Gemaal Oostvlietpolder

Transcriptie

1 Gemaal Oostvlietpolder Geotechnisch onderzoek en advies Definitief In opdracht van: Provincie Zuid-Holland Postbus LP Den Haag Grontmij Nederland B.V. De Bilt, 14 maart 2016 GM , revisie D

2

3 Inhoudsopgave 1 Inleiding Algemeen Doel Leeswijzer Randvoorwaarden en uitgangspunten Inleiding Dwarsprofielen Nieuwe dam Normering waterkering Hydraulische randvoorwaarden Sterkte- en samendrukkingsparameters Sterkteparameters Samendrukkingsparameters Schematisering freatische lijn Overige parameters Verkeers- en calamiteitenbelasting Werkwijze Berekeningen Uitstroomwatergang Nieuwe afdamming Stabiliteit Zetting Grondopbouw gemaal Literatuurlijst Project documentatie Normen en richtlijnen Bijlage 1: Bijlage 2: Dwarsprofielen Grondonderzoek Bijlage 3: Berekeningen uitstroomwatergang Bijlage 4: Berekeningen afdamming GM , revisie D Pagina 3 van 14

4 1 Inleiding 1.1 Algemeen Het huidige poldergemaal Hofpolder is gelegen aan de zuidwestzijde van de Oostvliet-, Hof- en Spekpolder. Het gemaal ligt in het tracé van de RijnlandRoute. Door de aanleg van de RijnlandRoute is nieuwbouw van het gemaal noodzakelijk. De nieuwe locatie is weergegeven in figuur 1-1. Vanwege de ligging van het nieuwe gemaal in de voormalige Oostvlietpolder, is de werknaam gemaal Oostvlietpolder. Figuur 1-1 Locatie gemaal Oostvlietpolder Het nieuwe gemaal zal het overtollige water van de Oostvliet-, Hof- en Spekpolder lozen op een watergang (hierna uitstroomwatergang genoemd), die in open verbinding staat met het Rijn- Schiekanaal (in de volksmond de Vliet genoemd). Het Rijn-Schiekanaal en de uitstroomwatergang maken deel uit van de boezem van Rijnland. De grondlichamen aan weerszijden van de uitstroomwatergang en de dam maken deel uit van de boezemkade langs het Rijn-Schiekanaal. De gehele keten van boezemkaden moet ervoor zorgen dat de Oostvliet-, Hof- en Spekpolder niet overstroomt vanuit het Rijn-Schiekanaal. Voor de aanvoer van water naar de locatie van het nieuwe gemaal wordt een bestaande watergang verdiept en verbreed. Het laatste gedeelte tot aan het gemaal wordt nieuw gegraven. Vlak GM , revisie D Pagina 4 van 14

5 Inleiding vóór het gemaal ontstaat een waterplas. De huidige dam bij de mestsilo die als polderkade fungeert, komt daarbij te vervallen. Er wordt een nieuwe dam aangelegd die dichterbij de Vlietweg komt te liggen, zie figuur Doel Dit rapport beschrijft de uitwerking van de volgende doelstellingen: Uitstroomwatergang In verband met de waterkerende functie van de boezemkade wordt inzicht gegeven aan de binnen- en buitenwaartse stabiliteit van de dam nabij het nieuwe gemaal en de kaden aan weerzijden van de uitstroomwatergang. Aanvoerwatergang Onderzoek naar de stabiliteit en de zetting van de nieuwe locatie van de dam nabij de voormalige mestsilo. Nieuw gemaal In verband met de aanbesteding van de nieuwbouw van het gemaal middels een D&C contract zal inzicht gegeven worden over de bodemopbouw van de (diepere) ondergrond. 1.3 Leeswijzer In hoofdstuk 2 zijn de gehanteerde uitgangspunten opgesomd. In hoofdstuk 3 zijn de geotechnische berekeningen uitgevoerd. GM , revisie D Pagina 5 van 14

6 2 Randvoorwaarden en uitgangspunten 2.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de randvoorwaarden en uitgangspunten die worden gehanteerd voor de geotechnische berekeningen. 2.2 Dwarsprofielen De projectlocatie en watergangen zijn op 21 januari 2016 ingemeten door Grontmij en verwerkt tot digitaal terrein model (DTM). Voor het schematiseren van de rekenprofielen wordt gebruik gemaakt van deze hoogtedata en indien nodig aangevuld met de AHN3 data, ingevlogen in De ingemeten dwarsprofielen zijn weergegeven in bijlage Nieuwe dam Voor de nieuwe dam worden de volgende uitgangspunten aangehouden, zoals grafisch ook weergegeven in figuur 2-1: Kruinbreedte 5 meter; Minimale kruinhoogte NAP -0,99 m, aansluitend op bestaand maaiveld; Helling binnentalud 1:3, helling buitentalud 1:2; Als ophoogmateriaal wordt klei aangehouden met een soortelijk gewicht van 17 kn/m 2 [ref 2]; Als bestaande slootbodem wordt de ingemeten harde slootbodem aangehouden; De nieuwe waterplas wordt ontgraven tot een diepte van 1 m onder het winterpeil. In de dam zal een duiker worden geplaatst met een overstort, ter regulering van het streefpeil van NAP -1,39 m; Figuur 2-1 Indicatieve weergave dam 2.4 Normering waterkering De boezemkade is ingedeeld in IPO-veiligheidsklasse III. De bijbehorende overschrijdingsfrequentie is 1/100 per jaar. Voor de nieuwe dam (polderkade) wordt voorgesteld om IPO-klasse I aan te houden, gezien het geringe volume achterliggende water. Bij deze IPO-klasse horen de minimale stabiliteitsfactoren zoals aangehouden in tabel 2-1. GM , revisie D Pagina 6 van 14

7 Randvoorwaarden en uitgangspunten Tabel 2-1 Minimale vereiste stabiliteitsfactor IPO-klasse Stabiliteitsfactor I 0,8 III 0,9 2.5 Hydraulische randvoorwaarden De hydraulische randvoorwaarden voor de kaden langs het uitstroomkanaal en de nieuwe dam zijn opgesteld op basis van de legger van Rijnland en weergegeven in tabel 2-2 respectievelijk tabel 2-3. Tabel 2-2 Hydraulische randvoorwaarden boezemkade Hoogte Streefpeil Rijn-Schiekanaal -0,61 Streefpeil waterpeil (zuidelijke tak) -0,61 Maatgevend hoogwater Rijn-Schiekanaal -0,52* Maatgevend hoogwater (zuidelijke tak) -0,61** Peil na val [m t.o.v. NAP] Polderpeil (Winterpeil / zomerpeil) -2,42 / -2,32 Val van MHW naar streefpeil Stijghoogte 1 e wvp -1,50*** *Promotor data Rijnland. **Tijdens MHW is de inlaat in de dam gesloten en ligt het waterpeil in de zuidelijke tak op streefpeil. ***De stijghoogte is bepaald met gegevens vanuit Dinoloket. Tabel 2-3 Hydraulische randvoorwaarden nieuwe dam (polderkade) Hoogte Streefpeil hoogwatervoorziening -1,39* [m t.o.v. NAP] Polderpeil (Winterpeil / zomerpeil) -2,42 / -2,32 Stijghoogte 1 e wvp -1,50** *Bepaald op basis van inmeting d.d. 21 januari **De stijghoogte is bepaald met gegevens vanuit Dinoloket. 2.6 Sterkte- en samendrukkingsparameters Voor het bepalen van de grondopbouw is geotechnisch grondonderzoek uitgevoerd, zie bijlage 2. Het grondonderzoek bestaat uit 6 boringen ter hoogte van beide kaden, 2 boringen nabij de huidige dam bij de mestsilo en 2 sonderingen op de locatie van het toekomstig gemaal. Daarnaast zijn van 12 monsters het volumieke gewicht en watergehalte bepaald Sterkteparameters Door Rijnland is een regionale proevenverzameling opgesteld met de rekenwaarden van sterkteparameters voor de kaden [ref 2]. Deze zijn weergegeven in tabel 2-4 en van toepassing op kaden zonder constructieve elementen. GM , revisie D Pagina 7 van 14

8 Randvoorwaarden en uitgangspunten Tabel 2-4 Sterkteparameters zonder constructieve elementen Grondsoort Volumiek gewicht Sterkte-eigenschappen ᵞnat ᵞsat φ d c d [kn/m 3 ] [kn/m 3 ] [º] [kn/m 2 ] Ophoogmateriaal ,9 1,5 Veen > 300% 10,3 10,3 20 2,0 Veen < 300% 11,4 11,4 20 2,0 Humeuze klei 13,3 13,3 25,5 1,4 Siltige klei 15,4 15,4 26,8 2,8 Zandige klei 17,7 17,7 30,8 1,5 Zand 18,0 20,0 32,5 0,0 Basisveen 12,0 12,0 20,0 2,0 Pleistoceen zand 18,0 20,0 32,5 0,0 Hierin is: Volumiek gewicht ᵞnat aardvochtig volumiek gewicht; volledig verzadigd volumiek gewicht; ᵞsat Sterkte-eigenschappen c d rekenwaarde van de effectieve cohesie. φ d rekenwaarde van effectieve hoek van inwendige wrijving; Samendrukkingsparameters De samendrukkingsparameters zijn bepaald op basis van 7-traps samendrukkingsproeven en kunnen indicatief worden gebruikt om de zettingen te bepalen. Deze parameters zijn van toepassing op de grondsoorten binnen het beheersgebied van Rijnland [ref 2]. De zettingsparameters zijn weergegeven in tabel 2-5. In de berekeningen zal een Over Consolidation Ratio (OCR van 1,39 worden aangehouden. Afwijkend hierop kan voor de toplaag gerekend worden met een POP van 5 à 10 kpa, conform [ref 2]. Tabel 2-5 Samendrukkingsparameters Grondsoort Volumiek gewicht Samendrukkings- en consolidatie parameters ᵞnat ᵞsat Cp Cp Cs Cs cv [kn/m 3 ] [kn/m 3 ] [-] [-] [-] [-] [m/s 2 ] Veen > 300% 10,3 10,3 41,82 6,46 144,17 59,76 3,2*10-7 Veen < 300% 11,4 11,4 53,91 8,36 283,39 62,17 3,2*10-7 Humeuze klei 13,3 13,3 65,2 10,4 449,7 89,8 4,0*10-8 Siltige klei 15,4 15,4 72,6 14,6 519,5 93,9 7,9*10-8 Zandige klei 17,7 17,7 97, ,9 7,9*10-8 Zand 18,0 20,0 dr Basisveen 12,0 12,0 37,5 7, *10-8 Pleistoceen zand 18,0 20,0 dr Hierin is: Volumiek gewicht ᵞnat aardvochtig volumiek gewicht; volledig verzadigd volumiek gewicht; ᵞsat Samendrukkings- en consolidatie parameters C p C p' C s C s' c v dr primaire samendrukkingconstante voor de grensspanning; primaire samendrukkingconstante na de grensspanning; secundaire samendrukkingconstante voor de grensspanning; secundaire samendrukkingconstante na de grensspanning; consolidatiecoëfficiënt; gedraineerd; GM , revisie D Pagina 8 van 14

9 Randvoorwaarden en uitgangspunten 2.7 Schematisering freatische lijn De freatische lijn wordt in de stabiliteitsberekeningen geschematiseerd volgens de weergegeven wijze in figuur 2-2, conform de standaard werkwijze van Rijnland, afkomstig uit de Nota waterkeringen [ref 2]. Bij zettingsberekeningen wordt uitgegaan van de dagelijkse omstandigheden. Figuur 2-2 Freatische lijn in natte situatie 2.8 Overige parameters Verkeers- en calamiteitenbelasting De huidige kade is een groene kade en derhalve wordt gerekend met een verkeersbelasting van 5 kn/m 2 (belasting voor inspectievoertuigen) over een breedte van 2,5 m. Op de kruin bevindt zich geen weg en daarom wordt er bij hoog water gerekend met een aanpassingspercentage van 50% en bij droogte is dit 30% [ref 3]. 2.9 Werkwijze Onderstaand is de werkwijze voor de drie genoemde doelstellingen genoemd. Uitstroomwatergang Voor het bepalen van de stabiliteit van de kaden langs de uitstroomwatergang is een stabiliteitsberekening uitgevoerd van de binnenwaartse- en buitenwaartse stabiliteit van de huidige kade aan weerszijde van de watergang en de dam. Er zijn in totaal 6 berekeningen uitgevoerd, waarbij gerekend is met cirkelvormige glijvlakken volgens de methode Bishop, door middel van het computer programma D-Geo Stability. Hierbij is de situatie tijdens hoogwater beschouwd. Stabiliteit nieuwe afdamming De stabiliteit van de nieuwe dam nabij de oude mestsilo is bepaald volgens methode Bishop met het computer programma D-Geo Stability. Tevens is een zettingsberekening uitgevoerd om te bepalen welke kruinhoogte bij de nieuwe dam aangelegd moet worden om over 30 jaar aan een minimale kruinhoogte van NAP -0,99 m te voldoen. De zettingsberekeningen zijn uitgevoerd volgens de methode-koppejan, onder gebruik van het computer programma D-Settlement. Het verloop van de zetting in de tijd is bepaald met de formule van Terzaghi. Grondopbouw gemaal Voor het bepalen van de grondopbouw bij het toekomstig gemaal zijn sonderingen uitgevoerd. De aangetroffen grondlagen worden tekstueel beschreven. GM , revisie D Pagina 9 van 14

10 3 Berekeningen 3.1 Uitstroomwatergang De stabiliteit van de uitstroomwatergang richting het Rijn-Schiekanaal is op drie locaties doorgerekend op de stabiliteit van het binnen- en buitentalud. De watergang is weergegeven in figuur 3-1. De kering aan de oost- en westzijde van DP5 zijn doorgerekend, net als de stabiliteit van de dam, ter hoogte van profiel M001. Figuur 3-1 Uitstroomwatergang, inclusief dwarsprofielen en grondonderzoek De berekeningen zijn weergegeven in bijlage 3 en de resultaten gepresenteerd in tabel 3-1. Bij de berekeningen zijn de volgende locatiespecifieke uitgangspunten gehanteerd: Grondwaterstand uit de boringen is aangehouden. Het aanhouden van het polderpeil voor de grondwaterstand zou op de beschouwde locatie tot een onrealistisch lage grondwaterstand hebben geleid. Door het aanhouden van de grondwaterstand uit de boringen wordt een, voor de stabiliteit, ongunstigere situatie doorgerekend; Waterdiepte van 0,5 m is aangehouden ten zuiden van de dam, conform de legger oppervlaktewater van Rijnland; Kruinhoogte van de dam is verlaagd naar NAP ±0,00 omdat hier een baggerdepot aanwezig is. GM , revisie D Pagina 10 van 14

11 Berekeningen Tabel 3-1 Resultaten berekeningen stabiliteit kaden en dam langs uitstroomwatergang Locatie DWP Boring Fberekend STBI Fberekend STBU Fvereist Westzijde DP5 B003 & B004 6,66 2,33 0,9 Oostzijde DP5 B001 & B002 6,42 2,21 0,9 Dam M001 B005 & B006 1,83 1,66 0,9 Ter plaatse van het toekomstige gemaal heeft de waterkering voldoende stabiliteit om aan de eisen voor macrostabiliteit van een IPO-klasse lll kering te voldoen. 3.2 Nieuwe afdamming De dam ter hoogte van boring B007 zal noordelijk worden verplaatst en ter hoogte van DP07 / DP08 komen te liggen. Ter indicatie is van de nieuwe dam de zetting en stabiliteit bepaald. In de nieuwe afdamming zal een overstort met duiker geplaatst worden. Het maatgevend hoogwater is zodoende gelijk gesteld aan het streefpeil. Figuur 3-2 Locatie afdamming Stabiliteit De resultaten van de stabiliteitsberekening zijn weergegeven in bijlage 4 en tabel 3-2. Op basis van de gehanteerde geometrie en grondparameters heeft de afdamming voldoende stabiliteit om te fungeren als een IPO-klasse I kering. Als ophoogmateriaal is gerekend met klei. Om voldoende sterkte te krijgen dient de klei verdicht en dus in den droge te worden aangebracht. Tabel 3-2 Resultaten stabiliteitsberekeningen nieuwe afdamming Locatie Boring Fberekend STBI Fberekend Fvereist STBU Nieuwe dam B007 1,44 2,01 0, Zetting De zetting is bepaald op enkele karakteristiekste punten in de geometrie. Uitgangspunt hierbij is dat aan het einde van de planperiode van 30 jaar een kruinhoogte van minimaal NAP -0,99 m aanwezig is. Voor het aanleggen van de dam dient lokaal de zachte slootbodem (sliblaag) verwijderd te worden. De locatie van de zettingsberekeningen is weergegeven in figuur 3-3. GM , revisie D Pagina 11 van 14

12 Berekeningen Figuur 3-3 Locatie zettingsberekeningen In tabel 3-3 zijn de resultaten van de berekende zettingen weergegeven. De berekeningen staan in bijlage 4. De meeste zettingen treden op in het midden van de dam en betreffen circa 0,60 m. Gezien de natuurlijke bandbreedte en variatie van de parameters en gelaagdheid van de bodem, kunnen de berekende zettingen in een orde van grootte van ± 30% afwijken. Tabel 3-3 Resultaten berekende zettingen Verticale [-] Ontwerphoogte [m t.o.v. NAP] Slootbodem [m t.o.v. NAP] Bruto ophoging [m] Zetting [m] Aanleghoogte [m t.o.v. NAP] 1-0,99-0,70-0,03-0,96 2-0,99-1,00 0,01 0,11-0,88 3-0,99-2,34 1,35 0,47-0,52 4-0,99-2,98 1,99 0,59-0,40 5-0,99-2,52 1,53 0,51-0,48 6-0,99-1,62 0,63 0,37-0,62 7-0,99-1,00 0,01 0,13-0,86 In de berekening is uitgegaan van een dam met een kruinbreedte van 5,0 m. Naar verwachting kan worden volstaan met een kruinbreedte van 3,0 m. De zettingen bij een 3,0 m brede dam zullen iets minder zijn (in de orde van centimeters). Aanbevolen wordt om een overhoogte aan te brengen bij aanleg van de dam en deze te verwijderen aan het eind van het project. 3.3 Grondopbouw gemaal Ter hoogte van het toekomstig gemaal zijn 2 sonderingen uitgezet ten behoeve van het funderingsadvies van het gemaal. Hoewel de locatie van sondering DKM002 iets afwijkt van de oriëntatie van het gemaal, wordt deze representatief geacht voor de funderingsberekeningen. De sonderingen zijn toegevoegd in het grondonderzoek in bijlage 1. In tabel 3-4 is de grondopbouw beschreven uit sondering DKM001. Beide sondering tonen een relatief uniforme grondopbouw van met name de diepere ondergrond. In de toplaag van antropogene grond blijkt op basis van de boringen en sonderingen meer variatie in het gebied aanwezig te zijn. GM , revisie D Pagina 12 van 14

13 Berekeningen Tabel 3-4 Grondopbouw DKM001 Diepte Diepte Grondsoort Van [m t.o.v. NAP Tot [m t.o.v. NAP] mv -1,1 Klei humeus (Antropogene grond) -1,1-2,4 Veen -2,4-7,0 Klei siltig -7,0-7,3 Zand -7,3-12,3 Klei siltig -12,3-12,8 Basisveen -12,8-22,0 Pleistoceen zand GM , revisie D Pagina 13 van 14

14 4 Literatuurlijst 4.1 Project documentatie [ref 1] Nadere Uitvraag DOS Leveren GWW-diensten voor planvoorbereiding en voorbereiding realisatie vervangen poldergemaal Hofpolder. Provincie Zuid Holland, DOS , 26 november [ref 2] Nota waterkeringen III v2013, zicht op veilige keringen, Rijnland 15 augustus Normen en richtlijnen [ref 3] Leidraad toetsen op veiligheid regionale waterkeringen. Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer (STOWA), LTV Regionaal Blauw, voorjaar GM , revisie D Pagina 14 van 14

15 Bijlage 1 Dwarsprofielen GM , revisie D

16 M001 0 N.A.P. 0 M000 NAP hoogte metrering Bestaand Lengteprof. t.p.v. M000 hor. schaal 1:100 vert. schaal 1:100 N.A.P. NAP hoogte metrering bestaand Lengteprof. t.p.v. M001 hor. schaal 1:100 vert. schaal 1: GeoEye 2016 Eurosense 2016 Microsoft Corpor Maten in meters, tenzij anders aangegeven Materialen in millimeters Hoeken aangegeven in 400 graden stelsel Opdrachtgever Provincie Zuid-Holland Project RijnlandRoute Onderdeel Gemaal oostvlietpolder Dwarsprofielen bestande situatie Tekeningnummer Kantoor Rev. Bestandsnaam W A W A0.1A1 (594X841) 1: Formaat Projectnummer Besteknummer Datum van uitgave Schaal Blad Aantal Get. Gez. Acc. De Bilt EVo MAa MAa WERKSTATUS c Grontmij Nederland B.V. Alle rechten voorbehouden

17 A B C D E F G H J K L M N P Q R Dp DP Dp Dp05 Dp Dp02 Dp Dp Dp doorvaar br=2.26m hoogte= NIS MK riool ontlucting Beton brug DP DP MATEN IN METERS, TENZIJ ANDERS AANGEGEVEN MATERIALEN IN MILLIMETERS Opdrachtgever Grontmij Nederland B.V. Project Gemaal Oostvlietpolder ten zuiden van Leiden. Onderdeel DTM meting d.d en profiellokatie 01 t/m 11 Tekeningnummer Rev. Bestandsnaam Formaat Schaal Blad Aantal T _Gemaal Oostvlietpolder.dwg A0 1: Kantoor Projectnummer Besteknummer Datum van uitgave ROTTERDAM ACM Get. Gez. Acc. c Grontmij Nederland B.V. Alle rechten voorbehouden A B C D E F G H J K L M N P Q R

18 A B C D E F G H J K L M N P Q R besch besch besch besch besch besch besch besch 1.00 m. t.o.v. N.A.P. Dp01 (Profiel Locatie) Schaal U: 100 V: 100 Afstand t.o.v. beginpunt Hoogte maaiveld Hoogte modderlijn 1.00 m. t.o.v. N.A.P. Dp02 (Profiel Locatie) Schaal U: 100 V: 100 Afstand t.o.v. beginpunt Hoogte maaiveld Hoogte modderlijn 1.00 m. t.o.v. N.A.P. Dp03 (Profiel Locatie) Schaal U: 100 V: 100 Afstand t.o.v. beginpunt Hoogte maaiveld Hoogte modderlijn 1.00 m. t.o.v. N.A.P. Dp04 (Profiel Locatie) Schaal U: 100 V: 100 Afstand t.o.v. beginpunt Hoogte maaiveld Hoogte modderlijn 1.00 m. t.o.v. N.A.P. Dp05 (Profiel Locatie) Schaal U: 100 V: 100 Afstand t.o.v. beginpunt Hoogte maaiveld Hoogte modderlijn 1.00 m. t.o.v. N.A.P. hek Dp06 (Profiel Locatie) Schaal U: 100 V: 100 Afstand t.o.v. beginpunt Hoogte maaiveld Hoogte modderlijn m. t.o.v. N.A.P. Dp07 (Profiel Locatie) Schaal U: 100 V: 100 Afstand t.o.v. beginpunt Hoogte maaiveld Hoogte modderlijn 1.00 m. t.o.v. N.A.P. Dp08 (Profiel Locatie) Schaal U: 100 V: 100 Afstand t.o.v. beginpunt Hoogte maaiveld Hoogte modderlijn 1.00 m. t.o.v. N.A.P. DP09 (Profiel Locatie) Schaal U: 100 V: 100 Afstand t.o.v. beginpunt Hoogte maaiveld Hoogte modderlijn 1.00 m. t.o.v. N.A.P. DP10 (Profiel Locatie) Schaal U: 100 V: 100 Afstand t.o.v. beginpunt Hoogte maaiveld Hoogte modderlijn 1.00 m. t.o.v. N.A.P. DP11 (Profiel Locatie) Schaal U: 100 V: 100 Afstand t.o.v. beginpunt Hoogte maaiveld Hoogte modderlijn MATEN IN METERS, TENZIJ ANDERS AANGEGEVEN MATERIALEN IN MILLIMETERS Opdrachtgever Grontmij Nederland B.V. Project Gemaal Oostvlietpolder ten zuiden van Leiden. Onderdeel Profiel 01 t/m 11 Tekeningnummer Rev. Bestandsnaam Formaat Schaal Blad Aantal T _Gemaal Oostvlietpolder.dwg A0 1:100 / 1: Kantoor Projectnummer Besteknummer Datum van uitgave ROTTERDAM ACM Get. Gez. Acc. c Grontmij Nederland B.V. Alle rechten voorbehouden A B C D E F G H J K L M N P Q R

19 Bijlage 2 Grondonderzoek GM , revisie D

20 Raadgevend Ingenieursbureau Wiertsema & Partners B.V. Feithspark 6, 9356 BZ Tolbert Postbus 27, 9356 ZG Tolbert Tel.: Fax: Internet: Geotechnisch onderzoek verplaatsing gemaal Hofpolder te Leiden VN februari 2016

21 Raadgevend Ingenieursbureau Wiertsema & Partners B.V. Feithspark 6, 9356 BZ Tolbert Postbus 27, 9356 ZG Tolbert Tel.: Fax: Internet: Onderwerp: verplaatsing gemaal Hofpolder te Leiden Projectnummer: VN Opdrachtgever: Grontmij Nederland BV Infrastructuur en Milieu Postbus AE De Bilt Datum: 8 februari 2016 Versie Datum Omschrijving wijziging 1 8 februari 2016 Opgesteld door: Handtekening: R. Reker Documentnummer: Status: Vrijgegeven door: R41046 definitief drs. C.J.A.W. van der Made Blad 2 van R41046 Geotechnisch onderzoek.pdf

22 Inhoudsopgave blad 1 Inleiding Aanleiding en doel Kwaliteitswaarborging Toelichting Leeswijzer Sonderingen Werkzaamheden sonderen Handboringen Inmeting Volumegewicht en watergehalte incl. poriëngetal... 5 Bijlagen: 1 Situatietekening 2 Sondeergrafieken DKM001 en DKM002 3 Boorstaten B001 t/m B008 4 Tabel X-, Y- en Z-coördinaten 5 Volumegewichten en watergehalte incl. poriëngetal dmv kopeckyringen Blad 3 van R41046 Geotechnisch onderzoek.pdf

23 VN blad 4 1 Inleiding 1. 1 Aanleiding en doel In opdracht van Grontmij Nederland BV Infrastructuur en Milieu te De Bilt heeft Raadgevend Ingenieursbureau Wiertsema & Partners B.V. een geotechnisch onderzoek uitgevoerd ten behoeve van de verplaatsing van het gemaal Hofpolder te Leiden Kwaliteitswaarborging Het onderzoek is verricht onder ons kwaliteitssysteem NEN-EN-ISO-9001 en ons milieumanagementsysteem NEN-EN-ISO Wiertsema & Partners B.V. is in het bezit van een VGM-beheersysteem VCA** Toelichting De resultaten van dit geotechnisch onderzoek zijn gebaseerd op de aan ons verstrekte opdracht en de in dit rapport beschreven uitgangspunten. De gerapporteerde resultaten van het onderzoek mogen alleen worden gehanteerd voor het doel dat in de opdracht is beschreven Leeswijzer Na de inleiding in dit eerste hoofdstuk staan in het tweede hoofdstuk de resultaten van de sondeerwerkzaamheden. Tot slot staan in hoofdstuk 3 de resultaten van de inmetingen. In de bijlagen zijn de situatietekening, de sondeergrafieken, de boorbeschrijvingen, de X-, Y- en Z-coördinaten en volumegewichten en watergehalte incl. poriëngetal opgenomen. 2 Sonderingen 2. 1 Werkzaamheden sonderen De veldwerkzaamheden zijn uitgevoerd op 26 januari 2016 met een midi sondeerrups en hebben bestaan uit: 2 sonderingen met meting van de plaatselijke kleef (code DKM ) tot een diepte van maximaal 23 m- maaiveld. Het aantal en de locaties van de sonderingen zijn door de opdrachtgever vastgesteld. De locaties van de sonderingen zijn aangegeven op de situatietekening in bijlage 1. De sonderingen met code DKM zijn verricht met de elektrische kleefmantelconus. Blad 4 van R41046 Geotechnisch onderzoek.pdf

24 VN blad 5 In bijlage 2 zijn de verkregen sondeerresultaten grafisch gepresenteerd waarbij de conusweerstand en de plaatselijke wrijvingsweerstand uitgezet zijn tegen de diepte in meters ten opzichte van N.A.P. Het wrijvingsgetal (plaatselijke wrijvingsweerstand uitgedrukt in % van de conusweerstand) is kenmerkend voor de verschillende grondsoorten en geeft derhalve een gedetailleerd beeld van de bodemopbouw. In de sondeergrafieken zijn de diepten gecorrigeerd voor de gemeten afwijking van de verticaal. De sonderingen zijn uitgevoerd conform de NEN-EN-ISO (klasse 3). Eventuele afwijkingen van de verticaal van de sondeerstreng zijn gecontroleerd met behulp van een in de conus ingebouwde hellingmeter Handboringen Om een beter inzicht te krijgen in de aard van de verschillende bodemlagen en in de hoogte van de grondwaterspiegel zijn er 8 boringen gemaakt. Het opgeboorde materiaal is in het veld geclassificeerd en aan de hand daarvan zijn de boorprofielen vastgelegd (zie bijlage 3). De locaties van de boringen zijn aangegeven op de situatietekening in bijlage 1. Tevens zijn er bij de boringen B005 en B kopeckyringen gestoken. De diepte en nummering van de grondmonsters is vermeld in de betreffende boorstaten. 3 Inmeting Met behulp van 06-GPS zijn de Rijksdriehoekscoördinaten (nauwkeurigheid 0,5 m) en de hoogte ten opzichte van N.A.P. (nauwkeurigheid 0,05 m) van de onderzoekspunten bepaald. Deze X-, Y- en Z-coördinaten staan vermeld in de tabel in bijlage 4. Alle gegevens van de inmetingen en waterpassingen genoemd in deze rapportage zijn een momentopname en alleen te gebruiken voor het grondonderzoek Volumegewicht en watergehalte incl. poriëngetal Tijdens het handboren zijn 12 kopeckyringen gestoken. Door met een volumering (kopeckyring) een bepaalde hoeveelheid grond te steken en te wegen, kan het natte volumegewicht worden berekend. Vervolgens wordt het monster gedurende 24 uur bij een temperatuur van 105 Celsius gedroogd en opnieuw gewogen. Hierdoor kan het droge volumegewicht en het watergehalte worden bepaald. In het uitwerkingsprogramma welke door Wiertsema & Partners B.V. wordt gehanteerd voor de bepaling van het natte- en droge volumegewicht, kunnen diverse afgeleide parameters worden berekend, zoals o.a. het poriëngetal en verzadigingsgraad. Bij de berekening van deze afgeleide parameters wordt op basis van een database gebruik gemaakt van de afgeleide volumieke massa`s vaste gronddelen van de verschillende grondsoorten, zie bijlage 5. Blad 5 van R41046 Geotechnisch onderzoek.pdf

25 Bijlage 1 Blad 6 van R41046 Geotechnisch onderzoek.pdf

26 de Vliet 7 5a 99 1 Vlietweg B002 B001 3 B003 waterpeil 1 5 B004 DKM001 B006 B005 DKM002 waterpeil 2 LEGENDA DKM Diepsondering met plaatselijke wrijving B Handboring Hoogtemeting B007 Situatietekening Datum : Gew: MBK B008 Verplaatsing gemaal Hofpolder te Leiden Getekend : MBK Schaal : 1: 500 Gew: Gew: MBK Formaat : A3 Gew: Blad : 1-1 Opdracht: VN m 5 m 25 m Blad 7 van R41046 Geotechnisch onderzoek.pdf

27 Bijlage 2 Blad 8 van R41046 Geotechnisch onderzoek.pdf

28 Conusweerstand (q c, MPa) Maaiveld = m t.o.v. NAP α in Conustype: cylindrisch elektrisch S15CFII.1126 Conusserienummer: : Afwijking van de verticaal α NEN-EN-ISO Diepte in meters ten opzichte van NAP Klasse: 3 Sondering volgens norm Wrijvingsweerstand (f s, MPa) Wrijvingsgetal (R f, %) Project: Verplaatsing gemaal Hofpolder te Leiden Sondering: DKM001 x = y = Opdr.nr: VN Blad: 1 van 2 Datum: Blad 9 van R41046 Geotechnisch onderzoek.pdf

29 Conusweerstand (q c, MPa) Maaiveld = m t.o.v. NAP α in 1.8 Conustype: cylindrisch elektrisch S15CFII.1126 Conusserienummer: : Afwijking van de verticaal α NAP Diepte in meters ten opzichte van NEN-EN-ISO Klasse: Sondering volgens norm Wrijvingsweerstand (f s, MPa) Wrijvingsgetal (R f, %) Project: Verplaatsing gemaal Hofpolder te Leiden Sondering: DKM001 x = y = Opdr.nr: VN Blad: 2 van 2 Datum: Blad 10 van R41046 Geotechnisch onderzoek.pdf

30 Conusweerstand (q c, MPa) Maaiveld = m t.o.v. NAP α in Conustype: cylindrisch elektrisch S15CFII.1126 Conusserienummer: : Afwijking van de verticaal α Klasse: 3 Sondering volgens norm NEN-EN-ISO Diepte in meters ten opzichte van NAP Wrijvingsweerstand (f s, MPa) Wrijvingsgetal (R f, %) Project: Verplaatsing gemaal Hofpolder te Leiden Sondering: DKM002 x = y = Opdr.nr: VN Blad: 1 van 2 Datum: Blad 11 van R41046 Geotechnisch onderzoek.pdf

31 Conusweerstand (q c, MPa) Maaiveld = m t.o.v. NAP α in 2.1 Conustype: cylindrisch elektrisch S15CFII.1126 Conusserienummer: : Afwijking van de verticaal α NAP Diepte in meters ten opzichte van NEN-EN-ISO Klasse: Sondering volgens norm Wrijvingsweerstand (f s, MPa) Wrijvingsgetal (R f, %) Project: Verplaatsing gemaal Hofpolder te Leiden Sondering: DKM002 x = y = Opdr.nr: VN Blad: 2 van 2 Datum: Blad 12 van R41046 Geotechnisch onderzoek.pdf

32 Bijlage 3 Blad 13 van R41046 Geotechnisch onderzoek.pdf

33 Maatvoering in meters t.o.v. N.A.P. GWS d.d. ( ): N.A.P. - 1,56 m G.H.G.: N.A.P. - 1,36 m G.L.G.: N.A.P. - 2,56 m Maatvoering in meters t.o.v. maaiveld meters t.o.v. N.A.P ,06-1,36-1,86-2,56-3,76-4,36-5,16-5,26-6,06 (0,00-0,30) Zand, zeer fijn, zwak siltig, sterk humeus, donker bruin, matig wortelhoudend (0,30-0,80) Klei, zwak zandig, zwak humeus, matig stevig, donker grijs-bruin, zwak wortelhoudend, zwak roesthoudend, laagjes zand (0,80-1,50) Klei, sterk siltig, zwak humeus, stevig, bruin-grijs, resten planten, zwak roesthoudend, sporen schelpen (1,50-2,70) Klei, sterk siltig, zwak humeus, matig stevig, bruin-grijs, zwak plantenhoudend, zwak riethoudend (2,70-3,30) Klei, sterk siltig, zwak humeus, matig stevig, bruin-grijs, resten planten, resten riet (3,30-4,10) Klei, matig siltig, matig stevig, blauw-grijs, resten planten, resten riet (4,10-4,20) Veen, mineraal arm, matig stevig, donker bruin, resten riet (4,20-5,00) Klei, matig siltig, matig stevig, licht bruin-grijs, resten planten, resten riet, zandlensjes - 7 Boorstaat o.b.v. grondidentificatie in het veld (NEN 5104) RD Verplaatsing gemaal Hofpolder coördinatensysteem Grontmij Nederland BV Infrastructuur en Milieu X = Y = Uitgevoerd: Blad 1 van 1 Boring conform NEN-EN-ISO Leiden Edelmanboring Boormeester: Heino Wals Opdrachtnr.: Boornummer: B001 VN B001.I00 & B001_CH01.I00... Blad 14 van R41046 Geotechnisch onderzoek.pdf

34 Maatvoering in meters t.o.v. N.A.P. GWS d.d. ( ): N.A.P. - 0,68 m G.H.G.: N.A.P. - 0,58 m G.L.G.: N.A.P. - 1,58 m Maatvoering in meters t.o.v. maaiveld meters t.o.v. N.A.P ,18-0,58-1,18-1,58-1,88-2,08-2,58 (0,00-0,40) Klei, sterk zandig, sterk humeus, stevig, donker bruin, matig wortelhoudend, zwak steenhoudend (0,40-1,00) Klei, sterk zandig, zwak humeus, matig stevig, donker grijs-bruin, matig wortelhoudend, zwak steenhoudend (1,00-1,40) Klei, sterk siltig, zwak humeus, stevig, bruin-grijs, resten wortels, zwak zandhoudend, zwak roesthoudend (1,40-1,70) Klei, matig siltig, stevig, blauw-grijs, resten planten, resten riet (1,70-1,90) Klei, sterk siltig, zwak humeus, matig stevig, bruin-grijs, resten planten, resten riet (1,90-2,40) Veen, zwak kleiig, matig stevig, donker grijs-bruin, resten riet (2,40-4,60) Klei, sterk siltig, zwak humeus, matig stevig, bruin-grijs, resten planten, resten riet ,78-4,98-5,38 (4,60-4,80) Veen, mineraal arm, matig stevig, donker bruin, resten riet (4,80-5,20) Klei, matig siltig, matig stevig, licht grijs, zwak plantenhoudend, zwak riethoudend (5,20-6,50) Klei, matig siltig, matig stevig, licht blauw-grijs, resten planten, resten riet, zandlensjes - 7-6,68-7,18 (6,50-7,00) Klei, matig siltig, matig stevig, licht blauw-grijs, resten planten, resten riet, laagjes zand - 8 Boorstaat o.b.v. grondidentificatie in het veld (NEN 5104) RD Verplaatsing gemaal Hofpolder coördinatensysteem Grontmij Nederland BV Infrastructuur en Milieu X = Y = Uitgevoerd: Blad 1 van 1 Boring conform NEN-EN-ISO Leiden Edelmanboring Boormeester: Heino Wals Opdrachtnr.: Boornummer: B002 VN B002.I00 & B002_CH01.I00... Blad 15 van R41046 Geotechnisch onderzoek.pdf

35 Maatvoering in meters t.o.v. N.A.P. GWS d.d. ( ): N.A.P. - 0,72 m G.H.G.: N.A.P. - 0,62 m G.L.G.: N.A.P. - 0,92 m Maatvoering in meters t.o.v. maaiveld meters t.o.v. N.A.P ,12-0,62-0,92-1,52 (0,00-0,50) Zand, zeer fijn, zwak siltig, sterk humeus, donker bruin, zwak wortelhoudend, matig puinhoudend, brokken klei (0,50-0,80) Klei, sterk siltig, zwak humeus, stevig, donker bruin, zwak wortelhoudend, matig puinhoudend, zwak roesthoudend (0,80-1,40) Klei, matig siltig, stevig, blauw-grijs, resten planten, sporen slib (1,40-3,50) Klei, sterk siltig, zwak humeus, matig stevig, grijs-bruin, resten planten, resten riet ,62-4,12-4,42-4,82-5,12-6,12-6,62-7,12 (3,50-4,00) Klei, sterk siltig, zwak humeus, matig stevig, grijs-bruin, resten planten, resten riet, laagjes zand (4,00-4,30) Klei, sterk siltig, zwak humeus, matig stevig, grijs-bruin, resten planten, resten riet (4,30-4,70) Klei, sterk siltig, zwak humeus, matig stevig, donker grijs-bruin, matig plantenhoudend, matig riethoudend (4,70-5,00) Veen, zwak kleiig, matig stevig, donker bruin, zwak riethoudend (5,00-6,00) Klei, matig siltig, matig stevig, blauw-grijs, resten planten, resten riet, sporen schelpen (6,00-6,50) Klei, matig siltig, matig stevig, blauw-grijs, resten planten, resten riet, sporen schelpen, zandlensjes (6,50-7,00) Klei, matig siltig, matig stevig, blauw-grijs, resten planten, resten riet, sporen schelpen, laagjes zand Boorstaat o.b.v. grondidentificatie in het veld (NEN 5104) RD Verplaatsing gemaal Hofpolder coördinatensysteem Grontmij Nederland BV Infrastructuur en Milieu X = Y = Uitgevoerd: Blad 1 van 1 Boring conform NEN-EN-ISO Leiden Edelmanboring Boormeester: Heino Wals Opdrachtnr.: Boornummer: B003 VN B003.I00 & B003_CH01.I00 Blad 16 van R41046 Geotechnisch onderzoek.pdf

36 Maatvoering in meters t.o.v. N.A.P. GWS d.d. ( ): N.A.P. - 1,31 m G.H.G.: N.A.P. - 0,71 m G.L.G.: N.A.P. - 1,61 m Maatvoering in meters t.o.v. maaiveld + 0 meters t.o.v. N.A.P ,41-0,56-1,11-1,26-1,61-3,01-3,61-4,31-4,41-4,61-5,41 (0,00-0,15) Zand, zeer fijn, zwak siltig, matig humeus, donker bruin, matig wortelhoudend (0,15-0,70) Zand, matig fijn, zwak siltig, licht bruin-grijs, resten wortels, sporen roest, sporen schelpen, brokken klei (0,70-0,85) Klei, sterk siltig, matig humeus, stevig, donker bruin, resten wortels, sporen roest, zwak puinhoudend (0,85-1,20) Klei, matig siltig, stevig, grijs, resten wortels, sporen roest (1,20-2,60) Klei, sterk siltig, zwak humeus, stevig, bruin-grijs, resten planten, resten riet (2,60-3,20) Veen, zwak kleiig, matig stevig, grijs-bruin, zwak riethoudend (3,20-3,90) Klei, sterk siltig, zwak humeus, matig stevig, bruin-grijs, resten planten, resten riet, sporen schelpen (3,90-4,00) Klei, sterk siltig, zwak humeus, matig stevig, bruin-grijs, resten planten, resten riet, sporen schelpen, sterk zandhoudend (4,00-4,20) Klei, sterk siltig, sterk humeus, matig stevig, bruin-grijs, resten planten, resten riet (4,20-5,00) Klei, matig siltig, matig stevig, blauw-grijs, resten planten, resten riet, zandlensjes Boorstaat o.b.v. grondidentificatie in het veld (NEN 5104) RD Verplaatsing gemaal Hofpolder coördinatensysteem Grontmij Nederland BV Infrastructuur en Milieu X = Y = Uitgevoerd: Blad 1 van 1 Boring conform NEN-EN-ISO Leiden Edelmanboring Boormeester: Heino Wals Opdrachtnr.: Boornummer: B004 VN B004.I00 & B004_CH01.I00 Blad 17 van R41046 Geotechnisch onderzoek.pdf

37 Maatvoering in meters t.o.v. N.A.P. GWS d.d. ( ): N.A.P. - 0,68 m G.H.G.: N.A.P. - 0,28 m G.L.G.: N.A.P. - 1,18 m Maatvoering in meters t.o.v. maaiveld meters t.o.v. N.A.P ,72-0,28-1,18-1,58-2,08-2,58 (0,00-1,00) Zand, zeer fijn, zwak siltig, matig humeus, donker bruin, matig wortelhoudend, zwak puinhoudend, matig plastichoudend, matig houthoudend (1,00-1,90) Klei, sterk siltig, zwak humeus, matig stevig, grijs-bruin, zwak wortelhoudend, zwak roesthoudend, laagjes zand, zwak puinhoudend (1,90-2,30) Zand, matig fijn, zwak siltig, donker zwart-grijs, zwak wortelhoudend, zwak puinhoudend, matig slibhoudend, brokken klei (2,30-2,80) Klei, sterk siltig, zwak humeus, matig stevig, donker bruin-grijs, resten planten, resten riet (2,80-3,30) Hout, licht bruin-oranje (3,30-5,50) Klei, sterk siltig, zwak humeus, matig stevig, donker grijs, resten planten, resten riet ,78-4,98-5,48-6,28 (5,50-5,70) Veen, zwak kleiig, matig stevig, donker bruin, resten planten, resten riet (5,70-6,20) Klei, matig siltig, matig stevig, licht grijs, resten planten, resten riet (6,20-7,00) Klei, matig siltig, matig stevig, licht grijs, resten planten, resten riet Boorstaat o.b.v. grondidentificatie in het veld (NEN 5104) RD Verplaatsing gemaal Hofpolder coördinatensysteem Grontmij Nederland BV Infrastructuur en Milieu X = Y = Uitgevoerd: Blad 1 van 1 Boring conform NEN-EN-ISO Leiden Edelmanboring Boormeester: Heino Wals Opdrachtnr.: Boornummer: B005 VN B005.I10 & B005_CH01.I10 Blad 18 van R41046 Geotechnisch onderzoek.pdf

38 Maatvoering in meters t.o.v. N.A.P. GWS d.d. ( ): N.A.P. - 0,71 m G.H.G.: N.A.P. - 0,31 m G.L.G.: N.A.P. - 1,21 m Maatvoering in meters t.o.v. maaiveld meters t.o.v. N.A.P ,69-0,31-1,51-2,01 (0,00-1,00) Zand, zeer fijn, zwak siltig, sterk humeus, donker bruin, matig wortelhoudend, zwak puinhoudend, zwak plastichoudend (1,00-2,20) Klei, sterk siltig, zwak humeus, donker grijs-bruin, zwak wortelhoudend, zwak roesthoudend, laagjes zand (2,20-2,70) Klei, sterk siltig, zwak humeus, donker grijs-bruin, matig slibhoudend, sterk puinhoudend, zwak zandhoudend (2,70-5,60) Klei, sterk siltig, zwak humeus, grijs-bruin, resten planten, resten riet ,91-5,11 (5,60-5,80) Veen, zwak kleiig, donker bruin, resten riet (5,80-7,00) Klei, matig siltig, licht grijs, resten planten, resten riet - 6-6,31-7 Boorstaat o.b.v. grondidentificatie in het veld (NEN 5104) RD Verplaatsing gemaal Hofpolder coördinatensysteem Grontmij Nederland BV Infrastructuur en Milieu X = Y = Uitgevoerd: Blad 1 van 1 Boring conform NEN-EN-ISO Leiden Edelmanboring Boormeester: Heino Wals Opdrachtnr.: Boornummer: B006 VN B006.I10 & B006_CH01.I10 Blad 19 van R41046 Geotechnisch onderzoek.pdf

39 Maatvoering in meters t.o.v. N.A.P. GWS d.d. ( ): N.A.P. - 1,71 m G.H.G.: N.A.P. - 1,51 m G.L.G.: N.A.P. - 2,21 m Maatvoering in meters t.o.v. maaiveld meters t.o.v. N.A.P ,21-1,51-1,91-2,21-2,81-3,31-4,61-4,81-6,01-6,21 (0,00-0,30) Zand, zeer fijn, matig siltig, sterk humeus, donker bruin, resten wortels, sporen baksteen (0,30-0,70) Klei, sterk siltig, zwak humeus, stevig, grijs, resten wortels, zwak roesthoudend, sporen schelpen (0,70-1,00) Klei, matig siltig, stevig, blauw-grijs, zwak roesthoudend, sporen planten (1,00-1,60) Klei, sterk siltig, zwak humeus, matig stevig, donker grijs-bruin, resten riet, resten planten, resten hout (1,60-2,10) Veen, zwak kleiig, matig stevig, donker grijs-bruin, zwak riethoudend, sterk houthoudend (2,10-3,40) Klei, sterk siltig, zwak humeus, matig stevig, grijs-bruin, sterk riethoudend, sterk plantenhoudend (3,40-3,60) Klei, sterk siltig, matig stevig, licht bruin-grijs, resten planten, resten riet (3,60-4,80) Veen, mineraal arm, matig stevig, donker bruin, resten riet (4,80-5,00) Klei, matig siltig, matig stevig, blauw-grijs, resten riet, resten planten Boorstaat o.b.v. grondidentificatie in het veld (NEN 5104) RD Verplaatsing gemaal Hofpolder coördinatensysteem Grontmij Nederland BV Infrastructuur en Milieu X = Y = Uitgevoerd: Blad 1 van 1 Boring conform NEN-EN-ISO Leiden Edelmanboring Boormeester: Heino Wals Opdrachtnr.: Boornummer: B007 VN B007.I00 & B007_CH01.I00 Blad 20 van R41046 Geotechnisch onderzoek.pdf

40 Maatvoering in meters t.o.v. N.A.P. GWS d.d. ( ): N.A.P. - 2,31 m Maatvoering in meters t.o.v. maaiveld G.L.G.: N.A.P. - 2,61 m ,11-2,61 (0,00-0,50) Klei, sterk siltig, matig humeus, donker bruin, zwak wortelhoudend (0,50-2,50) Veen, zwak kleiig, donker bruin, zwak riethoudend meters t.o.v. N.A.P ,61-4,91-5,21-6,11 (2,50-2,80) Klei, matig siltig, blauw-grijs, zwak riethoudend, zwak plantenhoudend (2,80-3,10) Veen, mineraal arm, donker bruin, zwak riethoudend (3,10-4,00) Klei, matig siltig, blauw-grijs, resten riet, resten planten (4,00-5,00) Klei, matig siltig, blauw-grijs, resten riet, resten planten - 7-7,11-8 Boorstaat o.b.v. grondidentificatie in het veld (NEN 5104) RD Verplaatsing gemaal Hofpolder coördinatensysteem Grontmij Nederland BV Infrastructuur en Milieu X = Y = Uitgevoerd: Blad 1 van 1 Boring conform NEN-EN-ISO Leiden Edelmanboring Boormeester: Heino Wals Opdrachtnr.: Boornummer: B008 VN B008.I00 & B008_CH01.I00 Blad 21 van R41046 Geotechnisch onderzoek.pdf

41 NEN 5104 Grondsoorten Hoofdgrondsoort / bijmenging Niet NEN 5104 hoofdbestanddelen legenda_zwgrind / Zand / zandig Leem / siltig Klei / kleiig Veen / humeus Geohydrologische gegevens Actuele grondwaterstand direct na boren bepaald Gemiddeld Hoogste Grondwaterstand (GHG) Gesloten verharding Puin Schelpen Hout Water Overige niet binnen NEN 5104 gedefinieerde hoofdbestanddelen Gemiddeld Laagste Grondwaterstand (GLG) Monstername Geroerd monster Aanvullingen Filterzand Ongeroerd monster Filtergrind / Aanvulgrind Peilbuizen Blinde buis / stijgbuis Zwelkleikorrels Mikolit / Mikolit 00 / Mikolit 300 Mikolit B / Bentoniet Filter QSE Zandvang Hellingmeetbuizen Hellingmeetbuis Grond (vrijgekomen / opgeboord) Aanvulzand Klei Grout Legenda boorprofiel met aanvullende gegevens Blad 22 van R41046 Geotechnisch onderzoek.pdf

42 Bijlage 4 Blad 23 van R41046 Geotechnisch onderzoek.pdf

43 VN Tabel X-, Y-, en Z-coördinaten Meetpunt X-coördinaten Y-coördinaten Z-coördinaten (N.A.P. +/- m) DKM ,13 DKM ,19 B ,06 B ,18 B ,12 B ,41 B ,72 B ,69 B ,21 B ,11 Waterpeil ,69 Waterpeil ,68 Blad 24 van R41046 Geotechnisch onderzoek.pdf