ARTIKEL 1. De havens van de vereniging zijn gelegen in de Oude Veerhaven en in Zijkanaal "A" van het kanaal Gent- Terneuzen te Terneuzen;

Transcriptie

1 REGLEMENT VAN DE JACHTHAVEN ARTIKEL 1. De havens van de vereniging zijn gelegen in de Oude Veerhaven en in Zijkanaal "A" van het kanaal Gent- Terneuzen te Terneuzen; ARTIKEL 2. De verantwoordelijkheid over de jachthaven en de gebouw en van de vereniging berust bij het bestuur. Het beheer wordt uitgevoerd door de havencommissaris die daarin namens het bestuur optreedt. Beschikt de vereniging over een havenmeester dan treedt deze namens de havencommissaris en onder diens verantwoording op. ARTIKEL 3. a. De vereniging is niet aansprakelijk voor schade aan of ontvreemding van het vaartuig met toebehoren van de eigenaar, gebruiker of anderen. Deze bepaling geldt zowel voor het vaartuig met toebehoren en andere eigendommen in het water als op de wal. b. Ieder lid dat met zijn vaartuig ligplaats inneemt, in één der accommodaties van de vereniging, is verplicht om een bewijs van verzekering van dat vaartuig aan het bestuur te overleggen. ARTIKEL 4. Voor het gebruiken van ligplaatsen, bergkasten, helling, hellingterrein en/of materiaal van de vereniging kunnen behoudens het bepaalde in artikel 7 van dit reglement slechts leden genoemd in artikel 3 der statuten in aanmerking komen. ARTIKEL 5. a. Leden, die van een ligplaats voor jachten, hetzij in de haven hetzij in de gebouwen of op het land, gebruik wensen te maken doen daartoe schriftelijk aanvraag bij de havencommissaris met uitvoerige beschrijving van het vaartuig zoals naam, soort, grootste lengte en breedte met inbegrip van alle uitstekende delen. Door het doen van een aanvraag als bedoeld in het voorg aande verplicht een lid zich om bij toewijzing van de aanvraag het verschuldigde liggeld te betalen. Aanvragen tot het huren van bergkasten dienen eveneens schriftelijk tot de havencommissaris te worden gericht. b. Leden die gebruik wensen te maken van een winterberging ligplaats in de binnenhaven van de vereniging op de wal dan wel in het water zijn verplicht om jaarlijks voor 1 september hiervan schriftelijk mededeling te doen bij de havencommissaris c.q. havenmeester binnenhaven onder de vermelding of gebruik gemaakt wenst te worden van een ligplaats op de wal c.q. in het water. Bij het toewijzen van een winterbergingplaats genieten voorrang de vaste ligplaatshouders uit de buitenc.q. binnenhaven. ARTIKEL 6. Behoort een jacht aan meer dan één eigenaar toe dan wijzen de gezamenlijke eigenaren één van hen aan als zijnde verantwoordelijk tegenover de vereniging. Alle mede-eigenaren moeten lid zijn van de vereniging. Dit laatste is niet van toepassing indien sprake is van mede-eigendom op grond van het huwelijksgoederenrecht c.q. een samenlevingsvorm welke hiermee vergelijkbaar is. ARTIKEL 7.

2 a. Het bestuur wijst per seizoen de ligplaatsen in de haven of gebouwen en op het terrein aan voor zover er plaatsen beschikbaar zijn en handelt daarbij volgens een door het bestuur naar anciënniteit opgestelde lijst van leden die een ligplaats wensen. De rangorde op de lijst geeft de volgorde van toewijzing der ligplaatsen aan te beginnen bij 1 (één). b. in het geval een lid aan de beurt is voor het innemen van een ligplaats zal hem hiervan door het bestuu r med edeling worden gedaan. Het lid is verplicht schriftelijk mede te delen wel of niet prijs te stellen op een ligplaats. Indien het lid te kennen geeft geen prijs te stellen op een ligplaats benaderd het bestuur de volgende op de wachtlijst. Het lid dat de ligplaats heeft geweigerd behoudt zijn rangorde op de schepenwachtlijst doch wordt bij een volgende toewijzing van ligplaatsen niet meer door het bestuur benaderd. Indien dit lid na verloop van tijd een ligplaats wenst zal hij dit zelf schriftelijk kenbaar dienen te maken aan het bestuur. Het bestuur is alsdan niet verplicht om direct gevolg te geven aan het verzoek. Zijn aan vraag om een ligplaats zal opnieuw bekeken worden ARTIKEL 8. bij de eerstvolgende indeling van ligplaatsen. Het bestuur kan aan schepen van leden die geen vaste ligplaats in de haven hebben en aan schepen van leden van verenigingen aangesloten bij het KNWV, voor korte tijd ligplaats verlenen, een en ander voorzover de beschikbare ruimte dit toelaat, ARTIKEL 9. a. Een lid aan wie een ligplaats is toegewezen is verplicht om bij aanschaf van een schip met andere afmetingen hiervan tevoren schriftelijk mededeling te doen aan het bestuur. Is voor het schip qua afmetingen geen ligplaats beschikbaar dan vervalt het recht op een ligplaats en krijgt de eigenaar de rangorde op de schepenwachtlijst welke hij/zij volgens zijn/haar anciënniteit kan innemen. Is een jachteigenaar uit de binnenhaven aan de beurt voor ligplaats in de buitenhaven en is deze plaats, qua afmetingen, niet geschikt dan vervalt dit recht op die ligplaats doch behoudt de jachteigenaar zijn plaats op de schepenwachtlijst. b. Als maximale afmeting voor schepen in de buitenhaven geldt een lengte van 13 meter en als maximale lengte voor schepen in de binnenhaven geldt 14 meter. ARTIKEL 10 De tarieven voor liggelden in de havens, gebouwen en op het terrein worden per jaar vastgesteld in een zo mogelijk voor de aanvang van het desbetreffende verenigingsjaar te houden ledenvergadering. Worden in zo een vergadering geen voorstellen betreffende de liggelden gedaan, dan wordt geacht dat voor het komende verenigingsjaar de laatst vastgestelde tarieven van kracht blijven. De tarieven kunnen worden vastgesteld voor: a. ligplaatshouder geheel jaar. b. ligplaatshouder zomerseizoen. c. ligplaatshouder winterseizoen.

3 De tarieven worden uitgedrukt in een bedrag per vierkante meter bootmaat. Het aantal vierkante meters wordt verkregen door de grootste lengte van het schip te vermenigvuldigen met de grootste breedte, waarbij de uitstekende delen in zijn geheel worden meegerekend (einde zwemplateau, uitstekende delen, boegspriet en anker wordt alle meegerekend). Het zomerseizoen wordt geacht betrekking te hebben op de periode van 1 april tot I november, het winterseizoen op de periode 1 november tot 1 april terwijl onder geheel j aar wordt verstaan 1 januari tot en met 31 december. Er kunnen speciale tarieven vastgesteld worden voor kano's, roeiboten e.d. en voor ligplaatsen in de buitenhaven anders dan in een box. ARTIKEL 11. Het ophalen of te water laten van schepen met behulp van de helling, lier, kraan zomede het gebruik van materiaal van de vereniging mag slechts geschieden na verkregen toestemming en volgens de aanwijzingen van de havencommissaris c.q. havenmeester of, bij ontstentenis van deze, van een door eerstgenoemde gemachtigde. Een schip mag niet langer dan een dag, of zoveel korter als de havencommissaris oordeelt, op de wagen blijven staan voor het uitvoeren van reparaties. Is langer verblijf noodzakelijk dan moet plaatsing op het terrein of in de gebouwen volgen en zal het tarief voor tijdelijke stalling aan de eigenaar in rekening worden gebracht. ARTIKEL 12. Auto's, bromfietsen, fietsen en andere eigendommen van leden, aspirant-leden, donateurs en introducés mogen op het terrein van de vereniging worden geplaatst of opgeborgen op de plaatsen die daarvoor door de havencommissaris c.q. havenmeester zijn aangewezen.het is verboden: a. in het gebied van de jachthaven vaartuigen te bouwen of af te bouwen. b. in het gebied van de jachthaven onderhoudswerk of reparaties te verrichten waarbij hinderlijk geluid of andere overlast wordt veroorzaakt of waarbij temperaturen kunnen optreden hoog genoeg voor het doen ontstaan van ontploffingen en/of brand. c. de rust in de haven te verstoren o.a. door motoren of lichtaggregaten te laten draaien of door luid schallende radio's in werking te hebben. d. met schepen in de haven dusdanig te varen dat daardoor hinderlijke waterbewegingen ontstaan. e. de eigendommen van de vereniging te beschadigen, met haken in palen of houtwerk te steken, daarin spijkers, krammen e.d. te slaan of daarin op eigen initiatief veranderingen aan te brengen. f. masten rondhouten of onderdelen van schepen, vistuigen of ander toebehoren op de steigers of op het terrein te laten liggen. g. in het gebied van de jachthaven open vuur te ontsteken of vuurpijlen af te schieten. h. in de jachthaven te zwemmen.

4 i. honden los te laten lopen op steigers of terrein van de vereniging. j. handelsreclame te maken op het terrein van de vereniging. k. om op een in één der havens van de vereniging afgemeerd liggend vaartuig permanent te wonen. Onder permanent wonen wordt in deze verstaan het verblijf houden op een vaartuig zonder over een woning of ander verblijf aan de wal te beschikken. Het bestuur kan van vorenstaande verbodsbepaling in voorkomende gevallen op schriftelijk verzoek van belanghebbenden dispensatie verlenen. ARTIKEL 14. De eigenaar of gebruiker van een accommodatie van de vereniging is verplicht te zorgen dat zijn vaartuig niet aan buitengewone lekkage onderhevig is. Indien dit wel het geval is, kan het vaartuig op kosten van de eigenaar c.q. gebruiker worden hersteld of een zodanige ligplaats worden gegeven dat van zinken geen last wordt ondervonden. ARTIKEL 15. Iedere eigenaar die met zijn schip van een plaats in de haven gebruik maakt is verplicht zorg te dragen dat het op deugdelijke wijze gemeerd is en wel zodanig dat het vrij blijft van andere schepen, steigers of palen. Wordt hieraan naar inzicht van de havencommissaris c.q. havenmeester niet voldaan dan heeft deze het recht hierin te voorzien of te laten voorzien op kosten van de betrokken eigenaar. ARTIKEL 16. De eigenaar van een schip is verplicht bij het aankomen en verlaten van de ligplaats eventuele bijzondere aanwijzingen van de havencommissaris c.q. havenmeester op te volgen. ARTIKEL 17. De eigenaar of gebruiker van een vaartuig dat ligplaats heeft in de accommodaties van de vereniging is aansprakelijk voor onkosten of schade veroorzaakt door of met het vaartuig en toebehoren, ongeacht op welke wijze de onkosten en/of schade is c.q. zijn ontstaan. Iedere ligplaatshouder is verplicht het hem in eigendom toebehorende schip ten minste tegen wettelijke aansprakelijkheid te verzekeren. Het laatste is eveneens van toepassing indien een ligplaatshouder tijdelijk beschikt over een niet aan hem in eigendom toebehorend vaartuig. ARTIKEL 18. De eigenaar of gebruiker van een vaartuig met ingebouwde of aangehangen motor is verplicht er voor zorg te dragen dat zich steeds een goed werkende blusser geschikt voor het bestrijden van olie - en/of benzinebranden, aan boord bevindt. De eigenaar of gebruiker die met zijn vaartuig als gast de accommodaties van de vereniging bezoekt is verplicht zich onmiddellijk bij aankomst en voor vertrek te melden bij de havenmeester of diens vervanger. De vaste ligplaatshouder die met zijn vaartuig voor langer dan een nacht zijn ligplaats in een der accommodaties van de vereniging verlaat, dient de havenmeester of diens vervanger hiervan in kennis te stellen, zulks onder opgave van de vermoedelijke datum van terugkomst.

5 De ligplaatshouders in de buitenhaven is verplicht door middel van zijn ligplaatsbordje tevens zelf aan te geven of zijn ligplaats vrij dan wel bezet is voor de komende nacht(en). De havenmeester is bevoegd om tijdens de periode van afwezigheid de ligplaats aan een ander toe te wijzen. De maximum verblijfsduur voor bezoekende schepen in een der accommodaties van de vereniging is veertien dagen. In bijzondere gevallen kan op verzoek dan wel eigenmachtig door het bestuur van het hiervoor bepaalde worden afgeweken. ARTIKEL 20 a. Indien een lid gedurende een jaar geen gebruik maakt van zijn ligplaats en dit niet schriftelijk ter kennis heeft gebracht aan het bestuur, verliest hij het recht op die ligplaats en wordt onder aan de ranglijst/schepenwachtlijst geplaatst. b. indien in vorenstaand geval een lid wel schriftelijk aan het bestuur kenbaar maakt dat hij zijn ligplaats wenst te behouden, behoudt hij gedurende een periode van maximaal drie jaren het recht op die ligplaats mits hij het verschuldigde havengeld jaarlijks voldoet. Het bestuur is in dit geval verplicht om het lid onmiddellijkeen ligplaats toe te wijzen indien hij hierom schriftelijk verzoekt. Het bestuur is wel gerechtigd om gedurende de periode dat het lid geen gebruik maakt van een ligplaats, deze ligplaats tijdelijk aan anderen toe te wijzen. c. indien een lid schriftelijk aan het bestuur kenbaar maakt dat hij geen gebruik zal maken van zijn ligplaats doch die ligplaats wil behouden en hiervoor niet het verschuldigde havengeld wil betalen, verliest hij het recht op die ligplaats. De datum van opzeg van de ligplaats geldt alsdan als datum dat het lid op de schepenwachtlijst zal worden ingeschreven. Het lid kan op geen enkele wijze eerder aanspraak maken op een ligplaats dan volgens de volgord e van de schepenwachtlijst. Het bestuur is bevoegd om in bijzondere gevallen van het vorenstaande af te wijken. ARTIKEL 21 In geval van storm, brand of enig ander onheil is een ieder die in het gebied van de jachthaven aanwezig is verplicht hulp te verlenen indien deze geboden is ter voorkoming van schade aan steigers en/of schepen. ARTIKEL 22 Het is verboden een recht op, of samenhangende met een ligplaats over te dragen aan derden. Indien de eigenaar van een schip welke laatste een ligplaats heeft in een der accommodaties van de vereniging zijn eigendomsrechten op dat schip gedeeltelijk wil overdragen aan een derde, dient deze derde tenminste drie jaren lid van de vereniging te zijn. Als datum van de ingang van het lidmaatschap geldt de datum van ontvangst van alle aan het lidmaatschap verbonden betalingen. De financiële administratie van de vereniging geldt in deze als bewijsmiddel. ARTIKEL Indien een schip aan twee eigenaren toebehoort en de eigenaar te wiens naam het schip in de verenigingsadministratie te boek staat beëindigd zijn lidmaatschap, komt aan die mede-eigenaar niet eerder een recht op een ligplaats toe dan op het tijdstip waar op hem /haar in gevolge zijn /haar

6 anciënniteit - zoals bedoeld in artikel 9 van dit reglement - een ligplaats toekomt. 2. Het vorenstaand, alsmede het bepaalde in de artikelen 9 en 22 van d it reglement, is niet van toepassing indien de eigendom van een schip c.q. het recht op een ligplaats wordt overgedragen van vader/moeder op zoon of vader/moeder op dochter en deze kinderen de watersport actief gaan beoefenen. 3. Indien een lid/ligplaatshouder overlijdt gaat het recht op een ligplaats over op de overblijvende echtgenoot mits deze laatste de watersport actief blijft beoefenen. De overblijvende echtgenoot is alsdan verplicht lid te worden van de vereniging. Het betalen van entreegeld zoals is omsch reven in de statuten is in deze niet van toepassing. ARTIKEL 24. Milieubepalingen. 1. Er dient op te worden toegezien dat hydraulische systemen van kranen, lieren en dergelijke niet lekken. 2. Gedurende de reinigings- en conserveringswerkzaamheden, zoals het afspuiten en schuren en verven van de onderwaterschepen en/of rompen, dient ervoor te worden gezorgd dat geen afvalstoffen, verontreinigende en/of schadelijke stoffen en spuitnevel in het oppervlaktewater kunnen geraken door onder andere overwaaien. 3. Bij het verven van onderwaterschepen en/of rompen dient een zeil of folie onder het te behandelen schip te worden gelegd ter voorkoming van verfmorsingen op het betonnen terreinoppervlak. 4. De afspuit-, verf- en schuurwerkzaamheden mogen niet worden uitgevoerd bij harde wind (d.w.z. windkracht 5 of meer op de schaal van Beaufort). 5. De verfwerkzaamheden dienen plaats te vinden met behulp van kwast of roller. Verfspuiten is niet toegestaan. 6. De te gebruiken schuurapparatuur dient te zijn voorzien van stofafzuiging. 7. Direct na het uitvoeren van afspuit- en schuurwerkzaamheden dienen de hierbij vrijkomende vaste afvalstoffen te worden opgeveegd en zorgvuldig te worden gedeponeerd in de daartoe bestemde vaten of bakken in de havenontvangstinstallatie. Tevens dienen de op het terrein aanwezige goten regelmatig te worden gecontroleerd op verstoppingen en worden schoongemaakt. 8. Het is verboden vuilnis, afvallen, olie of oliehoudend water en/of chemisch afval in de haven te werpen, te brengen c.q. dat deze stoffen in de haven terechtkomen c.q. deze daarin te lozen. 9. Het is verboden steigers, gebouwen of terreinen te verontreinigen dan wel chemische toiletten of afgewerkte olie of bilgewater c.q. andere chemische stoffen anders dan op de daarvoor ingerichte plaatsen te ledigen of te storten. ARTIKEL 25 Bij verschil van mening over het uitleggen van de bepalingen van dit reglement beslist het bestuur. In alle gevallen waarin het bestuur niet direct bereikbaar is, beslist de havencommissaris c.q. havenmeester.

7 Wanneer dit door een lid w ordt verlangd zal de beslissing van het bestuur op de eerstvolgende Algemene Ledenvergadering aan de orde worden gesteld teneinde de ledenvergadering definitief te doen beslissen. ARTIKEL 26 Wijzigingen in dit reglement kunnen slechts worden aangebracht door de Algemene Ledenvergadering op voorstel door het bestuur of op schriftelijk verzoek van tenminste dertig leden. De voorstellen moeten in de uitnodiging tot het bijwonen van de Algemene Ledenvergadering worden vermeld. ARTIKEL 27 Hierbij worden de Reglementen van de Jachthaven van 3 februari 1978 en van 12 februari 1993 als ingetrokken beschouwd. De wijziging van dit reglement zoals die is vastgesteld in de Algemene Ledenvergadering van 6 maart 1998 is in dit reglement verwerkt. Aldus vastgesteld in de Algemene Ledenvergadering van 5 maart 1999 en gewijzigd in de Algemene Ledenvergadering van 1 maart 2002 en de Algemene Ledenvergadering van 5 maart Artikel 3.b is conform het besluit algemene leden vergadering d.d. 2 maart Aldus vastgesteld in de Algemene Leden Vergadering d.d. 2 maart 2007