Doopsgezinde Gemeente Aalsmeer 16 oktober 2011 ds. L. Geijlvoet Schriftlezingen: 1 Tessalonicenzen 1-10, Jesaja 45:1-9, Matteüs 22:15-22

Transcriptie

1 Doopsgezinde Gemeente Aalsmeer 16 oktober 2011 ds. L. Geijlvoet Schriftlezingen: 1 Tessalonicenzen 1-10, Jesaja 45:1-9, Matteüs 22:15-22 Aansteken kaars moment van stilte en inkeer In het licht van deze kaars, mogen wij Gods licht herkennen. Het licht dat ons de weg wijst van het goede. Het licht dat op ons schijnt op onze levensweg, Wij zingen: TT 120 Zo vriendelijk en veilig als het licht Onze hulp Onze hulp is in de naam van de Heer Die hemel en aarde gemaakt heeft die trouw houdt tot in eeuwigheid en niet laat varen het werk dat zijn hand met ons begonnen is Genade zij ons en vrede, van God onze Vader, en van Jezus Christus onze Heer, Amen Het kerkkoor zingt Alle eer en alle glorie Gebed Wij zingen: Iona bundel 1 lied 44 Schriftlezing: 1 Tessalonicenzen Van Paulus, Silvanus en Timoteüs. Aan de gemeente in Tessalonica, die toebehoort aan God, de Vader, en de Heer Jezus Christus. Genade zij u en vrede. 2 Wij danken God altijd voor u allen: wij noemen u onophoudelijk in onze gebeden 3 en gedenken dan voor onze God en Vader hoeveel uw geloof tot stand brengt, hoe krachtig uw liefde is en hoe standvastig u blijft hopen op de komst van Jezus Christus, onze Heer. 4 God heeft u lief, broeders en zusters. Wij weten dat hij u heeft uitgekozen: 5 onze verkondiging aan u overtuigde immers niet alleen door onze woorden, maar ook door de overweldigende kracht van de heilige Geest. U weet hoeveel we voor u hebben betekend toen we in uw midden waren. 6 U hebt ons nagevolgd, en daarmee de Heer: onder zware beproevingen hebt u het woord ontvangen met de vreugde van de heilige Geest. 7 Zo bent u een voorbeeld voor alle gelovigen in Macedonië en Achaje geworden. 8 Want het woord van de Heer heeft zich vanuit uw gemeente niet alleen in Macedonië en Achaje verspreid, uw geloof in God vindt ook weerklank buiten die gebieden. Wij hoeven daarover niets te vertellen; 9 iedereen praat erover hoe wij door u zijn ontvangen en hoe u zich van de afgoden hebt afgewend om u tot God te keren om hem, de levende en ware God, te dienen 10 en om zijn Zoon te verwachten uit de hemel: Jezus, die hij uit de dood heeft doen opstaan en die ons zal redden van het komende oordeel. Schriftlezing: Jesaja 45: 1-9

2 1 Dit zegt de HEER tegen Cyrus, zijn gezalfde, die hij bij de rechterhand neemt, aan wie hij volken onderwerpt, voor wie hij koningen ontwapent, voor wie hij deuren opent geen poort blijft gesloten: 2 Ik zal voor je uit gaan, ik zal ringmuren slechten, bronzen deuren verbrijzelen, ijzeren grendels stukbreken. 3 Ik zal je verborgen schatten schenken, diep weggeborgen rijkdommen. Dan zul je weten dat ik de HEER ben, de God van Israël, die jou bij je naam roept. 4 Omwille van mijn dienaar Jakob, van Israël, dat ik heb uitgekozen, heb ik je bij je naam geroepen en je met een erenaam getooid, ofschoon je me niet kende. 5 Ik ben de HEER, er is geen ander, buiten mij is er geen god. Ik heb je omgord met wapens, ofschoon je me niet kende. 6 Zo zal iedereen, van oost tot west, weten dat er niets is buiten mij. Ik ben de HEER, er is geen ander 7 die het licht vormt en het donker schept, die vrede maakt en onheil schept. Ik ben het, de HEER, die al deze dingen doet. 8 Hemel, laat gerechtigheid neerregenen, laat haar neerstromen uit de wolken, en laat de aarde zich openen. Laten hemel en aarde redding voortbrengen en ook het recht doen ontspruiten. Ik, de HEER, heb dit alles geschapen. Het kerkkoor zingt: Singt und spielt Gott Schriftlezing: Matteüs 22:15-22 Debat met farizeeën, herodianen en sadduceeën 15 Nu trokken de farizeeën zich terug om zich erop te beraden hoe ze hem met een uitspraak in de val konden lokken. 16 Ze stuurden enkele van hun leerlingen samen met een aantal herodianen naar hem toe, met de vraag: Meester, wij weten dat u oprecht bent en in alle oprechtheid onderricht geeft over de weg van God. We weten dat u zich aan niemand iets gelegen laat liggen, u kijkt immers niemand naar de ogen. 17 Zeg ons daarom wat u

3 vindt: is het toegestaan de keizer belasting te betalen of niet? 18 Maar Jezus had hun boze opzet door en zei: Waarom stelt u me op de proef, huichelaars? 19 Laat me de belastingmunt zien. Ze reikten hem een denarie aan. 20 Hij vroeg hun: Van wie is dit een afbeelding en van wie is het opschrift? 21 Ze antwoordden: Van de keizer. Daarop zei hij tegen hen: Geef dan wat van de keizer is aan de keizer, en geef aan God wat God toebehoort. 22 Ze waren zeer verbaasd toen ze dit hoorden. Ze lieten hem staan en gingen weg. Wij zingen: Lof zij de Heer lvk 434 in wisselzang met het koor 1 e koor 2 e vrouwen 3 e mannen 4 e koor 5 e allen Korte overdenking Jezus hield een muntstuk omhoog en zei: wie staat hier op de afbeelding? De Keizer, zeiden de mensen. Als de keizer er opstaat, dan is het muntstuk van de Keizer geef het hem maar. Maar geef aan God wat hem toebehoort. Als je de tekst van Jesaja leest, zoals wij dat vandaag deden, dan weet je dat alles, zelfs de grote Perzische koning en daarmee vast ook keizer Herodes, God toebehoort. Alles in de wereld, iedereen is gewoon een mens. Of, niet gewoon, nee, bij uitstek een mens. En daarin heel bijzonder. Want de munt is een beelddrager van de Keizer. En behoort hem toe. Maar vertelt het eerste verhaal in de bijbel niet over de mens, als beelddrager van God. Een evenbeeld van God, wordt de mens genoemd. En dus, zou je zeggen, behoren de mensen hem toe. Geef ze gerust aan hem vertrouw ze gerust aan hem toe. We hoorden in het leerhuis van Afke Maas, twee weken terug, het verhaal van de Schepping. Een verhaal dat niet vertelt hoe de wereld werkelijk is ontstaan. Maar een verhaal dat vertelt over God. En over de wereld en ook de mens. De hemel en de aarde, de zeedieren, vogels en landdieren, de planten, de zon en de maan. En het verhaal verteld. Alles is wat het is een vogel is een vogel en geen God. De zon is een lampje aan de hemel, maar geen God. En de mens is de mens. Geschapen naar Gods beeld. Maar geen God. Alles moet functioneren naar zijn of haar aard. God zag alle elementen uit de aarde en zag dat het goed was. Het licht en de zeedieren en het land. Het duister, de vogels en het duister. Alles vond hij toch wel erg goed.. Alleen bij het maken van de mens, wordt er niet gezegd dat God zag dat het goed was Het was een nogal riskante onderneming. Want de mens, rustte hij uit met een speciaal element. Een aparte accessoire. De mens heeft namelijk een vrije wil. De mens kan en mag zelf kiezen hoe hij met alles omgaat. Het verhaal gaat dat de Engelen nog zeiden tegen God, weet je zeker wat je doet? Met die mensen, met die vrije wil? En God keek, en zag alle gekke mogelijkheden die mensen daarmee hadden. Ze konden kiezen om zelf ten koste van de ander te leven. En ze konden kiezen om juist zich in te zetten voor de samenleving. Vrijwilligerswerk te doen, of uitvindingen doen ten dienste van de mensheid. Of zichzelf tot Koning uitroepen! Of wat ze dan ook maar bedachten. En toch besloot God het erop te wagen. Jezus kijkt naar de munt en ziet de gelijkenis van de keizer erop.

4 Als de beeltenis van de keizer erop staat dan behoort het de keizer, geef het aan hem. Maar dan kijkt hij de omstanders aan. En opeens zie je bij hen in gedachten springen. De mens is naar beeld en gelijkenis van God geschapen.. en behoort hem toe. Als mens kun je ervoor kiezen om je leven die richting te geven. Iets van God, hoe je God dan ook zou willen omschrijven, gestalte te geven. Zodat,als mensen goed kijken, kunnen zeggen, Oh, deze mens, daar zie ik iets goeds in, iets moois. Ja, een mens naar Gods hart. Net zoals je in een kind, altijd een gelijkenis zoekt met de ouders. Soms terecht, een kind is immers genetisch het product van de ouders. Maar aan de andere kant natuurlijk niet terecht. Want ieder kind kan met dit gegeven, door keuzes te maken langs zijn of haar levensweg, daar zelf ook mee richting aan geven. En aan de andere kant, is het ook goed, dat een mens, een mensen kind in een goede omgeving mag leven. Waarin er ruimte is en vrijheid en liefde, om werkelijk deze keuzes te hebben en de mogelijkheid op te groeien tot beelddrager van het goede dat hij of zij meekreeg. Als volwassenen, hebben we als opdracht mee gekregen om de wereld een goede plek te laten zijn. De nieuw gestichte kerk in Tessalonici wordt dit nog eens voorgehouden. Nu ze op de goede weg zijn als gemeenschap, om een goede plek te zijn op aarde, moeten ze hier mee doorgaan. Immers, om hen heen stralen ze dit al uit, licht in de donkere wereld. er zijn al veel mensen geraakt door wat er aan goeds om hen heen tot stand komt. Als kerk gemeente in onze tijd en op deze plek, mogen wij deze brieven van paulus ook lezen als was het aan ons gericht. Goedzo! Mensen zijn blij met jullie, dat hoor je om je heen. Ze zijn blij dat er een Doopsgezinde Gemeente is in Aalsmeer!! En waarom dan? Omdat het een plek kan zijn waar kinderen opgroeien in een goede omgeving? Of omdat als ze groter zijn, ze zich gesteund mogen weten, als ze goede raad nodig hebben. Of omdat je er met kerst de lichtjes in de boom mag zien en eraan herinnerd worden dat God het licht in de wereld maakte.? Een gemeente die probeert te zijn, net zoals een munt waarop een beeltenis staat om te verwijzen bij wie of wat het geld hoort dat is gemaakt. We proberen als gemeenschap ook een soort beeld te zijn, dat verwijst naar wie of wat het hoort. Bij God, maar ook, Bij mensen. Want, God en mensen, dat hoort bij elkaar en is soms ook aan elkaar gelijk. Je kunt het een niet kennen zonder het ander. Je kunt God niet kennen zonder mensen die God willen doen in hun leven. Vandaag is er een vader en moeder die zeggen dank, voor een nieuw klein mensje. En wij willen dit met hen delen. Als vrienden of familie of als belangstellende gemeenschap. En we zijn blij met hen. En willen laten voelen dat zij erbij hoort. Bij ons en ook bij God. Hoewel we deze God alleen maar kennen, uit de verhalen. Toch willen we zeggen, wees welkom, je bent een door God gegeven mens. Een wondertje! Beeltenis van God. En we hopen dat het je goed mag gaan. En dat jij het goede mag kennen en vorm geven in jouw leven. Ook al ken jij misschien niet God zoals de bijbel die vertelt. Kies er wel voor, want God koos voor mensen. Of, misschien zien je iets van het goede, wat we aan God toeschrijven, terug in de mensen op onze levensweg. Of in een groep van mensen, die proberen te kiezen voor het Goede, voor wat men gewend is te noemen bij de naam God. De gemeente waar we je vandaag welkom mogen heten als belofte voor de toekomst. Het kerkkoor zingt: Dem der die Liebe ist

5 Geboorte dankzegging voor: Femke Trees Wies Dochter van Anneke Wies Blom en Frans Wies Zusje van Karin Wies Je kinderen zijn je kinderen niet. Zij zijn de zonen en dochters van 's levens hunkering naar zichzelf. Zij komen door je, maar zijn niet van je, en hoewel ze bij je zijn, behoren ze je niet toe. Je mag hen je liefde geven, maar niet je gedachten, want zij hebben hun eigen gedachten. Je mag hun lichamen huisvesten, maar niet hun zielen, want hun zielen toeven in het huis van morgen, dat je niet bezoeken kunt, zelfs niet in je dromen. Je mag proberen gelijk hun te worden, maar tracht niet hen aan jou gelijk te maken. Want het leven gaat niet terug, noch blijft het dralen bij gisteren. Khalil Gibran Het kerkkoor zingt: May the road rise Voorbede stil gebed Onze Vader Collecten: 1 e collecte voor eigen Gemeente 2 e collecte voor Doopsgezinde Broederschappen op Java Wij zingen TT 211: Wij zingen Iona bundel 2 lied 31: Vrede wens ik jou toe In canon met het kerkkoor