee is het opslaan voltooid. Het duurt enige secondes voor de drive opengaat. De variatie in verschillende schrijfsnelheden kan soms worden beperkt door het type media, dat wordt gebruikt. In zo n geval zal de BR-1600CD alleen de ondersteunde snelheden kunnen selecteren. Indien u CD-R of CD-RW disks gebruikt, die bestemd zijn voor schrijven met hoge snelheid, zal de frequentie van schrijf fouten toenemen, naarmate u een lage snelheid als x2 of x4 selecteert. Het wordt aanbevolen om de x8 snelheid voor hoge snelheid disks te gebruiken. Hoewel het begrijpelijk is als u van mening bent, dat de x8 snelheid ook daadwerkelijk een CD creëert in de helft van de schrijf tijd van de x4 snelheid, is in de praktijk gebleken, dat juist iets langer nodig is. De data opgenomen in de audio track op de BR-1600CD wordt tijdens het schrijfproces naar CD formaat geconverteerd. Dit is de reden van de benodigde extra tijd. 63

64 Uw voltooide song op CD schrijven (Audio CD Write) Meerdere songs ineens schrijven (Disc At Once By Song) fig.07-61a 9 6, ,8,12 3,4,5,8,13, ,4,5,8 2 1 Plaats een lege CD-R of CD-RW disk in de CD-R/RW drive. fig.07-64d 2 Druk op [AUDIO CD WRITE/PLAY]. fig.07-62d Het audio CD scherm zal nu verschijnen. 5 Zet de cursor op het BY SONG icoon en druk op [ENTER/YES]. fig.07-65d Een alternatief is om op [F1] (BY SONG) te drukken. Het Disc At Once By Song scherm verschijnt direct. 3 Zet de cursor op WRITE en druk vervolgens op [ENTER/YES]. fig.07-63d Een alternatief is om op [F1] (WRITE) te drukken. Het audio CD schrijven scherm verschijnt direct. 4 Zet de cursor op het DISC. ONCE icoon en druk op [ENTER/YES]. Een alternatief is om op [F2] (DISC. ONCE) te drukken. Het Disc At Once scherm verschijnt direct. Indien de boodschap Not Blank Disc! verschijnt, betekent dit, dat op de CD-R al data is geschreven. In zo n geval dient u deze disk door een lege disk te vervangen. Indien de boodschap Erase Disc? verschijnt, betekent dit dat op de CD-RW al data is geschreven. Drukt u nu op [ENTER/YES], dan zal de BR- 1600CD deze data beginnen te wissen van de CD- RW disk. Als dit proces eenmaal is voltooid, kunt u, met gebruik van de nu lege CD-RW disk, met de volgende stappen verder gaan. 6 Druk op [F1] (INSERT). U kunt nu de gewenste songs gaan selecteren. 64

65 Uw voltooide song op CD schrijven (Audio CD Write) 7 Gebruik de TIME/VALUE draaiknop om de song, die u wilt schrijven te selecteren. 8 Beweeg de cursor naar rechts om het scherm in de display te krijgen, en gebruik de TIME/VALUE draaiknop om de V-track, die u wilt gaan schrijven te selecteren. fig.07-66d 12Stel met de TIME/VALUE draaiknop de schrijfsnelheid in. Indien u de op dit moment in de display vermelde schrijfsnelheid wilt gebruiken, ga dan direct door naar stap 13. Schrijfsnelheid x2 (352 kbps) Schrijft twee keer zo snel. x4 (704 kbps) Schrijft vier keer zo snel. x8 (1408 kbps) Schrijft acht keer zo snel. 13Druk op [ENTER/YES]. De boodschap Write Sure? ( Weet u zeker dat u wilt schrijven? ) verschijnt nu in het scherm. De meest recent voor mastering gebruikte en voltooide track ziet u als MASTER V-TRK aangegeven. Dit kan handig zijn bij het kiezen van de juiste V-Track. 9 Om een selectie van een song op te heffen drukt u op [F2] (DELETE). De selectie wordt nu ongedaan gemaakt. 10Om een song tussen te voegen voor een andere, reeds geselecteerde song, zet u de cursor op de positie, waar u de song wilt invoegen, en drukt u vervolgens op [F1] (INSERT). De nieuwe song wordt nu tussen gevoegd. 11Herhaal Stappen 6 t/m 10 om alle songs, die u wilt schrijven, te kiezen en druk vervolgens op [F4] (GO). Het Write Speed (schrijfsnelheid) scherm verschijnt. 14Druk op [ENTER/YES]. De boodschap Now Writing verschijnt, en het schrijfproces naar de audio CD gaat van start. Is dit proces klaar, dan zal het schrijfproces automatisch worden voltooid, ( Finalized ) waarna, ter bevestiging hiervan, de boodschap Complete! verschijnt. 15Druk verschillende malen op [EXIT/ NO] om terug te keren naar het hoofdmenu. 161Druk op de EJECT knop van de CD-R/ RW drive om de disk uit te nemen. Zo is het schrijfproces voltooid. Voor meer details omtrent het beluisteren van uw zojuist gecreëerde audio cd, zie Uw audio CD beluisteren (Audio CD Play) (p.70). Het kan een paar seconden duren, voordat de CD door de drive wordt uitgegeven. Zie pagina 63 65

66 Uw voltooide song op CD schrijven (Audio CD Write) Verdeling van lange tracks en deze schrijven als meerdere songs (Disc At Once By Marker) Wanneer audio cd s met een opname van een live performance worden gecreëerd, een non-stop DJ mix of andere tracks, die gedurende een langere periode op de track zijn opgenomen, kan het voorkomen, dat deze lange track als één lange single song op de CD komt te staan. Met de BR-1600CD is het echter mogelijk, om met behulp van de markeerfunctie afscheidingen in de audio track te plaatsen, zodat deze in verschillende onderdelen kan worden geschreven. Voor meer informatie wat betreft markers, zie Markeringen in uw song aanbrengen (Marker) (Gebruikershandleiding p.48). Met gebruik van deze functie kunt u audio cd s maken met live performances en non-stop DJ mixen, waarbij op de passende plaatsen in de opname een scheiding tussen de songs is gemaakt. Song verdelingen markeren (CD Track Marker) De eerste stap in dit proces is om in de hierna beschreven procedure de markeertekens op de gewenste verdeel punten in de opname te plaatsen. Een volgens deze procedure toegepast markeerteken noemen we een CD Track Marker. fig.07-66a 3 1 Neem de performance, die u wilt gaan schrijven op audio CD, eerst op een stereo track op. (Dit kan op een willekeurige track, van 1/2 tot en met 15/16). 3 Houd [TAP] ingedrukt, en druk op [MARK]. Op dit moment wordt een CD track marker gecreëerd en in de Marker box in het hoofdmenu verschijnt een T. Tezelfdertijd wordt het CD track nummer als naam van dat markeerteken (bijv. CD01) ingesteld. 2 Zet de huidige positie op een punt, waar u een scheiding in de song wilt maken. 66

67 Uw voltooide song op CD schrijven (Audio CD Write) fig.07-67d Markeertekens, die per abuis op de verkeerde plaats in de tekst staan, kunnen eenvoudig worden verwijderd. (zie: Markeringen wissen (Gebruikershandleiding p.48)) 4 Herhaal Stap 2 en Stap 3 voor elk van de punten waar u in de opname een scheiding wilt maken. 5 Indien u met deze instellingen een audio CD wilt creëeren, sla dan nu de huidige song op (p.56). Het splitsen van een Song is nu klaar, waarna het naar een CD-R/RW disk geschreven kan worden. Nu kunt u met het schrijven van sporen beginnen om een audio cd te maken. Tussen het begin van een audio track (bijv. 00) en de eerste CD track marker kan geen audio data op de CD worden geschreven. Wilt u vanaf het allereerste begin van een track schrijven op de audio cd, druk dan eerst op [ZERO] om naar het begin van de track terug te keren, en voer vervolgens Stap 3 uit. Cd track markers kunnen niet dichterbij dan 100 ms naast elkaar worden gezet. Als dit het plaatsen van een markeerteken verhindert, annuleer dan het eerder geplaatste markeerteken en voer vervolgens Stap 3 uit. (zie ook: Markeringen wissen (Gebruikershandleiding p.48)) Wees ervan verzekerd, dat u, voordat u de audio CD gaat schrijven, eerst de song heeft opgeslagen. De instellingen zullen, tot u ze heeft opgeslagen, niet worden bewaard, en dit kan leiden tot een verkeerd lezen van de afscheidingen tijdens het schrijfproces. Op één enkele audio CD kan een maximum van 99 liedjes worden geschreven. Wilt u boven dit getal nog een CD track marker plaatsen, dan zal de boodschap Marker Memory Full! verschijnen, en plaatsing van het markeerteken blijkt onmogelijk. Wat is Finalization? Behalve audio data worden uiteindelijk op een audio CD ook zaken als positie en tijd van deze data bijgeschreven. Dit proces wordt Finalization genoemd. Indien u van plan bent om uw audio CD op een standaard CD speler af te spelen, is het belangrijk, dat hierop finalization wordt toegepast. Heeft u dit eenmaal gedaan, dan is het echter niet meer mogelijk om nog iets op de CD te schrijven. Om deze reden bevelen wij aan om finalization eenmaal toe te passen, wanneer de CD geheel is geschreven, en bijna vol is met songs. Indien u niet finaliseert : Het niet is mogelijk om de audio CD af te spelen op een standaard CD speler, voordat de CD is gefinaliseerd. U kunt echter wel songs aan de disk blijven toevoegen, totdat dit proces is voltooid. Bij een CD-R disk die tijdens het schrijfproces niet is gefinaliseerd, kan dat later alsnog worden gedaan. Kijk voor meer details over finalization in de sectie Het afspelen op CD spelers mogelijk maken (Finalize) (Gebruikershandleiding p.218). De BR-1600CD bevat nog een overig aantal gebruiksvriendelijke functies, die het creëren van audio CD s eenvoudig maken. Zie voor meer details Handige functies voor het maken van audio CD s (Gebruikershandleiding p.216). 67

68 Uw voltooide song op CD schrijven (Audio CD Write) Schrijven naar een CD-R/RW We zullen nu, met gebruik van de CD track merkeertekens, de songs op een nieuwe CD-R of CD-RW schrijven. fig.07-67a 8 4,5 6,9 3,4,5,10,11 3,4,5 2 1 Plaats een lege CD-R of CD-RW disk in de CD-R/RW drive. fig.07-70d 2 Druk op CD-R/RW [AUDIO CD WRITE/PLAY]. fig.07-68d Het audio CD scherm zal nu verschijnen. 5 Druk op [F2] (BY MARK) fig.07-71d Het Disc At Once By Mark scherm zal nu verschijnen. 3 Zet de cursor op WRITE, en druk vervolgens op [ENTER/YES]. fig.07-69d Het Audio CD Write scherm verschijnt. 6 Gebruik de TIME/VALUE draaiknop om de audio tracks, die u op CD wilt schrijven, te selecteren. 7 Check of de lijst met CD track markeertekens correct is. 4 Druk op [F2] (DISC. ONCE) Het Disc At Once scherm zal nu verschijnen. 8 Druk op [F4] (GO). De boodschap Write Speed verschijnt nu. 68

69 Uw voltooide song op CD schrijven (Audio CD Write) 9 Stel met de TIME/VALUE draaiknop de schrijfsnelheid in. Schrijfsnelheid: x2 (352 kbps) Schrijft twee keer zo snel. x4 (704 kbps) Schrijft vier keer zo snel. x8 (1408 kbps) Schrijft acht keer zo snel. 10Druk op [ENTER/YES]. De boodschap Write Sure? ( Weet u zeker dat u wilt schrijven? ) verschijnt nu in het scherm. 11 1Druk nogmaals op [ENTER/YES]. De boodschap Now Writing verschijnt, en het schrijfproces naar de audio CD gaat van start. Wanneer de boodschap Complete! verschijnt, is het schrijfproces voltooid. Indien op de CD-R al data is geschreven, dan zal de boodschap Not Blank Disc! verschijnen, en schrijven is niet mogelijk. Gebruik altijd een lege disk. Indien op de CD-RW al data is geschreven, dan zal de boodschap Erase Disc? verschijnen. Drukt u nu op [ENTER/ YES], dan zal de BR-1600CD deze data van de CD-RW disk beginnen te wissen. De op te nemen audio track dient stereo te zijn. Wanneer de geselecteerde audio track geen audio data bevat of wanneer geen CD track markeertekens in de opname van de live performance zijn gezet, zal in de lijst NO TRACK verschijnen, en het schrijven is niet mogelijk. Audio CD voorschriften bepalen, dat een CD track minstens vier seconden lang moet zijn. CD track markers die een korter tijdsbestek aangeven, worden tijdens het schrijfproces van de audio CD genegeerd. Wanneer de totale tijdsduur van de songs de maximum opname tijd van de CD-R/RW overschrijdt, zal de boodschap CD Full! verschijnen, en zal het schrijven niet mogelijk zijn. U kunt in zo n geval de positie van de track markeertekens wijzigen (Gebruikershandleiding p.49), gebruik maken van de Track Cut functie (Gebruikershandleiding p.62) of gebruik maken van Track Erase (Gebruikershandleiding p.63) om de totale tijdsduur terug te brengen tot binnen de maximale opname tijd van de CD. De variatie in verschillende schrijfsnelheden kan soms worden beperkt door het type media, dat wordt gebruikt. In zo n geval zal de BR-1600CD alleen de ondersteunde snelheden kunnen selecteren. Om het schrijfproces tussentijds af te breken drukt u op [EXIT/NO]. De boodschap Cancel? zal nu verschijnen, en u kunt vervolgens op [ENTER/YES] drukken om te bevestigen. (Er kan een korte wachttijd bestaan tussen het indrukken van [EXIT/NO] en display van de bevestigingsboodschap.) Houd er rekening mee, dat de kwaliteit van de voor de onderbreking geschreven data niet wordt gegarandeerd. U dient ook zorgvuldig om te gaan met CD-R disks, omdat deze niet opnieuw kunnen worden gebruikt. Tijdens het schrijfproces is het niet mogelijk om een disc uit de drive te nemen zelfs niet door de EJECT knop in te drukken. 69

70 Uw audio CD beluisteren (Audio CD Play) Laat ons nu de zojuist gecreëerde audio CD beluisteren met behulp van de CD-R/RW drive van de BR-1600CD. Behalve CD-R disks kunnen in deze drive ook CD-RW disks, die onbruikbaar zijn voor standaard CD spelers, worden afgespeeld. Natuurlijk kunt u met deze drive ook commercieel uitgebrachte CD s beluisteren, en zelfs audio cd s die met de BR-1600CD zijn gemaakt en nog niet zijn gefinaliseerd. Songs, die op een audio CD zijn opgenomen, worden veelal aangeduid als tracks. Het is belangrijk om deze tracks niet te verwarren met de audio tracks op de BR-1600CD. fig.07-72a 3 3,5 4 3, Plaats een lege CD-R of CD-RW disk in de CD-R/RW drive. fig.07-73d Als alternatief kunt u ook op [F2] (PLAY/IMP.) drukken. Aanvankelijk verschijnt de boodschap Now Checking en vervolgens zal het menu scherm voor de audio CD speler worden getoond. In dit menu worden alle songs van de audio CD aangegeven; van TRACK 01 tot zo ver als TRACK Druk op CD-R/RW [AUDIO CD WRITE/PLAY]. fig.07-72d Het Audio CD scherm zal nu verschijnen. 4 Gebruik de TIME/VALUE draaiknop om de song te selecteren, die u wilt beluisteren. fig.07-73ad 3 Beweeg de cursor naar PLAY/IMP. En druk op [ENTER/YES]. 70

71 Uw audio CD beluisteren (Audio CD Play) 5 Zet de cursor op het icoon, en druk op [ENTER/YES]. fig.07-73bd Het afspelen van de audio CD zal nu beginnen. 6 Indien u het afspelen van de audio CD wilt staken, druk dan verschillende malen op [EXIT/NO], om naar het hoofdmenu terug te keren. U kunt met de cursor naar de volgende icoontjes gaan, en op [ENTER/YES] drukken om het afspelen te regelen. : Play : Pause : Stop : Fast forward (door spoelen) : Rewind (terug spoelen) : Skip forward to the next song (skip naar volgende song) : Skip back to the beginning of the song or to the previous song (terug naar het begin van de song of naar de vorige song) 7 Druk op de EJECT knop van de CD-R/ RW drive om de disk uit te nemen. Het kan een paar seconden duren, voordat de CD door de drive wordt uitgegeven. Wanneer u een audio CD in de CD-R/CD-RW drive plaatst, kan de boodschap Now Checking relatief wat lang in het scherm staan. Dit tijdsbestek is nodig om de data op de audio CD te lezen, en is dus niet het resultaat van een defect. 71

72 Index Numeriek 16 AUDIO TRACKS...23 A Aansluiten...6 Aanzetten...8 AC adaptor...8 Afspelen...12 [ARRANGEMENT/DRUMPATROON]...29 ATTACK...47 Audio CD Beluisteren...70 Audio CD Schrijven...62 [AUDIO CD WRITE/PLAY]...62, 64, 68, 70 Auto Fade In/Out...61 B Bounce...54 BOUNCE indicator...54 BPM...32 BY MARK...68 BY SONG...64 C CD Track Markeertekens...66 CD-R/RW...68 CD-R/RW disc...69 CD-R/RW drive...62, 64, 68, 70 CHANNEL EDIT...37, 46 CHORUS...51 Chorus...51 [CHORUS/DELAY]...51 [COMP]...47 Compressor...47 Contrast...10 Cursor...5 D DELAY...51 Delay...51 Demo songs...11 Disc At Once By Marker...62, 66 Disc At Once By Song...62, 64 DISC. ONCE...64 DISC.ONCE...68 Display s contrast...10 DOUBLING...51 Doubling...51 Drum Kit...34 Drum patronen...30 Drum sounds...34 Drums...28 E [EDIT]...34 Effecten...26 [EFFECTS]...26 EJECT knop...63, 65, 69 [EQ]...48 Equalizer...48 F Fantoom stroom...7 [FF]...14 Final mastering track...61 FUNCTIE knoppen...4 G GEBRUIK VAN BASS...23 GEBRUIK VAN BASS + LOOP PHRASE...23 GEBRUIK VAN DRUMS...23 GEBRUIK VAN DRUMS + BASS...23 GEBRUIK VAN DRUMS + BASS + LOOP PHRASE 23 GEBRUIK VAN DRUMS + LOOP PHRASE...23 GEBRUIK VAN LOOP PHRASE...23 [GITAAR/BASGITAAR]...24 H HOGE BAND Huidige positie...4 I INPUT LEVEL knop...36 Input Pan...37 Input Select...24, 41 INPUT SENS knop...25 Input Sensitivity...25 Insert Effects...26 L LAGE BAND...48 LCD CONTRAST...10 LOOP EFFECTEN...38, Loop Effecten...50 M Markeertekens MASTER fader...13 MASTERING indicator...58 Mastering Tool Kit...58 MID...48 Mix Down...46 [MULTI-TRACK]...24 N NIEUW...22 O Opname...40 Opname niveau...36 Opname Track...40 Opslaan...57 Opslaan v. songs...9 Overdubben...44 P PAGE SCROLL knoppen...4 Pan...37, 46 72

73 Index [PAN]...37, 46 PEAK indicator...25 [PLAY]...12 PLAY/IMP POWER schakelaar R [REC]...40, 44 [REC MODE]...54, 58 Redo (herstel)...43 RELEASE...47 [REPEAT]...17 Repeat Functie...17 Reverb...38, 50 [REVERB]...38, 50 Reverb zend niveau...38 [REW]...14 S Save...56 Schrijf snelheid...65, 69 Schrijf snelheid...63 Schrijven...62, 64, 68 Scroll Bar...5 [SEARCH]...16 SELECT...11 SIMUL...24 Song New...22 Song Save...56 Song Select...11 [STEREO TRACKS]...24 STOP...14 [STOP]...12 Stopping...12 STORE...57 T [TAP]...33 TEMPO...32 Tempo...32 TIME/VALUE draaischijf...5, 15 THRESHOLD...47 Top scherm...4 TR AT ONCE...63 [TRACK MUTE]...20 Track At Once...62 Track knop...41 Track faders...13 Track Mute...20 Track Type...23 Track Type Select...28 [TRACK TYPE SELECT]...28 Transport knoppen...14 TYPE...51 U Uitzetten...9 Undo (maak ongedaan)...42 [UNDO/REDO] V [VOCAL]...24 Voet schakelaar...12 Volume...13 [V-TRACK]...18 V-Tracks...18 W X XLR Z [ZERO]

74 MEMO

75 MEMO

76

77 Gebruikershandleiding Gefeliciteerd met uw keuze voor de BOSS BR-1600CD digitale opnamestudio. Lees, voordat u dit apparaat gebruikt, zorgvuldig de secties getiteld: HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN en BELANGRIJKE OPMERKINGEN (Gebruikershandleiding p. 2-3; p. 4-5). Deze hoofdstukken geven belangrijke informatie met betrekking tot de juiste bediening van het apparaat. Om er zeker van te zijn, dat u een goed idee heeft gekregen van elke functie van dit nieuwe apparaat, dient de Gebruikershandleiding tevens in zijn geheel te worden gelezen. De Gebruikershandleiding dient vervolgens als handig referentiemateriaal bewaard en bij de hand gehouden te worden. Hoe u deze Gebruikershandleiding dient te gebruiken De Gebruikershandleiding van de BR-1600CD bestaat uit twee delen Basisgebruik en Gebruikershandleiding. In Basisgebruik wordt de volgorde van het apparaat aanzetten, opname, afmixen en een oorspronkelijke CD maken uiteengezet. In Gebruikershandleiding worden de functies, die in Basisgebruik niet aan de orde zijn gekomen, behandeld. Lees dit deel voor meer verfijnde instellingen en geavanceerd gebruik van de BR-1600CD. Drukafspraken in deze Gebruikershandleiding Teksten of getallen tussen vierkante haken [ ] geven knoppen aan. [PLAY] PLAY knop [CURSOR] CURSOR knop Referenties als (p. **) geven op pagina s in deze Gebruikershandleiding aan, waarnaar wordt verwezen. Copyright 2004 BOSS CORPORATION Alle rechten voorbehouden. Zonder de schriftelijke toestemming van Boss corporation mag niets van deze publicatie op welke manier dan ook worden gereproduceerd. De USB functie van de BR- 1600CD is niet compatibel met Mac OS X. Informatie over beschikbaarheid van toekomstige software upgrades vindt u op de officiële Roland website. Geavanceerd gebruik Effecten gebruiken Ritme gebruiken De CD-R/RW drive gebruiken MIDI gebruik USB gebruik Overige handige functies Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5 Hoofdstuk 6 Hoofdstuk 7 Bijlagen

78 HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN INSTRUCTIES OM BRAND, ELEKTRISCHE SCHOK OF LICHAMELIJK LETSEL TE VOORKOMEN Over WAARSCHUWING en VOORZICHTIG opmerkingen Over de symbolen Wordt gebruikt bij instructies, waarbij Het symbool wijst de gebruiker op belangrijke de gebruiker attent gemaakt wordt op instructies of waarschuwingen. De specifieke betekenis WAARSCHUWING het risico van overlijden of zwaar letsel, van het symbool wordt bepaald door het teken, dat zich wanneer het apparaat niet op juiste binnen de driehoek bevindt. Het symbool, dat zich in dit wijze gebruikt wordt. geval aan de linkerkant bevindt, betekent dat dit teken voor algemene voorzorgsmaatregelen, waarschuwingen, Wordt gebruikt bij instructies, waarbij of aanduidingen van gevaar wordt gebruikt. de gebruiker attent gemaakt wordt op Het symbool wijst de gebruiker op onderdelen, die het risico van letsel of materiële schade, nooit verplaatst mogen worden (verboden). De wanneer het apparaat niet op juiste specifieke handeling, die niet uitgevoerd mag worden, VOORZICHTIG wijze gebruikt wordt. wordt aangegeven door het symbool, dat zich binnen * Materiële schade verwijst naar schade de cirkel bevindt. Het symbool, dat zich in dit geval aan of andere ongunstige effecten, die ten de linkerkant bevindt, betekent dat het apparaat nooit aanzien van het huis en al het uit elkaar gehaald mag worden. aanwezige meubilair, en tevens aan Het wijst de gebruiker op onderdelen, die verwijderd huisdieren kunnen optreden. moeten worden. De specifieke handeling, die uitgevoerd moet worden, wordt door het symbool binnen de cirkel aangegeven. Het symbool, dat zich in dit geval aan de linkerkant bevindt, geeft aan dat het netsnoer uit de daarvoor bestemde aansluiting getrokken moet worden. NEEM ALTIJD HET VOLGENDE IN ACHT WAARSCHUWING 001 Lees voor het gebruik van dit toestel eerst de onderstaande instructies en de handleiding c Open het apparaat niet en voer op het apparaat of de bijbehorende adapter geen enkele interne aanpassingen uit Probeer het apparaat niet te repareren of interne onderdelen te vervangen (behalve wanneer deze handleiding specifieke instructies geeft over hoe u dit dient te doen). Ga voor alle servicewerkzaamheden naar uw leverancier, het dichtstbijzijnde Roland Service Center of een erkende Roland leverancier, zoals op de Informatie pagina staat vermeld Gebruik of sla het apparaat nooit op plaatsen op die: Onderhevig zijn aan extreme temperaturen (bijv. direct zonlicht in een afgesloten voertuig, bij een verwarmingsbuis, op apparatuur die warmte genereren; of Klam zijn (bijv. bad, wasruimten, natte vloeren); of Vochtig zijn; of Blootgesteld zijn aan regen; of Stoffig zijn; of Onderhevig zijn aan een hoge mate van vibratie Zorg ervoor, dat het apparaat altijd zo wordt geplaatst dat hij waterpas en stabiel blijft staan. Zet het nooit op een standaard, die kan wiebelen of op hellende oppervlakken.... WAARSCHUWING 008c Zorg ervoor, dat u alleen de adapter gebruikt die met het apparaat is meegeleverd. Zorg er tevens voor, dat het voltage op de installatie hetzelfde is als het invoer voltage dat op de adapter staat aangegeven. Het kan zijn dat andere adapters een andere polariteit gebruiken of voor een ander voltage zijn bestemd, zodat het gebruik daarvan schade, storing of elektrische schokken tot gevolg kan hebben e Gebruik voor stroomvoorziening alleen de bijgeleverde kabel Draai of buig de stroomkabel niet teveel, en plaats er ook geen zware objecten op. Dit kan de kabel namelijk beschadigen, wat kapotte elementen en kortsluiting kan veroorzaken. Beschadigde kabels kunnen brand en schokgevaar veroorzaken! Dit apparaat is, op zichzelf of in combinatie met een versterker en koptelefoon of speakers, in staat om geluidsniveaus te produceren die permanent gehoorverlies kunnen veroorzaken. Werk niet voor een langere periode op een hoog volumeniveau of op een niveau dat onaangenaam is. Als u enig gehoorverlies of piepen in de oren ervaart, dient u direct met het gebruik van het apparaat te stoppen, en een oorarts te raadplegen Zorg ervoor dat geen enkel voorwerp (bijv. ontvlambaar materiaal, munten, spelden); of vloeistoffen van welke soort dan ook (bijv. water, frisdrank, etc) in het apparaat terecht kunnen komen.... 2

79 WAARSCHUWING 012b Zet direct de stroomtoevoer uit, haal de adapter uit het stopcontact en vraag uw muziekwinkel, het dichtstbijzijnde Roland Service Center of een erkende Roland leverancier, zoals die worden vermeld op de Informatie bladzijde, om assistentie als: De adapter of de stroomkabel beschadigd zijn, of Rook of een vreemde geur optreedt, of Objecten in het apparaat zijn gevallen of er vloeistof in is gemorst, of Het apparaat aan regen is blootgesteld (of op andere wijze nat is geworden),of Het apparaat niet normaal lijkt te functioneren of een duidelijke verandering in zijn prestatie vertoont In huishoudens met kleine kinderen dient een volwassene toezicht te houden, tot het kind in staat is om zich aan alle regels voor een veilige bediening van het apparaat te houden Bescherm het apparaat tegen hevige schokken. (Laat het niet vallen!) Forceer de stroomkabel van het apparaat niet door het met een onredelijk aantal andere apparaten een stopcontact te laten delen. Wees extra voorzichtig met het gebruik van verlengsnoeren de totale hoeveelheid stroom, die wordt gebruikt door alle apparatuur, die u op het stopcontact van het verlengsnoer heeft aangesloten, mag nooit het stroomniveau (watts/ampères) van het verlengsnoer overschrijden. Overmatige belasting kan het isolatiemateriaal van de kabel doen verhitten en uiteindelijk doen smelten Raadpleeg uw leverancier, het dichtstbijzijnde Roland Service Center of een erkende Roland leverancier, zoals vermeld op de Informatie pagina, voor u het apparaat in het buitenland gebruikt Speel geen CD-ROM disc op een conventionele CD speler af. Het resulterende geluid kan permanent gehoorverlies veroorzaken. Er kan schade aan speakers of systeemonderdelen ontstaan.... VOORZICHTIG 101b Dit apparaat en de adapter dienen zo te worden geplaatst, dat de locatie en stand de benodigde ventilatie niet belemmeren c Pak, wanneer u een kabel op een stopcontact of op dit apparaat aansluit of ervan loskoppelt, altijd alleen de stekker van de stroomkabel vast b Van tijd tot tijd dient u de adapter uit het stopcontact te halen en stof en andere opeenhopingen met een droge doek te verwijderen. Haal tevens altijd de stekker uit het stopcontact als het apparaat voor langere periode niet zal worden gebruikt.elke opeenhoping van stof tussen de adapter en het stopcontact kan slechte isolatie tot gevolg hebben, en brand veroorzaken Probeer te voorkomen, dat snoeren en kabels in de knoop raken. Tevens dienen alle snoeren en kabels zo worden geplaatst dat ze buiten het bereik van kinderen zijn Klim nooit op het apparaat en plaats er nooit zware voorwerpen op c Pak de adapter of de uitgaande stekkers nooit vast met natte handen, wanneer u ze op een stopcontact of dit apparaat aansluit of ervan loskoppelt b Koppel, voor u het apparaat verplaatst, de adapter en alle kabels van externe apparaten los b Zet voordat u het apparaat schoonmaakt de stroomtoevoer uit, en haal de adapter uit het stopcontact b Haal de adapter uit het stopcontact, wanneer u in uw omgeving de mogelijkheid van bliksem vermoedt Mocht u de aarde schroef verwijderen, zorg er dan voor dat hij op een veilige plek, buiten het bereik van kinderen wordt bewaard, zodat er geen enkel risico is dat hij per ongeluk wordt ingeslikt Schakel tijdens het aansluiten van elk apparaat, dat fantoomvoeding nodig heeft, inclusief een condensator microfoon, de fantoomvoeding ten alle tijden uit. Als u per ongeluk fantoomvoeding naar dynamische microfoons, audio afspeelapparatuur of overige apparaten die geen dergelijke voeding nodig hebben leidt, kunt u het ontstaan van schade riskeren. Controleer altijd de specificaties van elke microfoon, die u wilt gaan gebruiken, door de bijbehorende handleiding te lezen. (De fantoomvoeding van dit apparaat: +48V DC, 7 ma Max)... 3

80 BELANGRIJKE OPMERKINGEN Lees naast de items, die onder HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN op pagina 2-3 staan het volgende: Stroomvoorziening Gebruik dit apparaat niet op een zelfde stroomnet als een apparaat met een transformator of een motor (zoals een koelkast, wasmachine, magnetron oven of air conditioner). Afhankelijk van de manier, waarop het apparaat wordt gebruikt kan het geluid van de stroomtoevoer ervoor zorgen dat er bij dit apparaat storing of hoorbare ruis optreedt. De adapter zal na meerdere uren gebruik warmte beginnen te genereren. Dit is normaal en vormt geen rede voor bezorgdheid. Zet, voordat u dit apparaat op andere apparaten aansluit, de stroomtoevoer van alle toestellen uit. Dit helpt u om storingen en/of schade aan speakers of andere onderdelen te voorkomen. Plaatsing Gebruik van het apparaat in de nabijheid van versterkers (of andere apparatuur die grote stroomtransformators hebben) kan ruis veroorzaken. Verplaats dit apparaat om het probleem te verhelpen of zet het verder van de stoorzender af. Dit apparaat kan radio en televisieontvangst verstoren. Gebruik het niet in de nabijheid van dergelijke ontvangende apparatuur. Er kan ruis worden geproduceerd, wanneer in de nabijheid van dit apparaat draadloze communicatie apparatuur, zoals mobiele telefoons, worden gebruikt. Dergelijke ruis kan voorkomen als u een telefoontje ontvangt of gaat plegen of tijdens een gesprek. Mocht u dergelijke problemen ondervinden, leg zulke draadloze apparaten dan verder van het apparaat af of zet ze uit. Neem het volgende in acht, als u de floppy diskdrive van het apparaat gebruikt. Zie Voordat u CD-R/RW discs gebruikt (p. 7) voor meer details. Plaats het apparaat niet in de nabijheid van apparatuur met een sterk magnetisch veld (bijv., luidsprekers). Zet het apparaat op een stevig, waterpas oppervlak. Verplaats het apparaat niet en stel het niet bloot aan trillingen als de drive in gebruik is. 354a Stel dit apparaat niet bloot aan direct zonlicht, plaats het niet in de nabijheid van apparaten die warmte uitstralen, laat het niet achter in een afgesloten voertuig of stel het niet op andere manieren aan extreme temperaturen bloot. Overmatige hitte kan het apparaat doen verkleuren of vervormen. Er kunnen waterdruppels (condens) in het apparaat ontstaan, wanneer het naar een andere locatie wordt verplaatst, waar de temperatuur en/of vochtigheidsgraad erg anders is. Als u het apparaat in deze toestand tracht te gebruiken, kan dit leiden tot schade en/of storing. Voordat u het apparaat in gebruik neemt, dient u het daarom enkele uren te laten staan, tot de condens volledig is verdampt. Onderhoud Veeg het apparaat geregeld af met een zachte, droge doek of één die licht met water is bevochtigd. Gebruik om hardnekkig vuil te verwijderen een doek geïmpregneerd met een mild, niet agressief schoonmaakmiddel. Zorg ervoor, dat u het apparaat daarna altijd met een zachte, droge doek afveegt. Gebruik nooit benzine, verdunners, alcohol of oplossingen van welke soort dan ook om zo de mogelijkheid van verkleuring en/of vervorming te voorkomen. Reparatie en gegevens Wees ervan bewust, dat alle gegevens die in het geheugen van het apparaat zijn opgeslagen, verloren kunnen gaan, wanneer het apparaat wordt gerepareerd. Van belangrijke gegevens moet u een back-up maken op een apparaat waarop gegevens kunnen worden opgeslagen (bijv., een CD-R/RW schijf of externe computer die via USB is aangesloten) of anders deze dienen gegevens (indien mogelijk) op papier te worden opgeschreven. Tijdens reparatie wordt er met gepaste zorgvuldigheid op gelet, dat het verlies van gegevens wordt voorkomen. Echter, in sommige gevallen (zoals wanneer de elektronische schakelingen die met het geheugen zelf in verbinding staan defect zijn), kan het tot onze spijt zo zijn dat we de gegevens niet kunnen herstellen, en Roland houdt zich niet aansprakelijk voor een dergelijk verlies van gegevens. Overige voorzorgsmaatregelen Wees ervan bewust, dat de inhoud van het geheugen onherstelbaar verloren kan gaan als gevolg van een storing of oneigenlijk gebruik van het apparaat. We raden u aan om van belangrijke gegevens die u in het geheugen van het apparaat heeft opgeslagen regelmatig een back-up te maken of op een apparaat waarop gegevens kunnen worden opgeslagen (bijv., een CD-R/RW schijf of externe computer). Helaas kan het onmogelijk blijken om de inhoud van gegevens, die in het geheugen van het apparaat of op een geheugenkaart waren opgeslagen, te herstellen als deze eenmaal verloren is gegaan. In geval van een dergelijk verlies van gegevens acht Roland Corporation zich niet aansprakelijk. Als u de (draai)knoppen, schuiven of andere regelaars en tevens jacks en aansluitingen van het apparaat gebruikt, doe dit dan met gepaste voorzichtigheid. Hardhandig gebruik kan tot storingen leiden. Sla nooit op het beeldscherm en oefen er geen grote druk op uit. Pak bij alle kabels, wanneer u ze aansluit/loskoppelt, de stekker vast trek nooit aan de kabel. Zo vermijdt u kortsluiting of schade het inwendige van de kabel. Probeer het volume van het apparaat op redelijke niveaus te houden om te voorkomen dat u uw buren overlast bezorgt. U zou er de voorkeur aan kunnen geven om een koptelefoon te gebruiken, zodat u zich geen zorgen hoeft te maken over diegenen om u heen (vooral als het laat op de avond is). Verpak het apparaat als u het moet vervoeren, indien mogelijk, in de doos (inclusief vulling) waarin hij werd geleverd. Wanneer dit niet mogelijk is, dient u gelijksoortige verpakkingsmaterialen te gebruiken. Gebruik het aangegeven expressiepedaal (EV-5 of FV-300L; in de winkel verkrijgbaar). U riskeert het toebrengen van storingen en/of schade aan het apparaat, als u andere expressiepedalen aansluit. Gebruik een Roland kabel om de aansluiting te doen. Neem als u een ander merk kabel gebruikt de volgende voorzorgsmaatregelen in acht: 4

81 BELANGRIJKE OPMERKINGEN Sommige aansluitingskabels hebben weerstanden. Gebruik voor het aansluiten van dit apparaat geen kabels die weerstanden bevatten. Het gebruik van dergelijke kabels kan ervoor zorgen, dat het geluidsniveau extreem laag is of zelfs onhoorbaar. Neem voor informatie over kabelspecificaties contact op met de fabrikant van de kabel. Er worden voor de muziek die wordt afgespeeld geen gegevens vanuit MIDI OUT uitgezonden. CD-ROMs gebruiken Voorkom het aanraken of krassen van de glanzende onderkant (gecodeerde oppervlak) van de disc. Het kan zijn dat beschadigde of vieze CD-ROM schijfjes niet goed gelezen kunnen worden. Houd uw discs schoon door een in de winkel verkrijgbare CD reiniger te gebruiken. Auteursrecht Ongeautoriseerde opname, distributie, verkoop, uitleen, openbaar optreden, uitzenden of iets soortgelijks, geheel of gedeeltelijk, van een werk (muzikale compositie, video, uitzending, openbaar optreden of iets dergelijks) waarvan het auteursrecht is voorbehouden aan derden is voor de wet verboden. Wanneer u via een digitale aansluiting geluidssignalen met een extern instrument uitwisselt, kan dit apparaat opnamen uitvoeren zonder onderhevig te zijn aan de restricties van het Serial Copy Management System (SCMS). Dit komt, doordat het apparaat alleen is bedoeld voor muzikale productie, en niet zodanig is ontworpen dat het aan restricties onderhevig is, mits het wordt gebruikt voor opname van werken (zoals uw eigen composities), die de auteursrechten van anderen niet schenden. (SCMS is een functie die tweede-generatie en latere kopieën door middel van een digitale connectie verhindert. Het wordt in MD recorders en andere duurzame digitale geluidsapparatuur als beschermfunctie voor het auteursrecht ingebouwd). 853 Gebruik dit apparaat niet voor doeleinden, die het auteursrecht van een derde zouden kunnen schenden. Wij nemen geen enkele verantwoordelijkheid met betrekking tot het schenden van auteursrechten van derden, die uit uw gebruik van dit apparaat kunnen voortvloeien. Over de licentieovereenkomst De BR-1600CD en zijn CD-R/RW zijn ontworpen om u in staat te stellen materiaal, waarop u het auteursrecht bezit, of materiaal waarvan de houder van het auteursrecht u toestemming heeft gegeven om het te kopiëren, te reproduceren. Derhalve wordt het omzeilen van elk technische beletsel om tweede-generatie en latere kopieën van muziek CDs of ander materiaal, waarop auteursrecht zit, te maken, zoals SCMS of overige, en deze te reproduceren zonder toestemming van de auteursrechthouder als een schending van het auteursrecht beschouwd. Zodoende kunt u, zelfs als dergelijke reproductie puur voor uw eigen persoonlijke gebruik en plezier (privé gebruik) is bedoeld, boetes oplopen. Neem contact op met een auteursrechtexpert of raadpleeg speciale publicaties over dit onderwerp, als u meer gedetailleerde informatie zoekt over het verkrijgen van dergelijke toestemming van auteursrechthouders. Aansprakelijkheid BOSS/Roland neemt geen enkele verantwoordelijkheid voor welke directe schade of gevolgschade of alle overige vormen van schade, die eventueel als gevolg van het gebruik van de BR-1600CD kunnen ontstaan. De volgende voorbeelden vallen onder, maar zijn niet de enig mogelijke, genoemde vormen van schaden als gevolg van gebruik van de BR-1600CD: Enig verlies van winst, dat door u veroorzaakt wordt Permanent verlies van uw muziek of gegevens Onvermogen om de BR-1600CD zelf of een aangesloten apparaat te bedienen. 204 De toelichtingen in deze handleiding bevatten illustraties, die een typerend beeld geven van wat in het beeldscherm zal worden weergegeven. Houd er echter rekening mee dat uw apparaat een nieuwe, uitgebreidere versie van het systeem kan bevatten (d.w.z. nieuwe geluiden kan hebben), zodat wat u daadwerkelijk in het beeldscherm ziet, kan afwijken van wat er in de handleiding is afgebeeld * Microsoft en Windows zijn geregistreerde handelsmerken van Microsoft Corporation. * De vensterafbeeldingen in deze documenten zijn gedrukt met toestemming van Microsoft Corporation. * Windows staat officieel bekend als Microsoft Windows operating system. * Apple en Macintosh zijn geregistreerde handelsmerken van Apple Computer, Inc. * MacOS is een handelsmerk van Apple Computer, Inc. * Alle productnamen die in dit document worden genoemd zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van hun respectieve eigenaren.... 5

82 Voorzorgsmaatregelen met betrekking tot de harde schijf De BR-1600CD heeft een interne harde schijf. Dit apparaat is met de meest extreme precisie ontworpen, en het kan, als er niet goed mee wordt omgegaan, gemakkelijk beschadigd raken. Om ervoor te zorgen dat u op de juiste manier met de harde schijf omgaat, dient u het volgende in acht te nemen: Belangrijke beeld- en uitvoeringsgegevens Zodra een harde schijf niet meer normaal functioneert, kan het zijn dat alle opgeslagen gegevens vernietigd zijn. Op de lange duur raken alle harde schijven versleten. Verschillen tussen afzonderlijke harde schijven en de omstandigheden waaronder ze worden gebruikt, hebben een belangrijk effect op de duurzaamheid van een harde schijf. Sommige apparaten kunnen vele jaren achter elkaar worden gebruikt, terwijl andere, in zeldzame gevallen, na een periode van enkele maanden kapot kunnen gaan. We raden u aan om de harde schijf niet als plaats voor permanente opslag te beschouwen, maar als een plek waar gegevens tijdelijk worden opgeslagen. We raden u ook aan om van belangrijke uitvoering en beeldgegevens back-ups te maken, op de externe media die door uw apparaat worden ondersteund. Zie Het op CD-R/RW discs opslaan van songs en andere gegevens op de harde schijf (Back-ups maken) (p. 202) voor instructies over hoe u dergelijke back-ups maakt. Let erop, dat Roland op geen enkele manier aansprakelijk kan worden gehouden, en dus ook nooit tot geldelijke compensatie over zal gaan, bij verlies van opgenomen gegevens in geval van storing van of fysieke schade aan de harde schijf of voor eventuele directe of incidentele schade die door het verlies van zulke gegevens wordt veroorzaakt. Voorzorgsmaatregelen met betrekking tot instellingen en gebruik Bepaalde instellingsprocedures een gebruiksomstandigheden van de harde schijf kunnen corruptie van opgenomen gegevens, storing of fysieke schade aan de schijf tot gevolg hebben. Zorg er dus voo,r dat u de volgende voorzorgsmaatregelen in acht neemt: Stel de harde schijf niet bloot aan trillingen of schokken, vooral tijdens gebruik van het apparaat. Als u deze voorzorgsmaatregel niet in acht neemt, kan dit permanente schade aan de harde schijf veroorzaken. Omstandigheden die voorkomen dienen te worden: Het optillen of verplaatsen van de BR-1600CD terwijl de stroomtoevoer naar het apparaat is ingeschakeld. Het onbeschermd vervoeren van de BR-1600CD, in de achterbak van een auto. De BR-1600CD tijdens het verplaatsen tegen de randen van tafels stoten. De BR-1600CD tijdens uitvoeringen dicht bij gitaarversterkers en overige muzikale instrumenten plaatsen. Plaats het apparaat niet op een plaats waar hij door vibratie van externe bronnen kan worden beïnvloed of op een oppervlak dat niet stabiel en waterpas is. Zorg ervoor, als het apparaat een koelingventilator bevat, dat de ventilator en de luchtroosters niet worden geblokkeerd. Blokkeer de ventilatiegaten die in de koffer zijn gemaakt niet, want dit kan ervoor zorgen dat de temperatuur in de BR-1600CD stijgt, wat de levensduur van de harde schijf drastisch kan verkorten. Gebruik het apparaat niet bij hoge temperaturen en een hoge vochtigheidsgraad of op een plaats met snelle temperatuurwisselingen. Haal de stekker niet uit het stopcontact, en schakel geen circuitonderbrekers in het circuit, waarbinnen het apparaat is aangesloten, uit als de stroomtoevoer is ingeschakeld. Verplaats het apparaat niet als de stroomtoevoer is ingeschakeld of net nadat u de stroomtoevoer heeft uitgeschakeld. Als u het apparaat gaat vervoeren, zet dan eerst de stroomtoevoer uit en bevestig dat het beeldscherm uit is. Koppel de stroomkabel los en wacht vervolgens minstens twee minuten, voordat u het apparaat verplaatst. Verpak het apparaat, als u het moet vervoeren, indien mogelijk in de doos (inclusief beschermingsmaterialen) waarin het wordt geleverd. Anders dient u gelijksoortige verpakkingsmaterialen te gebruiken. Noodprocedures * De volgende procedures dienen slechts als noodmaatregelen te worden beschouwd, en worden voor normaal gebruik afgeraden. Schakel de stroomtoevoer uit, als het apparaat niet op functiecommando s reageert of functies niet afmaakt. Koppel de stroomstekker los, als de stroomtoevoer niet volgens de normale afsluitprocedures ( Basisgebruik ; p. 9) wordt uitgeschakeld. Als het apparaat bij het opnieuw aanzetten van de stroomtoevoer niet normaal functioneert, kan dit betekenen dat de harde schijf beschadigd is. Neem in zulke gevallen contact op met uw leverancier of het dichtstbijzijnde Roland Service Center. Hou er echter rekening mee dat het wellicht niet mogelijk is om eventuele gegevens die eenmaal verloren zjin gegaan te herstellen. Voer een Surface Scan uit (p. 268), om te bevestigen dat de harde schijf niet beschadigd is, zelfs als deze normaal lijkt te functioneren. 6

83 Voordat u CD-R/RW discs gebruikt Er kunnen op de BR-1600CD twee verschillende discs worden gebruikt: CD-R discs en CD-RW discs. Wat is een CD-R disc? CD-R (Compact Disc Recordable) is een CD, waarop gegevens kunnen worden weggeschreven. Het is niet mogelijk om de gegevens die zijn weggeschreven te wissen of te verplaatsen. Dit type disc dient te worden gebruikt om CDs te maken, die op standaard CD spelers zullen worden afgespeeld. Op dit soort apparatuur is het afspelen van CD-RW discs niet mogelijk. Daarnaast is het, zelfs als een CD van het CD-R disc type gebruikt, alleen mogelijk om deze af te spelen op spelers, die de weergave van opneembare discs ondersteunen. Wat is een CD-RW disc? CD-RW (Compact Disc ReWritable) is een CD, waarop kan worden weggeschreven en gewist. Daarom kan dit type opneembare disc telkens opnieuw worden gebruikt. Hoewel u met behulp van CD-RW discs CDs kunt maken, is het niet mogelijk om deze CDs op een standaard CD speler af te spelen. (U kunt ze echter wel met behulp van de CD-R/ RW drive van de BR-1600CD afspelen). Gebruik van de CD-R/RW disc drive Voordat het apparaat werd geleverd, is er een kartonnen mal in de disk drive geplaatst, om deze tegen trillingen tijdens het transport te beschermen. Druk bij het aanzetten van het apparaat op de EJECT knop om dit materiaal te verwijderen, voordat u de CD-R/RW drive gebruikt. U dient dit materiaal te bewaren en, telkens wanneer het apparaat wordt vervoerd, opnieuw te plaatsen. Plaats het apparaat op een vast, waterpas oppervlak in een omgeving waar geen vibratie voorkomt. Zorg ervoor, wanneer het apparaat in een hoek geplaatst moet worden, dat de installatie het toegestane bereik niet overschrijdt. Voorkom gebruik van het apparaat, als het net is verplaatst naar een locatie met een erg andere vochtigheidsgraad dan de vorige locatie. Snelle wijzigingen van omgeving kunnen ervoor zorgen, dat er in de drive condensatie optreedt, wat een negatief effect zal hebben op het functioneren van de drive en/of CD-R/RW discs kan beschadigen. Laat het apparaat, als het is verplaatst, zich aan de nieuwe omgeving aanpassen (enkele uren), voordat u ermee gaat werken. Voorkom gebruik van de CD-R/RW drive op locaties met hoge temperaturen. Als u deze voorzorgsmaatregel niet in acht neemt, kan dit tot gevolg hebben dat de drive niet meer goed kan functioneren of dat er schrijffouten optreden. Daarnaast kan dit type omgeving de levensduur van de CD-R/RW drive verkorten. Verwijder, voordat u het apparaat opstart of afsluit, alle schijfjes uit de drive. Plaats alleen CD-R/RW discs in de disc drive, om zo het risico op storing en/of schade te vermijden. Plaats nooit een ander type disc. Voorkom dat paper clips, munten of overige vreemde objecten in de drive terecht komen. Raak de lens niet aan. Maak de lens, als deze vies is, schoon met een in de winkel verkrijgbare blaasapparaat voor lenzen. Maak, als er een schrijffout optreedt, de lens schoon met een in de winkel verkrijgbaar reiniger voor CD-RW drive lenzen. * Houd er rekening mee dat sommige reinigers voor CD-R drives bedoeld zijn, terwijl anderen voor CD-RW drives zijn. Let erop, dat u een reiniger voor CD-RW drives gebruikt. * Gebruik nooit een in de winkel verkrijgbaar reiniger dat voor standaard CD spelers bedoeld is. Dit type reiniger, kan niet worden gebruikt om de schrijflens van de BR-1600CD schoon te maken. * Zelfs als het aanbevolen type CD-R/RW disc in een heel normale CD-R/RW drive wordt gebruikt, kan de mogelijkheid van schrijffouten niet volledig worden uitgesloten. Houd er rekening mee, dat dit probleem sowieso kan optreden, als gevolg van variaties in CD-R/RW drives en fabricageverschillen tussen verschillende CD-R/RW discs. Gebruik van CD-R/RW discs * Lees naast de volgende voorzorgsmaatregelen ook de instructies die bij de CD-R/RW discs worden geleverd. Speel een CD-R/RW disc (CD-R/RW disc, waarop een back-up is gemaakt van song gegevens) NIET op een conventionele CD speler af. Het resulterende geluid kan van een niveau zijn dat permanent gehoorverlies kan veroorzaken. Er kan schade aan speakers of systeemonderdelen ontstaan. Let bij gebruik van de discs op het volgende: Raak het opgenomen oppervlak van de disc niet aan. Voorkom gebruik in stoffige omgevingen. Laat de disc niet in direct zonlicht of een gesloten voertuig achter. Bewaar de disc in het hoesje. 7

84 Voordat u CD-R/RW discs gebruikt Compatibiliteit van CD-R/RW discs en drives Zorg ervoor, dat u altijd het aanbevolen type CD-R/RW discs gebruikt. Als u deze voorzorgsmaatregel niet opvolgt, is het mogelijk dat er schrijffouten optreden. Houd er rekening mee, dat dit probleem sowieso kan optreden, als gevolg van variaties in CD-R/RW drives en fabricageverschillen tussen verschillende CD-R/RW discs. Het gebruik van discs met bedrukbare labels wordt afgeraden, zelfs als deze van het aanbevolen type zijn. Bepaalde opslagvoorwaarden kunnen ervoor zorgen, dat discs met bedrukbare labels gaan draaien, zodat er schrijffouten kunnen optreden. Als u een CD-R/RW disc in de CD-R/RW drive plaatst Zet de CD-R/RW disc bij het plaatsen in de CD-R/RW drive op de juiste positie vast, zoals bij Een CD-R/RW disc plaatsen hieronder is aangegeven. Zorg ervoor, dat u een CD-R/RW disc goed plaatst. Anders is het mogelijk, dat de disk lade vast blijft zitten en u de CD-R/RW disc niet kunt verwijderen. Een CD-R/RW disc plaatsen 1. Druk op de eject knop om één van de disk lades te openen. 2. Trek de lade uit. 3. Plaats het gat in het midden van de CD-R/RW disc op de stop van de CD-R/RW drive. 4. Druk de CD-R/RW disc omlaag. De CD-R/RW disc wordt door de 3 clips van de stop vastgehouden. fig.cd set 5. Druk de disk lade aan, zodat hij goed in de BR-1600CD vastzit. Een CD-R/RW disc verwijderen 1. Houd de stop ingedrukt, en verwijder de CD-R/RW disc uit de buitenring. fig.cd eject Als een disk lade niet open gaat Als de stroomtoevoer wordt uitgeschakeld, terwijl er nog een disc in de drive zit (zoals wanneer er een stroomstoring optreedt), kan de disk lade niet meer worden geopend door op de eject knop te drukken. In dit geval kunt u een ijzerdraadje in het gaatje duwen om de lade open te forceren. fig.hole Nood uitwerp Zorg ervoor dat de stroomtoevoer van de BR-1600CD is uitgeschakeld (OFF), voordat u de nood uitwerp probeert te gebruiken. Als u er iets insteekt, terwijl de stroomtoevoer is ingeschakeld, kan de disc beschadigd raken of kunnen andere onvoorziene problemen optreden. * Controleer altijd of de CD-R/RW disc goed is geplaatst, aangezien enige mate van kracht dient te worden uitgeoefend om hem te plaatsen. Als u een disc niet goed en volledig plaatst, kan het goed uitvoeren van de schrijffunctie belemmeren. 8

85 Over de CD-ROM Discrete Drums Er is bij de BR-1600CD een CD-ROM meegeleverd. Op de CD-ROM staat een variatie aan drumfrasen, die door Discrete Drums is gemaakt. Deze professioneel opgenomen drum parts worden opgenomen als Loop frasen, die gemakkelijk direct naar de BR-1600CD kunnen worden geïmporteerd en in uw songs kunnen worden gebruikt. Drumfrasen worden onder elke map als bestand in.wav formaat gecategoriseerd en gesorteerd. Met de BR-1600CD kunt u deze frasen gemakkelijk gebruiken door de loop frase importeerfunctie te gebruiken. Deze CD-ROM is geen CD. Deze CD-ROM dient niet op een CD speler voor consumenten te worden afgespeeld. Als dat wel gebeurt, kunnen er zeer luide geluiden worden voortgebracht, en kan geluidsapparatuur zoals CD spelers, versterkers of speakers beschadigd raken. Aangezien alle gegevens die op deze CD-ROM staan door de fabriek al in de gebruikersbank of Loop frase omgeving van de BR- 1600CD zijn geïnstalleerd, kunt u de Loop frase functies gemakkelijk gebruiken, en het geluid zonder gebruik van deze CD-ROM aan uw sporen toevoegen. Als u de harde schijf van de BR-1600CD echter initialiseert of de gebruikers loop frasen per ongeluk wist, kunt u alle loop frasen die door de fabriek waren geïnstalleerd van deze CD-ROM importeren om ze te herstellen. Zie Loop frase creëren in Hoofdstuk 3 Ritme gebruiken ( Golfgegevens op een CD-ROM/R/RW disc (Loop frase importeren) (p. 180), als u Loop frasen van deze CD-ROM wilt importeren. Zie de Loop frase lijst voor de gebruiker voor meer informatie over de Loop frasen, de originele WAV bestand bestanden op de CD-ROM, die door de fabriek in de gebruikersbank zijn geïnstalleerd. 9

86 Inhoud HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN...2 BELANGRIJKE OPMERKINGEN...4 Voorzorgsmaatregelen met betrekking tot de harde schijf...6 Voordat u CD-R/RW discs gebruikt...7 Inhoud...10 Inleiding tot de BR-1600CD...22 Belangrijkste eigenschappen Paneelbeschrijvingen...24 Controleoppervlak CD-R/RW drive Beeldscherm Achterpaneel Voorpaneel Extra informatie over jacks en aansluitingen...35 Ingang jacks en aansluitingen GUITAR/BASS jack INPUT 1/MIC 1 jack INPUT 2/MIC 2 jack INPUT 3/MIC 3 jack tot en met INPUT 8/MIC 8 jack DIGITAL IN aansluiting Uitgang jacks en aansluitingen LINE OUT jacks DIGITAL OUT aansluiting PHONES 1 en PHONES 2 jack MIDI aansluitingen MIDI IN aansluiting MIDI OUT aansluiting USB aansluiting Stroomtoevoer DC IN (adapter jack) Algemene werking en items in het beeldscherm...38 Beginvenster Huidige positie FUNCTIE knoppen ([F1] tot en met [F4]) PAGINA SCROLL knoppen Scrollbalk Cursor TIME/VALUE draaischijf VALUE 1/PAN, VALUE 2, VALUE 3 en VALUE 4 draaiknoppen

87 Hoofdstuk 1 Geavanceerd gebruik Alleen het mislukte gedeelte opnieuw opnemen (Punch in/uit)...42 Handmatige punch in en punch uit Handmatig punch in en punch uit uitvoeren met behulp van [REC] Met een voetschakelaar handmatige punch in en punch uit uitvoeren Automatische punch in en punch uit Het gedeelte dat opnieuw dient te worden opgenomen aangeven Auto punch in en punch uit uitvoeren Opname binnen een bepaald gebied herhalen (Loop Recording) Het gebied dat herhaald dient te worden aangeven Het gedeelte dat u wilt opnemen aangeven Loop opname uitvoeren V-sporen gebruiken...46 Van V-spoor wisselen Namen aan V-sporen toewijzen (Track Name) Het V-spoor dat op een CD dient te worden weggeschreven wijzigen (Final Mastering Track/spoor waarop de eindmix wordt gemaakt) Markeringen in uw song aanbrengen (Marker)...48 Algemene markeercommando s Een markering aanbrengen Markeringen wissen Naar markeringen toegaan Markeringen bewerken Markeringen verplaatsen Een markering een naam geven Een markering toewijzen als overgang tussen songs op een CD Scenes die aan markeringen zijn toegewezen wijzigen Automatisch stoppen bij een markering (Marker Stop) Mixer instellingen registreren en opvragen (Scene)...51 Scenes registreren, opvragen en verwijderen Een Scene opvragen zonder spoorvolumes te wijzigen Scenes tijdens opname of weergave automatisch opvragen (Auto Scene)...52 Een Auto Scene instellen Een Auto Scene wissen...52 Auto Scene functie uitschakelen De Auto Scene regeling van effecten en spoor EQ instellen Het begin of eind van een geluidsfragment opzoeken (Scrub/Preview)...54 Scrub gebruiken om het begin van een geluidsfragment op te sporen De scrubrichting wijzigen

88 Met Scrub en Preview het eind van een geluidsfragment opsporen Preview mogelijk maken Scrub en Preview gebruiken Voorzorgsmaatregelen bij het bewerken van sporen Geluidsgegevens kopiëren (Track Copy) Geluidsgegevens verplaatsen (Track Move) Geluidsgegevens uitwisselen (Track Exchange) Tussen geluidsgegevens een lege ruimte invoegen (Track Insert) Geluidsgegevens verwijderen en het daardoor ontstane gat dichten (Track Cut) Geluidsgegevens wissen (Track Erase) De volumeniveaus van gegevens die op de sporen zijn opgenomen maximaliseren (Normalize)...65 Uw songs indelen...67 Song details weergeven (Song informatie) Songs kopiëren (Song Copy) Songs wissen (Song Erase) De capaciteit van de harde schijf optimaal benutten (Song Optimize) Een song beschermen (Song Protect) Een song beschermen (Song Protect) Songbescherming verwijderen Een song een naam geven (Song Name) Uw song opslaan (Song Save) Hoofdstuk 2 Effecten gebruiken Indeling van de BR-1600CD effecten...74 Insert effecten gebruiken...76 Effect patches en banken...76 Indeling van effect patches Insert effect instellingen aanpassen Het geluid van insert effecten wijzigen met behulp van de VALUE draaiknoppen Parameters die aan de VALUE draaiknoppen zijn toegewezen wijzigen Effectblok verbindingen wijzigen Bij compressors, equalizers en low-cut filters tussen stereo en mono wisselen Insert effect instellingen opslaan (Effect Patch Write) Insert effect instellingen kopiëren (Effect Patch Copy) Insert effect verbindingen wijzigen Een expressiepedaal gebruiken Insert effect algoritme lijst...85 BANK: GUITAR (gitaar) COSM OD GUITAR AMP ACOUSTIC SIM (akoestische simulator) BASS SIM (bassimulator)

89 4. COSM COMP GUITAR AMP ACOUSTIC GUITAR (akoestische gitaar) BASS MULTI COSM BASS AMP COSM COMP BASS AMP BANK: MIC (microfoon) VOCAL MULTI VOICE TRANSORMER (stemtransformator) COSM VOCAL COMP MIC MODELING BANK: STEREO STEREO MULTI LO-FI BOX BANK: SIMUL VO+GT.AMP VO+AC.SIM VO+ACOUSTIC BANK: MULTI-CHANNEL CH COMP EQ Insert effect parameterfuncties...90 Akoestische gitaar simulator Akoestische Processor Bands Equalizer Bands Equalizer Bassimulator Bass Cut Filter Chorus x2 Chorus Compressor COSM Comp/Limiter (COSM Compressor/Limiter) COSM Overdrive/Distortion COSM voorversterker en speaker (COSM PreAmp&Speaker) De-esser Defretter Delay Distance Doubling (dubbelen) Enhancer Flanger Foot Volume (voetvolume) Humanizer Limiter Lo-Fi Box Mic converter Noise Suppressor Octave (octaaf) Pan

90 Phaser Element simulator Pitch shifter (toonverschuiver) Preamp (voorversterking) Ring Modulator Short delay (korte delay) Slow gear (langzame versnelling) Speaker Simulator Sub equalizer Tremolo Tremolo/Pan Uni-V Vibrato Voice transformer Wah Voor een bepaald spoor specifieke compressors en equalizers gebruiken Compressors en equalizers Compressor en equalizer aansluitingen Het geluid van compressors en equalizers aanpassen Een compressor aanpassen Sporen waarop u compressie wilt toepassen selecteren Compressors tussen stereo en mono wisselen (Stereo Link) Een driebands equalizer aanpassen De equalizers tussen stereo en mono wisselen (Stereo Link) Loop effecten gebruiken Over loop effecten Over loop effect verbindingen Basis loop effect functies Het geluid van loop effecten aanpassen Reverb aanpassen Chorus aanpassen Delay aanpassen Doubling aanpassen De toon van vocalen corrigeren/een achtergrondkoor aan vocalen toevoegen (Vocal Tool Box) De Vocal Tool Box Indeling van de Vocal Tool Box Vocal Tool Box patches De toon van vocalen corrigeren (Pitch Correction) De correctiemethode van de vocale toon instellen (Pitch Correction Edit) Een achtergrondkoor aan vocalen toevoegen (harmoniesequens, Harmony Sequence)119 Rusten in een achtergrondkoor invoegen De toepassingsmethode van achtergrondkoren instellen (Harmony Sequence Edit) Vocal Tool Box instellingen opslaan (Patch Write) Vocal Tool Box instellingen kopiëren (Patch Copy)

91 De kenmerken van diverse speakersystemen nabootsen (Speaker Modeling) Indeling van Speaker Modeling Externe speakerboxen aansluiten Speaker Modeling patches Speaker Modeling gebruiken Speaker Modeling uitschakelen Speaker Modeling instellingen aanpassen Speaker Modeling instellingen opslaan (Patch Write) Speaker Modeling instellingen kopiëren (Patch Copy) Speaker Modeling parameter functies SP Modeling (speaker modeling) Bass Cut Filter Low Freq Trimmer High Freq Trimmer Limiter De Mastering Tool Kit gebruiken De Mastering Tool Kit Indeling van de Mastering Tool Kit Mastering Tool Kit instellingen aanpassen (Edit) Mastering Tool Kit instellingen opslaan (Patch Write) Mastering Tool Kit instellingen kopiëren (Patch Copy) Automatische fade-in en fade-out uitvoeren (Auto Fade In/Out) Automatische fade-in (Auto Fade In) uitvoeren Automatische fade-out (Auto Fade Out) uitvoeren Mastering Tool Kit functies Equalizer Bass Cut Filter Enhancer Input (invoer) Expander Compressor Mixer Limiter Output Effect parameters die aan VALUE draaiknoppen zijn toegewezen

92 16 Hoofdstuk 3 Ritme gebruiken Indeling van drum/bas/loop frase Drums Bas Loop frasen Ritmische arrangementen Patroonfunctie en arrangeerfunctie Drums gebruiken Het spoortype instellen Drumgeluiden afspelen Een drum kit selecteren Drumpatronen selecteren Het tempo van het drumpatroon wijzigen Met behulp van [TAP] het tempo instellen Drumpatronen creëren Voorbereiden voor opname Drumpatronen creëren met behulp van realtime opname Voor de opname oefenen (Rehearsal (repetitie)) Opnemen met perfecte timing (Quantize) Drumpatronen creëren met behulp van stapsgewijze opname Drumpatronen corrigeren (Microscope) De groove van het drumpatroon wijzigen (Swing) De naam van een drumpatroon wijzigen Drumpatronen kopiëren Drumpatronen verwijderen Drumpatronen vanaf de CD-R/RW drive inladen (SMF Import) Bas gebruiken Het spoortype instellen Basgeluiden afspelen Basgeluiden selecteren Baspatronen selecteren Baspatroon akkoorden aangeven Het tempo van een baspatroon wijzigen Baspatronen creëren Voorbereiden voor opname Baspatronen creëren met behulp van realtime opname Voor de opname oefenen (Rehearsal) Opnemen met perfecte timing (Quantize) Baspatronen creëren met behulp van stapsgewijze opname Baspatronen corrigeren (Microscope) De groove van het baspatroon wijzigen (Swing) De naam van een baspatroon wijzigen

93 Baspatronen kopiëren Baspatronen verwijderen Baspatronen vanaf de CD-R/RW drive inladen (SMF Import) Loop frasen gebruiken Het spoortype instellen Loop frasen afspelen Een loop frase selecteren Het loop frase tempo wijzigen Met behulp van [TAP] het tempo instellen Loop frasen creëren Een gedeelte van een geluidsspoor gebruiken Golfgegevens op een CD-ROM/R/RW gebruiken (Loop Phrase Import) Alle bestanden in één keer lezen De bron loop frase aangeven en aanpassen (Time Modify) Loop frase instellingen wijzigen Loop frasen aan spoorknoppen toewijzen Loop frasen kopiëren Loop frasen wissen Ritmische arrangementen gebruiken Een ritmisch arrangement selecteren Het ritmische arrangement tempo wijzigen Met behulp van [TAP] het tempo instellen Ritmische arrangementen creëren Drum en baspatronen bijeenbrengen Patroontoewijzingen annuleren Patronen invoegen Akkoorden invoeren Akkoorden wijzigen en verplaatsen Akkoorden verwijderen Akkoorden invoegen Loop frasen bijeenbrengen Loop frase toewijzingen annuleren Loop frasen invoegen Een loop frase van een ritmisch arrangement naar een geluidsspoor kopiëren Alle loop frasen in het huidige ritmische arrangement aanpassen (Arrange Modify) Ritmische arrangementen een naam geven en opslaan Een ritmisch arrangement kopiëren Een ritmisch arrangement verwijderen Tempi en maatslagen van individuele maten instellen (Tempo Map/Beat Map) Tempi van individule maten instellen (Tempo Map) Maatslagen van individule maten instellen (Beat Map)

94 Een metronoom gebruiken Het spoortype instellen Een metronoom afspelen Metronoomgeluiden selecteren Uitgangen voor de metronoom selecteren Hoofdstuk 4 De CD-R/RW drive gebruiken De CD-R/RW drive gebruiken om gegevens uit te wisselen Songs en overige gegevens van de harde schijf op CD-R/RWs opslaan (Backup) Van een song een back-up maken (Song Backup) Van gebruikers-gegevens een back-up maken (User Backup) Van alle gegevens op de harde schijf een back-up maken (HDD Backup) Songs en overige gegevens waarvan u een back-up heeft gemaakt in de harde schijf inlezen (Recover) Songs waarvan een back-up is gemaakt in de harde schijf inlezen (Song Recover) Gebruikers-gegevens waarvan een back-up is gemaakt in de harde schijf inlezen (User Recover) De inhoud van de harde schijf waarvan een back-up is gemaakt in de harde schijf teruglezen (HDD Recover) Sinusgolf gegevens van een computer naar de geluidssporen kopiëren (WAV/AIFF formaat/aiff Import) Sinusgolf gegevens van geluidssporen naar computers kopiëren (WAV/AIFF Export) Met behulp van externe MIDI instrumenten SMFs afspelen (SMF Player) Gegevens van een CD-RW wissen De tijd tot de CD-R/RW drive stopt instellen (CD Hold Time) Handige functies voor het maken van audio CDs Voorzorgsmaatregelen De tijdsduur tussen songs instellen (Pre-Gap) CD-RWs wissen (CD-RW Erase) Het afspelen op CD spelers mogelijk maken (Finalize) Songs van CDs naar geluidssporen importeren (Audio CD Import) Hoofdstuk 5 MIDI gebruik MIDI beginselen Wat is MIDI MIDI aansluitingen MIDI kanalen MIDI implementatie kaarten Drum en baspatronen op een externe MIDI geluidsmodule afspelen Drumgeluiden en nootnummers

95 Externe MIDI sequencers en ritmemachines synchroniseren Een MIDI apparaat met behulp van de MIDI timing klok met het tempo van het ritme synchroniseren Een MIDI sequencer met behulp van MTC met de weergave synchroniseren De weergave van het TIME veld wijzigen Een MIDI apparaat synchroniseren door de tempowijzigingen hiervan op de BR-1600CD opnemen (Sync Track) De starttijd van synchronisatie instellen (Sync Offset) Apparaten die MMC compatibel zijn vanaf de BR-1600CD bedienen Spoorvolumes via MIDI bedienen (MIDI Fader) De MIDI Fader functie in en uitschakelen Het MIDI kanaal van de MIDI fader instellen De huidige faderstanden bepalen Vanaf een MIDI keyboard drum en baspatronen invoeren Externe videoapparatuur vanaf de BR-1600CD bedienen (V-LINK) Wat is V-LINK? Wat kan V-LINK? V-LINK apparatuur aansluiten V-LINK gebruiken Toewijzingen van de V-LINK functie wijzigen V-LINK bedieningshandelingen opnemen en afspelen Bedieningshandelingen opnemen Opgenomen bedieningshandelingen afspelen Opgenomen bedieningshandelingen wissen Hoofdstuk 6 USB gebruik Voordat u USB gaat gebruiken (overzicht) Operaties die kunnen worden uitgevoerd via USB Compatibele OS Een computer aansluiten Datastructuur van de harde schijf van de BR-1600CD Back-ups maken van gegevens van de BR-1600CD Windows Macintosh Het teruglezen van back-upgegevens naar de BR-1600CD vanaf de PC (Recover)

96 Windows Macintosh Het opslaan van spoorgegevens van de BR-1600CD in WAV/AIFF format (WAV/AIFF Export) Windows Macintosh WAV/AIFF bestanden in sporen van de BR-1600CD inladen (WAV/AIFF Import) Windows Macintosh Hoofdstuk 7 Overige handige functies Het stemmen van instrumenten (Tuner) Het instellen van de referentietoon Stemmen Het automatisch aanpassen van de volumebalans van de invoer (Level Calibration) Het automatisch aanpassen van de volumebalans Het herstellen van de oorspronkelijke volumebalans Het handmatig aanpassen van de volumebalans van de invoer Het onhoorbaar maken (mute) van individuele invoer Het invoeren van geluid zonder dat er kwaliteit verloren gaat (Digital In Assign) Een master tape maken die tegen digitaal kopiëren beveiligd is De inhoud van het venster waarin de niveaumeter is weergegeven wijzigen (Pre/Post Fader) Condensator microfoons gebruiken (Phantom Power) De uitvoer van geluidsapparatuur met de uitvoer van de BR-1600CD mengen (Audio Sub Mix) Alle instellingen van de BR-1600CD initialiseren (Initialize) Harde schijf commando s uitvoeren

97 Informatie over de harde schijf bekijken (Hard Disk Information) De harde schijf initialiseren (Disk Initialize) Slechts één van meerdere partities initialiseren Bijlagen Probleemoplossing Foutmeldingen Bediening van de INPUT SELECT knoppen Diagrammen met interne verbindingen voor elke INPUT SELECT toestand Als [GUITAR/BASS] is geselecteerd Als [VOCAL] is geselecteerd Als [SIMUL] is geselecteerd Als [MULTI-TRACKS] is geselecteerd Als [STEREO TRACKS] is geselecteerd REC MODE (opnamefunctie) commando s Interne verbindingsdiagrammen voor de opnamefuncties Als INPUT of BOUNCE is geselecteerd Als MASTERING is geselecteerd MIDI Implementatie Specificaties Index

98 Inleiding tot de BR-1600CD Belangrijkste eigenschappen Eenvoudig gebruik De BR-1600CD is zo ontworpen dat zelfs beginners het apparaat op dezelfde wijze kunnen gebruiken als een standaard bandrecorder. Daarnaast is hij uitgerust met een groot LCD venster, waarop allerlei informatie in grafisch formaat wordt weergegeven. Zodra u de BR- 1600CD uit de doos haalt, kunt u hem in gebruik nemen of u nu uw band wilt opnemen, een demo wilt samenstellen of een volledig afgewerkte CD wilt maken. Zowel beginners als experts kunnen met dit geavanceerde digitale audio werkstation volledig van de spannende wereld van digitale opname genieten. Digitale geluidsverwerking Naast een digitale mixer en een digitale harde schijf recorder is de BR-1600CD ook met een programmeerbare drum en bas sequencer en digitale effecten uitgerust. Alle benodigde stappen voor muziekopname op professioneel niveau, zoals het bewerken van opgenomen uitvoeringen, spoor bouncing, de toepassing van effecten en afmixen kan volledig binnen het digitale gebied worden uitgevoerd, zodat u er zeker van kunt zijn dat er geen kwaliteitsvermindering van het geluid zal optreden. Digitaal geluid van CD kwaliteit De BR-1600CD neemt digitale geluiden op en speelt ze af op een sample snelheid van 44,1 khz, en met een ongecomprimeerde lineaire bit diepte van 16 bit exact dezelfde als bij muziek CDs, die u in de winkel koopt. Dankzij deze eigenschap kunt u uw muzikale uitvoeringen zonder ook maar enig verlies van geluidskwaliteit opnemen. Gelijktijdige weergave van 16 sporen Het BR-1600CD digitale audio werkstation heeft, naast 8 sporen voor stereo opname en weergave, 8 sporen voor mono opname en weergave. Bovendien kunnen al deze 16 sporen op hetzelfde moment worden afgespeeld. Gelijktijdige opname van 8 sporen Omdat de BR-1600CD met 8 afzonderlijke invoerkanalen is uitgerust, kan de invoer van elk van deze kanalen gelijktijdig op 8 afzonderlijke geluidssporen worden opgenomen een uitstekende functie voor wanneer u met behulp van meerdere microfoons drums of andere uitvoeringen wilt opnemen. V-sporen Elk van de geluidssporen van de BR-1600CD heeft 16 V- sporen (of virtuele sporen), waarmee tot wel 256 (16 x 16) verschillende uitvoeringen kunnen worden opgenomen. Als u bijvoorbeeld meerdere takes van een gitaarsolo wilt opnemen, om hier later de beste uit te kunnen kiezen, kunt u dit met behulp van deze functie gemakkelijk doen. Een rijk scala aan digitale effecten De BR-1600CD biedt een complete reeks aan dynamische effecten, geschikt voor veel verschillende situaties. Specifiek is het zo dat Insert effecten worden gebruikt tijdens opname, Loop effecten als standaard verzend/ ontvangst effecten werken, u met de Mastering Tool Kit afgeronde songs kunt masteren, de Vocal Tool Box vocale sporen opschoont en de Speaker Modeling functie het voor u mogelijk maakt om te luisteren, hoe uw songs op andere speakersystemen zouden klinken. Met dit arsenaal tot uw beschikking kunt u met de BR-1600CD professioneel klinkende opnamen maken zonder dat u van externe effecten processors afhankelijk hoeft te zijn. Naast COSM versterker modeling effecten die rechtstreeks van de BOSS GT-6 zijn overgenomen, bieden de Insert effecten een rijkdom aan andere modeling effecten en effect algoritmen. In plaats van beperkt te zijn tot het gebruik met alleen gitaren, bieden de Insert effecten ook een brede variatie aan ondersteuning voor het tegelijkertijd opnemen van 8 sporen, microfoon modeling en vele andere toepassingen. Bovendien bevatten de Loop effecten ruimtelijke effecten als chorus, delay en reverb, die voor een goede stereo eindmix essentieel zijn. Vocal Tool Box voor vocalen die beter klinken De Vocal Tool Box van de BR-1600CD ondersteunt u met de mogelijkheid om onjuiste toonhoogten in opgenomen vocale uitvoeringen te corrigeren, en op uw vocale sporen automatisch harmonieën toe te passen. Mastering Tool Kit voor CDs van professionele geluidskwaliteit Met de Mastering Tool Kit die in de BR-1600CD is geïntegreerd kunt u de laatste aanpassingen aan het volume en overige kenmerken van gemixte songs doen. Uitgerust met een equalizer, limiter en 3-bands compressor, maakt deze tool kit het eenvoudig om het volume en de kracht van songs, voordat ze op een CD worden weggeschreven, goed uit te balanceren. Krachtige bewerkfuncties Met de BR-1600CD kunt u geluid kopiëren, verplaatsen en wissen, en vele andere bewerkcommando s, die alleen op volledig digitale recorders mogelijk zijn, uitvoeren. U kunt bijvoorbeeld een bepaald drumpatroon van vier maten steeds weer herhalen om zo een break-beats 22

99 Inleiding tot de BR-1600CD geluid creëren. Als alternatief kunt u met gemak exact hetzelfde chorus gedeelte aan het begin en eind van de song plaatsen. Bovendien maakt de BR-1600CD om de gegevens van vòòr een bewerking op te slaan, gebruik van een proces dat non-destructieve bewerking (Non-Destructive Editing) wordt genoemd, zodat u functies als ongedaan maken (Undo) en opnieuw (Redo) kunt gebruiken om bewerkcommando s ongedaan te maken en te herstellen. Bovendien kunt u verschillende drum en baspatronen combineren om zo een ritmische uitvoering te creëren, met interessante variaties op geschikte punten in uw song. Daarnaast kunt u met de PCM Drum/Bas ook akkoord progressies voor het basgedeelte instellen. Als u sporen eenmaal met de BR-1600CD PCM Drum/Bas functie heeft gespeeld en opgenomen, is het erg gemakkelijk om op maatposities bewerkingen toe te passen. Opgenomen vergissingen rectificeren (Undo/Redo) ( Basisgebruik ; p.42). Het opslaan van mixerinstellingen De term Scene wordt gebruikt om een Batch met BR- 1600CD mixer en effectinstellingen aan te duiden. Er kunnen per song maximaal 100 Scenes worden ingesteld en opgeslagen. Zodoende kunnen deze instellingen, als u tijdens het afmixen volumes balanceert, het geluid van verschillende effecten vergelijkt of overige gelijksoortige commando s uitvoert, op handige wijze worden opgevraagd. Daarnaast kunt met de BR-1600CD functie die bekend staat als Auto Scene geregistreerde Scenes tijdens het afspelen automatisch worden opgevraagd. Mixerinstellingen registreren en opvragen (Scene) (p.51) De huidige positie snel laten verspringen Met de BR-1600CD s Marker functie kunt u op verschillende punten in uw song wel 100 verschillende markeringen plaatsen. Als u bijvoorbeeld aan het eind van de intro, het begin van de gitaarsolo en soortgelijke punten markeringen zet, kunt u wanneer u de betreffende gedeelten weer wilt beluisteren in een fractie van een seconde naar deze punten verspringen. U kunt aan al deze markeringen ook namen toewijzen, wat tijdens ingewikkelde bewerksessies zeer handig kan blijken. Markeringen in uw song aanbrengen (Marker) (p. 48) PCM Drum/Bas Er is in de BR-1600CD een PCM Drum/Bas (p.146) geïntegreerd, die drum en bas patronen aaneen kan schakelen. Dit zult u als zeer handig ervaren als u, op basis van frasen of andere ideeën die u op elk willekeurige moment kunt krijgen, songs moet samenstellen. Als u eenmaal de drum en baspatronen die het beste bij uw idee passen heeft gekozen, kunt u het tempo gemakkelijk op de juiste snelheid instellen. Hoofdstuk 3 Ritme gebruiken (p.145) Loop frase functionaliteit Met de BR-1600CD kunt u met behulp van de CD-R/RW drive loop frase gegevens die in de winkel verkrijgbaar zijn importeren, en ze vervolgens op de interne harde schijf opslaan. Het tempo van deze loop frasen kan naar eigen keuze op de gewenste snelheid worden ingesteld, zodat ze synchroon met uw opgenomen sporen kunnen worden afgespeeld. Met behulp van deze functie kunt u op eenvoudige wijze, door uitvoeringen over break beats of overige ritmische patronen heen te lagen, songs maken. Audio en back-up CDs maken De BR-1600CD wordt met een eigen, reeds geïnstalleerde CD-R/RW drive geleverd. Deze kunt u gebruiken om op eenvoudige wijze CDs te maken, door uw voltooide songs op CD-R discs te branden. Daarnaast kunt u de CD-R/RW drive gebruiken om CD-R/RW discs te maken, zodat u op handige wijze back-ups van songs en songgegevens kunt maken. Voordat u de CD-R/RW gebruikt, is het van belang, dat u Voordat u CD-R/RW discs gebruikt (p. 7) in zijn geheel leest. Chromatische stemfunctie Door de chromatische stemfunctie met een bereik van C1 tot en met B6, kunt u met de BR-1600CD elke willekeurige aangelsoten gitaar of basgitaar stemmen (p. 256). Automatische niveaucalibratie Door middel van een functie, die Level Calibration (niveaucalibratie) wordt genoemd, kan de BR-1600CD Digitale Opnamestudio de volumes van diverse uitgaande kanalen opsporen en balanceren (p. 258). 23

100 Paneelbeschrijvingen Controleoppervlak fig.05-01a INPUT SENS draaiknoppen Deze draaiknoppen worden gebruikt om de gevoeligheid van de bijbehorende ingang jacks aan te passen. Let erop, dat de INPUT SENS 1 draaiknop ook wordt gebruikt om de gevoeligheid van de GUITAR/BASS jack aan te passen. 2. PEAK indicators Met behulp van deze indicators kunt u bevestigen of het via de bijbehorende jacks inkomende geluid wordt vervormd, doordat ze oplichten als het volume het vervormingsniveau van 6 db bereikt. Gebruik de INPUT SENS draaiknoppen om de invoergevoeligheid zo aan te passen, dat de PEAK indicators slechts af en toe oplichten als het bijbehorende instrument te hard wordt bespeeld. 3. LEVEL CALIBRATION knop Als er een aantal instrumenten op verschillende ingang jacks zijn aangesloten, kunt u [LEVEL CALIBRATION] (niveaucalibratie) gebruiken om de bijbehorende inkomende volumes automatisch aan te passen en te balanceren. De inkomende volume balans automatisch aanpassen (Level Calibration) (p. 256) 4. INPUT SELECT knoppen Gebruik deze knoppen om de invoerbron (ingang jack) die u wilt opnemen te selecteren. De indicator van de geselecteerde knop licht op. Als er een verlichte INPUT SELECT knop wordt geselecteerd, gaat deze uit en wordt (worden) de bijbehorende invoerbron(nen) onhoorbaar gemaakt (mute). GUITAR/BASS: Deze knop wordt gebruikt om de GUITAR/BASS jack voor het opnemen van gitaar of basgitaar te selecteren of de INPUT 1/ MIC 1 jack voor opname van een line-in of een microfoon. Let erop, dat als er een instrument op deze jack is aangesloten, de GUITAR/BASS jack automatisch wordt geselecteerd. * Als u alleen [GUITAR/BASS] of [VOCAL] selecteert, wordt voor opname de aanpasbare focus (Adaptive Focus AF) functie ingeschakeld. Wat is de AF methode (Aanpasbare Focus methode)? Aanpasbare focus is een unieke Roland technologie, waarmee de signaalruis (S/N) hoeveelheden van AD en DA converters sterk verbeterd kunnen worden. VOCAL: Deze knop wordt gebruikt om de INPUT2/MIC2 jack voor opname van een line-in of microfoon te selecteren. SIMUL: De SIMUL functie wordt geactiveerd door [GUITAR/BASS] ingedrukt te houden en [VOCAL] in te drukken. In deze toestand wordt of de GUITAR/BASS of de INPUT 1/MIC 1 jack geselecteerd, in combinatie met de INPUT 2/MIC 2 jack. Met andere woorden, er worden twee inkomende signalen tegelijkertijd geselecteerd. Let erop, dat als er een instrument op deze jack is aangesloten, automatisch de GUITAR/BASS jack wordt geselecteerd. MULTI-TRACK: Alle invoerbronnen worden in de MULTI-TRACK functie geselecteerd. Als deze functie wordt gebruikt, wordt elke bron op het bijbehorende spoor opgenomen (d.w.z. 1 tot en met 8 of 9/ 10 tot en met 15/16). 24

101 Paneelbeschrijvingen STEREO TRACKS: Alle invoerbronnen worden in de STEREO TRACKS functie geselecteerd. In dit geval wordt het geluid van de invoerbronnen in stereo gemixt en vervolgens op het geselecteerde spoor opgenomen. Zie Bediening van de INPUT SELECT knoppen (p. 278), als u meer wilt lezen over de bediening van de INPUT SELECT knoppen. 5. EFFECTS knop Gebruik deze knop om een insert effecten patch (p. 74) te selecteren, en om het venster waarin u effect instellingen en dergelijke kunt bewerken op te vragen. 6. INPUT LEVEL draaiknop Past het volume van alle invoerbronnen aan. De volumes, die met gebruik van deze knop worden bepaald, zijn de eigenlijke volumes die op de sporen worden opgenomen. Als uit INPUT SELECT [MULTI-TRACK] of [STEREO TRACKS] is geselecteerd, kunt u deze draaiknop gebruiken om het algemene volume aan te passen, terwijl de balans van de volumes die bij de verschillende invoerbronnen is ingesteld behouden blijft. 7. TUNER ON/OFF knop Gebruik deze knop om de stemfunctie (p. 254) in en uit te schakelen. 8. REC MODE (opnamefunctie) knop Deze wordt gebruikt om de BR-1600CD op opname voor te bereiden. Daarnaast kunt u hiermee één van de volgende drie opnamefuncties selecteren: INPUT: Hiermee kunt u de instrumenten en microfoons die op de ingang jacks zijn aangesloten opnemen. U zult het apparaat voornamelijk in deze functie gebruiken. 10. MARKER Het MARKER gedeelte wordt gebruikt om instellingen voor de markeerfunctie te maken. MARK knop: Gebruik deze knop om op elk willekeurige punt binnen uw song een markering te plaatsen. Telkens wanneer deze knop wordt ingedrukt, plaatst de BR-1600CD een markering op de huidige positie. Markeringen worden op volgorde genummerd, vanaf het begin van de song. Daarnaast kunt u ook namen aan afzonderlijke markeringen toewijzen. Als er op de huidige positie een markering wordt geplaatst, verschijnt het bijbehorende nummer in het Marker vakje van het beeldscherm. Als er hier geen markering is geplaatst, geeft het Marker vakje het nummer van de laatste markering voor de huidige positie aan. Met goed geplaatste markeringen kunt u snel bevestigen, welk gedeelte van de song wordt afgespeeld. Markeringen in uw song plaatsen (Marker functie) (p. 48) SEARCH knop: Gebruik deze knop om naar de eerste markering voor de huidige positie terug te verspringen. SEARCH knop: Gebruik deze knop om naar de eerste markering na de huidige positie vooruit te verspringen. CLEAR knop: Gebruik deze knop om markeringen te verwijderen. De markering, die op dit moment in het Marker vakje van het beeldscherm wordt weergegeven, wordt wanneer u deze knop indrukt verwijderd. BOUNCE: Hiermee kunt u het geluid van diverse sporen mengen en op één of twee verschillende sporen opnemen. MASTERING: Hiermee kunt u, met behulp van de Mastering Tool Kit, uw voltooide songs masteren. Zie REC MODE (opnamefunctie) Commando s (p. 285), als u meer wilt lezen over de verschillende opnamefuncties. 9. REC MODE (opname functie) indicators Hiermee kunt u bevestigen of de opnamefunctie op dit moment is geselecteerd. Telkens wanneer u de opnamefunctie met behulp van de REC MODE knop wijzigt, licht als gevolg hiervan de INPUT, BOUNCE of MASTERING indicator op. 25

102 Paneelbeschrijvingen fig.05-01b AUTO PUNCH IN/OUT Het AUTO PUNCH IN/OUT gedeelte wordt gebruikt om instellingen voor de auto punch in/uit functie te maken. ON/OFF (aan/uit) knop Deze knop wordt gebruikt om de auto punch in/uit functie in en uit te schakelen. De indicator van de knop licht op als auto punch is ingeschakeld. IN knop: Stelt de punch-in positie in. Als deze wordt ingedrukt, wordt de huidige positie als punch-in positie geregistreerd en licht de indicator van de knop op. Als er eenmaal een punch-in positie is geregistreerd, kunt u op elk willekeurig tijdstip [IN] indrukken om naar deze positie te verspringen. OUT (uit) knop: Stelt de punch-uit positie in. Als deze wordt ingedrukt, wordt de huidige positie als punch-uit positie geregistreerd en licht de indicator van de knop op. Als er eenmaal een punch-uit positie is geregistreerd, kunt u op elk willekeurig tijdstip [OUT] indrukken om naar deze positie te verspringen. DELETE knop: Verwijdert de huidige punch-in of punch-uit positie. Houd om dit te doen de [DELETE] knop ingedrukt, en druk op [IN] of [OUT] om de bijbehorende auto punch positie te verwijderen. Als de [IN] of [OUT] instelling op deze wijze wordt gewist, gaat de indicator weer uit. 12. ZERO knop Druk deze in om naar het begin van de song te verspringen. 13. REW knop Zolang u deze knop ingedrukt houdt, wordt de song teruggespoeld. 14. FF knop Zolang u deze knop ingedrukt houdt, wordt de song vooruit gespoeld. 15. REPEAT (herhaal) knop Selecteert een gebied van uw song om het herhaaldelijk te beluisteren ( Herhaaldelijk afspelen (herhaalfunctie) ( Basisgebruik ; p. 17)). Deze functie is handig als u met gebruik van punch-in en punch-uit (p. 42) verschillende malen wilt opnemen, zonder de beste uitvoering op te slaan. 16. STOP knop Deze knop stopt het afspelen of opnemen. 17. PLAY knop Start het afspelen van uw song. Daarnaast kunt u, als u [REC] heeft ingedrukt en de indicator daarvan knippert, de [PLAY] knop gebruiken om een opname te starten. Tijdens het afspelen of opnemen licht de indicator van deze knop groen op. 18. REC (opname) knop Dit is de opnameknop van de BR-1600CD. Hij wordt niet alleen voor normale opname gebruikt, maar ook om handmatige punch-in en punch-uit mee uit te voeren. De indicator van deze 26

103 Paneelbeschrijvingen knop wordt rood en gaat knipperen als de BR-1600CD klaar is om op te gaan nemen, en verandert naar continu rood als de opname daadwerkelijk is gestart. 19. PAN knop Deze roept een venster op, waarin van elk afspeelspoor en elke invoerbron instellingen voor de pan (d.w.z. links-rechts positie) kunnen worden gemaakt ( Basisgebruik ;; p. 46). 20. COMP (compressor) knop Deze roept een venster op, waarin de compressor parameters van elke spoor kunnen worden ingesteld, zodat variaties in volume onderdrukt kunnen worden. 21. EQ (equalizer) knop Deze roept een venster op, waarin de equalizer parameters van elk spoor kunnen worden ingesteld, zodat het geluid van het bijbehorende spoor kan worden aangepast (p. 110). 22. CHORUS/DELAY knop Deze roept een venster op, waarin het verstuurniveau van elk spoor naar de loop effecten chorus/delay kan worden ingesteld of een venster, waarin u chorus of delay effecten kunt selecteren en de parameters van deze effecten kunt instellen (p. 114). 23. REVERB knop Deze roept een venster op waarin het verstuurniveau van elk spoor naar het loop effect reverb kan worden ingesteld of een venster waarin de reverb parameters kunnen worden ingesteld (p. 113). 24. AUDIO TRACK MIXER faders 1-8, 9/10-15/16 Deze faders worden gebruikt om de volumes van de bijbehorende sporen tijdens het afspelen te regelen. Aangezien spoor 9/10 tot en met 15/16 vast als stereosporen zijn ingesteld, wordt het volume van beide sporen in stereo door één fader tegelijkertijd aangepast. Daarnaast worden de faders van spoor 11/12 tot en met 15/16 ook gebruikt om het volume van componenten van het ritmische arrangement, zoals loop frasen, bas en drums, in te stellen. In deze handleiding wordt de term spoorfaders gebruikt om de AUDIO TRACK MIXER faders aan te duiden. 25. Spoorknoppen 1-8, 9/10-15/16 een drum of baspatroon ook worden gebruikt om drum en/of basgitaar geluiden te selecteren. Aangezien spoor 9/10 tot en met 15/16 vast als stereosporen zijn ingesteld, worden beide sporen in het stereopaar tegelijkertijd door slechts één knop geselecteerd. Als er een spoor voor opname is geselecteerd, wordt de spoorknop hiervan rood en begint deze te knipperen. Zodra de opname wordt gestart, wijzigt dit in een continu rood verlicht patroon. Als de opname is afgelopen, gaat de spoorknop in oranje en groen knipperen. De relatie tussen het type verlichting en de spoorstatus is als volgt: Uit: Het spoor bevat geen geluidsgegevens (d.w.z. er is niets op opgenomen). Continu groen: Het spoor bevat (opgenomen) geluidsgegevens. Groen knipperend: Het spoor bevat (opgenomen) geluidsgegevens, maar is op dit moment onhoorbaar gemaakt (mute). Rood knipperend: Het spoor is geselecteerd voor opname en de BR-1600CD verkeert in de opnameklaar toestand. Continu rood: Er wordt op het spoor opgenomen. Oranje en groen knipperend: Het spoor bevat opgenomen geluidsgegevens en is op dit moment geselecteerd voor opname. Oranje knipperend: Het spoor bevat opgenomen geluidsgegevens en is geselecteerd voor opname, maar is op dit moment onhoorbaar gemaakt (mute). 26. VOCAL TOOL BOX knop Gebruik deze knop om de Vocal Tool Box in en uit te schakelen, en tevens om het venster, waarin u de parameters kunt instellen, op te roepen. De toon van vocalen vastzetten/ Een achtergrondkoor aan vocalen toevoegen (Vocal Tool Box) (p. 116) 27. MASTERING TOOL KIT knop Gebruik deze knop om de Mastering Tool Kit in en uit te schakelen, en tevens om het venster, waarin u de parameters hiervan kunt instellen, op te roepen. De Mastering Tool Kit gebruiken (p. 129) Spoorknop 1 tot en met 8 en 9/10 tot en met 15/16 worden gebruikt om sporen voor opname of het instellen van parameters te selecteren. Daarnaast kunnen ze tijdens het maken van 27

104 Paneelbeschrijvingen fig.05-01c SPEAKER MODELING knop 32. EDIT knop Gebruik deze knop om de Speaker Modeling in en uit te schakelen, en tevens om het venster, waarin u de parameters hiervan kunt instellen, op te roepen. De eigenschappen van verschillende speakersystemen nabootsen (Speaker Modeling) (p. 123) 29. V-LINK knop De V-link functie wordt gebruikt om externe videoapparatuur te bedienen, en deze knop schakelt deze functie in en uit. Daarnaast kunt u [V-LINK] ook indrukken om het instellingenvenster voor V-Link parameters op te roepen. Externe videoapparatuur vanaf de BR-1600CD bedienen (V-LINK) (p. 233) 30. V-LINK REC (V-Link opname) knop Als u de V-Link functie gebruikt om externe videoapparatuur te bedienen, kunt u video bedieningscommando s met deze knop opnieuw afspelen en/of terugluisteren. Externe videoapparatuur vanaf de BR-1600CD bedienen (V- LINK) (p. 233) 31. ARRANGEMENT/PATTERN knop Gebruik deze knop om voor ritmische arrangementen van de Arrangeerfunctie naar de Patroonfunctie (en andersom) te gaan. Zie p. 148 voor meer details over deze functies. Wordt gebruikt om parameters voor Drum, Bas, Loop frase en ritmische arrangementen in te voeren en vast te zetten (p. 145). Als [ARRANGEMENT/PATTERN] verlicht is: Druk op [EDIT] om het venster, waarin u ritmische arrangementen kunt maken en de relevante parameters kunt bewerken, op te roepen. Als [ARRANGEMENT/PATTERN] niet verlicht is: Druk op [EDIT] om het venster, waarin u drum en/of baspatronen kunt maken en de relevante parameters kunt bewerken, op te roepen. 33. TAP knop Door op deze knop met uw song mee te tikken, kunt u het tempo voor de Drum, bas en Loop frasen instellen (p. 151). 34. V-TRACK knop Roept het venster waarin u de V-sporen kunt selecteren op (p. 46). 35. TRACK MUTE knop Als u de [TRACK MUTE] ingedrukt houdt en vervolgens op een spoorknop die op dat moment groen verlicht is drukt, wordt het bijbehorende spoor tijdens het afspelen onhoorbaar gemaakt (mute). U kunt dan dezelfde procedure nogmaals uitvoeren om de mute functie te annuleren. Als er een spoor onhoorbaar is gemaakt, gaat de spoorknop daarvan groen knipperen ( Basisgebruik ; p. 20). Als er een spoor onhoorbaar wordt gemaakt, annuleert de BR-1600CD de mute functie automatisch zodra de opname klaar is. 28

105 Paneelbeschrijvingen Voor sporen, waarvan het Track Type op iets anders dan AUDIO is ingesteld, kan er van de Track Mute functie geen gebruik worden gemaakt (p. 149). Ook als het spoor type wordt gewijzigd, wordt de Track Mute functie geannuleerd. 36. TRACK TYPE SELECT knop Roept het venster, waarin u spoortypen kunt selecteren, op. Spoor 11/12 tot en met 15/16 kunnen elk op één van twee spoortypen worden ingesteld namelijk, op sporen die voor opnamegeluid worden gebruikt of sporen die als componenten voor ritmische arrangementen, zoals Loop frasen, bas en drums, worden gebruikt. Mogelijke instellingen voor deze sporen zijn als volgt: Spoor 11/12 Spoor 13/14 Spoor 15/16 Hoofdstuk 3 Ritme gebruiken (p. 145) 37. TRACK TYPE indicators Met behulp van deze indicators kunt u controleren wat de huidige spoortypen van spoor 11/12 tot en met 15/16 zijn. Verlicht Onverlicht Spoor 11/12 Loop frase Geluidsspoor Spoor 13/14 Bas Geluidsspoor Spoor 15/16 Drum of metroonoom Geluidsspoor 38. VALUE draaiknoppen Als de iconen van deze draaiknopen in het beeldscherm worden weergegeven, kunt u deze draaiknoppen gebruiken om instellingswaarden te wijzigen. Daarnaast kunt u deze draaiknoppen instellen om bij gebruik van V-Link op externe videoapparatuur de video te bedienen. 39. UTILITY knop Geluidsspoor of loop frase spoor Geluidsspoor of basspoor Geluids, drum of metroonoomspoor Roept een brede variatie aan functies op, zoals spoorbewerking, de indeling van songs en dergelijke. 40. UNDO/REDO knop Gebruik deze knop om de vorige toestand van uw song te herstellen door de laatste geluidsopname of het laatset bewerkingscommando ongedaan te maken. Daarnaast kunt u door [UNDO/REDO] een tweede maal in te drukken, de geannuleerde audio of bewerking weer herstellen ( Opgenomen vergissingen verbeteren (Undo/Redo) ( Basisgebruik ; p. 42)). om waarden van de verscheidene functie instellingen te wijzigen. 42. CURSOR toetsen Druk op deze toetsen om de cursor in de desbetreffende richting te verplaatsen. 43. ENTER/YES knop Druk op deze knop om een selectie of een waarde die wordt ingevoerd te bevestigen. 44. EXIT/NO knop Druk op deze knop om naar het vorige scherm terug te keren of een commando af te breken. 45. MASTER fader Regelt het algemene volume van uw song. 46. CD-R/RW AUDIO CD WRITE/PLAY knop Deze knop wordt gebruikt, wanneer u een CD wilt maken of afspelen. DATA SAVE/LOAD knop U kunt deze knop gebruiken als u opgenomen songs op een CD- R/RW disc wilt opslaan of de opgeslagen songs weer op de BR- 1600CD wilt inladen. LOOP PHRASE IMPORT knop U kunt deze knop gebruiken om break-beats en verschillende andere Loop frase types te importeren. 47. MIDI indicator Deze indicator licht op, wanneer de BR-1600CD via de MIDI IN aansluiting MIDI gegevens ontvangt. 48. HD ACCESS indicator Deze indicator licht op, wanneer de BR-1600CD op de harde schijf aan het lezen of schrijven is. U dient nooit de stroomtoevoer uit te schakelen als deze indicator verlicht is. Als u deze voorzorgsmaatregel niet in acht neemt, kan dit beschadiging of volledig verlies van (alle) gegevens op de harde schijf ten gevolge hebben. 41. TIME/VALUE draaischijf Deze draaischijf wordt normaliter gebruikt om binnen een song de huidige positie te verplaatsen. Hij wordt echter ook gebruikt 29

106 Paneelbeschrijvingen CD-R/RW drive fig De BR-1600CD gebruikt deze schijf om van CD-R/RW discs af te spelen en er gegevens van te lezen of op weg te schrijven. Het is belangrijk, dat u Voordat u CD-R/RW discs gebruikt (p. 7) in zijn geheel leest, voordat u de CD-R/RW drive gebruikt. 1. disk lade Plaats de CD-R/RW discs op deze lade. 2. Toegangsindicator Deze indicator licht op, wanneer gegevens van een CD-R/RW disc worden gelezen of erop worden weggeschreven. 3. EJECT knop Druk op deze knop om een CD-R/RW disc uit de drive te laten komen. Let erop, dat het alleen mogelijk is om de CD-R/RW disc uit de drive te laten komen als de BR-1600CD aanstaat. Zet de BR-1600CD weer aan en druk op de EJECT knop, als u de disc uit de drive wilt halen, nadat u de stroomtoevoer heeft uitgeschakeld. Als u overmatige kracht gebruikt om een disc uit de drive te halen, riskeert u schade aan de drive. 4. Nood uitwerp opening Dit gaatje wordt gebruikt als de disk lade in geval van nood geopend dient te worden. Van deze optie dient echter niet regelmatig gebruik gemaakt te worden. Dit dient als laatste mogelijkheid beschouwd te worden voor als de disk op geen enkele andere manier uit de drive gehaald kan worden. 30

107 Paneelbeschrijvingen Beeldscherm fig Geeft, afhankelijk van het soort instellingen dat gemaakt wordt, het menuvenster, parameter instellingenvenster of overige informatie weer. Zie Het contrast van het beeldscherm aanpassen ( Basisgebruik ; p. 10), als de inhoud van het scherm lastig te zien is. 1. Song naam In dit vakje wordt de naam van de huidig geselecteerde song weergegeven. Als voor deze song de beschermingsfunctie is ingesteld (Liedbescherming: p. 71), wordt tevens het symbool weergegeven. 2. Metronoom icoon Dit icoon wordt weergegeven als de metronoom wordt gebruikt. 3. Markering Dit vakje geeft het nummer van de markering op de huidige positie weer. Als er op deze positie geen markering is aangebracht, wordt het nummer van de laatste markering voor de huidige positie afgebeeld. Als de huidige positie zich echter voor markering nr. 001 bevindt of als er geen markeringen zijn geregistreerd, wordt hier --- weergegeven. 4. Maat Dit vakje geeft in maten en maatslagen de huidige positie in de song weer. 5. Tijd Dit vakje geeft in uren, minuten en seconden de huidige positie weer. 6. Frames Dit vakje geeft in het aantal frames de huidige positie weer. Bij aankoop is het aantal frames per seconden in eerste instantie op 30 (non-drop) ingesteld. Dit vertegenwoordigt een MIDI Tijd Code (MTC) specificatie, en als u de BR-1600CD en overige MIDI apparatuur synchroon met elkaar wilt gebruiken, dienen alle apparaten op precies dezelfde MTC specificatie ingesteld te zijn. Externe MIDI sequencers en ritmemachines synchroniseren (p. 233) 7. Informatie Het Informatie vakje geeft verschillende eigenschappen van songgegevens (zoals effect patch, markeringnamen, tempo, akkoord en de resterende tijd beschikbaar voor opname) weer. 8. Input/Track niveaumeters Dit gebied bevat een grafische weergave van de volumeniveaus, van zowel de instrumenten, die op de ingaande jacks zijn aangesloten als de opgenomen sporen. Bij aankoop zijn de volumemeters zo ingesteld dat ze de volumeniveaus van het bijbehorende geluid, nadat het door de INPUT LEVEL draaiknop of de spoorfaders is heengeleid (d.w.z. de post-fader volumeniveaus), weergeven. Zie De inhoud van de niveaumeter weergave wijzigen (Pre/ Post Fader) (p. 261), als u wilt dat de niveaumeters de volumes weergeven van voordat het geluid door de faders is heengegaan (d.w.z. de pre-fader volumeniveaus). 9. Master niveaumeter Deze niveaumeter geeft een grafische weergave van het overkoepelende stereovolume, van nadat het geluid door de MAS- TER fader is heengeleid. 31

108 Paneelbeschrijvingen Achterpaneel fig POWER schakelaar Gebruik deze schakelaar om de BR-1600CD aan en uit te zetten ( Basisgebruik ; p. 8) 6. USB aansluiting Plug een USB kabel in deze aansluiting als u gegevens wilt uitwisselen tussen de BR-1600CD en een PC. 2. DC IN (adapter) jack Sluit op deze jack de adapter van de BR-1600CD aan. Gebruik, om ongelukken te voorkomen, geen enkele andere adapter dan de PSB-3U, die bij dit product werd meegeleverd. 3. Kabelhaak Sla de kabel van de adapter om deze haak, zodat de stekker niet per ongeluk uitgetrokken kan worden. Als de adapter tijdens gebruik ontkoppeld raakt, levert dit het gevaar op dat er belangrijke geluidsgegevens voorgoed verloren gaan. 4. MIDI IN aansluiting Via deze aansluiting ontvangt de BR-1600CD MIDI gegevens. Sluit de MIDI OUT aansluiting van externe MIDI apparatuur, zoals sequencers, met behulp van een MIDI kabel aan op deze aansluiting. MIDI aansluitingen (p. 36) Hoofdstuk 4 MIDI gebruiken (p. 219) 5. MIDI OUT aansluiting Via deze aansluiting verstuurt de BR-1600CD MIDI gegevens. Sluit met behulp van een MIDI kabel de MIDI IN aansluiting van externe MIDI apparaten, zoals ritmemachines, sequencers en geluidsmodules op deze aansluiting aan. USB aansluiting (p. 37) Hoofdstuk 6, USB gebruiken (p. 237) 7. DIGITAL IN aansluiting Deze aansluiting van het coaxiale type wordt gebruikt om digitale geluidssignalen in de BR-1600CD in te voeren. Sluit hem aan op de digitale uitgang van een BOSS GT-6, CD-speler of een ander gelijksoortig apparaat, zodat er digitaal geluid kan worden ingevoerd. DIGITAL IN aansluiting (p. 35) Geluid zonder kwaliteitsverlies invoeren (Digital In toewijzen) (p. 259) 8. DIGITAL OUT aansluiting Deze aansluiting van het coaxiale type wordt gebruikt om digitale geluidssignalen van de BR-1600CD uit te voeren. De uitvoer is identiek aan die van de LINE UIT jack. U kunt de DIGITAL OUT aansluiting gebruiken om de uitvoer van de BR-1600CD op CD-R of MD recorders op te nemen. Daarnaast kan hij ook worden gebruikt om aansluitingen op versterkers, speakers en overige apparatuur met digitale ingangen te maken. DIGITAL OUT aansluiting (p. 36) MIDI aansluitingen (p. 36) Hoofdstuk 4 MIDI gebruiken (p. 219) 32

109 Paneelbeschrijvingen 9. FOOT SW jack Gebruik deze jack om een in de winkel verkrijgbare voetschakelaar (zoals de Roland DP-2 of de BOSS-FS-5U) op aan te sluiten. Als er een voetschakelaar is aangesloten, kunt u deze als afstandbediening gebruiken om commando s als het starten en stoppen van de weergave of punch-in/uit uit te voeren. Een voetschakelaar gebruiken ( Basisgebruik ; p. 12). 10. EXP PEDAL jack Gebruik deze jack om een in de winkel verkrijgbaar expressiepedaal (zoals de Roland EV-5) op aan te sluiten. Als er een expressiepedaal is aangesloten, kunt u met behulp hiervan de pedaal wah en overige effecten van de interne effecten processor gebruiken. Een expressiepedaal gebruiken ( Basisgebruik ; p. 84). 11. LINE OUT jacks De LINE OUT jacks worden gebruikt om een analoog geluidssignaal uit te voeren. Sluit deze jacks op een apparaat als een CD-R, MD of tape recorder aan om zo een analoge opname van het uitgaande signaal van de BR-1600CD te maken. LINE OUT jacks (p. 36) U kunt, indien nodig, een instelling maken, die ervoor zorgt, dat de signalen die via INPUT7/MIC 7 en INPUT 8/MIC 8 inkomen met het signaal dat via de LINE OUT jacks uitgaat worden gemengd. (Audio Sub Mix: p. 264) 12. INPUT/MIC jacks (1 tot en met 8) Deze ingang jacks en aansluitingen worden gebruikt in combinatie met lijnsignalen en microfoons. Op elke ingang kunnen twee verschillende soorten aansluitingen worden gedaan namelijk, een ongebalanceerde aansluiting door middel van de 1/4 phone mono jack, en een gebalanceerde aansluiting door middel van de XLR aansluiting. Daarnaast kan er via de XLR aansluitingen een fantoomvoeding van +48V worden geleverd. Condensator microfoons gebruiken (fantoomvoeding) (p. 262) Als er op zowel de 1/4 phone mono jack als de XLR aansluiting een aansluiting is gemaakt, geniet de 1/4 phone mono jack de voorkeur. De INPUT 1/MIC 1 jack (of XLR aansluiting) en de GUITAR/BASS delen hetzelfde interne circuit. Als er op beide ingang jacks een aansluiting is gemaakt, wordt automatisch de GUITAR/BASS jack geselecteerd. 13. Veiligheidsleuf ( VEILIGHEIDSSLOT) Afhankelijk van de omstandigheden van een bepaalde instelling kan het zijn dat u een ongemakkelijke gewaarwording krijgt of tijdens het aanraken van dit apparaat, aangesloten microfoons of de metalen gedeelte van andere objecten, zoals gitaren, bemerkt dat het oppervlak korrelig aanvoelt. Dit komt door een oneindig kleine elektrische lading die absoluut ongevaarlijk is. Maak, als u zich hier zorgen om maakt, een verbinding tussen de aarde aansluiting (zie figuur 14 ) en een extern aardingspunt. Als het apparaat geaard is, kan er, afhankelijk van de bijzonderheden van uw installatie, een licht zoemen optreden. Neem als u niet zeker bent over de verbinding contact op met het dichtstbijzijnde Roland Service Center of een erkende Roland leverancier, zoals vermeld op het Informatie vel. Ongeschikte plekken om verbinding mee te maken: Waterleidingen (dit kan schokken of elektrocutie veroorzaken) Gasleidingen (dit kan brand of explosie veroorzaken) Aarding van telefoonlijnen of een bliksemafleider (kan in geval van bliksem gevaar opleveren) 33

110 Paneelbeschrijvingen Voorpaneel fig GUITAR/BASS jack Deze ingang jack met hoge impedantie wordt gebruikt om direct een gitaar of basgitaar op aan te sluiten. De INPUT 1/MIC 1 jack (of XLR aansluiting) en de GUITAR/BASS delen hetzelfde interne circuit. Als er op beide ingang jacks een aansluiting is gemaakt, wordt automatisch de GUITAR/BASS jack geselecteerd. 4. PHONES 2 jack Gebruik deze jack om een tweede in de winkel verkrijgbare koptelefoon op aan te sluiten 5. PHONES 2 VOLUME draaiknop Past het volume aan van de koptelefoon, die op de PHONES 2 jack is aangesloten. 2. PHONES 1 jack Gebruik deze jack om een in de winkel verkrijgbare koptelefoon op aan te sluiten. 3. PHONES 1 VOLUME draaiknop Past het volume aan van de koptelefoon, die op de PHONES 1 jack is aangesloten. 34

111 Extra informatie over jacks en aansluitingen Ingang jacks en aansluitingen Deze jacks en aansluitingen worden gebruikt om geluid op de BR-1600CD in te voeren. GUITAR/BASS jack Deze ingang jack met hoge impedantie (1/4 phone plug type) wordt gebruikt om direct een gitaar of basgitaar op aan te sluiten. U kunt deze jack gebruiken op het moment, dat INPUT SELECT [GUITAR/BASS], [MULTI-TRACK] of [STEREO TRACKS] is ingeschakeld. Houd er rekening mee, dat deze ingang hetzelfde interne circuit gebruikt als de INPUT 1/MIC 1 jack (of XLR aansluiting). Als er op de GUITAR/BASS jack een instrument is aangesloten, geniet dit inkomende signaal prioriteit en wordt de INPUT 1/MIC 1 uitgeschakeld. Sluit het instrument op deze jack aan, en druk vervolgens op [INPUT SELECT [GUITAR/ BASS], als u de gitaar bankeffecten van de BR-1600CD als insert effect voor een gitaar of basgitaar wilt gebruiken. Als er een gitaar of basgitaar is aangesloten, kan er ruis worden voorgebracht als een element te dicht bij de BR- 1600CD wordt gehouden. Daarnaast kan er ook een zelfde soort ruis optreden, als het instrument dichtbij fluorescerende lichten, een CRT, een PC of een ander soort elektrisch apparaat wordt gehouden. Deze ruis treedt op als het instrument via de elementen van het instrument externe geluiden opvangt. Zorg dat het element verder van het elektrische apparaat wordt gehouden, als deze ruis hoorbaar wordt. INPUT 1/MIC 1 jack Deze ingangen (1/4 phone plug en XLR aansluiting typen) worden gebruikt in combinatie met lijnsignalen en microfoons. De jack van het 1/4 phone plug type wordt gebruikt om ongebalanceerde signalen in te voeren; de XLR type aansluiting wordt voor gebalanceerde signalen gebruik. Daarnaast kan de XLR aansluiting ook fantoomvoeding leveren. U kunt deze ingang gebruiken op het moment, dat INPUT SELECT [GUITAR/BASS], [MULTI-TRACK] of [STEREO TRACKS] is ingeschakeld. Houd er rekening mee, dat deze ingang hetzelfde interne circuit gebruikt als de GUITAR/BASS jack en dat, wanneer er op de GUITAR/BASS jack een instrument is aangesloten, die inkomende bron prioriteit geniet en de INPUT 1/MIC 1 jack wordt uitgeschakeld. INPUT 2/MIC 2 jack Deze ingangen (1/4 phone plug en XLR aansluiting typen) worden gebruikt in combinatie met lijnbronnen en microfoons. De jack van het 1/4 phone plug type wordt gebruikt om ongebalanceerde signalen in te voeren; de XLR type aansluiting wordt voor gebalanceerde signalen gebruik. Daarnaast kan de XLR aansluiting ook fantoomvoeding leveren. U kunt deze ingang gebruiken op het moment, dat INPUT SELECT [VOCAL], [MULTI-TRACK] of [STEREO TRACKS] is ingeschakeld. Sluit de microfoon op deze ingang aan, en druk vervolgens op [VOCAL] van de INPUT SELECT functie, als u de MIC bankeffecten van de BR-1600CD als insert effect voor een zangmicrofoon wilt gebruiken. INPUT 3/MIC 3 jack tot en met INPUT 8/MIC 8 jack Deze ingangen (1/4 phone plug en XLR aansluiting typen) worden gebruikt in combinatie met lijnsignalen en microfoons. De jack van het 1/4 phone plug type wordt gebruikt om ongebalanceerde signalen in te voeren; de XLR type aansluiting wordt voor gebalanceerde signalen gebruik. Daarnaast kan de XLR aansluiting ook fantoomvoeding leveren. U kunt deze ingang gebruiken op het moment dat INPUT SELECT [MULTI-TRACK] of [STEREO TRACKS] is ingeschakeld. Houd er rekening mee dat de INPUT 7/MIC 7 en INPUT 8/MIC 8 jacks ook kunnen worden gebruikt om geluidssignalen voor een Audio Sub Mix in te voeren. Als Audio Sub Mix is ingeschakeld, worden de geluidssignalen die via de INPUT 7/ MIC 7 en INPUT 8/MIC 8 jacks inkomen direct via de MASTER spoor L/R uitgevoerd. Uitgaand signaal van een geluidsinstelling met het uitgaande signaal van de BR-1600CD mengen (Audio Sub Mix) (p. 264) DIGITAL IN aansluiting Deze coaxiale aansluiting wordt gebruikt om digitaal geluid in de BR-1600CD in te voeren. Sluit de digitale geluidsuitgang van een CD of MD speler, BOSS GT-6 of BOSS GS-10 op deze aansluiting aan, als u vanaf dat apparaat iets wilt opnemen, zonder dat het geluid kwalitatief minder wordt, zoals dat bij analoge signalen zou gebeuren. Er kunnen via deze aansluiting alleen digitale geluidsgegevens van S/P DIF formaat worden ingevoerd. Daarnaast dienen de gegevens een samplesnelheid van 44,1 khz en een bit ruimte van 16 of 24 bit te hebben. De bestemming voor geluid, dat via de DIGITAL IN aansluiting binnenkomt, wordt door systeem parameterinstellingen bepaald. Let erop, dat de INPUT SENS draaiknop niet kan worden gebruikt om het volume van het geluid dat via deze aansluiting binnenkomt aan te passen. Om dit te doen, dient u of het volume van het digitale apparaat dat het geluidssignaal geeft aan te passen of de INPUT LEVEL 35

112 Extra informatie over jacks en aansluitingen draaiknop of LEVEL CALIBRATION functie te gebruiken. Het is belangrijk om er rekening mee te houden dat standaard geluidskabels niet met de DIGITAL IN aansluiting kunnen worden gebruikt, en dat er voor dit doeleinde een in de winkel verkrijgbare digitale geluidskabel of videokabel dient te worden gebruikt. Uitgang jacks en aansluitingen Deze jacks en aansluitingen worden gebruikt om geluid van de BR-1600CD uit te voeren. LINE OUT jacks De LINE OUT jacks (stereo RCA phono plug type) worden gebruikt om geluid in stereo en op lijnniveau uit te voeren. Het weergave geluid, uitvoeringen van drum, bas, Loop frase en versterkte invoer van de BR-1600CD worden allemaal in dit uitgaande signaal gemengd. Daarnaast wordt de weergave van de CD-R/RW drive, die in de BR-1600CD is ingebouwd, hier ook uitgevoerd. Gebruik de LINE OUT jacks om externe versterkers op aan te sluiten. Let erop, dat de geluidsuitvoer via de LINE OUT jacks ook via de PHONES 1 jack wordt uitgevoerd. DIGITAL OUT aansluiting Deze coaxiale aansluiting wordt gebruikt om digitaal geluid uit te voeren, en het uitgaande signaal hiervan is hetzelfde als dat van de LINE OUT jack Aangezien digitale signalen niet onderhevig zijn aan het soort kwaliteitsvermindering als bij analoge lijnen het geval is, kunnen ze worden opgenomen zonder dat de kwaliteit van uw geluid op externe digitale geluidsapparatuur als CD-R, MD en DAT recorders niet slechter wordt. Daarnaast kunnen geluidssignalen via deze aansluiting naar de speakers worden uitgevoerd, als u en Roland DS-30A Bi-Amp Monitor gebruikt om uw geluid te versterken. Het is belangrijk om er rekening mee te houden dat standaard geluidskabels niet met de DIGITAL IN aansluiting kunnen worden gebruikt, en dat er voor dit doeleinde een in de winkel verkrijgbare digitale geluidskabel of videokabel dient te worden gebruikt. MIDI aansluitingen De BR-1600CD heeft zowel MIDI OUT als MIDI IN aansluitingen, zodat er MIDI gegevens kunnen worden verzonden en ontvangen. MIDI IN aansluiting Deze 5-pins aansluiting van het DIN type wordt gebruikt om MIDI gegevens van andere MIDI apparatuur, zoals ritmemachines en sequencers, te ontvangen. Sluit met behulp van een MIDI kabel de MIDI OUT aansluiting van het externe apparaat op deze aansluiting aan. MIDI OUT aansluiting Deze 5-pins aansluiting van het DIN type wordt gebruikt om MIDI gegevens van de BR-1600CD te verzenden. Sluit met behulp van een MIDI kabel de MIDI IN aansluiting van externe apparatuur, zoals ritmemachines, sequencers en geluidsmodules op deze aansluiting aan. Maak geen lus door, bijvoorbeeld, een enkele MIDI kabel tussen de MIDI IN en MIDI OUT aan te sluiten, zodat u er zeker van kunt zijn dat de BR-1600CD goed functioneert. Een MIDI loop of lus ontstaat, wanneer MIDI gegevens van een MIDI OUT aansluiting zonder wijziging naar de MIDI IN aansluiting van hetzelfde systeem wordt teruggestuurd, en dit kan ervoor zorgen dat de apparatuur abnormaal gaat functioneren. PHONES 1 en PHONES 2 jack Hierop kunt u een koptelefoon (met een 1/4 phone stereo plug) aansluiten. 36

113 Extra informatie over jacks en aansluitingen USB aansluiting Deze aansluiting van het B-type wordt gebruikt om de BR- 1600CD op een computer aan te sluiten (USB: Universal Serial Bus). De BR-1600CD is compatibel met USB versie 1.1. Door deze met behulp van een in de winkel verkrijgbare USB kabel op een PC aan te sluiten, kunt u songgegevens,.wav bestanden en soortgelijke informatie tussen de PC en de BR-1600CD uitwisselen. Daarnaast kunt u hiermee op de harde schijf van uw PC backups van song gegevens en dergelijke maken. Hoofdstuk 6, USB gebruiken (p. 237) Als er met behulp van USB een aansluiting wordt gemaakt, heeft u vanaf uw PC toegang tot de gegevens op de harde schijf van de BR-1600CD. Daarom is er een verhoogd risico op het per ongeluk beschadigen of wissen van de BR-1600CD gegevens. U dient in een dergelijke situatie extra voorzichtig te werk te gaan, aangezien gegevens die op deze wijze beschadigd raken of verloren gaan niet hersteld kunnen worden. Houd er tevens rekening mee, dat BOSS/Roland geen verantwoordelijkheid neemt voor het herstel van of compensatie voor beschadigde en/of verloren gegevens. De BR-1600CD kan noch als USB verbinding noch als USB hub worden gebruikt. Als gevolg daarvan kunt u de USB aansluiting niet gebruiken om op externe harde schijven, CD-R/RW drives of soortgelijke USB apparatuur te werken. Bovendien kan deze USB aansluiting niet met een audio interface of iets soortgelijks worden gebruikt. Stroomtoevoer DC IN (adapter jack) Sluit de adapter van de BR-1600CD op deze jack aan. Vermijd het gebruik van een andere adapter dan de PSB- 3U, die met dit product werden meegeleverd om ongelukken te voorkomen. Als u deze voorzorgsmaatregel niet in acht neemt, kan dit het uitbreken van brand of elektrische schokken tot gevolg hebben. Houd er tevens rekening mee, dat het gebruik van een ander type adapter tot permanente schade aan de BR-1600CD zelf, de harde schijf of de CD-R/RW drive kan leiden. Het is daarom van belang, dat u met gepaste zorg te werk gaat. Als u de adapter loskoppelt, terwijl de BR-1600CD gegevens van zijn harde schijf aan het lezen is of gegevens erop wegschrijft (d.w.z. wanneer de HD ACCESS indicator verlicht is), wordt de harde schijf onherstelbaar beschadigd. Als een harde schijf op deze wijze beschadigd is geraakt, kunt u hem niet langer voor opname, afspelen, het opslaan of laden van songs gebruiken. Daarnaast is er een grote waarschijnlijkheid dat er waardevolle gegevens verloren gaan. Zorg er daarom voor dat de kabel van de adapter om de kabelhaak is gewikkeld, zodat u kunt voorkomen, dat deze er tijdens het werken met de BR-1600CD per ongeluk uitgetrokken wordt. 37

114 Algemene werking en items in het beeldscherm Beginvenster fig.06-01d Tempo Naam van markering op huidige positie Geselecteerde effect patch naam Song naam Huidige positie Resterende opnametijd Niveaumeters Akkoord (chord) Ncd;d; Beginvenster Mastering functie Kort nadat het apparaat is aangezet, verschijnt hier het hoofdvenster van de BR-1600CD. Naast overige belangrijke informatie, geeft het beginvenster de naam van de song, dat op dit moment is geselecteerd, de huidige positie in de song en de niveaumeters weer. Ongeacht het venster, waarin u zich op dit moment bevindt, kunt u altijd naar dit venster terugkeren door meerdere malen op [EXIT/NO] te drukken (hoewel u soms moet wachten tot de BR-1600CD het huidige proces afrondt). Tenzij anders aangegeven, dient u voor alle procedures die in deze handleiding worden beschreven eerst naar het beginvenster terug te keren. De Mastering functie is de enige waarin het beginvenster verandert in het venster dat links wordt weergegeven. Huidige positie fig.06-02d Markeringnummer Uren Frame Maat Minuten Maatslag Seconden Sub frame Cursor De huidige positie in de song wordt in de rechter bovenhoek van het beeldscherm in tijd aangegeven. Daarnaast wordt deze positie ook links van deze tijdwaarde in maten en maatslagen aangegeven. De weergegeven tijd is op MIDI tijd code (MTC) gebaseerd, en wordt zodoende in uren, minuten, seconden, frames en subframes weergegeven. Houd er rekening mee, dat verschillende apparaten verschillende MTC specificaties hanteren. Als u de BR-1600CD met een ander apparaat dat MTC gebruikt wilt synchroniseren, dient u eerst beide op dezelfde MTC specificatie in te stellen. Bij aankoop is het aantal frames per seconden op de BR-1600CD in principe op 30 (non-drop) ingesteld. FUNCTIE knoppen ([F1] tot en met [F4]) fig Function buttons [F1] tot en met [F4] worden de FUNCTIE knoppen genoemd. Onderaan het beeldscherm vindt u de namen van de functies die binnen het huidige venster aan elk van deze knoppen is toegewezen. Als er een toelichting in deze handleiding naar [F1] WRITE verwijst, weet u dus direct dat u door [F1] in te drukken de WRITE functie, die direct boven de knop wordt weergegeven, selecteert. 38

115 Algemene werking en items in het beeldscherm PAGINA SCROLL knoppen fig (Left) Page scroll buttons (Right) Als en/of, respectievelijk aan de linker en rechterkant van het venster, wordt weergegeven, geeft dit aan dat de BR-1600CD niet alle relevante informatie in het venster kwijt kon, en dat bepaalde informatie in de richting van de pijl verborgen is. De PAGINA SCROLL knoppen [ ] en [ ] worden gebruikt om deze verborgen informatie weer te geven. Druk op [ ] om in het venster naar links te scrollen, en druk op [ ] om in het venster naar rechts te scrollen. Hoewel u ook in het venster kunt scrollen door de [ ] of [ ] ingedrukt te houden, gaat dit met behulp van de PAGINA SCROLL knoppen veel gemakkelijker. Scrollbalk fig.06-01d Cursor Scroll bar Wanneer u rechts in het venster een scrollbalk ziet, betekent dit dat de BR-1600CD niet alle relevante informatie in het venster kwijt kon, en dat er boven of onder extra informatie is verborgen. Het witte gedeelte van de scrollbalk vertegenwoordigt de gehele inhoud van het venster, en het zwarte gedeelte vertegenwoordigt het gebied van informatie dat op dit moment wordt weergegeven. Druk op [ ] of [ ] van de cursor om het weergegeven gebied respectievelijk naar boven of naar onder te bewegen, zodat u de verborgen informatie kunt bekijken. fig (Left) (Up) (Down) (Right) De cursor van de BR-1600CD wordt als een omgekeerd teken, een frame of een onderstreping weergegeven, in een gedeelte van het venster waarin u instellingen kunt wijzigen. Als het huidige venster meerdere van dergelijke gedeelten bevat, kunt u [CURSOR] gebruiken om tussen de bijbehorende instellingsonderdelen te bewegen. Daarnaast kunt u [CURSOR] indrukken en ingedrukt houden om de cursor in het venster onafgebroken in de bijbehorende richting te laten bewegen. Als u de beweging van de cursor wilt versnellen, kunt u de CURSOR pijl voor de benodigde bewegingsrichting ingedrukt houden, en vervolgens de CURSOR pijl van de tegenovergestelde richting indrukken. Deze handeling zorgt ervoor, dat de cursor sneller over het scherm beweegt. Voorbeeld: Om de cursor snel naar rechts te bewegen Druk CURSOR [ ] en houd deze ingedrukt, en druk vervolgens op [ ]. Voorbeeld: Om de cursor snel omlaag te bewegen Druk CURSOR [ ] en houd deze ingedrukt, en druk vervolgens op [ ]. 39

116 Algemene werking en items in het beeldscherm TIME/VALUE draaischijf fig De TIME/VALUE draaischijf wordt gebruikt om de cursorpositie, waarden of tekens te wijzigen. In het geval van waarden. Deze worden verhoogd als de draaischijf met de klok mee wordt gedraaid, en verlaagd als de draaischijf tegen de klok in wordt gedraaid. VALUE 1/PAN, VALUE 2, VALUE 3 en VALUE 4 draaiknoppen fig Deze draaiknoppen kunnen worden gebruikt om de waarden van parameters die door draaiknop iconen ( ) worden aangeduid. Draai deze met de klok mee om de waarde te verhogen, en tegen de klok in om de waarde te verlagen. Als er een patroon selectievenster voor ritmische patronen, baspatronen of loop frasen wordt weergegeven, kunt u deze draaiknoppen tevens gebruiken om grote wijzigingen in patroon en loop frase nummers te maken. 40

117 Hoofdstuk 1 Geavanceerd gebruik Hoofdstuk 1 Geavanceerd gebruik 41

118 Alleen het mislukte gedeelte opnieuw opnemen (Punch in/uit) U kunt tijdens een opname wel eens een vergissing maken of het kan zijn dat de uitvoering niet zo uitpakt als u had gewild. In zulke gevallen kunt u de functies die punch in en punch out worden genoemd gebruiken om specifieke delen van de uitvoering opnieuw op te nemen. Specifiek duidt punch in op een handeling, waarbij de opname wordt gestart, terwijl de weergave van een spoor wordt beluisterd, en punch in duidt op de omgekeerde situatie, waarbij de opname wordt gestopt, terwijl de weergave van het spoor nog hoorbaar blijft. Met andere woorden, aan het begin van het gedeelte dat u opnieuw wilt opnemen klokt u in, en aan het eind van dat gedeelte klokt u uit. fig Handmatig punch in en punch uit uitvoeren met behulp van [REC] De volgende paragraaf beschrijft het handmatige gebruik van punch in en punch uit, waarmee een deel van spoor 1, dat eerder werd opgenomen, opnieuw op te nemen. 1. Druk op de TRACK [1] knop. Deze spoorknop begint oranje en groen te knipperen. 2. Zet de fader van spoor 1 op de onderstaande stand. fig Playback Recording Playback Time Start Punch-in Punch-out Stop [PLAY] [REC] [REC] [STOP] Als u na het opnieuw opnemen met punch in en punch uit nog steeds niet tevreden bent over het spoor, kunt u Undo ( Basisgebruik ; p. 42) gebruiken om het spoor naar zijn oorspronkelijke toestand terug te brengen. Zelfs als een gedeelte van een spoor dat met behulp van punch in en punch uit opnieuw is opgenomen, blijven de vervangen geluidsgegevens op de harde schijf van de BR-1600CD staan. Als deze gegevens niet meer gebruikt zullen worden, kunt u ze samen met overige onnodige gegevens verwijderen door middel van de songoptimalisering functie (p. 70), zodat u er zeker van bent dat u de geheugencapaciteit van de harde schijf optimaal gebruikt. De BR-1600CD ondersteunt twee soorten punch in/uit procedures namelijk handmatige punch in/uit en automatische punch in/uit. Handmatige punch in en punch uit Gebruik [REC] of een voetschakelaar om de punch in en punch uit functie te activeren. Als u zowel het instrument bespeelt als de BR-1600CD bedient, kan het vaak moeilijk zijn om op het juiste moment op [REC] te drukken. In zo n geval kan er een voetschakelaar (zoals de in de winkel verkrijgbare Roland DP-2 of BOSS FS-5U) worden gebruikt om punch in en punch uit op gemakkelijke wijze met de voet te activeren. 3. Bevestig dat [ON/OFF] van de AUTO PUNCH functie niet verlicht is. Als deze wel verlicht is, dient deze ingedrukt te worden om de functie uit te schakelen. 4. Start het afspelen van uw song en gebruik de INPUT LEVEL draaiknop om het volume van de invoer op een geschikt niveau te brengen. Houd [TRACK MUTE] ingedrukt en druk op de spoorknop van dit spoor, als u spoor 1 tijdens het afspelen onhoorbaar wilt maken. U kunt dezelfde procedure volgen om de mute functie te annuleren. Beluister zowel het opgenomen geluid als de invoer om de volumes te vergelijken. Gebruik, indien nodig, de INPUT LEVEL draaiknop om het volume van de invoer zo aan te passen dat het identiek is aan dat van de opname. 5. Controleer, nadat de volumeniveaus op elkaar zijn aangepast, voordat u verder gaat of Spoor 1 niet onhoorbaar is gemaakt. 6. Ga naar een positie die voor het punt ligt vanaf waar u de heropname wilt starten, en druk op [PLAY] om het afspelen te starten. 7. Druk op [REC] om in te klokken en de opname te starten, zodra het afspelen het begin van dit gedeelte bereikt wordt. Druk om na het opnemen uit te klokken op [REC] of [PLAY]. [REC] kan zowel voor punch in als punch uit herhaaldelijk worden gebruikt, en als er eventueel andere gedeelten opnieuw dienen te worden opgenomen, kunt u zonder het afspelen te hoeven stoppen dezelfde bovenstaande procedure volgen. 8. Druk op [STOP] als het opnieuw opnemen is voltooid. 42

119 Alleen het mislukte gedeelte opnieuw opnemen (Punch in/uit) 9. Beluister de uitvoering met het opnieuw opgenomen gedeelte. Zorg ervoor dat u, voordat u het afspelen start, de huidige positie op een punt voor het opnieuw opgenomen gedeelte zet. Gebruik indien nodig de fader van spoor 1 om het volume van het spoor aan te passen. Met een voetschakelaar handmatige punch in en punch uit uitvoeren Als u een voetschakelaar (zoals de optionele Roland DP-2 of BOSS FS-5U) wilt gaan gebruiken om punch in en punch uit te activeren, dient deze op dit moment op de BR-1600CD aangesloten te zijn. Volg de volgende procedure om de voetschakelaar op de juiste functie in te stellen. 1. Druk op [UTILITY]. Het Utility Menu venster verschijnt. fig.12-12d Elke keer dat de voetschakelaar wordt ingedrukt, klokt de BR-1600CD in of uit. Automatische punch in en punch uit De BR-1600CD ondersteunt een functie die Auto Punch In/ Uit wordt genoemd, waarmee punch in en punch uit op aangegeven locaties in een song automatisch worden geactiveerd. Deze functie is zeer handig wanneer punch in en punch uit op precies op het goede moment dienen te worden geactiveerd, en als u zich op uw uitvoering moet concentreren, in plaats van knoppen in te drukken. Het gedeelte dat opnieuw dient te worden opgenomen aangeven Om punch in en punch uit automatisch te activeren, dient u eerst volgens onderstaande omschrijving de punch in en punch uit posities in te stellen. Hoofdstuk 1 2. Beweeg de cursor naar het SYSTEM icoon en druk op [ENTER/YES]. Als alternatief kunt u op het moment dat het SYSTEM icoon wordt weergegeven op [F1] (SYSTEM) drukken. Het System venster verschijnt. fig.10-03d De punch in positie registreren 1. Beweeg de huidige positie naar het punt waar u wilt dat de BR-1600CD punch in activeert, en druk op AUTO PUNCH IN/OUT [IN]. De huidige positie wordt nu als positie voor punch in geregistreerd, en [IN] licht op om aan te geven dat er een punch in positie is geregistreerd. fig Beweeg de cursor naar Foot switch en selecteer PUNCH IN/OUT met behulp van de TIME/VALUE draaiknop. fig.10-04d * Zodra er een punch in positie is geregistreerd, kunt u door op [IN] te drukken op elk willekeurig tijdstip naar deze locatie verspringen. * Houd [DELETE] ingedrukt en druk op [IN], als u deze positie wilt annuleren en/of een nieuw punch in punt wilt registreren. De punch in positie wordt gewist, en [IN] gaat uit. 4. Druk op meerdere malen op [EXIT/NO] om naar het beginvenster terug te keren. 5. Start de recorder. 6. Bedien de voetschakelaar. De punch uit positie registreren 2. Beweeg de huidige positie naar het punt waar u wilt dat de BR-1600CD punch in activeert, en druk op AUTO PUNCH IN/OUT [OUT]. De huidige positie wordt nu als positie voor punch uit geregistreerd, en [OUT] licht op om aan te geven dat er een punch uit positie is geregistreerd. 43

120 Alleen het mislukte gedeelte opnieuw opnemen (Punch in/uit) fig * Zodra er een punch uit positie is geregistreerd, kunt u door op [OUT] te drukken op elk willekeurig tijdstip naar deze locatie verspringen. * Houd [DELETE] ingedrukt en druk op [OUT], als u deze positie wilt annuleren en/of een nieuw punch uit punt wilt registreren. De punch uit positie wordt gewist, en [OUT] gaat uit. * Houd er rekening mee dat de punch in en punch uit posities ten minste 0,5 seconde uit elkaar dienen te liggen. Dat betekent dat de punch uit positie dus niet op een punt binnen 0,5 seconde van de punch in positie kan worden ingesteld. Als u punch in en punch uit op markering posities wilt activeren, beweeg dan allereerst de huidige positie naar de markering voor punch in en druk op [IN]. Ga vervolgens naar de markering voor punch uit en druk op [OUT]. Zie Naar markeringen bewegen (p. 48), voor een omschrijving van de procedure hoe u naar markering posities beweegt. Auto punch in en punch uit uitvoeren Voor dit voorbeeld gebruiken we auto punch in en punch uit om een deel van Spoor 1, dat al eerder is opgenomen, opnieuw op te nemen. 5. Controleer als de volumes op elkaar zijn afgestemd voordat u verder gaat of spoor 1 niet onhoorbaar gemaakt is. 6. Ga naar een positie die zich voor het punt bevindt vanaf waar u opnieuw wilt opnemen en druk op AUTO PUNCH IN/OUT [ON/OFF]. Deze knop licht op om aan te geven dat auto punch in/ uit is ingeschakeld. 7. Druk op [REC] om de BR-1600CD opnameklaar te maken, en druk vervolgens op [PLAY]. Punch in wordt aan het begin van het gedeelte dat opnieuw dient te worden opgenomen automatisch geactiveerd, zodat u uw deel uit kunt voeren zonder dat u zich over het indrukken van knoppen zorgen hoeft te maken. Op gelijke wijze activeert de BR-1600CD automatisch de punch uit functie als het eind van dit gedeelte is bereikt, en wordt de normale weergave hervat. 8. Druk op [STOP] als de heropname is voltooid. 9. Beluister de uitvoering met het heropgenomen gedeelte. Zorg ervoor dat u, voordat u het afspelen start, de huidige positie op een punt voor het heropgenomen gedeelte heeft ingesteld. Gebruik indien nodig de fader van spoor 1 om het volume aan te passen. U kunt nu op [IN] drukken om naar de punch in positie te verspringen. 10. Houd [DELETE] ingedrukt en druk op [IN] of [OUT] om de instellingen voor het auto punch in/uit gedeelte te wissen. 1. Druk op TRACK [1]. Deze spoorknop begint oranje en groen te knipperen. 2. Beweeg de fader van spoor 1 naar de positie die hieronder wordt weergegeven. fig Controleer of AUTO PUNCH IN/OUT [ON/OFF] niet verlicht is. Als deze knop verlicht is, dient hij ingedrukt te worden om hem uit te schakelen. 4. Start het afspelen van uw song en gebruik de INPUT LEVEL draaiknop om het volume van de invoer op een geschikt niveau in te stellen. 44

121 Alleen het mislukte gedeelte opnieuw opnemen (Punch in/uit) Opname binnen een bepaald gebied herhalen (Loop Recording) Als de herhaalfunctie van de BR-1600CD in combinatie met punch in en punch uit wordt gebruikt, wordt het opgenomen gedeelte automatisch afgespeeld, zodat u kunt beluisteren wat u heeft opgenomen. Daarnaast kunt u simpelweg zonder de weergave te stoppen [REC] indrukken om nogmaals opnieuw op te nemen, als u niet tevreden bent over uw opname. Het op deze wijze combineren van de auto punch in/uit met de herhaalfunctie wordt Loop opname genoemd. Zie Herhaaldelijk afspelen (Herhaalfunctie) ( Basisgebruik ; p. 17) voor uitgebreidere informatie over de herhaalfunctie. Het gebied dat herhaald dient te worden aangeven U dient, voordat u met opnemen begint, allereerst de start en eindpunten van het te herhalen gedeelte in te stellen. Het is op dit moment belangrijk, dat u het gebied zo instelt dat dit het gebied dat opnieuw opgenomen dient te worden (d.w.z. het gebied tussen de punch in en punch uit posities) bevat. Als het herhaalgedeelte niet het volledige heropname gedeelte bevat, kan het zijn dat de opname niet op het juiste gewenste moment begint of kan het zijn dat de opname midden in het opnieuw op te nemen gebied wordt beëindigd. fig Weergave Herhalen Opname Weergave Tijd Loop opname uitvoeren Ter illustratie beschrijft de volgende paragraaf het gebruik van de herhaalfunctie in combinatie met auto punch in en punch uit, om zo een deel van spoor 1, dat eerder werd opgenomen, opnieuw op te nemen. 1. Druk op [TRACK] 1. Deze spoorknop begint oranje en groen te knipperen. 2. Beweeg de fader van spoor 1 naar de positie, die hieronder is weergegeven. fig Druk op AUTO PUNCH IN/OUT [ON/OFF]. Deze knop licht op om aan te geven dat auto punch in/ uit is ingeschakeld. 4. Start de weergave van uw song met gebruik van de herhaalfunctie, en gebruik de INPUT LEVEL draaiknop om het volume van het inkomende signaal op een geschikt niveau in te stellen. 5. Druk tijdens het herhaaldelijk afspelen net voor de punch-in positie op [REC]. Aangezien de opname na het indrukken van [REC] begint, zodra de BR-1600CD het punch in/uit gebied tegenkomt, dient u klaar te zijn om de uitvoering te herhalen. Als het afspelen vervolgens herhaald wordt, kunt u de zojuist gemaakte opname beluisteren. Druk als u met deze opname niet tevreden mocht zijn nogmaals op [REC] om de opname volgens bovenstaande beschrijving te herhalen. Hoofdstuk 1 Start herhaling (A) Punch-in Punch-out Einde herhaling (B) Het gedeelte dat u wilt opnemen aangeven Gebruik Auto punch in en punch uit (p. 43) om de posities aan te geven, waarop u punch-in en punch-uit wilt uitvoeren. Als u in het segment tussen de punch-in en punch-uit posities op [REC] drukt, schakelt de BR-1600CD op dat punt direct over naar de opnamefunctie, en stopt hij de opname automatisch op de punch-uit positie. 6. Druk op [STOP] als de heropname is voltooid. Druk op [REPEAT]. Deze knop gaat uit om aan te duiden dat de weergave niet herhaald zal worden. 7. Druk op AUTO PUNCH IN/OUT [ON/OFF]. Deze knop gaat uit om aan te duiden, dat de auto punch in/uit functie is gedeactiveerd. 45

122 V-sporen gebruiken Hoewel de BR-1600CD een meervoudige sporen studio met 16 sporen is, kunt u voor elk spoor één van de zestien V-sporen selecteren. Dit betekent, dat u de BR-1600CD kunt gebruiken alsof hij een meervoudige sporen studio met 256 sporen was. U kunt, met andere woorden, V-sporen gebruiken om meerdere opnamen van gitaarsolo s, vocalen, etc. te maken, zonder dat u ook maar één van deze takes hoeft te wissen, zodat u er zeker van kunt zijn dat later de beste uitvoering geselecteerd kan worden. Bovendien kunt u ook de beste onderdelen van takes op een aantal verschillende V-sporen op één enkel spoor combineren. fig.11-03d Als het V-spoor dat opgenomen geluidsgegevens bevat wordt geselecteerd, wordt dit aangegeven met. 4. Druk op [EXIT/NO] als u klaar bent met het selecteren van V-sporen om naar het beginvenster terug te keren. 5. Sla de huidige song op (p. 72), als u de huidig geselecteerde V-sporen wilt bewaren. Een opgenomen uitvoering bewerken (Track Edit) (p. 56) Van V-spoor wisselen 1. Druk op [V-TRACK]. Het V-Track venster verschijnt. fig.11-01d Als V-sporen tijdens het afspelen worden gewijzigd, wordt de desbetreffende weergave tijdelijk onderbroken. Wees er echter van bewust, dat dit normaal is en niet op een storing duidt. U kunt de spoorknoppen in het V-spoor venster niet gebruiken om sporen die u wilt opnemen te selecteren. Linksboven in het beeldscherm worden het spoor dat op dit moment is geselecteerd en het V-spoor dat hiervoor is geselecteerd weergegeven. Daarnaast wordt middenlinks in het beeldscherm de naam van het op dit moment geselecteerde V-spoor weergegeven. ( ): Huidig geselecteerde V-spoor (bevat opgenomen geluidsgegevens) ( ( ): Huidig geselecteerde V-spoor (bevat geen opgenomen geluidsgegevens) ( ): V-spoor dat opgenomen gegevens bevat ( ): V-spoor dat geen opgenomen gegevens bevat ( ): Bij mastering is het V-spoor van spoor 9/10 als laatst gebruikt (Laatste mastering spoor, (Final Mastering Track)) 2. Beweeg de cursor naar het spoor dat het v-spoor dat u wilt wijzigen bevat. fig.11-02d Naast de cursor kunt u om het spoor waarvan u de instellingen wilt wijzigen direct te kiezen ook de spoorknoppen gebruiken. 3. Gebruik de TIME/VALUE draaiknop om de V-spoor instelling te wijzigen. 46

123 V-sporen gebruiken Namen aan V-sporen toewijzen (Track Name) Aan elk van de 256 V-sporen van de BR-1600CD kan een naam worden toegewezen. Hoewel er aan een V-spoor, wanneer er voor het eerst iets op wordt opgenomen, automatisch een naam die is afgeleid van de Input Select (d.w.z. Track Name/spoornaam) wordt toegekend, kunt u deze naam op een later tijdstip gemakkelijk bewerken. 1. Druk op [V-TRACK]. Het V-Track venster verschijnt. fig.11-01d Het V-spoor dat op een CD dient te worden weggeschreven wijzigen (Final Mastering Track/spoor waarop de eindmix wordt gemaakt) Als u in de Mastering functie werkt, wordt rechts van het V- spoor van spoor 9/10 die het kortst geleden voor mastering is gebruikt automatisch het [ ] afgebeeld. Dit V-spoor wordt het Final Mastering Track (spoor waarop de eindmix wordt gemaakt) genoemd. Dit V-spoor wordt tijdens het maken van een CD automatisch geselecteerd voor het wegschrijven van gegevens op een CD-R/RW disc, en u kunt het gehele proces versnellen door het spoor, waarop de eindmix wordt gemaakt, op juiste wijze te selecteren. Hoofdstuk 1 2. Gebruik [CURSOR] en de TIME/VALUE draaiknop om het V-spoor dat u een naam wilt geven te selecteren. fig.11-05d Naast de cursor kunt u om het geselecteerde spoor direct te kiezen ook de spoorknoppen gebruiken. Midden-links in het beeldscherm wordt de naam van het op dit moment geselecteerde V-spoor weergegeven. 3. Beweeg de cursor naar de letter in de naam, die u wilt wijzigen, en gebruik vervolgens de TIME/VALUE draaiknop om een nieuwe letter te selecteren. fig.11-06d 4. Druk op [EXIT/NO] als u klaar bent met het bewerken van namen om naar het beginvenster terug te keren. 5. Sla de huidige song op (p. 72) als u de bewerkte namen wilt bewaren. Zie Volume en compressie voor het wegschrijven op CD (Mastering Tool Kit) ( Basisgebruik ; p. 58), voor meer gedetailleerde informatie of masteren. Hoewel het spoor, waarop de eindmix wordt gemaakt tijdens het uitvoeren van het masteren automatisch wordt ingesteld, kunt u dit op een later tijdstip in elk ander willekeurig V-spoor veranderen. Gebruik de volgende procedure om dit te doen: 1. Druk op [V-TRACK]. Het V-spoor venster verschijnt. fig.11-07d 2. Beweeg de cursor naar het MASTER V-TRACK, en gebruik vervolgens de TIME/VALUE draaiknop om het spoor waarop de eindmix wordt gemaakt te selecteren. fig.11-08d 3. Sla de huidige song op (p. 72) als u de nieuwe instelling voor het spoor wilt bewaren. Alleen V-sporen van spoor 9/10 kunnen als spoor waarop de eindmix wordt gemaakt worden ingesteld. 47

124 Markeringen in uw song aanbrengen (Marker) Met de markeerfunctie van de BR-1600CD kunt u op de benodigde punten in een song markeringen aanbrengen. Vervolgens kunt u, simpelweg door het betreffende nummer aan te geven, snel naar elke willekeurige geregistreerde markeerpositie verspringen. Daarnaast is deze functie tijdens het bewerkingsproces ook enorm handig gebleken. Er kunnen maximaal 100 markeringen in een song worden aangebracht, en deze worden vanaf het begin van de song van 1 tot 100 genummerd. Daarom is het zo dat, wanneer er een nieuwe markering tussen twee bestaande markeringen wordt geplaatst, de nummers van alle daarop volgende markeringen met één worden verhoogd. Als er bijvoorbeeld een nieuwe markering na markering nr. 2 wordt ingevoegd, wijzigen de nummers als volgt. fig Marker 1 Marker 2 Marker 3 Marker 4 Time Algemene markeercommando s Een markering aanbrengen Druk op [MARK] om op de huidige positie in de song een markering te plaatsen. fig Houd er rekening mee, dat markeringen ten minste 0,1 seconde uit elkaar dienen te liggen. Daarom is het niet mogelijk binnen 0,1 seconde van een bestaande markering een nieuwe markering te plaatsen. Marker 1 Marker 2 Marker 3 Marker 4 Marker 5 Markeringen wissen Time Daarnaast kunt u aan afzonderlijke markeringen ook namen toewijzen. Zie Een markering een naam geven (p. 49) voor meer gedetailleerde informatie. Het markeervakje van het venster geeft de markering die zich voor de huidige positie bevindt aan. Druk op [CLEAR] als u deze markering wilt wissen. fig Naar markeringen toegaan Gebruik de ZOEK knoppen om naar de volgende dichtstbijzijnde markering vooruit of terug te bewegen. Als alternatief kunt u het markeringsnummer, dat in het markeervakje van het beeldscherm staat wijzigen, als u in het volgende venster (d.w.z. het beginvenster) op de CURSOR [ ] drukt. fig Marker number Gebruik de TIME/VALUE draaiknop om het nummer van de markering waar u naartoe wilt bewegen te selecteren. 48

125 Markeringen in uw song aanbrengen (Marker) Markeringen bewerken Markeringen verplaatsen 1. Druk op [UTILITY]. Het Utility menuvenster verschijnt. fig.12-12d 1. Zet de cursor in het Marker venster op No., en gebruik vervolgens de TIME/VALUE draaiknop om het nummer van de markering waar u een naam aan wilt toewijzen te selecteren. fig.12-08d 2. Beweeg de cursor naar het MARKER icoon en druk op [ENTER/YES]. Gebruik de [ ] en [ ] PAGINA SCROLL knoppen om naar de pagina te gaan, waarin dit icoon zich bevindt. Het Marker venster verschijnt. fig.12-05d 2. Zet de cursor op Name, en gebruik vervolgens [CUR- SOR] en de TIME/VALUE draaiknop om de naam van de markering te wijzigen. fig.12-09d Een markering toewijzen als overgang tussen songs op een CD Hoofdstuk 1 3. Gebruik de TIME/VALUE draaiknop om het nummer van de markering die u wilt bewerken te selecteren. fig.12-06d Als u stereosporen op een CD aan het wegschrijven bent, kunt u een speciale procedure volgen om markeringen zo in een spoor aan te brengen dat deze markeringen de overgangspunten tussen nummers op de voltooide CD weergeven. Het op deze wijzen maken van CDs wordt Disc At Once By Marker (CD in één keer per markering) genoemd. 4. Zet de cursor op Locatie, en gebruik vervolgens de TIME/VALUE draaiknop om een positie voor die markering aan te geven. fig.12-07d Measure Time Als u de cursor naar het maatvenster verplaatst, kunt u een markeringspositie in maten aangeven. Als alternatief kunt u de cursor naar het tijdvenster bewegen om de markering te verplaatsen op basis van de songtijd. Zie Lange sporen verdelen en als meerdere songs wegschrijven (Disc At Once By Marker) ( Basisgebruik ; p. 66), voor meer gedetailleerde informatie over Disc At Once By Marker. Als u in het Marker venster zit, kunnen zelfs normale markeringen die u al heeft aangebracht als songovergang markeringen worden aangewezen. 1. Zet de cursor in het Marker venster op No., en gebruik vervolgens de TIME/VALUE draaiknop om het nummer van de markering die als songovergang dient te worden aangewezen te selecteren. 2. Zet de cursor op CD Track en gebruik de TIME/ VALUE draaiknop om ON te selecteren. fig.12-10d Een markering een naam geven Aan elke markering in het Marker venster kan een naam (markeringsnaam) worden toegewezen. De geselecteerde markering wordt op de CD als songovergang markering aangewezen. Tegelijkertijd wordt de naam die bij de bijbehorende song op de CD (bijv. 49

126 Markeringen in uw song aanbrengen (Marker) CD01 tot en met CD99) wordt weergegeven automatisch op de naam van de markering ingesteld. fig.12-11d Houd er rekening mee, dat de oorspronkelijke naam wordt gewist, als er een markering die al een naam heeft als songovergang markering wordt aangewezen. 3. Sla de huidige song op (p. 72). De geselecteerde Scene wordt aan de markering toegewezen. 3. Sla de huidige song op (p. 72), als u de aangepaste instellingen wilt bewaren. Let erop, dat u voordat u een CD maakt, uw song opslaat. Instellingen worden pas bewaard zodra uw song opgeslagen, en dit kan er voor zorgen dat songovergangen tijdens het schrijfproces niet goed worden herkend. Er kunnen maximaal 99 songs op één CD worden weggeschreven. Als u dit aantal door een songovergang markering in te stellen overschrijdt, wordt het bericht Marker Memory Full! (markeringsgeheugen vol!) weergegeven, en kunt u de markering niet instellen. Vanwege CD normen dient een CD nummer (track) ten minste vier seconden te duren. CD markeringen die een CD nummer van minder dan vier seconden definiëren worden tijdens het maken van de CD genegeerd. Automatisch stoppen bij een markering (Marker Stop) U kunt de BR-1600CD de opname of het afspelen automatisch laten stoppen. Als de functie (d.w.z. opname of weergave) vervolgens wordt hervat, gaat deze verder tot de volgende markering, waar hij opnieuw automatisch gestopt wordt. 1. Druk op [UTILITY]. Het Utility Menu venster verschijnt. fig.12-12d Als u de song niet opslaat, worden uw instellingen niet bewaard. Scenes die aan markeringen zijn toegewezen wijzigen Met de BR-1600CD kunt u Scenes aan markeringen toewijzen, zodat ze tijdens het afspelen gemakkelijk kunnen worden opgevraagd. Dit commando wordt Auto Scene genoemd. Zie Scenes tijdens het opnemen of afspelen automatisch opvragen (Auto Scene) (p. 52), voor meer gedetailleerde informatie over Auto Scene. De toewijzing van Scenes aan markeringen kan vanaf het Marker venster op elk willekeurig moment worden aangepast. 1. Zet de cursor in het Marker venster op No., en gebruik vervolgens de TIME/VALUE draaiknop om het nummer van de desbetreffende markering te selecteren. 2. Zet de cursor op het SYSTEM icoon en druk op [ENTER/YES]. Als alternatief kunt u als het SYSTEM icoon wordt weergegeven op [F1] (SYSTEM) drukken. Het System venster verschijnt. fig.12-13d 3. Zet de cursor op Marker Stop en selecteer ON met behulp van de TIME/VALUE draaiknop. fig.12-14d 2. Zet de cursor op Scene en selecteer met behulp van de TIME/VALUE draaiknop het nummer van de Scene die u wilt toewijzen. Als u dit op OFF instelt, wordt de Marker Stop functie gedeactiveerd. 50

127 Mixer instellingen registreren en opvragen (Scene) Met de BR-1600CD kunt u per song maximaal 100 Batches van mixer en effect instellingen opslaan. Elke Batch wordt een Scene genoemd. Als u bijvoorbeeld tijdens het afmixen verschillende mix balansen wilt vergelijken, is het handig om elk van de afzonderlijke mixer instellingen als Scene te registreren. Daarnaast kunt u ook Scenes aan markeringen toewijzen (p. 48), zodat ze tijdens het opnemen of afspelen automatisch kunnen worden opgevraagd. Deze functie wordt Auto Scene genoemd. Scenes registreren, opvragen en verwijderen 1. Druk op [UTILITY] Het Utility Menu venster verschijnt. fig.12-12d Het sterretje dat een geregistreerde Scene aangeeft verdwijnt, om aan te geven dat de Scene niet langer geregistreerd is. 5. Druk meerdere malen op [EXIT/NO] om naar het beginvenster terug te keren. 6. Sla de huidige song op (p. 72) als u aangepaste instellingen wilt bewaren. Een Scene opvragen zonder spoorvolumes te wijzigen Als u een Scene opvraagt, wijzigen de volumes van het spoor naar de in de Scene opgeslagen niveaus, maar de stand van de faders blijven ongewijzigd. Daarom komen de faderstanden en het daadwerkelijke volume niet meer overeen. Met behulp van de volgende procedure kunt u echter een Scene opvragen zonder de spoorvolumes te wijzigen. Hoofdstuk 1 2. Zet de cursor op het SCENE icoon en druk op [ENTER/YES]. fig.13-02d Als alternatief kunt u als het SCENE icoon op dit moment is weergegeven op [F3] (SCENE) drukken. Het Scene venster verschijnt. 1. Ga naar het Scene venster. 2. Zet de cursor op Track Level en selecteer FADER met behulp van de TIME/VALUE draaiknop. fig.13-04d 3. Gebruik de TIME/VALUE draaiknop om het nummer van de Scene te selecteren. fig.13-03d Als u het nummer van een Scene die al is geregistreerd selecteert, wordt er een sterretje (*) voor het nummer weergegeven, om u hiervan op de hoogte te stellen. 4. Registreer of verwijder een Scene of vraag er één op. Opvragen: Druk op [F4] (CALL). Registreren: Druk op [F3] (SAVE). Een sterretje (*) geeft aan dat er een Scene al is geregistreerd. Als u een dergelijke Scene selecteert, wordt hij met de huidige instellingen overschreven. Verwijderen: Druk op [F2] (DELETE). Track level (Spoorniveau) Deze instelling bepaalt hoe de spoorvolumes bij het opvragen van een Scene worden behandeld. SCENE: Als er een Scene wordt opgevraagd, wijzigen de volumes naar de niveaus, die in de desbetreffende Scene zijn opgeslagen. Daarom is het goed mogelijk dat de faderstanden van het voorpaneel niet langer met de daadwerkelijke spoorvolumes overeenkomen. FADER: Zelfs wanneer u een Scene opvraagt, blijven de volumes op de niveaus staan, die met de stand van de faders op het voorpaneel overeenkomen. 3. Druk op meerdere malen op [EXIT/NO] om naar het beginvenster terug te keren. 4. Sla de huidige song op (p. 72), als u de aangepaste instellingen wilt bewaren. Als u de song niet opslaat, worden uw instellingen niet bewaard. 51

128 te Scenes tijdens opname of weergave automatisch opvragen (Auto Scene) Met de BR-1600CD kunt u Scenes aan markeringen toewijzen, zodat ze automatisch kunnen worden opgevraagd, zodra de opname of weergave de bijbehorende markeringen bereikt. Deze functie, die Auto Scene wordt genoemd, maakt het mogelijk om spoorfaders, effecten etc. automatisch te bedienen. Een Auto Scene instellen 1. Ga in het beginvenster naar de positie in de song waar de instellingen worden gewijzigd. 2. Houd [STOP] ingedrukt, en druk op [MARK]. Er wordt op de huidige positie een nieuwe markering aangebracht. Op dit moment wordt er ook een nieuwe Scene gemaakt en aan de markering toegewezen. Alle instellingen van spoorfaders en effecten worden opgeslagen. Daarnaast verschijnt er een S in het markeringsnaam vakje in het beginvenster, om aan te geven dat er een Scene aan de markering is toegewezen. fig Druk op [ZERO] om naar het begin van de song terug te keren. Druk vervolgens op [PLAY]. Als de weergave de plaats van de nieuwe markering bereikt, wordt de Scene die u eraan heeft toegewezen automatisch opgevraagd. Daarnaast verschijnt er een S in het markeringsnaam vakje in het beginvenster. Het automatisch opvragen van Scenes is niet tot weergave en opname beperkt. Scenes worden zelfs wanneer de weergave op een bepaald moment is gestopt, automatisch opgevraagd, als de huidige positie naar de positie van de bijbehorende markering wordt verplaatst. Het is belangrijk te weten dat, wanneer een Scene automatisch wordt opgevraagd, niet alle parameterinstellingen die erin zijn opgeslagen worden hersteld. De instellingen van de volgende parameters worden hersteld: Faders van spoor 1 tot en met 15/16 Spoor mute functie De MASTER fader Compressors en limiters EQ (van spoor 1 tot en met 15/16) (p. 74) Insert effecten (p. 74), Vocal Tool Box (p. 75), Speaker modeling (p. 75), Mastering Tool Kit (p. 75) Chorus/delay verzendingen (van spoor 1 t/m 15/16) Reverb verzendingen (van spoor 1 t/m 15/16) * Instellingen kunnen zo worden gemaakt, dat de EQ en effect parameters wel of niet door Auto Scene zullen worden hersteld (p. 53). Dit is in de fabrieksinstellingen op UIT (OFF) ingesteld. 4. Sla de huidige song op (p. 72), als u de aangepaste instellingen wilt bewaren. De toewijzing aan markeringen van Scenes voor Auto Scene kan op een later tijdstip worden aangepast. Zie Scenes die aan markeringen zijn toegewezen wijzigen (p. 50). Er kunnen in één song maximaal 100 markeringen worden aangebracht. Bovendien kunnen er maximaal 100 Scenes worden geregistreerd. Als het aanmaken van een markering of Scene ervoor zorgt dat de bijbehorende limiet wordt overschreden, wordt het bericht Marker Memory Full! (markeringsgeheugen vol!) of Scene Memory Full! (Scenegeheugen vol!) weergegeven, en is het onmogelijk deze handeling uit te voeren. Als er volgens de omschrijving in stap 2 een markering en Scene worden gemaakt, wordt het laagste beschikbare nummer aan deze nieuwe Scene toegewezen. Markeringen kunnen niet binnen een afstand van 100 ms van elkaar worden aangebracht. Wis in dergelijke gevallen de bestaande markering, en voer vervolgens stap 2 uit (p. 48). Als een Scene wordt opgevraagd, kan er een vertraging van enkele honderden van een seconde optreden, voordat de opgeslagen instellingen daadwerkelijk op uw song worden toegepast. Houd er rekening mee, dat deze vertraging bewust is aangebracht en is bedoeld om te voorkomen dat als gevolg van plotselinge wijzigingen van parameters storing voorkomt. Als u de song niet opslaat, worden uw instellingen niet bewaard. Een Auto Scene wissen 1. Druk op MARKER [SEARCH ] of [SEARCH ] om naar de markering met de Scene instelling die u wilt wissen te gaan. Deze markering wordt in het Marker vakje in het beeldscherm weergegeven. 2. Druk op MARKER [CLEAR]. De huidige markering wordt samen met de daaraan toegewezen Scene gewist. Als een Scene ook al aan een andere markering is toegewezen, wordt de Scene zelf niet gewist; alleen de huidige markering wordt gewist. 52

129 Scenes tijdens opname of weergave automatisch opvragen (Auto Scene) Auto Scene functie uitschakelen Auto Scene kan uw werk in sommige gevallen, als bepaalde instellingen tijdens het handmatig bedienen van spoor faders en dergelijke automatisch worden hersteld, eerder in de weg zitten dan van nut zijn. Gebruik in dergelijke gevallen de volgende procedure om Auto Scene uit te schakelen, en te voorkomen dat deze functie uw instellingen wijzigt. 1. Druk op [UTILITY] Het Utility Menu venster verschijnt. fig.12-12d De Auto Scene regeling van effecten en spoor EQ instellen Gebruik de volgende procedure om door Auto Scene het regelen van effecten (d.w.z. inserteffecten, Vocal Tool Box, Speaker Modeling en Mastering Tool Kit) en spoor EQ toe te staan of niet. 1. Druk op [UTILITY] Het Utility Menu venster verschijnt. 2. Zet de cursor op het SYSTEM icoon en druk op [ENTER/ YES]. Als alternatief kunt als het systeemicoon op dit moment wordt weergegeven u op [F1] (SYSTEM) drukken. Het System parameter venster verschijnt. Hoofdstuk 1 2. Zet de cursor op het SYSTEM icoon, en druk op [ENTER/ YES]. Als alternatief kunt u, als het systeemicoon op dit moment wordt weergegeven, op [F1] (SYSTEM) drukken. Het System venster verschijnt. fig.10-03d 3. Zet de cursor op Effects of Track Equalizer, en gebruik de TIME/VALUE draaiknop om ON of OFF te selecteren. fig.10-03d ON: OFF: Regeling door Auto Scene is toegestaan Regeling door Auto Scene is niet toegestaan 3. Zet de cursor op Auto Scene, en gebruik de TIME/ VALUE draaiknop om OFF te selecteren. De Auto Scene functie wordt nu uitgeschakeld. fig.13-07d Zet de bovenstaande instelling terug op ON om de Auto Scene functie weer in te schakelen. 4. Sla de huidige song op (p. 72), als u de aangepaste instellingen wilt bewaren. Let erop dat u bij het opslaan van een song niet vergeet of de Auto Scene functie op OFF is ingesteld, want anders functioneert de Auto Scene functie daarna niet. We raden u aan om deze instelling bij het opslaan van songs zoveel mogelijk op ON te zetten. 4. Sla de huidige song op (p. 72), als u de aangepaste instellingen wilt bewaren. Als een weergave een punt bereikt waar een markering is aangebracht, wordt de Scene die aan de markering is toegewezen automatisch opgevraagd, en wijzigen de instellingen naar hun waarden zoals die in de Scene zijn opgenomen, inclusief de spoor EQ en effect patch parameters. Let erop dat het op de uitvoering toepassen van effecten van enkele honderden milliseconden tot één seconde vanaf het punt waarop de markering is ingesteld vertraagd kunnen worden. Wisselen van patch is voor gelijksoortige effect typen mogelijk (bijvoorbeeld, Batches van inserteffecten), maar voor verschillende typen niet. Daarnaast is dit soort wijziging voor verschillende insert effect aansluitingen niet mogelijk (p. 82). Afhankelijk van de geluiden die in een uitvoering die op een spoor is opgenomen worden gebruikt, kan er tijdens het aanpassen van de EQ ruis hoorbaar zijn. 53

130 Het begin of eind van een geluidsfragment opzoeken (Scrub/Preview) De Scrub functie: Als u een song aan het bewerken bent, dient u vaak precies te weten waar een geluidsfragment begint of waar u de punch in positie voor het automatisch starten van de opname dient in te stellen. De BR-1600CD heeft een handige Scrub functie, die u kunt gebruiken om deze posities te lokaliseren. Als u uw song met behulp van Scrub afspeelt, wordt er een zeer kort geluidsfragment (nl. 45 ms) of wel direct voor of direct na de huidige positie herhaaldelijk afgespeeld. Bovendien kunt u, als Scrub met een andere functie die Preview wordt genoemd, wordt gecombineerd met een langere herhalingstijd (nl. 1,0 s) naar pauzes tussen lange frasen zoeken. De Preview functie Preview is een functie, waarmee u het 1-seconde gebied voor of na de huidige positie kunt afspelen. Door Preview met Scrub te combineren, kunt u de huidige positie in kleine stapjes bewegen, zodat u gemakkelijk pauzes tussen frasen kunt lokaliseren. Zie Scrub en Preview gebruiken om het eind van een bepaald gebied in het geluid op te sporen (p. 55), voor meer gedetailleerde informatie over het gebruik van Preview. Nu in tijd Geluidsdata Scrub gebruiken om het begin van een geluidsfragment op te sporen 1. Houd [STOP] ingedrukt, en druk op [PLAY]. [PLAY] begint te knipperen en het scrubben begint. De niveaumeter van het op dit moment geselecteerde spoor wordt nu ook in het beeldscherm weergegeven. Bovendien wordt het spoor, waarop nu de scrub functie wordt toegepast, boven in het venster weergegeven. De BR-1600CD geeft naast [ ] (SCRUB TO) of [ ] (SCRUB FROM) weer, om aan te geven of het scrubben naar de huidige positie toe of er vanaf wordt uitgevoerd. Zie De scrub richting wijzigen, voor meer informatie over het wijzigen van deze scrub richting. fig.14-01d 2. Druk op de TRACK knop van het spoor, dat u wilt scrubben. 3. Verplaats de huidige positie met behulp van de TIME/ VALUE draaiknop beetje bij beetje, om zo het punt waarop de volgende frase begint (d.w.z. de start van het betreffende geluidsfragment) te zoeken. PREVIEW TO SCRUB TO SCRUB FROM PREVIEW FROM Tijd 4. Druk op [STOP] om de scrub functie te stoppen, zodra u het begin van het geluidsfragment heeft gevonden. Om dit punt op een later tijdstip weer gemakkelijk terug te kunnen vinden, is het een goed idee om nu [MARK] in te drukken, zodat u op de huidige positie een markering aanbrengt. Het onhoorbaar maken (mute) wordt tijdens het gebruik van de scrub functie voor alle sporen geannuleerd. 54

131 Het begin of eind van een geluidsfragment opzoeken (Scrub/Preview) De scrubrichting wijzigen Met de BR-1600CD kunt u de scrubfunctie naar de huidige positie toe of er van af uitvoeren. Gebruik de volgende procedure om deze scrubrichting te wijzigen. fig Met Scrub en Preview het eind van een geluidsfragment opsporen Preview mogelijk maken U dient de BR-1600CD allereerst zo in te stellen, dat de Preview functie gebruikt wordt. 1. Druk op [UTILITY] 1 4 2, 3 2. Zet de cursor op het SCRUB/PRV.icoon en druk op [ENTER/YES]. Als alternatief kunt u op het moment dat het SCRUB/ PREVIEW icoon wordt weergegeven op [F4] (SCRUB/ PRV.) drukken. Het Scrub/Preview venster verschijnt. Hoofdstuk 1 3. Zet de cursor op Preview Switch en gebruik de TIME/VALUE draaiknop om ON te selecteren. fig.14-04d 1. Druk op [UTILITY] Het Utility Menu venster verschijnt. fig.12-50d De Preview functie wordt ingeschakeld. 4. Druk meerdere malen op [EXIT/NO] om naar het beginvenster terug te keren. 2. Zet de cursor op het SCRUB/PRV.icoon en druk op [ENTER/YES]. Als alternatief kunt u op het moment dat het SCRUB/ PREVIEW icoon wordt weergegeven op [F4] (SCRUB/ PRV.) drukken. Het Scrub/Preview venster verschijnt. fig d Scrub en Preview gebruiken 1. Houd [STOP] ingedrukt en druk op [PLAY]. [PLAY] begint te knipperen; scrubben is gestart. 2. Druk tijdens het scrubben op [REW] of [FF]. Als u op [REW] druk, wordt de 1-seconde periode voor de huidige positie afgespeeld (PREVIEW NAAR). Als u op [FF] drukt, wordt de 1-seconde periode na de huidige positie afgespeeld (PREVIEW VANAF). 3. Gebruik Scrub en Preview om het einde van het geluidsfragment op te sporen. 3. Zet de cursor op Scrub FROM/TO en gebruik de TIME/VALUE draaiknop om de scrubrichting te wijzigen. FROM: De scrubfunctie wordt van de huidige positie af uitgevoerd. TO: De scrubfunctie wordt naar de huidige positie toe uitgevoerd. 4. Druk meerdere malen op [EXIT/NO] om naar het beginvenster terug te keren. 4. Beweeg de huidige positie met behulp van de TIME/ VALUE draaiknop, om naar het punt van de frase te zoeken (d.w.z. het einde van het geluidsfragment). Als u nu op [REW] drukt, kunt u controleren of de frase tijdens het afspelen plotseling invalt of niet. 5. Druk, als u het einde van het geluidsfragment heeft gelokaliseerd op [STOP] om het scrubben te stoppen. Het is handig om nu op [MARK] te drukken om op de huidige positie een markering aan te brengen, zodat dit punt later weer makkelijk teruggevonden kan worden. 55

132 Een opgenomen uitvoering bewerken (Track Edit) Met de BR-1600CD kunt u met behulp van een aantal functies, zoals het binnen een spoor of tussen verschillende sporen kopiëren of verplaatsen van geluidsfragmenten, de opmaak van uw song bewerken. Voorzorgsmaatregelen bij het bewerken van sporen Vergeet niet uw song op te slaan als u de spoorbewerkingen die u heeft gemaakt wilt bewaren. Op de BR-1600CD worden de bewerkte spoorgegevens slechts tijdelijk op de harde schijf opgeslagen, en, tenzij de bijbehorende song wordt opgeslagen, gaan deze verloren als het apparaat wordt uitgezet of er een nieuwe song wordt geladen. Als er op de kopieer of verplaatsbestemming al gegevens staan, worden deze overschreven. Zorg ervoor dat de lengte van het geluid dat gekopieerd of verplaatst dient te worden langer is dan 0,5 seconden. Als een geluidsfragment dat korter is dan dit wordt gekopieerd of verplaatst, kunt u dit fragment bij het afspelen niet horen. Geluidsgegevens kopiëren (Track Copy) Met de Track Copy functie kunt u een specifiek geluidsfragment naar een nieuwe locatie kopiëren. Daarnaast kunt u geluidsgegevens in één enkele handeling naar meerdere sporen kopiëren. U kunt gegevens tevens herhaaldelijk kopiëren, zodat u een sequens van identieke geluidsfragmenten die op de aangegeven locatie begint creëert. Met deze functie kunt u snel en gemakkelijk songs maken als u, bijvoorbeeld, een opgenomen frase van een bepaald spoor opnieuw wilt gebruiken of als u dezelfde frase steeds opnieuw wilt herhalen. Als u geluidsgegevens kopieert, is het normaalgesproken zo dat u wilt dat het begin van het gekopieerde gedeelte overeenkomt met de bestemming die u aangeeft. Soms is het echter nodig om een punt ergens in het gekopieerde geluidsfragment met dit bestemmingspunt overeen te laten stemmen. U kunt op de BR-1600CD de FROM parameter gebruiken om gegevens op deze wijze te kopiëren. Als u bijvoorbeeld een geluidseffect dat bestaat uit een tikkende bom gevolgd door een explosie kopieert, wilt u waarschijnlijk dat het begin van de explosie met de aangegeven bestemming overeenkomt. Normaliter zou u de tijdsduur vanaf het begin van het geluidseffect tot de explosie moeten berekenen, voordat u de juiste kopieerbestemming kunt aangeven. Met deze functie kunt u echter met behulp van FROM het startpunt van de explosie in de oorspronkelijke gegevens berekenen, en met behulp van TO de kopieerbestemming waar u wilt dat de explosie hoorbaar is. Daarom is het makkelijk om het gehele geluidseffect te kopiëren, terwijl de explosie precies daar geplaatst is waar u wilt. Vb 1: Tweemaal kopiëren naar hetzelfde spoor fig Vb 2: Tweemaal kopiëren naar verschillende sporen fig Vb 3: Geluidsgegevens kopiëren met behulp van FROM fig Druk op [UTILITY] Het Utility Menu venster verschijnt. fig.12-12d 2. Zet de cursor op het TRACK icoon, en druk op [ENTER/YES]. fig.15-05d Als alternatief kunt als het TRACK icoon op dit moment wordt weergegeven u op [F3] (TRACK) drukken. Het spoor menuvenster (Track Menu) verschijnt. 3. Zet de cursor op het COPY of COPY + INS icoon en druk op [ENTER/YES]. fig.15-06d COPY A A' A" START END TO Time B B' B" START END TO Time C C' START FROM END TO Time 56

133 Het begin of eind van een geluidsfragment opzoeken (Scrub/Preview) fig.15-07d COPY + INS (insert) Het Track Copy venster verschijnt, zodat u de sporen en V-sporen, die als kopieerbron en bestemming dienen te worden gebruikt, kunt selecteren. Als u COPY + INS selecteert, wordt er eerst een leegte met de benodigde lengte op de kopieerbestemming ingevoegd, en vervolgens het brongeluid gekopieerd. Vb 4: Geluidsgegevens kopiëren met behulp van COPY+ INS fig A er een vraagteken (?) wordt weergegeven, als u de kopieerfunctie voor een bepaald spoor wilt annuleren. Voor elke regel waar één of meer vraagtekens in staan, wordt het kopiëren niet uitgevoerd. Aangezien spoor 9/10 en 15/16 stereosporen zijn, is het niet mogelijk om de mono sporen hiervan afzonderlijk te selecteren. 6. Zet de cursor in de rechterhelft van het venster en geef de posities van het kopieergebied en de kopieerbestemming aan. fig.15-21d Hoofdstuk 1 Als u COPY + INS gebruikt, is het niet mogelijk om hetzelfde spoor als kopieerbron en bestemming aan te geven. 4. Gebruik [CURSOR] en de TIME/VALUE draaiknop om de sporen en V-sporen, die als kopieerbron en bestemming worden gebruikt, te selecteren. Als er een naam aan het geselecteerde spoor is toegewezen, wordt deze nu weergegeven. fig.15-09d 5. Zet de cursor op de onderstaande positie en draai aan de TIME/VALUE draaiknop, als u geluid met dezelfde instellingen (voor gebied, positie, etc.) van andere sporen wilt kopiëren. fig.15-20d START/FROM END TO A' Time U kunt nu andere sporen als bron en bestemming voor andere kopieercommando s aangeven. In dit geval is het niet mogelijk om een spoor dat overeenkomt met een ander spoor dat als kopieerbron dient als kopieerbestemming aan te geven. Draai de TIME/VALUE draaiknop tegen de klok in tot Als u nu op [F1] (DISP.FMT.) drukt, kunt u selecteren hoe posities worden weergegeven (d.w.z. in de vorm van maat, tijd of markering). Nu dienen de volgende parameters ingesteld te worden. START (startpunt): Deze parameter wordt gebruikt om het startpunt van de te kopiëren geluidsgegevens aan te geven. END (eindpunt): Deze parameter wordt gebruikt om het eindpunt van de te kopiëren geluidsgegevens aan te geven. TO (naar punt): Deze parameter wordt gebruikt om het basis bestemmingspunt aan te geven. TIMES (aantal keren kopiëren): Deze parameter wordt gebruikt om het aantal kopieën die gemaakt dienen te worden (tussen 1 en 99) aan te geven. FROM (vanaf punt): Deze parameter wordt gebruikt om het punt binnen de geluidsgegevens van de bron dat met het naar punt (TO) overeenkomt aan te geven. Normaliter is dit op dezelfde waarde ingesteld als het startpunt. Als er om de bovenpunten aan te geven tijdswaarden worden gebruikt en u vervolgens de specificatiemethode in maten of markeringen wijzigt, kan het zijn dat er een (+) teken wordt weergegeven om u te waarschuwen dat de aangegeven posities en de daadwerkelijke posities niet hetzelfde zijn. Als u met behulp van maten of markeringen punten wilt aangegeven, kan deze afwijking worden geëlimineerd door de TIME/VALUE draaiknop te gebruiken om in elk van de relevante vensters instellingen te wijzigen. Druk op [F3] (SELECT ALL) (alles selecteren), als u het kopieergebied zo wilt instellen dat dit van begin tot eind van de song bestrijkt. 57

134 Het begin of eind van een geluidsfragment opzoeken (Scrub/Preview) 7. Druk op [F4] (GO) als u klaar bent met het maken van alle benodigde instellingen. De geluidsgegevens worden nu gekopieerd, en zodra het bericht Complete! verschijnt, betekent dit dat deze opdracht is voltooid. 8. Druk meerdere malen op [EXIT/NO] om naar het beginvenster terug te keren. Geluidsgegevens verplaatsen (Track Move) Met de Track Move functie kunt u een specifiek geluidsfragment naar een nieuwe locatie verplaatsen. Als geluidsgegevens van hun oorspronkelijke positie worden verplaatst, blijft er een lege plaats achter. U kunt deze functie ook gebruiken om geluidsgegevens van een aantal sporen met één enkel commando te verplaatsen. Als u geluidsgegevens verplaatst, is het normaalgesproken zo dat u wilt dat het begin van het verplaatste gedeelte overeenkomt met de bestemming die u aangeeft. Soms is het echter nodig om een punt ergens in het verplaatste geluidsfragment met dit bestemmingspunt overeen te laten stemmen. U kunt op de BR-1600CD de FROM parameter gebruiken om gegevens op deze wijze te verplaatsen. Als u bijvoorbeeld een geluidseffect dat bestaat uit een tikkende bom gevolgd door een explosie verplaatst, wilt u waarschijnlijk dat het begin van de explosie met de aangegeven bestemming overeenkomt. Normaliter zou u de tijdsduur vanaf het begin van het geluidseffect tot de explosie moeten berekenen, voordat u de juiste verplaatsbestemming kunt aangeven. Met deze functie kunt u echter met behulp van FROM het startpunt van de explosie in de oorspronkelijke gegevens berekenen, en met behulp van TO de verplaatsbestemming waar u wilt dat de explosie hoorbaar is. Daarom is het makkelijk om het gehele geluidseffect te verplaatsen, terwijl de explosie precies daar geplaatst is waar u wilt. Vb 3: Geluidsgegevens verplaatsen met behulp van FROM fig Druk op [UTILITY] Het Utility Menu venster verschijnt. fig.12-12d 2. Zet de cursor op het TRACK icoon en druk op [ENTER/ YES]. Als alternatief kunt als het TRACK icoon op dit moment wordt weergegeven u op [F3] (TRACK) drukken. Het spoor menuvenster (Track Menu) verschijnt. fig.15-05d 3. Zet de cursor op het MOVE of MOVE + INS icoon en druk op [ENTER/YES]. fig.15-27d fig.15-28d MOVE MOVE + INS (insert) C START FROM END TO Time C Vb 1: Tweemaal verplaatsen naar hetzelfde spoor fig A A Vb 2: Tweemaal verplaatsen naar verschillende sporen fig B START/FROM END TO Time Het Track Move venster verschijnt, zodat u de sporen en V-sporen die als verplaats bestemming dienen te worden gebruikt kunt selecteren. Als u MOVE + INS selecteert, wordt er eerst een leegte met de benodigde lengte op de verplaatsbestemming ingevoegd, en vervolgens het brongeluid verplaatst. B START/FROM END TO Time 58

135 Het begin of eind van een geluidsfragment opzoeken (Scrub/Preview) Vb 4: Geluidsgegevens verplaatsen met behulp van MOVE + INS fig A 6. Zet de cursor in de rechterhelft van het venster en geef de posities van het verplaatsgebied en de verplaatsbestemming aan. fig.15-32d A' Als u MOVE + INS gebruikt, is het niet mogelijk om hetzelfde spoor als kopieerbron en bestemming aan te geven. 4. Gebruik [CURSOR] en de TIME/VALUE draaiknop om de sporen en V-sporen, die als bron en bestemming worden gebruikt, te selecteren. fig.15-30d Als er een naam aan het geselecteerde spoor is toegewezen, wordt deze nu weergegeven. 5. Zet de cursor op de onderstaande positie en draai aan de TIME/VALUE draaiknop, als u geluid met dezelfde instellingen (voor gebied, positie, etc.) van andere sporen wilt verplaatsen. fig.15-31d START/FROM END TO Time U kunt nu andere sporen als bron en bestemming voor andere verplaatscommando s aangeven. In dit geval is het niet mogelijk om een spoor, dat overeenkomt met een ander spoor, dat als verplaatsbron dient als verplaatsbestemming aan te geven. Draai de TIME/VALUE draaiknop tegen de klok in tot er een vraagteken (?) wordt weergegeven, als u de verplaatsfunctie voor een bepaald spoor wilt annuleren. Voor elke regel waar één of meer vraagtekens in staan, wordt het verplaatsen niet uitgevoerd. Aangezien spoor 9/10 en 15/16 stereosporen zijn, is het niet mogelijk om de mono sporen hiervan afzonderlijk te selecteren. Als u nu op [F1] (DISP.FMT.) drukt, kunt u selecteren hoe posities worden weergegeven (d.w.z. in de vorm van maat, tijd of markering). Nu dienen de volgende parameters ingesteld te worden. START (startpunt): Deze parameter wordt gebruikt om het startpunt van de te verplaatsen geluidsgegevens aan te geven. END (eindpunt): Deze parameter wordt gebruikt om het eindpunt van de te verplaatsen geluidsgegevens aan te geven. TO (naar punt): Deze parameter wordt gebruikt om het basis bestemmingspunt aan te geven. FROM (vanaf punt): Deze parameter wordt gebruikt om het punt binnen de geluidsgegevens van de bron dat met het naar punt (TO) overeenkomt aan te geven. Normaliter is dit op dezelfde waarde ingesteld als het startpunt. Als er om de bovenpunten aan te geven tijdswaarden worden gebruikt en u vervolgens de specificatiemethode in maten of markeringen wijzigt, kan het zijn dat er een (+) teken wordt weergegeven om u te waarschuwen dat de aangegeven posities en de daadwerkelijke posities niet hetzelfde zijn. Als u met behulp van maten of markeringen punten wilt aangegeven, kan deze afwijking worden geëlimineerd door de TIME/VALUE draaiknop te gebruiken om in elk van de relevante vensters instellingen te wijzigen. Druk op [F3] (SELECT ALL) (alles selecteren), als u het verplaatsgebied zo wilt instellen dat dit van begin tot eind van de song bestrijkt. 7. Druk op [F4] (GO) als u klaar bent met het maken van alle benodigde instellingen. De geluidsgegevens worden nu verplaatst, en zodra het bericht Complete! verschijnt, betekent dit dat deze opdracht is voltooid. 8. Druk meerdere malen op [EXIT/NO] om naar het beginvenster terug te keren. Hoofdstuk 1 59

136 Het begin of eind van een geluidsfragment opzoeken (Scrub/Preview) Geluidsgegevens uitwisselen (Track Exchange) Met de Track Exchange functie kunt u alle opgenomen gegevens tussen twee sporen uitwisselen. 4. Gebruik [CURSOR] en de TIME/VALUE draaiknop om de sporen en V-sporen waartussen u geluidsgegevens wilt uitwisselen te selecteren. Als er een naam aan het geselecteerde spoor is toegewezen, wordt deze nu weergegeven. fig.15-37d Vb: Alle gegevens tussen spoor 1 en 2 uitwisselen fig Track 1 A B C Track 2 Track 1 D D E E 5. Zet de cursor op de onderstaande positie en draai aan de TIME/VALUE draaiknop, als u tussen andere sporen geluid met dezelfde instellingen (voor gebied, positie, etc.) wilt uitwisselen. fig.15-38d Track 2 A B C Time 1. Druk op [UTILITY] Het Utility Menu venster verschijnt. fig.12-12d 2. Zet de cursor op het TRACK icoon en druk op [ENTER/YES]. fig.15-05d Als alternatief kunt als het TRACK icoon op dit moment wordt weergegeven u op [F3] (TRACK) drukken. Het spoor menuvenster (Track Menu) verschijnt. 3. Zet de cursor op het EXCHANGE icoon en druk op [ENTER/ YES]. Als alternatief kunt als het EXCHANGE icoon op dit moment wordt weergegeven u op [F1] (EXCHANGE) drukken. Het Track Exchange venster verschijnt, zodat u de sporen en V-sporen die als uitwisselingsbron en bestemming dienen te worden gebruikt kunt selecteren. fig.15-36d U kunt nu andere sporen als bron en bestemming voor een ander uitwisselingscommando aangeven. In dit geval is het niet mogelijk om een spoor dat overeenkomt met een ander spoor dat als bron dient als bestemming aan te geven. Draai de TIME/VALUE draaiknop tegen de klok in tot er een vraagteken (?) wordt weergegeven, als u de uitwisselingsfunctie voor een bepaald spoor wilt annuleren. Voor elke regel waar één of meer vraagtekens in staan, wordt het uitwisselen niet uitgevoerd. Aangezien spoor 9/10 en 15/16 stereosporen zijn, is het niet mogelijk om de mono sporen hiervan afzonderlijk te selecteren. 6. Druk op [F4] (GO) als u klaar bent met het maken van alle benodigde instellingen. De geluidsgegevens worden nu uitgewisseld, en zodra het bericht Complete! verschijnt, betekent dit dat deze opdracht is voltooid. 7. Druk meerdere malen op [EXIT/NO] om naar het beginvenster terug te keren. 60

137 Het begin of eind van een geluidsfragment opzoeken (Scrub/Preview) Tussen geluidsgegevens een lege ruimte invoegen (Track Insert) fig.15-43d Met de Track Insert functie kunt u een lege ruimte op een bepaalde locatie invoegen. Gebruik deze functie, als u een nieuwe frase aan middelste gedeelte van een geluidsfragment wilt toevoegen, om eerst een lege ruimte in te voegen met dezelfde lengte als de nieuwe frase, en de nieuwe frase vervolgens op deze plek op te nemen. fig Blank 5. Zet de cursor op de onderstaande positie en draai aan de TIME/VALUE draaiknop, als u een lege ruimte met dezelfde instellingen (voor gebied, positie, etc.) op andere sporen wilt invoegen. fig.15-44d Hoofdstuk 1 TO LENGTH 1. Druk op [UTILITY] Het Utility Menu venster verschijnt. fig.12-12d Time U kunt nu andere sporen aangeven als plaats, waarop een lege ruimte dient te worden ingevoegd. Draai de TIME/VALUE draaiknop tegen de klok in tot er een vraagteken (?) wordt weergegeven, als u het invoegen voor een bepaald spoor wilt annuleren. 2. Zet de cursor op het TRACK icoon en druk op [ENTER/YES]. fig.15-05d Als alternatief kunt u, als het TRACK icoon op dit moment wordt weergegeven, op [F3] (TRACK) drukken. Het spoor menuvenster (Track Menu) verschijnt. 3. Zet de cursor op het INSERT icoon en druk op [ENTER/YES]. Als alternatief kunt als het INSERT icoon op dit moment wordt weergegeven u op [F2] (INSERT) drukken. Het Track Insert venster verschijnt, zodat u het spoor en V- spoor waar u de lege ruimte wilt invoegen kunt selecteren. fig.15-42d 4. Gebruik [CURSOR] en de TIME/VALUE draaiknop om het spoor en V-spoor waar u de lege ruimte wilt invoegen te selecteren. Als er een naam aan het geselecteerde spoor is toegewezen, wordt deze nu weergegeven. Voor elke regel waar één of meer vraagtekens in staan, wordt het invoegen niet uitgevoerd. Draai aan de TIME/VALUE draaiknop tot * geselecteerd is, als u dezelfde lege ruimte in alle V-sporen wilt invoegen. Selecteer * als u alle V-sporen van alle sporen wilt selecteren. Aangezien spoor 9/10 en 15/16 stereosporen zijn, is het niet mogelijk om de mono sporen hiervan afzonderlijk te selecteren. 6. Zet de cursor in de rechterhelft van het venster en geef de posities van het in te voegen gebied en de invoegbestemming aan. fig.15-45d Als u nu op [F1] (DISP.FMT.) drukt, kunt u selecteren hoe posities worden weergegeven (d.w.z. in de vorm van maat, tijd of markering). Nu dienen de volgende parameters ingesteld te worden. START: Deze parameter wordt gebruikt om de positie waar de lege ruimte ingevoegd dient te worden aan te geven. LENGTH: Deze parameter wordt gebruikt om de lengte van de lege ruimte aan te geven. 61

138 Het begin of eind van een geluidsfragment opzoeken (Scrub/Preview) fig.15-05d Als er om de bovenpunten aan te geven tijdswaarden worden gebruikt en u vervolgens de specificatiemethode in maten of markeringen wijzigt, kan het zijn dat er een (+) teken wordt weergegeven om u te waarschuwen dat de aangegeven posities en de daadwerkelijke posities niet hetzelfde zijn. Als u met behulp van maten of markeringen punten wilt aangegeven, kan deze afwijking worden geëlimineerd door de TIME/VALUE draaiknop te gebruiken om in elk van de relevante vensters instellingen te wijzigen. 7. Druk op [F4] (GO) als u klaar bent met het maken van alle benodigde instellingen. De lege ruimte wordt ingevoegd, en zodra het bericht Complete! verschijnt, betekent dit dat deze opdracht is voltooid. 8. Druk meerdere malen op [EXIT/NO] om naar het beginvenster terug te keren. Geluidsgegevens verwijderen en het daardoor ontstane gat dichten (Track Cut) Met de Track Cut functie kunt u geluidsgegevens binnen een bepaald gebied verwijderen. Zodra de geluidsgegevens op deze wijze zijn verwijderd, wordt het geluidsfragment dat daarna komt naar voren verplaatst, zodat het ontstane gat wordt opgevuld. fig A 3. Zet de cursor op het CUT icoon en druk op [ENTER/YES]. fig.15-49d Als alternatief kunt als het CUT icoon op dit moment wordt weergegeven u op [F4] (CUT) drukken. Het Track Cut venster verschijnt, zodat u het spoor en V- spoor waaruit u geluidsgegevens wilt verwijderen kunt selecteren. 4. Gebruik [CURSOR] en de TIME/VALUE draaiknop om het spoor en V-spoor met de ongewenste geluidsgegevens te selecteren. Als er een naam aan het geselecteerde spoor is toegewezen, wordt deze nu weergegeven. fig.15-50d 5. Zet de cursor op de onderstaande positie en draai aan de TIME/VALUE draaiknop, als u geluidsgegevens met dezelfde instellingen (voor gebied, positie, etc.) van andere sporen wilt verwijderen. fig.15-51d START END 1. Druk op [UTILITY] Het Utility Menu venster verschijnt. fig.12-12d Time U kunt nu andere sporen aangeven vanwaar geluidsgegevens binnen hetzelfde gebied verwijderd dienen te worden. Draai de TIME/VALUE draaiknop tegen de klok in tot er een vraagteken (?) wordt weergegeven, als u het invoegen voor een bepaald spoor wilt annuleren. 2. Zet de cursor op het TRACK icoon en druk op [ENTER/YES]. Als alternatief kunt als het TRACK icoon op dit moment wordt weergegeven u op [F3] (TRACK) drukken. Het spoor menuvenster (Track Menu) verschijnt. Voor elke regel waar één of meer vraagtekens in staan, wordt het verwijderen niet uitgevoerd. Draai aan de TIME/VALUE draaiknop tot * geselecteerd is, als u dezelfde lege ruimte in alle V-sporen wilt invoegen. Selecteer * als u alle V-sporen van alle sporen wilt selecteren. 62

139 Het begin of eind van een geluidsfragment opzoeken (Scrub/Preview) Aangezien spoor 9/10 en 15/16 stereosporen zijn, is het niet mogelijk om de mono sporen hiervan afzonderlijk te selecteren. 6. Zet de cursor in de rechterhelft van het venster en geef de posities van het te verwijderen gebied aan. fig.15-52d Geluidsgegevens wissen (Track Erase) Met de Track Cut functie kunt u geluidsgegevens binnen een bepaald gebied wissen. Wanneer de geluidsgegevens op deze wijze worden verwijderd, wordt het geluidsfragment dat daarna komt echter niet naar voren verplaatst om het ontstane gat op te vullen. fig Als u nu op [F1] (DISP.FMT.) drukt, kunt u selecteren hoe posities worden weergegeven (d.w.z. in de vorm van maat, tijd of markering). Nu dienen de volgende parameters ingesteld te worden: START (startpunt): Deze parameter wordt gebruikt om de positie waar de lege ruimte ingevoegd dient te worden aan te geven. END (eindpunt): Deze parameter wordt gebruikt om het eindpunt van de te verwijderen geluidsgegevens aan te geven. A START END Time 1. Druk op [UTILITY] Het Utility Menu venster verschijnt. fig.12-12d Hoofdstuk 1 Als er om de bovenpunten aan te geven tijdswaarden worden gebruikt en u vervolgens de specificatiemethode in maten of markeringen wijzigt, kan het zijn dat er een (+) teken wordt weergegeven om u te waarschuwen dat de aangegeven posities en de daadwerkelijke posities niet hetzelfde zijn. Als u met behulp van maten of markeringen punten wilt aangegeven, kan deze afwijking worden geëlimineerd door de TIME/VALUE draaiknop te gebruiken om in elk van de relevante vensters instellingen te wijzigen. Druk op [F3] (SELECT ALL) als u het gebied vanaf het begin tot het eind van de song als te verwijderen wilt aangeven. 7. Druk op [F4] (GO) als u klaar bent met het maken van alle benodigde instellingen. De geluidsgegevens worden nu verwijderd, en zodra het bericht Complete! verschijnt, betekent dit dat deze opdracht is voltooid. 8. Druk meerdere malen op [EXIT/NO] om naar het beginvenster terug te keren. 2. Zet de cursor op het TRACK icoon en druk op [ENTER/ YES]. Als alternatief kunt als het TRACK icoon op dit moment wordt weergegeven u op [F3] (TRACK) drukken. Het spoor menuvenster (Track Menu) verschijnt. fig.15-05d 3. Zet de cursor op het ERASE icoon en druk op [ENTER/ YES]. Als alternatief kunt als het CUT icoon op dit moment wordt weergegeven u op [F1] (ERASE) drukken. fig.15-56d Het Track Erase venster verschijnt, zodat u het spoor en V-spoor waaruit u geluidsgegevens wilt wissen kunt selecteren. 63

140 Het begin of eind van een geluidsfragment opzoeken (Scrub/Preview) 4. Gebruik [CURSOR] en de TIME/VALUE draaiknop om het spoor en V-spoor met de ongewenste geluidsgegevens te selecteren. Als er een naam aan het geselecteerde spoor is toegewezen, wordt deze nu weergegeven. fig.15-57d 5. Zet de cursor op de onderstaande positie en draai aan de TIME/VALUE draaiknop, als u geluidsgegevens met dezelfde instellingen (voor gebied, positie, etc.) van andere sporen wilt wissen. fig.15-58d START (startpunt): Deze parameter wordt gebruikt om de positie waar de lege ruimte ingevoegd dient te worden aan te geven. END (eindpunt): Deze parameter wordt gebruikt om het eindpunt van de te verwijderen geluidsgegevens aan te geven. Druk op [F3] (SELECT ALL), als u het gebied vanaf het begin tot het eind van de song als te verwijderen wilt aangeven. 7. Druk op [F4] (GO) als u klaar bent met het maken van alle benodigde instellingen. De geluidsgegevens worden nu gewist, en zodra het bericht Complete! verschijnt, betekent dit dat deze opdracht is voltooid. 8. Druk meerdere malen op [EXIT/NO] om naar het beginvenster terug te keren. U kunt nu andere sporen aangeven vanwaar geluidsgegevens binnen hetzelfde gebied gewist dienen te worden. Draai de TIME/VALUE draaiknop tegen de klok in tot er een vraagteken (?) wordt weergegeven, als u het invoegen voor een bepaald spoor wilt annuleren. Voor elke regel waar één of meer vraagtekens in staan, wordt het wissen niet uitgevoerd. Draai aan de TIME/VALUE draaiknop tot * geselecteerd is, als u dezelfde lege ruimte in alle V-sporen wilt invoegen. Selecteer * als u alle V-sporen van alle sporen wilt selecteren. Aangezien spoor 9/10 en 15/16 stereosporen zijn, is het niet mogelijk om de mono sporen hiervan afzonderlijk te selecteren. 6. Zet de cursor in de rechterhelft van het venster en geef de posities van het te verwijderen gebied aan. fig.15-59d Als u nu op [F1] (DISP.FMT.) drukt, kunt u selecteren hoe posities worden weergegeven (d.w.z. in de vorm van maat, tijd of markering). Nu dienen de volgende parameters ingesteld te worden. 64

141 De volumeniveaus van gegevens die op de sporen zijn opgenomen maximaliseren (Normalize) De normaliseerfunctie (Normalize) verhoogt het volume van spoorgegevens die eerder zijn opgenomen naar het hoogst mogelijke niveau. 1. Druk op [UTILITY] Het Utility menuvenster verschijnt. fig.12-12d Wat de normaliseerfunctie doet: fig.sssss De maximale waarden van golfgegevens die bij digitale opname worden gehanteerd zijn van tevoren vastgesteld. Aangezien het overschrijden van deze niveaus ervoor zorgt dat het geluid enigszins wordt vervormd, worden opnameniveaus normaliter zo ingesteld dat het geluid niet vervormt. Dit zorgt er voor dat het overkoepelende volume van de opgenomen gegevens wordt verlaagd. 2. Zet de cursor op het TRACK icoon en druk op [ENTER/YES]. fig.15-05di Als alternatief kunt u als het TRACK icoon op dit moment wordt weergegeven op [F3] (TRACK) drukken. Het spoor menuvenster (Track Menu) verschijnt. Hoofdstuk 1 fig.sssss Er is echter een proces dat de opgenomen gegevens digitaal berekent, zodat de sinusgolven naar de maximale waarden van de desbetreffende golfgegevens worden verhoogd. Dit proces wordt normaliseren genoemd. Na het normaliseren ziet de sinusgolf er als volgt uit: 3. Zet de cursor op het NORMALIZE icoon en druk op [ENTER/ YES]. Als alternatief kunt u als het NORMALIZE icoon op dit moment wordt weergegeven op [F3] (NORMAAL) drukken. Het Normalize venster verschijnt. fig.15-72d 4. Gebruik TIME/VALUE draaischijf om het spoor dat u wilt normaliseren te selecteren. fig.15-72ad Zo kunt u er zeker van zijn dat u het volledige volume binnen het toelaatbare waardegebied van de gegevens waarmee u werkt bereikt. Bovendien is het zo dat u deze functie kunt gebruiken om volumes op een later tijdstip te verhogen, zelfs als eventuele overige sporen op relatief lage volumeniveaus zijn opgenomen. U kunt mono of stereo sporen selecteren. Als u stereo sporen selecteert, kunt u het volumeniveau verhogen, terwijl de balans tussen de linker en rechter sporen behouden blijft. 5. Zet de cursor in de rechterhelft van het venster, en geef met behulp van [CURSOR] en de TIME/VALUE draaischijf het start en eindpunt van het gedeelte dat u wilt normaliseren aan. Het Normalize Time Setting (tijdsinstellingen normaliseren) venster verschijnt. fig.15-73d 65

142 De volumeniveaus van gegevens die op de sporen zijn opgenomen Druk op [F3] (SELECT ALL) (alles selecteren), als u het gehele spoor van begin tot eind wilt gaan normaliseren. 6. Gebruik [CURSOR] om de cursor op PERCENT te zetten, en stel vervolgens met behulp van de TIME/ VALUE draaischijf het normaliseervolume in. fig.15-74d PERCENT: Deze parameter bepaalt de amplitude (1 t/m 100%) ten opzichte van het digitale maximum. Als deze op 100% is ingesteld, wordt de amplitude van de golfgegevens naar de maximaal hanteerbare waarde geconverteerd. Bij een instelling van 50% wordt de amplitude in tweeën gedeeld. 7. Druk op [F4] (GO). Track Normalize verschijnt in het venster, en het normaliseerproces begint. Als het bericht Complete! verschijnt, betekent dit dat het proces is voltooid. Als u niet tevreden bent met de resultaten van het normaliseerproces, kunt u ze ongedaan maken ( Basisgebruik ; p. 42). 8. Sla de song op om de resultaten van de normaliseerprocedure in het geheugen op te slaan (p. 72). Stel voor het segment dat u wilt normaliseren een minimale lengte van 0,5 seconden in. Als het segment korter is dan 0,5 seconden, wordt er geen geluid afgespeeld. Het geluid wordt direct voor en na het genormaliseerde segment een ogenblik (ongeveer 20 milliseconden) onderbroken. Daarom raden we u aan om de begin en eindpunten op locaties in te stellen waar dit niet opvalt, zoals tijdens pauzes in uitvoeringen. Houd er rekening mee dat, als het normaliseerproces met een PERCENT: instelling van 100% wordt uitgevoerd, het kan zijn dat geluid tijdens het afspelen wordt vervormd als het volume verder wordt verhoogd, bijvoorbeeld als er effecten worden gebruikt. Als er zich golfgegevens in het genormaliseerde segment bevinden die de maximale amplitude benaderen, kunt u ervan uit gaan dat er met het normaliseereffect weinig bereikt zal worden. Dit valt voornamelijk op bij geluiden als drums, waarin de amplitude van de luidste passages erg van die van andere gedeeltes verschilt. Houd hier rekening mee. Als u na het normaliseerproces een andere song inlaadt of de BR-1600CD uitzet zonder de huidige song op te slaan, gaan de resultaten van het normaliseerproces verloren. 66

143 Uw songs indelen Song details weergeven (Song informatie) Gebruik de song informatie functie (Song Information) om de volgende informatie van de huidig geselecteerde song weer te geven. Song nummer Song naam Song bescherming (aan of uit) Of er opname of bewerking heeft plaatsgevonden Schijfgeheugen dat voor de song wordt gebruikt De hoeveelheid schijfgeheugen wordt in eenheden van 1 MB (d.w.z bytes) weergegeven, en dient eerder als algemeen referentiekader dan als exact getal worden beschouwd. fig , 3 3. Zet de cursor op het INFO icoon en druk op [ENTER/ YES]. Als alternatief kunt u als het INFO icoon op dit moment wordt weergegeven op [F1] (INFO) drukken. De songinformatie menuvenster (Song Information) venster verschijnt. fig.16-04d No.: Geeft het nummer van de song weer. Name: Geeft de naam van de song weer. Als de song bescherming functie is ingeschakeld, wordt hier PROTECTED (beschermd) weergegeven. Als de song is opgenomen of bewerkt, wordt hier EDI- TED weergegeven. Size: Geeft het schijfgeheugen dat voor de huidige song wordt gebruikt weer (in MB). 4. Druk meerdere malen op [EXIT/NO] om naar het beginvenster terug te keren. Hoofdstuk 1 1. Druk op [UTILITY] Het Utility menuvenster verschijnt. fig.12-12d 2. Zet de cursor op het SONG icoon en druk op [ENTER/ YES]. Als alternatief kunt u als het SONG icoon op dit moment wordt weergegeven op [F2] (SONG) drukken. Het Song menuvenster verschijnt. fig.16-03d 67

144 Uw songs indelen Songs kopiëren (Song Copy) Songs die u op uw harde schijf heeft opgeslagen kunnen worden gekopieerd, zodat u ze kunt gebruiken om nieuwe songs te creëren. fig Zet de cursor op de song die u wilt kopiëren,druk op [F4] (GO). Het bericht "Sure?" verschijnt. fig.16-09d , 3 5. Druk op [ENTER/YES]. Nu begint het kopiëren van de geselecteerde song. Het laagste song nummer dat niet in gebruik is, wordt tijdens het kopieerproces aan de nieuw aangemaakte song toegewezen. Zodra het kopiëren is voltooid, verschijnt het bericht "Complete!", en keert het beeldscherm automatisch naar het beginvenster terug. 1. Druk op [UTILITY] Het Utility menuvenster verschijnt. fig.12-12d 2. Zet de cursor op het SONG icoon en druk op [ENTER/ YES]. Als alternatief kunt u als het SONG icoon op dit moment wordt weergegeven op [F2] (SONG) drukken. Het Song menuvenster verschijnt. fig.16-03d 3. Zet de cursor op het COPY icoon en druk op [ENTER/ YES]. Als alternatief kunt u als het COPY icoon op dit moment wordt weergegeven op [F3] (COPY) drukken. Er verschijnt een lijst met de songs die op dit moment op de harde schijf zijn opgeslagen. Bovendien wordt er een (*) gebruikt om aan te geven welke song er momenteel is ingeladen. fig.16-08d Het kan zijn dat het bericht Save Current? (huidige opslaan?) verschijnt, als u nieuwe mixerinstellingen in de huidige song geluidsgegevens heeft opgenomen, bewerkingen heeft uitgevoerd of heeft aangepast. Druk op [ENTER/YES], als u de huidige mixerinstellingen, etc. wilt opslaan. Druk op [EXIT/ NO], als dit niet nodig is. Als u gebruik maakt van de Song Copy functie zonder eerst de huidige song op te slaan, kan het zijn dat alle wijzigingen die na de vorige keer dat de song werd opgeslagen zijn gemaakt, inclusief opgenomen geluidsgegevens, bewerkingen, mixerinstellingen en de song patch selectie verloren gaat. Het is daarom van belang dat u met gepaste voorzichtigheid te werk gaan. Als tijdens het kopieerproces het Disk Full! bericht verschijnt, betekent dit dat er onvoldoende ruimte op de harde schijf is om de gekopieerde song op te slaan. In zulke gevallen kunt u uw song pas kopiëren nadat u ongewenste gegevens van de harde schijf heeft verwijderd. 68

145 Uw songs indelen Songs wissen (Song Erase) Gebruik deze functie om songs van uw harde schijf te verwijderen. fig Zet de cursor op de song die u wilt wissen, en druk op [F4] (GO). Het bericht "Erase Song OK?" verschijnt. fig.16-13d ,3 5. Druk op [ENTER/YES]. De geselecteerde song wordt gewist. Als u de song die op dit moment is geladen wist, selecteert en laadt de BR-1600CD de song met het laagste song nummer. Als er geen songs meer op de harde schijf over zijn, wordt er automatisch een nieuwe song aangemaakt. Hoofdstuk 1 1. Druk op [UTILITY] Het Utility menuvenster verschijnt. fig.12-12d 2. Zet de cursor op het SONG icoon en druk op [ENTER/ YES]. Als alternatief kunt u als het SONG icoon op dit moment wordt weergegeven op [F2] (SONG) drukken. Het Song menuvenster verschijnt. fig.16-03d 3. Zet de cursor op het ERASE icoon en druk op [ENTER/ YES]. Als alternatief kunt u als het ERASE icoon op dit moment wordt weergegeven op [F4] (ERASE) drukken. Er verschijnt een lijst met de songs die op dit moment op de harde schijf zijn opgeslagen. Bovendien wordt er een sterretje (*) gebruikt om de song die momenteel is ingeladen aan te geven. fig.16-12d Het kan zijn dat het bericht Save Current? (huidige opslaan?) verschijnt, waneer u in de huidige song nieuwe geluidsgegevens heeft opgenomen, bewerkingen heeft uitgevoerd, mixerinstellingen in de huidige song heeft aangepast of de song patch van de effecten heeft gewijzigd (p. 76, p. 117, p. 124 Basisgebruik ; p. 58). Druk, voordat u een andere song wist op [ENTER/YES] als u de huidige mixerinstellingen, song patch, etc. wilt opslaan. Druk op [EXIT/NO], als dit niet nodig is. Als u gebruik maakt van de Song Erase functie zonder eerst de huidige song op te slaan, kan het zijn dat alle wijzigingen die na de vorige keer dat de song werd opgeslagen zijn gemaakt, inclusief opgenomen geluidsgegevens, bewerkingen, mixerinstellingen en de song patch selectie verloren gaat. Het is daarom van belang dat u met gepaste voorzichtigheid te werk gaat. 69

146 Uw songs indelen De capaciteit van de harde schijf optimaal benutten (Song Optimize) Wanneer u door overdubben, punch in/uit opname of spoorbewerking geluidsgegevens overschrijft of wist, worden deze geluidsgegevens niet daadwerkelijk van de harde schijf van de BR-1600CD gewist. In bepaalde gevallen kan de hoeveelheid ruimte op de harde schijf die voor het opslaan van deze onnodige gegevens wordt gebruikt behoorlijk groot worden, en kunt u niet zoveel geluidsgegevens opnemen als u zou verwachten. Gebruik de optimaliseerfunctie (Song Optimize) om de hoeveelheid vrije ruimte op uw harde schijf te vergroten, door dit soort onnodige gegevens voorgoed te wissen. fig Zet de cursor op het OPTIMIZE icoon en druk op [ENTER/YES]. Als alternatief kunt u als het OPTIMIZE icoon op dit moment wordt weergegeven op [F2] (OPTIMIZE) drukken. Het bericht Optimze Song? (song optimaliseren?) verschijnt. fig.16-16d 4. Druk op [ENTER/YES]. Het song optimaliseerproces begint nu, en zodra het bericht "Complete!" verschijnt, betekent dit dat het proces voltooid is. 1. Druk op [UTILITY] Het Utility menuvenster verschijnt. fig.12-12d 2. Zet de cursor op het SONG icoon en druk op [ENTER/ YES]. Als alternatief kunt u als het SONG icoon op dit moment wordt weergegeven op [F2] (SONG) drukken. Het Song menuvenster verschijnt. fig.16-03d 1 4 2,3 In bepaalde gevallen kan het relatief lang duren voordat het song optimaliseerproces voltooid is. Dit is echter normaal en duidt niet op een storing. Zet de BR-1600CD tijdens het song optimaliseerproces niet uit. De benodigde hoeveelheid tijd hangt af van de hoeveelheid gegevens die de song bevat en de mate van bewerking die is uitgevoerd. Als u de BR-1600CD tijdens het song optimaliseerproces geforceerd uitzet door, bijvoorbeeld, de stekker van de adapter eruit te trekken, is het mogelijk dat de geluidsgegevens in alle songs niet alleen de song die wordt geoptimaliseerd onomkeerbaar worden beschadigd. De song optimaliseerfunctie wist ook de bewerkingsgeschiedenis van de song, en daarom kunt u de ongedaan maken (Undo) functie voor eventuele bewerkingen die voor dit proces zijn uitgevoerd niet gebruiken. Het is ook belangrijk om te weten dat alle geluidsgegevens worden verwijderd, als u de ongedaan maken functie na het opslaan van een song die zojuist is geoptimaliseerd gebruikt. Een song beschermen (Song Protect) Zelfs als u een belangrijke song op de harde schijf van de BR- 1600CD heeft opgeslagen, is er ten alle tijden een mogelijkheid dat u de geluidsgegevens per ongeluk overschrijft en zo 70

147 Uw songs indelen onvervangbare opnames kwijt raakt. U kunt echter de song bescherming (Song Protect) functie gebruiken om er zeker van te zijn dat waardevolle geluidsgegevens tegen overschrijven worden beschermd. Het kan zijn dat tijdens het onderstaande proces het bericht Save Current? (huidige opslaan?) verschijnt. Dit gebeurt waneer u de huidige song geluidsgegevens, bewerkingen of instellingen bevat die niet zijn opgeslagen. Als u deze wijzigingen wilt opslaan, dient u nu op [ENTER/YES] te drukken. Druk op [EXIT/NO], als dit niet nodig is. Het is echter belangrijk om te weten dat al geluidsgegevens, bewerkingen en instellingen van dit soort verloren gaan, en de song wordt teruggebracht naar de toestand waarin het voor het laatst is opgeslagen, als u de gegevens op dit moment niet opslaat. Een song beschermen (Song Protect) fig ,3 3. Zet de cursor op het PROTECT icoon en druk op [ENTER/YES]. Als alternatief kunt u als het PROTECT icoon op dit moment wordt weergegeven op [F1] (PROTECT) drukken. Het bericht Protect on? (bescherming inschakelen?) verschijnt. fig.16-20d 4. Druk op [ENTER/YES]. MEMO Tot nu toe werd het bericht Save Current? weergegeven als er opgenomen en bewerkt materiaal aan songs wordt toegevoegd. Druk op [ENTER/YES] om de wijzigingen in de opname of instellingen ongedaan te maken, als u de song beschermingsfunctie wilt inschakelen nadat de wijzigingen in een opname of instellingen zijn opgeslagen. Druk op [EXIT/NO] om de beschermingsfunctie direct in te schakelen. Zodra dit is voltooid, verschijnt het Complete! bericht en keert het beeldscherm automatisch naar het beginvenster terug. Als een song op deze wijze is beschermd, wordt het song Hoofdstuk 1 ) in het beeldscherm weergege- beschermingsteken ( ven. Songbescherming verwijderen 1. Druk op [UTILITY] Het Utility menuvenster verschijnt. fig.12-12d 1. Voer Stap 1 tot en met 3 uit, volgens de bovenstaande beschrijving in Een song beschermen. Het bericht Protect Off? (bescherming uitschakelen?) verschijnt. fig.16-21d 2. Zet de cursor op het SONG icoon en druk op [ENTER/ YES]. Als alternatief kunt u als het SONG icoon op dit moment wordt weergegeven op [F2] (SONG) drukken. Het Song menuvenster verschijnt. fig.16-03d 2. Druk op [ENTER/YES]. De bescherming van de huidige song wordt verwijderd. Zodra dit proces is voltooid, verschijnt het Complete! bericht en keert het beeldscherm automatisch naar het beginvenster terug. 3. Sla de huidige song op (p. 72), als u de Protect Off (bescherming uitschakelen) instelling wilt bewaren. 71

148 Uw songs indelen Een song een naam geven (Song Name) Als u een nieuwe song aanmaakt, wijst de BR-1600CD automatisch de naam SONG 001 of iets dergelijks toe. Als alle songs op deze manier zijn benoemd, wordt het echter moeilijk om ze van elkaar te onderscheiden. Wij raden u aan om de songs zo te benoemen, dat ze op een later tijdstip gemakkelijk beheerd kunnen worden. fig Druk op [UTILITY] Het Utility menuvenster verschijnt. fig.12-12d 2. Zet de cursor op het SONG icoon en druk op [ENTER/YES]. fig.16-03d Als alternatief kunt u als het SONG icoon op dit moment wordt weergegeven op [F2] (SONG) drukken. Het Song menuvenster verschijnt ,3 4. Zet de cursor op het teken dat u wilt wijzigen en gebruik de TIME/VALUE draaischijf om een nieuw teken te selecteren. 5. Druk meerdere malen op [EXIT/NO] om naar het beginvenster terug te keren. Uw song opslaan (Song Save) Houd er rekening mee dat de BR-1600CD bij het opslaan van songs de volgende gegevens bewaart: Geluidsgegevens Mixerinstellingen De song patch van Insert effecten (d.w.z. S001 t/m S-50*) * S001 tot en met S100 in geval van de gitaar bank * S001 tot en met S010 in geval van de multi-kanaal bank De song patch van de Vocal Tool Box (d.w.z. S01 t/m S19) De song patch van de Mastering Tool Kit (d.w.z. S01 t/m S33) Ritmische arrangement instellingen (d.w.z. S001 t/m S010) Loop frase sequens (d.w.z. S001 t/m S050) Baspatroon (d.w.z. S000 t/m S999) Drumpatroon (d.w.z. S000 t/m S999) Loop effect instellingen (d.w.z. S001 t/m S050) Instellingen van 3-bands EQ en Compressor Instellingen van stemfunctie (Tuner) Gebruiksinstellingen (uitgezonderd LCD contrast, fantoom, sub mixer en Digital In Assign 1. Houd in het beginvenster [STOP] ingedrukt en druk op [REC]. Het bericht Save Current verschijnt. fig.16-30d 3. Zet de cursor op het NAME icoon en druk op [ENTER/YES]. fig.16-25d Als alternatief kunt u als het NAME icoon op dit moment wordt weergegeven op [F2] (NAME) drukken. Het venster waarin u een naam aan een song kunt toewijzen (Song Name) verschijnt. 2. Druk op [ENTER/YES]. (Druk op [EXIT/NO], als u de gevens niet wilt opslaan). Het bericht Storing Current verschijnt in het venster, en het opslaan van de song begint. Zodra het opslaan is voltooid, verschijnt het bericht "Complete!". Behalve op de bovenstaande wijze, kunnen songs ook vanuit het Utility venster worden opgeslagen. Zie Uw song vanuit het Utility venster opslaan ( Basisgebruik, p. 57). 72

149 Hoofdstuk 2 Effecten gebruiken Hoofdstuk 2 Effecten gebruiken 73

150 Indeling van de BR-1600CD effecten De BR-1600CD bevat de volgende effect typen: Insert effecten (p. 76) Insert effecten worden op het inkomende signaal toegepast en kunnen het geluid met een breed scala aan verschillende manieren te wijzigen. Door de parameters van een insert effect te wijzigen, kunt u ervoor zorgen dat het niet alleen op het inkomende signaal, maar ook op een weergave of de Master uitvoer van een spoor wordt toegepast. Bovendien kan er een reeks aan insert effecten worden gekozen, om zo met het betreffende instrument of inkomende signaal overeen te stemmen. GUITAR/BASS (gitaar/bas) effecten: Deze effecten worden gebruikt voor het geluid van gitaren en basgitaren. Naast COSM versterker modeling en COSM overdrive voor elektrische gitaren, biedt de BR-1600CD akoestische gitaarsimulators, basgitaarsimulators en vele overige effecten voor talloze doeleinden. MIC (microfoon) effecten: Deze effecten worden gebruikt voor het geluid van zangmicrofoons. De BR-1600CD biedt COSM compressors, COSM microfoon modeling, de-esser en een variatie aan overige microfoon effecten, die erg nuttig zullen blijken voor microfoonopnames. SIMUL effecten: Deze effecten op een gitaarspoor en een zangspoor gelijktijdig toegepast. Hierdoor is het mogelijk om elektrische of akoestische gitaareffecten tegelijk met vocale effecten te gebruiken. Wat betreft gitaareffecten, kunt u versterker modeling, akoestische gitaar simulators, akoestische processors en vele andere algoritmen gebruiken. En wat betreft vocale effecten zijn compressors, equalizers, ruisonderdrukkers, delay en dergelijke beschikbaar gemaakt. Houd er bij het gebruik van SIMUL effecten rekening mee dat het gitaareffect op de ingang van INPUT 1/MIC 1 wordt toegepast; het vocale effect wordt op de ingang van INPUT 2/MIC 2 toegepast. MULTI-CHANNEL (multi-kanaal) effecten: Deze effecten worden afzonderlijk en voor 8 invoerbronnen gelijktijdig gebruikt. Om het opnemen van een aantal verschillende microfoons mogelijk te maken biedt de BR- 1600CD equalizers met acht kanalen, compressors en low-cut filters. STEREO effecten: Zoals de naam al suggereert, worden deze effecten op stereo signalen toegepast. De STEREO bank biedt stereo compressors, Lo-Fi processors, ring modulators en een reeks aan overige effecten. Wat is COSM (Composite Object Sound Modeling? Technologie, die als het ware een daadwerkelijke bestaande structuur reconstrueert of signalen omvormt wordt modeling technologie genoemd. COSM is een gepatenteerde Roland technologie die nieuwe geluiden maakt door verschillende modeling technologieën te combineren. Spoor-eigen equalizers en compressors (p. 108) Deze effecten worden op de weergave van afzonderlijke sporen toegepast, zodat geluiden beter met elkaar kunnen worden gecombineerd. Compressors: Dit type effect wordt gebruikt om variaties in volume te onderdrukken. Als het volume van een spoor erg fluctueert, kunt u het gelijkmatiger maken door een compressor te gebruiken. Daarnaast kunnen compressors, als zij in hevige mate worden toegepast, de dynamische volumevariaties die bepaalde muziekinstrumenten kenmerken onderdrukken, zodat u bijzondere nieuwe geluiden kunt maken. Compressors kunnen op spoor 1 tot en met 8 of spoor 9/10 tot en met 15/16 worden toegepast. Driebands equalizers Dit type effect wordt gebruikt om de toon van een geluidssignaal aan te passen. Om dit te kunnen doen, wordt het frequentiegebied dat een geluid in laag, midden en hoge banden verdeeld gescheiden, zodat het volume van elk van deze banden afzonderlijk kan worden aangepast. Driebands equalizers (of EQs) kunnen op alle sporen (oftewel, 1 tot en met 8 en 9/10 tot en met 15/16) worden toegepast. Houd er tevens rekening mee, dat de EQs voor spoor 9/10 tot en met 15/16 stereo effecten zijn. Loop effecten (p. 112) Aangezien ze op de weergave van sporen en op inkomende geluidssignalen die worden beluisterd worden toegepast, worden loop effecten gebruikt om een gevoel van ruimtelijkheid en diepte toe te voegen. Op de BR-1600CD zijn de volgende loop effecten beschikbaar: Reverb: Door galm aan een geluid toe te voegen, doordrenkt dit effect het geluid met een gevoel van ruimtelijkheid en diepte. 74

151 Indeling van de BR-1600CD effecten Chorus: Een chorus effect kopieert het oorspronkelijke (droge) geluid, wijzigt de toon iets, en voegt dit dan toe aan het oorspronkelijke geluid, zodat het verbreedt of meer als een stereo geluid klinkt. Delay: Een delay is een soort echo. Het voegt een gevoel van ruimtelijkheid en diepte aan het geluid toe. Daarnaast kan dit effect ervoor zorgen dat de uitvoering van instrumenten die melodieën spelen vloeiender klinken of kan het een extra bounce aan het volume van dergelijke instrumenten toevoegen. Doubling (dubbelen): Dit effect voegt een zeer klein tijdsverschil tussen de linker en de rechterkant van een signaal, zodat het geluid een stereo klank krijgt. Vocal Tool Box (p. 116) De Vocal Tool Box wordt gebruikt bij het afspelen van sporen, waarop solo zanguitvoeringen zijn opgenomen, en biedt u de mogelijkheid om variaties in toon aan te passen en een achtergrondkoor toe te voegen. Van de Vocal Tool Box kunnen de volgende twee effecten worden geselecteerd: Pitch Correction (tooncorrectie) Met de tooncorrectie functie kunt u in realtime en in eenheden van een halve toon de tonen van zanguitvoeringen die op een spoor zijn opgenomen corrigeren. Harmony Sequence (harmoniesequens) Dit effect voegt aan de weergave van een zanguitvoering die op een spoor is opgenomen een achtergrond koor toe, dat op de akkoordsequens die u voor uw ritmische arrangement heeft aangegeven is gebaseerd (p. 148). Als dit effect wordt toegepast op een spoor, dat geen solo zanguitvoering heeft, is het niet mogelijk om het gewenste resultaat te behalen. Mastering Tool Kit (p. 129) De Mastering Tool Kit van de BR-1600CD wordt tijdens het maken van een CD gebruikt om, door volumes en compressieniveaus uit te balanceren, de kwaliteit van de voltooide songs te verbeteren. Tijdens het oorspronkelijke productieproces van CDs, die in winkels verkrijgbaar zijn, worden gegevens er zo op weggeschreven dat het luidste punt in elke song het maximale volume dat op de CD kan worden opgenomen benadert. Bij het op deze wijze wegschrijven van gegevens, is een goede balans tussen de volumes van verschillende uitvoeringen is de belangrijkste factor. Er wordt echter een speciaal proces dat mastering wordt genoemd uitgevoerd, om het overkoepelende volume aan te passen. Met de Mastering Tool Kit van de BR-1600CD kunt u dit speciale proces gemakkelijk en snel uitvoeren. Als u CDs maakt die luid en dynamisch klinken, is een goede balans tussen de volumes van verschillende uitvoeringen is de belangrijkste factor. Als uitvoeringen niet goed gemixt en gebalanceerd zijn, biedt geen enkele mate van processing met behulp van de Mastering Tool Kit het gewenste resultaat. Speaker Modeling (p. 127) Dit effect maakt het mogelijk om de akoestische kenmerken van verschillende soorten speakersystemen voor weergave te bewerken. In professionele opnamestudio s wordt het opgenomen geluid via verschillende speakersystemen afgespeeld, zodat u het geluid van de verschillende systeem kunt vergelijken, en er een eindmix die op elk type speaker goed klinkt kan worden gegarandeerd. Zelfs wanneer u op de BR-1600CD slechts één speakersysteem gebruikt, kunt u het Speaker Modeling effect gebruiken om op eenzelfde wijze het geluid van verschillende speakers te vergelijken. Hoofdstuk 2 Ondersteunde effectcombinaties Loop effecten kunnen ten alle tijden en in combinatie met de compressor of EQ van elk willekeurige spoor worden gebruikt. Van de insert effecten, Vocal Tool Box, Mastering Tool Kit en Speaker Modeling kunt u er slechts één tegelijk gebruiken. 75

152 Insert effecten gebruiken Dit hoofdstuk biedt een omschrijving van de methoden waarmee u de verschillende parameters van insert effecten kunt wijzigen en opslaan. In plaats van alleen maar tijdens opname beschikbaar te zijn, kunnen de insert effecten van de BR-1600CD ook tijdens het afspelen van een bepaald spoor of voor de mix die uit verschillende sporen is opgebouwd worden gebruikt. Zie Insert effect verbindingen wijzigen (p. 82). Effect patches en banken Het specifieke effect dat als insert effect wordt gebruikt en de bijbehorende parameterinstellingen worden gewijzigd door iets te selecteren dat een Effect Patch wordt genoemd. De BR- 1600CD heeft een brede reeks aan voorgeprogrammeerde effect patches die voor gitaren, vocalen en vele andere instrumenten geschikt zijn. Deze patches zijn op basis van invoerbron gegroepeerd, en elke groep wordt een Bank genoemd. De indeling van banken is als volgt: fig GUITAR / BASS GUITAR Bank P U S VOCAL MIC Bank P01 50 U01 50 S01 50 SIMUL SIMUL Bank P01 50 U01 50 S01 50 MULTI-TRACK STEREO TRACKS MULTI-CHANNEL Bank P01 10 U01 10 S01 10 STEREO Bank P01 50 U01 50 S01 50 Wanneer u INPUT SELECT knoppen indrukt, wordt de bijbehorende bank met effecten automatisch geselecteerd. Als u bijvoorbeeld [GUITAR/BASS] indrukt, wordt er automatisch een patch uit de gitaar (GUITAR) bank geladen, en als u op [VOCAL] drukt, wordt er automatisch een patch uit te microfoon (MIC) bank geselecteerd. De relatie tussen de INPUT SELECT knoppen en de geselecteerde bank is als volgt: [GUITAR/BASS] Gitaar bank [VOCAL] Microfoon bank [SIMUL] Simul bank [MULTI-TRACK] Multi-kanaal bank [STEREO TRACKS] Stereo bank Bovendien bevat elk van deze banken diverse verschillende patches, zoals hieronder aangegeven. voren zijn ingesteld, en het is niet mogelijk om hier nieuwe instellingen naartoe te schrijven. Gebruikerspatches Gitaar bank U001 tot en met U100 Microfoon bank U001 tot en met U050 Simul bank U001 tot en met U050 Multi-kanaal bank U001 tot en met U010 Stereo bank U001 tot en met U050 Gebruikerspatches worden op de harde schijf van de BR- 1600CD bewaard, en de instellingen kunnen worden aangepast en opgeslagen. Daarom kunt u zich vanuit elke song toegang tot deze patches verschaffen. Sla een effect patch die u heeft aangemaakt en tevens in een andere song wilt gebruiken als gebruikerspatch op. Song patches Gitaar bank S001 tot en met S100 Microfoon bank S001 tot en met S050 Simul bank S001 tot en met S050 Multi-kanaal bank S001 tot en met S010 Stereo bank S001 tot en met S050 Song patches kunnen op dezelfde manier worden aangepast en opgeslagen als gebruikerspatches. De gegevens hiervan worden echter op de harde schijf opgeslagen als onderdeel van de song waarin ze worden gebruikt. Daarom blijken deze patches zeer handig te zijn, wanneer u wilt dat elke song de specifieke effect instellingen behoudt die tijdens het opnemen van de sporen zijn gebruikt. Bij aankoop bevatten de gebruikerspatches in de effect banken van de BR-1600CD dezelfde instellingen als de bijbehorende voorgeprogrammeerde patches. Bovendien zijn de song patches in elke effect bank zo ingesteld dat de bijbehorende gebruikerspatches worden gekopieerd, wanneer u een nieuwe song aanmaakt (Song New functie). Voorgeprogrammeerde patches Gitaar bank P001 tot en met P100 Microfoon bank P001 tot en met P050 Simul bank P001 tot en met P050 Multi-kanaal bank P001 tot en met P010 Stereo bank P001 tot en met P050 Voorgeprogrammeerde patches bevatten gegevens die van te 76

153 Insert effecten gebruiken Indeling van effect patches Een effect patch is een set gegevens met een eigen naam die verschillende geluidsparameters van één bepaald effect algoritme aangeeft. Elk afzonderlijk effect algoritme bestaat weer uit een serie effectblokken die op zo n manier zijn gecombineerd dat het doel van het algoritme wordt bereikt. Het COSM OD GUI- TAR AMP algoritme is bijvoorbeeld als volgt geconfigureerd: Voorbeeld: COSM OD GUITAR AMP algoritmefig.31-01a patch op te slaan. 1. Druk op [EFFECTS]. Het Effects Patchvenster verschijnt. fig.31-01d Patch number Bank 2. Zet de cursor op het patch nummer veld, en gebruik de TIME/VALUE draaischijf om een patch te selecteren. OD DS: COSM Overdrive / Distortion (vervorming) AMP SP: COSM Versterker modeling EQ: 4-bands Equalizer Laten we bij wijze van een ander voorbeeld het 8CH COMP EQ algoritme, dat wordt gebruikt wanneer u acht inkomende signalen gelijktijdig opneemt, bekijken. Dit algoritme is als volgt geconfigureerd: Voorbeeld: 8CH COMP EQ algoritme fig.31-01bå@(algorithm diagram) Wanneer u de cursor op het bank veld zet en aan de TIME/VALUE draaischijf draait, kunt u een andere bank selecteren dan degene die door de INPUT SELECT knop werd aangegeven. 3. Druk op [F2] (EDIT). Het Effects Edit venster verschijnt. fig.31-02d Hoofdstuk 2 De linkerhelft van dit venster geeft de manier, waarop de effectblokken in deze patch zijn verbonden weer. De rechterhelft geeft de parameterinstellingen van het effectblok dat op dit moment door de cursor wordt verlicht weer. 4. Zet de cursor op het effectblok dat u wilt bewerken. fig.31-02ad L.CUT1-8: Low-cut Filters COMP1-8: Compressors EQ1-8: Driebands Equalizers De BR-1600CD bevat in totaal 18 van dit soort algoritmen. Insert effect instellingen aanpassen Zoek, om een nieuw effect aan te maken, de voorgeprogrammeerde patch op die het meest lijkt op wat u zoekt, en wijzig vervolgens de instellingen om het geluid precies goed te krijgen. Als u een voorgeprogrammeerde patch met aangepaste instellingen opslaat, dient u deze als gebruikerspatch of song Als u de TIME/VALUE draaischijf nu tegen de klok in draait, veranderen de doorgetrokken lijnen die het effectblok op de huidige cursorpositie aangeven in stippellijnen, wat aangeeft dat het bijbehorende effect is uitgeschakeld. Op dezelfde wijze zullen de stippellijnen weer in doorgetrokken lijnen veranderen als de TIME/VALUE draaischijf met de klok mee wordt gedraaid, wat aangeeft dat het effect is ingeschakeld. 5. Druk op [F3] (=>PRM.). De cursor verspringt naar het parametergedeelte rechts in het venster, en kunt u de parameterinstellingen nu wijzigen. fig.31-03d 77

154 Insert effecten gebruiken 6. Zet de cursor op de parameter, waarvan u de instellingen wilt wijzigen, en gebruik de TIME/VALUE draaischijf om een nieuwe waarde te selecteren. fig.31-01d Patch number 7. Druk op [F2] (BLOCK<=) om de cursor in de linkerhelft van het venster te zetten, als u nog meer effectblokken wilt wijzigen, en herhaal vervolgens stap 4 en 5. Vergeet niet dat u, als u zich in een parametervenster bevindt op CURSOR [ ] of [ ] kunt drukken om naar het parameter instellingenvenster van het volgende blok aan respectievelijk de linker of rechterkant te verspringen. 8. Druk op [EXIT/NO] om naar het Effect Patchvenster terug te keren. fig.31-04d Bank 2. Beweeg één van de waarde draaiknoppen VALUE 1 tot en met VALUE 4. Het icoon van de desbetreffende draaiknop wijzigt als reactie op de beweging. Bovendien wijzigt tevens de waarde van de parameter, die aan de draaiknop is toegewezen, zodat het effectgeluid dienovereenkomstig wordt aangepast. 3. Voer de procedure die in Insert effect instellingen opslaan (Effect Patch Write) (p. 81) wordt beschreven uit, als u uw aangepaste instellingen wilt bewaren. Om aan te geven dat de effect instellingen tijdelijk zijn gewijzigd, wordt het bank nummer met TMP aangeduid. Als u een andere patch selecteert, een andere song inlaadt of de BR- 1600CD uitzet, terwijl TMP is weergegeven, keren alle patch instellingen naar hun vorige toestand terug. Aangezien het niet mogelijk is om deze instellingen te herstellen, dient u voorzichtig te werk te gaan. 9. Voer de procedure die in Insert effect instellingen opslaan (Effect Patch Write) (p. 81) wordt beschreven uit, als u uw aangepaste instellingen wilt bewaren. Het geluid van insert effecten wijzigen met behulp van de VALUE draaiknoppen In het patchvenster van de effecten worden de volgende vier draaiknop iconen afgebeeld. fig Parameters Parameters die aan de VALUE draaiknoppen zijn toegewezen wijzigen Volg onderstaande procedure om de effect parameters die aan elk van de VALUE draaiknoppen zijn toegewezen te wijzigen. 1. Druk op [EFFECTS]. Het Effects Patchvenster verschijnt. fig.31-01d Patch number 2. Zet de cursor op de tekst boven het icoon, waarvan u de parameter toewijzing wilt wijzigen. fig.31-61d Bank Value De tekst boven elk icoon geeft de parameter die eraan is toegewezen aan, en de tekst onder elk icoon geeft de huidige waarde van die parameter weer. De waarde draaiknoppen VALUE 1 tot en met VALUE 4 kunnen nu worden gebruikt om de waarden van de bijbehorende parameters direct aan te passen. 1. Druk op [EFFECTS]. Het Effects Patchvenster verschijnt. 3. Gebruik de TIME/VALUE draaischijf om de parameter die u wilt toewijzen te selecteren. 4. Voer de procedure die in Insert effect instellingen opslaan (Effect Patch Write) (p. 81) wordt beschreven uit, als u uw aangepaste instellingen wilt bewaren. 78

155 Insert effecten gebruiken fig.31-53d Welke parameters er toegewezen kunnen worden hangt van het geselecteerde effect algortime af. Zie Effect parameters die aan VALUE draaiknoppen zijn toegewezen (p. 137). Effectblok verbindingen wijzigen Als u het COSM OD GUITAR AMP algoritme heeft geselecteerd, kunt u de manier waarop de interne effectblokken zijn verbonden onbeperkt aanpassen. Daarom kunt u, net als wanneer u compacte pedaaleffecten en geluidskabels zou gebruiken, een brede reeks aan verschillende effectreeksen uitproberen. Om de reeksen op deze wijze te wijzigen, dient u eerst een patch te selecteren die het COSM OD GUITAR AMP algoritme bevat. Druk op [EXIT/NO] of [F1] (CANCEL), als u het commando wilt annuleren. 5. Druk op [ENTER/YES] of [F2] (INSERT). Het effectblok wordt op de nieuwe positie verbonden. fig.31-54d 6. Herhaal stap 3 tot en met 5 als u de positie van nog meer effectblokken wilt wijzigen. 7. Voer de procedure die in Insert effect instellingen opslaan (Effect Patch Write) (p. 81) wordt beschreven uit, als u uw aangepaste verbindingen wilt bewaren. Hoofdstuk 2 1. Druk op [EFFECTS]. Het Effects Patchvenster verschijnt. fig.31-01d Patch number Bank 2. Druk op [F2] (EDIT). Het Effects Edit venster verschijnt. fig.31-02d 3. Zet de cursor op het effectblok, waarvan u de keten wilt aanpassen, en druk vervolgens op [F2] (MOVE). Het icoon van het effectblok verandert, en op de huidige verbindingspositie verschijnt een fig.31-52d 4. Gebruik [CURSOR] om de naar de nieuwe verbindingspositie te verplaatsen. 79

156 Insert effecten gebruiken Bij compressors, equalizers en low-cut filters tussen stereo en mono wisselen Als het 8CH COMP EQ algoritme is geselecteerd, kunt u de effectblokken van de aangrenzende ingangen (d.w.z. INPUT 1 en INPUT 2 of INPUT 3 en INPUT 4) op een Stereo Link instellen. Zodoende kunt u met de BR-1600CD op stereogeluiden die op een linker en rechter kanaal worden ingevoerd exact hetzelfde effect toepassen. 1. Selecteer om te beginnen een patch die het 8CH COMP EQ algoritme gebruikt. 2. Druk op [EFFECTS]. Het Effects Patchvenster verschijnt. fig.31-01d Patch number 5. Druk op [F2] (LINK ON). De Stereo Link functie wordt ingeschakeld en de weergave van [F2] verandert in (LINK OFF). fig.31-55d 6. Druk op [F2] (LINK OFF) als u de Stereo Link functie wilt uitschakelen. De Stereo Link functie wordt uitgeschakeld en de weergave van [F2] verandert in (LINK ON). fig.31-56d 7. Voer de procedure die in Insert effect instellingen opslaan (Effect Patch Write) (p. 81) wordt beschreven uit, als u de Stereo Link instellingen wilt bewaren. Bank 3. Druk op [F2] (EDIT). Het Effects Edit venster verschijnt. fig d Als de Stereo Link functie is ingeschakeld, maken de parameters van de aangrenzende effectblokken gebruik van dezelfde waarden, en wanneer één van deze parameters wordt aangepast, wordt dezelfde parameter van het bijbehorende aangrenzende effect automatisch en gelijktijdig aangepast. 4. Zet de cursor op het effect waarvan u de Stereo Link functie wilt inschakelen. fig.31-54ad Zet de cursor op een effectblok dat op een rij met 1 of 2 aan de linkerkant is afgebeeld, om de Stereo Link functie voor INPUT 1 en INPUT 2 in te schakelen. Zet de cursor op een effectblok dat op een rij met 7 of 8 aan de linkerkant is afgebeeld, om, op eenzelfde wijze, de Stereo Link functie voor INPUT 7 en INPUT 8 in te schakelen. Druk op [F2] (LINK ON). De Stereo Link functie wordt ingeschakeld, en de weergave van [F2] wijzigt naar (LINK OFF). 80

157 Insert effecten gebruiken Insert effect instellingen opslaan (Effect Patch Write) Aangepaste instellingen worden opgeslagen als u ze onder een nieuwe patch name wegschrijft. 1. Druk in het Effects Edit venster op [F1] (NAME). fig.31-05d kunt verplaatsen en aan de TIME/VALUE draaischijf kunt draaien. 6. Druk op [F4] (GO) De effect patch wordt geschreven. Zodra het kopiëren is voltooid, verschijnt het bericht Complete!, en keert het beeldscherm automatisch naar het Effects Patchvenster terug. Als u een andere bank als bestemming heeft geselecteerd dan die door de INPUT SELECT knop was aangegeven, houdt de BR- 1600CD na het voltooien van het schrijfproces deze nieuwe bank selectie aan. 7. Druk meerdere malen op [EXIT/NO] om naar het beginvenster terug te keren. 2. Zet de cursor op de tekens in de patch naam die u wilt wijzigen, en gebruik de TIME/VALUE draaischijf om nieuwe tekens te selecteren. Nu werken de functieknoppen (FUNCTION) als volgt: [F1] (INSERT): Er wordt een lege ruimte met een lengte van één teken ingevoegd. [F2] (DELETE): Er wordt één teken verwijderd. [F3] (123 ): Het tekentype schakelt over in cijfers. [F4] (A<=>a): Het tekentype wisselt tussen hoofdletters en kleine letters. Hoofdstuk 2 3. Druk op [EXIT/NO] om naar het Effects Edit venster terug te keren. 4. Druk op [F4] (WRITE/COPY). Het Effects Patch Write/Copy (effecten patch schrijven/kopiëren) venster verschijnt. fig.31-06d 5. Zet de cursor op het TO : veld, en gebruik de TIME/ VALUE draaischijf om een patch als bestemming te selecteren. fig.31-07d FROM: Dit veld dient ongewijzigd op *TMP(CURRENT) te blijven staan. Verplaats de cursor echter naar dit veld als er een ander bericht wordt weergegeven, en draai de TIME/VALUE draaischijf tegen de klok in om het op *TMP(CURRENT) terug te zetten. TO: Dit veld stelt de effect patch waarop uw nieuwe instellingen weggeschreven worden in. Telkens als u het Effects Patch Write/Copy venster opvraagt, wordt de cursor automatisch op deze plek gezet. Vergeet niet dat u, om een nieuwe bank als bestemming te selecteren, de cursor ook naar het bank veld 81

158 Insert effecten gebruiken Insert effect instellingen kopiëren (Effect Patch Copy) De BR-1600CD functie die patches kopieert is extreem handig gebleken voor wanneer u meerdere effect patches wilt aanmaken, die in hun instellingen slechts lichtelijk verschillen. 1. Druk in het Effects Edit venster op [F4] (WRITE/ COPY). Het Effects Patch Write/Copy venster verschijnt. fig.31-06d Insert effect verbindingen wijzigen Wanneer u een nieuwe song aanmaakt, wordt het insert effect in eerste instantie in de invoerkanalen ingevoegd. Dit wordt gedaan om er zeker van te zijn dat uitvoeringen kunnen worden beluisterd en opgenomen, terwijl de effecten zijn toegepast. Indien nodig kunt u dit verbindingspatroon echter aanpassen. Door de insert effect verbindingen zo te wijzigen als hieronder wordt beschreven kunt u de BR-1600CD zo instellen dat hij in vele verschillende situaties kan worden gebruikt. 1. Druk op [EFFECTS]. Het Effects Patchvenster verschijnt. fig.31-01d Patch number 2. Zet de cursor op het FROM : veld, en gebruik de TIME/VALUE draaischijf om de patch die u wilt kopiëren te selecteren. FROM: Dit veld selecteert de effect patch die gekopieerd dient te worden. Hoewel mogelijk is dat in dit veld, wanneer u het Effects Patch Write/Copy venster na het aanpassen van patch instellingen opvraagt, *TMP(CURRENT) is weergegeven, kunt u dit vrijelijk wijzigen. Vergeet niet dat u, om een bank als bron te selecteren, de cursor ook naar het bank veld kunt verplaatsen en aan de TIME/VALUE draaischijf kunt draaien. 3. Zet de cursor op het TO : veld, en gebruik de TIME/ VALUE draaischijf om een patch als bestemming te selecteren. TO: Dit veld selecteert de effect patch dat door het kopieerproces wordt overschreven. Telkens als u het Effects Patch Write/Copy venster opvraagt, wordt de cursor automatisch op deze plek gezet. Vergeet niet dat u, om een nieuwe bank als bestemming te selecteren, de cursor ook naar het bank veld kunt verplaatsen en aan de TIME/VALUE draaischijf kunt draaien. 4. Druk op [F4] (GO) De effect patch wordt gekopieerd. Zodra het kopiëren is voltooid, verschijnt het bericht Complete!, en keert het beeldscherm automatisch naar het Effects Patchvenster terug. Als u een andere bank als bestemming heeft geselecteerd dan die door de INPUT SELECT knop was ingesteld, houdt de BR- 1600CD na het voltooien van het kopieerproces deze nieuwe bank selectie aan. 5. Druk meerdere malen op [EXIT/NO] om naar het beginvenster terug te keren. Het is belangrijk te onthouden dat de bestemmingspatch volledig wordt overschreven door de patch die door FROM: wordt aangegeven. U dient voorzichtig te werk te gaan, om zich ervan te verzekeren dat er op deze manier geen belangrijke patches worden overschreven. 2. Druk op [F3] (LOCATION). Het Effects Location venster verschijnt. fig.31-10d 3. Gebruik de TIME/VALUE draaischijf om de verbinding te wijzigen. fig.31-11d Bank Zie Over insert effect verbindingen. 4. Druk op [ENTER/YES] om het bericht af te sluiten. 5. Druk meerdere malen op [EXIT/NO] om naar het beginvenster terug te keren. 6. Sla de huidige song op (p. 72), als u de aangepaste verbindingen wilt bewaren. Als u zonder de huidige song op te slaan een andere song inlaadt of de BR-1600CD uitzet, gaan de gegevens verloren. 82

159 Insert effecten gebruiken Over insert effect verbindingen U kunt voor de insert effecten één van de volgende verbindingspatronen selecteren: INPUT 1 INPUT 8, INPUT 1-8, INPUT MIX (NORMAL): Met deze instelling wordt het effect in het (de) bijbehorende invoerkanaal (kanalen) ingevoegd. Dit is het standaard verbindingspatroon, en u kunt hiermee uw uitvoeringen beluisteren en opnemen, nadat ze door de insert effecten zijn heengegaan. INPUT 1 INPUT 8, INPUT 1-8, INPUT MIX (REC DRY): Met deze instelling wordt het effect ook in het (de) bijbehorende invoerkanaal (kanalen) ingevoegd. Hoewel u met dit type verbinding de invoerbronnen nadat zij door de insert effecten zijn heengegaan kunt beluisteren, worden de bijbehorende uitvoeringen droog opgenomen met andere woorden, zonder dat de insert effecten zijn toegepast. Nadat deze droge uitvoeringen zijn opgenomen, kunt u vervolgens verschillende effecten op uw sporen uitproberen om erachter komen welke het best bij het overkoepelende geluid van uw song passen. TRACK 1 TRACK 8, TRACK 1/2 TRACK 15/16, TRACK 1-8, TRACK 9-16: Met deze instelling wordt het effect in de bijbehorende sporen ingevoegd. U kunt dit type verbinding gebruiken om insert effecten op de weergave van de geselecteerde sporen toe te passen. MASTER: Met deze instelling wordt het effect in de Master uitvoer ingevoegd. Met dit type verbinding kunt u tijdens het afmixen het geluid van de song in zijn geheel beluisteren, er speciale effecten op toepassen en het uiteindelijke uitgaande geluid op vele andere manieren verwerken. Welke verbindingstypen beschikbaar zijn, hangt af van de huidige Input Select instelling en het algoritme dat in de op dit moment geselecteerde effect patch wordt gebruikt. Wanneer u met inkomende signalen verbindt: Als de Input Select instelling direct na het uitvoeren van de New Song (nieuwe song) functie, worden de onderstreepte verbindingen automatisch geselecteerd. [SIMUL] [MULTI- TRACK] [STEREO TRACKS] INPUT 1/2 (NORMAL) INPUT 1/2 (REC DRY) * In geval van het 8CH COMP EQ algoritme worden alleen CH1 en CH1 aan respectievelijk INPUT 1 en INPUT 2 verbonden. Als er een ander algoritme is geselecteerd dan 8CH COMP EQ INPUT 1 (NORMAL) INPUT 8 (NORMAL) INPUT 1/2 (NORMAL) INPUT 7/8 (NORMAL) INPUT 1 (REC DRY) INPUT 8 (REC DRY) INPUT 1/2 (REC DRY) INPUT 7/8 (REC DRY) Als algoritme 8CH COMP EQ is geselecteerd INPUT 1-8 (NORMAL) INPUT 1-8 (REC DRY) Als er een ander algoritme is geselecteerd dan 8CH COMP EQ INPUT 1 (NORMAL) INPUT 8 (NORMAL) INPUT 1/2 (NORMAL) INPUT 7/8 (NORMAL) INPUT MIX (NORMAL) INPUT MIX (REC DRY) Als algoritme 8CH COMP EQ is geselecteerd INPUT 1-8 (NORMAL) INPUT MIX (NORMAL)* INPUT MIX (REC DRY)* * CH1 en CH2 van het 8CH COMP EQ algoritme zijn na het maken van een stereo mix respectievelijk aan het linker kanaal en het rechter kanaal verbonden. Wanneer u met de spooruitvoer verbindt: Beschikbare verbindingen Als er een ander algoritme is geselecteerd dan 8CH COMP EQ TRACK 1 8, TRACK 1/2 15/16 Als algoritme 8CH COMP EQ is geselecteerd TRACK 1 8, TRACK 9 16 Als u met de Master kanaal uitvoer verbindt: Hoewel de Master kanaal uitvoer altijd kan worden geselecteerd, worden in geval van het 8CH COMP EQ algoritme alleen CH1 en CH2 respectievelijk met het bijbehorende linkerkanaal en het rechterkanaal verbonden. Hoofdstuk 2 Input Select instelling [GUITAR/ BASS] [VOCAL] Beschikbare verbindingen INPUT 1 (NORMAL) INPUT 1 (REC DRY) * In geval van het 8CH COMP EQ algoritme wordt alleen CH1 aan INPUT 1 verbonden. INPUT 2 (NORMAL) INPUT 2 (REC DRY) * In geval van het 8CH COMP EQ algoritme wordt alleen CH2 aan INPUT 2 verbonden. Als u insert effecten in spoor 1 tot en met 8 of spoor 1/2 tot en met 15/16 invoegt, gaat het geluid tussen de compressors en equalizers door deze effecten heen (p. 108). 83

160 Insert effecten gebruiken Chorus/Delay Send Track COMPRESSOR INSERT EFFECTS EQUALIZER Track Pan CHORUS/ DELAY L MIX R L R MIX Reverb Send REVERB L R MIX Een expressiepedaal gebruiken Als u een expressiepedaal (zoals de Roland EV-5 of de BOSS FV-300L) op de EXP PEDAL jack op het achterpaneel aansluit, kunt u uw voeten gebruiken om bepaalde effect parameters te regelen. fig Afhankelijk van de effect instellingen kunt u een expressiepedaal gebruiken om de onderstaande functies uit te voeren. Zie de aangegeven pagina s voor meer gedetailleerde informatie over instellingsmethoden. Wah pedaal ( Wah (p. 106)) Volumepedaal ( Foot Volume (voetvolume) (p. 98)) Toonverschuiving pedaal ( Toonverschuiving (Pitch Shifter) (p. 102)) Vibratopedaal ( Vibrato ) (p. 106)) Expressiepedaal (Roland EV-5) Het is van belang dat u het aangegeven expressiepedaal (zoals de los verkrijgbare Roland EV-5 of BOSS FV-300L) gebruikt. Als u een willekeurig ander product aansluit, kan dit ervoor zorgen dat er op de BR-1600CD storing optreedt. Van zowel de Roland EV-5 als de BOSS FV-300L is 0 de minimale volume instelling. 84

161 Insert effect algoritme lijst De algoritmen (de beschikbare effecten en hun verbindingsvolgorde) die als insert effect kunnen worden gebruikt, staan hieronder weergegeven. De algoritmen die kunnen worden geselecteerd verschillen per bank. Selecteer eerst de effect bank die het algoritme dat u wilt selecteren bevat, zie vervolgens de aparte Effect Patch Lijst ), en selecteer een patch die het gewenste algoritme gebruikt. Zie Insert effect instellingen aanpassen (p. 77) voor details over het selecteren van banken en patches. Zie Insert effect parameter functies (p. 90), als u meer over elk afzonderlijke effect wilt weten. BANK: GUITAR (gitaar) - Humanizer - Ring Modulator - Sub Equalizer Delay Chorus 2.ACOUSTIC SIM (akoestische simulator) Dit is een multi-effect dat voor elektrische gitaren is ontworpen. Hiermee kunt u een elektrische gitaar gebruiken om geluiden voort te brengen die lijken op een akoestische gitaar. fig COSM OD GUITAR AMP Dit multi-effect wordt gebruikt voor elektrische gitaren. Omdat het effect COSM Amplifier Modeling en COSM Overdrive/Distortion gebruikt zoals de BOSS GT-6 die biedt, kunt u met dit effect een grote hoeveelheid distortion en gitaarversterker geluiden nabootsen. Bovendien bent u met de BR- 1600CD vrij om de manier, waarop de interne effectblokken van dit algoritme zijn verbonden, te wijzigen. fig COSM Overdrive/Distortion COSM PreAmp&Speaker (voorversterker & speaker) Equalizer/Wah - 4Bands Equalizer - Wah Noise Supressor (ruisonderdrukker) Foot Volume (voetvolume) FX - Compressor - Limiter - Acoustic Guitar Simulator (akoestische gitaar simulator) - Pickup Simulator - Tremolo - Slow Gear - Defretter - Phaser - Flanger - Pitch Shifter (toonverschuiving) - 2x2 Chorus - Pan - Vibrato - Uni-V - Short Delay (korte delay) Acoustic Guitar Simulator (akoestische gitaar simulator) 4Bands Equalizer Compressor Noise Supressor (ruisonderdrukker) Foot Volume (voetvolume) Modulation (modulatie) - Flanger - Chorus - Phaser - Pitch Shifter (toonverschuiving) - Doubling (dubbelen) - Tremolo/Pan Delay 3.BASS SIM (bassimulator) Dit effect simuleert het geluid van een basgitaar, en u kunt het gebruiken om, terwijl u een elektrische gitaar bespeelt, het geluid van een bas voort te brengen. * Als u de bassimulator gebruikt, dient u het spelen van akkoorden te vermijden. fig Bass Simulator (bassimulator) Compressor/Defretter - Compressor - Defretter Noise Supressor (ruisonderdrukker) Foot Volume (voetvolume) Modulation (modulatie) Hoofdstuk 2 85

162 Insert effect algoritme lijst - Flanger - Chorus - Phaser - Pitch Shifter (toonverschuiving) - Doubling (dubbelen) - Tremolo/Pan 4. COSM COMP GUITAR AMP Dit is een multi-effect dat voor elektrische gitaren is ontworpen. Naast een COSM compressor/limiter gebruikt dit effect een voorversterker en speaker simulator om kenmerkende versterkergeluiden voort te brengen. fig COSM Comp/Limiter PreAmp (voorversterker) Speaker Simulator 4Bands Equalizer/Wah - 4Bands Equalizer - Wah Noise Supressor (ruisonderdrukker) Foot Volume (voetvolume) Delay 5. ACOUSTIC GUITAR (akoestische gitaar) Dit is een multi-effect dat voor akoestische gitaren is ontworpen. Zelfs als er een elektro-akoestiche gitaar op lijnniveau is aangesloten, geeft dit effect een warm geluid dat lijkt op dat wat door een microfoon wordt voortgebracht. fig Acoustic Processor (akoestische processor) Compressor 4Bands Equalizer Noise Suppressor (ruisonderdrukker) Delay 6. BASS MULTI Dit is een multi-effect dat voor basgitaren is ontworpen, en het is geschikt voor het maken van standaard basgeluiden. fig Compressor/Defretter - Compressor - Defretter Octave (octaaf) Enhancer 4Bands Equalizer/Wah - 4Bands Equalizer - Wah Noise Supressor (ruisonderdrukker) Foot Volume (voetvolume) Modulation (modulatie) - Flanger - Chorus - Phaser - Pitch Shifter (toonverschuiving) - Doubling (dubbelen) - Tremolo/Pan Delay 7. COSM BASS AMP Dit is een multi-effect dat voor basgitaren is ontworpen. Het biedt een versterkergeluid dat gebruik maakt van een voorversterker en speaker simulator. fig Compressor PreAmp (voorversterker) Speaker Simulator 4Bands Equalizer/Wah - 4Bands Equalizer - Wah Noise Supressor (ruisonderdrukker) Foot Volume (voetvolume) Modulation (modulatie) - Flanger - Chorus - Phaser - Pitch Shifter (toonverschuiving) - Doubling (dubbelen) - Tremolo/Pan Delay 86

163 Insert effect algoritme lijst 8. COSM COMP BASS AMP Dit is een multi-effect dat voor basgitaren is ontworpen. Naast een COSM compressor/limiter gebruikt dit effect een voorversterker en speaker simulator om kenmerkende versterkergeluiden voort te brengen. fig VOICE TRANSFORMER (stemtransformator) Dit is een multi-effect dat voor vocalen is ontworpen. U kunt een stemtransformator gebruiken om unieke effecten te produceren. fig COSM Comp/Limiter PreAmp (voorversterker) Speaker Simulator 4Bands Equalizer/Wah - 4Bands Equalizer - Wah Noise Supressor (ruisonderdrukker) Foot Volume (voetvolume) Delay Voice Transformer Noise Suppressor (ruisonderdrukker) Foot Volume (voetvolume) Modulation (modulatie) - Flanger - Chorus - Phaser - Pitch Shifter (toonverschuiving) - Doubling (dubbelen) - Tremolo/Pan Delay Hoofdstuk 2 BANK: MIC (microfoon) 9. VOCAL MULTI Dit is een multi-effect dat voor vocalen is ontworpen. Het biedt de basale effecten die voor zangpartijen nodig zijn. fig COSM VOCAL COMP Dit is een multi-effect dat voor vocalen is ontworpen. De COSM compressor/limiter is uitermate geschikt om basisgeluiden mee te maken. fig Compressor De-esser Enhancer 4Bands Equalizer Noise Supressor (ruisonderdrukker) Foot Volume (voetvolume) Modulation (modulatie) - Flanger - Chorus - Phaser - Pitch Shifter (toonverschuiving) - Doubling (dubbelen) - Tremolo/Pan Delay COSM Comp/Limiter De-esser Enhancer 4Bands Equalizer Noise Supressor (ruisonderdrukker) Foot Volume (voetvolume) Delay 87

164 Insert effect algoritme lijst 12. MIC MODELING Dit effect past het geluid dat met een conventionele dynamische microfoon of direct lijn is opgenomen aan, zodat het klinkt alsof er een dure condensator microfoon of een speciale studiomicrofoon is gebruikt om het geluid op te nemen. De microfoon simulator kan tevens afstandseffecten simuleren. fig LO-FI BOX Hiermee kunt u de klank van het geluid dat op een AM radio wordt afgespeeld, de klank van oude platen die op een ouderwetse platenspeler worden gedraaid en zelfs extreme geluidsdegradatie die door Lo-Fi digitaal wordt voortgebracht simuleren. fig Lo-Fi Box Noise Supressor (ruisonderdrukker) Mic Converter Bass Cut Filter Distance (afstand) Limiter BANK: STEREO 13. STEREO MULTI Dit algoritme verbindt zeven effect typen, allen volledig in stereo. fig BANK: SIMUL 15. VO+GT.AMP Dit algoritme kan worden gebruikt voor gelijktijdige opname van een vocaal gedeelte en een elektrische gitaar. U kunt voor de gitaar een versterkergeluid maken dat van een voorversterker en een speakersimulator gebruik maakt. fig Compressor Ring Modulator 4Bands Equalizer/Wah - 4Bands Equalizer - Wah Noise Supressor (ruisonderdrukker) Foot Volume (voetvolume) Modulation (modulatie) - Flanger - Chorus - Phaser - Pitch Shifter (toonverschuiving) - Doubling (dubbelen) - Tremolo/Pan Delay (MIC) (microfoon) Compressor 4Bands Equalizer Noise Supressor (ruisonderdrukker) Delay (GUITAR) (gitaar) Compressor PreAmp (voorversterker) Speaker Simulator Noise Supressor (ruisonderdrukker) Delay 88

165 Insert effect algoritme lijst 16. VO+AC.SIM Dit algoritme kan worden gebruikt voor gelijktijdige opname van een vocaal gedeelte en een elektrische gitaar. U kunt er hiermee voor zorgen dat de elektrische gitaar als een akoestische gitaar klinkt. fig BANK: MULTI-CHANNEL 18. 8CH COMP EQ Dit algoritme wordt gebruikt, wanneer er gelijktijdig maximaal 8 microfoons worden opgenomen, en het biedt alle benodigde basis effecten om geweldige simultane opnamen te maken. fig (MIC) (microfoon) Compressor 4Bands Equalizer Noise Supressor (ruisonderdrukker) Delay (GUITAR) (gitaar) Acoustic Guitar Simulator (akoestische gitaar simulator) Compressor Noise Supressor (ruisonderdrukker) Delay 17. VO+ACOUSTIC Low-Cut Filter Compressor 3Bands Equalizer Hoofdstuk 2 Dit algoritme kan worden gebruikt voor gelijktijdige opname van een vocaal gedeelte en een akoestische gitaar. Zelfs als er via een directe lijn een elektro-akoestische gitaar is aangesloten, kunt u voor de gitaar een warm geluid creëren en ervoor zorgen dat hij klinkt alsof er een microfoon is gebruikt. fig (MIC) (microfoon) Compressor Noise Supressor (ruisonderdrukker) (GUITAR) (gitaar) Acoustic Processor (akoestische processor) Compressor Noise Supressor (ruisonderdrukker) 89

166 Insert effect parameterfuncties De merknamen die in deze handleiding worden genoemd zijn eigendom van hun respectieve eigenaren. Deze ondernemingen zijn niet aan BOSS verbonden en hebben de BOSS BR-1600CD gepatenteerd noch officieel erkend. Hun merknamen worden slechts gebruikt om apparatuur, waarvan het geluid door de BR-1600CD wordt gesimuleerd, aan te geven. Akoestische gitaar simulator Dit effect simuleert het geluid van akoestische gitaar. U kunt zodoende een elektrische gitaar gebruiken om geluiden voort te brengen die op die van een akoestische gitaar lijken. Het is gemakkelijker om het gewenste effect te bereiken als u de element schakelaar van uw gitaar op de voorste stand zet. * Dit effect kan worden gebruikt als het COSM OD GUITAR AMP, ACOUSTIC SIM of VO+AC.SIM algoritme is geselecteerd. Effect On/Off (aan/uit) OFF, ON Deze parameter schakelt het akoestische gitaar simulator effect in of uit. Level (niveau) Hiermee past u het overkoepelende volume van de akoestische gitaar simulator aan. Als het COSM OD GUITAR AMP algoritme is geselecteerd * Dit effect kan worden gebruikt als de FX FX Select parameter op AC is ingesteld. Top Hiermee past u de interferentie die de bovenplaat op de snaren veroorzaakt aan. Dat wil zeggen, dit effect past het dynamische gevoel of harmonische gehalte aan. Body Hiermee past u de resonans in het geluid dat door de body wordt veroorzaakt aan. Dat wil zeggen, dit effect past de zachtheid en dikte van het geluid dat akoestische gitaren kenmerkt aan. Als het ACOUSTIC SIM of VO+AC.SIM algoritme is geselecteerd Pick-up Type SINGLE, HUMBUCK Stel dit in op het type element van de gitaar die u bespeelt. Character (karakter) Hiermee selecteert u één van de vier geluidstypen. ENHANCE: Een akoestische gitaar met een gevoelige dynamiek. Met deze instelling heeft de gitaar in bijna elke situatie een hogere mate van aanwezigheid. PIËZO: Simuleert het geluid dat u van een element op een elektro-akoestische gitaar zou krijgen. Met deze instelling wordt er tijdens de attack een bepaalde hoeveelheid compressie toegevoegd. Top-Hi Hiermee past u het niveau van het droge geluid van de snaren aan met andere woorden, dit effect past het harmonische gehalte aan. Top-Mid Hiermee past u de manier waarop de bovenblad de snaren beïnvloedt aan met andere woorden, dit effect past de dynamiek aan. Body Hiermee past u de resonans die door de body wordt veroorzaakt aan met andere woorden, dit effect past de zachtheid en dikte van het geluid dat akoestische gitaren kenmerkt aan. * Als Top-Hi, Top-Mid en Body alle drie op -100 zijn ingesteld, is er geen geluid hoorbaar. Akoestische Processor Met deze processor kunt u het geluid dat door het element op een semi-akoestische gitaar wordt geproduceerd wijzigen, zodat u een rijker geluid maakt dat lijkt op dat wat u krijgt als er een microfoon vlak voor de gitaar is geplaatst. Bij een stereo uitvoer worden de beste resultaten bereikt. Effect On/Off OFF, ON Deze parameter schakelt het akoestische processor effect in of uit. Body Hiermee past u de resonans in het geluid die door de body wordt veroorzaakt aan met andere woorden, dit effect past de zachtheid en dikte van het geluid dat akoestische gitaren kenmerkt aan. Mic Distance (microfoonafstand) Hiermee past u de nagebootste afstand tussen de akoestische gitaar en de microfoon die wordt gebruikt om het geluid op te vangen aan. Level (niveau) Hiermee past u het overkoepelende volume van de akoestische processor aan. STD (STANDAARD): Een normale akoestische gitaar. JUMBO: Een akoestische gitaar met een grotere body. Dit model heeft een steviger basgeluid. 90

167 Insert effect parameterfuncties 3 Bands Equalizer Dit is de 3-bands equalizer. * Dit effect kan worden gebruikt als het 8CH COMP EQ algoritme is geselecteerd. High Type Dit effect stelt het equalizer type van het hoge gebied in. SHLV: Hiermee stelt u de equalizer op het shelving type in. PEAK: Hiermee stelt u de equalizer op het peak type in. High Gain SHLV, PEAK db Deze parameter stelt de gain (hoeveelheid boost of cut) van de equalizer van het hoge gebied in. High Freq 800 Hz-61,0 khz Deze parameter stelt de frequentie van de equalizer van het hoge gebied in. High Q 0,5-16,0 Deze parameter stelt het wijzigingsbereik in gain van de frequentie die bij High Freq is ingesteld in. Hoe hoger de waarde, hoe smaller het wijzigingsbereik. Deze parameter is alleen geldig als High Type op PEAK is ingesteld. Mid Gain db Deze parameter stelt de gain (hoeveelheid boost of cut) van de equalizer van het middengebied in. Mid Freq 200 Hz-4,0 khz Deze parameter stelt de frequentie van de equalizer van het middengebied in. Mid Q 0,3-16,0 Deze parameter stelt het wijzigingsbereik in gain van de frequentie die bij Mid Freq is ingesteld in. Hoe hoger de waarde, hoe smaller het wijzigingsbereik. Low Type Dit effect stelt het equalizer type van het lage gebied in. SHLV: Hiermee stelt u de equalizer op het shelving type in. PEAK: Hiermee stelt u de equalizer van het peak type in. Low Gain SHLV, PEAK db Deze parameter stelt de gain (hoeveelheid boost of cut) van de equalizer van het lage gebied in. Low Freq 40 Hz-800 Hz Deze parameter stelt de frequentie van de equalizer van het lage gebied in. Low Q 0,3-16,0 Deze parameter stelt het wijzigingsbereik in gain van de frequentie die bij Low Freq is ingesteld in. Hoe hoger de waarde, hoe smaller het wijzigingsbereik. Deze parameter is alleen geldig als Low Type op PEAK is ingesteld. 4 Bands Equalizer Dit is de 4-bands equalizer * Dit effect kan worden gebruikt als het COSM OD GUITAR AMP, BASS MULTI, COSM BASS AMP of STEREO MULTI algoritme is geselecteerd, en de Effect Type parameter van de 4-Bands Equalizer/Wah op EQ is ingesteld. Effect On/Off Met deze parameter schakelt u de equalizer in of uit. Low Gain OFF, ON db Deze parameter stelt de gain (hoeveelheid boost of cut) van de equalizer van het lage gebied in. Low-Mid Freq 100 Hz-10,0 khz Deze parameter stelt de frequentie van de equalizer van het laagmidden gebied in. Low-Mid Q 0,5-16,0 Deze parameter stelt het wijzigingsbereik in gain van de frequentie die bij Low-Mid Freq is ingesteld in. Hoe hoger de waarde, hoe smaller het wijzigingsbereik. Low-Mid Gain db Deze parameter stelt de gain (hoeveelheid boost of cut) van de equalizer van het laag-midden gebied in. Hi-Mid Freq 800 Hz-61,0 khz Deze parameter stelt de frequentie van de equalizer van het hoogmidden gebied in. Hi-Mid Q 0,5-16,0 Deze parameter stelt het wijzigingsbereik in gain van de frequentie die bij Hi-Mid Freq is ingesteld in. Hoe hoger de waarde, hoe smaller het wijzigingsbereik. Hi-Mid Gain db Deze parameter stelt de gain (hoeveelheid boost of cut) van de equalizer van het hoog-midden gebied in. High Gain db Deze parameter stelt de gain (hoeveelheid boost of cut) van de equalizer van het hoge gebied in. Level (niveau) db Hiermee past u na het equalizer het overkoepelende volume aan. Hoofdstuk 2 91

168 Insert effect parameterfuncties Bassimulator Hiermee simuleert u het geluid van een basgitaar. U kunt dit effect gebruiken om, terwijl u een elektrische gitaar bespeelt, het geluid van een basgitaar te simuleren. Houd er rekening mee, dat u bij gebruik van de bassimulator het spelen van akkoorden beter kunt vermijden. Effect On/Off Deze parameter schakelt het bassimulator effect in of uit. Character (karakter) OFF, ON LOOSE, TIGHT Hiermee stelt u het tonale karakter van de bas in. LOOSE brengt het geluid van een dikkere snaar voort. Level (niveau) Hiermee past u het volume van de bassimulator aan. Bass Cut Filter Met dit filter verwijdert u Vocal pop en overige ongewenste signalen in het laag gebied. Zo simuleert dit effect de bas cut schakelaar die op bepaalde microfoons zit. Effect On/Off Deze parameter schakelt het Bass Cut Filter in of uit. Freq OFF, ON Thru, Hz Normaliter gebruikt u Thru. Echter, als de Attack een ongewenst laagbandse component bevat, kunt u deze parameter gebruiken om de frequentie aan te passen. Chorus Dit effect voegt aan het droge geluid een geluid met een subtiele toonverschuiving toe, waardoor het uiteindelijk uitgaande signaal breder en dieper klinkt. Bij een stereo uitvoer worden de beste resultaten bereikt. Effect On/Off Deze parameter schakelt het chorus effect in of uit. OFF, ON Rate (tempo) Hiermee past u het tempo van het chorus aan. Depth (diepte) Hiermee past u de diepte van het chorus aan. Effect Level (effect niveau) Deze parameter past het overkoepelende volume van het effect geluid aan. Als het COSM OD GUITAR AMP algoritme is geselecteerd Mode (functie) MONO, STEREO Chorus functieselectie. MONO: Dit chorus effect voert van zowel L als R hetzelfde geluid uit. STEREO: Dit is een stereo chorus effect dat aan L en R verschillende chorus geluiden toevoegt. Pre Delay 0,0 ms-40,0 ms Past de tijd aan die nodig is om het effect geluid uit te voeren, nadat het droge geluid is uitgevoerd. Door een langere pre delay tijd in te stellen, krijgt u een effect dat klinkt alsof er meer dan één geluid tegelijk wordt gespeeld (dubbel effect). Hi Cut Freq 700 Hz-11,0 khz, Flat Hiermee krijgt u een milder effect geluid, doordat het component aan de hoge kant boven de ingestelde frequentie wordt verwijderd. Als Flat is geselecteerd, de high cut frequentie geen effect. Als er ander algoritme dan COSM OD GUITAR AMP is geselecteerd * Dit effect kan worden gebruikt als de Effect Type parameter van Modulation op CHORUS is ingesteld. Pre Delay 0,5-50,0 ms Past de tijd aan die nodig is om het effect geluid uit te voeren, nadat het droge geluid is uitgevoerd. 2x2 Chorus Twee aparte stereo chorus eenheden die voor lage en hoge frequentiegebieden worden gebruikt, om zodoende een natuurlijker chorus geluid te maken. * Als de FX FX Select parameter op 2CE is ingesteld, kan dit effect in het COSM OD GUITAR AMP algoritme worden toegepast. Xover Freq 100 Hz-4,00 khz Deze parameter stelt de frequentie waarop de frequentie componenten van het droge geluid in bas en treble banden is verdeeld. Laag tempo (Low Rate) Hiermee past u voor het lage frequentiegebied de snelheid van het chorus effect aan. Lage diepte (Low Depth) Hiermee past u voor het lage frequentiegebied de diepte van het chorus effect aan. Gebruik een instelling van 0, als u dit als dubbel effect wilt gebruiken. Lage Pre-Dly (Low Pre-Dly) 0,0 ms-40,0 ms Hiermee past u de tijd aan die nodig is om het effect geluid uit te voeren, nadat het droge geluid is uitgevoerd. Als u de pre-delay verlengt, krijgt u het gevoel dat er meerdere geluiden worden gemaakt (dubbel effect). Low Level (laag niveau) Past het volume van het lage frequentiegebied aan. 92

169 Insert effect parameterfuncties High Rate (hoog tempo) Hiermee past u voor het hoge frequentiegebied de snelheid van het chorus effect aan. boven dit niveau liggen toegepast. Hoe lager de hier ingestelde waarde, hoe lager het niveau vanaf waar de compressor van kracht is. High Depth (hoge diepte) Hiermee past u voor het hoge frequentiegebied de diepte van het chorus effect aan. Gebruik een instelling van 0, als u dit als dubbel effect wilt gebruiken. High Pre-Dly (Hoge Pre-Dly) 0,0 ms-40,0 ms Hiermee past u de tijd aan die nodig is om het effect geluid uit te voeren, nadat het droge geluid is uitgevoerd. Als u de pre-delay verlengt, krijgt u het gevoel dat er meerdere geluiden worden gemaakt (dubbel effect). Hoog niveau (High Level) Past het volume van het hoge frequentiegebied aan. Compressor Dit effect kan worden gebruikt om een lang sustain geluid te produceren door volumeniveaus in het inkomende signaal af te vlakken. Als het COSM OD GUITAR AMP algoritme is geselecteerd * Als de FX FX Select parameter op 2CE is ingesteld, kan dit effect in het COSM OD GUITAR AMP algoritme worden gebruikt. Aan/uit (On/Off) Deze parameter schakelt het compressor effect in of uit. OFF, ON Knee SOFT, MEDIUM, HARD Deze parameter beïnvloedt de manier waarop (d.w.z. de Knee) in de buurt van de drempel compressie wordt toegepast. SOFT: Met deze Knee instelling wordt de compressie licht toegepast en, als het niveau van het geluidssignaal de drempel nadert, geleidelijk verhoogd. MEDIUM: Met deze Knee instelling wordt compressie enigszins licht toegepast en, als het niveau van het geluidssignaal de drempel nadert, vrij geleidelijk verhoogd. HARD: Met deze Knee instelling wordt er totdat het niveau van het geluidssignaal de drempel heeft bereikt helemaal geen compressie toegepast, en wordt de compressie zodra de drempel is overschreden volledig toegepast in overeenstemming met de verhoudingsinstelling. Ratio (verhouding) 2,0: 1-40,0: 1, INF: 1 Hiermee past u de compressie verhouding aan. Hogere verhoudingen geven een steviger compressor effect. Attack Deze parameter stelt de hoeveelheid tijd in die, zodra het inkomende niveau het ingestelde drempelniveau overschrijdt en de compressie begint, nodig is voordat de compressie verhouding de Ratio instelling bereikt. Hoe hoger deze waarde wordt ingesteld, hoe sneller de compressie wordt toegepast. Hoofdstuk 2 Sustain Hiermee past u het bereik (of de tijdsduur) waarbinnen de signalen van het lage niveau worden versterkt aan. Hoe hoger de waarde, hoe langer de sustain. Attack Hiermee past u de intensiteit van de attack aan. Hoe hoger de waarde hoe scherper de attack, en des te helderder het geluid wordt gedefinieerd. Tone (toon) Past de toon aan. Level (niveau) Past het overkoepelende volume van het effect aan. Als het 8CH COMP EQ algoritme is geselecteerd Aan/uit (On/Off) Deze parameter schakelt het compressor effect in of uit. Threshold (drempel) OFF, ON -48 db-0 db Pas deze parameter zo aan dat hij met het inkomende signaal overeenkomt. Het compressor effect wordt op ingaande niveaus die Release Stelt de hoeveelheid tijd in die, zodra het signaal onder het ingestelde drempelniveau komt, nodig is voordat de compressie wordt verwijderd. Hoe lager deze waarde wordt ingesteld, hoe sneller de compressie wordt verwijderd, zodat het gemakkelijker wordt om het geluid van achtereenvolgens bespeelde snaren te onderscheiden. Level (niveau) Past het volume van het effect geluid aan. 0,0 db-24 db Als er ander algoritme dan 8CH COMP EQ is geselecteerd Aan/uit (On/Off) Deze parameter schakelt het compressor effect in of uit. OFF, ON Sustain Hiermee past u het bereik (of de tijdsduur) waarbinnen de signalen van het lage niveau worden versterkt aan. Hoe hoger de waarde, hoe langer de sustain. Attack Hiermee past u de intensiteit van de attack aan. Hoe hoger de waarde hoe scherper de attack, en des te helderder het geluid wordt gedefinieerd. 93

170 Insert effect parameterfuncties Level (niveau) Past het volume van het effect geluid aan. 0,0 db-24 db Deze parameter regelt het ingaande niveau. Hoe hoger deze waarde, hoe dieper het effect. COSM Comp/Limiter (COSM Compressor/Limiter) Dit effect kan worden gebruikt om, door de volumeniveaus van de inkomende signalen af te vlakken, een lang sustain geluid te produceren. Daarnaast kunt u het als limiter gebruiken, om zodoende slechts extreem hoge volumeniveaus te onderdrukken en distortion te voorkomen. Een limiter is een effect dat door inkomende signalen, die een bepaalde waarde (d.w.z. de drempelwaarde) overschrijden te onderdrukken. U kunt met een compressor hetzelfde effect bereiken door de drempelwaarde laag in te stellen. De BR-1600CD gebruikt COSM technologie om vier soorten BR-1600CD compressor/limiter effecten te maken, die de functies van een compressor en limiter combineren. Effect On/Off Schakelt de compressor/limiter in (ON) of uit (OFF). OFF, ON Type Selecteert het compressor/limiter type. BOSSCmp Bootst de compacte effecten van de BOSS CS-3 na. D-Comp Bootst de MXR dyna comp na. Rack160 Bootst de dbx 160x na. VtgRack Bootst de UREI 1178 na. Attack (Actief als de BOSSComp of D-Comp is geselecteerd). Deze parameter past de intensiteit van de pluk attack die wordt geproduceerd als de snaren worden bespeeld aan. Hoe hoger de waarde hoe scherper de attack, en des te helderder het geluid wordt gedefinieerd. Sustain (Als de BOSSComp of D-Comp is geselecteerd). Versterkt de signalen van het lage niveau, en past de tijdsduur waarbinnen geluiden worden aangehouden. Hoe hoger de waarde, hoe dieper het effect en des te langer de sustain (doorklank). Threshold (drempel) (Actief als de Rack 160 is geselecteerd). Pas deze parameter zo aan dat hij met het inkomende signaal van uw basgitaar overeenstemt. Op inkomende signalen die dit niveau overschrijden wordt Compressie toegepast. Hoe kleiner de hier ingestelde waarde, hoe lager het niveau waarop de limiter functioneel wordt. Input (invoer) (Actief als de VtgRack is geselecteerd). Ratio (Rack160) 1:1 20:1, inf:1 (VtgRack) 4:1 20:1 (Actief als de VtgRack is geselecteerd). Deze parameter stelt de hoeveelheid tijd in die, zodra het inkomende niveau het ingestelde drempelniveau overschrijdt en de compressie begint, nodig is voordat de compressie verhouding de Ratio instelling bereikt. Hoe hoger deze waarde wordt ingesteld, hoe sneller de compressie wordt toegepast. Release (Actief als de VtgRack is geselecteerd). Stelt de hoeveelheid tijd in die, zodra het signaal onder het ingestelde drempelniveau komt, nodig is voordat de compressie wordt verwijderd. Hoe lager deze waarde wordt ingesteld, hoe sneller de compressie wordt verwijderd, zodat het gemakkelijker wordt om het geluid van achtereenvolgens bespeelde snaren te onderscheiden. Tone (toon) (Actief als de BOSSComp is geselecteerd). Deze parameter past de toon aan. Hoe hoger de waarde, hoe meer de hogere frequenties worden versterkt, des te harder het geluid. Level (niveau) Past het overkoepelende volume van het effect geluid aan. COSM Overdrive/Distortion Dit effect vervormt het geluid om zodoende een lange sustain te creëren. Effect On/Off Schakelt het Overdrive/Distortion effect in of uit. Type Selecteert het type distortion. BLUES OD TURBO OD BOOSTER DISTORT AMERCAN GUV DS OD-1 TSCREAM DST+ 60S FUZ OCT FUZ MUF FUZ MT-2 R-MAN HVY MTL OFF, ON Dit is een crunch geluid van de BOSS BD-2. Dit is het high gain overdrive geluid van de BOSS OD-2. Dit is een booster die goed werkt voor COSM versterkers. Dit geeft een basaal, traditioneel distortion geluid. Dit bootst een Proco RAT na. Dit bootst een Marschall GUV-NOR na. Dit is het geluid van de BOSS OD-1. Dit bootst een Ibanez TS808 na. Dit bootst een MXR DISTORTION na. Dit bootst een FUZZFACE na. Dit bootst een ACETONE FUZZ na. Dit bootst een Electro-Harmonix Big Muff π na. Dit is het geluid van de BOSS MT-2 Dit bootst een ROCKMAN na. Dit creëert een stevige distortion. Drive Past de diepte van de distortion aan. 94

171 Insert effect parameterfuncties Bass Past de toon van het lage frequentiegebied aan. Treble Past de toon van het hoge frequentiegebied aan. Level (niveau) Past het overkoepelende volume van het overdrive/distortion geluid aan. COSM voorversterker en speaker (COSM PreAmp&Speaker) De COSM technologie speelt een onmisbare rol in het simuleren van de onderscheidende kenmerken van diverse versterkers in het Preamp gedeelte, en wordt in het Speaker Simulator gedeelte tevens gebruikt om diverse speaker maten en speakerbox constructies te simuleren. Effect On/Off OFF, ON Deze parameter schakelt het Preamp/Speaker simulator effect in of uit. Type Hiermee stelt u het type gitaarversterker in. Hieronder worden de distortion en toon kenmerken van elke versterker afgebeeld: JC-120 JAZZCMB FULLRNG CLEANTW PROCRNC TWEED CRUNCH BLUES STKCRNC VO DRV VO LEAD VO CLEAN MCH DRV MCH LEAD FAT MCH BG LEAD BG DRV BG RHY MS (1) MS (1+2) Het geluid van de Roland JC-120. Het geluid dat geschikt is voor jazz. Dit is een geluid met een vlakke respons. Dit bootst een Fender Twin Reverb na. Dit bootst een Fender Pro Reverb na. Dit bootst een Fender Bassman 4 x 10 Combo na. Dit is een crunch geluid dat natuurlijke distortion kan voortbrengen. Dit is een geluid dat geschikt is voor blues. Dit is een crunch geluid met high gain. Dit bootst het drive geluid van een Vox AC-30TB na. Dit bootst het lead geluid van een Vox AC-30TB na. Dit bootst het cleane geluid van een Vox AC-30TB na. Dit bootst de geluidsinvoer naar de linker ingang op een Matchless D/C-30 na. Dit bootst de geluidsinvoer naar de rechter ingang op een Matchless D/C-30 na. Dit bootst het geluid van een Matchless met een aangepaste hoge gain na. Hiermee bootst u het lead geluid van de MESA/ Boogie combo versterker na. Dit bootst het lead geluid van een MESA/Boogie met de TREBLE SHIFT schakelaar ingeschakeld (ON) na. Dit bootst het ritmische kanaal van een MESA/ Boogie na. Dit bootst de geluidsinvoer op ingang 1 (Input I) van een Marshall 1959 na. Dit bootst de geluidsinvoer op ingang 1 en 2, parallel op elkaar aangesloten, van een Marshall 1959 na. MS HI-G RF RED RF ORNG RF VNTG SLDN DRV STK LEADSTK 5150DRV MTL STK MTLLEAD Gain Past de distortion van de versterker aan. Bass Past de toon van het lage frequentiegebied aan. Middle Past de toon van het midden frequentiegebied aan. Treble Past de toon van het hoge frequentiegebied aan. Presence Past de toon van het ultra-hoge frequentiegebied aan. * Als u VO DRV, VO LEAD, VO CLEAN, MCH DRV MCH LEAD of FAT MCH als type heeft geselecteerd, wordt het hoge gebied verwijderd nadat u de presence verhoogt (de waarde verandert van 0 naar 100). Level (niveau) Past het overkoepelende volume van de gehele voorversterker aan. * Let erop dat u de niveau instelling niet te hoog instelt. Bright (helderheid) Schakelt de bright instelling in of uit. OFF: Er wordt geen helderheid toegevoegd. OFF, ON ON: Er wordt helderheid toegevoegd om een lichtere, frisse toon te maken. Bij sommige Type instellingen wordt dit niet weerggeven. Gain schakelaar LOW, MIDDLE, HIGH Past de distortion die door de versterker wordt voortgebracht aan, waarbij het niveau voor laag, midden en hoog (LOW, MIDDLE en HIGH) respectievelijk wordt verhoogd. * Het geluid van elk afzonderlijke type wordt gemaakt in de veronderstelling dat de gain op MIDDLE staat. Het is daarom gebruikelijk om deze instelling te gebruiken. Speaker schakelaar Dit bootst het geluid van een Marshall 1959 met een aangepaste boost van het middengebied aan. Dit bootst het lead kanaal van een MESA/Boogie Dual Rectifier na. Dit bootst het ritmische kanaal van een MESA/ Boogie Dual Rectifier na. Dit bootst een MESA/Boogie Dual Rectifier met de VINTAGE schakelaar ingeschakeld (ON) na. Dit bootst een Soldano SLO-100 na. Dit is een drive geluid met high gain. Dit is een lead geluid met high gain. Dit bootst het lead kanaal van een Peavey EVH 5150 na. Dit is een drive geluid dat geschikt is voor metal. Dit is een lead geluid dat geschikt is voor metal. Schakelt de speaker simulator in of uit. OFF, ON Hoofdstuk 2 95

172 Insert effect parameterfuncties Speaker Type 1x10 1x12 2x12 4x12 8x12 ORG Microfoon instelling CENTER, 1 cm-10 cm Hiermee simuleert u de positie van de microfoon. CENTER simuleert de situatie dat de microfoon in het midden van de speakerkast is geplaatst betekent dat de microfoon van het midden van de speakerkast af is geplaatst. Microfoon niveau (Mic Level) Past het volume van de microfoon aan. Direct Level (droog niveau) Past het volume van het droge geluid aan. * Als het FULLRNG type voorversterker is geselecteerd, dient Mic Level op 100 en Direct Level op 0 te zijn ingesteld. Amb Pre-Dly 0,5 ms-50,0 ms Deze parameter past de delay tussen het oorspronkelijke geluid en de uitgevoerde ambiance (bijv. kamerreflecties) aan. Amb Size (amb omvang) 5,0 m-50,0 m Deze parameter past, door te variëren in kamergrootte, het geluid van de ambiance aan. Hoe hoger de waarde, hoe langer de ambiance en des te groter het gevoel van ruimtelijkheid. Amb Density (amb compactheid) 0-10 Deze parameter past de dichtheid van de ambiance aan. Hoe hoger de waarde, hoe compacter het geluid. Amb HF Damp Dit is een compacte 10 inch speaker met open achterkant. Dit is een compacte 12 inch speaker met open achterkant. Dit is een algemene speaker met open achterkant en twee stuks van 12 inch. Dit is een optimale speaker voor een grote gesloten versterker met vier stuks van 12 inch. Dit is een double stack van twee kasten, elk met vier stuksvan 12 inch. Dit is de ingebouwde speaker van de versterker die u bij Type heeft geselecteerd. DARK, NORMAL, BRIGHT Deze parameter past de toon van de ambiance aan. DARK: Hogere frequenties ebben relatief snel weg, zodat er een ambiance wordt voortgebracht die donkerder klinkt. NORMAL: Met deze instelling wordt er een ambiance met een standaard klank voortgebracht. BIRGHT: Hogere frequenties ebben relatief langzaam weg, zodat er een ambiance wordt voortgebracht die helderder klinkt. Amb Level (amb niveau) Past het volume van de ambiance aan. De-esser Dit effect is nuttig als u sisklanken (waaronder harde S geluiden) die door vocalisten worden voortgebracht wilt verminderen. Effect On/Off Deze parameter schakelt het de-esser effect in of uit. OFF, ON Sibilant Level (Sisniveau) Hiermee past u de gevoeligheid in relatie tot het ingaande volume aan, en regelt u de manier waarop het effect wordt toegepast. Level (niveau) Past het overkoepelende volume van het effect aan. Defretter Dit effect simuleert het effect van een bas zonder frets. Effect On/Off Deze parameter schakelt het defretter effect in of uit. OFF, ON Sensitivity (gevoeligheid) Hiermee regelt u de invoergevoeligheid van de defretter. Pas deze parameter net zolang aan tot de harmonische overgangen van uw gitaar natuurlijk klinken. Attack Deze parameter regelt de attack van de defretter. Als u de waarde verhoogt, worden de harmonieën langzamer gewijzigd, zodat er en relatief attack-loos geluid ontstaat, wat lijkt op dat van een fretloze bas. Depth (diepte) Dit regelt de hoeveelheid harmonieën. Hoe hoger de waarde, hoe hoger het harmonische gehalte, zodat er een ongewoner geluid ontstaat. Als het COSM OD GUITAR AMP algoritme is geselecteerd Tone (toon) Past de mate van onscherpte in de overgangen tussen de noten aan. Resonance (resonans) Voegt een kenmerkende resonerende kwaliteit aan het geluid toe. Effect Level (effect niveau) Past het volume van het defretter geluid aan. Direct Level (droog niveau) Past het volume van het droge geluid aan. Als er ander algoritme dan COSM OD GUITAR AMP is geselecteerd Level (niveau) Past het volume van het defretter geluid aan. 96

173 Insert effect parameterfuncties Delay Door een vertraagd geluid op het droge geluid toe te passen, creëert dit effect een breder geluid. Effect On/Off Deze parameter schakelt het delay effect in of uit. Type OFF, ON SINGLE, PAN Deze parameter selecteert het type delay dat wordt gebruikt. SINGLE: Een eenvoudige delay. Pan: Het vertraagde geluid wordt over de linker en rechter kanalen verdeeld. Dit type delay is effectief als u een stereo uitvoer gebruikt. Distance Als microfoons dicht bij de geluidsbron worden geplaatst, vertonen ze vaak een versterking in de lagere frequenties. Dit wordt het Proximity effect genoemd. Om dit fenomeen te simuleren, wordt gebruik gemaakt van het Distance effect. Effect On/Off OFF, ON Deze instelling schakelt Distance in of uit. Prox.Fx -12 db-+12 db Deze parameter wordt gebruikt om het Proximity effect, zoals hierboven beschreven, aan te passen. Als u dit in de [+] richting verandert, wordt de microfoon naar de geluidsbron toe verplaatst; bij verandering in de [-] richting van de geluidsbron af. Feedback Deze parameter past de hoeveelheid feedback aan. Als u de hoeveelheid feedback wijzigt, zorgt dit er tevens voor dat het aantal keren dat de afzonderlijke herhalingen van het vertraagde geluid worden gewijzigd. Effect Level (effect niveau) Past het overkoepelende volume van het delay geluid aan. Als het COSM OD GUITAR AMP algoritme is geselecteerd Delay Time (delay tijd) 0 ms-1800 ms Deze parameter past de delay tijd (d.w.z. de interval waarover het geluid wordt vertraagd) aan. Tap Time (tap tijd) 0%-100% (Type = Pan) Past de delay tijd van de delay van het rechter kanaal aan. Deze instelling past de delay tijd van het R kanaal in verhouding tot de delay tijd van het L kanaal (die als 100% wordt beschouwd) aan. Time (tijd) cm Dit simuleert het tijdsverschil dat door de afstand vanaf de geluidsbron ontstaat. Doubling (dubbelen) Door een geluid dat lichtelijk vertraagd is aan het droge geluid toe te voegen, geeft het dubbel effect de indruk dat er meerdere bronnen tegelijkertijd worden bespeeld. Bij een stereo uitvoer worden de beste resultaten bereikt. * Dit effect kan worden gebruikt als de Effect Type parameter van Modulation op DOUBL N is ingesteld. Effect On/Off OFF, ON Deze parameter schakelt het dubbel effect in of uit. Delay Time (delay tijd) 0,5-50,0 ms Deze parameter past de delay tijd (d.w.z. de interval waarover het geluid wordt vertraagd) aan. Hoofdstuk 2 Hi Cut Freq 700 Hz-11,0 khz, Flat Dit stelt de frequentie waarop de hoge cut filter begint te werken aan. Hiermee kunt u door het component in het hoge gebied, boven de ingestelde frequentie, te verwijderen een mild effect geluid creëren. Wanneer dit op Flat is ingesteld, is de hoge cut frequentie uitgeschakeld of heeft hij geen effect. Als er ander algoritme dan COSM OD GUITAR AMP is geselecteerd Delay Time SINGLE: ms, PAN: Deze parameter past de delay tijd (d.w.z. de interval waarover het geluid wordt vertraagd) aan. Separation (scheiding) Deze parameter past de diffusie met andere woorden de panning van het droge geluid en het effect geluid naar links en rechts aan. Bij een stereo uitvoer heeft dit het beste effect. Effect Level (effect niveau) Dit past het overkoepelende volume van het delay geluid aan. 97

174 Insert effect parameterfuncties Enhancer Door - ten opzichte van het droge geluid - out-of-phase geluiden toe te voegen, verhoogt dit effect de definitie van het geluid, en zorgt het ervoor dat het geluid in de mix meer aanwezig is. Effect On/Off Deze parameter schakelt het enhancer effect in of uit. OFF, ON Sensitivity (gevoeligheid) Past de manier waarop de enhancer, wat betreft de inkomende signalen, wordt toegepast. Frequentie (Frequency) 1,0-10,0 khz Stelt de frequentie vanaf wanneer de enhancer wordt toegepast in. Het effect wordt merkbaar in frequenties boven de frequentie liggen die hier is ingesteld. Mix niveau (Mix Level) Stelt van het gebied dat door Frequency is bepaald de hoeveelheid phase-verschoven geluid die met de invoer gemengd dient te worden in. Laag mix niveau (Low Mix Level) Stelt van het lage frequentiegebied de hoeveelheid phase-verschoven geluid die met de invoer gemengd dient te worden in. Het bereik van dit lage frequentiegebied staat vast en kan niet worden gewijzigd. Level (niveau) Past het overkoepelende volume van het geluid waarop het enhance effect is toegepast aan. Flanger Dit algoritme brengt een zogenaamd flanger effect voort, waardoor het lijkt alsof het geluid opstijgt. * Als het COSM OD GUITAR AMP algoritme is geselecteerd, kan dit effect worden gebruikt als de FX Select van de FX op FL is ingesteld. Als er ander algoritme dan COSM OD GUITAR AMP is geselecteerd, kan dit effect worden gebruikt als het Effect Type van Modulation op FLANGER is ingesteld. Effect On/Off Deze parameter schakelt het flanger effect in of uit. OFF, ON Rate (tempo) Bepaalt het tempo van het flanger effect. Depth (diepte) Bepaalt de diepte van het flanger effect. Manual (handmatig) Deze parameter stelt de midden frequentie vanaf waar het effect wordt toegepast in. waarde, hoe meer nadruk het flanger effect krijgt, zodat er een ongebruikelijker geluid wordt voortgebracht. Separation (scheiding) Deze parameter past de diffusie aan. Hogere waarden zorgen voor een grotere diffusie, wat effectief is als u gebruik maakt van een stereo uitvoer. Als het COSM OD GUITAR AMP algoritme is geselecteerd Effect Level (effect niveau) Dit past het volume van het flanger geluid aan. Direct Level (droog niveau) Dit past het volume van het droge geluid aan. Foot Volume (voetvolume) Geeft het volume tussen effecten aan. Door een expressiepedaal te gebruiken om het voetvolume te regelen, kunt u het volume van het uitgaande geluid vloeiend wijzigen. Zie Een expressiepedaal gebruiken (p. 84), voor een gedetailleerde uitleg. Foot Volume Aan/Uit Schakelt het voetvolume in of uit. Humanizer OFF, ON Hiermee kunt u geluiden maken die klinken als menselijke klinkers. Als het COSM OD GUITAR AMP algoritme is geselecteerd, kan dit effect worden gebruikt als de FX Select van de FX op HU is ingesteld. Vowel1 (klinker 1) Hiermee selecteert u de eerste klinker. Vowel2 (klinker 2) Hiermee selecteert u de tweede klinker. A, E, I O, U A, E, I O, U Tempo (Rate) Hiermee past u de cyclus waarin de twee klinkers rouleren aan. Depth (diepte) Hiermee past u de diepte van het effect aan. Manual (handmatig) Hierdoor wordt het punt waarop de twee klinkers worden gewisseld bepaald. Als dit op 50 is ingesteld, worden klinker 1 en klinker 2 in dezelfde tijdsduur gewisseld. Als dit lager dan 50 is ingesteld, is de tijdsduur voor klinker 1 korter, en als dit hoger dan 50 is ingesteld, is de tijdsduur van klinker 1 langer. Level (niveau) Past het overkoepelende volume van het humanizer geluid aan. Resonance (resonans) Bepaalt de hoeveelheid resonans (of feedback). Hoe hoger deze 98

175 Insert effect parameterfuncties Limiter Lo-Fi Box Een limiter is een effect dat distortion voorkomt, door inkomende signalen die een bepaalde waarde (d.w.z. de drempel) overschrijden te onderdrukken. Effect On/Off OFF, ON Deze parameter schakelt het limiter effect in of uit. Als het COSM OD GUITAR AMP algoritme is geselecteerd Threshold (drempel) Pas deze parameter zo aan dat hij met het inkomende signaal overeenstemt. De limiter is van toepassing op ingaande signalen die dit niveau overschrijven. Release Deze past de tijdsduur aan vanaf het moment dat het signaalniveau onder drempel komt totdat de limiter functie stopt. Tone (toon) Past de toon aan. Level (niveau) Past het overkoepelende volume van het effect aan. Als er ander algoritme dan COSM OD GUITAR AMP is geselecteerd Threshold (drempel) db Pas deze parameter zo aan dat hij met het inkomende signaal overeenstemt. De limiter is van toepassing op ingaande signalen die dit niveau overschrijven. Attack Deze past de tijdsduur vanaf het moment dat het inkomende signaal het drempelniveau totdat het effect actief wordt aan gerekend Dit effect wordt gebruikt om een lo-fi geluid voort te brengen. Effect On/Off Deze parameter schakelt het lo-fi box effect in of uit. Effect type Selecteert de functie van de lo-fi box. OFF, ON RADIO: Het geluid klinkt alsof het vanaf een AM radio wordt gespeeld. Door de Tuning instelling te wijzigen, kunt u de korte geluiden die zouden optreden als u de tuning frequentie van de radio zou aanpassen simuleren. PLAYER: Het geluid klinkt alsof het op vanaf een grammofoonplatenspeler wordt gespeeld. Ook naaldgeluiden die door krassen en stof op de plaat worden veroorzaakt worden gesimuleerd. DIGITAL: Met deze instelling kunt u een lo-fi geluid creëren door het sampletempo te verlagen en/of het aantal bits te verminderen. Met behulp van een bank die uit in series aaneengeschakelde filters die real-time aanpassingen kunnen maken bestaat, kunt u het geluid vrijelijk vervormen. Als het RADIO of PLAYER is geselecteerd Tuning Deze parameter wordt gebruikt bij de RADIO instelling en simuleert de korte geluiden die zouden optreden als u de tuning frequentie van de radio zou aanpassen. Hoofdstuk 2 Release Deze past de tijdsduur vanaf het moment dat het signaalniveau onder drempel komt, totdat de limiter functie stopt aan. Detect HPF (HPF opsporen) THRU, Hz Hiermee past u voor het opsporen van het niveau de cutoff frequentie aan. Als u Thru selecteert, functioneert dit als een conventionele limiter. Level (niveau) db Past het overkoepelende volume van het effect aan. Low Cut Filter Dit filter wordt gebruikt om ongewenste laagbandse geluiden als microfoon pop geluiden te elimineren. Effect On/Off Deze parameter schakelt het low cut filter effect in of uit. Invert (Omzetten) OFF, ON OFF, ON Deze parameter schakelt de microfoon phase van uit (OFF) (phase is hetzelfde als invoer) naar aan (ON) (phase is het tegenovergestelde van invoer). Freq Hz Deze parameter past de cutoff frequentie van het low cut filter aan. Wow Flutter Deze parameter wordt gebruikt bij de PLAYER instelling, en simuleert de wow en flutter die optreden als de snelheid van de draaitafel niet constant is. Noise (ruis) Deze parameter wordt gebruikt om ruis te simuleren. Filter Deze parameter past het filter aan. D:E Balance 100:0-0:100 Hiermee kunt u de balans tussen het droge en het effect volume aanpassen. Als DIGITAL is geselecteerd Pre Filter OFF, ON Het filter vermindert de hoeveelheid digitale distortion. Wanneer deze functie is uitgeschakeld, kunt u een intens lo-fi geluid met digitale distortion creëren. Sample rate (sample tempo) OFF, 1/2,-1/32 Met deze parameter kunt u het sample tempo aanpassen. 99

176 Insert effect parameterfuncties Bit OFF, 15-1 Past de hoeveelheid data bits aan. Wanneer deze parameter is uitgeschakeld, blijft het aantal data bits ongewijzigd. Als er een extreem laag aantal bits is geselecteerd, kan het zijn dat er bij bepaalde invoerbronnen luide geluiden binnenkomen, zelfs als er geen ingaand geluid is. Verhoog in dergelijke gevallen de drempelwaarde van de ruisonderdrukker. Post Filter OFF, ON Dit filter reduceert de mate van digitale distortion die door de lo-fi wordt voortgebracht. Door dit uit te schakelen, kunt u een extreem lo-fi geluid creëren. Effect Level (effect niveau) Past het overkoepelende volume van het lo-fi geluid aan. Direct Level (droog niveau) Past het volume van het droge geluid aan. Modify filter (aanpassingsfilter) Deze parameter selecteert het filter type OFF LPF BPF HPF Cutoff Freq Deze parameter past de cutoff frequentie aan. Resonance (resonans) Deze parameter past de resonans aan. Gain db Past het volume niveau van het geluid dat door het aanpassingsfilter is heen gegaan aan. Mic converter Dit effect kan de kenmerken van een goedkope microfoon voor algemeen gebruik in die van een dure studio microfoon omzetten (m.a.w. microfoon conversie). Bovendien kan dit effect, als het wordt gebruikt voor een part dat al is opgenomen, dezelfde tonale wijzigingen voortbrengen als wanneer het microfoon type of de afstand gewijzigd zou worden. Zodoende voegt dit effect aan een instrumentale uitvoering die via een directe lijn invoer is opgenomen het gevoel van een akoestische ruimte toe, zodat het lijkt alsof het geluid door een microfoon is opgenomen (m.a.w. Lijn microfoon conversie). Effect On/Off Deze parameter schakelt het Mic Converter effect in of uit. OFF, ON Input (invoer) Selecteert het microfoon type dat voor de opname van de part eigenlijk is gebruikt. DR-20 Sml.Dy Hed.Dy Min.Cn Flat Er wordt geen aanpassingsfilter gebruikt. Er wordt een low-pass filter gebruikt. Er wordt een band-pass filter gebruikt. Er wordt een high-pass filter gebruikt. Roland DR-20 Kleine dynamische microfoon Dynamische microfoon die op het hoofd wordt gedragen Miniatuur condensatormicrofoon Lijn invoer DR-20 AKGC3K Output Geeft aan welke microfoon er gesimuleerd wordt. Een dynamische microfoon voor algemeen gebruik die kan worden gebruikt voor instrumenten of vocalen. Deze is uitermate geschikt voor gitaarversterk- Sml.Dy ers of snare drums. Een populaire dynamische microfoon die voor vocalen wordt gebruikt en een uitgebreid midden ge- Voc.Dy bied heeft. Een dynamische microfoon met een uitgebreid laag Lrg.Dy gebied. Deze is effectief bij gebruik van bass drums, toms en soortgelijke geluiden. Een kleine condensatormicrofoon die voor verschillende instrumenten wordt gebruikt en een sprankelend hoog heeft. Deze is vooral effectief als hij voor Sml.Cn percussie en akoestische gitaren wordt gebruikt. Een flat-response condensatormicrofoon die effectief Lrg.Cn is als hij voor vocalen, gesproken stukken, akoestische instrumenten e.d. wordt gebruikt. VA vintage condensatormicrofoon die effectief is als Vnt.Cn hij voor vocalen, akoestische instrumenten e.d. wordt gebruikt. Een microfoon met een vlakke frequentie gevoeligheid. Deze kan worden geselecteerd om de kenmerken van de microfoon die voor opname wordt Flat gebruikt te elimineren. * Als er als Output een microfoon van het condensator type wordt geselecteerd, wordt de gevoeligheid van het lage gebied uitgebreid, wat de ruis van het lage gebied zou kunnen versterken wanneer dit door de microfoonstandaard heen gaat. Gebruik in dergelijke gevallen het bass cut filter om de ongewenste ruis in het lage gebied te verwijderen of gebruik tijdens de opname een isolatie mount op uw microfoonstandaard. (*:Een microfoonhouder met rubber dat de trillingen absorbeert). Phase Geeft de phase van de microfoon aan. NORMAL de uitvoer heeft dezelfde phase als de invoer INVERSE de uitvoer heeft de tegenovergestelde phase als de invoer Noise Suppressor Dit effect wordt gebruikt om ruis en zoemen te verminderen. Aangezien deze functie in overeenstemming met de envelope van het geluid (oftewel de manier waarop het volume binnen een bepaalde tijdsduur fluctueert) werkt, heeft dit erg weinig effect op het geluid zelf en wordt het natuurlijke karakter van het geluid niet beïnvloed. Effect On/Off Roland DR-20 AKG C3000B Deze parameter schakelt de ruisonderdrukker in of uit. OFF, ON Threshold (drempel) Pas deze parameter zo aan, dat het met het volume van de ruis overeenkomt. Als de ruis relatief luid is, is een hogere instelling geschikt. Selecteer een lagere instelling, als de ruis laag is. Pas deze waarde net zo lang aan tot het wegebben van het geluid zo natuurlijk mogelijk klinkt. * Als u bij Threshold hogere instellingen gebruikt, kan dit ervoor zorgen dat er geen geluid wordt voortgebracht als het instrument wordt bespeeld met het volume laag gedraaid. 100

177 Insert effect parameterfuncties Release Past de tijd aan tussen het activeren van de ruisonderdrukken en het moment waarop het volume tot nul is teruggebracht. Octave (octaaf) Dit effect dupliceert parts van een octaaf lager, om zo een rijker geluid te creëren. Effect On/Off Deze parameter schakelt het octaaf effect in of uit. OFF, ON Octave level (octaaf niveau) Hiermee past u het volume van het geluid één octaaf lager aan. Direct Level (droog niveau) Past het volume van het droge geluid aan. Pan Als het volumeniveau van de linker en rechterzijde afwisselend wijzigen, kunt u bij het afspelen van het geluid in stereo een effect krijgen, waarmee het lijkt alsof het gitaargeluid tussen de speakers heen en weer vliegt. * Dit effect kan in het COSM OD GUITAR AMP algoritme worden gebruikt, als de FX Select parameter van FX op PAN is ingesteld. Wave shape (golfvorm) Hiermee stelt u de wijzigingen in volumeniveau in. Rate (tempo) Past de frequentie (snelheid) van de wijziging aan. Depth (diepte) Past de diepte van het effect aan. Phaser Door gedeelten die in phase variëren aan het droge geluid toe te voegen, geeft het phaser effect het geluid een suizend, draaiend gevoel. * Als het COSM OD GUITAR AMP algoritme is geselecteerd, kan dit effect worden gebruikt als de FX Select van FX op PH is ingesteld. Als er ander algoritme dan COSM OD GUITAR AMP is geselecteerd, kan dit effect worden gebruikt als het Effect Type van de modulatie functie op PHASER is ingesteld. Effect On/Off OFF, ON Deze parameter schakelt het phaser effect in of uit. 4STAGE 8STAGE 12STAGE BIPHASE Dit is een effect met vier fasen. Er wordt een licht phaser effect voortgebracht. Dit is een effect met acht fasen. Er wordt een populair phaser effect voortgebracht. Dit is een effect met twaalf fasen. Er wordt een diep phaser effect voortgebracht. Dit is een phaser met twee faseverschoven circuits die in serie zijn verbonden. Rate (tempo) Hiermee stelt u het tempo van de phaser in. Depth (diepte) Past de diepte van de phaser aan. Manual (handmatig) Past de midden frequentie van de phaser aan. Resonance (resonans) Deze parameter past de resonans (of feedback) aan. Hoe hoger de waarde, hoe meer accent het effect krijgt, waardoor er een ongebruikelijker geluid ontstaat. Step (stap) OFF, ON Hiermee schakelt u de stapfunctie in of uit. Als de stapfunctie is ingeschakeld, vindt de wijziging in het geluid stapsgewijs plaats. Effect Level (effect niveau) Past het volume van de phaser aan. Direct Level (droog niveau) Past het volume van het droge geluid aan. Als er ander algoritme dan COSM OD GUITAR AMP is geselecteerd Rate (tempo) Hiermee stelt u het tempo van het Phaser effect in. Depth (diepte)0-100 Bepaalt de diepte van het Phaser effect. Manual (handmatig) Past de midden frequentie van het Phaser effect aan. Resonance (resonans) Past de resonans (of feedback) aan. Hoe hoger de waarde, hoe meer accent het effect krijgt, waardoor er een ongebruikelijker geluid ontstaat. Hoofdstuk 2 Als het COSM OD GUITAR AMP algoritme is geselecteerd Type Selecteert het aantal fasen, waarvan het phaser effect gebruik zal maken. Element simulator Deze produceert het geluid van verschillende element typen. U kunt zelfs met een single-coil gitaar geluiden met een vet humbucker element maken. 101

178 Insert effect parameterfuncties * Als het COSM OD GUITAR AMP algoritme is geselecteerd, kan dit effect worden gebruikt als de FX Select van FX op PIC is ingesteld. Type Selecteert het element type S TO H Deze converteert het geluid van een single (Single to Hum) coil element naar dat van een humbucker. H TO S Deze converteert het geluid van een humbucker (Hum to Single) naar dat van een single coil element. H TO HF (Hum to Half-tone) Tone Past de toon aan. Level (niveau) Past het volume aan. Pitch shifter (toonverschuiver) Dit effect verplaatst de toon van het oorspronkelijke geluid binnen een bereik van maximaal twee octaven op en neer. * Als het COSM OD GUITAR AMP algoritme is geselecteerd, kan dit effect worden gebruikt als de FX Select van FX op PS is ingesteld. Als er ander algoritme dan COSM OD GUITAR AMP is geselecteerd, kan dit effect worden gebruikt als het Effect Type van de modulatie functie op P.SHIFT is ingesteld. Effect On/Off OFF, ON Deze parameter schakelt het toonverschuiving effect in of uit. Als het COSM OD GUITAR AMP algoritme is geselecteerd Voice (stem) 1-VOICE, 2-MONO, 2-ST, 1- PEDAL Hiermee selecteert u het aantal stemmen van het toonverschoven geluid. Deze converteert het geluid van een humbucker naar het half-tone geluid van een single coil element. 1-VOICE: Eenstemmig toonverschoven geluid dat mono wordt uitgevoerd. 2-MONO: Tweestemmig toonverschoven geluid (PS1, PS2) dat mono wordt uitgevoerd. 2-ST (2-stereo): Tweestemmig toonverschoven geluid (PS1, PS2) dat door linker en rechterkanalen wordt uitgevoerd. 1-PEDAL: Het toonverschoven geluid van één enkele bron wordt mono uitgevoerd. Als het expressiepedaal wordt ingedrukt, kan de toon met de hoeveelheid toonverschuiving die bij Pitch is ingesteld worden gevarieerd. Zie Een expressiepedaal gebruiken (p. 84), voor meer gedetailleerde informatie. Mode (functie) FAST, MEDIUM, SLOW FAST, MEDIUM, SLOW: De respons is in de volgorde FAST, MEDIUM, SLOW respectievelijk trager, maar de modulatie wordt in dezelfde volgorde verminderd. Pitch (toon) Past in stappen van een halve toon de hoeveelheid toonverschuiving (de mate waarin de toon verandert) aan. Als u bij Voice 1- PEDAL heeft geselecteerd, kan de toon als het expressiepedaal wordt ingedrukt worden gevarieerd met de hoeveelheid toonverschuiving die met behulp van deze parameter is ingesteld. Fine (fijnafstemming) Hiermee kunt u verfijnde aanpassingen in de toonverschuiving maken. * De hoeveelheid wijziging in Fine 100 is gelijk aan die van de Pitch 1 instelling. Pre Delay 0 ms-300ms Past de tijd vanaf waneer het droge geluid hoorbaar is, totdat de toonverschoven geluiden hoorbaar zijn aan. U laat deze instelling normaliter op 0 ms staan. Feedback Hiermee past u de hoeveelheid feedback van het toonverschoven geluid aan. Level (niveau) Past het volume van het toonverschoven geluid aan. Direct Level (droog niveau) Past het volume van het droge geluid aan. Als er ander algoritme dan COSM OD GUITAR AMP is geselecteerd P.Shift Type Selecteert een handmatige of pedaal type toonverschuiving. MANUAL (handmatig): Een eenvoudige toonverschuiving. PEDAL: Het effect van de toonverschuiving van het pedaaltype kan door het bedienen van een expressiepedaal worden nagebootst. Als het expressiepedaal wordt ingedrukt, kan de toon worden gevarieerd met de hoeveelheid toonverschuiving die bij Pitch is ingesteld. Zie Een expressiepedaal gebruiken (p. 84), voor meer gedetailleerde informatie. Pitch (toon) -24-DETUNE-24 Past de hoeveelheid toonverschuiving (d.w.z. de mate waarin de toon wijzigt) in stappen van een halve toon aan. Door DETUNE te selecteren, kunt u een lichtelijk toonverschoven geluid aan het inkomende geluid toevoegen, zodat er een ontstemd effect wordt voortgebracht. Als u PEDAL als P.Shift Type heeft geselecteerd, kan de toon als het expressiepedaal wordt ingedrukt met de hoeveelheid toonverschuiving die met behulp van deze parameter is ingesteld worden gevarieerd. 102

179 Insert effect parameterfuncties D:E Balance 100:0-0:100 Hiermee past u de balans tussen het droge en het effect volume aan. Separation (scheiding) Deze parameter past de diffusie met andere woorden de panning van het droge geluid en het effect geluid naar links en rechts aan. Dit is effectief bij een stereo uitvoer. Preamp (voorversterking) With COSM BASS AMP or COSM COMP BASS AMP algorithms AC AMG Het vintage geluid van een ouderwetse transistor versterker. Het geluid van een grote double-stack vacuümbuizenversterker met ultra-laag en een scherp randje. Volume Past het volume en de distortion van de versterker aan. Dit effect wordt gebruikt om de distortion en toon van gitaargeluiden aan te passen. * Als Bass, Middle en Treble alledrie op 0 zijn ingesteld, kan het zijn dat bij bepaalde Amp Type instellingen geen geluid wordt voortgebracht. Effect On/Off Deze parameter schakelt het voorversterker effect in of uit. OFF, ON Amp Type (versterker type) Hiermee stelt u het soort versterker dat wordt gebruikt in. Hieronder staan de distortion en toon kenmerken van elke versterker. Als het COSM COMP GUITAR AMP of VO+GT.AMP algoritme is geselecteerd Het geluid van de Roland JC-120, een favoriet JC-120 van professionele musici over de hele wereld. Het geluid van een conventionele ingebouwde CLEAN buizenversterker. Hiermee kunt u een crunch effect reproduceren CRUNCH en een natuurlijke distortion creëren. Het nieuwste buizenversterker geluid dat in alle MATCH stijlen, van blues tot rock, veelvuldig wordt gebruikt. VO DRV Het Liverpool geluid van de jaren 60. Een lead geluid met een rijk midden, uitermate BLUES geschikt voor blues. Het geluid van een buizenversterker die typerend is voor de jaren 70 tot en met 80 en zich ken- BG LEAD merkt door een onderscheidend midden gebied. Het geluid van een grote buizenversterker stack die onmisbaar was in de Britse hardrock van de jaren 70, en tegenwoordig door veel hardrock gitaristen nog steeds wordt gebruikt. Een treble-achtig geluid dat wordt gemaakt door Input I van de gitaarver- 1 sterker te gebruiken. MS Een treble-achtig geluid dat wordt gemaakt door Input II van de gitaarver- 2 sterker te gebruiken. Het geluid dat wordt voortgebracht als Input I en Input II van de gitaarversterker parallel worden verbonden, en dat 1+2 een steviger laag geeft dan met Input I alleen kan worden bereikt. Een buizenversterker geluid met veelzijdige distortion, bruikbaar in een breed gebied aan stijlen. SLDN Het geluid van een grote buizenversterker, geschikt voor heavy metal. METAL Een stevig, metaalachtig geluid met een hoge METAL D gain. Bass GUITAR AMP: 0 100, BASS AMP: Past de toon van het lage frequentiegebied aan. Middle GUITAR AMP: 0 100, BASS AMP: Past de toon van het midden frequentiegebied aan. * Als u MATCH of VO DRV als voorversterker type heeft geselecteerd, heeft de midden regelaar geen effect. Treble GUITAR AMP: 0-100, BASS AMP: Past de toon van het hoge frequentiegebied aan. Presence (aanwezigheid) Past de toon van het ultra-hoge frequentiegebied aan. * Als COSM BASS AMP of COSM COMP BASS AMP als algoritme is geselecteerd, wordt dit niet weergegeven. * Als u MATCH of VO DRV als voorversterker type heeft geselecteerd, wordt het hoge gebied verwijderd (d.w.z. de waarde hiervan wijzigt van 0 naar -100), als u de Presence parameter verhoogt. Master Past het overkoepelende volume van de voorversterker aan. Bright (helderheid) Schakelt de helderheidsinstelling in of uit. OFF: Er wordt geen helderheid toegevoegd. OFF, ON ON: Er wordt helderheid toegevoegd om een lichtere, frissere toon te creëren. Bij bepaalde Amp Type instellingen wordt dit niet weergegeven. Gain LOW, MIDDLE, HIGH Past de distortion die door de versterker wordt gegenereerd aan, oplopend in niveau van LOW via MIDDLE naar HIGH. * Het geluid van elk afzonderlijke type wordt gemaakt in de veronderstelling dat de gain op MIDDLE is ingesteld. Het is derhalve gebruikelijk om deze instelling te gebruiken. Hoofdstuk 2 103

180 Insert effect parameterfuncties Ring Modulator Deze creëert een belachtig geluid door het gitaargeluid samen met het signaal van de interne oscillator te laten circuleren. Het geluid wordt onmuzikaal en mist onderscheidende tonen. Effect On/Off Deze parameter schakelt het ring modulator effect in of uit. OFF, ON Frequency (frequentie) Hiermee past u de frequentie van de interne oscillator aan. Effect Level (effect niveau) Past het volume van het effect geluid aan. Direct Level (droog niveau) Past het volume van het droge geluid aan. Short delay (korte delay) Dit is een delay met een maximale delay tijd van 400 ms. Dit effect is handig om het geluid vetter te maken. * Als de FX FX Select parameter op SDD is ingesteld, kan dit effect in het COSM OD GUITAR AMP algoritme worden gebruikt. Effect On/Off Deze parameter schakelt het korte delay effect in of uit. Delay time (delay tijd) Past de delay tijd aan. OFF, ON 0 ms-400 ms Feedback Feedback verwijst naar het terugvoeren van het vertraagde geluid naar de ingang van de delay. Deze parameter past het volume van het geluid dat in de ingang terugkomt aan. Hogere instellingen zorgen voor meer vertraagde herhalingen. Effect Level (effect niveau) Past het van het delay geluid aan. Slow gear (langzame versnelling) Dit effect brengt een aanzwellend volume (als van een viool) voort. * Als de FX FX Select parameter op SG is ingesteld, kan dit effect in het COSM OD GUITAR AMP algoritme worden gebruikt. Effect On/Off Deze parameter schakelt het slow gear effect in of uit. OFF, ON Sensitivity (gevoeligheid) Hiermee past u de gevoeligheid van de slow gear aan. Als de waarde lager is ingesteld, kan het slow gear effect alleen met steviger plukken worden bereikt, terwijl er met zwak plukken geen effect wordt bereikt. Als de waarde hoger is ingesteld, wordt het effect zelfs met zwak plukken bereikt. Rise Time (stijgingstijd) Hiermee past u de tijd aan die het volume vanaf het moment dat u begint te plukken nodig heeft om het maximum te behalen. Speaker Simulator Dit effect simuleert de kenmerken van verschillende soorten speakers. Als de uitgang van de BR-1600CD direct op een mixer of soortgelijk apparaat is aangesloten, kan dit effect worden gebruikt om het geluid van uw favoriete speakersysteem te creëren. Effect On/Off OFF, ON Deze parameter schakelt het speaker simulator effect in of uit. Speaker type Selecteert het type speaker dat wordt gebruikt. On Mic simuleert het geluid dat bij gebruik van een dynamische microfoon wordt voorgebracht; Off Mic simuleert het geluid dat bij gebruik van een condensator microfoon wordt voortgebracht. Als het COSM COMP GUITAR AMP of VO+GT.AMP algoritme is geselecteerd fig.s03-01 SP Simulator Type SMALL MIDDLE JC-120 TWIN twin MATCH match VO DRV vo drv BG STK bg stk MS STK ms stk METAL Als het COSM BASS AMP of COSM COMP BASS AMP algoritme is geselecteerd fig.s03-02 SP Simulator Type AC ac AMG amg Mic setting Kast Speakerboinstelling Microfoon- Opmerkingen Kleine behuizing met open achterkant Behuizing met open achterkant 10 inch 12 inch On Mic On Mic Behuizing met open achterkant 12 inch (2 stuks) Behuizing met open achterkant 12 inch (2 stuks) Behuizing met open achterkant 12 inch (2 stuks) Behuizing met open achterkant 12 inch (2 stuks) Behuizing met open achterkant 12 inch (2 stuks) Behuizing met open achterkant 12 inch (2 stuks) On Mic On Mic Off Mic On Mic Off Mic On Mic Roland JC-120 Simulation Instelling geschikt voor Clean Instelling geschikt voor Clean Instelling geschikt voor Match Instelling geschikt voor Match Instelling geschikt voor Vo Behuizing met open achterkant 12 inch (2 stuks) Off Mic Instelling geschikt voor Vo Grote gesloten behuizing 12 inch (2 stuks) Grote gesloten behuizing 12 inch (2 stuks) Grote gesloten behuizing 12 inch (4 stuks) Grote gesloten behuizing 12 inch (4 stuks) OnMic Off Mic On Mic Off Mic Instelling geschikt voor BG Lead Instelling geschikt voor BG Lead Instelling geschikt voor MS Instelling geschikt voor MS Grote dual stack 12 inch (4 stuks) Off Mic Kast Speaker Microfooninstelling Unit Opmerkingen Grote gesloten behuizing 15 inch (2 stuks) On Mic Instelling geschikt voor AC Grote gesloten behuizing 15 inch (2 stuks) Off Mic Instelling geschikt voor AC Grote gesloten behuizing 10 inch (8 stuks) On Mic Instelling geschikt voor AMG Grote gesloten behuizing 10 inch (8 stuks) Off Mic Instelling geschikt voor AMG CENTER, 1-10 cm Hiermee past u de gesimuleerde positie van de microfoon aan. Met een CENTER instelling wordt het geluid voorgebracht dat wordt gemaakt als de microfoon in het midden van de speakerkast is geplaatst. 1 tot en met 10 cm vertegenwoordigt de afstand van de microfoon vanaf het midden van de speakerkast. 104

181 Insert effect parameterfuncties Mic Level (microfoon niveau) Past het volume van de microfoon aan. Direct Level (droog niveau) Past het volume van het droge geluid aan. Sub equalizer Hiermee stelt u de toon als sub equalizer in. Er wordt voor het hoog-midden en laag-midden gebied een parametrisch type aangenomen. Tremolo Tremolo is een effect dat een cyclische wijziging in het volume creëert. * Dit effect kan worden gebruikt als het COSM OD GUITAR AMP algoritme is geselecteerd. Wave Shape (golfvorm) Hiermee stelt u wijzigingen in het volumeniveau in. Rate (tempo) Past de frequentie (snelheid) van de wijziging aan. * Dit effect kan in het COSM OD GUITAR AMP algoritme worden gebruikt, als de FX FX Select parameter op SEQ is ingesteld. Effect On/Off OFF, ON Deze parameter schakelt het sub equalizer effect in of uit. Low Gain db Deze parameter stelt de gain (hoeveelheid boost of cut) van de bas equalizer in. Low-Mid Gain db Deze parameter stelt de gain (hoeveelheid boost of cut) van de laagmidden equalizer in. Low-Mid Freq -100 Hz-10,o khz Deze parameter stelt de centrale frequentie van de laag-midden equalizer in. Depth (diepte) Past de diepte van het effect aan. Tremolo/Pan Tremolo is een effect dat een cyclische wijziging in het volume creëert, en pan beweegt de stereo positie op cyclische wijze van links naar rechts (als er een stereo uitvoer wordt gebruikt). * Dit effect kan worden gebruikt als de Effect Type parameter van Modulation op TRM/PAN is ingesteld. Effect On/Off Deze parameter schakelt het tremolo/pan effect in of uit. OFF, ON Hoofdstuk 2 Low-Mid Q 0,5-16 Deze parameter stelt het bereik van de wijziging in gain van de frequentie die bij Low-Mid-Freq is ingesteld in. Hoe hoger de waarde, hoe smaller het bereik van de wijziging. Hi-Mid Gain db Deze parameter stelt de gain (hoeveelheid boost of cut) van de hoogmidden equalizer in. Hi-Mid Freq -100 Hz-10,o khz Deze parameter stelt de centrale frequentie van de hoog-midden equalizer in. Hi-Mid Q 0,5-16 Deze parameter stelt het bereik van de wijziging in gain van de frequentie die bij Hi-Mid-Freq is ingesteld in. Hoe hoger de waarde, hoe smaller het bereik van de wijziging. High Gain (hoge gain) db Deze parameter stelt de gain (hoeveelheid boost of cut) van de treble equalizer in. Level (niveau) db Deze parameter stelt na het equalizer proces het volume in. Mode (functie) Deze parameter selecteert tremolo of pan, en selecteert tevens hoe het effect wordt toegepast. TRM-TRI: Het volume wijzigt cyclisch en er worden vloeiende overgangen voortgebracht. TRM-SQR: Het volume wijzigt cyclisch en er worden abrupte overgangen voortgebracht. PAN-TRI: Het volume wordt cyclisch bewogen van links naar rechts. Er worden vloeiende overgangen voortgebracht. PAN-SQR: Het volume wordt cyclisch bewogen van links naar rechts. Er worden abrupte overgangen voortgebracht. Rate (tempo) Past het tempo waarop het effect functioneert aan. Depth (diepte) Past de diepte van het effect aan. Uni-V * Hoewel dit effect op een phaser effect lijkt, geeft het 105

182 Insert effect parameterfuncties tevens een unieke golving die u met een reguliere phaser niet kunt nabootsen. * Dit effect kan in het COSM OD GUITAR AMP algoritme worden gebruikt, als de FX FX Select parameter op UV is ingesteld. Rate (tempo) Hiermee stelt u het tempo van het Uni-V effect in. Depth (diepte) Past de diepte van het Uni-V effect aan. Level (niveau) Past het volume aan. Vibrato Door de toon licht te moduleren, creëert dit effect vibrato. * Dit effect kan in het COSM OD GUITAR AMP algoritme worden gebruikt, als de FX FX Select parameter op VB is ingesteld. Type MANUAL, PEDAL Met deze parameter kunt u instellen of het vibrato wel of niet met het pedaal wordt bediend. MANUAL: Vibrato wordt op normale wijze toegepast. PEDAL: De diepte van het vibrato kan worden geregeld door de mate, waarin het expressiepedaal wordt ingedrukt. Rate (tempo) Hiermee stelt u het tempo van het vibrato in. Depth (diepte) Als u als Type PEDAL heeft geselecteerd, produceert een volledig indrukken van het expressiepedaal een vibrato voort met de hier aangegeven diepte. Voice transformer Door het mogelijk te maken om een variatie aan stemtypen te creëren, regelt dit effect de formants (accenten) in een vocale part. Specifiek houdt dit in dat er aan het droge geluid twee stemtypen met verschillende formants worden toegevoegd. Effect On/Off OFF, ON Deze parameter schakelt het stemtransformator effect in of uit. Formant Past de formant van stemtype 1 aan. Formant Past de formant van stemtype 2 aan. Effect Level1 (effect niveau 1) Past het volume van stemtype 1 aan. Effect Level2 (effect niveau 2) Past het volume van stemtype 2 aan. Direct Level (droog niveau) Past het volume van het droge geluid aan. Wah Door de frequentie gevoeligheidskenmerken van een filter te wijzigen, creëert het wah effect een unieke toon. Om automatische wah effecten te maken, past de Auto wah functie het filter op een cyclische manier of als reactie op het volume van de invoerbron aan. Door het filter als reactie op het volume van de invoer aan te passen creëert de Touch (op aanraking) wah functie een automatische wah. Met de Pedal wah functie kunt u een expressiepedaal of iets dergelijks gebruiken om het wah effect in real-time te bedienen. * Als het BASS MULTI, COSM BASS AMP of STEREO MULTI algoritme is geselecteerd, kan dit effect worden gebruikt als het Effect Type van de Equalizer/Wah op WAH is ingesteld. Als het COSM OD GUITAR AMP algoritme is geselecteerd, kan dit effect worden gebruikt het Effect Type van de EQ/Wah op AW is ingesteld. Effect On/Off OFF, ON Deze parameter schakelt het Touch (op aanraking) wah effect in of uit. Als het COSM OD GUITAR AMP algoritme is geselecteerd Effect type Selecteert pedaal wah WAH of automatische wah AW. WAH: Het effect functioneert als pedaal wah. AW: Het effect functioneert als automatische wah. Als WAH is geselecteerd WAH, AW Het expressiepedaal kan worden gebruikt om het wah effect te regelen. Type Hiermee selecteert u het wah type: CRY WAH Deze bootst het geluid van het CRY BABY wah pedaal dat in de jaren 70 erg populair was na. VO WAH Deze bootst het geluid van de VOX V846 na. FAT Dit is een wah geluid met een stevige toon. LIGHT Deze wah heeft een verfijnd geluid zonder ongewone kenmerken. 7STRING Een wah met een breder bereik aan variaties voor de 7-snarige gitaar. Pedal Pos Hiermee stelt u de positie van het wah pedaal in. 106

183 Insert effect parameterfuncties Level (niveau) Past het volume aan. Als AW is geselecteerd PEDAL: Het effect functioneert als pedaal wah. Als TOUCH is geselecteerd Het effect wordt automatisch toegepast, gebaseerd op het volume van de uitvoering. Het is tevens mogelijk om het wah effect cyclische toe te passen. Mode (functie) Selectie van de wah functie LPF, BPF LPF Deze functie creëert een wah effect met een breed frequentie bereik. BPF: Deze functie creëert een wah effect met een smal frequentie bereik. Polarity (polariteit) DOWN, UP Selectie van de richting waarin het filter als reactie op de invoer zal wijzigen. UP: De frequentie van het filter gaat omhoog. DOWN: De frequentie van het filter gaat omlaag. Sensitivity (gevoeligheid) Past de gevoeligheid van het filter aan, in de richting die bij de polariteitinstelling is aangegeven. Hoe hoger de waarde, hoe sterker de reactie. Als de instelling 0 is, heeft de kracht waarmee er wordt geplukt geen effect. Frequency (frequentie) Past de midden frequentie van het wah effect aan. Peak Past de manier waarop het wah effect op het gebied rond de midden frequentie wordt toegepast. Lagere waarden zorgen voor een wah effect over een breder gebied; hogere waarden voor een wah effect over een smaller gebied. Bij een instelling van 50 wordt er een standaard wah geluid voortgebracht. Bij een waarde van 50 wordt er een standaard wah geluid voortgebracht. Rate (tempo) Past de frequentie van de auto wah aan. Depth (diepte) Past de diepte van het auto wah effect aan. Level (niveau) Deze parameter past het volume aan. Polarity (polariteit) DOWN, UP Selectie van de richting, waarin het filter als reactie op de invoer zal wijzigen. UP: De frequentie van het filter gaat omhoog. DOWN: De frequentie van het filter gaat omlaag. Sensitivity (gevoeligheid) Past de gevoeligheid van het filter aan, in de richting die bij de polariteitinstelling is aangegeven. Hoe hoger de waarde, hoe sterker de reactie. Als de instelling 0 is, heeft de kracht waarmee er wordt geplukt geen effect. Frequency (frequentie) Past de midden frequentie van het wah effect aan. Peak Past de manier waarop het wah effect op het gebied rond de midden frequentie wordt toegepast aan. Lagere waarden zorgen voor een wah effect over een breder gebied; hogere waarden voor een wah effect over een smaller gebied. Bij een instelling van 50 wordt er een standaard wah geluid voortgebracht. Level (niveau) Deze parameter past het volume aan. Als PEDAL is geselecteerd Met behulp van een expressiepedaal kan het effect van het wah pedaal worden nagebootst. Zie Een expressiepedaal gebruiken (p. 84), voor een gedetailleerde uitleg. Peak Past de manier waarop het wah effect op het gebied rond de midden frequentie wordt toegepast aan. Lagere waarden zorgen voor een wah effect over een breder gebied; hogere waarden voor een wah effect over een smaller gebied. Bij een instelling van 50 wordt er een standaard wah geluid voortgebracht. Level (niveau) Deze parameter past het volume aan. Hoofdstuk 2 Als er een ander algoritme dan COSM OD GUITAR AMP is geselecteerd Wah Type Selecteert de sensor wah TOUCH of pedaal wah PEDAL. TOUCH: Het effect functioneert als sensor (op aanraking). 107

184 Voor een bepaald spoor specifieke compressors en equalizers gebruiken Compressors en equalizers Elk van de sporen van de BR-1600CD heeft zijn eigen afzonderlijke driebands equalizer en een compressor. Deze effecten kunnen worden gebruikt om het weergavegeluid van het desbetreffende spoor aan te passen. Compressors: Er wordt een compressor gebruikt om fluctuaties in volume glad te strijken, zodat het ten alle tijden prettig klinkt. Er kunnen maximaal 8 verschillende compressors worden gebruikt, en deze kunnen op spoor 1 tot en met 8 of spoor 9/10 tot en met 15/16 worden toegepast. Driebands equalizers: Een driebands equalizer verdeelt de weergave van een spoor in laag, midden en hoge frequentie banden onder, zodat het volume van deze banden onafhankelijk van elkaar kunnen worden aangepast. Compressor en equalizer aansluitingen De compressor en equalizer van elk spoor worden als volgt aangesloten. fig Chorus/Delay Send Track COMPRESSOR EQUALIZER Track Pan CHORUS/ DELAY L MIX R L R MIX Reverb Send REVERB L R MIX 108

185 Voor een bepaald spoor specifieke compressors en equalizers gebruiken Het geluid van compressors en equalizers aanpassen Het geluid van compressors en equalizers kan zelfs tijdens het afspelen worden aangepast, zodat u het resultaat direct kunt beluisteren en zo de beste instellingen voor de sporen kunt kiezen. bereikt en de compressie begint. Hoe hoger deze waarde wordt ingesteld, hoe sneller de compressie wordt toegepast. RELEASE Stelt de hoeveelheid tijd in die, zodra het signaal onder het ingestelde drempelniveau komt, nodig is voordat de compressie wordt verwijderd. Hoe lager deze waarde wordt ingesteld, hoe sneller de compressie wordt verwijderd, zodat het gemakkelijker wordt om het geluid van achtereenvolgens bespeelde snaren te onderscheiden. Een compressor aanpassen Zie Variaties in volume onderdrukken (Compressor) ( Basisgebruik ; p. 47) voor details over basale compressor functies. De volgende paragraaf beschrijft de meer verfijnde punten met betrekking tot de instellingsmethoden van een compressor. 1. Druk op [COMP]. Het compressor venster verschijnt. fig.32-05d 2. Druk op [F2] (Edit). Het Compressor Edit venster verschijnt. fig.32-06d KNEE SOFT, MEDIUM, HARD Deze parameter beïnvloedt de manier waarop (d.w.z. de Knee) in de buurt van de drempel compressie wordt toegepast. SOFT: Met deze Knee instelling wordt de compressie licht toegepast en, als het niveau van het geluidssignaal de drempel nadert, geleidelijk verhoogd. MEDIUM: Met deze Knee instelling wordt compressie enigszins licht toegepast en, als het niveau van het geluidssignaal de drempel nadert, vrij geleidelijk verhoogd. HARD: Met deze Knee instelling wordt er totdat het niveau van het geluidssignaal de drempel heeft bereikt helemaal geen compressie toegepast, en wordt de compressie zodra de drempel is overschreden volledig toegepast in overeenstemming met de verhoudingsinstelling. LEVEL (NIVEAU) Past het volume van het effect geluid aan. 0,0 db-24 db Hoofdstuk 2 3. Zet de cursor op de parameter die u wilt wijzigen en gebruik de TIME/VALUE draaischijf om een nieuwe instelling te selecteren. U kunt beluisteren hoe uw nieuwe instellingen het geluid veranderen. THRESHOLD (DREMPEL) -48 db-0 db Pas deze parameter zo aan dat hij met het inkomende signaal overeenkomt. Het compressor effect wordt op ingaande niveaus die boven dit niveau liggen toegepast. Hoe lager de hier ingestelde waarde, hoe lager het niveau vanaf waar de compressor van kracht is. RATIO (VERHOUDING)2,0: 1-40,0: 1, INF: 1 Hiermee past u de compressie verhouding aan. Hogere verhoudingen geven een steviger compressor effect. ATTACK Deze parameter stelt de hoeveelheid tijd in die, zodra het inkomende niveau het ingestelde drempelniveau overschrijdt, nodig is voordat de compressie verhouding de Ratio instelling 4. Druk op [F1] (ON/OFF) om de compressor in en uit te schakelen. [F1] wordt gebruikt om van aan naar uit en vice versa te wisselen. 5. Druk meerdere malen op [EXIT/NO] om naar het beginvenster terug te keren. 6. Sla de huidige song op (p. 72), als u aangepaste instellingen wilt bewaren. U kunt per song slechts één set compressor instellingen opslaan. Sporen waarop u compressie wilt toepassen selecteren Er kunnen maximaal acht verschillende compressors worden gebruikt, en deze kunnen op spoor 1 tot en met 8 of spoor 9/ 10 tot en met 15/16 worden toegepast. Laten we nu de instellingen waarmee u compressie op spoor 9/10 tot en met 15/16 toepast wijzigen. 109

186 Voor een bepaald spoor specifieke compressors en equalizers gebruiken 1. Druk op [COMP]. fig.32-05d Het compressor venster verschijnt. Een driebands equalizer aanpassen Zie Het geluid van elk spoor afzonderlijk aanpassen (Equalizer) ( Basisgebruik ; p. 48), voor details over de basisfuncties van de equalizer. De volgende paragraaf beschrijft de meer verfijnde punten met betrekking tot de instellingsmethoden van equalizers. 2. Druk op [F3] (TRACK 9-16) Spoor 9/10 tot en met 15/16 worden nu voor compressie geselecteerd. Telkens wanneer u op [F3] drukt, wordt er van compressiesporen gewisseld tussen spoor 1 t/m 8 en spoor 9/10 tot en met 15/ Druk op [EQ]. fig.32-03d Het equalizer venster verschijnt. 3. Sla de huidige song op (p. 72) als u aangepaste instellingen wilt bewaren. Compressors tussen stereo en mono wisselen (Stereo Link) Als u van plan bent een compressor toe te passen op een spoor dat in stereo is opgenomen, dient u de linker en rechter compressor instellingen aan te passen, om te voorkomen dat er tussen links en rechts verschillen in volume optreden (Stereo Link). Gebruik de volgende procedure om de Stereo Link functie in en uit te schakelen. 2. Druk op [F1] om de equalizer in of uit te schakelen. 3. Druk op de FUNCTION knop ([F2], [F3] of [F4]) die met de band (hoog, midden of laag (HIGH, MID of LOW)) waarvan u de instellingen wilt wijzigen overeenkomt. Het Equalizer Edit venster van de desbetreffende band verschijnt. Als u op [F2] (HIGH) drukt: fig.32-04cd 1. Druk op [COMP]. fig.32-05d Het compressor venster verschijnt. fig.32-04bd Als u op [F3] (MID) drukt: 2. Gebruik de spoorknoppen of [CURSOR] om één of beide sporen van een stereo paar te selecteren. 3. Druk op [F4] (LINK ON). Er wordt tussen Stereo Link aan en uit geschakeld. fig.32-04ad Als u op [F4] (LOW) drukt: 4. Sla de huidige song op (p. 72), als u aangepaste instellingen wilt bewaren. Aangezien spoor 9/10 tot en met 15/16 vast als stereosporen zijn ingesteld, is Stereo Link voor de gekoppelde sporen altijd ingeschakeld. Het is niet mogelijk om Stereo Link van deze sporen uit te schakelen. 4. Zet de cursor op de parameter die u wilt wijzigen, en gebruik de TIME/VALUE draaischijf om een nieuwe instelling te selecteren. U kunt beluisteren hoe uw nieuwe instellingen het geluid wijzigen. Als HIGH is geselecteerd HIGH TYPE SHLV, PEAK Stelt het equalizer type van het hoge gebied in. SHLV Hiermee selecteert u de equalizer van het shelving type. 110

187 Voor een bepaald spoor specifieke compressors en equalizers gebruiken PEAK Hiermee selecteert u de equalizer van het peaking type. 6. Sla de huidige song op (p. 72) als u de aangepaste instellingen wilt bewaren. HIGH GAIN Db Deze parameter stelt de gain (hoeveelheid boost of cut) van de equalizer van het hoge gebied in. HIGH FREQUENCY 800 Hz Hz Deze parameter stelt de frequentie van de equalizer van het hoge gebied in. HIGH Q Deze parameter stelt het bereik van de wijziging in gain van de frequentie die bij HIGH FREQUENCY is ingesteld in. Hoe hoger de waarde, hoe smaller het bereik van de wijziging. Deze parameter is alleen geldig als het HIGH TYPE op PEAK is ingesteld. Als MID is geselecteerd MID GAIN Db Deze parameter stelt de gain (hoeveelheid boost of cut) van de equalizer van het middengebied in. Er kan per song maar één set equalizer instellingen worden opgeslagen. De equalizers tussen stereo en mono wisselen (Stereo Link) Als u van plan bent een equalizer toe te passen op een spoor dat in stereo is opgenomen, dient u de linker en rechter EQ instellingen aan te passen, om te voorkomen dat er tussen links en rechts verschillen in volume optreden (Stereo Link). Gebruik de volgende procedure om de Stereo Link functie in en uit te schakelen. 1. Druk op [EQ]. Het Equalizer venster verschijnt. fig.32-03d Hoofdstuk 2 MID FREQUENCY 200 Hz-4000 Hz Deze parameter stelt de frequentie van de equalizer van het middengebied in. MID Q Deze parameter stelt het bereik van de wijziging in gain van de frequentie die bij MID FREQUENCY is ingesteld in. Hoe hoger de waarde, hoe smaller het bereik van de wijziging. Als LOW is geselecteerd LOW TYPE Stelt het equalizer type van het lage gebied in. SHLV, PEAK SHLV Hiermee selecteert u de equalizer van het shelving type. PEAK Hiermee selecteert u de equalizer van het peaking type. LOW GAIN Db Deze parameter stelt de gain (hoeveelheid boost of cut) van de equalizer van het lage gebied in. LOW FREQUENCY 40 Hz-800 khz Deze parameter stelt de frequentie van de equalizer van het hoge gebied in. LOW Q Deze parameter stelt het bereik van de wijziging in gain van de frequentie die bij LOW FREQUENCY is ingesteld in. Hoe hoger de waarde, hoe smaller het bereik van de wijziging. Deze parameter is alleen geldig als het LOW TYPE op PEAK is ingesteld. 5. Druk meerdere malen op [EXIT/NO] om naar het beginvenster terug te keren. 2. Druk gelijktijdig op twee nevengelegen spoorknoppen. Beide knoppen lichten op en Stereo Link wordt voor de bijbehorende sporen ingeschakeld. Druk gelijktijdig op twee naast elkaar liggende spoorknoppen. Stereo Link kan voor spoor 1 en 2, spoor 3 en 4, spoor 5 en 6 en spoor 7 en 8 worden ingeschakeld. Voor alle overige spoorcombinaties, zoals spoor 2 en 3 kan deze functie niet worden gebruikt. Bovendien is het voor sporen die niet naast elkaar liggen niet mogelijk om Stereo Link in te schakelen. 3. Druk op één van de twee spoorknoppen die verlicht zijn om de Stereo Link functie uit te schakelen. Stereo Link wordt uitgeschakeld. De ingedrukte spoorknop blijft aan en de andere spoorknop gaat uit. Als Stereo Link is ingeschakeld gebruiken de equalizers van beide gekoppelde sporen dezelfde waarden. Als één van deze parameters wordt aangepast, wordt tevens dezelfde parameter van het daarnaast liggende spoor automatisch en gelijktijdig aangepast. 4. Sla de huidige song op (p. 72), als u de aangepaste instellingen wilt bewaren. 111

188 Loop effecten gebruiken Over loop effecten Effecten die tussen de effect-send (verzenden) en effectreturn (terugzenden) punten van invoerkanalen en sporen zijn verbonden worden loop effecten genoemd. Dit type effect wordt over het algemeen gebruikt om door middel van galm, stereo verwerking en dergelijke het ruimtelijke karakter van een song te veranderen. Door het bijbehorende verzendkanaal in te stellen, zodat, logischerwijs, de mate waarin het effect op de desbetreffende invoer of het desbetreffende spoor wordt veranderd, kunt u aangeven hoeveel er van een invoer of spoor naar een loop effect verzonden wordt. En aangezien verzendniveaus voor elke afzonderlijke invoer en elk spoor onafhankelijk kan worden ingesteld, is het gemakkelijk om voorwaarden in te stellen waarbij er, bijvoorbeeld, veel galm op een vocale lijn maar slechts een beetje op de drums wordt toegepast. De BR-1600CD biedt CHORUS/ DELAY/DOUBLING en REVERB als loop effecten, en door deze te gebruiken kunt u op gemakkelijke en effectieve wijze breedte en diepte aan het geluid toevoegen. Reverb: Reverb (of reverberation, d.w.z. galm) is het gevolg van ontelbare weerkaatsingen van de vloer, muren en het plafond van de kamer waarin de muzikant speelt. Denk hierbij aan het geluid dat eerst blijft hangen en vervolgens wegebt als u in een kerk in uw handen klapt dit noemen wij reverb. Als gevolg van diverse factoren, zoals de omvang van de ruimte waarin de uitvoering plaatsvindt (of het nu een kamer, zaal, etc. is), de vorm van de ruimte en het materiaal van de muren of overige oppervlakken waardoor de geluidsgolven worden weerkaatst, kan het daadwerklijke geluid van dit effect erg variëren. Chorus: Een chorus effect maakt een kopie van het oorspronkelijke geluid, met een zeer kleine wijziging in toon, en omdat dit bovenop het oorspronkelijke geluid wordt gelegd, kunt u hiermee dikte en breedte aan het geluid toevoegen. Delay: Een delay is een soort van echo. Door het oorspronkelijke geluid nadat het is gespeeld te herhalen, kan dit effect een gevoel van ruimtelijkheid en diepte aan het geluid toevoegen. Als dit effect op instrumenten die melodieën spelen wordt toegepast, kan dit effect er bovendien voor zorgen dat de uitvoering hiervan vloeiender wordt of er extra Bounce aan hun ritme wordt toegevoegd. Doubling (dubbelen): Een dubbel effect zorgt voor een zeer kleine afwijking in tijd (of korte delay) tussen de linker en rechterzijde van een signaal, zodat het geluid een stereo gevoel krijgt. U kunt slechts één chorus, delay of dubbel effect gebruiken er kunnen niet twee of meer van deze effecten tegelijkertijd worden gebruikt. Let er echter op, dat reverb wel gelijktijdig met het chorus, delay of dubbel effect worden gebruikt. Over loop effect verbindingen U kunt voor de ingaande signalen en sporen uit de volgende loop effect verbindingspatronen kiezen fig Input Pan Chorus/Delay Send CHORUS/ DELAY L MIX R Input INSERT EFFECTS Record to Track Reverb Send REVERB L MIX R Chorus/Delay Send Playback Track Sound COMPRESSOR INSERT EFFECTS * When the Insert Effects apply to the Track EQUALIZER Track Pan Reverb Send REVERB CHORUS/ DELAY L MIX R L R MIX L MIX R Zelfs als u een ingaande bron waarop een loop effect is toegepast opneemt, wordt alleen het droge geluid (d.w.z. zonder het effect) daadwerkelijk op het spoor opgenomen. Na het opnemen van een ingaande bron wordt de instelling van het loop effect verzendniveau hiervan echter automatisch naar het loop effect verzendniveau van het opgenomen spoor gekopieerd. Daarom klinkt het spoor als het wordt afgespeeld precies hetzelfde als de ingaande bron met het effect toegepast. Let erop dat er op de BR-1600CD naast een reverb effect slechts één chorus, delay of dubbel effect gebruikt kan worden. Daarom is het niet mogelijk om voor elke ingaande bron of elk spoor verschillende soorten loop effecten te gebruiken. Alleen het verzendniveau kan voor elk(e) ingaande bron en spoor afzonderlijk worden ingesteld. 112

189 Loop effecten gebruiken Basis loop effect functies Het geluid van loop effecten aanpassen Zie Het geluid versterken (Loop effecten) ( Basisgebruik ; p. 50) voor meer gedetailleerde informatie over de instelling van verzendniveaus voor afzonderlijke invoer bronnen of sporen. Naast het verzendniveau kan er voor loop effecten een aantal andere instellingen worden aangepast, zodat hun geluid op verfijnde wijze kan worden afgestemd. De volgende paragraaf beschrijft hoe u de instellingen op deze wijze kunt aanpassen. PLATE: Simuleert de galm van reverb apparatuur die van grote metalen platen gebruik maken, welke in professionele studio s altijd al constante favorieten zijn geweest. TIME 0,1 s-10,0 s (standaardwaarde: 2,0 s) Deze parameter past de tijdsduur van de reverb aan. PRE-DELAY 1 ms -100 ms (standaardwaarde: 15,0 ms) Deze parameter past de delay tussen het droge geluid en het begin van de reverb aan. Aangezien het geluid van de loop effecten zelfs tijdens het afspelen kan worden aangepast, kunt u de resultaten in real time beluisteren en zo de beste instellingen voor uw song kiezen. Reverb aanpassen Gebruik de volgende procedure (Reverb Edit) om verfijnde aanpassingen in het reverb geluid te maken. 1. Druk op [REVERB]. Het Reverb Send venster verschijnt. fig.34-02d TONE (standaardwaarde: 0) Deze parameter past de algehele toon van het reverb geluid aan. Een negatieve waarde zorgt voor een donkere toon; een positieve waarde voor een heldere toon. DENSITY 0-10 (standaardwaarde: 5) Deze parameter past de dichtheid van de reverb aan, waarbij een grotere waarde voor een compacter geluid zorgt. HF DAMP DARK, NORMAL, BRIGHT (standaardwaarde: NORMAL) Deze parameter stelt de helderheid van het reverb geluid in. DARK: Hoge frequenties sterven relatief snel weg, zodat er een reverb met een donker geluid ontstaat. Hoofdstuk 2 Door nu op [F3] (MIN) te drukken stelt u het reverb verzendniveau op de minimale waarde (0) in. Als u daarentegen op [F4] (MAX) drukt, wordt het reverb verzendkanaal op de maximale waarde ingesteld. 2. Druk op [F2] (EDIT). Het Reverb Edit venster verschijnt. fig.34-02ad 3. Zet de cursor op de parameter die u wilt wijzigen, en gebruik de TIME/VALUE draaischijf om een nieuwe instelling te selecteren. U kunt beluisteren hoe uw nieuwe instellingen het reverb geluid wijzigen. TYPE ROOM, HALL, PLATE (standaardwaarde: HALL) Selecteert het soort reverb dat wordt gebruikt. ROOM: Simuleert de galm van een kleine kamer. HALL: Simuleert de galm van een concertzaal. NORMAL: Deze instelling geeft een reverb met een standaard geluid. BRIGHT: Hoge frequenties sterven relatief langzaam weg, zodat er een reverb met een helder, fris geluid ontstaat. LOW CUT FLAT, 40 Hz-800 Hz (standaardwaarde: FLAT) Deze parameter stelt het laagbandse cutoff karakter van het reverb geluid in. LEVEL (niveau) (standaardwaarde: 50) Deze parameter past het volume van de reverb aan. Als u op [F4] (DEFAULT) drukt, wordt de geselecteerde parameter op de standaard waarde die boven wordt weergegeven ingesteld. 4. Druk meerdere malen op [EXIT/NO] om naar het beginvenster terug te keren. 5. Sla de huidige song op (p. 72) als u de aangepaste instellingen wilt bewaren. Er kan per song maar één set reverb instellingen worden opgeslagen. 113

190 Loop effecten gebruiken Chorus aanpassen Gebruik de volgende procedure (Chorus Edit) om verfijnde aanpassingen in het chorus geluid te maken. 1. Druk op [CHORUS/DELAY]. Het Chorus/Delay Send venster verschijnt. fig.34-03d Er kan per song maar één set chorus instellingen worden opgeslagen. Delay aanpassen Gebruik de volgende procedure (Delay Edit) om verfijnde aanpassingen in het delay geluid te maken. Door nu op [F3] (MIN) te drukken stelt u het chorus verzendniveau op de minimale waarde (0) in. Als u daarentegen op [F4] (MAX) drukt, wordt het chorus verzendkanaal op de maximale waarde ingesteld. 2. Druk op [F2] (EDIT). fig.34-04d Het Chorus/Delay Edit venster verschijnt. 3. Zet de cursor op de parameter die u wilt wijzigen, en gebruik de TIME/VALUE draaischijf om een nieuwe instelling te selecteren. U kunt beluisteren hoe uw nieuwe instellingen het chorus geluid wijzigen. TYPE CHORUS, DELAY, DOUBLING Deze parameter selecteert het effect type. Zorg ervoor, dat u deze nu op CHORUS instelt. PRE-DELAY 1 ms -100 ms standaard: 15,0 ms) Deze parameter past de delay tussen de uitvoer van het droge geluid en de uitvoer van het effect geluid aan. RATE standaard: 50) Past het tempo van het chorus effect aan. DEPTH standaard: 50) Past de diepte van het chorus effect aan. LOW CUTFLAT, 40 Hz-800 Hz standaard: FLAT) Deze parameter stelt het laagbandse cutoff karakter van het chorus geluid in. LEVEL (niveau) standaard: 50) Deze parameter past het overkoepelende volume van het effect geluid aan. Als u deze op 0 instelt, heeft de chorus geen effect. Als u op [F4] (DEFAULT) drukt, wordt de geselecteerde parameter op de standaard waarde die boven wordt weergegeven ingesteld. 4. Druk meerdere malen op [EXIT/NO] om naar het beginvenster terug te keren. 5. Sla de huidige song op (p. 72), als u de aangepaste instellingen wilt bewaren. 1. Druk op [CHORUS/DELAY]. fig.34-03ad Het Chorus/Delay Send venster verschijnt. Door nu op [F3] (MIN) te drukken stelt u het delay verzendniveau op de minimale waarde (0) in. Als u daarentegen op [F4] (MAX) drukt, wordt het delay verzendkanaal op de maximale waarde ingesteld. 2. Druk op [F2] (EDIT). fig.34-04ad Het Chorus/Delay Edit venster verschijnt. 3. Zet de cursor op de parameter die u wilt wijzigen, en gebruik de TIME/VALUE draaischijf om een nieuwe instelling te selecteren. U kunt beluisteren hoe uw nieuwe instellingen het delay geluid wijzigen. TYPE DELAY Deze parameter selecteert het effect type. Zorg ervoor, dat u deze hier op DELAY instelt. TIME ms standaard: 500 ms) Deze parameter past de delay tijd (oftewel het interval waarover het geluid wordt vertraagd) aan. FEEDBACK standaard: 0) Deze parameter past de hoeveelheid feedback aan. Als u de hoeveelheid feedback wijzigt, wordt ook het aantal afzonderlijke herhalingen van het vertraagde geluid gewijzigd. Als de feedback op een te grote waarde wordt ingesteld, gaan afzonderlijke delays overlappen, verhoogt het delay volume en kan er als gevolg hiervan distortion optreden. Verlaag in dergelijke gevallen het feedback niveau (LEVEL). HF DAMP standaard:0) Deze parameter past de snelheid waarmee het gedeelte van het geluid dat een hoge frequentie heeft wegsterft. Hoe hoger de waarde, hoe sneller de hoge frequenties wegsterven en des te donkerder het geluid. 114

191 Loop effecten gebruiken LEVEL (niveau) standaard: 50) Deze parameter past het overkoepelende volume van het effect geluid aan. REVERB SEND standaard: 0) Past de hoeveelheid reverb die op het vertraagde geluid wordt toegepast aan. Als u op [F4] (DEFAULT) drukt, wordt de geselecteerde parameter op de standaard waarde die boven wordt weergegeven ingesteld. 4. Druk meerdere malen op [EXIT/NO] om naar het beginvenster terug te keren. 5. Druk op [PLAY] om het afspelen te starten. De delay wordt nu op de weergave van het spoor toegepast. 6. Sla de huidige song op (p. 72), als u de aangepaste instellingen wilt bewaren. fig d 3. Zet de cursor op het spoor dat u wilt dubbelen en gebruik de TIME/VALUE draaischijf om een verzendniveau te selecteren. U kunt ook een spoor selecteren door op de bijbehorende spoorknop te drukken. Het verdient aanbeveling om het verzendkanaal in eerste instantie op 100 in te stellen, zodat het dubbeleffect duidelijk hoorbaar is. U kunt tijdens het beluisteren van de weergave vervolgens een nieuw niveau instellen. Door nu op [F3] (MIN) te drukken stelt u het delay verzendniveau op de minimale waarde (0) in. Als u daarentegen op [F4] (MAX) drukt, wordt het delay verzendkanaal op de maximale waarde ingesteld. Er kan per song maar één set delay instellingen worden opgeslagen. Doubling aanpassen 4. Druk op [F2] (EDIT). fig.34-04d Het Chorus/Delay Edit venster verschijnt. Hoofdstuk 2 In situaties waar professionele producenten ervoor willen zorgen dat een gitaaruitvoering op zowel de linker als de rechter speakers even aanwezig klinkt, gebruiken ze over het algemeen een functie die dubbelen wordt genoemd. Specifiek houdt dit in dat dezelfde uitvoering twee keer op verschillende sporen wordt opgenomen, en dat vervolgens één van de sporen naar links wordt gepand. De BR-1600CD biedt u een effect van het dubbel type, waarmee u zonder twee afzonderlijke opnamen te hoeven maken hetzelfde effect kunt bereiken. En aangezien het hierdoor mogelijk is om zelfs mono uitvoeringen op één spoor te dubbelen, kunt u op efficiëntere wijze van de beschikbare sporen gebruik maken. Dit soort dubbelen wordt bereikt door het oorspronkelijke (of droge) geluid te kopiëren, het gekopieerde geluid van het oorspronkelijke geluid weg te pannen, en deze beide af te spelen, waarbij het gekopieerde geluid licht vertraagd wordt, zodat er een pseudo-stereo geluid wordt gemaakt. Als u dit effect gebruikt, dient u daarom het afspeelspoor naar links of rechts te pannen. Het gekopieerde geluid wordt dan, met een korte delay, aan de tegenovergestelde zijde afgespeeld. Dubbelen heeft geen effect als de pan van het spoor op de middenstand is ingesteld. U dient hiermee voorzichtig te werk te gaan. 1. Pan het spoor dat u wilt dubbelen naar links of rechts. De links-rechts positie van elk spoor instellen (Pan) ( Basisgebruik ; p. 46). 2. Druk op [CHORUS/DELAY]. Het Chorus/Delay Send venster verschijnt. 5. Zet de cursor op de parameter en gebruik de TIME/ VALUE draaischijf om een nieuwe instelling te kiezen. U kunt beluisteren hoe uw nieuwe instellingen het delay geluid wijzigen. TYPE DOUBLING Deze parameter selecteert het effect type. Zorg ervoor dat u deze hier op DOUBLING instelt. DELAY TIME 10,5-50,0 ms standaard: 17 ms) Deze parameter past de DELAY tijd aan. LEVEL (niveau) standaard: 50) Deze parameter past het overkoepelende volume aan. Als u op [F4] (DEFAULT) drukt, wordt de geselecteerde parameter op de standaard waarde ingesteld. Als de delay tijd te kort is, gaan de linker en rechterkant van het gedubbelde spoor exact hetzelfde klinken, zodat er een vette versie van het oorspronkelijke geluid wordt voortgebracht. Als de delay tijd daarentegen te lang is, komen de linker en rechterkant van het geluid teveel apart te liggen, zodat ze als twee afzonderlijke uitvoeringen klinken. 6. Druk meerdere malen op [EXIT/NO] om naar het beginvenster terug te keren. 7. Druk op [PLAY] om het afspelen te starten. Er wordt op de weergave nu een dubbel effect toegepast. 8. Sla de huidige song op (p. 72), als u de aangepaste instellingen wilt bewaren. Er kan per song maar één set delay instellingen worden opgeslagen. 115

192 De toon van vocalen corrigeren/een achtergrondkoor aan vocalen toevoegen (Vocal Tool Box) De Vocal Tool Box De term Vocal Tool Box wordt gebruikt om een groep effecten te omschrijven, die op opgenomen vocale sporen worden toegepast om onjuiste tonen te corrigeren en automatisch een achtergrondkoor toe te voegen. In vergelijking met gitaren, piano s en overige muziekinstrumenten produceert een menselijke stem over het algemeen een relatief instabiele toon. Als er een onvoorbereide vocalist wordt opgenomen kan dit, wat de gezongen noten betreft, vaak tot behoorlijke moeilijkheden en slechte geluidskwaliteit leiden. Echter, zelfs wanneer u een bedreven vocalist heeft opgenomen, kan het toevoegen van achtergrondkoor het niveau van de uitvoering in zijn geheel verder verbeteren. Wanneer de Vocal Tool Box van de BR-1600CD op de juiste manier wordt gebruikt, zullen uw vocale sporen altijd fantastisch klinken. Indeling van de Vocal Tool Box De Vocal Tool Box bestaat uit de volgende twee effect typen Pitch Correction (tooncorrectie) Dit effect zorgt ervoor dat onjuiste tonen in solo zang sporen automatisch worden gecorrigeerd. Specifiek houdt dit in, dat onjuiste tonen (tot op 50 cent nauwkeurig) worden opgespoord, en ze in realtime en in eenheden van een halve toon worden gecorrigeerd. Harmony Sequence (harmoniesequens) Om een simpel achtergrondkoor toe te voegen maakt dit effect, door de toon van oorspronkelijke solo vocale spoor aan te passen, een drievoudige harmonie. De harmonische tonen worden automatisch gemaakt, in overeenkomst met de akkoordenreeks die bij uw ritmische arrangement is aangegeven (p. 189). Beide effecten zijn bedoeld voor gebruik met de weergave van opgenomen geluidssporen en kunnen niet op ingaande bronnen worden toegepast. De Vocal Tool Box en geluidssporen zijn op onderstaande wijze verbonden. fig Track COMPRESSOR VOCAL TOOL BOX Pitch Correction Harmony Sequence EQUALIZER Track Pan Reverb Send Chorus/Delay Send REVERB CHORUS/ DELAY L MIX R L R MIX L R MIX 116

193 De toon van vocalen corrigeren/een achtergrondkoor aan vocalen toevoegen Vocal Tool Box patches In geval van zowel tooncorrectie kunt u de manier waarop het effect wordt toegepast instellen en deze instellingen vervolgens opslaan. Een groep van dergelijke instellingen wordt een Patch genoemd. Bij aankoop zijn er in totaal tien tooncorrectie en harmoniesequens patches in de BR-1600CD opgeslagen. Bovendien kunnen er tien gebruikerspatches vrijelijk worden geïnstalleerd en binnen elke willekeurige song worden gebruikt, en tien song patches voor gebruik binnen een specifieke song worden geïnstalleerd. Voorzorgsmaatregelen voor het gebruik van de Vocal Tool Box Tijdens het gebruik van de Vocal Tool Box kunt u geen gebruik maken van insert effecten, de Mastering Tool Kit of speaker modeling. De Vocal Tool Box is bedoeld voor gebruik met opgenomen vocale sporen en kan niet op ingaande bronnen of de Master uitvoer worden toegepast. De tooncorrectie en harmoniesequens functies zijn afzonderlijke effecten. Daarom kunnen ze niet allebei op hetzelfde moment worden gebruikt. Deze effecten functioneren ook als ze op niet vocale solo uitvoeringen worden toegepast. Vanwege het fundamentele verschil tussen het karakter van een menselijke stem en dat van muziekinstrumenten is het echter erg onwaarschijnlijk dat hiermee de gewenste resultaten worden behaald. In de volgende situaties kan het voorkomen dat de Vocal Tool Box de toon niet precies kan opsporen, en is een normaal functioneren niet mogelijk. - Als er andere geluiden in de solo vocale part zijn gemengd. - Als het volume van de vocale part overmatig hard of zacht is. - Als de vocale part veel sisklanken bevat of erg ademig is (bijvoorbeeld als de zanger fluistert of een hese stem heeft). - Als de vocale part een overmatige hoeveelheid verschillende tonen bevat (zoals een snel, diep vibrato of snelle spraak). - Als de part met een erg lage stem, die veel harmoniën heeft, wordt gezongen. * Wijzig de Type instelling van de tooncorrectie functie of de Input Type instelling van de harmoniesequens functie, als de BR-1600CD bij het opsporen van de toon er vaak naast zit. De toon van vocalen corrigeren (Pitch Correction) Laten we de tooncorrectie functie van de BR-1600CD gebruiken om een aantal fouten in een solo vocale part uit de weg te ruimen. Met behulp van deze functie kunnen we tonen in realtime en in eenheden van een halve toon corrigeren. 1. Neem voordat u tooncorrectie toepast een vocaal spoor op. 2. Druk meerdere malen op [REC MODE], net zolang tot de BOUNCE indicator oplicht. De BR-1600CD komt nu in de Bounce functie. 3. Druk op [VOCAL TOOL BOX]. Om aan te geven dat de Vocal Tool Box is ingeschakeld licht deze knop op. Het patch selectievenster van de Vocal Tool Box verschijnt. fig.35-06d 4. Zet de cursor op het patchnummer veld en gebruik de TIME/VALUE draaischijf om een patch te selecteren. U dient hier een patch te selecteren waarvan in het venster PITCH CORRECTION als algoritmenaam is weergegeven. 5. Druk op [F3] (LOCATION). fig.35-08d Algorithm name 6. Gebruik de TIME/VALUE draaischijf om het spoor dat de vocale opname bevat te selecteren. U kunt uit de volgende sporen kiezen: Spoor 1 tot en met 8 of spoor 9/10 tot en met 15/ Start het afspelen op de BR-1600CD. De tonen van de zang worden tijdens het afspelen gecorrigeerd. Er wordt rechtsboven in het venster in realtime weergegeven hoeveel tooncorrectie er in eenheden van een cent plaatsvindt. Beluister de part om er zeker van te zijn dat hij nu volledig zuiver is, en gebruik de spoorfader om, indien nodig, het volume van de part aan te passen. Druk op [STOP] om het afspelen te beëindigen. 8. Druk op een spoorknop om het spoor waarop u de gecorrigeerde zang wilt opnemen te selecteren. De spoorknop wordt rood en begint te knipperen om aan te geven dat het spoor als opnamespoor is geselecteerd. Hoewel de sporen als stereospoor worden geselecteerd op het moment dat de spoorknoppen worden ingedrukt, wordt, als u Hoofdstuk 2 117

194 De toon van vocalen corrigeren/een achtergrondkoor aan vocalen toevoegen één van de knipperende spoorknoppen 1 tot en met 8 tijdens het knipperen indrukt, het bijbehorende spoor als monospoor geselecteerd. 9. Zet de faders van alle sporen behalve het spoor met de zang opname helemaal omlaag. Let erop dat dit ook op de faders van drums, bas een loop frasen van toepassing is. 10. Druk op [ZERO] om naar het begin van de song te verspringen, en druk vervolgens op [REC]. [REC] wordt rood en begint te knipperen, om aan te geven dat de BR-1600CD nu klaar is voor opname. 11. Druk op [PLAY]. Zowel [PLAY] als [REC] licht nu op en de opname begint. De solo part wordt afgespeeld en de onjuiste tonen worden gecorrigeerd. Tegelijkertijd wordt de gecorrigeerde part op het geselecteerde spoor opgenomen. 12. Druk op het punt waar u de opname wilt stoppen op [STOP]. De BR-1600CD stopt de weergave. 13. Druk op [ZERO] om nogmaals naar het begin van de song te verspringen, en start vervolgens de weergave van het opgenomen spoor. Zet de fader van het spoor dat de oorspronkelijke zang bevat helemaal omlaag, en verhoog de fader van het spoor naar een geschikt niveau. Tijdens het beluisteren van de gecorrigeerde part kunt u besluiten of u over de correcties wel of niet tevreden bent. Gebruik de Undo functie (ongedaan maken) ( Basisgebruik ; p. 42), als u niet blij bent over de manier waarop de zang is gecorrigeerd. 14. Sla de huidige song op (p. 72), als u het gecorrigeerde spoor wilt bewaren. De correctiemethode van de vocale toon instellen (Pitch Correction Edit) Elk van de voorgeprogrammeerde patches 1 tot en met 5 gebruiken een iets andere methode om tonen te corrigeren. Normaliter is het voldoende om de patch die u het beste vindt te selecteren. Echter, als u met geen van deze patches een gunstig resultaat bereikt, kunt u de tooncorrectie instellingen wijzigen om uw eigen patch te creëren. fig.35-04d 3. Zet de cursor op de instelling die u wilt wijzigen en gebruik de TIME/VALUE draaischijf om een nieuwe waarde te selecteren. fig.35-05d Type LO.MALE, HI.MALE, LO.FEML, HI.FEML Stel deze parameter zo in dat hij met het stemtype van de oorspronkelijke zang overeenkomt. Als deze parameter niet goed wordt ingesteld, is het waarschijnlijker dat er bij het opsporen en corrigeren van de toon problemen optreden. LO.MALE (laag mannelijk) Selecteer deze instelling voor een mannelijke stem met een lage toon. HI.MALE (hoog mannelijk) Selecteer deze instelling voor een mannelijke stem met een hoge toon. LO.FEMALE (laag vrouwelijk) Selecteer deze instelling voor een vrouwelijke stem met een lage toon. HI.MALE (hoog vrouwelijk ) Selecteer deze instelling voor een vrouwelijke stem met een hoge toon. * Wijzig de type instelling, als de BR-1600CD er bij het opsporen van de toon vaak naast zit. In sommige gevallen vermindert dit het aantal onjuiste opsporingen. Smooth Deze instelling bepaalt hoe snel de tooncorrectie op wijzigingen in toon van de zang reageert. Hoe hoger de waarde, hoe langer de tijd voordat de correctie wordt toegepast; als gevolg hiervan zijn wijzigingen in toon geleidelijker. Een lage waarde zorgt voor een snelle wijziging in toon. 4. Voer de procedure die in Vocal Tool Box instellingen opslaan (Patch Write) (p. 121) wordt beschreven, als u uw aangepaste instellingen wilt bewaren. 1. Selecteer een voorgeprogrammeerde patch om uw nieuwe patch op te baseren. 2. Druk op [F2] (EDIT). Het Pitch Correction Edit venster verschijnt. 118

195 De toon van vocalen corrigeren/een achtergrondkoor aan vocalen toevoegen Een achtergrondkoor aan vocalen toevoegen (harmoniesequens, Harmony Sequence) Laten we nu de harmoniesequens functie van de BR-1600CD gebruiken om een achtergrondkoor aan een solo vocale uitvoering toe te voegen. Er wordt op basis van de akkoordsequens die bij uw ritmische arrangement is ingesteld een drievoudig achtergrondkoor gemaakt. 7. Gebruik de TIME/VALUE draaischijf om het spoor dat de vocale opname bevat te selecteren. U kunt uit de volgende sporen kiezen: Spoor 1 tot en met 8 of spoor 9/10 tot en met 15/ Start het afspelen op de BR-1600CD. Beluister het achtergrondkoor dat nu tijdens het afspelen op de zang wordt toegepast. Gebruik de bijbehorende spoorfader om, indien nodig, het volume van de part aan te passen. Druk op [STOP] om het afspelen te beëindigen. 9. Druk op een spoorknop om het spoor waarop u het achtergrondkoor wilt opnemen te selecteren. De spoorknop wordt rood en begint te knipperen, om aan te geven dat het spoor als opnamespoor is geselecteerd. Achtergrondkoor parts worden gemaakt door de toon van het oorspronkelijke vocale spoor aan te passen. Als gevolg hiervan is het niet mogelijk om een achtergrondkoor te maken dat andere teksten of een ander ritme dan de oorspronkelijke part gebruikt. 1. Neem voordat u de harmoniesequens functie toepast een solo vocaal spoor waarmee u kunt werken. 2. Voer bij uw ritmische arrangement een akkoordsequens in. Akkoorden invoeren (p. 189). 3. Druk meerdere malen op [REC MODE], net zolang tot de BOUNCE indicator oplicht. De BR-1600CD komt nu in de Bounce functie. 4. Druk op [VOCAL TOOL BOX]. Om aan te geven dat de Vocal Tool Box is ingeschakeld, licht deze knop op. Het patch selectievenster van de Vocal Tool Box verschijnt. fig.35-06d 10. Zet de faders van alle sporen behalve het spoor met de zangopname helemaal omlaag. Let erop dat dit ook op de faders van drums, bas een loop frasen van toepassing is. 11. Druk op [ZERO] om naar het begin van de song te verspringen, en druk vervolgens op [REC]. [REC] wordt rood en begint te knipperen om aan te geven dat de BR-1600CD nu klaar is voor opname. 12. Druk op [PLAY]. Zowel [PLAY] als [REC] licht nu op en de opname begint. De zang wordt afgespeeld en het achtergrondkoor wordt toegevoegd. Tegelijkertijd wordt het achtergrondkoor op het geselecteerde spoor opgenomen. 13. Druk op het punt waar u de opname wilt stoppen op [STOP]. De BR-1600CD stopt de weergave. 14. Druk op [ZERO] om nogmaals naar het begin van de song te verspringen, en start vervolgens de weergave van het opgenomen spoor. Zet de fader van het spoor dat de oorspronkelijke zangbevat helemaal omlaag, en verhoog de fader van het spoor dat het achtergrondkoor bevat naar een geschikt niveau. U kunt nu alleen het achtergrondkoor beluisteren. Hoofdstuk 2 5. Zet de cursor op het patchnummer veld en gebruik de TIME/VALUE draaischijf om een patch te selecteren. U dient hier een patch te selecteren waarvan in het venster HARMONY SEQUENCE als algoritmenaam is weergegeven. 6. Druk op [F3] (LOCATION). fig d Algorithm name Gebruik de Undo functie (ongedaan maken) ( Basisgebruik ; p. 42), als u niet blij bent over de manier waarop de zang is gecorrigeerd. 15. Sla de huidige song op (p. 72), als u de huidige song wilt bewaren. 119

196 De toon van vocalen corrigeren/een achtergrondkoor aan vocalen toevoegen Rusten in een achtergrondkoor invoegen Wanneer u de harmoniesequens wordt gebruikt er van begin tot eind van de song doorlopend een achtergrondkoor toegevoegd. In bepaalde gevallen wilt u echter dat het achtergrond op bepaalde punten in uw song stopt. Voer om dit te bereiken bij de bijbehorende akkoorden in het invoerscherm voor akkoorden een non-chord (non-akkoord) in (p. 189). U kunt non-akkoord aangeven door bij stap 5 in de procedure die bij Akkoorden invoeren (p. 189) wordt beschreven (N.C.) te selecteren. Voor de akkoorden die als non-akkoord zijn gedefinieerd, wordt de weergave van het achtergrondkoor gestopt, zodat u een rust kunt inlassen. Voorbeeld: De akkoorden Cmaj C Fma invoeren. fig.35-09a Chorus Chord Cmaj backing chorus Cmaj De toepassingsmethode van achtergrondkoren instellen (Harmony Sequence Edit) Elk van de voorgeprogrammeerde patches 1 tot en met 5 gebruiken een iets andere methode om harmonieën toe te passen. Normaliter is het voldoende om de patch die het resultaat dat u het beste vindt te selecteren. Echter, als u met geen van deze patches een gunstig resultaat bereikt, kunt u de harmoniesequens instellingen wijzigen om uw eigen patch te creëren. 1. Selecteer een voorgeprogrammeerde patch om uw nieuwe patch op te baseren. 2. Druk op [F2] (EDIT). Rest C Fmaj backing chorus Fmaj Het Harmony Sequence Edit venster verschijnt. fig.35-09d Time Als de TIME/VALUE draaischijf nu tegen de klok in wordt gedraaid veranderen de doorgetrokken lijnen die het effectblok op de huidige positie aangeven in stippellijnen, wat betekent dat het bijbehorende effect is uitgeschakeld. Op dezelfde wijze veranderen de stippellijnen weer in doorgetrokken lijnen, om aan te geven dat het effect is ingeschakeld. Zet de cursor op de instelling die u wilt wijzigen en gebruik de TIME/VALUE draaischijf om een nieuwe waarde te selecteren. 3. Druk op [F3] (=>PRM.). De cursor verspringt naar het parametergedeelte, rechts in het venster, en u kunt nu de parameterinstellingen wijzigen. Let op: om naar het parameterinstellingsvenster van het volgende effectblok links of rechts te verspringen kunt u respectievelijk CURSOR [ ] of [ ] indrukken. fig.35-10d 4. Zet de cursor op de instelling die u wilt wijzigen en gebruik de TIME/VALUE draaischijf om een nieuwe waarde te selecteren. VOICE1-VOICE3 Deze parameters worden gebruikt om van elk van de stemmen waaruit het achtergrondkoor bestaat de instellingen aan te passen. On/Off (aan/uit) OFF, ON Dit wordt gebruikt om elke afzonderlijke stem van het achtergrondkoor in of uit te schakelen. Als een stem is uitgeschakeld, brengt deze geen geluid voort. Houd er rekening mee, dat er door het achtergrondkoor geen enkel geluid wordt gemaakt, als stem 1 tot en met 3 wordt uitgeschakeld. Pre Delay 0,0 ms-50,0 ms Deze stelt de hoeveelheid tijd in die tussen de oorspronkelijke vocale part en de achtergrondkoor stem verstrijkt. Door langere delays in te stellen en voor elke stem een andere delay in te stellen kunt u ervoor zorgen dat het achtergrond koor realistischer klinkt. Als u kortere delay tijden instelt, kan het zijn dat het achtergrondkoor kunstmatiger klinkt. Pan L100-R100 Deze past de links-rechts positie van de bijbehorende stem aan. Door voor elke stem een andere pan waarde in te stellen, kan er een achtergrondkoor met een breder geluid worden gemaakt. Human Feel (menselijk geluid) Deze past de mate van tooninstabiliteit waarmee menselijke stemmen zich kenmerken aan. Hoe hoger deze instelling, hoe groter de mate van tooninstabiliteit in de stem van het achtergrondkoor, en des te meer het geluid als een menselijke stem klinkt. Als deze instellingen te hoog zijn, klinkt het achtergrondkoor echter amateuristisch. Hoe lager de instelling, hoe stabieler de tonen van de stem worden, en des te kunstmatiger het achtergrondkoor in zijn geheel gaat klinken. COMMON Deze parameters worden gebruikt om instellingen te maken voor het achtergrondkoor in zijn geheel. Input Type LO.MALE, HI.MALE, LO.FEML, HI.FEML Stel deze parameter zo in, dat hij met het stemtype van de oor- 120

197 De toon van vocalen corrigeren/een achtergrondkoor aan vocalen toevoegen spronkelijke zang overeenkomt. Als deze parameter niet goed wordt ingesteld, is het waarschijnlijker dat er bij het opsporen en corrigeren van de toon problemen optreden. LO.MALE (laag mannelijk) Selecteer deze instelling voor een mannelijke stem met een lage toon. HI.MALE (hoog mannelijk) Selecteer deze instelling voor een mannelijke stem met een hoge toon. LO.FEMALE (laag vrouwelijk) Selecteer deze instelling voor een vrouwelijke stem met een lage toon. Vocal Tool Box instellingen opslaan (Patch Write) Gewijzigde Vocal Tool Box instellingen kunnen worden opgeslagen door ze samen onder een nieuwe patch naam weg te schrijven. 1. Druk in het Pitch Correction of Harmony Sequence venster op [F1] (NAME). Het patch naam instelling venster verschijnt. fig.35-11d HI.MALE (hoog vrouwelijk ) Selecteer deze instelling voor een vrouwelijke stem met een hoge toon. * Wijzig de type instelling, als de BR-1600CD er bij het opsporen van de toon vaak naast zit. In sommige gevallen vermindert dit het aantal onjuiste opsporingen. Balance 100:0-0:100 Hiermee stelt u de volumebalans tussen de zang en het achtergrondkoor in. Een instelling van 0:100 zorgt ervoor dat alleen het achtergrondkoor hoorbaar is. Op gelijksoortige wijze zorgt een instelling van 100:0 ervoor dat alleen de zang hoorbaar is. Chorus Send Hiermee past u de hoeveelheid achtergrondkoor die naar het chorus, delay of dubbel effect wordt verzonden aan. Hoe hoger de waarde, hoe groter de hoeveelheid achtergrondkoor die naar het geselecteerde effect wordt verzonden. U dient daarentegen een waarde van 0 te gebruiken als u geen chorus, delay of dubbel effect op het achtergrondkoor wilt toepassen. Reverb Send Hiermee past u de hoeveelheid achtergrondkoor die naar de reverb wordt verzonden aan. Hoe hoger de waarde, meer reverb er wordt toegepast. U dient daarentegen een waarde van 0 te gebruiken als u geen reverb op het achtergrondkoor wilt toepassen. 5. Druk op [EXIT/NO] om naar het Pitch Correction of Harmony Sequence patch selectie venster terug te keren. Om aan te geven dat de effect instellingen tijdelijk zijn gewijzigd wordt het banknummer met TMP aangeduid. 2. Zet de cursor op de tekens in de patch naam die u wilt wijzigen, en gebruik de TIME/VALUE draaischijf om nieuwe tekens te selecteren. fig.35-11ad 3. Druk op [EXIT/NO] om naar het Pitch Correction of Harmony Sequence Edit venster terug te keren. 4. Druk op [F4] (WRITE/COPY). fig.35-12d Het Vocal Tool Box Write/Copy venster verschijnt. 5. Zet de cursor op het TO: veld, en gebruik de TIME/ VALUE draaischijf om een patch als bestemming te selecteren. fig.35-13d Hoofdstuk 2 Als u een andere patch heeft geselecteerd, een andere song heeft geladen of de BR-1600CD heeft uitgezet terwijl TMP werd weergegeven, keren alle patch instellingen naar hun oorspronkelijke toestand terug. Aangezien het mogelijk is dat deze instellingen niet hersteld kunnen worden, dient u voorzichtig te werk te gaan. 6. Voer de procedure die in Vocal Tool Box instellingen opslaan (Patch Write) wordt beschreven, als u uw aangepaste instellingen wilt bewaren. FROM: Dit veld dient u ongewijzigd op *TMP(CURRENT) te laten staan. Echter, zet de cursor op dit veld en draai de TIME/VALUE draaischijf tegen de klok in om dit op *TMP(CURRENT) terug te zetten als hier een ander bericht wordt weergegeven. TO: Dit veld selecteert de patch waarop uw nieuwe instellingen weggeschreven worden. 6. Druk op [F4] (GO). De Vocal Tool Box patch wordt geschreven. Als dit proces is voltooid, wordt het Vocal Tool Box venster nogmaals weergegeven. 7. Druk meerdere malen op [EXIT/NO] om naar het beginvenster terug te keren. 121

198 De toon van vocalen corrigeren/een achtergrondkoor aan vocalen toevoegen Vocal Tool Box instellingen kopiëren (Patch Copy) De BR-1600CD functie waarmee u patches kunt kopiëren is erg handig als u een aantal effect patches met net iets andere instellingen wilt maken. 1. Druk in het Pitch Correction of Harmony Sequence venster op [F4] (WRITE/COPY). Het Vocal Tool Box Write/Copy venster verschijnt. fig.35-14d 2. Zet de cursor op het FROM: veld, en gebruik de TIME/VALUE draaischijf om de patch die u wilt kopiëren te selecteren. fig.35-14ad FROM: Dit veld selecteert de patch die wordt gekopieerd. Hoewel het mogelijk is dat, als u het Patch Write/Copy venster opvraagt nadat u patch instellingen heeft gewijzigd, *TMP(CURRENT) wordt weergegeven, bent u vrij om dit te wijzigen. 3. Zet de cursor op het TO: veld, en gebruik de TIME/ VALUE draaischijf om een patch als bestemming te selecteren. fig.35-14bd TO: Dit veld selecteert de patch die door het kopiëren overschreven zal worden. 4. Druk op [F4] (GO). De patch wordt gekopieerd. Als het bericht Complete! verschijnt, betekent dit dat het kopiëren is voltooid. 5. Druk meerdere malen op [EXIT/NO] om naar het beginvenster terug te keren. Het is belangrijk om te onthouden dat de patch die als bestemming is aangegeven volledig wordt overschreven door de patch die bij FROM: is aangegeven. 122

199 De kenmerken van diverse speakersystemen nabootsen (Speaker Modeling) De BR-1600CD biedt een functie die Speaker Modeling wordt genoemd, zodat u de kenmerken van verschillende soorten speakersystemen kunt nabootsen. Met behulp van deze functie kunt u horen hoe uw songs op verschillende speakersystemen zullen klinken. Bovendien kunt u, door deze verschillende geluiden te vergelijken en zo de beste balans te zoeken, eindmixen van een veel hogere kwaliteit maken. Indeling van Speaker Modeling Speaker Modeling bevat de volgende effectblokken. fig.37-13d Externe speakerboxen aansluiten Om met de Speaker Modeling functie van de BR-1600CD de best mogelijke resultaten te behalen, raden wij u aan om digitaal aangesloten Roland DS-30A/50A/90A speakerboxen te gebruiken. Houd er als u een ander soort speakerboxen gebruikt rekening mee dat de speaker modeling functie niet het gewenste resultaat heeft. Roland DS-30A/50A/90A dienen zo te worden aangesloten als hieronder wordt aangegeven. fig SP Modeling Bass Cut Filter Low Freq Trimmer High Freq Trimmer Limiter De meest belangrijke is SP MODELING. Dit is het effectblok dat het modeling proces van speakerkenmerken daadwerkelijk uitvoert. Het BASS CUT FILTER blok wordt gebruikt om eventuele ongewenste signalen in lage frequenties, die bijvoorbeeld door pop noise van de zanger in een verder goede uitvoering worden veroorzaakt, uit te filteren. De LOW FREQUENCY TRIMMER en HIGH FREQUENCY TRIMMER effect blokken worden gebruikt om de toon van respectievelijk de lage en midden frequentiebanden aan te passen. Het LIMITER blok, tot slot, voorkomt distortion door het volume, op punten dat het boven een bepaald niveau uitkomt, te onderdrukken. Onversterjet luidsprekers dienen als volgt te worden aangesloten. fig DIGITAL IN Coax kabel Power Amp DIGITAL OUT Hoofdstuk 2 LINE OUT 123

200 De kenmerken van diverse speakersystemen nabootsen (Speaker Modeling) Speaker Modeling patches Op het moment van aankoop bevat de Speaker Modeling functie van de BR-1600CD al 33 voorgeprogrammeerde patches die niet kunnen worden overschreven (P001 tot en met P033), 33 gebruikerspatches die in elke willekeurige song kunnen worden gebruikt (U001 tot en met U033) en 33 song patches die samen met een bepaalde song zijn opgeslagen (S001 tot en met S033). Gebruikerspatches en song patches kunnen worden overschreven. Speaker Modeling Patch lijst (los document). Speaker Modeling gebruiken 1. Druk op [SPEAKER MODELING]. Deze knop licht op en het Speaker Modeling patchvenster verschijnt. fig.37-03d fig.37-05d Speaker Modeling instellingen aanpassen Door de juiste instellingen te kiezen, kan elk van de effectblokken waaruit de Speaker Modeling functie bestaat in detail worden afgestemd. Echter, voordat u begint dient u de Speaker Modeling patch te selecteren. 1. Druk in het Speaker Modeling patchvenster op [F2] (EDIT). Het Speaker Modeling bewerkvenster verschijnt. fig.37-06d * Let erop dat deze handeling ervoor zorgt dat insert effecten, de Vocal Tool Box en de Mastering Tool Kit automatisch worden uitgeschakeld. 2. Zet de cursor op het patch nummer veld, en gebruik de TIME/VALUE draaischijf om een patch. Het uitgaande geluid van de BR-1600CD wordt nu gevormd met de geselecteerde speaker als basis. Speaker Modeling Patch Lijst (los document). Speaker Modeling uitschakelen Gebruik de volgende procedure als u Speaker Modeling tijdelijk uit wilt schakelen. 1. Druk in het Speaker Modeling patchvenster op [F1] (ON/ OFF). De Speaker Modeling functie wordt uitgeschakeld. fig.37-04d De linkerhelft van dit venster geeft de manier waarop effectblokken in deze patch zijn verbonden; de rechterhelft geeft de parameterinstellingen van het effectblok dat momenteel door de cursor wordt gemarkeerd weer. Als u de TIME/VALUE draaischijf nu tegen de klok in draait, veranderen de doorgetrokken lijnen die het effectblok op de huidige cursorpositie aangeven in stippellijnen, wat aangeeft dat het bijbehorende effect is uitgeschakeld. Op dezelfde wijze zullen de stippellijnen weer in doorgetrokken lijnen veranderen als de TIME/VALUE draaischijf met de klok mee wordt gedraaid, wat aangeeft dat het effect is ingeschakeld. 2. Zet de cursor op het effectblok dat u wilt bewerken, en druk op [F3] (=>PRM.). De cursor verspringt naar het parametergedeelte rechts in het venster, en u kunt de parameterinstellingen nu wijzigen. Als u in een parameter instellingenvenster staat, kunt u CUR- SOR [ ] of [ ] gebruiken om naar het parameter instellingenvenster van het volgende blok respectievelijk links of rechts te verspringen. fig.37-06ad Zie Speaker Modeling parameter functies (p. 127), voor meer gedetailleerde informatie over instellingen. Druk nogmaals op [F1] (ON/OFF) om de Speaker Modeling functie weer in te schakelen. 3. Zet de cursor op de parameter die u wilt wijzigen, en gebruik de TIME/VALUE draaischijf om een nieuwe waarde te selecteren. 124

201 De kenmerken van diverse speakersystemen nabootsen (Speaker Modeling) fig.37-07d fig.37-09d 4. Druk op [F2] (BLOCK<=) om de cursor naar de linkerkant van het venster te verplaatsen, en herhaal stap 2 en drie, als u nog meer effectblokken wilt bewerken. U kunt CURSOR [ ] of [ ] gebruiken om naar het parameter instellingenvenster van het volgende blok links of rechts te verspringen. 3. Druk op [EXIT/NO] om naar het Speaker Modeling bewerkvenster terug te keren. 4. Druk op [F4] (WRITE/COPY). Het Speaker Modeling Patch Write/Copy venster verschijnt. fig.37-10d 5. Druk op [EXIT/NO] om naar het Speaker Modeling patchvenster terug te keren. fig.37-08d Om aan te geven dat de Speaker Modeling instellingen tijdelijk zijn gewijzigd, wordt het patch nummer met *TMP aangeduid. Als u terwijl *TMP is weergegeven een andere patch selecteert, een andere song inlaadt of de BR-1600CD uitzet, keren alle patch instellingen naar hun vorige toestand terug. Aangezien het niet mogelijk is om deze instellingen te herstellen, dient u voorzichtig te werk te gaan. Voer de onderstaande procedure Speaker Modeling instellingen opslaan uit, als u uw aangepaste instellingen wilt bewaren. Speaker Modeling instellingen opslaan (Patch Write) Aangepaste Speaker Modeling instellingen kunnen worden opgeslagen door ze onder een nieuwe patch naam op te slaan. 1. Druk in het Speaker Modeling bewerkvenster op [F1] (NAME). fig.37-09d 5. Zet de cursor op het TO: veld, en gebruik de TIME/ VALUE draaischijf om een patch als bestemming te selecteren. fig.37-11d FROM: Dit veld dient u ongewijzigd op *TMP(CURRENT) te laten staan. Echter, zet de cursor op dit veld en draai de TIME/VALUE draaischijf tegen de klok in om dit op *TMP(CURRENT) terug te zetten, als hier een ander bericht wordt weergegeven. TO: Dit veld selecteert de patch waarop uw nieuwe instellingen weggeschreven worden. Telkens wanneer u het Patch Write/ Copy venster opvraagt, wordt de cursor automatisch hier geplaatst. 6. Druk op [F4] (GO). De Speaker Modeling patch wordt geschreven. Als het bericht Complete! verschijnt, betekent dit dat het schrijfproces is voltooid. 7. Druk meerdere malen op [EXIT/NO] om naar het beginvenster terug te keren. Hoofdstuk 2 2. Zet de cursor op de tekens in de patch naam die u wilt wijzigen, en gebruik de TIME/VALUE draaischijf om nieuwe tekens te selecteren. 125

202 De kenmerken van diverse speakersystemen nabootsen (Speaker Modeling) Speaker Modeling instellingen kopiëren (Patch Copy) De BR-1600CD functie waarmee u patches kunt kopiëren is erg handig als u een aantal effect patches met net iets andere instellingen wilt maken. 1. Druk in het Speaker Modeling venster op [F4] (WRITE/ COPY). Het Speaker Modeling Patch Write/Copy venster verschijnt. fig.37-12d Het is belangrijk om te onthouden dat de patch die als bestemming is aangegeven volledig wordt overschreven door de patch die bij FROM: is aangegeven. Aangezien het niet mogelijk is om deze patch te herstellen, dient u voorzichtig te werk te gaan, zodat u op deze wijze niet per ongeluk belangrijke patches overschrijft. 2. Zet de cursor op het FROM: veld, en gebruik de TIME/VALUE draaischijf om de patch die u wilt kopiëren te selecteren. fig.37-12ad FROM: Dit veld selecteert de patch die wordt gekopieerd. Hoewel het mogelijk is dat, als u het Patch Write/Copy venster opvraagt nadat u patch instellingen heeft gewijzigd, *TMP(CURRENT) wordt weergegeven, bent u vrij om dit te wijzigen. 3. Zet de cursor op het TO: veld, en gebruik de TIME/ VALUE draaischijf om een patch als bestemming te selecteren. fig.37-12bd TO: Dit veld selecteert de patch die door het kopiëren overschreven zal worden. Telkens wanneer u het Patch Write/Copy venster opvraagt, wordt de cursor automatisch hier geplaatst. U kunt tevens aan de TIME/VALUE draaischijf draaien om een nieuw patch nummer als bestemming te selecteren. 4. Druk op [F4] (GO). De patch wordt gekopieerd. Als het bericht Complete! verschijnt, betekent dit dat het kopiëren is voltooid. 5. Druk meerdere malen op [EXIT/NO] om naar het beginvenster terug te keren. 126

203 Speaker Modeling parameter functies Dit effect simuleert de respons van een brede variatie aan speakers, van professionele speakersystemen van hoge kwaliteit die in studio s over de hele wereld worden gebruikt tot speakers van kleine televisies of draagbare radio s. fig.37-13d SP Modeling (speaker modeling) De Speaker Modeling functie is zo ingesteld, dat u de beste resultaten kunt behalen, als u de gevoede Roland monitoren DS-90A, DS50-A of DS30-A (los verkrijgbaar) als speakers voor het uitgaande geluid van de BR-1600CD gebruikt. SP Modeling Bass Cut Filter Low Freq Trimmer High Freq Trimmer Limiter On/Off Schakelt de speaker modeling functie in of uit. OFF, ON Model Selecteert de speaker, waarvan u de kenmerken wilt simuleren: Thru Spr Flat Pwd. BLK Pwd. E-B Pwd. MAC SmlCUBE Wh.CONE WhTISUE Radio SmallTV BoomBox BoomLoB Output Sp. Deze parameter wordt gebruikt om het eigenlijke speaker type dat op de BR-1600CD is aangesloten aan te duiden. DS-90A: DS-50A: DS-30A: Er wordt geen modeling uitgevoerd. Er wordt modeling gebruikt om voor de DS-90, DS-90A of DS-50A speakers te compenseren, zodat het geluid een nog breder bereik en vlakkere respons krijgen. Een standaard model versterkt speakersysteem (type met twee richtingen, woofer diameter = 170 mm (of 6 1/2 inch)). Versterkte speakersystemen die zich door hun heldere toon kenmerken. Versterkte speakersystemen die zich door hun uitgebreide lage gebied kenmerken. Kleine speakers met volledig bereik, die in opnamestudio s veel worden gebruikt. Een afgesloten speaker met twee richtingen, die in opnamestudio s veel wordt gebruikt en zich kenmerkt door een witte woofer. Door de tweeters van Wh.CONE speakers met tissue papier te bedekken, wordt er een mildere toon voortgebracht. Een kleine zakradio. De speakers van een 14-inch televisie. Een radio-cassette recorder. Een radio-cassette recorder waarvan de Low Boost functie is ingeschakeld. Er zijn speakers aangesloten van het type DS-90A Er zijn speakers aangesloten van het type DS-50A Er zijn speakers aangesloten van het type DS-30A Hoofdstuk 2 Phase Duidt de fase van de speakers aan. NORMAL: INVERSE: De uitgaande fase is hetzelfde als die van het ingaande geluid. De uitgaande fase is het tegenovergestelde van die van het ingaande geluid. 127

204 Speaker Modeling parameter functies Bass Cut Filter Dit filter verwijdert vocal pop en overige ongewenste geluiden in de lage band. Limiter Om distortion te voorkomen, verlaagt een limiter luide inkomende niveaus. On/Off OFF, ON On/Off OFF, ON Deze instelling schakelt het Bass Cut Filter in of uit. Schakelt de limiter in of uit. Cut Off Freq THRU, Hz Deze parameter stelt de frequentie waaronder vocal pop en overige ongewenste signalen in het lagere gebied worden uitgefilterd in. Low Freq Trimmer Deze trimmer wordt gebruikt om lage frequenties te verwerken. On/Off OFF, ON Schakelt de lage frequentie trimmer in of uit. Threshold (drempel) db Pas deze parameter zo aan dat hij met het inkomende signaal overeenstemt. De limiter functie wordt toegepast op inkomende geluiden die boven dit niveau liggen. Release Hiermee past u de tijd aan die het kost voordat de limiter functie stopt, zodra het signaalniveau onder de drempel valt. Level (niveau) Deze parameter past het overkoepelende volume aan db Gain db Past de gain (oftewel de hoeveelheid boost of cut) van de lage frequentie trimmer aan. Frequency Hz Geeft de midden frequentie van de lage frequentie trimmer aan. High Freq Trimmer Deze trimmer wordt gebruikt om hoge frequenties te verwerken. On/Off Schakelt de hoge frequentie trimmer in of uit. OFF, ON Gain db Past de gain (oftewel de hoeveelheid boost of cut) van de hoge frequentie trimmer aan. Frequency 1,0-20,0 khz Geeft de midden frequentie van de hoge frequentie trimmer aan. 128

205 De Mastering Tool Kit gebruiken De Mastering Tool Kit Als u een CD maakt, is het van cruciaal belang dat het overkoepelende volume van de song zo wordt verminderd dat de luidste gedeeltes zonder enige vermindering in geluidskwaliteit kunnen worden opgenomen. Deze volumevermindering kan er echter vaak voor zorgen dat CD s geen kracht en dynamiek hebben. Aangezien onze oren niet zo gevoelig zijn voor het geluid dat zich in de lagere frequentiegebieden bevindt, kan het bovendien zo zijn dat deze geluiden, zelfs als de niveaumeter op het maximale volume staat, moeilijk hoorbaar zijn. Ook deze factor verhindert de productie van CD s met een dynamisch geluid. De Mastering Tool Kit die in de BR-1600CD is ingebouwd biedt een middel om dit soort problemen zo op te lossen dat u op gemakkelijke wijze fantastisch klinkende CD s kunt maken. Als u deze Mastering Tool Kit gebruikt, kunt u fluctuerende volumes in uw songs gelijkmatiger maken, en het geluid in de lagere frequentiegebieden uit balanceren. Het wordt daarom sterk aanbevolen dat u, voordat u CD s produceert, te allen tijde de Mastering Tool Kit gebruikt om uw songs te masteren. U kunt zonder de Mastering Tool Kit te gebruiken ook CD s maken, en u kunt kiezen of u deze functie wel of niet wenst te gebruiken. Lees eerst Volume en compressie aanpassen voor het schrijven van CD s (Mastering Tool Kit) ( Basisgebruik ; p. 58), als u de Mastering Tool Kit van de BR-1600CD nog niet kent. Dit hoofdstuk biedt een meer gedetailleerde beschrijving van de Mastering Tool Kit. Indeling van de Mastering Tool Kit Hoofdstuk 2 De Mastering Tool Kit bevat de volgende effectblokken. fig High-band GAIN EX- PANDER COMP- RESSOR Track 9/10 Playback sound INPUT Middle band EQ BASS CUT BASS CUT EX- COMP- FILTER ENHANCER DIVIDER GAIN FILTER PANDER RESSOR MIXER LIMITER CLIP/ DITHER MIX L/R Low-band GAIN EX- PANDER COMP- RESSOR Hiervan speelt de driebands compressor de belangrijkste rol. Over het algemeen kunnen de frequenties in een muzikale uitvoering in de volgende drie banden of gebieden worden onderverdeeld: De lage band, die het geluid van de kick drum, basgitaar en overige instrumenten die het basisritme van de song maken bevat. De midden band, waarin zich de geluiden van de vocalen en de lead gitaren en overige instrumenten die melodieën spelen bevinden. De hoge band, die het geluid van de hi-hats, bekkens, etc. bevat. Om te kunnen doen wat er van ze wordt verlangd, dienen instrumenten met variërende ritmes en volumes te worden bespeeld. Al deze verschillende uitvoeringen worden samengesmeed om muziek te produceren die door een band (of ensemble) wordt gespeeld. Als er een compressor op het gehele frequentiegebied van zou worden toegepast, om zo het volume van een dergelijke groepsuitvoering binnen de extremen die geschikt zijn om er een CD van te branden te houden, zou de natuurlijk klinkende aard van een aantal uitvoeringen kunnen worden aangetast. Het volume van een kick drum zou er bijvoorbeeld voor kunnen zorgen, dat de compressor het volume van melodische instrumenten zou aanpassen. Of het volume van de lead gitaar zou ervoor kunnen zorgen dat de compressor het volume van de basgitaar zou aanpassen. Door de uitvoering in zijn geheel in drie frequentiebanden te verdelen en voor elke band een andere compressor te gebruiken kunnen pieken in het volume worden onderdrukt, zonder dat de uitvoeringen bewerkt of onnatuurlijk klinken. De Mastering Tool Kit heeft naast dit type driebands compressor tevens een aantal andere effectblokken, wanneer u het volume en de aanwezigheid van uw songs wilt aanpassen. 129

206 De Mastering Tool Kit gebruiken Mastering Tool Kit instellingen aanpassen (Edit) Door de juiste instellingen te maken, kan elk van de effectblokken waaruit de Mastering Tool Kit bestaat op verfijnde wijze worden afgesteld. Voordat u hiermee begint, dient u echter de Mastering Tool Kit patch waarvan u de instellingen wilt wijzigen te selecteren. Om aan te geven dat de Mastering Tool Kit instellingen tijdelijk zijn gewijzigd, wordt het patch nummer met TMP aangeduid. Als u een andere patch selecteert, een andere song inlaadt of de BR-1600CD uitzet, terwijl TMP wordt weergegeven, keren alle patch instellingen naar hun oorspronkelijke toestand terug. Aangezien het mogelijk is dat deze instellingen niet hersteld kunnen worden, dient u voorzichtig te werk te gaan. Voer de procedure die hieronder in Mastering Tool Kit instellingen opslaan (Patch Write) wordt beschreven, als u uw aangepaste instellingen wilt bewaren. 1. Druk in het Mastering Tool Kit patchvenster op [F3] (Edit). Het Mastering Tool Kit venster verschijnt. fig.36-02d De linkerhelft van dit venster geeft weer hoe de effectblokken in deze patch zijn verbonden weer; de rechterhelft geeft de parameterinstellingen van het effectblok dat momenteel door de cursor wordt gehighlight weer. 2. Zet de cursor op het effectblok dat u wilt bewerken, endruk op [F3] (=>PRM.). De cursor verspringt naar het parametergedeelte rechts in het venster, en u kunt nu de parameterinstellingen wijzigen. fig.36-02ad Zie Mastering Tool Kit parameter functies (p. 134) voor meer gedetailleerde informatie over instellingen. 3. Zet de cursor op de parameter die u wilt wijzigen, en gebruik de TIME/VALUE draaischijf om een nieuwe waarde te selecteren. 4. Druk op [F2] (BLOCK<=) om de cursor in de linkerhelft van het venster te zetten, als u nog meer effectblokken wilt wijzigen, en herhaal vervolgens stap 2 en 3. Vergeet niet dat u, als u zich in een parametervenster bevindt op CURSOR [ ] of [ ] kunt drukken om naar het parameter instellingenvenster van het volgende blok aan respectievelijk de linker of rechterkant te verspringen. 5. Druk op [EXIT/NO] om naar het Effect Patchvenster terug te keren. fig.36-03d 130

207 De Mastering Tool Kit gebruiken Mastering Tool Kit instellingen opslaan (Patch Write) Aangepaste effect instellingen worden opgeslagen door ze samen onder een nieuwe patch naam weg te schrijven. 1. Druk in het Mastering Tool Kit bewerkvenster op [F1] (NAME). fig.36-04d 6. Druk op [F4] (GO). De Mastering Tool Kit patch wordt geschreven. Als het bericht Complete! verschijnt, betekent dit dat het proces is voltooid. 7. Druk meerdere malen op [EXIT/NO] om naar het beginvenster terug te keren. Mastering Tool Kit instellingen kopiëren (Patch Copy) 2. Zet de cursor op de tekens in de patch naam die u wilt wijzigen, en gebruik de TIME/VALUE draaischijf om nieuwe tekens te selecteren. fig.36-04ad De BR-1600CD functie waarmee u patches kunt kopiëren is erg handig als u een aantal effect patches met net iets andere instellingen wilt maken. 1. Druk in het Mastering Tool Kit bewerkvenster op [F4] (WRITE/COPY). Het Mastering Tool Kit Write/Copy venster verschijnt. fig.36-07d Hoofdstuk 2 3. Druk op [EXIT/NO] om naar het Mastering Tool Kit bewerkvenster terug te keren. 4. Druk op [F4] (WRITE/COPY). Het Mastering Tool Kit Patch Write /Copy venster verschijnt. fig.36-05d 2. Zet de cursor op het FROM: veld, en gebruik de TIME/VALUE draaischijf om de patch te selecteren. fig.36-07ad 5. Zet de cursor op het TO: veld, en gebruik de TIME/ VALUE draaischijf om een patch als bestemming te selecteren. fig.36-06d FROM: Dit veld selecteert de patch die wordt gekopieerd. Hoewel het mogelijk is dat, als u het Patch Write/Copy venster opvraagt nadat u patch instellingen heeft gewijzigd, *TMP(CURRENT) wordt weergegeven, bent u vrij om dit te wijzigen. 3. Zet de cursor op het TO: veld, en gebruik de TIME/ VALUE draaischijf om een patch als bestemming te selecteren. fig.36-07bd FROM: Dit veld dient u ongewijzigd op *TMP(CURRENT) te laten staan. Echter, zet de cursor op dit veld en draai de TIME/VALUE draaischijf tegen de klok in om dit op *TMP(CURRENT) terug te zetten, als hier een ander bericht wordt weergegeven. TO: Dit veld selecteert de patch waarop uw nieuwe instellingen weggeschreven worden. Telkens wanneer u het Patch Write/ Copy venster opvraagt, wordt de cursor automatisch hier geplaatst. TO: Dit veld selecteert de patch, die door het kopiëren overschreven zal worden. Telkens wanneer u het Patch Write/Copy venster opvraagt, wordt de cursor automatisch hier geplaatst. 131

208 De Mastering Tool Kit gebruiken 4. Druk op [F4] (GO). De patch wordt gekopieerd. Als het bericht Complete! verschijnt, betekent dit dat het kopiëren is voltooid. 5. Druk meerdere malen op [EXIT/NO] om naar het beginvenster terug te keren. Het is belangrijk om te onthouden dat de patch die als bestemming is aangegeven volledig wordt overschreven door de patch die bij FROM: is aangegeven. Aangezien het mogelijk is dat deze instellingen niet hersteld kunnen worden, dient u er zeker van te zijn dat er op deze manier niet per ongeluk belangrijke patches overschreven worden. Automatische fade-in (Auto Fade In) uitvoeren 1. Controleer of in het Mastering Tool Kit beginvenster FX:ON wordt weergegeven. Druk, als FX:OFF is weergegeven op [F1] (OFF=>ON) om FX:ON weer te geven. fig.36-08d 2. Zet de cursor op AUTO FADE IN en selecteer ON met behulp van de TIME/VALUE draaischijf. 3. Druk op [F3] (AUTO FADE). Het Auto Fade In instellingenvenster verschijnt. fig.36-09d Automatische fade-in en fadeout uitvoeren (Auto Fade In/Out) De term Fade-In wordt gebruikt om de manier, waarop het volume aan het begin van een song vanuit stilte geleidelijk tot het standaard niveau wordt verhoogd, aan te geven. Het tegenovergestelde effect, waar het volume aan het eind van een song geleidelijk tot stilte wordt verlaagd, wordt Fade- Out genoemd. Hoewel u de Master fader kunt gebruiken om handmatig fade in en fade out toe te passen, is er in de Mastering functie een Fade In/Out functie beschikbaar, zodat u deze effecten automatisch kunt reproduceren. De Auto Fade In/Out functie kan alleen in de Mastering functie worden gebruikt. Bovendien kan deze alleen worden gebruikt als de Mastering Tool Kit is ingeschakeld (FX: ON wordt weergegeven). Instellingen die voor de Auto Fade In/Out functie worden gedaan worden door alle Mastering Tool Kit patches gedeeld en samen met de bijbehorende song opgeslagen. 4. Zet de cursor op de instelling die u wilt wijzigen, en gebruik de TIME/VALUE draaischijf om een nieuwe waarde te selecteren. START Deze parameter stelt de begintijd van de fade out in. Als de huidige positie zich voor het START punt bevindt, kunt u de weergave van de BR-1600CD niet horen, omdat het volume op nul is ingesteld. Zodra de huidige positie het START punt bereikt, begint de BR- 1600CD het volume beetje bij beetje te verhogen. LENGTH (lengte): Deze parameter stelt de tijd (in seconden) in, van het begin van de fade-in totdat het standaard volume is bereikt. CURVE: Deze parameter stelt de vorm van de curve in die de volumeverhoging tijdens de fade-in zal hebben. A U hoort hoe het volume in een consequent tempo wordt verhoogd. B In eerste instantie hoort u hoe het volume in een sneller tempo wordt verhoogd, en terwijl de fade-in voortduurt, wordt dit tempo afgevlakt. 5. Druk op [EXIT/NO] om naar het Mastering Tool Kit patchvenster terug te keren. 6. Zet de huidige positie voor het START punt en start de weergave. Als de huidige positie het START punt bereikt, begint de fadein. 132

209 De Mastering Tool Kit gebruiken Automatische fade-out (Auto Fade Out) uitvoeren 1. Controleer of in het Mastering Tool Kit beginvenster FX:ON wordt weergegeven. Druk, als FX:OFF is weergegeven op [F1] (OFF=>ON) om FX:ON weer te geven. fig.36-10d 5. Druk op [EXIT/NO] om naar het Mastering Tool Kit patchvenster terug te keren. 6. Zet de huidige positie voor het START punt en start de weergave. Als de huidige positie het START punt bereikt, begint de fadeout. 2. Zet de cursor op AUTO FADE OUT en selecteer ON met behulp van de TIME/VALUE draaischijf. Sla de huidige song op (p. 72), als u aangepaste Auto Fade In/Out instellingen wilt bewaren. Als de song niet wordt opgeslagen, gaan alle nieuwe instellingen verloren als u de stroomtoevoer uitschakelt of een nieuwe song laadt. 3. Druk op [F3] (AUTO FADE). Het Auto Fade Out instellingenvenster verschijnt. fig.36-11d Hoofdstuk 2 4. Zet de cursor op de instelling die u wilt wijzigen, en gebruik de TIME/VALUE draaischijf om een nieuwe waarde te selecteren. START Deze parameter stelt de begintijd van de fade in in. LENGTH (lengte): Deze parameter stelt de tijd (in seconden) in, van het begin van de fade-out totdat het volume 0 bereikt. Als het eindpunt zich voor het punt dat met START + LENGTH overeenkomt bevindt, eindigt de song abrupt, halverwege de fade-out. Pas de START en LENGTH zo aan dat het volkume voor het einde van de song vloeiend tot nul wordt teruggebracht. Als het eindpunt zich na het punt dat met START + LENGTH overeenkomt bevindt, kunt u de weergave van de BR-1600CD niet horen, aangezien het volume op nul zal zijn ingesteld. CURVE: Deze parameter stelt de vorm van de curve in die de volumevemindering tijdens de fade-out zal hebben. A U hoort hoe het volume in een consequent tempo wordt verlaagd. B In eerste instantie hoort u hoe het volume in een sneller tempo wordt verlaagd, en terwijl de fade-out voortduurt wordt dit tempo afgevlakt. 133

210 Mastering Tool Kit functies Dit is een compressor effect dat het volumeniveau van elke frequentiegebied (lagere gebied, midden gebied en hogere gebied) afzonderlijk regelt, zodat de verschillen hiertussen kunnen worden geëgaliseerd. Hiermee kunt u het optimale niveau bereiken, als u op MD of DAT afmixt en CD-R disks gebruikt om uw eigen oorspronkelijke CD s te maken. Effect van de invoer delay tijd Met gangbare compressors is er, als extreme niveaus worden opgespoord, voordat het signaal wordt onderdrukt, een tijdelijke vertraging. Dit algoritme omzijlt dit probleem door het inkomende signaal alleen te gebruiken voor het opsporen van het niveau, terwilj er een van tevoren bepaalde hoeveelheid vertraging wordt toegepast op het geluid dat daadwerkelijk wordt verwerkt en uitgevoerd. De invoer delay tijd is de vertraginstijd die voor dit doeleinde wordt gebruikt. De signalen in afzonderlijke frequentiegebieden onderverdelen Stel om het geluid in afzonderlijke frequentiegebieden onder te verdelen het lage splitspunt (Split Freq L) en het hoge splitspunt (Split Freq H) in. Equalizer Effect On/Off OFF, ON Deze parameter schakelt het equalizer effect in of uit. Input Gain db Stelt het overkoepelende volume voordat het signaal door de equalizer heen gaat in. Low Type SHLV, PEAK Stelt het laagbandse equalizer type in op shelvig of peak. Low Gain db Stelt de hoeveelheid boost of cut van de lage band in. Low Freq 20 Hz-2,0 khz Stelt de middenfrequentie van de lage band in. Low Q 0, khz Stelt de helling van de frequentie respons curve in op de middenfrequentie van de lage band. * De Low Q instelling is uitgeschakeld als u SHLV als Low Type heeft geselecteerd. Low-Mid Gain db Stelt de hoeveelheid boost of cut van de lage middenband in. Low-Mid Freq 20 Hz-8,0 khz Stelt de middenfrequentie van de lage middenband in. Low-Mid Q 0, khz Stelt de helling van de frequentie respons curve in op de middenfrequentie van de lage middenband. Hi-Mid Gain db Stelt de hoeveelheid boost of cut van de hoge middenband in. Hi-Mid Freq Stelt de middenfrequentie van de hoge middenband in. Hi-Mid Q 20 Hz-8,0 khz 0, khz Stelt de helling van de frequentie respons curve in op de middenfrequentie van de hoge middenband. High Type Stelt het hoge band equalizer type in op shelving of peak. High Gain Stelt de hoeveelheid boost of cut van de hoge band in. High Freq Stelt de middenfrequentie van de hoge band in. High Q SHLV, PEAK db 1,4-20 khz 0, khz Stelt de helling van de frequentie respons curve in op de middenfrequentie van de lage band. * De High Q instelling is uitgeschakeld als u SHLV als High Type heeft geselecteerd. Output Level (uitgaand niveau) db Stelt het overkoepelende volume nadat de equalizer is toegepast in. Bass Cut Filter Dit filter verwijdert vocal pop en overige ongewenste signalen in de lage band. Effect On/Off OFF, ON Deze parameter schakelt het Bass Cut Filter in of uit. Cut Off Freq 20 Hz-2,0 khz Deze parameter stelt de frequentie, waaronder vocal pop en overige ongewenste signalen in het lage gebied worden uitgefilterd in. Enhancer Dit effect zorgt ervoor dat het geluid levendiger klinkt, en in de mix dus meer aanwezig is. Sensitivity (gevoeligheid) Stelt de mate waarin de enhancer wordt toegepast in. Frequency 1,0-10,0 khz Stelt de frequentie waarop de enhancer in werking treedt in. 134

211 Mastering Tool Kit functies Mix Level db Stelt het volume van het effect geluid in. Input (invoer) Dit effect verdeelt het oorpsronkelijke geluid in drie frequentiebanden namelijk laag, midden en hoog. Input Gain db Stelt het overkoepelende volume voordat het signaal door de expander/compressor heen gaat in. Delay Time (vertragingstijd) 0-10 ms Deze parameter stelt in hoe lang het ingaande geluid wordt vertraagd. Split Freq L Hz Stelt de frequentie van de lage band, waarop het brongeluid in laag en midden wordt gesplitst, in. Split Freq H 1,6-16,0 khz Stelt de frequentie van de hoge band, waarop het brongeluid in midden en hoog wordt gesplitst in. Expander Dit effect verbreedt het dynamische bereik in een vaste verhouding. ExpM: Ratio 1:1,00-1:16,0, 1:INF Stelt de het volumeniveau vanaf waar de middenband expander op het geluid van invloed is. ExpM: Attack ms Stelt de hoeveelheid tijd in die de middenband expander, vanaf het moment dat het ingaande niveau onder de midden drempel uitkomt, nodig heeft voordat het op het geluid van invloed is. ExpM: Release ms Stelt de hoeveelheid tijd in die de middenband expander, vanaf het moment dat het ingaande niveau boven de midden drempel uitkomt, nodig heeft voordat het niet meer van invloed is op het geluid. ExpH: Thres -80,0-0 db Deze parameter stelt het volumeniveau vanaf waarop de expander van de hoge band in werking treedt in. ExpH: Ratio 1:1,00-1:16,0, 1:INF Stelt de verhouding waarin, zodra het ingaande niveau onder de Hi drempelwaarde valt, de uitvoer in de hoge band wordt verhoogd in. ExpH: Attack ms Stelt de hoeveelheid tijd in die de hoge band expander, vanaf het moment dat het ingaande niveau onder de Hi drempel uitkomt, nodig heeft voordat hij op het geluid van invloed is. Hoofdstuk 2 Effect On/Off OFF, ON Deze parameter schakelt de expander in of uit. ExpL: Thres -80,0-0 db Deze parameter stelt het volumeniveau vanaf waarop de expander van de lage band in werking treedt in. ExpL: Ratio 1:1,00-1:16,0, 1:INF Stelt de verhouding waarin, zodra het ingaande niveau onder de Lo drempelwaarde valt, de uitvoer in de lage band wordt verhoogd in. ExpL: Attack ms Stelt de hoeveelheid tijd in die de lage band expander, vanaf het moment dat het ingaande niveau onder de Lo drempel uitkomt, nodig heeft voordat hij op het geluid van invloed is. ExpL: Release ms Stelt de hoeveelheid tijd in die de lage band expander, vanaf het moment dat het ingaande niveau boven de Lo drempel uitkomt, nodig heeft voordat hij niet meer van invloed is op het geluid. ExpM: Thres -80,0-0 db Deze parameter stelt het volumeniveau vanaf waarop de expander van de middenband in werking treedt in. ExpL: Release ms Stelt de hoeveelheid tijd in die de hoge band expander, vanaf het moment dat het ingaande niveau boven de Hi drempel uitkomt, nodig heeft voordat hij niet meer van invloed is op het geluid. Compressor Dit effect wordt gebruikt om het algehele uitgaande signaal, zodra het ingaande niveau een ingestelde waarde overschrijdt af te romen. Effect On/Off OFF, ON Deze instelling schakelt de compressor in of uit. CmpL: Thres db Deze parameter stelt het volumeniveau waarop de compressor van de lage band in werking treedt in. CmpL: Ratio 1:1,00-1:16,0, 1:INF Deze parameter de verhouding waarin de uitvoer van de lage band wordt onderdrukt, zodra het ingaande niveau de Lo drempel overschrijdt in. CmpL: Attack ms Stelt de tijdsduur in die, zodra het ingaande niveau de Lo 135

212 Mastering Tool Kit functies drempel overschrijdt, nodig is voordat de laagband compressor op het geluid van invloed is. CmpL: Release ms Stelt de tijdsduur in die, zodra het ingaande niveau onder de Lo drempel valt, nodig is voordat de laagband compressor niet meer op het geluid van invloed is. CmpM: Thres db Deze parameter stelt het volumeniveau, waarop de compressor van de middenband in werking treedt in. CmpM: Ratio 1:1,00-1:16,0, 1:INF Deze parameter de verhouding in waarin de uitvoer van de middenband wordt onderdrukt, zodra het ingaande niveau de middendrempel overschrijdt. CmpM: Attack ms Stelt de tijdsduur in die, zodra het ingaande niveau de middendrempel overschrijdt, nodig is voordat de middenband compressor op het geluid van invloed is. CmpM: Release ms Stelt de tijdsduur in die, zodra het ingaande niveau onder de middendrempel valt, nodig is voordat de middenband compressor niet meer op het geluid van invloed is. CmpH: Thres db Deze parameter stelt het volumeniveau waarop de compressor van de hoge band in werking treedt in. CmpH: Ratio 1:1,00-1:16,0, 1:INF Deze parameter stelt de verhouding waarin de uitvoer van de hoge band wordt onderdrukt, zodra het ingaande niveau de Hi drempel overschrijdt in. CmpH: Attack ms Stelt de tijdsduur in die, zodra het ingaande niveau de Hi drempel overschrijdt, nodig is voordat de hoogband compressor op het geluid van invloed is. CmpH: Release ms Stelt de tijdsduur in die, zodra het ingaande niveau onder de Hi drempel valt, nodig is voordat de hoogband compressor niet meer op het geluid van invloed is. Bij deze compressor wordt het niveau in reactie op de drempel en ratio instellingen automatisch aan de optimale instelling aangepast. Bovendien is er een buffer (of veiligheidsmarge) van -6 db geïmplementeerd, omdat het verlengen van de attack instelling tot distortion kan leiden. Pas indien nodig het mixer niveau aan om hiervoor te compenseren. Mixer De mixer wordt gebruikt om het volume van elke frequentieband in te stellen. Low Level (laag niveau) db Stelt het volumeniveau van de lage band in, nadat het signaal door de expander en compressor is heengeleid. Mid Level (midden niveau) db Stelt het volumeniveau van de midden band in, nadat het signaal door de expander en compressor is heengeleid. High Level (midden niveau) db Stelt het volumeniveau van de hoge band in, nadat het signaal door de expander en compressor is heengeleid. Limiter Dit effect wordt gebruikt om signalen van hoog niveau te onderdrukken, zodat distortion voorkomen kan worden. Effect On/Off OFF, ON Deze instelling schakelt de limiter in of uit. Threshold (drempel) db Pas deze parameter zo aan, dat hij met het ingaande signaal overeenkomt. Attack ms Stelt de tijdsduur in die, zodra het ingaande niveau de drempel overschrijdt, nodig is voordat de limiter op het geluid van invloed is. Release ms Stelt de tijdsduur in die, zodra het ingaande niveau onder de drempel valt, nodig is voordat de limiter niet meer op het geluid van invloed is. Output Dit component wordt gebruikt om het uitgaande geluid in zijn geheel te regelen. Level (niveau) db Stelt het overkoepelende volumeniveau, nadat het signaal door de limiter is heengeleid. Soft Clip Off, On De Soft Clip functie onderdrukt de waarneembare distortion die kan optreden door zwaar gebruik van de compressor en limiter. Dither OFF, 24-8 BIT Deze instelling wordt gebruikt om te voorkomen dat het toepassen van de mute functie om het geluid onhoorbaar te maken te opvallend wordt. 136

213 Effect parameters die aan VALUE draaiknoppen zijn toegewezen Als het effect patch selectievenster wordt weergegeven, kunt u de parameters die u wilt regelen aan waarde draaiknop VALUE 1 tot en met VALUE 4 toewijzen. Insert effecten Algoritme: COSM OD GUITAR AMP Effectblok Parameter Afkorting On/Off OD/DS ON/OFF Type OD/DS TYPE COSM Overdrive/Distortion Drive OD/DS DRIVE Bass OD/DS BASS Treble OD/DS TREBLE Level OD/DS LEVEL On/Off AMP ON/OFF Type AMP TYPE Gain AMP GAIN Bass AMP BASS Middle AMP MIDDLE Treble AMP TREBLE Presence AMP PRESNC Level AMP LEVEL Bright AMP BRIGHT COSM Preamp & Speaker Gain SW AMP GAIN SW Simulator Speaker SW SP.SIM SP SW Speaker Type SP.SIM SP TYPE Mic Setting SP.SIM MIC SET Mic Level SP.SIM MIC LVL Direct Level SP.SIM DIR.LVL Amb Pre-Dly AMB PRE-DLY Amb Size AMB SIZE Amb Density AMB DENSITY Amb HF Damp AMB HF DAMP Amb Level AMB LEVEL Equalizer/Wah On/Off FILTER ON/OFF Effect Type FILTER TYPE Low Gain EQ LOW Low-Mid Freq EQ L.MID F Low-Mid Q EQ L.MID Q Low-Mid Gain EQ L.MID G 4Band Equalizer Hi-Mid Freq EQ H.MID F Hi-Mid Q EQ H.MID Q Hi-Mid Gain EQ H.MID G High Gain EQ HIGH Level EQ LEVEL Type WAH TYPE Pedal Pos. WAH PEDAL Level WAH LEVEL Mode A.WAH MODE Polarity A.WAH POLARTY Wah Sensitivity A.WAH SENS Frequency A.WAH FREQ Peak A.WAH PEAK Rate A.WAH RATE Depth A.WAH DEPTH Level A.WAH LEVEL On/Off NS ON/OFF Noise Suppressor Threshold NS THRESH. Release NS REL. Foot Volume On/Off FOOT ON/OFF FX On/Off MOD ON/OFF FX Select MOD SELECT Sustain COMP SUST Compressor Attack COMP ATTACK Tone COMP TONE Level COMP LEVEL Threshold LIMITER THRESH. Limiter Release LIMITER REL. Tone LIMITER TONE Level LIMITER LEVEL Effectblok Parameter Afkorting Top ACOUSTC TOP Acoustic Guitar Simulator Body ACOUSTC BODY Level ACOUSTC LEVEL Type PICKUP TYPE Pickup Simulator Tone PICKUP TONE Level PICKUP LEVEL Wave Shape TREMOLO WAVE Tremolo Rate TREMOLO RATE Depth TREMOLO DEPTH Slow Gear Sensitivity SLOW.G SENS Rise Time SLOW.G TIME Tone DEFRET TONE Sensitivity DEFRET SENS Attack DEFRET ATTACK Defretter Depth DEFRET DEPTH Resonance DEFRET RESO Effect Level DEFRET FX.LVL Direct Level DEFRET DIR.LVL Type PHASER TYPE Rate PHASER RATE Depth PHASER DEPTH Manual PHASER MANUAL Phaser Resonance PHASER RESO Step PHASER STEP Step Rate PHASER S.RATE Effect Level PHASER FX.LVL Direct Level PHASER DIR.LVL Rate FLANGER RATE Depth FLANGER DEPTH Manual FLANGER MANUAL Flanger Resonance FLANGER RESO Separation FLANGER SEP Effect Level FLANGER FX.LVL Direct Level FLANGER DIR.LVL Voice P.SHIFT VOICE Mode 1 P.SHIFT MODE1 Pitch 1 P.SHIFT PITCH1 Fine 1 P.SHIFT FINE1 Pre Delay 1 P.SHIFT PREDL1 Feedback 1 P.SHIFT FBK1 Pitch Shifter Level 1 P.SHIFT LEVEL1 Mode 2 P.SHIFT MODE2 Pitch 2 P.SHIFT PITCH2 Fine 2 P.SHIFT FINE2 Pre Delay 2 P.SHIFT PREDL2 Level 2 P.SHIFT LEVEL2 Direct Level P.SHIFT DIR.LVL Xover Freq 2CHORUS XOVER Low Rate 2CHORUS L.RATE Low Depth 2CHORUS L.DEPTH Low Pre-Dly 2CHORUS L.PREDLY 2x2 Chorus Low Level 2CHORUS L.LEVEL High Rate 2CHORUS H.RATE High Depth 2CHORUS H.DEPTH High Pre-Dly 2CHORUS H.PREDLY High Level 2CHORUS H.LEVEL Wave Shape PAN WAVE Pan Rate PAN RATE Depth PAN DEPTH Type VIBRATO TYPE Vibrato Rate VIBRATO RATE Depth VIBRATO DEPTH Rate UNI.V RATE Uni-V Depth UNI.V DEPTH Level UNI.V LEVEL Hoofdstuk 2 137

214 Effect parameters die aan VALUE draaiknoppen zijn toegewezen Effectblok Parameter Afkorting Delay Time SHT.DLY TIME Short Delay Feedback SHT.DLY FEEDBCK Effect Level SHT.DLY LEVEL Vowel1 HUMAN VOWEL1 Vowel2 HUMAN VOWEL2 Humanizer Rate HUMAN RATE Depth HUMAN DEPTH Manual HUMAN MANUAL Level HUMAN LEVEL Freqency RING.M FREQ Ring Modulator Effect Level RING.M FX.LVL Direct Level RING.M DIR.LVL Low Gain SUB EQ LOW Low-Mid Freq SUB EQ L.MID F Low-Mid Q SUB EQ L.MID Q Low-Mid Gain SUB EQ L.MID G Sub Equalizer Hi-Mid Freq SUB EQ H.MID F Hi-Mid Q SUB EQ H.MID Q Hi-Mid Gain SUB EQ H.MID G High Gain SUB EQ HIGH Level SUB EQ LEVEL On/Off DELAY ON/OFF Type DELAY TYPE Delay Time DELAY TIME Delay Tap Time DELAY T.TIME Feedback DELAY FEEDBCK Hi Cut Freq DELAY HI CUT Effect Level DELAY LEVEL On/Off CHORUS ON/OFF Mode CHORUS MODE Rate CHORUS RATE Chorus Depth CHORUS DEPTH Pre Delay CHORUS PREDLY Hi Cut Freq CHORUS HI CUT Effect Level CHORUS LEVEL Algoritme: ACOUSTIC SIM Effectblok Parameter Afkorting On/Off ASIM ON/OFF Pickup Type ASIM PICKUP Character ASIM CHAR Acoustic Guitar Simulator Top-Hi ASIM TOP-HI Top-Mid ASIM TOP-MID Body ASIM BODY Level ASIM LEVEL On/Off COMP ON/OFF Compressor Sustain COMP SUST Attack COMP ATTACK Level COMP LEVEL On/Off EQ ON/OFF Low Gain EQ LOW Low-Mid Gain EQ L.MID G Low-Mid Freq EQ L.MID F 4Band Equalizer Low-Mid Q EQ L.MID Q Hi-Mid Gain EQ H.MID G Hi-Mid Freq EQ H.MID F Hi-Mid Q EQ H.MID Q High Gain EQ HIGH Level EQ LEVEL On/Off NS ON/OFF Noise Suppressor Threshold NS THRESH. Release NS REL. Foot Volume On/Off FOOT ON/OFF Modulation On/Off MOD ON/OFF Effect Type MOD TYPE Effectblok Parameter Afkorting Rate FLANGER RATE Depth FLANGER DEPTH Flanger Manual FLANGER MANUAL Resonance FLANGER RESO Separation FLANGER SEP Rate CHORUS RATE Chorus Depth CHORUS DEPTH Pre Delay CHORUS PREDLY Effect Level CHORUS LEVEL Rate PHASER RATE Phaser Depth PHASER DEPTH Manual PHASER MANUAL Resonance PHASER RESO P.Shift Type P.SHIFT TYPE Pitch Shifter Pitch P.SHIFT PITCH D:E Balance P.SHIFT D:E Separation P.SHIFT SEP Delay Time DOUBL'N DELAY Doubling Separation DOUBL'N SEP Effect Level DOUBL'N LEVEL Mode TRM/PAN MODE Tremolo/Pan Rate TRM/PAN RATE Depth TRM/PAN DEPTH On/Off DELAY ON/OFF Type DELAY TYPE Delay Feedback DELAY FEEDBCK Effect Level DELAY LEVEL Delay Time DELAY TIME Algoritme: BASS SIM Effectblok Parameter Afkorting On/Off B.SIM ON/OFF Bass Simulator Character B.SIM CHAR Level B.SIM LEVEL Compressor/Defretter On/Off CMP/DEF ON/OFF Effect Type CMP/DEF TYPE Sustain COMP SUST Compressor Attack COMP ATTACK Level COMP LEVEL Sensitivity DEFRET SENS Defretter Attack DEFRET ATTACK Depth DEFRET DEPTH Level DEFRET LEVEL On/Off NS ON/OFF Noise Suppressor Threshold NS THRESH. Release NS REL. Foot Volume On/Off FOOT ON/OFF Modulation On/Off MOD ON/OFF Effect Type MOD TYPE Rate FLANGER RATE Depth FLANGER DEPTH Flanger Manual FLANGER MANUAL Resonance FLANGER RESO Separation FLANGER SEP Rate CHORUS RATE Chorus Depth CHORUS DEPTH Pre Delay CHORUS PREDLY Effect Level CHORUS LEVEL Rate PHASER RATE Phaser Depth PHASER DEPTH Manual PHASER MANUAL Resonance PHASER RESO P.Shift Type P.SHIFT TYPE Pitch Shifter Pitch P.SHIFT PITCH D:E Balance P.SHIFT D:E Separation P.SHIFT SEP Delay Time DOUBL'N DELAY Doubling Separation DOUBL'N SEP Effect Level DOUBL'N LEVEL 138

215 Effect parameters die aan VALUE draaiknoppen zijn toegewezen Effectblok Parameter Afkorting Mode TRM/PAN MODE Tremolo/Pan Rate TRM/PAN RATE Depth TRM/PAN DEPTH Algoritme: COSM COMP GUITAR AMP Effectblok Parameter Afkorting On/Off CMP/LM ON/OFF Type CMP/LM TYPE Attack CMP/LM ATTACK Sustain CMP/LM SUST Threshold CMP/LM THRESH. COSM Comp/Limiter Input CMP/LM INPUT Ratio CMP/LM RATIO Attack Time CMP/LM ATTACK Release Time CMP/LM REL. Tone CMP/LM TONE Level CMP/LM LEVEL On/Off AMP ON/OFF Amp Type AMP TYPE Volume AMP VOLUME Bass AMP BASS PreAmp Middle AMP MIDDLE Treble AMP TREBLE Presence AMP PRESNC Master AMP MASTER Bright AMP BRIGHT Gain AMP GAIN On/Off SP.SIM ON/OFF Speaker Type SP.SIM TYPE Speaker Simulator Mic Setting SP.SIM MIC SET Mic Level SP.SIM MIC LVL Direct Level SP.SIM DIR.LVL Equalizer/Wah On/Off FILTER ON/OFF Effect Type FILTER TYPE Low Gain EQ LOW Low-Mid Gain EQ L.MID G Low-Mid Freq EQ L.MID F Low-Mid Q EQ L.MID Q 4Band Equalizer Hi-Mid Gain EQ H.MID G Hi-Mid Freq EQ H.MID F Hi-Mid Q EQ H.MID Q High Gain EQ HIGH Level EQ LEVEL Wah Type WAH TYPE Polarity T.WAH POLARTY Wah Sensitivity T.WAH SENS Frequency T.WAH FREQ Peak WAH PEAK Level WAH LEVEL On/Off NS ON/OFF Noise Suppressor Threshold NS THRESH. Release NS REL. Foot Volume On/Off FOOT ON/OFF On/Off DELAY ON/OFF Type DELAY TYPE Delay Feedback DELAY FEEDBCK Effect Level DELAY LEVEL Delay Time DELAY TIME Algoritme: ACOUSTIC GUITAR Effectblok Parameter Afkorting On/Off AC ON/OFF Acoustic Processor Body AC BODY Mic Distance AC MIC DIST Level AC LEVEL On/Off COMP ON/OFF Compressor Sustain COMP SUST Attack COMP ATTACK Level COMP LEVEL Effectblok Parameter Afkorting On/Off EQ ON/OFF Low Gain EQ LOW Low-Mid Gain EQ L.MID G Low-Mid Freq EQ L.MID F 4Band Equalizer Low-Mid Q EQ L.MID Q Hi-Mid Gain EQ H.MID G Hi-Mid Freq EQ H.MID F Hi-Mid Q EQ H.MID Q High Gain EQ HIGH Level EQ LEVEL On/Off NS ON/OFF Noise Suppressor Threshold NS THRESH. Release NS REL. On/Off DELAY ON/OFF Type DELAY TYPE Delay Feedback DELAY FEEDBCK Effect Level DELAY LEVEL Delay Time DELAY TIME Algoritme: BASS MULTI Effectblok Parameter Afkorting Compressor/Defretter On/Off CMP/DEF ON/OFF Effect Type CMP/DEF TYPE Sustain COMP SUST Compressor Attack COMP ATTACK Level COMP LEVEL Sensitivity DEFRET SENS Defretter Attack DEFRET ATTACK Depth DEFRET DEPTH Level DEFRET LEVEL On/Off OCTAVER ON/OFF Octave Octave Level OCTAVER OCT.LVL Direct Level OCTAVER DIR.LVL On/Off ENHANCE ON/OFF Sensitivity ENHANCE SENS Enhancer Frequency ENHANCE FREQ Mix Level ENHANCE MIX LowMix Level ENHANCE LO.MIX Level ENHANCE LEVEL Equalizer/Wah On/Off FILTER ON/OFF Effect Type FILTER TYPE Low Gain EQ LOW Low-Mid Gain EQ L.MID G Low-Mid Freq EQ L.MID F Low-Mid Q EQ L.MID Q 4Band Equalizer Hi-Mid Gain EQ H.MID G Hi-Mid Freq EQ H.MID F Hi-Mid Q EQ H.MID Q High Gain EQ HIGH Level EQ LEVEL Wah Type WAH TYPE Polarity T.WAH POLARTY Wah Sensitivity T.WAH SENS Frequency T.WAH FREQ Peak WAH PEAK Level WAH LEVEL On/Off NS ON/OFF Noise Suppressor Threshold NS THRESH. Release NS REL. Foot Volume On/Off FOOT ON/OFF Modulation On/Off MOD ON/OFF Effect Type MOD TYPE Rate FLANGER RATE Depth FLANGER DEPTH Flanger Manual FLANGER MANUAL Resonance FLANGER RESO Separation FLANGER SEP Hoofdstuk 2 139

216 Effect parameters die aan VALUE draaiknoppen zijn toegewezen Effectblok Parameter Afkorting Rate CHORUS RATE Chorus Depth CHORUS DEPTH Pre Delay CHORUS PREDLY Effect Level CHORUS LEVEL Rate PHASER RATE Phaser Depth PHASER DEPTH Manual PHASER MANUAL Resonance PHASER RESO P.Shift Type P.SHIFT TYPE Pitch Shifter Pitch P.SHIFT PITCH D:E Balance P.SHIFT D:E Separation P.SHIFT SEP Delay Time DOUBL'N DELAY Doubling Separation DOUBL'N SEP Effect Level DOUBL'N LEVEL Mode TRM/PAN MODE Tremolo/Pan Rate TRM/PAN RATE Depth TRM/PAN DEPTH On/Off DELAY ON/OFF Type DELAY TYPE Delay Feedback DELAY FEEDBCK Effect Level DELAY LEVEL Delay Time DELAY TIME Algoritme: COSM BASS AMP Effectblok Parameter Afkorting On/Off COMP ON/OFF Compressor Sustain COMP SUST Attack COMP ATTACK Level COMP LEVEL On/Off AMP ON/OFF Amp Type AMP TYPE Volume AMP VOLUME Bass AMP BASS PreAmp Middle AMP MIDDLE Treble AMP TREBLE Master AMP MASTER Bright AMP BRIGHT Gain AMP GAIN On/Off SP.SIM ON/OFF Speaker Type SP.SIM TYPE Speaker Simulator Mic Setting SP.SIM MIC SET Mic Level SP.SIM MIC LVL Direct Level SP.SIM DIR.LVL Equalizer/Wah On/Off FILTER ON/OFF Effect Type FILTER TYPE Low Gain EQ LOW Low-Mid Gain EQ L.MID G Low-Mid Freq EQ L.MID F Low-Mid Q EQ L.MID Q 4Band Equalizer Hi-Mid Gain EQ H.MID G Hi-Mid Freq EQ H.MID F Hi-Mid Q EQ H.MID Q High Gain EQ HIGH Level EQ LEVEL Wah Type WAH TYPE Polarity T.WAH POLARTY Wah Sensitivity T.WAH SENS Frequency T.WAH FREQ Peak WAH PEAK Level WAH LEVEL On/Off NS ON/OFF Noise Suppressor Threshold NS THRESH. Release NS REL. Foot Volume On/Off FOOT ON/OFF Modulation On/Off MOD ON/OFF Effect Type MOD TYPE Effectblok Parameter Afkorting Rate FLANGER RATE Depth FLANGER DEPTH Flanger Manual FLANGER MANUAL Resonance FLANGER RESO Separation FLANGER SEP Rate CHORUS RATE Chorus Depth CHORUS DEPTH Pre Delay CHORUS PREDLY Effect Level CHORUS LEVEL Rate PHASER RATE Phaser Depth PHASER DEPTH Manual PHASER MANUAL Resonance PHASER RESO P.Shift Type P.SHIFT TYPE Pitch Shifter Pitch P.SHIFT PITCH D:E Balance P.SHIFT D:E Separation P.SHIFT SEP Delay Time DOUBL'N DELAY Doubling Separation DOUBL'N SEP Effect Level DOUBL'N LEVEL Mode TRM/PAN MODE Tremolo/Pan Rate TRM/PAN RATE Depth TRM/PAN DEPTH On/Off DELAY ON/OFF Type DELAY TYPE Delay Feedback DELAY FEEDBCK Effect Level DELAY LEVEL Delay Time DELAY TIME Algoritme: COSM COMP BASS AMP Effectblok Parameter Afkorting On/Off CMP/LM ON/OFF Type CMP/LM TYPE Attack CMP/LM ATTACK Sustain CMP/LM SUST Threshold CMP/LM THRESH. COSM Compressor/Limiter Input CMP/LM INPUT Ratio CMP/LM RATIO Ratio CMP/LM RATIO Attack Time CMP/LM ATTACK Release Time CMP/LM REL. Tone CMP/LM TONE Level CMP/LM LEVEL On/Off AMP ON/OFF Amp Type AMP TYPE Volume AMP VOLUME Bass AMP BASS PreAmp Middle AMP MIDDLE Treble AMP TREBLE Master AMP MASTER Bright AMP BRIGHT Gain AMP GAIN On/Off SP.SIM ON/OFF Speaker Type SP.SIM TYPE Speaker Simulator Mic Setting SP.SIM MIC SET Mic Level SP.SIM MIC LVL Direct Level SP.SIM DIR.LVL Equalizer/Wah On/Off FILTER ON/OFF Effect Type FILTER TYPE Low Gain EQ LOW Low-Mid Gain EQ L.MID G Low-Mid Freq EQ L.MID F Low-Mid Q EQ L.MID Q 4Band Equalizer Hi-Mid Gain EQ H.MID G Hi-Mid Freq EQ H.MID F Hi-Mid Q EQ H.MID Q High Gain EQ HIGH Level EQ LEVEL 140

217 Effect parameters die aan VALUE draaiknoppen zijn toegewezen Effectblok Parameter Afkorting Wah Type WAH TYPE Polarity T.WAH POLARTY Wah Sensitivity T.WAH SENS Frequency T.WAH FREQ Peak WAH PEAK Level WAH LEVEL On/Off NS ON/OFF Noise Suppressor Threshold NS THRESH. Release NS REL. Foot Volume On/Off FOOT ON/OFF On/Off DELAY ON/OFF Type DELAY TYPE Delay Feedback DELAY FEEDBCK Effect Level DELAY LEVEL Delay Time DELAY TIME Algoritme: VOCAL MULTI Effectblok Parameter Afkorting On/Off COMP ON/OFF Compressor Sustain COMP SUST Attack COMP ATTACK Level COMP LEVEL On/Off DESSER ON/OFF De-esser Sibilant Lvl DESSER S.LVL Level DESSER LEVEL On/Off ENHANCE ON/OFF Sensitivity ENHANCE SENS Enhancer Frequency ENHANCE FREQ Mix Level ENHANCE MIX LowMix Level ENHANCE LO.MIX Level ENHANCE LEVEL On/Off EQ ON/OFF Low Gain EQ LOW Low-Mid Gain EQ L.MID G Low-Mid Freq EQ L.MID F 4Band Equalizer Low-Mid Q EQ L.MID Q Hi-Mid Gain EQ H.MID G Hi-Mid Freq EQ H.MID F Hi-Mid Q EQ H.MID Q High Gain EQ HIGH Level EQ LEVEL On/Off NS ON/OFF Noise Suppressor Threshold NS THRESH. Release NS REL. Foot Volume On/Off FOOT ON/OFF Modulation On/Off MOD ON/OFF Effect Type MOD TYPE Rate FLANGER RATE Depth FLANGER DEPTH Flanger Manual FLANGER MANUAL Resonance FLANGER RESO Separation FLANGER SEP Rate CHORUS RATE Chorus Depth CHORUS DEPTH Pre Delay CHORUS PREDLY Effect Level CHORUS LEVEL Rate PHASER RATE Phaser Depth PHASER DEPTH Manual PHASER MANUAL Resonance PHASER RESO P.Shift Type P.SHIFT TYPE Pitch Shifter Pitch P.SHIFT PITCH D:E Balance P.SHIFT D:E Separation P.SHIFT SEP Delay Time DOUBL'N DELAY Doubling Separation DOUBL'N SEP Effect Level DOUBL'N LEVEL Mode TRM/PAN MODE Tremolo/Pan Rate TRM/PAN RATE Depth TRM/PAN DEPTH Effectblok Parameter Afkorting On/Off DELAY ON/OFF Type DELAY TYPE Delay Feedback DELAY FEEDBCK Effect Level DELAY LEVEL Delay Time DELAY TIME Algoritme: VOICE TRANSFORMER Effectblok Parameter Afkorting On/Off VOICE ON/OFF Formant1 VOICE FORM1 Voice Transformer Formant2 VOICE FORM2 EffectLevel1 VOICE FX1.LVL EffectLevel2 VOICE FX2.LVL Direct Level VOICE DIR.LVL On/Off NS ON/OFF Noise Suppressor Threshold NS THRESH. Release NS REL. Foot Volume On/Off FOOT ON/OFF Modulation On/Off MOD ON/OFF Effect Type MOD TYPE Rate FLANGER RATE Depth FLANGER DEPTH Flanger Manual FLANGER MANUAL Resonance FLANGER RESO Separation FLANGER SEP Rate CHORUS RATE Chorus Depth CHORUS DEPTH Pre Delay CHORUS PREDLY Effect Level CHORUS LEVEL Rate PHASER RATE Phaser Depth PHASER DEPTH Manual PHASER MANUAL Resonance PHASER RESO P.Shift Type P.SHIFT TYPE Pitch Shifter Pitch P.SHIFT PITCH D:E Balance P.SHIFT D:E Separation P.SHIFT SEP Delay Time DOUBL'N DELAY Doubling Separation DOUBL'N SEP Effect Level DOUBL'N LEVEL Mode TRM/PAN MODE Tremolo/Pan Rate TRM/PAN RATE Depth TRM/PAN DEPTH On/Off DELAY ON/OFF Type DELAY TYPE Delay Feedback DELAY FEEDBCK Effect Level DELAY LEVEL Delay Time DELAY TIME Algoritme: COSM VOCAL COMP Effectblok Parameter Afkorting On/Off CMP/LM ON/OFF Type CMP/LM TYPE Attack CMP/LM ATTACK Sustain CMP/LM SUST Threshold CMP/LM THRESH. COSM Compressor/Limiter Input CMP/LM INPUT Ratio CMP/LM RATIO Ratio CMP/LM RATIO Attack Time CMP/LM ATTACK Release Time CMP/LM REL. Tone CMP/LM TONE Level CMP/LM LEVEL On/Off DESSER ON/OFF De-esser Sibilant Lvl DESSER S.LVL Level DESSER LEVEL Hoofdstuk 2 141

218 Effect parameters die aan VALUE draaiknoppen zijn toegewezen Effectblok Parameter Afkorting On/Off ENHANCE ON/OFF Sensitivity ENHANCE SENS Enhancer Frequency ENHANCE FREQ Mix Level ENHANCE MIX LowMix Level ENHANCE LOW MIX Level ENHANCE LEVEL On/Off EQ ON/OFF Low Gain EQ LOW Low-Mid Gain EQ L.MID G Low-Mid Freq EQ L.MID F 4Band Equalizer Low-Mid Q EQ L.MID Q Hi-Mid Gain EQ H.MID G Hi-Mid Freq EQ H.MID F Hi-Mid Q EQ H.MID Q High Gain EQ HIGH Level EQ LEVEL On/Off NS ON/OFF Noise Suppressor Threshold NS THRESH. Release NS REL. Foot Volume On/Off FOOT ON/OFF On/Off DELAY ON/OFF Type DELAY TYPE Delay Feedback DELAY FEEDBCK Effect Level DELAY LEVEL Delay Time DELAY TIME Algoritme: MIC MODELING Effectblok Parameter Afkorting On/Off MIC ON/OFF Mic Converter Input MIC INPUT Output MIC OUTPUT Phase MIC PHASE Bass Cut Filter On/Off BASS CUT ON/OFF Cut Off Freq BASS CUT FREQ On/Off DS ON/OFF Distance Prox.Fx DS PROXFX Time DS TIME On/Off LIMITER ON/OFF Attack LIMITER ATTACK Limiter Release LIMITER REL. Detect HPF LIMITER D.HPF Threshold LIMITER THRESH. Level LIMITER LEVEL Algoritme: STEREO MULTI Effectblok Parameter Afkorting On/Off COMP ON/OFF Compressor Sustain COMP SUST Attack COMP ATTACK Level COMP LEVEL On/Off RING ON/OFF Ring Modulator Frequency RING FREQ Effect Level RING FX.LVL Direct Level RING DIR.LVL Equalizer/Wah On/Off FILTER ON/OFF Effect Type FILTER TYPE Low Gain EQ LOW Low-Mid Gain EQ L.MID G Low-Mid Freq EQ L.MID F Low-Mid Q EQ L.MID Q 4Band Equalizer Hi-Mid Gain EQ H.MID G Hi-Mid Freq EQ H.MID F Hi-Mid Q EQ H.MID Q High Gain EQ HIGH Level EQ LEVEL Wah Type WAH TYPE Polarity T.WAH POLARTY Wah Sensitivity T.WAH SENS Frequency T.WAH FREQ Peak WAH PEAK Level WAH LEVEL On/Off NS ON/OFF Noise Suppressor Threshold NS THRESH. Release NS REL. Foot Volume On/Off FOOT ON/OFF Modulation On/Off MOD ON/OFF Effect Type MOD TYPE Rate FLANGER RATE Depth FLANGER DEPTH Flanger Manual FLANGER MANUAL Resonance FLANGER RESO Separation FLANGER SEP Rate CHORUS RATE Chorus Depth CHORUS DEPTH Pre Delay CHORUS PREDLY Effect Level CHORUS LEVEL Rate PHASER RATE Phaser Depth PHASER DEPTH Manual PHASER MANUAL Resonance PHASER RESO P.Shift Type P.SHIFT TYPE Pitch Shifter Pitch P.SHIFT PITCH D:E Balance P.SHIFT D:E Separation P.SHIFT SEP Delay Time DOUBL'N DELAY Doubling Separation DOUBL'N SEP Effect Level DOUBL'N LEVEL Mode TRM/PAN MODE Tremolo/Pan Rate TRM/PAN RATE Depth TRM/PAN DEPTH On/Off DELAY ON/OFF Type DELAY TYPE Delay Feedback DELAY FEEDBCK Effect Level DELAY LEVEL Delay Time DELAY TIME 142

219 Effect parameters die aan VALUE draaiknoppen zijn toegewezen Algoritme: LO-FI BOX Effectblok Parameter Afkorting On/Off LO-FI ON/OFF Effect Type LO-FI TYPE Tuning LO-FI TUNING Noise LO-FI NOISE Filter LO-FI FILTER D:E Balance LO-FI D:E Wow Flutter LO-FI WOW Noise LO-FI NOISE Filter LO-FI FILTER Lo-Fi D:E Balance LO-FI D:E Pre Filter LO-FI PRE FLT Sample Rate LO-FI SMPL.R Bit LO-FI BIT Post Filter LO-FI POST FLT Effect Level LO-FI FX.LVL Direct Level LO-FI DIR.LVL ModifyFilter LO-FI MOD FLT Cutoff Freq LO-FI CUTOFF Resonance LO-FI RESO Gain LO-FI GAIN On/Off NS ON/OFF Noise Suppressor Threshold NS THRESH. Release NS REL. Algoritme: VO+GT.AMP Effectblok Parameter Afkorting On/Off M:COMP ON/OFF Compressor (Mic) Sustain M:COMP SUST Attack M:COMP ATTACK Level M:COMP LEVEL On/Off M:EQ ON/OFF Low Gain M:EQ LOW Low-Mid Gain M:EQ L.MID G Low-Mid Freq M:EQ L.MID F 4Band Equalizer Low-Mid Q M:EQ L.MID Q Hi-Mid Gain M:EQ H.MID G Hi-Mid Freq M:EQ H.MID F Hi-Mid Q M:EQ H.MID Q High Gain M:EQ HIGH Level M:EQ LEVEL On/Off M:NS ON/OFF Noise Suppressor (Mic) Threshold M:NS THRESH. Release M:NS REL. On/Off M:DELAY ON/OFF Delay (Mic) Delay Time M:DELAY TIME Feedback M:DELAY FEEDBCK Effect Level M:DELAY LEVEL On/Off E:COMP ON/OFF Compressor (Guitar) Sustain E:COMP SUST Attack E:COMP ATTACK Level E:COMP LEVEL On/Off E:AMP ON/OFF Amp Type E:AMP TYPE Volume E:AMP VOLUME Bass E:AMP BASS Middle E:AMP MIDDLE PreAmp Treble E:AMP TREBLE Presence E:AMP PRESNC Presence E:AMP PRESNC Master E:AMP MASTER Bright E:AMP BRIGHT Gain E:AMP GAIN On/Off E:SP.SIM ON/OFF Speaker Type E:SP.SIM TYPE Speaker Simulator Mic Setting E:SP.SIM MIC SET Mic Level E:SP.SIM MIC LVL Direct Level E:SP.SIM DIR.LVL Effectblok Parameter Afkorting On/Off E:NS ON/OFF Noise Suppressor (Guitar) Threshold E:NS THRESH. Release E:NS REL. On/Off E:DELAY ON/OFF Delay (Guitar) Delay Time E:DELAY TIME Feedback E:DELAY FEEDBCK Effect Level E:DELAY LEVEL Algoritme: VO+AC.SIM Effectblok Parameter Afkorting On/Off M:COMP ON/OFF Compressor (Mic) Sustain M:COMP SUST Attack M:COMP ATTACK Level M:COMP LEVEL On/Off M:EQ ON/OFF Low Gain M:EQ LOW Low-Mid Gain M:EQ L.MID G Low-Mid Freq M:EQ L.MID F 4Band Equalizer (Mic) Low-Mid Q M:EQ L.MID Q Hi-Mid Gain M:EQ H.MID G Hi-Mid Freq M:EQ H.MID F Hi-Mid Q M:EQ H.MID Q High Gain M:EQ HIGH Level M:EQ LEVEL On/Off M:NS ON/OFF Noise Suppressor (Mic) Threshold M:NS THRESH. Release M:NS REL. On/Off M:DLY ON/OFF Delay (Mic) Delay Time M:DLY TIME Feedback M:DLY FEEDBCK Effect Level M:DLY LEVEL On/Off E:ASIM ON/OFF Pickup Type E:ASIM PICKUP Character E:ASIM CHAR Acoustic Guitar Simulator Top-Hi E:ASIM TOP-HI (Guitar) Top-Mid E:ASIM TOP-MID Body E:ASIM BODY Level E:ASIM LEVEL On/Off E:COMP ON/OFF Compressor (Guitar) Sustain E:COMP SUST Attack E:COMP ATTACK Level E:COMP LEVEL On/Off E:NS ON/OFF Noise Suppressor (Guitar) Threshold E:NS THRESH. Release E:NS REL. On/Off E:DLY ON/OFF Delay (Guitar) Delay Time E:DLY TIME Feedback E:DLY FEEDBCK Effect Level E:DLY LEVEL Hoofdstuk 2 143

220 Effect parameters die aan VALUE draaiknoppen zijn toegewezen Algoritme: VO+ACOUSTIC Effectblok Parameter Afkorting On/Off M:COMP ON/OFF Compressor (Mic) Sustain M:COMP SUST Attack M:COMP ATTACK Level M:COMP LEVEL On/Off M:NS ON/OFF Noise Suppressor (Mic) Threshold M:NS THRESH. Release M:NS REL. On/Off A:AC ON/OFF Acoustic Processor Body A:AC BODY Mic Distance A:AC MIC.D Level A:AC LEVEL On/Off A:COMP ON/OFF Compressor (Guitar) Sustain A:COMP SUST Attack A:COMP ATTACK Level A:COMP LEVEL On/Off A:NS ON/OFF Noise Suppressor (Guitar) Threshold A:NS THRESH. Release A:NS REL. Vocal Tool Box Algoritme: HARMONY SEQUENCE Effectblok Parameter Afkorting Input Type COMMON IN.TYPE Common Balance COMMON BALANCE Chorus Send COMMON CHO.SND Reverb Send COMMON REV.SND On/Off VOICEn ON/OFF Voice n (n = 1..3) Pre Delay VOICEn PREDLY Pan VOICEn PAN Human Feel VOICEn HUMAN Algoritme: PITCH CORRECTION Effectblok Parameter Afkorting Type P.CRCT TYPE Pitch Correction Smooth SMOOTH Algoritme: 8CH COMP EQ Effectblok Parameter Afkorting On/Off L.CUTn ON/OFF Low Cut Filter n (n = 1..8) Invert L.CUTn INVERT Freq L.CUTn FREQ On/Off COMPn ON/OFF Threshold COMPn THRESH. Knee COMPn KNEE Compressor n (n = 1..8) Ratio COMPn RATIO Attack COMPn ATTACK Release COMPn REL. Level COMPn LEVEL On/Off EQn ON/OFF High Type EQn H.TYPE High Gain EQn H.GAIN High Freq EQn H.FREQ High Q EQn H.Q Mid Gain EQn M.GAIN 3Band Equalizer n (n = 1..8) Mid Freq EQn M.FREQ Mid Q EQn M.Q Low Type EQn L.TYPE Low Gain EQn L.GAIN Low Freq EQn L.FREQ Low Q EQn L.Q Level EQn LEVEL 144

221 Ritme gebruiken Hoofdstuk 3 Ritme gebruiken 145

222 Indeling van drum/bas/loop frase Het programmeerbare ritmische gedeelte van de BR-1600CD bevat sporen voor drumpatronen, baspatronen en loop frasen. Als u deze gebruikt, kunt u uw favoriete ritmes steeds weer automatisch laten afspelen, zodat u tijdens opname en oefenen een handige begeleiding heeft. Bovendien kunt u verschillende ritmische uitvoeringen voor het intro, het couplet, het refrein en overige gedeelten opnemen in een reeks die met uw song overeenkomt, zodat het veel gemakkelijker wordt om professionele demo s te maken (Ritmisch Arrangement, p. 148). Dit hoofdstuk biedt een omschrijving van drumpatronen, baspatronen en loop frasen. Tevens worden ritmische arrangementen beschreven. Drums Spoor 15/16 van de BR-1600CD zijn als drumsporen aangewezen, en kunnen worden gebruikt om automatisch drum parts te spelen. Door realistische drumgeluiden van de interne PCM drum samples te selecteren en een geschikt tempo in te stellen, kunt u ervoor zorgen dat de BR-1600CD automatisch drum parts speelt, die voor het maken van demo songs uitermate geschikt zijn. Drumsporen bevatten over het algemeen een variatie aan geluiden van percussie instrumenten, zoals kick drums, snares, hi-hats, etc. De BR-1600CD biedt een brede variatie aan dit soort geluiden, die in sets die drum kits worden genoemd, zijn onderverdeeld. Er zijn op de BR-1600CD in totaal negen drum kits, en deze vertegenwoordigen een breed bereik aan verschillende muziekstijlen. Bovendien kunt u drumsporen basale drumuitvoeringen van één of meerdere maten op herhaling automatisch af laten spelen. Bij aankoop bevat de BR-1600CD 600 voorgeprogrammeerde drumpatronen, die niet kunnen worden overschreven. Daarnaast kan de BR-1600CD 999 gebruikersdrumpatronen opslaan, welke in elke song gebruikt kunnen worden, en 999 song drumpatronen, die bij een bepaalde song zijn opgeslagen. Gebruikers-drum patches en song drum patches kunnen worden overschreven. Zie Drums gebruiken (p.149) voor details over hoe drums eigenlijk worden gebruikt. Drums kunnen alleen worden gebruikt als spoor 15/16, met behulp van de spoortype instelling, als drumspoor is ingesteld (p. 149). Er kunnen maximaal vijf afzonderlijke drumgeluiden gelijktijdig worden gespeeld. Als u probeert meer dan vijf van dergelijke geluiden op hetzelfde moment af te spelen, worden alle eerdere geluiden die nog worden afgespeeld, voordat de nieuwe geluiden worden gespeeld, onhoorbaar gemaakt. Bas Op de BR-1600CD zijn spoor 13/14 als bassporen aangewezen, en kunnen deze worden gebruikt om automatisch bas parts te spelen. Door realistische basgeluiden van de interne PCM bas samples te selecteren en een geschikt tempo in te stellen, kunt u ervoor zorgen dat de BR-1600CD automatisch bas parts speelt die uitermate geschikt zijn voor het maken van demo songs. De BR-1600CD wordt compleet geleverd met twaalf verschillende basgitaar geluiden, inclusief fingered, geplukt en slap bass, zodat u een brede variatie aan verschilende muziekstijlen en genres kunt maken. Bovendien kunt u er ook voor zorgen dat basale basuitvoeringen automatisch herhaaldelijk worden afgespeeld. De gegevens, die worden gebruikt om deze basale basuitvoeringen te maken, worden baspatronen genoemd. Bij aankoop bevat de BR-1600CD 583 voorgeprogrammeerde baspatronen, die niet kunnen worden overschreven. Daarnaast kan de BR-1600CD 999 gebruikersbaspatronen opslaan, welke in elke song gebruikt kunnen worden, en 999 song baspatronen, die bij een bepaalde song zijn opgeslagen. Gebruikers-bas patches en song bas patches kunnen worden overschreven. Zie Bassen gebruiken voor details over hoe bassen precies worden gebruikt. Bassen kunnen alleen worden gebruikt als spoor 13/14, met behulp van de spoortype instelling, als basspoor is ingesteld (p. 149). De BR-1600CD maakt gebruik van mono basgeluiden. Er kan maar één geluid tegelijk worden gespeeld. Als u probeert meer dan twee van dergelijke geluiden op hetzelfde moment af te spelen, worden alle eerdere geluiden die nog worden afgespeeld, voordat de nieuwe geluiden worden gespeeld, onhoorbaar gemaakt. 146

223 Indeling van drum/bas/loop frase Loop frasen Bij een bepaalde methode die vaak wordt gebruikt bij het in elkaar zetten van songs wordt er eerst een gedeelte met basale geluidsgegevens van één of twee maten lang gemaakt, en vervolgens wordt, door dit gedeelte voor het benodigde aantal keren te herhalen, de basale song structuur gemaakt. Om één van deze gedeelten met basale geluidsgegevens te omschrijven, wordt de term Loop Phrase (loop frase) gebruikt. U kunt de loop frasen die voor uw melodieën het meest geschikt zijn selecteren, op het loop frase spoor plaatsen en ze vervolgens zo vaak afspelen als u wilt. U kunt, onder andere door delen uit opgenomen geluidssporen te gebruiken of geluidsgegevens van in de winkel verkrijgbare sampling CDs te importeren, ook uw eigen oorspronkelijke loop frasen maken. fig Van live optredens opgenomen audio data Kies een deel van deze uitvoering Track 11/12 (Loop frase track) Hoofdstuk 3 Commercieel verkrijgbare sampling CD-ROMs Loop frase De BR-1600CD kan 400 gebruikers-loop frasen (in bank A tot en met H), voor gebruik in elke willekeurige song, en 50 song loop frasen die bij een bepaalde song worden opgeslagen, opslaan. Gebruikers-loop frasen en song loop frasen kunnen worden overschreven. Bij aankoop heeft de BR-1600CD 190 gebruikers-loop frasen, klaar voor direct gebruik. Zie Loop frasen gebruiken (p. 176) voor details over hoe loop frasen precies worden gebruikt. Loop frasen kunnen alleen worden gebruikt als spoor 11/12, met behulp van de spoortype instelling, als basspoor is ingesteld (p. 176). Spoor 11/12, 13/14 en 15/16 dienen als zowel geluidssporen als sporen voor respectievelijk loop frasen, baspatronen, drumpatronen. U kunt voor elk van deze sporen afzonderlijk een spoor type instellen, zodat u de BR-1600CD op eenvoudige wijze kunt instellen, als u bijvoorbeeld een baspatroon wilt horen, terwijl overige sporen op normale manier opgenomen uitvoeringen afspelen. 147

224 Ritmische arrangementen De drum, bas en loop frase elementen die hierboven zijn beschreven kunnen slechts één enkel patroon herhalen. Desondanks zijn ze erg handig als u aan het oefenen bent of ideeën voor songs wilt uitwerken. Zodra u de structuur van uw song heeft bepaald begint het herhalen van patronen echter oninteressant te klinken, en zult u waarschijnlijk verschillende patronen voor delen als intro, couplet, refrein, brug en einde willen gaan gebruiken. Gelukkig is dit met de ritmische arrangement functie van de BR-1600CD zeer eenvoudig om te doen. Als u ritmische arrangementen gebruikt, kunt u vrijelijk een variatie aan verschillende drumpatronen, baspatronen en loop frasen, in eenheden van één of meer maten, arrangeren. fig Drum Bass Loop frase Intro Pattern 1 Pattern 1 Pattern 1 Pattern 3 Pattern 4 Pattern 4 Loop Phrase 1 Pattern 2 Loop Phrase 2 Ritme arrangementen Tijd Maat U kunt bijvoorbeeld afzonderlijke patronen voor het intro, couplet, refrein, de brug en het einde voorbereiden, en deze vervolgens in de geschikte volgorde binnen uw song arrangeren. Daarnaast kunt u met behulp van een ritmisch arrangement ook een akkoord progressie, waar het baspatroon mee meespeelt, aangeven. Bovendien kan er in ritmische arrangementen op maat-voormaat basis tempi worden ingesteld (Tempo Map). Op dezelfde wijze kunnen maatslagen worden ingesteld. Bij aankoop bevat de BR-1600CD 100 voorgeprogrammeerde ritmische arrangementen, die niet kunnen worden overschreven. Daarnaast kan de BR-1600CD 10 gebruikers-ritmische arrangementen opslaan, die in elke song gebruikt kunnen worden, en 10 song ritmische arrangementen, die bij een bepaalde song zijn opgeslagen. gebruikers-ritmische arrangementen en song ritmische arrangementen kunnen worden overschreven. In voorgeprogrammeerde ritmische arrangementen worden geen loop frasen gebruikt met andere woorden, deze arrangementen bevatten alleen drumpatronen en baspatronen. Patroonfunctie en arrangeerfunctie Om afzonderlijk aan patronen en ritmische arrangementen te kunnen werken, biedt de BR-1600CD twee verschillende functies voor ritmische sessies namelijk, de patroonfunctie (Pattern) en de arrangeerfunctie (Arrange). Druk, om ritmische arrangementen te gebruiken, op PROGRAMMABLE RHYTHM [ARRANGEMENT/PATTERN], zodat de indicator van de knop oplicht. Op deze wijze wordt de arrangeerfunctie geactiveerd en kunt u de ritmische arrangement functie van de BR-1600CD gebruiken. In deze functie fungeren de gearrangeerde patronen en loop frasen, die samen een ritmisch arrangement vormen, telkens wanneer u de weergave start, als begeleiding. Druk daarentegen op PROGRAMMABLE RHYTHM [ARRANGEMENT/PATTERN] om de indicator van de knop uit te schakelen als de patroonfunctie wilt activeren. In deze functie worden alleen het huidig geselecteerde drumpatroon, baspatroon en/of de loop frase weergegeven, en wordt dit herhaaldelijk uitgevoerd. 148

225 Drums gebruiken Het spoortype instellen Om drums te kunnen gebruiken, dient u allereerst met behulp van de spoortype instelling spoor 15/16 als drumspoor in te stellen. fig Druk op [EXIT/NO] om naar het beginvenster terug te keren. U kunt nu drums gebruiken. 4. Sla de huidige song op (p. 72), als u de spoortype instelling wilt bewaren. Drumgeluiden afspelen 3 2 Het kan zijn dat het wijzigen van het spoortype alleen niet voldoende is om drums af te spelen. Gebruik in dergelijke gevallen de volgende procedure. 1. Druk op [TRACK TYPE SELECT]. Het Track Type selectievenster verschijnt. fig d 1 1. Druk meerdere malen op de spoorknop van spoor 15/16 totdat deze oplicht. Door herhaaldelijk op de knop te drukken, werkt u de cyclus van beschikbare keuzen af, te weten: knipperend aan uit. Uit: Er worden geen drumgeluiden afgespeeld. Knipperend: Er worden alleen drumgeluiden afgespeeld als de BR-1600CD bezig is op te nemen of af te spelen. On: Er worden zelfs als de BR-1600CD gestopt is drumgeluiden afgespeeld. Hoofdstuk 3 2. Druk op [F4]. Telkens wanneer deze knop wordt ingedrukt, verspringt het spoortype van spoor 15/16. fig d 2. Verhoog de fader van spoor 15/16 naar een geschikt niveau. U kunt de drumgeluiden nu horen. Spoortypen AUDIO: Het spoor wordt voor opgenomen geluiden gebruikt. DRUMS: Het spoor wordt als drumpatroon gebruikt. METRONOME: Het spoor wordt gebruikt om een metronoom af te spelen. U dient hier DRUMS te selecteren. De DRUMS indicator van TRACK TYPE SELECT licht op om aan te geven, dat spoor 15/16 als drumspoor is ingesteld. 149

226 Drums gebruiken Een drum kit selecteren Laten we, nu we de drums kunnen horen, een drum kit selecteren om mee te werken. 1. Zorg ervoor dat de PROGRAMMABLE RHYTHM [ARRANGEMENT/PATTERN] uit is (u bevindt zich in de patroonfunctie). Druk als deze indicator verlicht is (wat betekent dat u in de arrangeerfunctie zit) op PROGRAMMABLE RHYTHM [ARRANGEMENT/PATTERN] om hem uit te schakelen. 2. Druk op PROGRAMMABLE RHYTHM [EDIT]. Het Pattern selectievenster verschijnt. fig d Drumpatronen selecteren 1. Zorg ervoor, dat de PROGRAMMABLE RHYTHM [ARRANGEMENT/PATTERN] uit is (u bevindt zich in de patroonfunctie). Druk als deze indicator verlicht is (wat betekent dat u in de arrangeerfunctie zit) op PROGRAMMABLE RHYTHM [ARRANGEMENT/PATTERN] om hem uit te schakelen. 2. Druk op PROGRAMMABLE RHYTHM [EDIT]. Het Pattern selectievenster verschijnt. fig d 3. Druk op [F1] (SETUP). Het dialoogvenster van de patroon setup verschijnt. fig d 4. Zet de cursor op Drum Kit, en gebruik de TIME/ VALUE draaischijf om een nieuwe drum kit te selecteren. Druk op [PLAY]. Het drumpatroon wordt afgespeeld. Herhaal dit proces om de kit te selecteren die voor uw song het beste geluid heeft. Hoewel het kan zijn dat de weergave tijdens het wijzigen van de drum kit 2 tot 3 seconden stopt, is dit normaal en niet het resultaat van een storing. 5. Druk, als u de drum kit die u wilt gebruiken heeft geselecteerd, meerdere malen op [EXIT/NO] om naar het beginvenster terug te keren. 6. Sla de huidige song op (p. 72), als u de drum kit selectie wilt bewaren. De drum kit selectie is algemeen en op alle drumpatronen van toepassing. Het is niet mogelijk om voor elk afzonderlijke patroon een andere drum kit te selecteren. 3. Zet de cursor op het drums patroonveld, en gebruik de TIME/VALUE draaischijf om een patroon te selecteren. De weergave van het nieuw geselecteerde patroon begint zodra het daarvoor geselecteerde drumpatroon klaar is. 4. Druk, als u het drumpatroon dat u wilt gebruiken heeft geselecteerd, meerdere malen op [EXIT/NO] om naar het beginvenster terug te keren. 5. Sla de huidige song op (p. 72), als u de drumpatroon selectie wilt bewaren. De gebruikers-drumpatronen en song drumpatronen die de BR-1600CD bij aankoop bevat zijn leeg. U hoort niets als u er één van selecteert. Selecteer een voorgeprogrammeerd drumpatroon, als u direct na het voor de eerste keer installeren van de BR-1600CD drum geluiden wilt beluisteren. Als er gegevens van een drumpatroon zijn opgenomen of bewerkt, verschijnt er direct daarna *TMP in het venster. Als u met behulp van de TIME/ VALUE draaischijf een ander drumpatroon probeert te selecteren, terwijl de cursor hierop staat, wordt de cursor wit. Als u vervolgens op [ENTER/ YES] drukt, wordt de cursor weer zwart, en is het drumpatroonnummer bevestigd. Druk op [EXIT/ NO], als u dit niet wilt bevestigen. Er wordt weer *TMP weergegeven, en het drumpatroon keert naar de toestand van direct na het bewerken terug. 150

227 Drums gebruiken Het tempo van het drumpatroon wijzigen 1. Zorg ervoor dat de PROGRAMMABLE RHYTHM [ARRANGEMENT/PATTERN] uit is (u bevindt zich in de patroonfunctie). Druk als deze indicator verlicht is (wat betekent dat u in de arrangeerfunctie zit) op PROGRAMMABLE RHYTHM [ARRANGEMENT/PATTERN] om hem uit te schakelen. Tik, om het tempo op deze wijze in te stellen, vier maal met uw vinger op [TAP] met exact dezelfde interval tussen de afzonderlijke tikken. Het tempo wordt op het gemiddelde tapinterval ingesteld. 2. Druk op PROGRAMMABLE RHYTHM [EDIT]. Het Pattern selectievenster verschijnt. fig d 3. Zet de cursor op TEMPO, en gebruik de TIME/ VALUE draaischijf om een geschikt tempo te selecteren. U kunt nu beluisteren hoe de nieuwe instellingen het tempo van de weergave wijzigen. Het tempo kan op elke waarde binnen een bereik van 25,- tot en met 250,0 BPM (Beats Per Minute een waarde die het tempo weergeeft in het aantal kwartnoten dat in een minuut voorkomt). Hoofdstuk 3 a 4. Druk, nadat u het tempo heeft ingesteld, meerdere malen op [EXIT/NO] om naar het beginvenster terug te keren. 5. Sla de huidige song op (p. 72), als u het tempo van het patroon selectie wilt bewaren. Het tempo is op alle drumpatronen, baspatronen en loop frasen van toepassing. Met behulp van [TAP] het tempo instellen Naast het instellen van het tempo met behulp van [CURSOR] en de TIME/VALUE draaischijf, kunt u het tevens instellen door op het gewenste tempo met uw vinger op [TAP] te drukken (Tap Tempo functie). Deze functie is erg handig als u het tempo van de weergave overeen wilt laten stemmen met dat van een CD, maar u de precieze BPM waarde niet weet. 151

228 Drumpatronen creëren Als u tussen de voorgeprogrammeerde drumpatronen van de BR-1600CD geen drumpatroon kunt vinden dat bij uw song past, kunt u zoals hieronder beschreven op gemakkelijke wijze een origineel patroon creëren. U kunt hiervoor één van de volgende methoden gebruiken. Realtime opname Door middel van realtime opname kunt u op de maat van een metronoom op de spoorknoppen tikken en de geproduceerde uitvoeringsgegevens opnemen. Het drumpatroon wordt steeds weer herhaald, terwijl de nieuwe uitvoeringsgegevens er voortdurend ingemengd worden. Bovendien kunt u de quantize functie gebruiken om eventuele minimale afwijkingen in de timing van uw uitvoering te corrigeren. Voorbereiden voor opname Voordat u realtime of stapsgewijze opname gebruikt, dient u het drumpatroon dat u wilt opnemen te selecteren. 1. Zorg ervoor dat de PROGRAMMABLE RHYTHM [ARRANGEMENT/PATTERN] uit is (u bevindt zich in de patroonfunctie). Druk als deze indicator verlicht is (wat betekent dat u in de arrangeerfunctie zit) op PROGRAMMABLE RHYTHM [ARRANGEMENT/PATTERN] om hem uit te schakelen. 2. Druk op PROGRAMMABLE RHYTHM [EDIT]. Het Pattern selectievenster verschijnt. fig d Stapsgewijze opname Als u stapsgewijze opname gebruikt, worden individuele drum timings op een rooster dat één maat vertegenwoordigt weergegeven, en kunnen deze timings waar u maar wilt worden aangepast. Omdat u het drumpatroon daadwerkelijk kunt zien, wordt met behulp van deze methode het opnemen van patronen veel eenvoudiger. 3. Druk op [F4] (Edit). Het Drum Pattern Edit venster verschijnt. fig d Als er gegevens van een drumpatroon zijn opgenomen of bewerkt, verschijnt er direct daarna *TMP in het venster. Als u met behulp van de TIME/ VALUE draaischijf een ander drumpatroon probeert te selecteren, terwijl de cursor hierop staat, wordt de cursor wit. Als u vervolgens op [ENTER/ YES] drukt, wordt de cursor weer zwart, en wordt het drumpatroonnummer bevestigd. Druk op [EXIT/NO], als u dit niet wilt bevestigen. Er wordt weer *TMP weergegeven, en het drumpatroon keert naar de toestand van direct na het bewerken terug. Zo kunt u ervoor zorgen dat er niet per ongeluk gegevens gewist worden die u heeft bewerkt. Vanaf nu kunt u de Undo functie ( Basisgebruik ; p. 42) gebruiken om drumpatronen te creëren of bewerken. Wees extra voorzichtig als u gegevens creëert of bewerkt. 4. Zet de cursor op Pattern, en gebruik de TIME/ VALUE draaischijf om het nummer van het drumpatroon dat u wilt opnemen te selecteren. Als u nu op [PLAY] drukt, kunt u het geselecteerde drumpatroon beluisteren. De gebruikers-drumpatronen en song drumpatronen die de BR-1600CD bij aankoop bevat zijn leeg. Als u er hiervan één selecteert, hoort u niets. 5. Gebruik [CURSOR] en de TIME/VALUE draaischijf om het aantal maatslagen en maten in het drumpatroon in te stellen. De weergave van het drumpatroon wijzigt naar *TMP. fig ad 152

229 Drumpatronen creëren Drumpatronen creëren met behulp van realtime opname Als er een MIDI keyboard op de MIDI IN poort is aangesloten, kunt u dit keyboard gebruiken om realtime opname uit te voeren. Houd er rekening mee, dat het in zo n geval niet nodig is om voor het MIDI keyboard een MIDI kanaal in te stellen (p. 234). 1. Druk nadat u de stappen die in Voorbereiden voor opname worden beschreven op [F1] (REALTIME). Het Realtime Recording standby venster verschijnt en de metronoom begint. fig d Spoorknop Drumgeluid Note number [1] Kick 1 C 2 (36) [2] Snare 1 D 2 (38) [3] Gesloten hi-hat F#2 (42) [4] Open hi-hat A#2 (46) [5] Tom 1 (hoog) F 2 (41) [6] Tom 2 (midden) A 2 (45) [7] Tom 3 (laag) D 3 (50) [8] Crash bekken C#3 (49) [9/10] Ride cymbal D#3 (51) [11/12] Claves D#5 (75) [13/14] Koeienbel G#3 (56) [15/16] High Q D#1 (27) [V-TRACK]+[1] Kick 2 B 1 (35) [V-TRACK]+[2] Snare 2 E 2 (40) [V-TRACK]+[3] Metronoom (klik) A 1 (33) [V-TRACK]+[4] Metronoom (bel) A#1 (34) [V-TRACK]+[5] Claves D#5 (75) [V-TRACK]+[6] Hi-Q D#1 (27) 2. Zet de cursor op BPM, en gebruik de TIME/VALUE draaischijf om een geschikt opnametempo te selecteren. fig ad Let erop, dat u hiermee alleen het opnametempo instelt het drumpatroon wordt niet op dit tempo opgenomen. (Het is niet mogelijk om voor een drumpatroon een specifiek tempo in te stellen). Als u met uw vinger vier of meer keer op [TAP] drukt, wordt het tempo naar aanleiding daarvan ingesteld. 3. Zet de cursor op METRO.LVL, en gebruik de TIME/ VALUE draaischijf om het metronoomvolume in te stellen. 4. Druk op [PLAY]. De realtime opname begint na aftelling van één maat. fig d 6. Druk op [F3] (ERASE ON), als u een fout in het opgenomen patroon wilt wissen. fig ad Het bericht ERASE:ON verschijnt, en de drum erase (wissen) functie wordt geactiveerd. Houd in deze functie de spoorknop die met het drumgeluid dat u wilt wissen overeenkomt ingedrukt. Alle drumgeluiden die terwijl u de spoorknop indrukt in het patroon worden afgespeeld worden gewist. Druk als u klaar bent met het wissen van drumgeluiden op [F3] (ERASE OFF). 7. Druk op het punt waar u wilt stoppen met opnemen op [STOP]. Het Drum Pattern Edit venster verschijnt nogmaals. 8. Druk op [F3] (WRITE/COPY/DEL), als u het drumpatroon dat u zojuist heeft opgenomen wilt opslaan. Het Write/Copy/Delete venster voor drumpatronen verschijnt. fig d Hoofdstuk 3 a 5. Gebruik de spoorknoppen om het gewenste drumpatroon af te spelen, en gebruik de spoorfaders om de velocity (dynamiek) van de geluiden in te stellen. De relatie tussen de spoorknoppen en drumgeluiden is als volgt. 9. Gebruik de TIME/VALUE draaischijf om het drumpatroon waarin u de gegevens wilt opslaan te selecteren. 153

230 Drumpatronen creëren fig ad Alleen gebruikers-drumpatronen en song drumpatronen kunnen worden gebruikt om drumpatroon gegevens op te slaan. U kunt op dit moment geen voorgeprogrammeerd drumpatroon selecteren. 10. Druk op [F4] (GO). Het drumpatroon wordt opgeslagen. Als het Complete! bericht verschijnt, betekent dit dat het opslaan is voltooid. Opnemen met perfecte timing (Quantize) Bij realtime opname worden de gegevens die door het indrukken worden voortgebracht opgenomen zoals ze zijn, en worden alle imperfecties in de timing in de uitvoeringsgegevens weerspiegeld. Als u deze imperfecties tijdens het afspelen niet wilt horen, kunt u de quantize functie van de BR-1600CD gebruiken om uitvoeringsgegevens, voordat ze daadwerkelijk worden opgenomen automatisch naar de dichtstbijzijnde kwart noot, achtste noot, zestiende noot, etc. te verplaatsen. 1. Zet de cursor in het Realtime Recording standby venster op QTZ. fig d Als u zonder het huidige patroon op te slaan een ander drumpatroon selecteert of een nieuwe song laadt, gaan alle nieuw opgenomen gegevens verloren. Deze gegevens gaan ook verloren, als u voor het opslaan de BR-1600CD uitzet. 2. Gebruik de TIME/VALUE draaischijf om een quantize instelling te selecteren. fig ad Voor de opname oefenen (Rehearsal) Als de repetitiefunctie is ingeschakeld, kunt u, zelfs als er een realtime opname bezig is, drumgeluiden spelen zonder ze op te nemen. Deze functie is erg handig als u een drumpatroon wilt oefenen. 1. Druk in de realtime opnamefunctie op [F2] (REHEARSAL ON). Het REHEARSAL:ON bericht verschijnt en de repetitiefunctie wordt geactiveerd. fig d QTZ: ( ) Verplaatst drumgeluiden naar de dichtstbijzijnde kwart noot. ( ) Verplaatst drumgeluiden naar de dichtstbijzijnde kwart noot triool. ( ) Verplaatst drumgeluiden naar de dichtstbijzijnde achtste noot. ( ) Verplaatst drumgeluiden naar de dichtstbijzijnde achtste noot triool. ( ) Verplaatst drumgeluiden naar de dichtstbijzijnde zestiende noot. ( ) Verplaatst drumgeluiden naar de dichtstbijzijnde zestiende noot triool. In deze functie kunt u op een spoorknop drukken om het bijbehorende drumgeluid af te spelen, zonder dat de bijbehorende gegevens worden opgenomen. 2. Druk als u klaar bent met repeteren op [F2] (REHEARSAL OFF) om naar de realtime opnamefunctie terug te keren. Het REHEARSAL:OFF bericht verschijnt, en de realtime opnamefunctie wordt opnieuw geactiveerd. Als u nu op een spoorknop drukt om een drumgeluid af te spelen, worden de bijbehorende uitvoeringsgegevens opgenomen. ( ) Verplaatst drumgeluiden naar de dichtstbijzijnde tweeëndertigste noot. ( ) Verplaatst drumgeluiden naar de dichtstbijzijnde tweeëndertigste noot triool. OFF De quantize functie wordt niet uitgevoerd, en de uitvoeringsgegevens worden zo opgenomen als ze zijn. 3. Druk op [PLAY]. De BR-1600CD begint met opnemen. Zelfs tijdens het opnameproces kunt u, door de TIME/ VALUE draaischijf te gebruiken om de QTZ waarde te wijzigen, een nieuwe quantize instelling selecteren. 154

231 Drumpatronen creëren Drumpatronen creëren met behulp van stapsgewijze opname 1. Druk nadat u de stappen die in Voorbereiden voor opname worden beschreven op [F2] (STEP). Het Step Recording venster verschijnt. fig d uitvergroting van het rooster van de stapsgewijze opname toe. Naar gelang de mate van roosteruitvergroting wijzigt, verandert de resolutie die door RES wordt aangeduid als volgt. RES: ( ) Er is invoer mogelijk in eenheden van kwart noten. ( ) Er is invoer mogelijk in eenheden van kwart noot triolen. ( ) Er is invoer mogelijk in eenheden van achtste noten. ( ) Er is invoer mogelijk in eenheden van achtste noot triolen. CUR geeft de huidige invoerpositie aan (in maten, maatslagen en klokeenheden). Deze waarde verandert als u [CURSOR] gebruikt om de invoerpositie te verplaatsen. Daarnaast worden aan de linkerkant van het venster de afgekorte namen van de verschillende drumgeluiden weergeven. De daadwerkelijke namen die bij deze afkortingen horen zijn als volgt. ( ) Er is invoer mogelijk in eenheden van zestiende noten. ( ) Er is invoer mogelijk in eenheden van zestiende noot triolen. ( ) Er is invoer mogelijk in eenheden van tweeëndertigste noten. ( ) Er is invoer mogelijk in eenheden van tweeëndertigste noot triolen. OFF Er is invoer met de meest fijne resolutie d.w.z. 96 klokeenheden per kwart noot mogelijk. 2. Druk net zo lang op [F2] (>>RES<<) of [F3] (>>RES<<) als nodig is om de stapsgewijze opnameresolutie te wijzigen. fig aa Drumnaam Nootnummer Afkorting Hoge tom D 3 (50) T4 Hoog-midden tom C 3 (48) T3 Midden tom A 2 (45) T2 Lage tom F 2 (41) T1 Crash bekken C#3 (49) CY Ride bekken D#3 (51) RC Open hi-hat A#2 (46) OH Gesloten hi-hat F#2 (42) CH Snare 1 D 2 (38) S1 Kick 1 C 2 (36) K1 Kick 2 B 1 (35) K2 Koeienbel G#3 (56) CB Claves D#5 (75) CL Stick G 1 (31) ST Snare 2 E 2 (40) S2 High Q D#1 (27) HQ Metronoom (klik) A 1 (33) M1 Metronoom (bel) A#1 (34) M2 [F2] (>>RES<<) Telkens wanneer deze knop ingedrukt wordt, neemt de uitvergroting van het rooster van de stapsgewijze opname af. [F3] (>>RES<<) Telkens wanneer deze knop ingedrukt wordt, neemt de 3. Zet de cursor op de plaats waar u een drumgeluid wilt invoegen, en gebruik de TIME/VALUE draaischijf om op die positie een in te voegen. fig bd ( ) De drum wordt op een hoog volume afgespeeld. ( ) De drum wordt op een redelijk hoog volume afgespeeld. ( ) De drum wordt op een gemiddeld volume afgespeeld. ( ) De drum wordt op een redelijk laag volume afgespeeld. ( ) De drum wordt op een laag volume afgespeeld. Niets (leeg) Er wordt geen drumgeluid afgespeeld. U kunt ook de volgende knoppen gebruiken om op dit moment de invoerpositie te verplaatsen. [ZERO] Plaatst de invoerpositie aan het begin van de song. [FF] Plaatst de invoerpositie één resolutie-eenheid, zoals die met behulp van RES is ingesteld, vooruit. [REW] Plaatst de invoerpositie één resolutie-eenheid, zoals die met behulp van RES is ingesteld, achteruit. Als u met lange patronen of hoge resoluties werkt, is het waarschijnlijk dat niet alle gegevens van de stapsgewijze opname in één venster passen. In zulke gevallen kunt u één van de PAGE SCROLL (pagina scroll) knoppen gebruiken om de weergave naar links of rechts te scrollen. Bovendien kunt u de cursor op of neer bewegen, als u een drum wilt programmeren die momenteel niet aan de linker- Hoofdstuk 3 a 155

232 Drumpatronen creëren kant van het venster is weergegeven. Deze handeling zorgt ervoor, dat het rooster van de stapsgewijze opname naar boven of beneden scrollt, zodat er andere drumgeluiden worden weergegeven. 7. Zet de cursor op Drum Kit, en gebruik de TIME/ VALUE draaischijf om een nieuwe drum kit te selecteren. fig gd Als u met drumpatronen werkt die met behulp van een methode als realtime opname zijn gecreëerd, kan het zijn dat de drumgeluiden op een grotere resolute dan de waarde die met behulp van RES is ingesteld worden gepositioneerd. In dit soort gevallen kan het lijken alsof gespleten is, en is het niet mogelijk om de bijbehorende uitvoeringsgegevens te bewerken. Om dit soort gegevens te kunnen bewerken, dient u allereerst de resolutie zo te verhogen dat deze met de invoerpositie van het drumgeluid overeenkomt. 4. Druk op [PLAY] om te controleren of het patroon aan de eisen voldoet. [PLAY] licht op en het drumpatroon wordt afgespeeld. Druk op het punt waar u wilt dat de weergave stopt op [STOP]. 5. Druk op [F4] (SETUP), als u de drum kit of het tempo waarmee u de controle uitvoert wilt wijzigen. Het Step Recording Setup venster verschijnt. fig ed 8. Druk op [ENTER/YES]. Het Step Recording Setup venster wordt gesloten, en het oorspronkelijke Step Recording venster verschijnt. 9. Druk op [EXIT/NO] om de stapsgewijze opname te beëindigen. Het Drum Pattern Edit venster verschijnt nogmaals. fig d 10. Druk op [F4] (WRITE/COPY/DEL), als u het drumpatroon dat u heeft opgenomen wilt opslaan. Het Write/Copy/Delete venster voor drumpatronen verschijnt. fig d 6. Zet de cursor op Tempo, en gebruik de TIME/VALUE draaischijf om een geschikt tempo waarmee u uw patroon kunt controleren te selecteren. fig fd Het tempo kan op elke willekeurige waarde tussen 25,0 en 250,0 BPM (Beats Per Minute een waarde die het tempo aangeeft in het aantal kwart noten dat binnen één minuut voorkomt). Let erop, dat het tempo dat hier wordt ingesteld alleen gebruikt wordt om te controleren of het drumpatroon aan de eisen voldoet. Met andere woorden, dit tempo wordt niet bij het drumpatroon opgeslagen. (Het is niet mogelijk om voor een drumpatroon een specifiek tempo in te stellen). 11. Gebruik de TIME/VALUE draaischijf om het drumpatroon waarin u de gegevens wilt opslaan te selecteren. U kunt alleen gebruikers-drumpatronen en song drumpatronen selecteren om drumpatroongegevens in op te slaan. U kunt hiervoor geen voorgeprogrammeerde drumpatronen selecteren. 12. Druk op [F4] (GO). Het drumpatroon wordt opgeslagen. Als het Complete! bericht verschijnt, betekent dit dat het opslaan is voltooid. Als u zonder het huidige patroon een ander drumpatroon selecteert of een nieuwe song laadt, gaan alle nieuw opgenomen gegevens verloren. Deze gegevens gaan ook verloren als u de BR-1600CD uitzet, voordat u de gegevens opslaat. 156

233 Drumpatronen creëren Drumpatronen corrigeren (Microscope) De Microscope functie wordt gebruikt om op drumpatronen gedetailleerde correcties toe te passen. Specifiek geeft deze functie de uitvoeringsgegevens van een drumpatroon weer in de vorm van een lijst, zodat alle bijbehorende parameters waar nodig kunnen worden gecorrigeerd. 1. Druk in het Drum Pattern Edit venster op [F3] (MICROSCOPE). Het Microscope venster verschijnt. fig d 3. Pas de uitvoeringsgegevens zo aan als hieronder beschreven. fig bd Om een drumgeluid te wijzigen: 1) Zet de cursor op het drumgeluid veld 2) Gebruik de TIME/VALUE draaischijf om een nieuw drumgeluid te selecteren. De uitvoeringsgegevens worden met deze nieuwe drumgeluid instelling vernieuwd. fig cd Om het volume van een drum te wijzigen: 1) Zet de cursor op het ACC veld. De uitvoeringsgegevens worden in het venster als volgt weergegeven. fig d_drumsevent.bmp Nootnummer Locatie Drumtoon Accent (Velocity) Gate tijd (De tijdsduur vanaf wanneer de noot begint te spelen tot het moment waarop het stopt). fig dd 2) Gebruik de TIME/VALUE draaischijf om een nieuwe velocity waarde in te stellen. Hoe hoger de velocity waarde hoe hoger het volume en vice versa. Om de gate tijd van een drum te wijzigen: 1) Zet de cursor op het GATE veld. Hoofdstuk 3 a Als de interne drumgeluiden van de BR-1600CD worden afgespeeld, wordt de Gate Time instelling genegeerd en duren alle geluiden even lang, zodoende kan de Gate Time op 1 blijven staan. Als de BR-1600CD drumgeluiden speelt door MIDI gegevens naar een externe drummachine die op de MIDI OUT poort is aangesloten te verzenden, is het belangrijk dat de gate tijd zo wordt ingesteld dat deze met de specificaties die in de handleiding van de drummachine worden beschreven overeenkomt. 2) Gebruik de TIME/VALUE draaischijf om een nieuwe waarde te selecteren. De uitvoeringsgegevens worden met deze nieuwe drumgeluid instelling vernieuwd. Om een onderdeel van de uitvoeringsgegevens te verplaatsen: 1) Druk op [F2] (MOVE). fig ed 2. Zet de cursor op het onderdeel van de uitvoeringsgegevens dat u wilt aanpassen. fig ad 2) Gebruik de TIME/VALUE draaischijf om de tijdspositie waar u de uitvoeringsgegevens naartoe wilt verplaatsen te selecteren. 3) Druk [ENTER/YES]. De uitvoeringsgegevens worden naar deze nieuwe positie verplaatst. 157

234 Drumpatronen creëren Om een onderdeel van de uitvoeringsgegevens te verwijderen: Druk op [F3] (DELETE). fig fd Als u zonder het huidige patroon een ander drumpatroon selecteert of een nieuwe song laadt, gaan alle nieuw opgenomen gegevens verloren. Deze gegevens gaan ook verloren als u de BR-1600CD uitzet, voordat u de gegevens opslaat. Het geselecteerde onderdeel van de uitvoeringsgegevens wordt verwijderd. Om een in de uitvoeringsgegevens een nieuw onderdeel in te voegen: Druk op [F1] (INSERT). fig gd Er wordt op de huidige positie een onderdeel van de uitvoeringsgegevens ingevoegd. 4. Druk op [EXIT/NO] om de Microscope bewerking te beëindigen. Het Drum Pattern Edit venster verschijnt weer. fig d 5. Druk op [F4] (WRITE/COPY/DEL), als u het drumpatroon dat u zojuist heeft gecorrigeerd wilt opslaan. Het Write/Copy/Delete venster voor drumpatronen verschijnt. fig d 6. Gebruik de TIME/VALUE draaischijf om het drumpatroon, waarin u de gegevens wilt opslaan te selecteren. U kunt alleen gebruikers-drumpatronen en song drumpatronen selecteren om drumpatroongegevens in op te slaan. U kunt hiervoor geen voorgeprogrammeerde drumpatronen selecteren. 7. Druk op [F4] (GO). Het drumpatroon wordt opgeslagen. Als het Complete! bericht verschijnt, betekent dit dat het opslaan is voltooid. 158

235 Drumpatronen creëren De groove van het drumpatroon wijzigen (Swing) Met de Swing functie kunt u, door de timing waarop de zwakkere noten worden gemaakt te vertragen, een swingachtige groove in uw drumpatronen maken. 1. Zet in het Drum Pattern Edit venster de cursor Swing Pos.. fig d 4. Druk op [PLAY] om te controleren of de hoeveelheid swing voor uw song geschikt is. De weergave van het drumpatroon begint. Druk op [STOP] om het afspelen te beëindigen. 5. Druk op [F4] (WRITE/COPY/DEL) als u de swing instelling die u zojuist heeft gemaakt wilt opslaan. Het Write/Copy/Delete venster voor drumpatronen verschijnt. fig d 2. Gebruik de TIME/VALUE draaischijf om het type noot dat wordt gebruikt om swing voort te brengen te selecteren. OFF: Er wordt geen swing toegepast. ( ): ( ): Er wordt swing voortgebracht in eenheden van achtste noten. Er wordt swing voortgebracht in eenheden van zestiende noten. 3. Zet de cursor op Rate en stel de gewenste hoeveelheid swing in. fig ad 6. Zet de cursor op TO: en gebruik de TIME/VALUE draaischijf om het drumpatroon waarin u de gegevens wilt opslaan te selecteren. U kunt alleen gebruikers-drumpatronen en song drumpatronen selecteren om drumpatroongegevens in op te slaan. U kunt hiervoor geen voorgeprogrammeerde drumpatronen selecteren. 7. Druk op [F4] (GO). De swing instellingen worden bij het drumpatroon wordt opgeslagen. Als het Complete! bericht verschijnt, betekent dit dat het opslaan is voltooid. Hoofdstuk 3 a fig %: Er wordt geen swing toegepast. Zwakkere maatslagen worden precies op de helft tussen de sterkere maatslagen in gespeeld. 51%-100%: De swing wordt in overeenstemming met de aangegeven waarde voortgebracht. Bij een instelling van 100% worden de zwakkere maatslagen met de hoogst mogelijke waarde vertraagd, zodat ze bijna precies op dezelfde positie als de daarop volgende sterkere maatslagen worden geplaatst. 50% Als u zonder het huidige patroon een ander drumpatroon selecteert of een nieuwe song laadt, gaan alle nieuw opgenomen gegevens verloren. Deze gegevens gaan ook verloren als u de BR-1600CD uitzet, voordat u de gegevens opslaat. Het toepassen van swing wijzigt de daadwerkelijke uitvoeringsgegevens die in het drumpatroon zijn opgeslagen niet. Ongeacht of de swing functie nu wel of niet is toegepast, worden de uitvoeringsgegevens bij het gebruik van de Microscope functie altijd op dezelfde posities weergegeven. 75% 90% Zwakkere maatslag Zwakkere maatslag Zwakkere maatslag Zwakkere maatslag 159

236 Drumpatronen creëren De naam van een drumpatroon wijzigen 1. Zet de cursor op de patroonnaam die in het Drum Pattern Edit venster wordt weergegeven. fig ad Drumpatronen kopiëren 1. Druk in het Drum Pattern Edit venster op [F4] (WRITE/ COPY/DEL). 2. Druk op [F2] (=>COPY). Het Write/Copy/Delete venster voor drumpatronen verschijnt. fig d 2. Gebruik [CURSOR] en de TIME/VALUE draaischijf om de naam teken voor teken te wijzigen. fig.20-32bd 3. Zet de cursor op FROM: en gebruik de TIME/VALUE draaischijf om het drumpatroondat u wilt kopiëren te selecteren. fig cd 3. Druk op [F4] (WRITE/COPY/DEL) om deze nieuwe naam op te slaan. Het Write/Copy/Delete venster voor drumpatronen verschijnt. fig d 4. Zet de cursor op TO: en gebruik de TIME/VALUE draaischijf om het drumpatroon waar u de gegevens naartoe wilt kopiëren te selecteren. fig dd 4. Zet de cursor op TO: en gebruik de TIME/VALUE draaischijf om het drumpatroon waarin u de gegevens wilt opslaan te selecteren. U kunt alleen gebruikers-drumpatronen en song drumpatronen selecteren om drumpatroongegevens in op te slaan. U kunt hiervoor geen voorgeprogrammeerde drumpatronen selecteren. 5. Druk op [F4] (GO). De nieuwe naam wordt bij het drumpatroon opgeslagen. Als het Complete! bericht verschijnt, betekent dit dat het opslaan is voltooid. U kunt alleen gebruikers-drumpatronen en song drumpatronen selecteren om drumpatroongegevens in op te slaan. U kunt hiervoor geen voorgeprogrammeerde drumpatronen selecteren. 5. Druk op [F4] (GO). Het kopiëren van het drumpatroon begint. Als het Complete! bericht verschijnt, betekent dit dat het kopiëren is voltooid. Als u zonder het huidige patroon een ander drumpatroon selecteert of een nieuwe song laadt, gaan alle nieuw opgenomen gegevens verloren. Deze gegevens gaan ook verloren als u de BR-1600CD uitzet, voordat u de gegevens opslaat. Het drumpatroon dat u als kopieerbestemming heeft geselecteerd wordt in dit proces overschreven. Aangezien het niet mogelijk is om de bijbehorende gegevens te herstellen, dient u voorzichtig te werk te gaan, zodat belangrijke patronen niet op deze wijze per ongeluk worden overschreven. 160

237 Drumpatronen creëren Drumpatronen verwijderen 1. Druk in het Drum Pattern Edit venster op [F4] (WRITE/ COPY/DEL). Het Write/Copy/Delete venster voor drumpatronen verschijnt. fig d Drumpatronen vanaf de CD-R/ RW drive inladen (SMF Import) Met de BR-1600CD kunt u vanaf CD-R/RW discs Standard MIDI Files (of SMFs) in gebruikers-drumpatronen en song drumpatronen inladen. Voorzorgsmaatregelen voor het importeren van SMF 2. Druk op [F3] (=>DELETE). Het Delete venster voor drumpatronen verschijnt. fig d Van CD-R/RW discs van ISO9660 niveau 2, Mode 1 formaat wordt het importeren ondersteund. Het is niet mogelijk om gegevens van discs met een ander formaat te importeren. Er kunnen SMFs van maximaal 240 KB en 8 maten worden geïmporteerd. Het is niet mogelijk om bestanden te importeren die groter zijn en de limiet voor het aantal maten overschrijden. fig Gebruik de TIME/VALUE draaischijf om het drumpatroon dat u wilt verwijderen te selecteren, en druk op [F4] (GO). Er verschijnt een bevestigingsbericht. fig d 8, 9 7, 8, 9 5, 10 4, 6 Hoofdstuk 3 a 3 4. Druk op [ENTER/YES] Het verwijderen van het drumpatroon begint. Als het Complete! bericht verschijnt, betekent dit dat het verwijderen is voltooid. Voorgeprogrammeerde patronen kunnen niet worden verwijderd. Aangezien het niet mogelijk is om verwijderde drumpatronen te herstellen, dient u voorzichtig te werk te gaan, om er zeker van te zijn dat er niet per ongeluk belangrijke patronen worden verwijderd. 1. Gebruik een PC om de SMFs die u wilt importeren op een CD-R/RW disc te branden. 2. Plaats deze CD-R/RW disc in de CD-R/RW drive van de BR-1600CD. De toegangsindicator van de BR-1600CD begint te knipperen. Wacht voordat u verder gaat tot deze indicator niet meer knippert en uitgaat. 3. Druk op CD-R/RW [DATA SAVE/LOAD]. Het Data CD venster verschijnt. fig d 2 161

238 Drumpatronen creëren 4. Druk op [F3] (SMF). fig d Het SMF venster verschijnt. 5. Zet de cursor op het IMPRT icoon, en druk op [ENTER/ YES]. Als alternatief kunt u op [F1] (IMPORT) drukken. Het SMF Import venster, waarin een lijst met de SMFs die op de CD-R/RW staan wordt weergegeven, verschijnt. fig d In geval van SMFs die de GM, GS of XG normen ondersteunen worden uitvoeringsgegevens van het drum-type over het algemeen aan MIDI kanaal 10 toegewezen. Door het MIDI kanaal in dergelijke gevallen op 10 in te stellen kunt u zichzelf ervan verzekeren dat alleen de drumgegevens uit de SMF worden gehaald. (Let erop dat de drum-type gegevens niet per se aan kanaal 10 worden toegewezen, en het van belang is dat u het daadwerkelijke kanaal van tevoren controleert). 8. Zet de cursor op Type en gebruik de TIME/VALUE draaischijf om DRUMS te selecteren. 9. Zet de cursor op Pattern en gebruik de TIME/VALUE draaischijf om het drumpatroon waar u de gegevens naartoe wilt importeren te selecteren. Als bestanden op de huidige CD-R/RW in verschillende mappen zijn gegroepeerd, worden de mappen samen met het map icoon ( ) weergegeven. Zet de cursor op de bijbehorende mapnaam en druk op [ENTER/YES] om de lijst met bestanden binnen een map te bekijken. 6. Zet de cursor op de SMF die u wilt importeren, en druk op [F4] (SELECT). Er verschijnt een venster waarin u het MIDI kanaal van hetgeen dat u wilt importeren kunt selecteren. fig d Het is niet mogelijk om voor SMF import voorgeprogrammeerde drumpatronen als bestemming te selecteren. 10. Druk op [F4] (GO). Het importeren van het geselecteerde SMF begint. Als het Complete! bericht verschijnt, betekent dit dat het importeren is voltooid. 7. Zet de cursor op MIDI Ch., en gebruik de TIME/ VALUE draaischijf om het MIDI kanalen van de gegevens die u wilt importeren te selecteren. Alleen de gegevens die bij het aangegeven MIDI kanaal horen worden uit het geselecteerde SMF gehaald en als drumpatroon geïmporteerd. fig ad 162

239 Bas gebruiken Het spoortype instellen Om bas te kunnen gebruiken, dient u allereerst met behulp van de spoortype instelling spoor 13/14 als basspoor instellen. Basgeluiden afspelen Het kan zijn dat het wijzigen van het spoortype alleen niet voldoende is om ervoor te zorgen dat er basgeluiden kunnen worden afgespeeld. fig Druk op [TRACK TYPE SELECT]. Het Track Type Select venster verschijnt. fig d Druk net zolang op de spoorknop van spoor 13/14 tot deze oplicht. Door herhaaldelijk op de knop te drukken werkt u de cyclus van beschikbare keuzen af, te weten: knipperend aan uit. Uit: Er worden geen basgeluiden gespeeld. Knipperend: Er worden alleen basgeluiden gespeeld als de BR- 1600CD aan het opnemen of afspelen is. Aan: Er worden basgeluiden gespeeld, zelfs als de BR-1600CD is gestopt. 2. Verhoog de fader van spoor 13/14 naar een geschikt niveau. U kunt de basgeluiden nu horen. Hoofdstuk 3 2. Druk op [F3]. fig d Telkens wanneer u deze knop indrukt, verandert het spoortype van Spoor 13/14. Spoortypen AUDIO: Het spoortype wordt voor opgenomen geluid gebruikt. BASS: Het spoor wordt voor bas gebruikt. U dient hier BASS te selecteren. Om aan te geven dat spoor 13/14 voor gebruik als basspoor is ingesteld, licht de BASS indicator van TRACK TYPE SELECT op. 3. Druk op [EXIT/NO] om naar het beginvenster terug te keren. U kunt nu bas gebruiken. 4. Sla de huidige song op (p. 72), als u de spoortype instelling wilt bewaren. 163

240 Bas gebruiken Basgeluiden selecteren Laten we nu we de bas kunnen horen een basgeluid waarmee we aan de slag gaan selecteren. 1. Zorg ervoor dat PROGRAMMABLE RHYTHM [ARRANGEMENT/PATTERN] uit is (u bevindt zich in de patroonfunctie). Druk op PROGRAMMABLE RHYTHM [ARRANGE- MENT/PATTERN] om de indicator van deze knop uit te schakelen, als hij verlicht is (wat betekent dat u in de arrangeerfunctie (Arrange) zit). 2. Druk op PROGRAMMABLE RHYTHM [EDIT]. Het Pattern selectievenster verschijnt. fig d 3. Druk op [F1] (SETUP). Het patroon setup dialoogvenster verschijnt. fig d Baspatronen selecteren 1. Zorg ervoor dat PROGRAMMABLE RHYTHM [ARRANGEMENT/PATTERN] uit is (u bevindt zich in de patroonfunctie). Druk op PROGRAMMABLE RHYTHM [ARRANGE- MENT/PATTERN] om de indicator van deze knop uit te schakelen, als hij verlicht is (wat betekent dat u in de arrangeerfunctie (Arrange) zit). 2. Druk op PROGRAMMABLE RHYTHM [EDIT]. Het Pattern selectievenster verschijnt. fig d De basgeluidselectie is op alle baspatronen van toepassing. Het is niet mogelijk om voor elk afzonderlijke patroon een ander basgeluid op te slaan. 4. Zet de cursor op Bass Tone, en gebruik de TIME/ VALUE draaischijf om een basgeluid te selecteren. De basgeluidselectie verandert. fig d 3. Zet de cursor op het baspatroonveld, en gebruik de TIME/VALUE draaischijf of de VALUE3 draaiknop om een patroon te selecteren. Het afspelen van het nieuw geselecteerde baspatroon begint, zodra het hiervoor geselecteerde baspatroon klaar is. 4. Druk meerdere malen op [EXIT/NO] om naar het beginvenster terug te keren, als u het baspatroon dat u wilt gebruiken heeft geselecteerd. 5. Sla de huidige song op (p. 72), als u de selectie van het baspatroon wilt bewaren. Hoewel het kan zijn dat de weergave bij het wijzigen van het basgeluid voor een periode van 1 of 2 seconden stopt, is dit normaal en duidt het niet op een storing. 5. Druk meerdere malen op [EXIT/NO] om naar het beginvenster terug te keren, als u het basgeluid dat u wilt gebruiken heeft geselecteerd. 6. Sla de huidige song op (p. 72), als u de selectie van het basgeluid wilt bewaren. De gebruikers-baspatronen en song baspatronen die de BR-1600CD bij aankoop bevat zijn leeg. Als u er één van selecteert, hoort u niets. Selecteer een voorgeprogrammeerd baspatroon, als u direct na het installeren van de BR-1600CD basgeluiden wilt beluisteren. 164

241 Bas gebruiken schakelen, als hij verlicht is (wat betekent dat u in de arrangeerfunctie zit). Als er gegevens van een baspatroon zijn opgenomen of bewerkt, verschijnt er direct daarna *TMP in het venster. Als u met behulp van de TIME/VALUE draaischijf een ander drumpatroon probeert te selecteren terwijl de cursor hierop staat, wordt de cursor wit. Als u vervolgens op [ENTER/YES] drukt, wordt de cursor weer zwart, en wordt het baspatroonnummer bevestigd. Druk op [EXIT/NO], als u dit niet wilt bevestigen. Er wordt weer *TMP weergegeven, en het drumpatroon keert naar de toestand van direct na het bewerken terug. Zo kunt u ervoor zorgen, dat er niet per ongeluk gegevens gewist worden die u heeft bewerkt. 2. Druk op PROGRAMMABLE RHYTHM [EDIT]. Het Pattern selectievenster verschijnt. fig d 3. Druk op [F1] (SETUP). Het patroon setup dialoogvenster verschijnt. fig d Baspatroon akkoorden aangeven U kunt baspatroon akkoorden aangeven, zoals hieronder beschreven, om zo te beluisteren hoe het baspatroon zal klinken als het verschillende akkoorden afspeelt. 4. Zet de cursor op Chord, en gebruik de TIME/VALUE draaischijf om het gewenste akkoord te selecteren. U kunt beluisteren hoe de basuitvoering zo wordt gewijzigd, dat het met het geselecteerde akkoord overeenstemt. 5. Druk meerdere malen op [EXIT/NO] om naar het beginvenster terug te keren. Hoofdstuk 3 a Alle voorgeprogrammeerde baspatronen zijn op basis van het C akkoord gemaakt. Als u een akkoord aangeeft, worden de afzonderlijke noten waaruit het baspatroon bestaat echter automatisch aangepast, zodat nu het aangegeven akkoord wordt gespeeld.let erop dat een akkoord aangeven alleen er niet voor zorgt dat het baspatroon permanent gewijzigd wordt. Deze handeling zorgt er alleen voor dat de uiteindelijke uitvoering met het aangegeven akkoord overeenkomt. Zodoende hoeft u zich geen zorgen te maken over het permanent wijzigen van baspatroongegevens door het aangeven van akkoorden. 6. Sla de huidige song op (p. 72), als u de akkoord instelling wilt bewaren. Het tempo van een baspatroon wijzigen Het tempo van de weergave van baspatronen is hetzelfde als van de weergave van drumpatronen en loop frasen. Zie Het tempo van een drumpatroon wijzigen (p. 151), voor details over hoe u een tempo kunt aangeven. Akkoord instellingen zijn op alle baspatronen van toepassing. Het is niet mogelijk om voor elk verschillende patroon andere akkoord instellingen op te slaan. Akkoordspecificatie wordt als volgt uitgevoerd. 1. Zorg ervoor dat PROGRAMMABLE RHYTHM [ARRANGEMENT/PATTERN] uit is (u bevindt zich in de patroonfunctie (Pattern)). Druk op PROGRAMMABLE RHYTHM [ARRANGE- MENT/PATTERN] om de indicator van deze knop uit te 165

242 Baspatronen creëren Als u tussen de voorgeprogrammeerde baspatronen voor uw song geen geschikt patroon kunt vinden, kunt u zoals hieronder beschreven op eenvoudige wijze een origineel baspatroon creëren. Hiervoor kunt u één van de volgende twee methodes gebruiken. Realtime opname Door middel van realtime opname kunt u op de maat van een metronoom op de spoorknoppen tikken en de geproduceerde uitvoeringsgegevens opnemen. De loop frase wordt steeds weer herhaald, terwijl de nieuwe uitvoeringsgegevens er voortdurend ingemengd worden. Bovendien kunt u de quantize functie gebruiken om eventuele minimale afwijkingen in de timing van uw uitvoering te corrigeren. Stapsgewijze opname Gebruik de stapsgewijze opname functie om basnoten, terwijl het patroon niet wordt afgespeeld, één voor één in te voeren. Gebruik deze functie om de gewenste resultaten op gemakkelijke en handige wijze te behalen, als u het moeilijk vindt om met behulp van realtime opname bevredigende patronen te maken. opname uit te voeren. Houd er rekening, mee dat het in zo n geval niet nodig is om voor het MIDI keyboard een MIDI kanaal in te stellen (p. 234). Voordat u realtime of stapsgewijze opname gebruikt, dient u het baspatroon dat u wilt opnemen te selecteren. 1. Zorg ervoor dat de PROGRAMMABLE RHYTHM [ARRANGEMENT/PATTERN] uit is (u bevindt zich in de patroonfunctie). Druk als deze indicator verlicht is (wat betekent dat u in de arrangeerfunctie zit) op PROGRAMMABLE RHYTHM [ARRANGEMENT/PATTERN] om hem uit te schakelen. 2. Druk op PROGRAMMABLE RHYTHM [EDIT]. Het Pattern selectievenster verschijnt. fig d 3. Druk op [F4] (Edit). Het Bass Pattern Edit venster verschijnt. fig d Als er gegevens van een baspatroon zijn opgenomen of bewerkt, verschijnt er direct daarna *TMP in het venster. Als u met behulp van de TIME/VALUE draaischijf een ander baspatroon probeert te selecteren terwijl de cursor hierop staat, wordt de cursor wit. Als u vervolgens op [ENTER/YES] drukt, wordt de cursor weer zwart, en wordt het baspatroonnummer bevestigd. Druk op [EXIT/NO], als u dit niet wilt bevestigen. Er wordt weer *TMP weergegeven, en het baspatroon keert naar de toestand van direct na het bewerken terug. Zo kunt u ervoor zorgen dat er niet per ongeluk gegevens gewist worden die u heeft bewerkt. Vanaf nu kunt u de Undo functie ( Basisgebruik ; p. 42) gebruiken om baspatronen te creëren of bewerken. Wees extra voorzichtig als u gegevens creëert of bewerkt. Voorbereiden voor opname 4. Zet de cursor op Pattern, en gebruik de TIME/ VALUE draaischijf om het nummer van het baspatroon dat u wilt opnemen te selecteren. fig ad Als u nu op [PLAY] drukt, kunt u het geselecteerde baspatroon beluisteren. De gebruikers-baspatronen en song baspatronen die de BR-1600CD bij aankoop bevat zijn leeg. Als u er hiervan één selecteert, hoort u niets. 5. Gebruik [CURSOR] en de TIME/VALUE draaischijf om het aantal maatslagen en maten in het baspatroon in te stellen. De weergave van het baspatroon wijzigt naar *TMP. Als er een MIDI keyboard op de MIDI IN poort is aangesloten, kunt u dit keyboard gebruiken om realtime 166

243 Baspatronen creëren Baspatronen creëren met behulp van realtime opname 1. Druk nadat u de stappen die in Voorbereiden voor opname worden beschreven op [F1] (REALTIME). Het Realtime Recording standby venster verschijnt en de metronoom begint. fig d 2. Zet de cursor op BPM, en gebruik de TIME/VALUE draaischijf om een geschikt opnametempo te selecteren. fig ad Let erop, dat u hiermee alleen het opnametempo instelt het baspatroon wordt niet op dit tempo opgenomen. (Het is niet mogelijk om voor een baspatroon een specifiek tempo in te stellen). Als u met uw vinger vier of meer keer op [TAP] drukt, wordt het tempo naar aanleiding daarvan ingesteld. 3. Zet de cursor op METRO.LVL, en gebruik de TIME/ VALUE draaischijf om het metronoomvolume in te stellen. 4. Druk op [PLAY]. De realtime opname begint na aftelling van één maat. fig d 5. Gebruik de spoorknoppen om het gewenste baspatroon af te spelen, en gebruik spoorfader 1 om de velocity (dynamiek) van de geluiden in te stellen. fig a De relatie tussen de spoorknoppen en basgeluiden is als volgt. Spoorknop Nootnummer [1] C 1 (24) [2] C#1 (28) [3] D 1 (29) [4] D#1 (30) [5] E 1 (31) [6] F 1 (32) [7] F#1 (33) [8] G 1 (34) [9/10] G#1 (35) [11/12] A 1 (36) [13/14] A#1 (37) [15/16] B 1 (38) [V-TRACK] + [1] C 2 (39) [V-TRACK] + [2] C#2 (40) [V-TRACK] + [3] D 2 (41) [V-TRACK] + [4] D#2 (42) [V-TRACK] + [5] E 2 (43) [V-TRACK] + [6] F 2 (44) [V-TRACK] + [7] F#2 (45) [V-TRACK] + [8] G 2 (46) [V-TRACK] + [9/10] G#2 (47) [V-TRACK] + [11/12] A 2 (48) [V-TRACK] + [13/14] A#2 (49) [V-TRACK] + [15/16] B 2 (50) Let erop, dat u om met een octaaf tegelijk omhoog of omlaag te gaan ook respectievelijk [ ] en [ ] kunt gebruiken. U kunt niet meerdere basnoten tegelijkertijd spelen. Als er een basnoot op dezelfde postie als een eerder opgenomen noot wordt opgenomen, geniet de nieuwere noot de voorkeur en blijft alleen deze behouden (met andere woorden, de noot die eerder was opgenomen wordt verwijderd). Let erop dat er tussen het verwijderen van de oudere noot en de weergave van de volgende noten een korte delay kan optreden. Hierdoor kan het moeilijk blijken om uw patroon op te nemen. U dient zodoende voorzichtig te werk te gaan, zodat u er zeker van bent dat u op deze wijze geen uitvoeringsgegevens dupliceert. 6. Druk op [F3] (ERASE ON), als u een fout in het opgenomen patroon wilt wissen. Het bericht ERASE:ON verschijnt, en de bass erase (wissen) functie wordt geactiveerd. Houd in deze functie de spoorknop die met het basgeluid dat u wilt wissen overeenkomt ingedrukt. Alle basgeluiden die terwijl u de spoorknop indrukt in het patroon worden afgespeeld worden gewist. Druk als u klaar bent met het wissen van basgeluiden op [F3] (ERASE OFF). Hoofdstuk 3 a 7. Druk op het punt waar u wilt stoppen met opnemen op [STOP]. 167

244 Baspatronen creëren Het Bass Pattern Edit venster verschijnt nogmaals. 8. Druk op [F4] (WRITE/COPY/DEL), als u het baspatroon dat u zojuist heeft opgenomen wilt opslaan. Het Write/Copy/Delete venster voor baspatronen verschijnt. fig d 2. Druk als u klaar bent met repeteren op [F2] (REHEAR- SAL OFF) om naar de realtime opnamefunctie terug te keren. Het REHEARSAL:OFF bericht verschijnt, en de realtime opnamefunctie wordt opnieuw geactiveerd. Als u nu op een spoorknop drukt om een basnoot af te spelen, worden de bijbehorende uitvoeringsgegevens opgenomen. Opnemen met perfecte timing (Quantize) 9. Gebruik de TIME/VALUE draaischijf om het baspatroon waarin u de gegevens wilt opslaan te selecteren. Alleen gebruikers-baspatronen en song baspatronen kunnen worden gebruikt om baspatroon gegevens op te slaan. U kunt op dit moment geen voorgeprogrammeerd baspatroon selecteren. 10. Druk op [F4] (GO). Het baspatroon wordt opgeslagen. Als het Complete! bericht verschijnt, betekent dit dat het opslaan is voltooid. Bij realtime opname worden de gegevens die door het indrukken worden voortgebracht opgenomen zoals ze zijn, en worden alle imperfecties in de timing in de uitvoeringsgegevens weerspiegeld. Als u deze imperfecties tijdens het afspelen niet wilt horen, kunt u de quantize functie van de BR-1600CD gebruiken om uitvoeringsgegevens voordat ze daadwerkelijk worden opgenomen automatisch naar de dichtstbijzijnde kwart noot, achtste noot, zestiende noot, etc. te verplaatsen. 1. Zet de cursor in het Realtime Recording standby venster op QTZ. fig d Als u zonder het huidige patroon op te slaan een ander baspatroon selecteert of een nieuwe song laadt, gaan alle nieuw opgenomen gegevens verloren. Deze gegevens gaan ook verloren, als u voor het opslaan de BR-1600CD uitzet. 2. Gebruik de TIME/VALUE draaischijf om een quantize instelling te selecteren. fig a Voor de opname oefenen (Rehearsal) Als de repetitiefunctie is ingeschakeld, kunt u, zelfs als er een realtime opname bezig is, basgeluiden spelen zonder ze op te nemen. Deze functie is erg handig als u een baspatroon wilt oefenen. 1. Druk in de realtime opnamefunctie op [F2] (REHEARSAL ON). Het REHEARSAL:ON bericht verschijnt en de repetitiefunctie wordt geactiveerd. fig d QTZ: ( ) Verplaatst basgeluiden naar de dichtstbijzijnde kwart noot. ( ) Verplaatst basgeluiden naar de dichtstbijzijnde kwart noot triool. ( ) Verplaatst basgeluiden naar de dichtstbijzijnde achtste noot. ( ) Verplaatst basgeluiden naar de dichtstbijzijnde achtste noot triool. ( ) Verplaatst basgeluiden naar de dichtstbijzijnde zestiende noot. ( ) Verplaatst basgeluiden naar de dichtstbijzijnde zestiende noot triool. In deze functie kunt u op een spoorknop drukken om de bijbehorende basnoot af te spelen, zonder dat de bijbehorende gegevens worden opgenomen. ( ) Verplaatst basgeluiden naar de dichtstbijzijnde tweeëndertigste noot. ( ) Verplaatst basgeluiden naar de dichtstbijzijnde tweeëndertigste 168

245 Baspatronen creëren OFF noot triool. De quantize functie wordt niet uitgevoerd, en de uitvoeringsgegevens worden zo opgenomen als ze zijn. 3. Druk op [PLAY]. De BR-1600CD begint met opnemen. Zelfs tijdens het opnameproces kunt u, door de TIME/ VALUE draaischijf te gebruiken om de QTZ waarde te wijzigen, een nieuwe quantize instelling selecteren. Baspatronen creëren met behulp van stapsgewijze opname ( ) Er is invoer mogelijk in eenheden van achtste noten. ( ) Er is invoer mogelijk in eenheden van achtste noot triolen. ( ) Er is invoer mogelijk in eenheden van zestiende noten. ( ) Er is invoer mogelijk in eenheden van zestiende noot triolen. ( ) Er is invoer mogelijk in eenheden van tweeëndertigste noten. ( ) Er is invoer mogelijk in eenheden van tweeëndertigste noot triolen. OFF Er is invoer met de meest fijne resolutie d.w.z. 96 klokeenheden per kwart noot mogelijk. 3. Zet de cursor op GATE, en gebruik de TIME/VALUE draaischijf om de duur van de noot die u wilt invoeren (m.a.w. de gate tijd) in de vorm van een percentage in te stellen. Een patroon dat voor stapsgewijze opname wordt gebruikt, dient oorspronkelijk leeg te zijn. Als u een patroon selecteert dat al gegevens bevat, kan het zijn dat tijdens de onderstaande procedure het bericht Erase OK? verschijnt. Druk in dergelijke gevallen op [ENTER/YES] om met de stapsgewijze opname door te gaan. Alle gegevens die al bestaan worden gewist, zodat de opname op deze manier kan worden uitgevoerd. Druk op [EXIT/NO], als u de patroongegevens niet wilt wissen. De stapsgewijze opname wordt geannuleerd en u keert naar het Bass Pattern Edit venster terug. Het is niet mogelijk om gegevens die op deze wijze zijn gewist te herstellen. Daarom dient u tijdens stapsgewijze opname voorzichtig te werk te gaan, zodat u er zeker van bent dat er niet per ongeluk belangrijke uitvoeringsgegevens worden gewist. GATE (gate tijd): 10% tot en met 95% Hoe meer deze waarde wordt verlaagd, hoe meer staccato de uitvoering wordt. Bij sommige geluiden kan het lijken alsof u de snaren van de basgitaar tijdens het spelen dempt/onhoorbaar maakt. Hoe meer de waarde wordt verhoogd, hoe meer legato (m.a.w. minder staccato) de uitvoering wordt. Normaalgesproken is een instelling van ongeveer 80% geschikt. 4. Zet de cursor op ACC, en gebruik de TIME/VALUE draaischijf om het volume van de noot die u wilt invoeren in te stellen. ACC (accent): 1 tot en met 127 Naar gelang u de waarde verhoogt, stijgt het volume, terwijl lagere waarden voor een lager volume zorgen. Dit kan gewoonlijk op 100 worden ingesteld. Als u aan bepaalde locaties een accent wilt toevoegen, kunt u de waarde dienovereenkomstig wijzigen. Hoofdstuk 3 a 1. Druk nadat u de stappen die in Voorbereiden voor opname worden beschreven op [F2] (STEP). Het Step Recording venster verschijnt. fig d 2. Zet de cursor op RES, en gebruik de TIME/VALUE draaischijf om de stapsgewijze opnameresolutie te wijzigen. RES: ( ) Er is invoer mogelijk in eenheden van kwart noten. ( ) Er is invoer mogelijk in eenheden van kwart noot triolen. 5. Druk op CURSOR [ ] en [ ] om de ingevoerde uitvoeringsgegevens een octaaf te verhogen of verlagen. OCTAVE SHIFT: -2 tot en met +2 CURSOR [ ]: De gegevens worden een octaaf verhoogd. CURSOR [ ]: De gegevens worden een octaaf verlaagd. U kunt de gegevens in totaal maximaal twee octaven verhogen of verlagen. 6. Druk op de spoorknop van de noot, die u wilt invoeren. Telkens wanneer een spoorknop wordt ingedrukt, worden er uitvoeringsgegevens ingevoerd. De lengte van de uitvoeringsgegevens wordt door de lengte van de noot die met behulp van RES is ingesteld bepaald. De duur 169

246 Baspatronen creëren van de noot die door de uitvoeringsgegevens wordt gespeeld wordt door het op deze lengte toepassen van de GATE instelling bepaald. Het volume van de noot die door de uitvoeringsgegevens wordt gespeeld komt met de ACC instelling overeen. 7. Druk op locaties waar u een rust wilt invoegen op [F4] (REST). Er wordt een rust met de lengte die bij RES is ingesteld ingevoegd. 8. Druk op [F1] (STEP BACK), als u een onderdeel van de uitvoeringsgegevens of rust die onjuist is ingevoerd wilt verwijderen. Het onderdeel van de uitvoeringsgegevens of de rust die het meest recent is ingevoerd wordt verwijderd. Telkens wanneer deze knop wordt ingedrukt, wordt het volgende gegevensonderdeel of de rust die nieuw is verwijderd. 9. Voer door stap 2 tot en met 8 te herhalen alle benodigde uitvoeringsgegevens en rusten in. Zodra de opname wat de ingestelde patroonlengte betreft is voltooid, wordt er in het veld voor maten [END] weergegeven, en is verdere invoer onmogelijk. 10. Druk op [EXIT/NO] om de stapsgewijze opname te beëindigen. Het Bass Pattern Edit venster verschijnt nogmaals. fig d 13. Druk op [F4] (GO). Het baspatroon wordt opgeslagen. Als het Complete! bericht verschijnt, betekent dit dat het opslaan is voltooid. Baspatronen corrigeren (Microscope) De Microscope functie wordt gebruikt om op baspatronen gedetailleerde correcties toe te passen. Specifiek geeft deze functie de uitvoeringsgegevens van een baspatroon weer in de vorm van een lijst, zodat alle bijbehorende parameters waar nodig kunnen worden gecorrigeerd. 1. Druk in het Bass Pattern Edit venster op [F3] (MICROSCOPE). Het Microscope venster verschijnt. -fig d Als u zonder het huidige patroon een ander baspatroon selecteert of een nieuwe song laadt, gaan alle nieuw opgenomen gegevens verloren. Deze gegevens gaan ook verloren als u de BR-1600CD uitzet, voordat u de gegevens opslaat. 11. Druk op [F4] (WRITE/COPY/DEL), als u het baspatroon dat u heeft opgenomen wilt opslaan. Het Write/Copy/Delete venster voor baspatronen verschijnt. fig d fig d De uitvoeringsgegevens worden in het venster als volgt weergegeven. Nootnummer Locatie Accent (Velocity) Gate tijd (De tijdsduur vanaf wanneer de noot begint te spelen tot het moment waarop het stopt). 12. Gebruik de TIME/VALUE draaischijf om het baspatroon waarin u de gegevens wilt opslaan te selecteren. U kunt alleen gebruikers-baspatronen en song baspatronen selecteren om baspatroongegevens in op te slaan. U kunt hiervoor geen voorgeprogrammeerde baspatronen selecteren. 2. Zet de cursor op de parameter waarvan u de instelling wilt wijzigen en gebruik de TIME/VALUE draaischijf om een nieuwe waarde te selecteren. Om een basgeluid te wijzigen: Zet de cursor op het NOTE veld 170

247 Baspatronen creëren fig ad 3. Druk op [EXIT/NO] om de Microscope bewerking te beëindigen. Het Bass Pattern Edit venster verschijnt weer. fig d fig b 2) Gebruik de TIME/VALUE draaischijf om een nieuw nootnummer te selecteren te selecteren. De uitvoeringsgegevens worden met deze nieuwe nootinstelling vernieuwd. Om het volume van een basnoot te wijzigen: 1) Zet de cursor op het ACC veld. 2) Gebruik de TIME/VALUE draaischijf om een nieuwe velocity waarde in te stellen. Hoe hoger de velocity waarde hoe hoger het volume en vice versa. Om de gate tijd van een bas te wijzigen: 1) Zet de cursor op het GATE veld. 4. Druk op [F4] (WRITE/COPY/DEL), als u het baspatroon dat u zojuist heeft gecorrigeerd wilt opslaan. Het Write/Copy/Delete venster voor baspatronen verschijnt. fig d 5. Gebruik de TIME/VALUE draaischijf om het baspatroon waarin u de gegevens wilt opslaan te selecteren. Measure Beat Tick U kunt alleen gebruikers-baspatronen en song baspatronen selecteren om baspatroongegevens in op te slaan. U kunt hiervoor geen voorgeprogrammeerde baspatronen selecteren. Hoofdstuk 3 a 2) Gebruik de TIME/VALUE draaischijf om een nieuwe waarde te selecteren. De uitvoeringsgegevens worden met deze nieuwe gate tijd instelling vernieuwd. Om een onderdeel van de uitvoeringsgegevens te verplaatsen: 1) Druk op [F2] (MOVE). 2) Gebruik de TIME/VALUE draaischijf om de tijdspositie waar u de uitvoeringsgegevens naartoe wilt verplaatsen te selecteren. 3) Druk op [ENTER/YES]. De uitvoeringsgegevens worden naar deze nieuwe positie verplaatst. Om een onderdeel van de uitvoeringsgegevens te verwijderen: 1) Druk op [F3] (DELETE). Het geselecteerde onderdeel van de uitvoeringsgegevens wordt verwijderd. Om een in de uitvoeringsgegevens een nieuw onderdeel in te voegen: 1) Druk op [F1] (INSERT). Er wordt op de huidige positie een onderdeel van de uitvoeringsgegevens ingevoegd. 6. Druk op [F4] (GO). Het baspatroon wordt opgeslagen. Als het Complete! bericht verschijnt, betekent dit dat het opslaan is voltooid. Als u zonder het huidige patroon een ander baspatroon selecteert of een nieuwe song laadt, gaan alle nieuw opgenomen gegevens verloren. Deze gegevens gaan ook verloren als u de BR-1600CD uitzet, voordat u de gegevens opslaat. 171

248 Baspatronen creëren De groove van het baspatroon wijzigen (Swing) Met de Swing functie kunt u, door de timing waarop de zwakkere noten worden gemaakt te vertragen, een swingachtige groove in uw baspatronen maken. 1. Zet in het Bass Pattern Edit venster de cursor Swing Pos.. fig d 5. Druk op [F4] (WRITE/COPY/DEL) als u de swing instelling die u zojuist heeft gemaakt wilt opslaan. Het Write/Copy/Delete venster voor baspatronen verschijnt. fig d 6. Gebruik de TIME/VALUE draaischijf om het baspatroon waarin u de gegevens wilt opslaan te selecteren. 2. Gebruik de TIME/VALUE draaischijf om het type noot dat wordt gebruikt om swing voort te brengen te selecteren. OFF: Er wordt geen swing toegepast. ( ): Er wordt swing voortgebracht in eenheden van achtste noten. ( ): Er wordt swing voortgebracht in eenheden van zestiende noten. 3. Zet de cursor op Rate en stel de gewenste hoeveelheid swing in. 50%: Er wordt geen swing toegepast. Zwakkere maatslagen worden precies op de helft tussen de sterkere maatslagen in gespeeld. 51%-100%: De swing wordt in overeenstemming met de aangegeven waarde voortgebracht. Bij een instelling van 100% worden de zwakkere maatslagen met de hoogst mogelijke waarde vertraagd, zodat ze bijna precies op dezelfde positie als de daarop volgende sterkere maatslagen worden geplaatst. fig % U kunt alleen gebruikers-baspatronen en song baspatronen selecteren om baspatroongegevens in op te slaan. U kunt hiervoor geen voorgeprogrammeerde baspatronen selecteren. 7. Druk op [F4] (GO). De swing instellingen worden bij het baspatroon wordt opgeslagen. Als het Complete! bericht verschijnt, betekent dit dat het opslaan is voltooid. Als u zonder het huidige patroon een ander baspatroon selecteert of een nieuwe song laadt, gaan alle nieuw opgenomen gegevens verloren. Deze gegevens gaan ook verloren als u de BR-1600CD uitzet, voordat u de gegevens opslaat. Het toepassen van swing wijzigt de daadwerkelijke uitvoeringsgegevens die in het baspatroon zijn opgeslagen niet. Ongeacht of de swing functie nu wel of niet is toegepast, worden de uitvoeringsgegevens bij het gebruik van de Microscope functie altijd op dezelfde posities weergegeven. 75% 90% Zwakkere maatslag Zwakkere maatslag Zwakkere maatslag Zwakkere maatslag 4. Druk op [PLAY] om te controleren of de hoeveelheid swing voor uw song geschikt is. De weergave van het baspatroon begint. Druk op [STOP] om het afspelen te beëindigen. 172

249 Baspatronen creëren De naam van een baspatroon wijzigen 1. Zet de cursor op de patroonnaam die in het Bass Pattern Edit venster wordt weergegeven. fig d Baspatronen kopiëren 1. Druk in het Bass Pattern Edit venster op [F4] (WRITE/ COPY/DEL). 2. Druk op [F2] (=>COPY). Het Write/Copy/Delete venster voor baspatronen verschijnt. fig d 2. Gebruik [CURSOR] en de TIME/VALUE draaischijf om de naam teken voor teken te wijzigen. Druk op [F4] (WRITE/COPY/DEL) om deze nieuwe naam op te slaan. 3. Het Write/Copy/Delete venster voor baspatronen verschijnt. fig d 3. Zet de cursor op het FROM: veld, en gebruik de TIME/VALUE draaischijf om het baspatroon dat u wilt kopiëren te selecteren. 4. Zet de cursor op TO: en gebruik de TIME/VALUE draaischijf om het baspatroon waar u de gegevens naartoe wilt kopiëren te selecteren. 4. Gebruik de TIME/VALUE draaischijf om het baspatroon waarin u de gegevens wilt opslaan te selecteren. U kunt alleen gebruikers-baspatronen en song baspatronen selecteren om baspatroongegevens in op te slaan. U kunt hiervoor geen voorgeprogrammeerde baspatronen selecteren. Hoofdstuk 3 a U kunt alleen gebruikers-baspatronen en song baspatronen selecteren om baspatroongegevens in op te slaan. U kunt hiervoor geen voorgeprogrammeerde baspatronen selecteren. 5. Druk op [F4] (GO). De nieuwe naam wordt bij het baspatroon opgeslagen. Als het Complete! bericht verschijnt, betekent dit dat het opslaan is voltooid. Als u zonder het huidige patroon een ander baspatroon selecteert of een nieuwe song laadt, gaan alle nieuw opgenomen gegevens verloren. Deze gegevens gaan ook verloren als u de BR-1600CD uitzet, voordat u de gegevens opslaat. 5. Druk op [F4] (GO). Het kopiëren van het baspatroon begint. Als het Complete! bericht verschijnt, betekent dit dat het kopiëren is voltooid. Het baspatroon, dat u als kopieerbestemming heeft geselecteerd, wordt in dit proces overschreven. Aangezien het niet mogelijk is om de bijbehorende gegevens te herstellen, dient u voorzichtig te werk te gaan, zodat belangrijke patronen niet op deze wijze per ongeluk worden overschreven. 173

250 Baspatronen creëren Baspatronen verwijderen 1. Druk in het Bass Pattern Edit venster op [F4] (WRITE/ COPY/DEL). Het Write/Copy/Delete venster voor baspatronen verschijnt. fig dp Baspatronen vanaf de CD-R/RW drive inladen (SMF Import) Met de BR-1600CD kunt u vanaf CD-R/RW discs Standard MIDI Files (of SMFs) in gebruikers-baspatronen en song baspatronen inladen. Voorzorgsmaatregelen voor het importeren van SMF 2. Druk op [F3] (=>DELETE). Het Bass Pattern Delete venster verschijnt. ig d_bassfrom.bmp 3. Gebruik de TIME/VALUE draaischijf om het baspatroon dat u wilt verwijderen te selecteren, en druk op [F4] (GO). Er verschijnt een bevestigingsbericht. fig d_bassfrom.bmp Van CD-R/RW discs van ISO9660 niveau 2, Mode 1 formaat wordt het importeren ondersteund. Het is niet mogelijk om gegevens van discs met een ander formaat te importeren. Er kunnen SMFs van maximaal 240 KB en 8 maten worden geïmporteerd. Het is niet mogelijk om bestanden te importeren die groter zijn en de limiet voor het aantal maten overschrijden. fig , 8, 9 7, 8, 9 5, 10 4, 5, Druk op [ENTER/YES] Het verwijderen van het baspatroon begint. Als het Complete! bericht verschijnt, betekent dit dat het verwijderen is voltooid. Aangezien het niet mogelijk is om verwijderde baspatronen te herstellen, dient u voorzichtig te werk te gaan, om er zeker van te zijn dat er niet per ongeluk belangrijke patronen worden verwijderd. Voorgeprogrammeerde patronen kunnen niet worden verwijderd. 1. Gebruik een PC om de SMFs die u wilt importeren op een CD-R/RW disc te branden. 2. Plaats deze CD-R/RW disc in de CD-R/RW drive van de BR-1600CD. De toegangsindicator van de BR-1600CD begint te knipperen. Wacht voordat u verder gaat tot deze indicator niet meer knippert en uitgaat. 3. Druk op CD-R/RW [DATA SAVE/LOAD]. Het Data CD venster verschijnt. fig d 2 4. Druk op [F3] (SMF). Het SMF venster verschijnt. 174

251 Baspatronen creëren fig d dat u het daadwerkelijke kanaal van tevoren controleert). Zet de cursor op Type en gebruik de TIME/VALUE draaischijf om BASS te selecteren. 5. Druk op [F1] (IMPORT). Het SMF Import venster, waarin een lijst met de SMFs die op de CD-R/RW staan wordt weergegeven, verschijnt. fig d 8. Zet de cursor op Type en gebruik de TIME/VALUE draaischijf om BASS te selecteren. fig bd Als bestanden op de huidige CD-R/RW in verschillende mappen zijn gegroepeerd, worden de mappen samen 9. Zet de cursor op Pattern en gebruik de TIME/VALUE draaischijf om het baspatroon waar u de gegevens naartoe wilt importeren te selecteren. fig c met het map icoon ( ) weergegeven. Zet de cursor op de bijbehorende mapnaam, en druk op [ENTER/YES] om de lijst met bestanden binnen een map te bekijken. 6. Zet de cursor op de SMF, die u wilt importeren, en druk op [F4] (SELECT). Er verschijnt een venster waarin u het MIDI kanaal van hetgeen dat u wilt importeren kunt selecteren. fig d Het is niet mogelijk om voor SMF import voorgeprogrammeerde baspatronen als bestemming te selecteren. 10. Druk op [F4] (GO). Het importeren van het geselecteerde SMF begint. Als het Complete! bericht verschijnt, betekent dit dat het importeren is voltooid. Hoofdstuk 3 a 7. Zet de cursor op MIDI Ch., en gebruik de TIME/ VALUE draaischijf om het MIDI kanalen van de gegevens die u wilt importeren te selecteren. fig ad Alleen de gegevens die bij het aangegeven MIDI kanaal horen worden uit het geselecteerde SMF gehaald en als baspatroon geïmporteerd. In geval van SMFs die de GM, GS of XG normen ondersteunen worden uitvoeringsgegevens van het Bass Pattern Edit-type over het algemeen aan MIDI kanaal 10 toegewezen. Door het MIDI kanaal in dergelijke gevallen op 10 in te stellen kunt u zichzelf ervan verzekeren dat alleen de Bass Pattern Editgegevens uit de SMF worden gehaald. (Let erop dat de bas-type gegevens niet per se aan kanaal 10 worden toegewezen, en het van belang is 175

252 Loop frasen gebruiken Een methode die bij het bijeenbrengen van songs vaak wordt gebruikt, bestaat uit het in eerste instantie maken van een gedeelte met basale geluidsgegevens van één of twee maten lang d.w.z. een loop frase en de bassistructuur van de song wordt vervolgens gevormd door dit gedeelte het benodigde aantal keren te herhalen. De BR-1600CD ondersteunt deze methode om songs te creëren, en biedt u de mogelijkheid om loop frasen binnen ritmische arrangementen vrijelijk te arrangeren en af te spelen. Het spoortype instellen Om loop frasen te kunnen gebruiken, dient u allereerst met behulp van de spoortype instelling spoor 11/12 als loop frase spoor instellen. fig Spoortypen AUDIO: Het spoortype wordt voor opgenomen geluid gebruikt. BASS: Het spoor wordt gebruikt om een loop frase af te spelen. U dient hier LOOP PHRASE te selecteren. Om aan te geven dat spoor 11/12 voor gebruik als loop frase spoor is ingesteld, licht de LOOP PHRASE. indicator van TRACK TYPE SELECT op. 3. Druk op [EXIT/NO] om naar het beginvenster terug te keren. U kunt nu loop frasen gebruiken. 4. Sla de huidige song op (p. 72), als u de spoortype instelling wilt bewaren. Loop frasen afspelen 1. Druk op [TRACK TYPE SELECT]. Het Track Type Select venster verschijnt. fig d Het kan zijn dat het wijzigen van het spoortype alleen niet voldoende is om ervoor te zorgen dat er loop frasen kunnen worden afgespeeld. 1. Druk net zolang op de spoorknop van spoor 11/12 tot deze oplicht. Door herhaaldelijk op de knop te drukken, werkt u de cyclus van beschikbare keuzen af, te weten: knipperend aan uit. Uit: Er worden geen basgeluiden gespeeld. Knipperend: Er worden alleen basgeluiden gespeeld als de BR-1600CD aan het opnemen of afspelen is. Aan: Er worden basgeluiden gespeeld, zelfs als de BR-1600CD is gestopt. 2. Druk op [F2] om als spoortype van spoor 11/12 te selecteren. Telkens wanneer u deze knop indrukt, verandert het spoortype van Spoor 11/12. fig d 2. Verhoog de fader van spoor 11/12 naar een geschikt niveau. U kunt de basgeluiden nu horen. 176

253 Loop frasen gebruiken Een loop frase selecteren Er zijn bij aankoop al een aantal verschillende loop frasen op de BR-1600CD opgeslagen. Laten we er daar nu één van selecteren om mee aan de slag te gaan. 1. Zorg ervoor dat PROGRAMMABLE RHYTHM [ARRANGEMENT/PATTERN] uit is (u bevindt zich in de patroonfunctie). Druk op PROGRAMMABLE RHYTHM [ARRANGE- MENT/PATTERN] om de indicator van deze knop uit te schakelen, als hij verlicht is (wat betekent dat u in de arrangeerfunctie zit). 2. Druk op PROGRAMMABLE RHYTHM [EDIT]. Het Pattern selectievenster verschijnt. fig d De song loop frase die de BR-1600CD bij aankoop bevat zijn leeg; Als u er één van selecteert, hoort u niets. Het is belangrijk om te onthouden dat, wanneer u de harde schijf van de BR-1600CD initialiseert (p. 270), alle gebruikers-loop frasen en song loop frasen worden verwijderd. Bij aankoop bevat de BR-1600CD diverse gebruikers-loop frasen, voor direct gebruik. Zie Gebruikers-loop frase lijst (los document) voor meer gedetailleerde informatie over deze gebruikers-loop frasen. 3. Zet de cursor op het Loop Phrase veld, en gebruik de TIME/VALUE draaischijf om een frase te selecteren. fig ad 4. Druk op [PLAY] om het afspelen te starten. De BR-1600CD begint te spelen, zodat u de geselecteerde loop frase kunt beluisteren. 5. Druk meerdere malen op [EXIT/NO] om naar het beginvenster terug te keren, als u de loop frase die u wilt gebruiken heeft geselecteerd. Als er gegevens van een loop frase zijn opgenomen of bewerkt, verschijnt er direct daarna *TMP in het venster. Als u met behulp van de TIME/VALUE draaischijf een andere loop frase probeert te selecteren, terwijl de cursor hierop staat, wordt de cursor wit. Als u vervolgens op [ENTER/YES] drukt, wordt de cursor weer zwart, en wordt het loop frase nummer bevestigd. Druk op [EXIT/NO], als u dit niet wilt bevestigen; er wordt weer *TMP weergegeven, en de loop frase keert naar de toestand van direct na het bewerken terug. Zo kunt u ervoor zorgen dat er niet per ongeluk gegevens gewist worden. Hoofdstuk 3 a 6. Sla de huidige song op (p. 72), als u de loop frase selectie wilt bewaren. 177

254 Loop frasen gebruiken Het loop frase tempo wijzigen 1. Zorg ervoor dat de PROGRAMMABLE RHYTHM [ARRANGEMENT/PATTERN] uit is (u bevindt zich in de patroonfunctie). Druk als deze indicator verlicht is (wat betekent dat u in de arrangeerfunctie zit) op PROGRAMMABLE RHY- THM [ARRANGEMENT/PATTERN] om hem uit te schakelen. 2. Druk op PROGRAMMABLE RHYTHM [EDIT]. Het Pattern selectievenster verschijnt. fig d Met behulp van [TAP] het tempo instellen Naast het instellen van het tempo met behulp van [CURSOR] en de TIME/VALUE draaischijf, kunt u het tevens instellen door op het gewenste tempo met uw vinger op [TAP] te drukken (Tap Tempo functie). Deze functie is erg handig als u het tempo van de weergave overeen wilt laten stemmen met dat van een CD, maar u de precieze BPM waarde niet weet. Tik, om het tempo op deze wijze in te stellen vier maal met uw vinger op [TAP], met exact dezelfde interval tussen de afzonderlijke tikken. Het tempo wordt op het gemiddelde tapinterval ingesteld. 3. Zet de cursor op TEMPO, en gebruik de TIME/ VALUE draaischijf om een geschikt tempo te selecteren. U kunt nu beluisteren hoe de nieuwe instellingen het tempo van de weergave wijzigen. Het tempo kan op elke waarde binnen een bereik van 25,0 tot en met 250,0 BPM (Beats Per Minute een waarde die het tempo weergeeft in het aantal kwartnoten dat in een minuut voorkomt). Loop frasen kunnen op elk tempo dat binnen een bereik van 0,75 tot 1,5 keer hun eigen tempo ligt. Dat betekent dat als de aangepaste afspeelsnelheid voor een tempo buiten dit bereik zou zorgen, de loop frase als ofwel op de hoge of de lage limiet van het bereik wordt afgespeeld. In een dergelijk geval kan de loop frase weergave niet met de weergave van de drums en basgeluiden worden gesynchroniseerd. De kwaliteit van de loop frase weergave kan verminderen als het aangepaste tempo aanzienlijk van het oorspronkelijke tempo verschilt. 4. Druk, nadat u het tempo heeft ingesteld, meerdere malen op [EXIT/NO] om naar het beginvenster terug te keren. 5. Sla de huidige song op (p. 72), als u het tempo van het patroon selectie wilt bewaren. Het tempo is algemeen en op alle drumpatronen, baspatronen en loop frasen van toepassing. 178

255 Loop frasen creëren Hoewel de BR-1600CD bij aankoop al een aantal loop frasen bevat, kunt u, met behulp van stukken opgenomen geluidssporen of door geluidsgegevens van commercieel verkrijgbare sampling CDs en dergelijke, tevens uw eigen oorspronkelijke loop frasen creëren. gedeelte vervolgens tot loop frase worden geconverteerd. 1. Druk op CD-R/RW [LOOP PHRASE IMPORT]. Het Loop Phrase venster verschijnt. fig d Voorzorgsmaatregelen voor het creëren van loop frasen Een loop frase kan tussen de 0,5 en 30 minuten lang zijn. Loop frase lengtes die buiten dit bereik vallen worden niet ondersteund. Wanneer er een loop frase wordt gecreëerd, worden het aantal maten en eht temp zo in gesteld dat ze met de lengte van de frase overeenkomen. Specifiek houdt dit in dat het aantal maten op één van de volgende waarden wordt ingesteld. 1/32, 1/16, 1/8, 1/7, 1/6, 1/5, 1/4, 1/3, 1/2, 1, 2, 4, 8, 16, 32, 64, 128 Let erop dat het, zelfs als de loop frase instellingen worden aangepast, niet mogelijk is om de lengte van de loop frase op een andere waarde in te stellen. Als er gegevens van een drumpatroon zijn opgenomen of bewerkt, verschijnt er direct daarna *TMP in het venster. Als u met behulp van de TIME/ VALUE draaischijf een ander drumpatroon probeert te selecteren, terwijl de cursor hierop staat, wordt de cursor wit. Als u vervolgens op [ENTER/ YES] drukt, wordt de cursor weer zwart, en wordt het drumpatroonnummer bevestigd. Druk op [EXIT/NO], als u dit niet wilt bevestigen; er wordt weer *TMP weergegeven, en het drumpatroon keert naar de toestand van direct na het bewerken terug. Zo kunt u ervoor zorgen, dat er niet per ongeluk gegevens gewist worden, die u heeft bewerkt. Vanaf nu kunt u de Undo functie ( Basisgebruik ; p. 42) niet gebruiken bij creëren of bewerken van drumpatronen. Wees extra voorzichtig als u gegevens creëert of bewerkt. Een gedeelte van een geluidsspoor gebruiken 2. Zet de cursor op het BY TRACK icoon, en druk op [ENTER/YES]. Het Loop Phrase Create By Track venster wordt weergegeven. fig d 3. Gebruik [CURSOR] en de TIME/VALUE draaischijf om het spoor dat u wilt kopiëren aan te geven. fig ed 4. Gebruik [CURSOR] en de TIME/VALUE draaischijf om het spoor dat als kopiëerbestemming dient aan te geven. fig fd A tot en met H: Loop frasen van bank A tot en met H. Deze frasen zijn vanuit elke song toegankelijk. S: Loop frasen uit de song bank. Deze frasen worden binnen de song waarin ze gebruikt worden opgeslagen. 5. Zet de cursor in de rechterhelft van het scherm, en gebruik vervolgens [CURSOR] en de TIME/VALUE draaischijf om de posities van de begin en eindtijd van het geluidsgedeelte dat u als loop frase wilt gebruiken in te stellen. fig d Hoofdstuk 3 U kunt een gedeelte van de sporen van een willeurige song gebruiken om een loop frase te creëren. Als van het gewenste gedeelte van een geluidsspoor de posities van de start en eindtijd eenmaal zijn geselecteerd, kan dit 179

256 Loop frasen creëren Als u nu op [F1] (DISP.FMT.) drukt, kunt u kiezen hoe de posities worden aangeduid (nl. in maten, tijd, markering). U kunt nu de volgende parameters instellen. START (startpunt): Gebruik deze parameter om binnen het bronspoor de startpositie aan te geven. END (eindpunt): Gebruik deze parameter om binnen het bronspoor de eindpositie aan te geven. Als u om bovenstaande punten aan te geven tijdwaarden gebruikt en vervolgens de manier van aanduiden wijzigt naar maten of markeringen, kan het zijn dat er een plus (+) teken wordt weergegeven om u te waarschuwen dat de aangegeven posities en de daadwerkelijke posities niet hetzelfde zijn. Als u punten in de vorm van maten of markeringen wilt aangegeven, kunt u deze fout oplossen door de TIME/VALUE draaischijf te gebruiken om in elk van de relevante vensters instellingen aan te passen. Druk op [F3] (SELECT ALL), als u de loop frase zo wilt instellen, dat hij van het begin tot het eind van de song duurt. 6. Druk op [F4] (GO). De BR-1600CD begint de loop frase te creëren. Als het Complete! bericht verschijnt, betekent dit dat de frase met succes is gecreëerd. staan, kunnen deze gegevens op eenvoudige wijze in een geselecteerde frase worden geïmporteerd. Met behulp van deze functie kunt u geluidsgegevens van commercieel verkrijgbare sampling CDs en van CD-R of CD- RWs die u met behulp van een PC heeft gemaakt importeren. U kunt alleen gegevens met het volgende formaat importeren WAV of AIFF geluid Mono of stereo 8 of 16 bits 44,1 khz sampling snelheid 0.5 seconden tot 30 minuten lang fig Van CD-R/RW discs van ISO9660 niveau 2, Mode 1 formaat wordt het importeren ondersteund. Het is niet mogelijk om gegevens van discs met een ander formaat te importeren. 3, 5, , 6, 8 Als de loop frase die voor het creëren is geselecteerd al gegevens bevat, worden deze door de geluidsgegevens van het bronspoor overschreven. Aangezien het niet mogelijk is om deze gegevens te herstellen, dient u voorzichtig te werk te gaan, zodat u er zeker van bent dat er niet per ongeluk belangrijke loop frasen worden overschreven. Als de huidige song nieuw opgenomen geluidsgegevens of nieuw aangepaste instellingen bevat, kan het zijn dat tijdens de bovenstaande procedure het Save Current? (huidige opslaan?) bericht wordt weergegeven. Druk op [ENTER/YES] als u uw geluidsgegevens en instellingen wilt opslaan. Druk op [EXIT/NO] als dit niet nodig is. Als [EXIT/NO] wordt ingedrukt, wordt bovendien het eindpunt van de loop frase weergave in het Loop Phrase Edit venster weergegeven, maar er wordt geen geluid gespeeld. Golfgegevens op een CD-ROM/R/ RW gebruiken (Loop Phrase Import) 1 De naam van het geluidsgegevens bestand wordt oorspronkelijk aan de loop frase bestemming toegewezen. Zie De bron loop frase aangeven en aanpassen (Time Modify) (p. 182), voor meer details over de manier waarop u de namen van frasen kunt wijzigen. 1. Plaats een CD-ROM, CD-R of CD-RW die de geluidsgegevens in WAV of AIFF formaat bevat in de CD-R/RW drive van de BR-1600CD. De toegangsindicator van de drive begint te knipperen. Wacht voordat u verder gaat tot deze klaar is, stopt met knipperen en uit gaat. 2. Druk op CD-R/RW [LOOP PHRASE IMPORT]. Het Loop Phrase venster verschijnt. 2 Als de geluidsgegevens die u als loop frase wilt gebruiken als AIFF of WAV bestand op een CD-ROM, CD-R of CD-RW 180

257 Loop frasen creëren fig d indrukken van [EXIT/NO] en de weergave van het bevestigingsbericht een bepaalde hoeveelheid tijd verstrijkt. Als het Complete! bericht verschijnt, betekent dit dat de frase met succes is gecreëerd. 3. Zet de cursor op het IMPORT icoon en druk op [ENTER/YES]. fig d Als alternatief kunt u als het IMPORT icoon op dit moment wordt weergegeven op [F1] (IMPORT) drukken. Het Loop Phrase Import venster verschijnt, waarna een lijst met de WAV en AIFF bestanden die op de CD staan wordt weergegeven. In dit geval wordt het aantal maten automatisch ingesteld, op basis van de lengte van de geïmporteerde loop frase, zodat de BPM van deze mate zo dicht mogelijk bij 120,0 ligt. Zie Loop frase instellingen aanpassen (p. 183), voor details over het aanpassen van deze instellingen. Als bestanden op deze disc in verschillende mappen zijn gegroepeerd, worden de mappen samen met het map icoon ( ) weergegeven. Zet de cursor op de bijbehorende mapnaam en druk op [ENTER/YES] om de lijst met bestanden binnen een map te bekijken. 4. Druk op [F1] (TYPE) om het type geluidsbestand dat u wilt importeren te wijzigen. Deze knop wisselt tussen WAV en AIFF formaat. 5. Zet de cursor op het bestand dat u wilt importeren. 6. Druk op [F2] (PREVIEW), als u het geluid dat het bestand bevat wilt beluisteren. De BR-1600CD speelt de inhoud van het geluidsbestand af (Preview). Druk nogmaals op [ENTER/YES] als u de weergave wilt stoppen. Alle bestanden in één keer lezen 1. Voer stap 1 tot en met 4 zoals hierboven beschreven uit. 2. Druk op [F3] (ALL). Alle bestanden worden geselecteerd. fig d Als de loop frase die voor het creëren is geselecteerd al gegevens bevat, worden deze door de geluidsgegevens van het bronspoor overschreven. Aangezien het niet mogelijk is om deze gegevens te herstellen, dient u voorzichtig te werk te gaan, zodat u er zeker van bent dat er niet per ongeluk belangrijke loop frasen worden overschreven. Hoofdstuk 3 a 7. Zet de cursor in de rechterhelft van het scherm, en gebruik en de TIME/VALUE draaischijf de loop frase waarin u de gegevens naartoe wilt importeren te selecteren. fig d 8. Druk op [F4] (GO). De BR-1600CD begint het geselecteerde bestand te importeren en de loop frase te creëren. Druk op [EXIT/NO] om het schrijven tijdens het uitvoeren van het commando te annuleren. Druk als het Cancel? bericht verschijnt op [ENTER/YES] om de annulering te bevestigen. (Het kan zijn dat er tussen het 3. Zet de cursor op TO en selecteer de bank waarin u de gegevens wilt opslaan. A tot en met H: Loop frasen van gebruikers-bank A tot en met H. S: Loop frasen van de song bank. Deze patches worden in de song waarin ze worden gebruikt opgeslagen. 4. Druk op [F4] (GO). De BR-1600CD begint het geselecteerde bestanden te importeren en de loop frasen te creëren. Als het Complete! bericht verschijnt, betekent dit dat alle loop frasen met succes zijn gecreëerd. 181

258 Loop frasen creëren Als de loop frasen in de geselecteerde bank al gegevens bevatten, worden deze door de geluidsgegevens van bronbestanden overschreven. Aangezien het niet mogelijk is om deze gegevens te herstellen, dient u voorzichtig te werk te gaan, zodat u er zeker van bent dat er niet per ongeluk belangrijke loop frasen worden overschreven. Er kunnen maximaal 50 bestanden tegelijk woren gelezen. Als het aantal bestanden de 50 overschrijdt, worden in het bovenstaande proces alleen de eerste 50 gelezen. De bron loop frase aangeven en aanpassen (Time Modify) U kunt het afspeeltempo van een bestaande loop frase wijzigen, en van die gegevens een nieuwe loop frase maken. 1. Druk op CD-R/RW [LOOP PHRASE IMPORT]. Het Loop Phrase venster verschijnt. fig d 2. Zet de cursor op het TIME MODIFY icoon en druk op [ENTER/YES]. Het Loop Phrase Time Modify venster wordt weergegeven. fig d 3. Zet de cursor op FROM, en gebruik de TIME/VALUE draaischijf om de oorspronkelijke loop frase te selecteren. Selecteer de ALL indicatie om alle loop frasen in een bank tegelijk te selecteren. Als u nu op [F2] (PREVIEW) drukt, wordt de loop frase afgespeeld. Druk op [ENTER/YES] om de weergave te stoppen. 4. Zet de cursor op TO, en gebruik vervolgens de TIME/ VALUE draaischijf om de bestemming waar u de nieuwe loop frase, nadat het tempo is aangepast, wilt maken. 5. Zet de cursor op NEW BPM, en gebruik de TIME/ VALUE draaischijf om het tempo dat u wilt aanpassen in te stellen. De oorspronkelijke BPM waarde wordt onder de cursorpositie weergegeven. Het bereik van het aangepaste tempo is 0,75 tot 1,5 keer het origineel. Als u in stap 3 ALL heeft geselecteerd, wordt de oorspronkelijke BPM waarde niet gegeven. U kunt tempi binnen een bereik van 0,75 tot 1,5 keer de tempi van de loop frase in de geselecteerde bank instellen. Als verschillende loop frasen uit de bank verschillende tempi hebben, kunt u instellingen doen met een bereik tussen 0,75 keer de snelste tempi in de bank en 1,5 keer het langzaamste tempo. Als het gewenste tempo niet binnen het gegeven bereik kan worden ingesteld, wordt er bij de NEW BPM instelling --- weergegeven, wat betekent dat u het tempo van geen van de loop frasen in de bank kunt aanpassen. (Voorbeeld 1) De bank bevat alleen loop frasen met een BPM instelling van x 0,75 = x 1,5 = 150 De toegestane instellingen vallen binnen het gebied van 75 en hoger tot en met 150 en lager (d.w.z. van 75 tot en met 100). Voorbeeld 2) De bank bevat loop frasen met variërende tempi, met BPM instellingen van 100, 120 en 140. De snelste van deze tempi is de BPM instelling van x 0,75 = 105 De langzaamste van deze tempi is de BPM instelling van x 1,5 = 150 De toegestane instellingen vallen binnen een gebied van 105 en hoger en 150 en lager (d.w.z. van 75 tot en met 100). Voorbeeld 3) De bank bevat loop frasen met variërende tempi, met BPM instellingen avn 50, 100 en 200. De snelste van deze tempi is de BPM instelling van x 0,75 = 150. De langzaamste van deze tempi is de BPM instelling van x 1,5 = 75 De toegestane instellingen vallen binnen een gebied van 150 en hoger en 75 en lager; tussen deze waarden in 182

259 Loop frasen creëren kunnen geen tempo instellingen worden gemaakt. Als NEW BPM instelling wordt --- aangegeven, en u kunt niet doorgaan met het maken van tempo aanpassingen. fig d 6. Druk op [F4] (GO). Now Converting verschijnt in het venster, en de nieuwe loop frase met het aangepaste tempo wordt vanaf nu gemaakt. Als Complete! wordt weergegeven, is het proces voltooid. Net als bij overige loop frasen, kunt u pas gemaakte loop frasen in ritmische arrangementen arrangeren. 3. Zet de cursor op het loop frase nummer, en gebruik de TIME/VALUE draaischijf om de frase die u wilt bewerken te selecteren. fig d Loop frasen bijeenbrengen (p.191) Als er binnen de op dit moment geselecteerde song extra opnamen of bewerkingen zijn gedaan, kan het zijn dat het Save Current? bericht (huidige opslaan?) wordt weergegeven. Druk op [ENTER/ YES], als u het tempo van de loop frase wilt aanpassen nadat de resultaten van een dergelijke opname en/of bewerking zijn opgeslagen. Als u op [EXIT/ NO] drukt, gaat de opname/bewerking verloren. Loop frase instellingen wijzigen Als er een loop frase wordt gecreëerd, wordt het aantal maten automatisch zo op de lengte van de loop frase aangepast, dat het aantal BPM van deze maten zo dicht mogelijk bij 120,0 liggen. Bovendien worden de start en eindposities van de weergave van de loop frase op het begin en eind van de geluidsgegevens ingesteld. U kunt de volgende procedure gebruiken om deze instellingen eventueel aan te passen. 1. Druk op CD-R/RW [LOOP PHRASE IMPORT]. Het Loop Phrase venster verschijnt. fig d 4. Zet de cursor op MEAS (lengte in maten) of BEAT, en gebruik de TIME/VALUE draaischijf om de instelling aan te passen. fig d 5. Zet de cursor op de start of eindpositie van de weergave van de loop frase, en gebruik de TIME/VALUE draaischijf om de instelling aan te passen. De weergegeven waarden vertegenwoordigen het aantal samples vanaf het begin van de Loop Frase. Op de BR-1600CD komen samples met één seconde van de weergave overeen. De start en eindposities van de loop frase kunnen in eenheden van 16 samples worden aangepast. Het is niet mogelijk om loop frasen, waarvan de afstand tussen de start en eind posities minder dan 0,5 seconden (of samples) is. Druk op [F2] (PREVIEW) om de weergave van de loop frase te starten en te controleren of de instellingen zo zijn aangepast als nodig is. Druk nogmaals op [ENTER/YES] als u de weergave wilt stoppen. Hoofdstuk 3 a 2. Zet de cursor op het EDIT icoon, en druk op [ENTER/ YES]. Als alternatief kunt u, als het EDIT icoon op dit moment is weergegeven, op [F2] (EDIT) drukken. Het Loop Phrase Edit venster verschijnt. 6. Gebruik [CURSOR] en de TIME/VALUE draaischijf om de naam teken voor teken te wijzigen. 7. Druk op [F4] (GO), als u uw aangepaste instellingen wilt opslaan. Het bericht Sure? verschijnt. 183

260 Loop frasen creëren fig d fig d 8. Druk op [ENTER/YES]. De aangepaste instellingen worden opgeslagen, en als het Complete! bericht verschijnt, betekent dit dat het commando is voltooid. Loop frasen aan spoorknoppen toewijzen Door loop frasen aan de knoppen van spoor 1 tot en met 15/ 16 toe te wijzen, kan de invoer in ritmische arrangementen van loop frasen veel eenvoudiger worden gemaakt. Let er tevens op dat loop frase toewijzingsinstellingen bij elke specifieke, afzonderlijke song worden opgeslagen. 1. Druk op CD-R/RW [LOOP PHRASE IMPORT]. Het Loop Phrase venster verschijnt. fig d Als u zonder uw gegevens op deze wijze op te slaan een nieuwe song inlaadt of de BR-1600CD uitzet, gaan alle aangepaste instellingen verloren. De geselecteerde loop frase wordt nu aan de spoorknop van het geselecteerde spoor toegewezen. U kunt deze knop nu indrukken om de toegewezen loop frase af te spelen en te controleren of alle instellingen zo zijn gedaan als u wilde. Druk nogmaals op dezelfde spoorknop om het afspelen van de loop frase te stoppen. 4. Sla de huidige song op (p. 72) als u toewijzing van de spoorknop wilt bewaren. Loop frasen kopiëren 1. Druk op CD-R/RW [LOOP PHRASE IMPORT]. Het Loop Phrase venster verschijnt. fig d 2. Zet de cursor op het COPY icoon, en druk op [ENTER/ YES]. Het Loop Phrase Copy venster verschijnt. fig d 2. Zet de cursor op het BUTTON ASSIGN icoon, en druk op [ENTER/YES]. Het venster waarin u loop frasen aan spoorknoppen kunt toewijzen verschijnt. fig d 3. Zet de cursor op spoor waarvan u de knop aan een loop frase wilt toewijzen, en gebruik de TIME/VALUE draaischijf om de bank en het nummer van de loop frase te selecteren. 3. Gebruik de TIME/VALUE draaischijf om de nummers van de loop frasen die u als kopieerbron en bestemming wilt gebruiken te selecteren. Als de cursor op de kopieerbron of bestemming staat, kunt u de bijbehorende loop frase afspelen door op [F2] (PREVIEW) te drukken. Met behulp van deze functie kunt u controleren of uw instellingen juist zijn. Druk nogmaals op [ENTER/YES] als u de weergave wilt stoppen. 4. Druk op [F4] (GO). De aangepaste instellingen worden opgeslagen, en als het Complete! bericht verschijnt, betekent dit dat het commando is voltooid. 184

261 Loop frasen creëren Het is belangrijk te onthouden dat de loopfrase die als bestemming dient compleet wordt overschreven door de loop frase die bij FROM: is aangegeven. Aangezien het niet mogelijk is om de bijbehorende gegevens te herstellen, dient u voorzichtig te werk te gaan, zodat er loop frasen op deze wijze geen belangrijke per ongeluk worden overschreven. 5. Als u de gegevens naar een loop frase in de song bank heeft gekopieerd, dient u nu de huidige song op te slaan (p. 72). Alle loop frasen in een bank kopiëren Loop frasen wissen 1. Druk op CD-R/RW [LOOP PHRASE IMPORT]. Het Loop Phrase venster verschijnt. fig d 2. Zet de cursor op het ERASE icoon, en druk op [ENTER/ YES]. Het Loop Phrase Erase venster verschijnt. fig d 1. Draai, als u de loop frase nummers als kopieerbron selecteert, de TIME/VALUE draaischijf met de klok mee, om ALL te selecteren. 2. Selecteer de bank waar u de loop frasen naartoe wilt kopiëren. 3. Druk op [F4] (GO). Alle loop frasen in de geselecteerde bank worden nu gekopieerd. Alle loop frasen in de bank, die als kopieerbestemming dient, worden in dit proces overschreven. Aangezien het niet mogelijk is om de bijbehorende gegevens te herstellen, dient u voorzichtig te werk te gaan, zodat er loop frasen op deze wijze geen belangrijke per ongeluk worden overschreven. 4. Als u de gegevens naar de song bank heeft gekopieerd, dient u nu de huidige song op te slaan (p. 72). 3. Gebruik de TIME/VALUE draaischijf om de loop frase die u wilt wissen te selecteren. Als u op dit moment op [F2] (PREVIEW) drukt, kunt u de geselecteerde loop frase afspelen. Met behulp van deze functie kunt u controleren of uw loop frase selectie juist is. Druk nogmaals op [ENTER/YES] als u de weergave wilt stoppen. Druk op [F4] (GO). Zet de cursor op het loop frase nummerveld, en draai de TIME/VALUE draaischijf vervolgens met de klok mee, zodat er ALL wordt weergegeven als u alle loop frasen van een bepaalde bank wilt wissen. Hoofdstuk 3 a 4. Druk op [F4] (GO). Het Sure? bericht verschijnt. 5. Druk op [ENTER/YES]. De loop frase(n) wordt (worden) nu gewist, en als het Complete! bericht verschijnt, betekent dit dat het commando is voltooid. Het is niet mogelijk om gegevens die op deze wijze zijn gewist te herstellen. Daarom dient u tijdens stapsgewijze opname voorzichtig te werk te gaan, zodat u er zeker van bent dat er niet per ongeluk belangrijke uitvoeringsgegevens worden gewist. 185

262 Ritmische arrangementen gebruiken Een ritmisch arrangement selecteren 1. Zorg ervoor dat de PROGRAMMABLE RHYTHM [ARRANGEMENT/PATTERN] verlicht is (u bevindt zich in de arrangeerfunctie). Druk als deze indicator uit is (wat betekent dat u in de patroonfunctie zit) op PROGRAMMABLE RHYTHM [ARRANGEMENT/PATTERN] om ervoor te zorgen dat het verlicht is. 2. Druk op PROGRAMMABLE RHYTHM [EDIT]. Het Rhythm Arrangement selectievenster verschijnt. fig.21-33d 3. Zet de cursor op het ritmische arrangement nummer, en gebruik de TIME/VALUE draaischijf om het nummer van het gewenste ritmische arrangement te selecteren. fig.21-02d De gebruikers-ritmische arrangementen en song ritmische arrangementen die de BR-1600CD bij aankoop bevat zijn leeg. Als u er hiervan één selecteert, hoort u niets. Zorg ervoor dat u hier een voorgeprogrammeerd ritmisch arrangement, als u direct een weergave wilt beluisteren. 4. Druk meerdere malen op de spoorknoppen van spoor 11/12 tot en met 15/16, net zo lang tot ze verlicht zijn. Door herhaaldelijk op een knop te drukken, werkt u de cyclus van beschikbare keuzen af, te weten: knipperend aan uit. Uit: Er wordt geen ritmisch arrangement gespeeld. Knipperend: Er wordt alleen een ritmisch arrangement gespeeld als de BR-1600CD aan het opnemen of afspelen is. Aan: Zelfs als de BR-1600CD is gestopt wordt er een ritmisch arrangement gespeeld 5. Verhoog de faders van spoor 11/12 tot en met 15/16 naar een geschikt niveau. Deze sporen worden nu voor het afspelen van een ritmisch arrangement ingesteld. 6. Druk op [PLAY] om het afspelen te starten. Het drumpatroon en baspatroon waar het ritmisch arrangement uit bestaat worden nu afgespeeld. Het ritmische arrangement tempo wijzigen Er kunnen twee methodes worden gebruikt om het tempo van een ritmisch arrangement in te stellen namelijk, een vast tempo instellen voor de song in zijn geheel en het instellen van tempi voor afzonderlijke maten (Tempo Map (p. 197). De volgende paragraaf beschrijft hoe u een vast tempo instelt. Het is belangrijk te onthouden dat als er een vast tempo is ingesteld, alle tempi die eerder voor afzonderlijke maten waren ingesteld door dit nieuwe tempo voorgoed worden overschreven. 1. Zorg ervoor dat de PROGRAMMABLE RHYTHM [ARRANGEMENT/PATTERN] verlicht is (u bevindt zich in de arrangeerfunctie). Druk als deze indicator uit is (wat betekent dat u in de patroonfunctie zit) op PROGRAMMABLE RHYTHM [ARRANGEMENT/PATTERN] om ervoor te zorgen dat het verlicht is. 2. Druk op PROGRAMMABLE RHYTHM [EDIT]. Het Rhythm Arrangement selectievenster verschijnt. fig.21-33d In de voorgeprogrammeerde ritmische arrangementen zijn geen loop frasen ingevoegd. Daarom wordt het loop frase spoor (d.w.z. spoor 11/12) niet afgespeeld. Als u tevens een loop frase wilt beluisteren, dient u een gebruikers-ritmisch arrangement of een song arrangement te selecteren, en er vervolgens een loop frase aan toe te wijzen ( Loop frasen bijeenbrengen (p. 191). De knoppen van spoor 11 en 12 zijn niet verlicht. Ze zijn donker of knipperen. 3. Druk op [F1] (EDIT). 186

263 Ritmische arrangementen gebruiken fig.21-04d Het Rhythm Arrangement Edit venster verschijnt. 4. Zet de cursor op Tempo, en gebruik de TIME/ VALUE draaischijf om een geschikt tempo te selecteren. U kunt nu beluisteren hoe uw instellingen het afspeeltempo wijzigen. Het tempo kan op elke willekeurige waarde tussen 25,0 en 250,0 BPM (Beats Per Minute een waarde die het tempo aangeeft in het aantal kwart noten dat binnen één minuut voorkomt). 5. Druk, nadat u het tempo heeft ingesteld, meerdere malen op [EXIT/NO] om naar het beginvenster terug te keren. 6. Sla het huidige ritmische arrangement op (p. 194), als u het tempo van het ritmische arrangement wilt bewaren. Het tempo, dat in de patroonfunctie (p. 151, p. 165, p. 178) en het tempo dat in de arrangeerfunctie is ingesteld, worden afzonderlijk van elkaar geregeld. Hoofdstuk 3 a Met behulp van [TAP] het tempo instellen Naast het instellen van het tempo met behulp van [CURSOR] en de TIME/VALUE draaischijf, kunt u het tevens instellen door op het gewenste tempo met uw vinger op [TAP] te drukken (Tap Tempo functie). Deze functie is erg handig als u het tempo van de weergave overeen wilt laten stemmen met dat van een CD, maar u de precieze BPM waarde niet weet. Tik, om het tempo op deze wijze in te stellen vier maal met uw vinger op [TAP], met exact dezelfde interval tussen de afzonderlijke tikken. Het tempo wordt op het gemiddelde tapinterval ingesteld. 187

264 Ritmische arrangementen creëren Als u tussen de voorgeprogrammeerde ritmische arrangementen geen arrangement kunt vinden dat bij uw song past, kunt u zoals hieronder beschreven op eenvoudige wijze een origineel arrangement creëren. fig.21-08d Drumpatroon samenstellingvenster Als er gegevens van een ritmisch arrangement zijn opgenomen of bewerkt, verschijnt er direct daarna *TMP in het venster. Als u met behulp van de TIME/VALUE draaischijf een ander arrangement probeert te selecteren, terwijl de cursor hierop staat, wordt de cursor wit. Als u vervolgens op [ENTER/ YES] drukt, wordt de cursor weer zwart, en wordt het nummer van het ritmische arrangement bevestigd. Druk op [EXIT/NO], als u dit niet wilt bevestigen; er wordt weer *TMP weergegeven, en het ritmische arrangement keert naar de toestand van direct na het bewerken terug. Zo kunt u ervoor zorgen dat er niet per ongeluk gegevens gewist worden die u heeft bewerkt. Vanaf nu kunt u de Undo functie ( Basisgebruik ; p. 42) niet gebruiken bij creëren of bewerken van ritmische arrangementen. Wees extra voorzichtig als u gegevens creëert of bewerkt. fig.21-09d Baspatroon samenstellingvenster In deze vensters kunt u drumpatronen en baspatronen in eenheden van één maat bijeenbrengen. 4. Zet de cursor op MEASURE, en gebruik de TIME/ VALUE draaischijf om een maat te selecteren. 5. Zet de cursor op PATTERN of NAME, en gebruik de TIME/VALUE draaischijf om een patroonnummer of naam te selecteren. fig.21-10ad Drum en baspatronen bijeenbrengen 1. Zorg ervoor dat de PROGRAMMABLE RHYTHM [ARRANGEMENT/PATTERN] verlicht is (u bevindt zich in de arrangeerfunctie). Druk als deze indicator uit is (wat betekent dat u in de patroonfunctie zit) op PROGRAMMABLE RHYTHM [ARRANGEMENT/PATTERN] om ervoor te zorgen dat hij verlicht is. 2. Druk op PROGRAMMABLE RHYTHM [EDIT]. Het Rhythm Arrangement selectievenster verschijnt. fig.21-33d 3. Druk op [F4] (DRUMS) als u een drumpatroon wilt bijeenbrengen of op [F3] (BASS) als u een baspatroon wilt bijeenbrengen. Het bijbehorende venster waarin u patronen voor ritmische arrangementen kunt bijeenbrengen verschijnt. Het geselecteerde patroon wordt nu aan de geselecteerde maat toegewezen. 6. Zet de cursor op LENGTH, en stel de lengte van het geselecteerde patroon in het aantal maten in. Let erop dat, als de lengte op deze manier wordt gewijzigd, alle patronen die aan volgende maten zijn toegewezen dienovereenkomstig worden gewijzigd. 7. Druk als u genoeg patronen heeft samengesteld op [EXIT/NO] om naar het Rhythm Arrangement selectievenster terug te keren. 8. Voer de procedure die onder Alle loop frasen in het huidige ritmische arrangement aanpassen (Arrange Modify) (p. 194) wordt beschreven uit, als u uw patroontoewijzingen wilt bewaren. Patroontoewijzingen annuleren Keer naar het venster, waarin u drum of baspatronen voor ritmische arrangementen kunt bijeenbrengen terug, en voer vervolgens de volgende procedure uit, als u de patroontoewijzingen die u heeft gemaakt wilt annuleren. 1. Ga naar de maat die het patroon dat u wilt verwijderen bevat, en druk op [F2] (DELETE), [F3] (ERASE), [F4] (CLEAR ALL]. 188

265 Ritmische arrangementen creëren [F2] (DELETE): De patroontoewijzing wordt geannuleerd en alle volgende patroontoewijzingen worden één maat opgeschoven. [F3] (ERASE): De patroontoewijzing wordt geannuleerd, en waar het patroon eerst was blijft een lege maat achter. [F4] (CLEAR ALL): De patroontoewijzingen worden voor alle maten gewist. Patronen invoegen 3. Druk op [F1] (EDIT). Het Rhythm Arrangement Edit venster verschijnt. fig.21-11d_arrangeedit.bmp 4. Druk op [F1] (CHORD MAP). Het venster waarin u akkoorden kunt invoeren verschijnt. fig.21-12d Gebruik de volgende procedure in het venster waarin u voor ritmische arrangementen drum of patronen kunt bijeenbrengen om een nieuw patroon tussen twee die al geplaatst zijn in te voegen. 1. Zet de cursor op MEASURE, en gebruik de TIME/ VALUE draaischijf om de maat die u in wilt voegen te selecteren. 2. Druk op [F1] (INSERT). Er wordt een leeg patroon van één maat ingevoegd. 3. Zet de cursor op PATTERN of NAME, en gebruik de TIME/VALUE draaischijf om een patroon te selecteren. Akkoorden invoeren 5. Gebruik spoorknop 1 tot en met 15/16 om de nootnamen van de akkoorden in te voeren. U kunt tevens verschillende soorten akkoorden selecteren door aan de TIME/VALUE draaischijf draaien terwijl er een spoorknop wordt vastgehouden. Selecteerbare akkoordtypen (N.C) Maj m 7 sus4 dim aug M7 M9 add9 6 6(9) 7sus4 7b5 7(13) 9 7b9 7#9 m7 m7b5 m6 m6(9) madd9 m9 mm7 mm9 aug7 Hoofdstuk 3 a Als u voor ritmische arrangementen baspatronen samenstelt, zorgt dit ervoor dat de baslijn telkens wordt herhaald. Door op de juiste posities tevens akkoorden toe te voegen, kunt u ervoor zorgen dat uw BR-1600CD de basuitvoering automatisch zo aanpast, dat de noten met de akkoordprogressie overeenkomen. 1. Zorg ervoor dat de PROGRAMMABLE RHYTHM [ARRANGEMENT/PATTERN] verlicht is (u bevindt zich in de arrangeerfunctie). Druk als deze indicator uit is (wat betekent dat u in de patroonfunctie zit) op PROGRAMMABLE RHYTHM [ARRANGEMENT/PATTERN] om ervoor te zorgen dat hij verlicht is. 2. Druk op PROGRAMMABLE RHYTHM [EDIT]. Het Rhythm Arrangement selectievenster verschijnt. fig.21-33d (N.C., non-chord) Selecteer dit akkoordtype als u het oorspronkelijke baspatroon, zonder akkoordinstelling, wilt afspelen. Normaalgesproken worden de oorspronkelijk uitvoeringsgegevens, als een akkoordtype met C als stamtoon op --- is ingesteld, zo gespeeld als ze zijn. Echter, als de stamtoon een andere noot is dan C en het non-akkoord is geselecteerd, worden de oorspronkelijke uitvoeringsgegevens dienovereenkomstig aangepast. Als de stamtoon bijvoorbeeld D is, wordt het baspatroon bij het afspelen een toon omhoog gezet. Als u een spoorknop loslaat zonder dat u een akkoordtype selecteert, wordt automatisch --- (N.C.) geselecteerd. Telkens wanneer u een spoorknop loslaat, wordt de invoerpositie voor akkoorden automatisch één maat opgeschoven. Met deze functie kunt u op handige wijze akkoordprogressies invoeren. 189

266 Ritmische arrangementen creëren 6. Druk als u alle gewenste akkoorden heeft ingevoerd op [EXIT/NO] om naar het Rhythm Arrangement selectievenster terug te keren. 7. Start de weergave van de BR-1600CD. Als het huidige ritmische arrangement een baspatroon bevat, wordt het baspatroon automatisch aan de volgende akkoordprogressie aangepast. Akkoorden verwijderen Gebruik de volgende procedure om akkoorden, die eventueel foutief zijn ingevoerd te verwijderen. 1. Zet de cursor in het venster waarin u akkoorden kunt invoeren op het akkoord dat u wilt verwijderen. fig.21-16d 8. Voer de procedure die onder Alle loop frasen in het huidige ritmische arrangement aanpassen (Arrange Modify) (p. 194) wordt beschreven uit, als u uw akkoordprogressie wilt bewaren. U kunt slechts één akkoordprogressie per ritmisch arrangement opslaan. Akkoordreeksen die volgens bovenstaande beschrijving zijn ingevoerd worden ook voor de harmoniesequens van de Vocal Tool Box (p. 119) gebruikt. 2. Druk op [F4] (DELETE). Het geselecteerde akkoord wordt verwijderd. De posities van akkoorden die na het verwijderde akkoord komen worden als gevolg van deze actie niet gewijzigd. Akkoorden wijzigen en verplaatsen 1. Zet de cursor op het (measure/beat/tik (maat/maatslag/ tik) veld, en gebruik de TIME/VALUE draaischijf om de positie te wijzigen. fig.21-13d Akkoorden invoegen Gebruik de volgende procedure om tussen twee bestaande akkoorden een akkoord in te voegen. 1. Zet de cursor in het venster waarin u akkoorden kunt invoeren direct voor de positie waar u het akkoord u wilt invoegen. fig.21-17d U kunt het eerste akkoord niet verwijderen. 2. Zet de cursor op het akkoordveld en gebruik de TIME/ VALUE draaischijf om het akkoordtype te wijzigen. fig.21-14d 2. Druk op [F1] (NEW). Er wordt een akkoord ingevoegd, en de cursor wordt op dit akkoord gezet. fig.21-18d De locatie van het eerste akkoord staat altijd op ; deze positie kan niet worden gewijzigd. U kunt een akkoord niet omleiden en naar een andere positie verplaatsen, als er akkoorden in de posities daarvoor en daarna staan. Daarnaast kunt u een akkoord niet naar een positie waar zich al een ander akkoord bevindt verplaatsen. 3. U kunt nu [CURSOR], de TIME/VALUE draaischijf en de spoorknoppen gebruiken om de positie, het type en de nootnamen van het akkoord in te stellen. 190

267 Ritmische arrangementen creëren Loop frasen bijeenbrengen 1. Zorg ervoor dat de PROGRAMMABLE RHYTHM [ARRANGEMENT/PATTERN] verlicht is (u bevindt zich in de arrangeerfunctie). Druk als deze indicator uit is (wat betekent dat u in de patroonfunctie zit) op PROGRAMMABLE RHYTHM [ARRANGEMENT/PATTERN] om ervoor te zorgen dat hij verlicht is. 2. Druk op PROGRAMMABLE RHYTHM [EDIT]. Het Rhythm Arrangement selectievenster verschijnt. fig.21-33d 6. Zet de cursor op POS, en gebruik de TIME/VALUE draaischijf om TOP of BOTTOM te selecteren. POS (POSITIE) In gevallen wanneer de ingevoerde loop frase korter is dan één maat, bepaald deze parameter of hij met het begin of het eind van de maat gelijk wordt gezet. TOP: De loop frase wordt met het begin van de maat gelijk gezet. BOTTOM: De loop frase wordt met het eind van de maat gelijk gezet. 7. Zet de cursor op LEN, en stel de lengte van de geselecteerde loop frase in de vorm van het aantal maten. 3. Druk op [F2] (LOOP PHRASE). Het bijbehorende venster waarin u loop frasen voor ritmische arrangementen kunt bijeenbrengen verschijnt. fig.21-20d In dit vensters kunt u loop frasen in eenheden van één maat bijeenbrengen. 4. Zet de cursor op MEASURE, en gebruik de TIME/ VALUE draaischijf om een maat te selecteren. 5. Zet de cursor op NO., en gebruik de TIME/VALUE draaischijf om een loop frase te selecteren. fig.21-21d De geselecteerde loop frase wordt nu aan de geselecteerde maat toegewezen. Loop frase invoer vereenvoudigen Als er loop frasen aan de spoorknoppen zijn toegewezen, kunt u de spoorknoppen gebruiken om op handige wijze loop frasen in te voeren. In dergelijke gevallen wordt de lengte van de loop frase ingesteld als het aantal maten die hij bevat. Zie Loop frasen aan spoorknoppen toewijzen (p. 184), voor instructies over hoe u loop frasen aan spoorknoppen toewijst. Let erop dat, als de lengte op deze wijze wordt gewijzigd, tevens alle loop frasen die aan de volgende maten zijn toegewezen dienovereenkomstig worden gewijzigd. 8. Zet de cursor op VOL, en gebruik de TIME/VALUE draaischijf om een geschikt volume voor de loop frase te selecteren. Hoewel het best acceptabel is om het volume op 100 te laten staan, kan het, als het volume van de loop frase veel luider of zachter is dan dat van overige afgespeelde sporen, nodig zijn om aanpassingen te doen. 9. Zet de cursor op TEMPO MATCH, en gebruik de TIME/VALUE draaischijf om ON of OFF te selecteren. TEMPO MATCH ON: De weergave snelheid van de loop frase wordt automatisch zo aangepast dat de loop frase synchroon loopt met het tempo van het ritmische arrangement. OFF: De loop frase wordt op zijn eigen snelheid afgespeeld, ongeacht het tempo van het ritmische arrangement. Als ON is geselecteerd, wordt de weergave snelheid van de loop frase automatisch zo aangepast dat hij met het tempo van het ritmische arrangement overeenkomt. Loop frasen kunnen op elk willekeurig tempo binnen een bereik avn 0,75 tot en met 1,5 keer hun eigen tempo worden ingesteld. Als de aangepaste weergave snelheid voor een tempo buiten dit gebied zorgt, wordt de loop frase daarom op de boven of ondergrens van dit gebied afgespeeld. In een dergelijk geval wordt de weergave van de loop frase niet gesyncroniseerd met de weergave van de overige compenenten van het ritmische arrangement (d.w.z. drums en bas). Hoofdstuk 3 a 191

268 Ritmische arrangementen creëren Als het aangepaste tempo erg van het oorspronkelijke tempo verschilt, kan de kwaliteit van de loop frase weergave behoorlijk afnemen. Als het ritmische arrangement op een sneller tempo is ingesteld dan de loop frase, wordt het nodig om de harde schijfgegevens voor het afspelen van loop frasen op een sneller tempo dan normaal te lezen, en dit verhoogt de kans dat er een Drive Busy! (schijf bezet!) bericht wordt weergegeven. In een dergelijk geval kan de loop frase naar een geluidsspoor worden gekopieerd, om zodoende de druk op de harde schijf van de BR-1600CD te verminderen. Zie Een loop frase van een ritmisch arrangement naar een geluidsspoor kopiëren (p. 192), voor meer details over deze functie. 10. Herhaal stap 4 tot en met 9 om de loop frasen zo in te delen als u wilt. 11. Speel de song vanaf het begin af. Terwijl de BR-1600CD de weergave uitvoert, kunt u horen hoe de loop frasen met uw song meespelen. De loop frasen worden echter niet afgespeeld als de BR- 1600CD is gestopt. 12. Voer de procedure uit die onder Alle loop frasen in het huidige ritmische arrangement aanpassen (Arrange Modify) (p. 194) beschreven wordt, als u uw loop frase toewijzingen wilt bewaren. Loop frase toewijzingen annuleren Keer naar het venster waarin u loop frasen voor ritmische arrangementen kunt bijeenbrengen terug, en voer vervolgens de volgende procedure uit, als u de loop frase toewijzingen die u heeft gemaakt wilt annuleren. 1. Ga naar de maat die de loop frase die u wilt verwijderen bevat, en druk op [F2] (DELETE), [F3] (ERASE), [F4] (CLEAR ALL]. [F2] (DELETE): De loop frase toewijzing wordt geannuleerd en alle volgende loop frase toewijzingen worden één maat opgeschoven. [F3] (ERASE): De loop frase toewijzing wordt geannuleerd, en waar de loop frase eerst was blijft een lege maat achter. [F4] (CLEAR ALL): De loop frase toewijzingen worden voor alle maten gewist. Loop frasen invoegen Gebruik de volgende procedure in het venster waarin u voor ritmische arrangementen loop frasen kunt bijeenbrengen om een nieuw patroon tussen twee die al geplaatst zijn in te voegen. 1. Zet de cursor op MEASURE, en gebruik de TIME/ VALUE draaischijf om de maat die u in wilt voegen te selecteren. 2. Druk op [F1] (INSERT). Er wordt een lege ruimte van één maat ingevoegd. 3. Zet de cursor op NO., en gebruik de TIME/VALUE draaischijf om de gewenste loop frase te selecteren. Een loop frase van een ritmisch arrangement naar een geluidsspoor kopiëren Als er één of meer loop frasen in het huidig geselecteerde ritmische arrangement zijn bijeengebracht, kunt u de volledige loop frase verzameling als geluidsgegevens naar één van de geluidssporen van de BR-1600CD kopiëren. De weergavesnelheid van loop frasen wordt automatisch op het tempo van het ritmische arrangement aangepast. Aangezien dit proces ervoor zorgt dat de snelheid waarmee de gegevens van de harde schijf gelezen moeten worden wordt verhoogd, verhoogt tevens de kans dat er een Drive Busy! (schijf bezet!) bericht wordt weergegeven. Dit is vooral waarneembaar in gevallen waar het tempo van het ritmische arrangement aanzienlijk sneller is dan het oorspronkelijke tempo van de loop frase en gevallen waarin korte loop frasen herhaaldelijk worden afgespeeld. Echter, als u het loop frase arrangement naar een geluidsspoor kopieert, kan de druk die tijdens het afspelen op de harde schijf ligt worden verminderd, zodat het Drive Busy! bericht veel minder vaak wordt weergegeven. U kunt op deze wijze alleen loop frasen kopiëren met andere woorden, u kunt geen drum of baspatronen naar een geluidsspoor kopiëren. Zelfs als het tempo hierna wordt gewijzigd, wordt de weergavesnelheid van geluidsgegevens die op deze wijze zijn gemaakt niet beïnvloed. Daarom is het belangrijk dat u, voordat u loop frase arrangementen naar een geluidsspoor kopieert, het tempo zorgvuldig instelt en ervoor zorgt dat het niet nogmaals aangepast hoeft te worden. 192

269 Ritmische arrangementen creëren 1. Druk op CD-R/RW [LOOP PHRASE IMPORT]. Het Loop Phrase venster verschijnt. fig d 2. Zet de cursor op het TO TRACK icoon en druk op [ENTER/YES]. Als alternatief kunt u op [F3] (TO TRACK) drukken. Er verschijnt een venster waarin u het bestemmingspoor kunt selecteren. 3. Gebruik [CURSOR] en de TIME/VALUE draaischijf om het spoor dat u als kopieerbestemming wilt gebruiken aan te geven. fig.21-23d instellen dat hij van het begin tot het eind van de song duurt. 5. Druk, als u alle benodigde instellingen heeft gemaakt, op [F4] (GO). Het Now Copying (nu aan het kopiëren) verschijnt in het beeldscherm, en het kopiëren van de gegevens naar het geluidsspoor begint. Druk tijdens het uitvoeren van het commando op [EXIT/ NO], als u het schrijven wilt annuleren. Druk, als het Cancel? bericht verschijnt, op [ENTER/YES] om het annuleren te bevestigen. (Het kan zijn dat er tussen het indrukken van [EXIT/NO] en de weergave van het bevestigingsbericht een bepaalde hoeveelheid tijd verstrijkt). Als het Complete! bericht verschijnt, betekent dit dat het kopiëren is voltooid. 4. Zet de cursor in de rechterhelft van het scherm, en geef het kopieergebied aan. fig.21-24d Als geluidsgegevens op deze wijze eenmaal naar een geluidsspoor zijn gekopieerd, is het niet mogelijk om op een later tijdstip het tempo te wijzigen. U kunt Undo gebruiken om het kopieer commando terug te draaien, als u over de resultaten ontevreden bent. Hoofdstuk 3 a Als u nu op [F1] (DISP.FMT.) drukt, kunt u kiezen hoe de posities worden aangeduid (nl. in maten, tijd, markering). U kunt nu de volgende parameters instellen. START (startpunt): Gebruik deze parameter om de startpositie van de geluidsgegevens die gekopieerd dienen te worden aan te geven. END (eindpunt): Gebruik deze parameter om de eindpositie van de geluidsgegevens die gekopieerd dienen te worden aan te geven. Als u om bovenstaande punten aan te geven tijdwaarden gebruikt en vervolgens de manier van aanduiden wijzigt naar maten of markeringen, kan het zijn dat er een plus (+) teken wordt weergegeven om u te waarschuwen dat de aangegeven posities en de daadwerkelijke posities niet hetzelfde zijn. Als u punten in de vorm van maten of markeringen wilt aangegeven, kunt u deze fout oplossen door de TIME/VALUE draaischijf te gebruiken om in elk van de relevante vensters instellingen aan te passen. Druk op [F3] (SELECT ALL), als u de loop frase zo wilt 6. Druk net zo lang op de spoorknop van spoor 11/12 tot deze uit gaat. De loop frase wordt nu uitgeschakeld. 7. Verhoog de fader van het spoor dat als kopieerbestemming is ingesteld tot een geschikt niveau. 8. Druk op [PLAY] om de weergave te starten. 9. De gekopieerde loop frase wordt vanaf het spoor dat als kopieerbestemming was ingesteld afgespeeld. Sla de huidige song op (p. 72), als u de resultaten van het kopieerproces wilt bewaren. Als de song niet wordt opgeslagen, gaat het gekopieerde geluid verloren, zodra de BR-1600CD wordt uitgezet of een nieuwe song wordt ingeladen. Alle loop frasen in het huidige ritmische arrangement aanpassen (Arrange Modify) Als u al met behulp van loop frasen een ritmisch arrangement 193

270 Ritmische arrangementen creëren heeft samengesteld, kunt u alle loop frasen die in dat ritmische arrangement worden gebruikt in één keer aanpassen. 1. Druk op CD-R/RW [LOOP PHRASE IMPORT]. Het Loop Phrase venster verschijnt. fig d 2. Zet de cursor op het ARR.MODIFY icoon en druk op [ENTER/YES]. Het Loop Phrase Arrangement Modify venster wordt weergegeven. fig d 3. Zet de cursor op ARRANGE, en gebruik de TIME/ VALUE draaischijf om het ritmische arrangement waarvan u het tempo wilt aanpassen aan te geven. U01-U10: Gebruikers-ritmisch arrangement S01-S10: Song ritmisch arrangement U kunt geen voorgeprogrammeerd ritmisch arrangement selecteren. 4. Zet de cursor op NEW BPM, en gebruik de TIME/ VALUE draaischijf om het aangepaste tempo dat u wilt gebruiken in te stellen. Het aangepaste tempogebied is 0,75 tot 1,5 keer de tempi van de loop frasen die het ritmische arrangement bevat. Als verschillende loop frasen verschillende tempi hebben, kunt u instellingen doen met een bereik tussen 0,75 keer het snelste tempo en 1,5 keer het langzaamste tempo. Als het gewenste tempo niet binnen het gegeven bereik kan worden ingesteld, wordt er bij de NEW BPM instelling --- weergegeven, wat betekent dat u het tempo van geen van de loop frasen kunt aanpassen Voorbeeld 1) Het ritmische arrangement bevat alleen loop frasen met een BPM instelling van x 0,75 = x 1,5 = 150 De toegestane instellingen vallen binnen het gebied van 75 en hoger tot en met 150 en lager (d.w.z. van 75 tot en met 100). Voorbeeld 2) Het ritmische arrangement bevat loop frasen met variërende tempi, met BPM instellingen van 100, 120 en 140. De snelste van deze tempi is de BPM instelling van x 0,75 = 105 De langzaamste van deze tempi is de BPM instelling van x 1,5 = 150 De toegestane instellingen vallen binnen een gebied van 105 en hoger en 150 en lager (d.w.z. van 75 tot en met 100). Voorbeeld 3) Het ritmische arrangement bevat loop frasen met variërende tempi, met BPM instellingen avn 50, 100 en 200. De snelste van deze tempi is de BPM instelling van x 0,75 = 150. De langzaamste van deze tempi is de BPM instelling van x 1,5 = 75 De toegestane instellingen vallen binnen een gebied van 150 en hoger en 75 en lager; tussen deze waarden in kunnen geen tempo instellingen worden gemaakt. Als NEW BPM instelling wordt --- aangegeven, en u kunt niet doorgaan met het maken van tempo aanpassingen. 5. Druk op [F4] (GO). Now Converting verschijnt in het venster, en de nieuwe loop frase met het aangepaste tempo wordt vanaf nu gemaakt. Als Complete! wordt weergegeven, is het proces voltooid. In dit geval worden de oorpspronkelijke loop frasen door de aangepaste loop frasen overschreven. Als bijvoorbeeld in een ritmisch arrangement de loop frasen A001, B003 en S005 worden gebruikt, worden de nieuw gemaakte loop frasen A001, B003 en S005, en worden de oorspronkelijke A001, B003 en S005 verwijderd. Houd er rekening mee, dat de procedure, als loop frasen eenmaal zijn overschreven, niet meer ongedaan gemaakt kan worden, en er geen enkele manier is om de voorgaande loop frasen te herstellen. Als er in de huidig geselecteerde song nieuwe opnamen of bewerkingen zijn gemaakt, kan het zijn dat het Save Current? (huidige opslaan?) bericht wordt weergegeven. Druk op [ENTER/YES], als u het tempo van de loop frase na het opslaan van de resultaten van een dergelijke opname en/of bewerking wilt aanpassen. Als u op op [EXIT/NO] drukt, gaat de opname/bewerking verloren 194

271 Ritmische arrangementen creëren Ritmische arrangementen een naam geven en opslaan De volgende parargraaf beschrijft hoe u de ritmische arrangementen kunt benoemen en opslaan. Als een song niet wordt opgeslagen, gaan alle ritmische arrangement gegevens verloren, zodra er een ander ritmisch arrangement wordt geselecteerd of een nieuwe song wordt ingeladen. Bovendien gaan deze gegevens ook verloren, als de BR-1600CD wordt uitgezet voordat u uw gegevens heeft opgeslagen. Daarom is het een goed idee om ritmische arrangementen die u vaker wilt gaan gebruiken regelmatig op te slaan. 6. Gebruik de TIME/VALUE draaischijf om een ritmisch arrangement waar de gegevens in worden opgeslagen te selecteren. Voor het opslaan van ritmische arrangement gegevens kunnen alleen gebruikers-ritmische arrangementen en song ritmische arrangementen worden gebruikt. U kunt op dit moment geen voorgeprogrammeerd ritmisch arrangement selecteren. 7. Druk op [F4] (GO). Het ritmische arrangement wordt opgeslagen. Als het Complete! bericht verschijnt, betekent dit dat het opslaan is voltooid. 1. Zorg ervoor dat de PROGRAMMABLE RHYTHM [ARRANGEMENT/PATTERN] verlicht is (u bevindt zich in de arrangeerfunctie). Druk als deze indicator uit is (wat betekent dat u in de patroonfunctie zit) op PROGRAMMABLE RHYTHM [ARRANGEMENT/PATTERN] om ervoor te zorgen dat hij verlicht is. 2. Druk op PROGRAMMABLE RHYTHM [EDIT]. Het Rhythm Arrangement selectievenster verschijnt. fig.21-33d Een ritmisch arrangement kopiëren 1. Druk in het Rhythm Arrangement Edit venster op [F4] (WRITE/COPY/DEL). 2. Druk op [F2] (COPY). Het Write/Copy/Delete venster voor ritmische arrangementen verschijnt. fig.21-29d Hoofdstuk 3 a 3. Druk op [F1] (EDIT). Het Rhythm Arrangement Edit venster verschijnt. fig.21-26d 3. Zet de cursor op het FROM: veld, en gebruik de TIME/VALUE draaischijf om het ritmische arrangement dat u wilt kopiëren te selecteren. 4. Zet de cursor op het TO: veld, en gebruik de TIME/ VALUE draaischijf om het ritmische arrangement waar u de gegevens naartoe wilt kopiëren te selecteren. 4. Zet de cursor op het naamveld van het ritmische arrangement, en gebruik [CURSOR] en de TIME/VALUE draaischijf om de naam teken voor teken te wijzigen. 5. Druk, zodra u alle gewenste aanpassingen heeft gedaan, op [F4] (WRITE/COPY/DEL). Het Write/Copy/Delete venster voor ritmische arrangementen verschijnt. fig.21-28d U kunt alleen gebruikers-ritmische arrangementen en song ritmische arrangementen als kopieerbestemming selecteren. U kunt hiervoor geen voorgeprogrammeerde ritmische arrangementen selecteren. 5. Druk op [F4] (GO). Het kopiëren van het ritmisch arrangement begint. Als het Complete! bericht verschijnt, betekent dit dat het kopiëren is voltooid. 195

272 Ritmische arrangementen creëren Het ritmische arrangement dat u als kopieerbestemming heeft geselecteerd wordt in dit proces overschreven. Aangezien het niet mogelijk is om de bijbehorende gegevens te herstellen, dient u voorzichtig te werk te gaan, zodat niet op deze wijze per ongeluk belangrijke ritmische arrangementen worden overschreven. Voorgeprogrammeerde ritmische arrangementen kunnen niet worden verwijderd. Aangezien het niet mogelijk is om verwijderde ritmische arrangementen te herstellen, dient u voorzichtig te werk te gaan, zodat u er zeker van bent dat er niet per ongeluk belangrijke arrangementen worden verwijderd. Een ritmisch arrangement verwijderen 1. Druk in het Rhythm Arrangement Edit venster op [F4] (WRITE/COPY/DEL). 2. Druk op [F3] (=> DELETE). Het Write/Copy/Delete venster voor ritmische arrangementen verschijnt. fig.21-30d 3. Gebruik de TIME/VALUE draaischijf om het ritmische arrangement dat u wilt verwijderen te selecteren. fig.21-31d 4. Druk op [F4] (GO). Er verschijnt een bevestigingsbericht. fig.21-32d 5. Druk op [ENTER/YES], als u zeker bent dat u het ritmische arrangement wilt verwijderen. Druk op [EXIT/NO] om het verwijdercommando te annuleren. Het ritmische arrangement wordt verwijderd. Als het Complete! bericht verschijnt, betekent dit dat het verwijderen is voltooid. 196

273 Tempi en maatslagen van individuele maten instellen (Tempo Map/Beat Map) Naast het instellen van één enkel tempo en één enkele maatslag voor een ritmisch arrangement in zijn geheel, kan de BR- 1600CD deze weergave parameters op een maat-voor-maat basis ook nauwkeuriger instellen. Als één enkel tempo en één enkele maatslag vanaf het begin tot en met het eind van uw ritmische arrangement kan worden gebruikt, is het niet echt nodig om een Tempo Map of Beat Map in te stellen. Tempi van individuele maten instellen (Tempo Map) De Tempo Map functie wordt gebruikt om tempi van individuele maten in te stellen. Dit foldertype deelt tempi op een een maat-voor-maat basis in, en kan met het ritmische arrangement worden opgeslagen. 1. Zorg ervoor dat de PROGRAMMABLE RHYTHM [ARRANGEMENT/PATTERN] verlicht is (u bevindt zich in de arrangeerfunctie). Druk als deze indicator uit is (wat betekent dat u in de patroonfunctie zit) op PROGRAMMABLE RHYTHM [ARRANGEMENT/PATTERN] om ervoor te zorgen dat hij verlicht is. 2. Druk op PROGRAMMABLE RHYTHM [EDIT]. Het Rhythm Arrangement selectievenster verschijnt. fig.21-33d 5. Zet de cursor op het item in de tempo folder. 6. Zet de cursor op de parameter waarvan u de instellingen wilt wijzigen, en gebruik de TIME/VALUE draaischijf om een nieuwe waarde te selecteren. MEAS: Deze parameter bepaalt de maat postie voor de tempowijziging, en kan binnen een bereik van 1 tot en met 999 worden ingesteld. De positie in de tempo folder is vast op 1 ingesteld en kan daarom niet worden gewijzigd. TEMPO: Deze parameter stelt het tempo in de vorm van een BPM waarde in binnen een bereik van 25,0 tot en met 250,0. Nieuwe items aan de tempo folder toevoegen Druk op [F1] (NEW). Er wordt direct na de huidige positie van de cursor een nieuw item aan de tempo folder toegevoegd. Items uit de tempo folder verwijderen Druk op [F4] (DELETE). Het item in de tempo folder dat op de huidige cursorpositie staat wordt verwijderd. Houd er rekening mee dat het eerste item in een tempo folder niet kan worden verwijderd. 7. Druk, als u alle tempo folder instellingen heeft gemaakt op [EXIT/NO]. 8. Sla het huidige ritmische arrangement op (p.194), als u de bewerkte tempo folder wilt bewaren. Hoofdstuk 3 3. Druk op [F1] (EDIT). Het Rhythm Arrangement Edit venster verschijnt. fig.21-34d 4. Druk op [F2] (TEMPO MAP). Het Tempo Map venster verschijnt. fig.21-35d Als er geen tempo folder is ingesteld, wordt er als aanzet voor de folder één enkel tempo aangemaakt. Als de song niet wordt opgeslagen, gaan al uw bewerkte gegevens uit de tempo folder verloren, zodra er een ander ritmisch arrangement wordt geselecteerd of een nieuwe song wordt ingeladen. Bovendien gaan gegevens verloren, als de BR-1600CD wordt uitgezet voordat u uw gegevens heeft opgeslagen. Als er voor een ritmisch arrangement in zijn geheel een vast tempo wordt ingesteld, worden alle tempi die eerder in de tempo folder werden ingesteld voorgoed door dit nieuwe tempo overschreven. Als de SYNC TRACK functie wordt gebruikt, worden de tempo folder instellingen genegeerd. Stel, om er zeker van te zijn dat de tempo folder wordt gebruikt, SYNC SOURCE op TEMPO MAP in. ( Een MIDI apparaat synchroniseren door de tempowijzigingen hiervan op de BR-1600CD op te nemen (Sync Track) ( Basisgebruik ; p. 228)). 197

274 Tempi en maatslagen van individuele maten instellen (Tempo Map/Beat Map) Maatslagen van individuele maten instellen (Beat Map) De Beat Map functie wordt gebruikt om maatslagen van individuele maten in te stellen. Dit foldertype deelt maatslagen op een een maat-voor-maat basis in, en kan met het ritmische arrangement worden opgeslagen. 1. Zorg ervoor, dat de PROGRAMMABLE RHYTHM [ARRANGEMENT/PATTERN] verlicht is (u bevindt zich in de arrangeerfunctie). Druk als deze indicator uit is (wat betekent dat u in de patroonfunctie zit) op PROGRAMMABLE RHYTHM [ARRANGEMENT/PATTERN] om ervoor te zorgen dat hij verlicht is. 2. Druk op PROGRAMMABLE RHYTHM [EDIT]. Het Rhythm Arrangement selectievenster verschijnt. fig.21-33d de beat folder is vast op 1 ingesteld en kan daarom niet worden gewijzigd. BEAT: Deze parameter stelt de maatslag in binnen een bereik van 1/1 tot en met 1/8. Nieuwe items aan de tijdssignatuur folder toevoegen Druk op [F1] (NEW). Er wordt direct na de huidige positie van de cursor een nieuw item aan de beat folder toegevoegd. Items uit de tijdssignatuur folder verwijderen Druk op [F4] (DELETE). Het item in de tijdssignatuur folder dat op de huidige cursorpositie staat wordt verwijderd. Houd er rekening mee, dat het eerste item in een beat folder niet kan worden verwijderd. 7. Druk, als u alle beat folder instellingen heeft gemaakt, op [EXIT/NO] om naar het Rhythm Arrangement Edit venster terug te keren. 8. Sla het huidige ritmische arrangement op (p.194), als u de bewerkte beat folder wilt bewaren. 3. Druk op [F1] (EDIT). Het Rhythm Arrangement Edit venster verschijnt. fig.21-37d 4. Druk op [F3] (BEAT MAP). Het Beat Map venster verschijnt. fig.21-38d Als de song niet wordt opgeslagen, gaan al uw bewerkte gegevens uit de tijdssignatuur folder verloren, zodra er een ander ritmisch arrangement wordt geselecteerd of een nieuwe song wordt geladen. Bovendien gaan deze gegevens ook verloren, als de BR-1600CD wordt uitgezet, voordat u uw gegevens heeft opgeslagen. Als er voor deze song geen beat folder is ingesteld, wordt er als aanzet voor de folder één enkele maatslag aangemaakt. 5. Zet de cursor op het item in de beat folder dat u wilt bewerken. 6. Zet de cursor op de parameter waarvan u de instellingen wilt wijzigen, en gebruik de TIME/VALUE draaischijf om een nieuwe waarde te selecteren. MEAS: Deze parameter stelt de maat postie voor de maatslagwijziging in, en kan binnen een bereik van 1 tot en met 999 worden ingesteld. De positie van het eerste item in 198

275 Een metronoom gebruiken De BR-1600CD kan worden gebruikt om, tijdens een opname of het oefenen, in plaats van een drum een metronoom te laten spelen. Het spoortype instellen Om een metronoom te kunnen gebruiken, dient u allereerst met behulp van de spoortype instelling spoor 15/16 als metronoomspoor in te stellen. fig spoor is ingesteld, licht de DRUMS indicator van TRACK TYPE SELECT op. 3. Druk op [EXIT/NO] om naar het beginvenster terug te keren. fig.21-42d Rechtsboven in het venster wordt het metronoomicoon weer gegeven. U kunt de metronoom nu gebruiken. 4. Sla de huidige song op (p. 72), als u de spoortype instelling wilt bewaren. 1. Druk op [TRACK TYPE SELECT]. Het Track Type Select venster verschijnt. fig.21-40d 2. Druk op [F4]. Telkens wanneer u deze knop indrukt, verandert het spoortype van Spoor 15/16. fig.21-41d Een metronoom afspelen Het kan zijn dat het wijzigen van het spoortype alleen niet voldoende is om ervoor te zorgen dat de metronoom kan worden afgespeeld. 1. Druk net zolang op de spoorknop van spoor 15/16 tot deze oplicht. Door herhaaldelijk op de knop te drukken, werkt u de cyclus van beschikbare keuzen af te werken, te weten: knipperend aan uit. Uit: De metronoom wordt niet gespeeld. Rood knipperend: De metronoom wordt alleen gespeeld als de BR-1600CD aan het opnemen is. Groen knipperend: De metronoom wordt alleen gespeeld als de BR-1600CD aan het opnemen of afspelen is. Aan: Zelfs als de BR-1600CD is gestopt, wordt de metronoom gespeeld. Hoofdstuk 3 Spoortypen AUDIO: Het spoortype wordt voor opgenomen geluid gebruikt. DRUMS: Het spoor wordt voor drumpatronen gebruikt. METRONOME: Het spoor wordt gebruikt om een metronoom af te spelen. U dient hier METRONOME te selecteren. Om aan te geven dat spoor 13/14 voor gebruik als bas- 2. Verhoog de fader van spoor 15/16 naar een geschikt niveau. U kunt de metronoom nu horen. 199

276 Een metronoom gebruiken Metronoomgeluiden selecteren Laten we, nu we de metronoom kunnen horen, geluiden selecteren die we willen gebruiken. 1. Zorg ervoor dat de PROGRAMMABLE RHYTHM [ARRANGEMENT/PATTERN] verlicht is (u bevindt zich in de arrangeerfunctie). Druk als deze indicator uit is (wat betekent dat u in de patroonfunctie zit) op PROGRAMMABLE RHYTHM [ARRANGEMENT/PATTERN] om ervoor te zorgen dat hij verlicht is. 2. Druk op PROGRAMMABLE RHYTHM [EDIT]. Het Rhythm Arrangement selectievenster verschijnt. fig.21-43d Uitgangen voor de metronoom selecteren De uitvoer van de metronoom weergave kan door de PHONES1 en/of PHONES2 jack worden geleid. Bij aankoop is de BR-1600CD zo ingesteld, dat de weergave van de metronoom via beide koptelefoonjacks hoorbaar is. 1. Druk op [UTILITY]. Het Utility venster verschijnt. fig.21-45d 2. Zet de cursor op het SYSTEM icoon, en druk op [ENTER/YES]. 3. Zet de cursor op METRONOME, en gebruik de TIME/VALUE draaischijf om een geluidstype te selecteren. Beschikbare geluidstypen BEEP: Deze zorgt voor een metronoom, die klinkt als een pieptoon, waarbij er voor de eerste maatslag van elke maat een piep met een hogere toon wordt gebruikt. CLICK: Deze zorgt voor een metronoom die als een klikgeluid klinkt, waarbij er voor elke eerste maatslag van elke maat een luidere klik wordt gebruikt. 4. Druk, als u het geluidstype dat u wilt gebruiken heeft geselecteerd, meerdere malen op [EXIT/NO] om naar het beginvenster terug te keren. 5. Sla de huidige song op (p. 72), als u de selectie van het geluidstype wilt bewaren. De selectie van het geluidstype wordt zowel in de arrangeerfunctie als de patroonfunctie gebruikt. fig.10-03d Als alternatief kunt u, als het SYSTEM icoon op dit moment wordt weergegeven, op [F1] (SYSTEM) drukken. Het System venster verschijnt. 3. Zet de cursor op LINE OUT/Phones1 onder Metronome, en gebruik de TIME/VALUE draaischijf om de uitvoer zo in te stellen dat het signaal door LINE OUT en PHONES 1 wordt uitgevoerd. LINE OUT/Phones 1: OFF, ON, METRONOME ONLY OFF: De metronoom wordt niet via LINE OUT en PHONES 1 uitgevoerd. Via deze uitgangen wordt het geluid van ingaande signalen, geluiden die op sporen worden weergegeven, drum/baspatronen en loop frasen uitgevoerd. ON: De metronoom wordt via LINE OUT en PHONES 1 uitgevoerd. Tegelijkertijd wordt via deze uitgangen het geluid van ingaande signalen, geluiden die op sporen worden weergegeven, drum/baspatronen en loop frasen gemengd uitgevoerd. METRONOME ONLY: Alleen de metronoom wordt via LINE OUT en PHONES 1 uitgevoerd. 200

277 Een metronoom gebruiken Via deze uitgangen wordt niet het geluid van ingaande signalen, geluiden die op sporen worden weergegeven, drum/baspatronen en loop frasen uitgevoerd. 4. Zet de cursor op Phones2 onder Metronome, en gebruik de TIME/VALUE draaischijf om de uitvoer zo in te stellen dat het signaal via PHONES 2 wordt uitgevoerd. Phones 2: OFF, ON, METRONOME ONLY OFF: De metronoom wordt niet via PHONES 2 uitgevoerd. Via deze uitgang wordt het geluid van ingaande signalen, geluiden die op sporen worden weergegeven, drum/baspatronen en loop frasen uitgevoerd. ON: De metronoom wordt via PHONES 2 uitgevoerd. Tegelijkertijd wordt via deze uitgang het geluid van ingaande signalen, geluiden die op sporen worden weergegeven, drum/baspatronen en loop frasen gemengd uitgevoerd. METRONOME ONLY: Alleen de metronoom wordt via PHONES 2 uitgevoerd. Via deze uitgang wordt niet het geluid van ingaande signalen, geluiden die op sporen worden weergegeven, drum/baspatronen en loop frasen uitgevoerd. Hoofdstuk 3 a Bij aankoop zijn zowel LINE OUT/PHONES 1 als PHONES 2 ingeschakeld ( ON ). 201

278 202 MEMO

279 De CD-R/RW drive gebruiken Hoofdstuk 4 De CD-R/RW drive gebruiken 203

280 De CD-R/RW drive gebruiken om gegevens uit te wisselen De in de BR-1600CD ingebouwde CD-R/RW drive kan worden gebruikt om op de volgende manieren gegevens uit te wisselen. Het op CD-R/RWs opslaan van songs en overige gegevens van de harde schijf (Backup functie). Het in de harde schijf inlezen van songs en overige gegevens waar u een back-up van heeft gemaakt (Recover functie). Met een PC geluidsgegevens uitwisselen Songs en overige gegevens van de harde schijf op CD-R/RWs opslaan (Backup) De songs, die u heeft opgenomen en gemaakt, worden wel op de interne harde schijf van de BR-1600CD opgeslagen, maar, in het onwaarschijnlijke geval dat de harde schijf beschadigd zou raken, gaan al deze gegevens verloren. Daarom raden we u aan om uw songs ook op CD-R/RWs op te slaan (Backup). Als songs eenmaal op deze manier zijn opgeslagen, kunt u ze vanaf deze CD-R/RW tevens in een andere BR-1600CD inlezen. Van een song een back-up maken (Song Backup) 1. Plaats een lege CD-R/RW in de CD-R/RW drive van de BR-1600CD. De toegangsindicator van de drive begint te knipperen. Wacht voordat u verder gaat tot deze indicator stopt te knipperen en uitgaat. 2. Druk op CD-R/RW [DATA SAVE/LOAD]. Het Data CD venster verschijnt. fig.41-05d 3. Druk op [F1] (BACKUP) of zet de cursor op BACKUP en druk vervolgens op [ENTER/YES]. Het Back-up venster verschijnt. fig.41-01d Voorzorgsmaatregelen voor het maken van back-ups Als een CD-R die u voor het maken van de back-up heeft geselecteerd al gegevens bevat, verschijnt het Not Blank Disc! (geen lege schijf!) bericht, en is het maken van een back-up niet mogelijk. Gebruik voor deze functie te allen tijde een lege schijf. Als u daarentegen een CD-RW gebruikt die al gegevens bevat, wordt het Erase Disc? (schijf wissen?) bericht weergegeven. Als u vervolgens op [ENTER/YES] drukt, begint de BR-1600CD met het van deze schijf verwijderen van gegevens. Als de huidige song nieuw opgenomen geluidsgegevens of nieuw aangepaste instellingen bevat, kan het zijn dat het Save Current? bericht tijdens het maken van de back-up verschijnt. Druk op [ENTER/YES] als u uw song wilt opslaan Druk op [EXIT/NO] als dit niet nodig is. Vergeet niet dat, als u een aangepaste song op dit moment niet opslaat, alle nieuw opgenomen geluiden, bewerkte gegevens, mixerinstellingen, etc. verloren gaan. Als de totale omvang van de songs de capaciteit van één enkele CD-R/RW overschrijdt, kunt u de back-up met het aantal benodigde schijfjes uitvoeren. In dit geval dient u een aantal CD-R/RWs bij de hand te houden, en ze tijdens het back-up proces te plaatsen en uit de drive te halen. Druk op [EXIT/NO] om het naar een CD-R/RW schrijven van gegevens te annuleren. Druk op [ENTER/YES], als het Cancel? bericht verschijnt, om zodoende de annulering te bevestigen. (Het kan zijn dat er tussen het indrukken van [EXIT/NO] en de weergave van het bevestigingsbericht een bepaalde hoeveelheid tijd verstrijkt). Houd er echter wel rekening mee dat er geen garanties kunnen worden gegeven over de toestand van de geschreven gegevens voordat u annuleert. 4. Druk op [F1] (SONG) om de cursor op SONG te zetten, en druk vervolgens op [ENTER/YES]. Het Song Backup venster verschijnt. fig.41-02d 5. Zet de cursor op de song waarvan u een back-up wilt maken, en druk op [F1] (SELECT). De song wordt voor het back-up proces geselecteerd. fig.41-02ad U kunt op deze wijze een aantal songs voor het back-up proces selecteren, en bij elke geselecteerde song wordt een sterretje (*) weergegeven. Druk nogmaals op [F1] om deze selectie te annuleren. Druk op [F2] (ALL), als u van alle songs op de harde schijf in één handeling een back-up wilt maken. Alle songs worden voor het back-up proces geselecteerd. Druk nogmaals op [F2] om deze selectie te annuleren. Hierdoor worden alle songs gedeselecteerd. 204

281 De CD-R/RW drive gebruiken om gegevens uit te wisselen 6. Druk, als u alle songs waarvan u een back-up wilt maken heeft geselecteerd, op [F4] (GO). Het Write Speed? (schrijfsnelheid) bericht verschijnt. fig.41-03d 7. Gebruik de TIME/VALUE draaischijf om de schrijfsnelheid in te stellen. Schrijfsnelheid: x2 (352 Kbps) Schrijft twee maal zo snel. x4 (704 Kbps) Schrijft vier maal zo snel. x8 (1408 Kbps) Schrijft acht maal zo snel. Het bereik met beschikbare schrijfsnelheden kan soms door het soort schijf dat wordt gebruikt worden beperkt. In dergelijke gevallen zorgt de BR-1600CD ervoor dat u met behulp van de TIME/VALUE draaischijf alleen de ondersteunde snelheden kunt selecteren. Als u CD-R/RWs gebruikt die voor een hoge schrijfsnelheid zijn bedoeld, kan het aantal schrijffouten, als u de x2 of x4 snelheid selecteert, oplopen. U wordt aangeraden om voor schijfjes met een hoge snelheid de x8 snelheid te gebruiken. Van gebruikers-gegevens een backup maken (User Backup) Met de BR-1600CD kunt u van de volgende gebruikers-gegevens op CD-R/RWs back-ups maken. Insert effect patches Mastering Tool Kit patches Speaker Modeling patches Vocal Tool Box patches Ritmische arrangementen, drumpatronen, baspatronen en loop frasen 1. Plaats een lege CD-R/RW in de CD-R/RW drive van de BR-1600CD. De toegangsindicator van de drive begint te knipperen. Wacht voordat u verder gaat tot deze indicator stopt te knipperen en uitgaat. 2. Druk op CD-R/RW [DATA SAVE/LOAD]. Het Data CD venster verschijnt. fig.41-05d 8. Druk op [ENTER/YES]. Druk op [EXIT/NO], als u het back-up proces wilt annuleren. Het Write Sure? (schrijven zeker?) bericht verschijnt. fig.41-04d 3. Druk op [F1] (BACKUP) of zet de cursor op BACKUP en druk vervolgens op [ENTER/YES]. Het Back-up venster verschijnt. fig.41-01d Hoofdstuk 4 9. Druk nogmaals op [ENTER/YES]. De BR-1600CD begint de gegevens op de CD-R/RW weg te schrijven. Als het Complete! bericht verschijnt, betekent dit dat het back-up proces met succes is voltooid. 4. Druk op [F2] (USER) om de cursor op USER te zetten, en druk vervolgens op [ENTER/YES]. Het User Backup venster verschijnt. fig.41-07d 5. Zet de cursor op het datatype, waarvan u een back-up wilt maken, en druk op [F1] (SELECT). De gegevens worden voor het back-up proces geselecteerd. 205

282 De CD-R/RW drive gebruiken om gegevens uit te wisselen fig.41-07ad zijn bedoeld, kan het aantal schrijffouten, als u de x2 of x4 snelheid selecteert, oplopen. U wordt aangeraden om voor schijfjes met een hoge snelheid de x8 snelheid te gebruiken. 8. Druk op [ENTER/YES]. U kunt op deze wijze een aantal datatypen voor het back-up proces selecteren, en bij elke geselecteerde type wordt een sterretje (*) weergegeven. Druk nogmaals op [F1] om deze selectie te annuleren. Gegevens waarvan u een back-up kunt maken Effecten/arrangement/drum&baspatroon: Insert effect gebruikers-patches Vocal Tool Box gebruikers-patches Mastering Tool Kit gebruikers-patches Speaker Modeling gebruikers-patches Gebruikers-ritmisch arrangement Gebruikers-drumpatroon Gebruikers-baspatroon Loop frase: Alle gebuikers-loop frasen worden opgeslagen Druk op [F2] (ALL), als u van al deze datatypen op de harde schijf in één handeling een back-up wilt maken. Alle datatypen worden voor het back-up proces geselecteerd. Druk nogmaals op [F2] om deze selectie te annuleren. Hierdoor worden alle datatypen gedeselecteerd. 6. Druk, als u alle gegevens waarvan u een back-up wilt maken heeft geselecteerd, op [F4] (GO). Het Write Speed? bericht verschijnt. fig.41-08d 7. Gebruik de TIME/VALUE draaischijf om de schrijfsnelheid in te stellen. Schrijfsnelheid: x2 (352 Kbps) Schrijft twee maal zo snel. x4 (704 Kbps) Schrijft vier maal zo snel. x8 (1408 Kbps) Schrijft acht maal zo snel. Het bereik met beschikbare schrijfsnelheden kan soms door het soort schijf dat wordt gebruikt worden beperkt. In dergelijke gevallen zorgt de BR-1600CD ervoor dat u met behulp van de TIME/VALUE draaischijf alleen de ondersteunde snelheden kunt selecteren. Als u CD-R/RWs gebruikt die voor een hoge schrijfsnelheid fig.41-09d Druk op [EXIT/NO], als u het back-up proces wilt annuleren. Het Write Sure? (schrijven zeker?) bericht verschijnt. 9. Druk nogmaals op [ENTER/YES]. De BR-1600CD begint de gegevens op de CD-R/RW weg te schrijven. Als het Complete! bericht verschijnt, betekent dit dat het back-up proces met succes is voltooid. Van alle gegevens op de harde schijf een back-up maken (HDD Backup) U kunt met de BR-1600CD van alle gegevens van de interne harde schijf op CD-R/RWs back-ups maken, ongeacht het datatype of de song waarin deze gegevens worden gebruikt. Gegevens waarvan u op deze wijze een back-up heeft gemaakt, kunnen op een later tijdstip, wanneer u ze maar nodig heeft worden teruggevraagd. Houd er echter rekening mee dat dit soort back-up wordt tot de gegevens die zich in de huidig geselecteerde drive of partitie beperkt. Als u tevens van gegevens van een andere drive of partitie een back-up wilt maken, dient u eerst de huidige drive te wijzigen. Let er tevens op dat opnieuw geïnstalleerde gegevens op de huidige geselecteerde drive worden opgeslagen. 1. Plaats een lege CD-R/RW in de CD-R/RW drive van de BR-1600CD. De toegangsindicator van de drive begint te knipperen. Wacht voordat u verder gaat tot deze indicator stopt te knipperen en uitgaat. 2. Druk op CD-R/RW [DATA SAVE/LOAD]. Het Data CD venster verschijnt. fig.41-05d 206

283 De CD-R/RW drive gebruiken om gegevens uit te wisselen 3. Druk op [F1] (BACKUP) of zet de cursor op BACKUP en druk vervolgens op [ENTER/YES]. Het Back-up venster verschijnt. fig.41-01d 8. Druk nogmaals op [ENTER/YES]. De BR-1600CD begint de gegevens op de CD-R/RW weg te schrijven. Als het Complete! bericht verschijnt, betekent dit dat het back-up proces met succes is voltooid. 4. Druk op [F3] (HDD) om de cursor op HDD te zetten, en druk vervolgens op [ENTER/YES]. Het HDD Backup OK? (back-up van HDD OK?) bericht verschijnt. fig.41-12d 5. Druk op [ENTER/YES]. Het Write Speed? bericht verschijnt. fig.41-13d 6. Gebruik de TIME/VALUE draaischijf om de schrijfsnelheid in te stellen. Schrijfsnelheid: x2 (352 Kbps) Schrijft twee maal zo snel. x4 (704 Kbps) Schrijft vier maal zo snel. x8 (1408 Kbps) Schrijft acht maal zo snel. Het bereik met beschikbare schrijfsnelheden kan soms door het soort schijf dat wordt gebruikt worden beperkt. In dergelijke gevallen zorgt de BR-1600CD ervoor dat u met behulp van de TIME/VALUE draaischijf alleen de ondersteunde snelheden kunt selecteren. Als u CD-R/RWs gebruikt die voor een hoge schrijfsnelheid zijn bedoeld, kan het aantal schrijffouten, als u de x2 of x4 snelheid selecteert, oplopen. U wordt aangeraden om voor schijfjes met een hoge snelheid de x8 snelheid te gebruiken. 7. Druk op [ENTER/YES]. Druk op [EXIT/NO], als u het back-up proces wilt annuleren. Het Write Sure? (schrijven zeker?) bericht verschijnt. fig.41-14d Songs en overige gegevens waarvan u een back-up heeft gemaakt in de harde schijf inlezen (Recover) Opmerkingen met betrekking tot het herstellen van gegevens U kunt geen songs of datatypen selecteren die niet op de CD- R/RW zijn opgeslagen. Als de huidige song nieuw opgenomen geluidsgegevens of nieuw aangepaste instellingen bevat, kan het zijn dat het Save Current? bericht tijdens het herstellen verschijnt. Druk op [ENTER/YES] als u uw song wilt opslaan, voordat u de herstelprocedure start. Druk op [EXIT/NO] als dit niet nodig is. Vergeet niet dat, als u een aangepaste song op dit moment niet opslaat, alle nieuw opgenomen geluidsgegevens, bewerkte gegevens, aangepaste mixerinstellingen, etc. verloren. Druk op [EXIT/NO] om het van een CD-R/RW lezen van gegevens te annuleren. Druk op [ENTER/YES] als het Cancel? bericht verschijnt om zodoende de annulering te bevestigen. (Het kan zijn dat er tussen het indrukken van [EXIT/NO] en de weergave van het bevestigingsbericht een bepaalde hoeveelheid tijd verstrijkt). Als de totale omvang van de songs en overige gegevens die u wilt herstellen de capaciteit van de beschikbare ruimte op de harde schijf overschrijdt, verschijnt het HDD Full! (HDD vol!), is het lezen van de gegevens niet mogelijk. In een dergelijk geval dient u het aantal songs of de hoeveelheid gegevens die u wilt herstellen te verminderen. Als alternatief kunt u door onnodige gegevens en/of songs te verwijderen, wat ruimte op de harde schijf vrijmaken. Songs waarvan een back-up is gemaakt in de harde schijf inlezen (Song Recover) 1. Plaats een CD-R/RW waarop songs waarvan een backup is gemaakt staan in de CD-R/RW drive van de BR- 1600CD. De toegangsindicator van de drive te knipperen. Wacht voordat u verder gaat tot deze indicator stopt met knipperen en uit gaat. Hoofdstuk 4 2. Druk op CD-R/RW [DATA/SAVE LOAD]. 207

284 De CD-R/RW drive gebruiken om gegevens uit te wisselen fig.41-05d Het Data CD venster verschijnt. 3. Druk op [F2] (RECOVER) of zet de cursor op RECOVER, en druk vervolgens op [ENTER/YES]. Het Recover venster verschijnt. fig.41-16d Gebruikers-gegevens waarvan een back-up is gemaakt in de harde schijf inlezen (User Recover) 1. Plaats een CD-R/RW waarop songs waarvan een backup is gemaakt staan in de CD-R/RW drive van de BR- 1600CD. De toegangsindicator van de drive te knipperen. Wacht voordat u verder gaat tot deze indicator stopt met knipperen en uit gaat. 2. Druk op CD-R/RW [DATA/SAVE LOAD]. Het Data CD venster verschijnt. fig.41-05d 4. Druk op [F1] (SONG) of zet de cursor op SONG, en druk vervolgens op [ENTER/YES]. fig.41-17d Er wordt een lijst met de back-up songs die op de CD-R/ RW staan weergegeven. 3. Druk op [F2] (RECOVER) of zet de cursor op RECOVER, en druk vervolgens op [ENTER/YES]. Het Recover venster verschijnt. fig.41-16d 5. Zet de cursor op de song die u wilt herstellen, en druk op [F1] (SELECT). De song wordt voor de herstelprocedure geselecteerd. U kunt op deze wijze een aantal songs voor het back-up proces selecteren, en bij elke geselecteerde song wordt een sterretje (*) weergegeven. Druk nogmaals op [F1] om deze selectie te annuleren. Druk op [F2] (ALL), als u van alle songs op de harde schijf in één handeling een back-up wilt maken. Alle songs worden voor het back-up proces geselecteerd. Druk nogmaals op [F2] om deze selectie te annuleren. Hierdoor worden alle songs gedeselecteerd. 6. Druk, als u alle songs die u wilt herstellen heeft geselecteerd, op [F4] (GO). De BR-1600CD begint de herstelprocedure. Als het Complete! bericht verschijnt, betekent dit dat de herstelprocedure met succes is voltooid. De herstelde songs worden op volgorde op de harde schijf opgeslagen. Hiervoor worden de beschikbare song nummers gebruikt. 4. Druk op [F2] (USER) of zet de cursor op USER, en druk vervolgens op [ENTER/YES]. fig.41-20d 5. Gebruik de TIME/VALUE draaischijf om de gegevens die u wilt herstellen te selecteren. Als u gegevens waarvan geen back-up gegevens zijn selecteert, wordt EMPTY (leeg) weergegeven. Gegevens die hersteld kunnen worden: ALL Alle gebruikersgegevens op de CD-R/RW worden hersteld. EFFECTS Alle insert effect patches van de gebruikers-bank worden hersteld. MASTERING TOOL KIT De gebruikers-bank van de Mastering Tool Kit wordt hersteld. SPEAKER MODELING De Speaker Modeling gebruikers-bank wordt hersteld. 208

285 De CD-R/RW drive gebruiken om gegevens uit te wisselen VOCAL TOOL BOX De gebruikers-bank van de Vocal Tool Box wordt hersteld. ARRANGEMENT/DRUMS/BASS/LOOP PHRASE Gebruikers-ritmische arrangementen, gebruikers-drumpatronen, gebruikers-baspatronen en gebruikers-loop frasen worden allemaal hersteld. ARRANGEMENT Alleen gebruikers-ritmische arrangementen worden hersteld. DRUM&BASS PATTERN Alleen gebruikers-drumpatronen en gebruikers-baspatronen worden hersteld. LOOP PHRASE ALL Gebruikers-loop frasen van bank A tot en met H worden hersteld. LOOP PHRASE A-H Alleen gebruikers-loop frasen van de geselecteerde bank worden hersteld. fig.41-21d_recoveruserlphall.bmp De inhoud van de harde schijf waarvan een back-up is gemaakt in de harde schijf teruglezen (HDD Recover) 1. Plaats een CD-R/RW waarop een HDD back-up staat in de CD-R/RW drive van de BR-1600CD. De toegangsindicator van de drive te knipperen. Wacht voordat u verder gaat tot deze indicator stopt met knipperen en uit gaat. 2. Druk op CD-R/RW [DATA/SAVE LOAD]. Het Data CD venster verschijnt. fig.41-05d 3. Druk op [F2] (RECOVER) of zet de cursor op RECOVER, en druk vervolgens op [ENTER/YES]. Het Recover venster verschijnt. fig.41-16d Als u LOOP PHRASE A-H selecteert, verschijnt er onderin het beeldscherm een herstelbestemming. Zet de cursor op Destination, en gebruik vervolgens de TIME/VALUE draaischijf om een nieuwe herstelbestemming te selecteren, als u deze instelling wilt wijzigen. 6. Druk, als u alle gegevens die u wilt herstellen heeft geselecteerd, op [F4] (GO). De BR-1600CD begint de herstelprocedure. Als het Complete! bericht verschijnt, betekent dit dat de herstelprocedure met succes is voltooid. Als de harde schijf gegevens van hetzelfde type als de gegevens die worden hersteld bevat, worden deze tijdens de herstelprocedure volledig overschreven. Aangezien het niet mogelijk is om deze gegevens te herstellen, dient u voorzichtig te werk te gaan, zodat niet op deze wijze per ongeluk belangrijke gegevens worden overschreven. 4. Druk op [F3] (HDD) of zet de cursor op HDD, en druk vervolgens op [ENTER/YES]. Het HDD Recover OK? bericht verschijnt. fig.41-24d 5. Druk op [ENTER/YES]. De harde schijf wordt geïnitialiseerd, en vervolgens begint de herstelprocedure. Als het Complete! bericht verschijnt, betekent dit dat de herstelprocedure met succes is voltooid. Als de HDD herstelprocedure wordt uitgevoerd, worden all gegevens en songs die u op de harde schijf heeft opgeslagen gewist en door de inhoud van de CD-R/RW overschreven. Aangezien het niet mogelijk is om gegevens of songs die op deze wijze zijn gewist te herstellen, dient u extra voorzichtig te werk te gaan. Hoofdstuk 4 209

286 Sinusgolf gegevens kopiëren en schrijven Voor deze procedure heeft u een computer nodig die een drive heeft waarmee u CD-R/RW s kunt schrijven. Als u een computer met een CD-R/RW drive heeft, kunt u CD-R/RWs gebruiken om data gegevens tussen meerdere BR-1600CDs uit te wisselen. U kunt deze schijfjes bijvoorbeeld gebruiken om data gegevens die met de audio software op uw computer zijn gemaakt te kopiëren, en de gegevens vervolgens in geluidssporen te plakken. U kunt ook gegevens op geluidssporen die met behulp van de BR-1600CD zijn opgenomen naar uw computer kopiëren, zodat u ze kunt bewerken. 1. Gebruik een PC om een CD-R/RW met de geluidsgegevens die u wilt importeren te branden en af te werken. Zie de handleidingen van uw computer en CD-R/RW voor instructies over hoe u sinusgolf gegevens op CD-R/ RWs weg kunt schrijven. 2. Plaats de CD-R/RW met de gekopieerde harde schijf gegevens in de CD-R/RW drive van de BR-1600CD. De toegangsindicator van de drive te knipperen. Wacht voordat u verder gaat tot deze indicator stopt met knipperen en uit gaat. 3. Druk op CD-R/RW [DATA/SAVE LOAD]. Het Data CD venster verschijnt. fig.41-05d Sinusgolf gegevens van een computer naar de geluidssporen kopiëren (WAV/AIFF formaat/aiff Import) 4. Druk op [F4] (WAVE). Het WAV/AIFF venster verschijnt. fig.r16-07 Als de huidige song nieuw opgenomen geluidsgegevens of nieuw aangepaste instellingen bevat, kan het zijn dat het Save Current? bericht tijdens het maken van de back-up verschijnt. Druk op [ENTER/YES] als u uw song wilt opslaan voordat u de back-up procedure start; druk op [EXIT/NO] als dit niet nodig is. Vergeet niet dat, als u een aangepaste song op dit moment niet opslaat, alle nieuw opgenomen geluidsgegevens, bewerkte gegevens, aangepaste mixerinstellingen, etc. verloren. 5. Druk op [F1] (IMPORT). Er verschijnt een lijst met geluidsgegevens die op de huidig geplaatste CD-R/RW staan. fig.r16-56d Om ze te kunnen te importeren dienen data gegevens aan de volgende criteria te voldoen. In de meeste gevallen kunt u andersoortige gegevens niet importeren. Gebruik ISO 9660 Level 2, Mode 1 om de gegevens naar de CD-R/RW weg te schrijven. Geluidsgegevens dienen een WAV of AIFF formaat, in stereo of mono kwaliteit en een ongecomprimeerde bit diepte van 8 of 16 bits te hebben. Bovendien dient het sampling tempo 44,1 khz te zijn. Geluidsgegevens dienen ten minste 500 ms lang te zijn. Gebruik acht letters gevolgd door een extensie van minder dan drie letters om de sinusgolf gegevens te benoemen. De loop punt instellingen binnen een AIFF bestand worden genegeerd. fig.r16-94d Als de WAV bestanden in een map zijn ondergebracht, wordt de naam van de map en het icoon ( ) weergegeven. Zet de cursor op de naam van de map en druk op [ENTER/YES], als u de bestanden in deze map wilt bekijken. 6. Druk op [F1] (TYPE) om het formaat van het golfbestand dat u wilt importeren te wijzigen. [F1] fungeert als schakelaar die er, telkens wanneer u deze knop indrukt, voor zorgt dat het bestandsformaat van WAV naar AIFF (of andersom) omschakelt. 210

287 De CD-R/RW drive gebruiken om gegevens uit te wisselen 7. Zet de cursor op de bestanden met data gegevens die u wilt importeren. fig.r16-08ad Door op [F2] (PREVIEW) (WAVE Preview) te drukken, kunt u nu horen hoe de data gegevens klinken. Druk nogmaals op [ENTER/YES] om de preview te annuleren. 8. Druk op [F4] (SELECT). Het venster waarin u de importbestemming kunt selecteren verschijnt. fig.r16-08d Als u nu op [F1] (DISP.FMT.) drukt, kunt u kiezen hoe de posities worden aangeduid (in maten, tijd, markering). Als u, nadat u de bovenstaande parameters wat betreft locatie heeft aangeven, de manier van aanduiden wijzigt naar maten of markeringen, kan het zijn dat er een + wordt weergegeven om u te waarschuwen dat de aangegeven posities en de daadwerkelijke posities niet hetzelfde zijn. Als u maten of markeringen als indicatie gebruikt, kunt u deze fout oplossen door de TIME/ VALUE draaischijf te gebruiken om in elk van de relevante vensters instellingen aan te passen. Druk op [F3] (SELECT ALL), als u wilt dat het importgebied het begin tot het eind van de sinusgolf gegevens bestrijkt. 9. Gebruik [CURSOR] en de TIME/VALUE draaischijf om het spoor dat als importbestemming dient te selecteren. fig.r16-08bd 10. Zet de cursor in de rechterhelft van het venster, en geef de locatie van de importbestemming aan. fig.r16-08cd 11. Druk op [F4] (GO), als u klaar bent met het aanpassen van de instellingen. Het kopiëren van de sinusgolf gegevens begint. Als Complete! verschijnt, is het importeren voltooid. Druk tijdens het uitvoeren van het importcommando op [EXIT/NO], als u het kopiëren wilt annuleren. Druk, als het Cancel? bericht verschijnt, op [ENTER/YES] om het annuleren te bevestigen. Het importeren wordt geannuleerd (het kan zijn dat er tussen het indrukken van [EXIT/NO] en de weergave van het bevestigingsbericht een bepaalde hoeveelheid tijd verstrijkt). Bestanden die tot het moment van annuleren zijn geïmporteerd zijn bruikbaar. Hoofdstuk 4 Stel de volgende items in. START (Startpunt): Geeft de locatie waarop het spoor dat als importbestemming dient begint aan. END (Eindpunt): Geeft de locatie waarop het spoor dat als importbestemming dient eindigt aan. Sinusgolf gegevens van geluidssporen naar computers kopiëren (WAV/AIFF Export) U kunt gegevens van aangegeven sporen als sinusgolf gegevens op een CD-R/RW wegschrijven, en ze vervolgens naar de computer importeren, waarbij uw computer wordt gebruikt om de CD-R/RW te lezen. U kunt geen CD-R/RWs gebruiken als u computer alleen maar een CD-ROM of CD-R drive heeft. Gebruik in dit geval CD-Rs. 1. Plaats en beschrijfbare (writable) CD-R/RW (een lege schijf) in de CD-R/RW drive van de BR-1600CD. De toegangsindicator van de drive te knipperen. Wacht voordat u verder gaat tot deze indicator stopt met knipperen en uit gaat. 211

288 De CD-R/RW drive gebruiken om gegevens uit te wisselen 2. Druk op CD-R/RW [DATA/SAVE LOAD]. Het Data CD venster verschijnt. fig.41-05d Selecteer *-*, als u het commando op alle V-sporen van alle sporen van toepassing wilt laten zijn. 6. Zet de cursor op TYPE, en draai vervolgens aan de TIME/VALUE draaischijf om het bestandsformaat dat u wilt exporteren te selecteren. fig.r16-11bd 3. Druk op [F4] (WAVE). Het WAV/AIFF venster verschijnt. fig.r16-07d 4. Druk op [F2] (EXPORT). Het Waveform Data Export venster verschijnt. fig.r16-10d 5. Gebruik [CURSOR] en de TIME/VALUE draaischijf om de sporen die u wilt exporteren aan te geven. fig.r16-11ad TYPE: WAV AIFF Exporteert gegevens in WAV formaat (het formaat dat over het algemeen door Windows wordt gebruikt). Exporteert gegevens in AIFF formaat (het formaat dat over het algemeen door Macintosh wordt gebruikt). 7. Gebruik [CURSOR] en de TIME/VALUE draaischijf om het tijdsgebied dat u wilt exporteren in te stellen. START (Startpunt): Geeft de locatie waarop het spoor dat als exportbestemming dient begint aan. END (Eindpunt): Geeft de locatie waarop het spoor dat als exportbestemming dient eindigt aan. fig.r16-11d Zet de cursor op de volgende positie, en gebruik vervolgens de TIME/VALUE draaischijf om de instellingen te doen, als er nog andere sporen zijn met dezelfde instellingen (bereik, locatie) die u wilt exporteren. De BR-1600CD is klaar om een nieuw spoor te selecteren. U kunt hier geen spoor bovenop een ander spoor dat al is geselecteerd is selecteren. Draai de TIME/VALUE draaischijf naar links, zodat het? verschijnt, als u de selectie van een spoor wilt annuleren. Een invoer, dat met een? wordt aangeduid, wordt niet geïmporteerd. Door met behulp van de TIME/VALUE draaischijf * te selecteren, kunt u aangeven dat het commando op alle sporen of alle V-sporen van toepassing is. Als u nu op [F1] (DISP.FMT.) drukt, kunt u kiezen hoe de posities worden aangeduid (in maten, tijd, markering). Als u, nadat u de bovenstaande parameters wat betreft locatie heeft aangeven, de manier van aanduiden wijzigt naar maten of markeringen, kan het zijn dat er een + wordt weergegeven om u te waarschuwen dat de aangegeven posities en de daadwerkelijke posities niet hetzelfde zijn. Als u maten of markeringen als indicatie gebruikt, kunt u deze fout oplossen door de TIME/ VALUE draaischijf te gebruiken om in elk van de relevante vensters instellingen aan te passen. Druk op [F3] (SELECT ALL), als u wilt dat het exportgebied het begin tot het eind van de sinusgolf gegevens bestrijkt. 8. Druk op [F4] (GO), als u klaar bent met het aanpassen van de instellingen Het Write Speed? (schrijfsnelheid) bericht verschijnt. 212

289 De CD-R/RW drive gebruiken om gegevens uit te wisselen fig.r16-93d 9. Gebruik de TIME/VALUE draaischijf om de schrijfsnelheid in te stellen. Schrijfsnelheid: x2 (352 Kbps) Schrijft twee maal zo snel. x4 (704 Kbps) Schrijft vier maal zo snel. x8 (1408 Kbps) Schrijft acht maal zo snel. Bij sommige media kan het bereik van schrijfsnelheden beperkt zijn. In dergelijke gevallen kan het zijn dat de waarden die met behulp van de TIME/ VALUE draaischijf kunnen worden ingesteld ook beperkt zijn. 10. Druk op [ENTER/YES]. Het Write Sure? (schrijven zeker?) bericht verschijnt. Druk op [EXIT/NO], als u het back-up proces wilt annuleren. 11. Druk nogmaals op [ENTER/YES]. De BR-1600CD begint de gegevens op de CD-R/RW weg te schrijven. Als het Complete! bericht verschijnt, betekent dit dat het back-up proces met succes is voltooid. De volgende gegevens zijn in ISO9660 Level 2, Mode 1 formaat op de CD-R/RW weggeschreven. Track 1, V-Track 1 T01 01.WAV or T01 01.AIF Track 1, V-Track 2 T01 02.WAV or T01 02.AIF Track 1, V-Track 3 T01 03.WAV or T01 03.AIF : Track 2, V-Track 15 T02 15.WAV or T02 15.AIF Track 2, V-Track 16 T02 16.WAV or T02 16.AIF : Track 3/4, V-Track 1 T0304_01.WAV or T0304_01.AIF Track 3/4, V-Track 2 T0304_02.WAV or T0304_02.AIF : Track 15/16, V-Track 15 T WAV or T AIF Track 15/16, V-Track 16 T WAV or T AIF 12. Druk meerdere malen op [EXIT/NO] om naar het beginvenster terug te keren. 13. Druk op de EJECT knop van de CD-R/RW om de schijf uit de drive te halen. 14. Gebruik de software van uw computer om de gegevens van de CD-R/RW te kopiëren. Als een CD-R die u voor het maken van de back-up heeft geselecteerd al gegevens bevat, verschijnt het Not Blank Disc bericht, en is de exportfunctie niet mogelijk. Gebruik alleen een lege schijfjes. Als er een CD-RW wordt geladen die al gegevens bevat, wordt het Erase Disc bericht weergegeven. Als u vervolgens op [ENTER/YES] drukt, begint de BR-1600CD met het wissen van de schijf. Nadat de schijf is gewist, wordt het exportproces voortgezet. Als er een monospoor als exportbron is aangegeven, worden de gegevens als mono sinusgolf bestand geschreven. Als er een stereospoor is aangegeven, worden de gegevens als stereo sinusgolf bestand geschreven. Spoor 9/10 tot en met 15/16 zijn vast als permanent stereopaar ingesteld, en kunnen daarom niet als monospoor worden aangeduid. Druk tijdens het schrijfproces op [EXIT/NO] om het naar de schijf schrijven te annuleren. Druk op [ENTER/YES], als het Cancel? bericht verschijnt; het schrijven wordt geannuleerd (het kan zijn dat er tussen het indrukken van [EXIT/NO] en de weergave van het bericht een bepaalde hoeveelheid tijd verstrijkt). Houd er echter wel rekening mee dat er geen garanties kunnen worden gegeven over de toestand van de geschreven gegevens voordat u annuleert. Het is niet mogelijk om een CD-R waarvan het schrijfproces voor voltooiing is geannuleerd opnieuw te gebruiken. Met behulp van externe MIDI instrumenten SMFs afspelen (SMF Player) U kunt de BR-1600CD gebruiken om SMFs van een CD-R/ RW te lezen en deze bestanden met behulp van MIDI instrumenten die op de MIDI OUT poort zijn aangesloten af te spelen. Elke SMF die aan de volgende vereisten voldoet, kan op deze wijze worden afgespeeld. Formaat: 0 of 1 Bestandsomvang: Maximaal 250 KB (Let op dat die afhankelijk van de inhoud van de SMF iets kan variëren). Hoofdstuk 4 213

290 De CD-R/RW drive gebruiken om gegevens uit te wisselen Systeem exclusief: Pakketomvang 512 bytes of minder. 1. Sluit tussen de MIDI OUT poort van de BR-1600CD en de MIDI IN poort op uw externe MIDI geluidsmodule een MIDI kabel aan. fig MIDI OUT MIDI IN fig.41-28ad Het Now Loading... (nu aan het laden) verschijnt, en de SMF wordt vanaf de CD-R/RW ingeladen. Als het lezen is voltooid, begint de BR-1600CD de SMF af te spelen. 7. Druk op het moment dat u de weergave wilt stoppen op [ENTER/YES]. 2. Plaats een CD-R/RW die SMFs bevat in de CD-R/RW drive. De toegangsindicator van de drive begint te knipperen. Wacht voordat u verder gaat tot deze indicator stopt te knipperen en uitgaat. 3. Druk op CD-R/RW [DATA SAVE/LOAD]. Het Data CD venster verschijnt. fig.41-05d Als een SMF een grote hoeveelheid MIDI gegevens bevat, kan het zijn dat de weergave van het bestand traag is. Gegevens van een CD-RW wissen Als u CD-RWs gebruikt, kunt u onnodige gegevens van de schijfjes wissen en ze opnieuw gebruiken. 4. Druk op [F3] (SMF). Het venster waarin u de functie voor SMFs kunt selecteren verschijnt. fig.41-27d Dit proces zorg ervoor dat alle gegevens van een schijf worden gewist. Het wissen van gegevens is alleen mogelijk met CD- RWs. U kunt geen gegevens van CD-Rs wissen. 1. Plaats de CD-RW die u wilt wissen in de CD-R/RW drive van de BR-1600CD. 5. Druk op [F1] (PLAYER). Er verschijnt een lijst met SMFs die de huidige CD-R/ RW bevat. fig.41-28d De toegangsindicator van de drive begint te knipperen. Wacht voordat u verder gaat tot deze indicator stopt te knipperen en uitgaat. 2. Druk op CD-R/RW [DATA SAVE/LOAD]. Het Data CD venster verschijnt. fig.41-05d 6. Zet de cursor op de SMF die u wilt afspelen, en druk op [F4] (PLAY). 3. Zet de cursor op het ERASE icoon, en druk op [ENTER/ YES]. Het Erase Disc? (schijf wissen?) bericht verschijnt. 214

291 De CD-R/RW drive gebruiken om gegevens uit te wisselen fig.41-31d 3. Zet de cursor op CD Hold Time, en gebruik de TIME/ VALUE draaischijf om een geschikte tijdsduur in te stellen. fig.41-34d 4. Druk op [ENTER/YES]. Druk op [EXIT/NO] als u het wissen wilt annuleren. Het wissen van de gegevens begint, en de voortgang wordt weergegeven. Als het bericht Complete! verschijnt, betekent dit dat het wissen is voltooid. De CD opnametijd (hold time) kan binnen een bereik van 1 seconde tot en met 32 minuten worden ingesteld. Bij aankoop is de opnametijd op 32 seconden ingesteld. De hoeveelheid tijd die nodig is om de gegevens te wissen hangt van het soort CD-RW dat u gebruikt en het volume dat erop staat af. Als het wisproces eenmaal is gestart, kunt u het niet meer terugdraaien. De tijd tot de CD-R/RW drive stopt instellen (CD Hold Time) Als de motor van de CD-R/RW drive eenmaal is gestopt, duurt het nog een bepaalde hoeveelheid tijd voordat hij de volgende keer dat er gegevens gelezen of geschreven dienen te worden een stabiele bedieningssnelheid bereikt. Als het lezen en schrijven van gegevens regelmatig wordt uitgevoerd, dient u een langere aanhoudtijd in te stellen, zodat u er zeker van bent dat de motor van de drive niet tussen elk commando stopt. Wanneer de CD-R/RW drive van de BR-1600CD wordt gebruikt om gegevens te lezen of schrijven, blijft de interne motor van de drive, een tijdje nadat het proces is voltooid, nog even draaien. In gevallen, waar dit een belemmering voor het maken van muziek oplevert, kunt u een nieuwe tijdsduur voor het uitdraaien van de motor instellen. Hoofdstuk 4 1. Druk op [UTILITY] Het Utility Menu venster verschijnt. fig.12-12d 2. Zet de cursor op het SYSTEM icoon en druk op [ENTER/YES]. Als alternatief kunt u als het SYSTEM icoon op dit moment wordt weergegeven op [F1] (SYSTEM) drukken. Het System Parameter venster verschijnt. fig.10-03d 215

292 Handige functies voor het maken van audio CDs De volgende paragraaf beschrijft de voorzorgsmaatregelen die u in acht dient te nemen en de handige functies die u kunt gebruiken wanneer u audio CDs maakt. Zie Uw voltooide song op een CD schrijven (Audio CD Write) ( Basisgebruik ; p. 62), voor meer details over de basale functies voor het maken van audio CDs. 3. Zet de cursor op het PRE GAP icoon, en druk op [ENTER/YES]. Als alternatief kunt u, als het PRE GAP icoon op dit moment wordt weergegeven, op [F3] (PRE GAP) drukken. Het Pre-Gap instellingenvenster verschijnt. fig.40-03d Voorzorgsmaatregelen Naast CD-Rs kunt u ook CD-RWs gebruiken om CDs te maken. Het is echter niet mogelijk om CD-RWs op standaard CD spelers af te spelen. Bovendien is het zo dat als u voor deze procedure CD-Rs gebruikt het mogelijk is dat deze media op CD spelers die ze niet ondersteuenen niet kunnen worden afgespeeld. Houd er rekening mee dat de CD-R/RW drive van de BR- 1600CD commercieel geproduceerde CDs, CD-Rs en CD- RWs kan afspelen. 4. Draai aan de TIME/VALUE draaischijf om een pre-gap tijd in seconden aan te geven. Wanneer er met behulp van de Disc At Once By Marker functie (zie Basisgebruik ; p. 66) een CD wordt gemaakt, wordt de Pre-gap die hier is aangegeven genegeerd en worden alle stiltes op 0 seconden ingesteld. De tijdsduur tussen songs instellen (Pre-Gap) Als u CDs op een standaard CD speler afspeelt, ziet u vaak dat er voordat de song begint op de display -3, -2, -1 aftelt. Deze tijdsduur wordt een Pre-Gap genoemd, en kan tijdens het maken van de CD vrijelijk worden ingesteld om ervoor te zorgen dat song lengtes kunnen worden aangepast zonder dat er aan het eind van elke song een stilte hoeft te worden opgenomen. Als er aan het eind van uw song een stilte is ingevoegd, wordt de Pre-gap tijd aan de lengte van dit gedeelte toegevoegd, en kan, als gevolg hiervan, de stilte tussen songs bij het afspelen van de CD op een CD speler langer zijn dan u verwacht. Zie Geluidsgegevens wissen (Track Erase) (p. 63), voor details over het wissen van stiltes aan het eind van songs. 1. Druk op [AUDIO CD WRITE/PLAY]. Het Audio CD venster verschijnt. fig.40-01d 2. Druk op [F1] (WRITE). Het Audio CD Write venster verschijnt. fig.40-02d 216

293 Handige functies voor het maken van audio CDs CD-RWs wissen (CD-RW Erase) Als u CD-RWs gebruikt, kunt u onnodige gegevens van de schijfjes wissen en ze opnieuw gebruiken om gegevens op te slaan. Dit proces zorgt ervoor dat alle gegevens permanent van een schijf worden gewist. U dient met gepaste voorzichtigheid te werk te gaan controleer altijd eerst of u niet een CD-RW wist die belangrijke gegevens bevat. Het wissen van gegevens is alleen met CD-RWs mogelijk. U kunt geen gegevens van CD-Rs wissen. In sommige gevallen kan het een paar seconden duren voordat de drivelade daadwerkelijk opgen gaat. Als het wisproces eenmaal is gestart, kunt u het niet meer terugdraaien. De hoeveelheid tijd die nodig is om de gegevens te wissen hangt van het soort CD-RW dat u gebruikt en het volume dat erop staat af. 1. Plaats de CD-RW die u wilt wissen in de CD-R/RW drive van de BR-1600CD. De toegangsindicator van de drive begint te knipperen. Wacht voordat u verder gaat tot deze indicator stopt te knipperen en uitgaat. 2. Druk op CD-R/RW [DATA SAVE/LOAD]. Het Data CD venster verschijnt. fig.40-04d 3. Zet de cursor op het ERASE icoon, en druk op [ENTER/ YES]. Als alternatief kunt u, als het ERASE icoon op dit moment wordt weergegeven, op de bijbehorende FUNCTIE knop drukken. Het Erase Disc? (schijf wissen?) bericht verschijnt. fig.40-05d Hoofdstuk 4 4. Druk op [ENTER/YES]. (Druk op [EXIT/NO] als u het wissen wilt annuleren.) Het wissen van de gegevens begint, en de voortgang wordt weergegeven. Als het bericht Complete! verschijnt, betekent dit dat het wissen is voltooid. 5. Druk meerdere malen op [EXIT/NO] om naar het beginvenster terug te keren. 6. Druk op de EJECT knop van de CD-R/RW om de disk lade te openen. 217

294 Handige functies voor het maken van audio CDs Het afspelen op CD spelers mogelijk maken (Finalize) Als u een CD die u met behulp van de CD-R/RW drive is geschreven op een standaard CD speler wilt afspelen, dient de CD afgewerkt te worden. U kunt audio CD-R/RWs op elk willekeurige moment afwerken om ervoor te zorgen dat de weergave op dit type apparaat mogelijk is. Wat is afwerken? Naast de geluidsgegevens zelf wordt er tevens overige informatie die de positie en tijd van deze gegevens omschrijven op de audio CD weggeschreven. Dit proces wordt afwerken (finalize) genoemd. Als u een CD afwerkt: Als u het afwerkproces heeft uitgevoerd, kunt u uw CD op een standaard CD speler afspelen. Houd er echter rekening mee dat u aan een afgewerkte CD geen songs meer toe kunt voegen. Aangezien de resterende lege ruimte op CDs die maar één korte songs bevatten niet langer kan worden gebruikt, is het afwerken van dergelijke CDs zonde. Daarom dient u te proberen alleen CD-Rs af te werken die bijna vol met songs zijn. 3. Druk op [F3] (FINALIZE). Het Finalize OK? (afwerken ok?) bericht verschijnt. fig.40-07d 4. Druk op [ENTER/YES]. Druk op [EXIT/NO], als u het afwerkproces wilt annuleren. Het afwerken begint en de voortgang wordt weergegeven. Als het Complete bericht verschijnt en de spoorknoppen gaan knipperen, betekent dit dat het afwerken is voltooid. 5. Druk meerdere malen op [EXIT/NO] om naar het beginvenster terug te keren. 6. Druk op de EJECT knop van de CD-R/RW om de disk lade te openen. Als het afwerkproces eenmaal is begonnen, kan het niet meer geannuleerd worden. In sommige gevallen duurt het enkele seconden voordat de disk lade daadwerkelijk open gaat. Als u een CD niet afwerkt: Totdat de CD is afgewerkt, kunt u hem niet op een standaard CD speler afspelen. U kunt echter tot dit proces is uitgevoerd songs op de schijf blijven toevoegen. Als u uw CD op een standaard CD speler wilt afspelen, dient u hem af te werken. 1. Plaats de CD-R/RW die u wilt afwerken in de CD-R/ RW drive van de BR-1600CD. De toegangsindicator van de drive begint te knipperen. Wacht voordat u verder gaat tot deze indicator stopt te knipperen en uitgaat. 2. Druk op [AUDIO CD WRITE/PLAY]. Het Audio CD venster verschijnt. fig.40-01d 218

295 Handige functies voor het maken van audio CDs Songs van CDs naar geluidssporen importeren (Audio CD Import) Met de BR-1600CD kunt u geselecteerde songs van een CD naar geluidssporen importeren. fig.40-09d 4. Gebruik de TIME/VALUE draaischijf om het nummer van de song die u wilt importeren te selecteren. fig.40-09ad Belangrijke opmerking De BR-1600CD en zijn CD-R/RW drive zijn ontworpen om u de mogelijkheid te bieden materiaal, waarvan u het auteursrecht bezit of materiaal waarvoor u van de eigenaar van het auteursrecht toestemming hebt gekregen, te reproduceren. Zodoende wordt het zonder toestemming van de eigenaar van het auteursrecht reproduceren van CDs of overig materiaal waarvoor auteursrechten gelden en het omzeilen van technologieën als SCMS, die tweede generatie en latere kopieën verhinderen, als een schending van het auteursrecht, en loopt u, zelfs als u de reproductie puur voor uw eigen persoonlijk gebruik en plezier (privégebruik) heeft gemaakt, het risico boetes op te lopen. Raadpleeg een auteursrechtenexpert of speciale publicaties over dit ondewerp voor meer informatie over het van de houders van auteursrechten verkrijgen van auteursrecht toestemming. Met de BR-1600CD kunt u niet in één keer alle songs van een CD importeren. De songs dienen één voor één te worden geïmporteerd. Om de geselecteerde song te beluisteren, kunt u de gebruikelijke procedure voor het afspelen van CDs gebruiken ( Basisgebruik ; p. 70). 5. Druk op [F4] (IMPORT). Het Audio CD import venster verschijnt. fig.40-09bd 6. Gebruik de TIME/VALUE draaischijf om de importbestemming te selecteren, en druk vervolgens op [ENTER/YES]. Het Now Importing (nu aan het importeren) verschijnt, en het importeren van de gegevens naar het geluidsspoor begint. Als het Complete! bericht verschijnt, betekent dit dat het importeren is voltooid. Hoofdstuk 4 1. Plaats een audio CD in de CD-R/RW drive van de BR- 1600CD. De toegangsindicator van de drive begint te knipperen. Wacht voordat u verder gaat tot deze indicator stopt te knipperen en uitgaat. 2. Druk op [AUDIO CD WRITE/PLAY]. Het Audio CD venster verschijnt. fig.40-01d 3. Druk op [F2] (PLAY/IMP.). Het Audio CD import venster verschijnt. 219

296 220 MEMO

297 MIDI gebruik Hoofdstuk 5 MIDI gebruik 221

298 MIDI beginselen Door de BR-1600CD op overige apparatuur met MIDI mogelijkheden aan te sluiten kunt u MIDI gebruiken en het volgende uitvoeren: Uitvoeringen van ritmische begeleiding op externe MIDI geluidsmodule afspelen Met externe MIDI sequencers en ritmemachines synchroniseren De BR-1600CD gebruiken om MMC-compatibele apparaten te bedienen Spoorvolumes via MIDI volledig automatisch regelen (MIDI Fader) Met behulp van een extern keyboard drum en baspatronen invoeren (MIDI opname) Dit deel biedt een basale omschrijving van MIDI en legt de verschillende manieren waarop het kan worden gebruikt uit. MIDI kanalen Door middel van de MIDI norm kunnen gegevens met één enkele kabel tussen meerdere MIDI compatibele apparaten worden uitgewisseld. Dit wordt door de zogenaamde MIDI kanalen mogelijk gemaakt. In eenvoudige taal gezegd lijkt een MIDI kanaal op een TV kanaal. U kunt bijvoorbeeld van TV kanaal wisselen om zodoende programma s van een variatie aan zenders/ omroepen te bekijken. In dit geval wordt de informatie alleen gecommuniceerd als het kanaal aan de versturende zijde met het kanaal aan de ontvangende zijde overeenkomt. Op soortgelijke manier kunnen MIDI berichten die vanaf een apparaat dat (bijvoorbeeld) op MIDI kanaal 1 is ingesteld alleen worden ontvangen, als het MIDI kanaal aan de ontvangende zijde ook op 1 is ingesteld. Wat is MIDI MIDI staat voor Musical Instrument Digital Interface (Digitale interface voor muziekinstrumenten). MIDI is een wereldwijde norm die is ontworpen om uitvoeringsgegevens, programmawijziging gegevens en soortgelijke informatie tussen elektrische muziekinstrumenten en computers kan worden uitgewisseld. Als een apparaat MIDI compatibel is, kan het, uitvoeringsgegevens met andere MIDI compatibele apparatuur uitwisselen, zelfs als deze apparaten van een ander type of merk zijn. MIDI aansluitingen MIDI berichten (d.w.z. de gegevens waar MIDI mee werkt) worden met behulp van de volgende drie soorten MIDI poort uitgewisseld. MIDI implementatie kaarten MIDI maakt het mogelijk dat een breed gebied aan elektronische muziekapparaten met elkaar kunnen communiceren. Dit betekent echter niet dat elk MIDI apparaat elk soort MIDI bericht kan verwerken. eus eigenlijk kunnen twee MIDI compatibele alleen de MIDI berichten die door beide worden ondersteund uitwisselen. De handleiding van elk MIDI compatibele apparaat bevat een MIDI implementatie kaart. Met behulp van deze kaart kunt u er snel achter komen welke MIDI berichten het betreffende apparaat kan verzenden en ontvangen. Als twee MIDI apparaten tegelijkertijd worden gebruikt, dient u de MIDI implementatie kaarten van beide te vergelijken, zodat u er zeker van kunt zjin dat het uitwisselen van de benodigde MIDI berichten mogelijk is. Zie MIDI implementatie (p. 288) voor meer gedetailleerde informatie over de MIDI eigenschappen van de BR-1600CD. MIDI IN: Deze aansluiting ontvangt de MIDI berichten die van andere MIDI apparaten binnenkomen. MIDI OUT: Alle MIDI berichten van de BR-1600CD worden via deze aansluiting uitgezonden. MIDI THRU: Deze aansluiting stuurt alle MIDI berichten die bij de MIDI IN aansluiting binnenkomen door. De BR-1600CD is met een MIDI IN en MIDI uit poort, maar niet met een MIDI THRU poort, uitgerust. 222

299 Drum en baspatronen op een externe MIDI geluidsmodule afspelen Als u drum en baspatronen, ritmische arrangementen en dergelijke afspeelt, gebruikt de BR-1600CD zijn interne drum en basgeluiden om de geprogrammeerde uitvoering te reproduceren. Als u echter andere dan de intern opgeslagen drum en basgeluiden wilt gebruiken, kunt u via de MIDI OUT poort uitvoeringsgegevens verzenden om de uitvoering op een andere MIDI geluidsmodule af te spelen. Zo kunt u uw favoriete geluiden gebruiken om drum en baspatronen af te spelen. 1. Gebruik een MIDI kabel om de BR-1600CD zoals in de onderstaande figuur op de MIDI geluidsmodule aan te sluiten. fig MIDI geluidsmodule MIDI IN MIDI OUT 1 tot en met 16: Er worden op het geselecteerde MIDI kanaal nootberichten voor de drums verzonden. Het MIDI kanaal dat hier wordt geselecteerd, dient hetzelfde te zijn als het kanaal dat op de MIDI geluidsmodule is geselecteerd. In geval van GS geluidsmodules, GM geluidsmodules en BOSS ritmemachines is het gebruikelijk om voor drumgegevens kanaal 10 te selecteren; daarom dient op dit moment waarschijnlijk MIDI kanaal 10 geselecteerd te worden. Zie de desbetreffende handleiding voor details over het selecteren van MIDI kanalen op de MIDI geluidsmodule. 5. Zet de cursor op Bass Note Channel (bas nootkanaal), en gebruik de TIME/VALUE draaischijf om een geschikt MIDI kanaal in te stellen. OFF: Er worden voor de basgeluiden geen nootberichten verzonden. 1 tot en met 16: Er worden op het geselecteerde MIDI kanaal nootberichten voor de basgeluiden verzonden. 2. Druk op [UTILITY] Het Utility Menu venster verschijnt. fig.12-12d 3. Zet de cursor op het MIDI icoon, en druk op [ENTER/YES]. fig.50-03d Als alternatief kunt u, als het MIDI icoon op dit moment wordt weergegeven, op [F4] (MIDI) drukken. Het MIDI venster verschijnt. Het MIDI kanaal dat hier wordt geselecteerd, dient hetzelfde te zijn als het kanaal dat op de MIDI geluidsmodule is geselecteerd. In geval van GS en GM geluidsmodules is het gebruikelijk om voor basgegevens kanaal 2 te selecteren; daarom dient op dit moment waarschijnlijk MIDI kanaal 10 geselecteerd te worden. Zie de desbetreffende handleiding voor details over het selecteren van MIDI kanalen op de MIDI geluidsmodule. 6. Druk, als de benodigde instellingen zijn gedaan, meerdere malen op [EXIT/NO] om naar het beginvenster terug te keren. Hoofdstuk 5 4. Zet de cursor op Drums Note Channel (drums nootkanaal), en gebruik de TIME/VALUE draaischijf om een geschikt MIDI kanaal in te stellen. OFF: Er worden voor de drums geen nootberichten verzonden. 7. Speel de uitvoering van de ritmische begeleiding af. De ritmische en baspatronen worden nu beide door de MIDI geludismodule afgespeeld. Pas indien nodig het volume van de uitvoeringen op de MIDI geluidsmodule aan. 223

300 Drum en baspatronen op een externe MIDI geluidsmodule afspelen Drumgeluiden en nootnummers Hieronder wordt het verband tussen drumgeluiden en nootnummers weergegeven. Drumnaam Nootnummer Kick 1 C 2 (36) Snare 1 D 2 (38) Gesloten hi-hat F#2 (42) Open hi-hat A#2 (46) Crash bekken C#3 (49) Ride bekken D#3 (51) Tom 1 F 2 (41) Tom 2 A 2 (45) Tom 3 C3 (48) Tom 4 D 3 (50) Stick G 1 (31) Koeienbel G#3 (56) Kick 2 B 1 (35) Snare 2 E 2 (40) Metronoom (klik) A 1 (33) Metronoom (bel) A#1 (34) Claves D#5 (75) Hi-Q D#1 (27) Als de drumgeluiden van uw apparaat dat MIDI geluiden maakt niet zoals hierboven zijn ingedeeld, dient u de geluiden die aan de verschillende nootnummers zijn toegewezen te wijzigen. Zie de handleiding van de MIDI geluidsmodule over details hoe u dit doet. 224

301 Externe MIDI sequencers en ritmemachines synchroniseren U kunt het tempo en de tijdspositie van de BR-1600CD als master tempo en tijdspositie gebruiken, zodat externe sequencers en ritmemachines met de weergave van de BR- 1600CD kunnen worden gesynchroniseerd (Master Sync). U heeft beschikking tot de volgende drie synchronisatiemethoden. Een MIDI sequencer of ritmemachine kan met behulp van de MIDI timing klok van de BR-1600CD met het tempo van de ritmische begeleiding worden gesynchroniseerd. Een MIDI sequencer kan met behulp van MTC met de afspeeltijd worden gesynchroniseerd. De tempovariaties die in een MIDI sequencer of ritmemachine zijn geprogrammeerd kunnen op de BR- 1600CD als sync spoor worden opgenomen, en de sequencer of ritmemachine kan vervolgens met behulp van de opgenomen tempi worden afgespeeld. Zelfs wanneer MIDI sequencers niet MTC of MMC compatibel zijn, kunt u de geluiden als Song Position Pointers (song positie aanduidingen) worden ondersteund, met behulp van de MIDI timing klok met de ritmische begeleiding synchroniseren. Houd er echter rekening mee, dat u voor de ritmische begeleiding van tevoren een tempofolder dient te maken. zie Tempi van afzonderlijke maten instellen (Tempo Map) (p. 197). Een MIDI apparaat met behulp van de MIDI timing klok met het tempo van het ritme synchroniseren Dit is de eenvoudigste van de drie synchronisatiemethoden, en deze kan voor de meeste MIDI sequencers en ritmemachines worden gebruikt om ze te synchroniseren. In dit geval wordt de MIDI timing klok als synchronisatiemeester gebruikt. Dit houdt in dat de MIDI timing klok een signaal is dat in overeenstemming met het huidige tempo zes keer per zestiende noot wordt verzonden. Het signaal kan worden gebruikt om MIDI sequencers en ritmemachines op de hoogte te stellen hoeveel tijd er vanaf het begin van de song is verstreken, zodat deze externe apparaten kunnen worden gesynchroniseerd. Aangezien de meeste MIDI sequencers en ritmemachines die vandaag de dag worden verkocht MIDI timing kloksignalen ondersteunen, biedt deze methode waarschijnlijk de meest eenvoudige manier om synchronisatie te verwezenlijken. 1. Gebruik een MIDI kabel om de BR-1600CD zoals in de onderstaande figuur op de MIDI geluidsmodule aan te sluiten. fig Zie de bijbehorende handleiding voor meer informatie over MIDI sequencer gebruiksmethoden. Zie p. 231 voor details over MMC. De BR-1600CD ondersteunt bediening in de slaaf Ritmemachine of MIDI sequencer MIDI IN MIDI OUT Hoofdstuk 5 (slave) functie niet. met andere woorden, het is niet mogelijk om de BR-1600CD met het tempo en de tijdspostie van een externe MIDI sequencer of ritmemachine te synchroniseren. Synchronisatie is mogelijk MIDI OUT MIDI IN BR-1600CD Master Synchronisatie is niet mogelijk Externe ritmemachine 2. Druk op [UTILITY]. Het Utility menuvenster verschijnt. fig.12-12d BR-1600CD MIDI IN MIDI OUT Externe ritmemachine Slaaf 225

302 Externe MIDI sequencers en ritmemachines synchroniseren 3. Zet de cursor op het SYNC icoon, en druk op [ENTER/ YES]. Als alternatief kunt u, als op dit moment het SYNC icoon wordt weergegeven, op [F2] (SYNC) drukken. Het venster waarin u synchronisatie instellingen kunt doen verschijnt. fig.50-06d 4. Zet de cursor op Sync Generator, en gebruik de TIME/VALUE draaischijf om MIDI CLOCK te selecteren. Sync Generator: Deze parameter stelt het type synchronisatiesignaal dat via de MIDI OUT poort wordt uitgevoerd in. Zorg ervoor dat één van de volgende signaaltypen voor transmissie is geselecteerd, als u met behulp van een synchronisatiesignaal vanaf een extern MIDI apparaat synchroon wilt werken. OFF: Er wordt geen synchronisatiesignaal verzonden. MTC: MTC (MIDI Time Code (MIDI tijdcode)) wordt verzonden. MIDI CLOCK: Op basis van het ritmische tempo worden MIDI timing kloksignalen verzonden. Een MIDI sequencer met behulp van MTC met de weergave synchroniseren De term MIDI Time Code (MTC) (MIDI tijdcode) verwijst naar een soort tijdsynchronisatie bericht dat vanuit elk frame wordt uitgevoerd, om ervoor te zorgen dat MIDI sequencers gesynchroniseerd kunnen worden. Aangezien MTC op tijd en niet op tempo is gebaseerd, geeft het u de mogelijkheid om zeer precies te synchroniseren. Hoewel deze techniek voornamelijk voor videoapparatuur en dergelijke wordt gebruikt, zijn ook veel MIDI sequencers MTC compatibel. 1. Stel allereerst de MIDI sequencer zo in dat hij op basis van MTC signalen functioneert. Zie de handleiding van de MIDI sequencer voor meer informatie over de instellingsmethoden hiervan. 2. Gebruik een MIDI kabel om de BR-1600CD zoals in de onderstaande figuur op de MIDI geluidsmodule aan te sluiten. fig MIDI sequencer MIDI IN MIDI OUT 5. Druk meerdere malen op [EXIT/NO] om naar het beginvenster terug te keren. 6. Start de weergave op de BR-1600CD. Als het afspelen begint, begint de MIDI sequencer ook synchroon te spelen. 3. Druk op [UTILITY]. Het Utility menuvenster verschijnt. fig.12-12d 4. Zet de cursor op het SYNC icoon, en druk op [ENTER/ YES]. Als alternatief kunt u, als op dit moment het SYNC icoon wordt weergegeven, op [F2] (SYNC) drukken. 226

303 Externe MIDI sequencers en ritmemachines synchroniseren fig.50-09d Het Sync parametervenster verschijnt. 5. Zet de cursor op Sync Generator, en gebruik de TIME/VALUE draaischijf om MTC te selecteren. De BR-1600CD is nu zo ingesteld dat hij MTC signalen verzendt. 6. Zet de cursor op MTC Type, en gebruik de TIME/ VALUE draaischijf om een geschikt MTC type te selecteren. U dient ervoor te zorgen dat het MTC type van de BR- 1600CD met het type van de externe MIDI sequencer overeenkomt. Zie de handleiding van de MIDI sequencer voor meer informatie over de instellingsmethoden hiervan. Zie Over MTC types hieronder voor meer details over MTC types. 7. Start de weergave op de BR-1600CD. Als het afspelen begint, begint de MIDI sequencer ook synchroon te spelen. Over MTC types De volgende MTC types kunnen op de BR-1600CD worden geselecteerd. Stel, nadat u de specificaties van uw MIDI sequencer heeft gecontroleerd, het MTC type in. 8. Druk, als de benodigde instellingen zijn gedaan, meerdere malen op [EXIT/NO] om naar het beginvenster terug te keren. Als u MTC gebruikt, dienen de instellingen zo te zijn gedaan dat de MIDI sequencer met een externe MTC bron wordt gesynchroniseerd. Als u de MIDI timing klok gebruikt, dienen de instellingen zo te zijn gedaan dat de MIDI sequencer met een externe MIDI timing klok bron wordt gesynchroniseerd. Drop en non-drop MTC formaten Videorecorders van het NTSC type gebruiken twee soorten MTC formaat namelijk, drop en non-drop. terwijl frames bij het non-drop formaat continu zijn, slaat MTC van het drop formaat elke minuut, behalve op de 10 e, 20 e, 30 e en 50 e, een frame over, om zodoende kleurenvideo van het NTSC type te kunnen ondersteunen. Over het algemeen gesproken, is het bij het maken van muziek en videobeelden eenvoudiger om met continue frames te werken, en daarom worden nondrop formaten normaliter vaker gebruikt. MTC van het drop formaat wordt echter vaak door bedrijven die de signalen uitzenden gebruikt, omdat de tijd code dan aan de daadwerkelijke kloktijd dient te worden gekoppeld N 29D frames per seconde non-drop formaat. Dit formaat wordt over het algemeen gebruikt voor geluidsapparatuur als analoge bandrecorders en NTSC zwart-wit video apparatuur (zoals die in Japan en de VS worden gebruikt). 29,97 frames per seconde non-drop formaat. Dit formaat wordt over het algemeen gebruikt voor NTSC kleurenvideo apparatuur (zoals die in Japan en de VS worden gebruikt). 29,97 frames per seconde drop formaat. Dit formaat wordt over het algemeen gebruikt voor NTSC voor uitzending geschikte kleurenvideo apparatuur (zoals die in Japan en de VS worden gebruikt). 25 frames per seconde frame-snelheid formaat. Dit formaat wordt over het algemeen gebruikt voor SECAM en PAL videotypes (zoals die in Europa en elders worden gebruikt), geluidsapparatuur en films. 24 frames per seconde frame-snelheid formaat. Dit formaat wordt in de VS over het algemeen voor films gebruikt. Hoofdstuk 5 227

304 Externe MIDI sequencers en ritmemachines synchroniseren De weergave van het TIME veld wijzigen Als u vanaf de BR-1600CD MTC signalen verzendt om deze met een extern MIDI apparaat te synchroniseren, kunt u de manier waarop de tijd in het TIME veld wordt weergegeven wijzigen. 1. Zet de cursor in het Sync parametervenster op het Time Display Format veld, en gebruik de TIME/ VALUE draaischijf om een weergave formaat te selecteren. Weergave formaat van de tijd Deze parameter wordt gebruikt om de standaard tijd die in het TIME veld van het beeldscherm wordt aangegeven in te stellen. Hoewel het weergave formaat normaalgesproken op ABS staat ingesteld, kunt u het, indien nodig, als u MTC signalen vanaf de BR-1600CD verzendt om deze met een extern MIDI apparaat te synchroniseren, op REL zetten. ABSOLUTE TIME (absolute tijd) Er wordt een bepaalde offset tijd aan de weergegeven tijd toegevoegd. RELATIVE TIME (relatieve tijd) De begintijd van de song wordt als 00:00: weergegeven. 2. Zet de cursor op Time Offset, en gebruik de TIME/ VALUE draaischijf om een geschikte offset tijd te selecteren. Telkens wanneer u externe MIDI apparaten met de BR- 1600CD synchroniseert, wordt er een offset tijd gebruikt, zodat de MTC tijd met de song tijd op één lijn komt. Specifiek gezien wordt de offset bepaald door de gewenste afspeeltijd op de BR-1600CD van de gewenste afspeeltijd op de MTC gesynchroniseerde externe MIDI apparaten af te trekken. De volgende offset tijden kunnen bijvoorbeeld worden ingesteld, om er, als de song tijd van de BR-1600CD 01h00m00s00 is, voor te zorgen dat externe MIDI apparaten op de onderstaande MTC tijden spelen. Een MIDI apparaat synchroniseren door de tempowijzigingen hiervan op de BR-1600CD opnemen (Sync Track) U kunt de onderstaande procedure gebruiken om van een extern MIDI apparaat of ritmemachine MIDI timing kloksignalen op de BR-1600CD te ontvangen, zodat u de tempi van de weergave van het MIDI apparaat kunt opsporen, en op basis hiervan automatisch ritmische tempi kunt creëren. Een tempo opname die op deze wijze wordt gemaakt wordt een Sync Track (sync spoor) genoemd. Als u deze in combinatie met MIDI timing klokberichten gebruikt, kunt u het externe MIDI apparaat met de BR-1600CD synchroniseren, terwijl alle oorspronkelijk geprogrammeerde tempowijzigingen behouden blijven. Voordat synchronisatie mogelijk is dient er een sync spoor te worden gemaakt 1. Stel de MIDI sequencer of ritmemachine als synchronisatiemeesster in, en zorg ervoor dat er MIDI timing kloksignalen kunnen worden verzonden. Zie de handleiding van de MIDI sequencer of ritmemachine voor meer informatie over de instellingsmethoden hiervan. 2. Gebruik een MIDI kabel om de BR-1600CD zoals in de onderstaande figuur op de MIDI geluidsmodule aan te sluiten. fig Ritmemachine of MIDI sequencer MIDI OUT MIDI IN BR-1600CD song tijd MTC op MIDI apparaten Offset tijd 01h00m00s00 01h30m00s00 00h30m00s00 01h00m00s00 00h30m00s00 23h30m00s00 3. Druk meerdere malen op [EXIT/NO] om naar het beginvenster terug te keren. 3. Druk op [UTILITY] Het Utility Menu venster verschijnt. 228

305 Externe MIDI sequencers en ritmemachines synchroniseren fig.12-12d 4. Zet de cursor op het SYNC TRACK icoon, en druk op [ENTER/YES]. Als alternatief kunt u, als het SYNC TRACK icoon op dit moment wordt weergegeven, op [F3] (SYNC TRACK) drukken. Het Waiting for CLock... bericht verschijnt, en de BR- 1600CD komt in de MIDI Timing Clock standby toestand. fig.50-12d Laten we nu proberen om, op basis van het sync spoor dat is gemaakt, de weergave van de MIDI sequencer of ritmemachine met de BR- 1600CD te synchronireren. 1. Lees in de handleiding van de MIDI sequencer of ritmemachine hoe u dit apparaat als synchronisatieslaaf instelt en de ontvangst van MIDI timing kloksignalen mogelijk maakt. 2. Sluit de MIDI kabel weer aan zoals hieronder is aangegeven. fig Ritmemachine of MIDI sequencer MIDI IN 5. Start de weergave op de MIDI sequencer of ritmemachine. De BR-1600CD begint de MIDI timing kloksignalen op te nemen. Let erop dat het niet mogelijk is om tijdens het opnemen van deze signalen weergaven of opnames uit te voeren. Het is tevens niet mogelijk om ritmische uitvoeringen af te spelen. U kunt tempi binnen een bereik van 25 tot en met 250 BPM opnemen. Alle tempi die boven de 250 BPM liggen worden als 250 BPM opgenomen; op gelijke wijze worden alle tempi die onder de 25 BPM liggen als 25 BPM opgenomen. Er kunnen op een sync spoor ongeveer achtste noten (d.w.z. ongeveer 500 maten met een tijdssignatuur van 4/4) worden opgenomen. Als deze limiet bereikt is, stopt de BR-1600CD automatisch met opnemen. 3. Druk op [UTILITY]. Het Utility menuvenster verschijnt. fig.12-12d MIDI OUT Hoofdstuk 5 6. Stop de weergave op de externe MIDI sequencer of ritmemachine, als de weergave het punt waarop u wilt stoppen met opnemen heeft bereikt. De opname van de MIDI timing kloksignalen stopt automatisch, en het beeldscherm keert naar het beginvenster terug. Hiermee is het proces waarin een sync spoor wordt gemaakt voltooid. 7. Sla de huidige song op (p. 72), als u het sync spoor dat is gemaakt wilt bewaren. Let erop dat u per song maar één sync spoor kunt opnemen. 4. Zet de cursor op het SYNC icoon en druk op [ENTER/ YES]. Als alternatief kunt u, als op dit moment het SYNC icoon wordt weergegeven, op [F2] (SYNC) drukken. Het venster waarin u synchronisatie instellingen kunt doen verschijnt. fig.50-15d 5. Zet de cursor op Sync Source, en gebruik de TIME/ VALUE draaischijf om SYNC TRACK te selecteren. 229

306 Externe MIDI sequencers en ritmemachines synchroniseren fig.50-16d De starttijd van synchronisatie instellen (Sync Offset) TEMPO MAP: De oorspronkelijke tempofolder van het ritmische arrangement wordt gebruikt. SYNC TRACK: Het sync spoor wordt gebruikt. Ga als volgt te werk, als u de externe MIDI sequencer of ritmemachine vanaf het midden van de song wilt synchroniseren. 1. Druk op [UTILITY]. Het Utility menuvenster verschijnt. fig.12-12d SYNC TRACK kan alleen worden geselecteerd als er een sync spoor is opgenomen. 6. Zet de cursor op Sync Generator, en gebruik de TIME/VALUE draaischijf om MIDI CLOCK te selecteren. De BR-1600CD is nu zo ingesteld dat hij MIDI timing kloksignalen verzendt. 2. Zet de cursor op het SYNC icoon en druk op [ENTER/ YES]. Als alternatief kunt u, als op dit moment het SYNC icoon wordt weergegeven, op [F2] (SYNC) drukken. Het venster waarin u synchronisatie instellingen kunt doen verschijnt. fig.50-06d 7. Druk meerdere malen op [EXIT/NO] om naar het beginvenster terug te keren. 8. Zorg ervoor dat de PROGRAMMABLE RHYTHM [ARRANGEMENT/PATTERN] verlicht is. Druk als deze indicator uit is op PROGRAMMABLE RHYTHM [ARRANGEMENT/PATTERN] om ervoor te zorgen dat hij verlicht is. 3. Zet de cursor op Sync Offset, en gebruik de TIME/ VALUE draaischijf om de tijd waarop u het synchroniseren wilt starten te selecteren. fig d U kunt sync sporen alleen in de arrangeerfunctie (Arrangement) gebruiken. Houd er rekening mee dat sync sporen in de patroonfunctie (Pattern) niet functioneren. 9. Start het afspelen op de BR-1600CD. Zodra de weergave start, begint de MIDI sequencer of ritmemachine ook synchroon te spelen. 4. Druk meerdere malen op [EXIT/NO] om naar het beginvenster terug te keren. Als u, nadat u de bovenstaande instellingen heeft voltooid, de BR-1600CD afspeelt, beginnen de externe MIDI sequencer of ritmemachine te spelen vanaf het punt dat u als Sync Offset heeft ingesteld. Als SYNC TRACK is geselecteerd, hebben eventuele bewerkingen van de tempofolder (p. 197) in het ritmische arrangement venster geen effect. Sync spoor instellingen zijn op alle ritmische arrangementen van toepassing. De interne drum/bas/loop frase van de BR-1600CD wordt niet op de tijd die eerder met de Sync Offset is ingesteld afgespeeld. 230

307 Apparaten die MMC compatibel zijn vanaf de BR-1600CD bedienen 2. Druk op [UTILITY]. Het Utility menuvenster verschijnt. Wat is MMC? MMC, een afkorting voor MIDI Machine Control, is een protocol voor het, met behulp van MIDI systeem exclusieve berichten, op afstand bedienen van meerdere opnameapparaten tegelijk. Aangezien dit protocol door de BR-1600CD wordt ondersteund, kan het horden gebruikt om aangesloten MIDI apparatuur te starten, stoppen, terug te spoelen of op een reeks aan overige manieren te bedienen. Houd er echter rekening mee dat niet alle MIDI apparaten met de MMC configuratie van de BR- 1600CD compatibel zijn. In een dergelijk geval is het niet mogelijk om de apparaten volgens onderstaande procedure van afstand te bedienen. Zie MIDI implementatie (p. 288), voor meer details over de MMC functies die door de BR- 1600CD worden ondersteund. De volgende paragraaf beschrijft de instellingen die nodig zijn om een sequencer applicatie op PC basis die MMC en MTC compatibel is te synchroniseren. Bij deze manier van instellen fungeert de BR-1600CD voor zowel MMC en MTC als meester. Zodoende kunt u vanaf de BR-1600CD start, stop, rewind (terugspoelen) en overige soortgelijke sequencer functies op afstand bedienen. fig.12-12d 3. Zet de cursor op het MIDI icoon, en druk op [ENTER/ YES]. Als alternatief kunt u, als het MIDI icoon op dit moment wordt weergegeven, op [F4] (MIDI) drukken. Het MIDI venster verschijnt. fig.50-19d 4. Zet de cursor op MMC Mode, en gebruik de TIME/ VALUE draaischijf om MASTER te selecteren. MMC Mode Deze parameter wordt gebruikt om de MMC bedieningshandeling van de BR-1600CD in te stellen. OFF: Er worden geen MMC signalen verzonden. MASTER: Er worden MMC signalen verzonden, en de BR-1600CD fungeert in de MIDI omgeving als master. 1. Gebruik een MIDI kabel om de BR-1600CD zoals in de onderstaande figuur is aangegeven op de PC aan te sluiten. fig Druk op [EXIT/NO], zet de cursor op het SYNC icoon en druk vervolgens op [ENTER/YES]. Het is nu mogelijk om MTC te gebruiken om te synchroniseren. Zie stap 4 en volgende onder Een MIDI apparaat met behulp van de MIDI timing klok met het tempo van het ritme synchroniseren (p. 225), voor meer details. Hoofdstuk 5 MIDI IN MIDI OUT 6. Stel de sequencer software op MMC in. In de sequencer software die u wilt gebruiken dient de volgende instelling te worden gemaakt. Zie de handleiding van de applicatie in kwestie voor details over hoe u dit doet. MTC: Ontvangen MTC type: Stel dit in op hetzelfde MTC type als het type dat op de BR-1600CD is ingesteld. MMC: Ontvangen 7. Druk meerdere malen op [EXIT/NO] om naar het beginvenster terug te keren. 231

308 Spoorvolumes via MIDI bedienen (MIDI Fader) De BR-1600CD kan fadercommando s in de vorm van MIDi signalen (MIDI fader) zowel verzenden als ontvangen. Naast fadersignalen kunnen op dezelfde wijze ook expressie pedaalsignalen worden verzonden en ontvangen. Door deze functie te gebruiken om fader en expressie pedaalfuncties op een extern apparaat, zoals een MIDI sequencer, op te nemen en af te spelen, kunt u het afmixen van BR-1600CD uitvoeringen en overige procedures op afstand bedienen. Van de volgende fadertypen kunnen signalen worden verzonden en ontvangen. Faders van spoor 1 tot en met 8 en 9/10 tot en met 15/16 De MASTER fader Een expressiepedaal De MIDI Fader functie in en uitschakelen Gebruik de volgende procedure om het via MIDI verzenden en ontvangen van fadercommando s in en uit te schakelen. Aangezien de MIDI Fader functie bij aankoop is uitgeschakeld, dient u deze functie, als u hem wilt gaan gebruiken, eerst in te schakelen. 1. Druk op [UTILITY]. Het Utility menuvenster verschijnt. fig.12-12d U kunt functiesignalen van de INPUT SENS en INPUT LEVEL draaiknoppen niet via MIDI communiceren. 2. Zet de cursor op het MIDI icoon, en druk op [ENTER/ YES]. Als alternatief kunt u, als het MIDI icoon op dit moment wordt weergegeven, op [F4] (MIDI) drukken. Het MIDI venster verschijnt. fig50-21d 3. Zet de cursor op MIDI Fader, en gebruik de TIME/ VALUE draaischijf om ON te selecteren. De gegevens met fadercommando s worden nu via controller nummer 7 verzonden en ontvangen (d.w.z. kanaalvolume). Als de BR-1600CD wordt uitgeschakeld, blijft de aan/uit instelling van de MIDI Fader functie behouden. Let er echter op dat deze instellingsgegevens verloren gaan, als u de BR-1600CD niet volgens de juiste afsluitingsprocedure uitzet. 232

309 Spoorvolumes via MIDI bedienen (MIDI Fader) Het MIDI kanaal van de MIDI fader instellen Bij aankoop zijn in eerste instantie de volgende MIDI kanalen aan de faders en het expressiepedaal van de BR-1600CD toegewezen. Spoor 1 tot en met 8: Kanaal 1 tot en met 8 Spoor 9/10: Kanaal 9 Als de BR-1600CD wordt uitgeschakeld, blijft de aan/uit instelling van de MIDI Fader functie behouden. Let er echter op dat deze instellingsgegevens verloren gaan, als u de BR-1600CD niet volgens de juiste afsluitingsprocedure uitzet. Spoor 11/12: Kanaal 11 Spoor 13/14: Kanaal 13 Spoor 15/16: Kanaal 15 MASTER fader Kanaal 16 Expressiepedaal OFF (uit) Gebruik de volgende procedure om deze kanaalinstellingen eventueel te wijzigen. 1. Druk op [UTILITY]. Het Utility menuvenster verschijnt. fig.12-12d De huidige faderstanden bepalen Als er via MIDI gegevens met fader commando s worden ontvangen, wordt de instelling van de bijbehorende fader gewijzigd, terwijl de fader zelf op dezelfde positie blijft staan. Als gevolg hiervan komen het volumeniveau dat door de fader wordt aangegeven en het daadwerkelijke volumeniveau niet meer overeen. In een dergelijk geval kunt u de volgende procedure gebruiken om de faderstand en het daadwerkelijke volumeniveau te bepalen. 1. Druk op [UTILITY]. Het Utility menuvenster verschijnt. 2. Zet de cursor op het MIDI icoon, en druk op [ENTER/ YES]. fig.12-12d Als alternatief kunt u, als het MIDI icoon op dit moment wordt weergegeven, op [F4] (MIDI) drukken. fig.50-23d Het MIDI venster verschijnt. 3. Zet de cursor op één van de kanaalinstellingen (d.w.z. Track 1 Channel tot en met Track 15&16 Channel, Master Fader Channel en EXP Pedal Channel ), en gebruik de TIME/VALUE draaischijf om de toewijzing van het kanaal te wijzigen. OFF: Fadercommando gegevens worden niet via MIDI gecommuniceerd. 1 tot en met 16 Dit kanaal wordt gebruikt om gegevens met fadercommando s te verzenden en ontvangen. Als voor een aantal verschillende faders hetzelfde MIDI kanaal is ingesteld, worden eventuele gegevens met fadercommando s die op dat kanaal worden ontvangen gebruikt om alle bijbehorende faders gelijktijdig te bedienen. 2. Zet de cursor op het FADER icoon, en druk op [ENTER/ YES]. Als alternatief kunt u, als het FADER icoon op dit moment wordt weergegeven, op [F1] (FADER) drukken. Er verschijnt een venster dat de diverse faderstanden weergeeft. fig.50-25d : Positie van de fader (d.w.z. het aangegeven volume). : Daadwerkelijke fader instelling (d.w.z. het daadwerkelijke volumeniveau). Telkens wanneer u een fader fysiek beweegt, wordt de daadwerkelijke faderinstelling aan de faderstand gekoppeld. Dit wordt in het fadervenster door aangegeven. Hoofdstuk 5 233

310 Vanaf een MIDI keyboard drum en baspatronen invoeren Hoewel u de spoorknoppen en faders van de BR-1600CD kunt gebruiken om drum en baspatronen in te voeren, kan de invoerprocedure worden vereenvoudigd en kunnen de nootvolumes op veel preciezere wijze worden bediend, als u voor deze doeleinden een extern MIDI keyboard gebruikt. 1. Sluit zoals in de figuur hieronder is aangegeven een extern MIDI keyboard aan. fig MIDI keyboard MIDI OUT MIDI IN 2. Start een realtime drum of bas opname (p. 153, p. 167). U kunt nu het MIDI keyboard gebruiken om drum en bas uitvoeringsgegevens in te voeren. In sommige gevallen, afhankelijk van het bereik, kan het zijn dat de BR-1600CD geen geluid produceert als u een toets op het MIDI keyboard indrukt. Dit komt door het feit dat er slechts een van tevoren bepaald bereik aan nootnummers aan geluiden zijn toegewezen, ongeacht of u drum of bas gebruikt. Zie drumgeluiden en nootnummers (p. 224), voor meer gedetailleerde informatie. Ongeacht het geselecteerde geluid, is voor bas bovendien de laagste noot C-1 (0), en de hoogste noot C5 (72). Houd er echter rekening mee dat er bij noten onder de C1 en boven de C4 een slechte geluidskwaliteit of behoorlijk veel ruis kan optreden. Als de drum en basgeluiden niet tijdens een realtime opname worden gespeeld, kan het zijn dat er geen Note berichten vanaf het externe MIDI keyboard worden verzonden. Raadpleeg de handleiding van het MIDI keyboard, en wijzig de instellingen zodat de Note berichten op de juiste wijze vanaf het externe MIDI keyboard worden verzonden. 234

311 Externe videoapparatuur vanaf de BR-1600CD bedienen (V-LINK) Wat is V-LINK? V-LINK ( ) is een functie, waarmee u audio en video kunt regelen. Als V-LINK in combinatie met een V- LINK compatibel videoapparaat wordt gebruikt, kunt u deze functie gebruiken om op een expressieve, eenvoudige en zeer prettige manier een reeks aan videoeffecten toe te passen. Wat kan V-LINK? Als u de BR-1600CD bijvoorbeeld met behulp van de V-LINK functie met een Edirol DV-7PR zou combineren, zou u de volgende commando s vanaf de BR-1600CD kunnen bedienen De benodigde gegevens voor DV-7PR uitvoeringen op afstand instellen. Met behulp van de spoorknoppen van videosegment (d.w.z. clip of palet) wisselen. Met behulp van de VALUE draaiknoppen de helderheid van het beeld en de toon regelen Door acties van spoorknoppen en VALUE draaiknoppen op te nemen automatisch videogegevens regelen. U dient een Edirol UM-1 of UM-1S (los verkrijgbaar) te gebruiken om de BR-1600CD en de DV-7PR op elkaar aan te sluiten. Start, als u een DV-7PR gebruikt, de Presentation functie daarvan op. V-LINK gebruiken fig Druk op [V-LINK]. Deze knop licht op, de V-LINK functie wordt ingeschakeld en het V-LINK venster verschijnt. fig.51-03d 1, V-LINK apparatuur aansluiten Draai, om storing, speakerschade en dergelijke te voorkomen, tijdens het aansluitingsproces alle volumes omlaag en schakel vervolgens alle apparaten uit. fig USB MIDI OUT De informatie die voor de V-LINK instellingen nodig is wordt nu vanaf de BR-1600CD via de MIDI OUT poort verzonden, en de DV-7PR wordt automatisch zo ingesteld dat hij vanaf afstand bediend kan worden. 2. Bedien de spoorknoppen en VALUE draaiknoppen, terwijl u de DV-7PR bekijkt. De videoweergave wordt naar aanleiding hiervan geregeld. Bij aankoop zijn de volgende functies aan de spoorknoppen en VALUE draaiknoppen van de BR-1600CD toegewezen. Hoofdstuk 5 Gebruik een UM-1 om de MIDI OUT poort van de BR- 1600CD op de afstandsterminal (remote) van de DV-7PR aan te sluiten. Een spoorknop indrukken: De DV-7PR of elk ander aangesloten videoapparaat speelt de clip in overeenstemming met het clipnummer dat aan de spoorknop is toegewezen af. Een spoorknop indrukken terwijl u [V-TRACK] ingedrukt houdt: Er kan voor het aangesloten videoapparaat een palet worden geseelcteerd. Aan de VALUE 1-4 draaiknoppen draaien: De DV-7PR of elk ander aangesloten videoapparaat 235

312 Externe videoapparatuur vanaf de BR-1600CD bedienen (V-LINK) regelt de weergave in overeenstemming met de functie die aan de draaiknop is toegewezen. 3. Druk op [F2] (STOP CLIP) om de videoweergave op de DV-7PR te stoppen. De videoweergave stopt. 4. Druk nogmaals op [V-LINK] om de V-LINK functie uit te schakelen. Deze knop gaat uit en het beeldscherm keert naar het beginvenster terug. Toewijzingen van de V-LINK functie wijzigen 1. Druk op [F1] (ASSIGN). Het venster waarin u V-LINK functies kunt toewijzen verschijnt. fig.51-04d Er treedt tussen het feitelijke indrukken van de spoorknop en het wisselen van de video enige vertraging (ca. 200 tot 300 ms) op. Het is niet mogelijk om als V-LINK wordt ingeschakeld een ander venster dan het beginvenster op te vragen. Als u op een spoorknop drukt, terwijl u [V-TRACK] ingedrukt houdt, wordt Palette 1 tot en met Palette 12 aan de spoorknoppen van spoor 1 tot en met 8 en spoor 9/10 tot en met 15/16 toegewezen. Houd er rekening mee, dat het niet mogelijk is om voor het aanpassen van toewijzingen paletten die het nummer 13 of hoger dragen te selecteren. Als u alleen maar een palet aangeeft, zorgt dit er niet voor dat de video verandert. Deze selectie is bij de volgende wisseling van clip pas van kracht. Met de BR-1600CD kunt u de clipnummers die aan spoorknoppen en bedieningshandelingen die aan de draaiknoppen VALUE1 tot en met VALUE4 zijn toegewezen vrijelijk aanpassen. Zie Toewijzingen van de V-LINK functie wijzigen hieronder, voor meer details. 2. Gebruik [CURSOR] en de TIME/VALUE draaischijf om de nummertoewijzingen van de spoorknoppen te wijzigen. U kunt clip 1 tot en met 32 (oftewel CL1 tot en met 32) aan de spoorknoppen toewijzen. Bij aankoop zijn CL1 tot en met CL12 al aan de spoorknoppen van spoor 1 tot en met 8 en spoor 9/10 tot en met 15/16 toegewezen. De MIDI Program Change (programmawijziging) berichten 00H tot en met 1FH worden voor clip 1 tot en met 32 via de MIDI OUT poort uitgevoerd. 3. Gebruik [CURSRO] en de TIME/VALUE draaischijf om de toewijzingen van de VALUE draaiknopfuncties te wijzigen. U kunt de volgende functies aan de VALUE draaiknoppen toewijzen. V-LINK functie Beeldscherm Verzonden MIDI bericht Afspeelsnelheid PLAY SPEED CC 10 (panpot) Dissolve tijd (d.w.z. video wisseltijd) DISSOLVE CC 5 (portamento time) Geluidsniveau AUDIO LVL CC 7 (volume) Kleur Cb (kleurverschil COLOR CB CC 72 (release) signaal) Kleur Cr (kleurverschil COLOR CR CC 71 (resonance) signaal) Helderheid BRIGHTNESS CC 74 (cut-off) Visuele effecten 1 VFX1 CC 1 (modulation) (VFX1) Visuele effecten 2 VFX2 CC 91 (reverb) (VFX2) Visuele effecten 3 VFX3 CC94 (celeste) (VFX3) Visuele effecten 4 VFX4 CC95 (phaser) (VFX4) Master Fader MASTER CC 73 (attack) T Balk T BAR CC 11 (expression) 236

313 Externe videoapparatuur vanaf de BR-1600CD bedienen (V-LINK) V-LINK functie Beeldscherm Verzonden MIDI bericht Dual Stream DUAL STREAM CC 64 (hold 1) 4. Druk, als u klaar bent met het maken van instellingen, op [EXIT/NO] om naar het V-LINK venster terug te keren. V-LINK bedieningshandelingen opnemen en afspelen Door video bedieningshandelingen die met behulp van de spoorknoppen en VALUE draaiknoppen worden uitgevoerd op te nemen en af te spelen, kunt u synchroon met de weergave van de BR-1600CD videogegevens bedienn. Opgenomen bedieningshandelingen afspelen Voer, terwijl V-LINK [REC] verlicht is, de volgende procedure uit. 1. Druk op [ZERO] om naar het begin van de song te verspringen, en druk vervolgens op [PLAY]. Zodra de BR-1600CD de weergave start, begint de weergave van de opgenomen V-LINK bedieningshandelingen, en wordt het videoapparaat automatisch bediend. Hoewel u op dit moment met behulp van de spoorknoppen en VALUE draaiknoppen bedieningshandelingen kunt uitvoeren, worden deze realtime bedieningssignalen met de weergave van de opgenomen bedieningssignalen gemengd, zodat het mogelijk is dat het gewenste effect niet bereikt kan worden. Bedieningshandelingen opnemen Voer, terwijl de V-LINK functie is ingeschakeld, de volgende procedure uit. 1. Druk op V-LINK [REC]. V-LINK [REC] begint te knipperen, wat betekent dat de BR-1600CD nu klaar is voor V-LINK opname. Rechtsboven in het venster wordt PLAYBACK: ON weergegeven, wat aangeeft dat de V-LINK bediening voor opnemen en afspelen kan worden gebruikt. Als er eerder bedieningshandelingen zijn opgenomen, worden deze verwijderd als u op V-LINK [REC] drukt. 2. Druk op [ZERO] om naar het begin van de song te verspringen, en druk vervolgens op [PLAY]. Zodra de BR-1600CD de weergave start, begint de V- LINK opname. Gebruik de spoorknoppen en de VALUE draaiknoppen om de gewenste V-LINK functies uit te voeren. Al deze bedieningshandelingen worden opgenomen. 3. Druk op het punt waar u de V-LINK opname wilt stoppen op [STOP]. V-LINK [REC] stopt met knipperen en blijft verlicht. Daarnaast beëindigt de BR-1600CD de opname van de V-LINK functies. 2. Druk op [F4] (ON/OFF) om PLAYBACK op OFF te zetten, als u de automatische V-LINK bediening wilt beëindigen. Rechtsboven in het venster wordt PLAYBACK: OFF weergegeven, wat aangeeft dat de V-LINK bediening van de opname en weergave is uitgeschakeld. De automatische V-LINK bediening wordt tijdelijk gestopt, en er is alleen handmatige realtime bediening mogelijk. 3. Druk op [F4] (ON/OFF) om PLAYBACK op ON te zetten, als u de automatische V-LINK bediening wilt hervatten. Opgenomen bedieningshandelingen wissen U kunt de volgende procedure gebruiken om alle bedieningshandelingen die zijn opgenomen te wissen. 1. Druk in het V-LINK venster op [F3] (ERASE). Het Erase V-LINK Control? (V-LINK bediening wissen?) bericht verschijnt. fig50-05d Hoofdstuk 5 2. Druk op [ENTER/YES]. Druk op [EXIT/NO] als u deze gegevens niet wilt wissen. De opgenomen gegevens worden gewist. Als het Complete! bericht verschijnt, betekent dit dat dit commando is voltooid. 237

314 238 MEMO

315 USB gebruik Hoofdstuk 6 USB gebruik 239

316 Voordat u USB gaat gebruiken (overzicht) De BR-1600CD is uitgerust met een USB aansluiting, waarmee u de BR-1600CD direct op een computer kunt aansluiten. Dit vergemakkelijkt het maken van back-ups voor uw belangrijke songgegevens, en het uitwisselen van bestanden tussen de BR-1600CD en de computer. USB, een afkorting voor Universal Serial Bus, is een type interface voor het aansluiten van computers op diverse randapparatuur. Met het gebruik van USB kunt u verschillende soorten randapparatuur op elkaar aansluiten met maar één USB kabel, en er is ook snelle overdracht van gegevens mee mogelijk. Daarbij kunt u randapparatuur aansluiten en loskoppelen terwijl de computer aanstaat, en de computer kan automatisch apparaten die nieuw zijn aangesloten, herkennen (het kan zijn dat u instellingen moet maken als u bepaalde apparaten aansluit). Belangrijk Als u de BR-1600CD aansluit op uw PC met een USB kabel, worden alle mappen en bestanden die op de harde schijf van de BR-1600CD staan op de monitor van uw PC afgebeeld, en kunt u deze bestanden via USB aanpassen, verwijderen of aanvullen naar gelang u wilt. Ook kunt u de harde schijf van de BR-1600CD op afstand initialiseren, met behulp van uw PC. Houd er alleen wel rekening mee dat als bestanden en mappen zijn aangepast, verwijderd of aangevuld met behulp van uw PC, de BR-1600CD wellicht niet meer op de juiste manier functioneert, en er misschien belangrijke informatie verloren is gegaan. Het is daarom van cruciaal belang dat er geen handelingen anders dan die hieronder worden beschreven, worden uitgevoerd met gebruik van USB. Daarbij accepteert BOSS/Roland geen verantwoordelijkheid voor het onjuist gebruiken van de BR-1600CD of voor het verlies van gegevens dat voortvloeit uit het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel. Voer de volgende operaties niet uit als u overschakelt naar de USB functie of bij het verzenden van gegevens. Deze handelingen kunnen tot gevolg hebben dat uw computer niet reageert op de gegevens. Gegevens op geheugenkaarten kunnen ook vervuild zijn. Zorg dat u niet: De USB kabel loskoppelt De computer in spaarstand (standby) of slaapstand zet of deze herstart of uitzet De BR-1600CD uitzet Operaties die kunnen worden uitgevoerd via USB USB wordt op de BR-1600CD gebruikt voor de volgende taken: Back-ups maken voor de gegevens van de BR-1600CD Het lezen van back-upgegevens terug naar de BR- 1600CD, vanaf de PC (Recover) Het opslaan van spoorgegevens van de BR-1600CD in WAV/AIFF formaat (WAV/AIFF Export) Het laden van WAV/AIFF bestanden naar sporen van de BR-1600CD (WAV/AIFF Import) Realtime geluidssignalen en MIDI boodschappen kunnen niet worden uitgezonden via de USB aansluiting van de BR-1600CD. Compatibele OS Windows: Windows ME/2000/XP of daarna Macintosh: Mac OS 9.1.x/9.2 De USB functie van de BR-1600CD is niet compatibel met Mac OS X. Voor de beschikbaarheid van een toekomstige software upgrade kunt u kijken op de officiële website van Roland. Driver: De BR-1600CD gebruikt een standaard DRIVER die u vindt op de OS. De DRIVER wordt automatisch geïnstalleerd als de BR-1600CD eenmaal is aangesloten op een computer, via USB. Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik van Windows XP of Windows 2000 Als u Windows XP/2000 gebruikt, log in bij Windows als één van de volgende gebruikers-: Administrator of een andere gebruiker met dezelfde privileges als iemand uit de groep Administrators. Een gebruiker met Computer Administrator als accounttype Houd er rekening mee dat u de USB aansluiting niet op de juiste manier kunt afsluiten als de gebruikers-naam er niet één is die hierboven beschreven staat. Neem contact op met de systeembeheerder voor meer gedetailleerde informatie over de computer die u gebruikt. 240

317 Voordat u USB gaat gebruiken (overzicht) Een computer aansluiten Gebruik de USB kabel om de BR-1600CD op uw computer aan te sluiten. Koop USB kabels bij een computerwinkel of andere verkooppunten. fig USB aansluiting van uw computer USB kabel Als u, in Windows, op het BR-1600CD icoon of het Removable Disk (*:) icoon of in, Mac Os, op het BR-1600CD icoon dubbelklikt, worden alle bestanden en mappen die op de harde schijf van de BR-1600CD staan, afgebeeld op het venster. De structuur van de bestanden en mappen op de harde schijf is als volgt. fig Root SONG0001 map Songparameter Opgenomen gegevens Ritmegegevens Effectgegevens Loop Phrase gegevens V-LINK gegevens SONG0002 map Als de harde schijf van de BR-1600CD is geinitialiseerd met een aantal verschillende partities, is alleen de huidige partitie aangesloten op de PC. Datastructuur van de harde schijf van de BR-1600CD Als u de BR-1600CD aansluit op een PC met een USB kabel, en de USB menuoperaties uitvoert, worden alle mappen en bestanden die op de harde schijf staan, afgebeeld op de monitor van de PC. De mappen worden bij elke song gemaakt USERDATA map Ritmegegevens Effectgegevens USB map WAV / AIFF bestand USERLPH map Loop Phrase gegevens TEMP TEMPLPH Tijdelijk werk-map Tijdelijk werk-map SYSINFO.BR2 Bestanden systeemgegevens fig Bij een aantal versies van het Windows besturingssysteem kan het zijn dat het Removable Disk (*:) icoon wordt afgebeeld. (Ex.) Windows XP Hoofdstuk 6 BR-1600CD BR-1600CD (Ex.) Windows 2000 Removable disk (*:) (Ex.) Macintosh BR-1600CD BR-1600CD 241

Bedieningen Dutch - 1

Bedieningen Dutch - 1 Bedieningen 1. Functieschakelaar Cassette/ Radio/ CD 2. Golfband schakelaar 3. FM antenne 4. CD deur 5. Schakelaar om zender af te stemmen 6. Bass Boost toets 7. CD skip/ voorwaarts toets 8. CD skip/ achterwaarts

Nadere informatie

Praktijk voorbeeld 2: midi opnemen

Praktijk voorbeeld 2: midi opnemen ' Bij dit praktijkvoorbeeld leer je hoe je midi informatie kunt opnemen in Sonar. Aan bod komt ondermeer: - de metronoom - Midi sporen opnemen - Loop recording - punch in en punch out Nieuw Project: Voordat

Nadere informatie

Bediening van de Memory Stick-speler

Bediening van de Memory Stick-speler Bediening Bediening van de Memory Stick-speler Over Memory Sticks Stel Memory Sticks niet bloot aan statische elektriciteit en elektrische bronnen. Dit om te voorkomen dat gegevens op de stick verloren

Nadere informatie

STAGESCAPE M20d ADVANCED GUIDE. Firmware Version 1.20 Addendum. Rev D Line 6, Inc.

STAGESCAPE M20d ADVANCED GUIDE. Firmware Version 1.20 Addendum. Rev D Line 6, Inc. STAGESCAPE M20d ADVANCED GUIDE Rev D Firmware Version 1.20 Addendum 2013 Line 6, Inc. Inhoudsopgave Appendix D: Fader View... D 1 Fader View Werkbalk...D 2 Menu voor het toewijzen van Faders...D 3 Menu

Nadere informatie

Opnemen met Odeo. Inleiding

Opnemen met Odeo. Inleiding Opnemen met Odeo Inleiding In deze handleiding leert u hoe u hoe u uw stem kunt opnemen met de computer. Hiervoor hoeft u niets te downloaden en te installeren, u kunt alles online doen via de website

Nadere informatie

HANDLEIDING NEDERLANDS ( 1 4 )

HANDLEIDING NEDERLANDS ( 1 4 ) 1 HANDLEIDING NEDERLANDS ( 1 4 ) ::: DMC2 Handleiding ::: Deze handleiding geeft uitleg hoe u de Numark DMC2 controller snel kunt aansluiten en bedienen. Neem svp een paar minuten de tijd om deze handleiding

Nadere informatie

GEBRUIKSAANWIJZING NEDERLANDS

GEBRUIKSAANWIJZING NEDERLANDS RC UNIVERS34 8-in-1 LCD afstandsbediening GEBRUIKSAANWIJZING NEDERLANDS www.hqproducts.com 2 De RC UNIVERS34 universele afstandsbediening bedient vrijwel alle merken TV s (TV), DVD spelers en DVR spelers

Nadere informatie

Inhoud van de handleiding

Inhoud van de handleiding BeoSound 3000 Guide BeoSound 3000 Reference book Inhoud van de handleiding 3 U hebt de beschikking over twee boekjes die u helpen zich vertrouwd te maken met uw Bang & Olufsen-product. De Het bedie- referentiehandboeningshandleiding

Nadere informatie

Audiobestanden. maken. Inleiding

Audiobestanden. maken. Inleiding maken Audiobestanden Bron afbeelding: http://web.uvic.ca/hcmc/clipart/ Inleiding In deze handleiding leert u hoe u digitale audiobestanden kunt creëren en hoe u streaming audiobestanden van een website

Nadere informatie

Gebruik van de combinatie FC-300/GT-PRO

Gebruik van de combinatie FC-300/GT-PRO Wat u met de combinatie FC-300/GT-PRO kunt doen U kunt GT-PRO Patch wijzigingen aanbrengen. Nadat u gereed bent met Instellingen voor de FC-300 maken (Voorbereidingen voor het gebruik van de combinatie),

Nadere informatie

CDN35. Professionele CD Speler. Quick Start Gebruiksaanwijzing

CDN35. Professionele CD Speler. Quick Start Gebruiksaanwijzing CDN35 Professionele CD Speler Quick Start Gebruiksaanwijzing DOOS INHOUD CD SPELER TRANSPORT UNIT CD SPELER CONTROL UNIT IEC STROOMSNOER RCA CINCH AANSLUISNOEREN (2 paar) MINI DIN CONTROLE SNOER Kenmerken

Nadere informatie

Bedrade afstandbediening Introductie van het spare part. Knoppen en display van de afstandbediening.

Bedrade afstandbediening Introductie van het spare part. Knoppen en display van de afstandbediening. Bedrade afstandbediening Introductie van het spare part. Knoppen en display van de afstandbediening. Wordt gebruikt om unit te starten en te stoppen. Let Op!!: Bij alleen koeling units is warmte mode niet

Nadere informatie

De Konftel 250 Korte handleiding

De Konftel 250 Korte handleiding Conference phones for every situation De Konftel 250 Korte handleiding NEDERLANDS Beschrijving De Konftel 250 is een conferentietelefoon die kan worden aangesloten op analoge telefoonaansluitingen. Zie

Nadere informatie

Gebruikershandleiding Axitour AT-900 audio communicatiesysteem

Gebruikershandleiding Axitour AT-900 audio communicatiesysteem Gebruikershandleiding Axitour AT-900 audio communicatiesysteem 1. Algemene informatie 1.1 Introductie Het Axitour AT-900 audio communicatiesysteem is een van de meest geavanceerde rondleidingsystemen op

Nadere informatie

Praktijk voorbeeld 1: het begin

Praktijk voorbeeld 1: het begin Dit voorbeeld gaat over hoe je: - een project opent en afspeelt - het project automatisch herhalend kan laten afspelen. - markers gebruikt - het tempo aanpast - tracks kan uitzetten of solo laten spelen.

Nadere informatie

BeoSound Handleiding

BeoSound Handleiding BeoSound 3000 Handleiding BeoSound 3000 Guide BeoSound 3000 Reference book Inhoud van de handleiding 3 U hebt de beschikking over twee boekjes die u helpen vertrouwd te raken met uw Bang & Olufsen-product.

Nadere informatie

Praktijk voorbeeld 3: audio opnemen

Praktijk voorbeeld 3: audio opnemen Om digitale audio op te nemen is een apparaat of instrument nodig dat op de lijningang of microfooningang van de geluidskaart is aangesloten; bijvoorbeeld een elektrische gitaar, een voorversterker of

Nadere informatie

AAN DE SLAG MET DJCONSOLE RMX2 EN DJUCED

AAN DE SLAG MET DJCONSOLE RMX2 EN DJUCED AAN DE SLAG MET DJCONSOLE RMX2 EN DJUCED INSTALLATIE Plaats de cd. Voer het installatieprogramma uit. Volg de instructies. De applicaties DJUCED en VirtualDJ LE zijn op uw system geïnstalleerd. 1 7 8 2

Nadere informatie

Cd-speler CD S LADEN CD 1 14 : 54 CD 2 14 : 54. Please Wait. Eén cd in de speler doen. Meerdere cd s in de speler doen

Cd-speler CD S LADEN CD 1 14 : 54 CD 2 14 : 54. Please Wait. Eén cd in de speler doen. Meerdere cd s in de speler doen CD S LADEN Eén cd in de speler doen VOORZICHTIG U mag de cd niet in de sleuf forceren. Zorg dat het label van de cd zich aan de bovenkant bevindt, waarna u de cd gedeeltelijk in de sleuf steekt. Het mechanisme

Nadere informatie

Bediening van de CD-speler

Bediening van de CD-speler Bediening van de CD-speler Over compact discs De cd wordt door een laserstraaltje gelezen; het CD-oppervlak komt dus met niets in aanraking. Krassen op de cd of een kromme cd veroorzaken een slechte geluidskwaliteit

Nadere informatie

HET MODELNUMMER FIESTA2. Mp3 speler met luidspreker. Instructiehandleiding

HET MODELNUMMER FIESTA2. Mp3 speler met luidspreker. Instructiehandleiding Mp3 speler met luidspreker HET MODELNUMMER FIESTA2 Instructiehandleiding Lees deze instructies svp goed door alvorens dit apparaat in gebruik te nemen. NL Gebruiksaanwijzing TOETS AANDUIDINGEN 9 1 3 2

Nadere informatie

Mp3 speler met luidspreker Instructiehandleiding. Lees deze instructies svp goed door alvorens dit apparaat in gebruik te nemen.

Mp3 speler met luidspreker Instructiehandleiding. Lees deze instructies svp goed door alvorens dit apparaat in gebruik te nemen. Mp3 speler met luidspreker Instructiehandleiding Lees deze instructies svp goed door alvorens dit apparaat in gebruik te nemen. NL Gebruiksaanwijzing TOETS AANDUIDINGEN 9 1 3 2 5 6 4 8 7 1 Vermogen AAN/UIT

Nadere informatie

DMX LIGHTPLAYER. Inleiding...2. DMX bibliotheek...3. Kanalen programmeren...7. Sequentie creëren...11

DMX LIGHTPLAYER. Inleiding...2. DMX bibliotheek...3. Kanalen programmeren...7. Sequentie creëren...11 DMX LIGHTPLAYER Inleiding...2 DMX bibliotheek...3 Kanalen programmeren...7 Sequentie creëren...11 Inleiding De DMX LightPlayer is zeer gebruikersvriendelijk. Importeer een bestaand toestel of creëer een

Nadere informatie

Handleiding. Marantz solid state recorder

Handleiding. Marantz solid state recorder Handleiding Marantz solid state recorder OPSTARTEN EN BASISOPSTELLING ONDERDELEN - het toestel - een adapter - een USB-kabel - een tafelmicrofoon - de flash card AANSLUITEN Opm: de gegeven beschrijvingen

Nadere informatie

Personal tag. Personal tag. Drukknop of bewegingsdetector. TABEL 2 Samenvatting van de Programmeerfuncties

Personal tag. Personal tag. Drukknop of bewegingsdetector. TABEL 2 Samenvatting van de Programmeerfuncties TAG-IN-A-BAG Stand alone proximity toegangscontrolesysteem Gebruikershandleiding 1. Introductie De TIAB is ontworpen om de toegang voor onbevoegden tot beschermde gebieden te beperken. De unit maakt gebruik

Nadere informatie

TechGrow Asymmetrische Timer HANDLEIDING. software versie: Uitgifte datum:

TechGrow Asymmetrische Timer HANDLEIDING. software versie: Uitgifte datum: WWW.TECHGROW.NL TechGrow Asymmetrische Timer software versie: 1.00 Uitgifte datum: 01-11-2014 HANDLEIDING TechGrow Asymmetrisch timer gebruikershandleiding GEFELICITEERD! U heeft de TechGrow AT-1 Asymmetrische

Nadere informatie

EnVivo EZ Converter. Gebruikershandleiding

EnVivo EZ Converter. Gebruikershandleiding EnVivo EZ Converter Gebruikershandleiding op met Teknihall support: 0900 400 2001 2 INHOUDSOPGAVE INTRODUCTIE... 4 OPMERKINGEN... 4 FUNCTIES... 5 SPECIFICATIES... 5 SYSTEEMEISEN... 5 INHOUD VAN DE VERPAKKING

Nadere informatie

VS-20 Control Surface Plug-in voor Logic en GarageBand

VS-20 Control Surface Plug-in voor Logic en GarageBand About This Plug-in VS-20 Control Surface Plug-in voor Logic en is plug-in software die toelaat om de Cakewalk V-Studio 20 (hierna kortweg de VS-20 genoemd) te gebruiken met de muziekproductiesoftware Logic

Nadere informatie

Als je echt interesse hebt kun je ook een compleet setje met mixer en al kopen voor redelijk weinig geld (mixer heeft ook usb interface)

Als je echt interesse hebt kun je ook een compleet setje met mixer en al kopen voor redelijk weinig geld (mixer heeft ook usb interface) Opdracht voor les 2 (is elders te lezen) Kort levensverhaal vertellen aan de hand van foto s Op de achtergrond moet je ondersteunen met muziek Daarvoor heb je een audioprogramma nodig omdat je met meerdere

Nadere informatie

AAN DE SLAG MET DJCONTROL INSTINCT EN DJUCED

AAN DE SLAG MET DJCONTROL INSTINCT EN DJUCED AAN DE SLAG MET DJCONTROL INSTINCT EN DJUCED INSTALLATIE Plaats de cd. Voer het installatieprogramma uit. Volg de instructies. 1 6 2 7 3 4 5 1- alans van kanaal 1-2 (mixuitgang) 2- Volume op kanaal 1

Nadere informatie

www.jfy-tech.com Gebruikshandleiding JFY omvormer Deze handleiding is bedoelt voor de volgende types: SUNTREE-8000TL, SUNTREE- 20000TL

www.jfy-tech.com Gebruikshandleiding JFY omvormer Deze handleiding is bedoelt voor de volgende types: SUNTREE-8000TL, SUNTREE- 20000TL www.jfy-tech.com Gebruikshandleiding JFY omvormer Deze handleiding is bedoelt voor de volgende types: SUNTREE-8000TL, SUNTREE- 20000TL 1. Opzet display Het display bestaat uit een LCD scherm, twee leds

Nadere informatie

Uw gebruiksaanwijzing. ROLAND BR-1600 CD http://nl.yourpdfguides.com/dref/1222225

Uw gebruiksaanwijzing. ROLAND BR-1600 CD http://nl.yourpdfguides.com/dref/1222225 U kunt de aanbevelingen in de handleiding, de technische gids of de installatie gids voor. U vindt de antwoorden op al uw vragen over de in de gebruikershandleiding (informatie, specificaties, veiligheidsaanbevelingen,

Nadere informatie

Actieve stereo speaker met uniek LED sfeerlicht

Actieve stereo speaker met uniek LED sfeerlicht Handleiding Actieve stereo speaker met uniek LED sfeerlicht Belangrijk Wanneer het product is ingeschakeld, ziet u de functie On Mode geactiveerd. Echter, wanneer het product is aangesloten op een extern

Nadere informatie

Showmaster 24 ORDERCODE 50335

Showmaster 24 ORDERCODE 50335 Showmaster 24 ORDERCODE 50335 1. Inleiding De DC-1224 is een digitale lichtcontroller, 24 DMX kanalen en 48 geheugenplaatsen voor scenes of chases met ieder 999 stappen en een MIDI in- en uitgang. Lees

Nadere informatie

Gebruiksaanwijzing DM-16 DJ MINGLE

Gebruiksaanwijzing DM-16 DJ MINGLE Gebruiksaanwijzing DM-16 DJ MINGLE 16 Kanaals vrij te programmeren dimmer en schakel Controller DMX-512 DJ MINGLE DM-16 C1 C2 C3 C4 C5 C6 C7 C8 M MASTER A LEVEL SPEED AUDIO FADE TiME 6.99 Manual Midi Channel

Nadere informatie

Handleiding Gold- en Superstation

Handleiding Gold- en Superstation 1 Configuratie... 3 On Site... 4 Live bekijken... 4 Uitleg scherm... 4 1. Omschrijving beeld... 5 2. Selecteren Beeldscherm... 5 3. Selecteren Camera en weergave type Opname... 5 4. Datum en Uur van de

Nadere informatie

Verkorte Nederlandse Gebruikershandleiding

Verkorte Nederlandse Gebruikershandleiding Verkorte Nederlandse Gebruikershandleiding 1. Bediening van de DVR 1.1 Bediening met de muis De muis moet aan de ACHTERKANT van de recorder worden aangesloten op de USB ingang. Als de muis actief is dan

Nadere informatie

WEKKERRADIO MET IPOD DOCK. Handleiding. Lees deze handleiding zorgvuldig voor het verbinden en bedienen van het product, en bewaar de handleiding voor

WEKKERRADIO MET IPOD DOCK. Handleiding. Lees deze handleiding zorgvuldig voor het verbinden en bedienen van het product, en bewaar de handleiding voor WEKKERRADIO MET IPOD DOCK IPD-3500 Handleiding Lees deze handleiding zorgvuldig voor het verbinden en bedienen van het product, en bewaar de handleiding voor toekomstige referentie. Voor informatie en

Nadere informatie

Xemio-760 BT Snelgids Voor informatie en ondersteuning,

Xemio-760 BT Snelgids Voor informatie en ondersteuning, Xemio-760 BT Snelgids Voor informatie en ondersteuning, www.lenco.com 1. Bedieningselementen en aansluitingen (1) TFT LCD-display (2 inch; R,G,B) (2) M (Menu oproepen/ Submenu) (3) (Vorige / Terugspoelen,

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding gebaseerd op de Gebruikershandleiding Gefeliciteerd met uw keuze voor de BOSS RE-20 Space Echo. Voordat u dit apparaat in gebruik neemt, lees de secties HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN en

Nadere informatie

Handleiding Roland TR-808 sequencer

Handleiding Roland TR-808 sequencer Handleiding Roland TR-808 sequencer Omdat er eigenlijk geen Nederlandstalige beschrijving te vinden was, heb ik voor mezelf een opzetje gemaakt hoe de (sequencer van de) TR- 808 nu precies werkt. Dit,

Nadere informatie

Xemio-767 BT Snelgids Voor informatie en ondersteuning:

Xemio-767 BT Snelgids Voor informatie en ondersteuning: Xemio-767 BT Snelgids Voor informatie en ondersteuning: www.lenco.com 1. Bedieningselementen en aansluitingen (1) TFT LCD-display (2 inch; R,G,B) (2) (AAN / UIT, Afspelen/ Pauzeren, Select / Enter) (3)

Nadere informatie

Handleiding: instellen en werking LCD display t.b.v. ombouwset 004 en prolithium Velvet. Gefeliciteerd met de aankoop van een R A T - Holland product!

Handleiding: instellen en werking LCD display t.b.v. ombouwset 004 en prolithium Velvet. Gefeliciteerd met de aankoop van een R A T - Holland product! Handleiding: instellen en werking LCD display t.b.v. ombouwset 004 en prolithium Velvet Beste Gebruiker, Gefeliciteerd met de aankoop van een R A T - Holland product! Neemt u a.u.b. deze handleiding zorgvuldig

Nadere informatie

Gebruikershandleiding AT-300T/R UHF-PLL. 40 kanaals rondleidingsysteem & draadloze microfoon systemen.

Gebruikershandleiding AT-300T/R UHF-PLL. 40 kanaals rondleidingsysteem & draadloze microfoon systemen. Gebruikershandleiding AT-300T/R UHF-PLL 40 kanaals rondleidingsysteem & draadloze microfoon systemen. Introductie: Bedankt voor het aanschaffen van deze UHF- PLL 40 kanaals rondleidingsysteem en draadloze

Nadere informatie

Veelgestelde vragen over Smart Pianist

Veelgestelde vragen over Smart Pianist Veelgestelde vragen over Smart Pianist Hieronder vindt u een lijst met veelgestelde vragen en de antwoorden. Meer informatie over het instrument en gebruiksinstructies vindt u in de gebruikershandleiding.

Nadere informatie

Samsung SHR-serie digitale CCTV recorders. Handleiding voor de gebruiker

Samsung SHR-serie digitale CCTV recorders. Handleiding voor de gebruiker Samsung SHR-serie digitale CCTV recorders Handleiding voor de gebruiker Samsung SHR-serie digitale recorders Hoofdstuk 1: Mogelijkheden 2 Omschrijving van de onderdelen (SHR-2040) 3 Omschrijving van de

Nadere informatie

De Konftel 300W Korte handleiding

De Konftel 300W Korte handleiding Conference phones for every situation De Konftel 300W Korte handleiding NEDERLANDS Beschrijving De Konftel 300W is een draadloze conferentietelefoon op batterijen, die kan worden aangesloten op DECT-systemen,

Nadere informatie

De VS-100 gebruiken om Logic Pro/Express of GarageBand te bedienen

De VS-100 gebruiken om Logic Pro/Express of GarageBand te bedienen De VS-100 gebruiken om Logic Pro/Express of GarageBand te bedienen De VS-100 is compatibel met muziekproductiesoftware van Apple, zoals Logic Pro/Express en GarageBand. Nadat u de betreffende VS-100 control

Nadere informatie

INLEIDING OPSTELLING AANSLUITEN OP HET ELEKTRICITEITSNET BATTERIJ GEBRUIKEN MD-SCHIJF INBRENGEN. Handleiding Sony MD Recorder

INLEIDING OPSTELLING AANSLUITEN OP HET ELEKTRICITEITSNET BATTERIJ GEBRUIKEN MD-SCHIJF INBRENGEN. Handleiding Sony MD Recorder Handleiding Sony MD Recorder INLEIDING Deze handleiding is een goede inleiding op het gebruik van de Sony MD recorder, maar is vooral een beknopte basis om de gebruiker op weg te helpen. Voor een goed

Nadere informatie

Handleiding Medicijn automaat met carrousel en 6 alarmen

Handleiding Medicijn automaat met carrousel en 6 alarmen www.geheugenhulp.nl, Info@geheugenhulp.nl Spoorbaan 42, 5051EV Goirle, t: 013-2201115 KvK: 17285396 Handleiding Medicijn automaat met carrousel en 6 alarmen Bedankt dat u hebt gekozen voor een alarm van

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding AC DC AC & BATTERY POWERED FET Gefeliciteerd met uw keuze voor de BOSS DD-7 Digital Delay. Lees, voordat u dit product gebruikt zorgvuldig de hoofdstukken onder het kopje : het apparaat

Nadere informatie

HANDLEIDING. Voor het afspelen en opnemen van luisteroefeningen!

HANDLEIDING. Voor het afspelen en opnemen van luisteroefeningen! HANDLEIDING Voor het afspelen en opnemen van luisteroefeningen! 1. Instructies 1., Vorige (kort indrukken), volume harder (lang indrukken). 2., Volgende (kort indrukken), volume zachter (lang indrukken).

Nadere informatie

Bediening van de CD-speler

Bediening van de CD-speler Bediening van de CD-speler Over compact discs De cd wordt door een laserstraaltje gelezen; het CD-oppervlak komt dus met niets in aanraking. Krassen op de cd of een kromme cd veroorzaken een slechte geluidskwaliteit

Nadere informatie

Onboard auto camera Caméra embarquée

Onboard auto camera Caméra embarquée Onboard auto camera Caméra embarquée ONBOARD CAR CAMERA ONBOARD-KFZ-KAMERA up to 32GB Video format Movie 2.0 LCD Screen Low illumination for night operation High speed recording quick response for light

Nadere informatie

1. PRODUCTAFBEELDING MET UITLEG: 3

1. PRODUCTAFBEELDING MET UITLEG: 3 GEBRUIKSAANWIJZING INHOUDSOPGAVE 1. PRODUCTAFBEELDING MET UITLEG: 3 2.HET MONTEREN EN AANSLUITEN VAN DE DEURBEL OP STROOM 4 2.1 Deurbel krijgt spanning via batterijen 4 2.2 Deurbel krijgt spanning via

Nadere informatie

Geluid opnemen. Om te beginnen

Geluid opnemen. Om te beginnen Geluid opnemen Het opnemen van geluid met Audacity is erg gemakkelijk. Het enige dat je nodig hebt is een computer waarvan de geluidskaart een microfoon (mic) of line input heeft. Om te beginnen Voordat

Nadere informatie

I. Specificaties. II Toetsen en bediening

I. Specificaties. II Toetsen en bediening I. Specificaties Afmetingen Gewicht Scherm Audioformaat Accu Play time Geheugen 77 52 11mm (W*H*D) 79g 1,3inch OLED-scherm MP3: bitrate 8Kbps-320Kbps WMA: bitrate 5Kbps-384Kbps FLAC:samplingrate 8KHz-48KHz,16bit

Nadere informatie

Jeremy Brewster Uitleeninstructies

Jeremy Brewster Uitleeninstructies Jeremy Brewster Uitleeninstructies Jeremy Brewster music@jeremybrewster.com 06 303 848 86 Inpakken en uitpakken van de boxen De boxen zitten in deze tas: Als je de boxen terug doet, dan zo, anders past

Nadere informatie

Belangrijkste functies

Belangrijkste functies Gefeliciteerd met uw keuze van de BOSS SL-20 Audio Pattern Processor. Leest u de hoofdstukken HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN en BELANGRIJKE OPMERKINGEN (apart vel) zorgvuldig door, voordat

Nadere informatie

HANDLEIDING Q1600 Fashion

HANDLEIDING Q1600 Fashion HANDLEIDING Q1600 Fashion Pag.: 1 Inhoudsopgave Inleiding...3 Beheer...4 Kleurlijsten beheren...4 Kleurlijst groep aanmaken...6 Kleurlijst groep verwijderen...6 Kleuren (kleurnummers) aanmaken/wijzigen...7

Nadere informatie

Nederlandse versie. Inleiding. Software installatie. MP502FM / MP504FM Sweex Black Onyx MP4 Player

Nederlandse versie. Inleiding. Software installatie. MP502FM / MP504FM Sweex Black Onyx MP4 Player MP502FM / MP504FM Sweex Black Onyx MP4 Player Inleiding Stel de Sweex Black Onyx MP4 Player niet bloot aan extreme temperaturen. Plaats het apparaat niet in direct zonlicht of in de dichte nabijheid van

Nadere informatie

Dag. Maand. Selecteer het jaar met de pijltoetsen. Jaar

Dag. Maand. Selecteer het jaar met de pijltoetsen. Jaar 1. Agenda Met de Agenda van de Milestone 312 kunt u afspraken, verjaardagen, taken, enz. vastleggen en bijhouden. U regelt uw dagelijkse zaken goed en overzichtelijk met deze krachtige toepassing van de

Nadere informatie

Hi-Fi Muzieksysteem. Gebruikershandleiding

Hi-Fi Muzieksysteem. Gebruikershandleiding Hi-Fi Muzieksysteem Gebruikershandleiding Lees deze handleiding aandachtig alvorens het apparaat te gebruiken en bewaar hem voor toekomstig gebruik. op met Teknihall support: 0900 400 2001 2 Inhoudsopgave

Nadere informatie

XEMIO-654/664 Gebruikershandleiding. Voor informatie en ondersteuning, www.lenco.eu

XEMIO-654/664 Gebruikershandleiding. Voor informatie en ondersteuning, www.lenco.eu XEMIO-654/664 Gebruikershandleiding Voor informatie en ondersteuning, www.lenco.eu Wat zit er in de doos: Het apparaat Gebruikershandleiding USB Kabel Hoofdtelefoon Installatie CD 2 Locatie en gebruik

Nadere informatie

SenseAir psense-ii: Gebruikshandleiding

SenseAir psense-ii: Gebruikshandleiding SenseAir psense-ii: Gebruikshandleiding NETVOEDING/BATTERIJEN De psense-ii gebruikt vier oplaadbare penlite (AA) batterijen. Om de batterijen te plaatsen of te vervangen moet je met een schroevendraaier

Nadere informatie

STUDIO'S. Handleiding voor het gebruik van de SALTO radiostudio's HANDLEIDING STUDIO'S 1

STUDIO'S. Handleiding voor het gebruik van de SALTO radiostudio's HANDLEIDING STUDIO'S 1 STUDIO'S Handleiding voor het gebruik van de SALTO radiostudio's HANDLEIDING STUDIO'S 1 Inloggen computer, ProppFrexx en telefoon Computer. De inlogcode s voor de computer zijn zichtbaar bovenaan de monitor

Nadere informatie

Bedieningspaneel. Drukknoppen en Ds

Bedieningspaneel. Drukknoppen en Ds Bedieningspaneel Dit hoofdstuk bechrijft de het bedieningspaneel en de funktie van de LEDS. Note: de labels van de knoppen en de leds kunnen iets afwijken van de tekst echter de funkties blijven hetzelfde

Nadere informatie

Gebruikershandleiding Cassette Converter

Gebruikershandleiding Cassette Converter Gebruikershandleiding Cassette Converter INHOUD NL INTRODUCTIE 3 PRODUCTEIGENSCHAPPEN 5 DE CASSETTE CONVERTER UITPAKKEN 6 PLAATSEN/VERVANGEN VAN DE BATTERIJEN 7 DE SOFTWARE INSTALLEREN 7 BESCHRIJVING VAN

Nadere informatie

Zorg voor je digitale drumstel

Zorg voor je digitale drumstel Handleiding Gefeliciteerd! Gefeliciteerd met de aanschaf van je DD-501 digitale drumstel. Dit drumstel is gemaakt om te klinken en te spelen als een traditioneel akoestisch drumstel. Voordat je met dit

Nadere informatie

draaimolen programmeren PC

draaimolen programmeren PC Roboc@r draaimolen programmeren PC Draaimolen inleiding tot het programmeren Een draaimolen kom je in verschillende uitvoeringen tegen op dorpsfeesten en in pretparken. De eerste door een motor aangedreven

Nadere informatie

TEXECOM Vocale Telefoonkiezer Installatie- & programmatiehandleiding 20-04-2012

TEXECOM Vocale Telefoonkiezer Installatie- & programmatiehandleiding 20-04-2012 HI0990N02A Pag. 1/14 TEXECOM Vocale Telefoonkiezer Installatie- & programmatiehandleiding 20-04-2012 LIMOTEC Bosstraat 21 B- 8570 VICHTE Tel +32 (0) 56 650 660 www.limotec.be HI0990N02A Pag. 2/14 Inhoudsopgave

Nadere informatie

VEILIGHEIDSINFORMATIE!!

VEILIGHEIDSINFORMATIE!! Gebruiksaanwijzing VEILIGHEIDSINFORMATIE!! 2 INHOUDSOPGAVE 3 PANEELOMSCHRIJVING Frontpaneel Achterpaneel Pedalen 4 PANEELOMSCHRIJVING 5 VOORBEREIDING Dit hoofdstuk bevat informatie over het opbouwen van

Nadere informatie

AAN DE SLAG MET DJCONTROL AIR+ EN DJUCED 40

AAN DE SLAG MET DJCONTROL AIR+ EN DJUCED 40 N DE SLG MET DJCONTROL IR+ EN DJUCED 40 INSTLLTIE 1 - KOPTELEFOON, MICROFOON EN SPEKERS NSLUITEN Plaats de cd. VOORZIJDE: KOPTELEFOON EN MICROFOON Voer het installatieprogramma uit. Volg de instructies.

Nadere informatie

VERKORTE HANDLEIDING CUSTOM COMMAND

VERKORTE HANDLEIDING CUSTOM COMMAND VERKORTE HANDLEIDING CUSTOM COMMAND 1 Automaat componenten, 1. LCD scherm: voor tijd, programma aanduiding en algemene informatie. 2. +/On & -/Off knoppen: Om programma gegevens zichtbaar te maken. 3.

Nadere informatie

1. AM/FM-radio gebruiken

1. AM/FM-radio gebruiken De tuner gebruiken 1. AM/FM-radio gebruiken Toets SOURCE MENU RECALL (BRONMENU OPHALEN) Stationsvoorkeuzetoetsen FUNCTION-toets BAND AUTO.P POWER-toets VOL-knop TUNE TRACKtoetsen Luisteren naar de AM/FM-radio

Nadere informatie

BeoSound 4. Aanvulling

BeoSound 4. Aanvulling BeoSound 4 Aanvulling Menusysteem Deze aanvulling bevat correcties voor uw BeoSound 4-handleiding. Dankzij nieuwe software is uw muzieksysteem nu uitgerust met nieuwe functies. Het menusysteem is gewijzigd

Nadere informatie

1. Introductie 2. Omschrijving 2 Omschrijving van de onderdelen (voorzijde) 2. 2. Algemeen 3

1. Introductie 2. Omschrijving 2 Omschrijving van de onderdelen (voorzijde) 2. 2. Algemeen 3 HANDLEIDING Digitale Harddisk Recorder DVR DigitAll CCTV Doornseweg 2a Tel.: 0183-4016346 1. Introductie 2 Omschrijving 2 Omschrijving van de onderdelen (voorzijde) 2 2. Algemeen 3 Opstarten systeem 3

Nadere informatie

BeoSound 9000. Bedieningshandleiding

BeoSound 9000. Bedieningshandleiding BeoSound 9000 Bedieningshandleiding BeoVision Avant Guide BeoVision Avant Reference book Inhoud van de bedieningshandleiding 3 U hebt de beschikking over twee boekjes die u helpen vertrouwd te raken met

Nadere informatie

LCD scherm va LCD scherm

LCD scherm va LCD scherm scherm 1. Gebruik scherm Met het in Uw scooter ingebouwde scherm kunt U alle rij-, stuuracties, remmen en bedienen van het voertuig bepalen. De elektrische installatie van de scooter en de elektronica

Nadere informatie

DAB+ FM-RADIO DAB-42 GEBRUIKSHANDLEIDING

DAB+ FM-RADIO DAB-42 GEBRUIKSHANDLEIDING DAB+ FM-RADIO DAB-42 GEBRUIKSHANDLEIDING Lees deze gebruikshandleiding a.u.b. zorgvuldig door voorafgaand aan gebruik en bewaar de instructies als eventueel naslagwerk. PRODUCTOVERZICHT 1 Aan/Uit/Modus-knop

Nadere informatie

WWW.TECHGROW.NL. TechGrow HS-1 PORTABLE CO 2 METER HANDLEIDING. software versie: 1.00

WWW.TECHGROW.NL. TechGrow HS-1 PORTABLE CO 2 METER HANDLEIDING. software versie: 1.00 WWW.TECHGROW.NL TechGrow HS-1 PORTABLE CO 2 METER software versie: 1.00 HANDLEIDING TechGrow HS-1 handleiding GEFELICITEERD! U heeft de TechGrow HS-1 Portable CO 2 Meter aangeschaft. De HS-1 CO 2 Meter

Nadere informatie

5.1 Channel USB headset. USB 5.1 surround headset

5.1 Channel USB headset. USB 5.1 surround headset 5.1 Channel USB USB 5.1 surround AP-5.1 Gebruikers Handleiding Introductie Hartelijk dank voor het kopen van de Gembird USB 5.1 surround! Deze gebruiksaanwijzing zal u helpen met de installatie en het

Nadere informatie

DucoBox Focus HANDS ON. BE(nl)

DucoBox Focus HANDS ON. BE(nl) DucoBox Focus HANDS ON BE(nl) 1 2 1. Aansluiting & knoppen 2. LED-indicatie 3 3. Elektronische installatie a. Bekabeling Regelkleppen: Tijdens de bekabeling van de Regelkleppen dient de DucoBox Focus spanningsloos

Nadere informatie

Bedieningsknoppen. ActivSound 75. (1) Aan-/uitknop Hiermee schakelt u de stroom in of uit.

Bedieningsknoppen. ActivSound 75. (1) Aan-/uitknop Hiermee schakelt u de stroom in of uit. ActivSound 75 (1) Aan-/uitknop Hiermee schakelt u de stroom in of uit. () Stroomindicator Gaat groen branden wanneer de stroom wordt ingeschakeld. () Volumeregeling van infraroodmicrofoon [Leraar 1 en

Nadere informatie

1 enerwaslicht Elation Professional - DMX OPERATOR User Manual

1 enerwaslicht Elation Professional - DMX OPERATOR User Manual 1 enerwaslicht Elation Professional - DMX OPERATOR User Manual Inhoud Blz Diagram: 3 Knoppen en functies: 3 Aansluitingen: 5 DMX-512 adres instellen: 6 Scene programmeren: 6 Scene programmeren samengevat:

Nadere informatie

E-Controle Paneel Instructie

E-Controle Paneel Instructie E-Controle Paneel Instructie 1 Knop Functie Knop Functie Aan/Uit knop Buitenverlichting aan/uit (indien van toepassing) Voorprogrammeren/tijd instellen Langere tijd instellen (zie 5) Wisseling tussen en

Nadere informatie

Inhoudstafel: OVERZICHT VAN DE AANSLUITINGEN... 3 LUIDSPREKER AANSLUITINGSMOGELIJKHEDEN... 4 OMSCHRIJVING VAN DE LEDS... 4

Inhoudstafel: OVERZICHT VAN DE AANSLUITINGEN... 3 LUIDSPREKER AANSLUITINGSMOGELIJKHEDEN... 4 OMSCHRIJVING VAN DE LEDS... 4 Gebruikershandleiding voor mp3-speler VM8095. (Versie 1.0) Inhoudstafel: OVERZICHT VAN DE AANSLUITINGEN... 3 LUIDSPREKER AANSLUITINGSMOGELIJKHEDEN... 4 OMSCHRIJVING VAN DE LEDS... 4 OVERZICHT VAN DE BEDIENINGSMOGELIJKHEDEN...

Nadere informatie

G. Schottert Handleiding Freekie 1. Nederlandse handleiding. Freekie DMX ADRES INSTELLINGEN 1

G. Schottert Handleiding Freekie 1. Nederlandse handleiding. Freekie DMX ADRES INSTELLINGEN 1 DMX ADRES INSTELLINGEN 1 Freekie Nederlandse handleiding Iedere fixture dat verbonden is met serial link moet voorzien worden van een DMX startadres, welke het eerste kanaal is dat de controller gebruikt

Nadere informatie

Beknopte gebruiksaanwijzing

Beknopte gebruiksaanwijzing LX7500R Beknopte gebruiksaanwijzing Meegeleverde Accessoires 1 1 1 1 Nederlands 2 1 3 3 3 3 3 3 4 5 6 7 9! 8 0 Uw DVD-recordersysteem wordt geleverd met 1 2 front-, 1 center- en 2 achterluidsprekers (zie

Nadere informatie

Gebruikers handleiding. Mercurius. P2000 alarmontvanger

Gebruikers handleiding. Mercurius. P2000 alarmontvanger Gebruikers handleiding Mercurius P2000 alarmontvanger Inhoudsopgave: Functie toetsen. 3 Opties en functies. 4 Het scherm 5 Ontvangen en lezen van de meldingen... 6 Een bericht op slot zetten 7 Een bericht

Nadere informatie

De verklaring van overeenstemming kan worden geraadpleegd op

De verklaring van overeenstemming kan worden geraadpleegd op SPRAAKBERICHTEN GENERATOR INT-VMG int-vmg_nl 03/12 De INT-VMG module is voor het luid afspelen van voor opgenomen berichten indien een bepaalde gebeurtenis optreed. De module kan gebruikt worden in samenwerking

Nadere informatie

Instructies voor gebruik

Instructies voor gebruik Instructies voor gebruik Introductie van het product..3 Voorzorgsmaatregelen. 3 Inhoud 3 Onderdelen en functies.4 Deurbel installeren 5 Muziek toon..6 App Downloaden 7 Het product is gebaseerd op het Wi-Fi-netwerk

Nadere informatie

Uw gebruiksaanwijzing. LENCO MES-221 http://nl.yourpdfguides.com/dref/2321283

Uw gebruiksaanwijzing. LENCO MES-221 http://nl.yourpdfguides.com/dref/2321283 U kunt de aanbevelingen in de handleiding, de technische gids of de installatie gids voor LENCO MES-221. U vindt de antwoorden op al uw vragen over de LENCO MES-221 in de gebruikershandleiding (informatie,

Nadere informatie

Gids voor een snelle start

Gids voor een snelle start CD TUNER REPEAT PROGRAM TAPE REC INC. SURR TAPE AUX SHUFFLE USB REC USB DEL SNOOZE DIM SLEEP/TIMER TIMER ON/OFF USB MUTE MCM 760 Gids voor een snelle start Stap A Installeer Stap B Bereid voor Wat zit

Nadere informatie

Het afdrukken van de opstartpagina in-/uitschakelen

Het afdrukken van de opstartpagina in-/uitschakelen Printerinstellingen In dit onderwerp wordt het volgende besproken: Het afdrukken van de opstartpagina in-/uitschakelen op pagina 1-14 Energiebesparing activeren op pagina 1-15 Bestandsbeveiligingssysteem

Nadere informatie

Installatie. Volg de stappen hieronder om de installatie voort te zetten. A. Sta de installatie toe. B. Selecteer uw taal.ok. C. Welkom scherm.

Installatie. Volg de stappen hieronder om de installatie voort te zetten. A. Sta de installatie toe. B. Selecteer uw taal.ok. C. Welkom scherm. Installatie Van cd Doe de VDJ installatie cd in uw systeem. De installatie start automatisch, zo niet, navigeer dan door de cd en dubbelklik op het bestand install_virtualdj_v6.exe. Vanaf het binnengehaalde

Nadere informatie

Innovative Growing Solutions. Datalogger DL-1. software-versie: 1.xx. Uitgifte datum: 01-09-2015 HANDLEIDING WWW.TECHGROW.NL

Innovative Growing Solutions. Datalogger DL-1. software-versie: 1.xx. Uitgifte datum: 01-09-2015 HANDLEIDING WWW.TECHGROW.NL Innovative Growing Solutions Datalogger DL-1 software-versie: 1.xx Uitgifte datum: 01-09-2015 HANDLEIDING WWW.TECHGROW.NL DL-1 Datalogger gebruikershandleiding Bedankt voor het aanschaffen van de TechGrow

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding GE-2007.04 karaoke set Lees voor het opzetten en gebruiken van de karaoke set deze gebruikershandleiding zorgvuldig door. Bewaar deze gebruikershandleiding bij de karaoke set. Handel

Nadere informatie

GEBRUIKERSHANDLEIDING

GEBRUIKERSHANDLEIDING GEBRUIKERSHANDLEIDING Inhoudsopgave 02 INHOUDSOPGAVE 03 INFORMATIE 04 OVERZICHT FRONTPANEEL 06 OVERZICHT ACHTERPANEEL 08 BEDIENING VAN DE R5 08 WEKKERINSTELLINGEN 09 SLEEP TIMER INSTELLINGEN 09 DIM 09

Nadere informatie