Daniël 12. Gemeente van Christus,

Transcriptie

1 Daniël 12 ds. Dick Schinkelshoek, Zoelen Gemeente van Christus, Ik weet niet hoe het u vergaat, maar dat laatste hoofdstuk uit het profetenboek Daniël, Dat is toch wel behoorlijk onbegrijpelijk en angstaanjagend tegelijk. Het gaat over de eindtijd, het einde van deze wereld, als de geschiedenis haar voltooiing nadert, Want de geschiedenis dendert niet maar eindeloos door, met steeds ietsje meer vooruitgang, rijkdom, en welvaart. Het houdt een keer op. En waar het ophoudt, daarvan heeft Daniël een glimp gezien. Het is een wat typisch boek, dat profetenboek van Daniël. Eigenlijk zijn het twéé boeken. De eerste helft vertelt over het leven van de jonge prins Daniël, die is weggevoerd naar Babel en die daar als loopjongen aan het hof zijn God tóch trouw blijft, Ook - zélfs - als hij in de leeuwenkuil wordt gegooid Maar als je op de helft bent van het boek gaat het opeens over iets héél anders. Dan gaat het opeens over de visioenen die Daniël zag, die mensen aan elkaar hebben doorverteld, en die pas eeuwen later zijn opgeschreven. Visioenen over de eindtijd, over hoe mensen de kinderen van God zullen verdrukken, over hoe de Koning van het Noorden, en de Koning van het Zuiden de wereld onveilig zullen maken, en over hoe over rampen en oorlogen zullen zijn, Tót het moment daar is - dat God ingrijpt. Dan is het afgelopen. Het boek is ook nog eens geschreven in twee talen, in het Hebreeuws en in het Aramees, En nou zou je denken: Dat zal wel samenvallen met die andere tweedeling, tussen het leven van Daniël en zijn visioenen. Nou nee. Het ene hoofdstuk is in het Aramees, en het volgende gaat opeens vrolijk verder in het Hebreeuws. Daniël is een typisch boek. 1

2 Juist omdat het zo n typisch boek is, laten veel mensen in de kerk het maar liever links liggen. Het begin, over Daniël in de leeuwenkuil en zo, dat gaat nog wel. Maar daarná? Moeilijk, moeilijk, moeilijk Zonde! Vandaag gaat het over Daniël. En de komende zondagen, als ik voorga, zal ik u wéér meenemen naar Daniël. Volgende week bij het dopen, in het nieuwe jaar een paar keer. En met Kerst. Met Kerst ook: Daniël. Weet u dat de droom van Nebukadnezar over het gouden beeld in Dániël 2 álles te maken heeft met Lúkas 2, met het Kerstverhaal? Ik kondig het alvast maar aan En vandaag dus, als begin van deze serie : het láátste hoofdstuk. Het is natuurlijk een beetje onlogisch dat je achteraan een boek begint. Maar op deze laatste zondag van het kerkelijke jaar kan dat wel. Beginnen we volgende week bij Daniël 1. In díe tijd zal Michael opstaan, begint Daniël zijn visioen. Michael, die grote vorst die de kinderen van je volk terzijde zal staan. Leest u maar mee op de liturgie. Dat is makkelijker. Het zal een tijd van verdrukking zijn, zoals er niet geweest is sinds er volken bestaan. Die tijd - dat is de eindtijd, dat zijn de laatste dagen. Even hiervoor heeft Daniël verteld dat dan de Koning van het Noorden en de Koning van het Zuiden met elkaar in botsing komen. - het is allemaal bééldtaal, hè, je moet dat vertalen. Maar dat begrijpt u wel - En de Koning van het Noorden, die zal over het Zuiden heenlopen, heenwalsen en alles meegraaien wat er op zijn pad komt, vertelt Daniël. Heel Afrika gaat op z n knieën voor hem. Maar dan opeens wordt hij opgeschrikt. Daniël vertelt: door geruchten uit het Oosten. En als een leeuw die zijn prooi bedreigd voelt, springt hij op en in grote woede trekt hij uit om velen te verdelgen en te vernietigen. Een totale oorlog breekt uit [stilte] En dan opeens is het afgelopen. Tussen de zee - de Middellandse Zee - en de berg van het Heilig Sieraad, (dat is de tempelberg; dat is Jeruzalem) vindt deze koning, deze macht, zijn einde. Hij loopt er dood. 2

3 Daniël vertelt niet hoe, en niet waarom. Daniël vertelt ook niet wat die geruchten uit het Oosten zijn. Opeens is stil. Opeens is het afgelopen. Waar Daniël op doelt? Veel mensen denken dat het gaat over de jarenlange oorlogen tussen het Egyptische Rijk en het Syrische Rijk na de dood van Alexander de Grote. De Joden zaten daar precies tussenin, en ze hebben er vreselijk door geleden. Andere mensen lezen er vandáág in: hoe de landen van het Noorden (of zoals wij meestal zeggen: het Westen) die van het Zuiden uitbuiten. En nu roert zich steeds luider in het Oosten China. Zou dat het gerucht uit het Oosten zijn? Weer anderen denken dat het nog toekomstmuziek is. Wat moet je daarvan vinden? Veel van wat Daniël zegt, zie je inderdaad terug in die oorlogen in de tweede eeuw. Maar veel ook niet. En als ik vandaag Daniël lees, dan kán ik toch bij dat gerucht uit het Oosten niet anders dan aan China denken? Als we maar wél bedenken: Het gaat over het einde der tijden. Dat wás de tweede eeuw niet - want wij zitten hier nog - en of het einde der tijden vandáág in de buurt komt? Dat weten we niet. We lezen Daniël maar gewoon, en we zijn gewaarschuwd In díe tijd - als de koning van het Noorden zich te pletter heeft gelopen en als de kinderen van God vreselijk verdrukt worden - dan zal Michael verschijnen, ziet Daniël. De aartsengel. Michael is Gods uitvoerder, de sterke arm van Gods wet. Waar Michael verschijnt, grijpt God in. En de mensen die slapen in het stof, vertelt Daniël, de doden, die zullen ontwaken. Ze zullen opstaan. Heel bijzonder: dit is de eerste en de enige keer dat er in het Oude Testament zo duidelijk over de opstanding uit de doden wordt gesproken. De doden zullen opstaan, En Michael, ziet Daniël, zal dan Gods oordeel uitvoeren. Dat is het einde: sommigen zullen eeuwig leven, anderen worden voor eeuwig veracht en verafschuwd. Omdat ze niet in Gods boek wilden staan. 3

4 Dat is niet het boek van Sinterklaas. Daarover ging het al net met de kinderen. Het boek van Sinterklaas is daar een afgeleide van. Dit is het boek des levens, En er zijn blijkbaar ook mensen die daar níet in staan, Omdat ze zich tegen God verzetten, omdat ze niets in zijn liefde zien. *** Hou deze woorden geheim, Daniël! En verzegel het boek tot de eindtijd! Want velen zullen op zoek gaan en kennis doen toenemen. Nou, ik denk dat Daniëls boek niet lang dicht gebleven is. Bijna iedere generatie denkt dat zij de laatste zijn, en dat zij in de eindtijd leven. *** Opeens verandert het beeld, en Daniël ziet iets heel nieuws. Hij ziet een rivier. Die had hij al eerder gezien. En boven die rivier zwevend ziet hij een man. In linnen gekleed. Dit is een visioen, hè - nog even voor de duidelijkheid. De kans is groot dat die rivier de dood betekent, de doodsrivier. Aan allebei kanten ziet Daniël nóg iemand staan. Iemand die de doden vertegenwoordigt, en nog aan déze kant van de rivier iemand die de levenden vertegenwoordigt. Aan de ene kant van het water, zou je kunnen zeggen met een uitdrukking van vroeger, staat de strijdende kerk en aan de andere kant de triomferende kerk: de gelovigen die al boven zijn, die al binnen zijn. Die de rust al zijn ingegaan. De strijdende kerk zijn zij die nog onderweg zijn - met alles wat ze daarbij op hun levenspad moeten meemaken. De strijdende kerk en de triomferende kerk. En samen vormen die twee groepen de ene Kerk van Christus, de gemeenschap der heiligen. Wij denken daar vaak niet aan, maar op deze zondag roep ik het nog maar eens: Wij zijn met alle overledenen, met alle mensen die ons voorgingen hier in dit eeuwenoude gebouw, één gemeente, één Kerk. Met een afdeling boven, en een afdeling beneden. Je hebt een strijdend en een alreeds triomferend deel. 4

5 En allebei, de heiligen en de tobbers, de juichenden en de strijdenden, allebei staan ze aan de waterkant, En ze roepen ze tegen Christus, tegen die Man in het linnen: Hoe lang nog? En dan mag die Man in het visioen van Daniël boven het water zweven, Hij is niet ongeïnteresseerd in wat ze roepen aan de waterkant. Hij zweert bij zijn Vader: Één tijd, een dubbele en een halve tijd. Zolang duurt het nog. Misschien telt u ze wel snel voor uzelf op. Dat is dan 3 ½ tijd! Maar zo werkt het niet. Wat betekent het dan wel? Ik moet eerlijk toegeven: ik weet het niet. Ik heb er allerlei theologen en Bijbelwetenschappers op nageslagen, en ik zag ze allemaal ploeteren. Net als op die aantallen dagen aan het eind dagen zal het duren, en gezegend de mens die 1335 dagen volhoudt. Wat dat betekent? Geen idee! Dat je moet volhouden! Dat je je geloof niet moet laten versloffen. Dát natuurlijk, Maar wat die getallen ermee te maken hebben?? Als die getallen een symbolische betekenis hebben, dan is die symboliek voor ons verloren gegaan. Ik weet ook niet wat ze precies betekenen. Bij dit soort getallen is het trouwens wel regelmatig mis gegaan. Hiermee gaan bijvoorbeeld de Jehovah s Getuigen aan de slag. Hiermee was die Amerikaanse ds. Camping in de weer, toen hij vier weken geleden riep dat de wereld zou vergaan. Hij had het afgelopen voorjaar trouwens ook al geroepen. Rekenen, rekenen, rekenen Vergeet het maar! Je maakt je alleen maar belachelijk. Wat ze ook betekenen: dáár zijn die getallen in ieder geval niet voor bedoeld. - om de Wederkomst van Christus alvast in je agenda te zetten, of zo. Ze zeggen in ieder geval: Volhouden, het zal niet altijd zo somber blijven, je zult niet altijd verdriet houden, het is een keer voorbij! Daniël begrijpt het zelf trouwens ook niet. Hij vraagt het voor de zekerheid zélf ook nog maar even 5

6 aan die Man in het wit. Ik hoorde het, maar ik begreep het niet. Ik zei: Mijn Heer, hoe zal dit alles aflopen? Maar Hij zei: Ga heen, Daniël, want deze dingen blijven verborgen en verzegeld tot de eindtijd. Je komt er niet achter. Maar die Man in het linnen - onze Heer - heeft het in de hand. Dat is genoeg. Weet je wat jij moet doen?, zegt de Heer tegen Daniël. Te ruste gaan. Je hebt een glimp van het einde te zien gekregen. Je hebt gezien dat het leven niet altijd voortduurt, en de wereld ook niet. Je hebt gezien dat het voor de mensen die vroom zijn en die wijs zijn goed afloopt. Dat is genoeg. Jij, ga jij jouw einde tegemoet. Je zult te ruste gaan - er komt een moment dat je overlijdt; voor wie in de Opstanding gelooft is dat misschien helemaal niet zo erg - Je zult te ruste gaan. Als jouw moment daar is, zal je ziel opstijgen naar God. En God zal je ziel bewaren tot het einde der tijden. Best angstaanjagend, dat laatste hoofdstuk van Daniël. Wat staat er de wereld allemaal te wachten? Waar gaat het heen? Jij, ga jij jouw einde tegemoet. Je zult te ruste gaan Aan het einde van de dagen zul je opstaan, En je zult je bestemming bereiken. Daar zul je de mensen terugzien van wie je hield. Daar zal alles goed zijn. Het paradijs op aarde. Wéét hoe het met déze wereld zal gaan, maar denk er niet te veel aan: Leef tóe naar de vólgende! Amen 6