Luxtronik 2.1. Installateurniveau Vakpersoneel. Verwarmings- en. warmtepompregelaar voor HMD 2. Installatie- en gebruikershandleiding

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Luxtronik 2.1. Installateurniveau Vakpersoneel. Verwarmings- en. warmtepompregelaar voor HMD 2. Installatie- en gebruikershandleiding"

Transcriptie

1 Installatie- en gebruikershandleiding NL Verwarmings- en Luxtronik 2.1 warmtepompregelaar voor HMD 2 Installateurniveau Vakpersoneel Vertaling van de originele handleiding

2 A.u.b. eerst lezen Deze gebruiksaanwijzing bevat belangrijke aanwijzingen voor het gebruik van het toestel. Deze handleiding is onderdeel van het product en dient in de directe omgeving van de warmtepomp te worden bewaard. Deze moet beschikbaar blijven zo lang de warmtepomp wordt gebruikt. Geef de installatie- en gebruikershandleiding aan eventuele volgende gebruikers van het toestel. Lees deze door, alvorens met werkzaamheden aan en met het toestel te beginnen. Vooral het hoofdstuk Veiligheid. Volg alle aanwijzingen volledig en onverkort op. Het kan gebeuren dat deze gebruiksaanwijzing beschrijvingen bevat, die onduidelijk of onbegrijpelijk te zijn schijnen. Bij vragen of onduidelijkheden a.u.b. altijd de klantenservice of de servicepartner van de fabrikant raadplegen. Deze handleiding is uitsluitend bestemd voor personen die met of aan het toestel werken. Ga er vertrouwelijk mee om. De inhoud is door de auteurswet beschermd. Deze mag niet in zijn geheel of gedeeltelijk en in geen enkele vorm worden gereproduceerd, overgedragen, gekopieerd, in elektronische systemen worden opgeslagen of in een andere taal worden vertaald, zonder schriftelijke toestemming van de fabrikant. Pictogrammen Er wordt gebruikt gemaakt van pictogrammen in de gebruiksaanwijzing. De betekenis is als volgt: Informatie voor gebruikers. Informatie of aanwijzingen voor gekwalificeerd vakpersoneel. Gevaar! Dit duidt op acuut gevaar, dat tot zwaar letsel of zelfs de dood kan leiden. Waarschuwing! Dit duidt op mogelijk gevaar, dat tot zwaar letsel of zelfs de dood kan leiden. Let op! Dit duidt op mogelijk gevaar, dat tot middelzwaar of lichter letsel kan leiden. Attentie Dit duidt op mogelijk gevaar, dat materiële schade kan veroorzaken. Gemarkeerde informatie. Gebruikers en gekwalificeerd vakpersoneel kunnen gegevens instellen Geautoriseerd klantenservicepersoneel kan gegevens instellen, heeft hier wachtwoord voor nodig. Bevoegd servicepersoneel kan gegevens instellen, toegang alleen via USB-stick Fabrieksinstelling, geen gegevenswijziging mogelijk Verwijzing naar andere hoofdstukken van de gebruiksaanwijzing Verwijzing naar andere documentatie van de fabrikant. 2

3 Inhoudsopgave Informatie voor gebruikers, gekwalificeerd vakpersoneel en bevoegd servicepersoneel A.u.b. eerst lezen...2 Pictogrammen...2 Werking van de verwarmings- en warmtepompregelaar...5 Doelmatig gebruik...5 Uitsluiting aansprakelijkheid...5 Veiligheid...6 Schoonhouden van de warmtepomp...6 Onderhoud van de warmtepomp...7 Klantenservice...7 Garantie / vrijwaring...7 Recycling...7 Leveringsomvang en aanwijzingen inzake montage, installatie en demontage Leveringsomvang...7 Elektrische installatie...8 Basisbedrading van de verwarmingsen warmtepompregelaar...8 Montage en installatie van temperatuurvoelers... 9 Buitentemperatuurvoeler...9 Temperatuurvoeler warm tapwater...9 Externe retourtemperatuurvoeler...10 Inbedrijfstelling / eerste inschakeling...11 Inbedrijfstelling (IBN-Assistent)...11 Parameters IBN-Assistent reset...13 Eerste inschakeling...14 Demontage...14 Demontage van de bufferbatterij...14 Basisinformatie over de bediening Het bedieningselement...15 Statuslicht...15 Display...15 Draai-drukknop...15 Foutmeldingen...16 Taal van het display...16 Menuweergave...16 Het standaardscherm Verwarming...16 Het standaardscherm Warm tapwater...17 Het navigatiescherm...17 Basisscherm...17 Weergave van andere programmaonderdelen...18 Weergave van speciale programma s...18 Programma-onderdeel Verwarming Programma-onderdeel selecteren...19 Instellen van de bedrijfsmodus Verwarming...19 Temperatuur instellen...20 Stooklijnen instellen...20 Instellen van de stooklijnen van het verwarmingscircuit...21 Instellen van de stooklijn van de menggroep Instellen van een vaste temperatuur...24 Tijdklokprogramma verwarming...25 Stookgrens...25 Programma-onderdeel Warm tapwater Programma-onderdeel selecteren...26 Instellen van de bedrijfsmodus Productie warm tapwater...26 Instellen van de temperatuur voor warm tapwater...27 Warmwatertemperatuur zonder naverwarming (fabrieksinstelling)...27 Warmwatertemperatuur met naverwarming...28 klokprogramma productie warm tapwater...30 Onderhoudsprogramma...30 Thermische desinfectie Programma-onderdeel Koeling Programma-onderdeel selecteren...31 Instellen van de bedrijfsmodus Koeling...31 Koeltemperatuur instellen...32 Parameters instellen

4 Informatie voor bevoegd servicepersoneel Programma-onderdeel Service Aangestuurde warmtepomp...33 Aangestuurde warmtepomp in submenu s wijzigen...34 Programma-onderdeel selecteren...34 Informatie oproepen...34 Temperaturen oproepen...35 Ingangen oproepen...36 Uitgangen oproepen...36 Aflooptijden oproepen...37 Bedrijsuren oproepen...38 Storingsbuffer oproepen...38 Afschakelingen oproepen...39 Installatiestatus oproepen...40 Energie...41 BACnet...41 Instellingen uitvoeren...42 Datatoegang bepalen...42 Verkortprogramma oproepen...42 Temperaturen vastleggen...43 Prioriteiten vastleggen...46 Systeeminstelling vastleggen...47 Energiemeter / energie-efficiënte pomp...50 Systeem ontluchten...51 ParameterS IBN OPSLAAN...52 Selecteren van de displaytaal...52 Datum en tijd vastleggen...52 Opwarmprogramma...53 Temperaturen en tijdsintervallen instellen...53 Opwarmprogramma starten...54 Opwarmprogramma handmatig beëindigen...55 Installatieconfiguratie...55 Software-update...56 Datalogger...56 Contrast van het Display van het bedieningselement instellen...56 Webserver...57 DHCP-Server...57 DHCP-Client...57 Afstandsbeheer...58 Functie Afstandsbeheer inschakelen...59 De functie Afstandsbeheer instellen...59 Handmatige datatransfer...60 Mogelijke oorzaken van verbindingsproblemen...61 Informatie over de functie Afstandsbeheer...61 Appendix Storingsdiagnose / foutmeldingen...62 Resetten van een storing...65 Knippercodes op regelaarprintplaat...65 Technische gegevens...66 Montage...66 Uitgangen...66 Ingangen...66 Aansluitingen...66 Interfaces...66 Beschermklasse...66 Karakteristieken temperatuurvoeler...66 Meetgebied temperatuurvoelers...66 Systeeminstelling bij de inbedrijfstelling...67 Belangrijke afkortingen

5 Werking van de verwarmingsen warmtepompregelaar De verwarmings- en warmtepompregelaar bestaat uit een bedieningselement en een elektronische regeling. Deze zorgt voor de besturing van de volledige warmtepompinstallatie, de productie van warm tapwater en het verwarmingssysteem. Het aangesloten warmtepomptype wordt automatisch herkend. De weersafhankelijke stooklijn van de verwarmingsinstallatie met de overeenkomstige verlagingen en verhogingen wordt ingesteld met de verwarmings- en warmtepompregelaar. De productie van warm tapwater kan met behulp van een thermostaat (door de opdrachtgever te voorzien) of een temperatuursensor (toebehoren of bij het warmwaterbuffervat meegeleverd) naar gelang van de behoefte tot stand worden gebracht. Het gebruik van een temperatuursensor maakt een intelligente, adaptieve productie van warm tapwater met een hoge mate van comfort mogelijk. Laagspannings- en 230V-signalen worden door de verwarmings- en warmtepompregelaar consequent gescheiden. Dit zorgt voor een maximale storingsbeveiliging. Doelmatig gebruik De warmtepomp mag uitsluitend voor het bestemde doel worden gebruikt. D.w.z.: voor het regelen van de warmtepompen en de daarbij behorende installatieonderdelen. Het toestel mag alleen in overeenstemming met de technische parameters worden gebruikt. Attentie de verwarmings- en warmtepompregelaar mag uitsluitend worden gebruikt in combinatie met door de fabrikant ter beschikking gestelde warmtepompen en door de fabrikant ter beschikking gestelde toebehoren. Uitsluiting aansprakelijkheid De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade die door incorrect gebruik wordt veroorzaakt. Bovendien vervalt de aansprakelijkheid van de fabrikant: indien werkzaamheden aan de warmtepomp zijn uitgevoerd die niet conform deze gebruiksaanwijzing zijn; indien werkzaamheden aan de warmtepomp onvakkundig zijn uitgevoerd; indien er werkzaamheden aan de warmtepomp zijn uitgevoerd die niet in de gebruiksaanwijzing staan beschreven en waarvoor de fabrikant geen uitdrukkelijke schriftelijke toestemming heeft gegeven; indien de warmtepomp of componenten ervan zonder uitdrukkelijke, schriftelijke toestemming van de fabrikant zijn gewijzigd, om- of uitgebouwd. 5

6 Veiligheid De warmtepomp is gebruiksveilig indien gebruikt voor het bestemde doel. De warmtepomp is ontworpen en gebouwd volgens de huidige stand van de techniek en alle toepasselijke DIN/VDE-voorschriften en veiligheidsvoorschriften. Iedereen die aan dit toestel werkt moet de installatie- en gebruikershandleiding hebben gelezen en begrepen, alvorens er met de werkzaamheden mag worden begonnen. Dit geldt ook voor personen die al eens met een dergelijk toestel hebben gewerkt of aan scholing bij de fabrikant hebben deelgenomen. Iedereen die aan dit toestel werkt, moet de lokaal geldige ongevallenpreventie-instructies hebben gelezen en begrepen. Dit geldt vooral met betrekking tot het dragen van beschermende kleding. Gevaar! Levensgevaar door elektrische stroom! De elektrische installatie mag enkel door gekwalificeerde elektromonteurs worden uitgevoerd. Schakel de installatie spanningsvrij en beveilig deze tegen inschakelen, alvorens u het toestel opent! Waarschuwing! Volg de geldige EN-, VDE- en/of lokale veiligheidsvoorschriften op bij de installatie en uitvoering van werkzaamheden aan elektrische aansluitingen. Houd rekening met de technische eisen van de energiebedrijven ter plekke! Waarschuwing! Enkel gekwalificeerd vakpersoneel (verwarmings-, koel- en elektromonteurs) mag aan dit apparaat en de componenten ervan werken. Attentie instellingen aan de verwarmings- en warmtepompregelaar mogen uitsluitend worden doorgevoerd door het bevoegde onderhoudspersoneel of door gespecialiseerde firma s die door de fabrikant geautoriseerd zijn. Waarschuwing! Volg de aanwijzingen van de veiligheidsstickers op. Attentie Om veiligheidstechnische redenen geldt: neem dit apparaat nooit van het stroomnet, behalve als het moet worden geopend. Attentie stekker(s) X5 en schroefklemmen X4 van de verwarmings- en warmtepompregeling staan onder lage spanning. Gebruik alleen originele temperatuurvoelers van de fabrikant (beveiligingsklasse II). Attentie circulatiepompen mogen alleen vanuit de verwarmings- en warmtepompregeling worden aangestuurd. Schakel circulatiepompen nooit extern uit. Attentie sluit het verwarmingscircuit nooit af in richting warmtepomp (vorstbeveiliging). Attentie gebruik alleen toebehoren dat door de fabrikant is geleverd of vrijgegeven. Schoonhouden van de warmtepomp De warmtepomp kan met een vochtige doek en in de handel verkrijgbare schoonmaakmiddelen van buiten worden gereinigd. Gebruik geen schoonmaakmiddelen die schuren of zuur en/ of chloor bevatten. Deze middelen beschadigen het oppervlak en eventueel ook de warmtepomp zelf. 6

7 Onderhoud van de warmtepomp De verwarmings- en warmtepompregelaar vereist geen regelmatig onderhoud. Klantenservice Voor technische informatie kunt u terecht bij uw installateur of bij de lokale partner van de fabrikant. Handleiding van uw warmtepomp, appendix, klantendienst, adressen voor serviceaanvragen Leveringsomvang Verwarmings- en warmtepompregelaar (bestaande uit een besturingsprintplaat met aansluitklemmen en een bedieningselement met statusindicatie, beeldscherm en draai-drukknop) als geïntegreerd bestanddeel van de hydraulische module HMD 2 Buitentemperatuurvoeler voor opbouwmontage. Gebruiksaanwijzing. Beknopte beschrijving warmtepompenregeling. plaats de beknopte beschrijving in de buurt van het apparaat. De indicaties T-buiten min en T-buiten max zijn geen storingen waarvoor met de klantenservice contact moet worden opgenomen. De warmtepomp herstart automatisch, wanneer de buitentemperatuur binnen de toepassingsgrenzen ligt. Garantie / vrijwaring De vrijwarings- en garantiebepalingen kunt u in de aankoopdocumenten terugvinden. Attentie Spreek met uw leverancier voor alle vrijwarings- en garantieaangelegenheden. Recycling Als de warmtepomp wordt afgedankt, volg dan de lokaal geldige wetten, richtlijnen en normen voor terugwinning, recycling en het verwijderen van grondstoffen en componenten van koudemachines op. pagina 14, Demontage 7

8 Elektrische installatie De beschrijving van de elementaire elektrische bedrading en de aansluitschema van de aansluiting van de hydraulische module en warmtepompen, raadpleegt u de gebruiksaanwijzing van de hydraulische module 2. Installatie- en gebruikershandleiding Hydraulische module 2 Basisbedrading van de verwarmingsen warmtepompregelaar 7 Klemmenblok voor aansluitleidingen warmtepomp 1 of warmtepomp 2 (moet overeenkomstig worden gemarkeerd) 8 Klemmenblok voor aansluitleiding elektrisch verwarmingselement 9 Aansluitklemmen (X10 modbus) voor LIN-buscommunicatieleidingen naar warmtepomp 1 en warmtepomp 2 10 Besturingsprintplaat van de verwarmings- en warmtepompregelaar 11 Sleuf voor optionele uitbreidingsprintplaat EP LIN-bus-communicatiekabel tussen besturingsprintplaat en bedieningselement (af fabriek aangesloten) 13 Bedieningselement Installatie- en gebruikershandleiding van uw apparaat, aansluitschema en schakelschema s bij uw apparaattype De in- en uitgangen op de besturingsprintplaat worden volgens het aansluitschema van de hydraulische module toegewezen. De toewijzing vindt u aanvullend ook op de afdekking van de schakelkast. Aansluitingen van de Bedieningselement 1 EVU-bruggen (moeten bij aansluiting van een potentiaalvrij contact worden verwijderd) 2 Aansluitklem retoursensor TRL (aan NTC8) 3 Kabelgoot met afdekkingen 4 Klemmenstrook voor 1~/N/PE/230 V voeding 5 Kabeldoorvoeren 6 Klemmenblok voor aansluitleidingen warmtepomp 1 of warmtepomp 2 (moet overeenkomstig worden gemarkeerd) R RS485 voor aansluiting van de ruimtebedieningseenheid (RBE) N Netwerk L LIN-bus op de besturingsprintplaat S niet bezet 8

9 Montage en installatie van temperatuurvoelers Gevaar! Levensgevaar door elektrische stroom! De elektrische installatie mag enkel door gekwalificeerde elektromonteurs worden uitgevoerd. Schakel de installatie spanningsvrij en beveilig deze tegen inschakelen, alvorens u het toestel opent! Buitentemperatuurvoeler De buitentemperatuurvoeler is een noodzakelijk onderdeel voor de werking van de regelaar en wordt dan ook bijgeleverd. bij niet geïnstalleerde of defecte buitentemperatuurvoeler stelt de verwarmings- en warmtepompregelaar de buitentemperatuur automatisch in op -5 C. Het statuslampje op het bedieningselement brandt rood, het display van het bedieningselement meldt een storing. Attentie monteer de buitentemperatuurvoeler langs de noord- of noordoostzijde van gebouwen. De buitentemperatuurvoeler mag niet blootstaan aan rechtstreeks zonlicht. Open de behuizing van de buitentemperatuurvoeler en richt de temperatuurvoeler 2 m boven de grond uit op de bevestigingsplaats. De kabelbevestiging moet naar de grond gericht zijn Markeer en boor de bevestigingsgaten, sla de pluggen in de gaten en schroef de behuizing van de buitenvoeler tegen de muur Attentie de pluggen en schroeven voor het bevestigen van de buitenvoeler worden niet meegeleverd. Draai de kabelbevestigingsschroef in de behuizing van de buitenvoeler los en voer de 2-aderige kabel (Ø 1,5 mm² per ader, kabellengte 50 m) door de kabelbevestigingsschroef in de behuizing naar binnen Klem de kabel vast, draai de kabelbevestigingsschroef aan en doe de behuizing van de buitenvoeler weer dicht. Temperatuurvoeler warm tapwater De temperatuurvoeler voor warm tapwater is een optioneel toebehoren en is alleen nodig bij gebruik van een afzonderlijk warmwaterbuffervat. U mag uitsluitend voelers voor warm tapwater gebruiken die zijn goedgekeurd door de fabrikant van de warmtepomp. Attentie het warmwaterbuffervat moet gevuld worden alvorens de voeler voor warm tapwater aan te sluiten op de verwarmings- en warmtepompregelaar. Voor zover dat nog niet is gedaan in de fabriek, moet de voeler voor warm tapwater (Ø = 6 mm) op halve hoogte van het warmwaterbuffervat worden gemonteerd in ieder geval echter boven de inwendige warmtewisselaar van het warmwaterbuffervat. 1 Behuizing buitenvoeler 2 Bevestigingsgaten 3 Kabelbevestiging 4 Buitentemperatuurvoeler 1 Buffervat warm tapwater 2 Temperatuurvoeler voor warm tapwater (Ø = 6 mm) 3 Warmtewisselaar 4 Koudwateraansluiting 5 Aansluiting warm tapwater 9

10 Externe retourtemperatuurvoeler De externe retourtemperatuurvoeler (optioneel) is noodzakelijk bij de hydraulische aanpassing van een buffervat (multifunctioneel vat, ). Deze moet als volgt worden aangesloten: ZUP TRLext HUP 1 Scheidings- resp. multifunctioneel buffervat 2 Circulatiepomp naar het scheidingsbuffervat (warmtepompcircuit) 3 Circulatiepomp uit het scheidingsbuffervat (verwarmingscircuit) 4 Externe retoursensor (Ø = 6 mm) ZUP Laadcircuit warmtepomp HUP Ontlaadcircuit verwarmingscircuit Sluit de van het buffervat komende retourtemperatuurvoeler aan op de printplaat van de verwarmings- en warmtepompregelaar. Zie aansluitschema in de handleiding van de hydraulische module 2 10

11 Inbedrijfstelling / eerste inschakeling Op het display verschijnt eerst het menu Taal. Selecteer de gewenste taal en bevestig Inbedrijfstelling (IBN-Assistent) Attentie De IBN-assistent moet in ieder geval worden uitgevoerd, omdat alleen op deze manier de aangesloten warmtepompen kunnen worden geadresseerd. De besturing is uitgevoerd met een inbedrijfstellingswizard. Deze zal u, de eerste keer dat het toestel in bedrijf wordt genomen, begeleiden bij het instellen van de besturing. In het hoofdmenu knippert het pictogram GO. Door op dit pictogram te klikken, start u de inbedrijfstellingswizard. Als de inbedrijfstelling is afgesloten, zal dit symbool verdwijnen. Verdere aanwijzingen m.b.t. de inbedrijfstellingswizard kunt u in de bijbehorende passages van deze gebruiksaanwijzing vinden. Scroll in het menu naar beneden en bevestig de instellingen. Selecteer de navigatiepijl en bevestig Op het display verschijnt nu het menu IBN-assistent. Stap voor stap wordt u nu door de selectiemogelijkheden voor het instellen van uw warmtepomp geleid: Eerst wordt u gevraagd het nummer van uw hydraulische schema in te voeren Indien u nog niet vertrouwd bent met het bedieningselement en de weergegeven schermen, dient u eerst de Basisinformatie over de bediening vanaf pagina 15 te lezen. Selecteer het pictogram op het navigatiescherm (Dit nummer voor de instelling van de regelaar kunt u in de gepubliceerde hydraulische schema s terugvinden). Daarna volgt de vraag hoeveel warmtepompen met de hydraulische module worden gebruikt Op het display verschijnt het menu Service. Met de draai-drukknop in het menu naar beneden scrollen tot aan de menuoptie IBN-assistent en vervolgens met een druk op de draai-drukknop het programmagedeelte IBN-assistent activeren Indien 2 warmtepompen met de hydraulische module worden gebruikt, dan moet de verwarmings- en warmtepompregelaar nu een adressering van elke afzonderlijke warmtepomp uitvoeren. Eerst vindt de adressering van warmtepomp 1 plaats. Hiervoor moet de LIN-busverbinding met warmtepomp 2 tijdelijk van de besturingsprintplaat van de verwarmings- en warmtepompregelaar worden losgekoppeld 11

12 Zodra de bevestiging gegeven is, begint de adressering van warmtepomp 2 De gevraagde bevestiging op het scherm pas geven, als de LIN-busverbinding met warmtepomp 2 van de besturingsprintplaat is losgekoppeld. Zodra de bevestiging gegeven is, begint de adressering van warmtepomp 1 Wanneer de adressering van warmtepomp 2 voltooid is, wordt u gevraagd om de LIN-busverbinding met warmtepomp 1 weer tot stand te brengen: Pas wanneer de adressering van warmtepomp 1 voltooid is, verschijnt een ander scherm. Nu volgt de volgende vraag: De voorheen van de besturingsprintplaat losgekoppelde LIN-busverbinding met warmtepomp 1 moet dus weer worden ingestoken. De gevraagde bevestiging op het scherm pas geven, als de LIN-busverbinding met warmtepomp 1 op de besturingsprintplaat is ingestoken. De voorheen van de besturingsprintplaat losgekoppelde LIN-busverbinding met warmtepomp 2 moet dus weer worden ingestoken. De LIN-busverbinding met warmtepomp 1 daarentegen moet nu tijdelijk van de besturingsprintplaat van de verwarmings- en warmtepompregelaar worden losgekoppeld. Zodra de bevestiging gegeven is, wordt gecontroleerd of de verbinding met beide warmtepompen tot stand kan worden gebracht De gevraagde bevestiging op het scherm pas geven, als de LIN-busverbinding met warmtepomp 2 op de besturingsprintplaat is ingestoken en de LINbusverbinding met warmtepomp 1 van de besturingsprintplaat is losgekoppeld. Na een succesvolle controle en verbinding met beide warmtepompen gaat de IBN-assistent verder met volgende vragen om de instellingen van uw installatie in te voeren, bijvoorbeeld: 12

13 Volg de instructies en voer de benodigde gegevens in, tot het eindscherm van de IBN-assistent verschijnt Parameters IBN-Assistent reset Instellingen opslaan, om de IBN-assistent af te sluiten. Als uw warmtepomp door een geautoriseerde klantenservice in bedrijf is gesteld en de inbedrijfstellingsparameters zijn opgeslagen, kunt u deze parameters m.b.v. deze menuoptie weer herstellen/resetten. Dit kan een grote hulp zijn als er instellingen zijn gewijzigd die tot storingen van de installatie hebben geleid. Houd er rekening mee dat alle instellingen, zoals stooklijnen, systeeminstellingen, ingestelde waarden, enz. worden teruggezet op de waarden ten tijde van de inbedrijfstelling. Dit heeft geen invloed op de schakelklokken. De volgende menuopties zullen verschijnen: 13

14 Eerste inschakeling Bij de eerste inschakeling verschijnt eerst de taalkeuze. pagina 52, Selecteren van de displaytaal Nadat u een taal hebt geselecteerd en uw invoer bevestigd hebt, verschijnt het volgende scherm op het display: Zolang de mededeling niet met OK wordt bevestigd, wordt geen ZWE (tweede warmteopwekker) door de regelaar vrijgegeven. Tijdens een koude start bij lucht-waterwarmtepompen is geen warmteopwekker actief. De mededeling verschijnt altijd bij het inschakelen van de regelaar of bij het overschakelen naar het standaardmenu. Als de warmtepomp of de ZWE1 meer dan 10 uur hebben, dit scherm is niet meer weergegeven. Attentie Als de mededeling met OK wordt bevestigd, hoewel de installatie niet vakkundig gevuld is, dan kan dit schade aan het apparaat veroorzaken. Bij het inschakelen van de regelaarspanning verschijnt onder bepaalde omstandigheden het volgende:. De opwarmfase tot het starten van de compressor kan bij de eerste inbedrijfstelling van lucht/waterwarmtepompen meerdere uren duren Bij LWD-apparaten vindt in het pompverloop een doorstromingsbewaking plaats. Als de doorstroming niet in orde is, loopt de warmtepomp niet aan, waarbij geen foutmelding verschijnt. Controleer hiervoor de ingang ASD. Als deze niet op AAN staat, is de doorstroming te laag. pagina 36, Ingangen oproepen Demontage Gevaar! Levensgevaar door elektrische stroom! De elektrische installatie mag enkel door gekwalificeerde elektromonteurs worden uitgevoerd. Schakel de installatie spanningsvrij en beveilig deze tegen inschakelen, alvorens u het toestel opent! Demontage van de bufferbatterij Attentie Alvorens de verwarmings- en warmtepompenregelaar wordt gerecycled, dient de bufferbatterij van de hoofdprintplaat te worden verwijderd. De batterij/accu kan met een schroevendraaier uit de houder worden verwijderd. Breng de batterij/accu en alle elektronische onderdelen gescheiden in de recycling. Na het verdwijnen van deze mededeling kan het apparaat zoals voorgeschreven worden bediend. Anders dient de 3-polige leiding voor de BUS-verbinding te worden gecontroleerd. Daarna verschijnt het volgende scherm: 14

15 Het bedieningselement Donkere achtergrond (geïnverteerd) = Symbool of menuveld is geactiveerd. Door het selecteren en activeren van de navigatiepijl gaat u van een menuniveau naar het volgende hogere of lagere niveau. Bepaalde menu s vereisen dat de instellingen worden opgeslagen. Dat gebeurt door het selecteren en activeren van. Door het selecteren en activeren van worden doorgevoerde instellingen geannuleerd.. Statuslicht Display 1 USB-aansluiting (stekker achter het klepje) 2 Display 3 Statuslicht 4 Draai-drukknop Ring rond de draaiknop brandt groen = Installatie werkt correct Ring rond de draaiknop brandt groen/rood = functieonderbreking met automatische reset Ring rond de draaiknop brandt rood = storing Op het display van het bedieningselement worden bedrijfsinformatie, functies en instelmogelijkheden van de verwarmings- en warmtepompregelaar en de warmtepompinstallatie weergegeven, evenals foutmeldingen. Normaal is het display niet verlicht. Zodra de draaidrukknop wordt gebruikt, wordt de displayverlichting ingeschakeld. De verlichting wordt automatisch weer uitgeschakeld wanneer de draai-drukknop langer dan 10 minuten niet wordt gebruikt. Als een menu meer opties heeft dan kunnen worden weergegeven op het display, verschijnt er in de linker displayrand een scrollbalk. Die geeft aan waar u zich in het menu bevindt. Als er geen symbool of menuveld is geselecteerd, kunt u naar beneden scrollen in het display door de draai-drukknop naar rechts te draaien. Zo kunt u de niet-zichtbare menuopties zichtbaar maken. Wanneer u de knop naar links draait, scrollt u weer naar boven in het display. Draai-drukknop Draaien = Pictogram voor een gewenst programmaniveau of menuveld selecteren of naar boven (of beneden) bewegen in het display (scroll). Drukken (kort) = Geselecteerde pictogram activeren (= het betreffende programmaniveau oproepen) of de geselecteerde menuoptie voor de invoer van gegevens en waarden deblokkeren. Draaien = In het gedeblokkeerde menuveld gegevens en waarden instellen. Drukken (kort) = Instelling van gegevens en waarden in een menuveld beëindigen. 15

16 Als u de draai-druk-knop 3 seconden lang ingedrukt houdt, gaat het display vanzelf terug naar het navigatiescherm. Na nog eens 7 seconden van inactiviteit keert het programma automatisch terug naar het standaardscherm. Foutmeldingen Wanneer er zich een storing voordoet in de installatie, verschijnt er een overeenkomstige foutmelding op het display. Het standaardscherm Verwarming Het standaardscherm (= basismenu) dient om snel informatie te krijgen over de geselecteerde bedrijfsmodus van de verwarming. Bovendien kunt u hier snel en gemakkelijk de basisinstellingen van de verwarmingsfunctie instellen. Attentie Alvorens u een storing bevestigt, dient u vooral eerst de hoofdstukken Storingsdiagnose / foutmeldingen en Resetten na een storing door te lezen. pagina 62, Storingsdiagnose / foutmeldingen, en pagina 65, Resetten van een storing Taal van het display Indrukken (7 seconden lang) = Foutmelding resetten en warmtepompinstallatie opnieuw starten (= manuele reset). U kunt zelf bepalen in welke taal menu s en teksten op het display worden weergegeven. pagina 52, Selecteren van de displaytaal Menuweergave De menu s zijn zodanig gestructureerd dat menuopties die voor de installatie ofwel het machinetype niet van belang zijn, worden verborgen. Dit betekent dat het beeld op het display van de regelaar van de afbeeldingen in deze gebruiksaanwijzing kunnen afwijken Pictogram voor het programma-onderdeel Verwarming Het pictogram Verwarming duidt aan dat de informatie ernaast en de instellingsmogelijkheden alleen betrekking hebben op de verwarming. Als u op dit pictogram drukt, kunt u tussen de verschillende producties van de warmtepomp heen en weer schakelen. Er kunnen zodoende bijv. ook pictogrammen voor warm tapwater, koeling of zwembadwater worden weergegeven. Dit is natuurlijk afhankelijk van uw verwarmingsinstallatie en de aangesloten verbruikers. 2 Momentele bedrijfsmodus van de verwarming Auto(matisch), Vakantie, ZWE, Uit, of Party. 3 Digitale temperatuurindicatie Geeft aan hoever de gewenste verwarmingswater-retourtemperatuur van die van de ingestelde stooklijn moet afwijken. Maximale waarde van de mogelijke afwijking: ± 5 C 4 Temperatuurschaal Geeft grafisch aan hoever de gewenste verwarmingswater-retourtemperatuur van die van de ingestelde stooklijn moet afwijken. Maximale waarde van de mogelijke afwijking: ± 5 C 5 Compressor Het compressor-pictogram draait als de compressor loopt. 6 Momentele bedrijfstoestand Verwarming Warm tapwater Opwarmprogramma Ontdooien EVU Circulatiepomp aanvoer Fout Koeling 7 Momentele buitentemperatuur 8 Datum / tijd N Navigatiepijl (hier: naar navigatiescherm) N 16

17 Het standaardscherm Warm tapwater 9 Het navigatiescherm Het navigatiescherm geeft een overzicht van de verschillende programmaonderdelen van de verwarmings- en warmtepompregelaar Basisscherm 9 Pictogram voor het programma-onderdeel Warm tapwater Duidt aan dat op het standaardscherm de warm tapwater-functies worden aangestuurd. 10 Momentele bedrijfsmodus van de tapwaterproductie Auto(matisch), Vakantie, ZWE, Uit, of Party. 11 Gewenste temperatuur van warm tapwaterproductie 1 Momentele bedrijfsstatus van de warmtepomp met tijdsindicatie 2 Actueel geselecteerde respectievelijk aangestuurde warmtepomp: 1 = warmtepomp 1 2 = warmtepomp 2 Naargelang of in een hoofd- of submenu het cijfer 1 (voor warmtepomp 1) of het cijfer 2 (voor warmtepomp 2) verschijnt, hebben de weergegeven informatie of uitgevoerde instellingen betrekking op warmtepomp 1 of warmtepomp 2. 3 Pictogrammen van de programmaonderdelen van de verwarmings- en warmtepompregelaar Standaardpictogrammen die altijd worden weergegeven, zijn: Pictogram voor het programma-onderdeel Informatie en snelinstelling Bedrijfsinformatie en bediening van de installatie door de gebruiker Toegankelijk voor alle gebruikers Pictogram voor het programma-onderdeel Verwarming Programma-onderdeel voor het instellen van alle parameters voor het verwarmings- en mengcircuit Alleen toegankelijk voor vakpersoneel Pictogram voor het programma-onderdeel Warm tapwater Programma-onderdeel voor het instellen van alle parameters voor de productie van warm tapwater Alleen toegankelijk voor vakpersoneel Pictogram voor het programma-onderdeel Service Programma-onderdeel voor het instellen van de basis-systeemparameters Alleen voor bevoegd servicepersoneel Toegang alleen via USB-stick 4 Informatie over het geselecteerde pictogram. 17

18 Weergave van andere programmaonderdelen Afhankelijk van het aangesloten warmtepomptype kan het navigatiescherm de volgende programmaonderdelen bevatten: Pictogram voor het programma-onderdeel Koeling over de voorwaarden voor de weergave van het symbool: pagina 31, Programma-onderdeel Koeling afhankelijk van uw installatie en van de configuratie van de verwarmings- en warmtepomp regelaar kunnen er nog meer programmaonderdelen op het scherm worden weergegeven. Weergave van speciale programma s Als er speciale programma s actief zijn, worden de pictogrammen ervan op het navigatiescherm weergegeven. USB-stick aangesloten Koude start (afbreken) Lucht-waterwarmtepompen beschikken over een koudestartfunctie. Als bij een buitentemperatuur < 10 C de retourtemperatuur onder de 15 C daalt, wordt de functie geactiveerd. Dan wordt de tweede warmteopwekker aangestuurd, tot de retourtemperatuur de 15 C overschrijdt. Pas daarna wordt de warmtepomp weer vrijgegeven. De koude start is vanaf een retourtemperatuur van 23 C beëindigd. Men kan de koude start desgewenst afbreken door op het symbool te drukken. Dan blijft de koude start gedeactiveerd tot de volgende herstart van de regelaar. wanneer u het pictogram van een speciaal programma selecteert en activeert, gaat u rechtstreeks naar het menu van dit speciale programma. Op de schermen die op de volgende pagina s staan beschreven, heeft u keuzemogelijkheiden of is uw keuze vereist. In principe geldt het volgende: bij keuzerondjes kunt u maar één optie aanklikken bij selectievakjes kunt u er meerdere aankruisen Ontluchtingsprogramma Toegang voor klantenservice of installateur Opwarmprogramma Beknopt programma Geforceerd verwarming Geforceerd warm tapwater Geforceerd ontdooien 18

19 Programma-onderdeel Verwarming Programma-onderdeel selecteren selecteer het pictogram op het navigatiescherm Instellen van de bedrijfsmodus Verwarming Selecteer en activeer in het menu Verwarming Instelling de menuoptie Bedrijfsmodus Op het display verschijnt het menu Verwarming Bedrijfsmodus. De actuele bedrijfsmodus is gemarkeerd met : Op het display verschijnt het menu Verwarming Instelling Volg de instructies die u in hoofdstuk Bedrijfsmodus van de verwarming instellen (programma-onderdeel Informatie en snelinstelling ) van de gebruiksaanwijzing voor de eindklant kunt nalezen. 1 Pictogram voor programma-onderdeel Verwarming met menutitel 2 Menuoptie Bedrijfsmodus opent het menu Verwarming Bedrijfsmodus 3 Menuoptie Temperatuur + opent het menu Verwarming Temperatuur + 4 Menuoptie Stooklijnen opent het menu Verwarming Stooklijnen 5 Menuoptie Klokprogramma opent het menu Verwarming Tijdprogramma 6 Menuoptie Verwarmingsgrens opent het menu Verwarmingsgrens 19

20 Temperatuur instellen Selecteer en activeer in het menu Verwarming Instelling de menuoptie Temperatuur + - Instelling opslaan of annuleren de stooklijnen worden bij het opslaan automatisch gewijzigd op basis van de ingevoerde temperatuurwaarden. De waarden in de menuoptie Temperatuurschaal en Temperatuurafwijking worden na het opslaan in het menu Verwarming Temperatuur + - op nul gezet. Op het scherm verschijnt het menu Verwarming Temperatuur + - : Als u uw instellingen hebt opgeslagen, toont het programma een bevestigingsmelding op het display om vervolgens automatisch terug te keren naar het menu Verwarming Temperatuur + Terugkeer naar het menu Verwarming Instelling. 1 Menuoptie Temperatuur + -. Ingevoerde waarden worden in stappen van 0,5 C weergegeven. Referentiegrootte: ingestelde stooklijn dit menu dient voor het fijn afstellen van de stooklijnen. Als er temperatuurwijzigingen worden opgeslagen, worden de stooklijnen automatisch aangepast. D.w.z.: op basis van de wijzigingen in het menu Verwarming Temperatuur + - berekent het programma van de verwarmings- en warmtepompregelaar het voet- respectievelijk eindpunt van de stooklijnen afhankelijk van de buitentemperatuur opnieuw om de stooklijnen vervolgens te verschuiven. Stooklijnen instellen Met stooklijn bedoelt men de op basis van de buitentemperatuur berekende retourwatertemperaturen van verwarmingsinstallatie. Binnen bepaalde grenswaarden stijgen (dalen) de retourwatertemperatuur wanneer de buitentemperatuur daalt (stijgt). via de instellingen van het verwarmingscircuit wordt het van de temperatuur afhankelijke aan- en uitschakelen van de warmtepomp gestuurd. Selecteer en activeer in het menu Verwarming Instelling de menuoptie Stooklijnen Temperatuur verhogen: selecteer en activeer de menuoptie Warmer. Verwarmingswater-retourtemperatuur wordt bij iedere draaiing 0,5 C verhoogd Temperatuur verlagen: selecteer en activeer de menuoptie Kouder. Verwarmingswater-retourtemperatuur wordt bij iedere draaiing 0,5 C verlaagd wijzig de temperatuur om te beginnen met 0,5 C. Wacht 2 tot 3 dagen voor een volgende wijziging, en ga ondertussen na hoe de kamertemperatuur zich ontwikkelt. 20

21 Instellen van de stooklijnen van het verwarmingscircuit Op het display verschijnt afhankelijk van de systeeminstelling (Menggroep1 = Ontlaad ) ofwel het menu Verwarming Stooklijnen. ofwel het menu Stooklijn verwarming : als het menu Stooklijnen verwarming verschijnt, activeert u de menuoptie Verwarmingscircuit. De stooklijnen voor het verwarmingscircuit kunnen geprogrammeerd worden, voor zover er geen vaste temperatuur is ingesteld. 4 Tabelrij Parallelle verschuiving Symbool voor Parallelle verschuiving 20 C Tabelveld Parallelle verschuiving. Voorbeeldwaarde hier: 20 C (neutraal) 20 C Tabelveld Referentiewaarde buitentemperatuur In het afgebeelde voorbeeld luidt het dat het voetpunt van de stooklijn 20 C moet bedragen bij een buitentemperatuur van 20 C. Een verhoging van de temperatuurwaarde in het tabelveld Parallelle verschuiving tot bijvoorbeeld 22 C zorgt voor een parallelle verschuiving van de stooklijn met 2 C naar boven, terwijl een daling tot bijvoorbeeld 18 C een parallelle verschuiving van de stooklijn met 2 C naar beneden tot gevolg heeft. 5 Tabelrij Nachtverlaging Symbool voor nachtmodus: verwarming is verlaagd -5 c tabelveld Verschiltemperatuur In het afgebeelde voorbeeld luidt het dat de verwarming in de nachtmodus met 5 C wordt verlaagd in vergelijking met de dagmodus. Stooklijneindpunt vastleggen Activeer het tabelveld Stooklijneindpunt pagina 24, Instellen van een vaste temperatuur 1 Symbool voor programma-onderdeel Verwarming en menutitel 2 Kolomtitel van de tabel Retourtemperatuur verwarmingscircuit Referentiewaarde buitentemperatuur 3 Tabelrij Stooklijneindpunt Symbool voor Stooklijneindpunt 45 C Tabelveld Stooklijneindpunt Voorbeeldwaarde hier: 45 C -20 C Tabelveld Referentiewaarde buitentemperatuur (= niet wijzigbare systeemgekozen waarde) In het afgebeelde voorbeeld luidt het dat de retourtemperatuur 45 C moet bedragen bij een buitentemperatuur van -20 C. het stooklijneindpunt heeft altijd betrekking op een buitentemperatuur van 20 C. Als de warmtepomp wordt gebruikt in een streek waar er nooit een buitentemperatuur van 20 C heerst, moet u het stooklijneindpunt afstemmen op de regionale normontwerptemperatuur. pagina 23, afstemming van het stooklijneindpunt op de regionale normontwerptemperatuur Stel de retourtemperatuurwaarde in het tabelveld Stooklijneindpunt in de temperatuurwaarden hebben betrekking op de retourwatertemperatuur. Om de aanvoertemperatuur te bepalen moet u de het temperatuurverschil optellen bij de berekende waarde. 21

22 voorbeelddiagram: Voorbeelddiagram: X buitentemperatuur Y retourtemperatuur 1 stooklijneindpunt 2 stooklijnvoetpunt F Vorstbeveiliging stooklijn met stooklijneindpunt van 45 C retourtemperatuur (bijvoorbeeld bij gebruik van radiatoren) stooklijn met stooklijneindpunt van 30 C retourtemperatuur (bijvoorbeeld bij gebruik van vloerverwarming) telkens bij -20 C buitentemperatuur en een stooklijnvoetpunt van 20 C retourtemperatuur bij +20 C buitentemperatuur. Beëindig de invoer in het tabelveld Stooklijneindpunt Stel andere parameters in ( ) of scroll het display helemaal naar beneden en ga verder met Parallelle verschuiving vastleggen Selecteer en activeer het tabelveld Parallelle verschuiving X buitentemperatuur Y retourtemperatuur F Vorstbeveiliging Stooklijn met stooklijneindpunt bij 30 C retourtemperatuur en stooklijnvoetpunt bij 20 C retourtemperatuur Stooklijn na parallelle verschuiving met 10 C naar boven verschoven. Beëindig de invoer in het tabelveld Parallelle verschuiving Stel andere parameters van de tabel in ( ) of scroll het display helemaal naar beneden en ga verder met Stel de verschiltemperatuur in waarmee het verwarmingscircuit in de nachtmodus moet worden verlaagd Selecteer en activeer het tabelveld Verschiltemperatuur Stel de retourtemperatuurwaarde in. Een draai naar rechts veroorzaakt een parallelle verschuiving van de stooklijn met 0,5 C naar boven. Een draai naar links veroorzaakt een parallelle verschuiving van de stooklijn met 0,5 C naar beneden. de parallelle verschuiving heeft zowel een invloed op de dagmodus als op de nachtmodus. 22

23 Stel de retourtemperatuurwaarde in voorbeelddiagram: Afstemming van het stooklijneindpunt op de regionale normontwerptemperatuur Selecteer de menuoptie Verklaring B A 15 C 1 Menuregel Regionale norm-ontwerptemperatuur X buitentemperatuur Y retourtemperatuur F Vorstbeveiliging Stooklijn in de dagmodus Met -5 C parallel verschoven stooklijn in de nachtmodus Over het volledige gebied beschouwd, ligt de stooklijn in de nachtmodus 5 C onder de stooklijn in de dagmodus. als uw installatie in de bedrijfsmodus Auto werkt, schakelt ze automatisch om tussen dagmodus (temperatuurverhoging) en nachtmodus (temperatuurverlaging). 2 Menuregel Berekende retourtemperatuur stooklijneindpunt bij de regionale ontwerptemperatuur Activeer de menuoptie Verklaring. De temperatuurindicatie wordt tegen een donkere achtergrond weergegeven Stel de regionale normontwerptemperatuur in, bijvoorbeeld 12 C Sla de instellingen op Beëindig de invoer in het tabelveld Verschiltemperatuur Alleen noodzakelijk als de stooklijn aan de regionale ontwerptemperatuur moet worden aangepast. Het programma van de verwarmings- en warmtepompregelaar berekent nu de bij -12 C werkelijke retourtemperatuur voor het stooklijneindpunt en geeft die weer in de menuoptie Berekend. In het voorbeeld +24,0 C: 23

24 Als de berekende retourtemperatuur overeenkomt met de door u gewenste retourtemperatuur, kunt u het menu verlaten Als de installatie echter een andere retourtemperatuur moet bereiken, selecteert en activeert u in de tabelrij Stooklijneindpunt het tabelveld Stooklijneindpunt en wijzigt u de retourtemperatuurwaarde naar boven of naar beneden toe (al naar gelang of u een hogere of een lagere temperatuur wenst) Instellen van de stooklijn van de menggroep 1 het menu verschaft slechts toegang tot de stooklijn van de menggroep 1 wanneer er in de installatie een mengklep is geïnstalleerd en de menggroep 1 in de systeeminstelling als ontladingsmenggroep is gedefinieerd. selecteer en activeer de menuoptie Menggroep 1 in het menu Verwarming Stooklijnen Beëindig de invoer in het tabelveld Stooklijneindpunt Scroll helemaal naar beneden in het menu Verwarming Stooklijn Verwarmingscircuit en sla de instellingen op Controleer vervolgens de achter de menuoptie Berekend weergegeven temperatuurwaarde Als de berekende waarde nu overeenkomt met de door u gewenste retourtemperatuur, kunt u het menu verlaten Anders gaat u helemaal naar boven in het menu Verwarming Stooklijn Verwarmingscircuit en herhaalt u stappen zolang tot de berekende waarde de gewenste retourtemperatuur zo dicht mogelijk benadert. een exacte overeenstemming van de berekende waarde met de gewenste retourtemperatuur is meestal niet mogelijk, aangezien u in de menuoptie Stooklijneindpunt de retourtemperatuurwaarde slechts in stappen van 0,5 C kunt instellen. Aanvaard daarom een retourtemperatuur die de door u gewenste temperatuur het dichtst benadert. een reële instelling van de stooklijn is van groot belang voor het optimale energierendement van de warmtepomp. Als de stooklijn te hoog is ingesteld, verhoogt dit het globale energieverbruik van de installatie! via de instellingen van het verwarmingscircuit wordt het van de temperatuur afhankelijke aan- en uitschakelen van de warmtepomp gestuurd. Op het display verschijnt het menu Verwarming Stooklijn Menggroep 1. De stooklijnen kunnen geprogrammeerd worden, voor zover er geen vaste temperatuur gedefinieerd werd pagina 24, Instellen van een vaste temperatuur Instellen van de stooklijnen van de menggroep 1 Volg de aanwijzingen onder Instellen van de stooklijnen van het verwarmingscircuit pagina 21 zorg ervoor dat u bij het instellen van de stooklijnen van de menggroep 1 steeds aanvoertemperaturen definieert. Instellen van een vaste temperatuur u kunt een vaste temperatuur uitsluitend instellen wanneer deze optie in de systeeminstellingen is geselecteerd. pagina 67, Systeeminstelling bij de inbedrijfstelling de vaste temperatuur wordt onafhankelijk van de buitentemperatuur opgewekt. 24

25 als u een nachtelijke temperatuurverlaging in de Vaste temperatuur -modus wenst, moet de verschiltemperatuur in de stooklijnen Verwarmingscircuit respectievelijk Menggroep 1 worden ingesteld, alvorens de optie Vaste temperatuur wordt geselecteerd. Als er geen nachtelijke verlaging gewenst is, moet de verschiltemperatuur in de stooklijnen Verwarmingscircuit respectievelijk Menggroep 1 op 0 C worden ingesteld ( = fabrieksinstelling). activeer de menuoptie Retour of T aanvoer. Het temperatuurinvoerveld wordt tegen een donkere achtergrond weergegeven Stel de gewenste vaste temperatuur in Sla de instellingen op of annuleer deze en verlaat het menu Verwarming Vaste instelling verwarming of Verwarming Vaste instelling Menggroep1. Als de optie Vaste temperatuur in de systeeminstellingen is geselecteerd, ziet de stooklijn er bijvoorbeeld als volgt uit: Selecteer en activeer in het menu Verwarming Instelling de menuoptie Stooklijnen Als de optie Vaste temperatuur in de systeeminstellingen ingeschakeld is, gaat u naar het menu Verwarming Stooklijnen (van waaruit u naar de menu s Verwarming Vaste instelling verwarming of Verwarming Vaste instelling Menggroep1 gaat) of rechtstreeks naar het menu Verwarming Vaste instelling verwarming : X buitentemperatuur Y retourtemperatuur F Vorstbeveiliging Vaste temperatuur (hier: + 35 C) Tijdklokprogramma verwarming Volg de instructies die u in hoofdstuk Tijdprogramma van het verwarmingscircuit instellen (programma-onderdeel Informatie en snelinstelling ) van de gebruiksaanwijzing voor de eindklant kunt nalezen. Stookgrens Als vaste waarde ingesteld is en stookgrens onder de systeeminstellingen op JA staat, wordt boven de stookgrens de warmtepomp uitgeschakeld en de HUP gedeactiveerd. Is de gemiddelde dagtemperatuur de laatste 24 h hoger dan de door u onder stookgrens ingestelde gemiddelde dagtemperatuur, dan wordt het verwarmingsbedrijf uitgeschakeld. Voorwaarde: de stookgrens is onder systeeminstellingen op ja ingesteld. pagina 49, Verwarmingsgrens 25

26 Programma-onderdeel Warm tapwater Instellen van de bedrijfsmodus Productie warm tapwater Selecteer en activeer in het menu Warm tapwater Instelling de menuoptie Bedrijfsmode Programma-onderdeel selecteren op het naviga- Selecteer en activeer het pictogram tiescherm Op het display verschijnt het menu Warm tapwater Bedrijfsmodus. De actuele bedrijfsmodus is gemarkeerd met : Op het display verschijnt het menu Warm tapwater Instelling : 1 Symbool voor programma-onderdeel Warm tapwater met menutitel 2 Menuoptie Bedrijfsmodus opent het menu Warm tapwater Bedrijfsmode 3 Menuoptie Temperatuur + opent het menu Gewenste waarde / gewenste temperatuur / (Als de productie van warm tapwater door een thermostaat wordt aangestuurd, ontbreekt dit menuoptie.) 4 Menuoptie Klokprogramma opent het menu Warm tapwater Klokprogramma 5 Menuoptie Snel opwarmen opent het menu Warm tapwater Snel opwarmen 6 Menuoptie Onderhoudsprogramma opent het menu Warm tapwater Onderhoudsprogramma Volg de instructies die u in hoofdstuk Bedrijfsmodus van de warm tapwater-productie instellen (programma-onderdeel Informatie en snelinstelling ) van de gebruiksaanwijzing voor de eindklant kunt nalezen. Terug naar het menu Warm tapwater Instelling. 26

27 Instellen van de temperatuur voor warm tapwater Warmwatertemperatuur zonder naverwarming (fabrieksinstelling) als de productie van warm tapwater wordt aangestuurd door een thermostaat, kan de temperatuur niet worden ingesteld. De menuoptie Temperatuur + verschijnt dan niet in het scherm Warm tapwater Instellingen. Selecteer en activeer in het menu Warm tapwater Instelling de menuoptie Temperatuur + Gewenste waarde Gewenste warmwatertemperatuur in het warmwaterbuffervat Dekking wp Warmwatertemperatuur die bij de laatste warmwaterbereiding door de warmtepomp werd bereikt Op het scherm verschijnt het menu Warm tapwater Temperatuur +. Afhankelijk van de warmtebrontemperaturen kan dit ertoe leiden dat de maximale aanvoertemperaturen van de warmtepomp niet meer kunnen worden bereikt. Dit kan naargelang de gewenste temperatuur tot gevolg hebben dat ook de gewenste warmwatertemperatuur in het buffervat niet meer wordt bereikt. De warmtepomp wordt bij het overschrijden van de toepassingsgrenzen automatisch uitgeschakeld. De laatst bereikte temperatuur in het buffervat wordt als Dekking wp ingesteld en is tegelijkertijd de regelwaarde voor de warmwaterbereiding. Zodra de regelwaarde Dekking wp met de hysterese warmwaterbereiding (standaard 2 K) wordt onderschreden, start de warmwaterbereiding opnieuw. Indien hierbij de laatst bereikte waarde Dekking wp kan worden bereikt, probeert de warmtepomp in 0,5K-stappen de gewenste waarde weer te benaderen. Indien de temperatuur niet wordt bereikt (ook buiten de hysterese), wordt de regelwaarde Dekking wp met 1 K verlaagd: De menuoptie Gewenste waarde activeren en de gewenste temperatuur instellen 27

28 In combinatie met warmwaterbuffervaten, die door de fabrikant worden aanbevolen, kan uw warmtepomp warmwatertemperaturen produceren die ca. 7 K lager liggen dan de maximale aanvoertemperatuur van uw warmtepomp. De invoer afsluiten De instellingen opslaan of annuleren. Terugkeren naar het menu Warm tapwater Temperatuur +. Warmwatertemperatuur met naverwarming Indien de warmwaterbereiding met naverwarming wordt geactiveerd, dan wordt de gewenste warmwatertemperatuur voor zover deze met de warmtepomp niet kan worden bereikt via de tweede warmteopwekker tot op de doelwaarde gebracht. De functie Warmwatertemperatuur met naverwarming moet eerst onder Systeeminstelling worden vrijgeschakeld. Selecteer het pictogram op het navigatiescherm Ga naar de menuoptie Instelling in het menu Service en selecteer deze optie. Op het display verschijnt het menu Service Instelling. Selecteer en activeer hier de menuoptie Systeem Instelling Op het display verschijnt het menu Service Systeeminstelling. Hier naar beneden scrollen, de menuoptie Warmw. naverw. selecteren, bevestigen en als parameter Ja selecteren 28

29 Wanneer de gewenste temperatuur met het warmtepompbedrijf alleen niet kan worden bereikt, wordt de warmtepomp vroegtijdig uitgeschakeld. Het verschil tussen Dekking wp en Gewenste temperatuur wordt door de tweede warmteopwekker (bijv. elektrisch verwarmingselement) in het buffervat gedekt: Door het gebruik van de functie Warmwatertemperatuur met naverwarming ontstaan mogelijk hogere energiekosten. Daarom verschijnt na het activeren van deze functie automatisch de vraag of u bereid bent de hogere energiekosten erbij te nemen. Als u deze vraag bevestigend beantwoordt, blijft de functie Warmwatertemperatuur met naverwarming geactiveerd en kunt u met doorgaan. Door te selecteren en te bevestigen, wordt de functie Warmwatertemperatuur met naverwarming gedeactiveerd. Naar het menu Warm tapwater Temperatuur + terugkeren. Het scherm ziet er nu als volgt uit De regelwaarde voor de warmwaterbereiding is altijd de parameter Dekking wp, dat wil zeggen dat zodra de regelwaarde Dekking wp met de hysterese warmwaterbereiding (standaard 2K) onderschreden wordt, de warmwaterbereiding opnieuw start. Indien hierbij de laatst bereikte waarde Dekking wp kan worden bereikt, probeert de warmtepomp in 0,5K-stappen de doelwaarde weer te benaderen. Als dit niet mogelijk is, wordt de warmtepomp uitgeschakeld en neemt de ZWE de warmwaterbereiding tot aan de doelwaarde over. De menuoptie Gewenste temperatuur activeren en de gewenste temperatuur instellen In combinatie met warmwaterbuffervaten, die door de fabrikant worden aanbevolen, kan uw warmtepomp warmwatertemperaturen produceren die ca. 7 K lager liggen dan de maximale aanvoertemperatuur van uw warmtepomp. De invoer afsluiten De instellingen opslaan of herroepen. Terugkeren naar het menu Warmwater Instelling. gewenste temperatuur Doelwaarde voor de warmwatertemperatuur in het buffervat voor warm tapwater Dekking wp Warmwatertemperatuur die bij de laatste warmwaterbereiding door de warmtepomp werd bereikt 29

30 klokprogramma productie warm tapwater Selecteer en activeer in het menu Warm tapwater Instelling de menuoptie Klokprogramma Thermische desinfectie Activeer in het menu Warm tapwater Onderhoudsprogramma het menuoptie Thermische desinfectie Volg de instructies die u in hoofdstuk Blokkering van de warm tapwater-productie instellen (programma-onderdeel Informatie en snelinstelling ) van de gebruiksaanwijzing voor de eindklant kunt nalezen. houd er bij het programmeren rekening mee dat de perioden die u in het onderdeel Warm tapwater Tijdprogramma vastlegt, blokkering zijn. Tijdens de ingevoerde perioden wordt de productie van warm tapwater uitgeschakeld. De melding,thermische desinfectie verschijnt alleen als er in de systeeminstellingen een extra warmteopwekker voor warm tapwater is vrijgegeven. Op het scherm verschijnt het menu Thermische desinfectie Instelling van het tijdschakelprogramma voor de circulatie, zie Handleiding regelaar eindklant. Onderhoudsprogramma Selecteer en activeer in het menu Warm tapwater Instelling het menuoptie Onderhoudsprogramma Selecteer en activeer de dag(en) waarop er een thermische desinfectie moet plaatsvinden Continu betekent dat er na iedere productie van warm tapwater een thermische desinfectie plaatsvindt. Het produceren van warm tapwater start echter steeds bij de ingestelde hysterese van de warmwater-instelwaarde. Op het display verschijnt het menu Warm tapwateronderhoudsprogramma 30

31 Programma-onderdeel Koeling Instellen van de bedrijfsmodus Koeling Activeer in het menu Koeling Instelling de menuoptie Bedrijfsmode Attentie het programma-onderdeel Koeling mag u uitsluitend activeren als er een koelmengklep in combinatie met een brine/water-warmtepomp of LWD is aangesloten. Attentie als er een koelmengklep is aangesloten, moet u absoluut het programma-onderdeel Koeling activeren, aangezien er anders storingen optreden bij de aangesloten mengklep. Op het display verschijnt het menu Koeling Bedrijfsmode. Kies de gewenste bedrijfsmodus Programma-onderdeel selecteren Het programma-onderdeel Koeling moet door bevoegd onderhoudspersoneel tijdens de inbedrijfstelling worden ingesteld. vereiste instelling: menuoptie Menggroup 1 = Koeling pagina 67, Systeeminstelling bij de inbedrijfstelling Als de passieve koelfunctie is ingesteld, verschijnt in het navigatiedisplay het symbool voor het programma-onderdeel Koeling : 1 Pictogram voor programma-onderdeel Koeling met menutitel 2 Automatisch Afhankelijk van de buitentemperatuurvrijgave wordt de passieve koelfunctie ingeschakeld. 3 Uit Schakelt de passieve koelfunctie uit. selecteer het pictogram op het navigatiescherm Op het scherm verschijnt het menu Koeling Instelling : 31

32 Koeltemperatuur instellen Selecteer en activeer in het menu Koeling Instellingen de menuoptie Temperatuur + Parameters instellen Selecteer en activeer in het menu Instellingen koeling het menupunt Parameters. Op het scherm verschijnt het menu Koeling Temperatuur +. Op het scherm verschijnt nu het menu Parameters - over- resp. onderschrijding buitentemperatuur. 1 Menuregel Buitentemperatuur-Vrijgave 2 Menuregel Instgestelte Temperatur Menggroep MK1 3 Menuregel T-retour koelen gew. Bij reversibele LWD s instelbaar tussen 13 C en 25 C Selecteer de menuoptie Ingest.temp. Menggr1. Het temperatuurinvoerveld wordt automatisch tegen een donkere achtergrond weergegeven Stel de gewenste temperatuur in Invoer afsluiten Selecteer en activeer de menuoptie BT-Vrijgave. Het temperatuurinvoerveld wordt automatisch tegen een donkere achtergrond weergegeve Stel de gewenste buitentemperatuurvrijgave in 1 Tijd instellen voor BT-overschrijding 2 Tijd instellen voor BT-onderschrijding Selecteer het menupunt BT-overschrijding of BT-onderschrijding. Het invoerveld voor de tijd wordt automatisch tegen een donkere achtergrond weergegeven. Stel de gewenste tijd (in aantal uren) in. Om de koeling te starten, moet de BT-vrijgave langer dan de onder BT-overschrijding ingestelde tijd overschreden zijn of eenmalig met 5 K. De koelfunctie wordt beëindigd, als de BT-vrijgave langer dan de onder BT-onderschrijding ingestelde tijd wordt onderschreden. De ingestelde temperatuur bepaalt de aanvoertemperatuur van de warmtepomp tijdens de koeling. Invoer voltooien. Sla de instellingen op of annuleer ze Terug naar het menu Koeling Instelling. 32

33 Programma-onderdeel Service In het afgebeelde voorbeeld verandert het cijfer van 1 in 2. Dit betekent dat nu in het systeemgedeelte Service de warmtepomp 2 vooringesteld is, om informatie op te vragen of instellingen in te voeren: Aangestuurde warmtepomp Op het navigatiescherm ziet u welke warmtepomp momenteel door het systeemgedeelte Service wordt aangestuurd. In het afgebeelde voorbeeld is dat warmtepomp I, wat zichtbaar is aan het cijfer 1 in het navigatiescherm (zie pijl) De selectie die u hier met de instelling van het cijfer 1 (voor warmtepomp I) of het cijfer 2 (voor warmtepomp 2) maakt, geldt voor het gehele systeemgedeelte Service. Naargelang of in een hoofd- of submenu het cijfer 1 (voor warmtepomp 1) of het cijfer 2 (voor warmtepomp 2) verschijnt, hebben de weergegeven informatie of uitgevoerde instellingen betrekking op warmtepomp 1 of warmtepomp 2. Indien dus in uw navigatiescherm op de met de pijl aangeduide plaats het cijfer 2 staat, betekent dit dat in het systeemgedeelte Service momenteel de warmtepomp 2 wordt aangestuurd. Indien u voor de momenteel weergegeven warmtepomp (1 respectievelijk 2) in het systeemgedeelte Service informatie wilt opvragen of instellingen wilt uitvoeren, dient u verder te gaan met het volgende hoofdstuk Programmagedeelte selecteren Indien u echter voor de andere warmtepomp informatie wilt opvragen of instellingen wilt uitvoeren, dan dient u met de draai-drukknop het betreffende cijfer te selecteren (hier in het voorbeeld het cijfer 1) Zodra het cijfer geselecteerd is, drukt u eenmaal op de draai-drukknop, om het cijfer te wijzigen. 33

34 Aangestuurde warmtepomp in submenu s wijzigen Indien u tijdens uw werkzaamheden binnen het systeemgedeelte Service wilt omschakelen tussen warmtepomp 1 en warmtepomp 2, dan kunt u deze wijzigingen uitvoeren in de submenu s van het systeemgedeelte Service. Let hiervoor op het weergegeven cijfer in de titelbalk van het betreffende submenu: Voorbeeld: Programma-onderdeel selecteren Selecteer het pictogram op het navigatiescherm Op het display verschijnt het menu Service. Het cijfer dat in de bovenste menuregel (hier door de pijl aangeduid) wordt weergegeven, geeft uitsluitsel over welke warmtepomp momenteel wordt aangestuurd. In het afgebeelde voorbeeld betekent het cijfer 1 dat de temperaturen van warmtepomp 1 worden weergegeven. Door aan de draai-drukknop te draaien, kunt u in het scherm naar beneden scrollen, om informatie over andere temperaturen te krijgen. Als u zich over de temperaturen van de warmtepomp 2 wilt informeren, selecteert u met de draai-drukknop het cijfer in de bovenste menuregel. Zodra dit geselecteerd is, drukt u eenmaal op de draai-drukknop. Het cijfer verandert dan (in het afgebeelde voorbeeld van 1 naar 2) en de waarden van warmtepomp 2 worden nu weergegeven: Informatie oproepen Activeer in het menu Service de menuoptie Informatie Op het display verschijnt het menu Service Informatie. 34

35 Temperaturen oproepen Ga naar de menuoptie Temperaturen in het menu Service Informatie en selecteer deze optie Aanvullend verschijnt hier afhankelijk van het type aangesloten warmtepomp de door sensoren in het koelcircuit geleverde informatie over het koelcircuit. Terug naar het menu Service Informatie. sommige temperatuurvoelers worden pas herkend als de besturing opnieuw wordt gestart nadat de voeler is aangesloten. Op het display verschijnt het menu Service Informatie Temperaturen Let op het cijfer dat in de bovenste menuregel (hier door de pijl aangeduid) wordt weergegeven. Dit geeft uitsluitsel over welke warmtepomp momenteel wordt aangestuurd. Om de aangestuurde warmtepomp te wijzigen, zie hoofdstuk Aangestuurde warmtepomp, pagina 33 Aanvoer Anvoertemperatuur verwarmingscircuit Retour retourtemperatuur verwarmingscircuit Retour berekend Berekende retourtemperatuur verwarmingscircuit bij betreffende buitentemperatuur Retour extern Retourtemperatuur in buffervat Heetgas Heetgastemperature Buitentemperatuur Buitentemperatuur Gemiddelte temperature Gemiddelde temperatuur Buiten gedurende 24 h (functie verwarmingsgrens) Tapwater gemeten Warm tapwater, gemeten-temperatuur Tapwater ingesteld Warm tapwater, ingesteldetemperatuur Bron-in Warmtebron-ingangs temperatuur Bron-uit Warmtebron-uitgangs temperatuur Menggroep1-aanvoer Menggroep 1 aanvoertemperatuur Menggr1-aanv.ingest. Menggroep 1 Ingestelde temperatuur aanvoer Ruimtetemperaturen verschijnt wanneer een ruimtebedieningseenheid is aangesloten. 35

36 Ingangen oproepen Ga naar de menuoptie Ingangen in het menu Service Informatie en selecteer deze optie ND PEX Low pressure pressostat Aan = druk in orde. Aansluiting van een parasitaire-stroomanode (bij enkele apparaten mogelijk) Terug naar het menu Service Informatie. Uitgangen oproepen Op het display verschijnt het menu Service Informatie Ingangen Ga naar de menuoptie Uitgangen in het menu Service Informatie en selecteer deze optie Let op het cijfer dat in de bovenste menuregel (hier door de pijl aangeduid) wordt weergegeven. Dit geeft uitsluitsel over welke warmtepomp momenteel wordt aangestuurd. Om de aangestuurde warmtepomp te wijzigen, zie hoofdstuk Aangestuurde warmtepomp, pagina 33 Op het display verschijnt het menu Service Informatie Uitgangen in dit menu vindt u informatie over de digitale ingangen van de regeling en of deze aan- of uitgeschakeld zijn. ASD ontdooien, flow brinecircuit, doorstroming Naar gelang van het apparaattype kan de ingang verschillende functies vervullen: Bij L/W-apparaten Ontdooi-einde pressostaat: Aan = ontdooiing wordt beëindigd. Bij LWD-apparaten met in de fabriek aangesloten flowswitch: Aan = doorstroming in orde. BWT Warm-tapwaterthermostaat Aan = Aanvraag van warm tapwater EVU Spertijd van EVU Uit = spertijd HD Hogedrukpressostaat Uit = druk in orde MOT Motorbeveiliging Aan = motorbeveiliging in orde. Let op het cijfer dat in de bovenste menuregel (hier door de pijl aangeduid) wordt weergegeven. Dit geeft uitsluitsel over welke warmtepomp momenteel wordt aangestuurd. Om de aangestuurde warmtepomp te wijzigen, zie hoofdstuk Aangestuurde warmtepomp, pagina 33 AV Ventiel- / circulatieomkering AAN = ontdooibedrijf respectievelijk circuitomkering actief BUP Circulatiepomp voor warm-tapwater FUP 1 Vloerverwarmingscirculatiepomp HUP Verwarmingscirculatiepomp Menggroep 1 open Menggroep 1 gaat open Aan = gaat open / Uit = wordt niet aangestuurd Menggroep 1 dicht Menggroep 1 dicht Aan = gaat dicht / Uit = wordt niet aangestuurd 36

37 Ventilatie Ventilatie van de warmtepompbehuizing bij bepaalde L/W-apparaten. Bij grote L/W-apparaten (codering L2G ) tweede trap van de ventilator Ventil-BOSUP Ventilator, bronwater- of brine-circulatiepomp Compressor 1 Compressor 1 in warmtepomp Compressor 2 Compressor 2 in warmtepomp ZIP circulatiepomp ZUP Aanvullende circulatiepomp ZWE 1 Tweede warmteopwekker 1 ZWE 2 Tweede warmteopwekker 2 algemeen storingscontact (functie Algemeen storingscontact: continu AAN bij storing, schakelt 1x per seconde, indien de storing zich automatisch RESET). Stuur signaal pomp Vermogen circulatiepomp in % Ventilator toerental Actueel toerental van de ventilator van de warmtepomp Compressor toerental Actueel toerental van de compressor van de warmtepomp Aflooptijden oproepen Selecteer en activeer in het menu Service Informatie de menuoptie Aflooptijden Op het display verschijnt het menu Service Informatie Aflooptijden Terug naar het menu Service Informatie. Let op het cijfer dat in de bovenste menuregel (hier door de pijl aangeduid) wordt weergegeven. Dit geeft uitsluitsel over welke warmtepomp momenteel wordt aangestuurd. Om de aangestuurde warmtepomp te wijzigen, zie hoofdstuk Aangestuurde warmtepomp, pagina 33 WP in vanaf Warmtepomp loopt sinds (tijdformaat altijd in hh:mm:ss) ZWE1 in vanaf Tweede warmteopwekker 1 loopt sinds ZWE2 in vanaf Tweede warmteopwekker 2 loopt sinds Netinsch.vertr. Net-inschakelvertraging Startblok. Tijd Cyclusblokkeringstijd VD-Stand Compressorstandtijd HRM-tijd Verwarmingsregelaar meertijd HRW-tijd Verwarmingsregelaar mindertijd TDI-tijd Thermische desinfectie actief sinds Blok.tapwater Blokkering warm tapwater Ontdooien Tijd tot de volgende ontdooiing (LW) Terug naar het menu Service Informatie. 37

38 Bedrijsuren oproepen Ga naar de menuoptie Bedrijfsuren in het menu Service Informatie en selecteer deze optie De compressoren worden m.b.v. impulsen afwisselend bijgeschakeld. Het is dus mogelijk dat de bedrijfsuren van de compressoren verschillen. Terug naar het menu Service Informatie. Storingsbuffer oproepen Op het display verschijnt het menu Service Informatie Bedrijfsuren Selecteer en activeer in het menu Service Informatie de menuoptie Storingsbuffer Let op het cijfer dat in de bovenste menuregel (hier door de pijl aangeduid) wordt weergegeven. Dit geeft uitsluitsel over welke warmtepomp momenteel wordt aangestuurd. Op het display verschijnt het menu Service Informatie Opgeslagen storingen Om de aangestuurde warmtepomp te wijzigen, zie hoofdstuk Aangestuurde warmtepomp, pagina 33 Bedrijfsuren compr.1 Bedrijfsuren Compressor 1 Impulsen compress. 1 Impulsen Compressor 1 Looptijd compress. 1 gemiddelde Looptijd Compressor 1 Bedrijfsuren compr. 2 Bedrijfsuren Compressor 2 Impulsen compress. 2 Impulsen Compressor 2 Looptijd compress. 2 gemiddelde Looptijd Compressor 2 Bedrijfsuren ZWE1 Bedrijfsuren Tweede warmteop wekker 1 Bedrijfsuren ZWE2 Bedrijfsuren Tweede warmteop wekker 2 Bedrijfsuren WP Bedrijfsuren Warmtepomp Bedrijfsuren verw. Bedrijfsuren Verwarming Bedrijfsuren tapw. Bedrijfsuren Warm tapwater Bedrijfsuren koeling Bedrijfsuren Koeling 1 Storingscode Betekenis van de storingscode vanaf pagina 62 2 Datum van de opgetreden storing 3 Tijdstip van de opgetreden storing alleen de laatste vijf opgetreden storingen worden weergegeven. Terug naar het menu Service Informatie. 38

39 Afschakelingen oproepen Selecteer en activeer in het menu Service Informatie de menuoptie Afschakelingen alleen de laatste vijf uitschakelingen worden weergegeven. Terug naar het menu Service Informatie. Op het display verschijnt het menu Service Informatie Afschakelingen Let op het cijfer dat in de bovenste menuregel (hier door de pijl aangeduid) wordt weergegeven. Dit geeft uitsluitsel over welke warmtepomp momenteel wordt aangestuurd. Om de aangestuurde warmtepomp te wijzigen, zie hoofdstuk Aangestuurde warmtepomp, pagina 33 1 Datum van de uitschakeling 2 Tijdstip van de uitschakeling 3 Afschakelcode WPstoring = Warmtepomp storing Inst.stor. = Installatie Storing BA_ZWE = Bedrijfsmodus Tweede Warmteopwekker EVU-blokk. = Externe aansturing Luchtontd. =ontdooien TEGMAX = Temperatuur maximum toepassingslimiet TEGMIN = Temperatuur minimum toe passingsli miet Bij LWD reversibel mogelijk uitschakeling wegens vorstbeveiliging bij koelbedrijf - verdampingstemperatuur te lang onder 0 C UEG = onderste toepassingslimiet Geen vraag = geen opvraag 39

40 Installatiestatus oproepen Selecteer en activeer in het menu Service Informatie de menuoptie Installatiestatus Gevraagd vermogen Door de verwarmings- en warmtepompregelaar gevraagd vermogen bij de vermogensgeregelde compressor Software versie SEC Actuele softwareversie van de inverterregelaar van de vermogensgeregelde warmtepomp Terug naar het menu Service Informatie. Op het display verschijnt het menu Service Informatie Installatiestatus Let op het cijfer dat in de bovenste menuregel (hier door de pijl aangeduid) wordt weergegeven. Dit geeft uitsluitsel over welke warmtepomp momenteel wordt aangestuurd. Om de aangestuurde warmtepomp te wijzigen, zie hoofdstuk Aangestuurde warmtepomp, pagina 33 1 Pictogram voor het programma-onderdeel Service Informatie met menutitel 2 Warmtepomp Type 3 Software versie van de verwarmings- en warmtepompregelaar 4 Bivalente trap 1 = een compressor mag werken 2 = twee compressoren mogen werken 3 = aanvullende warmteopwekker mag meedraaien 5 Bedrijfstoestand Momentele bedrijfstoestand: Verwarmen Warm tapwater Ontdooien Alleen bij een vermogensgeregelde warmtepomp: Vermogen momenteel geleverd verwarmingsvermogen door de vermogensgeregelde compressor Dit verwarmingsvermogen kan worden gebruikt om volgens het insteldiagram in de handleiding van het apparaat het overstortventiel bij een seriële buffervataansluiting in te stellen. 40

41 Energie Selecteer en activeer in het menu Service Informatie de menuoptie Energie BACnet Selecteer in het menu Service Informatie de menuoptie BACnet en bevestig Op het display verschijnt het menu Energie Op het scherm verschijnt het menu BACnet Let op het cijfer dat in de bovenste menuregel (hier door de pijl aangeduid) wordt weergegeven. Dit geeft uitsluitsel over welke warmtepomp momenteel wordt aangestuurd. Om de aangestuurde warmtepomp te wijzigen, zie hoofdstuk Aangestuurde warmtepomp, pagina 33 1 Uniek identificatienummer van het apparaat in het BAC net-netwerk 2 Naam van het apparaat in het BAC net-netwerk 3 Modelnaam van het apparaat 4 Standplaats van het apparaat 5 BAC net-communicatiepoort van het apparaat Terug naar het menu Service Informatie 1 Gemeten energie voor verwarming in kwh 2 Gemeten energie voor warm water in kwh 3 Som van de gemeten energie in kwh 4 Datum sinds de laatste meting. Door de datum te selecteren en te bevestigen, wordt de teller van de energiemeting weer op nul gezet. Zo kan de energie voor een zelfgekozen periode (startdatum = weergegeven datum) worden geregistreerd.. Eventueel wordt na de gemeten energie voor warm water ook de gemeten energie voor het zwembad weergegeven. Terug naar het menu Service Informatie 41

42 Instellingen uitvoeren Ga naar de menuoptie Instelling in het menu Service en selecteer deze optie. Selecteer en activeer het eerste invoerveld van de cijfercode Voer de cijfers van de cijfercode in. Invoer afsluiten Op het display verschijnt het menu Service Instelling Attentie na de onderhoudswerkzaamheden mag u niet vergeten de datatoegang terug te zetten op gebruiker. Door verkeerde, niet op de installatiecomponenten afgestemde programma-instellingen kunnen er zich storingen voordoen in de installatie die in sommige gevallen zelfs tot ernstige schade kunnen leiden. Daarom moet de toegang tot de basisinstellingen van de installatie worden geblokkeerd voor onbevoegde personen. de fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die ontstaat door verkeerde, niet aan de installatiecomponenten aangepaste programmainstellingen. Datatoegang bepalen Activeer in het menu Service Instelling de menuoptie Datatoegang Herhaal deze handelingen voor het tweede t/m het vierde invoerveld Sla de gegevens op of annuleer ze. De invoervelden worden automatisch op 0000 gezet. De cursor springt automatisch op de navigatiepijl. Het programma informeert u in de menuregel Datatoegang over de gekozen status van de datatoegang Keer terug naar het menu Service Instellingen door de navigatiepijl te activeren. Verkortprogramma oproepen De verkortprogramma hebben als doel de onderhoudsingrepen te vergemakkelijken. Op het display verschijnt het menu Service Instelling Passwoord Korte programma kan door een van de aangesloten warmtepomp plaatsvinden. Geef eerste in het navigatiescherm terug en bepalen welke warmtepomp is aan de korte programma s te draaien. pagina 33, Aangestuurde warmtepomp Selecteer en activeer in het menu Service Instelling de menuoptie Verkortprogramma 1 Symbool voor programma-onderdeel Service Instelling met menutitel 2 Invoervelden voor viercijferige code 3 Informatie over actuele status van de datatoegang 42

43 Temperaturen vastleggen Selecteer en activeer in het menu Service Instelling de menuoptie Temperaturen Op het display verschijnt het menu Service Instelling Verkortprogramma Op het display verschijnt het menu Service Instelling Temperaturen 1 Pictogram voor het programma-onderdeel Service Informatie met menutitel en weergave van de gecontroleerde warmtepomp (in het afgebeelde voorbeeld: warmtepomp 1) 2 Verkortprogramma Verkort de cyclusblokkering en deblokkeert de warmtepomp. 3 Geforceerd verwarmen Programma-instellingen worden genegeerd. Verwarmingsaanvraag tot hoge druk. Na hogedrukstoring wordt de menuoptie Geforceerd verw. automatisch geselecteerd en teruggezet. 4 Geforceerd tapwater Werking als Geforceerd verwarmen. 5 Ontdooien De ontdooienfunctie van de warmtepomp kan hiermee worden getest (alleen L/W-toestellen). Let op het cijfer dat in de bovenste menuregel (hier door de pijl aangeduid) wordt weergegeven. Dit geeft uitsluitsel over welke warmtepomp momenteel wordt aangestuurd. Om de aangestuurde warmtepomp te wijzigen, zie hoofdstuk Aangestuurde warmtepomp, pagina 33 Retour-begrensd Retourtemperatuur-begrenzing Instelling van de gewenste maximum retourtemperatuur in verwarmingsmodus Selecteer en activeer het gewenste beknopte programma Sla de gegevens op of annuleer ze. Terug naar het menu Service Instelling. X Buitentemperatuur Y retourtemperatuur A stooklijneindpunt B Retourtemperatuurlimiet (in het afgebeelde voorbeeld: 40 C) 43

44 Hysterese HR Hysterese verwarmingsregelaar Instelling van de regelhysterese van de verwarmingsregelaar Bij zeer reactiegevoelige verwarmingssystemen een grotere en bij tragere systemen een kleinere hysterese instellen. Een voorbeeld: Hysterese verwarmingscircuit retour = 2K A A B C D E +4K RS E c c D B 2 k 2 k in dit temperatuurgebied wordt geen verwarming gevraagd in dit temperatuurgebied wordt verwarming gevraagd Hysterese Neutrale zone Ingestelde retourtemperatuur Hysterese bij vermogensgeregelde warmtepomp Bij vermogensgeregelde warmtepompen is de functie Hysterese HR niet beschikbaar. Hier wordt de ingestelde retourwaarde door de vermogensregeling van de compressor geregeld. RS a b c d a b c a d Ingestelde retourwaarde Continu bedrijf van de warmtepomp met individueel verwarmingsvermogen Uitschakeling zodra de instelwaarde met 4 K overschreden is Inschakeling zodra de ingestelde retourwaarde onderschreden is Activeren van de aanvullende warmteopwekker na de vrijgavetijd, indien de ingestelde retourwaarde permanent onderschreden wordt en de compressor met maximaal vermogen werkt; terugkeer naar bedrijf met alleen de warmtepomp, wanneer de ingestelde retourwaarde bereikt is TR Verhoging max Retourtemperatuurverhoging maximaal Instelling van de maximaal toelaatbare overschrijding van de retourtemperatuur. Bij het overschrijden van de retourtemperatuur in de verwarming met de hier ingestelde waarde worden inwendige minimumlooptijden genegeerd en alle warmteopwekkers uitgeschakeld. Waarde altijd hoger instellen dan de waarde van de Hysterese HR Vrijgave 2 compr. Vrijgave 2e compressor Alleen bij apparaten met twee compressoren wordt hier een waarde weergegeven. Instelling van de minimale buitentemperatuur vanaf welke de 2e compressor naar gelang van de behoefte in de verwarmingsmodus kan worden vrijgegeven. Boven de ingestelde buitentemperatuur blijft de 2e compressor in de verwarmingsmodus geblokkeerd. Vrijgave ZWE Deblokkeren tweede warmteopwekker Instelling van de buitentemperatuur waarbij deblokkeren van de tweede warmteopwekker naar behoefte mogelijk is. Boven deze ingestelde buitentemperatuur blijft de tweede warmteopwekker geblokkeerd. Uitzondering: bij storing en instelling storing met TWO wordt tweede warmteopwekker onafhankelijk van de ingestelde buitentemperatuur gedeblokkeerd. T-Luchtontdooien Temperatuur-luchtontdooiing Hier wordt alleen een waarde weergegeven bij L/W-apparaten en wanneer de luchtontdooiing ingeschakeld is. Instelling van de vrijgavetemperatuur voor de luchtontdooiing. Onder de ingestelde temperatuur is de luchtontdooiing geblokkeerd. Attentie Luchtontdooiing alleen instellen bij toesteltypes die hiervoor zijn goedgekeurd. TDI-Ingestelde temp. Ingestelde TDI-temperatuur Instelling van de insteltemperatuur voor de thermische desinfectie in de productie van warm tapwater. Hysterese Tapw. Hysterese warm tapwater Instelling van de regelhysterese voor de productie van warm tapwater (negatieve hysterese). A B C D c D in dit temperatuurgebied wordt geen warm tapwaterproductie gevraagd in dit temperatuurgebied wordt warm tapwaterproductie gevraagd Warm tapwater, ingestelde waarde negatieve hysterese Aanvoer 2 compr. Tapw. Aanvoertemperatuur 2e Tapwater Alleen bij apparaten met twee compressoren wordt hier een waarde weergegeven. Instelling van de aanvoertemperatuur vanaf welke er met één compressor warm tapwater wordt ge- A B 44

45 produceerd. Optimalisatie van de laadtijd en de bereikbare warm tapwatertemperaturen. Tbuiten max. Maximum buitentemperatuur Hier wordt alleen bij L/W-apparaten een waarde weergegeven Instelling van de maximale buitentemperatuur vanaf welke de warmtepomp wordt geblokkeerd. Tweede warmteopwekker wordt naar behoefte vrijgegeven. Tbuiten min. Minimum buitentemperatuur Hier wordt alleen bij L/W-apparaten een waarde weergegeven. Instelling van de minimum buitentemperatuur vanaf welke de warmtepomp wordt geblokkeerd. Tweede warmteopwekker wordt naar behoefte vrijgegeven. T-HG max maximum persgastemperatuur Instelling van de maximaal toelaatbare temperatuur in het koelcircuit van de warmtepomp. T-Luchtontd-einde Temperatuur luchtontdooiing einde Hier wordt alleen een waarde weergegeven bij L/W-apparaten en wanneer de luchtontdooiing ingeschakeld is. Instelling van de temperatuur waarbij de luchtontdooiing aan de uitgang van de verdamper wordt beëindigd. Verlagen tot maximum daling Instelling van de buitentemperatuur tot welke er een nachtelijke temperatuurverlaging wordt doorgevoerd. Als de werkelijke temperatuur daalt tot onder de ingestelde waarde, wordt de verlagingstemperatuur genegeerd. Aanvoer max. 1) Maximum aanvoertemperatuur Als deze temperatuur in de aanvoer wordt overschreden, wordt een compressor van de warmtepomp uitgeschakeld. Dit geldt voor alle types! Aanvoer-max Menggr1 maximum aanvoertemperatuur na de mengklep Wordt alleen weergegeven als menggroep 1 is ingesteld op mengklep. In dat geval werkt de aanvoertemperatuurvoeler van TB1 als begrenzer van de aanvoertemperatuur na de mengklep. D.w.z.: als TB1 de ingestelde waarde overschrijdt, zal de mengklep richting >Dicht< worden gedraaid. Buitentemp. Grensw. 2) Warmtebrontemperatuurafhankelijke aanpassing van de aanvoertemperatuur. Hier wordt de buitentemperatuur ingesteld, tot dewelke de max. aanvoertemperatuur met de warmtepomp mag worden bereikt. Onder deze buitentemperatuur zal de daadwerkelijke max. aanvoertemperatuur van de warmtepomp lineair dalen tot de waarde Aanvoer IG. Aanvoer max. Gernsw. 3) Warmtebrontemperatuurafhankelijke aanpassing van de aanvoertemperatuur. Hier wordt de max. aanvoertemperatuur van de warmtepomp bij een buitentemperatuur van -20 C ingesteld. Meer informatie vindt u onder punt min. BT AV max. en volgende tekening: VL VL-max. VL EG -20 C min. AT VL max. AT VL = aanvoer EG = inzetgrens AT = buitentemperatuur Hyst.2 comp. verkort Hysterese verwarmingsregelaar vanaf welke de inschakeltijd van het 2e comp.-niveau wordt verkort (zie Systeeminstelling ). Aanvullende inschakeling Comp2: c A B C D E D E A B geen inschakeling verkorte inschakeling T ret.ber hysterese VR hysterese VR verkort Tapwater max. Maximale Warmwassertemperatur Een waarde die wordt ingesteld om de maximale insteltemperatuur voor warm water te begrenzen. min. aanvoer koeling minimale aanvoertemperatuur koeling Als deze temperatuur aan de koelsensor (naargelang de integratie TB1, TB2 of TRL) onderschreden wordt, wordt de koeling onderbroken (fabrieksinstelling 18 C). Tegelijkertijd is de aangegeven waarde de minimale grenswaarde voor insteltemperaturen voor de koeling. 45

46 Selecteer en activeer de gewenste parameter. Het betreffende temperatuurinvoerveld wordt tegen een donkere achtergrond weergegeven Stel de gewenste temperatuur in Waardebereik: pagina 67, Systeeminstelling bij de inbedrijfstelling Invoer afsluiten Herhaal de procedure indien nodig voor (een) andere parameter Scroll helemaal naar beneden in het display. Sla de instellingen op of annuleer ze. Terug naar het menu Service Instelling. Prioriteiten vastleggen Selecteer en activeer in het menu Service Instelling de menuoptie Prioriteiten Het menu Service Instelling Prioriteiten verschijnt op het scherm Warm tapwater heeft zoals in het afgebeelde voorbeeld standaard prioriteit. Prioriteiten worden voor beide aangesloten warmtepompen tegelijk ingesteld. Als u de verwarming de prioriteit wenst te geven, dient u met verder te gaan. Anders met. Selecteer de menuoptie Tapwater. Het prioriteiteninvoerveld wordt tegen een donkere achtergrond weergegeven Wijzig de prioriteit voor Tapwater en beëindig de invoer de menuoptie Verwarming is slechts ter informatie. U kunt hier handmatig niets instellen. Sla de instellingen op of annuleer ze. Terug naar het menu Service Instelling. 46

47 Systeeminstelling vastleggen Selecteer en activeer in het menu Service Instelling de menuoptie Systeem Instelling afwijking van de betreffende fabrieksinstellingen in het overzicht Systeeminstelling bij de inbedrijfstelling invoeren. pagina 67, Systeeminstelling bij de inbedrijfstelling Invoer afsluiten Herhaal de procedure indien nodig voor (een) andere parameter Op het display verschijnt het menu Service Instelling Systeem Let op het cijfer dat in de bovenste menuregel (hier door de pijl aangeduid) wordt weergegeven. Dit geeft uitsluitsel over welke warmtepomp momenteel wordt aangestuurd. Om de aangestuurde warmtepomp te wijzigen, zie hoofdstuk Aangestuurde warmtepomp, pagina 33 Selecteer en activeer de gewenste parameter. Het betreffende invoerveld wordt tegen een donkere achtergrond weergegeven Voer de gewenste instelling uit Attentie verkeerde, niet op de installatiecomponenten afgestemde programma-instellingen brengen de veiligheid en de goede werking van de installatie in gevaar en kunnen tot ernstige schade kan leiden. de fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die ontstaat door verkeerde, niet aan de installatiecomponenten aangepaste programmainstellingen. EVU-blokkering evu blokkering zonder ZWE = ZWE bij externe aansturing eveneens geblokkeerd met ZWE = ZWE bij externe aansturing vrijgegeven Instelling heeft enkel effect bij ketel-ht of ketel-lt als ZWE. Ruimteopnemer Ruimtethermometer (ruimteregelaar met stooklijnverstelling) Nee = geen ruimteregelaar met stooklijnverstelling aangesloten RFV = ruimteregelaar met stooklijnverstelling aangesloten RBE = ruimtebedieningseenheid aangesloten Inpassing hydraulische aanpassing Instelling van de hydraulische aanpassing van het buffervat Retour = hydraulische aanpassing met serieel geschakelde buffervaten (aanvoer/retour) Buffervat = hydraulische aanpassing met parallel geschakelde buffervaten (multifunctionele buffervaten, ) een buffervat vereist een externe retourtemperatuurvoeler. Menggroep 1 Menggroep 1 Instelling van de functie van de mengklepsturing Laden = mengklep dient als ladingsmengklep, bijvoorbeeld voor een ketel A B tb1 A Ketel B Warmtepomp TB1 Temperatuurvoeler aanvoer (optioneel) 47

48 Ontladen = mengklep dient als regelmengklep, bijvoorbeeld voor een vloerverwarming tb1 Koelen = mengklep dient als regelmengklep voor passieve koelfunctie (LWD reversibel actief) Nee = mengklep heeft geen functie Bij LWD reversibel kan MK1 ook zonder uitbreidingsprintplaat met installateur- of klantenservicetoegang op Verw+koel of Koelen worden ingesteld. De koeling wordt via de retourvoeler geregeld. ZWE1 Type Type van de tweede warmteopwekker 1 Nee = geen ZWE aangesloten, installatie werkt monovalent E-element = elektrisch element als ZWE aangesloten, installatie werkt mono-energetisch Kessel = Ketel-HT als ZWE aangesloten, installatie werkt bivalent. Als op Kessel is ingesteld, is er een mengklep vereist, omdat de ketel, indien nodig, continu wordt ingeschakeld en er geen temperatuurregeling via uitgang ZWE1 plaatsvindt. Gasboiler = Ketel-LT (gasketel) als ZWE aangesloten, wordt als elektrisch element aangestuurd, kan echter tijdens de externe aansturing worden vrijgegeven ZWE1 Functie Functie van de tweede warmteopwekker 1 Nee = geen ZWE aangesloten, installatie werkt monovalent Verwarmen = ZWE bevindt zich als elektrisch element in het buffervat Verw en Tw (=verwarming en warm tapwater) = ZWE bevindt zich hydraulisch in de aanvoer van de warmtepomp. ZWE wordt doorstroomd wanneer de verwarmingswarmtepomp of de circulatiepomp voor het warm tapwater draait Attentie bij ingebouwde doorstroomboilers die in de aanvoer van de warmtepomp zitten, moet Verw en TW als functie worden ingesteld. Storing met ZWE = bij storing van de warmtepomp worden aangesloten ZWE ingeschakeld naar gelang van de behoefte (Verw en Tapw) zonder ZWE = bij storing van de warmtepomp worden aangesloten ZWE slechts ingeschakeld wanneer retourtemperatuur < 15 C (vorstbescherming); (alleen verwarming) Tapwater 1 Warm tapwater 1 Voeler = productie van warm tapwater wordt via een temperatuurvoeler in het warm-tapwaterbuffervat gestart of gestopt Therm. (= Thermostaat) = productie van warm tapwater wordt via een thermostaat in het warmtapwaterbuffervat gestart of gestopt warm-tapwaterthermostaat aansluiten op dezelfde klemmen als de warm-tapwatertemperatuurvoeler (laagspanning). De warm-tapwaterthermostaat moet geschikt zijn voor laagspanning (potentiaalvrij contact). Thermostaat gesloten (= signaal aan) = aanvraag van warm tapwater. Tapwater 2 Warm tapwater 2 ZIP = ZIP betekent circulatiepomp. De bijbehorende instellingen vindt u in de beschrijving van de circulatiepomp in de handleiding voor de eindklant, programmaonderdeel Warm tapwater, hoofdstuk Circulatie. BLP = BLP-instelling betekent dat de uitgang ZIP tijdens de productie van warm tapwater actief is en 30 seconden na TW-productie uitschakelt. Tapwater 3 Warm tapwater 3 met ZUP = aanvullende circulatiepomp draait tijdens de productie van warm tapwater zonder ZUP = aanvullende circulatiepomp draait niet tijdens de productie van warm tapwater Tapwater 4 Warm tapwater 4 Ber.waarde = warmtepomp tracht de instelwaarde van de warm-tapwatertemperatuur te bereiken Tapwater 5 Warm tapwater 5 met HUP = verwarmingscirculatiepomp draait tijdens de productie van warm tapwater zonder HUP = verwarmingscirculatiepomp draait niet tijdens de productie van warm tapwater BW+WP max maximale looptijd warmtapwaterproductie + warmtepomp Na het verstrijken van de ingestelde tijd wordt ZWE in de warm-tapwaterproductie ingeschakeld, doch uitsluitend wanneer deze eerder in de verwarmingsmodus gedeblokkeerd was! Ontdooicycl.max Ontdooicyclustijd, maximale tijd tussen twee ontdooiprocessen De in te stellen tijd kunt u vinden in de installatie- en gebruikershandleiding bij het betreffende L/W-apparaat. Als u daar geen gegevens vindt, geldt het volgende: 48

49 Luchtontdooi Luchtontdooiing Nee = luchtontdooiing niet vrijgegeven Ja = luchtontdooiing algemeen boven de ingestelde temperatuur vrijgegeven Luchtontdooi max Maximum tijdsduur luchtontdooiing Optie slechts mogelijk wanneer luchtontdooiing vrijgegeven Ontdooien 2 Optie slechts mogelijk bij L/W-apparaten met 2 compressoren met 1 comp = ontdooiing met slechts een compressor met 2 comp = ontdooiing met twee compressoren, voor zover die ook vóór de ontdooiing werkten Pompen optimal. pompoptimalisatie Nee = verwarmingscirculatiepompen draaien altijd, behalve wanneer er een andere productie wordt gevraagd (warm tapwater, ) of wanneer het apparaat is uitgeschakeld Ja = verwarmingscirculatiepompen worden uitgeschakeld indien nodig De verwarmingscirculatiepompen worden uitgeschakeld als de warmtepomp meer dan 3 uur niet wordt geactiveerd. De verwarmingscirculatiepompen zullen dan telkens na 30 minuten 5 minuten lang draaien tot de warmtepomp weer warmte levert. Als de buitentemperatuur boven de ingestelde retourtemperatuur ligt, zullen de verwarmingscirculatiepompen continu uitgeschakeld blijven. Na 150 uur worden deze telkens 1 minuut lang ingeschakeld om vastzitten van de pomp te voorkomen. Toegang Datatoegangsbevoegdheid Als op Install. (=installateur/vakpersoneel) is ingesteld, kunnen alle parameters zonder wachtwoord worden aangepast die anders alleen met Servciienst -toegang (=klantenservice) kunnen worden gewijzigd. Bewaking compres. Bewaking compressor Uit = compressorbewaking uitgeschakeld Aan = compressorbewaking ingeschakeld, als het draaiveld van de voeding van de compressor verkeerd is, wordt er bij Net aan een storing gedetecteerd Storingsnummer 729, pagina 63 Als de compressor start, controleert de compressorbewaking de temperatuurwijziging van het persgas. Als de temperatuur van het persgas niet omhoog gaat als de compressor werkt, zal er een storing worden gemeld. Attentie compressorbewaking alleen uitschakelen voor het zoeken naar fouten tijdens onderhoud. Apparaten met een fase volgorde relais worden met uitgeschakelde compressorbewaking geleverd. Regeling verwarm. Regeling van de stooklijnen BT-afh. = de retourtemperatuurwaarde van de verwarming wordt berekend op basis van de ingestelde stooklijn Vastetemp. = de retourtemperatuurwaarde kan los van de buitentemperatuurwaarde worden gekozen Regeling Menggr.1 Regeling menggroep 1 BT-afh. = de aanvoertemperatuurwaarde van de verwarming wordt berekend op basis van de ingestelde stooklijn Vastetemp. = de aanvoertemperatuurwaarde kan los van de buitentemperatuurwaarde worden gekozen Opwarmen Optie slechts mogelijk bij externe energiebron (houtketel, zonne-energie-installatie met parallel geschakelde buffervaten, ) met mengkl = als mengklep is gedefinieerd als ontladingsmengklep, regelt hij volgens de in het opwarmprogramma ingestelde insteltemperatuur z mengkl. = als de mengklep is gedefinieerd als ontladingsmengklep, stuurt hij tijdens het opwarmprogramma altijd open Eletrische anode Parasitaire-stroomanode in het warm-tapwaterbuffervat Ja = parasitaire-stroomanode aanwezig Nee = parasitaire-stroomanode niet aanwezig Attentie bij apparaten met parasitaire-stroomanode in het warm-tapwaterbuffervat moet in dit menuoptie Ja worden ingesteld om de corrosiebescherming van het buffervat te garanderen. Het aansluiten van de parasitaire-stroomanode moet gebeuren volgens de instructies van de handleiding bij de betreffende warmtepomp. Verwarmingsgrens Als de parameter Stookgrens op Ja is ingesteld, zal hierdoor de verwarming in de zomermodus automatisch worden uitgeschakeld en andersom. Als de stookgrens geactiveerd is, zal onder Service Informatie - Temperaturen de gemiddelde dagtemperatuur worden weergegeven. Gelijktijdig verschijnt in het menu Verwarming de menuoptie Stookgrens. Hier dient een temperatuur te worden ingesteld vanaf wanneer de warmtepomp niet meer dient te verwarmen. Als de gemiddelde waarde de ingestelde waarde overschrijdt, dan wordt de retourtemperatuurwaarde op minimaal verlaagd en worden de verwarmingscirculatiepompen uitgeschakeld. Als de gemiddelde temperatuur de stooklijnwaarde weer onderschrijdt, dan wordt de verwarming automatisch weer gestart. 49

50 Pompoptim Tijd Als de pompoptimalisatie is ingeschakeld (pompopt. JA), kan hier de tijd worden ingesteld na dewelke de verwarmingscirculatiepomp wordt uitgeschakeld. Is de warmtepomp voor deze tijd uitgeschakeld omdat er geen verwarmingsaanvraag gegeven is, dan wordt de pomp cyclisch 30 minuten uit- en 5 minuten ingeschakeld, tot er weer een verwarmingsaanvraag ontvangen wordt. E.zuinige pomp efficiënte pomp Ja = aansturing van een efficiënte verwarmingscirculatiepomp via 0-10 V (Analog Out 2) Nee = geen energie-efficiënte pomp aangesloten Energie Moet in combinatie met de Energiemeting volgens de gegevens in de betreffende handleiding worden ingesteld. Afstandsbeheer Ja = afstandsbeheer is ingeschakeld Nee = afstandsbeheer is uitgeschakeld Meer informatie over het gebruik van de afstandsbeheer vindt u op pagina 58, Afstandsbeheer OntdCycl.min Ontdooicyclustijd, minimale tijd tussen twee ontdooiprocessen De in te stellen tijd kunt u vinden in de installatie- en gebruikershandleiding bij het betreffende L/W-apparaat. Melding TDI Melding thermische desinfectie Indien NEE, dan verschijnt geen storingsmelding, anders zie foutmelding 759 Vrijg. ZWE Vrijgave tweede warmteopwekker Tijd tot inschakeling van de tweede warmteop wekker. Sla de instellingen op of annuleer ze. Terug naar het menu Service Instellingen Warmw. naverw. Warmwaternaverwarming Standaard gedeactiveerd (weergave = nee ). Indien geactiveerd (weergave = ja ), wordt de gewenste warmwaterwaarde de doelwaarde voor warm water (zie pagina 28). Warmw. naverw. max Maximale tijdspanne voor warmwaternaverwarming Maximale tijdspanne waarin de warmwaternaverwarming dient plaats te vinden. Als deze tijdspanne overschreden wordt, wordt de warmwaternaverwarming afgebroken. Sla de instellingen op of annuleer ze. Terug naar het menu Service Instelling. Energiemeter / energie-efficiënte pomp Selecteer en activeer in het menu Service Instelling de menuoptie Tweede warmteop Op het display verschijnt het menu Service Instelling Systeem Selecteer en activeer de menuoptie E.zuinige pomp. De parameter op Ja instellen Selecteer en activeer de menuoptie Energie. Energie volgens de gegevens in de betreffende handleiding van de warmtepomp instellen In het menu helemaal naar beneden scrollen, de ingevoerde gegevens bevestigen en naar het menu Service Instelling terugkeren Selecteer en activeer de menuoptie WMT / E.zuinige pomp Op het display verschijnt het menu WMT / E.zuinige pomp. In dit menu kunt u de vrije opvoerhoogte van de circulatiepomp (besturing via PWM-signaal) aanpassen Let op het cijfer dat in de bovenste menuregel (hier door de pijl aangeduid) wordt weergegeven. Dit geeft uitsluitsel over welke warmtepomp momenteel wordt aangestuurd. 50

51 Om de aangestuurde warmtepomp te wijzigen, zie hoofdstuk Aangestuurde warmtepomp, pagina 33 E.zuinige p. Nom. Efficiënte pomp nominaal bedrijf Deze waarde geldt, wanneer de compressor loopt E.zuinige p. Min. Efficiënte pomp minimaal bedrijf Deze waarde geldt, wanneer de compressor niet loopt Sla de instellingen op of annuleer ze. Terug naar het menu Service Instelling. Systeem ontluchten Selecteer en activeer in het menu Service Instelling de menuoptie Systeem ontluchten Ex-ventiel man. op Het expansieventiel gaat voor de ingestelde looptijd compleet open. Selecteer en activeer het/de te ontluchten installatieonderdeel/onderdelen Stel de tijdsduur van het ontluchtingsprogramma in selecteer en activeer de menuoptie Tijdsduur. Het invoerveld voor de tijdsindicatie wordt tegen een donkere achtergrond weergegeven Tijdsduur (uurcyclus) instellen waardegebied voor tijdsduur = 1 24 uren Fabrieksinstelling: 1 uur Invoer afsluiten Sla de instellingen op of annuleer ze Op het display verschijnt het menu Service Instellingen Systeem ontluchten als er circulatiepompen zijn geactiveerd, start het ontluchtingsprogramma onmiddellijk nadat de instellingen zijn opgeslagen. Het ontluchten wordt telkens na een uur gepauzeerd gedurende 5 minuten en wordt vervolgens automatisch voortgezet. Terug naar het menu Service Instelling. HUP Verwarmings- en vloerverwarmings-circulatiepomp ZUP Circulatiepomp voor warm-tapwater BUP Warm tapwater circulatiepomp Ventilator BOSUP Ventilator, bronwater- of brine-circulatiepomp MA1 Mengkraan 1 Open MZ1 Mengkraan 1 Dicht ZIP Aanvullende circulatiepomp, circulatiepomp Looptijd Tijdsduur ooptijd van het ontluchten zolang het ontluchtingsprogramma actief is, wordt het overeenkomstige programmasymbool in het navigatiedisplay weergegeven: 51

52 ParameterS IBN OPSLAAN Het is mogelijk de instellingen op te slaan die tijdens de inbedrijfstelling zijn uitgevoerd (= Parameters IBN opslaan). Indien nodig kan de installatie zodoende snel en eenvoudig weer worden gereset met de instellingen ten tijde van de inbedrijfstelling. De gegevens worden op de printplaat van het bedieningselement opgeslagen. Selecteren van de displaytaal De menu s en teksten die op het display van het bedieningselement worden weergegeven, bestaan in verschillende talen. U kunt een taal kiezen. Selecteer en activeer in het menu Service de menuoptie Taal Op het display verschijnt het menu Service Taal De functie Parameters IBN instellen is alleen beschikbaar in de Klantenservice-toegangsmodus. Selecteer en activeer in het menu Service Instellingen de menuoptie Parameters IBN instellen Selecteer en activeer de gewenste taal Datum en tijd vastleggen Volg de instructies op het scherm: Selecteer en activeer in het menu Service de menuoptie Datum en tijd Op het scherm verschijnt het menu Service Datum en tijd. Bovendien is het mogelijk de instellingsgegevens extern op een USB-stick op te slaan. Selecteer en activeer de menuoptie voor dagcijfers Stel de cijfers voor de huidige dag in Herhaal stappen voor de invoervelden maand, jaar, uur, minuten en seconden 52

53 de naam van de dag kunt u niet wijzigen. Dze wordt automatisch gecreëerd en weergegeven. Sla de instellingen op of annuleer ze. Terug naar het menu Service. Attentie af fabriek ingestelde waarden of gewenste waarden moeten worden gecontroleerd op hun overeenstemming met de richtlijnen van de fabrikant van de vloer die moet worden verwarmd. Temperaturen en tijdsintervallen instellen Opwarmprogramma Selecteer en activeer in het menu Service de menuoptie Opwarmprogramma Selecteer en activeer in het menu Service Opwarmprogramma het tabelveld Aanvoer1 (= aanvoertemperatuurtrap 1) Het bijbehorende temperatuurinvoerveld wordt tegen een donkere achtergrond weergegeven. Stel de gewenste temperatuur in en beëindig het invoeren Op het display verschijnt het menu Service Opwarmprogramma Selecteer en activeer het invoerveld Tijd in de tabelrij Aanvoer1 Het invoerveld voor de tijd, die Aanvoer1 moet duren, wordt tegen een donkere achtergrond weergegeven. Stel de gewenste duur in en beëindig het invoeren ingestelde temperatuurwaarden zijn aanvoertemperatuurwaarden. De warmtepomp wordt via de retourtemperatuurvoeler geregeld. Het programma bepaalt het temperatuurverschil bij iedere temperatuurverandering opnieuw. Daardoor is een geringe afwijking van de ingestelde temperatuurwaarde mogelijk. Bij vermogensgeregelde warmtepompen wordt het dekvloerverwarmingsprogramma niet via de retour, maar volgens de aanvoer geregeld. Hierbij wordt het vermogen zo aangepast, dat de gewenste aanvoertemperatuur wordt bereikt. de af fabriek ingestelde waarden komen overeen met de richtlijnen van bepaalde vloerfabrikanten, maar kunnen ter plaatse worden gewijzigd. Herhaal stappen voor de tabelrijen Aanvoer2 Aanvoer10 als er voor het opwarmen van de vloer minder dan tien trappen nodig zijn, moet het tijdsinterval bij alle niet benodigde trappen op 0h worden gezet. Attentie terwijl het opwarmprogramma loopt, mag u geen warm-tapwatersnelopwarmen starten. als de temperaturen in het verwarmingssys teem reeds groter zijn dan de insteltemperatuur van de eerste aanvoertemperatuurtrap, moet u het opwarmprogramma met de eerstvolgende hogere aanvoertemperatuurtrap starten. Anders kan het opwarmprogramma in de eerste aanvoertemperatuurtrap een foutmelding geven. 53

54 Opwarmprogramma starten Attentie Terwijl het verwarmingsprogramma loopt, wordt op het display -10 C als buitentemperatuur aangegeven. De warmwaterbereiding is niet mogelijk. De laatste menuoptie luidt nu Opwarmprog.wordt gestart, de menuoptie Instellingen opslaan wordt tegen een donkere achtergrond weergegeven: scroll helemaal naar beneden in het scherm Service Opwarmprogramma. Selecteer en activeer de menuoptie Opwarmprog. starten Om het opwarmprogramma te starten, activeert u de menuoptie Instellingen opslaan De indicatie Opwarmprog. wrd gestart verandert in Opwarmprog. actief. Er verschijnt een veiligheidsvraag in het opwarmprogramma worden alle aangesloten verwarmingstoestellen naar gelang van de behoefte vrijgegeven. Nochtans geldt het volgende: een verwarmingsinstallatie is berekend op verwarmen en niet op het opwarmen van een vloer. Daarom kan het voor de opwarmfase nodig zijn de installatie uit te rusten met aanvullende verwarmingstoestellen. Accepteer de bevestiging. Selecteer en activeer de menuoptie Ja of de menuoptie Nee als de veiligheidsvraag met Nee wordt beantwoord, wordt het opwarmprogramma niet gestart. Als de veiligheidsvraag met Ja wordt beantwoord, keert het programma terug naar het menu Service Opwarmprogramma. Na het starten van het opwarmprogramma worden de geprogrammeerde aanvoertemperatuurtrappen automatisch achtereenvolgens afgelopen. Het voor een aanvoertemperatuurtrap ingestelde tijdsinterval is niet noodzakelijk de werkelijke tijd die nodig is om de volgende aanvoertemperatuurtrap te bereiken. Naar gelang van de verwarmingsinstallatie en het vermogen van de warmtepomp kan het langer of minder lang duren tot de volgende aanvoertemperatuurtrap wordt bereikt. Als een bepaalde aanvoertemperatuurtrap ten gevolge van een te gering verwarmingsvermogen niet wordt bereikt, verschijnt er op het display een overeenkomstige foutmelding. De foutmelding informeert u ook over de aanvoertemperatuurtrap die niet is bereikt. Het opwarmprogramma loopt niettemin verder en tracht de volgende aanvoertemperatuurtrap te bereiken. na afloop van een TT-temperatuurtrap wordt het bijbehorende tijdsinterval op 0h gezet. Op die manier wordt gegarandeerd dat het opwarmprogramma na een eventuele stroomuitval verdergaat bij die aanvoertemperatuurtrap waarbij het onderbroken is. als de foutmelding Vermogenstekort Opwarmprogramma verschijnt (= foutnummer 730), wijst dat erop dat het opwarmprogramma een aanvoertemperatuurtrap niet binnen het vastgelegde tijdsinterval kon afwerken. Het opwarmprogramma loopt 54

55 niettemin verder. De foutmelding kan pas worden bevestigd wanneer het opwarmprogramma afgelopen is of handmatig is uitgeschakeld. Terugkeer naar het menu Service. Attentie zolang het opwarmprogramma loopt, wordt het overeenkomstige programmasymbool in het navigatiedisplay weergegeven: Installatieconfiguratie wanneer een bepaalde gebruiksmodus niet nodig is in uw installatie, is het onnodig de bijbehorende programmaonderdelen op het display weer te geven. Een voorbeeld: uw installatie is uitsluitend bestemd voor verwarming. Er zijn geen onderdelen voor de productie van warm tapwater geïnstalleerd. Dat maakt dat u de menu s van het programma-onderdeel Warm tapwater niet nodig hebt. Het is dan ook niet nodig dat die menu s op het display worden weergegeven. Onder Installatieconfiguratie kunt u bepalen dat deze menu s in principe niet worden weergegeven op het display en daardoor verborgen blijven. Opwarmprogramma handmatig beëindigen Selecteer en activeer in het menu Service de menuoptie Opwarmprogramma het verbergen van de menu s heeft echter geen invloed op de functie of de werking van een gebruiksmodus. Als de gebruiksmodus moet worden uitgeschakeld, moet dat in het menu Bedrijfsmode worden ingesteld. Selecteer en activeer in het menu Service de menuoptie Installatieconfiguratie Op het display verschijnt het menu Service Opwarmprogramma. De menurij Opwarmprog. opheffen wordt tegen een donkere achtergrond weergegeven Op het display verschijnt het menu Service Installatieconfiguratie Druk de draai-drukknop in. Het opwarmprogramma wordt onmiddellijk uitgeschakeld, de indicatie Opwarmprogr. opheffen wordt automatisch vervangen door de indicatie Opwarmprogr. niet act(ief) Scroll helemaal naar beneden in het display, sla de instellingen op en keer terug naar het menu Service. Selecteer het niet benodigde programma-onderdeel In het voorbeeld moeten de menu s van het programma-onderdeel Verwarming op het display worden weergegeven. De menu s van het programmaonderdeel Tapwater worden niet weergegeven. Sla de instellingen op of annuleer ze. Terugkeer naar het menu Service. 55

56 Software-update Op een apparaat met softwareversie V2.63 mag geen softwareversie < V2.63 meer worden geïnstalleerd. Vermogensgeregelde lucht/water-warmtepompen mogen alleen met de softwareversie V3.xx worden gebruikt. Contrast van het Display van het bedieningselement instellen U kunt het contrast van het display van het bedieningselement zoals gewenst instellen. selecteer het pictogram op het navigatiescherm Datalogger De besturing beschikt over een datalogger die voortdurend de laatste 48 uur gegevens van de warmtepomp opslaat. (temperaturen, in- en uitgangen). Deze gegevens kunnen worden opgeslagen op een USBstick. Stop de USB-stick in de besturing en sla deze gegevens op de USB-stick op m.b.v. de menuoptie Datalogger. Een geautoriseerde klantenservice of installateur kan d.m.v. zijn wachtwoord-beveiligde toegang de datalogger continu in werking zetten. Als er een USB-stick is aangesloten, zullen de gegevens dan telkens na 48 uur met datum- en tijdstempel worden opgeslagen. Het menu Service verschijnt op het scherm. Scroll het menu helemaal omlaag en selecteer de menuoptie Systeemaansturing Op het scherm verschijnt het menu Systeemaansturing. Ga naar de menuoptie Contrast Display en selecteer deze Vergeet niet, de datalogger op de USB-stick op te slaan, alvorens u de USB-stick van het bedieningselement trekt. Anders gaan de laatse waarden verloren. Het menu Contrast Display verschijnt op het scherm. Selecteer hier + /. Door aan de draai-drukknop te draaien, kunt u nu het contrast aanpassen 56

57 Webserver Via de linker bus aan de onderzijde van het bedieningsdeel kan een verbinding met een computer of netwerk tot stand worden gebracht, om de verwarmings- en warmtepompregelaar van daar uit te kunnen besturen. Voorwaarde hiervoor is dat tijdens de elektrische aansluitwerkzaamheden een afgeschermde netwerkkabel (categorie 6) door het apparaat werd gelegd. Is deze netwerkkabel geïnstalleerd, dan dient de RJ45-connector van de netwerkkabel in de linker bus van het bedieningsdeel te worden gestoken. Het menu Webserver verschijnt op het scherm. Voer hier eerst het wachtwoord met 6 cijfers in om toegang tot gegevensinvoer te verkrijgen. U heeft dit wachtwoord later nodig om de computer bij de besturing aan te melden. Als het wachtwoord fout is, kunt u de gegevens wel uitlezen, maar niet wijzigen DHCP-Server Met de functie Webserver kunt u de verwarmings- en warmtepompregelaar d.m.v. een computer of internetbrowser regelen. Als de computer direct met de verwarmings- en warmtepompregelaar is verbonden, kunt u de menuoptie DHCP Server activeren. De computer die als DHCP-client is aangesloten, krijgt automatisch een IP-adres toegewezen. selecteer het pictogram op het navigatiescherm De aangesloten computer moet als DHCP Client werken. Hierdoor krijgt de computer alle benodigde verbindingsgegevens automatisch van de DHCP-server van de verwarmings- en warmtepompregelaar. Controleer de netwerkinstellingen van het bedrijfssysteem van uw computer als er verbindingsproblemen optreden, en wijzig deze, indien nodig. Het menu Service verschijnt op het scherm. Scroll het menu helemaal omlaag en selecteer de menuoptie Systeemaansturing Op het scherm verschijnt het menu Systeemaansturing. Ga naar de menuoptie Webserver en selecteer deze DHCP-Client Als de warmtepompregelaar op een netwerk met een DHCP-server aangesloten wordt, kan de regelaar van deze server (bijv. router) een IP-adres toegewezen krijgen. Hiervoor moet het punt DHCP-client geactiveerd zijn. Na een herstart wordt het ontvangen IP-adres in het menu IP-adres vermeld. Als de computer via een router met de verwarmings- en warmtepompregelaar is verbonden, moet u de menuoptie DHCP Server per se uitschakelen. Als DHCP Server wordt gedeactiveerd, moet de verwarmings- en warmtepompregelaar opnieuw worden gestart. 57

58 Sla de instellingen op en verlaat het menu Ga naar de menuoptie IP-adres in het menu Configuratiescherm en selecteer deze In dat geval vult u in de verwarmings- en warmtepompregelaar de volgende adresgegevens in en slaat deze op: Aanwijzing De weergave van de webserver is geschikt voor een resolutie van ten minste 1024 x 600. Op het display verschijnt het menu IP-adres bij menupunt IP moet een adres tussen t/m worden ingevoerd. Het ingevoerde adres mag niet al aan een ander apparaat zijn toegewezen dat door de router wordt beheerd. JVM (Java Virtual Machine) is een vrij beschikbare plugin voor uw internetbrowser. U kunt dit op internet downloaden ( Afstandsbeheer 1 IP-adres van de verwarmings- en warmtepompregelaar 2 Subnetmask 3 Adress Broadcast 4 Gateway-adres van de aangesloten router Als de DHCP Server / DHCP-client geactiveerd is, kunnen hier geen gegevens worden gewijzigd, maar alleen worden uitgelezen. Am vanuit de aangesloten computer toegang tot de verwarmings- en warmtepompregelaar te verkrijgen, dient u de internetbrowser te openenen en dan in de adresregel en dan het nummer in te voeren dat na IP op het scherm van uw verwarmings- en warmtepompregelaar verschijnt. Als de computer aan een router is aangesloten en de dus de DHCP Server van de verwarmings- en warmtepompregelaar is gedeactiveerd, moet u het IP-adres (1) in combinatie met alle andere gegevens (Subnet mask, Broadcast, Gateway) die op het scherm van de verwarmings- en warmtepompregelaar worden weergegeven aan de adresgegevens van uw routers aanpassen. Een voorbeeld: De aangesloten router (= Gateway) heeft het IPadres , het nummer van de subnet mask is Om de afstandsbeheer te kunnen gebruiken, dient aan de volgende voorwaarden te zijn voldaan: Er werd een speciale overeenkomst met de fabrikant afgesloten. De verwarmings- en warmtepompregelaar heeft via een breedbandverbinding (DSL) en een router toegang tot internet met open poort 21. De inbedrijfstelling van de warmtepomp werd door de klantenservice van de fabrikant uitgevoerd. De fabrikant heeft een volledig ingevuld inschrijvingsformulier voor de afstandsbeheer ontvangen. De afstandsbeheer is een extra service, die de fabrikant tegen betaling aanbiedt. Alle instellingen die de functie Afstandsbeheer betreffen, mogen uitsluitend door geautoriseerd servicepersoneel worden uitgevoerd. Met de functie afstandsbeheer is vanaf de onderhoudsserver van de fabrikant directe toegang tot de verwarmings- en warmtepompregelaar mogelijk. 58

59 Functie Afstandsbeheer inschakelen De functie Afstandsbeheer instellen Selecteer het pictogram op het navigatiescherm Selecteer in het menu Service het menupunt Systemaansturing Het menu Service verschijnt op het scherm. Selecteer het menupunt Systeeminstellingen Op het scherm verschijnt het menu Systemaansturing. Selecteer hier het menupunt Afstandsbeheer Scroll het menu door en selecteer helemaal onderaan het menupunt Afstandsbeheer Op het scherm verschijnt het menu Afstandsbeheer. Selecteer hier het menupunt IP-adres Bewaar de instelling en keer naar het menu Service terug. Op het scherm verschijnt het menu IP-adres Afstandsbeheer Voer hier het IP-adres van de afstandsbeheer server in (actuele stand: ). Na de succesvolle verbinding met de afstandsbeheer server mag het IP-adres niet meer worden veranderd. De router moet als gateway ingesteld zijn. pagina 57, Webserver Bewaar de instelling en keer naar het menu Afstandsbeheer terug 59

60 Selecteer het menupunt Verbinding testen Handmatige datatransfer Selecteer in het menu Afstandsbeheer het menupunt Handmatige data overdracht De controle van de verbinding is bij de eerste instelling absoluut noodzakelijk. Op het scherm verschijnt het menu Serienummer ingeven De verbinding met de afstandsbeheer server wordt tot stand gebracht en de gegevens worden doorgestuurd Voer het serienummer van de warmtepomp in. Een verbinding met de afstandsbeheer server is alleen mogelijk, als u het serienummer van uw warmtepomp correct hebt ingevoerd. Het serienummer van de warmtepomp vindt u op het typeplaatje dat op de kast van de warmtepomp is aangebracht. Bewaar de instelling. Vervolgens wordt de verbinding met de afstandsbeheer server gecontroleerd. Bij verbindingsproblemen verschijnt op het scherm de volgende melding: pagina 61, Mogelijke oorzaken van verbindingsproblemen Treden bij de controle van de verbinding fouten op, dan verschijnt op het scherm van de verwarmings- en warmtepompregelaar een desbetreffende waarschuwing: pagina 61, Mogelijke oorzaken van verbindingsproblemen 60

61 Mogelijke oorzaken van verbindingsproblemen Is een verbinding met de afstandsbeheer server niet mogelijk, dan kan dit volgende oorzaken hebben: Informatie over de functie Afstandsbeheer Selecteer in het menu Afstandsbeheer het menupunt Informatie De verwarmings- en warmtepompregelaar heeft geen toegang tot internet. De standaardgateway in het menu Configuratiescherm IP-adres is niet correct ingesteld. Poort 21 is niet voor de verwarmings- en warmtepompregelaar vrijgegeven. Het IP-adres van de verwarmings- en warmtepompregelaar is niet aan uw lokale netwerk aangepast. Op het scherm verschijnt het menu Informatie afstandsbeheer. Controleer bij verbindingsproblemen alle instellingen in het onderdeel Afstandsbeheer, Webserver en Configuratiescherm IP-adres. Corrigeer de instellingen, indien nodig. Is daarna nog altijd geen verbinding met de afstandsbeheer server mogelijk, dan dient u contact op te nemen met de klantenservice van de fabrikant. MAc laatste act. volgende act. Contract Status mac-adres van de besturing De gegevens moeten bij de sluiting van de overeenkomst aan de fabrikant worden meegedeeld. verstreken tijd sinds de laatste activering van de afstandsbeheer tijd tot de volgende automatische activering van de afstandsbeheer type van de gesloten overeenkomst voor afstandsbeheer status van de afstandsbeheer Offline = standaardweergave (wordt meestal getoond) Online = verbinding met de afstandsbeheer server is momenteel tot stand gebracht en actief 61

62 Storingsdiagnose / foutmeldingen Nr.. Melding Beschrijving Remedie Lage-drukstoring WP op lekken, schakelpunt pressostaat, ontdooiing en TA-min contro- Lagedrukpressostaat in koelcircuit heeft meermaals gereageerd 701 vergrendeling Installateur bellen leren Lage-drukstoring onderbroken Reset autom. Vorstbeveiliging Installateur bellen Persgasstoring RESET in hh:mm Motorbeveiliging VEN Installateur bellen Codering WP Installateur bellen Voeler retourleiding Installateur bellen Voeler aanvoer Installateur bellen Temp.voeler persgas Installateur bellen Voeler buitentemp. Installateur bellen Voeler tapwater Installateur bellen Voeler WQ-Ein Installateur bellen Persgas BW RESET in hh:mm Hogedrukstoring onderbroken Reset autom. Hogedrukstoring Installateur bellen Max. buitentemp. Reset autom. in hh:mm Min. buitentemp. Reset autom. in hh:mm Lagedrukuitschakeling Reset autom. Tempdiff VW Installateur bellen Tempdiff tapw. Installateur bellen Tempdiff ABT Installateur bellen Installatiefout TW Installateur bellen Voeler mengcircuit 1 Installateur bellen Lagedruk in koudemiddelcircuitkoudemiddelcircuit heeft gereageerd. WP wordt na enige tijd automatisch herstart Als de warmtepomp werkt en de temperatuur in de aanvoer < 5 C bereikt, dient de vorstbeveiliging te worden ingeschakeld Maximum temperatuur in het persgaskoudemiddelcircuit overschreden. Automatische WP-herstart na hh:mm Alleen mogelijk bij L/W-apparaten: motorbeveiliging van de ventilator heeft gereageerd Breuk of kortsluiting van de codeerbrug in WP na de eerste inschakeling Breuk of kortsluiting van de retourvoeler Breuk of kortsluiting van de aanvoervoeler. Breuk of kortsluiting in de persgasvoeler in het koudemiddelcircuit Breuk of kortsluiting van de buitentemperatuurvoeler. Geen storingsuitschakeling. Vaste waarde op -5 C Breuk of kortsluiting van de tapwatervoeler. Geen storingsuitschakeling. Breuk of kortsluiting van de warmtebronvoeler (ingang) Thermische gebruiksgrens van de WP overschreden. Warm-tapwaterproductie geblokkeerd gedurende hh:mm Hogedrukpressostaat in koudemiddelcircuit heeft gereageerd. WP wordt na enige tijd automatisch herstart Hogedrukpressostaat in koudemiddelcircuit heeft meerdere keren gereageerd. Buitentemperatuur heeft de toelaatbare maximum waarde overschreden. Automatische WP-herstart na hh:mm Buitentemperatuur is gedaald tot onder de toelaatbare minimum waarde. Automatische WP-herstart na hh:mm Lagedrukpressostaat in koudemiddelcircuit heeft gereageerd. Temperatuurspreiding in de verwarmingsmodus is negatief (=foutief) Temperatuurspreiding in de warm-tapwatermodus is negatief (=foutief) Temperatuurspreiding in het verwarmingscircuit is > 15 K tijdens het ontdooien (=bevriezingsgevaar) Warm-tapwatermodus gestoord, temperatuur ver onder de gewenste opslagtemperatuur Breuk of kortsluiting van de menggroepvoeler WP op lekken, schakelpunt pressostaat, en TA-min controleren. WP-vermogen, ontdooiventiel en verwarmingsinstallatie controleren. Koelmiddelhoeveelheid, verdamping, oververhitting aanvoer, retour en WQ-min controleren. Ingestelde waarde en ventilator controleren. Codeerweerstand in WP, stekker en verbindingskabel controleren. Retourvoeler, stekker en verbindingskabel controleren. Aanvoervoeler, stekker en verbindingskabel controleren. Persgasvoeler, stekker en verbindingskabel controleren. Buitentemperatuurvoeler, stekker en verbindingskabel controleren. Tapwatervoeler, stekker en verbindingskabel controleren. Warmtebronvoeler, stekker en verbindingskabel controleren. Doorstroming warm tapwater, warmtewisselaar, warm-tapwatertemperatuur en circulatiepomp warm tapwater controleren. Doorstroming VW, overlopen, temperatuur en condensatie controleren. Doorstroming VW, overlopen, temperatuur en condensatie controleren. Buitentemperatuur en ingestelde waarde controleren. Buitentemperatuur en ingestelde waarde controleren. Schakelpunt pressostaat, volumestroom bron controleren. Werking en positie van de aanvoeren retourvoeler controleren. Werking en positie van de aanvoeren retourvoeler controleren. Werking en positie van de aanvoeren retourvoelers, pompvermogen HUP, overlopen en verwarmingscircuits controleren. Circulatiepomp TW, buffervatvulling, afsluitschuif en 3-wegventiel controleren. Verwarmingswater en TW ontluchten. Menggroepvoeler, stekker en verbindingskabel controleren. 62

63 Nr.. Melding Beschrijving Remedie 728 Voeler WQ-Uit Breuk of kortsluiting in de warmtebronvoeler aan de WQ-uitganbindingskabel controleren. Warmtebronvoeler, stekker en ver- Installateur bellen 729 Draaiveld storing Warmtebronvoeler, stekker en verbindingskabel Compressor na het inschakelen zonder vermogen Installateur bellen controleren Vermogenstekort OWP. Installateur bellen Storing koeling Installateur bellen Storing anode Installateur bellen Storing anode Installateur bellen Ext. En Installateur bellen Sensor zonnecollector Installateur bellen Voeler buffervat zonnecollector Installateur bellen Voeler menggroep2 Installateur bellen Het opwarmprogramma kon een TT-temperatuurtrap niet binnen het ingestelde tijdsinterval bereiken. Opwarmprogramma loopt verder. De verwarmingswatertemperatuur daalde meerdere keren tot onder de 16 C Storingmeldingsingang van de parasitaire stroomanode heeft gereageerd Fout 733 houdt reeds meer dan twee weken aan en de productie van warm tapwater is geblokkeerd Alleen mogelijk bij ingebouwde Comfort-/ uitbreidingsprintplaat printplaat: breuk of kortsluiting van de voeler externe energiebron Alleen mogelijk bij ingebouwde Comfort-/ uitbreidingsprintplaat printplaat: breuk of kortsluiting in de voeler zonnecollector Alleen mogelijk bij ingebouwde Comfort-/ uitbreidingsprintplaat printplaat: breuk of kortsluiting in de voeler zonneboiler Alleen mogelijk bij ingebouwde Comfort-/ uitbreidingsprintplaat printplaat: breuk of kortsluiting in de voeler menggroep2 Vereiste vermogen voor het opwarmen controleren. Mengklep en verwarmingscirculatiepomp controleren. Verbindingsleiding tussen anode en potentiostaat controleren. TW-buffervat vullen. Fout voorlopig bevestigen om de productie van warm tapwater weer vrij te geven. Fout 733 verhelpen. Voeler externe energiebron, stekker en verbindingsleiding controleren. Voeler zonnecollector, stekker en verbindingskabel controleren. Voeler zonneboiler, stekker en verbindingskabel controleren. Voeler menggroep2, stekker en verbindingskabel controleren. 750 Voeler retourleiding Retourvoeler, stekker en verbindingskabel controleren. Breuk of kortsluiting van de retourvoeler Installateur bellen 751 Fasebewakingsfout Fasevolgorderelais heeft gereageerd Controleer draaiveld en fasevolgorderelais. 752 Doorstromingsfout Doorstromingsschakelaar heeft gereageerd zie fout nr. 751 en nr Verbinding met slave Netwerkverbinding, switch en IPadressen controleren. Indien nodig Een slave heeft gedurende meer dan 5 minuten niet verloren geantwoord Installateur bellen WP-zoekfunctie opnieuw uitvoeren. 756 Verbinding met master verloren Installateur bellen 758 Storing ontdooiing 759 Melding TDI 760 Storing ontdooiing Een master heeft gedurende meer dan 5 minuten niet geantwoord De ontdooiing werd 5 keer na elkaar door een te lage aanvoertemperatuur beëindigd Thermische desinfectie kon 5 keer na elkaar niet correct worden uitgevoerd De ontdooiing werd 5 keer na elkaar via de maximale tijd beëindigd (sterke wind op de verdamper) Netwerkverbinding, switch en IPadressen controleren. Indien nodig WP-zoekfunctie opnieuw uitvoeren. Doorstroming controleren Aanvoersensor controleren Instelling tweede warmteopwekker en veiligheidstemperatuurbegrenzer controleren Ventilator en verdamper tegen sterke wind beschermen 761 LIN-timeout LIN-timeout Kabel/contact controleren. 762 Voeler Voelerfout Tü (aanzuiging verdamper) (aanzuiging verdamper) Voeler controleren, evt. vervangen. 763 Voeler Voelerfout Tü1 (aanzuiging compressor) (aanzuiging compressor) Voeler controleren, evt. vervangen. 764 Voeler Voelerfout Compressorverwarming Compressorverwarming Voeler controleren, evt. vervangen. Bij de eerste inschakeling het draaiveld 765 Oververhitting Oververhitting langer dan 5 minuten onder 2K. controleren, anders contact opnemen met klantenservice. 766 toepassingsgebied van de compressor. Bedrijf 5 minuten buiten het toepassingsgebied van de compressor. Draaiveld controleren. 63

64 Nr.. Melding Beschrijving Remedie 767 STB E-element STB van het verwarmingselement aan de SEC werd Verwarmingselement controleren geactiveerd en de zekering weer indrukken 770 Lage oververhitting De oververhitting ligt gedurende een langere periode onder Temperatuurvoeler, druksensor en de grenswaarde expansieklep controleren 771 Hoge oververhitting De oververhitting ligt gedurende een langere periode boven Temperatuurvoeler, druksensor, de grenswaarde inhoud en expansieklep controleren 776 Toepassingsgebied De compressor werkt gedurende een langere periode compressor buiten zijn toepassingsgrenzen Thermodynamica controleren 777 Expansieventiel Expansieklep defect Expansieklep, verbindingskabels en evt. SEC-board controleren 778 Lage druk voeler Lagedruksensor defect Sensor, stekker en verbindingskabel controleren 779 Hoge druk voeler Hogedruksensor defect Sensor, stekker en verbindingskabel controleren 780 EVI voeler EVI-sensor defect Sensor, stekker en verbindingskabel controleren 781 Gasvoeler. voor Exp. Sensor, stekker en Temperatuurvoeler vloeibaar voor ex-klep defect ventiel verbindingskabel controleren 782 EVI zuiggas voeler Temperatuurvoeler EVI zuiggas defect Sensor, stekker en verbindingskabel controleren Verbindingskabel, 783 Comunicatie SEC - Inverter Communicatie tussen SEC en inverter gestoord ontstoringscondensatoren en bekabeling controleren 784 VSS geblokeerd. 2 min onderbr. Inverter geblokkeerd De complete installatie 2 minuten spanningsloos schakelen Bij herhaald optreden de inverter en compressor controleren 785 SEC-Board defect Fout in het SEC-board vastgesteld SEC-board vervangen 786 Storing in de communicatie tussen SEC en HZIO door SEC Kabelverbinding tussen HZIO en Comunicatie SEC - Inverter vastgesteld SEC-board controleren 787 Compr. alarm Compressor meldt fout Bevestig de storing. Indien fouten meermaals optreden, dient de hulp van geautoriseerd servicepersoneel (= klantenservice) te worden ingeroepen. 788 Ernstige inverter fout Fout in de inverter Inverter controleren 789 Het bedieningselement kon geen codering vaststellen LIN/codering niet Verbindingskabel LINcoderingsweerstand controleren Ofwel is de LIN-verbinding verbroken, ofwel wordt de beschikbaar coderingsweerstand niet herkend 790 Ernstige inverter fout Fout in de voeding van de inverter/compressor Bekabeling, inverter en compressor controleren 791 ModBus verbinding verloren SEC-board sinds enige tijd niet meer bereikbaar. 791 wordt geactiveerd, wanneer weliswaar een HZIOprintplaat gevonden is (zonder aparte codering), maar hieraan geen SEC-board kan worden gedetecteerd 792 LIN-verbinding verbroken Er kon geen hoofdprintplaat en ook elders geen configuratie worden gevonden 793 Ernstige inverter fout Temperatuurfout in de inverter Fout zelf fixes Indien het om de SEC-configuratie gaat, de modbus-kabel tussen HZIO en SEC-board controleren. Ook op het SEC-board controleren of alles knippert zoals het hoort. Indien er GEEN configuratie met SEC-board is (bijv. omdat het om een P184-apparaat gaat), dan de coderingsweerstand van de HZIO controleren Coderingsstekkers op LINprintpla(a)t(en) controleren 64

65 Resetten van een storing Als er zich een storing voordoet en er op het display een foutmelding verschijnt, moet u: het foutnummer noteren de foutmelding bevestigen door de draai-drukknop (7 seconden lang) in te drukken. Het display gaat nu van de foutmelding naar het navigatiescherm Wanneer deze foutmelding opnieuw verschijnt, dient u de installateur of bevoegd onderhoudspersoneel (= klantendienst) te bellen, als u daartoe in de foutmelding wordt verzocht. Meld het foutnummer en bespreek wat er verder moet gebeuren. Knippercodes op regelaarprintplaat Groene LED knippert elke seconde alles in orde Rode LED licht kort op via LIN-bus worden gegevens ontvangen De groene en rode LED branden de printplaat kan een software-update ontvangen Tijdens de software-update brandt de groene LED en knippert de rode snel 65

66 Technische gegevens Montage Alleen in vorstvrije, droge en tegen weersinvloeden beschermde ruimten. Omgevingstemperatuur: 0 C 35 C Elektrische aansluiting: 230 V AC, 18 VA, 0.1 A (max. vermogensopname regelaar zonder aangesloten apparaten) Uitgangen Relaiscontacten: 8 A / 230 V Zekering: 6.3 AT (voor alle relaisuitgangen) Er kunnen in het totaal verbruikers tot 1450 VA op de uitgangen worden aangesloten. Ingangen Optokoppeling: 230 V Temperatuurvoeleringangen: NTC-voeler 2.2 kω / 25 C Aansluitingen Stuurleiding: Temperatuurvoelerleiding: Insteekklemmen: 12-polig, uitgangen 230 V 12-polig, laagspanning 1-polig, schroefklemmen Karakteristieken temperatuurvoeler t / C R / kω , , , ,931 +/-0 6, , , , , , , , , , , , , ,534 Interfaces USB: USB-versie 2.0 (USB 2.0) Host, A-stekker (alleen voor USB-stick!) Ethernet: 1 x 10 Base-T / 100 Base-TX (RJ-45, stekker, afgeschuind) Beschermklasse Beschermklasse: IP 20 Meetgebied temperatuurvoelers Meetgebied Temperatuurvoelertype Temperatuurvoelerdefect TVL -10 C t/m 80 C 5 C TRL -10 C t/m 125 C 5 C TRL-E -10 C t/m 125 C 5 C THG -25 C t/m 140 C 150 C TA -35 C t/m 55 C -5 C TBW 0 C t/m 125 C 75 C TWE -40 C t/m 70 C -50 C TWA -40 C t/m 70 C -50 C TB1 0 C t/m 100 C 75 C RFV -5 C t/m 5 C 0 C 66

67 Systeeminstelling bij de inbedrijfstelling Parameter Retourbegrensd Standaardinstelling Instelling bij in bedrijf nemen Waardenbereik Toegang 45 C C *) 35 C 70 C Install. Hysterese HR 2,0 K K *) 0,5 3,0 K Install. TR Verhoging max 7,0 K K *) 1,0 7,0 K Servdienst Vrijgave 2 compr. 5 C C *) -20 C 20 C Install. Vrijgave ZWE -2 C C *) -20 C 20 C Install. T-Luchtontdooien TDI-Ingestelde temp. 10 C C *) 0 C 20 C Servdienst 65 C C *) 50 C 70 C Gebruiker Hysterese Tapw. 2,0 K K *) 1,0 30,0 K Install. Aanvoer 2 compr. Tapw. 50 C C *) 10 C 70 C Install. Tbuiten max. 35 C C *) 10 C 45 C Servdienst Tbuiten min C C *) -20 C 10 C Install. T-HG max 130 C C *) 90 C 140 C Fabriek T-Luchtontd-einde 2 C C *) 2 C 10 C Servdienst Verlagen tot -20 C C *) -20 C 10 C Gebruiker Aanvoer max. Aanvoer-max Menggr1 apparaatafhankelijk C *) 35 C 75 C Gebruiker 40 C C *) 25 C 75 C Gebruiker Buitentemp. Grensw. -7 C C *) Aanvoer max. Gernsw. Hyst.2 comp. verkort 50 C C *) -20 C 5 C Instelling slechts mogelijk bij reversibele apparaten 35 C 75 C Instelling slechts mogelijk bij reversibele apparaten Servdienst Servdienst 4,0 K K Install. Tapwater max. 65 C C *) 30 C 65 C Install. min. aanvoer koeling 18 C C 5 C - 25 C Install. EVU-blokkering zonder ZWE met ZWE zonder ZWE *) met ZWE zonder ZWE Install. Ruimteopnemer Nee Nee RFV *) Nee RFV Gebruiker Inpassing Retour Retour Buffervat *) Retour Buffervat Install. Menggroep 1 Menggroep 1 LWD reversibel ZWE1 Type Nee Nee E-element Nee Laden Ontladen Koelen *) Nee Laden Ontladen Koelen *) Nee E-element Kessel Gasboiler *) Nee Laden Ontladen Koelen Nee Laden Ontladen Koelen Nee E-element Kessel Gasboiler Gebruiker Install. Install. 67

68 Parameter Standaardinstelling Instelling bij in bedrijf nemen Waardenbereik Toegang ZWE1 Functie Verw en Tw Ne Verwarmen Verw en Tw *) Ne Verwarmen Verw en Tw Install. Storing met ZWE zonder ZWE met ZWE *) zonder ZWE met ZWE Install. Tapwater 1 Voeler Voeler Therm *) Voeler Therm Gebruiker Tapwater 2 ZIP ZIP BLP *) ZIP BLP Install. Tapwater 3 met ZUP met ZUP zonder ZUP *) met ZUP zonder ZUP Install. Tapwater 4 Ber.waarde. Ber.waarde max waarde *) Ber.waarde max waarde Fabriek Tapwater 5 apparaatafhankelijk zonder HUP met HUP *) zonder HUP met HUP Install. BW+WP max 0 h h *) 0 h 8 h Gebruiker Ontdooicycl.max 45 min min *) min Install. Luchtontdooi No No Yes *) No Yes Servdienst Luchtontdooi max 15 min min *) 5 min 30 min Servdienst Ontdooien 2 met 1 comp met 1 comp met 2 comp *) met 1 comp met 2 comp Fabriek Pompen optimal. Ja Nee Ja *) Nee Ja Gebruiker Toegang Install. User Install. Servclienst *) User Fitter AS Servdienst Bewaking compres. Aan Uit Aan *) Uit Aan Servdienst Regeling verwarm. BT-afh. BT-afh. Vastetemp. *) BT-afh. Vastetemp. Gebruiker Regeling Menggr.1 BT-afh. BT-afh. Vastetemp. *) BT-afh. Vastetemp. Gebruiker Opwarmen met megkl met mengkl z mengkl. *) met mengkl z mengkl. Gebruiker Eletrische anode apparaatafhankelijk Nee Ja *) Nee Ja Servdienst Verwarmingsgrens Ja Nee Ja *) Nee Ja Gebruiker Parallelbedrijf Nee Nee Slave Master*) Nee Slave Master Gebruiker Pompoptim Tijd 180 min *) min Install. E.zuinige pomp Nee Nee Ja *) Nee Ja Install. Energie Install. Afstandsbeheer Nee Nee Ja *) Nee Ja Install. Aanvoer VBO 1 min min 1-5 min Install. OntdCycl.min 45 min min Fabriek Verkorting 2e Comp 20 min min 5-20 min Install. 68

69 Parameter Standaardinstelling Instelling bij in bedrijf nemen Waardenbereik Toegang Melding TDI Ja Nee Ja *) Nee Ja Install. Vrijg. ZWE 60 min min 20 min min Install. Warmw. naverw. Nee Nee Ja *) Nee Ja Install. Warmw. naverw. max min 20 min min Install. *) Voer een waarde in of schrap wat niet van toepassing is 69

70 Belangrijke afkortingen Afkorting 1Compr 2Compr Aanv afh. ASD Auto AV BA_ZWE BLP BOSUP BSUP BT BUP BW BWT comp compr compress EVU EVU-blokk ext. FUP1 HD HR HRM-tijd HRW-tijd HUP IBN ingest. Install. Inst.stor. KHZ koel Luchtontd. Luchtontdooi L/W LWC Betekenis Eerste compressor in warmtepomp Tweede compressor in warmtepomp Aanvoer afh ontdooien, flow brinecircuit, doorstroming Automatisch Ventiel- / circulatieomkering Bedrijfsmodus Tweede Warmteopwekker Circulatiepomp voor warm-tapwater Bronwater- of brine-circulatiepomp Bron / Brinepomp Buitentemperatuur Warm tapwater Warm-tapwaterthermostaat Compressor Spertijd van energievoorzieningsmaatschappij Externe aansturing extern Vloerverwarmingscirculatiepomp Hogedrukpressostaat Verwarmingsregelaar Verwarmingsregelaar meertijd Verwarmingsregelaar mindertijd Verwarmingscirculatiepomp Inbedrijfstelling ingesteeld Installateur Installatie Storing Combi comfort warmtepomp (Komfort-Haustechnik-Zentrale) koelen Luchtontdooien Lucht/Water Lucht/Water compact Afkorting Betekenis MA1 Mengkraan 1 open Menggr Menggroep mengkl Mengklep MOT Motorbeveiliging MZ1 Mengkraan 1 dicht ND Lagedrukpressostaat Netinsch.vertr. Net-inschakelvertraging Ontdooicycl. Ontdooicyclus Opwarmprog. Opwarmprogramma PEX Aansluiting van een parasitairestroomanode RFV Servdienst Servicedienst SST Algemeen storingscontact TA Tapw. Tapwater TB1 Temperatuurvoeler menggroep 1 Tbuiten Buitentemperatuur TBW TDI Thermische desinfectie TEGMAX Temperatuur maximum toepassingslimiet TEGMIN Temperatuur minimum toepassingslimiet T Temperatuur Temp. Therm. Thermostaat T-HG Temperatuur voeler persgas T-Luchtontdeinde Temperatuur Luchtontdooiing TR TRL Temperatuur voeler retour TRL-E Temperatuur voeler retour extern TVL Temperatuur voeler aanvoer TW Warm tapwater TWA TWE UEG onderste toepassingslimiet Vastetemp. Vastetemperatuur VEN Ventilator Ventil. Ventil.-BOSUP Ventilator, bronwater- of brinecirculatiepomp Verw. Verwarmen 70

71 Afkorting warmteop WQ WWC WZL WP WPstoring z ZIP ZUP ZWE Warmteopnemer Broncircuit Betekenis Water/Water compact Lucht/Water Warmtecentrale Warmtepomp Warmtepomp storing zonder Circulatiepomp voor warm tapwater Aanvullende Circulatiepomp Tweede warmteopwekker 71

72 DE ait-deutschland GmbH Industriestrasse 3 D Kasendorf info@alpha-innotec.com

Luxtronik 2.0 / 2.1. Installateurniveau Vakpersoneel. Verwarmings- en warmtepompregelaar. Installatie- en gebruikershandleiding

Luxtronik 2.0 / 2.1. Installateurniveau Vakpersoneel. Verwarmings- en warmtepompregelaar. Installatie- en gebruikershandleiding Installatie- en gebruikershandleiding NL Luxtronik 2.0 / 2.1 Verwarmings- en warmtepompregelaar Installateurniveau Vakpersoneel Vertaling van de originele handleiding A.u.b. eerst lezen Deze gebruiksaanwijzing

Nadere informatie

Installatie- en gebruikershandleiding

Installatie- en gebruikershandleiding Installatie- en gebruikershandleiding NL Regelaar Deel 1 (Gebruiker & Vakpersoneel) Programma-onderdeel Info + Instelling Programma-onderdeel Verwarmen Programma-onderdeel Warmwater Programma-onderdeel

Nadere informatie

Luxtronik 2.0. Installateurniveau Vakpersoneel. Verwarmings- en warmtepompregelaar. Installatie- en gebruikershandleiding

Luxtronik 2.0. Installateurniveau Vakpersoneel. Verwarmings- en warmtepompregelaar. Installatie- en gebruikershandleiding Installatie- en gebruikershandleiding NL Luxtronik 2.0 Verwarmings- en warmtepompregelaar Installateurniveau Vakpersoneel Vertaling van de originele handleiding A.u.b. eerst lezen Deze gebruiksaanwijzing

Nadere informatie

VERLENGINGSSET / 230 V

VERLENGINGSSET / 230 V Installatie- en gebruikershandleiding NL VERLENGINGSSET / 230 V voor elektrische verbindingsleidingen tussen een duale lucht-waterwarmtepomp en de hydraulische module A.u.b. eerst lezen Deze handleiding

Nadere informatie

RUIMTEREGELAAR MET STOOKLIJN- VERSTELLING

RUIMTEREGELAAR MET STOOKLIJN- VERSTELLING Installatie- en gebruikershandleiding NL RUIMTEREGELAAR MET STOOKLIJN- VERSTELLING Afstandsbediening voor warmtepompen met koeling RFV-DK Vertaling van de originele handleiding Alpha-InnoTec GmbH A.u.b.

Nadere informatie

Installatie- en gebruikershandleiding. Luxtronik II. Verwarmings- en. warmtepompregelaar. Gebruiker. Technische wijzigingen voorbehouden.

Installatie- en gebruikershandleiding. Luxtronik II. Verwarmings- en. warmtepompregelaar. Gebruiker. Technische wijzigingen voorbehouden. Installatie- en gebruikershandleiding NL Verwarmings- en Luxtronik II warmtepompregelaar Gebruiker A.u.b. eerst lezen Deze gebruiksaanwijzing bevat belangrijke aanwijzingen voor het gebruik van het toestel.

Nadere informatie

3 WEG- OMSCHAKELKLEP. Installatie- en gebruikershandleiding. voor warmtapwaterlading. USV 1" bu USV 5/4" bu USV 6/4" bi

3 WEG- OMSCHAKELKLEP. Installatie- en gebruikershandleiding. voor warmtapwaterlading. USV 1 bu USV 5/4 bu USV 6/4 bi Installatie- en gebruikershandleiding NL 3 WEG- OMSCHAKELKLEP voor warmtapwaterlading USV 1" bu USV 5/4" bu USV 6/4" bi A.u.b. eerst lezen Deze handleiding bevat belangrijke aanwijzingen voor het gebruik

Nadere informatie

Bedieningshandleiding

Bedieningshandleiding Energiesystemen ThermoAura en ThermoTerra Verwarmings-en warmtepompregelaar Bedieningshandleiding Regelaar Deel 1 (Gebruiker & installateur) Energievol energie Inhoud Informatie voor gebruikers, gekwalificeerd

Nadere informatie

met stooklijnverstelling

met stooklijnverstelling Installatie- en gebruikershandleiding NL Ruimteregelaar met stooklijnverstelling Afstandsbediening voor warmtepompen met koeling RFV-DK Vertaling van de originele handleiding Alpha-InnoTec GmbH A.u.b.

Nadere informatie

met stooklijnverstelling

met stooklijnverstelling Installatie- en gebruikershandleiding NL Ruimteregelaar met stooklijnverstelling Afstandsbediening voor warmtepompen met koeling RFV-DK Vertaling van de originele handleiding Alpha-InnoTec GmbH A.u.b.

Nadere informatie

Installatie- en gebruikershandleiding. Luxtronik II. Verwarmings- en. warmtepompregelaar. Gebruiker. Technische wijzigingen voorbehouden.

Installatie- en gebruikershandleiding. Luxtronik II. Verwarmings- en. warmtepompregelaar. Gebruiker. Technische wijzigingen voorbehouden. Installatie- en gebruikershandleiding NL Verwarmings- en Luxtronik II warmtepompregelaar Gebruiker A.u.b. eerst lezen Deze gebruiksaanwijzing bevat belangrijke aanwijzingen voor het gebruik van het toestel.

Nadere informatie

ELEKTRISCHE VERWARMINGSELEMENTEN

ELEKTRISCHE VERWARMINGSELEMENTEN Installatie- en gebruikershandleiding NL ELEKTRISCHE VERWARMINGSELEMENTEN A.u.b. eerst lezen Deze handleiding bevat belangrijke aanwijzingen voor het gebruik van het apparaat. Ze is onderdeel van het product

Nadere informatie

verwarmingselementen

verwarmingselementen Installatie- en gebruikershandleiding NL Elektrische verwarmingselementen NL830088/06 vertaling van de installatie- en gebruikershandleiding A.u.b. eerst lezen Deze handleiding bevat belangrijke aanwijzingen

Nadere informatie

Warmtapwaterbuffervat WWS 121

Warmtapwaterbuffervat WWS 121 Installatie- en gebruikershandleiding NL Warmtapwaterbuffervat WWS 121 Toebehoren voor warmtepompen A.u.b. eerst lezen Deze handleiding bevat belangrijke aanwijzingen voor het gebruik van het apparaat.

Nadere informatie

Service Manual. Comfort System

Service Manual. Comfort System Service Manual Comfort System Elektronische Regeling Het IRC comfortsysteem is voorzien van een elektronische regeling ten behoeve van besturing en bewaking van het toestel. Het toestel is tevens voorzien

Nadere informatie

Espace bedrade regeling (230 volt)

Espace bedrade regeling (230 volt) Espace bedrade regeling (230 volt) Installatiehandleiding klokthermostaat. Espace klokthermostaat De fraai vormgegeven thermostaat is eenvoudig te bedienen met slechts vier toetsen en is standaard reeds

Nadere informatie

WARMTAPWATERBUFFER- VAT ZONNE-ENERGIE. Installatie- en gebruikershandleiding NL. Toebehoren voor warmtepompen

WARMTAPWATERBUFFER- VAT ZONNE-ENERGIE. Installatie- en gebruikershandleiding NL. Toebehoren voor warmtepompen Installatie- en gebruikershandleiding NL WARMTAPWATERBUFFERVAT WARMTAPWATERBUFFER- VAT ZONNE-ENERGIE Toebehoren voor warmtepompen A.u.b. eerst lezen Deze handleiding bevat belangrijke aanwijzingen voor

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Verwarmingswater-doorstroomtoestel. Veiligheidsinstructies. voor de installateur

VIESMANN. Montagehandleiding. Verwarmingswater-doorstroomtoestel. Veiligheidsinstructies. voor de installateur Montagehandleiding voor de installateur VIESMANN Verwarmingswater-doorstroomtoestel Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële

Nadere informatie

nl Hulp bij opstarten

nl Hulp bij opstarten nl Hulp bij opstarten Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 Hulp bij opstarten bedieningspaneel 1.................................................................. 3 1.1 Opstartcyclus.................................................................................

Nadere informatie

Installatie- en gebruikershandleiding. Luxtronik. Verwarmings- en warmtepompregelaar

Installatie- en gebruikershandleiding. Luxtronik. Verwarmings- en warmtepompregelaar Verwarmings- en warmtepompregelaar Installatie- en gebruikershandleiding Luxtronik Regelaar Deel 2 NL (Vakpersoneel) Leveringsomvang, Montage, Elektrische installatie Software-update Inbedrijfstelling/

Nadere informatie

Temperatuurafhankelijk geschakelde plugin thermostaat

Temperatuurafhankelijk geschakelde plugin thermostaat Temperatuurregeling van aangesloten toestellen BESCHRIJVING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN ingebouwde temperatuurvoeler Temperatuurafhankelijk geschakelde plugin thermostaat Toepassingsvoorbeelden: Elektrische

Nadere informatie

CDI4 - Colis AD258. isense PRO. Installatiegebruikersen. service handleiding. Interactieve kamerthermostaat (met draad) B-REMBENL

CDI4 - Colis AD258. isense PRO. Installatiegebruikersen. service handleiding. Interactieve kamerthermostaat (met draad) B-REMBENL isense PRO NL Interactieve kamerthermostaat (met draad) CDI4 - Colis AD258 C002331-A Installatiegebruikersen service handleiding 300020550-001-B-REMBENL Inhoud 1 Beschrijving...2 1.1 Beschrijving van de

Nadere informatie

BELANGRIJKE WAARSCHUWINGEN Veiligheidswaarschuwingen

BELANGRIJKE WAARSCHUWINGEN Veiligheidswaarschuwingen BELANGRIJKE WAARSCHUWINGEN Veiligheidswaarschuwingen Gevaar! Veronachtzaming kan of zal de oorzaak zijn van elektrische schokken met gevaar voor het leven. - Gebruik het verwarmingselement niet in de nabijheid

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Verwarmingswater-doorstroomtoestel. Veiligheidsinstructies. voor de installateur

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Verwarmingswater-doorstroomtoestel. Veiligheidsinstructies. voor de installateur Montage- en servicehandleiding voor de installateur VIESMANN Verwarmingswater-doorstroomtoestel Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel

Nadere informatie

Weersafhankelijke regelaar SAM 2200

Weersafhankelijke regelaar SAM 2200 VERWARIGSREGEIG Weersafhankelijke regelaar SA 00 De SA 00 vervangt de SA 003 en de oude modellen SA 83 en SA 83.1 die gebruikt werden voor sturing van mengkranen. O DIP 1 34 Éen enkele regelaar, 6 hydraulische

Nadere informatie

TNG-serie warmtepomp Gebruikershandleiding

TNG-serie warmtepomp Gebruikershandleiding TNG-serie warmtepomp Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding TNG-serie warmtepompen Inhoud Inleiding... 3 Veiligheid... 4 Algemeen... 4 Koudemiddel... 5 Bediening... 6 Overzicht van de Siemens thermostaat...

Nadere informatie

Uitsluitend aansluiten op de spanning en frequentie zoals aangegeven op het typeplaatje.

Uitsluitend aansluiten op de spanning en frequentie zoals aangegeven op het typeplaatje. MODELLEN 1221 AANSLUITINGEN 1 kanaal 2 kanalen VEILIGHEIDSINSTRUCTIES In verband met brandgevaar of het risico op een elektrische schok dient inbouw en montage uitsluitend door een elektro vakman te geschieden.

Nadere informatie

HANDLEIDING QUICKHEAT-FLOOR THERMOSTAAT

HANDLEIDING QUICKHEAT-FLOOR THERMOSTAAT HANDLEIDING QUICKHEAT-FLOOR THERMOSTAAT Technische gegevens: Spanning: 230-240VAC + aarde Frequentie: 50-60Hz Weerstandsbelasting: 16A (3600W-230VAC) Inductieve belasting: 1A IP Waarde: IP21 Aanpassing:

Nadere informatie

korte handleiding Ruimtebedieningseenheid RBE

korte handleiding Ruimtebedieningseenheid RBE korte handleiding Ruimtebedieningseenheid RBE Symbolen functie De symbolen van uw ruimtebedieningseenheid hangen van de uitvoering van uw warmtepomp af. Symbool functie Definitie Symbolen functie Definitie

Nadere informatie

Montagevoorschrift. UBA3-module xm10 voor montage in de verwarmingsketel evenals voor wandmontage /2004 NL Voor de vakman

Montagevoorschrift. UBA3-module xm10 voor montage in de verwarmingsketel evenals voor wandmontage /2004 NL Voor de vakman 60 84 06/004 NL Voor de vakman Montagevoorschrift UBA-module xm0 voor montage in de verwarmingsketel evenals voor wandmontage Zorgvuldig lezen vóór de montage Inhoudsopgave Veiligheid.......................................

Nadere informatie

1 Veiligheidsinstructies. 2 Bedoeld gebruik. 3 Bediening. Systeem DALI-Power-besturingseenheid inbouwbasiselement

1 Veiligheidsinstructies. 2 Bedoeld gebruik. 3 Bediening. Systeem DALI-Power-besturingseenheid inbouwbasiselement Best. nr.: 5406 00 Bedieningsvoorschrift 1 Veiligheidsinstructies Elektrische apparaten mogen alleen door een elektromonteur worden gemonteerd en aangesloten. Ernstig letsel, brand of materiële schade

Nadere informatie

Beschrijving: SAM 8.1/2 Tl.Nr.: HOL

Beschrijving: SAM 8.1/2 Tl.Nr.: HOL Beschrijving: SAM 8.1/2 Tl.Nr.: 78327.HOL 070815 1. Toepassing De aansluitmodule SAM 8.1/2 maakt eenvoudige bedrading tussen thermostaten en klokthermostaten mogelijk en de daaraan behorende thermische

Nadere informatie

Bedieningshandleiding. ExaControl E7R S

Bedieningshandleiding. ExaControl E7R S Bedieningshandleiding ExaControl E7R S UW APPARAAT GEBRUIKEN UW APPARAAT GEBRUIKEN 1 Het apparaat wordt geleverd met: Snelstartgids voor de gebruiker, Snelstartgids voor de installateur, Garantieverklaring

Nadere informatie

Uitbreidingsprintplaat 2.1

Uitbreidingsprintplaat 2.1 Bedieningshandleiding NL Uitbreidingsprintplaat 2.1 Toebehoren bij de warmtepompregelaar A.u.b. eerst lezen Deze bedieningshandleiding bevat belangrijke aanwijzingen voor het gebruik van het toestel. Deze

Nadere informatie

1 Veiligheidsinstructies. 2 Bedoeld gebruik. 3 Bediening. LB-management. Power DALI-taststuureenheid TW

1 Veiligheidsinstructies. 2 Bedoeld gebruik. 3 Bediening. LB-management. Power DALI-taststuureenheid TW Art. nr.: 1713DSTE Bedieningsvoorschrift 1 Veiligheidsinstructies Elektrische apparaten mogen alleen door een elektromonteur worden gemonteerd en aangesloten. Ernstig letsel, brand of materiële schade

Nadere informatie

HANDLEIDING VASCO TIMER MODULE TIMER MODULE

HANDLEIDING VASCO TIMER MODULE TIMER MODULE HANDLEIDING VASCO TIMER MODULE TIMER MODULE INHOUDSTABEL 1. INLEIDING 01 2. VEILIGHEID 01 3. WERKING 01 4. OBOUW 02 ALGEMEEN 02 MAATTEKENING 02 MONTAGE 02 ELEKTRISCH SCHEMA 04 4.1 AANSLUITING D300E II

Nadere informatie

Weersafhankelijke regelaar SAM 2100

Weersafhankelijke regelaar SAM 2100 VRWRIGSRGIG Weersafhankelijke regelaar S 1 S 1 e S 1 vervangt de S 1,, 4 en 5 evenals de oude modellen S 81, 81.1, 8, 8.1 en 84. Vervangt eveneens S 83 en 83.1 indien deze niet gebruikt werden voor sturing

Nadere informatie

Gebruiksaanwijzing. Siemens Building Technologies AG c 1/24

Gebruiksaanwijzing. Siemens Building Technologies AG c 1/24 Gebruiksaanwijzing Weersafhankelijke regelaar Landis & Staefa RVL470 Frontaanzicht... 2, 3 Betekenis van de symbolen op de display... 4 Gebruik van de INFO-toets... 5 Bedrijfssoorten... 6 Inbedrijfstelling

Nadere informatie

Weersafhankelijke regelaar SAM 2100

Weersafhankelijke regelaar SAM 2100 Weersafhankelijke regelaar S 1 e S 1 vervangt de S 1,, 4 en 5 evenals de oude modellen S 81, 81.1, 8, 8.1 en 84. Vervangt eveneens S 83 en 83.1 indien deze niet gebruikt werden voor sturing van mengkranen,

Nadere informatie

In werking stellen Hoofdstuk 6

In werking stellen Hoofdstuk 6 In werking stellen Hoofdstuk 6 6.1 In- en uitschakelen toestel Het toestel kan op twee manieren worden in- of uitgeschakeld: 1. Softwarematig; er blijft spanning op het toestel staan, bijsoftwarematig

Nadere informatie

ENA 50-60 Bijlage. Installatie- en bedieningsinstructies. Flamco www.flamcogroup.com

ENA 50-60 Bijlage. Installatie- en bedieningsinstructies. Flamco www.flamcogroup.com ENA 50-60 Bijlage Installatie- en bedieningsinstructies Flamco www.flamcogroup.com Editie 2010 / NL Inhoud Pagina 1. Inbedrijfstelling 3 1.1. Inbedrijfstelling ENA 50/60 3 1.2. Parameters instellen voor

Nadere informatie

Gebruikersinstructie Roth Touchline thermostaat

Gebruikersinstructie Roth Touchline thermostaat Gebruikersinstructie Roth Touchline thermostaat Techneco Energiesystemen BV Kleveringweg 9 2616 LZ Delft T. 015 21 91 000 Symbolen Beschrijving Menu selecteren, wisselen bedrijfsmodus Verstellen waarde

Nadere informatie

h Aanwijzing! NL; BENL Bedienings- en installatiehandleiding VRT 50 Kamer(klok)thermostaat Bedieningshandleiding Aanwijzingen bij de documentatie

h Aanwijzing! NL; BENL Bedienings- en installatiehandleiding VRT 50 Kamer(klok)thermostaat Bedieningshandleiding Aanwijzingen bij de documentatie Voor de installateur 00200077_00 NL; BENL 0 2006 Bedienings- en installatiehandleiding VRT 50 Kamer(klok)thermostaat NL; BENL Aanwijzingen bij de documentatie Bedieningshandleiding De volgende aanwijzingen

Nadere informatie

gebruikershandleiding / user manual / betriebsanleitung

gebruikershandleiding / user manual / betriebsanleitung gebruikershandleiding / user manual / betriebsanleitung Inhoudsopgave Technische gegevens Technische gegevens...2 Algemene informatie...2 Installatie...3 Navigatie...3 Inbedrijfstelling... 4-5 Hoofdscherm...6

Nadere informatie

Warm tapwater Warmtepomp

Warm tapwater Warmtepomp Installatie- en gebruikershandleiding NL Warm tapwater Warmtepomp WWB 20 Technische wijzigingen voorbehouden. 83052900cNL vertaling van de installatie- en gebruikershandleiding A.u.b. eerst lezen Deze

Nadere informatie

RUIMTEBEDIENINGSEENHEID. RBE handleiding. De beste oplossing, voor een eenvoudige temperatuurregeling! www.alpha-innotec.com

RUIMTEBEDIENINGSEENHEID. RBE handleiding. De beste oplossing, voor een eenvoudige temperatuurregeling! www.alpha-innotec.com RUIMTEBEDIENINGSEENHEID RBE handleiding www.alpha-innotec.com De beste oplossing, voor een eenvoudige temperatuurregeling! -7,3 C 22,1 C 22,0 C 09:51 ON OFF + - Huidige buitentemperatuur Tijd Koeling vrijgeven

Nadere informatie

Bedieningshandleiding VAG5000-Basic

Bedieningshandleiding VAG5000-Basic Bedieningshandleiding VAG5000-Basic Weersafhankelijke ketelregelaar Gebruiker Inhoudsopgave VAG5000: comfortabel geregeld 4 Uitlezing display bij gesloten venster 4 3 Uitleg bediening bij gesloten venster

Nadere informatie

Installatiehandleiding

Installatiehandleiding Installatiehandleiding INLEIDING INLEIDING De buitenvoeler meet de buitentemperatuur en stuurt deze temperatuur door naar het verwarmingssysteem. De temperatuur voor het verwarmingssyteem wordt bepaald

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding EXCLUSIV COMPACT THERMOSTAAT Dit product heeft de volgende eigenschappen: 1) Regeling van de verwarming 2) Eenvoudig te programmeren 3) Twee programma's: programma ingesteld af fabriek

Nadere informatie

WARM TAPWATER WARMTEPOMP

WARM TAPWATER WARMTEPOMP Installatie- en gebruikershandleiding NL WARM TAPWATER WARMTEPOMP WWB 20 Technische wijzigingen voorbehouden. 83052900dNL vertaling van de installatie- en gebruikershandleiding A.u.b. eerst lezen Deze

Nadere informatie

Focus LCD PRO Electronic (PPVE) ELEKTRISCHE DOORSTROMER VOOR TAPWATER

Focus LCD PRO Electronic (PPVE) ELEKTRISCHE DOORSTROMER VOOR TAPWATER Focus LCD PRO Electronic (PPVE) ELEKTRISCHE DOORSTROMER VOOR TAPWATER Gebruikershandleiding Rev. 1808GG Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 Veiligheidsinstructies.. 2 Bediening Focus LCD Electronic (PPE2)...

Nadere informatie

AD B

AD B NL Met de optie plaatje voor brander met 2 vlamgangen / modulerende brander / 3-wegklep kan bediend worden: - 1 Brander 2 vlamgangen of 1 Modulerende brander - 1 Mengkraan met elektromechanische motor

Nadere informatie

voorschrift Voor de installateur Interface 0-10 V --> ebus AAN DE INSTALLATEUR

voorschrift Voor de installateur Interface 0-10 V --> ebus AAN DE INSTALLATEUR Installatie voorschrift AAN DE INSTALLATEUR Voor de installateur Installatiehandleiding Met het toestel dat u gaat plaatsen, installeert u een kwaliteitsproduct. Ondanks de bekendheid met het AWBconcept

Nadere informatie

Air Trade Centre NV, Hoogstraat 180, 1930 Zaventem, België www.fujitsu-airco.be

Air Trade Centre NV, Hoogstraat 180, 1930 Zaventem, België www.fujitsu-airco.be Module voor redundantie/omschakelen GEBRUIKS- EN MONTAGEAANWIJZINGEN UTD-USM 208 Air Trade Centre NV, Hoogstraat 180, 1930 Zaventem, België www.fujitsu-airco.be Inhoud 1. Inleiding en veiligheidsvoorschriften...

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman. Vitotrol 100 type UTDB-RF

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman. Vitotrol 100 type UTDB-RF Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 100 type UTDB-RF Ruimtetemperatuurregelaar met digitale schakelklok en draadloze ontvanger Bestelnr.: 7426 466, 7426 539 VITOTROL 100 10/2009 Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

1 Inleiding. 1.1 Theta-regelaar. 1.2 Ruimtethermostaat

1 Inleiding. 1.1 Theta-regelaar. 1.2 Ruimtethermostaat Inhoudsopgave 1 Inleiding...2 1.1 Theta-regelaar... 2 1.2 Ruimtethermostaat...2 1.3 Draai-drukknop-Algemeen... 3 1.4 Basisweergave... 3 1.5 Uitzonderlijke weergaven...3 1.6 Instellen van de gewenste dag-ruimtetemperatuur...

Nadere informatie

Techneco ELGA warmtepomp Gebruikershandleiding. Type 3.0

Techneco ELGA warmtepomp Gebruikershandleiding. Type 3.0 Techneco ELGA warmtepomp Gebruikershandleiding Type 3.0 April 2015 INHOUDSOPGAVE 1 Introductie 1 2 Bediening binnenunit 2 3 Thermostaat instellen 3 3.1 Instelling controleren 3 3.2 Koelen of verwarmen

Nadere informatie

Verkorte opstart procedure water/water warmtepompen voor het voorverwarmen van de woning/gebouw met het elektrisch verwarmingselement

Verkorte opstart procedure water/water warmtepompen voor het voorverwarmen van de woning/gebouw met het elektrisch verwarmingselement Verkorte opstart procedure water/water warmtepompen voor het voorverwarmen van de woning/gebouw met het elektrisch verwarmingselement Aan de totstandkoming van deze opstartgids is de uiterste zorg besteed.

Nadere informatie

InteGra Gebruikershandleiding 1

InteGra Gebruikershandleiding 1 InteGra Gebruikershandleiding 1 Algemeen Met dank voor de keuze van dit product aangeboden door SATEL. Hoge kwaliteit en vele functies met een simpele bediening zijn de voordelen van deze inbraak alarmcentrale.

Nadere informatie

Bedieningshandleiding

Bedieningshandleiding Energiesystemen ThermoAura Verwarmings- en warmtepompregelaar Bedieningshandleiding Regelaar Deel 2 (Installateur) Energievol leven Inhoud Informatie voor gebruikers, gekwalificeerd vakpersoneel en bevoegd

Nadere informatie

EMS 2.0. ModuLine 1010H (2017/05) NL

EMS 2.0. ModuLine 1010H (2017/05) NL EMS 2.0 0010014043-001 ModuLine 1010H 6720869141 (2017/05) NL 1 Gegevens betreffende het product 1 Gegevens betreffende het product Toepassingsmogelijkheden De bedieningseenheid ModuLine 1010H kan alleen

Nadere informatie

Elektronische draadloze ruimtethermostaat D9380 RF-T

Elektronische draadloze ruimtethermostaat D9380 RF-T Elektronische draadloze ruimtethermostaat D9380 RF-T 1 INHOUDSOPGAVE Inleiding 3 Bediening en display 3 Bediening 3 Display 4 Handleiding voor gebruik 4 Gebruiksfuncties 5 Functie COMFORT 5 Functie ECO

Nadere informatie

MGC OpenTherm regelaar

MGC OpenTherm regelaar MOS NL-780-2 MGC 061100 MGC OpenTherm regelaar Montage- en gebruikshandleiding Gebruikte symbolen In dit document worden de volgende symbolen gebruikt: Gevaar voor elektrische spanning! Let op! Gebruikte

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Verwarmingswater-doorstroomtoestel. Veiligheidsinstructies. Toepassing. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding. Verwarmingswater-doorstroomtoestel. Veiligheidsinstructies. Toepassing. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Verwarmingswater-doorstroomtoestel Best.-nr. 7264 890 met aansluitkabel 0,25 m Best.-nr. 7160 504 met aansluitkabel 1,5 m Best.-nr. 7423 711 met aansluitkabel

Nadere informatie

Focus LCD Electronic (PPE2) ELEKTRISCHE DOORSTROMER VOOR TAPWATER

Focus LCD Electronic (PPE2) ELEKTRISCHE DOORSTROMER VOOR TAPWATER Focus LCD Electronic (PPE2) ELEKTRISCHE DOORSTROMER VOOR TAPWATER Gebruikershandleiding Rev. 1808GG Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 Veiligheidsinstructies.. 2 Bediening Focus LCD Electronic (PPE2)... 3 Technische

Nadere informatie

elero Lumo Gebruiksaanwijzing De handleiding goed bewaren!

elero Lumo Gebruiksaanwijzing De handleiding goed bewaren! Lumo elero Gebruiksaanwijzing De handleiding goed bewaren! elero GmbH Antriebstechnik Linsenhofer Str. 59 63 D-72660 Beuren info@elero.de www.elero.com 309020 Nr. 18 100.3601/0604 Inhoudsopgave Aanwijzingen

Nadere informatie

1 Veiligheidsinstructies

1 Veiligheidsinstructies Universeel-seriedimmer-basiselement Best.nr. : 2263 00 Bedieningshandleiding 1 Veiligheidsinstructies De inbouw en montage van elektrische apparaten mag alleen door een elektromonteur worden uitgevoerd.

Nadere informatie

GEBRUIKSAANWIJZING EASYSTART SELECT

GEBRUIKSAANWIJZING EASYSTART SELECT Voertuigverwarmingen Technische documentatie NL GEBRUIKSAANWIJZING EASYSTART SELECT Bedieningselement voor de Eberspächer-standverwarmingen EasyStart Select BedienungsanleitungEasyStart Select Gebruiksaanwijzing

Nadere informatie

Bedieningshandleiding GTC-II

Bedieningshandleiding GTC-II Bedieningshandleiding GTC-II Frico BV van Leeuwenhoekstraat 2 3846 CB Harderwijk Uitgave 020419 Inhoudsopgave 1. Toegang tot het Home menu... 4 2. Handmatig instellen... 4 2.1 Ventilatorstand instellen...

Nadere informatie

MS Semen Storage Pro

MS Semen Storage Pro MS Semen Storage Pro 150 4508425 NL MS Semenstorage PRO 150 Gebruiksaanwijzing... 3 4508425/11-01-2016/F Inhoud MS Semen Storage Pro 150... 1 Bepalingen... 3 Introductie... 4 MS Semen Storage... 5 Aanbevelingen...

Nadere informatie

GEBRUIKSAANWIJZING. Afstandsbediening BRC315D7

GEBRUIKSAANWIJZING. Afstandsbediening BRC315D7 GEBRUIKSAANWIJZING 1 3 2 1 4 11 NOT AVAILABLE 12 6 5 5 7 8 14 9 10 19 17 18 21 13 20 15 16 1 ONZE WELGEMEENDE DANK VOOR UW AANKOOP VAN DEZE AFSTANDS- BEDIENING. LEES DE HANDLEIDING AANDACHTIG ALVORENS

Nadere informatie

1. Gebruiksaanwijzing voor de gebruiker en de vakman

1. Gebruiksaanwijzing voor de gebruiker en de vakman 1. Gebruiksaanwijzing voor de gebruiker en de vakman 1.1 Beschrijving van het toestel De bedieningsmodule FEK werkt alleen in combinatie met de weersafhankelijke regeling WPMi. Met behulp van deze module

Nadere informatie

GEBRUIKSAANWIJZING EASYSTART REMOTE

GEBRUIKSAANWIJZING EASYSTART REMOTE Voertuigverwarmingen Technische documentatie NL GEBRUIKSAANWIJZING EASYSTART REMOTE Bedieningselement voor de Eberspächer-standverwarmingen EasyStart Select Bedienungsanleitung EasyStart Remote Gebruiksaanwijzing

Nadere informatie

Nederland - België. Externe display voor het zonneboilersysteem. ZentaSOL. Installatie-, gebruikers- en servicehandleiding M001919-B 300021630-001-D

Nederland - België. Externe display voor het zonneboilersysteem. ZentaSOL. Installatie-, gebruikers- en servicehandleiding M001919-B 300021630-001-D Nederland - België NL Externe display voor het zonneboilersysteem ZentaSOL ZentaSOL Installatie-, gebruikers- en servicehandleiding M001919-B 300021630-001-D Inhoud 1 Inleiding...2 1.1 Toegepaste symbolen...2

Nadere informatie

Gebruiksaanwijzing voor schakelklok "Onderbouw"

Gebruiksaanwijzing voor schakelklok Onderbouw Gebruiksaanwijzing voor schakelklok "Onderbouw" Model: EFP700ET A. Functie 1. 20 programma's per dag, 15 instelmogelijkheden per week. 2. Countdown, 1 minuut tot 99 uur en 59 minuten 3. Toevalsfunctie

Nadere informatie

MONTAGEHANDLEIDING. Kamerthermostaat EKRTWA

MONTAGEHANDLEIDING. Kamerthermostaat EKRTWA MONTAGEHANDLEIDING 1 1 2 2 60 mm/2.36 inch 87 mm/3.43 inch ±1.5 m ±60 inch >0.2 m >8 inch 3 34 mm/1.34 inch 125 mm/4.92 inch 3 De Engelse tekst is de oorspronkelijke versie. Andere talen zijn vertalingen

Nadere informatie

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Universeel-seriedimmer-basiselement. Universeel-seriedimmer-basiselement. Best.nr.

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Universeel-seriedimmer-basiselement. Universeel-seriedimmer-basiselement. Best.nr. Universeel-seriedimmer-basiselement Best.nr. : 2263 00 Bedieningshandleiding 1 Veiligheidsinstructies De inbouw en montage van elektrische apparaten mag alleen door een elektromonteur worden uitgevoerd.

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 300A. voor de vakman. Vitotrol 300A. Afstandsbediening, bestelnr

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 300A. voor de vakman. Vitotrol 300A. Afstandsbediening, bestelnr Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 300A Afstandsbediening, bestelnr. 7438 364 VITOTROL 300A 3/2010 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsvoorschriften Volg deze

Nadere informatie

Dendermondesteenweg 268 B Destelbergen tel.: 09 / fax: 09 / Programmeerbare RF-thermostaat

Dendermondesteenweg 268 B Destelbergen tel.: 09 / fax: 09 / Programmeerbare RF-thermostaat Dendermondesteenweg 268 B - 9070 Destelbergen tel.: 09 / 228 32 31 fax: 09 / 228 63 51 www.thermelec.be Programmeerbare RF-thermostaat type TPF 1 1. BESCHRIJVING toestand van de batterij tijdsaanduiding

Nadere informatie

Techneco Elga. Regeling en Extra s

Techneco Elga. Regeling en Extra s Techneco Elga Regeling en Extra s Versie D7.3 4 maart 2011 Inhoud 1 Regeling... 1 1.1 Algemeen... 1 1.2 Regelstrategie... 1 1.3 Opentherm en aan/uit... 1 1.4 Kamerthermostaat... 1 1.5 Elga of ketel...

Nadere informatie

ELIOS DIN GEBRUIKSAANWIJZING

ELIOS DIN GEBRUIKSAANWIJZING Digitale differentieelregelaar voor installaties met thermische zonnepanelen ELIOS DIN GEBRUIKSAANWIJZING Inhoudsopgave Geleverde voelers 2 Montage 2 Elektrische aansluiting 2 Toepasbare hydraulische schema's

Nadere informatie

Bedieningsinstructie

Bedieningsinstructie Bedieningsinstructie Kamerthermostaat ModuLine 00 763 7600 (203/08) NL 763 7600-000.TD Inhoudsopgave Inhoudsopgave Uitleg van de symbolen................. 2 2 Inleiding.............................. 2

Nadere informatie

Dohse Aquaristik GmbH & Co. KG

Dohse Aquaristik GmbH & Co. KG Een merk van Dohse Aquaristik Gebruikshandleiding HumidityControl eco Art. nr. 10896 Dohse Aquaristik GmbH & Co. KG www.dohse-terraristik.com Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 1.1 Display 1.2 Veiligheidsinstructies

Nadere informatie

Bedieningshandleiding VAG5000-Basic. Gebruiker. Weersafhankelijke ketelregelaar

Bedieningshandleiding VAG5000-Basic. Gebruiker. Weersafhankelijke ketelregelaar Bedieningshandleiding VAG5000-Basic Weersafhankelijke ketelregelaar Gebruiker Itho bv Business Unit van der Beyl Adm. de Ruyterstraat 5 HB Schiedam Postbus 00 AA Schiedam T (00) 7 85 00 F (00) 7 89 99

Nadere informatie

Viesmann. Montage- en servicehandleiding. Blusinrichting. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H

Viesmann. Montage- en servicehandleiding. Blusinrichting. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H Montage- en servicehandleiding voor de vakman Viesmann Blusinrichting voor Vitoligno 300-H Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel

Nadere informatie

1 Veiligheidsinstructies. 2 Bedoeld gebruik. 3 Producteigenschappen. 4 Bediening met 2-voudig toetselement. Systeem 3000

1 Veiligheidsinstructies. 2 Bedoeld gebruik. 3 Producteigenschappen. 4 Bediening met 2-voudig toetselement. Systeem 3000 Best. nr.: 5404 00 Bedieningsvoorschrift 1 Veiligheidsinstructies Elektrische apparaten mogen alleen door een elektromonteur worden gemonteerd en aangesloten. Ernstig letsel, brand of materiële schade

Nadere informatie

GEBRUIKSAANWIJZING EASYSTART TIMER

GEBRUIKSAANWIJZING EASYSTART TIMER Voertuigverwarmingen Technische documentatie GEBRUIKSAANWIJZING EASYSTART TIMER NL Bedieningselement voor de Eberspächer-standverwarmingen Hoofdstuk Naam hoofdstuk Inhoud hoofdstuk Pagina 1 Inleiding 1.1

Nadere informatie

Bedieningshandleiding

Bedieningshandleiding Energiesystemen ThermoTerra Verwarmings- en warmtepompregelaar Bedieningshandleiding Regelaar Deel 2 (Installateur) Energievol leven Inhoud Informatie voor gebruikers, gekwalificeerd vakpersoneel en bevoegd

Nadere informatie

Instructie: Gebruik van de Mobile Keys App

Instructie: Gebruik van de Mobile Keys App Instructie: Gebruik van de Mobile Keys App Documentversie: 5-juli-2013 Benodigdheden voorafgaand Voordat u gebruik kunt maken van de Mobile Keys App, dient u in bezit te zijn van het volgende: een smartphone

Nadere informatie

Voor warmtepompen 230 V~/400 V~ in combinatie met Vitotronic 200, type WOC1.

Voor warmtepompen 230 V~/400 V~ in combinatie met Vitotronic 200, type WOC1. Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Energiemeter, 1-fasig of 3-fasig Voor warmtepompen 230 V~/400 V~ in combinatie met Vitotronic 200, type WOC1. Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

INSTAT + 3F Thermostaat voor elektrische vloerverwarming

INSTAT + 3F Thermostaat voor elektrische vloerverwarming Bestnr. 61 12 78 INSTAT + 3F Thermostaat voor elektrische vloerverwarming Alle rechten, ook vertalingen, voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een automatische gegevensbestand,

Nadere informatie

Handleiding voor ombouw van Aardgas naar Propaan

Handleiding voor ombouw van Aardgas naar Propaan Handleiding voor ombouw van Aardgas naar Propaan EHLE 17, EHLE 23 EHLE 27, EHLE 34 EHLE 39 6.720.67.216 (T30.3216.04) (200812) Aanbevelingen Inhoudsopgave Uitleg van de symbolen 2 1 Aanbevelingen 2 2 Verandering

Nadere informatie

VENTILATIEPRINTPLAAT 2.0

VENTILATIEPRINTPLAAT 2.0 Installatie- en gebruikershandleiding NL VENTILATIEPRINTPLAAT 2.0 Toebehoren bij de verwarmingsen warmtepompregelaar A.u.b. eerst lezen Deze handleiding bevat belangrijke aanwijzingen voor het gebruik

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 300A. voor de vakman. Vitotrol 300A. afstandsbediening. Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 300A. voor de vakman. Vitotrol 300A. afstandsbediening. Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 300A afstandsbediening Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOTROL 300A 4/2011 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Afdekking Standaard met timerfunctie Art. nr. : ST.. Bedieningshandleiding

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Afdekking Standaard met timerfunctie Art. nr. : ST.. Bedieningshandleiding Art. nr. :.. 5232 ST.. Bedieningshandleiding 1 Veiligheidsinstructies De inbouw en montage van elektrische apparaten mag alleen door een elektromonteur worden uitgevoerd. Ernstig letsel, brand of materiële

Nadere informatie

Copyricht Thermostaat.eu - Copyricht Thermostaat.eu

Copyricht Thermostaat.eu - Copyricht Thermostaat.eu Veilig * Comfortabel * Energie zuinig Maelok B.V. Signaal 7 1446 WT Purmerend Nederland (The Netherlands) WWW.thermostaat.eu info@thermostaat.eu 31.(0)299.463763 Helios 610-WiFi Android APP QR-code iphone

Nadere informatie

Room Controller NEW BEDIENING 40KMC---N 42HMC---N 42VMC---N 40SMC---N I S O 9 00 1

Room Controller NEW BEDIENING 40KMC---N 42HMC---N 42VMC---N 40SMC---N I S O 9 00 1 LLOYD'S REGISTER QUALITY ASSURANCE Room Controller NEW I S O 9 00 1 40KMC---N 42HMC---N 42VMC---N 40SMC---N BEDIENING Bediening Deze regelaars werken alleen met de volgende typen binnenunits: 42HMC---N

Nadere informatie

Jaloezie- en rolluikbesturingssysteem Jaloeziebesturingsknop, Jaloeziebesturingsknop met sensordetectie

Jaloezie- en rolluikbesturingssysteem Jaloeziebesturingsknop, Jaloeziebesturingsknop met sensordetectie Jaloeziebesturingsknop Best.nr. : 2328.. Jaloeziebesturingsknop met sensordetectie Best.nr. : 0820.. Bedieningshandleiding 1 Veiligheidsinstructies De inbouw en montage van elektrische apparaten mag alleen

Nadere informatie

7 INSTELLING EN AFREGELING

7 INSTELLING EN AFREGELING 7 INSTELLING EN AFREGELING Het functioneren van het toestel is te beïnvloeden door de (parameter)instellingen in de branderautomaat. Een deel hiervan is direct via het bedieningspaneel in te stellen, een

Nadere informatie

AR280P Clockradio handleiding

AR280P Clockradio handleiding AR280P Clockradio handleiding Index 1. Beoogd gebruik 2. Veiligheid o 2.1. Pictogrammen in deze handleiding o 2.2. Algemene veiligheidsvoorschriften 3. Voorbereidingen voor gebruik o 3.1. Uitpakken o 3.2.

Nadere informatie