» Samenvatting. JAR 2012/185 Gerechtshof 's-hertogenbosch 5 juni 2012, HD ; LJN BW7795. ( mr. Aarts mr. Waaijers mr.
|
|
- Koenraad Brecht Adam
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 JAR 2012/185 Gerechtshof 's-hertogenbosch 5 juni 2012, HD ; LJN BW7795. ( mr. Aarts mr. Waaijers mr. Walsteijn ) Petrus Martijn Kuipers te Eindhoven, appellant, advocaat: mr. P.J.A. van de Laar, tegen Vici BV te Roosendaal, geïntimeerde, advocaat: mr. B.R.J. Rothuizen. Ontslag niet kennelijk onredelijk, Verlengde opzegtermijn, Geen verdubbeling opzegtermijn voor de werkgever [BW Boek 7-672; BW Boek 7-681]» Samenvatting De werkgever, een ICT-dienstverlener, heeft de arbeidsovereenkomst met de werknemer opgezegd op bedrijfseconomische gronden. Daarbij is aan de werknemer geen vergoeding toegekend. De werknemer stelt dat het ontslag kennelijk onredelijk is, omdat het is gebaseerd op een valse reden en omdat de gevolgen voor hem te ernstig zijn in verhouding tot het belang van de werkgever bij het ontslag. Verder stelt de werknemer dat de werkgever niet de juiste opzegtermijn in acht heeft genomen. In de arbeidsovereenkomst staat dat de opzegtermijn voor beide partijen twee maanden bedraagt. Nu daarmee de opzegtermijn voor de werknemer is verlengd, had de werkgever een dubbele opzegtermijn in acht moeten nemen van vier maanden, aldus de werknemer. De kantonrechter heeft de vorderingen van de werknemer afgewezen. Op het hoger beroep van de werknemer overweegt het hof dat niet is komen vast te staan dat sprake is van een valse of voorgewende reden voor het ontslag. De werkgever heeft voldoende aangetoond dat aan het ontslag bedrijfseconomische redenen ten grondslag liggen. Dat aan de werknemer geen vergoeding is betaald, maakt het ontslag niet kennelijk onredelijk, nu de werknemer relatief kort in dienst is geweest (twee jaar en negen maanden), hij geen slechte kansen had op de arbeidsmarkt ten tijde van zijn ontslag, de werkgever van het concurrentiebeding heeft afgezien, de werknemer gedurende ruim twee maanden is vrijgesteld van werk en hij vrij kort na zijn ontslag als zelfstandige is gaan werken. Met betrekking tot de opzegtermijn overweegt het hof dat het feit dat voor beide partijen een opzegtermijn van twee maanden is afgesproken, niet betekent dat de opzegtermijn voor de werkgever vier maanden bedraagt. Het gevolg van het overeenkomen van een langere opzegtermijn die voor beide partijen gelijk is, is slechts dat de werknemer een beroep toekomt op de vernietigbaarheid van de voor hemzelf geldende termijn van opzegging. Het beroep op de vernietigbaarheid leidt er niet toe dat de opzegtermijn van de werkgever wordt verlengd. Het beroep op Hof s- Gravenhage, «JAR» 2006/116, kan niet slagen, omdat daarin is geoordeeld dat, als geen opzegtermijn voor de werkgever is afgesproken, terwijl voor de werknemer een van de wet afwijkende termijn geldt, de arbeidsovereenkomst moet worden aangevuld overeenkomstig de strekking van art. 7:672 lid 6 BW. Deze situatie doet zich in dit geval niet voor. NB. Hof s-hertogenbosch heeft blijkbaar een vaste lijn uitgezet met betrekking tot verlengde opzegtermijnen. Zie ook «JAR» 2012/131. Zie verder «JAR» 2003/43, «JAR» 2007/46 en «JAR» 2006/116.
2 beslissing/besluit» Uitspraak 5. Het tussenarrest van 5 april 2011 (...; red.) 6. Het verdere verloop van de procedure (...; red.) 7. De gronden van het hoger beroep (...; red.) 8. De verdere beoordeling 8.1. Het gaat in deze zaak om het volgende Vici is een in 1998 opgerichte ICT dienstverlener op het gebied van SAP software en integratie oplossingen. SAP is beheerssoftware die gebruikt wordt op domeinen zoals financiën, human resources en logistiek Kuipers, geboren op 16 augustus 1968, is op 1 januari 2007 bij Vici voor onbepaalde tijd in loondienst getreden in de functie van werknemer Managing SAP BI (Business Intelligence) Architect, functioneringsniveau senior, tegen een salaris van 5.072,= bruto per maand, te vermeerderen met 8% vakantietoeslag, en emolumenten Nadat Vici reeds eerder van het UWV Werkbedrijf toestemming had verkregen om de arbeidsovereenkomst met een 5-tal medewerkers op te zeggen, heeft zij bij brief van 18 mei 2009 aan het UWV Werkbedrijf toestemming gevraagd om de arbeidsovereenkomsten met zeven consultants te beëindigen wegens bedrijfseconomische redenen. Die toestemming is verleend. Ten aanzien van Kuipers heeft zij eenzelfde verzoek gedaan op 20 juli Nadat Kuipers verweer had gevoerd, heeft het UWV Werkbedrijf op 13 augustus 2009 de met betrekking tot Kuipers gevraagde toestemming verleend. Vici heeft bij brief van 25 augustus 2009 het dienstverband met Kuipers opgezegd tegen 1 oktober Kuipers heeft Vici in rechte betrokken en gevorderd Vici te veroordelen tot betaling van een schadevergoeding op grond van kennelijk onredelijk ontslag ad ,=, rente rechtens, met veroordeling van Vici in de proceskosten. Volgens Kuipers is het ontslag kennelijk onredelijk omdat de opzegging van de arbeidsovereenkomst is geschied onder opgave van een valse of voorgewende reden en voorts omdat de gevolgen van de opzegging voor hem te ernstig zijn in vergelijking met het belang van Vici bij de opzegging Nadat Vici verweer had gevoerd, heeft de kantonrechter te Eindhoven bij vonnis van 16 december 2010 de vordering van Kuipers afgewezen en hem in de proceskosten veroordeeld Kuipers komt tegen dat vonnis op De eerste grief is gericht tegen het oordeel van de kantonrechter dat, kort gezegd, geen sprake is geweest van een valse of voorgewende reden voor het ontslag Ter toelichting op die grief heeft Kuipers onder meer het volgende aangevoerd, zakelijk weergegeven. De reden van het ontslag is niet gelegen in de door Vici gestelde bedrijfseconomische omstandigheden, maar in de persoon van Kuipers. Dat blijkt onder meer uit het volgende.
3 Op 10 juli 2009 werd hij, Kuipers, door de directeur van Vici benaderd met de vraag of hij en zijn collega Coen Elbersen geïnteresseerd zouden zijn in een samenwerking met Vici vanuit een eigen nog op te richten besloten vennootschap. Elbersen en hij hebben hierop destijds positief gereageerd en hebben daarop onmiddellijk een bedrijfsplan vervaardigd. Op vrijdag 17 juli 2009 hebben Elbersen en hij een samenwerking met Vici voorgesteld vanaf 1 januari Ook stelden zij voor dat Vici ,= zou investeren in de nieuwe onderneming. De directeur van Vici werd hierop onmiddellijk kwaad. Hij meldde dat de nieuwe onderneming op 1 augustus 2009 opgestart zou moeten worden, terwijl hij ook aangaf dat een investering van Vici ad ,= onbespreekbaar was. De directeur van Vici ging bij dit gesprek door het lint en de verhouding tussen partijen bleek plotseling volledig verstoord te zijn omdat het voorstel van Elbersen en hem volkomen verkeerd viel. Hij, Kuipers, kreeg de daaropvolgende dag te horen dat voor hem een ontslagvergunning zou worden aangevraagd bij het UWV. Aldus Kuipers Het hof verwerpt voormeld betoog. In de eerste plaats verdient overweging dat de directeur van Vici, zoals Vici onweersproken heeft gesteld, rond juli 2009 onverplicht aan Kuipers de kans heeft geboden om met haar een samenwerkingsverband aan te gaan. Kuipers zou alsdan een aparte vennootschap oprichten teneinde de Business Intelligence Unit zelfstandig in de markt te profileren, zonder dat daarmee financiële risico s voor Vici gemoeid zouden zijn. Het hof acht het zeer aannemelijk dat Vici het voorstel van Kuipers heeft afgewezen vanwege het hoge startkapitaal dat Kuipers wenste te ontvangen van Vici. Ook al zou de directeur van Vici in verband met het voorstel van Kuipers in boosheid zijn ontstoken, hetgeen het hof wel wil aannemen, dan nog is dit onvoldoende grond om aan te nemen dat de reden van het ontslag in de persoon van Kuipers was gelegen. Het hof acht het veeleer aannemelijk dat, zoals Vici heeft gesteld, het een uiterste poging van haar kant was om een beëindiging van de arbeidsovereenkomst met Kuipers te voorkomen. Het hof neemt hierbij de bedrijfseconomische omstandigheden, die hierna aan de orde zullen komen, in aanmerking alsook het feit dat voor zeven consultants van Vici die op het gebied van de Business Intelligence werkzaam waren, reeds op 18 mei 2009 een ontslagvergunning was aangevraagd en vervolgens verkregen Kuipers heeft voorts ter toelichting op de eerste grief aangevoerd, dat Vici in 2009 een advertentie heeft geplaatst voor een senior specialist/projectmanager waarbij het ging om eenzelfde functie als die hij bij Vici had. Hij heeft daarbij verwezen naar de personeelsadvertentie van Vici die als productie 5 bij inleidende dagvaarding is overgelegd. Voor de desbetreffende vacature heeft zich bij mailbericht van 2 oktober 2009 (productie 1 bij conclusie van repliek) een kandidaat gemeld. Daaruit kan volgens Kuipers niet anders worden geconcludeerd dan dat Vici, toen zij hem, Kuipers, ontslag gaf, reeds de bedoeling had om een andere medewerker op zijn positie te benoemen Naar het oordeel van het hof faalt dit betoog. Als onweersproken is komen vast te staan dat Vici in 2007 vacatures heeft doen plaatsen op een website. Blijkens de door Vici overgelegde van 7 juli 2009 van haar back office manager John Hartog (productie 4 bij conclusie van antwoord) heeft Vici het hostingsite pakket, dat betrekking had bedoelde website, opgezegd. Als onvoldoende weersproken is voorts komen vast te staan dat de door Kuipers gestelde vacature waarvoor hij zelf de profielen heeft opgesteld abusievelijk op die website is blijven staan. Bovendien staat vast dat de
4 functie van Kuipers (en dus ook de functie waarop de vacature betrekking had) is komen te vervallen, zoals hierna (bij de bedrijfseconomische omstandigheden van Vici) aan de orde zal komen. Dat op die vacature een kandidaat in oktober 2009 heeft gereageerd, is dan ook niet van belang Uit het vorenstaande volgt dat de eerste grief faalt In de tweede grief stelt Kuipers dat de kantonrechter ten onrechte ervan is uitgegaan dat bij Vici sprake was van zodanige economische neergang dat tot ontslag van Kuipers kon worden gekomen Ter toelichting op die grief heeft Kuipers onder meer gesteld dat Vici in de procedure bij het UWV onvoldoende en onjuiste informatie heeft verstrekt met betrekking tot haar ondernemingen. Kuipers heeft de indruk dat er aanzienlijke sommen geld naar de moedervennootschap of dochtervennootschap zijn gesluisd. Dit had tot gevolg dat de kosten van Vici in aanzienlijke mate toenamen en de winsten in feite naar de gelieerde vennootschappen vloeiden. Volgens Kuipers moet voor de beoordeling van de economische gronden om tot ontslag te komen, de cijfers van de gelieerde vennootschappen Veni B.V. en Vidi B.V. worden geproduceerd. Voorts heeft Vici als goed onderneemster de plicht om in goede tijden enige reserve te vormen zodat slechtere tijden kunnen worden opgevangen. Kuipers heeft de stellige indruk dat juist de reserves die zouden moeten zijn opgebouwd, naar Veni B.V. en Vidi B.V. zijn gesluisd Het hof is van oordeel dat Kuipers zijn onder weergegeven stelling onvoldoende feitelijk heeft onderbouwd, zodat deze stelling reeds daarom faalt. Kuipers heeft slechts aangevoerd dat hij de indruk heeft dat er aanzienlijke bedragen, waaronder de reserves, naar aan Vici gelieerde vennootschappen zijn gesluisd. Kuipers heeft onvoldoende feiten en omstandigheden gesteld waaruit zou kunnen volgen dat de door Vici ter beschikking gestelde financiële gegevens niet overeenstemmen met de werkelijkheid. Als onvoldoende weersproken is komen vast te staan dat Vici (blijkens een door de accountant van Vici opgestelde winst- en verliesrekening over 2008 en 2009, zie productie 8 bij conclusie van dupliek) met een fors teruglopende omzet een negatief bedrijfsresultaat, na belastingen, over het jaar 2009 heeft behaald van ruim ,= en voorts dat in 2009 uiteindelijk 26 van de 52 werknemers, al dan niet gedwongen, zijn vertrokken bij Vici. Daarbij komt dat het de vrijheid en de verantwoordelijkheid van de ondernemer is om de bedrijfsvoering dusdanig in te richten als door hem nodig wordt geacht om het bedrijf voort te zetten. Dit uitgangspunt geldt ook, zoals de kantonrechter terecht heeft overwogen, in een situatie van economische neergang waarbij aan het verlies van arbeidsplaatsen niet valt te ontkomen. In dit verband is nog van belang dat Vici vanaf medio 2008 grote klanten (waaronder Philips) heeft verloren en dat in het jaar 2009 vanuit de markt minder of geen vraag naar SAP Business Intelligence consultants was. Ten slotte staat vast dat het voor Vici niet mogelijk was om Kuipers, die op het moment van het verzoek om toestemming om hem te ontslaan al enige tijd zonder opdracht zat, te herplaatsen in een andere, passende, functie in haar bedrijf. Gezien dit een en ander, is het hof van oordeel dat Vici in voldoende mate heeft aangetoond dat haar bedrijfseconomische omstandigheden zodanig waren dat zij haar personeelsbestand, dat de grootste kostenpost vormde binnen Vici, moest inkrimpen, met onder meer als gevolg het ontslag van Kuipers. Het hof acht het gelet op het vorenstaande niet nodig om kennis te nemen van de financiële gegevens met betrekking tot Veni B.V. en Vidi B.V. Daarbij speelt tevens een rol dat Kuipers
5 niet dan wel onvoldoende heeft toegelicht welke rol deze bedrijven in relatie tot Vici feitelijk spelen, anders dan dat Vici een bedrijfspand huurt van Veni Kuipers heeft voorts aangevoerd dat bij de beoordeling van de economische grondslag voor de opzegging door Vici ten onrechte geen rekening is gehouden met de omstandigheid dat de arbeidsovereenkomst met een aantal andere werknemers op grond van economische omstandigheden reeds was beëindigd en evenmin dat een aantal werknemers inmiddels zelf al vertrokken was. Op de afdeling van Kuipers waren negen zogenoemde bankzitters werkzaam. Toen Kuipers werd ontslagen, waren er nog slechts drie consultants over. Met een beperkt team waren de kosten erg beperkt en was er in feite, doorgerekend, weer een winstsituatie mogelijk. Ook trok de markt al weer aan ten tijde van het ontslag van Kuipers. Aldus Kuipers Dat betoog faalt. Er zijn onvoldoende feiten en/of omstandigheden gesteld of gebleken op grond waarvan kan worden geoordeeld dat de Business Intelligence Unit, die in haar geheel is opgeheven, in afgeslankte vorm had kunnen blijven bestaan en zelfs winst had kunnen maken. Voor het overige verwijst het hof naar hetgeen onder is overwogen Kuipers heeft tenslotte in de toelichting op grief II aangevoerd dat het ontslag kennelijk onredelijk is, omdat Vici geen Sociaal Plan waarin door een goed werkgever ook een ontslagvergoeding voor alle werknemers wordt geregeld, heeft opgesteld en hij door Vici zonder vergoeding aan de kant is geschoven Het hof wijst erop dat Kuipers ten onrechte ervan is uitgegaan dat het gebruikelijk is in een Sociaal Plan bepalingen met betrekking tot een ontslagvergoeding op te nemen. Veelal wordt in een Sociaal Plan ernaar gestreefd de werknemers naar ander werk, al dan niet met behulp van outplacement, te begeleiden, zonder vergoeding. Dat Vici geen Sociaal Plan heeft opgesteld en aan Kuipers geen ontslagvergoeding heeft betaald, staat vast. Deze feiten zal het hof in aanmerking nemen bij de beoordeling van de tweede grond het gevolgencriterium waarop Kuipers zijn vordering heeft gebaseerd, maar dit staat los van de vraag of het ontslag vanwege het ontbreken van een deugdelijke reden voor de opzegging kennelijk onredelijk moet worden geacht Een en ander leidt tot de conclusie dat niet kan worden geoordeeld dat Vici onvolledige of onjuiste informatie over haar financiële positie heeft verschaft. Daarmee is komen vast te staan dat het ontslag van Kuipers terecht is gebaseerd op bedrijfseconomische redenen. Daarom faalt ook de tweede grief De derde grief is gericht tegen het oordeel van de kantonrechter dat ook op grond van het gevolgencriterium geen sprake is van kennelijk onredelijke opzegging Ter toelichting op die grief heeft Kuipers gesteld dat hij degene is die met de financiële en geestelijke kater is blijven zitten. Bij Vici ontving hij het onder vermelde basissalaris met vakantietoeslag, een jaarlijkse waarderingsbonus van maximaal 6.000,=, een bijdrage in de kosten van kinderopvang en een bijdrage in de collectieve ziektekostenverzekering etc. Daarnaast had hij een auto van de zaak, een computer en een mobiele telefoon in gebruik. Verder nam hij deel aan een spaarloonregeling en aan het collectieve pensioenfonds van Vici. Door het ontslag per 1 oktober 2009 viel dat inkomen weg en moest hij rondkomen van een werkloosheidsuitkering van 1.606,20 per maand waarbij ook alle overige
6 emolumenten wegvielen. Het was voor hem moeilijk om een loondienstbetrekking elders te krijgen, gelet op zijn aanzienlijke loon en zijn leeftijd. In de onderhavige branche zijn jongeren meer in trek, omdat jonge ondernemingen niet bereid zijn om een salaris ter hoogte van dat van Kuipers te betalen. Omdat Kuipers geen baan in loondienst kon krijgen, heeft hij zich als zelfstandig consultant gevestigd en is hij zich vervolgens gaan verhuren tegen een tarief van 90,= per uur. Ook heeft Kuipers ten gevolge van het ontslag psychisch een grote klap gehad. Hij werkte immers bij Vici met grote inzet en hij kreeg ook steeds zeer goede beoordelingen. Hij kon dan ook niet plaatsen waarom hij ontslagen werd en vooral de wijze waarop hij werd ontslagen. De psychische gesteldheid van Kuipers heeft ook in de privé sfeer gevolgen gehad. Ten slotte stelt Kuipers dat Vici hem heeft gedupeerd door vast te houden aan een foutieve opzegtermijn in het arbeidscontract. Op die opzegtermijn is Kuipers nader ingegaan in grief IV. In de toelichting op die grief heeft hij een beroep gedaan op het arrest van het hof s- Gravenhage van 14 april 2006, LJN AX2163. Volgens Kuipers had Vici een opzegtermijn van vier maanden in acht had moeten nemen Vici heeft voormeld betoog gemotiveerd weersproken Het hof stelt voorop, dat bij de beantwoording van de vraag of het ontslag ingevolge het gevolgencriterium kennelijk onredelijk is, alle omstandigheden ten tijde van het ontslag in aanmerking moeten worden genomen. De enkele omstandigheid dat de werknemer zonder toekenning van een vergoeding is ontslagen, levert in het algemeen geen grond op voor toewijzing van een vordering als bedoeld in artikel 7:681, eerste lid, BW. In een dergelijk geval moet voor het aannemen van kennelijke onredelijkheid sprake zijn van bijzondere omstandigheden die meebrengen dat de nadelige gevolgen van de beëindiging geheel of ten dele voor rekening van de werkgever dienen te komen Bij de beantwoording van de vraag of het aan Kuipers gegeven ontslag kennelijk onredelijk is op grond van het gevolgencriterium, acht het hof, naast hetgeen is overwogen onder 8.3.2, en 8.3.6, het volgende van belang. De stelling van Kuipers dat zijn vooruitzichten op de arbeidsmarkt ten tijde van de opzegging slecht waren, acht het hof onvoldoende onderbouwd. Kuipers heeft dat ook verder niet of nauwelijks toegelicht, hoewel het op zijn weg ligt om de kennelijke onredelijkheid van de opzegging vanwege onder meer deze omstandigheid aan te tonen. Daarenboven overweegt het hof nog het volgende. Ten tijde van het ontslag was Kuipers 41 jaar, dus nog relatief jong. Mede gezien zijn opleiding en ervaring, zoals deze blijken uit zijn curriculum vitae (productie bij conclusie van antwoord) en het niveau waarop Kuipers werkzaam was bij Vici, kan niet zonder meer worden aangenomen dat de kansen van Kuipers op de arbeidsmarkt niet groot waren. Daarbij komt dat Vici aan Kuipers heeft aangegeven dat zij geen beroep zal doen op het tussen hen overeengekomen concurrentiebeding. Ten slotte staat vast dat Kuipers vrij kort na zijn uitdiensttreding bij Vici, als zelfstandige is gaan werken (met medeweten van het UWV) en dat hij, na de beëindiging van de WW-uitkering, zijn werkzaamheden als zelfstandige heeft voortgezet. Over zijn inkomsten daaruit heeft Kuipers geen inlichtingen verschaft. Hoewel voldoende vast is komen te staan dat de inkomsten en emolumenten e.a. van
7 Kuipers aanzienlijk zijn afgenomen na zijn ontslag bij Vici, kan niet geoordeeld worden dat Vici, bij welk bedrijf Kuipers slechts twee jaar en negen maanden heeft gewerkt, als goed werkgeefster gehouden was de nadelige gevolgen van het ontslag (gedeeltelijk) voor haar rekening te nemen. Daarbij neemt het hof tevens in aanmerking dat vaststaat dat Kuipers gedurende ruim twee maanden door Vici is vrijgesteld van werkzaamheden. Met betrekking tot het gevolgencriterium zijn verder onvoldoende feiten en omstandigheden gesteld dan wel gebleken. Datzelfde geldt voor de psychische problemen die Kuipers als gevolg van het ontslag, en/of de wijze waarop hij is ontslagen, stelt te hebben ondervonden. Ook wat de opzegtermijn valt niet in te zien welk verwijt Vici kan worden gemaakt, zoals blijkt uit het volgende. Het hof stelt voorop dat de wetgever met het bepaalde in artikel 7:672 lid 6 BW een de werknemer beschermende bepaling in het leven heeft geroepen in die zin dat ingeval in een arbeidsovereenkomst voor wat betreft de opzegtermijn ten nadele van de werknemer wordt afgeweken van de wettelijk bepaalde opzegtermijn en deze opzegtermijn wordt verlengd, de geldigheid van die afwijking slechts kan worden aangenomen indien de voor de werkgever geldende opzegtermijn (tenminste) het dubbele bedraagt. In dit geval is in de arbeidsovereenkomst opgenomen dat voor beide partijen een opzegtermijn geldt van twee maanden, derhalve voor de werknemer (Kuipers) een afwijking van de termijn van één maand als is bepaald in artikel 7:672 lid 2 onder a BW. Kuipers trekt daaruit de conclusie dat daarom de opzegtermijn voor Vici vier maanden bedraagt, maar die conclusie is onjuist. Immers, het gevolg van het opnemen in de arbeidsovereenkomst van een langere opzegtermijn dan de wettelijk bepaalde termijn, waarbij die opzegtermijn voor beide partijen gelijk is, is slechts dat Kuipers een beroep toekomt op de vernietigbaarheid van de voor hem geldende termijn van opzegging, zodat zij in dit geval slechts een opzegtermijn in acht zou behoeven te nemen van één maand. Het beroep op de vernietigbaarheid van die opzegtermijn leidt er echter niet toe dat (daarom) de voor Vici geldende en tussen partijen overeengekomen opzegtermijn van twee maanden van rechtswege moet worden verlengd met twee maanden. Het beroep dat Kuipers daartoe doet op de uitspraak van het hof s- Gravenhage van 14 april 2006 (JAR 2006/116) kan niet slagen. Immers, daarin is geoordeeld dat bij gebreke van een voor de werkgever geldende opzegtermijn, terwijl wél een voor de werknemer van de wet afwijkende opzegtermijn gold, de arbeidsovereenkomst diende te worden aangevuld overeenkomstig de strekking van artikel 7:672 lid 6 BW. Deze situatie doet zich in dit geval niet voor Aan het door Kuipers gedane (algemene) bewijsaanbod wordt, als te vaag en/of niet ter zake dienend, voorbijgegaan Uit het voorgaande volgt dat ook de grieven III en IV falen Tevens volgt daaruit dat het vonnis waarvan beroep moet worden bekrachtigd. Kuipers zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van het hoger beroep. De door Vici gevorderde wettelijke rente over de proceskosten is toewijsbaar als na te melden. 9. De uitspraak Het hof: bekrachtigt het vonnis waarvan beroep; veroordeelt Kuipers in de proceskosten van het hoger beroep, welke kosten tot op
8 heden aan de zijde van Vici tot de dag van deze uitspraak worden begroot op 1.769,= aan verschotten en op 2.316,= aan salaris advocaat, en bepaalt dat deze bedragen binnen veertien dagen na de dag van deze uitspraak moeten zijn voldaan, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf het einde van voormelde termijn tot aan de dag der voldoening.» Noot De onderhavige zaak heeft betrekking op de vraag wat heeft te gelden indien ten nadele van de werknemer is afgeweken van de voor hem op grond van artikel 7:672 lid 3 BW geldende opzegtermijn van een maand, terwijl niet is voldaan aan de daaraan verbonden voorwaarde dat de opzegtermijn van de werkgever in dat geval twee keer zo lang dient te zijn als die van de werknemer (artikel 7:672 lid 6 BW). Daarbij kan men denken aan de situatie waarin de arbeidsovereenkomst: (1) een verlengde opzegtermijn voor de werknemer bevat, maar niets regelt met betrekking tot de opzegtermijn van de werkgever, of (2) zowel een verlengde opzegtermijn voor de werknemer bevat, als een opzegtermijn voor de werkgever welke laatste termijn korter is dan het dubbele van die van de werknemer. In casu deed zich de tweede situatie voor. Voor beide partijen gold namelijk een contractuele opzegtermijn van twee maanden. Werknemer Kuipers verbond daaraan de conclusie dat voor werkgever Vici een opzegtermijn van vier maanden had te gelden, maar die opvatting is volgens het hof onjuist. Evenals in een eerdere, soortgelijke zaak (Hof s-hertogenbosch 3 april 2012, «JAR» 2012/131) stelt het hof zich op het standpunt dat in dat geval geen sprake is van een nietige, maar van een vernietigbare bepaling (dit in afwijking van het regeringsstandpunt dat uitging van nietigheid; zie Kamerstukken II, , , nr. 7, p. 14). Artikel 7:672 lid 6 BW strekt volgens het hof namelijk uitsluitend tot bescherming van de werknemer, zodat, gezien het bepaalde in artikel 3:40 lid 2 BW, sprake is van een vernietigbare bepaling waarbij alleen de werknemer tot vernietiging mag overgaan (zie overeenkomstig onder meer: de Centrale Raad van Beroep in zijn uitspraak van 15 januari 2003 (LJN AF5515), E. Verhulp, «JAR» Verklaard 17 juni 2003, nr. 1; R.M. Beltzer, «JAR» Verklaard Extra 17 december 2004, nr. 3, G.J.J. Heerma van Voss in: Asser Heerma van Voss, 7-V 2008, nr. 366 en P.W.H.M. Willems, De verlengde opzegtermijn: twee maal twee is vier. Toch?, TAP 2012/5, p. 204 e.v.). De vernietiging van de opzegtermijn leidt er volgens het hof echter niet toe dat (daarom) de voor Vici geldende en tussen partijen overeengekomen opzegtermijn van twee maanden van rechtswege moet worden verlengd met twee maanden. De vernietiging heeft slechts tot gevolg dat voor de werknemer de wettelijke opzegtermijn (van een maand) geldt. Dit oordeel lijkt mij juist. Op het moment dat de werknemer een beroep doet op de vernietigbaarheid van zijn contractuele opzegtermijn, zal namelijk veelal niet duidelijk zijn of partijen indien zij zich op het moment dat zij de arbeidsovereenkomst sloten bewust waren geweest van het vernietigbare karakter daarvan voor de werkgever inderdaad een opzegtermijn zouden zijn overeengekomen die twee keer zo lang was als die van de werknemer, of dat zij in dat geval zouden hebben afgezien van de verlengde opzegtermijn van de werknemer. Aan de voorwaarde voor conversie ex artikel 3:42 BW, dat de strekking van een nietige (of vernietigde) rechtshandeling in
9 een zodanige mate aan die van een andere, als geldig aan te merken rechtshandeling voldoet, dat aangenomen moet worden dat die andere rechtshandeling zou zijn verricht, indien van de eerstgenoemde wegens haar ongeldigheid was afgezien, wordt in dit soort zaken dus niet voldaan. Het hof verwerpt voorts het beroep dat Kuipers deed op de uitspraak van het Hof s-gravenhage van 14 april 2006 («JAR» 2006/116), waarin wel een verdubbeling van de opzegtermijn van de werkgever werd aangenomen. In dat arrest ging het volgens het hof namelijk om een andere situatie, te weten een arbeidsovereenkomst waarin alleen een bepaling met betrekking tot de opzegtermijn van de werknemer was opgenomen (zie situatie 1 hierboven). Mij is niet duidelijk waarom dit onderscheid in situaties een verschil in rechtsgevolg rechtvaardigt. In geen van beide gevallen is, zoals gezegd, voldaan aan de voorwaarde die artikel 7:672 lid 6 BW stelt aan de verlenging van de opzegtermijn van de werknemer, zodat dit in beide gevallen mijns inziens slechts kan leiden tot vernietigbaarheid van deze opzegtermijn. Ook in de situatie waarover het Hof s-gravenhage oordeelde, geldt immers dat niet duidelijk was of partijen waren zij zich van de vernietigbaarheid van hun afspraak bewust geweest voor de werkgever inderdaad een opzegtermijn zouden zijn overeengekomen die twee keer zo lang was als die van de werknemer. Daarom ontbreekt naar mijn mening ook in die situatie de rechtsgrondslag voor het aannemen van een dergelijke verlenging van de opzegtermijn voor de werkgever (zie anders o.a. P.W.H.M. Willems, a.w., p. 207). Wordt deze gezocht in de aanvullende werking van de redelijkheid en billijkheid (en nogmaals, ik zie niet in waarom) dan is in ieder geval geen sprake meer van een vernietigbare opzegtermijn van de werknemer, omdat deze dan niet (meer) in strijd is met artikel 7:672 lid 6 BW. Het door het hof s-gravenhage gehanteerde uitgangspunt dat de werknemer, afhankelijk van wie van beide partijen er opzegt, kan kiezen voor een beroep op de vernietigbaarheid van zijn eigen opzegtermijn, dan wel voor een beroep op een dubbele opzegtermijn voor zijn werkgever op basis van de (aanvullende werking van) de redelijkheid en billijkheid, lijkt mij dan ook dogmatisch onjuist. Hoe dit ook zij, ook met het oog op de rechtspraktijk, is het thans gemaakte onderscheid in rechtsgevolgen tussen de twee besproken situaties onwenselijk. Het maakt de toepassing van de regeling met betrekking tot de opzegtermijnen (die toch al niet eenvoudig was) nodeloos complex. Veelzeggend in dat opzicht is, dat in de onlangs door het kabinet aangenomen Hoofdlijnennotitie aanpassing ontslagrecht en WW op dit punt een vereenvoudiging wordt voorgesteld, die (ironisch genoeg) neerkomt op een opzegtermijn van twee maanden voor de werkgever en twee maanden voor de werknemer. mr. dr. G.W. van der Voet,
ECLI:NL:GHSHE:2012:BW7795
ECLI:NL:GHSHE:2012:BW7795 Instantie Datum uitspraak 05-06-2012 Datum publicatie 08-06-2012 Gerechtshof 's-hertogenbosch Zaaknummer HD 200.082.205 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2008:BG6664 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer
ECLI:NL:GHAMS:2008:BG6664 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 03-06-2008 Datum publicatie 12-02-2009 Zaaknummer 104.003.290 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht
Nadere informatieECLI:NL:GHLEE:2007:BB0648 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer
ECLI:NL:GHLEE:2007:BB0648 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 25-07-2007 Datum publicatie 31-07-2007 Zaaknummer 0600466 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Hoger
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2017:147 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01
ECLI:NL:GHAMS:2017:147 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 17-01-2017 Datum publicatie 23-03-2017 Zaaknummer 200.189.286/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2014:4892 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer
ECLI:NL:GHAMS:2014:4892 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 25-11-2014 Datum publicatie 08-01-2015 Zaaknummer 200.132.457-01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2013:3271 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer
ECLI:NL:GHAMS:2013:3271 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 08-10-2013 Datum publicatie 06-01-2014 Zaaknummer 200.121.491-01 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatiepagina 1 van 5 LJN: BR6704, Gerechtshof Amsterdam, 200.072.5489/01 Datum 07-06-2011 uitspraak: Datum 05-09-2011 publicatie: Rechtsgebied: Handelszaak Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie:Kennelijk
Nadere informatieECLI:NL:GHSHE:2009:BH9935
ECLI:NL:GHSHE:2009:BH9935 Instantie Datum uitspraak 31-03-2009 Datum publicatie 03-04-2009 Gerechtshof 's-hertogenbosch Zaaknummer HD 200.002.315 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieECLI:NL:GHSHE:2016:2711
ECLI:NL:GHSHE:2016:2711 Instantie Datum uitspraak 05-07-2016 Datum publicatie 08-07-2016 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch 200.183.368_01
Nadere informatiezaaknummer rechtbank Amsterdam : C/13/5545011KG ZA 13-1428 arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 22 juli 2014
arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM afdeling civiel recht en belastingrecht, team II zaaknummer :200.140.465101 KG zaaknummer rechtbank Amsterdam : C/13/5545011KG ZA 13-1428 arrest van de meervoudige burgerlijke
Nadere informatie» Samenvatting. JAR 2012/183 Gerechtshof 's-gravenhage 5 juni 2012, 200.076.582/01. ( mr. Mellema mr. Van Coeverden mr.
JAR 2012/183 Gerechtshof 's-gravenhage 5 juni 2012, 200.076.582/01. ( mr. Mellema mr. Van Coeverden mr. Van Rijkom ) Leenderd Eduardus Blom te Rotterdam, appellant in principaal appel, geïntimeerde in
Nadere informatieECLI:NL:GHSHE:2014:1286 Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer HD
ECLI:NL:GHSHE:2014:1286 Instantie Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak 06-05-2014 Datum publicatie 07-05-2014 Zaaknummer HD 200.134.974_01 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger
Nadere informatieECLI:NL:RBAMS:2015:5812
ECLI:NL:RBAMS:2015:5812 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 23-06-2015 Datum publicatie 04-09-2015 Zaaknummer CV EXPL 14-22777 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2013:3247 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer
ECLI:NL:GHAMS:2013:3247 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 08-10-2013 Datum publicatie 06-01-2014 Zaaknummer 200.035.875-01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht
Nadere informatieECLI:NL:RBNHO:2016:4991
ECLI:NL:RBNHO:2016:4991 Instantie Datum uitspraak 20-06-2016 Datum publicatie 04-07-2016 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer 4983481 / OA VERZ 16-101 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatieVoorwaardelijke ontbinding onder de Wwz, Ernstig verwijtbaar handelen werkneemster, Geen vergoeding en ontbinding op termijn van vier dagen
Voorwaardelijke ontbinding onder de Wwz, Ernstig verwijtbaar handelen werkneemster, Geen vergoeding en ontbinding op termijn van vier dagen Publicatie JAR 2015 afl. 13 Publicatiedatum 21 september 2015
Nadere informatieECLI:NL:RBAMS:2016:1678
ECLI:NL:RBAMS:2016:1678 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 24-03-2016 Datum publicatie 29-03-2016 Zaaknummer KK EXPL 16-200 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht
Nadere informatieWederindiensttredingsvoorwaarde Ontslagbesluit; zzp'er; stageovereenkomst
ECLI:NL:RBNNE:2013:6766 Instantie Rechtbank Noord-Nederland Datum uitspraak 12-11-2013 Datum publicatie 13-11-2013 Zaaknummer KG-2442504 - CV EXPL 13-8338-L Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken
Nadere informatieECLI:NL:GHARL:2015:6585
ECLI:NL:GHARL:2015:6585 Instantie Datum uitspraak 08-09-2015 Datum publicatie 26-10-2015 Zaaknummer 200.134.402 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Civiel
Nadere informatieECLI:NL:GHDHA:2015:3467
ECLI:NL:GHDHA:2015:3467 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 22-12-2015 Datum publicatie 22-12-2015 Zaaknummer 200.150.108/01 Rechtsgebieden Arbeidsrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie
Nadere informatieSCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG
SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG Kenmerk: 05/16 Bindend advies in de zaak van: A., wonende te Z., eiser, gemachtigde: mr. Th.F.M. Pothof tegen De Stichting B., gevestigd te IJ., verweerster, gemachtigde:
Nadere informatieECLI:NL:RBLIM:2017:2309
ECLI:NL:RBLIM:2017:2309 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 15032017 Datum publicatie 16032017 Zaaknummer 5377597 cv 169148 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Arbeidsrecht Burgerlijk
Nadere informatieECLI:NL:RBZWB:2014:7769
ECLI:NL:RBZWB:2014:7769 Instantie Datum uitspraak 12-11-2014 Datum publicatie 24-11-2014 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Zeeland-West-Brabant 2807368_E12112014
Nadere informatieECLI:NL:RBNHO:2016:9102
ECLI:NL:RBNHO:2016:9102 Instantie Datum uitspraak 16-09-2016 Datum publicatie 08-11-2016 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer 5223266 \ AO VERZ 16-222 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatiepagina 1 van 5 LJN: BV6150, Gerechtshof 's-hertogenbosch, HD 200.089.545 Datum uitspraak: 14-02-2012 Datum publicatie: 17-02-2012 Rechtsgebied: Civiel overig Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie:
Nadere informatieECLI:NL:GHSHE:2017:317
ECLI:NL:GHSHE:2017:317 Instantie Datum uitspraak 31-01-2017 Datum publicatie 02-02-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch 200.172.307_01
Nadere informatieDatum 10 juni 2014 Betreft Behandeling WWZ, schriftelijke reactie op voorstel VAAN d.d. 2 juni 2014
> Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 22 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22 Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 T
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2014:3669 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer
ECLI:NL:GHAMS:2014:3669 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 02-09-2014 Datum publicatie 07-11-2014 Zaaknummer 200.125.233-01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht
Nadere informatieEerste Kamer der Staten-Generaal
Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2013 2014 33 818 Wijziging van verschillende wetten in verband met de hervorming van het ontslagrecht, wijziging van de rechtspositie van flexwerkers en
Nadere informatieECLI:NL:RBUTR:2007:BA4351
ECLI:NL:RBUTR:2007:BA4351 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 03-05-2007 Datum publicatie 03-05-2007 Zaaknummer 515624 AV EXPL 07-35 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieECLI:NL:GHARN:2011:BT6748
ECLI:NL:GHARN:2011:BT6748 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 20-09-2011 Datum publicatie 05-10-2011 Zaaknummer 200.038.641 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Hoger
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2017:3064 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01
ECLI:NL:GHAMS:2017:3064 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 25-07-2017 Datum publicatie 01-08-2017 Zaaknummer 200.202.945/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht
Nadere informatieECLI:NL:GHSGR:2006:AV3322
ECLI:NL:GHSGR:2006:AV3322 Instantie Datum uitspraak 06-01-2006 Datum publicatie 03-03-2006 Zaaknummer C04/257 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-gravenhage Civiel recht
Nadere informatieLJN: BY3633, Gerechtshof Leeuwarden, /01
LJN: BY3633, Gerechtshof Leeuwarden, 200.092.893/01 Datum uitspraak: 20-11-2012 Datum publicatie: 20-11-2012 Rechtsgebied: Handelszaak Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie: Ziektekostenverzekering
Nadere informatieECLI:NL:GHSHE:2016:2505
ECLI:NL:GHSHE:2016:2505 Instantie Datum uitspraak 21-06-2016 Datum publicatie 24-04-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie - Vindplaatsen Uitspraak Gerechtshof
Nadere informatieTwee jaar Wet Werk en Zekerheid
Twee jaar Wet Werk en Zekerheid Top 10 van wat elke werkgever inmiddels zou moeten weten juni 2017 Inhoudsopgave 1. Proeftijd 2. Concurrentiebeding 3. Ketenregeling 4. Beëindiging arbeidsovereenkomst bepaalde
Nadere informatieECLI:NL:RBNHO:2013:8112
ECLI:NL:RBNHO:2013:8112 Instantie Datum uitspraak 17-06-2013 Datum publicatie 19-11-2013 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer 417481 CV EXPL 12-3941 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieECLI:NL:RBNHO:2014:8414
ECLI:NL:RBNHO:2014:8414 Instantie Datum uitspraak 16-06-2014 Datum publicatie 13-11-2014 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer 2896454 CV EXPL 14-830 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieECLI:NL:GHARL:2017:2679
ECLI:NL:GHARL:2017:2679 Instantie Datum uitspraak 28-03-2017 Datum publicatie 29-03-2017 Zaaknummer 200.184.322/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Civiel
Nadere informatiehet College van Beroep voor de Examens van de Hogeschool Utrecht (hierna: het CBE), verweerder.
Zaaknummer : 2013/068 Rechter(s) : mrs. Nijenhof, Olivier, Borman Datum uitspraak : 6 november 2013 Partijen : Appellante tegen CBE Hogeschool Utrecht Trefwoorden : Beleidsvrijheid, in stand laten rechtsgevolgen,
Nadere informatie2.1. X leeft van een uitkering op grond van de Wet werk en bijstand. Op deze uitkering worden de lopende huurbetalingen volledig ingehouden.
beschikking RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND Afdeling Civiel recht kantonrechter zittinghoudende te Utrecht zaaknummer: 2534388 UE VERZ 13805 GD/4243 Beschikking van 13 december 2013 inzake X wonende te Arnhem,
Nadere informatieDAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2015-059 d.d. 23 februari 2015 (mr. P.A. Offers, voorzitter, mr. B.F. Keulen en C.E. Polak, leden en mr. F.E. Uijleman, secretaris) Samenvatting
Nadere informatieCommissie van Beroep voor het Protestants Christelijk Voortgezet en Hoger Beroepsonderwijs
CvB.VO/HBO.2010/008-U.2010-003 27 mei 2012 Beëindiging arbeidsovereenkomst wegens stopzetten subsidie ID baan. Verweerster heeft voldoende aannemelijk gemaakt, dat zij zich heeft ingespannen de subsidie
Nadere informatieArbeids- en ontslagrecht 9 december 2014 Chris van Wijngaarden
Arbeids- en ontslagrecht 9 december 2014 Chris van Wijngaarden 2 Wet Werk en Zekerheid Ingrijpende wijzigingen in de regels voor het aangaan en opstellen van arbeidsovereenkomsten Ingrijpende wijzigingen
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2017:752 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01
ECLI:NL:GHAMS:2017:752 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 07-03-2017 Datum publicatie 04-04-2017 Zaaknummer 200.200.465/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 34013 30 juni 2016 Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 23 juni 2016, nr. 2016-0000141518,
Nadere informatieECLI:NL:RBHAA:2003:AO1229
ECLI:NL:RBHAA:2003:AO1229 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 24-12-2003 Datum publicatie 05-01-2004 Zaaknummer 207961 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Eerste aanleg
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2013:245 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer
ECLI:NL:GHAMS:2013:245 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 29-01-2013 Datum publicatie 26-05-2014 Zaaknummer 200.053.330-01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht
Nadere informatieeen bad hair day? De Billijke vergoeding:
1. Toekenningsgronden voor de billijke vergoeding 2. Begroting billijke vergoeding na invoering WWZ 3. New-Hairstyle arrest 4. Lagere rechtspraak na New-Hairstyle 5. Conclusie De Billijke vergoeding: een
Nadere informatieBESLISSING OP ONTSLAGAANVRAAG. [de hogeschool], gevestigd te [vestigingsplaats], hierna te noemen de hogeschool gemachtigde: de heer mr. M.A.
108064 - Toestemming voor ontslag wegens bedrijfseconomische redenen niet verleend. De werkgever heeft onvoldoende aangetoond dat er geen herplaatsingsmogelijkheden zijn. Inzake het verzoek van: BESLISSING
Nadere informatieECLI:NL:RBNHO:2016:8196
ECLI:NL:RBNHO:2016:8196 Instantie Datum uitspraak 14-06-2016 Datum publicatie 28-10-2016 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer 4970259 / AO VERZ 16-134 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:RBUTR:2009:BJ6219
ECLI:NL:RBUTR:2009:BJ6219 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 15-07-2009 Datum publicatie 27-08-2009 Zaaknummer 259421 / HA ZA 08-2534 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieECLI:NL:GHSHE:2015:3457
ECLI:NL:GHSHE:2015:3457 Instantie Datum uitspraak 08-09-2015 Datum publicatie 08-09-2015 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch HD
Nadere informatieJubilee Europe B.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2012-340 d.d. 12 december 2012 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter en mr.drs. D.J. Olthoff, secretaris) Samenvatting Consument heeft met ingang van
Nadere informatieECLI:NL:RBARN:2010:BO4467
ECLI:NL:RBARN:2010:BO4467 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 01-11-2010 Datum publicatie 19-11-2010 Zaaknummer 710236 VV Expl. 10-8085 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:RBAMS:2011:BU8462
ECLI:NL:RBAMS:2011:BU8462 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 05-12-2011 Datum publicatie 16-12-2011 Zaaknummer CV 11-26226 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Eerste
Nadere informatieafspraken die in het Najaarsoverleg 2008 zijn gemaakt. Volstaan wordt dan ook met hiernaar te verwijzen.
Reactie op de brief van de Nederlandse Orde van Advocaten (NOvA) inzake het wetsvoorstel tot wijziging van Boek 7, titel 10, van het Burgerlijk Wetboek in verband met het limiteren van de hoogte van de
Nadere informatieECLI:NL:RBZLY:2011:BQ7609
ECLI:NL:RBZLY:2011:BQ7609 Instantie Datum uitspraak 24-05-2011 Datum publicatie 09-06-2011 Rechtbank Zwolle-Lelystad Zaaknummer 528629 CV 10-7867 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieECLI:NL:RBUTR:2009:BI6799
ECLI:NL:RBUTR:2009:BI6799 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 03-06-2009 Datum publicatie 05-06-2009 Zaaknummer 256615 / HA ZA 08-21443 juni 2009 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatieOntslag na doorstart faillissement
Ontslag na doorstart faillissement december 2006 mr De auteur heeft grote zorgvuldigheid betracht in het weergeven van delen uit het geldende recht. Evenwel noch de auteur noch kan aansprakelijk worden
Nadere informatieWijzigingen per 1 juli 2015: van ketenregeling, ontslagrecht, WW en overige
Wet werk en zekerheid: Wijzigingen per 1 juli 2015: van ketenregeling, ontslagrecht, WW en overige Door Mr. Patrice Hoogeveen Inleiding Met datum d.d. 10 juni 2014 heeft de Eerste Kamer het wetsvoorstel
Nadere informatiezaak.nummer rechtbank Amsterdam : \ CV EXPL arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 13 december 2016
arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM afdeling civiel recht en belastingrecht, team I zaak.nummer : 200.168.839/01 zaak.nummer rechtbank Amsterdam : 2846345 \ CV EXPL 14-6113 arrest van de meervoudige burgerlijke
Nadere informatieECLI:NL:RBMNE:2014:6635
ECLI:NL:RBMNE:2014:6635 Instantie Datum uitspraak 23-04-2014 Datum publicatie 12-12-2014 Rechtbank Midden-Nederland Zaaknummer 2898871 UE VERZ 14-187 k/4081 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2016:4193 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01
ECLI:NL:GHAMS:2016:4193 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 18-10-2016 Datum publicatie 21-10-2016 Zaaknummer 200.181.474/01 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie
Nadere informatieNieuwsbrief Wet Werk en Zekerheid
Nieuwsbrief Wet Werk en Zekerheid Beste Klant, Per 1 januari en 1 juli 2015 zullen er diverse wijzigingen plaatsvinden op het gebied van arbeidsrecht. Hiervan willen wij u graag op de hoogte brengen. De
Nadere informatiearrest van de tweede civiele kamer van 21 april 2009 de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
arrest GERECHTSHOF ARNHEM Sector civiel recht zaaknummer gerechtshof 104.001.423 (zaaknummer rechtbank 91282 / HA ZA 03-1198) arrest van de tweede civiele kamer van 21 april 2009 inzake de besloten vennootschap
Nadere informatieECLI:NL:RBASS:2006:AX0491
ECLI:NL:RBASS:2006:AX0491 Instantie Rechtbank Assen Datum uitspraak 26-04-2006 Datum publicatie 09-05-2006 Zaaknummer 17636 \ VV EXPL 06-17 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht
Nadere informatieECLI:NL:RBARN:2011:BP6133
ECLI:NL:RBARN:2011:BP6133 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 16-02-2011 Datum publicatie 01-03-2011 Zaaknummer 186739 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Eerste aanleg
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2014:649 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer
ECLI:NL:GHAMS:2014:649 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 04-03-2014 Datum publicatie 06-05-2014 Zaaknummer 200.128.514-01 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:GHARL:2015:9831
ECLI:NL:GHARL:2015:9831 Instantie Datum uitspraak 22-12-2015 Datum publicatie 31-12-2015 Zaaknummer 200.173.880 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Civiel
Nadere informatieECLI:NL:RBAMS:2015:3655
ECLI:NL:RBAMS:2015:3655 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 01-06-2015 Datum publicatie 12-06-2015 Zaaknummer CV EXPL 14-33620 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht
Nadere informatieECLI:NL:GHSHE:2004:AR2497 Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer C BR
ECLI:NL:GHSHE:2004:AR2497 Instantie Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak 13-07-2004 Datum publicatie 22-09-2004 Zaaknummer C0301109-BR Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger beroep
Nadere informatieECLI:NL:GHSGR:2004:AR5351 Gerechtshof 's-gravenhage Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer C03/1510 KA KG
ECLI:NL:GHSGR:2004:AR5351 Instantie Gerechtshof 's-gravenhage Datum uitspraak 23-07-2004 Datum publicatie 09-11-2004 Zaaknummer C03/1510 KA KG Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger beroep
Nadere informatieAnalyse proceskansen. Geachte heer R
te Per e-mail Ministerie van Financiën uw ref. - inzake Analyse proceskansen 10 juli 2015 Geachte heer R 1 Inleiding 1.1 Vandaag, op 10 juli 2015, heeft de tweede aandeelhoudersvergadering van de N.V.
Nadere informatieECLI:NL:RBNNE:2016:4508 Rechtbank Noord-Nederland Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer CV EXPL
ECLI:NL:RBNNE:2016:4508 Instantie Rechtbank Noord-Nederland Datum uitspraak 06-09-2016 Datum publicatie 11-10-2016 Zaaknummer 4888855 CV EXPL 16-3386 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Op
Nadere informatieECLI:NL:RBNHO:2016:6590
ECLI:NL:RBNHO:2016:6590 Instantie Datum uitspraak 15-08-2016 Datum publicatie 16-08-2016 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer 5198600 \ AO VERZ 16-212 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:RBLIM:2014:7733
ECLI:NL:RBLIM:2014:7733 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 03-09-2014 Datum publicatie 20-11-2014 Zaaknummer 2502483 CV EXPL 13-4461 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieECLI:NL:RBLIM:2016:3870
ECLI:NL:RBLIM:2016:3870 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 04-05-2016 Datum publicatie 09-05-2016 Zaaknummer 4899094 AZ VERZ 16-71 en 4906295 AZ VERZ 16-73 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken
Nadere informatieECLI:NL:GHDHA:2016:3002
ECLI:NL:GHDHA:2016:3002 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 04-10-2016 Datum publicatie 13-10-2016 Zaaknummer 200.187.341 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Hoger
Nadere informatieECLI:NL:GHSHE:2014:1412
ECLI:NL:GHSHE:2014:1412 Instantie Datum uitspraak 20-05-2014 Datum publicatie 02-06-2014 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch HD 200.110.692_01 Civiel
Nadere informatiehttp://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ecli:nl:rbove...
Rechtspraak.nl Print uitspraak 1 of 5 071215 09:02 Zoekresultaat inzien document ECLI:NL:RBOVE:2013:1448 Permanente link: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ecl Instantie Rechtbank Overijssel
Nadere informatieECLI:NL:RBROT:2016:3340
ECLI:NL:RBROT:2016:3340 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 20042016 Datum publicatie 03052016 Zaaknummer 4878125 VV EXPL 1612 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Arbeidsrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBDHA:2017:1591
ECLI:NL:RBDHA:2017:1591 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 15-02-2017 Datum publicatie 24-02-2017 Zaaknummer 5615559 RP VERZ 16-50874 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatie2. de heer/ mevrouw WERKNEMER, wonende te te xxxx (adres: straatnaam, postcode en plaats), geboren op x-x-xxxx, hierna te noemen: Werknemer ;
VASTSTELLINGSOVEREENKOMST De ondergetekenden: 1. de (rechtsvorm van werkgever) WERKGEVER., gevestigd en kantoorhoudende te xxxx (adres: straatnaam, postcode en plaats), te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd
Nadere informatieECLI:NL:GHSHE:2015:613
ECLI:NL:GHSHE:2015:613 Instantie Datum uitspraak 24-02-2015 Datum publicatie 26-02-2015 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch HD
Nadere informatieECLI:NL:GHARL:2014:8075
ECLI:NL:GHARL:2014:8075 Instantie Datum uitspraak 21-10-2014 Datum publicatie 22-10-2014 Zaaknummer 200.130.135-01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Civiel
Nadere informatieHET NIEUWE ARBEIDS- EN ONTSLAGRECHT De 7 belangrijkste wijzigingen
HET NIEUWE ARBEIDS- EN ONTSLAGRECHT De 7 belangrijkste wijzigingen Introductie Met de komst van de Wet Werk en Zekerheid (WWZ) vinden per 1 januari en 1 juli 2015 ingrijpende veranderingen in het arbeids-
Nadere informatiede besloten vennootschap met beperkte aanprakelijkheid gevestigd te Hoofddorp, gedaagde partij, gemachtigde: mr. M.A.M. Lem.
IN NAAM DES Ko"r,,,,'G~ vonnis RECHTBANK DEN HAAG Team kanton Leiden/Gouda Locatie Alphen aan den Rijn TJ Rolnr.: 1258331 \CV EXPL 13-762 Datum: 2juli 2013 Vonnis in de voorziening bij voorraad )( wonende
Nadere informatieECLI:NL:GHDHA:2015:1859
ECLI:NL:GHDHA:2015:1859 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 14-07-2015 Datum publicatie 15-07-2015 Zaaknummer 200.142.323-01 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie
Nadere informatiehttp://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ecli:nl:gharl...
1 of 5 31-01-16 21:27 Zoekresultaat - inzien document ECLI:NL:GHARL:2013:5729 Permanente link: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ecl Instantie Datum uitspraak 30-07-2013 Datum publicatie 01-08-2013
Nadere informatieECLI:NL:PHR:2008:BD1383 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie
ECLI:NL:PHR:2008:BD1383 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 20-06-2008 Datum publicatie 20-06-2008 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie C07/041HR
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2014:4339 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer
ECLI:NL:GHAMS:2014:4339 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 21-10-2014 Datum publicatie 07-01-2015 Zaaknummer 200.133.576-01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht
Nadere informatieECLI:NL:RBMAA:2003:AF5395
ECLI:NL:RBMAA:2003:AF5395 Instantie Rechtbank Maastricht Datum uitspraak 28-02-2003 Datum publicatie 10-03-2003 Zaaknummer 124942 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Voorlopige voorziening
Nadere informatieECLI:NL:GHSHE:2015:1674
ECLI:NL:GHSHE:2015:1674 Instantie Datum uitspraak 12-05-2015 Datum publicatie 12-05-2015 Gerechtshof 's-hertogenbosch Zaaknummer HD 200 101 972_02 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Arbeidsrecht
Nadere informatieConclusie: ECLI:NL:PHR:2018:416, Gevolgd In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2017:752, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
ECLI:NL:HR:2018:1617 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 14092018 Datum publicatie 14092018 Zaaknummer 17/02712 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2018:416,
Nadere informatieHoge Raad 01-05-2015, ECLI:NL:HR:2015:1192, (Flextronics Logistics BV/werknemer)
commentaar op Hoge Raad 01-05-2015, ECLI:NL:HR:2015:1192, (Flextronics Logistics BV/werknemer) datum 01-06-2015 auteur F.M. Dekker Hoge Raad 01-05-2015, ECLI:NL:HR:2015:1192, (Flextronics Logistics BV/werknemer)
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2017:528 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01
ECLI:NL:GHAMS:2017:528 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 21-02-2017 Datum publicatie 14-03-2017 Zaaknummer 200.183.591/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Arbeidsrecht
Nadere informatieRechtspraak.nl - Print uitspraak
pagina 1 van 6 Zoekresultaat - inzien document ECLI:NL:RBAMS:2014:6139 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 13-08-2014 Datum publicatie 19-09-2014 Zaaknummer HA ZA 14-295 Rechtsgebieden Civiel
Nadere informatieSCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG
SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG Arbitraal vonnis van 19 oktober 2009 Kenmerk: 09/03 Het Scheidsgerecht, samengesteld als volgt: mr. A. Hammerstein, wonende te Arnhem, voorzitter, mr. R.P.D. Kievit, wonende
Nadere informatie