Lexmark E260, E260d en E260dn Serie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Lexmark E260, E260d en E260dn Serie"

Transcriptie

1 Lexmark E260, E260d en E260dn Serie Gebruikershandleiding Mei Lexmark en Lexmark met het diamantlogo zijn gedeponeerde handelsmerken van Lexmark International, Inc. in de Verenigde Staten en/of andere landen. Andere handelsmerken zijn eigendom van hun respectieve houders Lexmark International, Inc. Alle rechten voorbehouden. 740 West New Circle Road Lexington, Kentucky 40550

2 Inhoudsopgave Veiligheidsinformatie...7 Algemene informatie...8 Informatie zoeken over de printer...8 Printerconfiguraties...9 Informatie over het bedieningspaneel van de printer...12 Extra installatie-opties voor de printer...14 Een locatie voor de printer selecteren...14 Interne opties installeren...15 Klep van systeemkaart openen voor installatie van interne opties Geheugenkaart installeren Hardware-opties installeren...18 Lader voor 250 of 550 vel installeren Kabels aansluiten...19 Printersoftware installeren...20 Uitleg over de lampjes op het bedieningspaneel van de printer...22 Informatie over de combinaties van lampjes op het bedieningspaneel van de printer...22 Informatie over primaire combinaties van lampjes Informatie over de secundaire combinatie van foutlampjes Combinaties van lampjes voor secundaire indicatie bij papierstoringen Printerconfiguratiemenu's...39 Configuratiepagina met printerinstellingen afdrukken Papier en speciaal afdrukmateriaal plaatsen...41 De papiersoort en het papierformaat instellen...41 Instellingen voor universeel papier configureren...41 Afdrukmateriaal plaatsen in de standaardlade voor 250 vel...42 De optionele lade voor 250 of 550 vel vullen...47 De handmatige invoer gebruiken...48 De standaarduitvoerlade en papierstop gebruiken...49 Papiercapaciteit...50 Laden koppelen en ontkoppelen...50 Laden koppelen Inhoudsopgave 2

3 Laden ontkoppelen Naam voor Aangepast <x> toewijzen Naam voor Aangepast <x> wijzigen Handleiding voor papier en speciaal afdrukmateriaal...53 Richtlijnen voor papier...53 Papiereigenschappen Ongeschikt papier Papier kiezen Voorbedrukte formulieren en briefhoofdpapier kiezen Kringlooppapier en ander kantoorpapier gebruiken Papier bewaren...55 Ondersteunde papierformaten, -soorten en -gewichten...56 Door de printer ondersteunde papiersoorten en -gewichten Papierformaten die door de printer worden ondersteund Afdrukken...58 Een document afdrukken...58 Afdrukken op beide zijden van het papier...59 Printermodellen en afdrukken op beide zijden van het papier Automatisch op beide zijden van het papier afdrukken Handmatig afdrukken op beide zijden van het papier Speciale documenten afdrukken...61 Tips voor het gebruik van briefhoofdpapier Tips voor het afdrukken op transparanten Tips voor het afdrukken op enveloppen Tips voor het afdrukken op etiketten Tips voor het afdrukken op karton Boekjes afdrukken Pagina's met informatie afdrukken...65 De pagina's met menu- en netwerkinstellingen afdrukken Testpagina's voor de afdrukkwaliteit afdrukken Herstel na storing instellen...66 Een afdruktaak annuleren...67 Printermenu's...69 Menu's op de Embedded Web Server...69 De Embedded Web Server gebruiken...70 Hulpprogramma voor lokale-printerinstellingen installeren...71 Het hulpprogramma voor lokale-printerinstellingen gebruiken...72 Het menu Afwerking gebruiken...73 Inhoudsopgave 3

4 Menu Papier...73 Menu Standaardbron Menu Formaat/soort Menu Papierstructuur Menu Papiergewicht Menu Papier plaatsen Menu Aangepast Menu Universal-instelling Menu Instellingen...79 Menu Algemene instellingen Menu Instellingen Menu Afwerking Menu Kwaliteit Menu PostScript Menu PCL Emul Menu Netwerk/poorten...88 Menu Netwerk Menu Netwerkkaart Menu TCP/IP Menu IPv AppleTalk, menu Menu USB Menu Parallel Printerberichten...97 De virtuele display controleren...97 Lijst met statusberichten en foutmeldingen...97 De printer onderhouden De buitenkant van de printer reinigen Supplies bewaren Zuinig omgaan met supplies De status van supplies controleren De status van supplies controleren vanaf een netwerkcomputer Supplies bestellen Tonercartridges bestellen Een fotoconductorkit bestellen Supplies vervangen Tonercartridge vervangen Fotoconductorkit vervangen Het recyclen van Lexmark-producten De printer verplaatsen Inhoudsopgave 4

5 Voordat u de printer verplaatst De printer verplaatsen naar een andere locatie De printer vervoeren Beheerdersondersteuning Spaarstand aanpassen Fabrieksinstellingen herstellen Apparaatstatus controleren Rapporten bekijken Toegang tot de printermenu's beperken meldingen instellen Meldingen over supplies configureren Printerinstellingen kopiëren naar andere printers Storingen verhelpen Papierstoringen voorkomen Toegang tot gebieden met vastgelopen afdrukmateriaal Informatie over lampjes voor papierstoring en toegangslocaties Storingen achter de fotoconductorkit en de tonercartridge verhelpen Storingen vanuit de standaarduitvoerlade verhelpen Vastgelopen papier in lade 1 verwijderen Vastgelopen papier in lade 2 verwijderen Storingen in de handmatige invoer verhelpen Storingen achter de achterklep verhelpen Problemen oplossen Eenvoudige printerproblemen oplossen Problemen met afdrukken oplossen Taken worden niet afgedrukt Meertalige PDF's worden niet afgedrukt Het duurt heel lang voordat de taak is afgedrukt Taak wordt afgedrukt vanuit de verkeerde lade of op het verkeerde papier Er worden verkeerde tekens afgedrukt Laden koppelen lukt niet Grote afdruktaken worden niet gesorteerd Problemen met opties oplossen Optie functioneert niet goed of helemaal niet meer nadat deze is geïnstalleerd Laders Geheugenkaart Problemen met de papierinvoer oplossen Inhoudsopgave 5

6 Papier loopt regelmatig vast Lampjes voor papierstoringen blijven branden nadat de storing is verholpen Nadat de papierstoring is verholpen, wordt de vastgelopen pagina niet opnieuw afgedrukt Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen Problemen met afdrukkwaliteit opsporen Blanco pagina's Tekens hebben gekartelde of ongelijkmatige randen Onvolledige afbeeldingen Grijze achtergrond Zwevende afbeeldingen Onjuiste marges Gekruld papier Afdruk is te donker Afdruk is te licht Scheve afdruk Op de pagina verschijnen lichte tonervegen of schaduwen op de achtergrond De toner laat los Tonervlekjes Afdrukkwaliteit van transparant is laag Horizontale strepen Verticale strepen Transparanten of vellen papier bevatten effen zwarte of witte strepen Contact opnemen met klantenondersteuning Kennisgevingen Productinformatie Informatie over deze uitgave Energieverbruik Index Inhoudsopgave 6

7 Veiligheidsinformatie Sluit het netsnoer aan op een goed geaard en goed toegankelijk stopcontact in de buurt van het product. LET OP KANS OP ELEKTRISCHE SCHOK: installeer dit product nooit tijdens onweer en sluit nooit kabels, zoals het netsnoer of de telefoonlijn, aan tijdens onweer. Neem contact op met een professionele onderhoudstechnicus voor onderhoud en reparaties die niet in de gebruikersdocumentatie worden beschreven. Dit product is ontworpen, getest en goedgekeurd volgens de strenge internationale veiligheidsvoorschriften die van toepassing zijn op het gebruik van specifieke Lexmark onderdelen. De veiligheidsvoorzieningen van bepaalde onderdelen zullen niet altijd duidelijk zichtbaar zijn. Lexmark is niet verantwoordelijk voor het gebruik van vervangende onderdelen. LET OP KANS OP ELEKTRISCHE SCHOK: controleer of alle aansluitingen (zoals Ethernet- en telefoonaansluitingen) correct op de aangegeven poorten zijn aangesloten. LET OP KANS OP LETSEL: Dit product maakt gebruik van een laser. het toepassen van bedieningswijzen, aanpassingsmethoden of procedures anders dan in deze publicatie worden beschreven, kan blootstelling aan gevaarlijke straling tot gevolg hebben. Dit product maakt gebruik van een afdrukproces waarbij het afdrukmateriaal wordt verhit. Door de hitte kan het afdrukmateriaal bepaalde stoffen afgeven. Bestudeer het gedeelte in de bedieningsinstructies waarin de richtlijnen voor het selecteren van afdrukmaterialen worden besproken om schadelijke emissies te voorkomen. LET OP HEET OPPERVLAK: Het verhittingsstation en de binnenkant van de printer in de buurt van het station kunnen heet zijn. Laat het oppervlak eerst afkoelen voordat u het papier verwijdert uit dit gedeelte om letsel door een heet onderdeel te voorkomen. LET OP KANS OP LETSEL: Gebruik bij het tillen de handgrepen op de zijkanten van de printer, en pas op dat uw vingers zich niet onder de printer bevinden als u deze neerzet. LET OP KANS OP LETSEL: U moet het netsnoer niet draaien, vastbinden, afknellen of zware objecten op het snoer plaatsen. Zorg dat er geen schaafplekken op het netsnoer kunnen ontstaan of dat het snoer onder druk komt te staan. Zorg dat het netsnoer niet bekneld raakt tussen twee objecten, zoals een meubelstuk en een muur. Als u het netsnoer niet op de juiste wijze gebruikt, is er een kans op brand of elektrische schokken. Controleer het netsnoer regelmatig op beschadigingen. Trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact voor u het netsnoer controleert. LET OP KANS OP ELEKTRISCHE SCHOK: Als u toegang wilt tot systeemkaart, moet u de printer uitzetten en stekker van het netsnoer uit het stopcontact trekken. Als u andere apparaten hebt aangesloten op de printer, moet u deze ook uitzetten en alle kabels losmaken die zijn aangesloten op de printer. LET OP KANS OP ELEKTRISCHE SCHOK: Als u een optionele lade wilt installeren nadat u de printer gebruiksklaar hebt gemaakt, moet u eerst de printer uitzetten en de stekker van het netsnoer uit het stopcontact trekken. LET OP KANS OP ELEKTRISCHE SCHOK: Als u een geheugenkaart wilt installeren nadat u de printer gebruiksklaar hebt gemaakt, moet u eerst de printer uitzetten en de stekker van het netsnoer uit het stopcontact trekken. LET OP KANS OP ELEKTRISCHE SCHOK: Om het risico op elektrische schokken te vermijden, trekt u de stekker van het netsnoer uit het stopcontact en maakt u alle kabels los die op de printer zijn aangesloten voor u de buitenkant van de printer reinigt. Veiligheidsinformatie 7

8 Algemene informatie Informatie zoeken over de printer Installatie-informatie Beschrijving De Installatie-informatie bevat aanwijzingen voor het instellen van de printer. Volg de aanwijzingen voor lokaal, netwerk of draadloos afhankelijk van wat u wilt. Locatie U kunt de Installatie-informatie vinden in de door of op de website van Lexmark op Help Beschrijving In de Help vindt u aanwijzingen voor het gebruik van de software. Locatie Klik in een programma van Lexmark op Help, Tips Help of Help Help-onderwerpen. Klantenondersteuning Beschrijving Locatie (Noord-Amerika) Locatie (rest van de wereld) Telefonische ondersteuning Ons nummer VS: Maandag-vrijdag (8:00 AM-11:00 PM ET) Zaterdag (twaalf uur 's middags-6:00 PM ET) Bel in de Verenigde Staten of Canada ( ). Maandag-vrijdag (8:00 AM-11:00 PM ET) Zaterdag (twaalf uur 's middags-6:00 PM ET) Mexico: Maandag-vrijdag (8:00 AM-8:00 PM ET) Opmerking: Telefoonnummers en tijden voor de ondersteuning kunnen zonder kennisgeving worden gewijzigd. Raadpleeg de gedrukte garantieverklaring die bij de printer is geleverd voor de meest recente telefoonnummers. Telefoonnummers en ondersteuningsuren verschillen per land en regio. Bezoek onze website op Selecteer een land of regio en selecteer een koppeleing voor klantenondersteuning. Opmerking: Raadpleeg de gedrukte garantieverklaring die bij de printer is geleverd voor meer informatie over contact opnemen met Lexmark. Algemene informatie 8

9 Beschrijving Locatie (Noord-Amerika) Locatie (rest van de wereld) Ondersteuning via Bezoek onze website op: voor informatie over ondersteuning per . 1 Klik op SUPPORT. 2 Klik op Technical Support. 3 Selecteer uw printertype. 4 Selecteer het printermodel. 5 Klik in het gedeelte Support Tools op e- Mail Support. 6 Vul het formulier in en klik op Submit Request. Ondersteuning per verschilt per land of regio en is in sommige gevallen wellicht niet beschikbaar. Bezoek onze website op Selecteer een land of regio en selecteer een koppeleing voor klantenondersteuning. Opmerking: Raadpleeg de gedrukte garantieverklaring die bij de printer is geleverd voor meer informatie over contact opnemen met Lexmark. Printerconfiguraties Basismodel In de volgende afbeelding worden de voorkant van de printer en de algemene functies of onderdelen weergegeven. 1 Ontgrendelingsknop op voorklep 2 Papierstop 3 Standaarduitvoerlade 4 Bedieningspaneel van de printer 5 Klep van de systeemkaart Algemene informatie 9

10 6 Standaardlade voor 250 vel (lade 1) 7 Klep van handmatige invoer 8 Voorklep In de volgende afbeelding worden de achterkant van de printer en de algemene functies of onderdelen weergegeven. 1 Achterklep 2 Ethernetpoort * 3 USB-poort 4 Parallelle poort 5 Aansluiting van de stroomkabel van de printer 6 Aan-uitschakelaar 7 Vergrendelingsonderdeel * De Ethernet-poort is alleen op netwerkprinters beschikbaar. Geconfigureerde modellen De volgende afbeelding geeft de printer weer met een optionele lader voor 250 vel: Algemene informatie 10

11 1 Ontgrendelingsknop op voorklep 2 Papierstop 3 Standaarduitvoerlade 4 Bedieningspaneel van de printer 5 Klep van de systeemkaart 6 Standaardlade voor 250 vel (lade 1) 7 Optionele lader voor 550 vel (lade 2) 8 Klep van handmatige invoer 9 Voorklep De volgende afbeelding geeft de printer weer met een optionele lader voor 550 vel: Algemene informatie 11

12 1 Ontgrendelingsknop op voorklep 2 Papierstop 3 Standaarduitvoerlade 4 Bedieningspaneel van de printer 5 Klep van de systeemkaart 6 Standaardlade voor 250 vel (lade 1) 7 Optionele lader voor 550 vel (lade 2) 8 Klep van handmatige invoer 9 Voorklep Informatie over het bedieningspaneel van de printer Het bedieningspaneel van de printer beschikt over zes lampjes en twee knoppen. Algemene informatie 12

13 Item 1 Foutlampje 2 Papierstoringslampje 3 Papierinvoerlampje 4 Tonerlampje 5 Lampje Gereed 6 Knop Doorgaan 7 Knop Stoppen Algemene informatie 13

14 Extra installatie-opties voor de printer Een locatie voor de printer selecteren Bij het kiezen van de juiste plek voor uw printer, moet voldoende ruimte worden vrijgelaten voor het openen van laden, kleppen en deuren. Als u van plan bent opties te installeren, dient u hier ook voldoende ruimte voor vrij te houden. Het volgende is belangrijk: Zorg ervoor dat de luchtstromen voldoen aan de laatste herziening van de ASHRAE 62-norm. Plaats de printer op een vlakke, stevige en stabiele ondergrond. Houd de printer: uit de buurt van de directe luchtstroom van airconditioners, warmtebronnen of ventilators; uit de buurt van direct zonlicht, extreme vochtigheidswaarden of temperatuurschommelingen; schoon, droog en stofvrij. Zorg dat er voor de juiste ventilatie tenminste de onderstaande hoeveelheid ruimte beschikbaar is rondom de printer: 1 Achter 300 mm 2 Voorzijde 300 mm 3 Rechterkant 200 mm 4 Linkerkant 12,7 mm 5 Bovenzijde 300 mm Extra installatie-opties voor de printer 14

15 Interne opties installeren Klep van systeemkaart openen voor installatie van interne opties LET OP KANS OP ELEKTRISCHE SCHOK: Als u toegang wilt tot systeemkaart, moet u de printer uitzetten en stekker van het netsnoer uit het stopcontact trekken. Als u andere apparaten hebt aangesloten op de printer, moet u deze ook uitzetten en alle kabels losmaken die zijn aangesloten op de printer. 1 Als u voor de printer staat bevindt de klep van de systeemkaart zich aan de rechterzijde. Open de klep van de systeemkaart. 2 Onderstaande illustratie geeft aan waar de juiste aansluiting te vinden is. Let op Kans op beschadiging: De elektrische componenten van de systeemkaart raken bij statische elektriciteit gemakkelijk beschadigd. Raak daarom eerst een metalen voorwerp aan voordat u de elektrische componenten of aansluitingen van de systeemkaart aanraakt. 1 Ethernet-connector Opmerking: De Ethernet-poort is alleen op netwerkprinters beschikbaar. 2 USB-poort 3 Parallelle connector 4 Connector voor geheugenkaart Extra installatie-opties voor de printer 15

16 5 Connector voor optionele kaart 6 Connector voor optionele kaart Geheugenkaart installeren LET OP KANS OP ELEKTRISCHE SCHOK: Als u interne opties, geheugenkaarten, flashgeheugen of een firmwarekaart wilt installeren nadat u de printer gebruiksklaar hebt gemaakt, moet u eerst de printer uitzetten en het netsnoer uit het stopcontact halen. Als u andere apparaten hebt aangesloten op de printer, moet u deze ook uitzetten en alle kabels losmaken die zijn aangesloten op de printer. Let op Kans op beschadiging: De elektrische componenten van de systeemkaart raken bij statische elektriciteit gemakkelijk beschadigd. Raak daarom eerst een metalen voorwerp aan voordat u de elektrische componenten of aansluitingen van de systeemkaart aanraakt. Een optionele geheugenkaart kan afzonderlijk worden aangeschaft en op de systeemkaart worden bevestigd. U installeert de geheugenkaart als volgt: 1 Open de toegangsklep van de systeemkaart. 2 Pak de geheugenkaart uit. Opmerking: Raak de aansluitpunten aan de rand van de kaart niet aan. Extra installatie-opties voor de printer 16

17 3 Breng de geheugenkaart op één lijn met de connector op de systeemkaart. Druk de vergrendelingen van de connector open als deze nog niet open zijn. 4 Duw de geheugenkaart recht in de connector totdat de vergrendelingen vastklikken. 5 Sluit de toegangsklep van de systeemkaart. Extra installatie-opties voor de printer 17

18 Hardware-opties installeren Lader voor 250 of 550 vel installeren De printer ondersteunt één optionele lader; u kunt een lader voor 250 of 550 vel installeren. LET OP KANS OP ELEKTRISCHE SCHOK: Als u een optionele lader wilt installeren nadat u de printer gebruiksklaar hebt gemaakt, moet u eerst de printer uitzetten en de stekker van het netsnoer uit het stopcontact trekken. 1 Pak de lader uit en verwijder het verpakkingsmateriaal van de buitenkant van de lader. 2 Verwijder de papierlade uit de ladekast. 1 Ladekast 2 Lade 3 Verwijder al het verpakkingsmateriaal en de tape van de binnenzijde van de lader. 4 Duw de lade in het onderstel. 5 Plaats de lader op de locatie die u hebt uitgekozen voor de printer. Extra installatie-opties voor de printer 18

19 6 Lijn de printer uit met de lader en laat de printer op zijn plaats zakken. Kabels aansluiten 1 Sluit de printer aan op een computer of een netwerk. Gebruik voor een lokale verbinding een USB-kabel of parallelle kabel. Gebrui voor een netwerkverbinding een Ethernet-kabel. 2 Sluit het netsnoer eerst aan op de printer en vervolgens op een stopcontact. Extra installatie-opties voor de printer 19

20 1 Ethernetpoort Opmerking: De Ethernet-poort is alleen op netwerkprinters beschikbaar. 2 USB-poort 3 Parallelle poort 4 Aansluiting van de stroomkabel van de printer Printersoftware installeren Een printerstuurprogramma is software die zorgt voor de communicatie tussen de computer en de printer. De printersoftware wordt geïnstalleerd tijdens de eerste printerinstallatie. Gebruik de volgende aanwijzingen als u de software wilt installeren na de printerinstallatie: Windows 1 Sluit alle geopende softwareprogramma's. 2 Plaats de cd Software en documentatie in de computer. 3 Klik in het hoofddialoogvenster op Install (Installeren). 4 Volg de aanwijzingen op het beeldscherm. Extra installatie-opties voor de printer 20

21 Macintosh 1 Sluit alle geopende toepassingen. 2 Plaats de cd Software en documentatie in de computer. 3 Dubbelklik in de Finder op het cd-pictogram van de printer dat automatisch wordt weergeven. 4 Dubbelklik op het pictogram Install (Installeer). 5 Volg de aanwijzingen op het beeldscherm. Internet 1 Ga naar de website van Lexmark op 2 Klik in het menu Drivers & Downloads op Driver Finder (Stuurprogramma zoeken). 3 Selecteer uw printer en vervolgens uw besturingssysteem. 4 Download het stuurprogramma's en installeer de printersoftware. Extra installatie-opties voor de printer 21

22 Uitleg over de lampjes op het bedieningspaneel van de printer Informatie over de combinaties van lampjes op het bedieningspaneel van de printer Informatie over primaire combinaties van lampjes Bedieningspaneel van de printer Lampjes en knoppen 1 Fout 2 Storing 3 Plaats papier 4 Toner 5 Gereed 6 Doorgaan 7 Stop Het bedieningspaneel van de printer beschikt over zes lampjes en twee knoppen. De lampjes kunnen aan zijn, uit zijn, knipperen of langzaam knipperen. Combinatie van lampjes: Mogelijke actie Zet de printer uit en weer aan. Neem contact op met de fabrikant van de printer als de lampjes blijven knipperen. Onderhoudsfout - Knippert - Knippert - Knippert - Knippert - Knippert - Knippert Uitleg over de lampjes op het bedieningspaneel van de printer 22

23 Combinatie van lampjes: Mogelijke actie Vervang de fotoconductorkit. Vervang fc-kit - Knippert - Knippert Stuur een afdruktaak naar de printer. Gereed (groen) Stuur een afdruktaak naar de printer. Spaarstand (geel) Uitleg over de lampjes op het bedieningspaneel van de printer 23

24 Combinatie van lampjes: Mogelijke actie U kunt Hex Trace gebruiken om problemen met de printer op te lossen. Hex Trace Gereed - Langzaam knipperen Wacht of druk op. Bezig - Knippert Wacht tot de printer terugkeert in de werkstand Gereed. Buffer wordt gewist - Knippert - Knippert Uitleg over de lampjes op het bedieningspaneel van de printer 24

25 Combinatie van lampjes: Mogelijke actie Wacht tot de combinatie van lampjes verdwijnt. Printer wacht Wacht tot de combinatie van lampjes verdwijnt. Taak wordt geannuleerd Druk op. Als u deze combinatie van lampjes wilt voorkomen, moet u geldige code gebruiken wanneer u de printer programmeert. Ongeldige enginecode of ongeldige netwerkcode Uitleg over de lampjes op het bedieningspaneel van de printer 25

26 Combinatie van lampjes: Mogelijke actie Druk op of om naar de stand Gereed terug te keren. Niet gereed Vervang de tonercartridge met een die geschikt is voor uw regio. Regiocode van cartridge komt niet overeen Sluit de voorklep. Sluit voorklep Uitleg over de lampjes op het bedieningspaneel van de printer 26

27 Combinatie van lampjes: Mogelijke actie Plaats papier in lade 1 of lade 2. Plaats papier in lade 1 of lade 2 Plaats papier in de handmatige invoer. Plaats papier in de handmatige invoer. Verwijder afgedrukte pagina's uit de standaarduitvoerlade en druk op om de combinatie van lampjes te wissen en door te gaan met afdrukken. Verwijder papier uit standaarduitvoerlade - Knippert Uitleg over de lampjes op het bedieningspaneel van de printer 27

28 Combinatie van lampjes: Mogelijke actie Druk op om de combinatie van lampjes te wissen en door te gaan met het verwerken van de afdruktaak. Zorg dat de printer is uitgeschakeld, verwijder de tonercartridge uit de printer en schud de cartridge heen en weer zodat u deze langer kunt gebruiken. Vervang tonercartridge en schakel de printer weer in. Cartridge is bijna leeg Druk op om de combinatie van lampjes te wissen en door te gaan met het verwerken van de afdruktaak. Vervang de fotoconductorkit. Fc-eenh. bijna versl. - Knippert De volgende combinaties van lampjes geven aan dat er een secundaire foutcode of secundaire papierstoringscode is: Combinatie van lampjes: Mogelijke actie Druk tweemaal snel op om de secundaire foutcode weer te geven. Zie Informatie over de secundaire combinatie van foutlampjes op pagina 29 voor meer informatie. Printerfout Uitleg over de lampjes op het bedieningspaneel van de printer 28

29 Combinatie van lampjes: Mogelijke actie Druk kort tweemaal op om de secundaire papierstoringscode weer te geven. Zie Combinaties van lampjes voor secundaire indicatie bij papierstoringen op pagina 35 voor meer informatie. Papier vast Informatie over de secundaire combinatie van foutlampjes Als de lampjes en tegelijk branden, drukt u snel twee keer op om de secundaire foutcode weer te geven. Bedieningspaneel van de printer Lampjes en knoppen 1 Fout 2 Storing 3 Plaats papier 4 Toner 5 Gereed 6 Doorgaan 7 Stop Uitleg over de lampjes op het bedieningspaneel van de printer 29

30 Combinatie van lampjes Mogelijke actie Vereenvoudig de afdruktaak door de hoeveelheid tekst, afbeeldingen, lettertypen of macro's te verminderen. Stel Page Protect (Paginabeveiliging) in op Aan. Installeer extra printergeheugen. Zie Geheugenkaart installeren op pagina 16 voor meer informatie. Complexe pagina, bepaalde gegevens worden mogelijk niet afgedrukt Onvoldoende geheugen om de taak te sorteren Druk om de resterende pagina's van de taak te sorteren. Druk op om de afdruktaak te annuleren. Vereenvoudig de afdruktaak door de hoeveelheid tekst, afbeeldingen, lettertypen of macro's te verminderen. Installeer extra printergeheugen. Zie Geheugenkaart installeren op pagina 16 voor meer informatie. Controleer de netwerkverbindingen. Netwerkinterfacefouten Uitleg over de lampjes op het bedieningspaneel van de printer 30

31 Combinatie van lampjes Mogelijke actie Installeer extra printergeheugen. 35 Onvoldoende geheugen voor ondersteuning van functie voor bronnenopslag - Knippert Maak opnieuw verbinding met het netwerk. ENA-verbinding verbroken - Knippert Druk op om de code te wissen. De printer verwijdert eerder verzonden afdruktaken. Host-interface uitgeschakeld - Knippert - Knippert Uitleg over de lampjes op het bedieningspaneel van de printer 31

32 Combinatie van lampjes Geheugen vol Mogelijke actie Druk op om het bericht te wissen en door te gaan met het afdrukken van de taak. Druk op om de afdruktaak te annuleren. Houd ingedrukt om de printer opnieuw in te stellen. Als u deze taak wilt voorkomen in de toekomst, moet u de afdruktaak vereenvoudigen. Verminder de complexiteit van de pagina door de hoeveelheid tekst of het aantal afbeeldingen op de pagina te verkleinen en onnodig gedownloade lettertypen of macro's te verwijderen. Installeer extra printergeheugen. Zie Geheugenkaart installeren op pagina 16 voor meer informatie. Zorg ervoor dat het papier dat u plaatst, groot genoeg is. Verwijder eventueel vastgelopen papier. Druk op om de code te wissen en door te gaan met het afdrukken van de taak. Papier is te kort Uitleg over de lampjes op het bedieningspaneel van de printer 32

33 Combinatie van lampjes Mogelijke actie Download de geldige enginecode naar de interne afdrukserver. Ongeldige enginecode Download geldige netwerkcode naar de interne afdrukserver. Ongeldige netwerkcode - Knippert Vervang de tonercartridge met een die geschikt is voor uw regio. Regiocode van cartridge komt niet overeen - Knippert Uitleg over de lampjes op het bedieningspaneel van de printer 33

34 Combinatie van lampjes Mogelijke actie Vervang de tonercartridge. Zie Tonercartridge vervangen op pagina 106 voor meer informatie. Onjuist gevuld, vervang de cartridge - Knippert Vervang de tonercartridge. Zie Tonercartridge vervangen op pagina 106 voor meer informatie. Vervang defecte of ontbrekende cartridge - Knippert Verwijder de niet-ondersteunde tonercartridge uit de printer en vervang deze door een tonercartridge die door de printer wordt ondersteund. Cartridge-artikelnummer wordt niet ondersteund door apparaat Uitleg over de lampjes op het bedieningspaneel van de printer 34

35 Combinaties van lampjes voor secundaire indicatie bij papierstoringen Als de lampjes en branden, is er een papierstoring opgetreden. Druk snel twee keer op om de combinatie van lampjes voor secundaire indicatie bij papierstoringen waarmee u de locatie van de papierstoring kunt vaststellen. Controleer alle delen van de printer om er zeker van de te zijn dat al het papier is verwijderd. Zodra het papier is verwijderd, drukt u op om door te gaan met afdrukken. Bedieningspaneel van de printer Lampjes en knoppen 1 Fout 2 Storing 3 Plaats papier 4 Toner 5 Gereed 6 Doorgaan 7 Stop Lampjes voor secundaire indicatie bij papierstoringen op het bedieningspaneel Combinatie van lampjes: De papierstoring bereiken Probeer een van de volgende oplossingen: Verwijder lade 1. Verwijder de fotoconductoreenheid en de tondercartridgeeenheid. 200.yy Papierstoring Uitleg over de lampjes op het bedieningspaneel van de printer 35

36 Combinatie van lampjes: De papierstoring bereiken Verwijder de fotoconductoreenheid en de tondercartridgeeenheid. 201.yy Papierstoring Open de voorklep en vervolgens de achterklep. 202.yy Papierstoring Open de voorklep en vervolgens de achterklep. 231.yy Papierstoring - Knippert Uitleg over de lampjes op het bedieningspaneel van de printer 36

37 Combinatie van lampjes: De papierstoring bereiken Probeer een van de volgende oplossingen: Verwijder lade 1. Open de voorklep en vervolgens de achterklep. 233.yy Papierstoring - Knippert - Knippert Probeer een van de volgende oplossingen: Verwijder lade 1. Open de voorklep en vervolgens de achterklep. 234.yy Papierstoring - Knippert Probeer een van de volgende oplossingen: Verwijder het vastgelopen papier bij de standaarduitvoerlade. Plaats papier die wordt ondersteund door de duplexfunctie. Zie Papierformaten die door de printer worden ondersteund op pagina 57 voor meer informatie. 235.yy Papierstoring - Knippert - Knippert Uitleg over de lampjes op het bedieningspaneel van de printer 37

38 Combinatie van lampjes: De papierstoring bereiken Probeer een van de volgende oplossingen: Verwijder lade 1. Verwijder de fotoconductoreenheid en de tondercartridgeeenheid. Verwijder lade 2. 24x.yy Papier vast Probeer een van de volgende oplossingen: Verwijder lade 1. Verwijder de fotoconductoreenheid en de tondercartridgeeenheid. Verwijder lade 2. 24x.yy Papier vast Uitleg over de lampjes op het bedieningspaneel van de printer 38

39 Combinatie van lampjes: De papierstoring bereiken Verwijder het vastgelopen papier uit de handmatige invoer. 251.yy Papierstoring Opmerking: Zie Storingen verhelpen op pagina 118 voor meer informatie. Printerconfiguratiemenu's Configuratiepagina met printerinstellingen afdrukken De configuratiepagina met printerinstellingen geeft de configuratie-instellingen weer. Het bevat ook instructies over hoe u door de confguratiemenu's kunt bladeren om nieuwe instellingen te selecteren en op te slaan. U kunt als volgt het configuratieblad met printerinstellingen afdrukken: 1 Zet de printer uit. 2 Open de voorklep. 3 Houd ingedrukt terwijl u de printer aanzet. Alle lampjes beginnen om beurten te branden. 4 Laat los. 5 Sluit de voorklep. De lampjesreeks voor het beginmenu wordt weergegeven. Uitleg over de lampjes op het bedieningspaneel van de printer 39

40 Beginmenu 6 Druk op tot alle lampjes om beurten gaan branden. De configuratiepagina met printerinstellingen wordt afgedrukt. Opmerking: De pagina wordt alleen afgedrukt als de lampjesreeks voor het beginmenu is ingeschakeld. Uitleg over de lampjes op het bedieningspaneel van de printer 40

41 Papier en speciaal afdrukmateriaal plaatsen In dit gedeelte wordt beschreven hoe u papier plaatst in de laden voor 250 en 550 vel en de handmatige invoer. Het bevat tevens informatie over het instellen van het papierformaat en de papiersoort. De papiersoort en het papierformaat instellen Zorg ervoor dat de instellingen voor de laden overeenkomen met het formaat en de soort papier die in de laden is geplaatst. De standaardinstelling voor de papiersoort is normaal papier zodat de instelling voor papiersoort handmatig moet worden opgegeven voor alle laden die geen normaal papier bevatten. U kunt het menu Papier weergegeven via de Embedded Web Server als de printer is aangesloten op een netwerk: 1 Typ het IP-adres van de printer in het adresveld van uw webbrowser. Opmerking: Als u het IP-adres van de printer niet weet, drukt u een pagina met netwerkinstellingen af en zoekt u het IP-adres in het TCP/IP-gedeelte. 2 Klik op Settings (Instellingen). 3 Zoek in het menu Papier het formaat en de soort voor elke invoerbron. 4 Selecteer het papierformaat en de papiersoort die het meest wordt gebruikt vanuit elke invoerbron. 5 Klik op Verzenden. Als de printer is aangesloten op een computer met een USB-kabel of parallelle kabel, kunt u met een van de volgende hulpprogramma's het menu Papier weergeven, afhankelijk van het besturingssysteem: Open op een Windows-computer het menu Papier met het Hulpprogramma voor lokale-printerinstellingen. Open op een Macintosh-computer het menu Papier via Printerinstellingen. Opmerking: De instellingen voor het papierformaat en de soort worden opgeslagen tot u de standaardinstellingen opslaat. Als u de instellingen voor het papierformaat en de soort wilt negeren voor een bepaalde afdruktaak, gaat u als volgt te werk: Voor Windows-gebruikers: klik op File (Bestand) Print (Afdrukken) en Properties (Eigenschappen), Preferences (Voorkeuren), Options (Opties) of Setup (Instellen). Voor Macintosh-gebruikers: selecteer File (Archief) > Print (Druk af) en pas de instellingen aan in het dialoogvenster voor afdrukken en de pop-up menu's. Instellingen voor universeel papier configureren Het papierformaat Universal is een door de gebruiker gedefinieerde instelling waarmee u kunt afdrukken op papierformaten die niet vooraf zijn ingesteld in de printermenu's. U kunt printerondersteuning instellen voor dit papierformaat, in staande afdrukstand, als u een specifieke hoogte en breedte definieert voor dit papierformaat. Geef alle onderstaande instellingen voor het formaat Universal op voor uw papier: Maateenheden (inch of millimeter) Staand breedte Papier en speciaal afdrukmateriaal plaatsen 41

42 Staand hoogte Opmerking: het kleinste ondersteunde formaat is 76,2 x 127 mm (3 x 5 inch), het grootste formaat is 216 x 356 mm (8,5 x 14 inch). Als de printer is aangesloten op een netwerk, opent u als volgt de Embedded Web Server: 1 Typ het IP-adres van de printer in het adresveld van uw webbrowser. Opmerking: als u het IP-adres van de printer niet weet, drukt u een netwerkconfiguratiepagina af en zoekt u het IP-adres op in het TCP/IP-gedeelte. 2 Klik op Settings (Instellingen). 3 Klik op Universal Setup (Universal instellen) in het menu Papier. 4 Selecteer of u inch of millimeter als maateenheid wilt gebruiken. 5 Geef de een waarde op in het gedeelte Staand breedte. 6 Geef een waarde op in het gedeelte Staand hoogte. 7 Klik op Submit (Verzenden). 8 Zoek naar de lade waarin u het Universal-papier wilt plaatsen en stel hiervoor het papierformaat in op Universal (Universeel). 9 Klik op Submit (Verzenden). Als de printer is aangesloten op een computer met een parallelle of USB-kabel, opent u Hulpprogramma voor instellingen van lokale printers (Windows) of Printerinstellingen (Macintosh). De printersoftware wordt vervolgens geïnstalleerd met een van deze hulpprogramma's. Selecteer voor de lade met het Universal-papier de optie Universal (Universeel) in het keuzevak voor papierformaat van het menu Papier. Afdrukmateriaal plaatsen in de standaardlade voor 250 vel De printer heeft twee laden waaruit u kunt kiezen: de standaardlade (lade 1), ook wel aangeduid als de lade voor 250 vel, en de optionele lade voor 250 vel of de optionele lade voor 550 vel (lade 2). Er kan slechts één optionele lader (met een optionele lade) tegelijk op de printer zijn aangesloten. Als u het papier op de juiste manier plaatst, voorkomt u papierstoringen of andere afdrukproblemen. 1 Trek de lade volledig naar buiten. Papier en speciaal afdrukmateriaal plaatsen 42

43 Verwijder laden niet tijdens het uitvoeren van een afdruktaak of wanneer het bericht Bezig verschijnt op het display van het bedieningspaneel. Dit kan een papierstoring veroorzaken. Bezig 2 Druk de geleiders voor de bereedte in en schuif ze naar de zijkant van de lade. De breedtegeleiders worden tegelijk verplaatst. 3 Druk de lipjes van de lengtegeleiders tegelijk in en schuif de lengtegeleider naar de juiste positie voor het formaat papier dat u wilt plaatsen. Papier en speciaal afdrukmateriaal plaatsen 43

44 Als u een langer papierformaat zoals A4 of Legal plaatst, drukt u de lipjes van de lengtegeleder in en schuift u de lengtegeleider naar achteren naar de positie van het papier dat u plaatst. De lade worden naar achteren uitgebreid. Als u A6-papier plaatst: a Druk de lipjes van de lengtegeleider tegelijk in en schuif de lengtegeleider naar het midden van de lader naar de positie voor A5-formaat. b Til de A6-lengtegeleider op. Opmerking: De standaardlade kan slechts 150 vellen A6-papier bevatten. 4 Buig de vellen enkele malen heen en weer om de vellen los te maken. Waaier ze vervolgens uit. Vouw of kreuk het papier niet. Maak een rechte stapel op een vlakke ondergrond. Papier en speciaal afdrukmateriaal plaatsen 44

45 5 Plaats de papierstapel tegen de achterkant van de lade zoals weergegeven met de aanbevolen afdrukzijde omlaag. Opmerking: Let op de lijn voor de maximale hoeveelheid. Plaats niet te veel papier in de lade. Plaats geen A6- papier tot de lijn voor de maximale hoeveelheid; de lade kan slechts 150 vellen A6-papier bevatten. 1 Lijn voor maximale hoeveelheid Opmerking: Als u briefhoofd plaatst, plaatst u de bovenrand van het papier richting de voorzijde van de lade. Plaats het briefhoofd met de afbeelding naar beneden. Papier en speciaal afdrukmateriaal plaatsen 45

46 6 Druk de lipjes van de geleider aan de rechterzijde in en schuif de breedtegeleiders net tegen de zijkant van de stapel. 7 Plaats de lade weer in de printer. 8 Als u ander soort papier dan anders in de lade plaatst, moet u de instelling voor papiersoort wijzigen. Zie De papiersoort en het papierformaat instellen op pagina 41 voor meer informatie. Opmerking: Het verschil tussen de standaardlade voor 250 vel en de optionele laden voor 250 en 550 vel is dat de standaardlade maximaal 150 vellen A6-papier kan bevatten, dus de breedtegeleiders schuiven verder naar het midden van de lade. Papier en speciaal afdrukmateriaal plaatsen 46

47 De optionele lade voor 250 of 550 vel vullen U kunt slechts één optionele lade, een lade voor 250 of 500 vel, per keer aansluiten op de printer. Ongeacht het aantal vellen in de optionele lade, wordt hiernaar verwezen als Lade 2. 1 Trek de lade volledig naar buiten. 2 Zie Afdrukmateriaal plaatsen in de standaardlade voor 250 vel op pagina 42 om de stappen voor het vullen van een lade te voltooien. Een optionele lade wordt op dezelfde manier gevuld als een standaardlade. 3 Plaats de lade weer in de printer. Papier en speciaal afdrukmateriaal plaatsen 47

48 De handmatige invoer gebruiken De handmatige invoer bevindt zich achter de klep voor de handmatige invoer en kan slechts één vel papier per keer invoeren. U kunt de handmatige invoer gebruiken om snel af te drukken op papiersoorten of -formaten die op dat moment niet in de lade zijn geplaatst. 1 Open de klep van de handmatige invoer. 2 Als het lampje brandt, plaatst u het papier met de afdrukzijde naar boven in het midden van de handmatige invoer. Opmerkingen: Voer briefhoofdpapier in met de voorbedrukte zijde naar boven gericht, zodat de bovenste rand van het papier het eerst wordt ingevoerd. Voer enveloppen in met de klepzijde omlaag en de zijde met de postzegel als weergegeven. Papier en speciaal afdrukmateriaal plaatsen 48

49 3 Plaats papier in de handmatige invoer tot het punt waar de voorkant de papiergeleiders raakt. 4 Stel de papiergeleiders af op de breedte van het papier. Let op Kans op beschadiging: Schuif het papier niet te ver in de invoer. Anders kan het papier vastlopen. De standaarduitvoerlade en papierstop gebruiken De standaarduitvoerlade kan max. 150 vel van 75g/m2 bevatten. Afdrukken worden met de afdrukzijde naar beneden afgeleverd. De standaarduitvoerlade bevat een papierstop die voorkomt dat papier uit de voorzijde van de lade glijdt wanneer dit wordt opgestapeld. De papierstop zorgt er ook voor dat het papier netter wordt opgestapeld. Als u de papierstop wilt openen, trekt u aan de papierstop zodat deze naar voren klapt. Opmerkingen: Laat de papierstop niet in de geopende positie staan als u afdrukt op transparanten. Als u dit wel doet, ontstaan er mogelijk vouwen in de transparanten. Als u de papier naar een andere locatie verplaatst, moet de papierstop gesloten zijn. Papier en speciaal afdrukmateriaal plaatsen 49

50 Papiercapaciteit Capaciteit van de laden en de handmatige invoer op basis van papier van 75 g/m 2. Maximumaantal Lade vellen papier 150 vellen A6-papier 50 etiketten 50 transparanten Lade of 550 vellen papier 50 etiketten Handmatige invoer 1 vel papier 1 vel A6-papier 1 transparant 1 vel karton Eén envelop Opmerkingen Opmerking: Vinyletiketten, etiketten voor apotheken en dubbelzijdige etiketten worden niet ondersteund. Gebruik alleen papieren etiketten. Opmerkingen: U kunt slechts één optionele lade tegelijk op de printer installeren. De maximale hoeveelheid papier die u in de printer kunt plaatsen is afhankelijk van of u de lade voor 250 of 550 vellen gebruikt. Vinyletiketten, etiketten voor apotheken en dubbelzijdige etiketten worden niet ondersteund. Gebruik alleen papieren etiketten. Opmerking: Plaats het papier in de handmatige invoer tot de voorste rand van het papier de papiergeleiders kan raken. Duw het papier niet te ver in de invoer. Laden koppelen en ontkoppelen Laden koppelen Het koppelen van laden is handig bij grote afdruktaken of bij het afdrukken van meerdere exemplaren. Als een van de gekoppelde invoerladen leeg raakt, wordt automatisch de volgende gekoppelde invoerlade gebruikt. Als de instellingen Papierformaat en Papiersoort voor alle laden hetzelfde zijn, worden de laden automatisch gekoppeld. De instellingen Papierformaat en Papiersoort moeten voor alle laden worden ingesteld via het menu Papier. U opent als volgt de Embedded Web Server om het koppelen van laden te starten vanaf een netwerkprinter: 1 Typ het IP-adres van de printer in het adresveld van uw webbrowser. Opmerking: Als u het IP-adres van de printer niet weet, drukt u een pagina met netwerkinstellingen af en zoekt u het IP-adres in het TCP/IP-gedeelte. 2 Klik op de tab Settings (Instellingen). 3 Zoek in het menu Papier het Papierformaat en de Papiersoort voor elke lade. 4 Controleer of de papierformaten en -soorten gelijk zijn voor elke lade die u wilt koppelen. 5 Klik op Verzenden. U start als volgt het koppelen van laden vanaf een printer die op de computer is aangesloten: Open het menu Papier op een Windows-computer via het Hulpprogramma voor lokale-printerinstellingen. Open het menu Papier op een Macintosh-computer via de Printerinstellingen. Papier en speciaal afdrukmateriaal plaatsen 50

51 Laden ontkoppelen Ontkoppelde laden hebben instellingen die afwijken van de instellingen van andere laden. Als u een lade wilt ontkoppelen via het menu Papier, moet u de instellingen voor Papiersoort en Papierformaat van de betreffende lade wijzigen zodat ze niet overeenkomen met de instellingen van een andere lade. U ontkoppelt als volgt laden van een netwerkprinter: 1 Open de Embedded Web Server door het IP-adres van de printer in het adresveld van uw webbrowser te typen. Opmerking: Als u het IP-adres van de printer niet weet, drukt u een pagina met netwerkinstellingen af en zoekt u het adres in het TCP/IP-gedeelte. 2 Klik op Settings (Instellingen). 3 Zoek in het menu Papier het Papierformaat en de Papiersoort voor elke lade. 4 Controleer de papiersoort, zoals Normaal papier, Briefhoofdpapier of Aangepast <x>. Als de naam die uw papier het beste omschrijft, wordt gebruikt door gekoppelde laden, wijst u een andere papiersoortnaam aan de lade toe, zoals Aangepast <x> of geeft u uw eigen aangepaste naam op. 5 Bepaal of u het papierformaat (zoals Letter, A4 of Statement) wilt wijzigen en zorg ervoor dat het papierformaat niet overeenkomt met een andere lade. Opmerking: De instellingen voor Papierformaat zijn niet automatisch; ze moeten handmatig worden ingesteld in het menu Papier. Voer een van de volgende handelingen uit om laden te ontkoppelen van een printer die op de computer is aangesloten: Open het menu Papier op een Windows-computer via het Hulpprogramma voor lokale-printerinstellingen. Wijzig de instellingen voor Papierformaat en Papiersoort van de lade, zodat deze niet overeenkomen met de instelling van een andere lade. Open het menu Papier op een Macintosh-computer via de Printerinstellingen. Wijzig de instellingen voor Papierformaat en Papiersoort van de lade, zodat deze niet overeenkomen met de instelling van een andere lade. Let op Kans op beschadiging: Wijs geen papiersoortnaam toe die de in de lade geplaatste papiersoort niet nauwkeurig omschrijft. De temperatuur van het verhittingsstation is afhankelijk van de opgegeven papiersoort. Als een verkeerde papiersoort is geselecteerd, wordt het papier mogelijk niet goed verwerkt. Naam voor Aangepast <x> toewijzen Als u een naam voor Aangepast <x> toewijst aan een lade, kunt u deze koppelen of ontkoppelen. Gebruik dezelfde naam voor Aangepast <x> voor elke lade die u wilt koppelen. Alleen laden waaraan dezelfde aangepaste naam is toegewezen, worden gekoppeld. 1 Voer een van de volgende handelingen uit: Open de Embedded Web Server op de printer door het IP-adres van de Embedded Web Server in de adresbalk van uw browser te typen. Opmerking: Als u het IP-adres van de printer niet weet, drukt u een pagina met netwerkinstellingen af en zoekt u het adres in het TCP/IP-gedeelte. Als de printer is aangesloten op een computer met een parallelle of USB-kabel, opent u Hulpprogramma voor instellingen van lokale printers (Windows) of Printerinstellingen (Macintosh). De printersoftware wordt vervolgens geïnstalleerd met een van deze hulpprogramma's. 2 Klik op Settings (Instellingen) en op Paper Menu (Menu Papier). Papier en speciaal afdrukmateriaal plaatsen 51

52 3 Klik op Custom Name (Aangepaste naam) en geef de naam voor het papier op. 4 Klik op Submit (Verzenden). 5 Een aangepaste type selecteren 6 Controleer of de juiste Papiersoort aan de aangepaste naam is gekoppeld. Opmerking: Normaal papier is de papiersoort die standaard aan alle namen voor Aangepast <x> en aangepaste door de gebruiker gedefinieerde namen is gekoppeld. 7 Klik op Submit (Verzenden). Naam voor Aangepast <x> wijzigen Als de printer is aangesloten op een netwerk, kunt u de Embedded Web Server gebruiken om een andere naam dan Aangepast <x> op te geven voor de aangepaste papiersoorten die in de printer zijn geplaatst. Als een naam voor Aangepast <x> wordt gewijzigd, wordt de nieuwe naam in de menu's weergegeven in plaats van Aangepast <x>. U wijzigt als volgt een naam voor Aangepast <x>: 1 Typ het IP-adres van de printer in het adresveld van uw webbrowser. Opmerking: Als u het IP-adres van de printer niet weet, drukt u een pagina met netwerkinstellingen af en zoekt u het adres in het TCP/IP-gedeelte. 2 Klik op Settings (Instellingen). 3 Klik op Paper Menu (Menu Papier). 4 Klik op Custom Name (Aangepaste naam). 5 Typ een naam voor de papiersoort in een vak Aangepaste naam <x>. Opmerking: Deze aangepaste naam komt op de plaats van de naam van een aangepaste papiersoort <x> in de menu's Aangepaste soorten en Papierformaat/-soort. 6 Klik op Submit (Verzenden). 7 Klik op Custom Types (Aangepaste soorten). Aangepaste soorten wordt weergegeven, gevolgd door de aangepaste naam. 8 Selecteer een instelling voor Papiersoort in de keuzelijst naast de aangepaste naam. 9 Klik op Submit (Verzenden). Papier en speciaal afdrukmateriaal plaatsen 52

53 Handleiding voor papier en speciaal afdrukmateriaal Richtlijnen voor papier Papiereigenschappen De volgende papiereigenschappen zijn van invloed op de afdrukkwaliteit en de betrouwbaarheid van de papierinvoer. Houd rekening met deze kenmerken wanneer u een nieuw type papier overweegt. Gewicht De printerladen kunnen automatisch papier invoeren met een gewicht van maximaal 90 g/m 2 en de vezel in de lengterichting. De handmatige invoer kan automatisch papier invoeren met een gewicht van maximaal 163 g/m 2 en de vezel in de lengterichting. Papier dat lichter is dan 60 g/m 2 is mogelijk niet stevig genoeg om correct te worden ingevoerd, waardoor papierstoringen kunnen optreden. Het beste resultaat bereikt u met papier van 75 g/m 2 met de vezel in de lengterichting. Voor papier dat kleiner is dan 182 x 257 mm (7,2 x 10,1 inch) kunt u beste papier met een minimaal gewicht van 90 g/m 2 gebruiken. Opmerking: Dubbelzijdig afdrukken wordt alleen ondersteund voor papier met een gewicht van g/m 2. Krullen Krullen is de neiging van papier om bij de randen om te buigen. Als afdrukmateriaal te veel krult, kan dat problemen opleveren bij het invoeren. Papier kan omkrullen nadat het door de printer is gevoerd en daarbij is blootgesteld aan hoge temperaturen. Als u papier in hete, vochtige, koude of droge omstandigheden buiten de verpakking of in de laden bewaart, kan het papier omkrullen voordat erop wordt afgedrukt. Dit kan invoerproblemen veroorzaken. Gladheid De gladheid van papier is rechtstreeks van invloed op de afdrukkwaliteit. Als papier te ruw is, wordt toner er niet goed op gefixeerd. Te glad papier kan invoerproblemen of problemen met de afdrukkwaliteit veroorzaken. Gebruik papier met een gladheid tussen de 100 en 300 Sheffield-punten. Een gladheid tussen de 150 en 200 Sheffield-punten geeft de beste afdrukkwaliteit. Vochtigheidsgraad De hoeveelheid vocht in papier is van invloed op de afdrukkwaliteit en bepaalt tevens of het papier goed door de printer kan worden gevoerd. Laat het papier in de originele verpakking tot u het gaat gebruiken. Het papier wordt dan niet blootgesteld aan de negatieve invloed van wisselingen in de luchtvochtigheid. Laat het papier gedurende 24 tot 48 uur vóór het afdrukken in de originele verpakking en in dezelfde omgeving als de printer acclimatiseren. Verleng de acclimatiseringperiode met enkele dagen als de opslag- of transportomgeving erg verschilde van de printeromgeving. Dik papier kan een langere acclimatiseringsperiode nodig hebben. Vezelrichting Deze term heeft betrekking op de richting van de vezels in een vel papier. Vezels lopen ofwel in de lengterichting van het papier of in de breedterichting. Handleiding voor papier en speciaal afdrukmateriaal 53

54 Voor een gewicht van g/m 2 kunt u het beste papier met de vezel in de lengterichting gebruiken. Vezelgehalte Kwalitatief hoogwaardig xerografisch papier bestaat meestal voor 100% uit chemisch behandelde houtpulp. Papier met deze samenstelling is zeer stabiel, zodat er minder problemen optreden bij de invoer en de afdrukkwaliteit beter is. Als papier andere vezels bevat, bijvoorbeeld van katoen, kan dat eerder leiden tot problemen bij de verwerking. Ongeschikt papier Het gebruik van de volgende papiersoorten in de printer wordt afgeraden: Chemisch behandelde papiersoorten waarmee kopieën kunnen worden gemaakt zonder carbonpapier, ook wel "carbonless copy paper" (CCP) of "no carbon required paper" (NCR) genoemd. Voorbedrukt papier dat chemische stoffen bevat die schadelijk zijn voor de printer. Voorbedrukt papier dat niet voldoende bestand is tegen de temperatuur in het verhittingsstation. Voorbedrukt papier waarvoor een registrering (nauwkeurige positionering van het afdrukgebied op de pagina) van meer dan ± 2,3 mm is vereist, zoals OCR-formulieren (optical character recognition). In sommige gevallen kan de registrering via een softwaretoepassing worden aangepast, waardoor afdrukken op deze formulieren toch mogelijk is. Coated papier (uitwisbaar papier), synthetisch papier, thermisch papier. Papier met ruwe randen, papier met een ruw of grof gestructureerd oppervlak, gekruld papier. Kringlooppapier dat niet voldoet aan de norm EN12281:2002 (Europa) Papier met een gewicht van minder dan 60 g/m 2 Formulieren of documenten die uit meerdere delen bestaan. Papier kiezen Het gebruik van het juiste papier voorkomt storingen en zorgt ervoor dat u probleemloos kunt afdrukken. U kunt als volgt papierstoringen of een slechte afdrukkwaliteit voorkomen: Gebruik altijd nieuw, onbeschadigd papier. Voordat u papier plaatst, moet u weten wat de geschiktste afdrukzijde is. Dit staat meestal op de verpakking vermeld. Gebruik geen papier dat u zelf op maat hebt gesneden of geknipt. Gebruik nooit papier van verschillend formaat, gewicht of soort in dezelfde papierbron. Dit leidt tot storingen in de doorvoer. Gebruik geen gecoat papier, tenzij het speciaal is ontworpen voor elektrofotografisch afdrukken. Voorbedrukte formulieren en briefhoofdpapier kiezen Houd u aan de volgende richtlijnen als u voorbedrukte formulieren en briefhoofdpapier kiest: Gebruik papier met de vezel in lengterichting voor papier van 60 tot 90 g/m 2. Gebruik alleen formulieren en briefhoofdpapier die zijn gelithografeerd of gegraveerd. Gebruik geen papier met een ruw of grof gestructureerd oppervlak. Handleiding voor papier en speciaal afdrukmateriaal 54

55 Gebruik papier dat is bedrukt met hittebestendige inkt en dat geschikt is voor kopieerapparaten. De inkt moet bestand zijn tegen temperaturen van 230 C zonder te smelten of schadelijke stoffen af te geven. Gebruik geen inkten die worden beïnvloed door de hars in de toner. Inktsoorten op basis van water of olie zouden aan deze vereisten moeten voldoen. Latex-inkt zou echter problemen kunnen opleveren. Neem in geval van twijfel contact op met uw papierleverancier. Voorbedrukt papier, zoals briefhoofdpapier, moet bestand zijn tegen temperaturen tot 225 C zonder te smelten of gevaarlijke stoffen af te scheiden. Kringlooppapier en ander kantoorpapier gebruiken Lexmark is een milieubewust bedrijf en stimuleert het gebruik van zakelijk kringlooppapier dat speciaal is geproduceerd voor gebruik in (elektrofotografische) laserprinters. In 1998 heeft Lexmark een onderzoek gepresenteerd aan de Amerikaanse overheid waarin werd aangetoond dat kringlooppapier dat door grote papierfabrieken in Amerika is geproduceerd, net zo goed kan worden ingevoerd door de printer als gewoon papier. Er kan echter geen absolute garantie worden gegeven dat alle soorten kringlooppapier correct worden ingevoerd. Lexmark test haar printers voortdurend met kringlooppapier (gemaakt van 20 tot 100% hergebruikt materiaal) en verschillende soorten testpapier van over de hele wereld. Daarvoor gebruikt Lexmark klimaatkamers (testruimtes) om te testen bij verschillende temperaturen en vochtigheidsgraden. Lexmark heeft geen enkele reden gevonden om het gebruik van modern zakelijk kringlooppapier af te raden, maar normaal gesproken zijn de volgende richtlijnen van toepassing op kringlooppapier. Een laag vochtgehalte (4 5%) Geschikte gladheid ( Sheffield-punten of Bendtsen-punten in Europa) Opmerking: Bepaalde papiersoorten die veel gladder (bijvoorbeeld premiumlaserpapier, 24 lb, Sheffieldpunten) of veel ruwer (bijvoorbeeld premiumkatoenpapier van Sheffield-punten) zijn, zijn ontworpen voor gebruik met laserprinters, ondanks de structuur van het oppervlak. Raadpleeg uw papierleverancier voordat u deze papiersoorten gebruikt. Een geschikte wrijvingscoëfficiënt tussen de vellen (0,4-0,6) Voldoende buigweerstand in de invoerrichting Kringlooppapier, licht papier (<60 g/m 2 ) en/of dun papier (<0,1 mm]) en papier dat in de breedte is gesneden voor printers met staande invoer (korte zijde), hebben mogelijk een lagere buigweerstand dan nodig voor betrouwbare papierinvoer. Raadpleeg uw papierleverancier voordat u deze papiersoorten gebruikt in uw (elektrofotografische) laserprinter. Houd er rekening mee dat dit slechts algemene richtlijnen zijn en dat papier dat aan deze richtlijnen voldoet nog steeds invoerproblemen kan veroorzaken voor een laserprinter, bijvoorbeeld omdat het papier extreem omkrult bij normale afdrukomstandigheden. Papier bewaren Houd de volgende richtlijnen voor het bewaren van papier aan om een regelmatige afdrukkwaliteit te garanderen en te voorkomen dat er papierstoringen ontstaan. U kunt het papier het beste bewaren in een omgeving met een temperatuur van 21 C en een relatieve vochtigheid van 40%. De meeste fabrikanten van etiketten bevelen een omgeving aan met een temperatuur tussen 18 en 24 C en een relatieve vochtigheid van 40% tot 60%. Zet dozen papier, indien mogelijk, liever niet op de vloer, maar op een pallet of een plank. Zet losse pakken op een vlakke ondergrond. Plaats niets boven op de losse pakken met papier. Handleiding voor papier en speciaal afdrukmateriaal 55

56 Ondersteunde papierformaten, -soorten en - gewichten In de volgende tabellen vindt u informatie over standaardladen en optionele papierladen en de papiersoorten die de laden ondersteunen. Opmerking: voor een papierformaat dat niet in de lijst staat selecteert u het eerstvolgende grotere formaat in de lijst. Raadpleeg de Card Stock & Label Guide voor informatie over karton en etiketten. Door de printer ondersteunde papiersoorten en -gewichten De printerengine en duplexbaan ondersteunen papiergewichten van g/m 2. De handmatige invoert ondersteunt papiergewichten van g/m 2. Papiersoort Standaardlade voor 250 vel Optionele lade voor 250 of 550 vel Handmatige invoer Duplexbaan Papier Normaal Licht Zwaar Ruw/katoen Kringlooppapier Aangepast Bankpostpapier Briefhoofdpapier Voorbedrukt Gekleurd papier Karton X X X Glossy papier X X X X Papieren etiketten 1 X Transparanten X X Enveloppen (glad) 2 X X X 1 Het gebruik van enkelzijdige papieren etiketten wordt alleen in beperkte mate ondersteund. U kunt het beste maximaal 20 pagina's met papieren etiketten per maand afdrukken. Vinyletiketten, etiketten voor apotheken en dubbelzijdige etiketten worden niet ondersteund. 2 Gebruik enveloppen die plat liggen wanneer ze apart met de afdrukzijde omlaag op een tafel worden gelegd. Handleiding voor papier en speciaal afdrukmateriaal 56

57 Papierformaten die door de printer worden ondersteund Papierformaat Afmetingen Standaardlade voor 250 vel A4 210 x 297 mm Optionele lade voor 250 of 550 vel Handmatige invoer Duplexbaan A5 148 x 210 mm X A x 148 mm X X Executive 184 x 267 mm X Folio 216 x 330 mm JIS B5 182 x 257 mm X Legal Letter Oficio (Mexico) x 356 mm 216 x 279 mm 216 x 340 mm Statement 140 x 216 mm X Universal 3 76,2 x 127 mm tot 216 x 356 mm X B5-envelop 176 x 250 mm X X X C5-envelop 162 x 229 mm X X X DL-envelop 110 x 220 mm X X X 7 3/4-envelop (Monarch) 98 x 191 mm X X X 9-envelope 98 x 225 mm X X X 10-envelop 105 x 241 mm X X X Andere envelop 229 x 356 mm X X X 1 A6 wordt alleen ondersteund als de vezels in de lengterichting lopen. 2 Deze instelling past de pagina aan voor 216 x 356 mm behalve als het formaat is opgegeven in de toepassing. 3 Als een papierformaat niet in de lijst staat, configureert u een universeel papierformaat. Zie Instellingen voor universeel papier configureren op pagina 41 voor meer informatie. Handleiding voor papier en speciaal afdrukmateriaal 57

58 Afdrukken Dit hoofdstuk gaat over afdrukken, afdrukrapporten en het annuleren van afdruktaken. De keuze en de verwerking van papier en speciaal afdrukmateriaal kunnen de betrouwbaarheid van het afdrukken beïnvloeden. Raadpleeg Papierstoringen voorkomen op pagina 118 en Papier bewaren op pagina 55 voor meer informatie. Een document afdrukken 1 Plaats papier in een lade of de lader. 2 Stel in het menu Papier de papiersoort en het papierformaat in dat in de printer is geplaatst. 3 Voer een van de volgende handelingen uit: Voor Windows-gebruikers a b c d e f Open het gewenste bestand en klik op File (Bestand) Print (Afdrukken). Klik op Properties (Eigenschappen), Preferences (Voorkeuren), Options (Opties) of Setup (Instellen). Selecteer in het lijstvak Formulierbron de bron die het papier bevat dat u hebt geplaatst. Selecteer de papiersoort in het lijstvak Formuliertype. Selecteer het papierformaat in het lijstvak Formulierformaat. Klik op OK en klik op Print (Afdrukken). Voor Macintosh-gebruikers Installeren op Mac OS X a b Pas de instellingen naar wens aan in het dialoogvenster Pagina-instelling. 1 Open een document en selecteer File (Archief) > Page Setup (Pagina-instelling). 2 Selecteer in het pop-upmenu Papierformaat een papierformaat of maak een aangepast formaat dat gelijk is aan het geplaatste papier. 3 Klik op OK. Pas de instellingen naar wens aan in het dialoogvenster Druk af: 1 Open het gewenste document en klik op File (Archief) > Print (Druk af). Klik zo nodig op een driehoekje om meer opties weer te geven. 2 Selecteer Printer Features (Printerfuncties) bij de afdrukopties of in het menu Aantal en pagina's. 3 Selecteer Paper (Papier) in het pop-upmenu Functiesets. 4 Selecteer een papiersoort in het pop-upmenu Papiersoort. 5 Klik op Print (Druk af). Installeren op Mac OS X a Pas de instellingen naar wens aan in het dialoogvenster Pagina-instelling: 1 Open een document en selecteer File (Archief) > Page Setup (Pagina-instelling). 2 Selecteer in het pop-upmenu Papier een papierformaat of maak een aangepast formaat dat gelijk is aan het geplaatste papier. 3 Klik op OK. Afdrukken 58

59 b Pas de instellingen naar wens aan in het dialoogvenster Druk af: 1 Open het gewenste bestand en kies File (Archief) > Print (Druk af). 2 Selecteer een optie bij Papierbron en selecteer de lade waarin het gewenste papier is geplaatst. 3 Klik op Print (Druk af). Afdrukken op beide zijden van het papier Sommige printermodellen beschikken over automatisch duplex/dubbelzijdig afdrukken en andere modellen beschikken over handmatig duplex/dubbelzijdig afdrukken. Printermodellen en afdrukken op beide zijden van het papier Gebruik de tabel hieronder om te zien of uw printermodel automatisch op beide zijden van het papier kan afdrukken of dat u gebruik moet maken van de handmatige methode om dubbelzijdig af te drukken. Modelnummer E260 E260d E260dn Optie Dubbelzijdig afdrukken Handmatig dubbelzijdig Automatisch dubbelzijdig Automatisch dubbelzijdig Automatisch op beide zijden van het papier afdrukken Als uw printermodel beschikt over de functie automatisch 2-zijdig (duplex) printen en u wilt 2-zijdige pagina s afdrukken voor elke taak of voor de meeste taken, selecteer dan Duplex in het menu Afwerking. Voer een van de volgende handelingen uit om het menu Afwerking te openen: Als de printer is aangesloten op een netwerk, typt u het IP-adres van de printer in het adresveld van uw webbrowser. Opmerking: Als u het IP-adres van de printer niet weet, drukt u een netwerkconfiguratiepagina af en zoekt u het IP-adres op in het TCP/IP-gedeelte. Als de printer is aangesloten op een computer met een parallelle of USB-kabel, opent u Hulpprogramma voor instellingen van lokale printers (Windows) of Printerinstellingen (Macintosh). De printersoftware wordt vervolgens geïnstalleerd met een van deze hulpprogramma's. Als u af en toe dubbelzijdig wilt afdrukken, kunt u dit instellen in de printersoftware. Voer hiervoor de onderstaande procedure voor uw besturingssysteem uit: Voor Windows-gebruikers 1 Open het gewenste document en klik op File (Bestand) Print (Afdrukken). 2 Klik op Properties (Eigenschappen), Preferences (Voorkeuren), Options (Opties) of Setup (Instellen). 3 Selecteer 2-sided printing (duplex) (2-zijdig afdrukken (duplex)) op het tabblad Pagina-indeling. 4 Selecteer Long edge (Lange zijde) of Short edge (Korte zijde). 5 Klik op OK. Afdrukken 59

60 Voor Macintosh-gebruikers 1 Open het gewenste bestand en kies File (Archief) > Print (Druk af) Klik zo nodig op het driehoekje om meer opties weer te geven. 2 In het pop-upmenu Aantal en pagina's of het pop-upmenu Algemeen selecteert u Layout (Lay-out). 3 Selecteer een instelling voor dubbelzijdig afdrukken in het pop-upmenu Dubbelzijdig. 4 Klik op Print (Druk af). Handmatig afdrukken op beide zijden van het papier Als uw printer niet beschikt over automatisch dubbelzijdig (duplex) afdrukken en u wilt een dubbelzijdig document afdrukken, dan moet u gebruik maken van de handmatige methode. Deze methode houdt in dat u eerst de oneven pagina s afdrukt, ze dan omdraait en de stapel papier terugplaatst om de even pagina s af te drukken op de andere zijde van het papier. Om alle afdruktaken dubbelzijdig af te drukken, selecteert u Duplex in het menu Afwerking. Om het menu Afwerking te openen, opent u het Hulpprogramma voor lokale printerinstellingen voor Windows of Printerinstellingen voor Macintosh. De printersoftware wordt vervolgens geïnstalleerd met een van deze hulpprogramma's. Om één afdruktaak dubbelzijdig af te drukken, voert u een van de volgende handelingen uit: Voor Windows-gebruikers 1 Open het gewenste document en klik op File (Bestand) Print (Afdrukken). 2 Klik op Properties (Eigenschappen), Preferences (Voorkeuren), Options (Opties) of Setup (Instellen). 3 Selecteer 2-sided printing (duplex) (2-zijdig afdrukken (dubbelzijdig)) op het tabblad Pagina-indeling. 4 Selecteer Long edge (Lange zijde) of Short edge (Korte zijde). 5 Klik op Paper (Papier). 6 Selecteer de gewenste Input Options (Invoeropties) voor de afdruktaak. 7 Klik op OK. 8 Klik op OK in het venster Afdrukken. De oneven pagina's van het document worden als eerste afgedrukt. Als het eerste gedeelte van de taak is afgedrukt begint het lampje te branden en knippert het lampje op de l-knop. - Knippert 9 Plaats het papier in de printer met de bedrukte zijde omhoog en met de bovenzijde van de pagina in de richting van de voorzijde van de lade. Afdrukken 60

61 Voor Macintosh-gebruikers 1 Open het gewenste document en klik op File (Archief) Print (Druk af). 2 Klik in het pop-upmenu afdrukopties op Paper Handling (Papierverwerking). 3 Selecteer in Af te drukken pagina s of het menu Afdrukken dat de oneven pagina s moeten worden afgedrukt. 4 Klik op Print (Druk af). 5 Nadat u de eerste set pagina s hebt afgedrukt, draait u ze om en plaatst u de stapel afgedrukte pagina s terug. 6 Herhaal stap 1 en 2. 7 Selecteer in Af te drukken pagina s of het menu Afdrukken dat de even pagina s moeten worden afgedrukt. 8 Klik op Print (Druk af). Speciale documenten afdrukken Tips voor het gebruik van briefhoofdpapier Wanneer u wilt afdrukken op briefhoofdpapier, is het belangrijk de juiste afdrukstand in te stellen. Gebruik de volgende tabel om te bepalen in welke richting u het briefhoofdpapier moet plaatsen: Bron of proces Standaardlade voor 250 vel Optionele lade voor 250 vel Optionele lade voor 550 vel Afdrukzijde en afdrukstand van het papier Voorbedrukte zijde van briefhoofdpapier is naar beneden gericht. De bovenste rand van het vel met het logo moet tegen de voorzijde van de lade worden geplaatst. Opmerking: Informeer bij de fabrikant of leverancier of het gekozen voorbedrukte briefhoofdpapier geschikt is voor laserprinters. Afdrukken 61

62 Bron of proces Dubbelzijdig afdrukken (duplex) vanuit alle laden Afdrukzijde en afdrukstand van het papier Voorbedrukte zijde van briefhoofdpapier is naar boven gericht. De bovenste rand van het vel met het logo moet tegen de voorzijde van de lade worden geplaatst. Handmatige invoer (enkelzijdig afdrukken) Voorbedrukte zijde van briefhoofdpapier is naar boven gericht. De bovenste rand van het vel met het logo moet het eerst in de handmatige invoer worden gevoerd. Handmatige invoer (dubbelzijdig afdrukken) Voorbedrukte zijde van briefhoofdpapier is naar boven gericht. De bovenste rand van het vel met het logo moet het laatst in de handmatige invoer worden gevoerd. Opmerking: Informeer bij de fabrikant of leverancier of het gekozen voorbedrukte briefhoofdpapier geschikt is voor laserprinters. Tips voor het afdrukken op transparanten Maak eerst enkele proefafdrukken voordat u grote hoeveelheden transparanten aanschaft. Afdrukken 62

63 Houd u aan de volgende richtlijnen wanneer u wilt afdrukken op transparanten: Voer transparanten in vanuit de standaardlade voor 250 vel of vanuit de handmatige invoer. Gebruik transparanten die speciaal zijn ontworpen voor laserprinters. Informeer bij de fabrikant of de leverancier of de transparanten bestand zijn tegen temperaturen tot 175 C zonder dat ze smelten, verkleuren, verschuiven of schadelijke stoffen afgeven. Opmerking: Transparanten kunnen worden afgedrukt bij een temperatuur tot 180 C als Gewicht transparanten is ingesteld op Zwaar en Structuur transparant is ingesteld op Ruw. Selecteer deze instellingen in het menu Papier, met de Embedded Web Server of vanuit een lokaal hulpprogramma. Zorg ervoor dat er geen vingerafdrukken op de transparanten komen. Dit kan namelijk een slechte afdrukkwaliteit tot gevolg hebben. Waaier de stapel uit voordat u de transparanten plaatst, zodat de vellen niet aan elkaar blijven plakken. Waaier de stapel uit voordat u de transparanten plaatst, zodat de vellen niet aan elkaar blijven plakken. Wij adviseren Lexmark artikelnummer 70X7240 voor transparanten van het formaat Letter en artikelnummer 12A5010 voor transparanten van het formaat A4. Tips voor het afdrukken op enveloppen Maak eerst enkele proefafdrukken voordat u grote hoeveelheden enveloppen aanschaft. Houd u aan de volgende richtlijnen wanneer u wilt afdrukken op enveloppen: Gebruik enveloppen die speciaal zijn ontworpen voor laserprinters. Informeer bij de fabrikant of de leverancier of de enveloppen bestand zijn tegen temperaturen tot 210 C zonder dat ze sluiten, kreukelen, buitensporig krullen of schadelijke stoffen afgeven. Het beste resultaat bereikt u met enveloppen die zijn gemaakt van papier met een gewicht van 90 g/m 2. Gebruik enveloppen met een gewicht van maximaal 105 g/m 2, mits het katoengehalte lager is dan 25%. Katoenen enveloppen mogen niet zwaarder zijn dan 90 g/m 2. Gebruik alleen nieuwe enveloppen. Voor de beste prestaties en een minimumaantal papierstoringen wordt u aangeraden geen enveloppen te gebruiken die: gemakkelijk krullen; aan elkaar kleven of beschadigd zijn; vensters, gaten, perforaties, uitsnijdingen of reliëf bevatten; metalen klemmetjes, strikken of vouwklemmetjes bevatten; zijn samengevouwen; zijn voorzien van postzegels; een (gedeeltelijk) onbedekte plakstrook hebben als de klepzijde is gesloten of is dichtgeplakt; gebogen hoeken hebben; een ruwe, geplooide of gelaagde afwerking hebben. Pas de breedtegeleiders aan zodat deze overeenkomen met de breedte van de enveloppen. Opmerking: Een combinatie van hoge luchtvochtigheid (boven 60%) en hoge printertemperaturen kunnen de enveloppen kreuken of sluiten. Afdrukken 63

64 Tips voor het afdrukken op etiketten Maak eerst enkele proefafdrukken voordat u grote hoeveelheden etiketten aanschaft. Opmerking: Gebruik alleen papieren etiketten. Vinyletiketten, etiketten voor apotheken en dubbelzijdige etiketten worden niet ondersteund. Raadpleeg de Card Stock & Label Guide (alleen Engelstalig) voor meer informatie over het afdrukken, de kenmerken en het ontwerp van etiketten. U vindt deze publicatie op de website van Lexmark, op Houd u aan de volgende richtlijnen wanneer u wilt afdrukken op etiketten: Gebruik etiketten die speciaal zijn ontworpen voor laserprinters. Controleer het volgende bij de fabrikant of verkoper: De etiketten kunnen tegen een blootstelling aan temperaturen van 210 C en plakken niet vast, krullen niet om of kreuken niet en geven bij deze temperaturen geen gevaarlijke stoffen af. Opmerking: Etiketten kunnen bij een hogere verhittingstemperatuur van maximaal 220 C worden afgedrukt als Gewicht etiketten is ingesteld op Zwaar. Selecteer deze instelling met de Embedded Web Server of vanuit het menu Papier op het bedieningspaneel. Etikettenlijm, de voorzijde (bedrukbaar materiaal) en coating zijn bestand tegen 25 psi (172 kpa) druk zonder delaminatie, lekken aan de randen of het vrijkomen van gassen. Gebruik geen etiketten met glad rugmateriaal. Gebruik geen etiketvellen waarop etiketten ontbreken. Etiketten van onvolledige vellen kunnen losraken tijdens het afdrukken, waardoor de vellen kunnen vastlopen en de kleefstof de printer en de cartridge kan vervuilen. Hierdoor kan de garantie voor de printer en de cartridge komen te vervallen. Gebruik geen etiketten waarvan de lijm aan de oppervlakte ligt. Druk niet af binnen 1 mm vanaf de rand van het etiket, vanaf de perforaties of tussen de snijranden van de etiketten. Controleer of de kleefzijde van de etiketten niet buiten de randen van het vel uitsteekt. Gebruik bij voorkeur vellen waarop de lijm gericht is aangebracht op minstens 1 mm vanaf de randen. De lijm kan in de printer terecht komen, hetgeen gevolgen kan hebben voor de garantie op de printer. Als gericht aangebrachte lijm niet mogelijk is, dient u een strook van 1,61,6mm te verwijderen van de voorste (bovenste) rand en moet u lijm gebruiken die niet lekt. Druk bij voorkeur af in de afdrukstand Staand, vooral bij het afdrukken van streepjescodes. Tips voor het afdrukken op karton Karton is een zwaar, eenlaags speciaal afdrukmateriaal. Veel variabele kenmerken ervan, zoals vochtgehalte, dikte en structuur, kunnen de afdrukkwaliteit aanzienlijk beïnvloeden. Maak eerst enkele proefafdrukken voordat u grote hoeveelheden karton aanschaft. Houd u aan de volgende richtlijnen wanneer u wilt afdrukken op karton: Zorg ervoor dat de Papiersoort Karton is. Selecteer de juiste instelling voor Papierstructuur. Houd er rekening mee dat voorbedrukt, geperforeerd en gekreukt materiaal de afdrukkwaliteit aanzienlijk kan beïnvloeden en het vastlopen van papier of andere verwerkingsproblemen kan veroorzaken. Informeer bij de fabrikant of de leverancier of het karton bestand is tegen temperaturen tot 210 C zonder dat er schadelijke stoffen vrijkomen. Afdrukken 64

65 Gebruik geen voorbedrukt karton dat chemische stoffen bevat die schadelijk kunnen zijn voor de printer. Voorbedrukt materiaal kan tot gevolg hebben dat halfvloeibare en vluchtige stoffen in de printer terechtkomen. Gebruik indien mogelijk karton met vezels in de breedterichting. Boekjes afdrukken 1 Klik op het tabblad Page Layout (Pagina-indeling). 2 Klik op More Page Layout Options (Meer pagina-indelingsopties). 3 Klik op Booklet (Boekje). 4 Klik op OK. Opmerkingen: Als u de functie Booklet (Boekje) selecteert, wordt automatisch de optie voor dubbelzijdig afdrukken met korte zijde ingeschakeld. Eventuele opties voor dubbelzijdig afdrukken moeten dus worden ingesteld voordat u de functie Booklet (Boekje) selecteert. Nadat u Booklet (Boekje) hebt geselecteerd, blijven de laatst gebruikte instellingen voor dubbelzijdig afdrukken gehandhaafd. U kunt de opties van functie Booklet (Boekje) niet gebruiken als de duplexeenheid wel op de printer is geïnstalleerd, maar niet is toegevoegd aan de geïnstalleerde opties. Pagina's met informatie afdrukken De pagina's met menu- en netwerkinstellingen afdrukken Druk een pagina met menu-instellingen af om de huidige menu-instellingen te bekijken en te controleren of de opties correct zijn geïnstalleerd. De netwerkconfiguratiepagina wordt op hetzelfde moment afgedrukt, waarop de netwerkinstellingen van de printer worden weergegeven en de niveaus van de supplies. U drukt als volgt de pagina's met menu-instellingen en netwerkinstellingen af: 1 Controleer of het lampje brandt. 2 Druk op. De pagina's met menu- en netwerkinstellingen worden afgedrukt. Op de pagina met menu-instellingen: Controleer in het menu Papier welke papiersoorten worden weergegeven onder Aangepaste soorten. Op de pagina met netwerkinstellingen: Controleer onder Apparaatgegevens of de hoeveelheid geïnstalleerd geheugen correct is. Controleer onder Cartridge-informatie de hoeveelheid toner. Controleer onder Fc-eenheid de status van de fotoconductorkit. Testpagina's voor de afdrukkwaliteit afdrukken Druk de testpagina's voor de afdrukkwaliteit af om problemen met de afdrukkwaliteit op te sporen. 1 Schakel de printer uit en open de voorklep. 2 Houd ingedrukt terwijl u de printer aanzet. Afdrukken 65

66 3 vrijgeven. 4 Sluit de voorklep. De lampjesreeks voor het beginmenu wordt weergegeven. 5 Druk kort op totdat de lampjesreeks wordt weergegeven voor de testpagina's voor afdrukkwaliteit, zoals aangegeven op de configuratiepagina met printerinstellingen. 6 Houd de knop ingedrukt totdat alle lampjes om beurten gaan branden. Na een aantal minuten worden de testpagina's voor afdrukkwaliteit afgedrukt. Deze pagina's omvatten: Een pagina met informatie over de printer, de tonercartridge, de marge-instellingen, de minimum breedte streek en een afbeelding aan de hand waarvan u de afdrukkwaliteit kunt beoordelen; Twee pagina's waarmee u kunt beoordelen hoe de printer presteert bij het afdrukken van verschillende soorten afbeeldingen. 7 Onderzoek deze pagina's om te bepalen wat de afdrukkwaliteit is. Zie Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen op pagina 138 als er problemen zijn. Druk op en houd deze knop ingedrukt totdat alle lampjes om beurten branden om naar het beginmenu terug te keren. Schakel de printer uit om deze menu's af te sluiten. Herstel na storing instellen Als u ervoor wilt zorgen dat een pagina opnieuw wordt afgedrukt nadat u een papierstoring hebt opgelost, stelt u Herstel na storing in op Aan of Uit. Ga als volgt te werk om Herstel na storing weer te geven: Open de Embedded Web Server: 1 Typ het IP-adres van de printer in het adresveld van uw webbrowser. Opmerking: als u het IP-adres van de printer niet weet, drukt u een netwerkconfiguratiepagina af en zoekt u het IP-adres op in het TCP/IP-gedeelte. 2 Klik in het venster Instellingen op General Settings (Algemene instellingen) en klik op Print Recovery (Afdrukherstel). 3 Klik op Jam Recovery (Herstel na storing) en selecteer Auto of On (Aan). 4 Klik op Submit (Verzenden). Afdrukken 66

67 Als de printer is aangesloten op een computer met een parallelle of USB-kabel, opent u Hulpprogramma voor instellingen van lokale printers (Windows) of Printerinstellingen (Macintosh). De printersoftware wordt vervolgens geïnstalleerd met een van deze hulpprogramma's. Stel Herstel na storing in op Auto of Aan in het menu Instellingen. Een afdruktaak annuleren U kunt als volgt een afdruktaak annuleren: Vanaf het bedieningspaneel van de printer 1 Druk op om de huidige afdruktaak te annuleren. 2 Wacht tot het -lampje verschijnt voordat u de afdruktaak verzendt. Voor Windows-gebruikers Windows Vista: 1 Klik op. 2 Klik op Control Panel (Configuratiescherm). 3 Klik op Hardware and Sound (Hardware en geluiden). 4 Klik op Printers. 5 Dubbelklik op het printerpictogram. 6 Selecteer de taak die u wilt annuleren. 7 Druk op de toets Delete op het toetsenbord. Windows XP 1 Klik op Start. 2 Dubbelklik op het printerpictogram vanuit Printers and Faxes (Printers en faxapparaten). 3 Selecteer de taak die u wilt annuleren. 4 Druk op de toets Delete op het toetsenbord. Via de taakbalk Windows: Wanneer u een afdruktaak naar de printer verstuurt, wordt rechts in de taakbalk een klein pictogram in de vorm van een printer weergegeven. 1 Dubbelklik op het printerpictogram. Er wordt een venster met een lijst van afdruktaken weergegeven. 2 Selecteer de taak die u wilt annuleren. 3 Druk op de toets Delete op het toetsenbord. Afdrukken 67

68 Voor Macintosh-gebruikers Mac OS X 10.5: 1 Klik op System Preferences (Systeemvoorkeuren) in het Apple-menu. 2 Klik op Print & Fax (Afdrukken en faxen) en dubbelklik vervolgens op de printer waarop u afdrukt. 3 Selecteer in het printervenster de taak die u wilt annuleren. 4 Klik op het pictogram Verwijder in de balk met pictogrammen bovenin het venster. Mac OS X versie 10.2 tot 10.4: 1 Kies Applications (Programma's) > Utilities (Hulpprogramma's) en dubbelklik vervolgens op Print Center (Afdrukbeheer) of Printer Setup Utility (Printerconfiguratie). 2 Dubbelklik op het printerpictogram. 3 Selecteer in het printervenster de taak die u wilt annuleren. 4 Klik op het pictogram Verwijder in de balk met pictogrammen bovenin het venster. Mac OS 9: Als u een afdruktaak naar de printer stuurt, wordt op het bureaublad een pictogram weergegeven dat de geselecteerde printer aangeeft. 1 Dubbelklik op het printerpictogram. 2 Selecteer in het printervenster de taak die u wilt annuleren. 3 Klik op het pictogram Prullenmand. Afdrukken 68

69 Printermenu's Er zijn verschillende menu's beschikbaar waarmee u eenvoudig printerinstellingen kunt aanpassen. U kunt een menuoverzicht afdrukken door de pagina met menu-instellingen en de netwerkconfiguratiepagina af te drukken. U kunt met de Embedded Web Server de menu's van een netwerkprinter openen. U kunt met het hulpprogramma voor instellingen van lokale printers (Windows) of Printerinstellingen (Macintosh) de menu's openen van een printer die is aangesloten met een parallelle of USB-kabel. Menu's op de Embedded Web Server Met de Embedded Web Server hebt u toegang tot de menu's van een netwerkprinter. U opent als volgt de Embedded Web Server: 1 Typ het IP-adres van de printer in het adresveld van uw webbrowser. Opmerking: Als u het IP-adres van de printer niet weet, drukt u een netwerkconfiguratiepagina af en zoekt u het IP-adres op in het TCP/IP-gedeelte. 2 Klik op een van de koppelingen om de menu's te openen. Hoofdmenu's op de tabbladen van de Embedded Web Server Apparaatstatus Instellingen Rapporten Tonerstatus Papierinvoerlade(n) Uitvoerlade papier Soort apparaat Snelheid Capaciteit tonercartridge Resterende levensduur van de fceenheid Standaardinstellingen Algemene instellingen Afdrukinstellingen Instellingen voor Papier Overige instellingen Netwerk/Poorten Firmware bijwerken Beveiliging Instellingen meldingen Beheer voor tussenkomst Apparaatstatistieken Apparaatinstell. Apparaatgegevens Profielenlijst Pagina Printerserverinstellingen 3 Klik op Settings (Instellingen). Hiermee opent u de menu's: Standaardinstellingen Overige instellingen Algemene instellingen Afdrukinstellingen Menu Papier Netwerk/Poorten Firmware bijwerken Beveiliging Instellingen meldingen Beheer voor tussenkomst Printermenu's 69

70 Standaardinstellingen Algemene instellingen Afdrukinstellingen Menu Papier Taal weergeven Eerste installatie uitvoeren Eco-Mode (Ecomodus) Stille modus Vernieuwingsfrequentie webpagina Kenmerknummer Contactpersoon Locatie Alarmen Timeouts Afdrukherstel Algemene netwerkinstellingen (actieve kaart) Afwerking, menu Menu Kwaliteit Menu Instellingen Menu PostScript Menu PCL Emul Melding over supplies Standaardbron Papierformaat/-soort Papierstructuur Papiergewicht Papier plaatsen Aangepaste srtn Universal-instelling Overige instellingen Netwerk/Poorten Beveiliging TCP/IP IPv6 SNMP Instellingen aangepaste koppeling Algemene netwerkinstellingen (actieve kaart) Afdrukserver herstellen Server Setup (Instellingen server) Actieve netwerkkaart selecteren Standaardnetwerk Standaard-USB Parallel Wachtwoordbeveiliging voor webpagina Datum en tijd instellen SNMP De Embedded Web Server gebruiken Als de printer in een netwerk is geïnstalleerd, is de Embedded Web Server beschikbaar voor een aantal verschillende functies: Printerinstellingen configureren De status van de printersupplies controleren De netwerkinstellingen configureren Een wachtwoord voor bepaalde menu's maken Rapporten bekijken Fabrieksinstellingen herstellen De virtuele display bekijken Printermenu's 70

71 Ga als volgt te werk om toegang te krijgen tot de Embedded Web Server: 1 Typ het IP-adres van de printer in het adresveld van uw webbrowser. Opmerking: Als u het IP-adres van de printer niet weet, drukt u een pagina met netwerkinstellingen af en zoekt u het IP-adres in het TCP/IP-gedeelte. 2 Klik op een van de tabs om informatie over de printer te openen, instellingen te wijzigen of een rapport te bekijken. Opmerking: Als de printer is aangesloten op een computer met een parallelle of USB-kabel, opent u het Hulpprogramma voor lokale-printerinstellingen voor Windows of Printerinstellingen voor Macintosh. Hulpprogramma voor lokale-printerinstellingen installeren Met het Hulpprogramma voor lokale-printerinstellingen kunt u de printerinstellingen voor een printer die is aangesloten op een lokale USB-poort of parallelle kabel, wijzigen en opslaan. Nadat u dit hulpprogramma hebt geïnstalleerd, kunt u instellingen voor opties zoals Tonerintensiteit, Spaarstand, Papierformaat en Papiersoort wijzigen. Zodra deze instellingen zijn geselecteerd, worden ze toegepast op alle afdruktaken. Het is echter mogelijk om de instellingen voor afzonderlijke afdruktaken in de printersoftware te wijzigen. Bovendien kunt u uw aangepaste instellingen opslaan in een opdrachtbestand dat u met behulp van de optie Save As Command File (Opslaan als opdrachtbestand) kunt distribueren naar opgegeven printers. 1 Plaats de cd Software en documentatie in de computer. 2 Klik op Install Printer and Software (Printer en software installeren). 3 Klik op Agree (Akkoord) om de licentieovereenkomst te accepteren. 4 Selecteer Custom (Aangepast) en klik op Next (Volgende). 5 Selecteer Select Components (Onderdelen selecteren) om het hulpprogramma op de computer te installeren in plaats van een script te maken en klik vervolgens op Next (Volgende). 6 Selecteer Local (Lokaal) om het hulpprogramma te installeren op de computer die u momenteel gebruikt en klik op Next (Volgende). 7 Selecteer onder Extra de optie Local Printer Settings Utility (Hulpprogramma voor lokaleprinterinstellingen). 8 Klik op Finish (Voltooien). Opmerkingen: Dit hulpprogramma wordt niet ondersteund in Windows x64-omgevingen. Dit hulpprogramma staat mogelijk niet op deze cd en/of is mogelijk niet beschikbaar voor alle printers. Printermenu's 71

72 Het hulpprogramma voor lokale-printerinstellingen gebruiken Met het Hulpprogramma voor lokale-printerinstellingen kunt u de printerinstellingen voor een printer die is aangesloten met een lokale USB-poort of parallelle kabel, wijzigen en opslaan. Sla de instellingen vanaf de werkbalk op door op Actions (Acties) Apply Settings (Instellingen toepassen) te klikken. Bovendien kunt u uw aangepaste instellingen opslaan in een opdrachtbestand dat u kunt distribueren naar opgegeven printers, door te klikken op Actions (Acties) Save As Command File (Opslaan als opdrachtbestand). Het Hulpprogramma voor lokale-printerinstellingen beat de volgende menu's en waarden: Papier Afwerking Kwaliteit printer PCL-emulatie PostScript Parallel USB Papier Afwerking Kwaliteit printer Papierbron Papierformaat Papiersoort Aangepaste srtn Ander formaat Papierstructuur Papiergewicht Duplex inbinden exemplaren Lege pagina's Sorteren Scheidingspags Bron scheid.pags N per vel (pagina's/kant) N per vel-volgorde Afdrukstand N/vel: rand Afdrukresolutie Verbetering van kleine lettertypen Tonerintensiteit PictureGrade Printertaal Corr na storing Taal weergeven Afdrukgebied Alarminstelling Toneralarm Laden naar Spaarstand Afdruktimeout Auto doorgaan Wachttimeout Resolutie verlagen Bronnen opslaan Reset Buffer afdrukken Pag-beveiliging Ecomodus Stille modus Printermenu's 72

73 PCL-emulatie PostScript Parallel USB A4-breedte Afdrukstand Automatisch HR na NR Auto NR na HR Regels per pag PS-fout afdr Vrk-lettertype PCL SmartSwitch PS SmartSwitch Uitgebreide status INIT honoreren Protocol Parallelbuffer PCL SmartSwitch PS SmartSwitch USB-buffer Het menu Afwerking gebruiken Gebruik het menu Afwerking om instellingen aan te passen voor functies zoals Sorteren, Scheidingsvellen en N per vel (Meerdere pagina's) afdrukken. U kunt de instellingen gebruiken om pagina's te sorteren, scheidingsvellen in te voegen tussen afdruktaken en maximaal 16 pagina's afdrukken op één vel papier. Ga als volgt te werk als u het menu Afwerking wilt openen: Open de Embedded Web Server op de printer door het IP-adres van de Embedded Web Server in de adresbalk van uw browser te typen. Klik op het tabblad Instellingen op Print Settings (Afdrukinstellingen) en klik op Finishing Menu (Menu Afwerking). Als de printer is aangesloten op een computer met een USB-kabel of een parallelle kabel, opent u het Hulpprogramma voor lokale-printerinstellingen voor Windows of Printerinstellignen voor Macintosh. Deze hulpprogramma's zijn geïnstalleerd met de printersoftware. Menu Papier Menu Standaardbron Menu-item Standaardbron Tray <x> (Lade <x>) Handm. invoer pap. Handm. invoer envelop Beschrijving Hiermee stelt u de standaardpapierbron in voor alle afdruktaken. Opmerkingen: Tray 1 (Lade 1) (standaardlade) is de standaardinstelling. Alleen een geïnstalleerde papierbron wordt als menu-instelling weergegeven. Een papierbron die is geselecteerd voor een afdruktaak heeft voorrang op de instelling Standaardbron voor de duur van de afdruktaak. Als u papier van hetzelfde formaat en dezelfde soort gebruikt in twee laden (en voor papierformaat en papiersoort de juiste waarden zijn ingesteld), worden de laden automatisch gekoppeld. Zodra een lade leeg is, wordt de taak verder afgedrukt op afdrukmateriaal uit de gekoppelde lade. Printermenu's 73

74 Menu Formaat/soort Menu-item Menu Bron selecteren Lade 1 Lade 2 Handm. invoer pap. Handm. invoer envelop Menu Formaat instellen voor lade 1 of lade 2 A4 A5 A6 JIS B5 Executive Folio Legal Letter Oficio (Mexico) Statement Universal Menu Formaat instellen voor handmatige invoer A4 A5 Executive Folio JIS B5 Legal Letter Oficio (Mexico) Statement Universal Menu Formaat instellen voor handmatige envelopinvoer 7 3/4-envelop 9-envelop 10-envelop C5-envelop B5-envelop DL-envelop Overige enveloppen Beschrijving Opmerkingen: Met deze menu's kunt u het geplaatste papierformaat en de geplaatste papiersoort in de geselecteerde lade of handmatige invoer opgeven. Alleen laden en laders die zijn geïnstalleerd, staan in dit menu vermeld. Hiermee kunt u het papierformaat opgeven dat in elke lade is geplaatst Opmerkingen: "Letter" is de standaardinstelling in de VS. "A4" is de internationale standaardinstelling. Als u papier van hetzelfde formaat en dezelfde soort gebruikt in twee laden (en voor papierformaat en papiersoort de juiste waarden zijn ingesteld), worden de laden automatisch gekoppeld. Zodra een lade leeg is, wordt de taak verder afgedrukt op afdrukmateriaal uit de gekoppelde lade. A6-papier wordt alleen ondersteund voor lade 1. Hiermee kunt u het papierformaat opgeven dat in de handmatige invoer is geplaatst Opmerking: "Letter" is de standaardinstelling in de VS. "A4" is de internationale standaardinstelling. Hiermee kunt u het envelopformaat opgeven dat u handmatig plaatst Opmerking: 10-envelop is de standaardinstelling in de VS. DL-envelop is de internationale standaardinstelling. Printermenu's 74

75 Menu-item Menu Soort instellen voor lade 1 Normaal papier Karton Transparanten Kringlooppapier Etiketten Bankpost Briefhoofdpapier Voorbedrukt papier Gekleurd papier Licht papier Zwaar papier Ruw/katoen Aangepast <x> Menu Soort instellen voor lade 2 Normaal papier Karton Kringlooppapier Etiketten Bankpost Briefhoofdpapier Voorbedrukt papier Gekleurd papier Licht papier Zwaar papier Ruw/katoen Aangepast <x> Menu Soort instellen voor handmatige invoer Normaal papier Karton Transparanten Etiketten Bankpost Briefhoofdpapier Voorbedrukt papier Gekleurd papier Licht papier Zwaar papier Ruw/katoen Aangepast <x> Menu Soort instellen voor handmatige envelopinvoer Envelop Aangepast <x> Beschrijving Hiermee kunt u de papiersoort opgeven die in lade 1 is geplaatst Opmerkingen: Normaal papier is de standaardinstelling voor lade 1. Als u zelf een naam hebt opgegeven, wordt deze weergegeven in plaats van Aangepast <x>. Gebruik dit menu-item om de laden automatisch te laten koppelen. Hiermee kunt u de papiersoort opgeven die in lade 2 is geplaatst Opmerkingen: Aangepast <x> is de standaardinstelling. Als u zelf een naam hebt opgegeven, wordt deze weergegeven in plaats van Aangepast <x>. Gebruik dit menu-item om de laden automatisch te laten koppelen. Hiermee kunt u de papiersoort opgeven die u handmatig plaatst Opmerking: "Normaal papier" is de standaardinstelling. Hiermee kunt u de envelopsoort opgeven die u handmatig plaatst Opmerking: "Envelop" is de standaardinstelling. Printermenu's 75

76 Menu Papierstructuur In het menu Papierstructuur worden de functies Soort selecteren en Structuur selecteren gecombineerd zodat u de structuur kunt selecteren voor een bepaalde papiersoort. Menu-item Soort selecteren Struct normaal Structuur karton Structuur transparant Struct. kringl.pap. Structuur etiketten Struct bankpost Struct envelop Structuur briefhoofd Structuur voorbedrukt Struct gekleurd Structuur licht Structuur zwaar Structuur ruw Structuur aangepast <x> Structuur selecteren Licht Normaal Zwaar Beschrijving Hiermee kunt u de papiersoort opgeven Nadat u een instelling heb geselecteerd voor Soort selecteren, kunt u met de functie Structuur selecteren de structuur instellen voor die papiersoort. Opmerkingen: Normaal is de standaardinstelling voor de meeste items. Ruw is de standaardinstelling voor bankpostpapier. Als Structuur ruw de geselecteerde instelling is voor Soort selecteren, kunt u alleen de instelling Ruw gebruiken voor Structuur selecteren. Instellingen worden alleen weergegeven als het papier wordt ondersteund. Printermenu's 76

77 Menu Papiergewicht In het menu Papiergewicht worden de functies Soort selecteren en Gewicht selecteeren gecombineerd zodat u het gewicht kunt selecteren voor een bepaalde papiersoort. Menu-item Soort selecteren Gewicht normaal Gewicht karton Gewicht transparanten Gewicht kringl.pap. Gewicht etiketten Gewicht bankpost Gewicht envelop Gewicht briefhoofd Gewicht voorbedrukt Gewicht gekleurd Gewicht licht Gewicht zwaar Gewicht ruw Structuur aangepast <x> Gewicht selecteren Lampje Normaal Zwaar Beschrijving Menu Papier plaatsen Hiermee kunt u de papiersoort opgeven Nadat u een instelling heb geselecteerd voor Soort selecteren, kunt u met de functie Gewicht selecteren het gewicht instellen voor die papiersoort. Opmerkingen: Normaal is de standaardinstelling voor de meeste items. Als Gewicht licht de geselecterde instelling is voor Soort selecteren, kunt u alleen Licht selecteren voor Gewicht selecteren. Als Gewicht zwaar de geselecterde instelling is voor Soort selecteren, kunt u alleen Zwaar selecteren voor Gewicht selecteren. Instellingen worden alleen weergegeven als het papier wordt ondersteund. Menu-item Soort selecteren Kringl.pap. plaatsen Bankpostpapier plaatsen Briefhoofdpap. laden Voorbedrukt plaatsen Gekleurd papier plaatsen Licht plaatsen Zwaar plaatsen Aangepast laden Beschrijving Hiermee kunt u de papiersoort opgeven. Opmerking: nadat u de papiersoort hebt geselecteerd, wordt Set plaatsen weergegeven. Printermenu's 77

78 Menu-item Set plaatsen Dubbelzijdig Aan Beschrijving Hiermee kunt u aangeven of dubbelzijdig afdrukken (2-zijdig) is ingeschakeld. Opmerking: Off (Uit) is de standaardinstelling. Menu Aangepast Menu-item Aangepast <x> Papier Karton Transparanten Etiketten Envelop Ruw/katoen Kringlooppapier Papier Karton Transparanten Etiketten Envelop Ruw/katoen Beschrijving Als u een naam opgeeft bij Custom Type <x> (Aangepast <x>), wordt deze naam weergegeven in plaats van Custom Type <x> (Aangepast <x>). Opmerkingen: U kunt maximaal 16 tekens gebruiken voor de naam. Papier is de standaardinstelling voor Aangepast. U kunt alleen afdrukken op de aangepaste materiaalsoort als deze wordt ondersteund door de lade of invoer die u selecteert. U moet een papiersoort toewijzen aan het kringlooppapier dat in de printer is geplaatst. De papiersoort voor kringlooppapier wordt tevens gebruikt in andere menu's. Opmerkingen: "Papier" is de standaardinstelling. U kunt alleen afdrukken op de kringlooppapiersoort als deze wordt ondersteund door de lade of invoer die u selecteert. Menu Universal-instelling Met deze menu-items geeft u de hoogte, de breedte en de invoerrichting op voor het universele papierformaat. De instelling voor het universele papierformaat is een door de gebruiker gedefinieerd papierformaat. De instelling staat in de lijst met de andere papierformaatinstellingen en biedt soortgelijke opties, zoals ondersteuning voor dubbelzijdig afdrukken en meerdere pagina's afdrukken op één vel. Menu-item Maateenheden Inch Millimeter Staand breedte 3-14,17 inch mm Beschrijving Hiermee worden de maateenheden aangegeven. Opmerkingen: In de VS wordt standaard gebruikgemaakt van inches. Millimeter is de internationale standaardinstelling. Hiermee stelt u de breedte van de portretstand (staand) in. Opmerkingen: Als de ingestelde waarde groter is dan de maximale breedte, gebruikt de printer de maximaal toegestane breedte. 8,5 inch is de standaardinstelling in de Verenigde Staten. Inches kunnen worden verhoogd in stappen van 0,01 inch. 216 mm is de internationale standaardinstelling. Millimeters kunnen worden verhoogd in stappen van 1 mm. Printermenu's 78

79 Menu-item Staand hoogte 3-14,17 inch mm Invoerrichting Korte zijde Lange zijde Beschrijving Hiermee stelt u de hoogte van de portretstand (staand) in. Opmerkingen: Als de ingestelde waarde groter is dan de maximale hoogte, gebruikt de printer de maximaal toegestane hoogte. 14 inch is de standaardinstelling in de Verenigde Staten. Inches kunnen worden verhoogd in stappen van 0,01 inch. 356 mm is de internationale standaardinstelling. Millimeters kunnen worden verhoogd in stappen van 1 mm. Hiermee geeft u de invoerrichting aan. Opmerkingen: "Korte zijde" is de standaardinstelling. "Lange zijde" wordt alleen weergegeven als de langste zijde korter is dan de maximale lengte die wordt ondersteund in de lade. Menu Instellingen Menu Algemene instellingen Menu-item Taal weergeven English Français Deutsch Italiano Español Dansk Norsk Nederlands Svenska Portuguese Suomi Russisch Polski Magyar Turkçe Cesky Vereenvoudigd Chinees Traditioneel Chinees Koreaans Japans Beschrijving Hiermee wordt de taal van de tekst op het display ingesteld. Opmerking: Niet alle talen zijn voor alle printers beschikbaar. Printermenu's 79

80 Menu-item Ecomodus Aan Energie Papier Energie/papier Stille modus Aan Uit Eerste installatie uitvoeren Ja Nee Alarm Cartridge-alarm Aan Eénmalig Time-outs Spaarstand Uitgeschakeld Time-outs Afdruktime-out Uitgeschakeld Time-outs Wachttime-out Uitgeschakeld Beschrijving Opmerking: Uit is de standaardinstelling. Opmerking: Uit is de standaardinstelling. Als u de installatiewizard nog niet hebt uitgevoerd, is de standaardinstelling Ja. Hebt u de wizard uitgevoerd, dan is de standaardinstelling Nee. Op de display wordt een bericht weergegeven als de toner bijna op is Opmerkingen: Uit is de standaardinstelling. Het bericht Toner is bijna op wordt weergegeven als waarschuwing. Bij Eénmalig wordt het bericht Toner is bijna op weergegeven en knippert het indicatielampje rood. Hiermee stelt u in na hoeveel minuten de spaarstand wordt ingeschakeld nadat een afdruktaak is afgedrukt. Opmerking: Uitgeschakeld wordt alleen weergegeven wanneer Energiebesparing is ingesteld op Uit. Hiermee wordt de tijd in seconden ingesteld die de printer wacht om een melding voor einde taak te ontvangen voordat de rest van de afdruktaak wordt geannuleerd. Opmerkingen: "90 seconden" is de standaardinstelling. Als de ingestelde tijd is verstreken, wordt een gedeeltelijk afgedrukte pagina die zich nog steeds in de printer bevindt, afgedrukt en controleert de printer of er nog nieuwe afdruktaken in de wachtrij staan. Afdruktime-out is alleen beschikbaar als u PCL-emulatie gebruikt. Deze instelling is niet van invloed op afdruktaken waarvoor PostScript-emulatie wordt gebruikt. Hiermee wordt de tijd in seconden ingesteld die de printer wacht op verdere gegevens voordat de afdruktaak wordt geannuleerd. Opmerkingen: "40 seconden" is de standaardinstelling. "Wachttime-out" is alleen beschikbaar wanneer de printer PostScript-emulatie gebruikt. Deze instelling is niet van invloed op afdruktaken waarvoor PCLemulatie wordt gebruikt. Printermenu's 80

81 Menu-item Afdrukherstel Auto doorgaan Uitgeschakeld Afdrukherstel Herstel na storing Uit Aan Automatisch Afdrukherstel Paginabeveiliging Uit Aan Fabrieksinstellingen Niet herstellen Nu herstellen Beschrijving Hiermee krijgt de printer opdracht automatisch door te gaan als bepaalde offline situaties niet binnen de opgegeven termijn zijn opgelost. Opmerkingen: Uitgeschakeld is de standaardinstelling is een tijdbereik in seconden. Hiermee geeft u op of de printer vastgelopen pagina's opnieuw afdrukt. Opmerkingen: Automatisch is de standaardinstelling. De printer drukt vastgelopen pagina's opnieuw af, tenzij het geheugen om de pagina's op te slaan benodigd is voor andere afdruktaken. Als "Aan" de instelling is, worden vastgelopen pagina's altijd opnieuw afgedrukt. Als "Uit" de instelling is, worden vastgelopen pagina's nooit opnieuw afgedrukt. Hiermee drukt de printer een pagina af die anders mogelijk niet zou worden afgedrukt. Opmerkingen: Uit is de standaardinstelling. Met de instelling "Uit" wordt een pagina gedeeltelijk afgedrukt wanneer er niet genoeg geheugen is om de hele pagina af te drukken. Met de instelling "Aan" verwerkt de printer de hele pagina zodat de volledige pagina wordt afgedrukt. Hiermee zet u de printerinstellingen terug naar de standaard fabriekswaarden. Opmerkingen: "Niet herstellen" is de standaardinstelling. Als "Niet herstellen" is ingesteld, blijven de gebruikersinstellingen van kracht. Met Nu herstellen worden alle printerinstellingen teruggezet naar de standaardfabriekswaarden, met uitzondering van de instellingen voor de menu's Netwerk en Poorten. Downloads die zijn opgeslagen in het RAM-geheugen worden verwijderd. Downloads die zijn opgeslagen in het flashgeheugen worden niet verwijderd. Menu Instellingen Menu-item Printertaal PS-emulatie PCL-emulatie Beschrijving Hiermee wordt de standaardprintertaal ingesteld. Opmerkingen: PostScript-emulatie gebruikt een PS-interpreter voor het verwerken van afdruktaken. PCL-emulatie gebruikt een PCL-interpreter voor het verwerken van afdruktaken. De standaardinstelling voor printertaal is PCL-emulatie. Als een bepaalde printertaal als standaardtaal is ingesteld, betekent dit niet dat softwareprogramma's geen afdruktaken kunnen verzenden die een andere printertaal gebruiken. Printermenu's 81

82 Menu-item Afdrukgebied Normaal Hele pagina Laden naar RAM Flash Bronnen opslaan Uit Aan Volgorde bij alles afdrukken Op alfabet Nieuwste eerst Oudste eerst Beschrijving Hiermee stelt u het logische en fysieke afdrukbare gebied in. Opmerkingen: "Normaal" is de standaardinstelling. Als u probeert gegevens af te drukken in het niet-afdrukbare gebied dat is aangegeven via de instelling "Normaal", dan snijdt de printer de afbeelding bij op de begrenzing. Als de instelling "Hele pagina" is ingeschakeld, kunt u de afbeelding verplaatsen naar het niet-afdrukbare gebied dat is aangegeven via de instelling "Normaal", maar de printer snijdt de afbeelding bij op de begrenzing van de instelling 'Normaal". De instelling Hele pagina is alleen van toepassing op pagina's die zijn afgedrukt met een PCL 5e-interpreter. Deze instelling is niet van invloed op pagina's die worden afgedrukt met een PCL XL- of PostScript-interpreter. Hiermee stelt u de opslaglocatie van geladen bronnen in. Opmerkingen: "RAM" is de standaardinstelling. Flash wordt alleen weergegeven als er een optionele flashgeheugenkaart is geïnstalleerd. Bronnen die in het RAM worden opgeslagen, zijn tijdelijk opgeslagen. Hiermee stelt u in wat de printer moet doen met geladen bronnen, zoals lettertypen en macro's die zijn opgeslagen in het RAM, als de printer een taak krijgt die meer geheugen vereist dan er beschikbaar is. Opmerkingen: Uit is de standaardinstelling. Als "Uit" is ingesteld, worden de geladen bronnen in de printer bewaard tot het geheugen nodig is voor andere taken. Geladen bronnen worden verwijderd zodat afdruktaken kunnen worden verwerkt. Als "Aan" is ingesteld, blijven geladen bronnen bewaard, ook wanneer de taal wordt gewijzigd en de printer opnieuw wordt ingesteld. Als de printer onvoldoende geheugen heeft, worden de downloads niet verwijderd. Hiermee stelt u de volgorde in waarin de taken worden afgedrukt. Opmerking: Op alfabet is de standaardinstelling. Printermenu's 82

83 Menu Afwerking Menu-item Zijden (Duplex) 2-zijdig afdrukken 1-sided (1-zijdig) Duplex inbinden Lange zijde Korte zijde exemplaren Lege pagina's Niet afdrukken Afdrukken Sorteren Uit (1,1,1,2,2,2) Aan (1,2,1,2,1,2) Scheidingspags Geen Tussen kopieën Tussen taken Tussen pags Beschrijving Hiermee bepaalt u of dubbelzijdig afdrukken is ingesteld als de standaardinstelling voor alle afdruktaken. Opmerkingen: 2-zijdig is de standaardinstelling Voor Windows-gebruikers: als u vanuit het programma 2-zijdig afdrukken wilt instellen, klikt u op File (Bestand) Print (Afdrukken) en klikt u op Properties (Eigenschappen), Preferences (Voorkeuren), Options (Opties) of Setup (Instellen). Voor Macintosh-gebruikers: selecteer File (Archief) > Print (Druk af) en pas de instellingen aan in het dialoogvenster voor afdrukken en de pop-up menu's. Hiermee definieert u hoe dubbelzijdig afgedrukte pagina's worden ingebonden en wat de afdrukstand is van de achterzijde van de pagina in relatie tot de voorzijde van de pagina. Opmerkingen: Long Edge (Lange zijde) is de standaardinstelling. Met de instelling voor lange zijde worden staande pagina's aan de linkerzijde en liggende pagina's aan de bovenzijde ingebonden. Met de instelling voor korte zijde worden staande pagina's aan de bovenzijde en liggende pagina's aan de linkerzijde ingebonden. Hiermee geeft u een standaardaantal exemplaren op voor elke afdruktaak. Opmerking: "1" is de standaardinstelling. Hiermee stelt u in of er lege pagina's in een afdruktaak worden ingevoegd. Opmerking: Niet afdrukken is de standaardinstelling. Hiermee houdt u de pagina's van een afdruktaak op volgorde als u meerdere exemplaren afdrukt. Opmerkingen: Aan is de standaardinstelling; de pagina's worden op volgorde afgedrukt. Bij beide instellingen wordt de volledige taak even vaak afgedrukt. Hiermee stelt u in of er lege scheidingsvellen worden ingevoerd. Opmerkingen: Geen is de standaardinstelling. Met 'Tussen exemplaren' voegt u een lege pagina in tussen elke kopie van een afdruktaak als Sorteren is ingesteld op Aan. Als Sorteren is ingesteld op Uit, wordt een lege pagina ingevoegd tussen alle sets van afgedrukte pagina's (na alle pagina's 1, alle pagina's 2, enzovoort). Met Between Jobs (Tussen taken) voegt u een leeg vel in tussen afdruktaken. Met Between Pages (Tussen pagina's) voegt u een leeg vel in tussen elke pagina van de afdruktaak. Deze instelling is handig als u transparanten afdrukt of pagina's voor aantekeningen in een document wilt opnemen. Printermenu's 83

84 Menu-item Bron scheid.pags Tray <x> (Lade <x>) Universeellader N per vel (pagina's-zijde) Aan 2 per vel 3 per vel 4 per vel 6 per vel 9 per vel 12 per vel 60 per vel N per vel (stand) Horizontal (Horizontaal) Omgekeerd horizontaal Omgekeerd verticaal Verticaal Afdrukstand Automatisch Liggend Staand N per vel (rand) Geen Effen Beschrijving Hiermee geeft u de papierbron voor de scheidingsvellen op. Opmerkingen: Tray 1 (Lade 1) (standaardlade) is de standaardinstelling. Universeelladers wordt alleen weergegeven als de optie wordt ondersteund op de printer en als Configuratie U-lader is ingesteld op Cassette. Hiermee geeft u aan dat meerdere paginabeelden afgedrukt moeten worden op één zijde van een vel papier. Opmerkingen: Off (Uit) is de standaardinstelling. Het geselecteerde aantal is het aantal paginabeelden dat per zijde wordt afgedrukt. Hiermee geeft u de positie op van afbeeldingen met meerdere pagina's als u N per vel (pagina's-zijden) gebruikt Opmerkingen: Horizontal (Horizontaal) is de standaardinstelling. De positie hangt af van het aantal afbeeldingen en de afdrukstand van de afbeeldingen (staand of liggend). Hiermee stelt u de afdrukstand in van een vel waarop meerdere pagina's worden afgedrukt. Opmerkingen: Auto (Autom.) is de standaardinstelling. De printer kiest tussen de afdrukstanden Staand en Liggend. Voor Liggend wordt de lange zijde gebruikt. Voor Staand wordt de korte zijde gebruikt. De printer drukt een rand af rond elk paginabeeld wanneer u N per vel (rand) gebruikt. Opmerking: Geen is de standaardinstelling. Menu Kwaliteit Menu-item Afdrukresolutie 300 dpi 600 dpi 1200 dpi Beeldkwal Beeldkwal Beschrijving Hiermee stelt u de resolutie in van de afgedrukte uitvoer. Opmerking: 600 dpi is de standaardfabrieksinstelling. Printermenu's 84

85 Menu-item Tonerintensiteit 1-10 Fine Lines-verbetering Uit Aan Grijscorrectie Automatisch Aan Pixelversterking Aan Lettertypen Horizontaal Verticaal Beide richtingen Helderheid -6-6 Contrast 0-5 Beschrijving Hiermee maakt u afdrukken lichter of donkerder. Opmerkingen: "8" is de standaardinstelling. Als u een lager cijfer kiest, bespaart u toner. Hiermee schakelt u een afdrukmodus in die speciaal bedoeld is voor bestanden met nauwkeurige details, zoals bouwkundige tekeningen, kaarten, stroomcircuitschema's en stroomdiagrammen. Opmerkingen: Off (Uit) is de standaardinstelling. Als u Fine Lines-verbetering wilt instellen in Windows opent u een document en klikt u op File (Bestand) Print (Afdrukken). Klik vervolgens op Properties (Eigenschappen), Preferences (Voorkeuren), Options (Opties) of Setup (Instellen). Voor Macintosh-gebruikers: selecteer File (Archief)> Print (Druk af) en pas de instellingen aan in het dialoogvenster voor afdrukken en de pop-upmenu's. Als u Fine Lines-verbetering wilt instellen via de Embedded Web Server, geeft u het IPadres van de netwerkprinter op in een browservenster. Hier kunt u bepalen of u grijscorrectie wilt toepassen op grijze afbeeldingen die u afdrukt. Met Automatisch wordt de grijscorrectie automatisch toegepast en met Uit wordt geen correctie toegepast. Opmerking: Uit is de standaardinstelling. Hiermee kunt u tekens duidelijker maken. Voor bepaalde lettertypen hebt u mogelijk pixelversterking nodig. Opmerking: Uit is de standaardinstelling. Hiermee kunt u afdrukken aanpassen of donkerder maken. Tevens kunt u hiermee toner besparen. Opmerking: "0" is de standaardinstelling. Contrast van de afgedrukte objecten aanpassen Opmerking: "0" is de standaardinstelling. Menu PostScript Menu-item PS-fout afdr Uit Aan Beschrijving Hiermee wordt een pagina afgedrukt die de PostScript-fout bevat. Opmerking: Uit is de standaardinstelling. Printermenu's 85

86 Menu-item Vrk-lettertype Intern Flash/Schijf Beschrijving Hiermee bepaalt u waar de printer begint met het zoeken naar het gewenste lettertype. Opmerkingen: "Intern" is de standaardinstelling. Dit menu-item is alleen beschikbaar als er een goed werkende, geformatteerde optionele flashgeheugenkaart in de printer is geïnstalleerd. De optionele flashgeheugenkaart mag niet beveiligd zijn tegen lezen/schrijven of schrijven of beveiligd zijn met een wachtwoord. De buffergrootte mag niet zijn ingesteld op 100%. Menu PCL Emul Menu-item Lettertypebron Intern Downloaden Flash Alle(s) Lettertypenaam <x> Symbolenset <x> Instellingen voor PCL-emulatie Puntgrootte 1, ,00 Beschrijving Hiermee geeft u aan welke set met lettertypen beschikbaar zijn Opmerkingen: "Intern" is de standaardinstelling. De standaardset met lettertypen die in het RAM is geladen, wordt hiermee weergegeven. Downloaden wordt alleen weergegeven als er gedownloade lettertypen aanwezig zijn. Met deze instelling worden alle lettertypen weergegeven die in het RAM zijn gedownload. Flash wordt alleen weergegeven als er een optionele flashgeheugenkaart met lettertypen is geïnstalleerd. De optionele flashgeheugenkaart moet op juiste wijze worden geformatteerd en mag niet beveiligd zijn tegen lezen/schrijven of schrijven of beveiligd zijn met een wachtwoord. Met de instelling "Alle(s)" worden alle lettertypen weergegeven die bij een willekeurige optie beschikbaar zijn. Hiermee kunt u de instelling in een keuzelijst bekijken of wijzigen. Hiermee kunt u de instelling in een keuzelijst bekijken of wijzigen. Hiermee wijzigt u de puntgrootte van schaalbare typografische lettertypen. Opmerkingen: "12" is de standaardinstelling. Puntgrootte heeft betrekking op de hoogte van de tekens in het lettertype. Eén punt is ongeveer gelijk aan 0,35 mm. Puntgroottes kunnen worden aangepast in stappen van 0,25 punten. Printermenu's 86

87 Menu-item Instellingen voor PCL-emulatie Pitch 0, Instellingen voor PCL-emulatie Afdrukstand Staand Liggend Instellingen voor PCL-emulatie Regels per pagina Instellingen voor PCL-emulatie A4-breedte 198 mm 203 mm Instellingen voor PCL-emulatie Autom HR na NR Uit Aan Instellingen voor PCL-emulatie Auto NR na HR Uit Aan Beschrijving Hiermee stelt u de lettertypepitch in voor schaalbare lettertypen met een vaste tekenafstand (monogespatieerd). Opmerkingen: "10" is de standaardinstelling. Pitch heeft betrekking op het aantal niet-proportionele tekens per inch (cpi). Pitch kan worden aangepast in stappen van 0,01 cpi. Voor niet-schaalbare, monogespatieerde lettertypen wordt de pitch wel weergegeven, maar kunt u deze niet wijzigen. Hiermee stelt u de afdrukstand in van tekst en afbeeldingen op de pagina. Opmerkingen: "Staand" is de standaardinstelling. Met "Staand" drukt u de tekst en afbeeldingen evenwijdig aan de korte zijde van het papier af. Met "Liggend" drukt u de tekst en afbeeldingen evenwijdig aan de lange zijde van het papier af. Hiermee bepaalt u het aantal regels dat op elke pagina wordt afgedrukt. Opmerkingen: 60 is de standaardinstelling in de Verenigde Staten en 64 is de internationale standaardinstelling. De printer stelt de ruimte tussen de regels in op basis van de instellingen voor Regels per pagina, Papierformaat en Afdrukstand. Selecteer het gewenste papierformaat en de afdrukstand voordat u het aantal regels per pagina instelt. Hiermee stelt u de printer in op A4-papierformaat. Opmerkingen: 198 mm is de standaardinstelling. Met de instelling van 203 mm wordt de breedte van de pagina zo ingesteld dat er tachtig 10-pitch tekens kunnen worden afgedrukt. Hiermee geeft u op of de printer automatisch een harde return (CR) moet geven na de opdracht om naar een nieuwe regel te gaan (LF). Opmerking: Uit is de standaardinstelling. Hiermee geeft u aan of de printer automatisch een nieuwe regel (NR) uitvoert na een opdracht voor een harde return (HR). Opmerking: Uit is de standaardinstelling. Printermenu's 87

88 Menu-item Lade-nr wijzigen Waarde U-lader Aan Geen Waarde lade <x> Aan Geen Waarde handm. invoer Aan Geen Waarde hand-env Aan Geen Lade-nr wijzigen Fabr. instelling Geen Lade-nr wijzigen Stndwrdn herstellen Yes (Ja) No (Nee) Beschrijving Hiermee configureert u de printer zodanig dat deze werkt met printersoftware of toepassingen die andere laden als papierbron hebben gedefinieerd. Opmerkingen: Uit is de standaardinstelling. "Geen" is niet beschikbaar als selectie. Deze instelling wordt alleen weergegeven als deze door de PCL 5-interpreter wordt geselecteerd. Als "Geen" de instelling is, wordt de opdracht voor het selecteren van de papierinvoer genegeerd. Met kan een aangepaste instelling worden toegewezen. Hiermee wordt de standaardinstelling weergegeven voor elke invoerlade. Hiermee worden alle invoerlade-instellingen teruggezet naar de standaardinstelling. Menu Netwerk/poorten Menu Netwerk Menu-item PCL SmartSwitch Uit Aan Beschrijving Hiermee stelt u de printer zo in dat deze automatisch overschakelt op PCLemulatie als dit door een afdruktaak wordt vereist, ongeacht de standaardprintertaal. Opmerkingen: Aan is de standaardinstelling. Als PCL SmartSwitch is ingesteld op "Uit", controleert de printer de binnenkomende gegevens niet. De printer gebruikt in dat geval PostScript-emulatie als PS SmartSwitch is ingesteld op "Aan". Als PS SmartSwitch is ingesteld op "Uit", wordt de standaardprintertaal gebruikt die in het menu Instellingen is opgegeven. Printermenu's 88

89 Menu-item PS SmartSwitch Uit Aan NPA-modus Aan Automatisch Netwerkbuffer Uitgeschakeld Automatisch 3K tot <maximaal toegestane grootte> Mac binair PS Uit Aan Automatisch Netwerkinstallatie Beschrijving Hiermee stelt u de printer zo in dat deze automatisch overschakelt op PSemulatie als dit door een afdruktaak wordt vereist, ongeacht de standaardprintertaal. Opmerkingen: Aan is de standaardinstelling. Als PCL SmartSwitch is ingesteld op "Uit", controleert de printer de binnenkomende gegevens niet. Als de Uit-instelling wordt gebruikt, gebruikt de printer PCL-emulatie als de PCL-SmartSwitch staat ingesteld op Aan. Als PCL SmartSwitch is ingesteld op "Uit", wordt de standaardprintertaal gebruikt die in het menu Instellingen is opgegeven. Hiermee geeft u aan of de printer de speciale verwerking voor bidirectionele communicatie uitvoert, zoals gedefinieerd in de specificaties van het NPAprotocol. Opmerkingen: Automatisch is de standaardinstelling. Als u deze instelling wijzigt met het bedieningspaneel van de printer en vervolgens de menu's afsluit, wordt de printer opnieuw opgestart. De menuselectie wordt bijgewerkt. Hiermee stelt u de grootte van de netwerkinvoerbuffer in. Opmerkingen: Automatisch is de standaardinstelling. De waarde kan in stappen van 1K worden gewijzigd. De maximumgrootte die is toegestaan hangt af van de hoeveelheid geheugen in de printer, de grootte van de andere koppelingsbuffers en of u het menu-item Bronnen opslaan hebt ingesteld op "Aan" of "Uit". Als u het bereik van de netwerkbuffer wilt maximaliseren, kunt u de parallelle buffer en de USB-buffer uitschakelen of kleiner maken. Als u deze instelling wijzigt met het bedieningspaneel van de printer en vervolgens de menu's afsluit, wordt de printer opnieuw opgestart. De menuselectie wordt bijgewerkt. Hiermee stelt u de printer in voor de verwerking van binaire PostScriptafdruktaken voor Macintosh. Opmerkingen: Automatisch is de standaardinstelling. Als "Uit" is ingesteld, filtert de printer afdruktaken die gebruikmaken van het standaardprotocol. Als "Aan" is ingesteld, worden ruwe binaire PostScript-afdruktaken verwerkt. Hiermee kunt u de netwerkconfiguratie van de printer weergeven. Printermenu's 89

90 Menu Netwerkkaart Menu-item Kaartstatus weergeven Aangesloten Verbinding verbroken Kaartsnelheid weergeven Netwerkadres weergeven UAA LAA Time-out van taak seconden Beschrijving Hiermee kunt u vaststellen of de netwerkkaart verbinding heeft. Hier wordt de snelheid van een actieve netwerkkaart aangegeven. Beide adressen worden aangegeven met een hexadecimaal getal van 12 cijfers. Hiermee stelt u in na hoeveel seconden een vanaf het netwerk opgegeven afdruktaak kan worden geannuleerd. Opmerkingen: "90 seconden" is de standaardinstelling. Als u de waarde op 0 zet, wordt de time-out uitgeschakeld. Als u een waarde tussen 1 en 9 kiest, wordt de instelling opgeslagen als 10. Voorblad Uit Aan Hiermee kunt u een voorblad afdrukken op de printer. Opmerking: Off (Uit) is de standaardinstelling. Menu TCP/IP Gebruik de volgende menu-items om de TCP/IP-gegevens te bekijken of in te stellen. Opmerking: Dit menu is alleen beschikbaar voor netwerkmodellen of printers die zijn aangesloten op afdrukservers. Menu-item TCP/IP Inschakelen Uit Aan TCP/IP Hostnaam weergeven TCP/IP IP-adres TCP/IP Netmask TCP/IP Gateway TCP/IP DHCP inschakelen Yes (Ja) No (Nee) Beschrijving Hiermee kunt u opgeven of TCP/IP moet worden geactiveerd. Opmerking: On (Aan) is de standaardinstelling. Hiermee wordt de huidige TCP/IP-hostnaam weergegeven. Hiermee kunt u de huidige TCP/IP-adresinformatie weergeven of wijzigen. Opmerking: Dit is een IP-adres met vier velden. Hiermee kunt u de huidige informatie voor het TCP/IP-netmasker weergeven of wijzigen. Opmerking: Dit is een IP-adres met vier velden. Hiermee kunt u de huidige TCP/IP-gatewayinformatie weergeven of wijzigen. Opmerking: Dit is een IP-gateway met vier velden. Hiermee kunt u de instelling bekijken of wijzigen. Opmerking: Yes (Ja) is de standaardinstelling. Printermenu's 90

91 Menu-item TCP/IP AutoIP Yes (Ja) No (Nee) TCP/IP FTP/TFTP inschakelen Yes (Ja) No (Nee) TCP/IP HTTP-server inschakelen Yes (Ja) No (Nee) TCP/IP WINS-serveradres DNS-serveradres Beschrijving Hiermee kunt u de instelling bekijken of wijzigen. Opmerking: Yes (Ja) is de standaardinstelling. Hiermee kunt u de instelling bekijken of wijzigen. Opmerking: Yes (Ja) is de standaardinstelling. Hiermee kunt u de instelling bekijken of wijzigen. Opmerking: Yes (Ja) is de standaardinstelling. Hiermee kunt u de instelling bekijken of wijzigen. Opmerking: Dit is een IP-adres met vier velden. Menu IPv6 Gebruik de volgende menu-items om de IPv6 (Internet Protocol versie 6)-gegevens te bekijken of in te stellen. Opmerking: Dit menu is alleen beschikbaar voor netwerkmodellen of printers die zijn aangesloten op afdrukservers. Menu-item IPv6 IPv6 inschakelen Uit Aan IPv6 Automatische configuratie Uit Aan IPv6 Hostnaam weergeven Adres weergeven Routeradres weergeven IPv6 Schakel DHCPv6 in Yes (Ja) No (Nee) Beschrijving Hiermee schakelt u IPv6 op de printer in. Opmerking: On (Aan) is de standaardinstelling. Hiermee kunt u de netwerkadapter de door een router automatisch geconfigureerde IPv6-adressen laten accepteren. Opmerking: On (Aan) is de standaardinstelling. Hiermee geeft u de instelling weer. Opmerking: deze instellingen kunt u alleen wijzigen via de Embedded Web Server. Hiermee schakelt u DHCPv6 op de printer in. Opmerking: Yes (Ja) is de standaardinstelling. Printermenu's 91

92 AppleTalk, menu Menu-item Inschakelen Aan Uit Naam weergeven <geen> Adres weergeven <geen> Zone instellen <lijst met zones beschikbaar op het netwerk> Menu USB Beschrijving Hiermee wordt de AppleTalk-ondersteuning in- of uitgeschakeld. Opmerking: On (Aan) is de standaardinstelling. Hiermee wordt de toegewezen AppleTalk-naam weergegeven. Hiermee wordt het toegewezen AppleTalk-adres weergegeven. Hiermee wordt een lijst met AppleTalk-zones weergegeven die op het netwerk beschikbaar zijn. Opmerking: De standaardinstelling is de standaardzone voor het netwerk. Als geen standaardzone beschikbaar is, wordt de zone die is gemarkeerd met een * gebruikt als standaardinstelling. Menu-item PCL SmartSwitch Aan Uit PS SmartSwitch Aan Uit Beschrijving Hiermee stelt u de printer zo in dat deze automatisch overschakelt op PCLemulatie als dit door een afdruktaak op de USB-poort wordt vereist, ongeacht de standaardprintertaal. Opmerkingen: Aan is de standaardinstelling. Als PCL SmartSwitch is ingesteld op "Uit", controleert de printer de binnenkomende gegevens niet. Wanneer de instelling "Uit" is, gebruikt de printer PostScript-emulatie als PS SmartSwitch is ingesteld op "Aan". Als PS SmartSwitch is ingesteld op "Uit", wordt de standaardprintertaal gebruikt die in het menu Instellingen is opgegeven. Hiermee stelt u de printer zo in dat deze automatisch overschakelt op PSemulatie als dit door een afdruktaak op de USB-poort wordt vereist, ongeacht de standaardprintertaal. Opmerkingen: Aan is de standaardinstelling. Als PCL SmartSwitch is ingesteld op "Uit", controleert de printer de binnenkomende gegevens niet. Wanneer de instelling "Uit" is, gebruikt de printer PCL-emulatie als PCL SmartSwitch is ingesteld op "Aan". Als PCL SmartSwitch is ingesteld op "Uit", wordt de standaardprintertaal gebruikt die in het menu Instellingen is opgegeven. Printermenu's 92

93 Menu-item NPA-modus Aan Uit Automatisch USB-buffer Uitgeschakeld Automatisch 3K tot <maximaal toegestane grootte> Mac binair PS Aan Uit Automatisch USB met ENA ENA-adres ENA-netmask ENA-gateway Beschrijving Hiermee geeft u aan of de printer de speciale verwerking voor bidirectionele communicatie uitvoert, zoals gedefinieerd in de specificaties van het NPAprotocol. Opmerkingen: Automatisch is de standaardinstelling. Als u deze instelling wijzigt, wordt de printer opnieuw opgestart. Hiermee stelt u de grootte van de USB-invoerbuffer in. Opmerkingen: Automatisch is de standaardinstelling. Met de instelling 'Uitgeschakeld' schakelt u het opslaan van taken in de buffer uit. Afdruktaken die al in de buffer zijn opgenomen, worden afgedrukt voordat het normaal verwerken van nieuwe afdruktaken wordt hervat. De instelling van de grootte van de USB-buffer kan in stappen van 1K worden aangepast. De maximumgrootte die is toegestaan, hangt af van de hoeveelheid geheugen in de printer, de grootte van de andere koppelingsbuffers en of u het menu-item Bronnen opslaan hebt ingesteld op "Aan" of "Uit". Als u het maximale bereik van de USB-buffer wilt vergroten, kunt u de grootte van de parallelle en netwerkbuffers uitschakelen of kleiner maken. Als u deze instelling wijzigt, wordt de printer opnieuw opgestart. Hiermee stelt u de printer in voor de verwerking van binaire PostScriptafdruktaken voor Macintosh. Opmerkingen: Automatisch is de standaardinstelling. Als "Uit" is ingesteld, filtert de printer afdruktaken die gebruikmaken van het standaardprotocol. Als "Aan" is ingesteld, worden ruwe binaire PostScript-afdruktaken verwerkt. Hiermee stelt u het netwerkadres en gateway-informatie in voor een externe afdrukserver die via een USB-kabel op de printer is aangesloten. Opmerking: Dit menu-item is alleen beschikbaar als de printer via de USBpoort is aangesloten op een externe afdrukserver. Printermenu's 93

94 Menu Parallel Menu-item PCL SmartSwitch Uit Aan PS SmartSwitch Uit Aan NPA-modus Aan Automatisch Beschrijving Hiermee stelt u de printer zo in dat deze automatisch overschakelt op PCLemulatie als dit door een afdruktaak op de USB-poort wordt vereist, ongeacht de standaardprintertaal. Opmerkingen: On (Aan) is de standaardinstelling. Als PCL SmartSwitch is ingesteld op "Uit", controleert de printer de binnenkomende gegevens niet. De printer gebruikt in dat geval PostScript-emulatie als PS SmartSwitch is ingesteld op "Aan". Als PS SmartSwitch is ingesteld op "Uit", wordt de standaardprintertaal gebruikt die in het menu Instellingen is opgegeven. Hiermee stelt u de printer zo in dat deze automatisch overschakelt op PSemulatie als dit door een afdruktaak op de USB-poort wordt vereist, ongeacht de standaardprintertaal. Opmerkingen: On (Aan) is de standaardinstelling. Als PCL SmartSwitch is ingesteld op "Uit", controleert de printer de binnenkomende gegevens niet. Als de Uit-instelling wordt gebruikt, gebruikt de printer PCL-emulatie als de PCL-SmartSwitch staat ingesteld op Aan. Als PCL SmartSwitch is ingesteld op "Uit", wordt de standaardprintertaal gebruikt die in het menu Instellingen is opgegeven. Hiermee geeft u aan of de printer de speciale verwerking voor bidirectionele communicatie uitvoert, zoals gedefinieerd in de specificaties van het NPAprotocol. Opmerkingen: Auto (Autom.) is de standaardinstelling. Als deze instelling wordt gewijzigd, worden de standaardwaarden van de printer automatisch hersteld. Printermenu's 94

95 Menu-item Parallelbuffer Disabled (Uitgeschakeld) Automatisch 3K tot <maximaal toegestane grootte> Uitgebreide status Aan Uit Protocol Standaard Fastbytes INIT honoreren Uit Aan Parallelle modus 2 Uit Aan Beschrijving Hiermee stelt u de grootte van de parallelle invoerbuffer in. Opmerkingen: Auto (Autom.) is de standaardinstelling. Met de instelling 'Uitgeschakeld' schakelt u het opslaan van taken in de buffer uit. Afdruktaken die al in de schijfbuffer zijn opgenomen, worden afgedrukt voordat het normaal verwerken van nieuwe afdruktaken wordt hervat. De instelling van de grootte van de parallelle buffer kan in stappen van 1k worden aangepast. De maximumgrootte die is toegestaan hangt af van de hoeveelheid geheugen in de printer, de grootte van de andere koppelingsbuffers en of u het menu-item Bronnen opslaan hebt ingesteld op "Aan" of "Uit". Als u het maximale bereik van de parallelle buffer wilt vergroten, kunt u de grootte van de USB- en netwerkbuffer uitschakelen of kleiner maken. Als deze instelling wordt gewijzigd, worden de standaardwaarden van de printer automatisch hersteld. Hiermee schakelt u bidirectionele communicatie via de parallelle interface in. Opmerkingen: On (Aan) is de standaardinstelling. Als "Uit" is ingesteld, wordt onderhandeling op de parallelle poort uitgeschakeld. Hiermee stelt u een protocol in voor de parallelle poort. Opmerkingen: "Fastbytes" is de standaardinstelling. Deze instelling biedt compatibiliteit met de meeste parallelle poorten en is de aanbevolen instelling. De standaardinstelling probeert communicatieproblemen m.b.t. de parallelle poort op te lossen. Hiermee stelt u vast of de printer printerhardware-initialisatieverzoeken van de computer honoreert. Opmerkingen: Off (Uit) is de standaardinstelling. De computer dient een initialisatieverzoek in door het INIT-signaal op de parallelle poort te activeren. Veel computers activeren het INITsignaal telkens opnieuw als de computer wordt aangezet. Hiermee bepaalt u hoe de gegevens van de parallelle poort worden gesampled aan de voor- of achterkant van de strobe. Opmerking: On (Aan) is de standaardinstelling. Printermenu's 95

96 Menu-item Mac binair PS Uit Aan Automatisch Parallel met ENA ENA-adres ENA-netmask ENA-gateway Beschrijving Hiermee stelt u de printer in voor de verwerking van binaire PostScriptafdruktaken voor Macintosh. Opmerkingen: Auto (Autom.) is de standaardinstelling. Als "Uit" is ingesteld, filtert de printer afdruktaken die gebruikmaken van het standaardprotocol. Als "Aan" is ingesteld, worden ruwe binaire PostScript-afdruktaken verwerkt. Hiermee stelt u het netwerkadres en gateway-informatie in voor een externe afdrukserver die via een parallelle kabel op de printer is aangesloten. Opmerking: Deze menu-items zijn alleen beschikbaar als de printer via de parallelle poort is aangesloten op een externe afdrukserver. Printermenu's 96

97 Printerberichten De virtuele display controleren Wanneer de Embedded Web Server open is, wordt in de linkerbovenhoek een virtuele display weergegeven. Deze werkt net zoals een echte display op het bedieningspaneel van de printer en geeft printerberichten weer. Typ het IP-adres van de printer in het adresveld van uw webbrowser om de Embedded Web Server te openen. Opmerking: als u het IP-adres van de printer niet weet, drukt u een netwerkconfiguratiepagina af en zoekt u het IPadres in het TCP/IP-gedeelte. De virtuele display wordt weergegeven in de linkerbovenhoek van het scherm. Lijst met statusberichten en foutmeldingen Bezig Wacht tot het bericht is verdwenen. Annuleren Wacht tot het bericht is verdwenen. Sluit voorklep Sluit de voorklep van de printer. Buffer wordt gewist Wacht tot het bericht is verdwenen. Hex Trace De printer staat in de werkstand Hex Trace. Ongeldige enginecode U dient een geldige enginecode in de printer te laden. Opmerking: U kunt de enginecode laden wanneer dit bericht wordt weergegeven. Ongeldige netwerkcode U dient een geldige netwerkcode in de interne afdrukserver te laden. De interne afdrukserver is een in de printer geïnstalleerde hardwareoptie. Opmerking: U kunt de netwerkcode laden wanneer dit bericht wordt weergegeven. Printerberichten 97

98 Vul handm. invoer met <x> Probeer een of meer van de volgende oplossingen: Plaats de aangegeven papiersoort in de handmatige invoer. Annuleer de huidige taak. Vul <bron> met <x> Probeer een of meer van de volgende oplossingen: Plaats papier van de juiste soort en het juiste formaat in de lade of een andere bron. Annuleer de huidige taak. Niet gereed Druk kort op op of. om terug te keren naar de stand Gereed. Spaarstand Wanneer er geen afdruktaken zijn, schakelt de printer over naar de energiebesparende modus. Verzend een afdrukopdracht om de printer uit de spaarstand te halen. Enginecode wordt geprogrammeerd NIET UITZETTEN Wacht tot het bericht is verdwenen. Let op Kans op beschadiging: Schakel de printer niet uit zolang Enginecode wordt geprogrammeerd wordt weergegeven op de display. Systeemcode wordt geprogrammeerd NIET UITZETTEN Wacht tot het bericht is verdwenen. Let op Kans op beschadiging: Schakel de printer niet uit zolang Systeemcode wordt geprogrammeerd op het display wordt weergegeven. Gereed De printer is gereed om afdruktaken te ontvangen. Fabrieksinstellingen worden hersteld Wacht tot het bericht is verdwenen. Nadat u de fabrieksinstellingen hebt hersteld, zijn alle gedownloade bronnen verwijderd uit het printergeheugen. Hieronder vallen ook lettertypen, macro's en symbolensets. Verwijder papier uit standaarduitvoerlade Verwijder de stapel papier uit de standaarduitvoerlade. Printerberichten 98

99 Printer wacht De printer heeft een afdruktaak ontvangen, maar wacht op extra gegevens. Probeer een van de volgende oplossingen: Druk op om de inhoud van de buffer af te drukken. Annuleer de huidige afdruktaak. 31 yy Vervang defecte of ontbrekende cartridge De opgegeven tonercartridge ontbreekt of functioneert niet goed. Probeer een van de volgende oplossingen: Verwijder de tonercartridge en installeer deze vervolgens opnieuw. Verwijder de tonercartridge en installeer vervolgens een nieuw exemplaar. 32.yy Cartridge-artikelnummer wordt niet ondersteund door apparaat Verwijder de tonercartridge en installeer vervolgens een exemplaar dat wel wordt ondersteund. 34 Papier te kort Probeer een van de volgende oplossingen: Vul de lade met het juiste papier. Druk op om het bericht te wissen en de taak af te drukken vanuit een andere papierlade. Controleer de lengte van de lade en de breedtegeleiders en zorg ervoor dat het papier op de juiste manier wordt geplaatst. Controleer de instellingen van Eigenschappen of het dialoogvenster Afdrukken om er zeker van te zijn dat de printer het juiste papierformaat en de juiste papiersoort vraagt voor de afdruktaak. Controleer of het papierformaat correct is ingesteld. Als Formaat handmatige invoer bijvoorbeeld is ingesteld op Universal, moet u ervoor zorgen dat het papier lang genoeg is voor de gegevens die u wilt afdrukken. Annuleer de huidige afdruktaak. 37 Onvoldoende geheugen voor sorteren Er is onvoldoende geheugen om de afdruktaak te sorteren. Probeer een van de volgende oplossingen: Druk op om het opgeslagen gedeelte van de taak af te drukken en om de rest van de afdruktaak te sorteren. Annuleer de huidige afdruktaak. 38 Geheugen vol Probeer een van de volgende oplossingen: Druk op om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken.de taak wordt mogelijk niet correct afgedrukt. Annuleer de huidige afdruktaak. Installeer extra printergeheugen. Printerberichten 99

100 39 Pagina is te complex. Bepaalde gegevens worden mogelijk niet afgedrukt Probeer een van de volgende oplossingen: Druk op om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken. Annuleer de huidige afdruktaak. Installeer extra printergeheugen. 54 Softwarefout in standaardnetwerk Probeer een van de volgende oplossingen: Druk op om het afdrukken te hervatten. Stel de printer opnieuw in door het apparaat uit en weer aan te zetten. Upgrade (flash) de netwerkfirmware in de printer of afdrukserver. 84 Fc-eenheid bijna versleten De fotoconductorkit is bijna versleten. Probeer een van de volgende oplossingen: Vervang de fotoconductor. Druk op om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken. 84 Vervang fc-kit De fotoconductorkit is versleten. Installeer een nieuwe fotoconductorkit. 42.xy Regiocode van cartridge onjuist Vervang de tonercartridge door een cartridge die geschikt is voor het land of de regio waar u de printer hebt gekocht. 200.yy Papier vast Dit bericht geeft aan waar het papier is vastgelopen of hoeveel pagina's zijn vastgelopen. 1 Probeer een van de volgende opties om bij het vastgelopen papier te komen: Verwijder lade 1. Open de voorklep en verwijder de fotoconductorkit en de tonercartridge-eenheid. 2 Verwijder het vastgelopen papier. 3 Vervang de fotoconductorkit of de tonercartridge als u deze hebt verwijderd. 4 Sluit open kleppen en laden. 5 Druk op om het afdrukken te hervatten. Printerberichten 100

101 201.yy Papier vast Dit bericht geeft aan waar het papier is vastgelopen of hoeveel pagina's zijn vastgelopen. 1 Open de voorklep en verwijder de fotoconductorkit en de tonercartridge-eenheid. 2 Verwijder het vastgelopen papier. 3 Vervang de fotoconductorkit en de tonercartridge-eenheid. 4 Sluit de voorklep. 5 Druk op om het afdrukken te hervatten. 202.yy Papier vast Dit bericht geeft aan waar het papier is vastgelopen of hoeveel pagina's zijn vastgelopen. 1 Open de voorklep. 2 Open de achterklep. 3 Verwijder het vastgelopen papier. 4 Sluit beide kleppen. 5 Druk op om het afdrukken te hervatten. 231.yy Papier vast Opmerking: Dit bericht wordt alleen weergegeven als de printer over een duplexeenheid beschikt. Dit bericht geeft aan waar het papier is vastgelopen of hoeveel pagina's zijn vastgelopen. 1 Open de voorklep. 2 Open de achterklep. 3 Verwijder het vastgelopen papier. 4 Sluit beide kleppen. 5 Druk op om het afdrukken te hervatten. 233.yy Papier vast Opmerking: dit bericht wordt alleen weergegeven als de printer over een duplexeenheid beschikt. Dit bericht geeft aan waar het papier is vastgelopen of hoeveel pagina's zijn vastgelopen. 1 Probeer een van de volgende opties om bij het vastgelopen papier te komen: Verwijder lade 1 en druk de hendel omlaag. Open de voorklep en vervolgens de achterklep. 2 Verwijder het vastgelopen papier. 3 Sluit open kleppen en laden. 4 Druk op om het afdrukken te hervatten. Printerberichten 101

102 234.yy Papier vast Opmerking: dit bericht wordt alleen weergegeven als de printer over een duplexeenheid beschikt. Dit bericht geeft aan waar het papier is vastgelopen of hoeveel pagina's zijn vastgelopen. 1 Probeer een van de volgende opties om bij het vastgelopen papier te komen: Open de voorklep en vervolgens de achterklep. Verwijder lade 1 en druk de hendel omlaag. 2 Verwijder het vastgelopen papier. 3 Sluit open kleppen en laden. 4 Druk op om het afdrukken te hervatten. 235.yy Papier vast Opmerking: Dit bericht wordt alleen weergegeven als de printer over een duplexeenheid beschikt. Dit bericht geeft aan waar het papier is vastgelopen of hoeveel pagina's zijn vastgelopen. 1 Verwijder het vastgelopen papier uit de standaarduitvoerlade. 2 Controleer het papierformaat om er zeker van te zijn dat dit door de printer wordt ondersteund. 3 Druk op om het afdrukken te hervatten. 24x.yy Papier vast Dit bericht geeft aan waar het papier is vastgelopen of hoeveel pagina's zijn vastgelopen. 1 Probeer een van de volgende opties om bij het vastgelopen papier te komen: Verwijder lade 1. Open de voorklep en verwijder de fotoconductorkit en de tonercartridge-eenheid. Verwijder lade 2. 2 Verwijder het vastgelopen papier. 3 Vervang de fotoconductorkit of de tonercartridge als u deze hebt verwijderd. 4 Sluit open kleppen en laden. 5 Druk op om het afdrukken te hervatten. 251.yy Papier vast Dit bericht geeft aan waar het papier is vastgelopen of hoeveel pagina's zijn vastgelopen. 1 Verwijder het vastgelopen papier uit de handmatige invoer. 2 Druk op om het afdrukken te hervatten. Printerberichten 102

103 De printer onderhouden Bepaalde taken moeten regelmatig worden uitgevoerd om een optimale afdrukkwaliteit te behouden. De buitenkant van de printer reinigen 1 Controleer of de printer is uitgeschakeld en de stekker van het netsnoer van de printer uit het stopcontact is getrokken. LET OP KANS OP ELEKTRISCHE SCHOK: Om het risico op elektrische schokken te vermijden, trekt u de stekker van het netsnoer uit het stopcontact en maakt u alle kabels los die op de printer zijn aangesloten voor u de buitenkant van de printer reinigt. 2 Verwijder al het papier uit de printer. 3 Maak een schone, stofvrije doek vochtig met water. Let op Kans op beschadiging: Gebruik geen schoonmaak- of wasmiddelen. Hiermee kunt u de afwerking van de printer beschadigen. 4 Maak alleen de buitenkant van de printer schoon. Let op Kans op beschadiging: Als u de binnenkant van de printer reinigt met een vochtige doek, kunt u de printer beschadigen. 5 Zorg ervoor dat alle gedeelten van de printer droog zijn voordat u een nieuwe afdruktaak start. Supplies bewaren Bewaar supplies in een koele, schone ruimte. Supplies moeten altijd rechtop in de originele verpakking worden bewaard tot het moment waarop ze worden gebruikt. Stel de printersupplies niet bloot aan: direct zonlicht; temperaturen boven 35 C; hoge vochtigheidsgraad (boven 80%); zilte lucht; corroderende gassen; grote hoeveelheden stof. Zuinig omgaan met supplies Supplies besparen met de printermenu's U kunt in de printermenu's bepaalde instellingen wijzigen om toner en papier te besparen. De printer onderhouden 103

104 U opent als volgt de menu's: Open de Embedded Web Server op de printer door het IP-adres van de Embedded Web Server in de adresbalk van uw browser te typen. Opmerking: Als u het IP-adres van de printer niet weet, drukt u een pagina met netwerkinstellingen af en zoekt u het IP-adres in het TCP/IP-gedeelte. Als de printer is aangesloten op een computer via een parallelle of USB-kabel, opent u Hulpprogramma voor instellingen van lokale printers (Windows) of Printerinstellingen (Macintosh). De printersoftware wordt vervolgens geïnstalleerd met een van deze hulpprogramma's. Supply Pad naar menu-item Doel van menu-item Toner Papier en speciaal afdrukmateriaal U kunt de instelling Tonerintensiteit aanpassen in het menu Kwaliteit. U kunt N/vel (meerdere pagina's op één vel afdrukken) aanpassen in het menu Afwerking. U kunt Dubbelzijdig selecteren in het menu Afwerking. Hiermee past u de hoeveelheid toner aan die op een vel afdrukmateriaal wordt aangebracht. De waarde kan variëren van 1 (lichtste instelling) tot 10 (donkerste instelling) waarbij 8 de standaardinstelling is. Hiermee kunt u kiezen om twee of meer pagina's af te drukken op één zijde van een vel. Waarden voor N/vel zijn 2/vel, 3/vel, 4/vel, 6/vel, 9/vel, 12/vel en 16/vel. Hiermee kunt u op beide zijden van een vel papier afdrukken. Supplies besparen wanneer u meerdere exemplaren afdrukt Wilt u meerdere exemplaren afdrukken, dan kunt u supplies besparen door het eerste exemplaar af te drukken, dit eerst te controleren en daarna pas de rest af te drukken. U weet dan zeker dat alle afdrukken correct zijn. De status van supplies controleren Er verschijnt een bericht op de display als er een vervangende supply nodig is of als er onderhoud moet worden gepleegd. De status van supplies controleren vanaf een netwerkcomputer Opmerking: De computer moet met hetzelfde netwerk zijn verbonden als de printer. 1 Typ het IP-adres van de printer in het adresveld van uw webbrowser. Opmerking: Als u het IP-adres van de printer niet weet, drukt u een pagina met netwerkinstellingen af en zoekt u het IP-adres in het TCP/IP-gedeelte. 2 Klik op Device Status (Apparaatstatus). De pagina Apparaatstatus wordt weergegeven waarop een overzicht van de hoeveelheid supplies wordt weergegeven. De printer onderhouden 104

105 Supplies bestellen Als u in de VS supplies wilt bestellen, belt u voor informatie over erkende dealers van Lexmark supplies in uw omgeving. In andere landen of regio's kunt u terecht op de website van Lexmark op of neemt u contact op met de winkel waar u de printer hebt gekocht. Opmerking: de geschatte resterende levensduur van de printersupplies is gebaseerd op gewoon papier van A4- of Letter-formaat. Tonercartridges bestellen Als 88 Toner is bijna op wordt weergegeven of als de afdruk vaag is, kunt u proberen de levensduur van de tonercartridge te verlengen: 1 Verwijder de tonercartridge. 2 Schud de cartridge een aantal malen flink heen en weer, van voor naar achter en van links naar rechts, om de toner opnieuw te verdelen. 3 Plaats de cartridge terug en ga verder met afdrukken. Opmerking: Herhaal deze procedure meerdere keren. Als de afdrukken vaag blijven, moet u de cartridge vervangen. Voor uw printer worden de volgende tonercartridges aanbevolen. De artikelnummers worden aangegeven. Artikelnaam Normale cartridge Lexmark-retourneringsprogramma voor tonercartridges Voor de VS en Canada Tonercartridge E260A21A E260A11A Voor Europa, het Midden-Oosten en Afrika Tonercartridge E260A21E E260A11E Voor Azië Pacific, Australië, Nieuw-Zeeland en India Tonercartridge E260A21P E260A11P Voor Latijns-Amerika Tonercartridge E260A21L E260A11L De printer onderhouden 105

106 Een fotoconductorkit bestellen Afhankelijk van uw printermodel geeft de printer met een bericht of een combinatie van lampjes aan dat de fotoconductorkit bijna het einde van de levensduur heeft bereikt. In dit geval moet u een fotoconductor bestellen. U kunt de status van de fotoconductorkit ook weergeven door een netwerkconfiguratiepagina af te drukken. Artikelnaam Fotoconductorkit Artikelnummer E260X22G Supplies vervangen Tonercartridge vervangen Combinatie van lampjes: Toner is bijna op Wanneer de lampjesreeks voor Toner bijna op wordt weergegeven of als de afdrukken vaag zijn, moet u de tonercartridge verwijderen. Schud de cartridge een aantal malen flink heen en weer, van voor naar achter en van links naar rechts, om de toner opnieuw te verdelen. Plaats de cartridge vervolgens terug en ga verder met afdrukken. Als de afdrukkwaliteit niet langer wordt verbeterd door te schudden, moet u de tonercartridge vervangen. Opmerking: U krijgt een indicatie van de hoeveelheid resterende toner in de cartridge door een pagina met menuinstellingen af te drukken. De printer onderhouden 106

107 Vervang de tonercartridge als volgt: 1 Open de voorklep door op de knop aan de linkerzijde van de printer te drukken en laat de voorklep zakken. 2 Druk op de knop onder aan de fotoconductoreenheid en trek de tonercartridge naar buiten met het handvat. 3 Pak de nieuwe tonercartridge uit. Let op Kans op beschadiging: Stel de tonercartridge tijdens de vervanging niet gedurende langere tijd bloot aan direct licht. Door langdurige blootstelling aan licht kunnen problemen met de afdrukkwaliteit optreden. 4 Draai de cartridge in alle richtingen om de toner te verdelen. De printer onderhouden 107

108 5 Zorg dat de rollen op de nieuwe tonercartridge op één lijn zijn met de pijlen op de geleiders van de fotoconductoreenheid. Druk de tonercartridge zo ver mogelijk naar binnen. De cartridge klikt vast wanneer deze correct is geïnstalleerd. 6 Sluit de voorklep. Fotoconductorkit vervangen De printer geeft een melding als de fotoconductorkit het maximale aantal pagina's bereikt. De printer geeft dit aan door de combinatie van lampjes voor Fotoconductor bijna versleten of voor Vervang fotoconductor weer te geven. Combinatie van lampjes Fotoconductor bijna versleten - Knippert De printer onderhouden 108

109 Vervang fotoconductor - Knippert - Knippert Wanneer voor het eerst een van deze combinatie van lampjes verschijnt, moet u direct een nieuwe fotoconductorkit bestellen. Hoewel de printer correct kan blijven werken nadat de fotoconductorkit het einde van de levensduur heeft bereikt, wordt de afdrukkwaliteit aanzienlijk minder. Opmerking: De fotoconductorkit is slechts één item. U vervangt als volgt de fotoconductorkit: 1 Open de voorklep door op de knop aan de linkerzijde van de printer te drukken en laat de voorklep zakken. 2 Trek de fotoconductorkit en de tonercartridge samen uit de printer door aan de handgreep van de tonercartridge te trekken. Opmerking: De fotoconductorkit en tonercartridge vormen een eenheid. De printer onderhouden 109

110 Plaats de eenheid op een vlak, schoon oppervlak. 3 Druk op de knop onder aan de fotoconductorkit. Pak de tonercartridge vast bij de handgreep en trek de cartridge omhoog en uit de printer. 4 Pak de nieuwe fotoconductor uit. Let op Kans op beschadiging: Raak de trommel van de fotoconductor niet aan. Dit kan de afdrukkwaliteit van toekomstige afdruktaken verminderen. 5 Plaats de tonercartridge in de fotoconductorkit door de rollen op de tonercartridge uit te lijnen met de geleiders. Druk de tonercartridge naar binnen tot deze vastklikt. De printer onderhouden 110

111 6 Plaats de eenheid in de printer door de pijlen op de geleiders van de eenheid uit te lijnen met de pijlen in de printer. Druk de eenheid zo ver mogelijk naar binnen. 7 Nadat u de fotoconductorkit hebt vervangen, stelt u de teller van de fotoconductor opnieuw in. Raadpleeg de instructies die bij de nieuwe fotoconductoreenheid zijn geleverd voor het opnieuw instellen van de teller. Let op Kans op beschadiging: Als u de teller van de fotoconductor opnieuw instelt zonder fotoconductorkit te vervangen, kan de printer beschadigd raken en komt de garantie te vervallen. 8 Sluit de voorklep. Het recyclen van Lexmark-producten Ga als volgt te werk als u Lexmark-producten voor recycling wilt terugzenden naar Lexmark: 1 Ga naar onze website op 2 Zoek het producttype dat u wilt recyclen op en selecteer vervolgens uw land in de lijst. 3 Volg de instructies op het scherm van uw computer. De printer verplaatsen Voordat u de printer verplaatst LET OP KANS OP LETSEL: Volg deze richtlijnen om te voorkomen dat u zich bezeert of dat de printer beschadigd raakt. Schakel de printer uit met de aan-uitschakelaar, en haal de stekker uit het stopcontact. Maak alle snoeren en kabels los van de printer voordat u de printer verplaatst. Til de printer van de optionele lade en zet de printer opzij, in plaats van de printer en lade tegelijk te verplaatsen. Opmerking: gebruik de handgrepen aan de zijkanten om de printer van de optionele lade te tillen. Let erop dat uw vingers zich niet onder de printer bevinden wanneer u het apparaat neerzet. Let op Kans op beschadiging: Schade aan de printer door onjuist transport valt niet onder de garantie. De printer onderhouden 111

112 De printer verplaatsen naar een andere locatie U kunt de printer en de opties probleemloos verplaatsen als u de volgende voorzorgsmaatregelen neemt: Als de printer wordt verplaatst op een transportwagentje, moet de oppervlakte van het wagentje groot genoeg zijn om de gehele onderzijde van de printer te ondersteunen. Als de opties worden verplaatst op een transportwagentje, moet de oppervlakte van het wagentje groot genoeg zijn om alle opties te ondersteunen. Houd de printer rechtop. Vermijd schokken. De printer vervoeren Als u de printer wilt vervoeren, dient u de originele verpakking te gebruiken of te bellen met de winkel waar u de printer hebt gekocht voor de benodigde verpakkingsmaterialen. De printer onderhouden 112

113 Beheerdersondersteuning Spaarstand aanpassen U kunt als volgt het aantal minuten voordat de printer overschakelt naar de spaarstand verhogen of verlagen: Als de printer is aangesloten op een netwerk, opent u als volgt de Embedded Web Server: 1 Typ het IP-adres van de printer in het adresveld van uw webbrowser. Opmerking: Als u het IP-adres van de printer niet weet, drukt u een pagina met netwerkinstellingen af en zoekt u het IP-adres in het TCP/IP-gedeelte. 2 Klik op Settings (Instellingen) en op General Settings (Algemene instellingen). 3 Klik op Timeouts (Time-outs) en verhoog of verlaag vervolgens in het vak Spaarstand het aantal minuten dat de printer moet wachten voordat deze overschakelt naar de spaarstand. Het instelbereik ligt tussen de 1 en 240 minuten. 4 Klik op Submit (Verzenden). Als de printer is aangesloten op een computer via een parallelle of USB-kabel, gebruikt u Hulpprogramma voor instellingen van lokale printers (Windows) of Printerinstellingen (Macintosh). 1 Klik op Setup (Instellingen). 2 Zorg ervoor dat het selectievakje Spaarstand is ingeschakeld. 3 Wanneer u klikt op de kleine pijltoetsen verhoogt of verlaagt u het aantal minuten voordat de printer overschakelt naar de slaapstand. Het instelbereik ligt tussen de 1 en 240 minuten. 4 Klik op de menubalk op Actions (Acties) Apply Settings (Instellingen toepassen). Fabrieksinstellingen herstellen Voer een van de volgende handelingen uit: Als de printer is aangesloten op een netwerk, opent u als volgt de Embedded Web Server: 1 Typ het IP-adres van de printer in het adresveld van uw webbrowser. Opmerking: Als u het IP-adres van de printer niet weet, drukt u een pagina met netwerkinstellingen af en zoekt u het IP-adres in het TCP/IP-gedeelte. 2 Klik op General Settings (Algemene instellingen) in het venster Instellingen. 3 Selecteer Restore Now (Nu herstellen) bij Fabrieksinstellingen en klik op Submit (Verzenden). Beheerdersondersteuning 113

114 Als de printer is aangesloten op een computer via een parallelle of USB-kabel, gebruikt u Hulpprogramma voor instellingen van lokale printers (Windows) of Printerinstellingen (Macintosh). 1 Open het hulpprogramma. 2 Voer een van de volgende handelingen uit: Klik op Actions (Acties) Restore Factory Defaults (Fabrieksinstellingen herstellen) in de menubalk van het Hulpprogramma voor instellingen van lokale printers. Klik op Factory Defaults (Fabrieksinstellingen) bij Printerinstellingen. Let op Kans op beschadiging: Met Fabrieksinstellingen herstellen worden alle printerinstellingen teruggezet naar de standaardfabriekswaarden, met uitzondering van de instellingen voor de menu's Netwerk en Poorten. Alle geladen bronnen in het RAM worden verwijderd. Geladen bronnen die zijn opgeslagen in het flashgeheugen of op de vaste schijf van de printer worden niet verwijderd. U kunt de fabrieksinstellingen ook herstellen met het bedieningspaneel van de printer. Druk een configuratievel met printerinstellingen af voor aanwijzingen. Apparaatstatus controleren Het is mogelijk vanuit de pagina apparaatstatus van de Embedded Web Server de lade-instellingen, de hoeveelheid toner in de tonercartridge, het percentage resterende levensduur van de fotoconductorkit en de capaciteit van bepaalde printeronderdelen weer te geven. U kunt als volgt de apparaatstatus openen: 1 Typ het IP-adres van de printer in het adresveld van uw webbrowser. Opmerking: Als u het IP-adres van de printer niet weet, drukt u een pagina met netwerkinstellingen af en zoekt u het IP-adres in het TCP/IP-gedeelte. 2 Klik op de tab Apparaatstatus. Het volgende menu wordt weergegeven: Apparaatstatus Tonerstatus Invoerlade papier Uitvoerlade papier Soort apparaat Snelheid Capaciteit tonercartridge Resterende levensduur van de fc-eenheid Rapporten bekijken U kunt een aantal rapporten bekijken vanuit de Embedded Web Server. Deze rapporten zijn handig voor het bepalen van de status van de printer, het netwerk en de supplies. U kunt als volgt de rapporten van een netwerkprinter bekijken: 1 Typ het IP-adres van de printer in het adresveld van uw webbrowser. Opmerking: Als u het IP-adres van de printer niet weet, drukt u een pagina met netwerkinstellingen af en zoekt u het IP-adres in het TCP/IP-gedeelte. 2 Klik op Reports (Rapporten). Beheerdersondersteuning 114

115 De volgende rapporten kunnen worden bekeken vanuit de Embedded Web Server: Rapporten Apparaatstatistieken Apparaatinstell. Apparaatgegevens Profielenlijst Pagina Afdrukserverinstellingen Deze rapporten hebben de volgende subcategorieën: Taakgegevens Taken op lengte document Overige opdrachtgegevens Aantal gebruikte vellen Apparaatstatistieken Apparaatinstell. Apparaatgegevens Pagina Afdrukserverinstellingen Menu Papier Aantal pagina's Rapporten Intern geheugen Instellingen Processorsnelh. Netwerk/Poorten Serienummer Rapporten Engine-ID Netwerkkaart Lader TCP/IP Kernel IPv6 Basis- Menu USB Netwerk Waarschuwingen Apparaatgegevens Cartridge-informatie Engine Font (Lettertype) Stuurprogramma voor het netwerk Ethernet 10/100 Standaardnetwerkkaart Instellingen optie geïntegreerd netwerk TCP/IP IPv6 Toegang tot de printermenu's beperken U kunt de toegang tot menu's beveiligen door wachtwoorden te maken en bepaalde menu's beveiligen. Telkens wanneer een beveiligd menu wordt geselecteerd, wordt de gebruiker gevraagd het juste wachtwoord in te voeren. U kunt als volgt printermenu's beveiligen met de Embedded Web Server: 1 Typ het IP-adres van de printer in het adresveld van uw webbrowser. Opmerking: als u het IP-adres van de printer niet weet, drukt u een netwerkconfiguratiepagina af en zoekt u het IP-adres op in het TCP/IP-gedeelte. 2 Klik op Settings (Instellingen). 3 Klik onder Andere instellingen op Security (Beveiliging). 4 Klik op Web Page Password Protect (Wachtwoordbeveiliging voor webpagina). Het is mogelijk om de toegang tot de menu's Papier, Rapporten, Instellingen en Netwerk/poorten te beveiligen. Beheerdersondersteuning 115

116 5 U kunt in dit scherm een Gebruikerswachtwoord en een Geavanceerd wachtwoord instellen. Bepaal welk wachtwoord vereist is voor elk menu. U kunt ervoor kiezen bepaalde menu's niet te beveiligen. Opmerking: Het menu Beveiliging wordt altijd beveiligd met een wachtwoord als er een Geavanceerd wachtwoord of een Gebruikerswachtwoord is ingesteld. Als beide wachtwoorden zijn ingesteld, is alleen het wachtwoord Geavanceerd geldig voor het menu Beveiliging. 6 Klik op Submit (Verzenden) om de instellingen op te slaan. meldingen instellen U kunt instellen dat de printer een bericht verzendt wanneer supplies op raken of wanneer het papier moet worden vervangen, toegevoegd of verwijderd. U stelt als volgt meldingen in: 1 Typ het IP-adres van de printer in het adresveld van uw webbrowser. Opmerking: als u het IP-adres van de printer niet weet, drukt u een netwerkconfiguratiepagina af en zoekt u het IP-adres in het TCP/IP-gedeelte. 2 Klik op Settings (Instellingen). 3 Klik bij Overige instellingen op Alert Setup (Instellingen meldingen). 4 Selecteer de items waarvoor u meldingen wilt ontvangen en typ de adressen waarop u meldingen wilt ontvangen. 5 Klik op Submit (Verzenden). Opmerking: neem contact op met de systeembeheerder om de server in te stellen. Meldingen over supplies configureren U kunt opgeven hoe u meldingen wilt ontvangen wanneer supplies bijna leeg zijn of wanneer de levensduur van supplies is verstreken. U configureert meldingen over supplies als volgt via de Embedded Web Server: 1 Typ het IP-adres van de printer in het adresveld van uw webbrowser. Opmerking: als u het IP-adres van de printer niet weet, drukt u een netwerkconfiguratiepagina af en zoekt u het IP-adres op in het TCP/IP-gedeelte. 2 Klik op Settings (Instellingen). 3 Klik op Print Settings (Afdrukinstellingen). 4 Klik op Supply Notifications (Meldingen over supplies). 5 Selecteer in de keuzelijsten voor de afzonderlijke supplies de gewenste meldingsoptie. Voor elke optie wordt een uitleg gegeven. 6 Klik op Submit (Verzenden) om uw selecties op te slaan. Beheerdersondersteuning 116

117 Printerinstellingen kopiëren naar andere printers Met de Embedded Web Server kunt u printerinstellingen kopiëren naar maximaal 15 andere netwerkprinters. U kopieert als volgt printerinstellingen: 1 Typ het IP-adres van de printer in het adresveld van uw webbrowser. Opmerking: als u het IP-adres van de printer niet weet, drukt u een netwerkconfiguratiepagina af en zoekt u het IP-adres op in het TCP/IP-gedeelte. 2 Klik op Copy Printer Settings (Printerinstellingen kopiëren). 3 Als u de taal wilt wijzigen, selecteert u de gewenste taal in de keuzelijst en klikt u op Click here to submit language (Klik hier om de taal in te stellen). 4 Klik op Printer Settings (Printerinstellingen). 5 Geef het IP-adres op van de bron- en doelprinter. Opmerking: Klik op de knop Add Target IP (Doel-IP toevoegen) als u extra doelprinters wilt toevoegen. 6 Klik op Copy Printer Settings (Printerinstellingen kopiëren). Beheerdersondersteuning 117

118 Storingen verhelpen Papierstoringen voorkomen De volgende tips kunnen papierstoringen helpen voorkomen: Gebruik uitsluitend aanbevolen papier of speciaal afdrukmateriaal. Zie Handleiding voor papier en speciaal afdrukmateriaal op pagina 53 voor meer informatie. Plaats niet te veel papier in de printer. Zorg ervoor dat de stapel niet hoger is dan de aangegeven maximale stapelhoogte. Plaats nooit gekreukt, gevouwen, vochtig of kromgetrokken papier. Buig het papier, waaier het uit en maak er een rechte stapel van voordat u het in de printer plaatst. Gebruik geen papier dat u zelf op maat hebt gesneden of geknipt. Gebruik nooit papier van verschillend formaat, gewicht of soort in dezelfde papierbron. Bewaar het papier in een geschikte omgeving. Verwijder geen laden terwijl de printer bezig is met afdrukken. Wacht tot het lampje gaat branden voordat u een lade verwijdert. De lampjesreeks voor het plaatsen van papier geeft ook aan dat de lade kan worden verwijderd: Papier plaatsen Plaats geen afdrukmateriaal in de handmatige invoer terwijl de printer bezig is met afdrukken. Wacht tot het lampje gaat branden. Schuif alle laden geheel terug in de printer nadat u het papier hebt geplaatst. Zorg ervoor dat de geleiders in de laden op de juiste wijze zijn ingesteld en niet te strak tegen het papier zijn gedrukt. Storingen verhelpen 118

119 Controleer of alle papierformaten en papiersoorten correct zijn ingesteld. Controleer of alle printerkabels goed zijn aangesloten. Raadpleeg de installatiedocumentatie voor meer informatie. Toegang tot gebieden met vastgelopen afdrukmateriaal Open alle kleppen en verwijder de laden zodat u bij de gebieden kunt waar het afdrukmateriaal is vastgelopen. In de volgende afbeelding worden de gebieden weergegeven waar mogelijk papier is vastgelopen: Toegangspunt Beschrijving 1 Drukknop om de voorklep te openen. Achter deze kleur bevindt zich de eenheid met de tonercartridge en fotoconductorkit. 2 Standaarduitvoerlade 3 Voorklep 4 Klep van handmatige invoer 5 Standaardlade voor 250 vel (lade 1) 6 Optionele lade (lade 2) 7 Achterklep Informatie over lampjes voor papierstoring en toegangslocaties De volgende tabel geeft de lampjes en berichten voor papierstoring weer en geeft een korte uitleg over hoe u het vastgelopen papier kunt vinden. Gedetailleerdere aanwijzingen worden later gegeven. Opmerking: De vermelde berichten voor papierstoring worden op de virtuele display van de Embedded Web Server weergegeven. 200.yy Papier vast Storingen verhelpen 119

120 200.yy Papier vast Probeer een van de volgende opties: Verwijder lade 1. Open de voorklep en verwijder de fotoconductorkit en de tonercartridge-eenheid. 201.yy Papier vast Open de voorklep en verwijder de fotoconductorkit en de tonercartridge-eenheid. 202.yy Papier vast Storingen verhelpen 120

121 Open de voorklep en vervolgens de achterklep. 231.yy Papier vast - Knippert Open de voorklep en vervolgens de achterklep. 233.yy Papier vast - Knippert - Knippert Probeer een van de volgende opties: Verwijder lade 1 en druk de hendel omlaag. Open de voorklep en vervolgens de achterklep. Storingen verhelpen 121

122 234.yy Papier vast - Knippert Probeer een van de volgende opties: Open de voorklep en vervolgens de achterklep. Verwijder lade 1 en druk de hendel omlaag. 235.yy Papier vast - Knippert - Knippert Verwijder het vastgelopen papier uit de standaarduitvoerlade. 24x.yy Papier vast Storingen verhelpen 122

123 Probeer een van de volgende opties: Verwijder lade 1. Open de voorklep en verwijder de fotoconductorkit en de tonercartridge-eenheid. Verwijder lade yy Papier vast Verwijder het vastgelopen papier uit de handmatige invoer. Storingen achter de fotoconductorkit en de tonercartridge verhelpen 1 Druk op de ontgrendelingsknop en laat de voorklep zakken. Storingen verhelpen 123

124 2 Til en trek de eenheid met de fotoconductorkit en de tonercartridge uit de printer. Leg de eenheid opzij op een vlakke, schone ondergrond. Let op Kans op beschadiging: Raak de fotoconductor aan de onderkant van de fotoconductorkit niet aan. Gebruik de handgreep om de cartridge vast te houden. LET OP HEET OPPERVLAK: Het verhittingsstation en de binnenkant van de printer in de buurt van het station kunnen heet zijn. Laat het oppervlak eerst afkoelen voordat u het papier verwijdert uit dit gedeelte om letsel door een heet onderdeel te voorkomen. 3 Verwijder het vastgelopen papier. Opmerking: Wanneer het papier niet eenvoudig te verwijderen is, opent u de achterklep en verwijdert u het papier. Storingen verhelpen 124

125 4 De eenheid uitlijnen en opnieuw installeren. 5 Sluit de voorklep. 6 Druk op om het afdrukken te hervatten. Storingen vanuit de standaarduitvoerlade verhelpen Een dubbelzijdige afdruktaak is naar de printer verzonden met een papierformaat dat niet wordt ondersteund voor dubbelzijdig afdrukken. Een vel papier zit vast in de standaarduitvoerlade. Trek het papier voorzichtig recht uit de standaarduitvoerlade om de storing te verhelpen. Storingen verhelpen 125

126 Vastgelopen papier in lade 1 verwijderen Ga als volgt te werk om te zien of papier is vastgelopen in of achter lade1, de standaardlade: 1 Verwijder lade 1. 2 Verwijder het vastgelopen papier. 3 Haal, indien nodig, de hendel omlaag om het papier te verwijderen en de storing te verhelpen. Storingen verhelpen 126

127 4 Plaats de lade weer in de printer. 5 Druk op om het afdrukken te hervatten. Vastgelopen papier in lade 2 verwijderen Ga als volgt te werk om te zien of papier is vastgelopen in of achter lade2: 1 Verwijder lade 2. Storingen verhelpen 127

128 2 Verwijder het vastgelopen papier. 3 Plaats de lade weer in de printer. 4 Druk op om het afdrukken te hervatten. Storingen verhelpen 128

129 Storingen in de handmatige invoer verhelpen Papier dat is vastgelopen in de handmatige invoer kan normaalgesproken worden vastgepakt en er recht uit worden getrokken. Als het vastgelopen papier niet op deze manier kan worden verwijderd, controleert u of er papier vastzit achter de fotoconducterkit en de tonercartridge-eenheid. Zie Storingen achter de fotoconductorkit en de tonercartridge verhelpen op pagina 123 voor meer informatie. Storingen verhelpen 129

130 Storingen achter de achterklep verhelpen Trek het papier uit de printer wanneer het uit de printer komt. Doe het volgende wanneer het papier niet uit de printer komt: 1 Druk op de ontgrendelingsknop en laat de voorklep zakken. 2 Trek de achterklep open. Het papier zit mogelijk vast met een uiteinde in de uitvoerlade. Storingen verhelpen 130

131 3 Verwijder het vastgelopen papier. 4 Sluit zowel de voor- als de achterklep. 5 Druk op om het afdrukken te hervatten. Storingen verhelpen 131

Afdrukmateriaal plaatsen in de standaardlade voor 250 vel

Afdrukmateriaal plaatsen in de standaardlade voor 250 vel Naslagkaart Papier en speciaal afdrukmateriaal plaatsen In dit gedeelte wordt beschreven hoe u papier plaatst in de laden voor 250 en 550 vel en de handmatige invoer. Het bevat tevens informatie over het

Nadere informatie

Naslagkaart voor de 5210n / 5310n

Naslagkaart voor de 5210n / 5310n Naslagkaart voor de 5210n / 5310n 1 2 3 4 VOORZICHTIG: Neem zorgvuldig de veiligheidsvoorschriften in de Handleiding voor eigenaren door voordat u de Dell-printer gaat instellen en gebruiken. 5 6 7 8 1

Nadere informatie

Naslagkaart. Printeroverzicht. Naslagkaart

Naslagkaart. Printeroverzicht. Naslagkaart Naslagkaart Printeroverzicht 7 6 5 4 1 1 Uitvoerlade voor 150 vel 2 Lade voor 250 vel 3 Lader voor 250 vel of lader voor 550 vel (optioneel) 4 Handmatige invoer 5 Voorklep 6 Bedieningspaneel 7 Papiersteun

Nadere informatie

Naslagkaart. Informatie over het bedieningspaneel. Betekenis van de lampjes op het bedieningspaneel. Naslagkaart

Naslagkaart. Informatie over het bedieningspaneel. Betekenis van de lampjes op het bedieningspaneel. Naslagkaart Naslagkaart Informatie over het bedieningspaneel Het bedieningspaneel van de printer heeft twee knoppen en zes lampjes (de knop Doorgaan fungeert als knop en als lampje). De lampjes geven de status van

Nadere informatie

Naslagkaart. Naslagkaart A63P Q - 1 -

Naslagkaart. Naslagkaart A63P Q - 1 - Naslagkaart 2013. 5 A63P-9561-01Q - 1 - Inhoudsopgave 1 Omgaan met de printer... 3 Het bedieningspaneel van de printer gebruiken... 3 Informatie over de combinaties van lampjes op het bedieningspaneel

Nadere informatie

Een fax verzenden. Het bedieningspaneel gebruiken. De computer gebruiken

Een fax verzenden. Het bedieningspaneel gebruiken. De computer gebruiken Naslagkaart Bezig met kopiëren Kopieën maken 1 Plaats een origineel document in de ADF-lade of op de Opmerking: Zorg ervoor dat het papierformaat van het origineel en de uitvoer hetzelfde zijn. Zo voorkomt

Nadere informatie

ABCDE ABCDE ABCDE. Handleiding voor afdrukkwaliteit. Problemen met afdrukkwaliteit opsporen. Onregelmatigheden in de afdruk

ABCDE ABCDE ABCDE. Handleiding voor afdrukkwaliteit. Problemen met afdrukkwaliteit opsporen. Onregelmatigheden in de afdruk Pagina 1 van 8 Handleiding voor afdrukkwaliteit U kunt veel problemen met de afdrukkwaliteit verhelpen door supplies of printeronderdelen te vervangen die bijna het einde van hun levensduur hebben bereikt.

Nadere informatie

Dynamic balance. www.develop.eu. Snelgids. ineo 3301P

Dynamic balance. www.develop.eu. Snelgids. ineo 3301P Dynamic balance www.develop.eu Snelgids ineo 3301P Inhoudsopgave 1 Omgaan met de printer... 2 Het bedieningspaneel van de printer gebruiken... 2 De kleuren van de slaapknop and het indicatorlampje begrijpen...

Nadere informatie

Naslagkaart. Papier in de printer plaatsen. Laden vullen

Naslagkaart. Papier in de printer plaatsen. Laden vullen Naslagkaart 2 Stel de papiergeleiders in op het papierformaat dat u wilt plaatsen. 4 Plaats de stapel papier met de afdrukzijde naar beneden en zorg ervoor dat de zijgeleiders goed tegen het papier zitten.

Nadere informatie

Als u werkt met geladen lettertypen, controleer dan of de lettertypen worden ondersteund door de printer, de hostcomputer en het softwareprogramma.

Als u werkt met geladen lettertypen, controleer dan of de lettertypen worden ondersteund door de printer, de hostcomputer en het softwareprogramma. Pagina 1 van 13 Handleiding voor afdrukkwaliteit Neem contact op met onze klantenservice als u het probleem niet kunt oplossen met deze suggesties. Mogelijk moet een printeronderdeel worden afgesteld of

Nadere informatie

Kopiëren > Instellingen > Pagina's per zijde. Voor printermodellen zonder touchscreen drukt u op om door de instellingen te navigeren.

Kopiëren > Instellingen > Pagina's per zijde. Voor printermodellen zonder touchscreen drukt u op om door de instellingen te navigeren. Naslagkaart Bezig met kopiëren Een kopie maken 1 Plaats een origineel document in de ADF-lade of op de glasplaat. Opmerking: Zorg ervoor dat het papierformaat van het origineel en de uitvoer hetzelfde

Nadere informatie

Handleiding voor afdrukkwaliteit

Handleiding voor afdrukkwaliteit Pagina 1 van 7 Handleiding voor afdrukkwaliteit Veel problemen met de afdrukkwaliteit kunnen worden opgelost door supplies of printeronderdelen te vervangen die bijna het einde van hun levensduur hebben

Nadere informatie

Lexmark E260, E260d en E260dn Serie

Lexmark E260, E260d en E260dn Serie Lexmark E260, E260d en E260dn Serie Gebruikershandleiding Februari 2011 www.lexmark.com Machinetype(n): 4513 Model(len): 200, 220, 230 Inhoudsopgave Veiligheidsvoorschriften...7 Algemene informatie over

Nadere informatie

Printerproblemen oplossen

Printerproblemen oplossen Neem contact op met uw servicevertegenwoordiger als u met de voorgestelde oplossing het probleem niet verhelpt. Taak is niet afgedrukt of de verkeerde tekens zijn afgedrukt. Controleer of Gereed wordt

Nadere informatie

LET OP KANS OP LETSEL:

LET OP KANS OP LETSEL: Pagina 1 van 19 Help bij afdrukken Papier in de lade voor 250 vel of 550 vel plaatsen LET OP KANS OP LETSEL: Zorg ervoor dat u papier afzonderlijk in elke lade plaatst om instabiliteit van de apparatuur

Nadere informatie

Media laden. Afdrukken. Afdrukmaterialen. Toebehoren. Problemen oplossen. Beheer

Media laden. Afdrukken. Afdrukmaterialen. Toebehoren. Problemen oplossen. Beheer In de volgende tabellen wordt beschreven welk afdrukmateriaal u kunt gebruiken en in welke hoeveelheden. Ook vindt u hier informatie over de wijze waarop u de media in de lade of lader moet plaatsen. Klik

Nadere informatie

Speciale afdrukmethoden en - materialen

Speciale afdrukmethoden en - materialen Speciale afdrukmethoden en - materialen In deze sectie komen de volgende onderwerpen aan de orde: Automatisch dubbelzijdig afdrukken zie pagina 16. Handmatig dubbelzijdig afdrukken zie pagina 19. Transparanten

Nadere informatie

Lexmark E360d en E360dn Serie

Lexmark E360d en E360dn Serie Lexmark E360d en E360dn Serie Gebruikershandleiding Januari 2010 www.lexmark.com Machinetype(n): 4513 Model(len): 420, 430 Inhoudsopgave Veiligheidsvoorschriften...5 Algemene informatie over de printer...7

Nadere informatie

Afdrukproblemen. Afdrukkwaliteit

Afdrukproblemen. Afdrukkwaliteit Printerproblemen Een aantal printerproblemen is eenvoudig te verhelpen. Als de printer niet reageert, controleer dan eerst of: de printer is ingeschakeld; het netsnoer is aangesloten op het stopcontact;

Nadere informatie

Printerproblemen oplossen

Printerproblemen oplossen 1 De display op het bedieningspaneel is leeg of er worden alleen ruitjes weergegeven. Taken worden niet De zelftest van de printer is mislukt. De printer is niet gereed om gegevens te ontvangen. De aangegeven

Nadere informatie

De universeellader accepteert papier met de volgende afmetingen: breedte 69,85 mm tot 229 mm. lengte 127 mm tot 355,6 mm

De universeellader accepteert papier met de volgende afmetingen: breedte 69,85 mm tot 229 mm. lengte 127 mm tot 355,6 mm De universeellader is geschikt voor papier van diverse formaten en soorten, zoals transparanten, briefkaarten, memokaarten en enveloppen. Deze lade is handig als u enkelzijdig wilt afdrukken op papier

Nadere informatie

Papier. Richtlijnen voor media 1. Lettertypelijst. Werken met kleuren. Papierverwerking. Onderhoud. Problemen oplossen. Beheer.

Papier. Richtlijnen voor media 1. Lettertypelijst. Werken met kleuren. Papierverwerking. Onderhoud. Problemen oplossen. Beheer. Richtlijnen voor media 1 U voorkomt afdrukproblemen door aanbevolen media (papier, transparanten, enveloppen, karton en etiketten) te gebruiken. Raadpleeg de Card Stock & Label Guide op de cd met stuurprogramma's

Nadere informatie

Richtlijnen voor media

Richtlijnen voor media U voorkomt afdrukproblemen door aanbevolen media (papier, transparanten, enveloppen, karton en etiketten) te gebruiken. Meer informatie over de kenmerken van de media vindt u in de Card Stock & Label Guideop

Nadere informatie

Universeellader vullen

Universeellader vullen De universeellader is geschikt voor afdrukmedia van diverse formaten en soorten, zoals transparanten en enveloppen. Deze lade is handig als u enkelzijdig wilt afdrukken op papier met een briefhoofd, gekleurd

Nadere informatie

Eenvoudige afdruktaken

Eenvoudige afdruktaken Eenvoudige afdruktaken In dit onderwerp wordt het volgende besproken: "Papier plaatsen in Lade 1 (MPT) voor enkelzijdig afdrukken" op pagina 2-9 "Papier plaatsen in laden 2-5 voor enkelzijdig afdrukken"

Nadere informatie

Naslagkaart. Naslagkaart A63N Q - 1 -

Naslagkaart. Naslagkaart A63N Q - 1 - Naslagkaart 2013. 5 A63N-9561-01Q - 1 - Inhoudsopgave 1 Omgaan met de printer... 3 Het bedieningspaneel van de printer gebruiken... 3 Uitleg over de kleuren van het indicatielampje en het lampje van de

Nadere informatie

Problemen met afdrukkwaliteit oplossen

Problemen met afdrukkwaliteit oplossen met afdrukkwaliteit Neem contact op met uw servicevertegenwoordiger als de voorgestelde oplossing het probleem niet verhelpt. 1 De afdruk is te licht. De toner is mogelijk bijna op. Om de resterende toner

Nadere informatie

Berichten op het voorpaneel

Berichten op het voorpaneel en op het voorpaneel In dit onderwerp wordt het volgende besproken: "Statusberichten" op pagina 4-61 "Foutberichten en waarschuwingen" op pagina 4-62 Het voorpaneel van de printer biedt informatie en hulp

Nadere informatie

Over deze printer. Printeroverzicht 1. Lettertypelijst. Werken met kleuren. Papierverwerking. Onderhoud. Problemen oplossen. Beheer.

Over deze printer. Printeroverzicht 1. Lettertypelijst. Werken met kleuren. Papierverwerking. Onderhoud. Problemen oplossen. Beheer. Over deze printer Bedieningspaneel Papierstop Voorklep Printeroverzicht 1 Optionele lade voor dubbelzijdig afdrukken Standaardlade voor 250 vel Uitvoerlade en bovenklep Ontgrendelingshendel Optionele invoerlade

Nadere informatie

Hier beginnen. Inktcartridges uitlijnen zonder een computer

Hier beginnen. Inktcartridges uitlijnen zonder een computer Hier beginnen Inktcartridges uitlijnen zonder een computer Volg de stappen in de installatiehandleiding om de installatie van de hardware te voltooien. Ga door met de volgende stappen om de afdrukkwaliteit

Nadere informatie

7 3/4 envelop (Monarch) 98 x 191 mm (3,9 x 7,5 inch) X X. 9 envelop 98 x 225 mm (3,9 x 8,9 inch) X X

7 3/4 envelop (Monarch) 98 x 191 mm (3,9 x 7,5 inch) X X. 9 envelop 98 x 225 mm (3,9 x 8,9 inch) X X Pagina van 5 Help afdrukmat. Papierformaten die door de printer worden ondersteund Opmerking: Wanneer u afdrukt op papier dat minder dan 0 mm (8,3 inch) breed is, is het mogelijk dat de printer na verloop

Nadere informatie

Papier, karton of etiketten laden. Briefhoofdpapier laden. Transparanten laden

Papier, karton of etiketten laden. Briefhoofdpapier laden. Transparanten laden De printer geeft aan wanneer het papier moet worden bijgevuld. Als er minder dan 50 vellen papier in een lade zitten, wordt het bericht Lade x bijna op op de display weergegeven, waarbij x verwijst naar

Nadere informatie

Eenvoudige afdruktaken

Eenvoudige afdruktaken Eenvoudige afdruktaken In dit onderwerp wordt het volgende besproken: 'Papier plaatsen in lade 1 (MPT)' op pagina 2-12 'Papier plaatsen in de laden 2-5' op pagina 2-17 'De nietmachine gebruiken' op pagina

Nadere informatie

E120, E120n. Gebruikershandleiding. juli 2005

E120, E120n. Gebruikershandleiding.  juli 2005 E120, E120n Gebruikershandleiding juli 2005 www.lexmark.com Lexmark en Lexmark met het diamantlogo zijn als handelsmerken van Lexmark International, Inc. gedeponeerd in de Verenigde Staten en/of in andere

Nadere informatie

In lade 1. Papier laden. Afdrukken. 1 Schuif de achterste papiersteun uit totdat u een klik hoort. Papierverwerking. Onderhoud. Problemen oplossen

In lade 1. Papier laden. Afdrukken. 1 Schuif de achterste papiersteun uit totdat u een klik hoort. Papierverwerking. Onderhoud. Problemen oplossen In lade 1 1 Schuif de achterste papiersteun uit totdat u een klik hoort. 1 2 Buig de vellen enkele malen om de vellen los te maken. Waaier ze vervolgens uit. 3 Als u briefhoofdpapier wilt gebruiken, moet

Nadere informatie

Plaatsen waar papierstoringen kunnen optreden

Plaatsen waar papierstoringen kunnen optreden De meeste papierstoringen kunt u vermijden door zorgvuldig het materiaal waarop u afdrukt te kiezen en dit materiaal op de juiste wijze te laden. (Zie de suggesties in Tips ter voorkoming van papierstoringen.)

Nadere informatie

C935-serie. Gebruikershandleiding

C935-serie. Gebruikershandleiding C935-serie Gebruikershandleiding April 2007 www.lexmark.com Lexmark en Lexmark met het diamantlogo zijn gedeponeerde handelsmerken van Lexmark International, Inc. in de Verenigde Staten en/of andere landen.

Nadere informatie

MS310 Series. Gebruikershandleiding. Machinetype(n): 4514 Model(len): 220, 230

MS310 Series. Gebruikershandleiding. Machinetype(n): 4514 Model(len): 220, 230 MS310 Series Gebruikershandleiding Augustus 2012 www.lexmark.com Machinetype(n): 4514 Model(len): 220, 230 Inhoudsopgave 2 Inhoudsopgave Informatie over veiligheid...5 Omgaan met de printer...7 Informatie

Nadere informatie

HP LaserJet P2030-serie-printer. Paper and Print Media Guide

HP LaserJet P2030-serie-printer. Paper and Print Media Guide HP LaserJet P2030-serie-printer Paper and Print Media Guide HP LaserJet P2030-serie-printer Handleiding voor papier en afdrukmateriaal Copyright en licentie 2008 Copyright Hewlett-Packard Development

Nadere informatie

Afdrukken vanuit een Windows-omgeving

Afdrukken vanuit een Windows-omgeving Als de printer eenmaal klaar is voor gebruik en de stuurprogramma s zijn geïnstalleerd, kunt u afdrukken. Wilt u een brief afdrukken, een watermerk met Niet kopiëren toevoegen aan een document of de tonerintensiteit

Nadere informatie

U-lader config Papierstructuur Aangepaste srtn Papiersoort Beschermenvelop Papiergewicht Papier laden Ander formaat. Papierformaat Univrsle install

U-lader config Papierstructuur Aangepaste srtn Papiersoort Beschermenvelop Papiergewicht Papier laden Ander formaat. Papierformaat Univrsle install In het Papiermenu kunt u instellen welke papiersoort in de laden is geplaatst aangeven wat de standaardpapierbron is. Selecteer voor meer informatie een menu-item: U-lader config Papierstructuur Aangepaste

Nadere informatie

HP LaserJet P2050-serie-printer. Paper and Print Media Guide

HP LaserJet P2050-serie-printer. Paper and Print Media Guide HP LaserJet P2050-serie-printer Paper and Print Media Guide HP LaserJet P2050-serie-printer Handleiding voor papier en afdrukmateriaal Copyright en licentie 2008 Copyright Hewlett-Packard Development

Nadere informatie

Speciaal afdrukmateriaal

Speciaal afdrukmateriaal In deze sectie komen de volgende onderwerpen aan de orde: Automatisch dubbelzijdig afdrukken zie pagina 10. Handmatig dubbelzijdig afdrukken zie pagina 12. Transparanten zie pagina 15. Enveloppen zie pagina

Nadere informatie

Kopiëren via de glasplaat. 1 Plaats het originele document met de bedrukte zijde naar beneden in de linkerbovenhoek van de glasplaat.

Kopiëren via de glasplaat. 1 Plaats het originele document met de bedrukte zijde naar beneden in de linkerbovenhoek van de glasplaat. Laser-MFP Naslagkaart Kopiëren Snel kopiëren documentinvoer (ADF) of met de bedrukte zijde naar beneden (zoals knipsels uit tijdschriften) in de ADF. Gebruik in plaats plaatst, moet u de papiergeleiders

Nadere informatie

Plaatsen waar papierstoringen kunnen optreden

Plaatsen waar papierstoringen kunnen optreden De meeste papierstoringen kunt u vermijden door zorgvuldig het materiaal waarop u afdrukt te kiezen en dit materiaal op de juiste wijze te laden. (Zie de suggesties in Tips voor het voorkomen van papierstoringen.)

Nadere informatie

De inhoud van de verpakking controleren

De inhoud van de verpakking controleren De inhoud van de verpakking controleren papiersteun cd-rom met printersoftware & Gebruikershandleiding pakket met cartridges (bevat zowel zwart-wit- als kleurencartridges.) printer Gids voor snelle starters

Nadere informatie

Uw gebruiksaanwijzing. HP LASERJET 4050 http://nl.yourpdfguides.com/dref/901693

Uw gebruiksaanwijzing. HP LASERJET 4050 http://nl.yourpdfguides.com/dref/901693 U kunt de aanbevelingen in de handleiding, de technische gids of de installatie gids voor. U vindt de antwoorden op al uw vragen over de in de gebruikershandleiding (informatie, specificaties, veiligheidsaanbevelingen,

Nadere informatie

Speciaal papier. Afdrukken op glanspapier. Richtlijnen. Phaser 7750-kleurenlaserprinter

Speciaal papier. Afdrukken op glanspapier. Richtlijnen. Phaser 7750-kleurenlaserprinter Speciaal papier In dit onderwerp wordt het volgende besproken: 'Afdrukken op glanspapier' op pagina 2-60 'Afdrukken op papier voor digitale foto's' op pagina 2-65 'Afdrukken op briefkaarten en driebladige

Nadere informatie

HP Color LaserJet CP2020-serie Handleiding voor papier en afdrukmateriaal

HP Color LaserJet CP2020-serie Handleiding voor papier en afdrukmateriaal HP Color LaserJet CP2020-serie Handleiding voor papier en afdrukmateriaal Copyright en licentie 2008 Copyright Hewlett-Packard Development Company, L.P. Verveelvoudiging, bewerking en vertaling zonder

Nadere informatie

Bedieningspaneel. Afdrukken. Papierverwerking. Onderhoud. Problemen oplossen. Beheer. Index

Bedieningspaneel. Afdrukken. Papierverwerking. Onderhoud. Problemen oplossen. Beheer. Index Dit gedeelte van de handleiding bevat informatie over het bedieningspaneel, het wijzigen van printerinstellingen en over de menu's van het bedieningspaneel. U kunt de meeste printerinstellingen wijzigen

Nadere informatie

CS310 Series. Gebruikershandleiding. Machinetype(n): 5027 Model(len): 210, 230

CS310 Series. Gebruikershandleiding. Machinetype(n): 5027 Model(len): 210, 230 CS310 Series Gebruikershandleiding September 2012 www.lexmark.com Machinetype(n): 5027 Model(len): 210, 230 Inhoudsopgave 2 Inhoudsopgave Informatie over veiligheid...5 Omgaan met de printer...7 Informatie

Nadere informatie

HP DeskJet 720C Series printer. Zeven eenvoudige stappen voor het installeren van uw printer

HP DeskJet 720C Series printer. Zeven eenvoudige stappen voor het installeren van uw printer HP DeskJet 720C Series printer Zeven eenvoudige stappen voor het installeren van uw printer Gefeliciteerd met de aanschaf van uw HP DeskJet 720C serie printer! De doos behoort het volgende te bevatten.

Nadere informatie

Gebieden waar het papier kan vastlopen

Gebieden waar het papier kan vastlopen De meeste papierstoringen kunt u vermijden door zorgvuldig de afdrukmedia te kiezen en deze media op de juiste manier te laden. Mocht het papier toch vastlopen, voer dan de stappen uit die in dit gedeelte

Nadere informatie

Papierstoringen. Phaser 6200-kleurenlaserprinter

Papierstoringen. Phaser 6200-kleurenlaserprinter Phaser 6200-kleurenlaserprinter Papierstoringen Naast de informatie over het voorkomen van storingen en de redenen van een papierstoring, bevat deze sectie ook instructies voor het oplossen van de volgende

Nadere informatie

Stuurprogramma verzenden. Beheerdershandleiding

Stuurprogramma verzenden. Beheerdershandleiding Stuurprogramma verzenden Beheerdershandleiding Januari 2013 www.lexmark.com Overzicht 2 Overzicht Met Stuurprogramma verzenden kunt u eenvoudig een printerstuurprogramma voor een specifiek printermodel

Nadere informatie

Papier, karton of etiketten laden Transparanten laden Enveloppen laden

Papier, karton of etiketten laden Transparanten laden Enveloppen laden Klik op een onderwerp om direct naar de laadinstructies te gaan. Papier, karton of etiketten laden Transparanten laden Enveloppen laden Media laden 1 De procedure voor het plaatsen van papier is voor beide

Nadere informatie

Problemen met de afdrukkwaliteit

Problemen met de afdrukkwaliteit Problemen met de afdrukkwaliteit Uw printer is ontworpen om altijd afdrukken van hoge kwaliteit te genereren. Als er problemen met de afdrukkwaliteit optreden, gebruikt u de informatie op deze pagina's

Nadere informatie

Printerinstellingen wijzigen 1

Printerinstellingen wijzigen 1 Printerinstellingen wijzigen 1 U kunt de instellingen van de printer wijzigen met de toepassingssoftware, het Lexmark printerstuurprogramma, het bedieningspaneel of het bedieningspaneel op afstand van

Nadere informatie

E250d en E250dn. Gebruikershandleiding. www.lexmark.com. Juni 2006

E250d en E250dn. Gebruikershandleiding. www.lexmark.com. Juni 2006 E250d en E250dn Gebruikershandleiding Juni 2006 www.lexmark.com Lexmark and Lexmark with diamond design are trademarks of Lexmark International, Inc., registered in the United States and/or other countries.

Nadere informatie

Betekenis van printerberichten 1

Betekenis van printerberichten 1 Betekenis van printerberichten 1 Wanneer de printer aandacht vereist, wordt een bericht weergegeven op het bedieningspaneel. Als u het Windows-statusvenster voor het stuurprogramma hebt geïnstalleerd,

Nadere informatie

MS310 Series. Gebruikershandleiding. Machinetype(n): 4514 Model(len): 220, 230

MS310 Series. Gebruikershandleiding. Machinetype(n): 4514 Model(len): 220, 230 MS310 Series Gebruikershandleiding Augustus 2014 www.lexmark.com Machinetype(n): 4514 Model(len): 220, 230 Inhoudsopgave 2 Inhoudsopgave Informatie over veiligheid...5 Omgaan met de printer...7 Informatie

Nadere informatie

Gebruikersveiligheid. Elektrische veiligheid. Phaser 4500-laserprinter

Gebruikersveiligheid. Elektrische veiligheid. Phaser 4500-laserprinter Gebruikersveiligheid De printer en de aanbevolen verbruiksartikelen zijn getest en voldoen aan strikte veiligheidsnormen. Als u de volgende informatie in acht neemt, bent u verzekerd van een ononderbroken

Nadere informatie

Printergeheugen. Geheugenbeheer 1. Lettertypelijst. Werken met kleuren. Papierverwerking. Onderhoud. Problemen oplossen. Beheer.

Printergeheugen. Geheugenbeheer 1. Lettertypelijst. Werken met kleuren. Papierverwerking. Onderhoud. Problemen oplossen. Beheer. Printergeheugen Geheugenbeheer 1 De printer wordt geleverd met minimaal 32 MB geheugen. Als u wilt controleren hoeveel geheugen momenteel is geïnstalleerd in uw printer, selecteert u Menu's afdrukken in

Nadere informatie

Uitleg over de kleuren van de slaapknop en de indicatielampjes

Uitleg over de kleuren van de slaapknop en de indicatielampjes Naslagkaart Omgaan met de printer Het bedieningspaneel van de printer gebruiken Onderdeel 1 2 3 4 5 10 Tot 9 1 Display Afdruk-, kopieer-, e-mail-, fax- en scanopties weergeven. Printerstatus en foutmeldingen

Nadere informatie

Problemen met de afdrukkwaliteit

Problemen met de afdrukkwaliteit Problemen met de afdrukkwaliteit In dit onderwerp wordt het volgende besproken: Diagnose stellen van afdrukkwaliteitsproblemen op pagina 4-24 Steeds terugkerende defecten op pagina 4-29 Uw printer is ontworpen

Nadere informatie

HP Color LaserJet CM1312 MFP-serie Handleiding Papier en afdrukmateriaal

HP Color LaserJet CM1312 MFP-serie Handleiding Papier en afdrukmateriaal HP Color LaserJet CM1312 MFP-serie Handleiding Papier en afdrukmateriaal Copyright en licentie 2008 Copyright Hewlett-Packard Development Company, L.P. Verveelvoudiging, bewerking en vertaling zonder voorafgaande

Nadere informatie

Klep van systeemkaart verwijderen

Klep van systeemkaart verwijderen Met de volgende procedure verwijdert u eenvoudig de geïnstalleerde geheugen- en interfaceopties: 1 Zet de printer uit. 2 Haal het netsnoer van de printer uit het stopcontact. 1 3 Ontkoppel de parallelle

Nadere informatie

Met het Instellingenmenu kunt u een groot aantal printerfuncties configureren. Selecteer voor verdere informatie een menu-item:

Met het Instellingenmenu kunt u een groot aantal printerfuncties configureren. Selecteer voor verdere informatie een menu-item: Met het kunt u een groot aantal printerfuncties configureren. Selecteer voor verdere informatie een menu-item: Signaalinstelling Spaarstand Auto doorgaan Afdruktimeout Taal op display Printertaal Laden

Nadere informatie

Uw gebruiksaanwijzing. HP LASERJET 8150MFP http://nl.yourpdfguides.com/dref/911881

Uw gebruiksaanwijzing. HP LASERJET 8150MFP http://nl.yourpdfguides.com/dref/911881 U kunt de aanbevelingen in de handleiding, de technische gids of de installatie gids voor. U vindt de antwoorden op al uw vragen over de in de gebruikershandleiding (informatie, specificaties, veiligheidsaanbevelingen,

Nadere informatie

In deze sectie komen de volgende onderwerpen aan de orde:

In deze sectie komen de volgende onderwerpen aan de orde: Phaser 6200-kleurenlaserprinter Laden In deze sectie komen de volgende onderwerpen aan de orde: Papier in de laden 1 tot en met 3 plaatsen zie pagina 2. Papier in de multifunctionele lade plaatsen zie

Nadere informatie

Kopiëren via de glasplaat. 1 Plaats het originele document met de bedrukte zijde naar beneden in de linkerbovenhoek van de glasplaat.

Kopiëren via de glasplaat. 1 Plaats het originele document met de bedrukte zijde naar beneden in de linkerbovenhoek van de glasplaat. Naslagkaart Wordt gekopieerd Kopieën maken Snel kopiëren 3 Druk op het bedieningspaneel van de printer op. 4 Als u het document op de glasplaat hebt gelegd, raakt u Finish the Job (Taak voltooien) aan

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding Dell B2360d-dn laserprinter Gebruikershandleiding 1 Maart 2014 www.dell.com dell.com/support/printers Handelsmerken De informatie in dit document kan zonder kennisgeving worden gewijzigd. 2014 Dell, Inc.

Nadere informatie

Handleiding voor aansluitingen

Handleiding voor aansluitingen Pagina 1 van 6 Handleiding voor aansluitingen Windows-instructies voor een lokaal aangesloten printer Opmerking: Wanneer u een lokaal aangesloten printer installeert en het besturingssysteem niet wordt

Nadere informatie

Installatiehandleiding voor hardware

Installatiehandleiding voor hardware Uitpakken Verwijder alle beschermende materialen. De afbeeldingen in deze handleiding zijn voor een soortgelijk model. Hoewel deze kunnen afwijken van uw model, is de methode van gebruik hetzelfde. Verwijder

Nadere informatie

X84-X85 Scan/Print/Copy

X84-X85 Scan/Print/Copy X84-X85 Scan/Print/Copy Aan de slag Juni 2002 www.lexmark.com Conformiteit met de richtlijnen van de FCC (Federal Communications Commission) Dit product voldoet aan de voorschriften voor een digitaal apparaat

Nadere informatie

2 Druk de lengtegeleiders in en schuif deze naar de juiste positie voor het formaat papier dat u wilt plaatsen.

2 Druk de lengtegeleiders in en schuif deze naar de juiste positie voor het formaat papier dat u wilt plaatsen. Laserprinter 2 Druk de lengtegeleiders in en schuif deze naar de juiste positie voor het formaat papier dat u wilt plaatsen. Naslagkaart Papier en speciaal afdrukmateriaal plaatsen De standaardlade of

Nadere informatie

MS312, MS315 en MS415

MS312, MS315 en MS415 MS312, MS315 en MS415 Gebruikershandleiding Juli 2014 www.lexmark.com Machinetype(n): 4514 Model(len): 330, 335, 530 Inhoudsopgave 2 Inhoudsopgave Informatie over veiligheid...6 Omgaan met de printer...8

Nadere informatie

CS310 Series. Gebruikershandleiding. Machinetype(n): 5027 Model(len): 210, 230

CS310 Series. Gebruikershandleiding. Machinetype(n): 5027 Model(len): 210, 230 CS310 Series Gebruikershandleiding September 2014 www.lexmark.com Machinetype(n): 5027 Model(len): 210, 230 Inhoudsopgave 2 Inhoudsopgave Informatie over veiligheid...5 Omgaan met de printer...7 Informatie

Nadere informatie

Accessoires 1. Tonercartridges. Lettertypelijst. Werken met kleuren. Papierverwerking. Onderhoud. Problemen oplossen. Beheer.

Accessoires 1. Tonercartridges. Lettertypelijst. Werken met kleuren. Papierverwerking. Onderhoud. Problemen oplossen. Beheer. Tonercartridges Waarschuwing: Raak de catridgerol onder de klep niet aan. Accessoires 1 Klep De printer maakt gebruik van vier afzonderlijke tonercartridges, één voor iedere kleur: cyaan, geel, magenta

Nadere informatie

HP Color LaserJet CP1210-serie-printer

HP Color LaserJet CP1210-serie-printer HP Color LaserJet CP1210-serie-printer Handleiding voor papier en afdrukmateriaal Copyright en licentie 2007 Copyright Hewlett-Packard Development Company, L.P. Verveelvoudiging, bewerking en vertaling

Nadere informatie

LASERJET PRO 400 MFP. Naslaggids M425

LASERJET PRO 400 MFP. Naslaggids M425 LASERJET PRO 400 MFP Naslaggids M425 Kopieerkwaliteit optimaliseren De volgende instellingen voor kopieerkwaliteit zijn beschikbaar: Aut. selectie: Gebruik deze instelling als u de kwaliteit van de kopie

Nadere informatie

Aanbevolen papiersoort. Ongeschikte papiersoorten. Voorbedrukte formulieren en briefhoofdpapier kiezen

Aanbevolen papiersoort. Ongeschikte papiersoorten. Voorbedrukte formulieren en briefhoofdpapier kiezen De afdrukkwaliteit en de betrouwbaarheid van de papierinvoer bij gebruik van de printer en de opties zijn deels afhankelijk van het soort afdrukmedia en het formaat ervan. Dit gedeelte bevat richtlijnen

Nadere informatie

Media plaatsen. WorkCentre C2424-kopieerapparaat-printer

Media plaatsen. WorkCentre C2424-kopieerapparaat-printer Media plaatsen Dit hoofdstuk omvat: Ondersteunde media op pagina 2-2 Media plaatsen in lade 1 op pagina 2-7 Media plaatsen in lade 2, 3 en 4 op pagina 2-13 Copyright 2005 Xerox Corporation. Alle rechten

Nadere informatie

Dubbelzijdig afdrukken

Dubbelzijdig afdrukken Dubbelzijdig afdrukken In dit onderwerp wordt het volgende besproken: 'Automatisch dubbelzijdig afdrukken' op pagina 2-41 'Bindvoorkeuren' op pagina 2-43 'Handmatig dubbelzijdig afdrukken' op pagina 2-46

Nadere informatie

Selecteer voor meer informatie een menu-item:

Selecteer voor meer informatie een menu-item: In het kunt u instellen welke papiersoort in de laden is geplaatst aangeven wat de standaardpapierbron en -uitvoerlade zijn. Selecteer voor meer informatie een menu-item: Ken srt/lade toe Papier laden

Nadere informatie

Etiketten, indexkaarten en wenskaarten

Etiketten, indexkaarten en wenskaarten In dit onderwerp wordt het volgende besproken: Richtlijnen op pagina 2-35 Indexkaarten afdrukken vanuit lade 1 op pagina 2-35 Etiketten afdrukken vanuit lade 1-4 op pagina 2-37 U kunt Xerox-etiketten in

Nadere informatie

350 Series. Installatieoplossingen

350 Series. Installatieoplossingen 350 Series Installatieoplossingen Mei 2006 www.lexmark.com Lexmark en Lexmark met het diamantlogo zijn gedeponeerde handelsmerken van Lexmark International, Inc. in de Verenigde Staten en/of andere landen.

Nadere informatie

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z In het kunt u instellen welke papiersoort in de laden is geplaatst en aangeven wat de standaardpapierbron en -uitvoerlade zijn. Selecteer voor meer informatie een menu-item: 1 Ken srt/lade toe Laden config

Nadere informatie

Configuratiesoftware voor NetWare-netwerken

Configuratiesoftware voor NetWare-netwerken Novell NetWare In dit onderwerp wordt het volgende besproken: "Configuratiesoftware voor NetWare-netwerken" op pagina 3-38 "Stappen voor snelle installatie" op pagina 3-38 "Geavanceerde installatie" op

Nadere informatie

HP Color LaserJet CM2320 MFP-serie Handleiding Papier en afdrukmateriaal

HP Color LaserJet CM2320 MFP-serie Handleiding Papier en afdrukmateriaal HP Color LaserJet CM2320 MFP-serie Handleiding Papier en afdrukmateriaal Copyright en licentie 2008 Copyright Hewlett-Packard Development Company, L.P. Verveelvoudiging, bewerking en vertaling zonder voorafgaande

Nadere informatie

Geavanceerde opties. Afdrukken op deelpagina's. Phaser 5500-laserprinter. In dit onderwerp wordt het volgende besproken:

Geavanceerde opties. Afdrukken op deelpagina's. Phaser 5500-laserprinter. In dit onderwerp wordt het volgende besproken: Geavanceerde opties In dit onderwerp wordt het volgende besproken: "Afdrukken op deelpagina's" op pagina 2-68 "Meerdere pagina's op één vel papier afdrukken (X op één)" op pagina 2-69 "Brochures afdrukken"

Nadere informatie

MS410 Series. Gebruikershandleiding. Machinetype(n): 4514 Model(len): 420, 430

MS410 Series. Gebruikershandleiding. Machinetype(n): 4514 Model(len): 420, 430 MS410 Series Gebruikershandleiding Augustus 2014 www.lexmark.com Machinetype(n): 4514 Model(len): 420, 430 Inhoudsopgave 2 Inhoudsopgave Informatie over veiligheid...5 Omgaan met de printer...7 Informatie

Nadere informatie

Vastgelopen papier verwijderen

Vastgelopen papier verwijderen Als er afdrukmateriaal in de printer vastloopt, geeft het lampje Paper Jam [Papier vast] aan dat u de papierbaan moet vrijmaken. 1 Als er afdrukmateriaal vanuit lade 1 wordt ingevoerd op het moment dat

Nadere informatie

Lexmark T650, T652, T654

Lexmark T650, T652, T654 Lexmark T650, T652, T654 Gebruikershandleiding Belangrijk: Ga voor informatie over T656-producten naar http://md.lexmark.com/ md/?func=publications&folder=v12721881&file=v12721881_nl.pdf. Maart 2012 www.lexmark.com

Nadere informatie

Gebruikersveiligheid. Elektrische veiligheid. Phaser 5500-laserprinter

Gebruikersveiligheid. Elektrische veiligheid. Phaser 5500-laserprinter Gebruikersveiligheid De printer en de aanbevolen verbruiksartikelen zijn getest en voldoen aan strikte veiligheidsnormen. Als u de volgende informatie in acht neemt, bent u verzekerd van een ononderbroken

Nadere informatie

EPSON. Knowledge Base. Status- en foutberichten for Alc 4000

EPSON. Knowledge Base. Status- en foutberichten for Alc 4000 Status- en foutberichten for Alc 4000-1-Regulering printer -2-Annuleer afdruktaken -3-Afdruktaak annuleren -4-Duplex niet mogelijk -5-Controleer transp. -6-Contr. papierformaat -7-Contr. papiersoort -8-C-tonercrtg

Nadere informatie

CS410 Series. Gebruikershandleiding. Machinetype(n): 5027 Model(len): 410, 430

CS410 Series. Gebruikershandleiding. Machinetype(n): 5027 Model(len): 410, 430 CS410 Series Gebruikershandleiding September 2012 www.lexmark.com Machinetype(n): 5027 Model(len): 410, 430 Inhoudsopgave 2 Inhoudsopgave Veiligheidsinformatie...10 Informatie over de printer...12 Informatie

Nadere informatie

Aanbevolen papiersoorten. Voorbedrukte formulieren en briefhoofdpapier kiezen. Geperforeerd papier kiezen

Aanbevolen papiersoorten. Voorbedrukte formulieren en briefhoofdpapier kiezen. Geperforeerd papier kiezen De afdrukkwaliteit en de betrouwbaarheid van de papierinvoer van de printer en de opties zijn deels afhankelijk van het soort afdrukmateriaal en het formaat ervan. In dit gedeelte van de handleiding vindt

Nadere informatie

Instellingenmenu. Afdrukgebied Afdruktimeout Printertaal Printergebruik Bronnen opslaan Nietjesalarm Toneralarm Timeout wachten

Instellingenmenu. Afdrukgebied Afdruktimeout Printertaal Printergebruik Bronnen opslaan Nietjesalarm Toneralarm Timeout wachten Met het kunt u een groot aantal printerfuncties configureren. Selecteer voor meer informatie een menu-item: Signaalinstelling Spaarstand 1 Auto doorgaan Taal op display Laden naar Signaal perforator Corr.pap.storing

Nadere informatie

M3100 Series. Gebruikershandleiding. Machinetype(n):M3150 Model(len):TRID'OR Service

M3100 Series. Gebruikershandleiding. Machinetype(n):M3150 Model(len):TRID'OR Service M3100 Series Gebruikershandleiding Augustus 2012 www.lexmark.com Machinetype(n):M3150 Model(len):TRID'OR Service Inhoudsopgave 2 Inhoudsopgave Informatie over veiligheid...6 Overzicht...8 Het gebruik van

Nadere informatie