Twentetoernooi 2009 T.Z.T. Toernooi zonder Thema. Harbrinkhoek. 15, 16 en 17 mei Toernooi zonder Thema. 15/16/17 mei 2009.

Transcriptie

1 Twentetoernooi 2009 T.Z.T. 15, 16 en 17 mei 2009

2 VOORWOORD Hallo jongens en meisjes, leiders en leidsters. Voor jullie ligt het toernooiboekje van het Twentetoernooi We vinden het hartstikke leuk dat jullie op 15, 16 en 17 mei naar komen op tegen en met elkaar te strijden om de hoogste eer. Als thema hebben wij dit jaar gekozen voor: Toernooi Zonder Thema Ja, en daar zit je dan, een toernooi zonder thema, dit zullen we even nader toelichten. Nou, als eerst even ter verduidelijking, TZT wil dus niet zeggen een themaloos toernooi. Het verschil met andere jaren is alleen dat er geen vast thema als rode draad door het weekend loopt. Dus een weekend vol verrassingen en per onderdeel weer een nieuw thema (of niet, en dat is de verrassing). Waarom een toernooi zonder thema? Ach, en wij dachten waarom niet! Voor onszelf de vrijheid om per onderdeel zelf te bepalen hoe wij dit in gaan vullen. En daarbij ook eens een keer de kans voor iedereen eens zelf voor te dragen wat nou eens een fantastisch thema voor het toernooi zou zijn. Maar dit komt o.a. tot uiting in jullie thuisopdracht. Dus om alles kort samen te vatten. Een toernooi zoals je het gewend bent, maar dan net even iets anders met zo hopen wij, het hele weekend vol met thema s alleen dan zonder thema. In dit programmaboekje vinden jullie de informatie voor die nodig is voor het toernooi. We wensen jullie veel plezier met de voorbereiding en hopen op een fantastisch toernooi. De toernooicommissie.

3 PROGRAMMA Vrijdag 15 mei 18.30uur 19.30uur 20.00uur 20.30uur 22.00uur 0.30uur Terrein open, teams inschrijven in de blokhut Teamleiders-overleg in de blokhut Officiële opening Senioren: presentatie thuisopdracht Junioren: Blokhut Tycoon Diverse spelen Absolute rust Zaterdag 16 mei 7.30uur Opstaan 8.00uur Ontbijt 8.45uur Teamleiders-overleg in de blokhut 9.00uur Start De Mystery Tocht 16.30uur Terug van tochten 17.30uur Eten 19.00uur Gezellig samenzijn 19.45uur Teamleiders-overleg in de blokhut uur Senioren: Blokhut Tycoon Junioren: presentatie thuisopdracht uur Diverse spelen 0.30uur Absolute rust Zondag 17 mei 7.30uur 8.00uur 8.45uur 9.00uur 12.30uur 14.00uur Opstaan Ontbijt Teamleiders-overleg in de blokhut Start sport en spel Eten Prijsuitreiking

4 ALGEMENE BEPALINGEN Deelnemers - Het toernooiterrein is vanaf uur opengesteld. - De teams en meegekomen leiding melden zich in de blokhut. - Het afval stop je in de meegebrachte afvalzakken, volle zakken deponeer je in de afvalbak bij de blokhut. - In de tenten mag niet worden gerookt. Dit mag alleen op de daarvoor aangewezen plaatsen en tijden. - Er mag GEEN alcohol worden meegebracht of gebruikt. Deelnemers die worden betrapt op het bezit van of gebruik van alcoholische dranken riskeren uitsluiting van het toernooi met het gehele team. Deze teams worden direct naar huis gestuurd. - Op het terrein mag niet gegraven worden. - Niemand mag zonder toestemming het terrein af. - Radio s e.d. moeten uit staan van uur tot 7.30 uur - Op het terrein geldt een absolute stilte van 0.30 uur tot 7.30 uur. Tijdens deze periode blijft men in de tent, Hierop zal worden gejureerd!! - Ieder team bestaat uit mimimaal 6 en maximaal 8 personen. - Ieder team maakt de teamnaam bekend en geeft deze naam in de onmiddellijke nabijheid van de tent een zichtbare plaats. - Teamleidersoverleg vindt plaats in de blokhut. Van de teamleiders wordt verwacht dat ze op tijd bij het teamleidersoverleg aanwezig zijn. Overig - Iedere afdeling zorgt ervoor dat er minimaal 2 personen het gehele toernooi aanwezig zijn, deze personen moeten te allen tijde bereikbaar zijn. - Iedere afdeling zorgt voor 1 jurylid, die tijdens het gehele toernooi beschikbaar is. - Auto s moeten worden geparkeerd op de parkeerplaats bij café de Spar. - Meegekomen leiding kan gevraagd worden mee te helpen tijdens het programma.

5 THUISOPDRACHT De thuisopdracht voor dit jaar is de Lama s. Ieder team moet een aantal spellen oefenen en op het toernooi zelf krijg je te horen welk spel je moet uitvoeren. De spellen zijn ; Moordspel, doventolk en dierwinkel voor de Senioren. Voor de Junioren zijn de spellen; diashow en ik wil graag zien... Hier onder volgt een korte uitleg van de spellen. Moordspel Dit spel speel je met je eigen team. 1 persoon begint en krijgt te lezen wie de moordenaar is, de locatie en het moordwapen. Deze persoon beeld het uit naar zijn andere team genoot. Ze mogen niet praten. Je moet zo snel mogelijk je teamgenoot na doen en het weer overbrengen naar een nieuw teamgenoot.en zo komen alle teamleden aan de beurt. Het laatste die aan de beurt is verteld wie de moordenaar is, waar het is gebeurd en het moordwapen. Doventolk Een teamgenoot interviewt de andere teamgenoot over een hobby etc. Een andere teamgenoot beeld het allemaal uit wat de twee andere teamgenoten vertellen over zijn hobby. Dierenwinkel 1 teamgenoot moet in een dierenwinkel raden welk dier hij heeft gekocht en wat daar mis mee is door een gesprek te voeren met de eigenaar van de winkel( andere teamgenoot). De eigenaar weet wel welk dier het betreft en wat er mee aan de hand is. De eigenaar moet omschrijvingen geven over het dier wat terug wordt gebracht. Diashow Eén van de teamleden is de verteller die een diashow laat zien, hij/ zij krijgt een onderwerp op een kaartje. De andere

6 teamleden moeten de dia's uitbeelden. Het licht gaat kortdurend uit en in het donker zoeken de teamleden die op de dia gaan hun positie op. Als het licht weer aan gaat, vertelt de verteller wat de teamleden op de dia uitbeelden. Ik wil graag zien... De teamleden komen op een rij te staan. Van de organisatie krijg je een onderwerp.(geluiden) Als een Lama een leuke associatie denkt te hebben stapt hij naar voren en laat hij die zien. Als er geen inspiratie meer is wordt het onderwerp van Ik wil graag zien veranderd. TEAMBORD Ook moeten de teams, net als elk jaar, een eigen bord maken, zorg dat de naam duidelijk zichtbaar is en maak er wat moois van. Dit bord wordt in de jurering opgenomen. FLYER Het is de bedoeling dat alle teams een Flyer maken voor een toernooi. Het thema van dit toernooi is: Toernooi zonder thema, maar wat voor thema vinden jullie leuk? Laat dit zien op een papier van A3 formaat. Dit kun je bijvoorbeeld doen door verschillende materialen te gebruiken (verf, kralen, stof, papier enz.) Zorg er wel voor dat het een beetje weersbestendig is. De Flyer moet worden ingeleverd bij aankomst. De Flyers worden door de jury bekeken en hier valt ook punten mee te verdienen.

7 TOCHTEN De volgende tochttechnieken worden toegepast: - Beschreven tocht - Streepjes tocht - Kompas tocht - Bolletje-pijltje tocht - Foto tocht Al deze tochttechnieken kunnen worden toegepast bij zowel junioren als senioren. De moeilijkheidsgraad wordt uiteraard wel aangepast. Ieder team wordt geacht op de hoogte te zijn van deze tochttechnieken. SPORT EN SPEL De sportspelen vinden plaats op de zondagochtend. Deze zijn voor zowel junioren als senioren: - Burchtbal - Emmerbal - 3 ballen spel - Trio voetbal De spelregels kun je achter in dit boekje vinden. Van elk team wordt verwacht dat zij de spelregels kennen en dat zij in herkenbare sportkleding op het veld staan.

8 BENODIGDHEDEN Per team: - tent - 2 jerrycans - vuilniszakken - toernooiboekje - afwasbak, -borstel en middel - bezem/ stoffer en blik - materiaal voor de thuisopdracht (verkleedkleren/ aankleding) - bord met je teamnaam - zelf ontworpen flyer - herkenbare sportkleding per team - kompas Per persoon: - luchtbed en slaapzak - warme en voldoende vrijetijdskleding - goede wandelschoenen - sportschoenen - pyjama - toiletartikelen - ondergoed - sokken - theedoek - pen en papier - zaklamp - bord, beker en bestek ROUTEBESCHRIJVING Route beschrijving naar onze blokhut aan de Peuversweg nummer 3 te. Vanaf A1/A35 (Enschede, Hengelo, Deventer, Apeldoorn) volg de A1 en neem de afslag Almelo (A35) ga aan het einde van de A35 rechtsaf de Henriette Roland Horstlaan op

9 volg deze tot de T splitsing en ga daar rechtsaf volg de borden Ootmarsum (N349) en rij Almelo uit bij de kerk van Mariaparochie bij de stoplichten links de Almeloseweg in direct na het Total tankstation rechtsaf, dit is de Peuversweg na paar honderd meter zie je links een grindpad dat naar onze blokhut leidt. Vanaf N349 (Albergen, Fleringen, Ootmarsum): volg de N349 naar de kerk van Mariaparochie ga bij deze stoplichten rechts de Almeloseweg in direct na het Total tankstation rechtsaf, dit is de Peuversweg na paar honderd meter zie je links een grindpad dat naar onze blokhut leidt. NOODGEVALLEN Voor noodgevallen is de blokhut tijdens het toernooi te bereiken op

10 Spelboekje Districtstoernooi 2009 T.Z.T mei

11 Voorwoord Voor je ligt het spelboekje waarin de spelen staan die tijdens het districtstoernooi 2009 te zullen worden gespeeld. Het is de bedoeling dat jullie dit boekje gebruiken als leidraad, iedereen hanteert dan dezelfde regels. Voor zowel de Junioren als de Senioren staan er 2 klassieke Jong Nederland spelen op het programma. Te weten voor de Junioren: Burchtbal en Emmerbal en voor de Senioren 3-Ballenspel en Trio-voetbal. Deze spelen zijn aan de hand van dit spelboekje te oefenen. Naast deze klassieke spelen zullen we ook nog een aantal andere kleine spelen/spelletjes organiseren op het districtstoernooi. Het is hiervoor niet nodig om wat te oefenen. Deze zullen tijdens het toernooi worden uitgelegd. Wij wensen jullie veel succes en plezier met de voorbereiding, Met vriendelijke groet, Joost oude Geerdink Jordy Stroot Bjorn Roelofs Toernooicommissie Sport en Spel Eventuele vragen kunnen jullie stellen via het volgende adres: b.j.g.roelofs@students.uu.nl

12 Inhoudsopgave 1. Juniorenspelen: Burchtbal 2. Juniorenspelen: Emmerbal 3. Seniorenspelen: 3-Ballenspel 4. Seniorenspelen: Trio-voetbal

13 1. Juniorenspelen: Buchtbal Materiaal Grote bal, 6 stokken van ca. 2 meter lengte. Van de stokken worden driepoten gemaakt, de zogenaamde burchten. Speelveld Circa 40 x 20 meter. In iedere speelhelft ligt een burchtgebied op 2,5 meter van de achterlijn met een straal van ca. 8 meter. In dat burchtgebied staat de burcht. Spelers 2 partijen van 6 á 8 spelers. Er zijn geen keepers of buchtwachters. Spelverloop en puntentelling Na een opgooibal door de spelbegeleider tussen twee spelers, van iedere partij één, tracht partij A al samenspelend de burcht van partij B omver te werpen. Partij B tracht dit te voorkomen en probeert natuurlijk de burcht van partij A om te gooien.

14 Niemand mag zich in de burchtgebieden begeven. Een omver geworpen burcht levert één punt op. Spelregels De spelers mogen nooit op of in de cirkels, waarin de burchten zijn geplaatst, komen. Bij het ontnemen van een doelkans volgt hierop eens strafworp vanaf de achterlijn. Er kan met 1 of met 2 handen geworpen worden. De burcht moet omver geworpen worden, hem raken is niet voldoen! Er mag vanaf elke plaats op het veld op de burcht gegooid worden. Verboden is: Lopen met de bal, dribbelen of stuiten en naar de bal duiken; Met zijn tweeën een tegenstander hinderen; Ongeoorloofd lichaamscontact, zoals haken, vasthouden etc; De bal uit handen slaan of trekken. Al deze overtredingen worden bestraft met een indirecte vrije worp voor de tegenstanders vanaf de plaats van overtreding. Tips De spelleider moet trachten het spel zo snel mogelijk te laten verlopen. Draai in de stokken kleine oogjes en haal hier een ijzerdraad doorheen. De burcht is eenvoudig en goed op te zetten en gemakkelijk op te bergen.

15 2. Juniorenspelen: Emmerbal Materiaal Handbal (maatje 3) en 4 emmers, waarvan 2 in dezelfde kleur, dus bijvoorbeeld 2 groene en 2 blauwe, terreinlint met pennen of kalk. Speelveld Het speelveld is 25 x 25 meter. Gerekend vanuit het midden van iedere lijn, bevindt zich 2 meter veld inwaarts, een doelgebied van 4 x 4 meter. Hierin staat een gekleurde emmer. In de doelgebieden A, bijvoorbeeld. Rode emmers, in doelgebied b, blauwe. Spelers Twee teams van 5 à 9 spelers.

16 Spelbedoeling Ieder team verdedigt zijn eigen emmers en probeert samenspelend zoveel mogelijk doelpunten te scoren in de emmers van de tegenpartij. Begin: door opgooibal. Van elke partij staat een speler in het midden van het veld. De spelbegeleider gooit de bal recht omhoog tussen deze spelers, waarna zij de bal met open hand weg mogen slaan. Daarna mogen de andere spelers aan het spel deelnemen. Als er een bal in het spel is, mag hij worden geworpen en met open hand worden gespeeld. Het spel ligt stil wanneer: De bal buiten de lijnen van het speelveld komt (inworp) Er een doelpunt gemaakt is (uitbal) (zie verderop uitleg) De spelbegeleider gefloten heeft voor een overtreding (vrije worp of strafworp) (zie verderop uitleg) De bal bij een (gemiste) doelpoging in het emmervak (doelgebied) blijft liggen (opgooibal), op drie meter afstand veldinwaarts van het betreffende doelgebied. Spelregels Wat is toegestaan: 1. Een bal vangen, overspelen, doelwerpen met 1 of 2 handen 2. De bal met geopende hand spelen of tippen. (tippen is de bal even met de vingertoppen raken, zonder dat daar sprake is van slaan). 3. De bal mag 1 pas worden gedragen. Voor de 2e pas eindigt moet de bal worden afgespeeld. 4. De speler, die in balbezit is, mag op de plaat pivoteren (draaien op één been) ook na het maken van 1 pas. 5. Een speler in balbezit mag door één tegenspeler actief verdedigd worden.

17 Wat niet is toegestaan 1. Lopen met de bal in de handen ( 1 pas is toegestaan; voor beëindiging van de 2e pas moet de bal worden afgespeeld). 2. De bal slaan, zowel met geslagen als geopende hand(en). 3. De bal schoppen (het aanraken van de bal met de boeten of benen kan per ongeluk en niet per ongeluk!) per ongeluk = niet fluiten. 4. De bal langer dan 3 seconden vasthouden. 5. In het emmergebied komen. 6. Op de bal duiken. 7. Het afhouden van spelers. 8. Verboden lichaamscontact. 9. De bal over het hoofd of langs een tegenspeler spelen en hem daarna weer vangen. (geldt ook voor het rollen van de bal.) Straf Voor de overtredingen 1 t/m 5 een vrije worp voor het andere team vanaf de plaats van overtreding. Hierbij staan de spelers van het andere team op 3 meter afstand. Voor de overtredingen 6 t/m 9 een strafworp. De strafworp wordt gegeven, indien de overtreding een doelpoging onmogelijk maakt. Strafworp De strafworp wordt genomen, vanaf 4 meter buiten het emmergebied (richting middenveld). Alle spelers staan daarbij naast of achter de speler, die de strafschop neemt.

18 Uitbal: (inworp) Komt de bal buiten één van de speelveldlijnen dan wordt door een speler van het andere team een inworp genomen, vanaf de plaats waar de bal de lijn passeerde. De uitvoering hiervan mag zowel met 1 hand (strekworp) of met 2 handen (zoals bij het voetbal.) uit een inworp mag niet worden gedoeld. De spelers van het andere team staan op daarbij op 3 meter afstand. dode bal Blijft de bal in het emmergebied liggen (na een gemiste doelpoging of wanneer de bal in het emmergebied rolt en daar blijft liggen) dan bindt een opgooi plaats tussen 2 spelers (1 van ieder team), op 3 meter afstand van het doelgebied. Puntentelling Voor een doelpunt en een doelpunt uit een strafworp wordt 1 punt gegeven. Na een doelpunt Na een doelpunt begint het spel weer met een uitworp door een speler van het team waartegen gescoord word, van achter de veldlijn achter het emmergebied. De spelers van het andere team staan daarbij op 3 meter afstand.

19 3. Seniorenspelen: 3-Ballenspel Organisatie Het speelveld is een driehoek die in 2 gelijke helften is verdeeld. Onder in de driehoek bevindt zich het slagperk. Naast de slagperken staat, op een afstand van ca. 5 meter een wasbak. Op ca. 20 meter afstand van het slagperk staat op de deellijn een honk. (Voor jonge spelers mag de afstand verkort worden ca. 15 meter.) Materiaal 2 brede slagplankje, 6 tennisballen (3x2 verschillende kleuren), 1 honk en 2 wasbakken, terreinlint en pennen of krijt. Spelers Twee partijen van 5 à 9 spelers. Om beurten wordt 1 speler van ieder partij slagmens. Per partij is een vanger/ster. Dit is geen vaste taak.

20 Spelverloop Bij voldoende speeltijd komen om beurten van iedere partij een slagman in het slagperk bij de tegenpartij. Bij weinig speeltijd komen deze spelers tegelijk aan de slag. Ze slaan vanuit het slagperk, met hulp van de slagplank, de 3 tennisballen, vlot en direct na elkaar in het veld van het andere team. Nadat de 3 ballen geslagen zijn, loop de slagman vervolgens MET de slagplank in de hand om het honk en terug naar d slagplaats. De slagman/loper mag ook met de slagplank het honk aanraken. De veldspelers proberen de ballen zo snel mogelijk te stoppen en te verzamelen in de wasbak naast hun eigen veld. Een bal is dan goed geslagen wanneer hij in het veld van de tegenpartij terechtkomt. Foutgeslagen ballen zijn ballen, die rechtstreeks buiten het speelveld van de tegenpartij terechtkomen. De ballen mogen, nadat zij de grond in het speelveld geraakt hebben wel naar buiten rollen. Foutgeslagen ballen tellen NIET meer mee in de puntentelling! Een foutgeslagen bal mag niet meer opnieuw geslagen worden. Bij een misgeslagen bal volgen nog 2 pogingen. Is de bal niet goed geslagen dan wordt het ook een foutbal. Puntentelling Alleen de slagman kan scoren. Is zij/hij binnen voor de ballen in de bak liggen dan krijgt de slagman 3 punten voor zijn partij. Is er 1 bal in de bak, dan krijgt hij/zij nog 2 punten. 2 ballen binnen is 1 punt en 3 ballen is 0 punten. Bij 2 goed- en 1 foutgeslagen ballen kan men dus maar maximaal 2 punten behalen. Spelregels De veldspelers mogen niet lopen met de ballen in de hand. Loopt een speler meer dan drie passen met de bal in de hand, dan levert dit automatisch een punt op voor de slagpartij. De vanger mag wel lopen met de bal in de hand. De veldspelers mogen de lopers niet hinderen bij hun loop. De vangers mogen pas uit het speelveld komen als de eerste bal geslagen is. Er worden geen punten toegekend voor een vangbal.

21 De slagman moet de slagplank meenemen bij zijn loop. De slagmensen slaan de eerste bal pas na een teken van de spelleider. Op zijn teken slaat de volgende slagman/vrouw. Op teken van de spelleider worden de ballen geslagen. Ook op zijn teken komen de slagmensen aan de beurt. De teamleden blijven steeds in hun eigen speelveld. Ze bepalen zelf de volgorde van slaan. Iedere speler moet aan slag komen. Spelleider Deze staat iets achter het slagperk op een plaats vanwaar hij het hele speelveld kan overzien. Hij geeft aan wanneer de slagmensen mogen slaan en wanner de volgende slagmensen naar voren mogen komen. Wordt het spel om beurten gespeeld, steeds één slagman, dan kan men volstaan met één spelleider. Slaan de beide slagmensen tegelijk, dan moet men ook twee spelleiders hebben.

22 4. Seniorenspelen: Trio-voetbal Materiaal Lichte voetbal, maatje 4. Speelveld Circa 40 x 25 meter. Aan de korte zijden van het veld staan goals van 1,5 x 1 meter. Aan de lange zijde staat in het midden eveneens een goal. Om alle goals liggen doelcirkels met een straal van 3 meter. Op de 8 meter van de goals aan de korte zijden liggen strafschopstippen. Spelers Twee partijen van 5 à 9 spelers. Er is geen keeper. Spelverloop en puntentelling Al voetballende (samenspelende) proberen de spelers van beide partijen te scoren in het doel van de tegenstander, dit levert 2 punten op, of te scoren in het middengoal, dit levert 1 punt op.

23 Spelregels aftrap Het spel begint met een aftrap in het midden door 1 partij. De tegenstanders staan dan op minimaal 3 meter afstand op de eigen speelhelft. De bal mag zowel voor- als achterwaarts gespeeld worden. doelpunt De bal moet het hele doelvlak gepasseerd zijn. Er mag niet rechtstreeks uit de aftrap, inrol en indirecte vrije trap gescoord worden. Na een doelpunt moet de bal weer in het midden uit genomen worden. Zie aftrap. De speler die de bal het laatst aangeraakt heeft bij een doelpunt in het middengoal, krijgt het doelpunt toegekend. inrol Na een uitbal, achterbal of corner volgt een inrol, onderhands genomen door de andere partij dan die, die de bal het laatste aanraakte voor hij over de zij- of achterlijn ging. De bal moet helemaal over de lijn geweest zijn. Achterballen en corners worden vanuit de dichtstbijzijnde hoek genomen. De tegenstanders moeten minimaal 3 meter afstand houden. De bal mag met het hele lichaam gespeeld worden, behalve met de handen of armen (indirecte vrije-trap). Gevaarlijk spel (te hoog geheven been of te laag koppen), lichamelijk contact, slidings, hard en ruw spel zijn verboden! Hierop volgt een indirecte vrije trap. Bij het ontnemen van een doelkans volgt een strafschop. Niemand mag de doelcirkels betreden. Een bal die in de doelcirkel blijft liggen is gelijk aan een uitbal. Een bal die in de doelcirkel ligt of rolt mag niet gespeeld worden. Alle vrije trappen worden genomen op de plaats van overtreding.

24 De tegenstanders staan op minstens 3 meter afstand. Ontnemen van een doelkans door een overtreding, bal tegenhouden binnen de doelcirkel wordt bestraft met een strafschop. Alle spelers staan hierbij achter de bal. Er is géén keeper. Bij een zeer zware overtreding kan de spelleider de speler die de overtreding beging 2 minuten uit het veld sturen. Bij herhaling volgt totaal uitsluiten van de wedstrijd.