Le Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale,.-:'":".-; <-;:.: - -, - De Brusselse Hoofdstedelijke Regering,

Transcriptie

1 REGION DE BRUXELLES-CAPITALE Arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale BRUSSELS HOOFDSTEDELljl< GEWEST Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering BESLUIT VAN DE BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE REGERING HOUDENDE INSTELLING VAN DE PROCEDURE TOT BESCHERMING ALS MONUMENT VAN DE VOETGANGERSBRUG TUSSEN DE MADRIDLAAN EN DE TRAMTERMINAL IN DEMEISESELAAN TE BRUSSEL (LAKEN) ARRETE DU GOUVERNEMENT DE LA REGION DE BRUXELLES CAPITALE ENTAMANT LA PROCEDURE DE CLASSEMENT COMME MONUMENT DE LA PASSERELLE PIETONNE RELIANT L'AVENUE DE MADRID AU TERMINAL DES TRAMS SIS AVENUE DE MEYSSE À BRUXELLES (LAEKEN) De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Le Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale,.-:'":".-; <-;:.: - -, - Gelet op het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening, inzonderheid op het artikel 227; Vu le Code bruxellois de l'aménagement du Territoire, notamment l'article 227 ; Op voordracht van de minister-president van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Sur la proposition du Ministre-Président du Gouvernement de la Région de Bruxelles Capitale, Na beraadslaging, Après délibération, Besluit: Artikel 1 -Wordt ingesteld dé' procedure tot bescherming ais monument van de totaliteit van de voetgangersbrug tussen de Madridlaan en de tramterminal op de Meiseselaan, te Brussel (Laken), wegens zijn historische en esthetische waarde, zoals nader bepaald in bijlage 1van dit besluit. Arrête: Article 1er - Est entamée la procédure de classement comme monument de la totalité de la passerelle piétonne, reliant l'avenue de de Madrid au terminal des trams sis avenue de Meysse à Bruxelles (Laeken) en raison de son intérêt historique et esthétique, précisé dans l'annexe 1au présent arrêté. De afbakening van het goed wordt aangeduid op het plan in bijlage Il van dit besluit. La délimitation du monument est reprise sur le plan figurant à l'annexe Il du présent arrêté. Art. 2 - De vrijwaringszone met betrekking tot het in artikel 1 vermelde monument omvat het geheel van de percelen en de wegen, evenals de gedeelten van percelen en de wegen opgenomen in de perimeter zoals afgebakend op het plan bijlage Il van dit besluit. Art. 2 - La zone de protection relative au monument décrit dans l'article 1er comprend l'ensemble des parcelles et des voiries ainsi les parties de parcelles et de voiries rpriric::f'c:: dans le périmètre délimité sur le nbn fi'n1ir=>nt à l'annexe Il du présent arrêté.

2 Art. 3 - De minister bevoegd voor de monumenten en landschappen, is belast met de uitvoering van dit besluit. Art. 3 - Le ministre qui a les monuments et sites dans ses attributions est chargé de l'exécution du présent arrêté. Brussel, Voor de Regering, 18 DEC 2008 Brusselse Hoofdstedelijke Bruxelles, 18 DEe.2008 Pour le Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale, De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, - Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing, Huisvesting, Openbare Netheid en Ontwikkelingssamenwerking, Le Ministre-Président du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale chargé des Pouvoirs locaux, de l'aménagement du Territoire, des Monuments et des Sites, de la Rénovation Urbaine, du logement, de la Propreté publique et de la Coopération au Développement,

3 ANNEXE 1 A L'ARRETE DU GOUVERNEMENT DE LA REGION DE BRUXELLES-CAPITALE ENTAMANT LA PROCEDURE DE CLASSEMENT COMME MONUMENT DE LA PASSERELLE PIETONNE RELIANT L'AVENUE DE MADRID AU TERMINAL DES TRAMS SIS AVENUE DE MEYSSE À BRUXELLES (LAEKEN) Description sommaire Cette passerelle piétonne fut établie dans le cadre des aménagements de voiries et de transport en commun réalisés sur le site de l'exposition universelle de 1958 et ce afin de relier le plateau du Heysel à l'un des terminaux de trams crées pour cette occasion. Enjambant le départ de l'autoroute Bruxelles-Anvers depuis l'avenue de Madrid, elle dessert toujours l'arrêt des trams de l'avenue de Meysse qui, à l'époque de l'expo, comptait davantage de quais. La passerelle est soutenue par 9 piles de béton, en forme de parallélépipèdes évasés, répartis sur la longueur de l'ouvrage suivant le rythme irrégulier des terre-pleins engazonnés séparant les voiries et les rails de trams. Elle se compose d'un tablier de béton droit de près de 170 m de long sur 6 mètres de large, fixé sur une structure d'acier. Huit escaliers à deux volées y donnent accés, tous- tournés vers le sud sauf, avenue de Madrid ou deux accès se font face. Le dessin des limons métalliques des escaliers agencés en deux parties adossés et rigidifiés par des croix de Saint-André témoignent d'un sens plastique indéniable. Leurs formes, effilées aux extrémités, évoquent quelque peu celles des pieds d'insectes et confèrent à l'ensemble un aspect très dynamique. Les marches sont boulonnées sur la structure. Les rampes et garde-corps adoptent également un dessin minimaliste. Ils sont simplement constitués de séries de quatre longerons superposés, le dernier plus large servant de main courante. Intérêt présenté par le bien selon les critères définis à l'article 206 du Code bruxellois de l'aménagement du Territoire. Intérêt historique et esthétique. Cette passerelle est l'un des derniers vestiges des infrastructures de transport et de voiries de l'exposition Universelle de 1958 aménagées sur le plateau du Heysel et l'unique passerelle piétonne de ce type à Bruxelles. Elle fut conçue par les architectes du groupe NA «Nouvelle Architecture}) (fondé en 1951) rassemblant des architectes militants du mouvement moderniste de l'après-guerre: Paul Emile Vincent (Anvers ), Jean Stuyvaert- ( ), Willy Vander Meeren ( ) et Eliane Havenith ( ). Ces architectes furent associés à plusieurs projets de développement sur Laeken mais influencèrent surtout les architectes des générations suivantes tant par leurs réalisations que par leur enseignement au travers des cours dispensés à l'ensaav-la Cambre où Paul-Emile Vincent enseignà à partir de 1956 et dont il devint directeur en La passerelle allie fonctionnalité et plasticité. Là forme caractéristique de ses limons lui confère un caractère futuriste et dynamique évoquant les mécanismes robotisés qui s'inscrit parfaitement dans son temps et reflète les concepts véhiculés par l'exposition. Cette passerelle réalisée pour faciliter l'approche piétonne du plateau du Heysel, marque depuis 1958 cette entrée de Bruxelles et fait partie intégrante du paysage bruxellois. Pour sa qualité esthétique et son intérêt historique, cet ouvrage mérite d'être protégé. Vu pour être annexé à l'arrêté du 18 DEC, 2008 Le Ministre-Président du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale, chargé des Pouvoirs locaux, de l'aménagement du Territoire, des Monuments et des Sites, de la Rénovation Urbaine, du Logement, de la Propreté publique et de la Coopération au Développement,

4 BIJLAGE 1 BIJ HET BESLUIT VAN DE BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE REGERING HOUDENDE INSTELLING VAN DE PROCEDURE TOT BESCHERMING ALS MONUMENT VAN DE VOETGANGERSBRUG TUSSEN DE MADRIDLAAN EN DE TRAMTERMINAL IN DE MEISESELAAN TE BRUSSEL (LAKEN) Beknopte beschrijving Deze voetgangersbrug werd gebouwd ter gelegenheid van dewereldtentoonstelling van 1958, in het kader van de aanleg van wegen en openbaar vervoer op de tentoonstellingssite om de Heyselvlakte te verbinden met een van de tramterminals die voor deze gelegenheid waren gecreëerd. De brug loopt over de opritten van de autosnelweg Brussel-Antwerpen vanaf de Madridlaan en voert nog steeds naar de tramhalte op de Meiseselaan, die ten tijde van de Expo meer perrons telde. De loopbrug wordt gedragen door 9 betonnen pijlers in de vorm van wijd uitlopende parallellepipedums. Zij staan over de lengte van het werk op onregelmatige afstanden van elkaar, op de grasbermen tussen de rijwegen en de tramsporen. Zij bestaat uit een recht betonnen brugdek van bijna 170 m lang en 6 m breed op een stalen structuur. Je kunt ze bereiken via acht trappen die telkens uit twee trapdelen bestaan, aile naar het zuiden georiënteerd, behalve in de Madridlaan waar twee toegangen z1ch"tegenover elkaar bevinden. De tekening van de metalen trapbomen in.twee tegen elkaar leunende delen, ge"immobiliseerd door X, getuigen van een onmiskenbare zin voor vormgeving. Hun vormen - dun uitlopend aan de uiteinden doen enigszins denken aan insectenpoten en geven het geheel een bijzonder dynamische aanblik. De treden zijn rechtstreeks op de structuur vastgeschroefd. Ook de trapleu'ning en de borstwering kregen een minimalistische vormgeving: 4 langsdragers boven elkaar; de bovenste is breder en dient ais reling. Belang van het goed volgens de criteria die worden bepaald in artikel 206 van het Brussels Wetboek van de Ruimtelijke Ordening. Historisch en esthetisch belang Deze loopbrug is een van de laatst overgebleven infrastructuren voor vervoer en wegen van de Wereldtentoonstelling van 1958 op de Heysel en is de enige voetgangersbrug van dit type in Brussel. Het ontwerp is van de architecten van de groep NA 'Nouvelle Architecture' (opgericht in 1951), die actievoerende architecten van de naoorlogse modernistische beweging samenbracht: Paul Emile Vincent (Antwerpen, ), Jean Stuyvaert ( ), Willy Vander Meeren ( ) en Eliane Havenith ( ). Deze architecten werden bij verschillende ontwikkelingsprojecten in Laken betrokken, maar be"invloedden vooral de architecten van de volgende generaties, zowel door hun creaties ais door de lessen die ze gaven in het ENSAAV-La Cambre. Paul-Emile Vincent bijvoorbeeld doceerde er vanaf 1956 en werd directeur in De loopbrug brengt functionaliteit en vormgeving samen. De typische vorm van de trapbomen verwijst naar robotachtige mechanismen en geeft de trap een futuristisch en dynamisch karakter. Het geheel sluit perfect aan bij zijn tijd en weerspiegelt de ideeën die de Tentoonstelling wil uitdragen. Deze loopbrug werd ontworpen om de toegang tot de Heyselvlakte voor voetgangers te vergemakkelijken en drukt sinds 1958 haar stempel opdeze ingang tot Brussel. Zij maakt onlosmakelijk deel uit van het Brusselse landschap. Wegens haar kwaliteitsvolle vormgeving en haar historische waarde verdient dit werk bescherming. Gezien om ais bijlage gevoegd te worden bij het besluit van 18 DEe, 200a De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, bevoegd voor Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing, Huisvesting, Openbare Netheid en Ontwikkelingssamenwerking. C

5 BIJLAGE " VAN HET BESLUIT VAN DE BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE REGERING HOUDENDE INSTELLING VAN DE PROCEDURE TOT BESCHERMING ALS MONUMENT VAN DE VOETGANGERSBRUG TUSSEN DE MADRIDLAAN EN DE TRAMTERMINAL IN DE MEISESELAAN TE BRUSSEL (LAKEN) AFBAKENING VAN DE VR1JWARINGSZONE ANNEXE Il A L'ARRETE DU GOUVERNEMENT DE LA REGION DE BRUXELLES-CAPITALE ENTAMANT LA PROCEDURE DE CLASSEMENT COMME MONUMENT DE LA PASSERELLE PIETONNE RELIANT L'AVENUE DE MADRID AU TERMINAL DES TRAMS SIS AVENUE DE MEYSSE A BRUXELLES (LAEKEN) DELIMITATION DE LA ZONE DE PROTECTION ===;;:,. " Zone litgaje de. protr:ctinn W~ttelijke vrijwaringsznne: Echelle - Echaaf Gezien om te worden gevoeg~wi.het besluit van., 8 Utl De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, bevoegd voor Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing, Huisvesting, Openbare Netheid en Ontwikkelingssamenwerking, Vu pour être annexé à l'arrêté du f 8 DEC 2008 Le Ministre-Président du Gouvernement de la Région de Bruxelles--Capitale, chargé des Pouvoirs locaux, de l'aménagement du Territoire, des Monuments et Sites, de la Rénovation urbaine, du Logement, de la Propreté publique et de la Coopération au développement,