NADERE REGELS MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING SINT-OEDENRODE

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "NADERE REGELS MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING SINT-OEDENRODE"

Transcriptie

1 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Sint-Oedenrode. Nr februari 2014 NADERE REGELS MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING SINT-OEDENRODE 2014 Nadere Regels maatschappelijke ondersteuning 2014 Inleiding 4 Juridische Status 4 Compensatieplicht 4 Eigen verantwoording 4 Mantelzorgers en vrijwilligers 5 1 Beoordeling van de te bereiken resultaten Resultaat 1: In het kader van de leefbaarheid gerealiseerde Huishoudelijke Verzorging in de vorm van licht en/of zwaar huishoudelijk werk in de woonkamer, slaapvertrekken, keuken en sanitaire ruimten van de woning; Inleiding Afwegingskader Resultaat 2: wonen in een geschikt huis Inleiding Afwegingskader Resultaat 3: goederen voor primaire levensbehoeften Inleiding Afwegingskader Resultaat 4: beschikken over schone, draagbare en doelmatige kleding Inleiding Afwegingskader Resultaat 5: het thuis zorgen voor kinderen die tot het gezin behoren Inleiding Afwegingskader Resultaat 6: verplaatsen in en om de woning Inleiding Afwegingskader Resultaat 7: lokaal verplaatsen per vervoermiddel Inleiding Afwegingskader 16 1

2 1.8 Resultaat 8: medemensen ontmoeten en op basis daarvan sociale verbanden aangaan Inleiding Afwegingskader 18 2 Verstrekkingsvormen, eigen bijdrage en eigen aandeel Inleiding Verstrekking in natura Persoongebonden budget Financiële tegemoetkoming Eigen bijdrage en eigen aandeel Hoogte eigen bijdrage / eigen aandeel Inning eigen bijdrage / eigen aandeel 22 3 Werkwijze Van melding naar oplossing: Het Gesprek Fase 1: Het eerste contact Fase 2: Het Gesprek Afwegingskader Fase 3: het arrangement en het gespreksverslag De aanvraag Zorgvuldig onderzoek Hersteltermijn en buiten behandeling stellen van de aanvraag Motivering van besluiten Hardheidsclausule Bezwaarprocedure 27 Bijlage 1 Huishoudelijk Verzorging activiteiten 28 Bijlage 2 Algemeen gebruikelijke voorzieningen 29 Bijlage 3 Bouwkundige- of woontechnische voorziening 31 Bijlage 4 Uitvoeringsprotocol persoonsgebonden budget 33 Bijlage 5 Kindvoorzieningen 45 Bijlage 6 Normenlijst 47 Inleiding Voor de uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning zijn regels opgesteld rond de individuele verstrekkingen aan inwoners. De gemeente beoordeelt of iemand in aanmerking komt voor compensatie. Dit doet de gemeente aan de hand van de bepalingen in de Wet maatschappelijke ondersteuning, de Verordening maatschappelijke ondersteuning 2014 en de bepalingen in deze nadere regels. De nadere regels zijn een verdere uitwerking van de bepalingen in de verordening en waarborgt de transparantie van de gemeentelijke werkwijze naar derden. Juridische status De nadere regels ontlenen hun status aan artikel 156 van de Gemeentewet: 2

3 De raad kan aan het college, een door hem ingestelde bestuurscommissie en een deelraad bevoegdheden overdragen, tenzij de aard van de bevoegdheid zich daartegen verzet. Als nadere regels zijn vastgesteld, kan daar in beschikkingen naar worden verwezen. Voor de gemeente zijn deze nadere regels evenzeer bindend als de verordening. Bij de beoordeling van geschillen is het de rechter die toetst of de gemeente de eigen regels, zoals neergelegd in verordening en nadere regels wel correct heeft gehanteerd. Uiteraard dienen bij gewijzigd beleid ook de nadere regels te worden aangepast. De Verordening wordt door de gemeenteraad vastgesteld. De nadere regels worden door het college van burgemeester en wethouders vastgesteld. Daarnaast is het mogelijk de bedragen jaarlijks te indexeren, wat gemandateerd is aan het college van burgemeester en wethouders. Compensatieplicht Artikel 4 Wmo, het artikel dat gemeenten de opdracht geeft tot het verstrekken van individuele voorzieningen, luidt: Ter compensatie van de beperkingen die een persoon als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder g, onderdeel 4, 5 en 6 ondervindt in zijn zelfredzaamheid en zijn maatschappelijke participatie, treft het college van burgemeester en wethouders voorzieningen op het gebied van maatschappelijke ondersteuning die hem in staat stellen: - een huishouden te voeren; - zich te verplaatsen in en om de woning; - zich lokaal te verplaatsen per vervoermiddel; - medemensen te ontmoeten en op basis daarvan sociale verbanden aan te gaan. In de verordening worden op basis van artikel 4 lid 1 van de wet de volgende te bereiken resultaten genoemd: a. In het kader van de leefbaarheid gerealiseerde Huishoudelijke Verzorging in de vorm van licht en/of zwaar huishoudelijk werk in de woonkamer, slaapvertrekken, keuken en sanitaire ruimten van de woning; b. Wonen in een geschikt huis; c. Adequaat gebruik kunnen maken van goederen voor primaire levensbehoeften; d. Adequaat gebruik kunnen maken van schone, draagbare en doelmatige kleding; e. Het thuis kunnen zorgen voor kinderen die tot het gezin behoren; f. Zich verplaatsen in en om de woning; g. Zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel; h. De mogelijkheid om medemensen te ontmoeten en op basis daarvan sociale verbanden aan te gaan. In de Wmo gaat het om maatwerk; de nadruk ligt op zorgvuldig onderzoek van de individuele situatie. Eigen verantwoordelijkheid De Wmo is uitsluitend bedoeld om mogelijkheden te bieden door middel van voorzieningen als het niet in iemands eigen vermogen ligt, of in het netwerk rondom de persoon, om het probleem op te lossen. De eigen verantwoordelijkheid en die van het netwerk komen tijdens Het Gesprek aan de orde. Een oplossing van problemen kan bijvoorbeeld al aanwezig zijn, omdat dit behoort tot iemands normale levenspatroon. Bijvoorbeeld bij problemen met het schoonhouden van het huis zijn er talloze mensen die gewend zijn daar iemand voor in te huren, zoals tweeverdieners of mensen met voldoende middelen. In deze situatie hoeft niets te veranderen, als men op basis van leeftijd of een ongeval beperkingen krijgt. Door voort te zetten wat men had, ontstaat er geen probleem dat om een oplossing vraagt. Eigen verantwoordelijkheid betekent bijvoorbeeld ook de aanschaf en het gebruik van zoveel mogelijk strijkvrije kleding om onnodig beroep op een hulp te voorkomen. Ook nieuwe technische mogelijkheden kunnen bekeken worden. 3

4 Ook bij woonvoorzieningen speelt de eigen verantwoordelijkheid een grote rol. Als iemand 65 is en zijn badkamer gaat renoveren mag een gemeente veronderstellen dat hij - ook al zijn er nog geen beperkingen - rekening houdt met het gegeven dat hij een dagje ouder wordt. Dat betekent dat de persoon in kwestie aan een douche moet denken in plaats van uitsluitend een bad. Daar spelen natuurlijk allerlei individuele factoren in mee, zoals: is er plaats voor? In artikel 4 lid 2 van de Wmo is bepaald dat gemeenten rekening houden met de persoonskenmerken en behoeften van de aanvrager van de voorzieningen, waaronder verandering van woning in verband met wijziging van leefsituatie, alsmede met de capaciteit van de aanvrager om uit een oogpunt van kosten zelf in maatregelen te voorzien. Dit houdt in dat gemeenten rekening houden met de mogelijkheden die iemand heeft om zelf in financiële zin kosten van een voorziening geheel of gedeeltelijk voor eigen rekening te nemen. Dat is wat anders dan de eigen bijdrage regeling. Die speelt een rol nadat een voorziening is verstrekt. Feitelijk is hier de compensatieplicht niet aan de orde, als gemeente hoeven we niets te doen want men kan zelf in een passend en oplossing voorzien. Mantelzorgers en vrijwilligers Een bijzondere groep onder de Wmo vormen de mantelzorgers en vrijwilligers. Zij vallen onder de werking van prestatieveld 6. De vraag is of dat leidt tot eigen aanspraken van mantelzorgers in het kader van dit prestatieveld, of dat het gaat om afgeleide aanspraken, omdat er een persoon is waarvoor de mantelzorger zorgt en ook de mantelzorger op naam van deze persoon aanspraak kan maken op individuele voorzieningen. Nadrukkelijk moet een gemeente immers rekening houden met de belangen van de mantelzorger en diens dreigende overbelasting. Bij de verschillende onderdelen van deze beleidsregels komt dit aan de orde. Het gaat hierbij overigens om een principieel verschil van inzicht, waarover de jurisprudentie tot op heden nog geen uitsluitsel heeft gegeven. Tot dat gebeurt wordt er door de VNG geadviseerd, vooral uit uitvoeringstechnisch oogpunt, uit te gaan van een afgeleid recht op voorzieningen. Beschikkingen zullen dan ook op naam staan en gericht zijn tot degene die de mantelzorg ontvangt. 1 Beoordeling van de te bereiken resultaten 1.1 Resultaat 1: in het kader van de leefbaarheid gerealiseerde Huishoudelijke Verzorging in de vorm van licht en/of zwaar huishoudelijk werk in de woonkamer, slaapvertrekken, keuken en sanitaire ruimten van de woning Inleiding Terzake van resultaat 1 gaat het om in het kader van de leefbaarheid (van/voor de cliënt) gerealiseerde Huishoudelijke Verzorging in de vorm van licht en/of zwaar huishoudelijk werk in de woonkamer, slaapvertrekken, keuken en sanitaire ruimten van de woning. Het gaat om licht en/of zwaar huishoudelijk werk in de ruimten van de woning die voor dagelijks gebruik noodzakelijk zijn Afwegingskader a) Het gaat om licht en/of zwaar huishoudelijk werk in de woonkamer, slaapvertrekken, keuken en sanitaire ruimten van de woning. b) Het college beoordeelt of iemand zelfredzaam is. Hierbij worden mogelijkheden onderzocht die er zijn in de directe omgeving, het benutten van de eigen kracht, gebruikelijke zorg, algemeen gebruikelijke voorzieningen en voorliggende voorzieningen. Dit komt overeen met de in de verordening gehanteerde begrippen, zie artikel 6 van de verordening en hoofdstuk 3 van deze nadere regels. Voorbeeld: Hierbij kan gedacht worden aan de situatie waarin men al jaren op eigen kosten iemand voor bepaalde werkzaamheden inhuurt. Ook al zouden er nieuwe beperkingen optreden, in deze situatie is er geen compensatie nodig omdat het geen invloed heeft op het te bereiken resultaat. Immers, de werkzaamheden worden voortgezet. 4

5 c) Het college beoordeelt of er sprake is van gebruikelijke zorg. Van gebruikelijke zorg is sprake indien er een huisgenoot aanwezig is, die in staat kan worden geacht het huishoudelijk werk over te nemen. Onder huisgenoot wordt verstaan: een persoon die - ofwel op basis van een familieband, ofwel op basis van een bewuste keuze - één huishouden vormt met de persoon die beperkingen ondervindt. Een huisgenoot is bijvoorbeeld een inwonend kind, maar zijn ook inwonende ouders. Of sprake is van inwonendheid wordt op basis van de concrete feitelijke situatie beoordeeld. Daarbij staat inwonend tegenover het hebben van een volledig eigen en zelfstandige huishouding, waarbij er geen zaken zoals huisnummer, kosten nutsvoorzieningen, voordeur e.d. door elkaar lopen. Bij gebruikelijke zorg wordt rekening gehouden met de leeftijd van de huisgenoot. Vanaf de leeftijd van 18 jaar mag verwacht worden dat deze persoon een éénpersoonshuishouden draaiende kan houden. Vanaf 23 jaar mag worden verwacht dat men een volledig huishouden kan voeren. Voor kinderen geldt: Kinderen tot 5 jaar: leveren geen bijdrage aan huishoudelijke werkzaamheden. Kinderen van 5-12 jaar: worden naar eigen mogelijkheden betrokken bij de lichte huishoudelijke taken zoals opruimen, tafel dekken/afruimen, afwassen/afdrogen en kleding in de wasmand gooien. Kinderen vanaf 13 jaar: verrichten naast bovengenoemde taken: hand- en spandiensten, houden de eigen kamer op orde dat wil zeggen: opruimen, stofzuigen en het bed verschonen. Bij gebruikelijke zorg wordt ervan uitgegaan dat naast een volledige baan een huishouden kan worden gerund. Alleen bij daadwerkelijke afwezigheid van de huisgenoot gedurende zeven aaneengesloten dagen en nachten kunnen de niet-uitstelbare taken in aanmerking komen voor compensatie. Bij het zwaar en licht huishoudelijk werk gaat het veelal om uitstelbare taken. Afhankelijk van de persoonlijke omstandigheden kan hiervan afgeweken worden. d) Het college beoordeelt of in Het Gesprek, als dat heeft plaatsgevonden, alle voorliggende en algemeen gebruikelijke voorzieningen meegenomen zijn. Voorbeeld: o.a. de was- en strijkservice Odendael, de boodschappendienst Dorpswinkel, het gebruik van de glazenwasser voor het reinigen van de ramen aan de buitenkant.. e) Als al het voorafgaande niet geleid heeft tot een volledige oplossing van het probleem, zal het college compenseren door middel van licht en/of zwaar huishoudelijk werk in de woonkamer, slaapvertrekken, keuken en sanitaire ruimten van de woning. Hiervan kan afgeweken worden indien hier vanuit het oogpunt van zelfredzaamheid en/of eigen verantwoordelijkheid aanleiding toe is. f) De hulp kan door het college worden toegekend in natura of in de vorm van een persoonsgebonden budget. De hoogte van het PGB moet voldoende zijn om te voldoen aan de compensatieplicht, maar kan nooit hoger zijn dan dezelfde compensatie in natura. g) Bij hulp/zorg in natura wordt de hulp/zorg in goed en nauw overleg tussen de cliënt en de HV- zorgdienstverlener op basis van (individueel) maatwerk concreet (nader) ingevuld met als uitgangspunt een adequate invulling van de compensatieplicht als bedoeld in artikel 4 lid 1 sub a Wmo en rekening houdend met de capaciteiten van de cliënt om uit een oogpunt van kosten zelf in maatregelen te voorzien als bedoeld in artikel 4 lid 2 Wmo. Voorbeeld: In het individuele concrete geval kan het voorkomen dat de HV-zorgdienstverlener niet in alle primaire ruimten (zelf) licht en/of zwaar huishoudelijk werk verricht. Bijvoorbeeld omdat de cliënt daartoe door de HV-zorgdienstverlener ondersteund wordt (de taak wordt dan niet concreet overgenomen), de cliënt zelf ook nog, na wat hulp en/of ondersteuning, (bepaalde) ruimten kan doen c.q. daarin (bepaalde) activiteiten en werkzaamheden (zelf) kan verrichten, of omdat de HV-zorgdienstverlener terzake gebruik maakt van een bestaande wijk- of netwerkvoorziening of zulk een voorziening realiseert en in stand houdt. Bij een persoonsgebonden budget wordt een bedrag toegekend. 5

6 h) Als al het voorafgaande niet geleid heeft tot een oplossing van het probleem, zal het college compenseren. De aard van de werkzaamheden en de tijdsnormering van hulp bij het huishouden zijn opgenomen in bijlage 1. Hiervan kan afgeweken worden indien hier vanuit het oogpunt van zelfredzaamheid en/of eigen verantwoordelijkheid aanleiding toe is. i) De hulp kan door het college worden toegekend in natura of in de vorm van een persoonsgebonden budget. De hoogte van het PGB moet voldoende zijn om te voldoen aan de compensatieplicht, maar kan nooit hoger zijn dan dezelfde compensatie in natura. j) Bij huishoudelijke hulp in natura en bij een persoonsgebonden budget kent het college hulp toe in uren. Daarbij moet altijd vast staan dat het te bereiken resultaat bereikt zal worden, zodat er sprake is van compensatie. k) Het college houdt rekening met de belangen van mantelzorgers. Zo kan in geval van een dreigende overbelasting van de mantelzorger een (tijdelijke) individuele voorziening aan de persoon met beperking worden toegekend als de mantelzorger daarmee ontlast wordt. Deze voorziening kan dan als het een PGB betreft niet door de mantelzorger worden ingevuld: het gaat immers om diens (dreigende) overbelasting. Het gaat hier om een afgeleid recht. Het college kan, bij het bepalen van de mate van ondersteuning, ook rekening houden met periodes van afwezigheid van de mantelzorger. l) Het college beoordeelt of er uitsluitingsgronden zijn waardoor er geen compensatie wordt aangeboden zoals vastgelegd in artikel 8 van de verordening. m) Bij elke compensatie wordt uitgegaan van de goedkoopst compenserende voorziening, zoals vastgelegd in artikel 9 van de verordening. 1.2 Resultaat 2: wonen in een geschikt huis Inleiding In de Wmo is in artikel 4 lid 1 geen duidelijk onderscheid gemaakt tussen resultaten die bereikt moeten worden op het huishoudelijke vlak en resultaten voor wat betreft een voor de persoon en zijn kenmerken geschikte woning. De term voeren van een huishouden geeft daar geen duidelijkheid over. Daarbij is er één belangrijke voorwaarde voordat er gecompenseerd kan worden: er moet een woning zijn. Als er geen woning is, is het niet de taak van de gemeente om voor een woning te zorgen. Iedere Nederlandse inwoner dient zelf voor een woning te zorgen. Bij de keuze voor een woning dient iemand uiteraard rekening te houden met de eigen situatie. Dat betekent dat er met bestaande of nog te verwachte beperkingen rekening wordt gehouden. Als de woning dan nog niet geschikt is kan het college compenseren Afwegingskader a) Uitgangspunt is dat iedereen eerst zelf zorg dient te dragen voor een woning. Daarbij mag er van uit worden gegaan dat rekening wordt gehouden met bekende beperkingen, ook wat betreft de toekomst. Een eigen woning kan zowel een gekochte woning zijn als een huurwoning. Een woonvoorziening wordt slechts verleend indien de belanghebbende zijn hoofdverblijf heeft of zal hebben in de woonruimte waaraan de voorziening wordt getroffen. Het treffen van voorzieningen in de volgende woonvormen komt niet in aanmerking voor compensatie: hotels/pensions, trekkerswoonwagens, kloosters, tweede woningen, vakantiewoningen, recreatiewoningen, woningen die onbewoonbaar zijn verklaard en woningen die bestemd zijn om gesloopt te worden, kamerverhuur en specifiek op personen met beperkingen en ouderen gerichte woongebouwen zoals AWBZ-instellingen, gezamenlijke ruimten van woningen en woongebouwen of voorzieningen die bij (nieuw)bouw, verbouw of renovatie zonder noemenswaardige meerkosten meegenomen kunnen worden. b) Het college beoordeelt of iemand zelfredzaam is. Hierbij worden mogelijkheden onderzocht die er zijn in de directe omgeving, het benutten van de eigen kracht, algemeen gebruikelijke voorzieningen en voorliggende voorzieningen. Dit komt overeen met de in de verordening gehanteerde begrippen, 6

7 zie artikel 6 van de verordening en hoofdstuk 3 van deze nadere regels. Een niet limitatieve lijst van algemeen gebruikelijke voorzieningen is opgenomen in bijlage 2. c) Het college beoordeelt of het resultaat, wonen in een geschikt huis, ook te bereiken is via een verhuizing. Hierbij zullen alle aspecten worden meegewogen: financiële consequenties van de verhuizing, de medisch aanvaardbare termijn waarop een woning beschikbaar komt, eventueel aanwezige mantelzorg en de argumenten pro en contra verhuizing ten aanzien van de betrokkene, de verhouding tussen de besparing van de gemeente en de gevolgen voor de belanghebbende, afstand tot voorzieningen en de mogelijke gebruiksduur van de oplossing. Een zeer zorgvuldige afweging van alle argumenten zal aan het besluit ten grondslag worden gelegd. d) Het primaat van verhuizen wordt beoordeeld vanaf een bedrag van e) Als er geen algemene woonvoorziening beschikbaar is en het primaat van verhuizing niet toegepast kan worden, dan zal onderzocht moeten worden of het plaatsen van een losse woonunit mogelijk is. Hiervoor moet uiteraard de mogelijkheid tot het plaatsen van een losse woonunit bestaan: er moet voldoende ruimte zijn voor het plaatsen van een losse woonunit zoals dat ook geldt bij het plaatsen van een aanbouw. Ook op dit punt geldt dat de wens van de belanghebbende om een aanbouw te realiseren niet doorslaggevend is: een aanbouw is niet herbruikbaar, een losse woonunit wel. Het programma van eisen zoals dat geldt voor een aanbouw kan gebruikt worden voor een losse woonunit. Het is daarbij van belang in de beschikking vast te leggen dat als de woonunit niet meer nodig is dit aan de gemeente gemeld dient te worden. De gemeente kan er dan zorg voor dragen dat de woonunit verwijderd wordt en de woning in de oude staat wordt teruggebracht. Deze kosten maken onderdeel uit van de verstrekking van een losse woonunit. f) Als het gaat om een aanbouw bij een eigen woning zal het college allereerst beoordelen wat iemands mogelijkheden zijn om uit een oogpunt van kosten zelf in de compenserende voorziening te voorzien. Voorbeeld: Als het mogelijk is deze aanbouw zelf te financieren, bijvoorbeeld door een (extra) hypotheek op de woning te vestigen, met de voorwaarde dat de (extra) woonlasten binnen de financiële mogelijkheden blijven, zal eerst naar deze mogelijkheid gekeken worden. g) Bij grotere bouwkundige aanpassingen aan de woning werkt het college altijd met een programma van eisen, waarmee zo nodig meerdere offertes opgevraagd kunnen worden. h) Het aanpassen van doelgroepengebouwen kan alleen voor compensatie in aanmerking komen wanneer er sprake is van een aanpassing die niet als standaard noodzakelijke voorziening voor de doelgroep kan worden gekwalificeerd. Hierover maakt het college afspraken met de (toekomstige) eigenaar van deze woningen. i) Een bouwkundige aanpassing aan een woning wordt ingevolge artikel 7 lid 2 Wmo door het college uitbetaald aan de eigenaar van de woning, als financiële tegemoetkoming. De beschikking wordt verstuurd aan de belanghebbende met een afschrift aan de eigenaar van de woning, als dit niet dezelfde persoon als de belanghebbende is. j) Een niet-bouwkundige aanpassing aan de woning kan door het college in natura en als persoonsgebonden budget worden verstrekt aan de belanghebbende. k) Bij het verstrekken van een verhuiskostenvergoeding houdt het college rekening met de mate waarin de verhuizing te verwachten of te voorspellen was. Bij een te verwachten of voorspelbare verhuizing wordt in principe geen verhuiskostenvergoeding toegekend. l) De belanghebbende die voor het eerst zelfstandig gaat wonen, wordt uitgesloten voor een tegemoetkoming in de verhuiskosten, omdat dit kosten zijn die elke persoon eens in zijn/haar leven moet maken. m) Het verhuizen van een geschikte woning naar een ongeschikte woning komt niet in aanmerking voor compensatie. n) In aanmerking komende kosten voor compensatie bij een bouwkundige- of bouwtechnische aanpassingen, zie bijlage 3. o) Het college beoordeelt of er uitsluitingsgronden zijn waardoor er geen compensatie wordt aangeboden zoals vastgelegd in artikel 8 van de verordening. 7

8 p) Bij elke compensatie wordt uitgegaan van de goedkoopst compenserende voorziening, zoals vastgelegd in artikel 9 van de verordening. 1.3 Resultaat 3: goederen voor primaire levensbehoeften Inleiding In elk huishouden zijn boodschappen voor de dagelijkse activiteiten nodig. De compensatieplicht is wat betreft de soort boodschappen beperkt tot de levensmiddelen, schoonmaakmiddelen en eventuele andere middelen en verzorgingsproducten, die dagelijks/wekelijks gebruikt worden in elk huishouden. Grotere inkopen zoals kleding en duurzame gebruiksgoederen zijn geen primaire levensbehoeften en vallen niet onder de resultaten die voor compensatie in aanmerking kunnen komen. Het is heel normaal dat mensen deze boodschappen geclusterd doen door één maal per week de grote voorraad in huis te halen. Compensatie op grond van de Wmo is daarom in principe gebaseerd op één maal per week boodschappen doen. Ook het bereiden van maaltijden valt onder dit resultaat. Indien mogelijk wordt bij het behalen van dit resultaat gebruik gemaakt van algemene voorzieningen zoals bijvoorbeeld boodschappendiensten, maaltijdservice, kant- en klare maaltijden uit supermarkten of andersoortige vrijwilligersdiensten. Een algemene voorziening wordt volgens de jurisprudentie aanvaardbaar geacht als er geen al te hoge kosten aan verbonden zijn Afwegingskader a) Onder dit resultaat worden gerekend het beschikken over levens- en schoonmaakmiddelen en andere middelen die dagelijks nodig zijn en zo nodig de bereiding van maaltijden. b) Allereerst beoordeelt het college of in Het Gesprek, als dat heeft plaatsgevonden, alle voorliggende en algemeen gebruikelijke voorzieningen meegenomen zijn. Voorbeeld: Hierbij valt te denken aan het gebruik van een boodschappenservice, een maaltijdvoorziening of het gebruik maken van kant en klare maaltijden. c) Het college beoordeelt of iemand zelfredzaam is. Hierbij worden de mogelijkheden onderzocht die er zijn in de directe omgeving, het benutten van de eigen kracht, gebruikelijke zorg, algemeen gebruikelijke voorzieningen en voorliggende voorzieningen. Dit komt overeen met de in de verordening gehanteerde begrippen, zie artikel 6 van de verordening en hoofdstuk 3 van deze nadere regels. Hierbij kan gedacht worden aan de situatie dat mensen in de omgeving of binnen het sociale netwerk bereid zijn deze boodschappen voor de belanghebbende te doen. d) Het college beoordeelt of er sprake is van gebruikelijke zorg. Van gebruikelijke zorg is sprake indien er een huisgenoot aanwezig is, die in staat kan worden geacht de bereiding van de maaltijden en/of het doen van de boodschappen over te nemen. Onder huisgenoot wordt verstaan: een persoon die - ofwel op basis van een familieband, ofwel op basis van een bewuste keuze - één huishouden vormt met de persoon die beperkingen ondervindt. Een huisgenoot is bijvoorbeeld een inwonend kind, maar zijn ook inwonende ouders. Of sprake is van inwonendheid wordt op basis van de concrete feitelijke situatie beoordeeld. Daarbij staat inwonend tegenover het hebben van een volledig eigen en zelfstandige huishouding, waarbij er geen zaken zoals huisnummer, kosten nutsvoorzieningen, voordeur e.d. door elkaar lopen. Bij gebruikelijke zorg wordt rekening gehouden met de leeftijd van de huisgenoot. Vanaf de leeftijd van 18 jaar mag verwacht worden dat deze persoon een éénpersoonshuishouden draaiende kan houden. Vanaf 23 jaar mag worden verwacht dat men een volledig huishouden kan voeren. Voor kinderen geldt dat zij vanaf 13 jaar kleine boodschappen kunnen doen en de broodmaaltijden kunnen verzorgen. Alleen bij daadwerkelijke afwezigheid van de huisgenoot gedurende zeven aaneengesloten dagen en nachten kunnen de niet-uitstelbare taken in aanmerking komen voor compensatie. Het doen van boodschappen is uitstelbare hulp, het bereiden van maaltijden is niet-uitstelbare hulp. Afhankelijk van de situatie kan compensatie voor het bereiden van maaltijden worden ingezet. e) Bij boodschappen doen is het uitgangspunt dat deze één maal per week worden gedaan. Op grond van individueel maatwerk kan hiervan worden afgeweken als volstrekt helder is dat één maal per week 8

9 boodschappen doen onvoldoende compenseert. Bij boodschappen is het uitgangspunt: één maal in de week boodschappen doen. Een uitzondering wordt door het college alleen gemaakt als volstrekt helder is dat dit niet in één maal per week mogelijk is. De maatschappelijke ondersteuning wordt in geval van de verstrekking van een voorziening in natura te allen tijde in goed en nauw overleg tussen de cliënt/burger en de HV-zorgdienstverlener concreet, op basis van maatwerk, ingevuld en uitgevoerd met als uitgangspunt een adequate invulling van de compensatieplicht als bedoeld in artikel 4 lid 1 sub a Wmo en rekening houdend met de capaciteiten van de cliënt om uit een oogpunt van kosten zelf in maatregelen te voorzien als bedoeld in artikel 4 lid 2 Wmo. f) Het college houdt rekening met de belangen van mantelzorgers. Zo kan in geval van een dreigende overbelasting van de mantelzorger een (tijdelijke) individuele voorziening aan de persoon met beperking worden toegekend als de mantelzorger daarmee ontlast wordt. Deze voorziening kan dan als het een PGB betreft niet door de mantelzorger worden ingevuld: het gaat immers om diens (dreigende) overbelasting. Het gaat hier om een afgeleid recht. Het college kan ook rekening houden met periodes van afwezigheid van de mantelzorger. g) Het college beoordeelt of er uitsluitingsgronden zijn waardoor er geen compensatie wordt aangeboden zoals vastgelegd in artikel 8 van de verordening. H) Bij elke compensatie wordt uitgegaan van de goedkoopst compenserende voorziening, zoals vastgelegd in artikel 9 van de verordening. 1.4 Resultaat 4: beschikken over schone, draagbare en doelmatige kleding Inleiding De dagelijkse kleding moet met enige regelmaat schoongemaakt worden. Dit betekent het wassen, drogen en in bepaalde situaties strijken van kleding. We spreken hier uitsluitend over normale kleding voor alledag. Daarbij is het uitgangspunt dat zo min mogelijk kleding gestreken hoeft te worden. Bij het kopen van kleding kan hier rekening mee worden gehouden. Bij het wassen en drogen van kleding is het normaal gebruik te maken van de beschikbare algemeen gebruikelijke hulpmiddelen, zoals een wasmachine en een droger Afwegingskader a) De inhoud van het resultaat schone en doelmatige kleding bestaat uit het wassen en drogen daarvan. b) Het college beoordeelt of iemand zelfredzaam is. Hierbij worden mogelijkheden onderzocht die er zijn in de directe omgeving, het benutten van de eigen kracht, gebruikelijke zorg, algemeen gebruikelijke voorzieningen en voorliggende voorzieningen. Dit komt overeen met de in de verordening gehanteerde begrippen, zie artikel 6 van de verordening en hoofdstuk 3 van deze nadere regels. Voorbeeld: Het anders inrichten van de woning, hierbij kan gedacht worden aan het verplaatsen van de wasmachine en droger van een verdieping naar de begane grond. c) Het college beoordeelt of er sprake is van gebruikelijke zorg. Van gebruikelijke zorg is sprake indien er een huisgenoot aanwezig is die in staat kan worden geacht het wassen, drogen en eventueel strijken over te nemen. Onder huisgenoot wordt verstaan: een persoon die - ofwel op basis van een familieband, ofwel op basis van een bewuste keuze - één huishouden vormt met de persoon die beperkingen ondervindt. Een huisgenoot is een inwonend kind, maar zijn ook inwonende ouders. Of sprake van inwonendheid zal naar de concrete feiten beoordeeld moeten worden. Daarbij staat inwonend tegenover het hebben van een volledig eigen en zelfstandige huishou- 9

10 ding, waarbij er geen zaken zoals huisnummer, kosten nutsvoorzieningen, voordeur e.d. door elkaar lopen. Daarbij wordt rekening gehouden met de leeftijd van de huisgenoot. Tot 18 jaar wordt van huisgenoten verwacht dat zij de was in de wasmand gooien en schone was opruimen. Vanaf 18 jaar wordt verwacht dat zij kunnen wassen, drogen en eventueel strijken. Bij gebruikelijke zorg wordt uitgegaan van de mogelijkheid om naast een volledige baan een huishouden te kunnen runnen. Alleen bij daadwerkelijke afwezigheid van de huisgenoot gedurende zeven aaneengesloten dagen en nachten, zullen de niet-uitstelbare taken overgenomen kunnen worden. Bij beschikken over schone, draagbare en doelmatige kleding zal het over het algemeen gaan om uitstelbare taken. Alleen als de was niet kan blijven liggen zal dat direct moeten gebeuren. Hier zal dan ondanks de gedeeltelijke gebruikelijke zorg wel voor geïndiceerd kunnen worden. d) Vervolgens beoordeelt het college of in Het Gesprek, als dat heeft plaatsgevonden, alle voorliggende en algemeen gebruikelijke voorzieningen meegenomen zijn. Bijvoorbeeld het gebruik maken van een was- en strijkservice van Odendael. e) Wat betreft het strijken van kleding worden er geen beddengoed, theedoeken, zakdoeken en ondergoed, etc. gestreken. Wat betreft de kleding wordt uitgegaan van een eigen verantwoordelijkheid ten aanzien van de keuze van kleding, die in principe niet hoeft te worden gestreken. De maatschappelijke ondersteuning wordt in geval van de verstrekking van een voorziening in natura te allen tijde in goed en nauw overleg tussen de cliënt/burger en de HV-zorgdienstverlener concreet, op basis van maatwerk, ingevuld en uitgevoerd met als uitgangspunt een adequate invulling van de compensatieplicht als bedoeld in artikel 4 lid 1 sub a Wmo en rekening houdend met de capaciteiten van de cliënt om uit een oogpunt van kosten zelf in maatregelen te voorzien als bedoeld in artikel 4 lid 2 Wmo. f) Het college houdt rekening met de belangen van mantelzorgers. Zo kan in geval van een dreigende overbelasting van de mantelzorger een (tijdelijke) individuele voorziening aan de persoon met beperking worden toegekend als de mantelzorger daarmee ontlast wordt. Deze voorziening kan dan als het een PGB betreft niet door de mantelzorger worden ingevuld: het gaat immers om diens (dreigende) overbelasting. Het gaat hier om een afgeleid recht. Het college kan ook rekening houden met periodes van afwezigheid van de mantelzorger. g) Het college beoordeelt of er uitsluitingsgronden zijn waardoor er geen compensatie wordt aangeboden zoals vastgelegd in artikel 8 van de verordening. h) Bij elke compensatie wordt uitgegaan van de goedkoopst compenserende voorziening, zoals vastgelegd in artikel 9 van de verordening. 1.5 Resultaat 5: het thuis zorgen voor kinderen die tot het gezin behoren Inleiding De zorg voor kinderen die tot het huishouden behoren is in eerste instantie een taak van de ouders. Zo moeten werkende ouders er zorg voor dragen dat er op tijden dat zij beide werken opvang voor de kinderen is. Dat kan op de manier waarop zij dat willen (oppasoma, kinderopvang), maar het is een eigen verantwoordelijkheid. Dat is niet anders in de situatie dat beide ouders, mede door beperkingen, niet in staat zijn hun kinderen op te vangen. In die situatie zal men een permanente oplossing moeten zoeken. De Wmo heeft vooral een taak om tijdelijk te ondersteunen zodat de ruimte ontstaat om een permanente oplossing te zoeken, als dat zelfstandig of met het netwerk niet lukt Afwegingskader a) Het resultaat van het thuis zorgen voor kinderen die tot het gezin behoren, bestaat uit het tijdelijk ondersteunen bij het zorgen voor de kinderen zodat ruimte ontstaat om een permanente oplossing te zoeken. Bij zorg voor kinderen gaat het om die tijden dat de kinderen verzorgd moeten worden. b) Het college beoordeelt of de ouder(s)/opvoeder(s) zelfredzaam is. Hierbij worden mogelijkheden onderzocht die er zijn in de directe omgeving, het benutten van de eigen kracht, gebruikelijke zorg, al- 10

11 gemeen gebruikelijke voorzieningen en voorliggende voorzieningen. Dit komt overeen met de in de verordening gehanteerde begrippen, zie artikel 6 van de verordening en hoofdstuk 3 van deze nadere regels. Dit kan bijvoorbeeld door een herverdeling van taken of opvang door personen binnen het sociale netwerk, zoals opvang door grootouders. c) Vervolgens wordt in Het Gesprek gekeken of alle voorliggende en algemeen gebruikelijke voorzieningen meegenomen zijn. Hierbij valt te denken aan bijvoorbeeld voorschoolse, tussenschoolse en naschoolse opvang, kinderopvang, waar kinderen verzorgd kunnen worden etcetera. d) Ook beoordeelt het college de mogelijkheden van ouderschapsverlof of zorgverlof. e) Bij de toekenning stelt het college bij beschikking vast gedurende welke periode tijdelijk ondersteuning wordt geboden en op welke wijze gezocht dient te worden naar een definitieve oplossing. De maatschappelijke ondersteuning wordt in geval van de verstrekking van een voorziening in natura te allen tijde in goed en nauw overleg tussen de cliënt/burger en de HV-zorgdienstverlener concreet, op basis van maatwerk, ingevuld en uitgevoerd met als uitgangspunt een adequate invulling van de compensatieplicht als bedoeld in artikel 4 lid 1 sub a Wmo en rekening houdend met de capaciteiten van de cliënt om uit een oogpunt van kosten zelf in maatregelen te voorzien als bedoeld in artikel 4 lid 2 Wmo. f) Het college houdt rekening met de belangen van mantelzorgers. Zo kan in geval van een dreigende overbelasting van de mantelzorger een (tijdelijke) individuele voorziening aan de persoon met beperking worden toegekend als de mantelzorger daarmee ontlast wordt. Deze voorziening kan dan als het een PGB betreft niet door de mantelzorger worden ingevuld: het gaat immers om diens (dreigende) overbelasting. Het gaat hier om een afgeleid recht. Het college kan ook rekening houden met periodes van afwezigheid van de mantelzorger. g) Het college beoordeelt of er uitsluitingsgronden zijn waardoor er geen compensatie wordt aangeboden zoals vastgelegd in artikel 8 van de verordening. H) Bij elke compensatie wordt uitgegaan van de goedkoopst compenserende voorziening, zoals vastgelegd in artikel 9 van de verordening. 1.6 Resultaat 6: verplaatsen in en om de woning Inleiding Het gaat hier om het zich verplaatsen in en om de woning. Dat sluit de rolstoel voor incidenteel gebruik bijna altijd uit, omdat die niet bedoeld is voor het verplaatsen in en om de woning, maar voor verplaatsingen over langere afstanden elders, tijdens uitstapjes. Deze rolstoel past daarmee meer onder resultaat 7 en kan ook als algemene voorziening verstrekt worden Afwegingskader a) Het gaat om het zich verplaatsen in en om de woning. Dat betekent dat het om verplaatsingen gaat die direct vanuit de woning worden gedaan. Als beoordeeld is dat hulpmiddelen, zoals een rollator, of alternatieve oplossingen, zoals een herindeling van de meubels, niet volstaat, dient te worden vastgesteld dat belanghebbende voor het dagelijks zittend verplaatsen is aangewezen op een rolstoel. b) Rolstoelen voor het zogenaamde incidentele gebruik, bijvoorbeeld om tijdens het winkelen of bij uitstapjes te gebruiken, vallen niet onder dit te bereiken resultaat en worden ter beschikking gesteld via een algemene voorziening in de vorm van een rolstoelpool. c) De sportrolstoel wordt niet gerekend tot een rolstoel voor het verplaatsen in en rond de woning. d) Als er noodzaak bestaat voor een rolstoel voor dagelijks zittend gebruik, zal via een medisch en al dan niet ergotherapeutisch advies door het college een programma van eisen worden opgesteld. 11

12 e) Een rolstoel kan door het college verstrekt worden in natura of in de vorm van een persoonsgebonden budget. f) Bij verstrekking in natura vallen alle kosten van onderhoud en verzekering onder de verstrekking. g) Bij een verstrekking als persoonsgebonden budget worden de kosten die zijn verbonden aan de rolstoel, die belanghebbende zou hebben gekregen als voorziening in natura, als uitgangspunt voor de hoogte van het PGB genomen. De hoogte van het PGB kan worden afgestemd op de kosten van een geschikte, gebruikte rolstoel. In dat geval kan de belanghebbende, gelet op de beperktere levensduur van het middel ten opzichte van een nieuwe, eerder in aanmerking komen voor een volgende verstrekking in natura of PGB. Indien de rolstoel, na de economische afschrijvingstermijn, wordt beoordeeld en technisch nog niet is afgeschreven en daarnaast nog in voldoende mate compenseert, zal de vervanging van de rolstoel uitgesteld worden (net zoals bij verstrekking in natura). h) Ten aanzien van mantelzorgers zal door het college rekening worden gehouden met hun belangen. Dat kan bijvoorbeeld betekenen dat als de mantelzorger niet in staat is de rolstoel in alle omstandigheden te duwen, er een ondersteunende motorvoorziening verschaft kan worden. i) Het college beoordeelt of er uitsluitingsgronden zijn waardoor er geen compensatie wordt aangeboden zoals vastgelegd in artikel 8 van de verordening. j) Bij elke compensatie wordt uitgegaan van de goedkoopst compenserende voorziening, zoals vastgelegd in artikel 9 van de verordening. 1.7 Resultaat 7: lokaal verplaatsen per vervoermiddel Inleiding Het lokaal verplaatsen per vervoermiddel is de mogelijkheid om in de eigen woon- en leefomgeving te gaan en staan waar men wil. Bij lokaal verplaatsen moet gedacht worden aan verplaatsingen in een straal van 15 tot 20 kilometer rond de woning. Buiten dit gebied kan gebruik worden gemaakt van de mogelijkheden van het bovenregionale vervoer, dat Valys in opdracht van het ministerie van VWS verricht. Het primaat ligt bij het collectief vervoer. Kan de belanghebbende voldoende compensatie worden geboden door hem in aanmerking te laten komen voor deelname aan het collectief vervoer, dan kan de belanghebbende niet kiezen voor een PGB. Tijdens het onderzoek wordt, samen met de belanghebbende, diens vervoersbehoefte in kaart gebracht. Vervolgens wordt beoordeeld in hoeverre belanghebbende gecompenseerd moet worden in het bereiken van de vervoersdoelen. Er wordt geen onbeperkte kostenloze vervoermogelijkheid aangeboden. Net zoals personen zonder beperkingen, dient de belanghebbende voor het gebruik van het collectief vervoer de gebruikelijke bijdrage te betalen. Deze hangt samen met de lengte van de rit Afwegingskader a) Het college beoordeelt of iemand zelfredzaam is. Hierbij worden mogelijkheden onderzocht die er zijn in de directe omgeving, het benutten van de eigen kracht, algemeen gebruikelijke voorzieningen en voorliggende voorzieningen. Dit komt overeen met de in de verordening gehanteerde begrippen, zie artikel 6 van de verordening en hoofdstuk 3 van deze nadere regels. De mogelijkheid tot het oplossen van het vervoersprobleem kan worden gezocht in de eigen kring van de belanghebbende, maar een oplossing kan ook het gebruik van openbaar vervoer en/of het gebruik van een fiets met elektrische aandrijving zijn. Een niet limitatieve lijst van algemeen gebruikelijke voorzieningen is opgenomen in bijlage 2. b) Als het college dient te compenseren zal allereerst gekeken worden waar de vervoersbehoefte van de belanghebbende uit bestaat en welke vervoersdoelen hij heeft. 12

13 c) Aan de hand van de vervoersbehoefte zal het college beoordelen of deze behoefte bij een persoon met een maximale loopafstand van 800 meter ingevuld kan worden met een systeem van collectief vraagafhankelijk vervoer. Hierbij houdt het college rekening met de persoonskenmerken en behoeften van de belanghebbende. Met een systeem voor collectief vervoer (CVV) of met een andere individuele voorziening dient tenminste een afstand van km per jaar te kunnen worden afgelegd. Maximering zones CVV Een rit met het CVV beslaat gemiddeld 3 reiszones, bij elke rit zit één opstapzone, dus dat zijn totaal 4 zones. Een reiszone is ongeveer 4,25 km. Op grond van jurisprudentie voldoet de gemeente aan de compensatieplicht als de pashouder km kan worden gereisd km zijn (2000 / 4,25) = 470 zones. 470 zones (470 / 3 reiszones) zijn 156 ritten. Elke rit telt één opstapzone: opstapzones = 626 zones totaal. Afgerond zijn dat 700 zones. Na de 700 zones kan iedere pashouder onder de gebruikelijke OV voorwaarden gebruik maken van de taxibus. Om deze redenen wordt het aantal zones Regiotaxi / CVV gemaximeerd op zones op 700 Indien daar aanleiding voor is kan het college dit aantal kilometers, dus het aantal zones verhogen. Stel dat blijkt dat iemand korte ritten maakt van 1 zone of 2 zones, dan dient in een gesprek beoordeelt te worden of met de 700 zones aan de compensatieplicht wordt voldaan. Belanghebbende moet aantonen aan de gemeente dat na het invoeren van de maximering zones hij/zij onvoldoende medemensen kan ontmoeten en op basis daarvan sociale verbanden aangaan. Let op: 700 zones / 3 (2 reis en 1 opstapzone) = 233 ritten per jaar, dan zijn 19 ritten per maand = ruim 4 ritten per week. Belanghebbende zal met goede argumenten dienen te onderbouwen waarom de 700 zones op jaarbasis niet voldoende zijn. Bij het vaststellen van het voor een belanghebbende totaal aantal te bereizen kilometers, wordt het gebruik van een andere voorziening, zoals een scootmobiel, meegenomen. Het feit dat een belanghebbende beschikking heeft over meerdere vervoersvoorzieningen is van belang voor het bepalen van het totaal aantal kilometers dat belanghebbende hiermee kan afleggen. d) Bij personen met een loopafstand tot 800 meter zal het college beoordelen of naast een voorziening als collectief vervoer ook nog een voorziening verstrekt moet worden voor de zeer korte afstand. e) Indien collectief vervoer niet mogelijk of niet beschikbaar is, kan het college een individuele voorziening in de vorm van een voorziening in natura (taxipas, rolstoeltaxipas), een financiële tegemoetkoming of een persoonsgebonden budget te besteden aan vervoer verstrekken. f) Als er na het optreden van beperkingen geen sprake is van een andere situatie op vervoersgebied dan daarvoor, kan het zijn dat er geen noodzaak is te compenseren, omdat er geen probleem is of omdat men het zelf kan oplossen. Hierbij geldt natuurlijk maatwerk en mag door het optreden van de beperkingen niet het inkomen dalen onder het bijstandsniveau. g) Bij een verstrekking als persoonsgebonden budget worden de kosten, die zijn verbonden aan de vervoersvoorziening, die belanghebbende zou hebben gekregen als voorziening in natura als uitgangspunt voor de hoogte van het PGB genomen. De hoogte van het PGB kan worden afgestemd op de kosten van een geschikte, gebruikte vervoersvoorziening. In dat geval kan de belanghebbende, gelet op de beperktere levensduur van het middel ten opzichte van een nieuwe, eerder in aanmerking komen voor een volgende verstrekking in natura of PGB. Indien de vervoersvoorziening, na de economische afschrijvingstermijn, wordt beoordeeld en technisch nog niet is afgeschreven en daarnaast nog in voldoende mate compenseert, zal de vervanging van de vervoersvoorziening uitgesteld worden (net zoals bij verstrekking in natura). 13

14 h) Ten aanzien van mantelzorgers zal door het college rekening worden gehouden met hun belangen. Voorbeeld: De situatie kan zich voordoen dat het noodzakelijk is dat de mantelzorger mee gaat tijdens de rit als begeleider van de belanghebbende. In dat geval kunnen de kosten van het vervoer van de mantelzorger worden gecompenseerd. i) Het college beoordeelt of er uitsluitingsgronden zijn waardoor er geen compensatie wordt aangeboden zoals vastgelegd in artikel 8 van de verordening. j) Bij elke compensatie wordt uitgegaan van de goedkoopst compenserende voorziening, zoals vastgelegd in artikel 9 van de verordening. 1.8 Resultaat 8: medemensen ontmoeten en op basis daarvan sociale verbanden aangaan Inleiding Het laatste op grond van artikel 4 lid 1 Wmo genoemde resultaat is de mogelijkheid om medemensen te ontmoeten en op basis daarvan sociale verbanden aan te gaan. Dat wil zeggen het kunnen deelnemen aan het leven van alledag. Een belangrijke voorwaarde hiervoor zit in een ander te bereiken resultaat: het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel Afwegingskader a) Het gaat om het ontmoeten van medemensen. Hierbij moet onderzocht worden of er een noodzaak bestaat om een specifiek contact te compenseren omdat er bijvoorbeeld onvoldoende mogelijkheden zijn om met andere medemensen in contact komen. b) Het college beoordeelt of iemand zelfredzaam is. Hierbij worden de mogelijkheden onderzocht die er zijn in de directe omgeving, het benutten van de eigen kracht, algemeen gebruikelijke voorzieningen en voorliggende voorzieningen. Dit komt overeen met de in de verordening gehanteerde begrippen, zie artikel 6 van de verordening en hoofdstuk 3 van deze nadere regels. c) Als het gaat om een vervoersprobleem zal het college eerst beoordelen of dit via het resultaat uit paragraaf 1.7 (lokaal verplaatsen per vervoersmiddel) opgelost kan worden. 2 Verstrekkingsvormen, Eigen bijdrage en eigen aandeel 2.1 Inleiding Artikel 6 van de Wmo bepaalt in lid 1 het volgende: Het college van burgemeester en wethouders biedt personen die aanspraak hebben op een individuele voorziening de keuze tussen het ontvangen van een voorziening in natura of het ontvangen van een hiermee vergelijkbaar en toereikend persoonsgebonden budget, waaronder de vergoeding voor een arbeidsverhouding als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet op de loonbelasting 1964, tenzij hiertegen overwegende bezwaren bestaan. Door deze bepaling zijn er in de Wmo drie vormen van verstrekking mogelijk om het resultaat dat bereikt moet worden (het compenseren van problemen die een belanghebbende ondervindt) te bereiken. 2.2 Verstrekking in Natura De eerste mogelijkheid is de voorziening in natura. Daarmee wordt bedoeld dat de gemeente de belanghebbende een voorziening verstrekt, die hij of zij kant en klaar krijgt. De voorziening kan in eigendom, bruikleen, in huur of in de vorm van persoonlijke dienstverlening worden verstrekt. 2.3 Persoonsgebonden budget De tweede mogelijkheid is de in artikel 6 van de Wmo verplicht gestelde mogelijkheid een alternatief voor een naturaverstrekking te ontvangen in de vorm van een persoonsgebonden budget. Een persoons- 14

15 gebonden budget is een geldbedrag waarmee de belanghebbende één of meer aan hem te verlenen voorzieningen kan verwerven en waarop de in de verordening genoemde regels van toepassing zijn. In bijlage 4 van deze nadere regels is daarnaast het Uitvoeringsprotocol persoonsgebonden budget opgenomen. In dit protocol zijn de uitvoeringsregels rondom het verstrekken van een persoonsgebonden budget voor hulp bij het huishouden vastgelegd. De hoogte van het bedrag van een persoonsgebonden budget voor Huishoudelijke Verzorging (Hulp bij het Huishouden) is afhankelijk van de omstandigheden (geïndiceerde aandachtsgebieden) van het concrete geval, doch de maximale jaarhoogte is vastgelegd in bijlage 6. Het persoonsgebonden budget voor overige voorzieningen, niet zijnde Huishoudelijke Verzorging (hulp bij het huishouden), wordt ten hoogste vastgesteld op basis van de tegenwaarde van de aanschafprijs van de goedkoopst compenserende voorziening inclusief onderhoud en reparatie, zoals dat door het college aan de leverancier, waarmee een leveringscontract is gesloten, zou worden betaald bij een verstrekking in natura. Daarbij wordt uitgegaan van de economische levensduur die bij de verstrekking in natura van toepassing is. Bij de beschikking wordt een programma van eisen verstrekt waarin is aangegeven aan welke vereisten de met het PGB aan te schaffen voorziening moet voldoen. De budgethouder verstrekt het college de nota van aanschaf en een betalingsbewijs dat de voorziening is betaald. Het PGB wordt daarna betaalbaar gesteld aan de budgethouder. Mocht uit de aanschafnota blijken, dat het aanschafbedrag lager is dan op voorhand is vastgesteld, wordt een nieuwe beschikking genomen met daarin de aangepaste hoogte van het PGB. Is de aanschafnota hoger dan op voorhand is vastgesteld, wordt in principe geen nieuwe beschikking afgegeven en zijn de meerkosten voor rekening van de belanghebbende. Alleen als blijkt dat het PGB te laag is vastgesteld, wordt een nieuwe beoordeling gemaakt en een nieuw besluit genomen. Mocht na de afschrijvingstermijn, de voorziening nog in goede staat verkeren, wordt er geen nieuw PGB verstrekt. De belanghebbende dient zelf te zorgen voor een aansprakelijkheidsverzekering voor schade die door het gebruik van de voorziening bij derden kan ontstaan. Overwegende bezwaren bij PGB Een verstrekking in de vorm van een PGB vindt niet plaats als: 1) het een voorziening betreft waarin een algemene of collectieve voorziening kan voorzien; 2) het ernstige vermoeden bestaat dat de belanghebbende niet in staat is om: a) de verantwoordelijkheid tot besteding van het PGB aan de voorziening waarvoor deze wordt toegekend aan te kunnen, of b) te voldoen aan de regels ter verantwoording van de besteding van het PGB. 3) bij een eerder toegekend PGB de belanghebbende verwijtbaar het budget niet of niet geheel Heeft besteed aan de voorziening waarvoor dit budget was toegekend of zich niet heeft gehouden aan de regels ter verantwoording van de besteding van het PGB. 4) op grond van progressiviteit van het ziektebeeld de aangevraagde voorziening zo snel weer door een andere moet worden vervangen dat deze verstrekking zich daardoor niet leent voor een PGB. Voortijdig einde indicatie bij PGB Als de belanghebbende niet gedurende de gehele termijn waarbinnen de voorziening wordt afgeschreven, recht heeft op een voorziening of niet op adequate wijze gebruik kan maken van deze voorziening, wordt het PGB teruggevorderd tot het bedrag waarvoor de afschrijvingstermijn nog niet is verstreken. 15

Bijlage Overzicht wijzigingen nadere regels

Bijlage Overzicht wijzigingen nadere regels De vetgedrukte cursieve teksten in onderstaand stuk geeft aan waar een wijziging is aangebracht in de huidige teksten in de nadere regels. Daarnaast wordt uiteraard verwezen naar de nieuwe verordening,

Nadere informatie

NADERE REGELS MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2014

NADERE REGELS MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2014 NADERE REGELS MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2014 INLEIDING 3 JURIDISCHE STATUS 3 COMPENSATIEPLICHT 3 EIGEN VERANTWOORDELIJKHEID 4 MANTELZORGERS EN VRIJWILLIGERS 4 1 BEOORDELING VAN DE TE BEREIKEN RESULTATEN

Nadere informatie

Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning 2014

Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning 2014 Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning 2014 Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning 2014 gemeente Landerd 1 Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning 2014 gemeente Landerd 2 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Artikel 4 Wmo, het artikel dat gemeenten de opdracht geeft tot het verstrekken van individuele voorzieningen,

Artikel 4 Wmo, het artikel dat gemeenten de opdracht geeft tot het verstrekken van individuele voorzieningen, GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Landerd. Nr. 10888 27 februari 2014 Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning Juridische status De beleidsregels ontlenen hun status aan artikel 4:81 lid

Nadere informatie

Toelichting. Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning Zoeterwoude

Toelichting. Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning Zoeterwoude Toelichting Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning 2012 Zoeterwoude Inleiding De nieuwe beleidsregels vormen met de nieuwe verordening een trendbreuk met de oude regels (ooit verstrekkingenboek geheten),

Nadere informatie

Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning gemeente Oldebroek 2014

Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning gemeente Oldebroek 2014 Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning gemeente Oldebroek 2014 Beleidsregels WMO gemeente Oldebroek september 2013 afdeling Samenleving gemeente Oldebroek Inhoudsopgave Inleiding 1. Beoordeling van

Nadere informatie

Onderwerp : Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning

Onderwerp : Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning Onderwerp : Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning Samenvatting Deze beleidsregels geven uitwerking aan een aantal bevoegdheden die in de Verordening maatschappelijke ondersteuning zijn opgenomen.

Nadere informatie

Hoofdstuk 1. Begripsomschrijvingen

Hoofdstuk 1. Begripsomschrijvingen De raad van de gemeente Grootegast; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 28 november 2012; gelet op artikel 5 van de Wet maatschappelijke ondersteuning en artikel 149

Nadere informatie

Verordening individuele voorzieningen maatschappelijke ondersteuning

Verordening individuele voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Verordening individuele voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Lingewaard 2013 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen... 3 Artikel 1 Begripsomschrijvingen... 3 Artikel 2 De te bereiken resultaten...

Nadere informatie

Beleidsregels. maatschappelijke ondersteuning

Beleidsregels. maatschappelijke ondersteuning Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning gemeente Wijk bij Duurstede, november 2012 VOORWOORD...2 INLEIDING...2 Eigen verantwoordelijkheid...2 Mantelzorgers en vrijwilligers...3 HOOFDSTUK 1. BEOORDELING

Nadere informatie

Nadere regels Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Doetinchem 2015

Nadere regels Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Doetinchem 2015 Nadere regels Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Doetinchem 2015 1. De nadere regels Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Doetinchem 2015 worden aangehaald als Nadere regels

Nadere informatie

Beleidsregels Wmo 2013

Beleidsregels Wmo 2013 Beleidsregels Wmo 2013 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding...3 1.1 Eigen verantwoordelijkheid...3 1.2 Mantelzorgers en vrijwilligers...4 1.3 Nieuwe wetgeving...3 2. Beoordeling van de te bereiken resultaten...4

Nadere informatie

Hoofdstuk 1. Begripsomschrijvingen

Hoofdstuk 1. Begripsomschrijvingen D E RAAD VAN DE GEMEENTE HAREN, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 22 mei 2012; gelet op artikel 5 van de Wet maatschappelijke ondersteuning, stb. 2006, nr. 351; gelet op artikel 149

Nadere informatie

BELEIDSREGELS MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING SITTARD-GELEEN 2012

BELEIDSREGELS MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING SITTARD-GELEEN 2012 BELEIDSREGELS MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING SITTARD-GELEEN 2012 Inhoudsopgave Voorwoord 3 Eigen verantwoordelijkheid 4 Mantelzorgers en vrijwilligers 5 Nieuwe Wetgeving 5 Ten geleide 5 Hoofdstuk 1 Beoordeling

Nadere informatie

Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Staphorst

Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Staphorst CVDR Officiële uitgave van Staphorst. Nr. CVDR259012_1 28 februari 2017 Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Staphorst De raad van de gemeente Staphorst; gelezen het voorstel van burgemeester

Nadere informatie

Beleidsregels voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Wmo Woensdrecht 2013

Beleidsregels voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Wmo Woensdrecht 2013 Beleidsregels voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Wmo Woensdrecht 2013 Vastgesteld in de collegevergadering van?? (bestemd voor B&W 9 of 16 juli 2013) Beleidsregels voorzieningen maatschappelijke

Nadere informatie

VERORDENING VOORZIENINGEN WMO GEMEENTE HEERENVEEN 2012

VERORDENING VOORZIENINGEN WMO GEMEENTE HEERENVEEN 2012 VERORDENING VOORZIENINGEN WMO GEMEENTE HEERENVEEN 2012 officiële titel citeertitel wettelijke grondslag Verordening Voorzieningen Wmo Gemeente Heerenveen Verordening Voorzieningen Wmo Artikel 5 Wet maatschappelijke

Nadere informatie

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2012

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2012 CVDR Officiële uitgave van Noord-Beveland. Nr. CVDR183016_2 1 augustus 2017 Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2012 Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Nadere informatie

Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning gemeente Ermelo 2014

Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning gemeente Ermelo 2014 Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning gemeente Ermelo 2014 VOORWOORD... 2... 2 Eigen verantwoordelijkheid... 2 Mantelzorgers en vrijwilligers... 3 Nieuwe wetgeving... 4 HOOFDSTUK 1. BEOORDELING

Nadere informatie

BELEIDSREGELS VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE DUIVEN 2012

BELEIDSREGELS VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE DUIVEN 2012 BELEIDSREGELS VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE DUIVEN 2012 BELEIDSREGELS VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING...1 VOORWOORD...2...2 Eigen verantwoordelijkheid...3 Mantelzorgers

Nadere informatie

VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE VELSEN 2013

VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE VELSEN 2013 VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE VELSEN 2013 HOOFDSTUK 1. BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN 3 Artikel 1. Begripsomschrijvingen 3 Wet 3 College 3 Lid 3. Compensatieplicht 3 Lid 4. Aanmelding 3 Lid

Nadere informatie

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Woensdrecht 2013

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Woensdrecht 2013 CVDR Officiële uitgave van Woensdrecht. Nr. CVDR84884_2 22 mei 2018 Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Woensdrecht 2013 De raad van de gemeente Woensdrecht, in vergadering

Nadere informatie

Beleidsregels voorzieningen Wmo gemeente Middelburg 2013

Beleidsregels voorzieningen Wmo gemeente Middelburg 2013 Beleidsregels voorzieningen Wmo gemeente Middelburg 2013 Vastgesteld in de collegevergadering van 16 november 2011 Gewijzigd op 11 december 2012 Publicatiedatum 21 december 2011, 19 december 2012 Beleidsregels

Nadere informatie

Beleidsregels Wmo 2013. Beleidsregels. Maatwerk Resultaatgericht Eigen verantwoordelijkheid. 1 augustus 2013. actief en betrokken. dewolden.

Beleidsregels Wmo 2013. Beleidsregels. Maatwerk Resultaatgericht Eigen verantwoordelijkheid. 1 augustus 2013. actief en betrokken. dewolden. Beleidsregels Wmo 2013 Maatwerk Resultaatgericht Eigen verantwoordelijkheid Beleidsregels Wmo 1 augustus 2013 actief en betrokken dewolden.nl 1 INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE... 2 VOORWOORD... 3 INLEIDING...

Nadere informatie

CONCEPT (model) VERORDENING WET MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2013

CONCEPT (model) VERORDENING WET MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2013 CONCEPT (model) VERORDENING WET MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2013 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen... 2 Artikel 1. Begripsbepalingen 2 Hoofdstuk 2. Resultaatgerichte compensatie... 4 Artikel

Nadere informatie

Beleidsregels Wmo 2013

Beleidsregels Wmo 2013 Beleidsregels Wmo 2013 Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 1.1 Eigen verantwoordelijkheid 3 1.2 Mantelzorgers en vrijwilligers 4 1.3 Nieuwe wetgeving 3 2. Beoordeling van de te bereiken resultaten 4 2.1 Resultaat

Nadere informatie

rs voorzieningen Wmo Renswoude

rs voorzieningen Wmo Renswoude rs voorzieningen Wmo Renswoude 2013-1 VOORWOORD 3 Inleiding 3 Eigen verantwoordelijkheid 4 Mantelzorgers en vrijwilligers 5 Nieuwe wetgeving 5 HOOFDSTUK 1. BEOORDELING VAN DE TE BEREIKEN RESULTATEN...

Nadere informatie

Verordening voorzieningen Wmo gemeente Middelburg 2012

Verordening voorzieningen Wmo gemeente Middelburg 2012 Verordening voorzieningen Wmo gemeente Middelburg 2012 De raad van de gemeente Middelburg; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 16 november 2011, registratienummer 11/17097; gelet op

Nadere informatie

BELEIDSREGELS MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE KATWIJK 2013 BELEIDSREGELS MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE KATWIJK 2013...

BELEIDSREGELS MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE KATWIJK 2013 BELEIDSREGELS MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE KATWIJK 2013... BELEIDSREGELS MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE KATWIJK 2013 BELEIDSREGELS MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE KATWIJK 2013...1 VOORWOORD...3 Inleiding...3 Eigen verantwoordelijkheid...4 Mantelzorgers

Nadere informatie

CONCEPT. Modelbeleidsregels maatschappelijke ondersteuning

CONCEPT. Modelbeleidsregels maatschappelijke ondersteuning CONCEPT Modelbeleidsregels maatschappelijke ondersteuning VNG Versie 4 26 oktober 2010 1 Inhoudsopgave Voorwoord... 3 Inleiding... 3 Eigen verantwoordelijkheid... 3 Mantelzorgers en vrijwilligers... 4

Nadere informatie

Verordening voorzieningen Wet maatschappelijke ondersteuning 2011

Verordening voorzieningen Wet maatschappelijke ondersteuning 2011 CVDR Officiële uitgave van Voerendaal. Nr. CVDR112154_2 28 november 2017 Verordening voorzieningen Wet maatschappelijke ondersteuning 2011 Hoofdstuk 1. Begripsomschrijvingen Artikel 1. Begripsomschrijvingen

Nadere informatie

Beleidsregels Maatschappelijke Ondersteuning. Gemeente Boxtel 2012. Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning, gemeente Boxtel 2012 1

Beleidsregels Maatschappelijke Ondersteuning. Gemeente Boxtel 2012. Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning, gemeente Boxtel 2012 1 Beleidsregels Maatschappelijke Ondersteuning Gemeente Boxtel 2012 Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning, gemeente Boxtel 2012 1 Voorwoord Deze beleidsregels vormen met de nieuwe verordening een

Nadere informatie

BELEIDSREGELS MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE DRECHTERLAND

BELEIDSREGELS MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE DRECHTERLAND BELEIDSREGELS MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE DRECHTERLAND 2012 INHOUDSOPGAVE INLEIDING... 3 HOOFDSTUK 1. BEOORDELING VAN DE TE BEREIKEN RESULTATEN... 4 RESULTAAT 1: EEN SCHOON EN LEEFBAAR HUIS...

Nadere informatie

Verordening Wmo Winsum

Verordening Wmo Winsum Verordening Wmo Winsum De raad van de gemeente Winsum Gelezen het voorstel van het college Gelet op artikel 5 van de Wet maatschappelijke ondersteuning Besluit Vast te stellen de volgende Verordening Wmo

Nadere informatie

BELEIDSREGELS MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING. Gemeente Oude IJsselstreek

BELEIDSREGELS MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING. Gemeente Oude IJsselstreek BELEIDSREGELS MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING Gemeente Oude IJsselstreek 2013 13ini00381 1 Inhoudsopgave VOORWOORD...3 Inleiding...3 Eigen verantwoordelijkheid...4 Mantelzorgers en vrijwilligers...5 Nieuwe

Nadere informatie

Verordening Maatschappelijke Ondersteuning Opsterland

Verordening Maatschappelijke Ondersteuning Opsterland Verordening Maatschappelijke Ondersteuning Opsterland 2013 1 HOOFDSTUK 1. BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN 4 Artikel 1. Begripsomschrijvingen 4 Lid 1. Aanmelding 4 Lid 2. Aanvraag 4 Lid 3. Algemeen gebruikelijke

Nadere informatie

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuninggemeente Grave 2012

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuninggemeente Grave 2012 CVDR Officiële uitgave van Grave. Nr. CVDR128915_1 22 mei 2018 Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuninggemeente Grave 2012 De gemeenteraad van de gemeente Grave, gelezen het voorstel van

Nadere informatie

Hoofdstuk 1. Begripsomschrijvingen

Hoofdstuk 1. Begripsomschrijvingen Nummer: 106-127 Portefeuillehouder: Schalkwijk Onderwerp: Vaststellen Verordening voorzieningen Wmo gemeente Waterland 2013 De raad van de gemeente Waterland, gelezen het voorstel van het college van burgemeester

Nadere informatie

Verordening voorzieningen Wmo Oldenzaal 2012 en de daarbij behorende toelichting

Verordening voorzieningen Wmo Oldenzaal 2012 en de daarbij behorende toelichting CVDR Officiële uitgave van Oldenzaal. Nr. CVDR403290_3 5 december 2017 Verordening voorzieningen Wmo Oldenzaal 2012 en de daarbij behorende toelichting De raad van de gemeente Oldenzaal; gelezen het voorstel

Nadere informatie

Verordenin g maatschappelijke ondersteuning 2014

Verordenin g maatschappelijke ondersteuning 2014 CVDR Officiële uitgave van Leek. Nr. CVDR310635_1 1 juni 2016 Verordenin g maatschappelijke ondersteuning 2014 De raad van de gemeente Leek; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 22 november

Nadere informatie

VERORDENING VOORZIENINGEN WET MAATSCHAPPEIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE KOLLUMERLAND C.A. 2012

VERORDENING VOORZIENINGEN WET MAATSCHAPPEIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE KOLLUMERLAND C.A. 2012 VERORDENING VOORZIENINGEN WET MAATSCHAPPEIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE KOLLUMERLAND C.A. 2012 HOOFDSTUK 1. BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN 5 Artikel 1. Begripsomschrijvingen... 5 Wet... 5 College... 5 Lid 3. Compensatieplicht...

Nadere informatie

Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning gemeente Enkhuizen 2013

Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning gemeente Enkhuizen 2013 CVDR Officiële uitgave van Enkhuizen. Nr. CVDR248043_1 2 oktober 2017 Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning gemeente Enkhuizen 2013 Door de gemeenteraad is een nieuwe verordening vastgesteld. Deze

Nadere informatie

HOOFDSTUK 2. RESULTAATGERICHTE COMPENSATIE 5 Artikel 2. De te bereiken resultaten...5

HOOFDSTUK 2. RESULTAATGERICHTE COMPENSATIE 5 Artikel 2. De te bereiken resultaten...5 MODELVERORDENING WMO HOOFDSTUK 1. BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN 3 Artikel 1. Begripsomschrijvingen...3 Wet...3 College...3 Compensatieplicht...3 Lid 4. Aanmelding...3 Lid 5. Gesprek...3 Lid 6. Aanvraag...3 Lid

Nadere informatie

Verordening maatschappelijke ondersteuning Peelgemeente Deurne 2014

Verordening maatschappelijke ondersteuning Peelgemeente Deurne 2014 Gemeenteblad nr. 136, 26 juni 2014 Nr. 00511990-a DE RAAD DER GEMEENTE DEURNE gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 26 november 2013, nr. 00511990; gehoord de commissie Samenleving van

Nadere informatie

Wijziging Verordening maatschappelijke ondersteuning

Wijziging Verordening maatschappelijke ondersteuning Wijziging Verordening maatschappelijke ondersteuning Zoeterwoude 2012 Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen Artikel 1 Begripsomschrijvingen 1. Wet: Wet maatschappelijke ondersteuning. 2. College: college van

Nadere informatie

RIS Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning Gemeente Emmen 2012

RIS Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning Gemeente Emmen 2012 RIS.5304 Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning Gemeente Emmen 2012 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 1.1 Eigen verantwoordelijkheid... 3 1.2 Mantelzorgers en vrijwilligers... 4 1.3 Nieuwe wetgeving...

Nadere informatie

Verordening maatschappelijke ondersteuning Gemeente Binnenmaas 2014

Verordening maatschappelijke ondersteuning Gemeente Binnenmaas 2014 1 Verordening maatschappelijke ondersteuning Gemeente Binnenmaas 2014 HOOFDSTUK 1. BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN Blz. Artikel 1. Begripsomschrijvingen 3 Wet 3 College 3 Lid 3. Compensatieplicht 3 Lid 4. Melding

Nadere informatie

NADERE TOELICHTING AFWEGINGSKADER PER DOMEIN

NADERE TOELICHTING AFWEGINGSKADER PER DOMEIN NADERE TOELICHTING AFWEGINGSKADER PER DOMEIN Domein 1: Het voeren van een huishouden Allereerst beoordeelt het College of het probleem opgelost kan worden op eigen kracht Uitgangspunt is dat iedere burger

Nadere informatie

BELEIDSREGELS MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE BOXMEER VOORWOORD...2

BELEIDSREGELS MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE BOXMEER VOORWOORD...2 BELEIDSREGELS MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE BOXMEER VOORWOORD...2 INLEIDING... 2 EIGEN VERANTWOORDELIJKHEID... 3 MANTELZORGERS EN VRIJWILLIGERS... 3 NIEUWE WETGEVING... 4 TEN GELEIDE... 4 HOOFDSTUK

Nadere informatie

verordening Voorzieningen maatschappelijke ondersteuning drechtsteden

verordening Voorzieningen maatschappelijke ondersteuning drechtsteden VERORDENING VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING DRECHTSTEDEN 2013 verordening Voorzieningen maatschappelijke ondersteuning drechtsteden 2013 1 HOOFDSTUK 1. BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN 3 Artikel 1. Begripsomschrijvingen

Nadere informatie

BELEIDSREGELS INDIVIDUELE VOORZIENINGEN WMO GEMEENTE LOCHEM 2013

BELEIDSREGELS INDIVIDUELE VOORZIENINGEN WMO GEMEENTE LOCHEM 2013 BELEIDSREGELS INDIVIDUELE VOORZIENINGEN WMO GEMEENTE LOCHEM 2013 Inhoudsopgave 1. Inleiding 1.1 Eigen verantwoordelijkheid 2 1.2 Mantelzorgers en vrijwilligers 3 1.3 Nieuwe wetgeving 3 2. Beoordeling van

Nadere informatie

Verordening MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING gemeente Boxmeer

Verordening MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING gemeente Boxmeer VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE BOXMEER 2014 Verordening MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING gemeente Boxmeer 2014 1 HOOFDSTUK 1. BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN 3 Artikel 1. Begripsomschrijvingen

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 5 juni 2011,

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 5 juni 2011, De raad van de gemeente Sint Anthonis, gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 5 juni 2011, gezien het advies van de Wmo-adviesraad gemeente Sint Anthonis, gelet op artikel

Nadere informatie

Beleidsregels voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Gemeente Vlagtwedde 2012

Beleidsregels voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Gemeente Vlagtwedde 2012 Beleidsregels voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Gemeente Vlagtwedde 2012 Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Vlagtwedde; gelet op de Verordening voorzieningen maatschappelijke

Nadere informatie

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Borger-Odoorn 2013

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Borger-Odoorn 2013 Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Borger-Odoorn 2013 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1. Begripsomschrijvingen... 3 Artikel 1. Begripsomschrijvingen... 3 Hoofdstuk 2. Resultaatgerichte

Nadere informatie

Jaartal / nummer 2014 / 043. Naam Beleidsregels Maatschappelijke Ondersteuning 2014. Publicatiedatum 14 april 2014. Opmerkingen

Jaartal / nummer 2014 / 043. Naam Beleidsregels Maatschappelijke Ondersteuning 2014. Publicatiedatum 14 april 2014. Opmerkingen Gemeenteblad Nijmegen Jaartal / nummer 2014 / 043 Naam Beleidsregels Maatschappelijke Ondersteuning 2014 Publicatiedatum 14 april 2014 Opmerkingen - Vaststelling van de beleidsregels bij besluit van burgemeester

Nadere informatie

VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING ROERDALEN 2012

VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING ROERDALEN 2012 VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING ROERDALEN 2012 Inhoud HOOFDSTUK 1. BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN 3 Artikel 1. Begripsomschrijvingen...3 HOOFDSTUK 2. RESULTAATGERICHTE COMPENSATIE 5 Artikel 2. De te

Nadere informatie

Besluit Voorzieningen Maatschappelijke Ondersteuning GEMEENTE WAALWIJK 2013

Besluit Voorzieningen Maatschappelijke Ondersteuning GEMEENTE WAALWIJK 2013 Burgemeester en wethouders van de gemeente Waalwijk, gelet op de Wet maatschappelijke ondersteuning inzake financiële tegemoetkomingen, eigen bijdragen en persoonsgebonden budgetten en de Verordening voorzieningen

Nadere informatie

Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Nieuwkoop 2013

Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Nieuwkoop 2013 Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Nieuwkoop 2013 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen...3 Hoofdstuk 2 Te bereiken resultaat: een schoon en leefbaar huis, beschikken

Nadere informatie

Verordening maatschappelijke ondersteuning Voorst 2014

Verordening maatschappelijke ondersteuning Voorst 2014 Gemeenteblad 507 De raad van de gemeente Voorst; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 10 december 2013, gewijzigd 24 februari 2014, kenmerk Z-13-04025_2013-47854; gelet

Nadere informatie

Beleidsregels Maatschappelijke ondersteuning gemeente Goeree-Overflakkee

Beleidsregels Maatschappelijke ondersteuning gemeente Goeree-Overflakkee GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Goeree-Overflakkee. Nr. 40853 22 juli 2014 Beleidsregels Maatschappelijke ondersteuning gemeente Goeree-Overflakkee 2014 Burgemeester en wethouders van Goeree-Overflakkee,

Nadere informatie

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Gemeente Nieuwkoop 2013

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Gemeente Nieuwkoop 2013 Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Gemeente Nieuwkoop 2013 Inhoudsopgave Artikel 1. Begripsomschrijvingen... 5 Wet... 5 College... 5 Compensatieplicht... 5 Lid 4. Aanmelding... 5

Nadere informatie

Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning Opsterland 2013 BELEIDSREGELS MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING OPSTERLAND 2013

Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning Opsterland 2013 BELEIDSREGELS MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING OPSTERLAND 2013 CVDR Officiële uitgave van Opsterland. Nr. CVDR248161_1 11 september 2018 Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning Opsterland 2013 BELEIDSREGELS MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING OPSTERLAND 2013 Het college

Nadere informatie

op voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 22 januari 2013;

op voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 22 januari 2013; Agendapunt: 7 Nummer: 2012/6113 De raad van de gemeente Slochteren; op voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 22 januari 2013; gelet op de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)

Nadere informatie

Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Oud-Beijerland Verordening maatschappelijke ondersteuning Gemeente Oud-Beijerland2014

Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Oud-Beijerland Verordening maatschappelijke ondersteuning Gemeente Oud-Beijerland2014 CVDR Officiële uitgave van Oud-Beijerland. Nr. CVDR318502_1 5 december 2017 Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Oud-Beijerland 2014 Verordening maatschappelijke ondersteuning Gemeente Oud-Beijerland2014

Nadere informatie

BELEIDSREGELS MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING HULST

BELEIDSREGELS MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING HULST BELEIDSREGELS MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING HULST VOORWOORD... 2 Inleiding... 2 Eigen verantwoordelijkheid... 3 Mantelzorgers en vrijwilligers... 4 Nieuwe wetgeving... 4 HOOFDSTUK 1. BEOORDELING VAN DE

Nadere informatie

CVDR. Nr. CVDR122887_2. Hoofdstuk 1. Begripsomschrijvingen

CVDR. Nr. CVDR122887_2. Hoofdstuk 1. Begripsomschrijvingen CVDR Officiële uitgave van Delfzijl. Nr. CVDR122887_2 12 september 2017 Wmo Verordening Delfzijl 2012 De raad van de gemeente Delfzijl; gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 5 van de Wet maatschappelijke

Nadere informatie

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Montferland 2013

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Montferland 2013 CVDR Officiële uitgave van Montferland. Nr. CVDR302351_1 17 oktober 2017 Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Montferland 2013 De raad van de gemeente Montferland, gezien het voorstel

Nadere informatie

Beleidsregels Wmo 2012

Beleidsregels Wmo 2012 Beleidsregels Wmo 2012 2 Beleidsregels Wmo Gemeente Loppersum 2012 VOORWOORD...4 Inleiding...4 Eigen verantwoordelijkheid...4 Mantelzorgers en vrijwilligers...5 Nieuwe wetgeving...5 Ten geleide...5 HOOFDSTUK

Nadere informatie

CONCEPT VERORDENING. Voorzieningen maatschappelijke ondersteuning. Gemeente Kerkrade

CONCEPT VERORDENING. Voorzieningen maatschappelijke ondersteuning. Gemeente Kerkrade CONCEPT VERORDENING Voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Gemeente Kerkrade 2012 Concept Verordening Voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Kerkrade 1 Bijlage bij ontwerpbesluit nr. 12Rb044

Nadere informatie

BELEIDSREGELS MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING OPSTERLAND 2013

BELEIDSREGELS MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING OPSTERLAND 2013 BELEIDSREGELS MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING OPSTERLAND 2013 Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Opsterland besluit vast te stellen de volgende: Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning

Nadere informatie

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Gemeente Drimmelen 2011

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Gemeente Drimmelen 2011 Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Gemeente Drimmelen 2011 Versie : 2 Datum : 23 november 2010 Samengesteld door : Maatschappelijke aangelegenheden Verordening voorzieningen maatschappelijke

Nadere informatie

Financieel besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2014 Kaag en Braassem

Financieel besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2014 Kaag en Braassem GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Kaag en Braassem. Nr. 9852 26 februari 2014 Financieel besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2014 Kaag en Braassem Burgemeester en wethouders

Nadere informatie

Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Barneveld

Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Barneveld Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Barneveld 1 Inhoud Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen... 3 Hoofdstuk 2. Resultaatgerichte compensatie... 5 Hoofdstuk 3. Hoe te komen tot de te bereiken

Nadere informatie

Verordening Wet maatschappelijke ondersteuning gemeente Valkenswaard 2014 en verder

Verordening Wet maatschappelijke ondersteuning gemeente Valkenswaard 2014 en verder Verordening Wet maatschappelijke ondersteuning gemeente Valkenswaard 2014 en gemeente Valkenswaard Team Zorg, Welzijn en Onderwijs INHOUDSOPGAVE Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen 5 Artikel 1 Begripsomschrijving

Nadere informatie

Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning Heerhugowaard 2012

Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning Heerhugowaard 2012 Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning Heerhugowaard 2012 BELEIDSREGELS MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING HEERHUGOWAARD 2012 VOORWOORD... 2 Inleiding... 2 Eigen verantwoordelijkheid... 3 HOOFDSTUK

Nadere informatie

verordening Voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Gemeente Katwijk

verordening Voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Gemeente Katwijk VERORDENING VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE KATWIJK 2012 verordening Voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Gemeente Katwijk 2012 1 HOOFDSTUK 1. BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN 3 Artikel

Nadere informatie

Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Nieuwkoop 2013

Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Nieuwkoop 2013 CVDR Officiële uitgave van Nieuwkoop. Nr. CVDR297190_1 4 juli 2016 Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Nieuwkoop 2013 Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen Artikel 1 1. In dit Besluit

Nadere informatie

Voorstel Uw raad wordt voorgesteld de Verordening voorzieningen Maatschappelijke ondersteuning Gemeente Kapelle 2011 vast te stellen.

Voorstel Uw raad wordt voorgesteld de Verordening voorzieningen Maatschappelijke ondersteuning Gemeente Kapelle 2011 vast te stellen. Besluitvormende raadsvergadering: 27 september 2011 Portefeuillehouder: L.F. Kosten AAN DE GEMEENTERAAD Nummer : 2011/43 Datum : 23 augustus 2011 Onderwerp : Verordening voorzieningen maatschappelijke

Nadere informatie

Verordening Wet maatschappelijke ondersteuning Westvoorne 2014

Verordening Wet maatschappelijke ondersteuning Westvoorne 2014 Verordening Wet maatschappelijke ondersteuning Westvoorne 2014 November 2013: sector Inwonerszaken, team Openbare Orde, Welzijn en Onderwijs INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN... 4 Artikel Begripsbepalingen...

Nadere informatie

verordening Wmo individuele voorzieningen

verordening Wmo individuele voorzieningen verordening Wmo individuele voorzieningen officiële titel Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Ede 2013 citeertitel Verordening individuele voorzieningen Wmo Ede 2013 wettelijke

Nadere informatie

Kaart 1: Wmo = meedoen Achtergrondinformatie voor patiënten

Kaart 1: Wmo = meedoen Achtergrondinformatie voor patiënten Kaart 1: Wmo = meedoen Achtergrondinformatie voor patiënten De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) betekent voor gemeenten een andere manier van denken en doen. De Nederlandse gemeenten werken gezamenlijk

Nadere informatie

(concept) VERORDENING VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING ZEVENAAR

(concept) VERORDENING VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING ZEVENAAR (concept) VERORDENING VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING ZEVENAAR 2007 2 Inhoud pagina Hoofdstuk Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen 5 Artikel 2 Beperkingen 6 Hoofdstuk Vorm van te

Nadere informatie

VOORWOORD Visie Tijd om de verordening aan te passen Kanteling Het gesprek

VOORWOORD Visie Tijd om de verordening aan te passen Kanteling Het gesprek VOORWOORD Visie De Wet Maatschappelijke Ondersteuning(Wmo) is van kracht sinds 1 januari 2007. Het beleid van de gemeente ten aanzien van de Wmo is vastgelegd in de nota Meedoen en erbij horen 2007-2011.

Nadere informatie

Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2014 Wassenaar

Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2014 Wassenaar CVDR Officiële uitgave van Wassenaar. Nr. CVDR319545_1 15 november 2016 Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2014 Wassenaar Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen Artikel 1 1. In dit Besluit

Nadere informatie

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning CVDR Officiële uitgave van Breda. Nr. CVDR139489_1 17 oktober 2017 Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning De Raad van de gemeente Breda, gelezen het voorstel van het College, gelet op

Nadere informatie

BELEIDSREGELS MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE ALKMAAR.

BELEIDSREGELS MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE ALKMAAR. BELEIDSREGELS MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE ALKMAAR. Beleidsregels WMO gemeente Alkmaar 20213.doc Pagina 1 van 42 Voorwoord In de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Alkmaar staan

Nadere informatie

Verordening Wet maatschappelijke ondersteuning Gemeente Bedum

Verordening Wet maatschappelijke ondersteuning Gemeente Bedum Verordening Wet maatschappelijke ondersteuning Gemeente Bedum De raad van de gemeente Bedum, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 29 augustus 2006. Gelet op artikel 4 van de Wet maatschappelijke

Nadere informatie

Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Hellevoetsluis

Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Hellevoetsluis Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Hellevoetsluis Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen In deze verordening en de daarop gebaseerde nadere regelgeving wordt verstaan

Nadere informatie

Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Boxmeer

Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Boxmeer FINANCIEEL BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE BOXMEER 2012 HOOFDSTUK 1. VOORZIENINGEN GERICHT OP HET HUISHOUDEN...2 ARTIKEL 1.1 OMSCHRIJVING VAN DE VOORZIENING...2 ARTIKEL 1.2 EIGEN BIJDRAGE...2

Nadere informatie

ADVIES aan B&W. Datum: 18 februari 2013. Onderwerp: Regiotaxi en Wmo CVV, invoering kilometer budget

ADVIES aan B&W. Datum: 18 februari 2013. Onderwerp: Regiotaxi en Wmo CVV, invoering kilometer budget ADVIES aan B&W Adviseur: Ellen van Assem Nummer: /148 Getoetst op financiële aspecten : Ja Getoetst op juridische kwaliteit : Ja Getoetst op communicatie aspecten : Ja Getoetst op duurzaamheidsaspecten

Nadere informatie

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Hoogeveen 2008

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Hoogeveen 2008 CVDR Officiële uitgave van Hoogeveen. Nr. CVDR1408_1 29 maart 2016 Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Hoogeveen 2008 De Raad van de gemeente Hoogeveen; gelezen het voorstel

Nadere informatie

gemeente Steënbergen De Heen Dinteloord Kruisland Nieuw-Vossemeer Steenbergen Welberg IllIllllllllUlIllllllllllll BM1301226

gemeente Steënbergen De Heen Dinteloord Kruisland Nieuw-Vossemeer Steenbergen Welberg IllIllllllllUlIllllllllllll BM1301226 gemeente Steënbergen IllIllllllllUlIllllllllllll BM1301226 De raad van de gemeente Steenbergen; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 24 april 2013; gelet op: Wet maatschappelijke ondersteuning

Nadere informatie

Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning gemeente Rijssen-Holten

Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning gemeente Rijssen-Holten Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning gemeente Rijssen-Holten Inhoud Inleiding... 3 HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN... 4 1.1 Algemeen... 4 1.2 Diverse voorzieningen... 5 HOOFDSTUK 2 RESULTAATGERICHTE

Nadere informatie

Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Boxmeer

Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Boxmeer FINANCIEEL BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE BOXMEER HOOFDSTUK 1. VOORZIENINGEN GERICHT OP HET HUISHOUDEN... 2 ARTIKEL 1.1 OMSCHRIJVING VAN DE VOORZIENING... 2 ARTIKEL 1.2 EIGEN BIJDRAGE...

Nadere informatie

VERORDENING VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE KATWIJK 2010

VERORDENING VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE KATWIJK 2010 CVDR Officiële uitgave van Katwijk. Nr. CVDR88040_1 15 november 2016 VERORDENING VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE KATWIJK 2010 Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen VERORDENING VOORZIENINGEN

Nadere informatie

Modelverordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Achtkarspelen.

Modelverordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Achtkarspelen. Modelverordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Achtkarspelen. Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen. Artikel 1. Begripsbepalingen. In deze verordening en de daarop gebaseerde nadere

Nadere informatie

Wmo-verordening Haarlemmermeer 2013

Wmo-verordening Haarlemmermeer 2013 Wmo-verordening Haarlemmermeer 2013 Wmo-verordening Haarlemmermeer 2013 1 Wmo-verordening Haarlemmermeer 2013 2 AANHEF 5 HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEGRIPSBEPALINGEN... 7 Artikel 1. Begripsbepalingen 7 HOOFDSTUK

Nadere informatie

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Vs(27-06-2011) . De Raad van de gemeente Breda, gelezen het voorstel van het College, gelet op artikel 4 van de Wet maatschappelijke ondersteuning

Nadere informatie

(Gewijzigd) Besluit voorzieningen maatschappeliijke ondersteuning gemeente Waalwijk 2013

(Gewijzigd) Besluit voorzieningen maatschappeliijke ondersteuning gemeente Waalwijk 2013 CVDR Officiële uitgave van Waalwijk. Nr. CVDR287673_1 5 december 2017 (Gewijzigd) Besluit voorzieningen maatschappeliijke ondersteuning gemeente Waalwijk 2013 (Gewijzigd) Besluit Voorzieningen Maatschappelijke

Nadere informatie