Kringstudie 3: Heersen als koning

Transcriptie

1 Kringstudie 3: Heersen als koning Boekje voor de kringleider Bijbelstudie.net

2 Beste kringleider, Inleiding In dit boekje vind je de benodigde inhoudelijke informatie voor het leiden van de derde kringstudie van de pilot. Deze kringstudie gaat over het heersen als koning. Een spannend onderwerp, want je kan dat op allerlei manieren interpreteren. Dit boekje bevat twee onderdelen: 1. Achtergrondinformatie en Bijbelonderzoek 2. De kringstudie zelf, bestaand uit een overzicht van de avond en de uitwerking daarvan. Lees De Handleiding voor meer informatie over het voorbereiden van de kring. Om een kringstudie goed te kunnen leiden is het belangrijk om dit boekje goed door te lezen. Wil je dieper ingaan op bepaalde onderwerpen, dan kan je op de site van Bijbelstudie.net bij het onderdeel kringen nog meer informatie vinden. Denk aan uitgebreider Bijbelonderzoek, artikelen en meer achtergrondinformatie. Zo kan je dus zelf bepalen hoeveel tijd je in het voorbereiden van de kringstudie wil stoppen en hoeveel verdieping je voor jezelf wil. op met Page 2

3 AchtergrondInformatie thema Macht en kracht Macht en kracht zijn onderwerpen die in de bijbel vaak naar voren komen. Er is macht en kracht van God, van mensen en van duistere geesten. Het is een onderwerp wat niet alleen in de bijbel vaak naar voren komt, maar ook in het dagelijks leven sterk naar voren komt. Zo heeft een chef of baas op het werk een zekere macht over zijn werknemers. Macht is in die zin niet perse negatief, want als het op een goede manier gebruikt wordt kan iedereen er baat bij hebben. Macht en kracht zijn woorden die in een ander woord zijn samen te vatten, namelijk autoriteit. Iemand kan macht krijgen om leiding over een groep te nemen, maar als hij geen kracht heeft, geen ervaring, dan zal hij uiteindelijk die macht weer verliezen. Macht en kracht samen zijn autoriteit, zo kan iemand autoriteit hebben over een groep. Dan is het dus duidelijk wie de touwtjes in handen heeft. Als ik autoriteit puur en alleen op wonderen zou richten zou ik de plank mis slaan. Wonderen en tekenen zijn een uitwerking van de kracht die we ontvangen hebben, maar er zijn meer manieren hoe ze zichtbaar worden. Daarom zal ik een aantal beschrijvingen geven van autoriteit door de Bijbel heen. Ik zal eerst beginnen bij het oude testament. Het zwakke Gods koos een volk uit wat niet perse heel groot of sterk was, Hij koos een volk uit waarmee Hij zijn kracht kon laten zien. De Israëlieten of Hebreeërs waren niet perse machtige mensen. Het woord Hebreeër wordt door sommige wetenschappers ook aangeduid als een woord dat gebruikt wordt voor mensen die weinig macht hebben, of onderdrukt worden. 1 In het oude testament zien we dat God opkomt voor de zwakkeren. Zo is het bijzondere aan de wetgeving van Israël dat er zoveel beschermende wetten zijn voor de zwakkeren in de maatschappij. God gebruikt Zijn almacht om op te komen voor het zwakke. Zo staat in Deuteronomium 10:17-18 Want de HEERE, uw God, is de God der goden en de Heere der heren; die grote, machtige en ontzagwekkende God, Die niet partijdig is en geen geschenk in ontvangst neemt, Die recht verschaft aan de wees en de weduwe, Die de vreemdeling liefheeft door hem brood en kleding te geven. Gods macht God wil dat de macht op een goede manier gebruikt wordt, op de manier zoals Hij het Zelf ook doet. Naast opkomen voor het zwakke laat God ook Zijn macht zien door groot machtsvertoon. Het volk Israël laat Hij bijvoorbeeld oorlogen winnen. Daarbij moet begrepen worden dat de vijanden van Israël vaak vele malen sterker waren, want de omliggende volkeren maakten gebruik van ijzeren strijdwagens, terwijl Israël die technieken lange tijd niet ontwikkeld had. 2 God laat Zijn kracht ook zien door Zijn straffen voor het volk, deze angstaanjagende beelden van oordeel laten zien dat God alle macht heeft. 3 Deze beelden moeten wel op de juiste manier gelezen worden, want het was Gods volk zelf dat een verbond 1 Gispen, W.H. e.a., Bijbelse Encyclopedie (Kampen: Kok, 1998), pp Pixley, G. V., God s Kingdom (vert. uit het Spaans, Maryknoll, New York: Orbis Books, 1981) 3 Dr. Noordegraaf, A., e.d. Woordenboek voor bijbellezers (Boekencentrum, Zoetermeer, 2005)pp op met info@bijbelstudie.net Page 3

4 van oordeel en zegen op basis van eigen werken vroeg. Een voorbeeld hiervan is in Deuteronomium 27 waar het volk Amen roept op de vloek van God. Een ander voorbeeld is Exodus 19:8 waar God de wet nog niet gegeven heeft maar Israel als geheel volk zegt: wij zullen alles volbrengen wat de Heer ons opdraagt. (in het Hebreeuws is in die zin de bijtoon van hoogmoed). De psalmen zingen vaak over de kracht en macht van God. Psalm 96 is een van de psalmen die de grootheid van Gods macht weergeven: 4 Groot is de HEER, hem komt alle lof toe, geducht is hij, meer dan alle goden. 5 De goden van de volken zijn minder dan niets, maar de HEER: hij heeft de hemel gemaakt. 6 Glans en glorie gaan voor hem uit, macht en luister vullen zijn heiligdom. Autoriteit in het nieuwe testament Met deze grootheid in gedachten kunnen we het nieuwe testament lezen, want door Jezus zien we de Vader. Zo zegt Jezus in Johannes 14:10 Gelooft u niet dat Ik in de Vader ben en de Vader in Mij is? De woorden die Ik tot u spreek, spreek Ik niet uit Mijzelf, maar de Vader, Die in Mij blijft, Die doet de werken. In het nieuwe testament komt er een climax tussen de machten van de wereld en de macht van God. We zien dan dat die grootheid van God niet in straf verborgen ligt, maar in de confrontatie met het kwaad. In Matteüs 8 wordt duidelijk wie de touwtjes in handen heeft. Jezus voert een gesprek met een legercommandant. Dit is een interessant gesprek over de macht en kracht van God. In dat gesprek zegt de commandant het volgende: Want ook ik ben een mens onder het gezag van anderen en heb zelf soldaten onder mij; ik zeg tegen de één: Ga! en hij gaat; en tegen de ander: Kom! en hij komt; en tegen mijn slaaf: Doe dat! en hij doet het. Hier laat deze man zien wat voor autoriteit Jezus heeft, namelijk eentje van totale macht. Jezus zegt, van afstand, dat iemand genezen moet, en het gebeurt. De machten ontmaskerd In het nieuwe testament zien we dat Jezus autoriteit heeft over ziekte, wonderen doet en macht heeft om te vergeven. Dat deed hij o.a. door over water te lopen, brood te vermenigvuldigen, doden op te wekken, water in wijn te veranderen, mensen met lepra te genezen, blinden een oogoperatie te besparen, massagenezingen (Matteus 8) en door zaken te weten die hij nooit had kunnen weten. In Matteus 28 sluit de schrijver af door de volgende woorden van Jezus te herhalen: Mij is gegeven alle macht in hemel en op aarde. Om dit beter te begrijpen moet het een en ander uitgelegd worden. Jezus had de schuld van de wereld op zich genomen. Deze schuld was hetgeen waardoor de geesten van de wereld de mensen ziek maakten, doodde en gek maakte. Toen had Jezus de schuld van de wereld gedragen en liet daardoor zien dat Hij sterker is dan de wereldmachten, door uit de dood op te staan. Daarmee liet Hij zien dat deze geesten van de wereld geen macht meer over hem hebben. Met op met info@bijbelstudie.net Page 4

5 Zijn dood heeft Jezus alle schuld weggenomen, waardoor de geesten van de wereld (de satan en zijn handlangers) geen macht meer over de kinderen van God mogen hebben. Adam had zijn autoriteit weggegeven aan satan, maar Jezus heeft het door zijn opstanding weer teruggekregen. Elke vorm van ziekte, geestesziekte of gebrek is daarom niet legitiem in het nieuwe verbond. Ze hebben geen recht op onze levens. Samen met Hem hebben ook wij die autoriteit gekregen. Wij zijn met Jezus gekruisigd en opgestaan. In Kolossenzen 2 wordt deze wisseling van macht goed beschreven: 9 Want in Hem woont heel de volheid van de Godheid lichamelijk. 10 En u bent volmaakt geworden in Hem, Die het Hoofd is van iedere overheid en macht. 11 In Hem bent u ook besneden met een besnijdenis die niet met handen plaatsvindt, door het uittrekken van het lichaam van de zonden van het vlees, door de besnijdenis van Christus. 12 U bent immers met Hem begraven in de doop, waarin u ook met Hem bent opgewekt, door het geloof van de werking van God, Die Hem uit de doden heeft opgewekt. 13 En Hij heeft u, toen u dood was in de overtredingen en het onbesneden zijn van uw vlees, samen met Hem levend gemaakt door u al uw overtredingen te vergeven, 14 en het handschrift dat tegen ons getuigde, uit te wissen. Dit handschrift was met zijn bepalingen tegen ons gericht, en Hij heeft dat uit het midden weggenomen door het aan het kruis te nagelen. 15 Hij heeft de overheden en de machten ontwapend, die openlijk te schande gemaakt en daardoor over hen getriomfeerd. Hierin zien we duidelijk dat elke aanklacht tegen ons als personen ontmaskerd is. Dit komt omdat wij samen met Jezus gestorven en opgestaan zijn. Dat betekent dat onze oude mens dood is en in het graf is achtergebleven. Elke aanklacht tegen ons is niet meer legitiem, want er is niks meer om aan te klagen. Wij zijn opgestaan in autoriteit. Zo hebben we diezelfde autoriteit als Jezus ontvangen, waardoor Jezus ook kan zeggen: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Wie in Mij gelooft, zal de werken die Ik doe, ook doen, en hij zal grotere doen dan deze, want Ik ga heen naar Mijn Vader. (Johannes 14:12) Geen trots door te geloven In het nieuwe testament zien we dat God nog steeds opkomt voor de zwakken. Dit blijft in het nieuwe testament belangrijk, maar er wordt ook op een andere manier over macht en kracht gesproken. Paulus zegt dat God juist door onze zwakheid heen werkt. Als er geroemd moet worden, dan zal ik roemen in mijn zwakheid. 4 Paulus had door openbaring begrepen dat hetgeen wat krachtig is, hetgeen is dat zwak is voor God. Hetgeen wat zelf niet beweert iets te zijn, maar het verwacht van God. Dit gaat niet om een valse nederigheid waarin je zegt dat je niks kunt, maar om een verwachten van God. We verwachten het niet meer van onze eigen goedheid dat we in dit leven sterk staan, maar we weten dat dit totaal van de goedheid van God afhankelijk is. Gods autoriteit wordt dus zichtbaar wanneer we het van Jezus verwachten. In Galaten 3:5-6 lezen we hierover: Hij dan Die u de Geest verleent en krachten onder u werkt, doet Hij dat uit de werken van de wet, of uit de prediking van het geloof? Zoals Abraham God geloofde en het hem tot gerechtigheid werd gerekend. Zo zien we dat Zijn autoriteit zichtbaar wordt door puur te geloven. We worden dan een poort voor de macht van God. 4 2 kor 11:30 op met info@bijbelstudie.net Page 5

6 Preken bij het thema: De Heilige Geest de Leider in je leven.mp3 op met Page 6

7 Bijbelonderzoek van Galaten 4:1-7 Erfgenaam en Erfenis In het oude en nieuwe testament wordt er op een verschillende en tegelijkertijd op een zelfde manier gesproken over erfgenamen en de erfenis. Een erfenis kan in eerste instantie materieel nalatenschap zijn zoals geld, land, boerderijen en goederen. Daarnaast kan het ook een minder materiële erfenis zijn. Denk in onze tijd bijvoorbeeld aan de erfenis van Pim Fortuyn. Het gaat dan niet om zijn geld en huis, maar om zijn gedachten waar aan vastgehouden moet worden en wat doorgegeven moet worden. In de opvoeding van de Joden speelt de erfenis van Gods wetten en machtige daden een hele grote rol. In de wet van Mozes lezen we dat de eerstgeboren zoon een dubbel erfdeel krijgt. Dochters kregen geen erfdeel, maar wel een grote bruidschat die vergeleken kon worden met een erfdeel. Als een familie alleen dochters had dan kregen dochters wel een erfdeel, als zij tenminste trouwden met iemand binnen hun eigen stam. God geeft ook een erfdeel aan zijn volk. Eerst aan Abraham, daarna en Mozes, en nog later aan David. Aan Abraham wordt een land en volk beloofd als erfdeel. Paulus zegt het zelfs zo in Romeinen 4:13: Immers, niet door de wet ontvingen Abraham en zijn nageslacht de belofte dat ze de wereld in bezit zouden krijgen, maar door de gerechtigheid die het geloof schenkt. Aan het nageslacht wordt beloofd dat ze de wereld zouden bezitten. Dat is nog eens een erfenis! Hou dit in gedachten, want volgens galaten 3 zijn wij nu het zaad van Abraham. Wij zijn gewend in het nieuwe testament om veel van de erfenis van Israel te vergeestelijken. Zo is het beloofde land nu de hemel in plaats van Kanaän. Zo denken we niet snel aan welvaart, rijkdom en grote oogst op het land zoals in de zegen van de wet staat, maar eerder aan geestelijke rijkdom, vrede en troost. De vraag is of dat Bijbels is. Een erfdeel kan je per definitie niet verdienen. Het is een gift behorend bij een familie. Je kan niet door goed genoeg te leven een zoon van iemand worden. Daarom ontvangen wij de adoptie tot zonen van God. Daar komt automatisch een erfenis bij. Een erfenis wordt niet zomaar ontvangen, maar het testament van een erfenis heeft te maken met de dood van de erflater. Als de erflater sterft dan gaat het testament van de erfenis voor de erfgenaam in werking. In Hebreeën 9 staat dat zo: 15 En daarom is Hij (Jezus) middelaar van een nieuw verbond: zijn sterven heeft bevrijding gebracht van de zonden die onder het eerste verbond zijn bedreven; nu kunnen zij die door God geroepen zijn het eeuwig erfdeel ontvangen, dat hun is toegezegd. 16 Waar een testament is, moet de dood van de erflater worden aangetoond. 17 Een testament is immers pas bindend na overlijden; zolang de erflater leeft, is het nog niet van kracht. Het punt dat wordt gemaakt door de schrijver van de brief is dat Jezus de erflater is die is gestorven zodat voor ons de erfenis van kracht gaat. Het gaat om een eeuwige erfenis. op met info@bijbelstudie.net Page 7

8 Johannes 17:3 zegt: dit is eeuwig leven: dat zij u kennen God, en Hem die u gezonden hebt, Jezus Christus. Vanuit dat perspectief kunnen we zeggen dat we nu al eeuwig leven. Dus nu al mogen we leren om het erfdeel van God te ontvangen in ons leven. Het hele punt van Paulus in Galaten 4 is dat we nu erfgenamen zijn en geen onmondige kinderen of zelfs slaven of knechten. Maar zolang je niet spreekt als een erfgenaam ben je wel eigenaar van de hele erfenis, maar zie je de manifestatie ervan niet in je leven. Een verhaal waar deze tragedie duidelijk te zien is, vinden we in Lucas 15 in de gelijkenis van de verloren zoon. Nadat de jongste zoon is teruggekeerd naar zijn vader en met open armen wordt ontvangen ontsteekt de oudste broer in woede tegen zijn vader: Ik dien u nu al zoveel jaren en nooit heb ik een gebod van u overtreden, maar mij hebt u nog nooit een bokje gegeven om met mijn vrienden feest te vieren. 30 Maar nu die zoon van u is thuisgekomen, die uw vermogen met hoeren heeft verbrast, hebt u voor hem het gemeste kalf geslacht. 31 Maar hij zei : Jongen, jij bent altijd bij me en alles wat ik heb is van jou. 32 We moeten feestvieren en blij zijn, want die broer van je was dood en is weer levend geworden, hij was verloren en is teruggevonden. De oudste zoon was een volledige erfgenaam maar hij probeerde nog steeds de goedkeuring en erfenis van zijn vader te verdienen door zich als een dienstknecht op te stellen. Hij koos ervoor zich niet op te stellen als een zoon en niet te spreken als een zoon, waardoor hij niet leefde in het erfdeel dat volledig beschikbaar was. Hij dacht dat zijn vader het erfdeel naar hem toe kwam brengen, maar de vader zei: het is al van jou! Waarom neem je er niet van? De eerste stap die wij als gelovigen kunnen leren is om werkelijk te geloven dat we zonen van God zijn geworden die recht hebben op de erfenis. Dat kan oneerbiedig klinken, maar het is wat God beloofd heeft. Paulus zegt zelfs: zolang je niet spreekt als een erfgenaam verschil je in niets van een slaaf. Zo wil ik niet leven! Ik wil geen leven van een slaaf leven als ik eigenlijk erfgenaam ben van alles waarover Jezus erfgenaam is (zie ook 1 korintiers 3:21-23). Ik wil de les van de oudste zoon in Lucas 15 niet vergeten. Pas als we geloven dat we recht hebben op de erfenis durven we ook te spreken zonder angst en twijfel omdat we weten dat het ons toebehoord. Wat behoort ons dan toe? Wat is dat erfdeel? Dan kijken we ten eerste naar het volbrachte werk van het kruis, waar de hele erfenis uit voortkomt. In Jesaja 53 lezen we daarover dat hij werd gestraft voor onze ongerechtigheid, dat hij werd doorboord voor onze zonden en dat hij gegeseld werd voor om onze ziekten te dragen. Als dat is wat Jezus kwam doen en wat Hij dus ook werkelijk volbracht heeft, dan mogen we als erfgenamen op dat erfdeel staan. Ik ontvang geen straf meer voor ongerechtigheid, want daarvoor is Jezus doorboord. Ik ben volledig vergeven voor alle zonden, want dat droeg Jezus aan het kruis. Ik ben gezond, want Jezus droeg mijn ziekten. Nu zijn dit geloofsuitspraken, want als we kijken naar de realiteit zien we vaak anders. Ik ben wel vrij van zonde, maar ik doe soms nog zonden. Ik ben wel genezen, maar heb nog steeds last van pijnen in mijn lichaam. Het makkelijkste is om dan te zeggen: we schuiven alle op met info@bijbelstudie.net Page 8

9 beloften van God door naar de hemel. De vraag die ik daarbij heb is: waarom moeten we ons nu dan nog opstellen als erfgenamen? Volgens mij heeft het spreken als een erfgenaam alles te maken met een ervaring die anders is dan waar je recht op heb. Ik zie zonden, maar mijn erfdeel is vrijheid van zonde. Ik zie ziekte, maar mijn erfdeel is gezond zijn. Daarom mogen we leren om als erfgenamen te spreken tegen die dingen die door de ogen van het kruis illegaal zijn in ons leven. Slaaf In de tijd van Jezus was slavernij heel gewoon. Zowel de heidense volken als Israëlieten hadden slaven. Wel moet gezegd worden dat slavernij in Israel van een ander kaliber was. Slaven waren geen objecten die op de markt verkocht werden maar werden in huis genomen als een dienstknecht. De band tussen slaaf en meester was vaak goed en de slaaf kon na zeven jaar vrijwillig kiezen om voor altijd bij zijn meester te blijven. Dat kwam ook geregeld voor. De slaaf was onderdeel van het huisgezin. Hij had een plek in het huis en kreeg kost en inwoning. Het kwam ook voor dat mensen met schulden zich beschikbaar stelden als slaaf om hun schuld af te betalen. Het kon zelfs zo zijn dat het een slimme strategische zet was om slaaf te worden om jezelf op te werken in de maatschappij. Als jij slaaf zou worden bij een bekende rijke man, dan kon het goed zijn, als je jezelf bewezen had, dat je een hoge, goed betaalde positie kon verwerven. Een slaaf kon zichzelf ook vrijkopen als hij genoeg verdiend had. Israelitische slaven kregen wel een Sabbatsdag zoals in de wet voorgeschreven staat. Dat was niet normaal voor slaven in die tijd. Toch moet er niet gedacht worden dat iedereen graag slaaf wilde zijn. Je leven was namelijk onderworpen aan een meester en je eigen vrijheid was zo goed als nihil. De enige vrijheid die de slaaf had was de vrijheid die paste binnen de kaders die zijn meester hem gaf. Over het algemeen was een slaaf s ochtends heel vroeg op en was pas klaar met werken als hij naar bed ging. s ochtends verzorgde hij het eten van zijn heer. Overdag werkte hij op het land of iets dergelijks en s avonds hielp hij het eten te bereiden en was hij pas klaar als alle taken gedaan waren. Tenslotte was het ook zo dat de slaaf geen enkel recht had op de erfenis van de familie ook al woonde hij wel bij het gezin. Voor ons stuk in Galaten 4 is het goed om te weten dat zowel de zoon als de slaaf in het huis verbleven een allebei rechten hadden. De rechten van de slaaf waren echter veel minder dan die van de zoon en de slaaf had geen recht van spreken. Een zoon mocht in de naam van zijn vader besluiten maken en betalingen doen. Een slaaf kon ook beheer krijgen over andere slaven of een stuk grond, maar daar kwam een grotere verantwoordelijkheid tot gehoorzaamheid bij kijken. Toezicht & Voogdij Voogdij betekent letterlijk vanuit het Grieks: Toevertrouwen om voor te zorgen. Het woord voor toezicht is oikonomous en komt van het woord oikon wat huis betekent. Oikonomous betekent dus huisbeheerder / hij die beheerd over het huis en er toezicht over houdt. op met info@bijbelstudie.net Page 9

10 Onmondig Het Griekse bijvoegelijk naamwoord nephios betekent niet sprekend / onmondig / kinderlijk / spreken vanuit kinderlijke denktrend. De Wet Het Grieks gebruikt het woord nomos voor wet. Nomos betekent letterlijk wet / gebod / bevel en kan betrokken worden op de wetten van God en de wetten van de overheid. Het woord Thora is het Hebreeuwse woord voor wet en heeft een iets rijkere betekenis. Instructie, onderwijzing, leer. Het vaderlijke aspect van onderricht is met dit woord verbonden, terwijl het woord nomos veel harder klinkt dan Thora. Als we het hebben over de wet dan hebben we het over het volledige pakket wat Mozes gekregen heeft. Ten eerste de tien geboden. In 2 Korintiërs 3 is te lezen dat de bediening van dood en veroordeling op stenen tafelen is gegrift. Dat zijn alleen de tien geboden. Daarnaast zijn er allerlei ceremoniële, maatschappelijke en culturele wetten. Ook zijn er feesten en speciale dagen die gevierd moesten worden. Het complete plaatje van de wet wijst steeds op Jezus. Hoe weten we dat? Jezus zei het zelf in Johannes 5:45-47: Denk niet dat Ik u zal aanklagen bij de Vader; die u aanklaagt, is Mozes, op wie u uw hoop gevestigd hebt. Want als u Mozes geloofde, zou u Mij geloven; want hij heeft over Mij geschreven. Maar als u zijn Schriften niet gelooft, hoe zult u Mijn woorden geloven? Zo waren de offers een afbeelding voor het ware offer van Jezus. In de tien geboden is te zien hoeveel God van ons houdt. In 1 Johannes 4:10 lezen we bijvoorbeeld over het grote gebod : hierin is de liefde: niet dat wij God hebben liefgehad, maar dat Hij óns heeft liefgehad en Zijn Zoon heeft gegeven als verzoening voor onze zonden. Feesten tonen de realiteit die we met Jezus ingaan. Zo is de Sabbat een beeld voor rusten van je eigen dode werken om in de rust van het volbrachte werk van Jezus te leven. Er valt enorm veel te zeggen over de wet en er zijn duizenden boeken over geschreven. De vraag rest dus: wat valt er te zeggen over de wet met betrekking tot onze kringstudie? Paulus vergelijkt de wet met voogden en toezichthouders. Ik werk dit verder uit bij het kopje taal en stijlelementen. Ook de literaire context heeft alles met de wet te maken. Lees daarvoor Galaten 3 vanaf vers 19. Tenslotte noemt Paulus de wet ook nog bij naam in ons Bijbelgedeelte. Jezus is geboren uit een vrouw, onderworpen aan de wet, om ons vrij te kopen van de wet en ons zonen van God te maken. Het onderworpen zijn aan de wet heeft dus veel te maken met de status die je in het huis hebt. Onder de wet ben je te vergelijken met een slaaf. Ook kan het zijn dat je wel tot zoon bent gemaakt, maar nog denkt en handelt alsof je nog steeds een slaaf bent in het huis. Dat heeft te maken met leren spreken als een erfgenaam. Taal en stijlelementen Paulus doet een aantal taalkundige dingen in Galaten 4:1-7. Ten eerste bouwt hij zijn argument op door het maken van redeneringen. Ten tweede maakt hij gebruik van een metafoor / vergelijking. Ten derde gebruikt hij een zin om een conclusie te trekken. Laten we met dat derde beginnen. Galaten 4 vers 1 zegt: ik bedoel dit:. Dit zinnetje geeft aan dat het eerder geschrevene in hoofdstuk 3 nu tot een climax komt: dit is wat ik ermee bedoel. Er komt dus een uitleg van het beeld dat hij net gebruikt heeft. Wat was dat beeld? Dat is te lezen in galaten 3: Daar wordt de wet gezien als de opzichter / oppasser / op met info@bijbelstudie.net Page 10

11 toezichthouder / tuchtmeester voordat het geloof in Jezus kwam. Degenen die in Jezus geloven worden dan vervolgens erfgenamen met Abraham genoemd. Dan komt de conclusie: dit bedoel ik ermee: zolang de erfgenaam onmondig is verschilt hij in niets van een slaaf, al is hij toch eigenaar van alles. De erfgenaam staat dan voor de gelovige die in dezelfde positie als Abraham is en een volkomen eenheid met Jezus heeft. De slaaf staat voor degene die in het huis door de wet bewaakt wordt. Het punt van Paulus is dus: als jullie niet meer onder de wet staan, gedraag je daar dan ook naar en leer te spreken als erfgenamen. Die is niet meer bang dat hij niet naar buiten mag van de oppasser. De oppasser heeft totaal niks meer te zeggen over de erfgenaam die is opgegroeid. De wet mag de christen op geen enkele manier in toom houden om voluit uit geloof te leven (zie ook Romeinen 7:1-6). Paulus spreekt dus in een metafoor. De metafoor van een slaaf tegenover een erfgenaam. Van een onmondig kind tegenover een volwassen zoon. Dit is een beeld wat bekend was voor mensen in die tijd. Een slaaf kon een goed leven hebben met veel duidelijkheid en regelmaat. Toch was de slaaf nooit vrij iets anders te doen dan wat hem wordt voorgeschreven. Dat is helaas ook hoe veel christenen leven. Ze denken dat ze wel een kind van God zijn, maar dat ze de positie van een slaaf hebben. In Hebreeën 11 vers 6 waarin staat: 6 Zonder geloof is het onmogelijk God vreugde te geven. Galaten 3:12 zegt: de wet is niet gegrond op geloof ( ).Als we deze twee teksten met elkaar verbinden dan zien we dus dat vanuit de wet niemand God blij kan maken, want als je iets vanuit de wet doet dan is het niet uit geloof. De wet eist van ons, waardoor we iets gaan doen omdat er een eis ligt die gehaald moet worden en hebben we het idee dat we genoeg moeten doen. Zodra je iets wilt doen om meer recht voor God te komen staan, leef je niet uit geloof maar vanuit de wet. Je denken zegt niet: alles is volbracht en daarom zit het goed tussen mij en God maar er staat nog iets tussen mij en God in wat ik weg moet werken. In dat denken wordt het volbrachte werk van Jezus aan het kruis niet serieus genomen. Het spreken van een erfgenaam is het spreken vanuit het besef dat hij net zo rechtvaardig is als Jezus op elk moment van de dag omdat deze rechtvaardigheid niet afhangt van onze gehoorzaamheid maar de gehoorzaamheid van Jezus. Dan gaat Paulus verder met uitwerken van zijn argument. Jezus is uit een vrouw geboren, onderworpen aan de wet, gezonden om ons vrij te kopen van de wet, opdat wij zijn kinderen zouden worden. We zijn dus kinderen geworden, maar wat heeft dat te betekenen? Nou, als we kinderen zijn dan hebben we de Geest van het kindschap ontvangen die roept: Abba, Vader! En als we kinderen zijn dan zijn we dus geen slaven meer en als we kinderen zijn dan zijn we ook erfgenamen. Wauw, dat betekent dat we dus recht hebben op de erfenis van alles wat God heeft! op met info@bijbelstudie.net Page 11

12 Kringstudie 3: Heersen als koning Verschillende routes voor de kringstudie Route 1: gebruik alleen de onderdelen met een 1 Route 2: gebruik de onderdelen 1 en 2 Route 3: gebruik alle onderdelen - 60 minuten + bidden - 1 uur en 40 minuten + bidden - 2 uur en 5 minuten+ bidden overzicht Deel 1 Filmpje Martin Koornstra - zichtbaar geloven (1) 10 min Deel 2 Reactie op het filmpje van Martin Koornstra (3) 15 min Deel 3 Filmpje Willem Ouweneel - autoriteit (1) 5 min Deel 4 Gespreksvragen bij het filmpje (2) 15 min Deel 5 Toelichting kringleider (3) 10 min Deel 6 Lezen van hoofdbijbeltekst (Galaten 4:1-7 ) (1) 5 min Deel 7 Gespreksvragen bij Galaten 4:1-7 (1) 30 min Deel 8 Filmpje Willem Ouweneel - Romeinen 5:17 (2) 5 min Deel 9 Verdiepende bijbelteksten + gesprek (2) 20 min Deel 10 Toepassingsopdracht (1) 10 min Deel 11 Bidden met elkaar (1) eigen invulling op met info@bijbelstudie.net Page 12

13 Invulling kringstudie Deel 1 Filmpje Martin Koornstra - zichtbaar geloven (1) 10 min Deel 2 Reactie op het filmpje van Martin Koornstra (3) 15 min Koningen spreken dingen in bestaan. Ze laten een bevel uitgaan door het uit te spreken en dan wordt het uitgevoerd. Hoe kijk jij aan tegen jouw spreken? Geef jij ook wel eens een bevel in Jezus naam? Zo ja, hoe is dat? Zo nee, waarom niet? Zijn er mensen waar tegen jij zou willen zeggen: wat ik heb, dat geef ik je: genees in Jezus naam? Wat houdt je tegen? Wat vindt je daar zelf van? Naarmate Martin meer ging geloven dat God echt wil genezen en dat Martin dat mag uitspreken ging hij ook meer resultaat zien. Wat vindt je daarvan? Zou jij je ook willen uitstrekken naar meer geloof in Gods goedheid door jou heen? Deel 3 Filmpje Willem Ouweneel - autoriteit (1) 5 min Deel 4 Gesprek over filmpje (2) 15 min Heb jij wel is je volmacht gebruik zoals Willem beschrijft? Hoe ging dat? Hoe kijk jij aan tegen het verschil tussen ergens voor bidden en in geloof iets uitspreken? Zou jij het durven om in volmacht iets uit te spreken? Wat vindt je moeilijk en wat lijkt je juist gaaf? Wat voor angsten komen er naar boven als je denkt aan je volmacht gebruiken? Willem toont dat we nu dienstknechten zijn, op weg naar koningschap en dat we daardoor nu ook al koninklijke volmacht hebben. Hoe zie jij jezelf op dit gebied? Kijk je eerder naar jezelf als dienstknecht of als koning? op met info@bijbelstudie.net Page 13

14 Deel 5 Toelichting kringleiders (3) 10 min De kringleider kan vanuit zijn eigen kennis en de gelezen achtergrondinformatie een kort stukje onderwijs geven aan de kringleden. Hier hoeft dus geen kring gesprek te zijn, maar alleen de kringleider is aan het woord. De kringleider bereidt dit stukje zelf en op zijn eigen manier voor. Voorbeelden: Over wat de kringleider weet over autoriteit van God in zijn eigen leven Over het feit dat we autoriteit van Jezus hebben gekregen. Wat het betekent om koninklijk te leven zoals in de Bijbel bedoeld is. Deel 6 Lezen van hoofdbijbeltekst (Galaten 4:1-7 ) (1) 5 min Deel 7 Gespreksvragen bij Galaten 4:1-7 (1) 30 min De volgende vragen zijn voorbeelden. Je kan hier vragen uit kiezen en ook eigen vragen bij bedenken. Het gebruik van deze vragen is echter wel het beste, wanneer ze in volgorde worden gebruikt. Eerst ben je namelijk meer bezig met onderzoeken, daarna meer met de conclusie. Lees Galaten 4:1-7 met elkaar door. Wat is de context van dit tekstgedeelte? Aan wie is het geschreven en wat was hun probleem? (Zie hiervoor ook Galaten 1:2 en 1:6)(observatie) Lees vers 1-2. Paulus begint met: ik bedoel dit:. Blijkbaar heeft hij dus eerder iets gezegd waarmee hij nu tot een conclusie komt. Waar had hij het eerder over in Galaten 3? (observatie) Een paar begrippen uit de vergelijking van Paulus zijn belangrijk. o Onmondig en slaaf. Wat hebben deze woorden met elkaar te maken? (interpretatie) o Erfgenaam en erfenis. Wat zou Paulus hier bedoelen met erfgenaam en erfenis? (interpretatie) o Voogdij en toezicht. Paulus noemt dat ook in Galaten 3: Waar is dit een beeld voor? (observatie) Wat zou Paulus met deze verzen op het oog hebben in het leven van de Galaten? (interpretatie) op met info@bijbelstudie.net Page 14

15 Lees vers 3-5. Paulus begint met: op dezelfde manier waren ook wij onderworpen aan de machten van de wereld. Wat bedoelt Paulus, gezien de context, met de machten van de wereld? (observatie / interpretatie) Jezus kocht ons vrij van de wet. Of anders gezegd: de wet is niet meer onze oppasser, omdat we werkelijk zonen en dochters van God zijn geworden. De opasser meneer Wet mag de erfgenamen op geen enkele manier in toom houden om voluit uit geloof te leven. Wat betekent dat voor jou in je dagelijks leven? (toepassing) Lees vers 6-7. We zijn geen slaven meer, maar kinderen. Wat is voor jou het belangrijkste verschil? We hebben de Geest van God ontvangen die in ons roept: Abba (Papa), Vader! o Waarom hebben de Geest van God nodig om God als Papa te zien en ervaren? o Waarom is het zo belangrijk om God als Papa te zien? De zekerheid dat God onze Vader is, betekent ook dat wij de zekerheid hebben dat we kinderen en erfgenamen van God zijn. In hoeverre besef jij dat je jouw mond mag gebruiken als een erfgenaam die eigenaar is van de hele erfenis (vers 1)? Wat doet dat met je?(toepassing) Deel 8 Filmpje Willem Ouweneel - Romeinen 5:17 (2) 5 min Deel 9 Verdiepende bijbelteksten (2) 20 min De tekst die hieronder behandelt wordt is een tekst die in de context van heel Romeinen 5 gelezen moet worden. Daarom is het belangrijk dat de kringleden hun Bijbel erbij pakken. De tekst van Romeinen 5:17 staat geheel in de context van Paulus betoog dat we met Christus zijn gerechtvaardigd en daarmee ons oude leven achter ons gelaten hebben. De macht van de dood is door Jezus offer van ons afgehaald en we zijn met Jezus in het leven gekomen. Romeinen 5 beschrijft deze wisseling van de dood naar het leven. Sommige vertalingen vertalen vers 17 met eeuwig leven, in de grondtekst is hier echter geen sprake van. Het gaat om heersen in het leven, namelijk het leven waarin we in relatie met God leven. Romeinen 5:12-21 Vers 17 Want als door de overtreding van de ene de dood geregeerd heeft door de ene, veel meer zullen zij die de overvloed van de genade en van de gave van de gerechtigheid ontvangen, in het leven regeren door de Ene, namelijk Jezus Christus. In de hele tekst worden bepaalde tegenstellingen gegeven, welke zijn dat? o Voorbeelden zijn: Leven en dood, genade en schuld op met info@bijbelstudie.net Page 15

16 Bekijk hoofdstuk 5:12-21, welke verzen zouden kunnen helpen om uit te leggen wat heersen in het leven betekent? Wat zou je kunnen zeggen over wat deze tekst betekent voor ons leven? Wat zou deze tekst met heersen te maken hebben? Deel 10 Toepassingsopdracht (1) 10 min Neem even rustig de tijd om na te denken wat voor dingen er illegaal in jouw leven zijn, en in het leven van nabije vrienden en familie. Schrijf op wat voor vervelende dingen er in jouw en hun levens zijn waar je in geloof als erfgenaam tegen wil spreken. Denk aan: werk, gezondheid, gezin, depressie, angsten en zorgen, enz. Lees bij deel 11 Bidden over voor elkaar bidden als erfgenamen Deel 11 Bidden (1) eigen tijdsinvulling Er zijn een aantal mogelijkheden voor het bidden. Neem de tijd om met elkaar te leren om als een erfgenaam te bidden, dus met volmacht van de Vader. Martin Koornstra spreekt een gebed uit op de dvd. Zet de dvd aan en ontvang zijn gebed. Daarna kunnen jullie voor elkaar bidden zoals erfgenamen dat doen. Pak de punten erbij die je hebt opgeschreven om voor te bidden bij Deel 10. Spreek vervolgens als erfgenamen zegen uit over die punten bij elkaar Als er mensen ziek, angstig, depressief, gestresst of iets dergelijks zijn, dan kunnen zij (als ze dit willen) in het midden van de groep gaan staan. Leg je handen op de persoon en spreek in Jezus naam de ziekte / stress / enz aan om weg te gaan in Jezus naam Als er familieleden / vrienden / collega s zijn die in een moeilijke situatie zitten, spreek daar dan zegen over uit als een erfgenaam. op met info@bijbelstudie.net Page 16