Toelichting bestemmingsplan. Lage Heide 8, Eersel

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Toelichting bestemmingsplan. Lage Heide 8, Eersel"

Transcriptie

1 Toelichting bestemmingsplan Lage Heide 8, Eersel

2 Van Dun Advies BV Dorpsstraat TE Ulicoten T Postel ET Someren T E info@vandunadvies.nl I F IBAN NL56 RABO BIC RABONL2U KvK BTW B01 Gemeente: Opdrachtgever: Projectlocatie: Opgesteld door: Eersel Hondencentrum Fikkie Lage Heide 8a 5521 NM Eersel Lage Heide 8, Eersel Van Dun Advies BV L.M.M. Soetens Projectnummer: LS/ V Datum: IMRO-code: NL.IMRO.0770.BPBlgheide80041-ONTW Bestemmingsplan Lage Heide 8, Eersel 1

3 Inhoudsopgave 1. INLEIDING Aanleiding en doel Ligging van de projectlocatie Vigerend planologisch regime Procedure Leeswijzer PROJECTBESCHRIJVING Bestaande situatie Beoogde situatie BELEIDSKADER Rijksbeleid Provinciaal beleid Structuurvisie 2010 partiële herziening Verordening ruimte Gemeentelijk beleid - bestemmingsplan MILIEUHYGIËNISCHE EN PLANOLOGISCHE ASPECTEN Waterhuishouding Waterrelevant beleid Bestaande waterhuishoudkundige situatie Beoogde waterhuishoudkundige situatie Natuur EHS Flora- en Fauna Natuurbeschermingswet Cultuurhistorie, aardkunde en archeologie Cultuurhistorie en aardkunde Archeologie Geur Geluid en verkeer Luchtkwaliteit Bedrijven en milieuzonering Volksgezondheid Landschappelijke inpassing Bodemkwaliteit Externe veiligheid Technische infrastructuur Milieueffectrapportage en vormvrije m.e.r.-beoordeling JURIDISCHE PLANBESCHRIJVING Juridische achtergrond Toelichting verbeelding Toelichting regels UITVOERBAARHEID Financiële uitvoerbaarheid Maatschappelijke uitvoerbaarheid Vooroverleg Zienswijzen en beroep PLANOLOGISCHE AFWEGING BIJLAGEN Bestemmingsplan Lage Heide 8, Eersel 2

4 1. Inleiding In dit hoofdstuk komen de aanleiding en het doel, de ligging van de projectlocatie, het vigerend planologisch regime en de procedure aan bod. 1.1 Aanleiding en doel Hondencentrum Fikkie, hierna initiatiefnemer of HC Fikkie, is voornemens om op de locatie aan de Lage Heide 8 te Eersel het bedrijf te vestigen en te ontwikkelen. Thans wordt aan de Velddoornweg 71 te Eindhoven een bedrijf geëxploiteerd wat zich heeft gespecialiseerd in een uitlaatservice en dagopvang/pension voor honden. Het bedrijf omvat een unieke formule waar de honden niet in afgesloten kooien worden gehouden, maar juist de ruimte krijgen geboden om buiten te spelen in hiertoe ingerichte omheinde speelweiden met o.a. een zwemvijver en speeltoestellen. Wanneer de honden zelf behoefte hebben aan rust, kunnen ze zich vrijwillig terugtrekken in de hiervoor ingerichte huiskamers in de aanwezige bedrijfsgebouwen. Het bedrijf zou heel graag verder willen groeien, mede wegens de groeiende vraag naar opvang middels deze unieke formule, maar de beschikbare ruimte en gebouwen op de huidige locatie laten dit niet toe. Derhalve, is HC Fikkie voornemens om het bedrijf te vestigen en door te ontwikkelen op de locatie aan de Lage Heide 8 te Eersel. Op de locatie aan de Lage Heide 8 te Eersel is momenteel een varkensbedrijf aanwezig. De bestaande bedrijfsbebouwing en het bijbehorende achterterrein lenen zich uitstekend voor de gewenste bedrijfsvoering. De te exploiteren bedrijfsactiviteiten zullen bestaan uit: - Hondenuitlaatservice en dagopvang De hondenuitlaatservice is de oorspronkelijke bedrijfsactiviteit van HC Fikkie. Met een speciaal ingerichte bestelauto worden de honden bij de klanten opgehaald. Vervolgens worden de honden naar het eigen terrein gereden. Behalve de haal- en brengservice, bestaat tevens de mogelijkheid voor klanten om hun hond zelf te komen halen en brengen. Initiatiefnemer is voornemens om aan de Lage Heide 8 te Eersel omheinde buitenterreinen aan te leggen. Deze omheining zal bestaan uit een hekwerk, waarbij middels ondoorzichtig winddoek (of een gelijk te stellen materiaal) of middels beplanting ervoor wordt gezorgd dat er geen sprake is van een mogelijke doorkijk. Dit om visuele prikkels van buitenaf bij de honden te voorkomen. Het hekwerk dient voldoende hoogte (circa 2 meter) te hebben, zodat de honden er niet overheen kunnen springen. Het achterterrein zal in meerdere delen worden verdeeld, zodat er meerdere groepen kunnen worden gecreëerd. Op die manier kunnen honden van dezelfde grootte / gedrag bij elkaar worden gehouden en ontstaan stabiele roedels. Een roedel bestaat uit circa 15 à 25 honden. Op het buitenterrein wil men vijvers aanbrengen, zodat de honden naast het rennen en spelen met soortgenoten, tevens kunnen zwemmen. Dit is een nadrukkelijke wens van de klanten van HC Fikkie en tevens onderdeel van het unieke concept. Tussendoor kunnen de honden uitrusten in een mand of bank in de speciaal hiervoor in te richten huiskamers. De honden krijgen, wanneer de weersomstandigheden het toelaten, onbeperkt buitenuitloop geboden in de dagperiode tussen 08:00 uur en 17:00 uur en in de avondperiode van 19:00 uur tot 21:00 uur. In de nachtperiode worden de dieren binnen gehouden. Voor de hondenuitlaatservice en dagopvang zullen circa 40 tot 60 stuks honden aanwezig zijn. - Hondenpension (dag- en nachtopvang) Wanneer de baasjes van de honden op vakantie gaan, komt het vaak voor dat hun hond niet mee op vakantie kan/mag, Derhalve, is een aantal jaren geleden de vraag van klanten ontstaan of hun hond ook bij HC Fikkie één of meerdere nachten kan verblijven. Het houden van deze honden gebeurd overeenkomstig de honden van de uitlaatservice en dagopvang. Het verschil is echter dat deze honden ook s nachts op locatie verblijven. In het hondenpension zullen circa 50 tot 80 honden verblijven. Bestemmingsplan Lage Heide 8, Eersel 3

5 - Kattenpension Het op te starten kattenpension betreft een nieuwe bedrijfsactiviteit voor HC Fikkie, maar hiervoor is momenteel een groeiende vraag vanuit de bestaande klanten. De activiteiten voor het kattenpension zullen op een vergelijkbare manier worden uitgevoerd als voor het hondenpension. Er wordt zorg gedragen voor een strikte scheiding (zowel functioneel als visueel) tussen de gedeeltes voor de honden en katten. Er zullen maximaal 30 katten gehuisvest worden. - Trimsalon Daarnaast is HC Fikkie voornemens een trimsalon op locatie te realiseren. Dit is een extra service naar de klanten, zodat de honden ook ter plaatse (gedurende hun verblijf op het bedrijf) getrimd kunnen worden. Op de locatie aan de Lage Heide 8 te Eersel zullen maximaal 120 honden en 30 katten gelijktijdig aanwezig zijn. De verhouding tussen uitlaatservice en pension varieert verdeeld over het jaar. In de vakantieperiodes zal het aantal pensionhonden hoger zijn, buiten de vakanties is het aandeel uitlaatservice hoger. In principe is er ruimte voor alle rassen, sexen en leeftijden honden. Enkel agressieve honden, dominante honden, ongecastreerde reutjes of loopse teefjes worden niet toegelaten. Bovenstaande ontwikkeling zal plaatsvinden in de bestaande bebouwing en middels een herindeling van het bestaande achterterrein. Op onderstaande afbeelding is de beoogde bedrijfsopzet weergegeven. Deze tekening is tevens op schaal bijgevoegd in Bijlage 1. Het concrete doel is derhalve om het bestaande varkensbedrijf aan de Lage Heide 8 te Eersel te wijzigen in een honden- en kattencentrum. Dit betreft de omschakeling van een agrarisch bedrijf met bestemming intensieve veehouderij naar een agrarisch verwant bedrijf. Hierbij wordt de bestaande bedrijfsbebouwing en het achterterrein ontwikkeld tot de bovengenoemde bedrijfsopzet. Het varkensbedrijf zal hierbij uiteraard worden beëindigd. Het bouwvlak zal gedeeltelijk worden verkleind van 0,5252 hectare naar 0,4216 hectare, tot een passende omkadering van de bestaande bebouwing. Bestemmingsplan Lage Heide 8, Eersel 4

6 Afbeelding 1: Beoogde bedrijfsopzet 1.2 Ligging van de projectlocatie De locatie is gelegen aan de Lage Heide 8 te Eersel, kadastraal bekend als gemeente Eersel, sectie L, nummers 669. Op respectievelijk Afbeelding 2 en Afbeelding 3 is de ligging van de locatie in de omgeving en een luchtfoto van de locatie weergegeven. De locatie is centraal gelegen tussen de kernen van Eersel (1,7 km), Bergeijk (2,0 km) en Riethoven (3,7 km). Op korte afstand kan de locatie ontsloten worden via de provinciale weg N397 en de rijksweg A67. De locatie is gelegen in een gebied dat voorheen in het provinciale beleid werd aangeduid als landbouwontwikkelingsgebied. Er is sprake van een open agrarisch gebied en de locatie wordt omringd door meerdere agrarische bedrijven. Bestemmingsplan Lage Heide 8, Eersel 5

7 Afbeelding 2: Ligging locatie (bron: Google maps) Afbeelding 3: Luchtfoto locatie, plangebied rood omkaderd weergegeven (bron: Google Earth) Bestemmingsplan Lage Heide 8, Eersel 6

8 1.3 Vigerend planologisch regime De kaders voor de ruimtelijke ontwikkelingen in het buitengebied van de gemeente Eersel zijn vastgelegd in het bestemmingsplan Buitengebied, welke gewijzigd is vastgesteld in de raadsvergadering van 3 april De dubbelbestemmingen m.b.t. archeologische verwachtingswaarden zijn in de raadsvergadering van 3 april 2012 gewijzigd n.a.v. het op 26 januari 2012 vastgestelde Beleidsplan Archeologische Monumentenzorg. Op onderstaande afbeeldingen zijn uitsneden van de verbeeldingen van dit bestemmingsplan opgenomen. Hieruit volgt dat ter plaatse van het bouwvlak en het achterterrein de enkelbestemming Agrarisch, de dubbelbestemming Waarde Archeologie 5.1 en de gebiedsaanduiding 'reconstructiewetzone landbouwontwikkelingsgebied primair zijn opgenomen. Ter plaatse van het bouwvlak zijn bovendien nog de functieaanduiding bedrijfswoning en intensieve veehouderij van toepassing. Afbeelding 4: Uitsnede verbeelding bestemmingsplan Buitengebied, plangebied rood omkaderd weergegeven Bestemmingsplan Lage Heide 8, Eersel 7

9 Afbeelding 5: Uitsnede zoneringskaart bestemmingsplan Buitengebied Blijkens de regels behorende bij de enkelbestemming Agrarisch, zijn ter plaatse van het bouwvlak enkel agrarische bedrijven toegestaan. Doordat hier ter plaatse de functieaanduiding intensieve veehouderij is toegekend, zijn bovendien intensieve veehouderijen toegestaan. In de beoogde bedrijfsopzet is echter sprake van een agrarisch verwant bedrijf. Deze bedrijfsopzet is daarom niet passend binnen het vigerende planologische regime. In de wijzigingsbevoegdheden is in artikel wel een bevoegdheid opgenomen voor het college van Burgemeester en Wethouders om het bouwvlak te wijzigen naar een agrarisch verwant bedrijf. In de voorwaarden van deze wijzigingsbevoegdheid is echter het beleid van de gemeente dat deze wijzigingen niet in het aangeduide landbouwontwikkelingsgebied (LOG) mogen plaatsvinden. De locatie aan de Lage Heide 8 is conform het bestemmingsplan in een LOG gelegen en kan derhalve geen gebruik maken van bovengenoemde wijzigingsbevoegdheid. Aangezien het varkensbedrijf aan de Lage Heide 8 te Eersel al gedurende lange tijd te koop staat en niet in trek is voor agrariërs om ter plaatse het (intensieve) veehouderijbedrijf door te ontwikkelen is door de gemeente Eersel op 11 december 2013 in principe besloten om medewerking te verlenen aan onderhavig initiatief. Bovendien is de aanduiding LOG in het provinciale ruimtelijke beleid komen te vervallen. Om de beoogde bedrijfsopzet mogelijk te maken wordt derhalve een procedure tot partiële herziening van het bestemmingsplan Buitengebied doorlopen. 1.4 Procedure Voor het gewenste initiatief dient een bestemmingsplan te worden vastgesteld, conform artikel 3.1 van de Wet ruimtelijke ordening (Wro). Blijkens artikel 3.8 Wro is op de voorbereiding van een bestemmingsplan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) van toepassing. Dit houdt in dat het ontwerpbestemmingsplan gedurende 6 weken voor een ieder ter inzage wordt gelegd. Tijdens deze periode van 6 weken kunnen belanghebbenden hun zienswijzen kenbaar maken. Gedurende de inzagetermijn ligt het ontwerpbestemmingsplan (verbeelding, regels en toelichting, inclusief bijbehorende bijlagen) ter inzage. Bestemmingsplan Lage Heide 8, Eersel 8

10 Binnen 12 weken nadat het ontwerpbestemmingsplan ter inzage heeft gelegen, moet de gemeente beslissen over de vaststelling van het bestemmingsplan. Hierbij worden eventuele zienswijzen in acht genomen. Nadat het bestemmingsplan is vastgesteld, wordt het opnieuw 6 weken ter inzage gelegd. Binnen deze 6 weken kunnen belanghebbenden die tijdig zienswijzen kenbaar hebben gemaakt bij het ontwerp of belanghebbenden die kunnen aantonen dat zij niet in de gelegenheid zijn geweest om tijdig zienswijzen kenbaar te maken, beroep indienen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Als er geen beroep wordt ingesteld, dan is het bestemmingsplan daags na afloop van de beroepsperiode onherroepelijk. Zodra het bestemmingsplan in werking is getreden kunnen de benodigde omgevingsvergunningen voor het beoogde initiatief worden aangevraagd. 1.5 Leeswijzer In voorliggende toelichting is in het eerste hoofdstuk een inleiding op het initiatief gegeven, waarin de aanleiding, het doel, de ligging, het vigerend planologische regime en de te doorlopen procedure is beschreven. Hierna is in het tweede hoofdstuk een beschrijving opgenomen van de bestaande en beoogde situatie. In hoofdstuk 3 van voorliggende toelichting wordt het van toepassing zijnde beleid uiteengezet, welke het rijksbeleid, provinciaal en gemeentelijk beleid betreft. Hierna worden in hoofdstuk 4 de milieuhygiënische en planologische aspecten beschreven. De juridische planbeschrijving is vervat in hoofdstuk 5 van voorliggende toelichting waarin een beschrijving van de juridische achtergrond van onderhavig bestemmingsplan, een toelichting op de verbeelding en een toelichting op de regels wordt gegeven. De financiële en maatschappelijke uitvoerbaarheid van het initiatief wordt verantwoord in het daaropvolgende hoofdstuk. Tot slot wordt in het laatste hoofdstuk een afweging gemaakt van de planologische aanvaardbaarheid van de ontwikkeling. Bestemmingsplan Lage Heide 8, Eersel 9

11 2. Projectbeschrijving In dit hoofdstuk wordt de bestaande situatie beschreven, evenals een meer gedetailleerde beschrijving van de beoogde situatie. Hierdoor kan een beter beeld worden verkregen van de beoogde veranderingen. 2.1 Bestaande situatie De locatie aan de Lage Heide 8 te Eersel is gelegen in het buitengebied van Eersel. De omgeving van de projectlocatie typeert zich door de relatief grote landbouwpercelen en verspreidliggende agrarische bedrijven in de omgeving. Deze bedrijven zijn bovendien veelal rondom omgeven door beplanting om de bedrijfsactiviteiten aan het zicht te onttrekken. Op een iets ruimere afstand zijn bovendien verspreidliggende burgerwoningen gelegen, evenals niet-agrarische functies. De Lage Heide is een buitenweg, welke aan beide zijdes ingeplant is met diverse types solitaire bomen, waaronder naaldbomen en berkenbomen. De bedrijfslocatie aan de Lage Heide 8 is momenteel in gebruik als intensieve veehouderij. De bebouwing ter plaatse bedraagt uit twee varkensstallen, één loods en de bedrijfswoning, inclusief bijgebouw. De vigerende vergunning dateert van 30 december 1997 en vergund het houden van 500 vleesvarkens, 24 kraamzeugen, 280 gespeende biggen, 76 guste en dragende zeugen, 3 dekberen, 18 opfokzeugen en 4 paarden in traditionele stalsystemen. De bedrijfsbebouwing is gerealiseerd met de korte zijde parallel aan de weg. De westelijke varkensstal wordt gebruikt voor het huisvesten van de zeugen en biggen en de oostelijke stal voor de vleesvarkens en paarden. De loods is in gebruik voor de opslag van diverse machines en materieel. Op de locatie is reeds beplanting aanwezig. De bedrijfsbebouwing is aan de westelijke zijde ingeplant met een relatief gesloten bomenrij. Deze landschappelijke inpassing is ook reeds vastgelegd en bestemd in het vigerende bestemmingsplan. Direct grenzend aan de oostelijke perceelsgrens is bovendien deels een bomenrij gerealiseerd. Het achterterrein wordt gebruikt als grasland. 2.2 Beoogde situatie Zoals in paragraaf 1.1 reeds benoemd wordt er dus een honden- en kattencentrum ontwikkeld met een omvang van in totaal maximaal 120 honden en 30 katten. De bedrijfsactiviteiten zullen daarbij bestaan uit: - Hondenuitlaatservice en dagopvang - Hondenpension (dag- en nachtopvang) - Kattenpension - Trimsalon Zoals op Afbeelding 1 in paragraaf 1.1 te zien is, blijft de bestaande bedrijfsbebouwing behouden. Het achterterrein wordt dusdanig gewijzigd, dat hier omheinde uitloopweides worden gecreëerd in diverse oppervlaktes. Op deze uitloopweides kunnen de honden in de diverse roedels spelen en verblijven. Er wordt hier een natuurlijke omgeving nagebootst, waarvoor o.a. ook beplanting en zwemvijvers worden aangelegd. De scheidingswanden zullen worden afgewerkt met ondoorzichtig materiaal (bijvoorbeeld winddoek) om prikkels tussen de roedels onderling te voorkomen. Op Afbeelding 6 is een meer gedetailleerde indeling van de beoogde bedrijfsopzet weergegeven. Hieruit volgt dat alle uitloopweides grenzen aan de bedrijfsbebouwing. De reden hiervan is dat de honden desgewenst ook te allen tijde naar binnen kunnen om uit te rusten in de in te richten huiskamers. Uit Afbeelding 6 volgt dat alle bedrijfsbebouwing zal worden benut voor het honden- en kattencentrum. De omvang per deel is gebaseerd op de huidige varkensafdelingen. Op de situatietekening is weergegeven welk deel waarvoor wordt gebruikt. In beide gebouwen is sprake van een centrale gang om alle ruimtes goed te kunnen bereiken. Er zal sprake zijn van een strikte scheiding (zowel functioneel als visueel) tussen het gedeelte voor de honden en katten. De bestaande bedrijfsbebouwing is van een voldoende omvang om het beoogde aantal dieren te kunnen huisvesten. Er is derhalve geen sprake van overtollige bebouwing. Tevens zal de locatie landschappelijk worden ingepast, dit is echter nader beschreven in paragraaf 4.9. Bestemmingsplan Lage Heide 8, Eersel 10

12 Afbeelding 6: Beoogde indeling bestaande bedrijfsbebouwing Bestemmingsplan Lage Heide 8, Eersel 11

13 3. Beleidskader In dit hoofdstuk wordt het voor onderhavige ontwikkeling relevante ruimtelijke rijksbeleid, provinciaal en gemeentelijk beleid uiteengezet. Daarnaast wordt de beoogde ontwikkeling in dit hoofdstuk tevens aan dit beleid getoetst. 3.1 Rijksbeleid De Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) is vastgesteld op 13 maart In de SVIR legt het Rijk de ambities voor Nederland in 2040 vast, er wordt dus een visie gepresenteerd van waar Nederland in 2040 moet staan. Dit gebeurt aan de hand van (inter)nationale ontwikkelingen die de ruimtelijke en mobiliteitsopgaven zowel bovengronds als ondergronds voor de toekomst moeten bepalen. Zo werkt het Rijk aan een concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig Nederland. Dit betekent onder andere dat het Rijk een aantrekkelijk vestigingsklimaat wil ontwikkelen, waarbij de concurrentiekracht voor internationale bedrijven en een economische ontwikkeling wordt versterkt. Hierbij zijn onder andere sterke stedelijke regio s nodig, waarbij een goede quality of life, optimale bereikbaarheid en goede (logistieke) verbindingen met Europa en de wereld het uitgangspunt zijn. Om deze ambities waar te kunnen maken vraagt het Rijk ook steun aan de decentrale overheden, de diverse marktpartijen en kennisinstellingen. Naast deze ambities voor de lange termijn kiest het Rijk tevens drie concrete doelen om Nederland concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig te houden voor de middellange termijn (2028), te weten: Het vergroten van de concurrentiekracht van Nederland door het versterken van de ruimtelijkeconomische structuur van Nederland; Het verbeteren en ruimtelijk zekerstellen van de bereikbaarheid waarbij de gebruiker voorop staat; Het waarborgen van een leefbare en veilige omgeving waarin unieke natuurlijke en cultuurhistorische waarden behouden zijn. Hierbij maakt het Rijk gebruik van verschillende nationale belangen, waarvoor zij verantwoordelijk zijn en resultaten wil boeken. Onderhavig plan heeft echter geen invloed op de beschreven doelen die het Rijk nastreeft. De beoogde ontwikkeling heeft een te kleinschalig karakter om hier effect op te hebben. Naast de Structuurvisie kent de Rijksoverheid ook het Besluit en ministeriële regeling algemene regels ruimtelijke ordening (Barro, Rarro), De eerste tranche van het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening is vastgesteld op 22 augustus 2011 en op 30 december 2011 in werking getreden. Dit Barro is ontstaan bij het ontwerp Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR). Het Rijk heeft hierin vastgelegd dat voor een aantal specifieke onderwerpen algemene regels gelden, dit is immers een bevoegdheid van het Rijk. Het gaat hierbij om het beschermen van de nationale belangen. Aangezien bij onderhavige planvorming geen nationaal belang is gemoeid zijn er geen regels uit het Barro en dus ook uit het Rarro van toepassing. 3.2 Provinciaal beleid Het geldende ruimtelijke beleid van de provincie Noord-Brabant is vervat in de Structuurvisie 2010 partiële herziening 2014 en de Verordening ruimte Noord-Brabant Structuurvisie 2010 partiële herziening 2014 De Structuurvisie 2010 partiële herziening 2014 (Sv 2014) betreft een herziening van de op 1 oktober 2010 vastgestelde Structuurvisie ruimtelijke ordening. De partiële herziening is vastgesteld op 7 februari 2014 en in werking getreden op 19 maart De Structuurvisie geeft de hoofdlijnen van het provinciaal ruimtelijk beleid tot 2025 weer (met een doorkijk naar 2040). De visie is bindend voor het ruimtelijk handelen van de provincie. Het is de basis voor de wijze waarop de provincie de instrumenten inzet die de Wet ruimtelijke ordening biedt. De genoemde visie in de partiële herziening is doorvertaald in de regels van de Verordening ruimte Daarnaast ondersteunt de structuurvisie het beleid op andere provinciale beleidsterreinen, zoals het economisch-, mobiliteits-, sociaal-, cultureel-, milieu- en natuurbeleid. Bestemmingsplan Lage Heide 8, Eersel 12

14 Volgens de structurenkaart, zie Afbeelding 7, is onderhavige projectlocatie gelegen in het gemengd landelijk gebied. In het gemengd landelijke gebied vindt een vermenging van functies plaats. Naast het gebruik van de gronden ten behoeve van de land- en tuinbouw, is er ook plaats voor natuur, water, recreatie, toerisme en niet-agrarische functies. Daar de locatie gelegen is in het gemengde landelijk gebied, hanteert de provincie het multifunctionele gebruik als uitgangspunt. Onderhavig initiatief betreft de ontwikkeling van een agrarisch verwant bedrijf en is onderdeel van een multifunctioneel gebied. Het gebied is multifunctioneel doordat naast onderhavig agrarisch verwant bedrijf ook landbouw, woonfuncties, waterfuncties, natuur en recreatie plaatsvinden. Onderhavig initiatief past derhalve binnen de uitgangspunten van de Structuurvisie ruimtelijke ordening 2010 partiële herziening Afbeelding 7: Uitsnede structurenkaart Structuurvisie 2010 partiële herziening Verordening ruimte 2014 In de Wro is geregeld dat de provincie in een aparte verordening regels kan opstellen die door elke gemeente in Noord-Brabant moet worden toegepast bij ruimtelijke besluiten. Derhalve hebben de Provinciale Staten van Noord-Brabant op 7 februari 2014 en 14 maart 2014 de Verordening ruimte 2014 (VR) vastgesteld. Deze verordening regelt diverse ruimtelijke onderwerpen en is in werking getreden op 19 maart De bepalingen voor deze onderwerpen zijn gebaseerd op het provinciale beleid zoals dat opgenomen is in de Structuurvisie 2010 partiële herziening De ontwikkelingsmogelijkheden voor locaties volgen uit het gebied waarin ze gelegen zijn. In de Verordening ruimte is onderscheid gemaakt tussen structuren en aanduidingen. De structuren bestaan uit bestaand stedelijk gebied, ecologische hoofdstructuur, groenblauwe mantel en gemengd landelijk gebied. Deze vier structuren zijn Brabant-dekkend. Per structuur zijn er regels uitgewerkt onder welke voorwaarden welke functies ontwikkeld kunnen worden. Onderhavige projectlocatie is gelegen binnen de structuur gemengd landelijk gebied, zie Afbeelding 8. De aanduidingen zijn opgenomen binnen de themakaarten. Deze themakaarten betreffen aanduidingen ten aanzien van stedelijke ontwikkeling, cultuurhistorie, agrarische ontwikkeling en Bestemmingsplan Lage Heide 8, Eersel 13

15 windturbines, water en natuur en landschap. Voor onderhavige projectlocatie zijn geen specifieke aanduidingen opgenomen op de themakaarten. Afbeelding 8: Uitsnede integrale plankaart Verordening ruimte 2014 Ten aanzien van onderhavig initiatief zijn er meerdere sporen die gevolgd moeten worden in het kader van toetsing aan de Verordening ruimte. Ten eerste zijn er algemene regels voor de bevordering van de ruimtelijke kwaliteit van toepassing, die opgenomen zijn in hoofdstuk 2 van de VR. Daarnaast moet getoetst worden aan de regels voor agrarisch verwante bedrijven in het gemengd landelijk gebied, zoals opgenomen in artikel 7.10 en Algemene regels (hoofdstuk 2 VR): Hoofdstuk 2 van de VR stelt algemene regels ter bevordering van de ruimtelijke kwaliteit (artikel 3). In deze regels wordt gesteld dat bijgedragen moet worden aan de zorg voor het behoud en de bevordering van de ruimtelijke kwaliteit. De bevordering van de ruimtelijke kwaliteit wordt uitgesplitst in de zorgplicht voor ruimtelijke kwaliteit (artikel 3.1 VR) en de kwaliteitsverbetering van het landschap (artikel 3.2 VR). Zorgplicht ruimtelijke kwaliteit (art. 3.1 VR): In artikel 3.1 wordt gesteld dat bij ruimtelijke ontwikkelingen het principe van zorgvuldig ruimtegebruik wordt toegepast. Het doel hierbij is om bestaande bebouwing zo goed mogelijk te benutten. Het principe zorgvuldig ruimtegebruik bij ruimtelijke ontwikkelingen houdt in ieder geval in dat bij ruimtelijke ontwikkelingen buiten bestaand stedelijk gebied is verzekerd dat gebruik wordt gemaakt van bestaande bebouwing en dat een uitbreiding van het toegestane ruimtebeslag slechts is toegestaan mits de financiële, juridische of feitelijke mogelijkheden ontbreken om een ruimtelijke ontwikkeling binnen het toegestane ruimtebeslag te doen plaats vinden. In onderhavige situatie is sprake van optimaal zuinig ruimtegebruik, omdat het bestaande bouwvlak en de bestaande bebouwing worden gebruikt voor de nieuwe functie. Er is sprake van een optimale bezetting van de bebouwing en volledig hergebruik van de bestaande omvang. Er wordt dus niet meer Bestemmingsplan Lage Heide 8, Eersel 14

16 ruimte geclaimd dan noodzakelijk en er is geen sprake van overtollige bebouwing. Het bouwvlak wordt immers verkleind tot een omkadering van de bestaande bedrijfsbebouwing. Ten behoeve van het behoud en de bevordering van de ruimtelijke kwaliteit dient voorliggende toelichting een verantwoording te bevatten waaruit blijkt dat rekening is gehouden met de gevolgen van de beoogde ruimtelijke ontwikkeling voor de in het plan begrepen gronden en de naaste omgeving, in het bijzonder wat betreft de bodemkwaliteit, waterhuishouding, archeologische en cultuurhistorische waarden, ecologische waarden, aardkundige waarden en landschappelijke waarden. Daarnaast dient, gelet op de bestaande en toekomstige functies in de omgeving en de effecten die de ontwikkeling op die functies heeft, de omvang van de ruimtelijke ontwikkeling te passen in de omgeving, met name wat betreft de milieuaspecten en volksgezondheid. De toetsing van de gevolgen van het initiatief op bovengenoemde aspecten is uitgebreid uiteengezet in hoofdstuk 4 van voorliggende toelichting. Tevens dient op de projectlocatie een adequate afwikkeling van personen- en goederenvervoer verzekerd te zijn, waaronder een goede aansluiting op de aanwezige infrastructuur van weg, water of spoor. Op dit moment is er sprake van verkeers- en vervoersbewegingen ten behoeve van het intensieve veehouderijbedrijf. Deze zullen echter verdwijnen en plaats maken voor de aan- en afvoerbewegingen ten behoeve van het honden- en kattencentrum. HC Fikkie probeert deze bewegingen zoveel mogelijk te beperken, door met een speciaal ingerichte bus de dieren op te halen bij hun eigenaars en mee terug te brengen naar het eigen bedrijf. Er bestaat echter wel de mogelijkheid voor eigenaars om hun dieren ook zelf te komen brengen en halen. Daarnaast is er sprake van een beperkte hoeveelheid transportbewegingen, ten behoeve van bijvoorbeeld het aanleveren van voer. De Lage Heide betreft een zijstraat van de provinciale weg N397. De locatie is daarom erg goed bereikbaar. Het bestaande wegennet vanaf de bedrijfslocatie beschikt mede hierdoor over ruim voldoende capaciteit voor de beoogde verkeersbewegingen. Kwaliteitsverbetering van het landschap (art. 3.2 VR): In artikel 3.2 van de VR wordt ten aanzien van de kwaliteitsverbetering van het landschap gesteld dat verantwoord moet worden op welke wijze financieel, juridisch en feitelijk is verzekerd dat de realisering van de beoogde ruimtelijke ontwikkeling gepaard gaat met een aantoonbare en uitvoerbare fysieke verbetering van de aanwezige of potentiële kwaliteiten van bodem, water, natuur, landschap of cultuurhistorie of van de extensieve recreatieve mogelijkheden van het gebied. Een verbetering zoals hierboven beschreven kan o.a. bestaan uit een landschappelijke inpassing, behoud of herstel van cultuurhistorisch waardevolle bebouwing of terreinen, wegnemen van verharding of het slopen van bebouwing. Hierbij dient verantwoord te worden op welke wijze de verbetering financieel, juridisch en feitelijk is geborgd. Omtrent de kwaliteitsverbetering van het landschap heeft de provincie op 1 november 2011 de handreiking Kwaliteitsverbetering van het landschap vastgesteld. Hierin zijn verschillende methodieken uitgewerkt, zo ook voor de uitbreiding of wijziging van bestemmingen. In deze methodiek wordt de waardestijging van de grond door de voorgenomen ontwikkeling gecompenseerd met een investering in kwaliteitsverbetering van het landschap, bijvoorbeeld middels landschappelijke inpassing. Uit deze provinciale handreiking volgt dat een kwaliteitsverbetering van 20% van de waardevermeerdering van de gronden financieel redelijk wordt geacht. De gemeente Eersel heeft op basis van de provinciale handreiking, in samenwerking met de overige Kempen-gemeenten, op 24 augustus 2012 de afstemmingsnotitie Landschapsinvesteringsregeling De Kempen vastgesteld. In deze afstemmingsnotitie zijn bedragen genoemd, welke gehanteerd moeten worden bij de berekening van de waardestijging en de gewenste bijdrage in de investering van het landschap. In onderhavige situatie is er sprake van een agrarisch bouwblok met bedrijfswoning met een oppervlakte van m 2. Blijkens de afstemmingsnotitie wordt hiervoor een waarde gehanteerd van 25,-/m 2. Een bedrijvenbestemming, bijvoorbeeld ten behoeve van een agrarisch verwant bedrijf, heeft een waarde van 80,-/m 2. Het bouwvlak wordt verkleind tot een omvang van m 2. In de afstemmingsnotitie wordt eveneens een investering van 20% redelijk geacht. Op basis van bovenstaande getallen, de huidige planologische situatie, de gewenste planologische situatie en het landschappelijke inpassingsplan is door beëdigd rentmeester en taxateur ing. C.A. Schellekens van het Bestemmingsplan Lage Heide 8, Eersel 15

17 adviesbureau Verschel een economische berekening inzake de waardevermeerdering en kwaliteitsverbetering opgesteld. Deze berekening is opgenomen in Bijlage 2. Uit deze berekening volgt dat de waarde van de ondergrond van het bouwvlak vermeerderd met ,-. De investering in de kwaliteitsverbetering van het landschap dient hiervan 20% te bedragen, dus ,-. De waardevermeerdering vindt enkel plaats ter plaatse van het bouwvlak, doordat daar meer mogelijk wordt gemaakt dan in het huidige planologische regime. Het bestemmingsvlak aan de achterzijde mag namelijk enkel ten behoeve van de hondenuitloopweides gebruikt worden. Hier zijn geen andere voorzieningen, zoals gebouwen toegestaan. De waarde is daarom overeenkomstig agrarische grond, die eveneens voor beweiding mag worden gebruikt. Vervolgens zijn de kosten berekend van de diverse landschapselementen uit de landschappelijke inpassing. Hierbij wordt o.a. de waardedaling van de ondergrond van het groenelement, de kosten voor aanschaf van het plantmateriaal en de aanleg / aanplant en het onderhoud meegerekend. Hieruit volgt dat de investeringskosten ten behoeve van kwaliteitsverbetering, zoals opgenomen in het landschappelijk inpassingsplan (zie paragraaf 4.9), ,37 bedragen. Er wordt dus voldaan aan de kwaliteitsverbetering van het landschap, zoals voorgeschreven door de provincie. Bovendien is zelfs nog sprake van een beperkte extra kwaliteitswinst. Uit het landschappelijk inpassingsplan volgt dat zal worden voorzien in een zeer ruime landschappelijke inpassing die rondom het bouwperceel wordt gesitueerd. Bovendien is er sprake van een robuuste breedte, variërend van 6 tot 7,5 meter. Daarnaast wordt tevens een bomenrij gerealiseerd ter versterking van het huidige landschapselement. Er is dus sprake van een kwaliteitsvolle landschappelijke inpassing die voldoet aan het provinciale principe van kwaliteitsverbetering van het landschap. De aanleg en instandhouding van deze landschappelijke inpassing wordt feitelijk en juridisch verzekerd middels de opname van een bepaling op de verbeelding en in de regels van het bestemmingsplan en daarnaast door het afsluiten van een anterieure overeenkomst tussen de gemeente en initiatiefnemer. Middels de bijgevoegde berekening is bovendien aangetoond dat de kwaliteitsverbetering bovendien ruimschoots financieel is verzekerd. De beoogde ontwikkeling is derhalve in overeenstemming met artikel 3.2 van de VR. Regels voor agrarisch verwante bedrijven in gemengd landelijk gebied (art en 7.11 VR): Een agrarisch verwant bedrijf betreft blijkens de begripsbepalingen van de Verordening ruimte 2014 een bedrijf dat geheel of in overwegende mate gericht is op het verlenen van diensten aan particulieren of niet-agrarische bedrijven waarbij gebruik gemaakt wordt van het telen van gewassen, het houden van dieren of het toepassen van andere land-, bos- of natuurbouwkundige methoden, met uitzondering van mestbewerking. Een honden- en kattencentrum, zoals bij HC Fikkie beoogd, betreft dus een agrarisch verwant bedrijf. Het betreft immers een bedrijf waarmee middels het houden van dieren (honden en katten) diensten worden verleend aan particulieren (dagopvang, pension, uitlaatservice en trimsalon). In artikel 7.11 zijn de afwijkende regels opgenomen voor agrarisch verwante bedrijven in het gemengd landelijk gebied. In het eerste lid van dit artikel is opgenomen dat een bestemmingsplan in het gemengd landelijk gebied kan voorzien in een vestiging van een agrarisch verwant bedrijf mits de omvang van het bouwperceel ten hoogste 1,5 hectare bedraagt. Vestiging betreft hierbij het mogelijk maken van een ruimtelijke ontwikkeling binnen het bouwvlak van een bestaand bouwperceel die op grond van het geldende planologische regime niet is toegelaten. In onderhavige situatie is sprake van een bestaand bouwperceel met een omvang van m 2. Het bouwvlak zal worden verkleind tot m 2. Daarnaast wordt een bestemmingsvlak opgenomen ten behoeve van de hondenuitloopweides en de parkeervoorziening. Het totale bouwperceel bedraagt hierbij 1,5 hectare. Er is dus sprake van de vestiging van een agrarisch verwant bedrijf met een bouwperceel van 1,5 hectare. Daarnaast staat artikel 7.11 toe dat, in afwijking van artikel 7.10, een bedrijf met een hogere milieucategorie dan 1 of 2 wordt gevestigd. Zoals in paragraaf 4.7 toegelicht valt het honden- en kattencentrum binnen milieucategorie 3.2. Dit is echter op basis van artikel 7.11 toegestaan. Aan artikel 7.11 wordt derhalve voldaan. Tevens moet onderhavige ontwikkeling getoetst worden aan de basisregels voor niet-agrarische functies in artikel 7.10 VR. De beoogde bedrijfsopzet voldoet aan deze regels. De ontwikkeling is immers, blijkens onderhavige toelichting, ten eerste passend binnen de ontwikkeling van het gemengd landelijk gebied. Ten tweede is er geen sprake van overtollige bebouwing en daarnaast leidt de Bestemmingsplan Lage Heide 8, Eersel 16

18 ontwikkeling niet tot twee of meer zelfstandige bedrijven. Bovendien leidt de beoogde ontwikkeling niet tot een al dan niet zelfstandige kantoorvoorziening met een baliefunctie of een al dan niet zelfstandige detailhandelsvoorziening. Verder moet worden aangetoond dat de ruimtelijke ontwikkeling ook op langere termijn past binnen de op grond van deze verordening toegestane omvang. Artikel 7.11 maakt een omvang van 1,5 hectare mogelijk. In de gewenste situatie is er sprake van een bouwperceel van 1,5 hectare met m 2 bouwvlak. Bij onderhavig initiatief wordt er gebruik gemaakt van de bestaande bebouwing. Deze bestaande bebouwing is passend voor het huisvesten van maximaal 120 honden en 30 katten. Ook de hondenuitloopweides en de parkeervoorziening zijn passend bij deze dieraantallen. Deze omvang zorgt bovendien voor een volwaardige bedrijfsvoering en biedt nog voldoende ruimte voor het bedrijf om vanuit de huidige omvang door te groeien tot deze maximale omvang. De ontwikkeling past dus zeker ook op langere termijn binnen de op grond van de verordening toegestane maximale omvang. Hierdoor is er tevens geen sprake van een grootschalige ontwikkeling. Uit bovenstaande volgt dat onderhavig initiatief passend is binnen het provinciale ruimtelijke beleid. 3.3 Gemeentelijk beleid - bestemmingsplan Zoals reeds in de inleiding van voorliggende toelichting beschreven is voor de projectlocatie het bestemmingsplan Buitengebied vigerend. De relevante afbeeldingen zijn dan ook opgenomen in paragraaf 1.3. Hier zijn ter plaatse van het bouwvlak de volgende bestemmingen en aanduidingen opgenomen: - Enkelbestemming Agrarisch - Dubbelbestemming Waarde Archeologie 5.1 (deels) - Functieaanduiding bedrijfswoning - Functieaanduiding intensieve veehouderij - Gebiedsaanduiding reconstructiewetzone landbouwontwikkelingsgebied primair Het achterterrein, ter plaatse van de gewenste uitloopweides, heeft de volgende bestemmingen en aanduidingen: - Enkelbestemming Agrarisch - Dubbelbestemming Waarde Archeologie Gebiedsaanduiding reconstructiewetzone landbouwontwikkelingsgebied primair Op basis van dit bestemmingsplan zijn ter plaatse enkel agrarische bedrijven toegestaan. De vestiging van een agrarisch verwant bedrijf ter plaatse is dus in strijd met het vigerende bestemmingsplan. Zoals tevens in paragraaf 1.3 beschreven is er in dit bestemmingsplan wel een wijzigingsbevoegdheid opgenomen voor een wijziging naar een agrarisch verwant bedrijf. Van deze wijzigingsbevoegdheid kan echter geen gebruik worden gemaakt, omdat de locatie volgens het bestemmingsplan is aangeduid als landbouwontwikkelingsgebied. Voor onderhavige locatie heeft de gemeente Eersel echter toch op 11 december 2013 besloten om in principe medewerking te verlenen aan de gewenste ontwikkeling. In de principe-uitspraak heeft de gemeente aangegeven om in principe medewerking te verlenen aan de vestiging van een honden- en kattencentrum ter plaatse, onder de voorwaarde dat er sprake is van een goede landschappelijke inpassing en sloop van overbodige bebouwing. De locatie zal landschappelijk worden ingepast, zoals nader uitgewerkt in paragraaf 4.9. Aan deze voorwaarde wordt derhalve voldaan. Daarnaast wordt als voorwaarde gesteld dat er sprake moet zijn van de sloop van overbodige bebouwing. Op onderhavige locatie is echter geen sprake van overtollige bebouwing. De volledige bestaande bedrijfsbebouwing wordt in gebruik genomen voor de nieuwe functie. Derhalve, wordt voldaan aan de voorwaarden uit het principe-besluit en wordt via deze weg een procedure tot partiële herziening van het bestemmingsplan doorlopen. Bestemmingsplan Lage Heide 8, Eersel 17

19 4. Milieuhygiënische en planologische aspecten Op grond van het bepaalde in het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is het verplicht om inzicht te bieden in de relevante milieuhygiënische en planologische aspecten. In dit hoofdstuk worden deze aspecten beschreven. 4.1 Waterhuishouding Per 1 november 2003 is het verplicht om bij ruimtelijke ingrepen de watertoets toe te passen. Deze verplichting is wettelijk geregeld in het Besluit ruimtelijke ordening (Bro). In deze watertoets moet inzicht worden geboden in de effecten van het initiatief op de waterhuishouding. In het kader van de watertoets dient de gemeente voorafgaand aan de procedure het voornemen van de ruimtelijke ingreep aan het waterschap te verzenden. De gemeente en het waterschap kunnen afspraken maken over de wijze waarop het aspect water in het ruimtelijk plan is opgenomen. In deze waterparagraaf komen de volgende onderdelen aan bod: Beschrijving waterrelevant beleid; Bestaande waterhuishoudkundige situatie; Beoogde waterhuishoudkundige situatie Waterrelevant beleid De Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) is vanaf 22 december 2000 van kracht. De KRW heeft als doel om te komen tot schone, ecologisch gezonde stroomgebieden, waarin water op een duurzame manier wordt gebruikt. Om dit doel te bereiken is een systematiek opgesteld die alle Europese lidstaten in de nationale wetgeving moeten implementeren en uitvoeren. De Nederlandse regering heeft invulling aan de KRW gegeven middels de Waterwet, die in werking is getreden op 22 december De Waterwet regelt het beheer van het oppervlakte- en grondwater en verbetert ook de samenhang tussen het waterbeleid en ruimtelijke ordening. De visies met betrekking tot het waterbeleid worden door de verschillende bestuurslagen in diverse plannen beschreven. Het Rijk stelt een Nationaal Waterplan op, de provincies maken Regionale Waterplannen en de Waterschappen leggen hun visie vast in de Waterbeheerplannen. Het Nationaal Waterplan (NWP) is het rijksplan voor het Nederlandse waterbeleid. In het NWP zijn de maatregelen beschreven die in de periode van genomen moeten worden om Nederland veilig en leefbaar te houden, de kansen die water biedt te benutten en om te komen tot een duurzaam waterbeheer. De taak aan de provincies is om deze visie en streefbeelden door te vertalen naar de Regionale Waterplannen. Het beleid van de provincie Noord-Brabant richt zich op het bereiken en in stand houden van watersystemen die ruimte bieden aan een gezond leefmilieu voor mens, dier en plant. Daarbij zijn economische en ecologische ontwikkelingen met elkaar in evenwicht en is het hebben en houden van een veilige en bewoonbare provincie een randvoorwaarde. De Structuurvisie 2010 Partiële herziening 2014 van de provincie Noord-Brabant is sinds 19 maart 2014 in werking getreden. In de structuurvisie komen over het onderwerp water de volgende aspecten aan bod: Een robuust en veerkrachtig water- en natuursysteem; Bij toekomstige ontwikkelingen in stad en land wil de provincie dat het patroon van beken en kreken beter beleefbaar wordt. Daarnaast worden water-, natuur- en recreatieve ontwikkelingen in de toekomst beter afgestemd op de samenbindende waterstructuur en het systeem wordt meer ingericht op de gevolgen van klimaatverandering. De ecologische hoofdstructuur wordt versterkt door meer verbinding te maken tussen het natuursysteem en het watersysteem. Positieve gevolgen hiervan zijn o.a. een verbetering van de natuurgebieden, de biodiversiteit en de landschappelijke en recreatieve kwaliteit van Noord-Brabant. Daarnaast wordt door ruimte te bieden aan economische en sociaal-culturele ontwikkelingen bijgedragen aan investeringen in behoud en ontwikkeling van natuur en daarmee aan de realisatie van de ecologische hoofdstructuur. Een betere waterveiligheid door preventie; Er wordt getracht de watervoerende capaciteit van het winterbed te vergroten in combinatie met het concept van een doorbraakvrije dijk, om zo Bestemmingsplan Lage Heide 8, Eersel 18

20 de waterveiligheid preventief te verbeteren. Daarnaast zal er op lange termijn een aantal gebieden gereserveerd worden voor de verruiming van de grote rivieren. Koppeling van waterberging en droogtebestrijding; De provincie gaat ervan uit dat de wateroverlast in de regionale watersystemen in 2015 grotendeels aangepakt is, waarbij de trits vasthouden, bergen en afvoeren als uitgangspunt geldt. Daarnaast ziet de provincie kansen om met behulp van brongebieden de natuur te ontwikkelen en droogte te bestrijden. De watertoets en de wijze waarop de provincie daar mee omgaat is beschreven in het Provinciaal Water Plan (PWP). Provinciale Staten hebben op 20 november 2009 het Provinciaal Waterplan Waar water werkt en leeft vastgesteld. Het doel van dit plan is dat het water bijdraagt aan een gezonde omgeving voor mens, dier en plant, waarin we veilig kunnen wonen en waar ruimte is voor economische, maatschappelijke en ecologische ontwikkelingen. Gemeenten en waterschappen dienen hun waterbeleid te baseren op de uitgangspunten die de provincie in hun PWP stelt. Afbeelding 9: Uitsnede plankaart PWP Waterhuishoudkundige functies Zoals weergegeven is in Afbeelding 9 heeft de projectlocatie in het PWP de waterhuishoudkundige functie Water voor het landelijk gebied toegekend gekregen. Het waterbeheer richt zich bij deze deelfunctie op het scheppen en behouden van de waterhuishoudkundige voorwaarden die nodig zijn voor een duurzame en concurrerend gemengd landelijk gebied, met als randvoorwaarde de verplichtingen uit de Kaderrichtlijn Water en afstemming met maatregelen voor de Natura gebieden en de Natte natuurparels. Voor het overige geldt geen specifiek beschermingsbeleid. Zoals te zien is in Afbeelding 10, heeft onderhavige projectlocatie geen aanduiding gekregen in de Structuurvisie Water. Gezien vanuit het beleidskader van de Structuurvisie Water is dus geen specifiek beschermingsregime van toepassing op onderhavig projectlocatie. Gezien hetgeen hierboven beschreven past onderhavig initiatief binnen het beleidskader van de PWP. Bestemmingsplan Lage Heide 8, Eersel 19

21 Afbeelding 10: Uitsnede plankaart PWP Structuurvisie Water Waterschap de Dommel is de beheerder van zowel de kwantiteit als de kwaliteit van het grond- en oppervlaktewater in de omgeving van het plangebied. Het waterbeheer is gericht op het duurzaam beheren van het watersysteem, waarbij uitgegaan wordt van een watersysteembenadering. In het waterbeheerplan Krachtig Water beschrijft Waterschap de Dommel de hoofdlijnen van haar beleid. Het huidige waterbeheerplan beschrijft de plannen voor de periode Waterberging en bescherming van de Natura 2000 gebieden zijn de belangrijkste prioriteiten die in dit Bestemmingsplan Lage Heide 8, Eersel 20

22 waterbeheerplan genoemd worden. Ten behoeve van waterberging wordt vastgehouden aan de trits vasthouden bergen afvoeren uit het Nationaal Bestuursakkoord Water Bestaande waterhuishoudkundige situatie In de bestaande waterhuishoudkundige situatie wordt het bedrijfsafvalwater van huishoudelijke aard geloosd op het gemeentelijk riool. Bij het schoonspuiten van de stallen, wordt het water geloosd in de mestkelders, waardoor het gezamenlijk met de mest over het land wordt uitgereden. Voor het overige wordt er uit de inrichting enkel niet-verontreinigd hemelwater geloosd. Dit hemelwater is afkomstig van regenwater dat op de daken en erfverharding valt. Gemiddeld valt er jaarlijks 0,8 m 3 nietverontreinigd hemelwater per m 2 verhard oppervlak. Dit hemelwater wordt door middel van afschot van daken en erfverharding geloosd op omliggende perceelssloten. Op het bedrijf wordt aandacht besteed aan het schoonhouden van het verhard oppervlak. Er is sprake van good-house-keeping management. De erfverharding en de daken worden zo vaak als voor de goede orde noodzakelijk is schoon gehouden. Op het bedrijf vinden geen bijzondere activiteiten plaats die ertoe kunnen leiden dat er stoffen in aanraking kunnen komen met het hemelwater. Het niet-verontreinigde hemelwater kan dus zonder problemen worden geloosd op de omliggende perceelssloten Beoogde waterhuishoudkundige situatie Waterschap de Dommel is de beheerder van de kwaliteit en kwantiteit van het grond- en oppervlaktewater binnen het plangebied. Middels de Keur van Waterschap De Dommel, welke in werking is getreden op 22 december 2009, is bepaald bij welke ontwikkelingen mitigerende maatregen getroffen moeten worden. Per 1 maart 2015 is de gewijzigde Keur in werking getreden. Deze mitigerende maatregelen kunnen onder andere bestaan uit het treffen van een retentievoorziening. De handreiking watertoets van Waterschap de Dommel schrijft voor dat bij ruimtelijke plannen voor een toename van meer dan 250 m 2 verhard oppervlak mitigerende maatregelen nodig zijn. Het gaat hier om verhard oppervlak welke kan zorgen voor een puntlozing. Indien hemelwater afstroomt en kan infiltreren in de bodem is er immers geen sprake van een grotere belasting van het watersysteem. Indien het watersysteem niet anders wordt belast ten opzichte van de bestaande situatie, zijn mitigerende maatregelen niet noodzakelijk. Verder zijn deze mitigerende maatregelen van toepassing bij elke toename van het verhard oppervlak, indien de locatie is gelegen in een keurbeschermingsgebied of attentiegebied. Bij bovengenoemde geldt steeds dat het om een toename van het verhard oppervlak gaat na de datum van de inwerkingtreding van de Keur. De planlocatie is niet gelegen in een keurwaterbeschermingsgebied of attentiegebied, zoals blijkt uit Afbeelding 11. Bovendien is er geen sprake van een toename van het verhard en bebouwd oppervlak, doordat onderhavig initiatief wordt gerealiseerd in de bestaande bedrijfsbebouwing. Onderhavige ontwikkeling zorgt derhalve niet voor een andere of grotere belasting op het watersysteem, waarvoor mitigerende maatregelen noodzakelijk zijn. Het niet-verontreinigde hemelwater wordt in de beoogde bedrijfsopzet eveneens geloosd op de omliggende perceelssloten. Doordat aandacht wordt besteed aan het schoonhouden van het verhard oppervlak, kunnen er geen stoffen in aanraking komen met het hemelwater. Het bedrijfsafvalwater van huishoudelijke aard, zal ongewijzigd worden geloosd op het gemeentelijk riool. Het bedrijfsafvalwater, afkomstig van het schoonspuiten van de gebouwen, zal worden geloosd op de bestaande mestkelders. Dit water zal echter worden afgevoerd naar een erkend leverancier, doordat de hokken in het kader van hygiëne gereinigd dienen te worden met ontsmettingsmiddelen. Op het terrein worden bovendien een aantal zwemvijvers aangelegd. Dit betreffen echter zwemvijvers ten behoeve van het houden van de dieren en hebben derhalve geen waterhuishoudkundige functie. Op het bedrijf vindt geen toename van bebouwing en verharding plaats, welke kan zorgen voor een puntlozing op het oppervlaktewater. Daarnaast worden voorzorgsmaatregelen getroffen, zodat het hemelwater niet-verontreinigd kan raken. Derhalve, zijn er ten aanzien van het aspect water geen bezwaren ten aanzien van de beoogde ontwikkeling. Bestemmingsplan Lage Heide 8, Eersel 21

23 Afbeelding 11: Uitsnede kaart keurbeschermingsgebieden en attentiegebieden 4.2 Natuur Voorafgaand aan de gewenste wijziging dient onderzocht te worden of er sprake is van een aantasting van wettelijk beschermde natuurwaarden op basis van de groene wet- en regelgeving. Onderstaand zijn de diverse aspecten ten aanzien van natuurwaarden beschreven EHS De Ecologische Hoofdstructuur (EHS) is een Nederlands netwerk van bestaande en nieuw aan te leggen natuurgebieden. De EHS kent geen specifiek beschermingsregime, anders dan via het ruimtelijke spoor. Onderhavige locatie is niet gelegen in de Ecologische Hoofdstructuur, zoals opgenomen in de Verordening ruimte. Het meest nabij gelegen gebied is gelegen op een afstand van circa 450 meter van de projectlocatie. Dit gebied is gelegen ten noordwesten van de projectlocatie. De gebieden welke zijn aangemerkt als EHS zijn buiten de invloedssfeer van onderhavige ontwikkeling gelegen. Gezien de afstand tot de projectlocatie is het redelijkerwijs uit te sluiten dat onderhavig initiatief een negatieve invloed heeft op de ontwikkeling van dit gebied. Bestemmingsplan Lage Heide 8, Eersel 22

24 Afbeelding 12: Uitsnede themakaart natuur en landschap Vr 2014 locatie rood omkaderd weergegeven Flora- en Fauna In Nederland komen ongeveer soorten dieren en planten voor. Sinds april 2002 regelt de Flora- en Faunawet de bescherming van circa 500 in het wild voorkomende soorten inheemse planten en dieren. In de Flora- en Faunawet is onder meer bepaald dat beschermde diersoorten niet gedood, gevangen of verontrust mogen worden en plantensoorten niet geplukt, uitgestoken of verzameld mogen worden. Bovendien dient iedereen voldoende zorg in acht te nemen voor in het wild levende dieren en planten. Daarnaast is het niet toegestaan om hun directe leefomgeving, waaronder nesten en holen, te beschadigen, te vernielen of te verstoren. Bij het beoordelen van de in het plangebied voorkomende beschermde soorten gaat het primair om soorten die door de ingreep direct beïnvloed worden, doordat: Zij fysiek aangetast worden (doden/verwonden van dieren, verwijderen van planten); Zij verstoord worden (toename van geluid of licht); Hun vaste verblijfplaatsen c.q. groeiplaatsen aangetast of verstoord worden. Afhankelijk van de voorgestane activiteiten op de planlocatie en de aangetroffen soorten geldt een vrijstelling of dient een ontheffing te worden aangevraagd. Hierbij geldt dat de regeling strikter is bij een zeldzame soort en ingrijpende activiteit. Vogels zijn in Nederland op gelijke wijze beschermd, waarbij geldt dat vooral in het broedseizoen (15 maart 15 juli) sprake kan zijn van verontrusten, doden of verstoren van nestplaatsen. De soortenbeschermende werking is dus rechtstreeks opgenomen in de Flora- en Faunawet. Gelet op de aard van het initiatief aan de Lage Heide 8 te Eersel, dient met name bepaald te worden of ter plaatse van het achterterrein beschermde natuurwaarden (rode lijst soorten) bevinden, die verstoord zouden kunnen worden. Doordat de stallen immers nog in gebruik zijn voor de intensieve veehouderij, is het aantreffen van beschermde soorten ter plaatse van de bebouwing immers uit te sluiten. Verboden handelingen dienen desondanks zoveel mogelijk te worden voorkomen en handelingen Bestemmingsplan Lage Heide 8, Eersel 23

25 mogen niet leiden tot aantasting van de gunstige staat van instandhouding. Het (onopzettelijk) doden, verwonden of verontrusten van deze soorten dient zo veel mogelijk voorkomen te worden. Gezien het huidige intensieve gebruik van het bouwvlak en de landbouwgronden grenzend aan het bouwvlak is de aanwezigheid van beschermde of bijzondere soorten echter niet te verwachten. Tevens kan door middel van de Flora- en Faunascan van Arcadis gekeken worden of de werkzaamheden voor het realiseren van de beoogde situatie een bedreiging vormen voor de beschermde soorten. De resultaten van deze scan zijn opgenomen in Afbeelding 13. Het huidige landschapselement waar de omheinde uitloopweides gerealiseerd worden kan getypeerd worden als graslandgebied met sloten. De ruimtelijke ingreep betreft het realiseren van omheiningen en de aanleg van zwemvijvers en beplanting. In het kader van de Flora- en Faunascan kunnen deze werkzaamheden aangemerkt worden als bij/aanbouwen. Uit de scan volgt dat de aanwezigheid van beschermde soorten en een overtreding van de Flora- en Faunawet onwaarschijnlijk is. Geconcludeerd kan worden dat er geen ontheffing noodzakelijk is in het kader van de Flora- en Faunawet. De te realiseren landschappelijke inpassing, zoals beschreven in paragraaf 4.9, komt de flora en fauna bovendien ten goede. Afbeelding 13: Resultaten uit Arcadis flora- en faunascan Natuurbeschermingswet 1998 De Natuurbeschermingswet 1998 is een wet van 25 mei 1998, houdende regels ter bescherming van natuur en landschap. De Natuurbeschermingswet 1998 is in werking getreden op 1 oktober Deze wet regelt aanwijzing, beheer en bescherming van gebieden die vanwege bijzondere natuurwaarden zijn aangewezen als Natura 2000-gebied of Beschermd Natuurmonument. Het dichtstbij gelegen Natura 2000-gebied betreft Leenderbos, Groote Heide & De Plateaux op een afstand van circa 2,1 kilometer. Het dichtstbijzijnde solitair gelegen Beschermde Natuurmonument betreft Zwartven op een afstand van ruim 15,3 kilometer. Mogelijke negatieve effecten voor beschermde natuurgebieden, betreffen bijvoorbeeld oppervlakteverlies, versnippering, verontreiniging, verdroging, verstoring door geluid, optische verstoring, verstoring door mechanische effecten en bewuste verandering soortensamenstelling. Onderhavige ontwikkeling is niet verantwoordelijk voor relevante emissies met een mogelijk effect op deze beschermde natuurgebieden. Bovendien is er wegens de ruime afstand tot deze gebieden met zekerheid uit te sluiten dat er sprake is van mogelijke significante gevolgen voor de Natura gebieden of Beschermde Natuurmonumenten. De beschermde gebieden zijn niet gelegen binnen de invloedssfeer van de beoogde bedrijfsopzet aan de Lage Heide 8. Tevens is er middels onderhavig initiatief sprake van de omschakeling van een intensieve veehouderij naar een honden- en kattencentrum. De hiermee gepaard gaande emissies, zoals de uitstoot van ammoniak, worden derhalve beëindigd. Onderhavige ontwikkeling heeft derhalve positieve gevolgen, wegens het verminderen van verzurende en vermestende emissies. Bestemmingsplan Lage Heide 8, Eersel 24

26 Gezien bovenstaande is met zekerheid uit te sluiten dat onderhavig initiatief negatief effect heeft op de beschermde gebieden en is onderhavige ontwikkeling in overeenstemming met de Natuurbeschermingswet Cultuurhistorie, aardkunde en archeologie Voorafgaand aan de realisatie van de beoogde bedrijfsopzet dient onderzocht te worden of er sprake is van aantasting van archeologische, cultuurhistorische en aardkundige waarden Cultuurhistorie en aardkunde Uit de cultuurhistoriekaart van de provinciale Verordening ruimte 2014, zie Afbeelding 14, blijkt dat de projectlocatie niet gelegen is in een cultuurhistorisch vlak of een aardkundig waardevol gebied. Daarnaast kent de locatie geen complexen van cultuurhistorisch belang. Hierdoor zal bij uitvoering van het plan geen afbreuk gedaan worden aan cultuurhistorische waarden of aardkundig waardevol gebied. Afbeelding 14: Uitsnede themakaart cultuurhistorie Vr 2014, locatie rood omkaderd weergegeven Archeologie Voor archeologie geldt de nationale wetgeving die afkomstig is uit Europees beleid. Het Verdrag van Valletta (of wel: Verdrag van Malta ) regelt hoe er omgegaan moet worden met het Europees archeologisch erfgoed. Nederland heeft het verdrag in 1992 mede ondertekend. De uitgangspunten van dit Europese verdrag zijn in de Nederlandse wet- en regelgeving verankerd door middel van de Wet op de archeologische monumentenzorg (Wamz). De Wamz is in werking getreden op 1 september 2007 en wijzigt hiermee de Monumentenwet uit 1988, de Ontgrondingenwet (Ow), de Wet milieubeheer (Wm), de Woningwet (Ww) en de Wet ruimtelijke ordening (Wro). Op deze wijze is de zorg voor archeologische monumenten geregeld in het proces van de ruimtelijke ordening. Zo is onder andere bepaald dat gemeenten in nieuwe bestemmingsplannen rekening moeten houden met de in de grond aanwezige, dan wel te verwachten, archeologische waarden. Bij deze nieuwe plannen kunnen voorwaarden worden gesteld aan omgevingsvergunning voor de activiteiten bouw, aanleggen e.d. Bestemmingsplan Lage Heide 8, Eersel 25

27 In het bestemmingsplan is, zoals reeds beschreven in de paragraven 1.3 en 3.3, voor de locatie aan de Lage Heide 8 te Eersel de dubbelbestemming Waarde Archeologie 5.1 opgenomen. Deze dubbelbestemming is afkomstig uit het op 26 januari 2012 vastgestelde Beleidsplan Archeologische Monumentenzorg. Blijkens de regels van dit bestemmingsplan is nader archeologisch onderzoek pas noodzakelijk bij bodemverstoringen dieper dan 30 cm onder het bestaande maaiveld en bij een maximale oppervlakte van meer dan m 2. Bij onderhavig initiatief is er geen sprake van de toename van het bebouwd oppervlak. In dit kader zullen derhalve geen graafwerkzaamheden plaatsvinden. De aan te leggen zwemvijvers krijgen bovendien een omvang van ruimschoots minder dan m 2. Op basis van de bestemmingsregels is een nader onderzoek derhalve niet noodzakelijk. 4.4 Geur Voor honden en katten zijn bij wet geen geuremissiefactoren vastgesteld. Er is dus geen specifiek beschermingsregime ten aanzien van de geur afkomstig van deze dieren. Gegevens omtrent de eventuele geurhinder van het houden van honden en katten, kunnen gehaald worden uit de VNGhandreiking Bedrijven en milieuzonering, editie Het houden van huisdieren wordt hierbij aangemerkt als milieucategorie 3.1, waarbij de te hanteren afstand wat betreft het aspect geur 30 meter bedraagt. Deze geur is met name afkomstig door de uitwerpselen van de dieren. De honden zijn zindelijk en doen derhalve met name hun behoeftes in de uitloopweides. De katten doen hun behoefte op de kattenbakken. Bij HC Fikkie zullen de uitwerpselen meerdere keren per dag worden opgeruimd. Voor de katten geldt eveneens dat de kattenbakken meermaals per dag worden leeggehaald. De mest zal worden opgeslagen op een vaste mesthoop, geconcentreerd nabij de bestaande bedrijfsbebouwing. Binnen een afstand van 30 meter rondom de complete projectlocatie zijn geen geurgevoelige objecten gelegen. Hieruit kan reeds voldoende worden geconcludeerd dat er geen hinder zal worden ondervonden wat betreft het aspect geur. Bovendien is er momenteel sprake van een varkenshouderij met traditionele huisvestingssystemen. Er is derhalve geen sprake van geurreductie in de huidige stallen. De geurvracht afkomstig van deze dieren is derhalve in verhouding relatief hoog. In de eerder genoemde VNG-handreiking wordt voor het houden van varkens bovendien een richtafstand van 200 meter opgenomen. De geursituatie verbeterd derhalve met de beoogde wijziging aanzienlijk. Ten aanzien van het aspect geur zijn derhalve geen bezwaren voor onderhavige ontwikkeling. 4.5 Geluid en verkeer De Wet geluidhinder is sinds 1979 het juridisch kader voor het Nederlandse geluidsbeleid. Deze wet zorgt voor de bescherming van geluidsgevoelige bestemmingen tegen geluidhinder van wegverkeerslawaai, spoorweglawaai en industrielawaai. Hierbij wordt o.a. gebruik gemaakt van zonering en geluidsnormen. De geluidsproductie van een honden- en kattencentrum is in hoofdzaak afkomstig van blafgeluid en vervoersbewegingen. Om de geluidsbelasting van de beoogde bedrijfsopzet inzichtelijk te maken is door Gbs Milieuadvies een akoestisch onderzoek uitgevoerd. Dit volledige onderzoek is opgenomen in Bijlage 3. Voor de onderzoeksmethode, de volledige rekenresultaten e.d. wordt derhalve verwezen naar dit onderzoek. In dit onderzoek is zowel het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau, het maximaal geluiddrukniveau alsmede de indirecte hinder bepaald. In het onderzoek is de geluidbelasting bepaald, vanwege activiteiten in de representatieve bedrijfssituatie (tijdens een drukke dag). Uit het onderzoek blijkt dat in de representatieve bedrijfssituatie voldaan kan worden aan het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau ter plaatse van de geluidgevoelige bestemmingen. Tevens kan worden voldaan aan de normstelling voor het maximaal geluiddrukniveau. Voor de indirecte hinder vanwege wegverkeer van en naar de inrichting kan aan de voorkeursgrenswaarde van 50 db(a) etmaalwaarde worden voldaan. De nieuwe bedrijfssituatie is akoestisch gezien ruimtelijk inpasbaar. Bestemmingsplan Lage Heide 8, Eersel 26

28 4.6 Luchtkwaliteit In de Wet milieubeheer is de Europese richtlijn geïmplementeerd op het gebied van grenswaarden voor diverse stoffen. Het doel van de wet is mensen te beschermen tegen risico's van luchtverontreiniging. Voor de kwaliteit van de buitenlucht zijn in bijlage 2 bij de Wm bepaalde milieukwaliteitseisen voor de buitenlucht opgenomen. Deze milieukwaliteitseisen betreffen grenswaarden van concentraties voor zwaveldioxide, stikstofoxiden (NO x als NO 2 ) zwevende deeltjes (PM 10 en PM 2,5 ), lood, koolmonoxide en benzeen. Bij onderhavige ontwikkeling zou enkel de emissie van fijnstof en NO 2 mogelijk bepalend kunnen zijn voor de luchtkwaliteit in de omgeving. Emissies van overige stoffen, waaraan volgens de Wet Luchtkwaliteit getoetst moet worden, zijn verwaarloosbaar en leiden niet tot overschrijdingen van de grenswaarden zoals opgenomen in de Wet. De emissie van NO 2 op het bedrijf is beperkt. Op het bedrijf veroorzaken mobiele bronnen en de verwarmingsinstallatie een zéér beperkte emissie NO 2. Gezien de beperkte emissie en de lage achtergrondconcentratie ter plaatse zijn ten aanzien van NO 2 met zekerheid geen problemen voor de luchtkwaliteit te verwachten. Voor honden en katten zijn geen emissiefactoren bekend ten aanzien van stof. In de VNG-handreiking Bedrijven en milieuzonering, editie 2009 is voor deze type bedrijven echter een richtafstand opgenomen voor het aspect stof. Deze minimaal aan te houden afstand bedraagt 0 meter. Reeds hieruit kan worden geconcludeerd dat de beoogde ontwikkeling geen negatieve gevolgen heeft voor de luchtkwaliteit. Onderhavige ontwikkeling gaat bovendien, zoals reeds eerder vermeld, gepaard met een beëindiging van de intensieve veehouderij ter plaatse. Hierdoor vindt dus een afname van de fijnstofemissie plaats. Onderhavige ontwikkeling heeft daarmee dus positieve gevolgen voor de luchtkwaliteit. 4.7 Bedrijven en milieuzonering Milieuzonering heeft als doel om een voldoende ruimtelijke scheiding aan te brengen tussen milieubelastende activiteiten (zoals bedrijven) en gevoelige functies (zoals woningen). Ten behoeve van deze ruimtelijke scheiding is door de VNG een handreiking ( Bedrijven en milieuzonering, editie 2009) uitgegeven, waarin bedrijven zijn ingedeeld in een aantal milieucategorieën met bijbehorende gewenste afstand tot milieugevoelige functies. In de huidige situatie is sprake van een varkenshouderij, welke wordt ingedeeld in milieucategorie 4.1 met een indicatieve afstand van 200 meter. De gewenste bedrijfsactiviteiten aan de Lage Heide 8 te Eersel zijn gelet op deze handreiking qua aard en activiteiten het beste in te delen bij dierenasiels en pensions. Deze bedrijven hebben als milieucategorie 3.2 toegekend, met name wegens het aspect geluid. De gewenste indicatieve afstand bij dergelijke bedrijven bedraagt 100 meter. Gelet op de omgeving wordt ruimschoots aan deze afstand voldaan. De dichtstbijzijnde woning (Lage Heide 1) is immers op een afstand van meer dan 150 meter vanaf de inrichting gelegen. Daarnaast kan worden opgemerkt dat voor onderhavige situatie het aspect geluid nader is onderzocht, waaruit geen belemmeringen zijn gebleken. Het initiatief respecteert derhalve een voldoende ruimtelijke scheiding tot omliggende functies. 4.8 Volksgezondheid Gezondheidsrisico s zijn een optelsom van blootstelling, gevaar en impact. Bij blootstelling wordt er gekeken hoeveel ziekteverwerker een persoon binnen moet krijgen om geïnfecteerd te raken of ziek te worden. Gevaren zijn er in diverse vormen, zoals biologisch (bijv. ziekteverwekkende bacteriën), chemisch (bijv. diergeneesmiddelen of bestrijdingsmiddelen) of fysisch (zoals elektriciteit of ter plaatse gewond raken). Impact staat voor de grootte van het effect dat veroorzaakt wordt. Wat betreft het houden van honden en katten zijn geen volksgezondheidsrisico s bekend. Voordat een omgevingsvergunning, activiteit milieu, voor onderhavige activiteit verleend wordt, moet het beoogde initiatief bovendien getoetst worden aan diverse milieuaspecten. Door diverse wetten is voorgeschreven wat de maximale grenswaarden zijn en welke voorzorgsmaatregelen getroffen moeten worden. Indien een bedrijf niet voldoet, zal een vergunning dus niet verleend worden. Er mag vanuit worden gegaan dat de grenswaarden die in de wet zijn opgenomen de volksgezondheid in voldoende mate beschermen. Bestemmingsplan Lage Heide 8, Eersel 27

29 Bij naleving van de milieuwetgeving, het volledig benutten van de technische mogelijkheden en het management van een goede hygiëne worden de volksgezondheidsrisico s bij het initiatief tot een minimum beperkt. 4.9 Landschappelijke inpassing Op basis van het provinciale ruimtelijke beleid en de gemeentelijke afstemmingsnotitie Landschapsinvesteringsregeling De Kempen is landschappelijke inpassing van onderhavige ruimtelijke ontwikkeling wenselijk. Dit is reeds toegelicht in paragraaf Bovendien is landschappelijke inpassing vanuit initiatiefnemer zeer gewenst, zodat de roedels in de uitloopweides zo min mogelijk prikkels van buitenaf krijgen. De beoogde landschappelijke inpassing is weergegeven op onderstaande afbeelding. Deze tekening is bovendien op schaal bijgevoegd in Bijlage 4. Het landschappelijk inpassingsplan is tot stand gekomen teneinde onderhavige ontwikkeling aan het zicht te onttrekken en daarnaast mede om de reeds aanwezige landschapselementen te versterken. Ten oosten van de projectlocatie, buiten de perceelsgrenzen, is reeds deels een bestaande (doorbroken) bomenrij gelegen. Deze bestaande bomenrij is ingetekend op Afbeelding 15. Door hier een houtwal, met mede ter plaatse van het doorbroken deel solitaire bomen, te plaatsen wordt het bestaande landschapselement versterkt. Er ontstaat hierdoor een dichte en groene landschappelijke afscherming. De beoogde houtwal wordt verder, zonder solitaire bomen, doorgetrokken langs de randen van de hondenuitloopweides. Hierdoor wordt het bedrijf aan alle zijdes aan het zicht onttrokken. Dit is bovendien passend in de omgeving, doordat diverse (agrarische) bedrijven in de directe omgeving ook omgeven zijn door landschappelijke inpassing. Door het bedrijf aan de Lage Heide 8 te Eersel ook te omgeven met een houtwal, worden de bebouwing en bedrijfsactiviteiten aan het zicht onttrokken en tevens landschappelijk ingepast in relatie tot de bestaande omgeving. Ten westen van de bedrijfsbebouwing wordt geen beplanting gerealiseerd. Hier is immers reeds een bestaande dichte bomenrij aanwezig. Ten oosten van het meest oostelijk gelegen gebouw wordt bovendien tevens een houtwal gerealiseerd. Hierdoor wordt deze bebouwing ook vanaf de weg groen ingepast. De gekozen soorten zijn tot stand gekomen door te zoeken naar inheemse soorten, welke passend zijn in de omgeving en bovendien geschikt zijn voor honden. Een aantal soorten kunnen namelijk giftig zijn voor honden en daarmee problemen geven in de uitloopweides (bijvoorbeeld middels bladeren, vruchten, e.d.). De te realiseren landschappelijke inpassing heeft een omvang van in totaal m 2. Het bouwvlak krijgt een omvang van m 2. De landschappelijke inpassing bedraagt dus circa 75% van de omvang van het beoogde bouwvlak. De landschappelijke inpassing heeft een omvang van ruim 20% van het totale bestemmingsvlak van 1,5 hectare. De aanleg en instandhouding van deze landschappelijke inpassing zal geborgd worden in de regels en op de verbeelding van het plan. Bestemmingsplan Lage Heide 8, Eersel 28

30 Afbeelding 15: Landschappelijk inpassingsplan Bestemmingsplan Lage Heide 8, Eersel 29

31 4.10 Bodemkwaliteit Er is in onderhavige situatie sprake van de wijziging van een varkenshouderij naar een honden- en kattencentrum. Het is hierdoor nodig om een historisch bodemonderzoek uit te voeren om te achterhalen welke activiteiten hebben plaatsgevonden en of hierbij sprake is van een risico op bodemvervuiling. Het volledige onderzoek is bijgevoegd in Bijlage 5. Uit het onderzoek volgt dat er sprake was van de aanwezigheid van een ondergrondse tank en een bovengrondse dieseltank. Er zijn verder geen bijzonderheden geconstateerd. De ondergrondse tank is in omstreeks 1990 reeds gesaneerd. Ervan uitgaande dat deze op correcte wijze is gesaneerd is hier geen verontreiniging te verwachten. De bovengrondse dieseltank is niet meer aanwezig. De toplaag rondom deze tank kan als verdacht worden beschouwd als gevolg van eventuele morsverliezen bij het tanken. Ter plaatse van deze bovengrondse tank worden geen gevoelige functies gerealiseerd en is sprake van erfverharding. Uit het uitgevoerde bodemonderzoek volgt dat er voor het overige geen aanleiding bestaat om te vermoeden dat er sprake is van significante bodemverontreiniging. Binnen de bedrijfsvoering vinden nauwelijks bodembedreigende activiteiten plaats. Enkel de opslag van mest en voer en eventueel het onderhoud en reparaties van eigen materieel kan als bodembedreigende activiteit worden aangemerkt. Op het bedrijf zullen bovendien gebruikshoeveelheden reinigings- en ontsmettingsmiddelen aanwezig zijn. Deze worden opgeslagen in afsluitbare (koel)kasten. Door gebruik te maken van zeer reguliere voorzieningen, zoals vloeistofkerende vloeren, vloeistofdichte mestkelders, lekbakken en afgesloten kasten wordt het bodembedreigende risico verwaarloosbaar gemaakt. Door visuele controle, de aanwezigheid van absorptiemiddelen en de aanwezigheid van de bodembeschermende voorzieningen wordt het bodemrisico nog verder teruggebracht. In de aangevraagde omgevingsvergunning zal rekening worden gehouden met het aspect preventieve bodembeschermende maatregelen en het behoud van een duurzame bodemkwaliteit. Middels het treffen van de beschreven technische maatregelen en voorzieningen is er sprake van een verwaarloosbaar risico op bodemverontreiniging. Ten aanzien van het aspect bodem zijn er derhalve geen bezwaren voor de gewenste ontwikkeling Externe veiligheid Externe veiligheid beschrijft de risico s die ontstaan als gevolg van opslag of handelingen met gevaarlijke stoffen. Het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) en de bijbehorende Regeling externe veiligheid inrichtingen (Revi) zijn op 27 oktober 2004 in werking getreden. Het besluit legt veiligheidsnormen op aan bedrijven die een risico vormen voor personen buiten het bedrijfsterrein. Het besluit heeft betrekking op het gebruik, de opslag en de productieve gevaarlijke stoffen van inrichtingen. Verder heeft het besluit betrekking op het transport van gevaarlijke stoffen en het gebruik van luchthavens. Gezien de aard van de voorgenomen activiteiten (exploitatie van een honden- en kattencentrum) op de planlocatie is het Bevi niet van toepassing. De werkzaamheden omvatten niet het gebruik, opslag of vervoer van gevaarlijke stoffen. Uit de risicokaart, zie Afbeelding 16, blijkt dat er geen risicovolle inrichtingen en kwetsbare objecten aanwezig zijn op of nabij de projectlocatie. Er ontstaan daardoor geen belemmeringen voor de beoogde ontwikkelingen op de projectlocatie. Op een afstand van ruim 275 meter is wel een kwetsbaar object gelegen in de vorm van een minicamping. Het honden- en kattencentrum aan de Lage Heide 8 veroorzaakt echter geen veiligheidsrisico s voor deze functie. Aangezien onderhavige projectlocatie niet is gelegen binnen een risicoaanduiding of binnen veiligheidsafstanden zijn geen risico s aanwezig voor de gewenste ontwikkeling. Derhalve kan worden geconcludeerd dat er voor dit project geen belemmeringen zijn vanuit het oogpunt van externe veiligheid. Bestemmingsplan Lage Heide 8, Eersel 30

32 Afbeelding 16: Uitsnede risicokaart, locatie rood omkaderd weergegeven 4.12 Technische infrastructuur In of nabij het plangebied liggen geen planologisch relevante buisleidingen en lopen tevens geen relevante straalpaden (zoals te zien op de risicokaart in Afbeelding 16). Voordat er gegraven wordt ten behoeve van de zwemvijvers zal er een KLIC-melding gedaan worden om relevante kabels en leidingen van het plangebied in beeld te brengen Milieueffectrapportage en vormvrije m.e.r.-beoordeling Een milieueffectrapportage (MER), en de bijbehorende procedure (m.e.r.), is een hulpmiddel om de belangen van het milieu volwaardig te betrekken bij de besluitvorming omtrent plannen en projecten. Het gaat hierbij wel enkel om plannen en projecten die kunnen leiden tot initiatieven waarmee het milieu mogelijk nadelig kan worden beïnvloed. Als uitgangspunt geldt voor plannen, waaronder partiële herzieningen, onderstaande criteria om te beoordelen of een MER noodzakelijk is: - Plannen die kaderstellend zijn voor toekomstige m.e.r.- (beoordelings)plichtige besluiten; - Plannen waarvoor een passende beoordeling nodig is in verband met een mogelijk significant negatief effect op Natura 2000 gebieden. Een plan is kaderstellend voor een toekomstig m.e.r.- (beoordelings)plichtig besluit indien er sprake is van een overschrijding van de grenswaarden uit de C- of D-lijst van het Besluit m.e.r. In de beoogde bedrijfsopzet is sprake van het houden van maximaal 120 honden en 30 katten. Voor het houden van honden en katten zijn geen grenswaarden opgenomen in de C- of D-lijst. Er is derhalve geen sprake van een toekomstig m.e.r.-(beoordelings)plichtig besluit. Wat betreft het eerste criteria geldt er derhalve geen plicht tot het opstellen van een MER. Bestemmingsplan Lage Heide 8, Eersel 31

33 Onder de grenzen uit de C- en D-lijst van het Besluit m.e.r. geldt nog wel de plicht om een vormvrije m.e.r.-beoordeling uit te voeren. Dit houdt in dat er bekeken moet worden of er bij het initiatief sprake is van dusdanig bijzondere omstandigheden of milieueffecten dat er toch een MER moet worden opgesteld. Hierbij wordt gekeken naar de selectiecriteria uit bijlage III bij de m.e.r.-richtlijn (2011/92/EU), welke o.a. de omvang van het project, de cumulatie met andere projecten en het gebruik van natuurlijke hulpbronnen betreffen. Deze zaken zijn uitgebreid onderzocht in het kader van onderhavige toelichting, tezamen met alle andere milieuhygienische en planologische aspecten. Hieruit zijn geen bezwaren gebleken, waaruit bovendien geconcludeerd kan worden dat er geen noodzaak is tot het opstellen van een MER. Ten aanzien van het tweede criteria inzake een mogelijke MER-plicht, geldt dat er bij onderhavige situatie geen sprake is van een plan waarvoor een passende beoordeling nodig is in verband met een mogelijk significant negatief effect op Natura 2000-gebieden. Zoals in paragraaf reeds uitgebreid uiteengezet heeft onderhavige ontwikkeling met zekerheid geen mogelijk significant effect op de Natura 2000-gebieden en de Beschermde Natuurmonumenten. Er is zelfs sprake van een verbetering doordat het huidige intensieve veehouderijbedrijf wordt beëindigd. Er is dus geen sprake van de verplichting tot het opstellen van een MER en het doorlopen van de bijbehorende procedure. Wel heeft er een vormvrije m.e.r.-beoordeling plaatsgevonden, waarbij alle relevante planologische en milieuhygiënische aspecten zijn getoetst en akkoord bevonden. Bestemmingsplan Lage Heide 8, Eersel 32

34 5. Juridische planbeschrijving In dit hoofdstuk wordt een toelichting gegeven op de juridische regeling van dit bestemmingsplan. 5.1 Juridische achtergrond De Wet ruimtelijke ordening (Wro) verplicht gemeenten bestemmingsplannen op te stellen. In de Wro en het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is nader uitgewerkt uit welke onderdelen een bestemmingsplan in ieder geval moet bestaan. Het gaat om een verbeelding met planregels en een toelichting daarop. Daarnaast biedt zowel de Wro als het Bro opties voor een nadere juridische inrichting van een bestemmingsplan. Hierbij moet worden gedacht aan de toepassing van afwijkingsmogelijkheden en wijzigingsbevoegdheden en het toepassen van nadere eisen. Uitgangspunt is dat het bestemmingsplan moet voorzien in een passende regeling voor de komende tien jaar. Dat is in principe de geldigheidsduur van een bestemmingsplan. Het juridisch bindende onderdeel van het bestemmingsplan bestaat uit de verbeelding en regels. De regels bevatten het juridisch instrumentarium voor het regelen van het gebruik van de gronden en gebouwen en bepalingen omtrent de toegelaten bebouwing. De verbeelding heeft een ondersteunende rol voor de toepassing van de regels alsmede de functie van visualisering van de bestemmingen. De verbeelding vormt samen met de regels het voor de burgers bindende onderdeel van het bestemmingsplan. Bij bestemmingsplannen gaat het om de belangen van burgers en bedrijven. Zij dienen zich snel en op eenvoudige wijze een juist beeld te kunnen vormen van de planologische mogelijkheden en beperkingen op één of meerdere locatie(s). Daarnaast is de vergelijkbaarheid van ruimtelijke plannen van belang voor degenen die deze plannen in grotere samenhang wensen te bezien. Hierbij kan gedacht worden aan degenen die betrokken zijn bij de planvoorbereiding, de planbeoordeling en het monitoren van beleid. De SVBP maakt het mogelijk om bestemmingsplannen te maken die op vergelijkbare wijze zijn opgebouwd en op eenzelfde manier worden verbeeld. De SVBP geeft bindende standaarden voor de opbouw en de verbeelding van het bestemmingsplan, zo ook voor de regels. Voor bestemmingsplannen, zoals voorliggend plan, is het verplicht de regels van de SVBP te volgen. 5.2 Toelichting verbeelding Op de verbeelding zijn de bestemmingen van de in het plan begrepen gronden aangewezen en begrensd. Voor de benaming van de bestemmingen en aanduidingen is aangesloten bij het moederplan het bestemmingsplan Buitengebied, zoals vastgesteld op 3 april Voor het overige wordt aangesloten bij het SVBP. Op de verbeelding zijn ter plaatse van het bouwvlak de volgende bestemmingen en aanduidingen opgenomen: - Enkelbestemming Bedrijf Agrarisch verwant en technisch hulpbedrijf - Bouwvlak - Functieaanduiding bedrijfswoning - Functieaanduiding specifieke vorm van bedrijf 2 - Functieaanduiding groen Middels de functieaanduiding specifieke vorm van bedrijf 2 wordt een specifieke bestemming opgenomen, zodat ter plaatse een honden- en kattencentrum met de beoogde bedrijfsactiviteiten mogelijk wordt. De hondenuitloopweides en de parkeervoorziening worden ook binnen de enkelbestemming Bedrijf Agrarisch verwant en technisch hulpbedrijf, maar buiten het bouwvlak, gesitueerd. Deze hondenuitloopweides en de parkeervoorziening krijgen respectievelijk de functieaanduiding specifieke vorm van bedrijf 1 en parkeerterrein. Bestemmingsplan Lage Heide 8, Eersel 33

35 De gronden in het plangebied, buiten de enkelbestemming Bedrijf Agrarisch verwant en technisch hulpbedrijf, krijgen de enkelbestemming Agrarisch. De landschappelijke inpassing zal geborgd worden, middels het ter plaatse toekennen van de functieaanduiding groen. Ter plaatse van het plangebied zijn bovendien de functieaanduiding landschapswaarden en de dubbelbestemming Waarde Archeologie 5.1 opgenomen. Deze bestemmingen en aanduidingen zijn, overeenkomstig het moederplan opgenomen. De gebiedsaanduiding reconstructiewetzone - landbouwontwikkelingsgebied primair was afkomstig van het reconstructiebeleid en doorvertaald in de provinciale beleidsregels. Het huidige provinciale ruimtelijke beleid voert echter geen beleid meer ten aanzien van de reconstructie. Deze gebiedsaanduiding wordt derhalve niet meer opgenomen in onderhavig bestemmingsplan. 5.3 Toelichting regels De regels behorende bij voorliggend bestemmingsplan bestaan uit inleidende regels, bestemmingsregels, algemene regels en overgangs- en slotregels. De regels bij voorliggend bestemmingsplan worden gewijzigd ten opzichte van het vigerende bestemmingsplan. Echter waar het mogelijk is wordt aangesloten bij de regels van het vigerende bestemmingsplan. De regels hebben betrekking op de in de verbeelding opgenomen bestemmingen en aanduidingen. Nieuw ten opzichte van het bestemmingsplan buitengebied, zoals vastgesteld op 3 april 2012, zijn specifieke regels welke zijn toegevoegd ten aanzien van de functieaanduidingen specifieke vorm van bedrijf 1, specifieke vorm van bedrijf 2 en parkeerterrein. Hiermee worden de gewenste nieuwe functies planologisch toegelaten. Tevens zijn regels opgenomen voor de functieaanduiding groen, waarmee de aanleg en instandhouding van de landschappelijke inpassing wordt verzekerd. Bestemmingsplan Lage Heide 8, Eersel 34

36 6. Uitvoerbaarheid 6.1 Financiële uitvoerbaarheid De voorgestane ontwikkeling aan de Lage Heide 8 te Eersel betreft een particulier initiatief. De met de ontwikkeling gepaard gaande kosten worden dan ook gedragen door de desbetreffende particuliere initiatiefnemer. Hiermee is de financiële haalbaarheid voor de gemeente gegarandeerd. Dit plan heeft geen financiële consequenties voor de gemeente. Dit wordt vastgelegd in een anterieure overeenkomst, waarbij de eventuele planschade voor rekening komt van de initiatiefnemer. De economische uitvoerbaarheid is hiermee voldoende aangetoond. 6.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid De maatschappelijke uitvoerbaarheid heeft als doel aan te tonen dat het plan maatschappelijk draagvlak heeft. In dat kader is de gelegenheid tot inspraak geboden. Ook heeft vooroverleg plaatsgevonden met de daartoe aangewezen instanties Vooroverleg In het kader van artikel Bro wordt overleg gevoerd over het voorontwerpbestemmingsplan met de gebruikelijke overlegpartners, Waterschap de Dommel en provincie Noord-Brabant. Het Waterschap heeft aangegeven in te stemmen met onderhavige ontwikkeling. De provincie Noord- Brabant heeft een aantal aanwijzingen gegeven in hun vooroverlegreactie. Deze zaken zijn in het plan aangepast en verwerkt Zienswijzen en beroep De vaststellingsprocedure van deze partiële herziening vind plaats volgens artikel 3.8 van de Wet ruimtelijke ordening. Het bestemmingsplan wordt in dit kader ter visie gelegd gedurende een periode van zes weken. Gedurende deze periode wordt een ieder in de gelegenheid gesteld zijn zienswijzen kenbaar te maken tegen het plan. De eventueel ingebrachte zienswijzen worden behandeld in de zienswijzenota. De eventuele wijzigingen t.o.v. het ontwerp zullen hierin worden verwoord. Na vaststelling wordt het plan voor de tweede maal zes weken ter visie gelegd. Gedurende deze periode kunnen belanghebbenden tegen het vaststellingsbesluit beroep instellen bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State. Tevens kan er beroep worden ingesteld tegen de eventueel gewijzigde onderdelen. Indien geen beroep wordt ingesteld, is het plan na deze beroepstermijn onherroepelijk en treedt het plan in werking. Bestemmingsplan Lage Heide 8, Eersel 35

37 7. Planologische afweging Onderhavige toelichting betreft de planologische verantwoording voor de wijziging van het intensieve veehouderijbedrijf aan de Lage Heide 8 te Eersel naar een agrarisch verwant bedrijf, teneinde ter plaatse een honden- en kattencentrum op te richten. De ontwikkeling van een honden- en kattencentrum is ter plaatse niet rechtstreeks toegestaan volgens het vigerende bestemmingsplan. Dit doordat er sprake is van een agrarische bestemming en er met de beoogde ontwikkeling sprake is van een agrarisch verwant bedrijf. Bovendien kan geen gebruik gemaakt worden van de wijzigingsbevoegdheden in het moederplan, doordat de locatie aan de Lage Heide 8 in het bestemmingsplan is aangeduid als landbouwontwikkelingsgebied. Middels een partiële herziening van het bestemmingsplan (artikel 3.1 Wro) is de gewenste ontwikkeling toch mogelijk. Middels onderhavige toelichting wordt aangetoond dat met onderhavig initiatief geen nadelige gevolgen ontstaan voor milieu, mens en leefomgeving. Het initiatief is getoetst aan alle relevante beleidskaders op rijks, provinciaal en gemeentelijk niveau. Dit beleid vormt geen belemmering voor het initiatief. Tevens is het initiatief getoetst aan alle relevante milieu-hygiënische en planologische aspecten. Hieruit is gebleken dat met beoogde bedrijfsopzet geen nadelige effecten ontstaan voor de omgeving. Daarnaast wordt geïnvesteerd in de kwaliteitsverbetering van het landschap door de locatie aan de Lage Heide 8 landschappelijk in te passen. Resumerend kan worden geconcludeerd dat onderhavig initiatief een verantwoord initiatief betreft. Bestemmingsplan Lage Heide 8, Eersel 36

38 Bijlagen Bijlage 1: Situatietekening beoogde bedrijfsopzet A3 Bijlage 2: Economische berekening kwaliteitsverbetering landschap, Verschel Bijlage 3: Akoestisch onderzoek Gbs Milieuadvies Bijlage 4: Landschappelijk inpassingsplan A3 Bijlage 5: Bodemonderzoek Lankelma Bestemmingsplan Lage Heide 8, Eersel 37

39

40 Economische onderbouwing kwaliteitsverbetering van het landschap conform 3.2 Verordening Ruimte voor de locatie: Lage Heide 8 te Eersel Boschoven XG Baarle-Nassau T: +31 (0) M: +31 (0) info@verschel.nl Waardevermeerdering en investering Wijziging bestemming ha Oppervlakte agrarisch bouwvlak bestaand 0,5252 Oppervlakte bouwvlak bedrijf nieuw 0,4216 Grondwaardevermeerdering conform "Landschapsinvesteringsregeling De Kempen" m² / m² Waarde agrarisch bouwvlak: 5252 x 25,00 = ,00 Waarde bouwvlak bedrijf 4216 x 80,00 = ,00 Waarde cultuurgrond 1036 x 5,00 = 5.180,00 Totaal ,00 Waardestijging ,00 Basisinspanning op basis van redelijkheid: 20% x ,00 --> ,00 Kwaliteitsverbetering landschap o.b.v. normbedragen inrichting STIKA: Houtwal m² st / m² Houtwal (bosplantsoen) 3156 x 0,6 = 1894 Aanleg st / st Aanplant houtwal: 1894 x 1,58 = 2.991,89 Beheer m² / 100 m² kosten beheer voor 10 jaar: 3156 x 71,90 = 2.269,16 + Totaalkosten inrichting 5.261,05 --> 5.261,05 Solitaire bomen in houtwal Aanleg st / st Bomen (Tilia vulgaris) 16 x 60,62 = 969,92 Beheer m² / 100 m² kosten beheer voor 10 jaar: 16 x 71,90 = 1.150,40 +

41 Totaalkosten inrichting 2.120,32 --> 2.120,32 Waardedaling ondergrond kwaliteitsverbetering landschap ha Totale opp kwaliteitsverbetering binnen bouwvlak bedrijf 0,0278 Totale opp kwaliteitsverbetering buiten bouwvlak 0,2878 / ha ha Waarde cultuurgrond ,00 x 0,2878 = ,00 Waarde bouwvlak bedijf ,00 x 0,0278 = ,00 Waarde groenelement 5.000,00 x 0,3156 = 1.578,00 - Waardevermindering ondergrond ,00 --> ,00 Totale investeringskosten ten behoeve kwaliteitsverbetering ,37 Benodigde investering ten behoeve van bedrijfsuitbreiding ,00 - Extra kwaliteitswinst 201,37

42 Akoestisch onderzoek Hondencentrum Fikkie Lage Heide 8 te Eersel Gbs Milieuadvies M: (06) Website: A. van Bergenstraat 95 T: kvk: SN Breda info@gbsmilieuadvies.nl Rabobank NL67 Rabo

43 Colofon Rapportnummer: Raoi0011aa.jg Versie: 1 Plaats en datum: Breda 30 juni 2014 Opdrachtgever: Contactpersoon: Onderzoekslocatie: Contactpersoon: Uitgevoerd door: Van Dun Advies BV Dorpsstraat TE Ulicoten Dhr. H. Wilborts Lage Heide NM Reusel Mevr. J. van Uijtregt Gbs Milieuadvies A. van Bergenstraat SN Breda Contactpersoon: Telefoon: Auteur: dhr. J. Gildbrandsen info@gbsmilieuadvies.nl dhr. ing. J. Gildbrandsen Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie of anderzijds zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de opdrachtgever of van Gbs Milieuadvies. Kenmerk: Raoi0011aa.jg 2

44 Samenvatting Voor Hondencentrum Fikkie welke zich wil gaan vestigen aan de Lage Heide 8 te Eersel (gemeente Eersel) is een akoestisch onderzoek verricht. Momenteel is op deze locatie een bestemming met een agrarisch bouwblok aanwezig. Men is voornemens de bestemming van deze locatie te wijzigen naar een niet agrarische bestemming. In het kader van deze wijziging heeft de gemeente hierbij om een akoestisch onderzoek gevraagd. Onderhavig onderzoek kan tevens dienst uit maken ten behoeve van een vergunningsaanvraag in het kader van de Wabo. Het akoestisch onderzoek beschrijft de nieuwe, aangevraagde bedrijfssituatie. In onderhavig onderzoek is zowel het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau, het maximaal geluiddrukniveau alsmede de indirecte hinder bepaald. In het onderzoek is de geluidbelasting bepaald, vanwege activiteiten in de representatieve bedrijfssituatie (tijdens een drukke dag). Langtijdgemiddeld beoordelingsniveau Uit het onderzoek blijkt dat in de representatieve bedrijfssituatie voldaan kan worden aan het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau ter plaatse van de geluidgevoelige bestemmingen. Maximaal geluiddrukniveau In de representatieve bedrijfssituatie kan voldaan worden aan de normstelling voor het maximaal geluiddrukniveau. Indirecte hinder Voor de indirecte hinder vanwege wegverkeer van en naar de inrichting kan aan de voorkeursgrenswaarde van 50 db(a) etmaalwaarde worden voldaan. De nieuwe bedrijfssituatie is akoestisch gezien ruimtelijk inpasbaar. Kenmerk: Raoi0011aa.jg 3

45 Inhoudsopgave Pagina 1. Inleiding Normstelling Situatie en bedrijfsomstandigheden Achtergrondinformatie Bedrijfsactiviteiten / modellering Representatieve bedrijfssituatie (Rbs) Toepassing methodiek zoals vermeld in hoofdstuk Regelmatige afwijking representatieve situatie (Rars) Incidentele bedrijfssituatie(s) Modellering Bronvermogenbepaling Indirecte hinder Modelgegevens / bedrijfduren Rekenresultaten Langtijdgemiddeld beoordelingsniveau (Rbs) Maximaal geluiddrukniveau (Rbs) Indirecte hinder Conclusie Wijziging bestemmingsplan procedure Vergunningsaanvraag in het kader van de Wabo Figuren 1 Situatieschets 2 Modelgegevens, objecten 3 Modelgegevens, bronnen lichte motorvoertuigen 4 Modelgegevens, bronnen blaffen honden 5 Modelgegevens, bronnen piekbronnen 6 Modelgegevens, bronnen indirecte hinder 7 Modelgegevens, immissiepunten Bijlagen 1 Modelgegevens representatieve bedrijfssituatie 2 Rekenresultaten LAr,LT representatieve bedrijfssituatie 3 Rekenresultaten LA,max representatieve bedrijfssituatie 4 Rekenresultaten LAr,LT indirecte hinder Kenmerk: Raoi0011aa.jg 4

46 1. Inleiding In opdracht van Van Dun Advies BV is door Gbs Milieuadvies een akoestisch onderzoek uitgevoerd naar de geluidbelasting ter plaatse van geluidgevoelige bestemmingen vanwege bedrijfsactiviteiten van Hondencentrum Fikkie. Het bedrijf wil zich gaan vestigen aan de lage Heide 8 te Eersel. Momenteel is op deze locatie een bestemming met een agrarisch bouwblok aanwezig. Men is voornemens de bestemming van deze locatie te wijzigen naar een niet agrarische bestemming. In het kader van deze wijziging heeft de gemeente hierbij om een akoestisch onderzoek gevraagd. Onderhavig onderzoek kan tevens dienst uit maken ten behoeve van een vergunningsaanvraag in het kader van de Wabo. Het doel van het onderzoek is inzicht te geven in de akoestische inpasbaarheid van de aangevraagde activiteiten op de omgeving. Hiertoe is de geluidbelasting bepaald op een aantal beoordelingspunten en getoetst aan de geldende geluidsnormen. Het akoestisch onderzoek is opgesteld aan de hand van de volgende gegevens: - het doornemen van de bedrijfsvoering met de initiatiefnemer. Hierbij zijn de uitgangspunten van het akoestisch onderzoek besproken; - milieutekening met situatieschets horende bij de het wijziginsplan / vergunningsaanvraag, d.d ; - kadastrale kaart; - luchtfoto s; - waarnemingen ter plaatse. Leeswijzer In hoofdstuk 2 wordt het toetsingskader beschreven. Hoofdstuk 3 geeft een beschrijving van de situatie en de bedrijfsomstandigheden. Hoofdstuk 4 gaat in op de achtergrondinformatie van de toe te passen meet- en rekenmethodiek. Hoofdstuk 5 gaat in op de bedrijfsactiviteiten / modellering. Hoofdstuk 6 geeft de rekenresultaten weer en tot slot volgt in hoofdstuk 7 de conclusie. Kenmerk: Raoi0011aa.jg 5

47 2. Normstelling Het wettelijk kader wordt gevormd door de richtwaarden zoals opgenomen in de Nota gebiedsgericht geluidbeleid van de gemeente Eersel. Het bedrijf is gelegen in het gebied met de typering Landbouwontwikkelingsgebied (log). Hiervoor geldt een richtwaarde van 45 db(a) etmaalwaarde. Het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau (LAr,LT) mag ter plaatse van de geluidgevoelige bestemmingen of op 100 meter van de inrichtingsgrens niet meer bedragen dan 45 1 db(a) etmaalwaarde, ofwel: 45 db(a) tussen en uur 40 db(a) tussen en uur 35 db(a) tussen en uur Het maximaal geluiddrukniveau (LA,max) mag ter plaatse van geluidgevoelige bestemmingen niet meer bedragen dan: 70 db(a) tussen en uur 65 db(a) tussen en uur 60 db(a) tussen en uur Conform het geluidbeleid worden piekgeluiden veroorzaakt door voertuigbewegingen in verband met het laden- en lossen in de dagperiode uitgezonderd van beoordeling. Op 29 februari 1996 is door het ministerie van VROM een Circulaire ( de schrikkelcirculaire ) uitgebracht in verband met toetsing van voertuigbewegingen van en naar de inrichting ( indirecte hinder ). Ter plaatse van geluidgevoelige bestemmingen mag de geluidbelasting tengevolge van indirecte hinder een voorkeursgrenswaarde van 50 db(a) niet overschrijden. Er geldt een maximale grenswaarde van 65 db(a). Indien de geluidbelasting zich tussen de voorkeursgrenswaarde en maximale grenswaarde bevindt, dient een binnenniveau in de betrokken woningen van 35 db(a) te worden gegarandeerd. 1 Voor de toetsing aan de grenswaarden dient uiteindelijk nog een toeslag voor impulsvormig geluid (5 db) voor het blaffen van honden worden verrekend indien blaffen op de beoordelingsplaats herkenbaar als blaffen zijn. Kenmerk: Raoi0011aa.jg 6

48 3. Situatie en bedrijfsomstandigheden Hondencentrum Fikkie wil zich gaan vestigen aan de Lage Heide 8 te Eersel. De dichtstbijzijnde woning betreft de woning aan de Lage Heide 1 op ongeveer 160 meter van de inrichtingsgrens (zie figuur 3.1). Uitloopweiden Hondenpension Kattenpension Dichtstbijzijnde woning Inrichting Figuur 3.1 (overzicht inrichting en directe omgeving) Bron: Bing Maps Men is voornemens de volgende activiteiten te realiseren: - een hondenpension voor 50 à 80 honden; - een dagopvang voor 40 à 60 honden; - een kattenpension voor 30 katten. Kenmerk: Raoi0011aa.jg 7

49 In totaal kunnen maximaal 120 honden tegelijkertijd op het bedrijf aanwezig zijn variërend van groot tot klein. De honden kunnen in zowel de dagperiode (tussen 08:00 uur en 17:00 uur) als avondperiode (tussen 19:00 uur en 21:00 uur) buiten op de diverse uitloopweiden spelen. Hiervoor worden 5 uitloopweiden gerealiseerd variërend van 1500 m 2 tot 6400 m 2. De honden worden verdeeld over de 5 uitloopweiden en zullen continu worden bewaakt. Door de continu aanwezige bewaking zullen de honden niet of nauwelijks blaffen. Alvorens de honden worden aangenomen moeten de honden eerst een dag op proef komen. Hierbij kunnen eventuele dominante reutjes en rumoerige honden in een vroeg stadium worden opgespoord. Deze honden worden vervolgens uitgesloten voor hun verblijf. Ten behoeve van de dagopvang kunnen de honden / katten dagelijks worden opgehaald / gebracht middels een bestelwagen. Particulieren kunnen tevens zelf hun hond / kat komen halen of brengen. Kenmerk: Raoi0011aa.jg 8

50 4. Achtergrondinformatie Bron: artikel Akoestisch adviseur een hondenbaan; vakblad Geluid; nummer 1, maart 2006; auteurs: K. Beijsterbosch en D. Valkenburg Bij de akoestische beoordeling van hondenverblijven in het kader van de Wet milieubeheer bestaat onduidelijkheid over de toe te passen meet- en rekenmethodiek. Om die reden zijn vergunningaanvragen in het verleden mogelijk onterecht geweigerd. Het in kaart brengen van de representatieve situatie vraagt om maatwerk waarbij onder meer het aantal blaffen en de rassenverdeling moeten worden beschouwd. Met name het op juiste wijze vaststellen van een bronsterkte van een hondenblaf is cruciaal om dergelijke verblijven conform de richtlijnen te kunnen beoordelen. In het onderzoek van Beijsterbosch en Valkenburg zijn de volgende hondenrassen bestudeerd: Duitse dog; Rottweiler; Herder; Labrador; Collie; Westy; Tekkel; Mopshond. Vaststellen van aantal blaffen: Het blaffen van honden is sterk afhankelijk van de situatie waarin de honden zich bevinden. Gebeurtenissen zoals het voeren van honden, het benaderen door vreemden, het passeren van verkeer leiden vaak tot verhoogd blafgedrag. Het aantal blaffen wordt in een groep honden in praktijk bepaald door het aantal rumoerige honden in de groep en niet door de grootte van de groep. Rumoerige honden beïnvloeden het blafgedrag van andere honden niet/nauwelijks. Er is geconstateerd dat slechts sporadisch een reactie van andere honden op een rumoerige hond optreedt. Het uitlopen van bijvoorbeeld veertig honden in twee groepen van twintig zal een vergelijkbaar aantal blaffen opleveren als het uitlopen van dezelfde veertig honden in kleinere groepen (bijvoorbeeld tien groepen van vier honden). In de praktijk zijn er grote verschillen tussen bewaakte en onbewaakte uitloopterreinen van een hondenverblijf. Bij bewaakte terreinen worden rumoerige honden, die veelvuldig blaffen, tot de orde geroepen en, indien dat niet werkt, naar een binnenverblijf gebracht. Dit heeft een directe invloed op het aantal blaffen: deze worden op deze wijze beheerst. Bij onbewaakte situaties is dit juist niet het geval. Rumoerige honden zullen overmatig blijven blaffen en bepalen de (maximale) representatieve bedrijfssituatie (bron: artikel Akoestisch adviseur een hondenbaan). Kenmerk: Raoi0011aa.jg 9

51 Bronsterkte van een blaf: Bij de beoordeling is de geluidenergie van een representatieve blaf van belang. Deze kan vastgesteld worden door de geluidenergie van een blaf te verdelen over een vastgestelde tijd. Hierbij kan de SEL-waarde (Sound Exposure Level) gemeten worden, waarbij de geluidenergie van een blaf wordt bepaald en weergegeven als veroorzaakt in een tijdspanne van één seconde. Omdat een hond vaak veelvuldig blaft (met korte tussenpozen) is het meten van een SEL-waarde van een afzonderlijke blaf op locatie vrijwel onmogelijk. Om de SELwaarde van een gemiddelde blaf vast te stellen kan gedurende een langere periode gemeten worden (bijvoorbeeld één minuut), waarbij het aantal blaffen wordt geteld. Corrigeert men de SEL-waarde door daar 10*log n (n is het aantal blaffen) van af te trekken dan resulteert dat in een equivalent niveau van een gemiddelde blaf, uitgesmeerd over een tijdspanne van één seconde. Een correctie voor stoorniveau blijft hierbij mogelijk. Een tweede mogelijkheid is om blaffen op te nemen en deze afzonderlijk te analyseren. Dit is meer tijdrovend maar heeft het voordeel dat per hond/ras een gemiddelde én spreiding van de geluidemissie ten gevolge van één blaf afgeleid kan worden. Deze uitgebreide analysemethode is in de door Jansen Raadgevend Ingenieursbureau uitgevoerde onderzoeken gehanteerd. Akoestisch onderzoek hondengeblaf: Op basis van akoestische onderzoeken bij verschillende hondenkennels zijn meerdere kentallen afgeleid. Van afzonderlijke blaffen van verschillende honden zijn door middel van analyse van een DATopname, SEL-waardes en maximale geluidniveaus bepaald. De afstand tussen de honden en de microfoon varieerde bij de locaties van 6 tot 40 meter. Afhankelijk van de ondergrond (hard danwel zacht) is een correctie toegepast voor eventuele bodemreflectie. Bronvermogens zijn als volgt afgeleid: LWR;SEL = SEL + 10 log 4πR 2 (zachte bodem) LWR,SEL = SEL + 10 log 4πR 2 2 (harde bodem) en analoog: LWR,max = LA,max + 10 log 4πR 2 ( 2) Om de blaftijd van de honden onderling te kunnen vergelijken is de blaftijd als volgt gekwalificeerd: de tijdspanne waarin het niveau minder dan 30 db onder het hoogste niveau ligt. Dit bleek in de praktijk ook vaak overeen te komen met de energie van de blaf die boven het aanwezige stoorniveau uitkomt. Aan de hand van blaftijden is onder andere de relatie tussen LWR;SEL en LWR,max van de verschillende honden beoordeeld. Het blijkt dat er een relatie bestaat tussen het gewicht van het hondenras en de gemiddelde SEL-waarde van bijbehorende blaffen. Het gemiddelde SEL-vermogenniveau van een blaf bij zwaardere hondenrassen (40 kg en zwaarder) ligt hoger dan bij lichte hondenrassen. Kenmerk: Raoi0011aa.jg 10

52 De hoogste maximale niveaus liggen 9 tot 13 db hoger dan de hoogste SELwaarde. Zwaardere hondenrassen brengen de hoogste (en bij beoordeling dus de maatgevende) maximale niveaus voort. De spreiding in de blaftijd tussen de verschillende hondenrassen komt voort uit de verschillende manier van blaffen van de honden. Het grootste verschil in een onderzochte groep honden is geconstateerd tussen de Westy (korte felle blaf) en de Rottweiler (lange huilende blaf). Dit uit zich ook in het verschil tussen LWR;SEL en LWR;max voor beide rassen. Voor de korte blaffen van de Westy is een verschil van 13 db vastgesteld; voor de blaffen van een Rottweiler bleek dit 9 db. Er blijkt geen verband te bestaan tussen de blaftijd en het gewicht van de onderzochte hondenrassen. Nadere beschouwing van één blaf in relatie tot de geluiddruk in de tijd: De duur van een blaf varieert van circa 0,1 tot 0,4 seconde Beschouwing blafspectrum: In de onderzoeken is het spectrum behorend bij een representatieve blaf van verschillende hondenrassen nader bestudeerd. Uit analyse van meerdere blaffen van verschillende hondenrassen is een referentiespectrum per hondenras afgeleid. Het blijkt dat de spectrale verdeling sterk afhangt van het hondenras. De maatgevende octaafband voor zwaardere rassen is 500 Hz, bij lichtere rassen 1000 en 2000 Hz. Bij toepassing van een rekenmodel voor het vaststellen van de beoordelingsniveaus worden spectrale brongegevens gebruikt. In dergelijke rekenmodellen zijn onder meer de bodemdemping en geluiddemping in lucht spectraal afhankelijk conform de Handleiding Meten en Rekenen Industrielawaai Dit houdt in dat de spectrale verschillen tussen de hondenrassen invloed hebben op de beoordelingsniveaus. Kenmerk: Raoi0011aa.jg 11

53 Methodiek: Voor het vaststellen van het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau ten gevolge van hondengeblaf is de volgende methodiek aan te bevelen: - vaststellen van representatieve verdeling van de honden; - vaststellen van gemiddelde SEL-waarde en hoogste maximale niveaus voor de representatieve verdeling. Dit kan uitgevoerd worden door middel van een meting over een periode (meerdere blaffen) of uit analyse van een geluidopname (per blaf). Eventueel is het mogelijk om voor de brongegevens kentallen te hanteren (zie tabel 4.1). Aandachtspunt hierbij is verwerven van spectrale informatie; - vaststellen van het (maximaal) representatieve totale aantal blaffen in de verschillende beoordelingsperiodes (is er sprake van een bewaakt of onbewaakt verblijf?); - als immissierelevante bronsterkte in een rekenmodel het SEL-vermogen van een blaf toepassen (LWR,SEL). Kenmerk: Raoi0011aa.jg 12

54 Tabel 4.1 Overzicht gemiddelde SEL-waarden en hoogste maximale niveaus van verschillende hondenrassen Noot (impulscorrectie): Voor de toetsing aan de grenswaarden dient uiteindelijk nog een toeslag voor impulsvormig geluid (5 db) voor het blaffen van honden worden verrekend indien blaffen op de beoordelingsplaats herkenbaar als blaffen zijn. Kenmerk: Raoi0011aa.jg 13

55 5. Bedrijfsactiviteiten / modellering 5.1. Representatieve bedrijfssituatie (Rbs) De representatieve bedrijfssituatie dient conform de Handreiking Industrielawaai en Vergunningverlening betrekking te hebben op een bedrijfsvoering bij volledige capaciteit van de inrichting. Dit kan gezien worden als de meest geluidbelastende bedrijfssituatie welke meer dan 12 keer per jaar voorkomt. Daarnaast kan er nog sprake zijn van reguliere bedrijfssituaties welke onderdeel uitmaken van de hoofdactiviteit van de bedrijfsvoering maar welke zeer beperkt voorkomen. Deze activiteiten worden aangemerkt als een reguliere afwijking van de representatieve bedrijfssituatie. Activiteiten welke minder dan 12 keer per jaar voorkomen vallen onder uitzonderingssituaties en worden gezien als incidentele bedrijfssituatie (uitgangspunt is dat het per keer steeds gaat om één, aaneengesloten, periode van maximaal een etmaal). In overleg met de inrichtinghouder zijn onderstaande uitgangspunten met betrekking tot de bedrijfsvoering tot stand gekomen. De uitgangspunten hebben alléén betrekking op de geluidrelevante bronnen. Hieronder wordt de representatieve besdrijfssituatie besproken. Hondengeblaf Het blaffen van honden op de diverse uitloopweiden zijn de relevante geluidbronnen Toepassing methodiek zoals vermeld in hoofdstuk 4 Voor het vaststellen van het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau ten gevolge van hondengeblaf wordt in onderhavig onderzoek de volgende methodiek toegepast: 1. vaststellen van representatieve verdeling van de honden: Ten behoeve van het hondenpension en de hondenuitlaatservice kunnen verschillende soorten honden voorkomen, waaronder o.a. Boomer, Labrador, Golden Retriever en Herders enz. variérend van groot tot klein. In onderhavig onderzoek wordt er van uitgegaan dat alle 120 honden herdershonden zijn. Dit is als worstcase te beschouwen. Kenmerk: Raoi0011aa.jg 14

56 2. vaststellen van gemiddelde SEL-waarde en hoogste maximale niveaus voor de representatieve verdeling: Uit tabel 4.1 kunnen de volgende relevante gegevens worden afgeleid: LWR,SEL = 100 db(a) (horende bij Herdershond worstcase) LW,max = 114 db(a) (horende bij Duitse dog / Rottweiler worstcase) Voor het maximaal geluiddrukniveau is uitgegaan van de hoogste waarde. 3. vaststellen van het (maximaal) representatieve totale aantal blaffen in de verschillende beoordelingsperiodes Op basis van het artikel van Tennekes, Blaffende honden bijten niet, Geluid nr. 1 maart 1998, pag. 4-9 wordt voor het blaffen een blaftijd van 5% gehanteerd. Uitloopweiden: In de dagperiode kunnen alle 120 honden worden uitgelaten op de diverse uitloopweiden tussen en uur gedurende 9 uur per dag. Dit komt neer op (120 honden x 9 uur) = 1080 uur. Van deze 1080 uur blaffen de honden 5% van de tijd. Dit komt neer op 1080 * 0,05 = 54 uur blaffen per dag voor 120 honden. In het akoestisch rekenmodel is voor de buitenuitloop gebruik gemaakt van 18 deelbronnen. Per bron wordt derhalve een blaftijd aangehouden van 54 / 18 = 3 uur. In de avondperiode kunnen maximaal 80 honden worden uitgelaten op de diverse uitloopweiden tussen en uur gedurende 1 uur. Dit komt dus neer op (80 honden x 1 uur) = 80 uur. Van deze 80 uur blaffen de honden 5% van de tijd. Dit komt neer op 80 * 0,05 = 4 uur blaffen per dag voor 80 honden. In het akoestisch rekenmodel is voor de buitenuitloop gebruik gemaakt van 18 deelbronnen. Per bron wordt derhalve een blaftijd aangehouden van 4 / 18 = 0,22 uur. Kenmerk: Raoi0011aa.jg 15

57 Mobiele bronnen: lichte motorvoertuigen (personenauto s en bestelwagens) die de inrichting bezoeken ten behoeve van de hondenuitlaatservice en ten behoeve van het honden- en kattenpension. De voertuigen rijden met een maximale snelheid van 10 km/h over het terrein van de inrichting. In tabel zijn de voertuigpassages op het terrein van de inrichting opgenomen. Tabel Voertuigpassages op het terrein van de inrichting Omschrijving uur uur uur Licht motorvoertuigen, route 1 diversen De overige bronnen kunnen als akoestisch niet relevant beschouwd worden: geluiduitstraling vanuit het trimsalon en het kattenpension, gezien het geringe binnenniveau (<70 db(a); kengetal, gebaseerd op metingen in soortgelijke ruimtes) en de opbouw van het gebouw; menselijk stemgeluid vanwege het corrigeren van de honden vanwege het incidenteel karakter is als akoestisch niet relevant te beschouwen; geluiduitstraling vanuit het hondenpension. Hondengeblaf binnen de verblijfsruimte is vanwege de opbouw van het pension (stenen gevelconstructie met verlaagd plafond) niet relevant Regelmatige afwijking representatieve situatie (Rars) Er is géén akoestisch relevante regelmatige afwijking van de representatieve situatie van toepassing Incidentele bedrijfssituatie(s) Er zijn geen akoestisch relevante incidentele bedrijfssituaties van toepassing. Kenmerk: Raoi0011aa.jg 16

58 5.2. Modellering Akoestische bronvermogens In tabel zijn de akoestische bronvermogens opgenomen van alle relevante geluidbronnen. Tabel Akoestische bronvermogens (Lw) in db(a) Bronomschrijving Lw Herkomst Honden 100 Zie tabel 4.1 Lichte motorvoertuigen 10 km/h 90 Kengetal, gebasserd op metingen aan soortgelijke voertuigen Lichte motorvoertuigen 30 km/h 96 Kengetal, gebasserd op metingen aan soortgelijke voertuigen Piekniveaus Bronvermogenbepaling Het maximaal geluiddrukniveau (LA,max) is de hoogste waarde van: 1. pieken vanwege het blaffen van honden. Hiervoor is een bronvermogen aan te houden van 114 db(a) (zie tabel 4.1); 2. het rijden van lichte motorvoertuigen. Hiervoor is een bronvermogen aan te houden van 95 db(a) (kengetal, gebaseerd op metingen aan soortgelijke voertuigen) Indirecte hinder De indirecte hinder vanwege wegverkeer van en naar de inrichting is bepaald ter plaatse van de woning aan de Lage Heide 10 en ter plaatse van de woning aan de Lage Heide 6. Hiervoor is gebruik gemaakt van het akoestisch rekenmodel. Als passagesnelheid is 30 km/h aangehouden. Kenmerk: Raoi0011aa.jg 17

59 Alle relevante bronnen, objecten en immissiepunten zijn ingevoerd in een grafisch rekenmodel conform de Handleiding Meten en Rekenen Industrielawaai (VROM 1999). Bijlage 1 en de figuren 1 tot en met 7 bevatten de modelgegevens in respectievelijk numerieke en grafische vorm. In bijlage 1 zijn tevens de bedrijfsduurcorrecties van alle relevante geluidbronnen opgenomen. In het rekenmodel is voor de mobiele bronnen op het terrein en voor de indirecte hinder een afstand tussen de bronnen aangehouden van 10 meter. Opgemerkt dient te worden dat bij de gegevens van de mobiele piekbronnen alleen het bronvermogen relevant is. De mogelijk in de bijlage vermelde bedrijfsduurcorrecties worden niet meegenomen in de berekening. Gehanteerd rekenmodel DGMR Geonoise, versie 2.30, is gehanteerd als rekenmodel. Situaties 5.4. Modelgegevens / bedrijfduren De volgende situaties zijn doorgerekend: Situatie 1: Langtijdgemiddeld beoordelingsniveau (Rbs) Situatie 2: Maximaal geluiddrukniveau (Rbs) Situatie 3: Indirecte hinder Bodemfactor/ overdracht De bodem in het overdrachtsgebied is als akoestisch zacht beschouwd, met uitzondering van de ingevoerde bodemdelen. Keuze immissiepunten De immissiepunten zijn gemodelleerd op 1,5 meter en 5 meter boven lokaal maaiveld. Berekend zijn de invallende geluidniveaus, dus zonder gevelreflectie van het achter het immissiepunt gelegen gevelvlak. Voor de beoordeling van de geluidbelasting is voor de dagperiode een waarnemingshoogte van 1,5 meter boven maaiveld gehanteerd. Voor de avondperiode is een waarnemingshoogte van 5,0 meter boven maaiveld gehanteerd. Daarnaast is er een drietal referentiepunten ingevoerd met een bijbehorende hoogte van 1,5 meter op 100 meter van de inrichtingsgrens. Kenmerk: Raoi0011aa.jg 18

60 6. Rekenresultaten 6.1. Langtijdgemiddeld beoordelingsniveau (Rbs) In tabel zijn de rekenresultaten opgenomen voor het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau (LAr,LT) inclusief de impulscorrectie van 5 db(a) (voor de dag-, en avondperiode). De rekenresultaten (excl. impulscorrectie) zijn tevens opgenomen in bijlage 2. Tabel Rekenresultaten LAr,LT in db(a) inclusief impulscorrectie 5 db(a) Punt Omschrijving uur uur uur Richtwaarde 45 db(a) 40 db(a) 35 db(a) 1 Lage Heide Lage Heide Lage Heide Lage Heide Lage Heide Lage Heide Lage Heide Lage Heide Eerdbrand Referentiepunt Referentiepunt Referentiepunt Kenmerk: Raoi0011aa.jg 19

61 6.2. Maximaal geluiddrukniveau (Rbs) In tabel zijn de rekenresultaten voor het maximaal geluiddrukniveau (LA,max) opgenomen. De normen bedragen respectievelijk 70 db(a) in de dag- 65 db(a) in de avonden 60 db(a) in de nachtperiode. De rekenresultaten zijn tevens opgenomen in bijlage 3. Tabel Rekenresultaten LA,max in db(a) Punt Omschrijving Blaffen honden Rijden lichte motorvoertuigen Dag Avond Dag Avond 1 Lage Heide Lage Heide Lage Heide Lage Heide Lage Heide Lage Heide Lage Heide Lage Heide Eerdbrand < Referentiepunt Referentiepunt Referentiepunt Indirecte hinder De indirecte hinder vanwege wegverkeer van en naar de inrichting bedraagt maximaal 33 db(a) etmaalwaarde ter plaatse van de woning aan de Lage Heide 10 en maximaal 36 db(a) ter plaatse van de woning aan de Lage Heide 6. Bijlage 4 omvat de rekenresultaten van de indirecte hinder. Kenmerk: Raoi0011aa.jg 20

62 7. Conclusie 7.1. Wijziging bestemmingsplan procedure Langtijdgemiddeld beoordelingsniveau In de dagperiode bedraagt het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau (LAr,LT) maximaal 40 db(a) ter plaatse van de geluidgevoelige bestemmingen. De richtwaarde van 45 db(a) wordt derhalve op geen enkel punt overschreden. In de avondperiode bedraagt het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau (LAr,LT) maximaal 35 db(a) ter plaatse van de geluidgevoelige bestemmingen. De richtwaarde van 40 db(a) wordt derhalve op geen enkel punt overschreden. Maximaal geluiddrukniveau Het maximaal geluiddrukniveau (LA,max) bedraagt maximaal 48 db(a) in de dagperiode vanwege het blaffen van de honden. De norm van 70 db(a) wordt derhalve op geen enkel punt overschreden. Het maximaal geluiddrukniveau (LA,max) bedraagt maximaal 50 db(a) in de avondperiode vanwege het blaffen van de honden. De norm van 65 db(a) wordt derhalve op geen enkel punt overschreden. Indirecte hinder De indirecte hinder vanwege wegverkeer van en naar de inrichting bedraagt maximaal 36 db(a) etmaalwaarde ter plaatse van de woning aan de Lage Heide 6. De voorkeursgrenswaarde van 50 db(a) etmaalwaarde wordt derhalve niet overschreden. De nieuwe bedrijfssituatie is akoestisch gezien ruimtelijk inpasbaar. Kenmerk: Raoi0011aa.jg 21

63 Zowel het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau alsmede het maximaal geluiddrukniveau voldoen aan de richtwaarden zoals opgenomen in de Nota gebiedsgericht geluidbeleid van de gemeente Eersel. BBT 7.2. Vergunningsaanvraag in het kader van de Wabo Het treffen van maatregelen wordt in onderhavige situatie niet wenselijk en noodzakelijk geacht. Het bevoegd gezag wordt in overweging gegeven de berekende niveaus te vergunnen. Kenmerk: Raoi0011aa.jg 22

64 Figuren

65

66

67

68

69

70

71

72 Bijlage 1

73

74

75

76

77

78

79

80

81

82

83

84 Bijlage 2

85

86

87

88

89

90

91

92

93

94

95

96

97

98

99

100

101

102

103

104

105

106

107 Bijlage 3

108

109

110 Bijlage 4

111

112

113 Van Dun Advies BV t.a.v. dhr. M. Lavrijssen Dorpsstraat TE Ulicoten Oirschot, 23 januari 2015 Betreft: Briefrapportage historisch onderzoek Lage Heide 8 te Eersel (67019) Geachte heer Lavrijssen, In uw opdracht is door ons bureau een zogenaamd historisch onderzoek verricht ten behoeve van een locatie aan de Lage Heide 8 te Eersel. Het vooronderzoek is uitgevoerd overeenkomstig de norm NEN 5725, Strategie voor het uitvoeren van vooronderzoek bij verkennend en nader bodemonderzoek. De gegevens zijn als volgt verzameld: terreininspectie; aangeleverde gegevens door een ambtenaar van de gemeente Eersel; historische kaarten; website website het kadaster; archief Lankelma Geotechniek Zuid B.V. Aanleiding voor het vooronderzoek is de geplande wijziging van de bestemming van een varkensbedrijf naar een honden- en kattenopvang. Doel van het onderzoek is het verzamelen van relevante gegevens om te bepalen of sprake is van een verdachte locatie en/of sprake is van een puntbron. Onderhavige locatie is kadastraal bekend onder kadastrale gemeente Eersel, sectie L, nr Het perceel is 3 hectare groot. De coördinaten volgens het R.D. stelsel zijn x = 151,18 en y = 372,19. Uit topografische kaarten (1953, 1963, 1973 zie bijlage 4) blijkt dat er sprake is van een gebied met een agrarische bestemming met in de naaste omgeving bossen. Op de topografische kaart van 1986 is reeds bebouwing te herkennen. Tijdens de terreininspectie, welke is uitgevoerd door KWALIBO erkend persoon dhr. W. Vogels, kwam naar voren dat er sprake is van stallen die in gebruik zijn door een hondencentrum. Het buitenterrein is verhard met tegels en klinkers. Aan de straatzijde bevindt zich een woning met daaromheen een tuin. Voor de oostelijke stal is sprake van een verharding met puin/grind. Het bouwde deel is wat hoger gelegen als de naaste omgeving. Aan de zuidzijde van de stallen, tussen beide stallen, bevindt zich een ondergrondse tank. Deze is afgevuld met zand. Het vulpunt is nog zichtbaar. Er zijn verder geen bijzonderheden (zoals verdachte plekken, artefacten of bodembeschermende voorzieningen, asbest op of in de bodem, verzakkingen, ophogingen, verkleuringen of brandplekken) geconstateerd. Onderhavige locatie is gelegen ten zuiden van de bebouwde kom van Eersel. De naaste omgeving heeft overwegend een agrarische bestemming.

114 historisch onderzoek, Lage Heide 8 te Eersel Volgens het Kadaster is de heer Jacobus Laurentius Johannes Braken eigenaar van het perceel. Daar, zover bekend, nooit een calamiteit heeft plaatsgevonden ter plaatse van de onderzoekslocatie, worden nadere (financieel-) juridische aspecten niet relevant geacht met betrekking tot onderhavig onderzoek. De kadastrale situatie van het perceel is opgenomen in bijlage 3. Regionale bodemopbouw en geohydrologie De regionale geohydrologische bodemopbouw is uit gegevens van het regionaal geohydrologische informatiesysteem (regis) van TNO afgeleid. Deze opbouw is weergegeven in onderstaande tabel. Hierbij dient te worden opgemerkt dat het de geologische bodemopbouw betreft die door TNO is geïnterpoleerd op basis van onderzoek in de omgeving. De werkelijke laagopbouw en -samenstelling kunnen hiervan afwijken. Geohydrologische bodemopbouw Diepte geohydrologische eenheid Lithogie [m-mv] 0 5 Sterksel matig fijn, zwak siltig zand met plaatselijk gindlaag 5 39 Stramproy grof zand, met plaatselijk leem- en kleilagen Waalre Matig siltig, fijn zand met plaatselijk leem- en kleilagen Het grondwater in het ondiepe (freatische) grondwater stroomt regionaal gezien in overwegend noordoostelijke richting. De locatie ligt niet in het intrekgebied van een grondwaterwinning c.q. een grondwaterbeschermingsgebied. Voormalige bedrijvigheid Uit een vergunning blijkt dat op de locatie een varkenshouderij aanwezig is geweest. Deze heeft al geruime tijd geleden zijn activiteiten beëindigd. Het gebouw op het noordwestelijke deel van de locatie was voorheen in gebruik als machineloods. Aan de buitenzijde van de westelijke stal was in het verleden een bovengrondse dieseltank (600 liter) gesitueerd. Deze was gelegen in een lekbak en onder een afdak. In 1990 is in het kader van de actie tankslag een ondergrondse tank gesaneerd. Een KIWA certificaat zou voorhanden zijn. Meer gegevens hieromtrent zijn bij de gemeente niet bekend. Het betreft hier vermoedelijk de ondergrondse tank aan de voorzijde van de noordelijke stal die is gesaneerd middels het vullen van de tank. Op de tekening, welke is opgenomen in bijlage 2, is weergegeven waar de tanks zijn/waren gelegen. Eerder uitgevoerde bodemonderzoeken Er zijn voor zover bekend geen bodemonderzoeken verricht. Resumé Voor zover bekend heeft er in het verleden geen potentieel bodembedreigende bedrijvigheid plaatsgevonden ter plaatse van de onderzoekslocatie. Er is wel sprake geweest van een boven- en ondergrondse tank. De ondergrondse tank is in 1990, middels afvullen, gesaneerd in het kader van de actie tankslag. Ervan uitgaande dat de tank destijds op correcte wijze is gesaneerd is hier geen verontreiniging te verwachten. In het kader van het saneren van een tank moet ook een bodemonderzoek worden verricht. Indien men destijds een verontreiniging met minerale olie had aangetroffen had men dit moeten melden bij het bevoegd gezag (gemeente). De bovengrondse dieseltank was niet meer aanwezig. De toplaag rondom de tank dient als verdacht te worden beschouwd als gevolg van eventuele morsverliezen bij het tanken. Aan de oostelijke zijde van de woning is sprake van een puinverharding. Mocht hier geen sprake zijn van gecertificeerd puin dient men dit deel van de locatie als verdacht te beschouwen. Het betreft hier dan met name de puinverharding zelf en de laag direct onder de puinverharding. Voor het overige bestaat er geen aanleiding om te vermoeden dat onderhavig perceel significant verontreinigd is. projectnummer: 67019, 23 januari 2015

115 historisch onderzoek, Lage Heide 8 te Eersel Met vriendelijke groet, Lankelma Geotechniek Zuid B.V. Ing. W.J.H. van den Heuvel Postbus ZG Oirschot Tel: Fax: info@lankelma-zuid.nl Internet: Bijlagen Bijlage 1 Situering locatie Bijlage 2 Situatietekening Bijlage 3 Kadastrale gegevens Bijlage 4 Topografische kaarten Bijlage 5 Foto s projectnummer: 67019, 23 januari 2015

116 historisch onderzoek, Lage Heide 8 te Eersel Bijlage 1: Situering locatie projectnummer: 67019, 23 januari 2015

117 Omgevingskaart Klantreferentie: m 125 m 625 m Deze kaart is noordgericht. Schaal 1: Hier bevindt zich Kadastraal object EERSEL L 669 Lage Heide 8, 5521 NM EERSEL CC-BY Kadaster.

118 historisch onderzoek, Lage Heide 8 te Eersel Bijlage 2: Situatietekening projectnummer: 67019, 23 januari 2015

119

120 historisch onderzoek, Lage Heide 8 te Eersel Bijlage 3: Kadastrale gegevens projectnummer: 67019, 23 januari 2015

121 1 Kadastraal bericht object Dienst voor het kadaster en de openbare registers in Nederland Gegevens over de rechtstoestand van kadastrale objecten, met uitzondering van de gegevens inzake hypotheken en beslagen Betreft: EERSEL L Lage Heide NM EERSEL 16:45:04 Uw referentie: Toestandsdatum: Kadastraal object Kadastrale aanduiding: EERSEL L 669 Grootte: 3 ha Coördinaten: Omschrijving kadastraal object: WONEN TERREIN (AKKERBOUW) Locatie: Lage Heide NM EERSEL Ontstaan op: Ontstaan uit: EERSEL L 78 gedeeltelijk Aantekening kadastraal object LOCATIEGEGEVENS ONTLEEND AAN BASISREGISTRATIES ADRESSEN EN GEBOUWEN Ontleend aan: ATG d.d Publiekrechtelijke beperkingen Er zijn geen beperkingen bekend in de Landelijke Voorziening WKPB en de Basisregistratie Kadaster. Gerechtigde EIGENDOM De heer Jacobus Laurentius Johannes Braken Lage Heide NM EERSEL Geboren op: Geboren te: BERGEYK (Persoonsgegevens zijn conform GBA) Recht ontleend aan: HYP4 5603/77 reeks EINDHOVEN Eerst genoemde object EERSEL L 78 in brondocument: Aantekening recht BURGERLIJKE STAAT GEHUWD Betrokken persoon: Mevrouw Flordina Anna Cornelia Fleerakkers Lage Heide 8

122 5521 NM EERSEL Geboren op: Geboren te: EERSEL (Persoonsgegevens zijn conform GBA) Ontleend aan: BSA 505/13010 reeks EINDHOVEN d.d Einde overzicht De Dienst voor het kadaster en de openbare registers behoudt ten aanzien van de kadastrale gegevens zich het recht voor als bedoeld in artikel 2 lid 1 juncto artikel 6 lid 3 van de Databankenwet.

123 Uittreksel Kadastrale Kaart Uw referentie: A m 20 m 100 m Deze kaart is noordgericht Perceelnummer Huisnummer Vastgestelde kadastrale grens Voorlopige kadastrale grens Administratieve kadastrale grens Bebouwing Overige topografie Voor een eensluidend uittreksel, Apeldoorn, 20 januari 2015 De bewaarder van het kadaster en de openbare registers Schaal 1:2000 Kadastrale gemeente Sectie Perceel EERSEL L 669 Aan dit uittreksel kunnen geen betrouwbare maten worden ontleend. De Dienst voor het kadaster en de openbare registers behoudt zich de intellectuele eigendomsrechten voor, waaronder het auteursrecht en het databankenrecht.

124 historisch onderzoek, Lage Heide 8 te Eersel Bijlage 4: Topografische kaarten projectnummer: 67019, 23 januari 2015

125 1953

126 1963

127 1973

128 1986

129 historisch onderzoek, Lage Heide 8 te Eersel Bijlage 5: Foto s projectnummer: 67019, 23 januari 2015

130

131

132 Lage Heide 8, Eersel

133 bestemmingsplan Lage Heide 8, Eersel Inhoudsopgave Regels 3 Hoofdstuk 1 Artikel 1 Artikel 2 Inleidende regels Begrippen Wijze van meten Hoofdstuk 2 Artikel 3 Artikel 4 Artikel 5 Bestemmingsregels Agrarisch Bedrijf - Agrarisch verwant en technisch hulpbedrijf Waarde - Archeologie Hoofdstuk 3 Artikel 6 Artikel 7 Algemene regels Anti-dubbeltelbepaling Algemene bouwregels Hoofdstuk 4 Artikel 8 Artikel 9 Overgangs- en slotregels Overgangsrecht Slotregel Bijlagen bij regels Bijlage 1 Landschappelijk inpassingsplan bestemmingsplan "Lage Heide 8, Eersel" (ontwerp)

134 bestemmingsplan Lage Heide 8, Eersel Regels bestemmingsplan "Lage Heide 8, Eersel" (ontwerp) 3

135 bestemmingsplan Lage Heide 8, Eersel Hoofdstuk 1 Artikel 1 Inleidende regels Begrippen 1.1 plan: het bestemmingsplan Lage Heide 8, Eersel van de gemeente Eersel; 1.2 bestemmingsplan: de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0770.BPBlgheide80041-ONTW, met de bijbehorende regels (en eventuele bijlagen); 1.3 aanduiding: een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden; 1.4 aanduidingsgrens: de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft; 1.5 aardkundige waarde: gebieden met waardevolle aardkundige elementen met betrekking tot reliëf en bodem die een bepaalde (beperkte) mate van bescherming genieten; 1.6 afhankelijke woonruimte: een bijgebouw bij een woning, dat qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met die woning en waar een gedeelte van de huishouding, zoals gehuisvest in die woning, uit een oogpunt van mantelzorg is ondergebracht; 1.7 agrarisch bedrijf: een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of door middel van het houden van landbouwdieren; onder agrarische bedrijven worden tevens begrepen boomteeltbedrijven, sierteeltbedrijven en paardenhouderijen; 1.8 agrarisch bouwvlak: een aanduiding "bouwvlak" binnen de bestemming Agrarisch; 1.9 agrarisch technisch hulpbedrijf: een bedrijf dat is gericht op het verlenen van diensten aan agrarische bedrijven door middel van het telen van gewassen, het houden en/of (medisch) verzorgen van dieren, of de toepassing van andere landbouwkundige methoden, met uitzondering van mestverwerking, zoals: grootveeklinieken, KI-stations, mestopslag- en mesthandelsbedrijven, loonwerkbedrijven (inclusief verhuurbedrijven voor landbouwwerktuigen), veetransportbedrijven en veehandelsbedrijven; 1.10 agrarisch verwant bedrijf een bedrijf of instelling gericht op het verlenen van diensten aan particulieren of niet-agrarische bedrijven door middel van het telen van gewassen, het houden van dieren of de toepassing van andere landbouwkundige methoden zoals dierenasiels, dierenklinieken, groencomposteringsbedrijven, hondenkennels, hoveniersbedrijven, stalhouderijen, instellingen voor agrarische praktijkonderwijs, proefbedrijven en volkstuinen; 1.11 archeologische waarden: cultuurhistorische waarden die bestaan uit de aanwezigheid van een bodemarchief met sporen van vroegere menselijke bewoning en/of grondgebruik daarin, en als zodanig het cultuurhistorisch erfgoed vertegenwoordigd; 1.12 bebouwing: één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde; 4 bestemmingsplan "Lage Heide 8, Eersel" (ontwerp)

136 bestemmingsplan Lage Heide 8, Eersel 1.13 bebouwingspercentage: een in de regels opgenomen of aangeduid percentage, dat de grootte van het deel van een terrein (bouwvlak, bestemmingsvlak, bouwperceel etc.) aangeeft, dat maximaal mag worden bebouwd; 1.14 bed & breakfast: een nevenactiviteit met als doel het verstrekken van logies en ontbijt aan steeds wisselend publiek, dat voor een korte periode, namelijk één tot enkele nachten, ter plaatse verblijft; onder bed & breakfast wordt niet verstaan overnachting, noodzakelijk in verband met het verrichten van tijdelijke of seizoensgebonden werkzaamheden en/of arbeid; 1.15 bedrijfsactiviteiten: handelingen en werkzaamheden die plaatsvinden in het kader van de uitoefening van een bedrijf; 1.16 bedrijfsgebouw: een gebouw dat dient voor de uitoefening van een bedrijf; 1.17 bedrijfsmatige exploitatie: het via een bedrijf, stichting of ander rechtspersoon voeren van een zodanig beheer/ exploitatie, dat in de recreatieverblijven daadwerkelijk recreatief gebruik plaatsvindt; 1.18 bedrijfswoning: een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon wiens huisvesting daar gelet op de bedrijfsvoering noodzakelijk moet worden geacht; 1.19 beperkt kwetsbaar gebouw: een gebouw met een kantoor-, cel-, industrie-, sport- of logiesfunctie als bedoeld in artikel 1.1 van het Bouwbesluit; 1.20 beperkt kwetsbaar object: de definitie als opgenomen in het Besluit externe veiligheid inrichtingen; 1.21 Besluit externe veiligheid inrichtingen: Besluit van 27 mei 2004, houdende milieukwaliteitseisen voor externe veiligheid van inrichtingen milieubeheer; 1.22 bestaand: t.a.v. bebouwing: bebouwing, zoals legaal aanwezig op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerpplan, dan wel die mag worden gebouwd krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde vergunning; t.a.v. gebruik: het gebruik van grond en opstallen, zoals legaal aanwezig op het tijdstip dat het plan rechtskracht heeft verkregen; 1.23 bestemmingsgrens: de grens van een bestemmingsvlak; 1.24 bestemmingsvlak: een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming; 1.25 bijgebouw: een op zichtzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw; 1.26 bos: elk terrein waarop bosbouw wordt uitgeoefend, zijnde het geheel van bedrijfsmatig handelen en activiteiten gericht op de duurzame instandhouding en ontwikkeling van bestaande en nieuwe bossen ten behoeve van (een of meerdere van de functies) natuur, houtproductie, landschap, milieu (waaronder bestemmingsplan "Lage Heide 8, Eersel" (ontwerp) 5

137 bestemmingsplan Lage Heide 8, Eersel begrepen waterhuishouding) en recreatie; 1.27 Bouwbesluit 2012: besluit van 29 augustus 2011 houdende vaststelling van voorschriften met betrekking tot het bouwen, gebruiken en slopen van bouwwerken; 1.28 bouwen: het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats; 1.29 bouwgrens: de grens van een bouwvlak; 1.30 bouwperceel: een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten; 1.31 bouwperceelgrens: een grens van een bouwperceel; 1.32 bouwvlak: een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten; 1.33 bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond; 1.34 cultuurhistorische waarde: de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis heeft gemaakt van dat bouwwerk of dat gebied, zoals dat ondermeer tot uitdrukking komt in de beplanting, het reliëf, de verkaveling, het sloten- of wegenpatroon en/of de architectuur; 1.35 dagrecreatie: activiteiten ter ontspanning in de vorm van sport, spel, toerisme en educatie, waarbij overnachting niet is toegestaan; huifkarren worden hier mede onder begrepen; 1.36 detailhandel: het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, verkopen en/of leveren van goederen aan degene die deze goederen kopen voor eigen gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit; 1.37 duurzame locatie intensieve veehouderij: een bestaand agrarisch bouwvlak met een zodanige ligging dat het zowel vanuit milieu-oogpunt (ammoniak, stank en dergelijke) als vanuit ruimtelijk oogpunt (natuur, landschap en dergelijke) verantwoord is om te laten groeien voor een intensieve veehouderij; 1.38 erftoegangsweg: een weg die in de Nederlandse wegcategorisering wordt aangemerkt als het meest lokale wegtype, waarbij langzaam verkeer en gemotoriseerd verkeer gemengd is, zonder rijrichtingscheiding en meestal zonder gescheiden fietspaden; 1.39 extensief recreatief medegebruik: die vormen van natuurvriendelijke recreatie welke in hoofdzaak zijn gericht op natuur- en landschapsbeleving, zoals wandelen, fietsen, picknicken, kanoën, survivaltochten en natuurgerichte recreatie zoals vogelobservatie; 6 bestemmingsplan "Lage Heide 8, Eersel" (ontwerp)

138 bestemmingsplan Lage Heide 8, Eersel 1.40 extensieve dag- en verblijfsrecreatieve voorzieningen: dag- en verblijfsrecreatieve voorzieningen die aansluiten bij het agrarisch bedrijf of bij de natuur- en landschapsbeleving van het landelijk gebied; 1.41 gebiedsontsluitingsweg: een weg die in de Nederlandse wegcategorisering wordt aangemerkt als een weg met gelijkvloerse kruisingen welke is bedoeld om landelijk of stedelijk gebied te ontsluiten. De wegvakken hebben hierbij een doorstroomfunctie, terwijl de gelijkvloerse kruispunten uitwisseling van verkeer mogelijk maken met lagere orde wegen; 1.42 gebouw: elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt; 1.43 geluidsgevoelige objecten woningen, scholen voor basisonderwijs, voortgezet onderwijs, beroepsonderwijs, hoger onderwijs en gezondheidszorggebouwen; 1.44 geluidsgevoelige terreinen: terreinen die behoren bij andere gezondheidszorggebouwen dan algemene, categorale en academische ziekenhuizen, alsmede verpleeghuizen, voor zover deze bestemd zijn of worden gebruikt voor de in die gebouwen verleende zorg, of woonwagenstandplaatsen; 1.45 geluidzoneringsplichtige inrichting: bedrijven, zoals bedoeld in onderdeel D van Bijlage I bij het Besluit omgevingsrecht (Bor), die in belangrijke mate geluidhinder kunnen veroorzaken; 1.46 gemengde bedrijven: agrarische bedrijven met een grondgebonden bedrijfstak en een intensieve veehouderijtak; 1.47 geomorfologisch: de vorm van het landschap, ontstaan door geologische processen en beïnvloedt door menselijk handelen; 1.48 geurgevoelige objecten: gebouw, bestemd voor en blijkens aard, indeling en inrichting geschikt om te worden gebruikt voor menselijk wonen of menselijk verblijf en die daarvoor permanent of een daarmee vergelijkbare wijze van gebruik, wordt gebruikt; 1.49 glastuinbouwbedrijf: een bedrijf, dat is gericht op het telen van gewassen door in hoofdzaak gebruik te maken van permanente kassen of tunnels; 1.50 groepsaccommodatie/logeergebouw: een gebouw bestemd voor verblijfsrecreatie door meerdere personen in groepsverband; 1.51 grondgebonden agrarisch bedrijf: een agrarisch bedrijf waarvan de productie geheel of hoofdzakelijk afhankelijk is van het voortbrengend vermogen van onbebouwde grond in de directe omgeving van het bedrijf. Afhankelijkheid van de grond kent hierbij de volgende aspecten: voedervoorziening, mestafzet of het bieden van een natuurlijk substraat voor plantaardige teelten.grondgebonden bedrijven zijn in ieder geval: akkerbouw-, fruitteelten vollegrondstuinbouwbedrijven en boomteeltbedrijven, waarvan de bomen rechtstreeks in de grond zijn geplant. Melkveebedrijven worden ook aangemerkt als een grondgebonden agrarisch bedrijf; 1.52 hervestiging agrarisch bedrijf: het verplaatsen van een bestaand agrarisch bedrijf van het ene agrarisch bouwvlak naar een ander bestemmingsplan "Lage Heide 8, Eersel" (ontwerp) 7

139 bestemmingsplan Lage Heide 8, Eersel agrarisch bouwvlak; 1.53 hoofdgebouw: een gebouw dat op een bouwperceel, door zijn constructie, bouwmasse, ruimtelijke uitstraling en/of afmetingen dan wel gelet op de bestemming als het belangrijkste bouwwerk is aan te merken; 1.54 houtproductie: het voortbrengen van hout op bedrijfsmatige wijze door een mede daarop afgestemd duurzaam beheer van bos; 1.55 hoveniersbedrijf: een bedrijf dat is gericht op het kweken en verkopen van planten en siergewassen en het aanleggen en onderhouden van tuinen en andere groenvoorzieningen; 1.56 inpandige statische opslag: het in een gebouw bergen van goederen, die geen regelmatige verplaatsing behoeven, zoals (antieke) auto's, boten en caravans. De opslag mag niet bestemd zijn voor de handel danwel worden opgeslagen voor een elders gevestigd niet-agrarisch bedrijf; 1.57 insteek van de watergang: het begin van het sloottalud; 1.58 intensieve veehouderij: een niet-grondgebonden agrarisch bedrijf waarin het houden van vee of pluimvee de hoofdzaak is. Onder intensieve veehouderijen worden tevens pelsdierhouderijen verstaan; 1.59 kampeerboerderij: het gelegenheid geven tot het houden van recreatief nachtverblijf in gebouwen deel uitmakend van een agrarische bedrijf dan wel een voormalig agrarisch bedrijf; 1.60 kampeermiddel: tent, tentwagen, kampeerauto of caravan dan wel enig ander onderkomen of enig ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan, voor zover geen bouwwerk zijnde, waarvoor ingevolge artikel 40 van de Woningwet een bouwvergunning vereist is; een en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf; 1.61 kampeerplaats: standplaats voor één of een aantal bij elkaar behorende kampeermiddelen; 1.62 kampeerterrein: terrein of plaats, geheel of gedeeltelijk ingericht, en blijkens die inrichting bestemd, om daarop gelegenheid te geven tot het plaatsen of geplaatst houden van kampeermiddelen ten behoeve van recreatief verblijf; 1.63 kassen: gebouwen waarvan de wanden en het dak voornamelijk bestaan uit glas of ander lichtdoorlatend materiaal en dienend voor de productie van gewassen onder geconditioneerde klimaatomstandigheden, zoals het kweken, trekken, vermeerderen, opkweken, of verzorgen van vruchten, bloemen, groenten, planten of bomen, alsmede in voorkomende gevallen tot bescherming van de omgeving tegen milieubelastende stoffen; 1.64 kwetsbaar gebouw bij een vliegveld: een gebouw met een onderwijs- of gezondheidsfunctie als bedoeld in artikel 1.1. van het Bouwbesluit 2012; 1.65 kwetsbaar object: 8 bestemmingsplan "Lage Heide 8, Eersel" (ontwerp)

140 bestemmingsplan Lage Heide 8, Eersel de definitie als opgenomen in het Besluit externe veiligheid inrichtingen; 1.66 landbouwdieren: rundvee, pluimvee (kippen, eenden, ganzen, kalkoenen, parelhoenders, struisvogels e.d.), varkens, schapen, geiten, pelsdieren, konijnen, paarden, wormen e.d., consumptievissen (meerval, forel, paling, zeebaars, zeebrasem, tilapia e.d.); 1.67 landschappelijke inpassing: het inpassen van een gebouw of een gebruik in het landschap, waarbij afstemming plaatsvindt op de context van het landschap door middel van de architectuur van het gebouw en/of de aanplant van gebiedseigen beplanting; 1.68 landschappelijke waarde: de aan een gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het waarneembare deel van het aardoppervlak, die wordt bepaald door de onderlinge samenhang en beïnvloeding van de levende en niet-levende natuur; 1.69 landschapselement: groenelementen met lanschappelijke waarden die bepalend zijn voor het om liggende landschap en in hoofdzaak bestaan uit met name inheemse beplanting in de vorm van struiken, bomen en kruidenlaag; 1.70 legaal: gebouwd in overeenstemming met de Woningwet; 1.71 loon(werk)bedrijf: een bedrijf dat voornamelijk met behulp van verplaatsbare werktuigen- diensten verleent aan agrarische bedrijven, hetzij in verband met de bodemcultuur, hetzij ter uitvoering van grondwerkzaamheden; 1.72 manege: een sportbedrijf dat hoofdzakelijk op eigen terrein binnen of buiten een gebouw gelegenheid geeft tot het beoefenen van de paardensport en al dan niet mogelijkheden biedt voor het verblijf en de verzorging van paarden; 1.73 mantelzorg: het bieden van zorg aan eenieder die hulpbehoevend is op het fysieke, psychisch en/of sociaal vlak, op vrijwillige basis en buiten organisatorisch verband; 1.74 mestbewerking: behandeling van dierlijke mest zonder noemenswaardige veranderingen aan het product teweeg te brengen; 1.75 mestverwerking: de toepassing van basistechnieken of combinaties daarvan met als doel de aard, samenstelling of hoedanigheid van dierlijke mest te wijzigingen; 1.76 minicamping: een kleinschalig kampeerterrein als nevenactiviteit bij een agrarisch bedrijf of een burgerwoning; 1.77 natuurwaarde: de aan een gebied toegekende waarde, gekenmerkt door geologisch, geomorfologische, bodemkundige en biologische elementen, zowel afzonderlijk als in onderlinge samenhang; 1.78 niet-grondgebonden agrarisch bedrijf: een agrarisch bedrijf waarvan de productie niet in overwegende mate afhankelijk is van het voortbrengendvermogen van onbebouwde grond in de directe omgeving van het bedrijf. Niet-grondgebonden bedrijven zijn in ieder geval: intensieve veehouderijen, glastuinbouwbedrijven en gebouwgebonden teeltbedrijven en kwekerijen, zoals champignonteeltbedrijven, witlofkwekerijen, bestemmingsplan "Lage Heide 8, Eersel" (ontwerp) 9

141 bestemmingsplan Lage Heide 8, Eersel nertsenfokkerijen, viskwekerijen en wormenkwekerijen; 1.79 nevenactiviteiten: het ontplooien van activiteiten bij een agrarisch bedrijf, die niet rechtstreeks de uitoefening van de agrarische bedrijfsvoering betreffen; 1.80 niet-publieksgerichte aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit: een beroeps- of bedrijfsactiviteit, waarvan de activiteiten niet specifiek publiekgericht zijn, en dat op kleine schaal in een woning en/of de daarbij behorende bijgebouwen wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en de desbetreffende activiteit een ruimtelijke uitstraling heeft die in overeenstemming is met de woonfunctie ter plaatse; 1.81 nieuwvestiging agrarisch bedrijf: de vestiging van een agrarisch bedrijf op een nieuw bouwvlak daar waar nog geen bouwmogelijkheden aanwezig zijn, als gevolg van het oprichten van een nieuw agrarisch bedrijf, dan wel het splitsen van een bestaand agrarisch bedrijf; 1.82 omschakeling agrarisch bedrijf: het geheel, danwel in overwegende mate overstappen van een van de volgende agrarische bedrijfsvormen in een andere, ook in de opsomming genoemde bedrijfsvorm: 1. een grondgebonden agrarisch bedrijf; 2. een intensieve veehouderij; 3. een gemengd bedrijf; 4. een glastuinbouwbedrijf; 5. een niet-grondgebonden agrarisch bedrijf, niet zijnde een intensieve veehouderij of glastuinbouwbedrijf; 1.83 ondersteunende horeca: een horecavoorziening binnen een bestemming waarvan de functie een andere dan horeca is maar waar men uitsluitend ten behoeve van de hoofdfunctie een ruimte specifiek heeft ingericht voor de consumptie van drank en etenswaren; 1.84 overkapping/ carport: een dakconstructie vrijstaand zonder wanden dan wel aan maximaal drie zijden begrensd door de gevels van belendende gebouwen, die niet wordt aangemerkt als een gebouw; 1.85 paardenhouderij: een uit bedrijfseconomisch oogmerk opgezette houderij voor paarden die uitsluitend of in hoofdzaak is gericht op het fokken, trainen, africhten en verhandelen van paarden, waarbij tevens als ondergeschikte nevenactiviteit is toegestaan het geven van instructie aan ruiter en paard; hierbij zijn publieks- en/of verkeersaantrekkende activiteiten niet toegestaan; 1.86 pension: een bedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van logies met als nevenactiviteit het verstrekken van maaltijden en/of dranken aan logerende gasten; 1.87 pensionstalling: het stallen van paarden van derden; 1.88 publieksgerichte beroeps- of bedrijfsactiviteit aan huis: een publieksgerichte beroeps- of bedrijfsactiviteit, waarvan de activiteiten in hoofdzaak publieksgericht zijn en waarvan de omvang en uitstraling zodanig is, dat de activiteit past binnen de desbetreffende woonomgeving en derhalve in een woning en/of de daarbij behorende bijgebouwen, met behoud van de woonfunctie, kan worden toegestaan; 1.89 recreatief medegebruik: die vormen van openluchtrecreatie, die plaats hebben in een omgeving met een niet-recreatieve 10 bestemmingsplan "Lage Heide 8, Eersel" (ontwerp)

142 bestemmingsplan Lage Heide 8, Eersel hoofdfunctie, waarbij het medegebruik ondergeschikt is aan de hoofdfunctie en het hoofdgebruik; 1.90 recreatiewoning: een gebouw dat dient als recreatiewoonverblijf voor gebruikers die hun hoofdverblijf elders hebben; 1.91 recreatiewoningencomplex: een terrein voor het plaatsen en geplaatst houden van recreatiewoningen; 1.92 risicovolle inrichting: een inrichting als bedoeld in artikel 2 lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen; 1.93 seksinrichting een voor publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof hij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in elk geval verstaan: seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, parenclub en (raam) prostitutiebedrijf, waaronder tevens begrepen een erotische-massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar; 1.94 stacaravan: een kampeermiddel in de vorm van een caravan, die ook als hij als een bouwwerk valt aan te merken, niet bouwvergunningsplichtig is; 1.95 statische opslag: opslag van goederen, die geen regelmatige verplaatsing behoeven (zoals antieke auto's, boten, caravans en dergelijke) en die niet bedoeld is voor de handel of een elders gevestigd bedrijf; 1.96 streekgebonden producten: producten, gemaakt met grondstoffen die als streekeigen worden beschouwd en/of volgens streektraditie geteelde producten, en/of producten die volgens een specifieke bereidingswijze of receptuur van een bepaalde regio wordt geproduceerd; 1.97 stroomweg: een weg die in de Nederlandse wegcategorisering wordt aangemerkt als een weg waarop gemotoriseerd verkeer zo veel mogelijk ononderbroken kan doorstromen; 1.98 teeltondersteunende kassen: teeltondersteunende voorziening, bestaande uit een kas, voor een vollegrondstuinbouwbedrijf of boomteeltbedrijf. Hieronder worden ook schuurkassen, permanente tunnel- of boogkassen begrepen; 1.99 teeltondersteunende voorzieningen: voorzieningen in, op of boven de grond, die door agrarische bedrijven met plantaardige teelten worden gebruikt om de productie onder meer gecontroleerde omstandigheden te laten plaatsvinden; te onderscheiden zijn de volgende categorieën: laag/ tijdelijk: teeltondersteunende voorzieningen met een bouwhoogte van maximaal 1,5 m, uitsluitend toegestaan zolang de teelt het vereist met een maximum van 6 maanden, bijvoorbeeld insectengaas, afdekfolies, acryldoek, lage tunnels; laag/ permanent: teeltondersteunende voorzieningen met een bouwhoogte van maximaal 1,5 m en met een permanent karakter, bijvoorbeeld containervelden; hoog/ tijdelijk: teeltondersteunende voorzieningen met een bouwhoogte van minimaal 1,5 m, uitsluitend toegestaan zolang de teelt het vereist met een maximum van 6 maanden, bijvoorbeeld menstoegankelijke wandelkappen, schaduwhallen en hagelnetten; hoog/ permanent: teeltondersteunende voorzieningen met een bouwhoogte van minimaal 1,5 m en met een permanent karakter, bijvoorbeeld stellingenteelt (bakken in stellingen, regenkappen) en teeltondersteunende kassen; overig: vraatnetten, boomteelthekken; tijdelijke huisvesting van tijdelijke werknemers: bestemmingsplan "Lage Heide 8, Eersel" (ontwerp) 11

143 bestemmingsplan Lage Heide 8, Eersel het huisvesten van werknemers, die in een periode van grote arbeidsbehoefte gedurende enkele maanden op een agrarisch bedrijf werkzaam zijn om naar de aard kortdurend werk te verrichten, voorzover noodzakelijk voor een doelmatige bedrijfsvoering; trekkershut: een klein vrijstaand gebouw, zonder eigen sanitaire voorzieningen, bestemd voor verhuur voor recreatievedoeleinden in de vorm van verblijfsrecreatie aan steeds wisselende wandelaars, fietsers, ruiters, kanoërsof autogebruikers, waarbij verhuur aan dezelfde personen maximaal 3 dagen/nachten mag zijn; tuincentrum: een kwekerij en een verkoopplaats waar dode en levende artikelen voor verwerking/gebruik in tuin en huis, daaronder ook begrepen dierbenodigdheden voor huisdieren, direct aan particulieren ter verkoop worden aangeboden, van welke verkoopplaats een koffiehoek deel uitmaakt ter ondersteuning van de tuincentrumfunctie;." een bedrijf dat is gericht op het telen en voornamelijk verkopen van planten en siergewassen, alsmede het verkopen en leveren van andere goederen en materialen voor het aanleggen, onderhouden en verfraaien van tuinen; tunnel(kas): een werk of bouwwerk voorzien van een bedekking van lichtdoorlatend materiaal en dienend tot het kweken, trekken, vermeerderen, opkweken of verzorgen van vruchten, bloemen, groenten, planten of bomen, alsmede in voorkomende gevallen tot bescherming van de omgeving tegen milieubelastende stoffen; verblijfsrecreatie: recreatie in ruimten welke zijn bestemd of opgericht voor recreatief nachtverblijf, zoals een recreatiewoning, groepsaccommodatie/logeergebouw, pension, bed & breakfast, kampeermiddel of trekkershut door personen die hun hoofdwoonverblijf elders hebben; verkoopvloeroppervlak: de voor het publiek zichtbare en toegankelijke winkelruimte ten behoeve van de detailhandel; vloeroppervlak(te): de totale oppervlakte, gemeten op vloerniveau, die voor een functie wordt gebruikt; volkstuinen: grond waarop, anders dan ten dienste van een agrarisch bedrijf, op kleine schaal voedings- en/of siergewassen worden geteeld en voornamelijk ten eigen behoeve; volwaardig agrarisch bedrijf: een agrarisch bedrijf dat de arbeidsomvang heeft van tenminste één volledige arbeidskracht en waarvan de continuïteit ook op langere termijn in voldoende mate is verzekerd; voorgevelrooilijn: de denkbeeldige lijn, evenwijdig aan de as van de weg waaraan gebouwd wordt, op een afstand van de weg die: gelijk is aan de in de regels voorgeschreven afstand van gebouwen uit de as van de weg op het betreffende bouwperceel; gelijk is aan de afstand van bestaande gebouwen tot de as van de weg op het betreffende bouwperceel, indien die afstand kleiner is dan de in de regels voorgeschreven afstand; waterhuishoudkundige doeleinden: doeleinden die het waterhuishoudingsbelang dienen, zoals watergangen, waterstaatkundige kunstwerken, onderhoudsstroken ten behoeve van het beheer en onderhoud van een watergang e.d., voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding, waterafvoer, waterinfiltratie en waterberging; bijbehorende voorzieningen zoals bermen, paden, beschoeiingen; 12 bestemmingsplan "Lage Heide 8, Eersel" (ontwerp)

144 bestemmingsplan Lage Heide 8, Eersel watergang: een voor de oppervlaktewaterkwantiteit van overwegend belang zijnde watergang; Wet geluidhinder Wet van 16 februari 1979 (Stb. 99) houdende regels inzake het voorkomen of beperken van geluidhinder, zoals deze luidde op het moment van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan; Wet milieubeheer: Wet van 13 juni 1979, Stb. 442, houdende regelen met betrekking tot een aantal algemene onderwerpen op het gebied van de milieuhygiëne, zoals deze luidde op het moment van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan; Wet ruimtelijke ordening: Wet van 20 oktober 2006, (Stb. 2006, nr. 566), houdende nieuwe regels omtrent de ruimtelijke ordening, zoals deze luidde op het moment van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan; woning/ wooneenheid: een complex van intern met elkaar in verbinding staande ruimten, in een (gedeelte van een) gebouw, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één of meer personen; Woningwet: Wet van 29 augustus 1991, (Stb. 1991, nr. 439), tot herziening van de Woningwet, zoals deze luidde op het moment van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan; (woon)boerderij: een (voormalige) agrarische bedrijfswoning met in de bouwmassa opgenomen (voormalige) agrarische bedrijfsruimten, die samen een geïntegreerde eenheid (bouwkarakteristiek waarbij woon- en bedrijfsgedeelte van oudsher aan elkaar verbonden zijn) vormen; woonunit: een te verplaatsen/ verwijderen bouwwerk bestaande uit één bouwlaag, geschikt en ingericht ten dienste van het woon-, dag- of nachtverblijf van een of meer personen, niet zijnde een stacaravan. bestemmingsplan "Lage Heide 8, Eersel" (ontwerp) 13

145 bestemmingsplan Lage Heide 8, Eersel Artikel 2 Wijze van meten Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten: 2.1 afstand tot de zijdelingse bouwperceelgrens: de kortste afstand van het verticale vlak in de zijdelingse bouwperceelgrens tot enig punt van het op dat bouwperceel voorkomende bouwwerk; 2.2 bebouwd(e) oppervlak(te) van een bouwperceel: de oppervlakte van alle op een bouwperceel aanwezige bouwwerken tezamen; 2.3 de dakhelling: langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak; 2.4 de goothoogte van een bouwwerk: vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel; 2.5 de inhoud van een bouwwerk: tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen; 2.6 de bouwhoogte van een bouwwerk: vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen; 2.7 de oppervlakte van een bouwwerk: tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk; 2.8 de hoogte van een windturbine: vanaf het peil tot aan de (wieken)as van de windturbine; 2.9 peil: voor bouwwerken, waarvan de hoofdtoegang van het perceel onmiddellijk aan de weg grenst: de hoogte van die weg ter plaatse van de hoofdtoegang van het perceel; in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld; 2.10 ondergeschikte bouwdelen bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen zoals plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding niet meer dan 1 m bedraagt. 14 bestemmingsplan "Lage Heide 8, Eersel" (ontwerp)

146 bestemmingsplan Lage Heide 8, Eersel Hoofdstuk 2 Artikel 3 Bestemmingsregels Agrarisch 3.1 Bestemmingsomschrijving Algemeen De voor Agrarisch aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. b. c. d. e. f. agrarisch gebruik; water en waterhuishoudkundige doeleinden; extensief recreatief medegebruik; doeleinden van openbaar nut; erfbeplanting; voortuinen tussen de bestemming Bedrijf - Agrarisch verwant en technisch hulpbedrijf en de weg; een en ander met bijbehorende voorzieningen, waaronder perceelsontsluitingen en sloten, en overeenkomstig de in opgenomen nadere detaillering van de doeleinden Nadere detaillering van de bestemming In het onderstaande is een nadere detaillering opgenomen van het bepaalde in 3.1.1: a. Evenementen Voor evenementen gelden de volgende bepalingen: 1. Evenementen zijn uitsluitend in de vorm van medegebruik toegestaan. 2. Er dient sprake te zijn van een evenement in de vorm van een voor publiek bestemde uitvoering/ verrichting van vermaak, op het gebied van sport, muziek of op sociaal-cultureel vlak. 3. Het evenement duurt maximaal 7 (aaneengesloten) dagen. b. Landschapselementen De bestemming is mede gericht op behoud van landschapselementen ter plaatse van de aanduiding 'landschapswaarden'. c. Extensief recreatief medegebruik Het gehele gebied gelegen binnen deze bestemming mag worden gebruikt ten behoeve van extensief recreatief medegebruik. Ter ondersteuning van het recreatief medegebruik worden beperkte recreatieve voorzieningen toegestaan in het gehele gebied zoals paden, banken, picknicktafels, bewegwijzering e.d.. d. Landschappelijke inpassing Gebruik van het perceel conform de bestemmingsomschrijving is toegestaan, mits de landschappelijke inpassing, voor zover begrepen in dit plan voor het perceel Lage Heide 8 te Eersel, ter plaatse van de aanduiding 'groen', maximaal 12 maanden na het onherroepelijk worden van het bestemmingsplan is aangelegd conform het inrichtingsplan en vervolgens aldus in stand wordt gehouden. Onder inrichtingsplan wordt in deze planregels verstaan het landschappelijk inpassingsplan zoals opgenomen in Bijlage 1. bestemmingsplan "Lage Heide 8, Eersel" (ontwerp) 15

147 bestemmingsplan Lage Heide 8, Eersel 3.2 Bouwregels Algemeen Uitsluitend mag worden gebouwd ten behoeve van deze bestemming (Maatvoering) bebouwing buiten bouwvlak Voor het oprichten van bouwwerken buiten de aanduiding "bouwvlak" geldt het volgende: a. Op de gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van het agrarisch grondgebruik worden opgericht met een maximale bouwhoogte van 2 m, met dien verstande dat: 1. de bouwhoogte van erf- en perceelsafscheidingen maximaal 1,5 m mag bedragen; 2. het oprichten van sleufsilo's niet is toegestaan; 3. tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen zijn toegestaan, met een maximale bouwhoogte van 2,5 m, (indien en voorzover er sprake is van een bouwwerk); 4. overige teeltondersteunende voorzieningen zijn toegestaan, met een maximale de bouwhoogte van 3 m. b. Ten behoeve van het extensief recreatief medegebruik is voorts uitsluitend het oprichten van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan zoals banken, picknicktafels e.d. met een maximale bouwhoogte van 2 m. c. Paardenbakken buiten de aanduiding "bouwvlak", zijn niet toegestaan. d. Veldschuren en andere gebouwen zijn niet toegestaan. 3.3 Afwijken van de bouwregels Afwijking hogere erfafscheiding Burgemeester en wethouders kunnen middels omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in onder a teneinde voor erf- en perceelsafscheidingen buiten de aanduiding "bouwvlak" een grotere bouwhoogte toe te staan tot maximaal 2 m, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan: a. de grotere bouwhoogte is noodzakelijk om dieren binnen de wei te houden; b. de erf- en perceelsafscheidingen zijn uitsluitend toegestaan in de vorm van afrasteringen; c. het woon- en leefmilieu van de omgeving wordt niet onevenredig aangetast; dit betekent in ieder geval dat de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende percelen niet onevenredig mogen worden beperkt; d. de omgevingsvergunning leidt niet tot een onevenredige aantasting van de in 3.1 omschreven waarden Afwijking paardenbak t.b.v. hobbymatig gebruik Burgemeester en wethouders kunnen middels omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in onder c teneinde ten behoeve van hobbymatig gebruik binnen deze bestemming paardenbakken toe te staan buiten de aanduiding "bouwvlak", mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan: a. de paardenbak kan redelijkerwijs niet worden gesitueerd ter plaatse van de aanduiding "bouwvlak" of binnen het bestemmingsvlak Bedrijf - Agrarisch verwant en technisch hulpbedrijf; b. de paardenbak wordt aansluitend aan de aanduiding "bouwvlak" of het bestemmingsvlak Bedrijf Agrarisch verwant en technisch hulpbedrijf gesitueerd; c. de paardenbak wordt zodanig gesitueerd dat deze landschappelijk wordt ingepast; d. schuurtjes, lichtmasten en andere aan de paardenbak verwante bouwwerken zijn niet toegestaan; e. de oppervlakte van de paardenbak bedraagt maximaal 800 m2, tezamen met de oppervlakte die binnen de aanduiding "bouwvlak" danwel de bestemming Bedrijf - Agrarisch verwant en technisch hulpbedrijf wordt gesitueerd; f. er is maximaal één paardenbak per bouwvlak danwel bestemmingsvlak Bedrijf - Agrarisch verwant en technisch hulpbedrijf toegestaan en uitsluitend bij het eigen bouwvlak respectievelijk de eigen woning; g. het woon- en leefmilieu van de omgeving wordt niet onevenredig aangetast; dit betekent in ieder 16 bestemmingsplan "Lage Heide 8, Eersel" (ontwerp)

148 bestemmingsplan Lage Heide 8, Eersel geval dat de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende percelen niet onevenredig mogen worden beperkt; h. er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de waterhuishoudkundige situatie; hieromtrent wordt advies ingewonnen bij het waterschap. 3.4 Specifieke gebruiksregels Strijdig gebruik In aanvulling op het bepaalde van artikel 7.10 Wro wordt onder gebruik strijdig met de bestemming in ieder geval begrepen gebruik van gronden en/of opstallen voor: a. het opslaan, storten of bergen van materialen, producten en mest, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is voor het op de bestemming gerichte gebruik; b. het bedrijfsmatig vervaardigen, opslaan, verwerken of herstellen van goederen en het opslaan en beof verwerken van producten; c. detailhandel; d. buitenopslag ten behoeve van nevenactiviteiten; e. woondoeleinden; f. de opslag van gevaarlijke stoffen, zoals kunstmeststoffen en propaan, die een 10-6 risicocontour hebben die de aanduiding "bouwvlak" overschrijdt. 3.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden Omgevingsvergunningplicht Het is verboden op de in dit artikel bedoelde gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden (aanlegvergunning) de in het schema onder opgenomen vergunningplichtige werken en werkzaamheden uit te voeren Uitzonderingen vergunningplicht Het onder vervatte verbod geldt niet voor werken en werkzaamheden: a. waarvoor ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan omgevingsvergunning is verleend; b. welke ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan in uitvoering waren; c. welke betreffen het normale onderhoud en/of landschapsbeheer Toetsing aan aanwezige waarden De in bedoelde vergunning wordt slechts verleend indien na een belangenafweging blijkt dat er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de aanwezige waarden als opgenomen in 3.1. Ten behoeve van de belangenafweging zijn in het schema onder de toetsingscriteria weergegeven Schema omgevingsvergunningen Omgevingsvergunningplichtige werken/werkzaamheden Criteria voor verlening van de omgevingsvergunning het aanbrengen van (infrastructurele) ondergrondse er mag geen blijvende aantasting plaatsvinden van leidingen ter plaatse van de aanduiding het landschapselement. 'landschapswaarden' bestemmingsplan "Lage Heide 8, Eersel" (ontwerp) 17

149 bestemmingsplan Lage Heide 8, Eersel het aanleggen van wegen en het aanbrengen van oppervlakte verhardingen ter plaatse van de aanduiding 'landschapswaarden' 1. de wegen en overige verhardingen moeten noodzakelijk zijn; 2. de wegen en overige verhardingen betekenen geen aantasting van de aanwezige landschappelijke inpassing, danwel er wordt anderszins voorzien in een zorgvuldige landschappelijke inpassing. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen groter het aanbrengen van verhardingen dient dan 200 m2 noodzakelijk te zijn in het kader van de agrarische bedrijfsvoering dan wel het recreatief medegebruik; het vellen of rooien van houtgewas ter plaatse van de aanduiding 'landschapswaarden' 1. het verwijderen moet noodzakelijk zijn; 2. het verwijderen betekent geen onevenredige aantasting van het landschapselement. 18 bestemmingsplan "Lage Heide 8, Eersel" (ontwerp)

150 bestemmingsplan Lage Heide 8, Eersel Artikel 4 Bedrijf - Agrarisch verwant en technisch hulpbedrijf 4.1 Bestemmingsomschrijving Algemeen De voor Bedrijf - Agrarisch verwant en technisch hulpbedrijf aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. agrarisch verwante bedrijven; b. agrarisch technische hulpbedrijven; c. water en waterhuishoudkundige doeleinden. één en ander met bijbehorende bouwwerken en voorzieningen en overeenkomstig de in opgenomen nadere detaillering van de bestemming Nadere detaillering van de bestemming In het onderstaande is een nadere detaillering opgenomen van het bepaalde in 4.1.1: a. Type bedrijf Op de gronden met deze bestemming zijn overeenkomstig de aanduidingen uitsluitend toegestaan de bedrijven genoemd in de navolgende Staat van agrarisch verwante en technische hulpbedrijven. Afkorting Aanduiding Type bedrijf Adres (sb-2) specifieke vorm honden- en Lage Heide van bedrijf - 2 kattencentrum: pension, dagopvang, uitlaatservice en trimsalon Huisnummer Bebouwde oppervlakte m2 b. Hondenuitloopweides De gronden zijn mede bestemd voor hondenuitloopweides met zwemvijvers, omheiningen en overige daarbij behorende voorzieningen ter plaatse van de functieaanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - 1'. c. Parkeervoorziening De gronden zijn mede bestemd voor erfverharding en (verharde) parkeervoorzieningen ter plaatse van de functieaanduiding 'parkeerterrein'. d. Bed&breakfast In een bedrijfswoning en bijbehorende bijgebouwen is een bed&breakfast toegestaan als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie, waarbij de volgende bepalingen van toepassing zijn: 1. De omvang van de activiteit mag niet meer bedragen dan 40% van de gezamenlijke vloeroppervlakte van de woonbebouwing tot een maximum van 80 m2. 2. De bed&breakfast mag bestaan uit maximaal twee kamers met elk maximaal 2 bedden. 3. Wanneer bed&breakfast plaatsvindt in een vrijstaand bijgebouw, dan is hierin geen keuken of soortgelijke voorziening toegestaan. 4. Het gebruik mag geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer. 5. Parkeren dient op eigen terrein plaats te vinden. 6. De activiteit wordt uitgeoefend door de bewoner. e. Landschappelijke inpassing Gebruik van het perceel conform de bestemmingsomschrijving is toegestaan, mits de landschappelijke inpassing, voor zover begrepen in dit plan voor het perceel Lage Heide 8 te Eersel, ter plaatse van de aanduiding 'groen', maximaal 12 maanden na het onherroepelijk worden van het bestemmingsplan is bestemmingsplan "Lage Heide 8, Eersel" (ontwerp) 19

151 bestemmingsplan Lage Heide 8, Eersel aangelegd conform het inrichtingsplan en vervolgens aldus in stand wordt gehouden. Onder inrichtingsplan wordt in deze planregels verstaan het landschappelijk inpassingsplan zoals opgenomen in Bijlage Bouwregels Toegestane bebouwing Uitsluitend mag worden gebouwd ten behoeve van deze bestemming Bedrijfswoning Voor bedrijfswoningen geldt het volgende: a. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding "bedrijfswoning" is een bedrijfswoning toegestaan, en maximaal één per aanduiding; Bouwvlak Indien en voorzover binnen een bestemmingsvlak een aanduiding "bouwvlak" is aangegeven, mogen gebouwen uitsluitend worden opgericht ter plaatse van de aanduiding "bouwvlak" Bebouwde oppervlakte De bebouwde oppervlakte mag niet meer bedragen dan de oppervlakte als opgenomen in de tabel in onder a; deze bebouwde oppervlakte is exclusief de bebouwde oppervlakte ten behoeve van een bedrijfswoning en de daarbij behorende bijgebouwen en exclusief omheiningen en erf- en perceelsafscheidingen Maatvoeringseisen De bouwwerken dienen te voldoen aan de volgende maatvoeringseisen: Gebouwen algemeen Min. afstand tot bouwperceelgrens 3m afstand tot de as van de weg 15 m bestaande kleinere afstanden van legaal opgerichte gebouwen zijn toegestaan Bedrijfsgebouwen Min. Max. goothoogte n.v.t. 6,5 m bouwhoogte n.v.t. 10 m dakhelling, met dien verstande dat de minimale dakhelling niet geldt voor ondergeschikte platte tussenleden en andere gebouwen van ondergeschikte aard Bedrijfswoning Min. Max. goothoogte n.v.t. 3,5 m bouwhoogte n.v.t. 9m inhoud 20 maximaal 750 m3 (incl. aangebouwde bijgebouwen), tenzij: - de bestaande inhoud van de bestaande woning reeds meer bedraagt, welke inhoud dan als maximum geldt; - het een bestaande (woon)boerderij betreft, waarbij de inhoud van het hele bestaande boerderijlichaam/bouwmassa daarvan als maximum geldt. bestemmingsplan "Lage Heide 8, Eersel" (ontwerp)

152 bestemmingsplan Lage Heide 8, Eersel Vrijstaande bijgebouwen bij bedrijfswoning Max. gezamenlijke oppervlakte per woning 80 m2 goothoogte 3m bouwhoogte 6m afstand bijgebouwen tot bedrijfswoning 15 m, tenzij de bestaande afstand meer bedraagt, dan geldt de bestaande afstand als maximum Bouwwerken, geen gebouwen zijnde Max. bouwhoogte erfafscheidingen voor voorgevelrooilijn: 1,5 m; overige: 2 m bouwhoogte van carports c.q. overkappingen 3m oppervlakte van een carport c.q. overkapping 20 m2 bouwhoogte overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde 6m omheiningen ter plaatse van de functieaanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - 2' 2m (Maarvoering) bebouwing buiten bouwvlak Voor het oprichten van bouwwerken buiten de aanduiding "bouwvlak" geldt het volgende: a. Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - 1' zijn erf- en perceelsafscheidingen en omheiningen toegestaan met een maximale bouwhoogte van 2 m Herbouw Aanvullend gelden voor herbouw van bestaande woningen de volgende voorwaarden: a. de herbouw vindt grotendeels plaats op de plaats van de (voor zover aanwezige) bestaande fundamenten van de woning; b. de voorgevel van de te herbouwen woning wordt geplaatst in de (voormalige) voorgevelrooilijn van de woning; c. de bouwwijze (d.w.z. vrijstaand, halfvrijstaand of aaneengebouwd) van de te herbouwen woning(en) wijkt niet af van de bouwwijze van de oorspronkelijke woning(en). 4.3 Afwijken van de bouwregels Afwijking m.b.t. herbouw Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde onder onder b teneinde de voorgevel te kunnen plaatsen buiten de (voormalige) voorgevelrooilijn, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan: a. de nieuwe situering van de woning is stedenbouwkundig, verkeerskundig en milieukundig aanvaardbaar; b. er dient sprake te zijn van (zekerheidsstelling omtrent de) sloop van de bestaande woning; c. door de herbouw wordt het landelijke karakter van het gebied niet onevenredig aangetast; d. de nieuwe situering van de woning leidt niet tot extra belemmeringen voor de bedrijfsontwikkelingen van de omliggende bedrijven, voortvloeiende uit milieuregelgeving; e. er moet voldaan worden aan de Wet geluidhinder; bestemmingsplan "Lage Heide 8, Eersel" (ontwerp) 21

153 bestemmingsplan Lage Heide 8, Eersel f. er is sprake van een zorgvuldige landschappelijke inpassing; g. het woon- en leefmilieu van de omgeving wordt niet onevenredig aangetast; dit betekent in ieder geval dat de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende percelen niet onevenredig mogen worden beperkt Afwijking minimum afstand van bebouwing tot de weg Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in teneinde de voorgeschreven minimum afstand van bebouwing tot de weg te verkleinen, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden: a. de noodzaak vanuit een doelmatige bedrijfsvoering moet aanwezig zijn; b. de afstand van nieuwe bebouwing tot de as van de weg mag niet minder bedragen dan van bestaande reeds dichter bij die weg gelegen bebouwing; in afwijking hiervan behoeft indien het een bouwperceel betreft dat aan 2 of meer zijden direct grenst aan een weg, slechts tot 1 weg die afstand te worden aangehouden; c. er mogen geen onevenredige verkeerskundige belemmeringen plaatsvinden; d. er dient voldoende parkeerruimte op het eigen erf aanwezig te blijven; e. de wegbeheerder dient te worden gehoord; f. de stedenbouwkundige structuur mag niet onevenredig worden aangetast; g. indien het een woning of ander geluidgevoelig object betreft, moet voldaan worden aan de Wet geluidhinder; h. het woon- en leefmilieu van de omgeving wordt niet onevenredig aangetast; dit betekent in ieder geval dat de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende percelen niet onevenredig mogen worden beperkt Afwijking bouwhoogte i.v.m. technische maatregelen Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde onder teneinde een grotere bouwhoogte toe te staan voor het treffen van milieutechnische maatregelen, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan: a. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 4 m boven de (feitelijke) hoogte van het betreffende gebouw; b. er is sprake van een zorgvuldige landschappelijke inpassing; c. het woon- en leefmilieu van de omgeving wordt niet onevenredig aangetast; dit betekent in ieder geval dat de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende percelen niet onevenredig mogen worden beperkt. 4.4 Specifieke gebruiksregels Strijdig gebruik In aanvulling op het bepaalde van artikel 7.10 Wro wordt onder gebruik strijdig met de bestemming in ieder geval begrepen: a. het opslaan, storten of bergen van materialen, producten en mest, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is voor het op de bestemming gerichte gebruik; b. detailhandel; c. voor ondersteunende horeca; d. een seksinrichting; e. vrijstaande bijgebouwen als zelfstandige woning en als afhankelijke woonruimte; f. woondoeleinden, met uitzondering van de toegestane bedrijfswoningen; g. het bewonen van bedrijfsruimte; h. een niet-publieksgerichte beroeps- of bedrijfsactiviteit aan huis of een publieksgerichte beroeps- of 22 bestemmingsplan "Lage Heide 8, Eersel" (ontwerp)

154 bestemmingsplan Lage Heide 8, Eersel bedrijfsactiviteit aan huis; i. een geluidzoneringsplichtige inrichting; j. een risicovolle inrichting; k. de opslag van gevaarlijke stoffen, zoals kunstmeststoffen en propaan, die een 10-6 risicocontour hebben die de aanduiding "bouwvlak" overschrijdt. 4.5 Afwijken van de gebruiksregels Afwijking opslag gevaarlijk e stoffen Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in onder k ten behoeve van de opslag van gevaarlijke stoffen teneinde toe te staan dat de daarbij behorende 10-6 risicocontour de aanduiding "bouwvlak", danwel, indien geen aanduiding "bouwvlak" is opgenomen, de bestemmingsgrens, overschrijdt, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan: a. het gebruik mag niet leiden tot extra belemmeringen voor de bedrijfsontwikkelingen van de omliggende agrarische bedrijven, voortvloeiende uit de milieu- en dierenwelzijnswetgeving; b. het woon- en leefmilieu van de omgeving wordt niet onevenredig aangetast; dit betekent in ieder geval dat de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende percelen niet onevenredig mogen worden beperkt; c. er is sprake van een zorgvuldige landschappelijke inpassing Afwijken mantelzorg in afhankelijke woonruimte Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in onder e en toestaan dat een bijgebouw gebruikt wordt als afhankelijke woonruimte, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan: a. een dergelijke bewoning is noodzakelijk vanuit een oogpunt van mantelzorg. Hiertoe wordt een verklaring van een arts of specialist overlegd; b. de afhankelijke woonruimte is uitsluitend toegestaan voor mantelzorg die wordt verleend aan een familielid in de 1e of 2e graad; c. de afhankelijke woonruimte wordt ingepast binnen de toegestane bijgebouwen, waarbij ten behoeve van mantelzorg niet meer dan 80 m2 mag worden gebruikt; d. de afstand van het bijgebouw tot de woning bedraagt niet meer dan 15 m; e. er vindt geen belemmering plaats voor de ontwikkeling van (agrarische) bedrijven in de omgeving; f. het woon- en leefmilieu van de omgeving wordt niet onevenredig aangetast; dit betekent in ieder geval dat de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende percelen niet onevenredig mogen worden beperkt; g. indien sprake is van een geurgevoelig object wordt er voldaan aan de geurnormen krachtens de Wet geurhinder en veehouderij, dan wel krachtens een op deze wet gebaseerde verordening. bestemmingsplan "Lage Heide 8, Eersel" (ontwerp) 23

155 bestemmingsplan Lage Heide 8, Eersel Artikel Waarde - Archeologie 5.1 Bestemmingsomschrijving De voor Waarde - Archeologie 5.1 aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor behoud en bescherming van waardevolle verwachte archeologische informatie in de bodem. 5.2 Bouwregels Binnen deze dubbelbestemming zijn uitsluitend toegestaan gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die ten dienste staan van deze bestemming, alsmede ten behoeve van de andere daar voorkomende bestemmingen, mits: a. het bouwplan betrekking heeft op vervanging van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte niet wordt uitgebreid en niet dieper dan de bestaande fundering wordt gebouwd; b. gebouwen maximaal 2,5 m uit de plaats van de bestaande fundering worden opgericht; c. de bebouwde oppervlakte niet meer bedraagt dan m2; d. bouwen waarbij geen grondwerkzaamheden worden uitgevoerd dieper dan 30 cm onder het bestaande maaiveld. 5.3 Nadere eisen Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de situering van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, de inrichting en het gebruik van gronden, indien uit onderzoek is gebleken dat ter plaatse behoudens- en beschermenswaardige archeologische monumenten of resten aanwezig zijn. De nadere eisen zijn erop gericht dat de archeologische waarden zoveel mogelijk in de grond (in situ) worden behouden. 5.4 Afwijken van de bouwregels Afwijking Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.2 teneinde het oprichten van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van de op deze gronden liggende andere bestemming(en), indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond, dat de archeologische waarden door de bouwactiviteiten niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad. Teneinde dit te bereiken kunnen aan een omgevingsvergunning in ieder geval de volgende voorschriften worden verbonden: a. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor (ondanks de uitvoering van een bouw- of aanlegplan) monumenten in de bodem worden behouden zoals alternatieven voor heiwerk, het al of niet bouwen van kelders, het aanbrengen van een beschermende bodemlaag of andere voorzieningen die op dit doel zijn gericht; b. de verplichting tot het doen van opgravingen, of; c. de verplichting de activiteit die tot een bodemverstoring leidt, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg die voldoet aan bij die voorschriften te bepalen kwalificaties Verplichting rapportage of beleidsadvieskaart De omgevingsvergunning als bedoeld in wordt niet verleend dan nadat de aanvrager een rapport heeft overgelegd waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld of getoetst wordt aan een daartoe opgestelde archeologische beleidsadvieskaart. 24 bestemmingsplan "Lage Heide 8, Eersel" (ontwerp)

156 bestemmingsplan Lage Heide 8, Eersel Advies archeologisch desk undige Alvorens het bevoegd gezag beslist over een omgevingsvergunning als bedoeld in winnen zij schriftelijk advies in bij een archeologisch deskundige omtrent de vraag of door het verlenen van een omgevingsvergunning geen onevenredige afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de archeologische waarden, en of en zo ja welke voorwaarden dienen te worden gesteld. 5.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden Vergunningplicht Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende andere werken of werkzaamheden uit te voeren: a. het ophogen van de bodem met meer dan 2 m; b. grondwerkzaamheden, waartoe worden gerekend woelen, mengen, diepploegen, egaliseren en ontginnen van gronden, alsmede het graven of vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren en het aanleggen van drainage; c. bodem verlagen of afgraven (ook ten behoeve van het verwijderen van bestaande funderingen) van gronden waarvoor geen ontgrondingenvergunning is vereist; d. het verlagen van het waterpeil; e. het tot stand brengen en/of in exploitatie brengen van boor- en pompputten; f. het uitvoeren van heiwerken en/of indrijven van scherpe voorwerpen in de bodem; g. het aanleggen of rooien van bos of boomgaard waarbij stobben worden verwijderd; h. het aanleggen, verbreden of verharden van wegen, voet-, ruiter- of rijwielpaden, banen of parkeergelegenheden en het aanleggen van andere oppervlakteverhardingen; i. het aanleggen van ondergrondse transport-, energie-, of telecommunicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur Uitzonderingen Het onder vervatte verbod geldt niet: a. voor zover het werkzaamheden in de bodem betreft tot een diepte van 30 cm onder het bestaande maaiveld; b. voor zover het werkzaamheden in de bodem betreft over een maximale oppervlakte van m2; c. voor zover het werkzaamheden in de bodem betreft binnen een afstand van maximaal 2,5 m uit de plaats van de bestaande fundering van een bestaand bouwwerk; d. indien de werken en/of werkzaamheden het gewone onderhoud betreffen, met inbegrip van onderhouds- en vervangingswerkzaamheden van bestaande bestratingen en beplantingen binnen bestaande tracés van kabels en leidingen; e. voor zover het werkzaamheden in de bodem betreft waarvoor ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan een omgevingsvergunning in dit kader is verleend; f. voor zover het werkzaamheden in de bodem betreft die direct samenhangen met een verleende omgevingsvergunning op grond van het bepaalde in Verlening Een omgevingsvergunning als bedoeld in mag alleen worden verleend indien door de uitvoering de aanwezige archeologische waarden niet onevenredig (kunnen) worden aangetast. Teneinde dit te bereiken kunnen aan een omgevingsvergunning in ieder geval de volgende voorschriften worden verbonden: a. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor (ondanks de uitvoering van een bouw- of aanlegplan) monumenten in de bodem worden behouden zoals alternatieven voor heiwerk, het al of niet bouwen van kelders, het aanbrengen van een beschermende bodemlaag of andere bestemmingsplan "Lage Heide 8, Eersel" (ontwerp) 25

157 bestemmingsplan Lage Heide 8, Eersel voorzieningen die op dit doel zijn gericht; b. de verplichting tot het doen van opgravingen, of; c. de verplichting de activiteit die tot een bodemverstoring leidt, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg die voldoet aan een door burgemeester en wethouders bij de vergunning te stellen kwalificaties Advies deskundige Alvorens een besluit te nemen omtrent het verlenen van een omgevingsvergunning wint het bevoegd gezag advies in van een archeologisch deskundige omtrent de vraag of door het verlenen van de omgevingsvergunning geen onevenredige afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de archeologische waarden, en welke voorwaarden dienen te worden gesteld. 5.6 Wijzigingsbevoegdheid Vervallen Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen teneinde de dubbelbestemming Artikel 5 Waarde - Archeologie 5.1 geheel of gedeeltelijk te doen vervallen, indien op basis van aanvullend en/of definitief archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn. 26 bestemmingsplan "Lage Heide 8, Eersel" (ontwerp)

158 bestemmingsplan Lage Heide 8, Eersel Hoofdstuk 3 Artikel 6 Algemene regels Anti-dubbeltelbepaling Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing. bestemmingsplan "Lage Heide 8, Eersel" (ontwerp) 27

159 bestemmingsplan Lage Heide 8, Eersel Artikel Algemene bouwregels Afwijkende maatvoering Bestaande gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die zijn opgericht in overeenstemming met de Woningwet, maar in afwijking van dit bestemmingsplan, zijn toegestaan. Herbouw van deze bestaande gebouwen is niet toegestaan. 28 bestemmingsplan "Lage Heide 8, Eersel" (ontwerp)

160 bestemmingsplan Lage Heide 8, Eersel Hoofdstuk 4 Artikel 8 Overgangs- en slotregels Overgangsrecht 8.1 Overgangsrecht bouwwerken Algemeen Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, danwel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot, a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd; b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan Afwijking Burgemeester en wethouders kunnen middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in met maximaal 10% Uitzondering Het bepaalde in is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan. 8.2 Overgangsrecht gebruik Algemeen Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet Strijdig gebruik Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in 8.2.1, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind Onderbroken gebruik Indien het gebruik, bedoeld in 8.2.1, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten Uitzondering Het bepaalde in is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan. bestemmingsplan "Lage Heide 8, Eersel" (ontwerp) 29

161 bestemmingsplan Lage Heide 8, Eersel Artikel 9 Slotregel Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan Lage Heide 8, Eersel. 30 bestemmingsplan "Lage Heide 8, Eersel" (ontwerp)

162 bestemmingsplan Lage Heide 8, Eersel Bijlagen bij regels bestemmingsplan "Lage Heide 8, Eersel" (ontwerp) 31

163 bestemmingsplan Lage Heide 8, Eersel Bijlage 1 Landschappelijk inpassingsplan 32 bestemmingsplan "Lage Heide 8, Eersel" (ontwerp)

164

165

166

167 Legenda Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ A Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ (g) Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ ÑWR-A Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ (sb-1) Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ B-A Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ(g) Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ (sb-2) Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ (bw) Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ (lw) Ñ Ñ Ñ Ñ (p) Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!! V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V VV V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V VV V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V VV V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V VVV V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V VV V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V!! V V V V V V V!!!!!!!!!!!! V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V Bestemmingsplangebied!!!!!!!!! Plangebied Enkelbestemmingen Agrarisch Bedrijf - Agrarisch verwant en technisch hulpbedrijf Dubbelbestemmingen Ñ WR-A Ñ Ñ Waarde - Archeologie 5.1 Ñ Ñ Ñ Aanduidingen V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V V A B-A (bw) (sb-1) (sb-2) (p) (g) V V V V (lw) V V V V V V V bedrijfswoning specifieke vorm van bedrijf - 1 specifieke vorm van bedrijf - 2 parkeerterrein groen landschapswaarden bouwvlak Dorpsstraat 54 Tel: (013) Fax: (013) ± 5113 TE Ulicoten info@vandunadvies.nl Gemeente Eersel Bestemmingsplan Lage Heide 8, Eersel NL.IMRO.0770.BPBlgheide80041-ONTW Status: Datum: Gewijzigd: Schaal: Formaat: Ontwerp :1.500 A3

Ruimtelijke onderbouwing Hollandseweg 19, Someren. Gemeente Someren

Ruimtelijke onderbouwing Hollandseweg 19, Someren. Gemeente Someren Ruimtelijke onderbouwing Hollandseweg 19, Someren Gemeente Someren Opdrachtgever: Projectlocatie: Dhr. N.H.L. Michiels Hollandseweg 19 5712RM Someren Hollandseweg 19, Someren Projectnummer: 16418-001 Datum:

Nadere informatie

Format Ruimtelijke Onderbouwing (versie 1, aug 2014) INHOUDSOPGAVE

Format Ruimtelijke Onderbouwing (versie 1, aug 2014) INHOUDSOPGAVE Format Ruimtelijke Onderbouwing (versie 1, aug 2014) INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING 1.1. Algemeen 1.2. Aanleiding en doel 1.3. Plangebied 1.4. Leeswijzer 2. PLANBESCHRIJVING 2.1. Bestaande situatie 2.2. Gewenste

Nadere informatie

Relevante artikelen Verordening ruimte Noord-Brabant

Relevante artikelen Verordening ruimte Noord-Brabant Bijlage 3 Relevante artikelen Verordening ruimte Noord-Brabant Artikel 2.1 - Zorgplicht voor ruimtelijke kwaliteit 1. Een bestemmingsplan dat voorziet in een ruimtelijke ontwikkeling buiten bestaand stedelijk

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing. Afwijken bestemmingsplan voor realisatie schoorstenen Mosstraat 23, Rijen

Ruimtelijke onderbouwing. Afwijken bestemmingsplan voor realisatie schoorstenen Mosstraat 23, Rijen Ruimtelijke onderbouwing Afwijken bestemmingsplan voor realisatie schoorstenen Mosstraat 23, Rijen Van Dun Advies BV Dorpsstraat 54 5113 TE Ulicoten T 013-519 9458 Postel 8 5711 ET Someren T 0493 745 015

Nadere informatie

Zienswijze ontwerp-bestemmingsplan Molenweg 5-5a Hoogeloon

Zienswijze ontwerp-bestemmingsplan Molenweg 5-5a Hoogeloon Van Provincie Noord-Brabant Aan Gemeente Bladel Onderwerp Zienswijze ontwerp-bestemmingsplan Molenweg 5-5a Hoogeloon Ter attentie van Zaak identificatie 07-11-2017

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing kleinschalige uitbreiding olfantenstal Heiderschoor 24 te Mierlo Luchtfoto perceel Heiderschoor 24

Ruimtelijke onderbouwing kleinschalige uitbreiding olfantenstal Heiderschoor 24 te Mierlo Luchtfoto perceel Heiderschoor 24 Pagina 1 van 5 Ruimtelijke onderbouwing kleinschalige uitbreiding olfantenstal Heiderschoor 24 te Mierlo Luchtfoto perceel Heiderschoor 24 Pagina 2 van 5 Inleiding Op donderdag 3 april 2014 is door Dierenrijk

Nadere informatie

Bestemmingsplan Buitengebied Zundert, vormverandering agrarisch bouwblok Hazeldonksestraat 2B, Rijsbergen. Toelichting/ ruimtelijke onderbouwing

Bestemmingsplan Buitengebied Zundert, vormverandering agrarisch bouwblok Hazeldonksestraat 2B, Rijsbergen. Toelichting/ ruimtelijke onderbouwing vormverandering agrarisch bouwblok Hazeldonksestraat 2B, Rijsbergen. Toelichting/ ruimtelijke onderbouwing Opgesteld door: Provincie Noord-Brabant 19-05-2016 S.M.Verhaart- Menken Versie: 3_19-05-2016 Inhoud

Nadere informatie

Projectafwijkingsbesluit Neterselsedijk 37 te Lage Mierde. Gemeente Reusel-De Mierden

Projectafwijkingsbesluit Neterselsedijk 37 te Lage Mierde. Gemeente Reusel-De Mierden Projectafwijkingsbesluit Neterselsedijk 37 te Lage Mierde Gemeente Reusel-De Mierden Van Dun Advies BV Dorpsstraat 54 5113 TE Ulicoten T: 013-519 9458 F: 013-519 9727 E: info@vandunadvies.nl www.vandunadvies.nl

Nadere informatie

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Dijkstraat 51 GEMEENTE ASTEN

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Dijkstraat 51 GEMEENTE ASTEN RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Dijkstraat 51 GEMEENTE ASTEN Van Dun Advies BV Dorpsstraat 54 5113 TE Ulicoten T: 013-519 9458 F: 013-519 9727 E: info@vandunadvies.nl www.vandunadvies.nl Rabobank 15.23.05.149

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing Bûtewei 14A Ureterp (agrarische bedrijfswoning) Gemeente Opsterland

Ruimtelijke onderbouwing Bûtewei 14A Ureterp (agrarische bedrijfswoning) Gemeente Opsterland Ruimtelijke onderbouwing Bûtewei 14A Ureterp (agrarische bedrijfswoning) Gemeente Opsterland INHOUDSOPGAVE pagina HOOFDSTUK 1 INLEIDING 5 1.1 Aanleiding voor het plan 5 1.2 Plangebied 5 1.3 Leeswijzer

Nadere informatie

WIJZIGINGSPLAN ZORGBOERDERIJ BROEK 4, MARIAHOUT GEMEENTE LAARBEEK. 2 februari 2016 vastgesteld

WIJZIGINGSPLAN ZORGBOERDERIJ BROEK 4, MARIAHOUT GEMEENTE LAARBEEK. 2 februari 2016 vastgesteld WIJZIGINGSPLAN ZORGBOERDERIJ BROEK 4, MARIAHOUT 2 februari 2016 vastgesteld 52-007 GEMEENTE LAARBEEK 2 INHOUDSOPGAVE 1 Inleiding... 5 1.1 Algemeen... 5 1.2 Aanleiding en doel... 5 1.3 Plangebied... 6 1.4

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing speelterrein Netersel

Ruimtelijke onderbouwing speelterrein Netersel Ruimtelijke onderbouwing speelterrein Netersel Inleiding en planbeschrijving In Netersel is in de huidige situatie een speelterrein gelegen (zie figuur 1). Dat speelterrein is deels binnen het plangebied

Nadere informatie

In het kader van het wettelijk vooroverleg heeft u ons om een reactie gevraagd op de voorontwerp-omgevingsvergunning Oirschotsedijk 52, Wintelre.

In het kader van het wettelijk vooroverleg heeft u ons om een reactie gevraagd op de voorontwerp-omgevingsvergunning Oirschotsedijk 52, Wintelre. Brabantlaan 1 Postbus 90151 5200 MC s-hertogenbosch Telefoon (073) 681 28 12 Fax (073) 614 11 15 Gemeente Eersel Postbus 12 5520 AA EERSEL info@brabant.nl www.brabant.nl IBAN NL86INGB0674560043 3825558

Nadere informatie

Toelichting wijzigingsplan. Belversestraat 42, Haaren Köppenstraat 1, Haaren

Toelichting wijzigingsplan. Belversestraat 42, Haaren Köppenstraat 1, Haaren Toelichting wijzigingsplan Belversestraat 42, Haaren Köppenstraat 1, Haaren Van Dun Advies BV Dorpsstraat 54 5113 TE Ulicoten T 013-519 9458 Postel 8 5711 ET Someren T 0493 745 015 E info@vandunadvies.nl

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing Leveroyseweg 14, Heythuysen

Ruimtelijke onderbouwing Leveroyseweg 14, Heythuysen Ruimtelijke onderbouwing Leveroyseweg 14, Heythuysen Inleiding Initiatiefnemer heeft een agrarisch bouwvlak aan Leveroyseweg 14 te Heythuysen. Op deze locatie worden varkens gehouden op extensieve wijze.

Nadere informatie

15003 RO VERPLAATSEN VLAAMSE SCHUUR LANGEREIT 14

15003 RO VERPLAATSEN VLAAMSE SCHUUR LANGEREIT 14 15003 RO VERPLAATSEN VLAAMSE SCHUUR LANGEREIT 14 Ordito b.v. Postbus 94 5126 ZH Gilze E info@ordito.nl T 0161 801 022 I www.ordito.nl KVK 54 811 554 1. Inleiding 3 1.1 Aanleiding 3 1.2 Ligging en begrenzing

Nadere informatie

Vormverandering bouwvlak Gever 6

Vormverandering bouwvlak Gever 6 Vormverandering bouwvlak Gever 6 wijzigingsplan Vormverandering bouwvlak Gever 6 Inhoudsopgave Toelichting 3 2 wijzigingsplan "Vormverandering bouwvlak Gever 6" ( vastgesteld) wijzigingsplan Vormverandering

Nadere informatie

G E M E E N T E G O I R L E W I J Z I G I N G S P L A N E E R S T E S C H O O R 4 ( G O I R L E ) G E M E E N T E

G E M E E N T E G O I R L E W I J Z I G I N G S P L A N E E R S T E S C H O O R 4 ( G O I R L E ) G E M E E N T E GEM EENTE GOIRLE WIJZIGING SPL AN EERSTE SCHOOR 4 (GOIRLE) G E M E E N T E : G O I R L E P L A N N U M M E R : NL.IMRO.0785.WP2012002EERSTESCH-VG01 S C H A A L V A N D E K A A R T : 1 : 1 0 0 0 S T A T

Nadere informatie

Toelichting bestemmingsplan. Schaiksedijk 12 en omgeving, Riethoven

Toelichting bestemmingsplan. Schaiksedijk 12 en omgeving, Riethoven Toelichting bestemmingsplan Schaiksedijk 12 en omgeving, Riethoven Van Dun Advies BV Dorpsstraat 54 5113 TE Ulicoten T 013-519 9458 Postel 8 5711 ET Someren T 0493 745 015 E info@vandunadvies.nl I www.vandunadvies.nl

Nadere informatie

Toelichting bestemmingsplan Strijbeekseweg 42a te Strijbeek. Gemeente Alphen-Chaam

Toelichting bestemmingsplan Strijbeekseweg 42a te Strijbeek. Gemeente Alphen-Chaam Toelichting bestemmingsplan Strijbeekseweg 42a te Strijbeek Gemeente Alphen-Chaam Gemeente: Opdrachtgever: Projectlocatie: Opgesteld door: Alphen-Chaam Autobedrijf Moelands Dhr. Moelands Strijbeekseweg

Nadere informatie

Toelichting. vastgesteld 23 februari Meeuwisdijk 9

Toelichting. vastgesteld 23 februari Meeuwisdijk 9 Toelichting vastgesteld 23 februari 2016 Meeuwisdijk 9 Hoofdstuk 1 Inleiding Het perceel Meeuwisdijk 9 in het noordelijk buitengebied van Etten-Leur heeft in het geldende bestemmingsplan Buitengebied (2013)

Nadere informatie

Buitengebied - wijzigingsplan Provincialeweg Zuid

Buitengebied - wijzigingsplan Provincialeweg Zuid Buitengebied - wijzigingsplan Provincialeweg Zuid 31 2012 Gemeente Webadres gemeente Contactpersoon Woudrichem www.woudrichem.nl M. Poppen Opdrachtgever Contactpersoon De Bloemplaathoeve C. van Winden

Nadere informatie

Toelichting behorende bij de binnenplanse wijziging van het. bestemmingsplan ex. Artikel 3.6 Wro. Weverwijk 7 rood te Meerkerk

Toelichting behorende bij de binnenplanse wijziging van het. bestemmingsplan ex. Artikel 3.6 Wro. Weverwijk 7 rood te Meerkerk Toelichting behorende bij de binnenplanse wijziging van het bestemmingsplan ex. Artikel 3.6 Wro Weverwijk 7 rood te Meerkerk Planstatus: Identificatienr: ontwerp NL.IMRO.0707.WPMKKWeverwijk7RD-ON01 Datum:

Nadere informatie

NOTA ZIENSWIJZE BESTEMMINGSPLAN Molenweg 5-5a Hoogeloon.

NOTA ZIENSWIJZE BESTEMMINGSPLAN Molenweg 5-5a Hoogeloon. NOTA ZIENSWIJZE BESTEMMINGSPLAN Molenweg 5-5a Hoogeloon. *17it.02805* Inleiding Het ontwerpbestemmingsplan Molenweg 5-5a Hoogeloon heeft van 5 oktober tot en met 15 november 2017 ter inzage gelegen. Gedurende

Nadere informatie

WIJZIGINGSPLAN NATUURONTWIKKELING BOSRAND 25 EN OMGEVING, LIESHOUT GEMEENTE LAARBEEK. 30 augustus 2016 vastgesteld

WIJZIGINGSPLAN NATUURONTWIKKELING BOSRAND 25 EN OMGEVING, LIESHOUT GEMEENTE LAARBEEK. 30 augustus 2016 vastgesteld WIJZIGINGSPLAN NATUURONTWIKKELING BOSRAND 25 EN OMGEVING, LIESHOUT 30 augustus 2016 vastgesteld 52-027 GEMEENTE LAARBEEK 2 INHOUDSOPGAVE 1 Inleiding... 5 1.1 Algemeen... 5 1.2 Aanleiding en doel... 5 1.3

Nadere informatie

Toelichting wijzigingsplan. Wijzigingsplan Frans Kuypersstraat 8 en Berktweg 1a, Haaren

Toelichting wijzigingsplan. Wijzigingsplan Frans Kuypersstraat 8 en Berktweg 1a, Haaren Toelichting wijzigingsplan Wijzigingsplan Frans Kuypersstraat 8 en Berktweg 1a, Haaren Van Dun Advies BV Dorpsstraat 54 5113 TE Ulicoten T 013-519 9458 Postel 8 5711 ET Someren T 0493 745 015 E info@vandunadvies.nl

Nadere informatie

bestemmingsplan Ammerzoden herziening 2013, Hoge Heiligenweg 12 datum: 5 september 2013 projectnummer: R.2011 gemeente Maasdriel

bestemmingsplan Ammerzoden herziening 2013, Hoge Heiligenweg 12 datum: 5 september 2013 projectnummer: R.2011 gemeente Maasdriel bestemmingsplan Ammerzoden herziening 2013, Hoge Heiligenweg 12 status: vastgesteld datum: 5 september 2013 projectnummer: 202360R.2011 adviseurs: Jke / Wle gemeente Maasdriel Inhoudsopgave Hoofdstuk

Nadere informatie

wijzigingsplan Boerderijsplitsing Bemmerstraat 7, Beek en Donk gemeente Laarbeek

wijzigingsplan Boerderijsplitsing Bemmerstraat 7, Beek en Donk gemeente Laarbeek wijzigingsplan Boerderijsplitsing Bemmerstraat 7, Beek en Donk gemeente Laarbeek document: toelichting status: vastgesteld datum: 2 september 2014 projectnummer: 200770R.2020 adviseur: Jke toelichting

Nadere informatie

Bestemmingsplan Buitengebied Grubbenvorst

Bestemmingsplan Buitengebied Grubbenvorst Bestemmingsplan Buitengebied Grubbenvorst Perceel L 534 NL.IMRO.1507.BPGRBUITENGEBL534 Bestemmingsplan Buitengebied Grubbenvorst, Perceel L 534 Vastgesteld 13 september 2013 NL.IMRO.1507.BPGRBUITENGEBL534-VA01

Nadere informatie

Toelichting bestemmingsplan. Berkheuvels 5, Valkenswaard

Toelichting bestemmingsplan. Berkheuvels 5, Valkenswaard Toelichting bestemmingsplan Berkheuvels 5, Valkenswaard Van Dun Advies BV Dorpsstraat 54 5113 TE Ulicoten T 013-519 9458 Postel 8 5711 ET Someren T 0493 745 015 E info@vandunadvies.nl I www.vandunadvies.nl

Nadere informatie

Ruimtelijke Onderbouwing. Meirweg 1a Lage Mierde

Ruimtelijke Onderbouwing. Meirweg 1a Lage Mierde Ruimtelijke Onderbouwing Meirweg 1a Lage Mierde Van Dun Advies BV Dorpsstraat 54 5113 TE Ulicoten T 013-519 9458 Postel 8 5711 ET Someren T 0493 745 015 E info@vandunadvies.nl I www.vandunadvies.nl F 013-519

Nadere informatie

Eva Welten - van Gerwen Advies

Eva Welten - van Gerwen Advies Eva Welten - van Gerwen Advies Van: Mol, Raymond van Verzonden: dinsdag 2 september 2014 13:57 Aan: Niezen, Henk Onderwerp: RE: vooroverleg wijzigingsplan Dr. de Quayweg 76 in De

Nadere informatie

Wijzigingsplan Udenhoutseweg 35, Helvoirt. Toelichting

Wijzigingsplan Udenhoutseweg 35, Helvoirt. Toelichting Wijzigingsplan Udenhoutseweg 35, Helvoirt Toelichting Van Dun Advies BV Dorpsstraat 54 5113 TE Ulicoten T 013-519 9458 Postel 8 5711 ET Someren T 0493 745 015 E info@vandunadvies.nl I www.vandunadvies.nl

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing. Oirschotseweg 76, Moergestel (gemeente Oisterwijk)

Ruimtelijke onderbouwing. Oirschotseweg 76, Moergestel (gemeente Oisterwijk) Ruimtelijke onderbouwing Oirschotseweg 76, Moergestel (gemeente Oisterwijk) Van Dun Advies BV Dorpsstraat 54 5113 TE Ulicoten T 013-519 9458 Postel 8 5711 ET Someren T 0493 745 015 E info@vandunadvies.nl

Nadere informatie

Verlengen stal op het perceel Dorpsstraat 74 te Zuidlaarderveen

Verlengen stal op het perceel Dorpsstraat 74 te Zuidlaarderveen Verlengen stal op het perceel Dorpsstraat 74 te Zuidlaarderveen NL.IMRO.1730.ABdorpsstr74zuidlv-0301 Projectgebied Situatie Dorpsstraat 74 Zuidlaarderveen 2 Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Huidige en beoogde

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1 Inleiding

HOOFDSTUK 1 Inleiding HOOFDSTUK 1 Inleiding 1.1 Aanleiding en doel In 2010 is het voormalige perceel Strijbeekseweg 23 te Ulvenhout gesplitst in twee percelen, te weten Strijbeekseweg 23 met daarop een boerderij (rijksmonument),

Nadere informatie

Toelichting Bestemmingsplan Bergstraat 53 Loon op Zand. Gemeente Loon op Zand

Toelichting Bestemmingsplan Bergstraat 53 Loon op Zand. Gemeente Loon op Zand Toelichting Bestemmingsplan Bergstraat 53 Loon op Zand Gemeente Loon op Zand Opdrachtgever: Projectlocatie: Fam. Mutsaers Hoge Steenweg 2a 5175 AD Loon op Zand Bergstraat 53, 5175 AC Loon op Zand Projectnummer:

Nadere informatie

Toelichting wijzigingsplan. Oirschotseweg 49 te Moergestel Gemeente Oisterwijk

Toelichting wijzigingsplan. Oirschotseweg 49 te Moergestel Gemeente Oisterwijk Toelichting wijzigingsplan Oirschotseweg 49 te Moergestel Gemeente Oisterwijk Van Dun Advies BV Dorpsstraat 54 5113 TE Ulicoten T 013-519 9458 Postel 8 5711 ET Someren T 0493 745 015 E info@vandunadvies.nl

Nadere informatie

Middelburg Loods Muidenweg. Wijzigingsplan

Middelburg Loods Muidenweg. Wijzigingsplan Middelburg Loods Muidenweg Wijzigingsplan Wijzigingsplan Loods Muidenweg Middelburg identificatie planstatus identificatiecode: datum: status: NL.IMRO.0687.BPWBGMMUI ON01 23 02 2015 ontwerp projectnummer:

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT WIJZIGING BESTEMMINGSPLAN BUITENGEBIED ALPHEN-CHAAM, WIJZIGING DASSEMUSSESTRAAT 7

ONTWERPBESLUIT WIJZIGING BESTEMMINGSPLAN BUITENGEBIED ALPHEN-CHAAM, WIJZIGING DASSEMUSSESTRAAT 7 ONTWERPBESLUIT WIJZIGING BESTEMMINGSPLAN BUITENGEBIED ALPHEN-CHAAM, WIJZIGING DASSEMUSSESTRAAT 7 Burgemeester en wethouders van de gemeente Alphen-Chaam maken ter voldoening aan het bepaalde in artikel

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing. Oirschotseweg 76, Moergestel (gemeente Oisterwijk)

Ruimtelijke onderbouwing. Oirschotseweg 76, Moergestel (gemeente Oisterwijk) Ruimtelijke onderbouwing Oirschotseweg 76, Moergestel (gemeente Oisterwijk) Van Dun Advies BV Dorpsstraat 54 5113 TE Ulicoten T 013-519 9458 Postel 8 5711 ET Someren T 0493 745 015 E info@vandunadvies.nl

Nadere informatie

Buitengebied e wijziging (Broekhuizerstraat 2 Wehl)

Buitengebied e wijziging (Broekhuizerstraat 2 Wehl) Buitengebied - 2012 3e wijziging (Broekhuizerstraat 2 Wehl) Toelichting Ontwerp Inhoudsopgave T oelichting Hoofdstuk 1 5 Inleiding 7 1.1 Aanleiding en doel 7 1.2 Plangebied 7 1.3 Geldende bestemmingsplannen

Nadere informatie

Toelichting Wijzigingsplan. Derde herziening bestemmingsplan Buitengebied Zundert, wijziging Ettenseweg 70

Toelichting Wijzigingsplan. Derde herziening bestemmingsplan Buitengebied Zundert, wijziging Ettenseweg 70 Toelichting Wijzigingsplan Derde herziening bestemmingsplan Buitengebied Zundert, wijziging Ettenseweg 70 Van Dun Advies BV Dorpsstraat 54 5113 TE Ulicoten T 013-519 9458 Postel 8 5711 ET Someren T 0493

Nadere informatie

vastgesteld Wijziging Verordening ruimte 2014 ivm plan Korteveld ong (naast 14) te Nistelrode, Bernheze

vastgesteld Wijziging Verordening ruimte 2014 ivm plan Korteveld ong (naast 14) te Nistelrode, Bernheze vastgesteld Wijziging Verordening ruimte 2014 ivm plan Korteveld ong (naast 14) te Nistelrode, Bernheze Inhoudsopgave Regels 5 Hoofdstuk 1 Inleidende regels 5 Artikel 1 Begripsbepaling 5 Hoofdstuk 2 Algemene

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing. Plattelandswoning Eilandseweg 18 a, Nederhorst den Berg

Ruimtelijke onderbouwing. Plattelandswoning Eilandseweg 18 a, Nederhorst den Berg Ruimtelijke onderbouwing Plattelandswoning Eilandseweg 18 a, Nederhorst den Berg In opdracht van G.C. Nagel december 2013 Ruimtelijke onderbouwing Plattelandswoning Eilandseweg 18 a Nederhorst den Berg

Nadere informatie

GEMEENTE BAARLE-NASSAU. Wijzigingsplan Buitengebied 2008, partiële wijziging Wilhelminastraat 18

GEMEENTE BAARLE-NASSAU. Wijzigingsplan Buitengebied 2008, partiële wijziging Wilhelminastraat 18 GEMEENTE BAARLE-NASSAU Wijzigingsplan Buitengebied 2008, partiële wijziging Wilhelminastraat 18 Inhoud 1: Toelichting 2: Verbeelding Gemeente: Baarle-Nassau Status van het plan: Vastgesteld oktober 2013

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing ten behoeve van de uitbreiding van een agrarisch bedrijf aan de St. Sebastiaanskapelstraat 9a

Ruimtelijke onderbouwing ten behoeve van de uitbreiding van een agrarisch bedrijf aan de St. Sebastiaanskapelstraat 9a Ruimtelijke onderbouwing ten behoeve van de uitbreiding van een agrarisch bedrijf aan de St. Sebastiaanskapelstraat 9a 1 Inhoudsopgave Pagina 1. Inleiding 3 1.1. Het project 3 2. Beschrijving huidige en

Nadere informatie

Ruimtelijke ordening. Ruimtelijke Ordening

Ruimtelijke ordening. Ruimtelijke Ordening Ruimtelijke ordening Ruimtelijke Ordening Ruimtelijke ordening (RO) in Nederland Vanuit de geschiedenis is RO al belangrijk in Nederland, denk bijvoorbeeld aan landinrichting en optimaliseren van de waterhuishouding.

Nadere informatie

GEMEENTE BUREN. Ruimtelijke onderbouwing Hendriklaan 15 16, Beusichem

GEMEENTE BUREN. Ruimtelijke onderbouwing Hendriklaan 15 16, Beusichem GEMEENTE BUREN Ruimtelijke onderbouwing Hendriklaan 15 16, Beusichem Projectnr. 061-076 / 27 januari 2016 INHOUD BLZ 1 INLEIDING... 3 1.1 Aanleiding en doelstelling... 3 1.2 Plangebied... 4 1.3 Geldend

Nadere informatie

Namens cliënte, familie Van Kessel, woonachtig aan de Kwadestaartweg 10 te (5752 PV) Deurne, richt ik mij tot u met het volgende.

Namens cliënte, familie Van Kessel, woonachtig aan de Kwadestaartweg 10 te (5752 PV) Deurne, richt ik mij tot u met het volgende. Afz. Kerkstraat 2, 6095 BE Baexem College van Burgemeester en Wethouders van Deurne Postbus 3 5750 AA DEURNE Datum Betreft Ons kenmerk 4 februari 2014 Verzoek om omgevingsvergunning t.b.v. mantelzorg T19221.02.001/HAR

Nadere informatie

Wijzigingsplan Bouwvlak wijziging Veenweg 3 Gemeente Renswoude

Wijzigingsplan Bouwvlak wijziging Veenweg 3 Gemeente Renswoude Wijzigingsplan Bouwvlak wijziging Veenweg 3 Gemeente Renswoude Toelichting NL.IMRO.0339.WZ2013Veenweg3-ow01 / ontwerp Projectnr. BW-13051 / 10 december 2013 Gemeente Renswoude Wijzigingsplan Bouwvlak wijziging

Nadere informatie

VASTGESTELD Wijzigingsplan bestemmingsplan Halfweg Hee Hoofdweg, ten westen van de Richel

VASTGESTELD Wijzigingsplan bestemmingsplan Halfweg Hee Hoofdweg, ten westen van de Richel VASTGESTELD Wijzigingsplan bestemmingsplan Halfweg Hee Hoofdweg, ten westen van de Richel Ontwerp: 14 februari 2013 Inzage: 6 weken start: 22 februari 2013 einde: 4 april 2013 Vastgesteld: 23 april 2013

Nadere informatie

Toelichting behorende bij de binnenplanse wijziging van het. bestemmingsplan ex. Artikel 3.6 Wro. Achterkade 4 en 4a te Meerkerk

Toelichting behorende bij de binnenplanse wijziging van het. bestemmingsplan ex. Artikel 3.6 Wro. Achterkade 4 en 4a te Meerkerk Toelichting behorende bij de binnenplanse wijziging van het bestemmingsplan ex. Artikel 3.6 Wro Achterkade 4 en 4a te Meerkerk Planstatus: Identificatienr: Ontwerp NL.IMRO.0707.WPMKKAchterkade4.ON01 Datum:

Nadere informatie

Beleidskader. Vrijkomende Agrarische Bebouwing

Beleidskader. Vrijkomende Agrarische Bebouwing Beleidskader Vrijkomende Agrarische Bebouwing Beleidskader December 2016 3 Beleid Vrijkomende Agrarische Bebouwing Inhoudsopgave 1. Inleiding 1.1 Aanleiding 1.2 Doelstellingen 1.3 Relatie met ander beleid

Nadere informatie

GEMEENTE SON EN BREUGEL

GEMEENTE SON EN BREUGEL GEMEENTE SON EN BREUGEL Bestemmingsplan Buitengebied; Driehoek 7 Toelichting NL.IMRO.0848.BP813BUITENGEBIED-VA01/ Vastgesteld Projectnr. 021-012 / 19 december 2013 INHOUD BLZ 1. INLEIDING... 3 2. BESTAANDE

Nadere informatie

Projectafwijkingsbesluit. Locatie: Laarakkerdijk 4-6 te Reusel

Projectafwijkingsbesluit. Locatie: Laarakkerdijk 4-6 te Reusel Projectafwijkingsbesluit Locatie: Laarakkerdijk 4-6 te Reusel Van Dun Advies BV Dorpsstraat 54 5113 TE Ulicoten T 013-519 9458 Postel 8 5711 ET Someren T 0493 745 015 E info@vandunadvies.nl I www.vandunadvies.nl

Nadere informatie

TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN RANDWEG WEST

TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN RANDWEG WEST TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN RANDWEG WEST GEMEENTE BLADEL In opdracht van Opgesteld door Auteur STRI-nummer Projectnummer Datum Status Inhoudsopgave 1. Inleiding... 1 2. Beleidskader... 4 3. Huidige en

Nadere informatie

Winkelsestraat 33, Biezenmortel

Winkelsestraat 33, Biezenmortel Winkelsestraat 33, Biezenmortel bestemmingsplan Winkelsestraat 33, Biezenmortel Inhoudsopgave Toelichting 3 2 bestemmingsplan "Winkelsestraat 33, Biezenmortel " (vastgesteld) bestemmingsplan Winkelsestraat

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing van Agrarisch naar Wonen Turfstraat 7 in Sprundel

Ruimtelijke onderbouwing van Agrarisch naar Wonen Turfstraat 7 in Sprundel Bijlage 1 Ruimtelijke onderbouwing van Agrarisch naar Wonen Turfstraat 7 in Sprundel Inleiding Na beëindiging van de Agrarische onderneming in 1995 aan de turfstraat 7 te Sprundel is de huidige bestemming,

Nadere informatie

Partiële herziening buitengebied, Biezenmortelsestraat 8

Partiële herziening buitengebied, Biezenmortelsestraat 8 Partiële herziening buitengebied, Biezenmortelsestraat 8 bestemmingsplan Partiële herziening buitengebied, Biezenmortelsestraat 8 Inhoudsopgave Bijlagen bij de toelichting 3 Bijlage 1 Situatietekening

Nadere informatie

Toelichting bestemmingsplan. Buitengebied, herziening Tasbroekwegje 4

Toelichting bestemmingsplan. Buitengebied, herziening Tasbroekwegje 4 Toelichting bestemmingsplan Buitengebied, herziening Tasbroekwegje 4 Van Dun Advies BV Dorpsstraat 54 5113 TE Ulicoten T 013-519 9458 Postel 8 5711 ET Someren T 0493 745 015 E info@vandunadvies.nl I www.vandunadvies.nl

Nadere informatie

Stedenbouw/welstandsrichtlijnen Aangezien er enkel een interne verbouwing zal plaatsvinden, zal de uiterlijke verschijningsvorm niet wijzigen.

Stedenbouw/welstandsrichtlijnen Aangezien er enkel een interne verbouwing zal plaatsvinden, zal de uiterlijke verschijningsvorm niet wijzigen. Ruimtelijke onderbouwing voor het afwijken van bestemmingsplan ten behoeve van dagactiviteiten voor jong dementerenden op het perceel Griende Dyk 2 te Wirdum Zorggroep Noorderbreedte heeft een aanvraag

Nadere informatie

Gemeente Rucphen Postbus ZG RUCPHEN. Voorontwerp-bestemmingsplan MSA Binnentuin Rucphen. Geacht college,

Gemeente Rucphen Postbus ZG RUCPHEN. Voorontwerp-bestemmingsplan MSA Binnentuin Rucphen. Geacht college, Brabantlaan 1 Postbus 90151 5200 MC s-hertogenbosch Gemeente Rucphen Postbus 9 4715 ZG RUCPHEN Telefoon (073) 681 28 12 Fax (073) 614 11 15 www.brabant.nl IBAN NL86INGB0674560043 Bereikbaarheid openbaar

Nadere informatie

Wijzigingsplan Grootweg 13a, Berkhout Bestemmingsplan Landelijk Gebied Koggenland, wijziging bedrijfswoning naar plattelandswoning

Wijzigingsplan Grootweg 13a, Berkhout Bestemmingsplan Landelijk Gebied Koggenland, wijziging bedrijfswoning naar plattelandswoning Wijzigingsplan Grootweg 13a, Berkhout Bestemmingsplan Landelijk Gebied Koggenland, wijziging bedrijfswoning naar plattelandswoning Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding 3 1.2 Beschrijving initiatief

Nadere informatie

Landelijk gebied, percelen rond Kiebergerweg 2

Landelijk gebied, percelen rond Kiebergerweg 2 Landelijk gebied, percelen rond Kiebergerweg 2 NL.IMRO.0037.BP1303-vs01 25 augustus 2014 blz. 2 Gemeente Stadskanaal Inhoudsopgave Toelichting 3 Hoofdstuk 1 Inleiding 5 1.1 Aanleiding 5 1.2 Plangebied

Nadere informatie

Stedelijke bedrijventerreinen Vlissingen, 1 e wijziging

Stedelijke bedrijventerreinen Vlissingen, 1 e wijziging Stedelijke bedrijventerreinen Vlissingen, 1 e wijziging Octrooiweg 4 tot en met 12 Gemeente: Vlissingen Titel: Stedelijke bedrijventerreinen Vlissingen, 1 e wijziging Status: Vastgesteld TOELICHTING 1

Nadere informatie

Toelichting Bestemmingsplan Westelbeersedijk 5 en Toekomstweg 6 te Diessen. Gemeente Hilvarenbeek

Toelichting Bestemmingsplan Westelbeersedijk 5 en Toekomstweg 6 te Diessen. Gemeente Hilvarenbeek Toelichting Bestemmingsplan Westelbeersedijk 5 en Toekomstweg 6 te Diessen Gemeente Hilvarenbeek Van Dun Advies BV Dorpsstraat 54 5113 TE Ulicoten T: 013-519 9458 F: 013-519 9727 E: info@vandunadvies.nl

Nadere informatie

Toelichting Wijzigingsplan Buitengebied, Lage Klappenberg 55. vastgesteld: 20 januari 2016

Toelichting Wijzigingsplan Buitengebied, Lage Klappenberg 55. vastgesteld: 20 januari 2016 Toelichting Wijzigingsplan Buitengebied, Lage Klappenberg 55 vastgesteld: 20 januari 2016 Hoofdstuk 1 Inleiding Meneer Pertijs, Lage Klappenberg 55 te Etten-Leur is eigenaar van een agrarisch bedrijf in

Nadere informatie

Ontwerp Wijzigingsplan. Ballumerweg 23 te Nes Ameland

Ontwerp Wijzigingsplan. Ballumerweg 23 te Nes Ameland Ontwerp Wijzigingsplan Ballumerweg 23 te Nes Ameland Ontwerp Wijzigingsplan Ballumerweg 23 te Nes Ameland Inhoud Toelichting op wijzigingsplan 1. Beschrijving van het plan 2. Beleidskader 3. Omgevingsaspecten

Nadere informatie

Beleidskader Vrijkomende Agrarische Bebouwing

Beleidskader Vrijkomende Agrarische Bebouwing GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Haaren. Nr. 21696 15 februari 2017 Beleidskader Vrijkomende Agrarische Bebouwing 1. Inleiding 1.1 Aanleiding De afgelopen decennia is het aantal agrarische bedrijven

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing. Wijziging gebruik van loods voor opslag op het perceel Rinkesfort 13 te Maasbree

Ruimtelijke onderbouwing. Wijziging gebruik van loods voor opslag op het perceel Rinkesfort 13 te Maasbree Ruimtelijke onderbouwing Wijziging gebruik van loods voor opslag op het perceel Rinkesfort 13 te Maasbree 16-08-2011 1. Inleiding Algemeen De heer Wijnen heeft het verzoek gedaan om een loods op het perceel

Nadere informatie

Proactieve aanwijzing recreatieve zone De Heihorsten, Someren

Proactieve aanwijzing recreatieve zone De Heihorsten, Someren Proactieve aanwijzing recreatieve zone De Heihorsten, Someren Proactieve aanwijzing recreatieve zone De Heihorsten, Someren ONTWERP Inhoudsopgave Regels 3 Hoofdstuk 1 Inleidende regels 4 Artikel 1 Begripsbepalingen

Nadere informatie

Omgevingsvergunning Ruimtelijke onderbouwing Duifhuizerweg perceel Uden, P, 983 te Uden. concept

Omgevingsvergunning Ruimtelijke onderbouwing Duifhuizerweg perceel Uden, P, 983 te Uden. concept Omgevingsvergunning Ruimtelijke onderbouwing Duifhuizerweg perceel Uden, P, 983 te Uden concept Ruimtelijke onderbouwing Duifhuizerweg perceel Uden, P, 983 te Uden DLV Dier Groep B.V. Adviseur / projectleider

Nadere informatie

Landschappelijke inpassing = Plantvak I + II

Landschappelijke inpassing = Plantvak I + II 439 m2 te slopen stal Plantvak II Windsingel 180 m2 Plantvak I Windsingel 650 m2 Bosplantsoen maat 60/100 cm plantafstand 0,75x0,75 m Soorten (geen giftige tbv gebruik weilanden) Boomvormers maat 10-12

Nadere informatie

Bestemmingsplan. Buitengebied, herziening 1. Gemeente Sliedrecht. Onderdeel Regels

Bestemmingsplan. Buitengebied, herziening 1. Gemeente Sliedrecht. Onderdeel Regels Bestemmingsplan Onderdeel Regels Buitengebied, herziening 1 Gemeente Sliedrecht BESTEMMINGSPLAN Buitengebied, herziening 1 Gemeente Sliedrecht Inhoud IDN-nummer : Regels : NL.IMRO.0610.bp03buitengebiedh1-3001

Nadere informatie

*Z04630B9E6E* Ruimtelijke onderbouwing. Bouwen van een loods op het perceel Westerweg 21 Ouddorp. Initiatiefnemer: Maatschap Aleman-Sperling

*Z04630B9E6E* Ruimtelijke onderbouwing. Bouwen van een loods op het perceel Westerweg 21 Ouddorp. Initiatiefnemer: Maatschap Aleman-Sperling *Z04630B9E6E* Registratienummer: Z -14-38204 / 39321 Ruimtelijke onderbouwing Bouwen van een loods op het perceel Westerweg 21 Ouddorp Initiatiefnemer: Maatschap Aleman-Sperling Opgemaakt: 16 april 2015

Nadere informatie

Aanvraaggegevens. Aanvraagnummer _003 Projectafwijkingsbesluit. Uw referentiecode Ingediend op

Aanvraaggegevens. Aanvraagnummer _003 Projectafwijkingsbesluit. Uw referentiecode Ingediend op Gegevens bevoegd gezag Referentienummer Datum ontvangst Formulierversie 2016.03 Aanvraaggegevens Aanvraagnummer 2479595 Aanvraagnaam 16092_003 Projectafwijkingsbesluit Uw referentiecode 16092 Ingediend

Nadere informatie

Gasthuisbergweg 18 te Wijchen

Gasthuisbergweg 18 te Wijchen Ruimtelijke onderbouwing Auteur E.C. Philips-Jackson MSc Verificatie ing. M. Pleijsier Versie 2 Bestand Document1 Graafsebaan 67, 5248 JT Rosmalen Postbus 37, 5240 AA Rosmalen Nederland Telefoon +31 (0)73

Nadere informatie

BESTEMMINGSPLAN BUITENGEBIED PLANTLOON BEANTWOORDING ZIENSWIJZEN

BESTEMMINGSPLAN BUITENGEBIED PLANTLOON BEANTWOORDING ZIENSWIJZEN BESTEMMINGSPLAN BUITENGEBIED PLANTLOON BEANTWOORDING ZIENSWIJZEN Vastgesteld in de vergadering van de raad van de gemeente Loon op Zand van 5 juni 2014 1. INLEIDING Het ontwerpbestemmingsplan Buitengebied:

Nadere informatie

Toelichting. Bestemmingsplan Buitengebied 2013 (incl. Lint Oosteind) Wijziging Schransmansdreef 2

Toelichting. Bestemmingsplan Buitengebied 2013 (incl. Lint Oosteind) Wijziging Schransmansdreef 2 Bestemmingsplan Buitengebied 2013 (incl. Lint Oosteind) Wijziging Schransmansdreef 2 Toelichting Planstatus: Vastgesteld Plan identificatie: NL.IMRO.0826.WYZ1BG2013-VA01 Auteur: Ir. C.C.F. Mureau Datum:

Nadere informatie

Bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012, 1e herziening. Gemeente Rucphen Vastgesteld

Bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012, 1e herziening. Gemeente Rucphen Vastgesteld Bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012, 1e herziening Gemeente Rucphen Vastgesteld Bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012, 1e herziening Gemeente Rucphen Vastgesteld Rapportnummer: IMRO-Idn: 211x06608.077039_1

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing. Projectafwijkingsbesluit Kreiel 14 en 14a, Wintelre

Ruimtelijke onderbouwing. Projectafwijkingsbesluit Kreiel 14 en 14a, Wintelre Ruimtelijke onderbouwing Projectafwijkingsbesluit Kreiel 14 en 14a, Wintelre Van Dun Advies BV Dorpsstraat 54 5113 TE Ulicoten T: 013-519 9458 F: 013-519 9727 E: info@vandunadvies.nl www.vandunadvies.nl

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing Fort Imperial te Breskens

Ruimtelijke onderbouwing Fort Imperial te Breskens Ruimtelijke onderbouwing Fort Imperial te Breskens 1 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 4 1.1 Aanleiding 4 1.2 Ligging en begrenzing plangebied 4 1.3 Vigerende bestemmingsplan 5 2. Bestaande situatie 6 2.1 ruimtelijke

Nadere informatie

Bestemmingsplan Waterdael III, herziening Boerenkamplaan 5. Gemeente Someren

Bestemmingsplan Waterdael III, herziening Boerenkamplaan 5. Gemeente Someren Bestemmingsplan Waterdael III, herziening Boerenkamplaan 5 Bestemmingsplan Waterdael III, herziening Boerenkamplaan 5 Toelichting Bijlagen Regels Bijlage Verbeelding Schaal 1:1.000 Vastgesteld: 25 september

Nadere informatie

Gemeente. Schijndel. Beleidsnotitie indieningsvereisten. Voor aanvragen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.12, lid 1, onder a.

Gemeente. Schijndel. Beleidsnotitie indieningsvereisten. Voor aanvragen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.12, lid 1, onder a. Gemeente Schijndel Voor aanvragen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.12, lid 1, onder a., sub 2 Wabo 2 3 bij verzoeken om afwijken van het bestemmingsplan Inleiding Op 24 september 2014 is het

Nadere informatie

Wijzigingsplan Wyldpaed West 3 te Twijzelerheide ONTWERP

Wijzigingsplan Wyldpaed West 3 te Twijzelerheide ONTWERP Wijzigingsplan Wyldpaed West 3 te Twijzelerheide ONTWERP 1 INHOUDSOPGAVE Toelichting 3 1. Inleiding 3 1.1 Aanleiding 3 1.2 Begrenzing plangebied 3 1.3 Geldende bestemmingsplan / moederplan 4 1.4 Bestaande

Nadere informatie

Wijzigingsplan Baarsdorpermeer 4, Zuidermeer Bestemmingsplan Landelijk Gebied Koggenland, wijziging bedrijfswoning naar plattelandswoning

Wijzigingsplan Baarsdorpermeer 4, Zuidermeer Bestemmingsplan Landelijk Gebied Koggenland, wijziging bedrijfswoning naar plattelandswoning Wijzigingsplan Baarsdorpermeer 4, Zuidermeer Bestemmingsplan Landelijk Gebied Koggenland, wijziging bedrijfswoning naar plattelandswoning *D14.001905* D14.001905 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding

Nadere informatie

BUITENGEBIED WIJZIGING 2017, VEERSTEEG 12A

BUITENGEBIED WIJZIGING 2017, VEERSTEEG 12A wijzigingsplan BUITENGEBIED WIJZIGING 2017, VEERSTEEG 12A vastgesteld 18 juli 2017 wijzigingsplan BUITENGEBIED WIJZIGING 2017, VEERSTEEG 12A documentstatus vastgesteld documentversie 1 IMRO-code NL.IMRO.0263.BP1165-

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing

Ruimtelijke onderbouwing Ruimtelijke onderbouwing De Kouwe Noord 3, Geffen Gemeente Oss Raadhuislaan 2 5341 GM Oss T: 14 0412 F: 0412 642605 www.oss.nl RUIMTELIJKE ONDERBOUWING De Kouwe Noord 3 te Geffen Februari maart 2016 1

Nadere informatie

Derde partiële herziening, bestemmingsplan Buitengebied Someren, Boringsvrije zone. Toelichting

Derde partiële herziening, bestemmingsplan Buitengebied Someren, Boringsvrije zone. Toelichting Derde partiële herziening, bestemmingsplan Buitengebied Someren, Boringsvrije zone Toelichting Derde partiële herziening, bestemmingsplan Buitengebied Someren, Boringsvrije zone Toelichting Titel: Derde

Nadere informatie

Wijzigingsplan Buitengebied Goirle, Burgerwoningen Gemeente Goirle

Wijzigingsplan Buitengebied Goirle, Burgerwoningen Gemeente Goirle ! " Wijzigingsplan Buitengebied Goirle, Burgerwoningen 2014 Gemeente Goirle Wijzigingsplan Buitengebied Goirle, Burgerwoningen 2014 Toelichting Regels Verbeelding schaal 1 : 5.000 Projectgegevens: TOE02-0252672-01a

Nadere informatie

O M G E V I N G S V E R G U N N I N G

O M G E V I N G S V E R G U N N I N G GEMEENTE BARNEVELD O M G E V I N G S V E R G U N N I N G Dossiernummer: 2014W1431 Omgevingsloketnummer: 1413923 Op 8 augustus 2014 hebben burgemeester en wethouders een aanvraag ontvangen van Van Westreenen

Nadere informatie

Toelichting. 1 e WIJZIGINGSPLAN Buitengebied Noord (Vagevuur 11c Lepelstraat)

Toelichting. 1 e WIJZIGINGSPLAN Buitengebied Noord (Vagevuur 11c Lepelstraat) Toelichting 1 e WIJZIGINGSPLAN Buitengebied Noord (Vagevuur 11c Lepelstraat) 1 e wijzigingsplan Buitengebied noord (Vagevuur 11c Lepelstraat) INHOUDSOPGAVE 1 Inleiding 3 2 Uitwerking 3 2.1 Geldend bestemmingsplan

Nadere informatie

Omgevingsvergunning Oude Broekstraat 12a, Klarenbeek Planfase vastgesteld

Omgevingsvergunning Oude Broekstraat 12a, Klarenbeek Planfase vastgesteld Behoort bij besluit van Burgemeester en Wethouders van de gemeente VOORST d.d. 27 december 2016 Nr. Z-HZ_WABO-2016-0976 Mij bekend, De Secretaris Omgevingsvergunning Oude Broekstraat 12a, Klarenbeek Planfase

Nadere informatie

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Omgevingsvergunning Hollewandsweg 28

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Omgevingsvergunning Hollewandsweg 28 RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Omgevingsvergunning Hollewandsweg 28 2/11 Inhoudsopgave RUIMTELIJKE ONDERBOUWING 5 Hoofdstuk 1 Inleiding 5 Hoofdstuk 2 Aanvraag omgevingsvergunning 5 Hoofdstuk 3 Geldende planologische

Nadere informatie

College van Burgemeester en Wethouders Gemeente Leudal Postbus ZG Heythuysen. Geacht College,

College van Burgemeester en Wethouders Gemeente Leudal Postbus ZG Heythuysen. Geacht College, Bergs Advies B.V. Leveroyseweg 9a 6093 NE Heythuysen Telefoon (0475) 49 44 07 Fax (0475) 49 23 63 E-mail info@bergsadvies.nl Internet www.bergsadvies.nl BIC code: RABONL2U IBAN: NL76RABO0144217414 K.v.K.

Nadere informatie

Ruimtelijke Onderbouwing. Molenbrugweg 15 te Someren

Ruimtelijke Onderbouwing. Molenbrugweg 15 te Someren Ruimtelijke Onderbouwing Molenbrugweg 15 te Someren Van Dun Advies BV Dorpsstraat 54 5113 TE Ulicoten T 013-519 9458 Postel 8 5711 ET Someren T 0493 745 015 E info@vandunadvies.nl I www.vandunadvies.nl

Nadere informatie

RO Wielemakersbaan 6 Ride by the Sea

RO Wielemakersbaan 6 Ride by the Sea RO Wielemakersbaan 6 Ride by the Sea 2 Inhoudsopgave Ruimtelijke Onderbouwing 3 Hoofdstuk 1 Inleiding 5 1.1. Aanleiding en doel 1.2. Ligging plangebied 1.3. Geldend bestemmingsplan 1.4. Leeswijzer Hoofdstuk

Nadere informatie

Ruimtelijke Onderbouwing. Meerleseweg 2a te Chaam

Ruimtelijke Onderbouwing. Meerleseweg 2a te Chaam Ruimtelijke Onderbouwing Meerleseweg 2a te Chaam Van Dun Advies BV Dorpsstraat 54 5113 TE Ulicoten T 013-519 9458 Postel 8 5711 ET Someren T 0493 745 015 E info@vandunadvies.nl I www.vandunadvies.nl F

Nadere informatie

Wijzigingsplan Zandertje 17 te Breskens. Vastgesteld door Gedeputeerde Staten van Zeeland d.d. 24 september 2013 (NL.IMRO.9929.WBZandertje17-VA01)

Wijzigingsplan Zandertje 17 te Breskens. Vastgesteld door Gedeputeerde Staten van Zeeland d.d. 24 september 2013 (NL.IMRO.9929.WBZandertje17-VA01) Wijzigingsplan Zandertje 17 te Breskens Vastgesteld door Gedeputeerde Staten van Zeeland d.d. 24 september 2013 (NL.IMRO.9929.WBZandertje17-VA01) 1 1. Planbeschrijving 1.1 Beschrijving project Provincie

Nadere informatie