De Omgevingsjurist t.a.v" mevrouw H.H. Harberink Flight Forum DB EINDHOVEN. Poststuknummer:: U Geachte mevrouw Harberink,

Transcriptie

1 l lllllll llll lllll llll llllll De Omgevingsjurist t.a.v" mevrouw H.H. Harberink Flight Forum DB EINDHOVEN l lllll llllll lllll llll llllll Poststuknummer:: U Uw kenmerk Ons kenmerk OMV10533 Uw brief Beh. door K.P. Melis Onderwerp: Voornemen weigering Afdeling Ruimtelijke Ordening omgevingsvergunning Dogs in Touch, Het Laag 2 te Bergen op Zoom Datum Doorkiesnr Bijlage(n) Raadsbesluit weigering WGB Geachte mevrouw Harberink, Ontvangst aanvraag omgevingsvergunning Op 1 september 2015 ontvingen wij uw namens Dogs in Touch/J. van Vlimmeren te Bergen op Zoom ingediende aanvraag omgevingsvergunning voor het houden van hondentrainingen in bestaande argrarische gebouwen, op het perceel gelegen aan Het Laag 2 te Bergen op Zoom Uw aanvraag is bij ons geregistreerd onder het kenmerk OMV Op het omgevingsloket is uw aanvraag geregistreerd onder het nummer Ontwerpbesluit weigering omgevingsvergunning Wij hebben het voornemen om de gevraagde omgevingsvergunning te weigeren. Hieronder treft u de motivering van ons besluit aan. Activiteit: het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan. Voor zover wij kunnen nagaan aan de hand van de ingediende gegevens, is voor het project op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) een omgevingsvergunning vereist voor de activiteit het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan (art 2.1 lid 1 onder c Wabo). Op basis van artikel 2.12 lid 1 a onder 3 van de Wabo, kunnen wij afwijken van het bestemmingsplan indien de activiteit in strijd is met het bestemmingsplan, maar niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening en de motivering van het besluit een goede ruimtelijke onderbouwing bevat. Dit noemen wij een "projectafwijkingsbesluit". De behandeling van een aanvraag omgevingsvergunning voor een projectafwijkingsbesluit (artikel 2.1 lid 1 onder c in combinatie met artikel 2.12 lid 1aonder3 Wabo) vindt plaats volgens de uitgebreide voorbereidingsprocedure. Jacob Obrechtlaan AR Bergen op Zoom E stadskantoor@bergenopzoom.nl Postbus AA Bergen op Zoom 1 T F (0164) KvK B nv BNG rek. nr B IBAN: NL418NGH B BIC BNGHNL2G

2 Gegevens en bescheiden De aanvraag bestaat uit de volgende onderdelen: 1. het aanvraagformulier met OLO nummer , datum 1 september 2015; 2. een ruimtelijke onderbouwing, datum 1 september 2015; 3. een akoestisch onderzoek, rapportnummer G1, datum 21 januari 2015; 4. tekening met verbeelding datum 31 augustus 2015; 5. brief aan de gemeenteraad. Regels bestemmingsplan De aanvraag omgevingsvergunning strekt ter legalisering van hondensportactiveiten in de bestaande tuinbouwloods als nevenactiviteit bij het agrarische bedrijf aan het Laag 2 te Bergen op Zoom. De gronden waarop de aanvraag betrekking heeft, hebben in het ter plaatse geldende bestemmingsplan "Buitengebied Oost" en de herzieningen daarvan de bestemming "Agrarisch gebied met landschaps- en natuurwaarden". Dergelijke gronden zijn volgens artikel 4 van de planvoorschriften bestemd voor onder andere de uitoefening van een agrarisch bedrijf, behoud en herstel en ontwikkeling van landschappelijke en natuurwaarden, behoud van landschapselementen en behoud van cultuurhistorische waarden. Het uitoefenen van hondensportactiviteiten is hiermee in strijd. Volgens artikel van de planvoorschriften kan van de regels van het bestemmingsplan worden afgeweken teneinde een extensieve vorm van dag- en verblijfsrecreatieve voorziening toe te staan, als sprake is van een nevenactiviteit op een bestaand agrarisch bedrijf die enige relatie heeft met het buitengebied. Een hondensportschool voldoet niet aan deze definitie. Om die reden kan de binnenplanse afwijkingsbevoegdheid niet worden toegepast en is legalisering alleen mogelijk met een projectafwijkingsbesluit als bedoeld in artikel 2.12, eerste lid onder a, onder 3 van de Wabo. Hierop is de uitgebreide voorbereidingsprocedure als bedoeld in artikel 3.10 van de Wabo van toepassing. Na beoordeling van de aanvraag omgevingsvergunning, waarvan de ruimtelijke onderbouwing deel uitmaakt, komen wij tot de volgende conclusie. De gemeente voert in het kader van verbrede landbouw in beginsel een ruimhartig ruimtelijk beleid waar het betreft het toestaan van niet-agrarische nevenactiviteiten. Door middel van het stellen van regels worden deze nevenactiviteiten gestimuleerd, zodat agrariërs niet geheel afhankelijk zijn van hun agrarische hoofdinkomsten. Dit geldt onder andere voor de verkoop aan huis van eigen geteelde producten en de exploitatie van een bed and breakfast. Het al dan niet verlenen van medewerking vindt plaats op grond van een ruimtelijke afweging, waarin de relevante omgevingsfactoren worden betrokken. Uitgangspunt is dat de nevenactiviteiten ondergeschikt zijn aan de agrarische hoofdactiviteit. In dit kader is de Adviescommissie Agrarische Bouwaanvragen (AAB) gevraagd advies uit te brengen ter beantwoording van de vraag of de exploitatie van een hondensportcentrum ondergeschikt kan worden geacht aan het door u geëxploiteerde agrarisch bedrijf. Op 2 oktober 2013 hebben wij in het kader van een eerdere aanvraag omgevingsvergunning de AAB verzocht het advies aan te vullen. Deze aanvulling hebben wij op 4 november 2013 ontvangen. Gezien het advies moet ervan uit worden gegaan dat de hondensportactiviteit onder voorwaarden als een ondergeschikte nevenactiviteit kan worden aangemerkt. In het advies wordt verwezen naar de Verordening Ruimte Noord-Brabant (hierna: de Verordening Ruimte). Hoewel de Verordening Ruimte mogelijkheden biedt, is het verlenen van medewerking een gemeentelijke bevoegdheid. Daarbij geldt dat specifieke omstandigheden in samenhang met het gemeentelijk ruimtelijk beleid bepalend zijn voor de vraag of een hondentrainingscentrum in de aangevraagde omvang als ondergeschikte nevenactiviteit ter plaatse gewenst is. Wij overwegen daarbij het volgende.

3 Het perceel is gelegen in een kwetsbaar agrarisch gebied met landschaps- en natuurwaarden. In de onmiddellijke nabijheid van het perceel ligt een kwetsbaar gebied met abiotische waarden (kwelafhankelijke vegetaties en landschappelijke waarden van de overgang van hoog naar laag), enkele agrarische bouwblokken en een woning. Het agrarisch bouwblok heeft een oppervlakte van circa m 2 De dichtstbijzijnde woning (Het Laag 4) is op circa 100 meter van het perceel gelegen. Het perceel van de woning aan Het Laag 7 is op circa 125 meter gelegen van de achterste gevel van de grote agrarische bedrijfshal waarin de beoogde activiteiten feitelijk plaatsvinden. Ruimtelijke onderbouwing Bij brief van 17 juli 2015 hebben wij besloten om het namens u ingediende principeverzoek om omgevingsvergunning te verlenen af te wijzen, omdat wij de omvang van de aangevraagde niet-agrarische nevenactiviteiten planologisch niet aanvaardbaar vinden. Uw plan wijkt af van het door ons aanvaardbaar geachte maximum aantal vierkante meters voor niet-agrarische nevenactiviteiten bij een agrarische bestemming. De inzichten ten aanzien van niet-agrarische nevenactiviteiten bij agrarische bedrijven zijn gewijzigd, in die zin dat er nu meer activiteiten kunnen worden toegestaan. Ook de provinciale Verordening Ruimte 2014 biedt verruimde mogelijkheden (tot maximaal m2) voor de vestiging van niet-agrarische nevenactiviteiten in het buitengebied (groenblauwe mantel). Daarbij gelden dezelfde voorwaarden als door de gemeente gesteld. Die verruimde mogelijkheid is voor het buitengebied van Bergen op Zoom echter in omvang beperkt: voor het afwijken van de gebruiksregels zal worden bepaald dat de vloeroppervlakte die wordt aangewend voor de nevenactiviteit maximaal 500 m2 mag bedragen. In het op 26 augustus 2015 vastgestelde bestemmingsplan "Buitengebied Noord", waarin ten aanzien van de aanvaardbaarheid van niet-agrarische nevenactiviteiten planologische uitgangpunten zijn geformuleerd die zullen gelden voor alle bestemmingsplannen in het buitengebied, zijn deze mogelijkheden via het verlenen van een omgevingsvergunning opgenomen. In lijn met dat planologisch uitgangspunt zijn in het voorontwerp bestemmingsplan Buitengebied Oost de mogelijkheden voor niet-agrarische nevenactiviteiten eveneens beperkt tot een oppervlakte van 500 m 2 Er is bovendien sprake van een publieksgerichte bedrijfsactiviteit aan huis. Volgens de planvoorschriften van het voorontwerp bestemmingsplan Buitengebied Oost wordt dit aangemerkt als strijdig gebruik, waarvoor in het voorontwerp geen binnenplanse afwijkingsbevoegdheid is opgenomen. Het hondensportcentrum is daarom slechts planologisch aanvaardbaar als het in omvang is beperkt. Het verzoek gaat uit van een gebruik van de twee loodsen, waardoor de activiteit op grond van de aanvraag in totaal een gebruiksoppervlakte van m 2 in beslag neemt. De omstandigheid dat niet gedurende het gehele jaar beide loodsen worden gebruikt voor de hondenactiviteiten, neemt niet weg dat in de drukke winterperiode de gebruiksoppervlakte m 2 bedraagt. Een niet-agrarische nevenactiviteit met een dergelijke omvang achten wij planologisch niet verantwoord. Overigens geldt dat de vloeroppervlakte benodigd voor het uitoefenen van de niet-agrarische nevenactiviteit niet meer dan 500 m2 mag bedragen. Onder vloeroppervlak(te) wordt verstaan de totale oppervlakte die voor een functie wordt gebruikt. Dit betekent dat ook de opslag van materialen, parkeerplaatsen en de voorziene hondenuitlaatplaats mee moeten worden genomen in de berekening van de vloeroppervlakte. Dit betekent dat de benodigde vloeroppervlakte fors meer dan de in de aanvraag aangegeven m2 bedraagt. De van de op 1 september 2015 ingediende aanvraag omgevingsvergunning deel uitmakende ruimtelijke onderbouwing is niet aangepast ten opzichte van de ruimtelijke onderbouwing die deel uitmaakte van het principeverzoek. In de ruimtelijke onderbouwing (pagina 19) is gesteld dat in de Structuurvisie Bergen op Zoom ruimte wordt geboden aan nevenactiviteiten bij agrarische bedrijven, zoals een gebruiksgerichte paardenhouderij. Het is van belang om bedrijven kansen te bieden om gedeeltelijk over te schakelen naar een nevenactiviteit en eventueel in de verdere toekomst van de

4 nevenactiviteit de hoofdactiviteit te maken. Bij nevenactiviteiten dient onder meer te worden gedacht aan recreatieve activiteiten, zorgfuncties of een gebruiksgerichte paardenhouderij. Wij achten een hondensportcentrum in de aangevraagde omvang niet passend binnen de uitgangspunten van het ruimtelijk beleid voor het buitengebied. Zo heeft het hondensportcentrum geen (extensien recreatief karakter. Het recreatieve karakter van het hondensportcentrum zou blijken uit het feit dat het zwaartepunt van de activiteiten in de avonden en weekenden plaatsvindt. Voor de beantwoording van de vraag of er sprake is van recreatief gebruik is in planologisch opzicht echter niet doorslaggevend de tijdstippen en frequentie waarop de activiteiten plaatsvinden, maar de aard en de omvang van de activiteiten. Naar ons oordeel gaat de aanvraag uit van activiteiten met een bedrijfsmatig(e) karakter en omvang, waarop de verruimde regels ten aanzien van recreatieve functies niet van toepassing zijn. Overigens geldt ook ten aanzien van recreatieve functies een beperking tot 500 m 2 Dit uitgangspunt wordt niet verlaten. De in de ruimtelijke onderbouwing opgenomen verwijzing naar een gebruiksgerichte paardenhouderij geeft geen aanleiding voor het oordeel dat het hondensportcentrum wel past in het ruimtelijk beleid. Hoewel in de Structuurvisie een gebruiksgerichte paardenhouderij is opgenomen als voorbeeld van een mogelijke kansrijke nieuwe ontwikkeling in het buitengebied, is het inzicht over de toelaatbaarheid van gebruiksgerichte paardenhouderijen en de planologische inbedding daarvan gewijzigd. Onder een gebruiksgerichte paardenhouderij verstaat het voorontwerp bestemmingsplan Buitengebied Oost een paardenhouderij "waar het rijden met paarden primair gericht is op de ruiter/amazone (inclusief het in pension houden van paarden van derden)." Paardenhouderijen als zodanig zijn strijdig met de agrarische bestemming. Wel is een binnenplanse afwijkingsbevoegdheid opgenomen voor zover er sprake is van pensionstalling van paarden. De toelaatbaarheid van gebruiksgerichte paardenhouderijen is derhalve tot deze gebruiksvorm beperkt. Om die reden gaat de verwijzing naar gebruiksgerichte paardenhouderijen niet op. Het initiatief heeft naar ons oordeel onvoldoende toegevoegde waarde de voorgestane ontwikkeling van het buitengebied door verruiming van de mogelijkheden voor nevenactiviteiten en het tegengaan van verrommeling. Er is sprake van een functie met een sterke publieks- en verkeersaantrekkende werking welke geen relatie heeft met het bestaande agrarisch bedrijf, zonder dat dit tot een kwaliteitsimpuls van het buitengebied leidt. Niet uitgesloten kan worden dat het verlenen van medewerking tot een verdere intensivering van de activiteiten zal leiden en de ontwikkeling zich door zal zetten naar volwaardigheid. De conclusie van de AAB dat er geen aanleiding is om aan te nemen dat een verdere intensivering van de bedrijfsactiviteiten zal plaatsvinden delen wij derhalve niet. Zodoende is niet verzekerd dat de beoogde ontwikkeling niet leidt tot twee zelfstandige bedrijven (het agrarisch bedrijf en het hondensportcentrum). De redenering dat met een beperking van de gebruiksfrequentie in de voorwaarden de overlast kan worden beperkt biedt gezien de aard van de activiteiten naar ons oordeel onvoldoende waarborgen. Ontwerpbesluit tot weigering verklaring van geen bedenkingen Artikel 6.5 van het Besluit omgevingsrecht (Bor) bepaalt dat voor zover een aanvraag betrekking heeft op een afwijking van het bestemmingsplan, de omgevingsvergunning waarbij met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3 van de wet wordt afgeweken van het bestemmingsplan, niet wordt verleend dan nadat de gemeenteraad heeft verklaard dat daartegen geen bedenkingen bestaan. De gemeenteraad heeft de hier aan de gevraagde ontwikkeling niet aangewezen als een geval waarin deze verklaring niet is vereist. Het vereiste van een verklaring geldt ook indien wij het voornemen hebben om geen medewerking te verlenen. De gemeenteraad heeft een bijzondere verantwoordelijkheid bij de beslissing op de aanvraag om een omgevingsvergunning. De gemeenteraad heeft op (datum) besloten om de verklaring van geen bedenkingen in het belang van een goede ruimtelijke ordening te weigeren. Het ontwerpbesluit van de weigering van de verklaring is bijgevoegd. Nu de verklaring van geen bedenkingen is geweigerd, kunnen wij geen omgevingsvergunning verlenen.

5 Conclusie: hondensportcentrum planologisch niet aanvaardbaar In het besluit van 12 juni 2014 is medewerking aan het verlenen van een omgevingsvergunning voor afwijking van het bestemmingsplan geweigerd, omdat de gevolgen van de afwijking van het geldende bestemmingsplan als gevolg van de buitenactiviteiten te groot waren. Nu de activiteiten slechts nog inpandig worden uitgeoefend, neemt de strijd met het bestemmingsplan niet af, maar wel de geluidsbelasting voor de omgeving. Door de aard van de activiteiten is echter niet te voorkomen dat blaf- en stemgeluid ook buiten de gebouwen zal worden geproduceerd. Hoewel in de ruimtelijke onderbouwing en het daarvan deel uitmakende akoestisch onderzoek is aangetoond dat voldaan kan worden aan het Activiteitenbesluit, dient bij een planologische afweging ook te worden betrokken de vraag of sprake is van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat en of de ontwikkeling past binnen het ruimtelijke beleid voor het buitengebied. Het behoud van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat kan naar ons oordeel niet worden gewaarborgd. Zo blijkt uit het verzoek dat tevens wordt voorzien in een hondenuitlaatplaats in de buitenlucht. Verder blijft in dat verband het vervoer van de honden van en naar de loodsen problematisch. Ook valt niet te voorkomen dat het uitlaten van honden buiten het terrein plaatsvindt. Opname van noodzakelijke gebruiks- en geluidsbeperkende voorwaarden in de omgevingsvergunning zal de aangevraagde activiteit zodanig beperken dat dit feitelijk neerkomt op een weigering van het verzoek. Bovendien zijn deze voorwaarden nauwelijks handhaafbaar. Het risico op het ontstaan van een overlastsituatie is naar ons oordeel te groot. Uw belang om een hondensportcentrum te realiseren dienen wij tenslotte af te wegen tegen het belang van omwonenden bij het behoud van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat. Gelet op het voorgaande wegen in die belangenafweging de belangen van omwonenden zwaarder. Wij concluderen dat het verzoek tot het verlenen van een omgevingsvergunning zich zowel voor wat de mate van planologische afwijking als de concrete activiteiten betreft onvoldoende onderscheidt van de aanvraag die ten grondslag ligt aan het weigeringsbesluit. Daarmee blijft de motivering van het weigeringsbesluit voor zover het de planologische aspecten betreft ook van toepassing op het nieuwe verzoek. Gelet op het besluit van de gemeenteraad om de verklaring van geen bedenkingen te weigeren en de hiervoor opgenomen motivering, besluiten wij om de omgevingsvergunning te weigeren. Ontwerpbesluit publiceren en ter inzage leggen Dit ontwerpbesluit, de aanvraag en de daarbij behorende stukken alsmede het ontwerp van het raadsbesluit om geen verklaring van geen bedenkingen af te geven liggen vanaf (datum) gedurende 6 weken ter inzage. De kennisgeving van de ontwerpbeschikkingen publiceren wij in de Bergen op Zoomse Bode van (datum). Vanaf het moment dat de stukken ter inzage liggen heeft een ieder zes weken de tijd om zienswijzen over de ontwerpbeschikking naar voren te brengen bij ons college. Ingediende zienswijzen kunnen mede betrekking hebben op het ontwerp van besluit om de verklaring van geen bedenkingen te weigeren. Voorlopige vaststelling leges Voor het in behandeling nemen van uw aanvraag wordt, op grond van de legesverordening voor onze gemeente, onderstaand legesbedrag in rekening gebracht. Leges activiteit afwijken bestemmingsplan Leges totaal : 3.454,00 : 3.454,00 U ontvangt, tezamen met de uiteindelijke beslissing op de aanvraag, een acceptgiro waarmee u het legesbedrag kunt voldoen. Meer informatie

6 Indien u nog vragen of opmerkingen heeft dan kunt u contact opnemen met de behandelend ambtenaar B.A.M. Suijkerbuijk van het team Ruimtelijke Ordening, telefonisch bereikbaar op Vermeld bij uw vragen of correspondentie het volgende aanvraagnummer: OMV Hoogachtend, het college van burgemeester en wethouders van Bergen op Zoom, secretaris, burgemeester, Mevr. mr. A.C. Spindler Dhr. dr. F.A. Petter