VIESMANN. Olie-/gasketel 90 tot 2000 kw. Ontwerphandleiding. VITOPLEX 200 type SX2A. VITOPLEX 300 type TX3A. VITORADIAL 300-T type VR3

Transcriptie

1 VIESMANN Olie-/gasketel 90 tot 2000 kw Ontwerphandleiding Ontwerp- en gebruikstips verwarmingsketels tot 110 C conform EN 12828, tot 120 C conform EN VITOPLEX 200 type SX2A VITOPLEX 300 type TX3A VITORADIAL 300-T type VR3 VITOROND 200 type VD2A VITOROND 200 type VD2 5/2013

2 Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1. Vitoplex 200, type SX2A, 90 tot 560 kw 2. Vitoplex 200, type SX2A, 700 tot 1950 kw 3. Vitoplex 300, type TX3A, 90 tot 500 kw 4. Vitoplex 300, type TX3A, 620 tot 2000 kw 5. Vitoradial 300-T, type VR3, 101 tot 545 kw 6. Vitorond 200, type VD2A, 125 tot 270 KW 7. Vitorond 200, type VD2, 320 tot 1080 KW 1. 1 Productbeschrijving Bedrijfsvoorwaarden met Vitotronic-ketelcircuitregelingen en Therm-Control Productbeschrijving Bedrijfsvoorwaarden met Vitotronic ketelcircuitregelingen Productbeschrijving Bedrijfsvoorwaarden met Vitotronic-ketelcircuitregelingen en Therm-Control Productbeschrijving Bedrijfsvoorwaarden met Vitotronic-ketelcircuitregelingen en Therm-Control Productbeschrijving Bedrijfsvoorwaarden met Vitotronic-ketelcircuitregelingen en Therm-Control Productbeschrijving Bedrijfsvoorwaarden met Vitotronic-ketelcircuitregelingen en Therm-ControlTherm- Control Productbeschrijving Bedrijfsvoorwaarden met Vitotronic ketelcircuitregelingen Brander 8. 1 Technische gegevens Vitoflame 100, type VEH III Technische gegevens Vitoflame 100, type VG III Installatie-accessoires 9. 1 Technische gegevens Accessoires voor CV-circuits Ontwerphandleiding Levering, verplaatsing en opstelling Levering Binnenbrengen en opstellen Installatieruimte Belastbare ketelafdekking Configuratie van de installatie Aanvoertemperatuur Veiligheidstemperatuur Keuze van het nominale vermogen Eisen voor de stookbelasting Pompgestuurde drukregelsystemen Hydraulische integratie Verwarmingsaansluitingen Ketelcircuit- en bijmengpompen Systeemaccessoires Toepassingsvoorbeelden Veiligheidstechnische uitrusting voor CV-waterketel Algemene aanwijzingen Keuzetabel voor veiligheidstechnisch accessoires Brandstoffen Brander Geschikte brander Montage van de brander Afstelling van de brander Rookgasgeleiding Dimensionering van de rookgasinstallatie volgens EN Schoorsteenschema's Rookgassysteem voor HR-ketel Inbouwmogelijkheden van de rookgasinstallatie voor Vitoradial 300-T Rookgassysteem voor de Vitoradial 300-T CE-certificering voor de PPs-rookgassystemen voor Vitoradial 300-T Ruimteluchtafhankelijke werking met Vitoradial 300-T Aparte onderdelen bij het rookgassysteem van kunststof Aansluiting met rookgasleiding van kunststof (PPs) op een vochtongevoelige schoorsteen (werking op onderdruk) Geluiddemping Luchtgeluiddemping Contactgeluidsisolatie Accessoires voor de geluidsisolatie VIESMANN Olie-/gasketel

3 Inhoudsopgave (vervolg) Richtwaarden voor de waterkwaliteit Verwarmingsinstallaties met voorgeschreven bedrijfstemperaturen tot 100 C (VDI 2035) CV-installaties met toegelaten aanvoertemperaturen boven 100 C (VdTÜV MB 1466) Gebruik van antivriesmiddelen in ketels Vermijding van schade door corrosie aan waterzijde Vitotrans 300 rookgas-/water-warmtewisselaar Naschakeling van een Vitotrans 300 rookgas-/water-warmtewisselaar voor rendementsverhoging Energiebesparing door gebruik van Vitotrans 300 rookgas-/water-warmtewisselaar in combinatie met Vitoplex en Vitorond ketels Berekening van de mogelijke energiebesparing (B E ) Hydraulische integratie Condenswater en neutralisatie Opstelling neutralisatie-inrichting Gebruik conform het doel van de installatie Regelingen Overzicht ketelcircuitregelingen en schakelkasten Eénketelinstallaties Meerketelinstallaties Schakelpunten Componenten bij levering Toewijzing bij de regelingstypes Keteltemperatuursensor Boilertemperatuursensor Keteltemperatuursensor Vitotronic 100, type GC1B, bestelnr Technische aanwijzingen Toestand bij levering Vitotronic 200, type GW1B, bestelnr Technische aanwijzingen Toestand bij levering Vitotronic 300, type GW2B, bestelnr Technische aanwijzingen Toestand bij levering Vitotronic 300-K, type MW1B, bestelnr Technische aanwijzingen Toestand bij levering Olie-/gasketel VIESMANN 3

4 Inhoudsopgave (vervolg) Regelingsaccessoires Toekenning accessoires tot regelingstype Aanwijzing bij Vitotrol 200A en 300A Vitotrol 200A Vitotrol 300A Opmerking over Vitotrol 200 RF en Vitotrol 300 RF Vitotrol 200 RF Vitotrol 300 RF met tafelstandaard Vitotrol 300 RF met wandhouder Basisstation Draadloze buitentemperatuursensor Radiorepeater Ruimtetemperatuursensor Klemtemperatuursensor Dompeltemperatuursensor Dompelhuls Rookgastemperatuursensor Uitbreidingsset mengklep Mengklepmotor voor flensmengklep StekkersÖ Stekker gs Stekker voor sensoren Dompeltemperatuurregelaar Klemtemperatuurregelaar Externe aansturing Stekkeradapter voor externe veiligheidsinrichtingen Hulprelais Contrastekker fa en lö Montageset inbouw van schakelkast Zonneregelingsmodule, type SM Uitbreiding EA Vitocom 100, type LAN Vitocom 100, type GSM Vitocom 200, type LAN Vitocom 200, type LAN LON-verbindingskabel voor gegevensuitwisseling van de regelingen Verlenging van de verbindingskabel Afsluitweerstand (2 stuks) Communicatiemodule LON Vitogate 200, type EIB Door installateur te realiseren aansluitingen Aansluiting van door de installateur voorziene regelingen op de Vitotronic 100, type GC1B bij éénketelinstallaties Aansluiting van door de installateur voorziene regelingen op de uitbreiding EA1 bij éénketelinstallaties Extra functies voor éénketelinstallaties met Vitotronic 200, type GW1B of Vitotronic 300, type GW2B Extra functies voor éénketelinstallaties met Vitotronic 200, type GW1B of Vitotronic 300, type GW2B via uitbreiding EA Extra functies voor meerketelinstallaties met Vitotronic 300-K, type MW1B en Vitotronic 100, type GC1B via LON Aansluiting van door de installateur voorziene regelingen op de uitbreiding EA1 bij meerketelinstallaties met cascaderegeling door de installateur te verzorgen.. 90 Schakeling ketelvolgorde met lokale cascaderegeling Aansluitingen op de Vitotronic 100, type GC1B Bijschakeling van lokale regelapparaten via LON Bijlage Belangrijke veiligheidsvoorschriften en bepalingen Meldings- en vergunningsplicht Vergunningvoorbehoud en testen volgens warenwetbesluit druktoestellen (BetrSichV) Algemeen over centrale verwarmingstoestellen met veiligheidstemperaturen tot 110/120 C Gasinstallatie Leidingaansluitingen Elektrische installatie Bedieningshandleiding Rookgasinstallatie Verordening energiebesparing (EnEV) Volgens Besluit emissie- eisen middelgrote stookinstallaties (BEMS) Test volgens bouwtechnische keuringsprocedure VIESMANN Olie-/gasketel

5 Inhoudsopgave (vervolg) 13. Index Olie-/gasketel VIESMANN 5

6 1 Vitoplex 200, type SX2A, 90 tot 560 kw 1.1 Productbeschrijving Laagtemperatuur-verwarmingsketel op olie/gas Voor gebruik met glijdende ketelwatertemperatuur. Toegestane aanvoertemperatuur (= veiligheidstemperatuur) tot 110 C (tot 120 C op aanvraag) Toegestane werkdruk 4 bar (0,4 MPa) CE-markering: CE-0085BQ0020 Spaarzaam en milieuvriendelijk door glijdende ketelwatertemperatuur. Normrendement voor gebruik op olie: 89% (H s )/95% (H i ). Optionele rvs rookgas/water-warmtewisselaar Vitotrans 300 voor hoger normrendement door HR-benutting. Drietreksketel met lage belasting van de vuurhaard voor een schone verbranding met geringe uitstoot van schadelijke stoffen. Brede waterwanden en een grote waterinhoud zorgen voor goede interne circulatie en een betrouwbare warmteoverdracht. Geïntegreerde startschakeling Therm-Control voor eenvoudige hydraulische integratie bijmengpomp en retourtemperatuurverhoging zijn overbodig. Geen laagwaterniveaubeveiliging nodig tot 300 kw. Gemakkelijke verplaatsing naar stookruimtes en ruimtebesparende opbouw door compacte constructie belangrijk bij renovatie. Unit olie-/gasventilatorbrander Vitoflame 100 tot 270 kw beschikbaar. Fastfix-montagesysteem voor regeling en isolatie. 1.2 Bedrijfsvoorwaarden met Vitotronic-ketelcircuitregelingen en Therm-Control Vereisten Werking met branderbelasting 60% < 60% 1. Verwarmingswaterdebiet Geen 2. Ketelretourtemperatuur (minimumwaarde) *1 Geen *2 3. Onderste ketelwatertemperatuur Oliewerking 50 C Oliewerking 60 C Gaswerking 60 C Gaswerking 65 C 4. Tweetraps branderwerking 1. Trap 60% van het nominale vermogen Geen minimumbelasting vereist 5. Modulerende brander Tussen 60 en 100% van het nominale vermogen Geen minimumbelasting vereist 6. Gereduceerde werking Eénketelinstallaties en hoofdketel van meerketelinstallaties Werking op laagste ketelwatertemperatuur Volgende ketels van meerketelinstallaties kunnen worden uitgeschakeld 7. Weekendverlaging zoals verlaagde werking Opmerking Eisen aan de waterkwaliteit, zie pagina 50. *1 Relevant toepassingsvoorbeeld voor het gebruik van de startschakeling Therm-Control staat in de ontwerphandleiding installatievoorbeelden. *2 Uitsluitend in combinatie met Therm-Control. 6 VIESMANN Olie-/gasketel

7 Vitoplex 200, type SX2A, 700 tot 1950 kw 2.1 Productbeschrijving Laagtemperatuur-verwarmingsketel op olie/gas Drietreksketel Voor gebruik met glijdende ketelwatertemperatuur. Toegestane aanvoertemperatuur (= veiligheidstemperatuur) tot 110 C (tot 120 C op aanvraag) Toegestane werkdruk 6 bar (0,6 MPa) CE-markering: CE-0085BQ0020 Spaarzaam en milieuvriendelijk door glijdende ketelwatertemperatuur. Normrendement voor gebruik op olie: 89% (H s )/95% (H i ). Optionele rvs rookgas/water-warmtewisselaar Vitotrans 300 voor hoger normrendement door HR-benutting. Drietreksketel met lage belasting van de vuurhaard en daardoor een schone verbranding met geringe uitstoot van schadelijke stoffen. Brede waterwanden en een grote waterinhoud zorgen voor goede interne circulatie en een betrouwbare warmteoverdracht. Lange branderlooptijden en minder schakelintervallen door grote waterinhoud sparen het milieu. Gemakkelijke verplaatsing naar installatieruimtes door compacte constructie belangrijk bij renovatie. Economische en betrouwbare werking van de verwarmingsinstallatie door communicatief, digitaal regelingssysteem Vitotronic. Gestandaardiseerde LON maakt de complete integratie mogelijk in gebouw-managementsystemen Bedrijfsvoorwaarden met Vitotronic ketelcircuitregelingen Vereisten Werking met branderbelasting 60% < 60% 1. Verwarmingswaterdebiet Geen 2. Ketelretourtemperatuur (minimumwaarde) *3 Oliewerking 40 C Oliewerking 53 C Gaswerking 53 C Gaswerking 58 C 3. Onderste ketelwatertemperatuur Oliewerking 50 C Oliewerking 60 C Gaswerking 60 C Gaswerking 65 C 4. Tweetraps branderwerking 1. Trap 60% van het nominale vermogen Geen minimumbelasting vereist 5. Modulerende brander Tussen 60 en 100% van het nominale vermogen Geen minimumbelasting vereist 6. Gereduceerde werking Eénketelinstallaties en hoofdketel van meerketelinstallaties Werking op laagste ketelwatertemperatuur Volgende ketels van meerketelinstallaties kunnen worden uitgeschakeld 7. Weekendverlaging zoals verlaagde werking Opmerking Eisen aan de waterkwaliteit, zie pagina 50. *3 Relevante toepassingsvoorbeelden zie ontwerphandleiding toepassingsvoorbeelden. Olie-/gasketel VIESMANN 7

8 Vitoplex 300, type TX3A, 90 tot 500 kw 3.1 Productbeschrijving Laagtemperatuur-verwarmingsketel op olie/gas Drietreksketel met meerschalig convectieverwarmingsoppervlak Voor gebruik met glijdend verlaagde ketelwatertemperatuur Toegestane aanvoertemperatuur (= veiligheidstemperatuur) tot 110 C (tot 120 C op aanvraag) Toegestane werkdruk 4 bar (0,4 MPa) CE-markering: CE-0085BT0478 Meerschalig convectie-verwarmingsoppervlak voor een hoge bedrijfszekerheid en lange gebruiksduur. Normrendement voor gebruik op olie: 90% (H s )/96% (H i ). Optionele rvs rookgas/water-warmtewisselaar Vitotrans 300 voor hoger normrendement door HR-benutting. Drietreksketel met lage belasting van de vuurhaard en daardoor een schone verbranding met geringe uitstoot van schadelijke stoffen. Brede waterwanden en een grote waterinhoud zorgen voor een goede interne circulatie en een betrouwbare warmteafvoer. Geïntegreerde startschakeling Therm-Control vervangt bijmengpomp of constante retourtemperatuurverhoging en spaart montagetijd en kosten. Economische en betrouwbare werking van de verwarmingsinstallatie door communicatief, digitaal regelingssysteem Vitotronic. Gestandaardiseerde LON-BUS maakt de complete integratie mogelijk in gebouwbeheersystemen. 3.2 Bedrijfsvoorwaarden met Vitotronic-ketelcircuitregelingen en Therm-Control 3 Vereisten Werking met branderbelasting 60% < 60% 1. Verwarmingswaterdebiet Geen 2. Ketelretourtemperatuur (minimumwaarde) *1 Geen *2 3. Onderste ketelwatertemperatuur Oliewerking 40 C Oliewerking 50 C Gaswerking 50 C Gaswerking 60 C 4. Tweetraps branderwerking 1. Trap 60% van het nominale vermogen Geen minimumbelasting vereist 5. Modulerende brander Tussen 60 en 100% van het nominale vermogen Geen minimumbelasting vereist 6. Gereduceerde werking Eénketelinstallaties en hoofdketel van meerketelinstallaties Werking op laagste ketelwatertemperatuur Volgende ketels van meerketelinstallaties kunnen worden uitgeschakeld 7. Weekendverlaging zoals verlaagde werking Opmerking Eisen aan de waterkwaliteit, zie pagina 50. *1 Relevant toepassingsvoorbeeld voor het gebruik van de startschakeling Therm-Control staat in de ontwerphandleiding installatievoorbeelden. *2 Uitsluitend in combinatie met Therm-Control. 8 VIESMANN Olie-/gasketel

9 Vitoplex 300, type TX3A, 620 tot 2000 kw 4.1 Productbeschrijving Laagtemperatuur-verwarmingsketel op olie/gas Drietreksketel met meerschalig convectieverwarmingsoppervlak Voor gebruik met glijdend verlaagde ketelwatertemperatuur Toegestane aanvoertemperatuur (= veiligheidstemperatuur) tot 110 C (tot 120 C op aanvraag) Toegestane werkdruk 6 bar (0,6 MPa) CE-markering: CE-0085BT0478 Meerschalig convectie-verwarmingsoppervlak voor een hoge bedrijfszekerheid en lange gebruiksduur. Normrendement voor gebruik op olie: 90% (H s )/96% (H i ). Optionele rvs rookgas/water-warmtewisselaar Vitotrans 300 voor hoger normrendement door HR-benutting. Drietreksketel met lage belasting van de vuurhaard en daardoor een schone verbranding met geringe uitstoot van schadelijke stoffen. Brede waterwanden en een grote waterinhoud zorgen voor een goede interne circulatie en een betrouwbare warmteafvoer. Geïntegreerde startschakeling Therm-Control vervangt bijmengpomp of constante retourtemperatuurverhoging en spaart montagetijd en kosten. Fastfix-montagesysteem voor eenvoudige en snelle montage. Met begaanbare ketelafdekking vereenvoudigt montage en onderhoud. Economische en betrouwbare werking van de verwarmingsinstallatie door communicatief, digitaal regelingssysteem Vitotronic. Gestandaardiseerde LON-BUS maakt de complete integratie mogelijk in gebouwbeheersystemen. 4.2 Bedrijfsvoorwaarden met Vitotronic-ketelcircuitregelingen en Therm-Control Vereisten Werking met branderbelasting 60% < 60% 1. Verwarmingswaterdebiet Geen 2. Ketelretourtemperatuur (minimumwaarde) *1 Geen *2 3. Onderste ketelwatertemperatuur Oliewerking 40 C Oliewerking 50 C Gaswerking 50 C Gaswerking 60 C 4. Tweetraps branderwerking 1. Trap 60% van het nominale vermogen Geen minimumbelasting vereist 5. Modulerende brander Tussen 60 en 100% van het nominale vermogen Geen minimumbelasting vereist 6. Gereduceerde werking Als geen warmte nodig is, kan de CV-ketel worden uitgeschakeld. 7. Weekendverlaging zoals verlaagde werking 4 Opmerking Eisen aan de waterkwaliteit, zie pagina 50. *1 Relevant toepassingsvoorbeeld voor het gebruik van de startschakeling Therm-Control staat in de ontwerphandleiding installatievoorbeelden. *2 Uitsluitend in combinatie met Therm-Control. Olie-/gasketel VIESMANN 9

10 Vitoradial 300-T, type VR3, 101 tot 545 kw 5.1 Productbeschrijving Laagtemperatuur-ketel met condensatiewarmtewisselaar op olie / gas Drietreksketel met meerschalig convectieverwarmingsoppervlak en erachter geschakelde Inox-Radial-spiraalwarmtewisselaar Voor gebruik met glijdend verlaagde ketelwatertemperatuur Toegestane aanvoertemperatuur (= veiligheidstemperatuur) tot 110 C Toegestane werkdruk 4 bar (0,4 MPa) CE-markering: CE-0035BU104 HR-eenheid op stookolie met Vitoflame 100 olieventilatorbrander (tot 335 kw) of HR-systeem op gas met een door de installateur voorziene brander. Normrendement voor gebruik op olie: 97% (H s )/103% (H i ). Inox-Radial-warmtewisselaar voor de condensatie van stookgassen, afgestemd op de compacte verwarmingsketel. Compleet met warmtewisselaarbuizen en pomp, afgestemd op het betreffende ketelvermogen. Lange branderlooptijden en minder schakelintervallen door grote waterinhoud sparen het milieu. Economische en betrouwbare werking van de verwarmingsinstallatie door een communicatief, digitaal regelingssysteem Vitotronic. Geïntegreerde opstartschakeling Therm-Control voor eenvoudige hydraulische integratie van een bijmengpomp en een retourtemperatuurverhoging kan worden afgezien. Geen laagwaterbeveiliging nodig; dat spaart extra kosten. Compacte bouwwijze voor een gemakkelijke plaatsing in stookruimtes en lage opstelhoogtes belangrijk bij de renovatie. 5.2 Bedrijfsvoorwaarden met Vitotronic-ketelcircuitregelingen en Therm-Control Vereisten Werking met branderbelasting 60% < 60% 1. Verwarmingswaterdebiet Geen 2. Ketelretourtemperatuur (minimumwaarde) *1 Geen *2 3. Onderste ketelwatertemperatuur Oliewerking 40 C Gaswerking 50 C Oliewerking 50 C Gaswerking 60 C 4. Tweetraps branderwerking 1. Trap 60% van het nominale vermogen Geen minimumbelasting vereist 5. Modulerende brander Tussen 60 en 100% van het nominale vermogen Geen minimumbelasting vereist 6. Gereduceerde werking Als geen warmte nodig is, kan de verwarmingsketel worden uitgeschakeld. 7. Weekendverlaging zoals verlaagde werking Opmerking Eisen aan de waterkwaliteit, zie pagina *1 Relevant toepassingsvoorbeeld voor het gebruik van de startschakeling Therm-Control staat in de ontwerphandleiding installatievoorbeelden. *2 Uitsluitend in combinatie met Therm-Control. 10 VIESMANN Olie-/gasketel

11 Vitorond 200, type VD2A, 125 tot 270 KW 6.1 Productbeschrijving Laagtemperatuur-verwarmingsketel op olie/gas Drietreksketel in gietijzeren segmentconstructie (naar keuze als blok of in afzonderlijke segmenten leverbaar) Voor gebruik met glijdende ketelwatertemperatuur. Toegestane aanvoertemperatuur (= veiligheidstemperatuur) tot 110 C Toegestane werkdruk 6 bar (0,6 MPa) CE-markering: CE-0085BS0005 Spaarzaam en milieuvriendelijk door glijdende ketelwatertemperatuur. Normrendement voor gebruik op olie: 88% (H s )/94% (H i ). Optionele rvs rookgas/water-warmtewisselaar Vitotrans 300 voor hoger normrendement door HR-benutting. Drietreksketel, daardoor milieuvriendelijke verbranding met lage uitstoot. Eutectoplex-verwarmingsoppervlak voor een hoge bedrijfszekerheid en lange gebruiksduur. De homogene samenstelling van het eutectische, speciale grijze gietijzer zorgt voor een gelijkmatige warmtestroom en voorkomt spanningsscheuren. Geïntegreerde startschakeling Therm-Control voor eenvoudige hydraulische integratie bijmengpomp en retourtemperatuurverhoging zijn overbodig. Fastfix-montagesysteem voor eenvoudige en snelle montage. Eenvoudige en snelle montage van de afzonderlijke gietijzeren segmenten door groef- en veersysteem met duurzame elastische afdichting aan rookgaszijde. Economische en betrouwbare werking van de verwarmingsinstallatie door communicatief, digitaal regelingssysteem Vitotronic. Gestandaardiseerde LON-BUS maakt de complete integratie mogelijk in gebouwbeheersystemen. 6.2 Bedrijfsvoorwaarden met Vitotronic-ketelcircuitregelingen en Therm-ControlTherm- Control Vereisten Werking met branderbelasting 60% < 60% 1. Verwarmingswaterdebiet Geen 2. Ketelretourtemperatuur (minimumwaarde) *3 Geen *2 3. Onderste ketelwatertemperatuur Oliewerking 50 C Oliewerking 60 C Gaswerking 60 C Gaswerking 65 C 4. Tweetraps branderwerking 1. Trap 60% van het nominale vermogen Geen minimumbelasting vereist 5. Modulerende brander Tussen 60 en 100% van het nominale vermogen Geen minimumbelasting vereist 6. Gereduceerde werking Eénketelinstallaties en hoofdketel van meerketelinstallaties Werking op laagste ketelwatertemperatuur Volgende ketels van meerketelinstallaties kunnen worden uitgeschakeld 7. Weekendverlaging zoals verlaagde werking Opmerking Eisen aan de waterkwaliteit, zie pagina *3 Relevante toepassingsvoorbeelden zie ontwerphandleiding toepassingsvoorbeelden. *2 Uitsluitend in combinatie met Therm-Control. Olie-/gasketel VIESMANN 11

12 Vitorond 200, type VD2, 320 tot 1080 KW 7.1 Productbeschrijving Laagtemperatuur-verwarmingsketel op olie/gas Drietreksketel in gietijzeren segmentconstructie Voor gebruik met glijdende ketelwatertemperatuur. Toegestane aanvoertemperatuur (= veiligheidstemperatuur) tot 110 C Toegestane werkdruk 6 bar (0,6 MPa) CE-markering: CE-0085AS0002 Spaarzaam en milieuvriendelijk door glijdende ketelwatertemperatuur. Normrendement voor gebruik op olie: 88% (H s )/94% (H i ). Optionele rvs rookgas/water-warmtewisselaar Vitotrans 300 voor hoger normrendement door HR-benutting. Drietreksketel, daardoor milieuvriendelijke verbranding met lage uitstoot. Eutectoplex-verwarmingsoppervlak voor een hoge bedrijfszekerheid en lange gebruiksduur. De homogene samenstelling van het speciale eutectische gietijzer zorgt voor een gelijkmatige warmtestroom en voorkomt spanningsscheuren. Fastfix-montagesysteem voor eenvoudige en snelle montage. Probleemloos transport ook bij moeilijk toegankelijke installatieruimtes door segmentconstructie en laag transportgewicht van de afzonderlijke segmenten. Eenvoudige en snelle montage van de afzonderlijke gietijzeren segmenten door systeem met dubbele groef en duurzame elastische afdichting aan rookgaszijde. Economische en betrouwbare werking van de verwarmingsinstallatie door communicatief, digitaal regelingssysteem Vitotronic. Gestandaardiseerde LON-BUS maakt de complete integratie mogelijk in gebouwbeheersystemen. 7.2 Bedrijfsvoorwaarden met Vitotronic ketelcircuitregelingen Vereisten Werking met branderbelasting 60% < 60% 1. Verwarmingswaterdebiet 30% bij nominaal vermogen 2. Ketelretourtemperatuur (minimumwaarde) *3 Oliewerking 40 C Oliewerking 53 C Gaswerking 53 C Gaswerking 53 C 3. Onderste ketelwatertemperatuur Oliewerking 50 C Oliewerking 60 C Gaswerking 60 C Gaswerking 65 C 4. Tweetraps branderwerking 1. Trap 60% van het nominale vermogen Geen minimumbelasting vereist 5. Modulerende brander Tussen 60 en 100% van het nominale vermogen Geen minimumbelasting vereist 6. Gereduceerde werking Eénketelinstallaties en hoofdketel van meerketelinstallaties Werking op laagste ketelwatertemperatuur Volgende ketels van meerketelinstallaties kunnen worden uitgeschakeld 7. Weekendverlaging zoals verlaagde werking Opmerking Eisen aan de waterkwaliteit, zie pagina *3 Relevante toepassingsvoorbeelden zie ontwerphandleiding toepassingsvoorbeelden. 12 VIESMANN Olie-/gasketel

13 Brander 8.1 Technische gegevens Vitoflame 100, type VEH III Vermogen van de brander 1e/2e trap Komt overeen met het nominale vermogen van de ketel. 8 Vitoflame 100 olie-ventilatorbrander in combinatie met Vitoplex 200 Nominaal vermogen van de verwarmingsketel kw Vermogen van de brander kw 68/97 91/ / / /293 1e/2e trap Brandertype VEH III-1SX VEH III-2SX VEH III-3SX VEH III-4SX VEH III-5SX Olieverbruik 1e trap kg/h 5,8 7,7 9,6 12,8 17,2 liter/h 6,8 9,1 11,3 15,1 20,2 2e trap kg/h 8,2 11,0 13,7 18,3 24,6 liter/h 9,6 12,9 16,1 21,5 28,9 Prototypenummer volgens EN 267 G1037/08S Spanning V 230 Frequentie Hz 50 Motortoerental tpm 2800 Uitvoering tweetraps Pompvermogen van de oliepomp liter/h 70 Afmetingen Lengte (maat a) mm 418 Breedte mm 400 Hoogte (maat b) mm 538 Gewicht kg 26 Aansluitingen R ⅜ Zuig- en retourleiding op de meegeleverde olieslangen Maximaal toegestane voordruk bar 2 in de voedingsleidingen (bij ringleidingen) MPa 0,2 Vitoflame 100 olie-ventilatorbrander in combinatie met Vitoplex 300 Nominaal vermogen kw van de CV-ketel Vermogen van de brander kw 68/98 88/ / / / /326 1e/2e trap Brandertype VEHIII-1TXA VEHIII-2TXA VEHIII-3TXA VEHIII-4TXA VEHIII-5TXA VEHIII-6TXA Olieverbruik 1e trap kg/h 5,2 7,4 10,6 11,6 15,0 18,2 liter/h 6,1 8,7 12,5 13,7 17,7 21,4 2e trap kg/h 7,4 10,5 12,8 16,4 21,5 26,1 liter/h 8,7 12,4 15,1 19,3 25,3 30,7 Prototypenummer volgens EN 267 G1037/08S Spanning V 230 Frequentie Hz 50 Motortoerental tpm 2800 Uitvoering tweetraps Pompvermogen van de oliepomp liter/h 70 Afmetingen Lengte (maat a) mm 418 Breedte mm 400 Hoogte (maat b) mm 538 Gewicht kg 26 Aansluitingen R ⅜ Zuig- en retourleiding op de meegeleverde olieslangen Maximaal toegestane voordruk bar 2 in de voedingsleidingen (bij ringleidingen) MPa 0,2 Olie-/gasketel VIESMANN 13

14 Brander (vervolg) 8 Vitoflame 100 olie-ventilatorbrander in combinatie met Vitoplex 300 Nominaal vermogen T V /T R = 50/30 C kw T V /T R = 80/60 C kw Vermogen van de brander kw 68/98 88/ / / / /326 1e/2e trap Brandertype VEHIII-1TXA VEHIII-2TXA VEHIII-3TXA VEHIII-4TXA VEHIII-5TXA VE- HIII-6TXA Olieverbruik 1e trap kg/h 5,2 7,4 10,6 11,6 15,0 18,2 liter/h 6,1 8,7 12,5 13,7 17,7 21,4 2e trap kg/h 7,4 10,5 12,8 16,4 21,5 26,1 liter/h 8,7 12,4 15,1 19,3 25,3 30,7 Prototypenummer volgens EN 267 G1037/08S Spanning V 230 Frequentie Hz 50 Motortoerental tpm 2800 Uitvoering tweetraps Pompvermogen van de oliepomp liter/h 70 Afmetingen Lengte (maat a) mm 418 Breedte mm 400 Hoogte (maat b) mm 538 Gewicht kg 26 Aansluitingen R ⅜ Zuig- en retourleiding op de meegeleverde olieslangen Maximaal toegestane voordruk bar 2 in de voedingsleidingen (bij ringleidingen) MPa 0,2 Vitoflame 100 olie-ventilatorbrander in combinatie met Vitorond 200 Nominaal vermogen kw van de CV-ketel Vermogen van de brander kw 95/ / / / /293 1e/2e trap Brandertype VEH III-1VD VEH III-2VD VEH III-3VD VEH III-4VD VEH III-5VD Olieverbruik 1e trap kg/h 8,0 11,7 12,5 14,7 17,2 liter/h 9,4 13,8 14,7 17,3 20,2 2e trap kg/h 11,4 14,6 17,8 21,0 24,6 liter/h 13,4 17,2 20,9 24,7 28,9 Prototypenummer volgens EN 267 G1037/08S Spanning V 230 Frequentie Hz 50 Motortoerental tpm 2800 Uitvoering tweetraps Pompvermogen van de oliepomp liter/h 70 Afmetingen Lengte (maat a) mm 418 Breedte mm 400 Hoogte (maat b) mm 538 Gewicht kg 26 Aansluitingen R ⅜ Zuig- en retourleiding op de meegeleverde olieslangen Maximaal toegestane voordruk bar 2 in de voedingsleidingen (bij ringleidingen) MPa 0,2 Gecertificeerde kwaliteit CE-label volgens bestaande EG-richtlijnen. 14 VIESMANN Olie-/gasketel

15 Brander (vervolg) 8 b a A Serviceschakelaar (voor branderinstelling) B Adapterkap C Snelsluiting D Elektronische ontstekingseenheid E stelmotor F Branderautomaat G Retourleiding H Zuigleiding I Magneetklep 2e trap K Magneetklep 1e trap L Vlambewaker M Ontstoringstoets N Olieleiding O Oliepomp P Ventilatormotor R Ventilatorhuis S Ventilatorwaaier T Geluidsdemper aanzuiglucht U Luchtregelklep V Injectorstaaf W Vuurhaard X Geleidingsbrug Y Stuwschijf Z Injector oliebrander a Ontstekingselektroden b Ontstekingsleiding c Flens Olie-/gasketel VIESMANN 15

16 Brander (vervolg) 8.2 Technische gegevens Vitoflame 100, type VG III 8 Vermogen van de brander 1e/2e trap Komt overeen met het nominale vermogen van de ketel. Aansluitwaarden H ub op basis van 1013 mbar (101,3 kpa) en 15 C gastemperatuur. Vitoflame 100 gas-ventilatorbrander in combinatie met Vitoplex Vitoplex 200 (type SX2A) Vitoplex 300 (type TX3A) Nominaal vermogen kw van de CV-ketel Vermogen van de brander kw 59/98 78/130 98/ /217 59/98 75/125 91/ /196 1e/2e trap Brandertype VG III-2 VG III-3 VG III-4 VG III-5 VG III-2 VG III-3 VG III-4 VG III-5 Product-identificatienummer CE-0085 AQ 0222 CE-0085 AQ 0222 Spanning V Frequentie Hz Opgenomen vermogen W Motortoerental tpm Uitvoering tweetraps tweetraps Afmetingen Brander: Lengte (maat d) mm Breedte (maat a) mm Hoogte (maat e) mm Combigasblok: Maat f mm Maat b mm Maat g mm Maat h mm Maat c mm Gewicht kg Brander met combigasblok Gasaansluitdruk mbar kpa 2 2 Gasaansluiting R ¼ ¼ Aansluitwaarden op basis van de max. belasting met gas met H ub Aardgas E 9,45 kwh/m 3 m 3 /h 10,4 13,8 17,3 23,0 12,1 14,9 19,5 25,9 34,02 MJ/m 3 Aardgas LL 8,13 kwh/m 3 m 3 /h 12,0 16,0 20,1 26,7 14,0 17,4 22,7 30,1 29,25 MJ/m 3 B c A g e h f a b d A Gaskraan B Keteldeur 16 VIESMANN Olie-/gasketel

17 Brander (vervolg) Opmerking Het combigasblok kan naar keuze rechts of links worden gemonteerd. Vitoflame 100 gas-ventilatorbrander in combinatie met Vitorond 200 Nominaal vermogen kw van de CV-ketel Vermogen van de brander kw 82/ / /213 1e/2e trap Brandertype VG III-3R VG III-4R VG III-5R Product-identificatienummer CE-0085 AQ 0222 Spanning V 230 Frequentie Hz 50 Opgenomen vermogen W Motortoerental tpm 2800 Uitvoering tweetraps Afmetingen Brander: Lengte (maat d) mm Breedte (maat a) mm Hoogte (maat e) mm Combigasblok: Afmeting f mm Afmeting b mm Afmeting g mm Afmeting h mm Afmeting c mm Gewicht kg 41 Brander met combigasblok Gasaansluitdruk mbar 20 kpa 2 Gasaansluiting R (binnendraad) 1 1 1¼ Aansluitwaarden op basis van de max. belasting met gas met H ub Aardgas E 9,45 kwh/m 3 m 3 /h 14,5 18,6 22,6 34,02 MJ/m 3 Aardgas LL 8,13 kwh/m 3 m 3 /h 16,9 21,6 26,3 29,2 MJ/m 3 8 Gecertificeerde kwaliteit CE-label volgens bestaande EG-richtlijnen. Olie-/gasketel VIESMANN 17

18 Brander (vervolg) c 8 g e h f a b d A Gaskraan B Keteldeur Opmerking Het combigasblok kan naar keuze rechts of links worden gemonteerd. A Combigasblok B Snelsluiting C Stelmotor D Luchtdrukbewaker E Ventilatormotor F Ontgrendelingstoets G Gasbranderautomaat H Ontstekingstransformator K Mengklepsysteem L Ontstekingselektrode M Stuwschijf N Ionisatie-elektrode 18 VIESMANN Olie-/gasketel

19 Brander (vervolg) O Branderbuis P Ventilatorwaaier R Geluidsdemper aanzuiglucht S Branderkap T Luchtregelklep U Serviceschakelaar voor branderinstelling V Flensafdichting W Kogelafsluitkraan 8 Olie-/gasketel VIESMANN 19

20 9 Installatie-accessoires 9.1 Technische gegevens Accessoires voor CV-circuits Divicon CV-circuitverdeling voor verwarmingsketels tot 335 kw Technische aanwijzingen Opbouw en functie Op de aanvoerverdeler en retourcollector kunnen 1 tot 4 CV-circuits aangesloten worden. Vrije aansluitingen worden door blindflenzen (meegeleverd) afgesloten. Divicon CV-circuitverdeling, ernaast geplaatst De aanvoerverdeler en retourcollector kunnen naar keuze rechts of links van de verwarmingsketel geplaatst worden. Een isolatie voor de Divicon CV-circuitverdeler wordt meegeleverd voor Vitorond 200, 125 tot 270 kw, Vitoplex 200, 90 tot 270 kw, Vitoplex 300, 90 tot 300 kw, Vitoradial 300-T, 101 tot 335 kw en Vitocrossal 200/300, 87 tot 314 kw Met afzonderlijke stelpoten en leidingaansluitingen (door installateur) kan de Divicon CV-circuitverdeling ook in de buurt van de ketel worden opgesteld, als alternatief voor de wandbevestiging. 20 VIESMANN Olie-/gasketel

21 Installatie-accessoires (vervolg) Divicon CV-circuitverdeling, wandmontage voor Vitoplex 200, 90 tot 270 kw, Vitoplex 300, 90 tot 300 kw, Vitoradial 300-T, 101 tot 335 kw, Vitorond 200, 125 tot 270 kw, en Vitocrossal 200/300, 87 tot 314 kw = b a c EL E EL E E Aftap EL Ontluchting Maattabel Nominaal vermogen van de verwarmingsketel kw a (DN 25 + DN 32) mm b (DN 40 + DN 50) mm c mm Aansluitingen voor een extra verbruiker (bijvoorbeeld warmwaterboiler) Twee buisnippels G1½ (buitenschroefdraad) aan de achterkant van de aanvoerverdeler en de retourcollector , Olie-/gasketel VIESMANN 21

22 Installatie-accessoires (vervolg) CV-circuitaansluitingen CV-circuitaansluiting DN 25 en DN 32 (afgebeeld met mengklep) CV-circuitaansluiting DN 40 en DN 50 (afgebeeld met mengklep) A Verwarmingsaanvoer B Verwarmingsretour C Kogelkraan D Terugslagklep E Boilerlaadpomp F 3-weg-mengklep A Verwarmingsaanvoer B Verwarmingsretour C Kogelkraan D Terugslagklep E Boilerlaadpomp F 3-wegmengklep Aansluitbaar vermogen van de CV-circuitaansluitingen bij (ΔT = 20 K) CV-circuitaansluiting kw DN DN DN DN CV-pompen fabricaat Wilo, verschildrukregeling (om te zetten van proportionele naar constante druk) Motorbeveiliging Geïntegreerde, volledige motorbeveiliging in de klemkast voor alle verschildrukinstellingen. Belastbaarheid van de contacten voor de verzamelstoringsmelding 1 A, 250 V~. 230 V~, 50 Hz CV-circuitaansluiting DN Pomptype Stratos PICO 25/1-6 Stratos PICO 30/1-6 Stratos 40/1-8 Stratos 50/1-8 Toerentalbereik n min VIESMANN Olie-/gasketel

23 Installatie-accessoires (vervolg) CV-circuitaansluiting DN Opgenomen vermogen P 1 W Stroom I A maximaal 0,35 maximaal 0,35 0,22-1,37 0,22-1,37 Opvoerhoogte CV-pomp DN 25 en DN p-v max p-c 9 Pompdruk mbar kpa Proportionele druk min Pompdebiet in m³/h 3 4 Pompdruk mbar kpa min Pompdebiet in m³/h max Constante druk Opvoerhoogte CV-pomp DN 40 en DN 50 Opvoerhoogte mbar min Pompdebiet m³/h kpa max. 16 Opvoerhoogte mbar min Pompdebiet m³/h kpa max. 16 Proportionele druk Constante druk Elektrische aansluiting CV-pomp DN 25 en DN 32 L N A L N 20 A Aansluitleiding met steekverbinding Olie-/gasketel VIESMANN 23

24 Installatie-accessoires (vervolg) Elektrische aansluiting CV-pomp DN 40 en DN 50 DP T V Kleurcodering volgens DIN IEC BK zwart BK* zwarte ader met opdruk BN bruin BU blauw GNYE groen/geel 9 Ext. off BK BK* BU BN L N PE SSM V GNYE BU BN L N 20 A Aansluitklemmen in de pomp B 4-aderige leiding voor in-/uitschakelen en storingsmelding van de pomp C Algemene storingsmelding D Extern in-/uitschakelen van de pomp E Aansluiting via relais in de schakelkast of hulprelais, bestelnr F Stekker sö voor aansluiting op de Vitotronic G 3-aderige leiding voor netaansluiting op de pomp CV-pompen, fabricaat Grundfos, verschildrukregeling (om te zetten van proportionele naar constante druk) Motorbeveiliging De motor en de elektronische besturing zijn tegen thermische overbelasting beschermd. Er is geen externe motorbeveiliging nodig. 230 V~, 50 Hz CV-circuitaansluiting DN Pomptype ALPHA ALPHA MAGNA UPE MAGNA UPE Toerentalbereik n min Opgenomen vermogen P 1 W Stroom I A 0,05-0,38 0,05-0,38 0,16-2,0 0,2-1,51 24 VIESMANN Olie-/gasketel

25 Installatie-accessoires (vervolg) Opvoerhoogte CV-pomp DN 25 en DN 32 Opvoerhoogte mbar D 60 A 50 E 40 B C 30 H 20 F G kpa ,4 0,8 1,2 1,6 2,0 2,4 2,8 3,2 Pompdebiet m³/h 9 A Automatische adaptiefunctie B Bovenste curve proportionele druk C Onderste curve proportionele druk D Bovenste curve constante druk E Onderste curve constante druk F Pomptrap 1 voor handmatig instellen G Pomptrap 2 voor handmatig instellen H Pomptrap 3 voor handmatig instellen Opvoerhoogte CV-pomp DN 40 Opvoerhoogte mbar max. min. kpa Pompdebiet m³/h Opvoerhoogte mbar max. min. kpa Pompdebiet m³/h Proportionele druk Constante druk Opvoerhoogte CV-pomp DN 50 Opvoerhoogte mbar kpa Proportionele druk max. 10 min Pompdebiet m³/h Opvoerhoogte mbar kpa Constante druk max. 10 min Pompdebiet m³/h Olie-/gasketel VIESMANN 25

26 Installatie-accessoires (vervolg) Elektrische aansluiting CV-pomp DN 25 en DN 32 L N 9 A L N 20 A Aansluitleiding met steekverbinding Elektrische aansluiting CV-pomp DN 40 en DN 50 Kleurcodering volgens DIN IEC BK zwart BK* zwarte ader met opdruk BN bruin BU blauw GNYE groen/geel A B C L N NCNOC S T O P BN BU GNYE K E BN BU F G BK BK D H L N 20 A Netwerkaansluiting B Signaaluitgang C Aan/Uit D Leiding voor in-/uitschakelen en storingsmelding op de pomp (4- aderig) E Algemene storingsmelding F Extern in-/uitschakelen van de pomp G Aansluiting via relais in de schakelkast of hulprelais, bestelnr H Stekker sö voor aansluiting op de Vitotronic K Leiding voor netaansluiting aan de pomp (3-aderig) 26 VIESMANN Olie-/gasketel

27 Installatie-accessoires (vervolg) Restopvoerhoogte Restopvoerhoogte van de CV-circuits Van de pompopvoerhoogte moet de doorstroomweerstand van de mengklep en van het ketelcircuit (CV-ketel, leidingaansluitingen, aanvoerverdeler en retourcollector) afgetrokken worden. In het ketelcircuit moet rekening gehouden worden met het gehele watervolume van alle CV-circuits. C DN 65: Vitorond 200, 230 en 270 kw, D DN 65: Vitoplex 200/300, 90 tot 200 kw E DN 80: Vitoplex 200/300, 235 tot 300 kw Doorstroomweerstand mengklep Doorstroomweerstand ketelcircuit (CV-ketel + leidingaansluitingen + aanvoerverdeler en retourcollector + CV-circuitaansluiting behalve mengklep) A BCD 9 A B C D E Doorstroomweerstand mbar kpa ,5 1 0,5 0,4 0,3 0,2 0, Debiet in m³/h A DN 65: Vitorond 200, 125 en 160 kw, B DN 65: Vitorond 200, 195 kw, Doorstroomweerstand mbar kpa A DN 25 B DN 32 C DN 40 D DN ,5 0,2 0,1 0,1 0,2 0, Debiet in m³/h Opmerking Bij de weerstanden van de leidingaansluitingen tussen CV-ketel en verdeler wordt rekening gehouden met 6 bochten (90 ) en 5 m leidinglengte. Als door de installateur andere lengtes en verbindingsbuizen gebruikt moeten worden, moeten de extra weerstanden berekend worden en moet daarmee rekening gehouden worden. Voorbeeld voor het berekenen van de restopvoerhoogte CV-installatie met: Divicon CV-circuitverdeling DN 80 CV-circuit 1: 1 CV-circuitaansluiting DN 25 zonder mengklep, Vermogen 35 kw, Debiet 1,5 m 3 /h CV-circuit 2: 1 CV-circuitaansluiting DN 32 met mengklep, Vermogen 60 kw, Debiet 2,5 m 3 /h CV-circuit 3: 1 CV-circuitaansluiting DN 50 met mengklep, Vermogen 150 kw, Debiet 6,5 m 3 /h Totaal debiet 10,5 m 3 /h Doorstroomweerstand ketelcircuit CV-ketel + leidingaansluitingen + aanvoerverdeler en retourcollector + CV-circuitaansluiting (behalve mengklep) (zie diagram) = 30 mbar (3 kpa) Doorstroomweerstand mengklep (zie diagram) Mengklep DN Doorstroomweerstand mbar kpa 1,8 2,2 Som doorstroomweerstand ketelcircuit en CV-circuitaansluiting CV-circuit 1: onder 30 mbar (3 kpa) Olie-/gasketel VIESMANN 27

28 Installatie-accessoires (vervolg) CV-circuit 2: 30 mbar (3 kpa) + 18 mbar (1,8 kpa) = 48 mbar (4,8 kpa) CV-circuit 3: 30 mbar (3 kpa) + 22 mbar (2,2 kpa) = 52 mbar (5,2 kpa) Restopvoerhoogte van de afzonderlijke CV-circuits Met circulatiepomp fabricaat Wilo CV-circuit Opvoerhoogte van de circulatiepomp (instelbaar) mbar 100 tot tot tot 760 kpa 10 tot tot tot 76 Doorstroomweerstand ketelcircuit + CV-circuitaansluiting mbar kpa 3 4,8 5,2 Restopvoerhoogte (instelbaar) mbar 70 tot tot tot 708 kpa 7 tot 37 5,2 tot 23,2 4,8 tot 70,8 Met circulatiepomp fabricaat Grundfos 10 CV-circuit Opvoerhoogte van de circulatiepomp (instelbaar) mbar 100 tot tot tot 520 kpa 10 tot tot tot 52 Doorstroomweerstand ketelcircuit + CV-circuitaansluiting mbar kpa 3 4,8 5,2 Restopvoerhoogte (instelbaar) mbar 70 tot tot tot 468 kpa 7 tot 37 5,2 tot 21,2 9,8 tot 46,8 Schakelkast Vitocontrol (op aanvraag) Schakelkast voor de regeling van de CV-installatie met de Divicon CVcircuitverdeling In de schakelkast zitten alle onderdelen die voor de besturing, regeling en bewaking van de CV-installatie nodig zijn. Het systeem is zo opgebouwd dat naast de regeling van 1 tot 4 CVketels overige apparaten, bijvoorbeeld Vitotronic 300-K (type MW1S), Vitotronic 200-H (type HK1S of HK3S), pompbesturingen, meetapparaten, schakelklokken enzovoort, kunnen worden ingebouwd. Ontwerphandleiding 10.1 Levering, verplaatsing en opstelling Levering Wij kunnen leveren met kraanwagens tot de locatie, inclusief uitladen zonder moeilijkheden. Binnenbrengen en opstellen De CV-ketels en rookgas/water-warmtewisselaars hebben een voldoende aantal ogen waarop hefwerktuigen kunnen worden aangeslagen. De voetrails in lengterichting vereenvoudigen de verplaatsing. Verplaatsing en opstelling op voorbereide fundaties kan op verzoek, tegen kosten, door onze vakmensen plaatsvinden. De CV-ketels staan op voetrails in lengterichting. Ze kunnen zonder speciale fundatie op beton worden geplaatst. Daarbij moet op de constructiehoogte van de brander worden gelet. Voor reiniging van de installatieruimte is het echter zinvol de CV-ketel op een sokkel te plaatsen. Voor het lossen van ketels waarvan het transportgewicht meer dan 10 t bedraagt, moet door de installateur voor een speciale kraan worden gezorgd. Zie voor geadviseerde minimumafstanden tot de wanden voor montage en onderhoudswerkzaamheden het gegevensblad van de betreffende CV-ketel. Als geluiddemping nodig is, kunnen de CV-ketels op trillingsdempers worden geplaatst. Bij Vitoplex tot 560 kw en Vitoradial 300-T tot 263 kw kunnen ook geluidsabsorberende stelpoten in de voetrails worden geschroefd. Installatieruimte Algemene eisen aan de installatieruimte Geen luchtverontreiniging door gehalogeneerde koolwaterstoffen (deze bevinden zich bijvoorbeeld in sprays, verf, oplosmiddelen en reinigingsproducten) Geen overmatige stofvorming Geen hoge luchtvochtigheid Vorstvrij en goed geventileerd De CV-ketel en de Vitotrans 300 rookgas/water-warmtewisselaar mogen in ruimtes waar luchtverontreiniging door gehalogeneerde koolwaterstoffen mogelijk is, slechts worden geplaatst als voldoende maatregelen worden genomen voor de aanvoer van schone verbrandingslucht. Als deze instructies niet worden opgevolgd, vervalt de garantie voor eventuele toestelschade die op één van deze oorzaken berust. Bij twijfel contact met ons opnemen. 28 VIESMANN Olie-/gasketel

29 Ontwerphandleiding (vervolg) Eisen van de Duitse ontwerp-stookverordening De installatieruimte moet aan de richtlijnen van de brandverordening voldoen. Maatgevend zijn de desbetreffende bouwverordeningen en stookverordeningen die landelijk gelden. Verbrandingsluchtaanvoer Voor open stookinrichtingen met een totaal nominaal vermogen van meer dan 35 kw is de verbrandingsluchttoevoer gewaarborgd als de stookinrichtingen in ruimten zijn opgesteld die een opening of leiding naar de buitenlucht hebben. De doorsnede van de opening moet bij 35 kw nominaal vermogen minimaal 150 cm 2 bedragen. Voor elke kw nominaal vermogen meer dan 35 kw nominaal vermogen moet de opening 2 cm 2 groter zijn. Leidingen moeten stromingstechnisch equivalent bemeten zijn. De vereiste doorsnede mag over hoogstens 2 openingen of leidingen zijn verdeeld. A cm² A = 150 cm² + 2 x (Σ²n 35 kw) kw Σ² n = som van alle nominale vermogens in kw Verbrandingsluchtopeningen en -leidingen mogen niet worden afgesloten of dichtgezet als niet door speciale veiligheidsinrichtingen is gewaarborgd dat de stookinrichtingen uitsluitend bij geopende afsluiting kunnen werken. De vereiste doorsnede mag door de afsluiting of door roosters niet worden verkleind. Noodschakelaar Branders, brandstoftransportinrichtingen en regelingen van de stookinrichtingen moeten met een schakelaar (noodschakelaar) buiten de installatieruimte te allen tijde uitgeschakeld kunnen worden. Bij de noodschakelaar moet een plaatje met de tekst NOODSCHA- KELAAR aanwezig zijn. Veiligheidsvoorzieningen In ruimtes waarin gasgestookte inrichtingen zijn opgesteld, moeten de brandstofleidingen direct voor deze stookinrichtingen van de volgende veiligheidsinrichtingen zijn voorzien: Bij een externe thermische belasting van meer dan 100 C moet de brandstoftoevoer automatisch worden geblokkeerd. Tot een temperatuur van 650 C mag in een periode van minimaal 30 min niet meer dan 30 l/h (gemeten als luchthoeveelheid) door- of uitstromen. Stookinrichtingen moeten van elementen van brandbaar materiaal en vast meubilair zo ver zijn verwijderd of zodanig zijn afgeschermd dat hier bij nominaal vermogen van de stookinrichtingen geen hogere temperatuur dan 85 C kan optreden. Anders moet een afstand van minimaal 40 cm worden aangehouden. Scheepsverwarming Als CV-ketels voor de verwarming van schepen worden gebruikt, moet op de volgende bijzonderheden gelet worden: Op schepen zijn de ingebouwde producten aan aanzienlijke belastingen onderworpen. Speciale eisen van de verzekeringsmaatschappijen scheepsclassificatiemaatschappijen moeten in acht worden genomen Onze CV-ketels kunnen niet voor alle toepassingen worden gebruikt. Om deze reden verzoeken wij u voor de uitvoering voor antwoord op uw vragen contact op te nemen met de betreffende verkoopadviseur. 10 Belastbare ketelafdekking De Vitoplex vanaf 620 kw wordt met een aangebouwde belastbare ketelafdekking geleverd Configuratie van de installatie Aanvoertemperatuur Om de verdelingsverliezen te beperken, adviseren wij de warmteverdelingsinstallatie en tapwaterverwarming op maximaal 70 C (aanvoertemperatuur) te configureren. Veiligheidstemperatuur De CV-ketels van Viessmann voldoen aan EN 303 en DIN 4702 en zijn gemarkeerd volgens CE. Ze zijn inzetbaar in gesloten verwarmingsinstallaties volgens EN Bij de CV-ketels met meegeleverde ketelcircuitregeling is de maximale ketelwatertemperatuur begrensd op 85 C. Voor verhoging van de aanvoertemperatuur kan de temperatuurregelaar worden omgezet. Toegestane aanvoertemperaturen (= veiligheidstemperaturen): tot 110 C Volgens EN 12953: tot 120 C (op aanvraag) Maximaal bereikbare aanvoertemperatuur: circa 15 K onder de veiligheidstemperatuur Veiligheidstemperatuurbegrenzer van de ketelcircuitregeling: Levering 110 C Om te zetten op 100 C Keuze van het nominale vermogen CV-ketel volgens de benodigde verwarming selecteren. Het rendement van laagtemperatuurketels en HR-ketels is over een groot gedeelte van de ketelbelasting stabiel. Olie-/gasketel VIESMANN 29

30 Ontwerphandleiding (vervolg) Daarom mag bij laagtemperatuurketels, HR-ketels en installaties met meerdere ketels het vermogen groter zijn dan de berekende stookbelasting van het gebouw. 10 Eisen voor de stookbelasting Met de weersafhankelijke regelingen wordt voor berekening van de stookbelasting voldaan aan de eisen van EN Om de opwarmbelasting te reduceren, wordt de nachtverlaging bij lage buitentemperaturen verminderd. Om de opwarmtijd na een verlagingsperiode te verminderen, wordt gedurende een bepaalde tijd de aanvoertemperatuur verhoogd. Pompgestuurde drukregelsystemen In verwarmingsinstallaties met automatische en vooral pompgestuurde drukregelsystemen met geïntegreerde ontgassing, is voor elke verwarmingsketel een membraanexpansievat voor afzonderlijke beveiliging voorgeschreven. Ketelvermogen in kw Membraan-drukexpansievat inhoud in liter tot tot tot tot tot tot Daarmee worden de frequentie en de hoogte van de drukschommelingen verminderd. Dit draagt aanzienlijk bij tot verhoging van de bedrijfszekerheid en levensduur van de installatie. Bij niet-naleving kan schade aan de CV-ketel of andere installatiecomponenten ontstaan. Verder moet erop worden gelet dat uitsluitend corrosietechnisch gesloten pompgestuurde drukregelsystemen worden gebruikt, die beschermd zijn tegen indringing van zuurstof in het CV-water. Anders kan door zuurstofcorrosie schade in de installatie ontstaan. Pompgestuurde drukregelsystemen met atmosferische ontgassing door cyclische drukontlasting realiseren weliswaar achteraf een centrale ontluchting van de CV-installatie, maar verwijderen geen zuurstof in de zin van corrosiebescherming volgens VDI 2035 blad Hydraulische integratie Verwarmingsaansluitingen Bestaande installaties Voordat de CV-ketel op een bestaande CV-installatie wordt aangesloten, moet de CV-installatie grondig worden gespoeld om vuil en slik te verwijderen. Vuil en slik zetten zich anders in de CV-ketel af en kunnen tot plaatselijke oververhitting, geruis en corrosie leiden. Voor ketelschade die hierdoor ontstaat, geldt geen garantie. Eventueel moeten vuilvangers worden ingebouwd. Aansluitingen aan CV-waterzijde Alle warmteverbruikers respectievelijk CV-circuits moeten op de ketelaanvoer respectievelijk -retour worden aangesloten. Geen aansluiting op aanvoer veiligheid of andere aansluitingen. Wij adviseren in de CV-aanvoer- en -retourleidingen afsluitorganen in te bouwen zodat bij latere werkzaamheden aan de ketel respectievelijk aan de CV-circuits het water niet uit de gehele installatie moet worden afgetapt. CV-circuits Voor verwarmingscircuits met kunststofbuizen adviseren wij het gebruik van diffusiedichte buizen om indiffunderen van zuurstof door de buiswanden te verhinderen. In CV-installaties met kunststofbuizen die zuurstof doorlaten (DIN 4726) moet een systeemscheiding worden aangebracht. Hiervoor leveren wij aparte warmtewisselaars. Vloerverwarmingen en CV-circuits met een zeer grote waterinhoud moeten ook bij lage- en zeer lagetemperatuurketels via mengkleppen worden aangesloten en via de Vitotronic 300 (type GW2B), Vitotronic 300-K of met aparte regelingen, bijvoorbeeld Vitotronic 200-H worden geregeld. Eenvoudige montage De CV-ketels van het type Vitoplex vereisen bij veiligheidstemperaturen tot 110 C geen extra duur aanvoertussenstuk voor de montage van de veiligheidstechnische inrichtingen. De aansluitingen die voor de uitrusting nodig zijn, bijvoorbeeld voor waterniveaubegrenzer of drukbegrenzingsinrichting bevinden zich aan de CV-ketel. Ketelcircuit- en bijmengpompen De Vitoplex-verwarmingsketels en Vitorond 200, type VD2A en Vitoradial 300-T hebben geen ketelcircuitpompen voor geforceerde doorstroming nodig. De Vitorond 200, typevd2a van 125 tot 270 kw, de Vitoplex 300 van 90 tot 2000 kw, de Vitoplex 200 van 90 tot 560 kw met Therm-Control en de Vitoradial 300-T hebben in de regel ook geen retourtemperatuurverhoging nodig. Zie voor meer informatie de toepassingsvoorbeelden. Voor de ketels respectievelijk afzonderlijke gevallen waarbij een retourtemperatuurverhoging nodig is heeft het gebruik van een bijmengpomp zich bewezen. Bij de Vitoplex-ketels is op grond van de grote waterinhoud en de geringe interne CV-waterweerstanden alleen een pomp voor de retourtemperatuurverhoging (bijmengpomp) nodig die op circa 30% van het totale pompdebiet moet worden geconfigureerd. De bijmengpomp werkt alleen als de temperatuur lager is dan de minimum retourtemperatuur. 30 VIESMANN Olie-/gasketel