Elektronisch. Deze berichten staan op

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Elektronisch. Deze berichten staan op"

Transcriptie

1 Gemeente Veendam Elektronisch Gemeenteblad Officiële bekendmakingen Deze berichten staan op Week augustus nummer 35 In voorliggend document vindt u de Gemeenteberichten van de gemeente Veendam. Dit zijn bekendmakingen van (ontwerp-) besluiten die de gemeente verplicht is te publiceren. Het gaat bijvoorbeeld om aanvragen van vergunningen, vergaderingen van de gemeenteraad, verordeningen en meldingen. Het Elektronisch Gemeenteblad verschijnt wekelijks op dinsdag op Bekendmakingen per Naast het gemeenteblad kunt u zich ook abonneren op de wettelijke bekendmakingen via overheid.nl. U vindt dan de wettelijke bekendmakingen over uw directe woonomgeving in uw . De volgende uitgave is op 1 september 2015 Pagina 2 Pagina 3 Pagina 4 Omgevingsvergunning Evenementen en activiteiten Raadsvergadering 31 augustus 2015 Ontwerp-omgevingsvergunning Bestemmingsplannen Veendam Beleidsregels Krediethypotheek (uitgebreid) Centrum en Sterrenboschlaan gemeente Veendam 2015 onherroepelijk Besluit m.e.r.-beoordeling Vosseveld 9 te Veendam Pagina 10 Pagina 30 Richtlijnen bijzondere bijstand 2015 Adressen en overige gegevens Officiële bekendmakingen gemeente Veendam Pagina 1

2 Gemeenteberichten Omgevingsvergunning Wilt u in of om uw woning of bedrijf gaan bouwen, verbouwen, slopen, installeren? Of iets anders in uw woonomgeving veranderen, zoals een boom kappen of een inrit aanleggen? Dan heeft u in veel gevallen een vergunning nodig. Wanneer heeft u een vergunning nodig? Op kunt u een vergunningcheck doen. U ziet dan of u een omgevingsvergunning moet aanvragen óf een melding moet doen. Vergunning aanvragen? U kunt op ook meteen uw vergunning aanvragen. U kunt het aanvraagformulier printen en met pen invullen of meteen digitaal invullen en versturen. Of u kunt de gemeente vragen u een aanvraagformulier toe te sturen. Beslissing of u een vergunning krijgt De omgevingsvergunning heeft twee procedures waarin de gemeente beslist of u een vergunning krijgt: de reguliere procedure en de uitgebreide procedure. Voor de reguliere procedure geldt dat de gemeente binnen acht weken na ontvangst van uw aanvraag moet beslissen of u een vergunning krijgt of niet. De gemeente kan dit eenmalig met zes weken verlengen. Beslist de gemeente dan nog niet, dan wordt de vergunning automatisch (van rechtswege) verleend. Voor ingewikkelde aanvragen geldt de uitgebreide procedure. Hierbij moet de gemeente binnen 26 weken beslissen. Ook dit kan de gemeente met zes weken verlengen. Bij deze procedure kan de vergunning daarna echter niet automatisch (van rechtswege) worden verleend. Bezwaar en beroep reguliere procedure Belanghebbenden die het niet eens zijn met de beslissing op uw vergunningaanvraag, kunnen bezwaar maken bij de gemeente. Het bezwaarschrift moet binnen zes weken na de verzenddatum van de brief waarin het besluit staat, ingediend zijn bij de gemeente. Tegen de beslissing op dit bezwaarschrift, kan beroep worden ingesteld bij de bestuursrechter. In sommige gevallen kan rechtstreeks beroep worden ingesteld bij de bestuursrechter. Aanvragen omgevingsvergunningen Burgemeester en wethouders van de gemeente Veendam maken bekend dat zij in de afgelopen periode de volgende aanvraag voor een omgevingsvergunning hebben ontvangen: Voor : het kappen van vier bomen Locatie : tegenover Ommelanderwijk 217, 9644 TG Veendam Datum ontvangst : 17 augustus 2015 (V ) Verleende omgevingsvergunningen (reguliere procedure) Burgemeester en wethouders van de gemeente Veendam maken bekend dat zij in de afgelopen periode de volgende omgevingsvergunningen hebben verleend: Verzonden op 14 augustus 2015 Voor : het bouwen van een woonboerderij Locatie : Landbouwstraat 15, 9648 GA Wildervank Datum besluit : 14 augustus 2015 (V ) Verzonden op 17 augustus 2015 Voor : het kappen van een boom Locatie : Frieslandlaan 72, 9642 GR Veendam Datum besluit : 14 augustus 2015 (V ) Voor Locatie Datum besluit : het kappen van 23 bomen : op de Algemene Begraafplaats (Julianapark) aan de zijde van de Julianalaan en de J.G. Pinksterlaan te Veendam : 14 augustus 2015 (V ) Buiten behandeling stellen omgevingsvergunning Burgemeester en wethouders van de gemeente Veendam maken bekend dat in de afgelopen periode de volgende aanvraag om omgevingsvergunning buiten behandeling is gesteld: Verzonden op 17 augustus 2015 Voor : het plaatsen van twee erfafscheidingen Locatie : Molenstreek 334 en 342, 9641 KZ Veendam Datum besluit : 17 augustus 2015 (V ) Officiële bekendmakingen gemeente Veendam Pagina 2

3 Evenementen en activiteiten Aanvraag Op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening dient voor het houden van een evenement schriftelijk een vergunning te worden aangevraagd bij de gemeente. Het verzoek dient minimaal acht weken voor het tijdstip waarop de vergunning benodigd is bij de gemeente te worden ingediend. Voor kleinschalige activiteiten kan worden volstaan met een melding. Deze melding klein evenement dient minimaal drie weken van tevoren bij de gemeente te worden ingediend. Zienswijzen en bezwaren Binnen twee weken na bekendmaking van de aanvraag kunnen belanghebbenden schriftelijk hun zienswijze naar voren brengen. Gedurende die termijn kunnen op het gemeentehuis de aanvragen worden ingezien. Binnen zes weken na de dag van bekendmaking van de beslissing kan schriftelijk bezwaar worden gemaakt bij het bestuursorgaan dat de beslissing heeft genomen. Informatie Voor meer informatie en/of schriftelijke reacties (zienswijzen) kunt u zich wenden tot de gemeente Veendam. Op kunt u de aanvraagen meldingsformulieren downloaden. Meldingen: 11 september 2015, briefnr voor het houden van een zeskamp van uur tot uur aan de Raadhuisstraat te Wildervank. Deze bestemmingsplannen liggen voor een ieder ter inzage in het gemeentehuis tijdens openingsuren. De bestemmingsplannen kunnen tevens worden geraadpleegd op: (Wonen Bestemmingsplannen Overzicht plangebieden Centrum, resp. Wildervank) of Besluit m.e.r.-beoordeling Vosseveld 9 te Veendam Burgemeester en Wethouders van de gemeente Veendam maken bekend dat zij een beslissing hebben genomen ten aanzien van de m.e.r.-beoordeling voor het wijzigen en uitbreiden van een bedrijf aan Vosseveld 9 te Veendam. De beoogde activiteit (het wijzigen en uitbreiden van een varkenshouderij) staat vermeld in bijlage D, categorie 14 van het Besluit milieueffectrapportage 1994 (Besluit m.e.r.). Uit de m.e.r.-beoordeling die ten behoeve van deze wijziging en uitbreiding is uitgevoerd, blijkt dat er geen significante nadelige gevolgen voor het milieu zijn die het maken van een milieueffectrapport rechtvaardigen. Er kan worden volstaan met de opgestelde m.e.r.-beoordeling. Terinzagelegging Het besluit en de bijbehorende stukken liggen van 26 augustus 2015 tot en met 6 oktober 2015 ter inzage in het gemeentehuis Veendam. Verleende vergunningen:. 19 en 20 september 2015, briefnr voor het houden van Parkstad Concours Hippique van uur tot uur in het recreatiepark Borgerswold te Veendam. Bestemmingsplannen Veendam Centrum en Sterrenboschlaan onherroepelijk Burgemeester en wethouders maken bekend dat de volgende bestemmingsplannen onherroepelijk zijn geworden Veendam Centrum (raadsbesluit van 22 september 2014; de Raad van State heeft het ingestelde beroep op 5 augustus 2015 ongegrond verklaard); en Sterrenboschlaan, tussen 13 en 26 (raadsbesluit van 23 maart 2015; hiertegen is geen beroep aangetekend). Vervolgprocedure Een m.e.r.-beoordelingsbesluit is een voorbereidingsbesluit in de zin van artikel 6.3 van de Algemene wet bestuursrecht. Een dergelijke beslissing is niet zelfstandig vatbaar voor bezwaar en beroep, tenzij dit besluit een belanghebbende los van het voor te bereiden besluit rechtstreeks in zijn belang treft. Belanghebbenden kunnen hun bezwaren tegen het besluit kenbaar maken in het kader van de wettelijke procedure ten behoeve waarvan het m.e.r.-beoordelingsbesluit is genomen; zoals de procedure voor een bestemmingsplan of omgevingsvergunning. Voor meer informatie over deze beslissing kan contact worden opgenomen met de gemeente Veendam. Officiële bekendmakingen gemeente Veendam Pagina 3

4 Raadsvergadering 31 augustus 2015 Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen Datum: maandag 31 augustus 2015 Aanvang raad: 19:30 uur Locatie: Raadzaal gemeentehuis Veendam Agenda 1. Opening 2. Gelegenheid voor niet-raadsleden het woord te voeren 3. Vaststelling agenda 4. Afscheid raadslid K. Steenhuis 5. Ingekomen brief van de voorzitter van het centraal stembureau 6. Onderzoek geloofsbrieven van de heren D.J. Klamer en O.P.V. Slor en besluit tot toelating 7. Beëdiging tot raadslid van de heren D.J. Klamer en O.P.V. Slor 8. Besluitenlijst van de raadsvergadering van 29 juni Bezetting raadscommissies BEM, SML en VROM 10. Benoeming leden rekenkamercommissie 11. Gewijzigde begroting 2015 en ontwerpbegroting 2016 Volkskredietbank 12. Plan van aanpak Akkoord van Westerlee 13. Vragenhalfuurtje 14. Sluiting Beleidsregels Krediethypotheek gemeente Veendam 2015 Artikel 1. Begripsbepalingen 1. In deze beleidsregels wordt verstaan onder: a. de wet: de Participatiewet; b. bijstand: algemene en bijzondere bijstand volgens de wet; c. belanghebbende: de persoon die recht heeft op bijstand op grond van de wet; d. het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Veendam; e. geldlening: geldlening als bedoeld in artikel 50 lid 2 van de wet; f. krediethypotheek: een te vestigen zekerheidsrecht in de vorm van een hypotheek dan wel pandrecht indien bijstand in de vorm van een geldlening wordt verleend; g. pandrecht: het recht van pand op roerende zaken, bedoeld in artikel 3:227 BW; h. registergoed: een goed als bedoeld in artikel 3:10 BW; i. woning: het woonhuis, woonschip of de woonwagen welke door belanghebbende en, indien van toepassing, zijn gezin wordt bewoond en waarvan hij eigenaar is. 2. Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet en de Algemene wet bestuursrecht. 3. De regels die in deze beleidsregels zijn opgenomen over het vestigen van een hypotheek, worden op vergelijkbare wijze toegepast ten aanzien van het vestigen van een pandrecht. Burgemeester en Wethouders van de gemeente Veendam hebben op 28 juli 2015 besloten om de Beleidsregels krediethypotheek vast te stellen. De beleidsregels krediethypotheek dienen ter invulling van de gemeentelijke bevoegdheid. De wettelijke grondslag hiervoor ligt in artikel 48 van de Participatiewet. De beleidsregels treden in werking per De verordening krediethypotheek en pandrecht bijstand 2004 en het Besluit krediethypotheek en pandrecht 2004 komen hiermee te vervallen. Beleidsregels Krediethypotheek gemeente Veendam 2015 Hoofdstuk 2. Krediethypotheek Artikel 2. Vestiging krediethypotheek 1. Het college maakt gebruik van de bevoegdheid tot het vestigen van een krediethypotheek als bedoeld in en onder de voorwaarden van artikel 50 van de wet. 2. Het college verbindt aan de verlening van de uitkering de verplichting dat de belanghebbende meewerkt aan de vestiging van de krediethypotheek. Artikel 3. Hoogte hypotheek Taxatie woning Vestigingskosten ten laste van belanghebbende 1. De geldlening, bedoeld in artikel 2 van deze beleidsregels is ten hoogste de waarde van de woning in het economische verkeer bij vrije oplevering, verminderd met de daarop drukkende schulden en met het vrij te laten vermogen als bedoeld in artikel 34, lid 2, onder d, van de wet. Officiële bekendmakingen gemeente Veendam Pagina 4

5 2. Voor de waardevaststelling, als bedoeld in lid 1, kan worden uitgegaan van de meest recente WOZ-beschikking die in het kader van de Wet waardering onroerende zaken jaarlijks aan de belanghebbende wordt uitgereikt. 3. Op verzoek van de belanghebbende kan van deze WOZwaardebeschikking worden afgeweken met een taxatie, indien de vastgestelde waarde geen recht doet aan de huidige waarde en belanghebbende aantoonbaar in verzet is gekomen tegen de WOZ-waardebeschikking; 4. Voor de waardevaststelling, als bedoeld in lid 3, kan een taxatierapport gebruikt worden dat niet ouder is dan 12 maanden. 5. Als er geen recent taxatierapport is, vindt taxatie plaats door een taxateur voor onroerende zaken die door burgemeester en wethouders in overeenstemming met de belanghebbende wordt aangewezen of door een gemeentelijke taxateur. 6. De kosten verbonden aan de taxatie, de hypotheekakte en de inschrijving van de hypotheek, evenals de bijkomende kosten, komen ten laste van de belanghebbende. Voor deze kosten kan bijzondere bijstand worden verleend. Hoofdstuk 3. Voorwaarden en aflossing Artikel 4. Opname voorwaarden in hypotheekakte 1. Aan de geldlening worden in elk geval verbonden de voorwaarden, genoemd in de artikelen 5, 6 en De in lid 1 bedoelde voorwaarden worden samen met de gebruikelijke bedingen opgenomen in de hypotheekakte. Artikel 5. Aflossingsvoorwaarden hypotheek 1. De aflossingsperiode van de lening wordt bepaald op ten hoogste 10 jaar. 2. Aflossing van de geldlening vangt aan op het moment van beëindiging van de bijstandverlening en vindt maandelijks plaats. 3. Het maandbedrag van de aflossing wordt telkens voor een periode van 3 jaar vastgesteld, tenzij de aflossing voldoende is om de geldlening binnen de periode van 10 jaar af te lossen. De aflossing wordt als regel bepaald op 50% van het verschil tussen het inkomen en de toepasselijke bijstandsnorm. 4. Bij een inkomen dat niet uitgaat boven de van toepassing zijnde bijstandsnorm wordt geen aflossing gevergd. 5. Indien de omstandigheden daartoe aanleiding geven, wordt zo nodig tussentijds, het maandbedrag van de aflossing op een lager dan wel hoger bedrag vastgesteld. 6. Bij de beoordeling van de omstandigheden als bedoeld in lid 5 wordt rekening gehouden met noodzakelijke, voor eigen rekening van belanghebbende komende, bijzondere bestaanskosten. Deze worden in mindering gebracht op het inkomen. 7. Indien belanghebbende tijdens de aflossingsperiode van 10 jaar schuldig nalatig is in het voldoen van de vastgestelde aflossing, is het nog niet afgeloste deel van de geldlening terstond opeisbaar en is daarover tevens de wettelijke rente verschuldigd. Artikel 6. Rentevordering 1. Indien door toepassing van artikel 5, lid 4 tot en met 6, van deze beleidsregels, na afloop van de aflossingsperiode van 10 jaar een deel van de geldlening nog niet is afgelost, is belanghebbende vanaf dat moment maandelijks rente verschuldigd over het nog niet afgeloste deel van de geldlening. 2. De rente, bedoeld in het eerste lid, is 3/4 deel van de wettelijke rente. 3. Indien belanghebbende naar het oordeel van burgemeester en wethouders de rente geheel of gedeeltelijk kan betalen, doch niet kan aflossen, wordt een betaling eerst tot ten hoogste het bedrag van de verschuldigde maandrente aangemerkt als aflossing en wordt de rente die daardoor niet wordt betaald bijgeschreven bij het nog niet afgeloste deel van de geldlening. 4. Indien belanghebbende naar het oordeel van burgemeester en wethouders geen rente kan betalen, wordt de verschuldigde rente bijgeschreven bij het nog niet afgeloste deel van de geldlening. 5. Over een bijgeschreven rentevordering is geen rente verschuldigd. 6. De totale betalingsverplichting aan rente en aflossing wordt als regel bepaald op 50% van het verschil tussen het inkomen en de toepasselijke bijstandsnorm. Artikel 7. Aflossing hypotheek bij vererving en verkoop woning 1. Bij verkoop of bij vererving van de woning, en indien het een echtpaar betreft bij vererving na overlijden van de langstlevende echtgenoot, wordt het nog niet afgeloste deel van de geldlening, evenals de op grond van artikel 6, lid 3 en 4, van deze beleidsregels, bijgeschreven rente, terstond afgelost. 2. Bij verkoop van de woning wegens bijzondere omstandigheden van medische of sociale aard van belanghebbende kan het college, na toepassing van lid 1, besluiten tot het verlenen van een nieuwe geldlening, eveneens onder verband van hypotheek voor de aankoop van een andere woning binnen de gemeente, tot ten hoogste het bedrag Officiële bekendmakingen gemeente Veendam Pagina 5

6 van de ingevolge het eerste lid afgeloste geldlening, onder de voorwaarde dat belanghebbende het na aflossing vrijgekomen vermogen met inbegrip van het vermogen als bedoeld in artikel 34, lid 2, onder d, van de wet volledig inzet voor de aankoop van de andere woning. 3. Indien bij verkoop van de woning op basis van de waarde in het economische verkeer bij vrije oplevering het voor de afrekening beschikbare bedrag lager is dan het resterende bedrag van de geldlening en van de rentevordering, wordt het verschil kwijtgescholden. Hoofdstuk 4. Overige bepalingen Artikel 8. Toepassing laatst gevestigde hypotheek bij niet-duurzame onderbreking bijstandverlening Indien binnen een periode van 2 jaar na beëindiging van de bijstand onder verband van hypotheek wederom recht op bijstand bestaat, wordt deze verleend met toepassing van de laatst gevestigde hypotheek. Artikel 9. Opgave restantschuld en rentevorderingen Aan belanghebbende wordt eens per 3 jaar een opgave verstrekt van de stand van de geldlening en van de rentevorderingen. Artikel 10. Onvoorziene situaties In alle gevallen waarin deze beleidsregels niet voorzien of toepassing daarvan niet overeenkomt met de bedoeling van deze regels, beslist het college. Hoofdstuk 5. Slotbepalingen Artikel 11. Inwerkingtreding Deze beleidsregels treden in werking per 1 juli2015, onder gelijktijdige intrekking van de Verordening en het Besluit krediethypotheek en pandrecht bijstand Het beleid geldt alleen ten aanzien van vanaf 1 juli 2015 nieuw te vestigen hypotheken. Voor op dat moment reeds gevestigde hypotheken blijft het daaraan gekoppelde regime gelden. Artikel 12. Citeertitel Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels krediethypotheek gemeente Veendam Toelichting Beleidsregels krediethypotheek Toelichting Beleidsregels krediethypotheek Algemene toelichting Krediethypotheek in de Participatiewet In artikel 50, lid 1, van de Participatiewet is bepaald dat de belanghebbende die eigenaar is van een door hemzelf of zijn gezin bewoonde woning met bijbehorend erf, recht heeft op bijstand voor zover tegeldemaking, bezwaring of verdere bezwaring, van het in de woning met bijbehorend erf gebonden vermogen in redelijkheid niet kan worden verlangd. Op grond van artikel 50, lid 2, wordt de bijstand in de vorm van een geldlening verstrekt, indien voor de belanghebbende als bedoeld in lid 1, recht op algemene bijstand bestaat: a. indien de bijstand over een periode van een jaar, te rekenen vanaf de eerste dag waarover bijstand wordt verleend, naar verwachting meer bedraagt dan het netto minimumloon, bedoeld in artikel 37, lid 1, en b. voorzover het vermogen gebonden in de woning met bijbehorend erf hoger is dan het vermogen, bedoeld in artikel 34, lid 2, onderdeel d (per 1 januari 2015: ,-). Dit zijn wettelijke bepalingen die dwingend zijn en waarbij de gemeente dus geen beleidsvrijheid heeft. Deze beleidsvrijheid zit wel in artikel 48, lid 3, van de Participatiewet, waarin is geregeld dat het college aan het verlenen van bijstand in de vorm van een geldlening verplichtingen kan verbinden die zijn gericht op meerdere zekerheid voor de nakoming van de aan deze bijstand verbonden rente- en aflossingsverplichtingen. In de praktijk gaat het hier om het vestigen van een hypotheek- of pandrecht. Tot 2004 was de gemeente wettelijk verplicht om in dergelijke gevallen aan de verlening van bijstand de verplichting tot medewerking aan zekerheidsstelling te verbinden. Met de invoering van de Wet werk en bijstand (WWB) per 1 januari 2004 is dit een gemeentelijke bevoegdheid geworden. Deze gemeentelijke bevoegdheid is ingevuld door middel van de Verordening en het Besluit krediethypotheek en pandrecht bijstand De invoering van de Participatiewet per 1 januari 2015 leidt tot aanpassing van deze beleidsregel. De nieuwe naam luidt: Beleidsregels krediethypotheek gemeente Veendam Wel of geen zekerheidsstelling? Bij de beoordeling of iemand aanspraak kan maken op bijstandverlening door de overheid staat steeds de vraag centraal of de belanghebbende in zodanige omstandigheden verkeert of dreigt te geraken dat hij niet over de middelen be- Officiële bekendmakingen gemeente Veendam Pagina 6

7 schikt om te voorzien in de noodzakelijke kosten van het bestaan. Ook ten aanzien van degene die in het bezit is van een zelfbewoonde eigen woning kunnen, vooral als gevolg van langdurige werkloosheid, dergelijke omstandigheden zich voordoen. Een eigen woning vertegenwoordigt echter een bepaald vermogen dat, na aftrek van de eventuele schulden die erop rusten, soms aanzienlijk zal zijn. Men beschikt dan over middelen die, gelet op het complementaire karakter van de wet, in aanmerking dienen te worden genomen, zodat strikt genomen geen aanleiding is voor de verlening van bijstand. Het wettelijke uitgangspunt is dat dergelijke middelen, vanwege hun specifieke karakter, bijstandverlening niet dienen uit te sluiten. Het gaat immers om middelen waarover de belanghebbende veelal niet kan beschikken om in zijn bestaan te voorzien, tenzij deze de woning buiten de bijstand verder bezwaart of te gelde maakt. Het eerste is niet altijd realiseerbaar, omdat een potentiële kredietverstrekker ook naar het inkomen zal kijken. Het tweede betekent dat vervangende huisvesting mogelijk moet zijn. Afgezien hiervan is het in een aantal gevallen niet redelijk te verlangen dat een zelfbewoonde eigen woning te gelde wordt gemaakt of (verder) wordt bezwaard. Voor deze situatie is daarom de mogelijkheid ingevoerd van bijstandverlening in de vorm van een geldlening onder verband van hypotheek, de zogenoemde krediethypotheek. Indien bijstand als lening moet worden verstrekt, is het vanzelfsprekend dat deze lening ook terugbetaald moet worden. Op zich verzekert juist de overwaarde van de woning van minimaal deze terugbetaling. Als de woning wordt verkocht, is er geen garantie dat de vordering van de gemeente meteen vanuit de verkoop wordt voldaan. Om toch garantie van aflossing te creëren wordt door het college besloten om de geldlening als bedoeld in dat artikel enkel te verstrekken onder zekerheid van hypotheek, onder de vastgestelde voorwaarden. In het geval dat de woning een nietregistergoed betreft, dient dit beleid ook te worden toegepast; de hypotheekovereenkomst wordt dan een pandovereenkomst. Het vestigen van de hypotheek is een eenmalige zaak. Daarvoor bestaan reeds standaardprocedures en standaardmodellen. In artikel 48, lid 3, van de wet is de verplichting geregeld dat belanghebbende meewerkt aan de vestiging van de krediethypotheek. De uiteindelijke vordering loopt nauwelijks risico: niet alleen zal bij verkoop de gemeente als hypotheekhouder worden geïnformeerd, ook zal de terugbetaling via notariële tussenkomst geen risico inhouden. Zeker omdat de ontvangsten van vorderingen geheel ten goede komen aan de gemeente is de krediethypotheek een uitstekend middel om de lening uiteindelijk te vereffenen. Geen krediethypotheek bij bijzondere bijstand In artikel 50, lid 2, van de wet wordt alleen gesproken over algemene bijstand. Dit betekent dat de regeling van de krediethypotheek niet van toepassing is bij de verlening van bijzondere bijstand. Bijzondere bijstand kan alleen als lening worden verstrekt als dat op grond van de overige bepalingen van de Participatiewet mogelijk is. Wel dient er bij de beoordeling van een aanvraag bijzondere bijstand uiteraard kritisch te worden gekeken naar de redelijke mogelijkheden van (verdere) bezwaring. Voorliggende voorziening Benadrukt dient te worden dat bijstandsverlening (dus ook niet in de vorm van een krediethypotheek) in het geheel niet aan de orde is indien een reguliere kredietverstrekker (bank of verzekeringsmaatschappij) onder normale voorwaarden bereid is om aanvullend krediet te verstrekken waaruit betrokkene zowel in het levensonderhoud kan voorzien, als in de verdere rente- en (eventuele) aflossingsverplichtingen. Bij de aanvraag dient dit aspect nadrukkelijk aan de orde te komen. Artikelgewijze toelichting Artikel 1. Begripsbepalingen 3. Omdat in artikel 3, lid 6, van de wet met een woning wordt gelijkgesteld een woonwagen of een woonschip, dient ook in deze gevallen (bij overschrijding van het vrij te laten vermogen) de bijstand als lening te worden verstrekt. Omdat woonwagens geen registergoederen zijn, en woonschepen onder een bepaald tonnage evenmin, is een hypotheek in deze gevallen niet aan de orde. Wel kan er een pandovereenkomst worden gesloten, die zoveel mogelijk op dezelfde wijze als de hypotheek kan worden opgezet en afgewikkeld. De overige begripsbepalingen behoeven geen nadere toelichting Artikel 2. Vestiging krediethypotheek 1. Er wordt volgens de voorwaarden van artikel 50 van de wet een krediethypotheek gevestigd. Dit betekent dat er niet wordt overgegaan tot vestiging van een krediethypotheek als de te verlenen bijstand over een periode van een jaar naar verwachting niet meer bedraagt dan het netto minimumloon, bedoeld in artikel 37, lid 1 van de Officiële bekendmakingen gemeente Veendam Pagina 7

8 wet. Dit bedrag is gelijk aan de gehuwdennorm genoemd in artikel 21 onder b van de wet. Daarnaast wordt geen krediethypotheek gevestigd als het in de woning gebonden vermogen de vrijlatinggrens artikel 34, lid 2, onderdeel d van de wet niet te boven gaat. 2. De verplichting om medewerking te verlenen aan de vestiging van een krediethypotheek wordt op grond van artikel 48 lid 3 van de wet altijd aan de bijstandsverlening verbonden. Artikel 3. Hoogte hypotheek Taxatie woning Vestigingskosten ten laste van belanghebbende In dit artikel wordt bepaald hoe de overwaarde in de woning kan worden vastgesteld. 1. Met de daarop drukkende schulden worden alleen schulden bedoeld die zijn aangegaan ten behoeve van de woning, zoals de financiering van de aankoop of een verbouwing. Nadrukkelijk niet in aanmerking komen onder meer consumptieve kredieten waarvoor de woning als zekerheid is gesteld, of opnames van overwaarde die niet zijn aangewend ten behoeve van de woning. 2. De vastgestelde WOZ-waarde in de meest recente WOZwaardebeschikking is bepalend. 3. Op verzoek van belanghebbende kan uiteraard een taxatie plaats vinden als de WOZ-waarde naar zijn mening niet overeenstemt met de waarde in het economische verkeer, maar dan zal wel door belanghebbende aangetoond moeten worden dat er een bezwaarschrift is ingediend tegen de WOZ-beschikking. Het kan immers niet zo zijn dat wanneer er een krediethypotheek gevestigd wordt er pas naar voren wordt gebracht dat de WOZ-beschikking niet overeenstemt met de waarde van de woning. 4. Indien belanghebbende in bezit is van een taxatierapport van niet ouder dan 12 maanden, dan kan dit rapport gebruikt worden voor de waardevaststelling van lid Als belanghebbende niet in bezit is van een taxatierapport dan kan een taxatie plaatsvinden door een taxateur of erkend makelaar die in overleg met belanghebbende belast wordt met de taxatie. Een waardebepaling wordt niet aangemerkt als een taxatierapport als bedoeld in dit artikel. 6. De kosten verbonden aan taxatie, vestiging van de hypotheek, inschrijving van de hypotheekakte en bijkomende kosten komen voor rekening van belanghebbende. Voor deze kosten kan bijzondere bijstand worden verleend, als wordt voldaan aan de voorwaarden om voor bijzondere bijstand in aanmerking te komen. Bijzondere bijstand kan niet als krediethypotheek verstrekt worden en dus is de vorm van deze bijzondere bijstand die van bijstand om niet. Artikel 4. Opname voorwaarden in hypotheekakte Bij gebruikelijke bedingen die ook in de hypotheekakte of de akte van geldlening moeten worden opgenomen kan gedacht worden aan het beding tot beperking van de bevoegdheid tot verhuur of verpachting. Artikel 5. Aflossingsvoorwaarden hypotheek 1. De aflossingsperiode van de lening wordt bepaald op ten hoogste 10 jaar. Dit komt erop neer dat jaarlijks in beginsel 10 procent van de schuld moet worden terugbetaald. Door de duur waarin een aflossing gevergd wordt beperkt te houden, is deze voor zowel de belanghebbende als de gemeente overzienbaar. 2. De periode van 10 jaar waarin een aflossing wordt gevergd, begint op het moment dat de bijstandverlening wordt beëindigd en de betrokkene is geïnformeerd over de terugbetaling in termijnen. Per maand zal dan in beginsel een aflossing plaatsvinden die gelijk is aan het bedrag dat zou volgen uit tien jaar aflossing, dus 1/120 van de geldlening. 3. Het nieuwe inkomen kan echter zodanig zijn dat een hoger maandelijks aflossingsbedrag gevraagd kan worden. Het is ook de bedoeling, dat dan een hogere aflossing wordt verlangd. Het is immers niet nodig, dat de vorderingen onnodig lang blijven uitstaan. De aflossing wordt als regel bepaald op 50% van het verschil tussen het inkomen en de toepasselijke bijstandsnorm. Deze aflossing is hiermee gelijk aan de aflossing die van toepassing is bij het aflossen van andere bijstandsvorderingen bij de gemeente (zie de Beleidsregels Terugvordering en Verhaal). Aangezien de hoogte van het inkomen en de noodzakelijke uitgaven geen vast gegeven hoeven te zijn, is bepaald dat het maandelijkse aflossingsbedrag telkens voor 3 jaar wordt vastgesteld. Deze wijze van vastlegging betekent dat periodiek een controle op de financiële situatie van belanghebbende plaatsvindt. 4. Geregeld is dat bij een inkomen op bijstandsniveau geen aflossing wordt gevergd. Daardoor blijft het inkomen tot dat niveau beschikbaar voor de voorziening in de algemeen noodzakelijke bestaanskosten, waaronder noodzakelijke reserveringen, zoals voor duurzame gebruiksgoederen, gemeentelijke belastingen en heffingen. 5. Tussentijds is bijstelling van het aflossingsbedrag ook mogelijk. Dit kan op initiatief van de gemeente en op verzoek van belanghebbende zelf. 6. Met bijzondere bestaanskosten kan rekening worden gehouden op grond van dit lid. Dit geldt overigens niet als in die bijzondere bestaanskosten op een andere manier is of kan worden voorzien. Officiële bekendmakingen gemeente Veendam Pagina 8

9 7. Wanneer belanghebbende tijdens de aflossingsperiode van tien jaar schuldig nalatig is om de vastgestelde aflossing te voldoen, is het nog niet afgeloste deel van de geldlening terstond opeisbaar. Bovendien is daarover de wettelijke rente verschuldigd, bij wijze van boete. Het ligt in de rede om in een dergelijke situatie eerst met belanghebbende een regeling te treffen. Is dat niet haalbaar (vanwege een weigerachtige opstelling van belanghebbende), dan staan in het uiterste geval middelen zoals beslag op het inkomen en executoriale verkoop van de woning ter beschikking. Op grond van het Burgerlijk Wetboek moet de wettelijke rente worden betaald over de tijd dat verzuimd is om aan de verplichting te voldoen. In dit lid is aangegeven dat wanneer de maandelijkse aflossing achterwege blijft, er vanaf dat moment sprake van verzuim en daarom de wettelijke rente verschuldigd is. Artikel 6. Rentevordering 1. Het beperken van de aflossingsperiode betekent niet dat in alle gevallen de geldlening binnen 10 jaar volledig zal zijn terugbetaald. Er wordt immers rekening gehouden met de hoogte van het inkomen na de bijstandsperiode. Wanneer na 10 jaar niet het volledige geleende bedrag blijkt te zijn afgelost, wordt het restant in ieder geval afgerekend bij verkoop of vererving van de woning. Aan belanghebbende wordt dan geen vooraf vastgestelde aflossingsverplichting meer opgelegd. Wel is het redelijk om rente in rekening te brengen. Er is immers reeds 10 jaar gelegenheid gegeven om rentevrij af te lossen en dus ook om het vermogen terug op te bouwen. De renteverplichting die na 10 jaar ingaat, stimuleert wel het verrichten van aflossingen. 2. De rente zoals bedoeld in lid 1 is 3/4 deel van dan de wettelijke rente. 3. Het kan zich voordoen dat belanghebbende naar het oordeel van de gemeente de rente of een gedeelte daarvan kan opbrengen, maar dat belanghebbende daardoor niet aan aflossen toe kan komen. De renteverplichting belemmert dan het aflossen. Om dit te vermijden, is aangegeven dat de betaling eerst tot ten hoogste het bedrag van de renteverplichting wordt aangemerkt als aflossing. Dit is in overeenstemming met het gegeven dat in de eerste 10 jaar voorrang wordt gegeven aan het aflossen van de geldlening. De bij de schuld bij te schrijven rente die telkens niet betaald kan worden zal, omdat er wordt afgelost, op termijn afnemen. 4. Is er naar het oordeel van de gemeente voor belanghebbende geen mogelijkheid om de rente te betalen, dan wordt deze bijgeschreven bij het nog niet afgeloste deel van de geldlening. Het is dan niet te vermijden dat de totale schuld blijft oplopen. 5. Omdat over de bijgeschreven rentevordering geen rente is verschuldigd, loopt de totale schuld niet oneindig op. Wanneer de geldlening geheel is afgelost, zal de renteverplichting die op dat moment moet worden berekend nihil zijn. Het tot dat moment bijgeschreven totaalbedrag aan rentevorderingen wordt verder op de gebruikelijke wijze afgewikkeld. Voor zover dat bedrag niet betaald kan worden, wordt dat afgerekend bij verkoop van de woning zoals ook gebeurt als een deel van de geldlening niet kan worden afgelost. 6. De aflossing wordt als regel bepaald op 50% van het verschil tussen het inkomen en de toepasselijke bijstandsnorm. Deze aflossing is hiermee gelijk aan de aflossing die van toepassing is bij het aflossen van andere bijstandsvorderingen bij de gemeente. Artikel 7. Aflossing hypotheek bij vererving en verkoop woning 1. In artikel 7 lid 1 is geregeld dat bij verkoop van de woning de geleende bijstand dient te worden terugbetaald, evenals de eventueel bijgeschreven rentevorderingen. 2. Dat geldt ook bij verkoop tijdens het ontvangen van bijstand wanneer er dringende redenen zijn om te verhuizen. Er zal eerst afgerekend moeten worden voordat een nieuwe hypotheek kan worden gevestigd. Expliciet is geregeld dat de krediethypotheek naar een andere koopwoning binnen de gemeente Veendam kan worden meegenomen wanneer bijzondere omstandigheden van medische of sociale aard van betrokkene daartoe aanleiding geven. Het omzetten van de krediethypotheek naar een andere woning, als de belanghebbende de gemeente verlaat, wordt niet wenselijk geacht. Deze mogelijkheid komt er dus op neer dat belanghebbende het vrijgekomen vermogen niet hoeft in te zetten voor de bestaansvoorziening, maar daarmee een meer passende woning kan aankopen. Aangezien de laatste hypotheek in verband met de bijstandverlening is afgelost, ontbreken deze middelen voor de aankoop van een andere woning. Het college kan deze middelen als nieuwe lening onder verband van krediethypotheek ter beschikking stellen. Als voorwaarde hiervoor geldt dat belanghebbende het na afrekening vrijgekomen vermogen volledig inzet bij het kopen van een vervangende woning. Met deze uitzondering op het inzetten van vrijgekomen vermogen voor de bestaansvoorziening en de mogelijkheid tot het verstrekken van een nieuwe geldlening wordt vermeden dat een verhuizing wegens bijzondere omstandigheden nadeliger uitwerkt dan het aanhouden van de woning. 3. Een verkoop van de woning hoeft niet meteen gepaard te gaan met een financiële afwikkeling. Dit zal doorgaans plaatsvinden bij de overdracht van de woning. 9 Officiële bekendmakingen gemeente Veendam Pagina

10 Vanaf het moment waarop belanghebbende over de opbrengst kan beschikken, zal de resterende geldlening aan de gemeente in één keer moeten worden terugbetaald. Wanneer de woning wordt verkocht tegen een prijs die doelbewust beneden de geldende marktwaarde ligt, is er geen aanleiding om het resterende bedrag van de lening kwijt te schelden. Overigens zal, als de woning wel tegen de geldende marktwaarde is verkocht, de volledige opbrengst moeten worden aangewend ter aflossing van de hypothecaire schulden, waaronder de krediethypotheek. Pas als dit niet toereikend is, wordt de vordering kwijtgescholden. Artikel 8. Toepassing laatst gevestigde hypotheek bij niet-duurzame onderbreking bijstandverlening In de praktijk blijkt het voor te komen dat iemand na beëindiging van de bijstandverlening in de vorm van een krediethypotheek opnieuw op bijstand aangewezen raakt. Bij gelegenheid van de nieuwe aanvraag behoort dan een nieuwe vaststelling van het maximaal te lenen bedrag. Bij een niet al te lange onderbreking van de bijstandverlening moet er echter van worden uitgegaan dat de nieuwe bijstandsbehoeftigheid niet los kan worden gezien van die daarvoor. Voor zover het maximale bedrag van die geldlening nog niet is aangesproken, hetzij door een voortijdige beëindiging van de bijstand, hetzij door inmiddels verrichte aflossingen, wordt de te verlenen bijstand ten laste daarvan geboekt. Is het maximale bedrag wel volledig aangesproken, dan wordt de bijstand verder om niet verleend. Artikel 9. Jaarlijkse opgave restantschuld en rentevorderingen Ook na afloop van de maximale aflossingsperiode van 10 jaar wordt, als er nog een deel van de geldlening moet worden afgelost, aan belanghebbende een opgave verstrekt van de stand van de geldlening en van de eventueel bijgeschreven rentevorderingen. Artikel 10. Onvoorziene situaties Behoeft geen nadere toelichting Artikel 11. Inwerkingtreding De scheiding tussen oud en nieuw geval is dan ook gebaseerd op het bestaan van een gevestigde krediethypotheek. Dan dienen deze beleidsregels te worden toegepast. Ten aanzien van de gevallen waarin op het tijdstip van inwerkingtreding van dit besluit reeds een krediethypotheek is gevestigd, verandert er niets aan de in de hypotheekakte opgenomen bedingen. Artikel 12. Citeertitel Behoeft geen nadere toelichting Richtlijnen bijzondere bijstand 2015 Burgemeester en Wethouders van de gemeente Veendam hebben op 28 juli 2015 besloten om de Richtlijnen bijzondere bijstand 2015 vast te stellen. Deze richtlijnen dienen ter invulling van de gemeentelijke bevoegdheid. De wettelijke grondslag hiervoor ligt in artikel 35 van de Participatiewet. De richtlijnen treden in werking per De beleidsregels bijzondere bijstand 2006 komen hiermee te vervallen. Algemeen 1.1 Bijzondere bijstand Soms doen zich omstandigheden voor waar personen financieel niet zelf in kunnen voorzien. In die gevallen kan -mits aan alle voorwaarden wordt voldaan- bijzondere bijstand worden verstrekt. Het is daarbij niet relevant of deze personen ook algemene bijstand ontvangen. Met andere woorden: iedereen kan bijzondere bijstand aanvragen. Ook is het niet relevant dat iemand al categoriale bijstand ontvangt, bijvoorbeeld in de vorm van een collectieve zorgverzekering. De grondslag voor bijzondere bijstand is te vinden in artikel 5 sub d Participatiewet en artikel 35 van de Participatiewet. In artikel 35 lid 1 Participatiewet is bepaald dat bijzondere bijstand wordt verstrekt voor zover de alleenstaande of het gezin niet beschikt over de middelen om te voorzien in de uit bijzondere omstandigheden voortvloeiende noodzakelijke kosten van bestaan en deze kosten naar het oordeel van het college niet kunnen worden voldaan uit de bijstandsnorm, het vermogen en het inkomen voor zover dit meer bedraagt dan de bijstandsnorm. Elke aanvraag om bijzondere bijstand moet individueel beoordeeld worden. Om te voorkomen dat dezelfde situaties verschillend worden beoordeeld, en daardoor soms wel bijzondere bijstand wordt verstrekt en soms niet, zijn deze richtlijnen opgesteld. Dit betekent niet dat deze regels blinde- Officiële bekendmakingen gemeente Veendam Pagina 10

11 lings gevolgd kunnen worden. Bij elke aanvraag moet de vraag beantwoord worden of de richtlijnen gevolgd kunnen worden of dat de situatie toch anders is dan in deze richtlijnen is beschreven. Is dat het geval, dan moet worden afgeweken van deze richtlijnen. 1.2 Doelgroep Alle inwoners van de gemeente kunnen een verzoek om bijzondere bijstand indienen. Voor sommige kosten heeft het college een andere doelgroep aangewezen. Is hier sprake van, dan is dit expliciet vermeld in de richtlijn die ziet op deze kosten. Zo zijn studenten bijvoorbeeld geen doelgroep als het gaat om de collectieve zorgverzekering die is afgesloten bij Menzis. Wanneer een belanghebbende verhuist naar buiten de gemeente, dient de bijzondere bijstand beëindigd te worden. 1.3 Procedure aanvraag Belanghebbende die een uitkering op grond van de Participatiewet ontvangt, kan een aanvraagformulier bijzondere bijstand gebruiken voor het aanvragen van bijzondere bijstand. Belanghebbenden die geen uitkering op grond van de Participatiewet ontvangen, moeten het aanvraagformulier bijzondere bijstand en het inlichtingenformulier bijzondere bijstand invullen. 1.4 Duur verstrekking bijzondere bijstand Bijzondere bijstand wordt in principe voor de duur van een jaar verstrekt, ook als het gaat om periodieke bijzondere bijstand, zoals een vergoeding voor een maaltijdvoorziening. Na een jaar moet een nieuw verzoek voor bijzondere bijstand ingediend worden. 1.5 Beoordeling van het recht op bijzondere bijstand Stap 1: voldaan aan de algemene voorwaarden voor bijstand? (artikelen lid 3 t/m 6 Participatiewet) Bij het beantwoorden van de vraag of iemand recht heeft op bijzondere bijstand, moet eerst beoordeeld worden of de aanvrager aan de algemene voorwaarden voor bijstand voldoet. Bijzondere bijstand is namelijk een vorm van bijstand. Deze algemene voorwaarden zijn neergelegd in de artikelen 11 tot en met 16 Participatiewet en artikel 40 lid 3 tot en met 6 Participatiewet. Hieronder wordt kort ingegaan op deze eisen. Voor een meer uitgebreidere toelichting wordt verwezen naar Grip (onder recht op bijstand> algemene voorwaarden recht op bijstand> uitsluiting van bijstand). Juiste inschrijving in BRP Alleen personen die juist zijn ingeschreven in de Basisregistratie Personen, hebben recht op bijstand. De grondslag hiervoor is te vinden in artikel 40 lid 3 tot en met 6 van de Participatiewet. Voor een uitgebreide toelichting op alle mogelijke situaties die zich hier voor kunnen doen, wordt verwezen naar Grip onder recht op bijstand>algemene voorwaarden recht op bijstand>koppeling recht op bijstand aan juiste inschrijving BRP. Nederlander, in Nederland woonachtig en onvoldoende middelen Artikel 11 Participatiewet bevat drie voorwaarden: iemand moet Nederlander zijn (of een daarmee gelijkgestelde groep), men moet in Nederland woonachtig zijn en er moet sprake zijn van onvoldoende middelen. De eis dat men in Nederland woonachtig moet zijn heeft tot gevolg dat er geen bijstand verstrekt kan worden voor kosten die buiten Nederland zijn opgekomen en kosten die niet aan Nederland zijn verbonden. Uitsluitingsgronden Artikel 13 Participatiewet ziet op de uitsluitingsgronden. Zo zijn onder andere mensen in detentie of mensen die een militaire dienstplicht vervullen, uitgesloten van bijstand. Speciale aandacht verdient artikel 13 lid 2 Participatiewet, waarin voor bepaalde groepen is bepaald dat deze geen recht hebben op algemene bijstand, maar wel op bijzondere bijstand. Noodzakelijke kosten van bestaan Artikel 14 Participatiewet geeft een opsomming van nietnoodzakelijke kosten van bestaan. Als er sprake is van nietnoodzakelijke kosten kan er geen bijstand verleend worden. In artikel 14 zijn een vijftal situaties opgesomd waarin niet gesproken kan worden van noodzakelijke kosten van het bestaan. Kosten met betrekking tot de volgende zaken worden niet tot de noodzakelijke kosten van het bestaan gerekend: Het voldoen aan alimentatieverplichtingen (sub a); de betaling van een boete (sub b); geleden of toegebrachte schade (sub c); vrijwillige premiebetaling in het kader van een publiekrechtelijke verzekering (sub d). Een voorbeeld hiervan is een vrijwillige verzekering in het kader van de AOW. kosten van medische handelingen en verrichtingen die gerekend kunnen worden tot de ontwikkelingsgeneeskunde of wanneer zodanige medische behandelingen en verrichtingen buiten Nederland plaatsvinden (sub e). Dit betekent niet dat andere kosten ook als niet-noodzakelijk aangemerkt kunnen worden. Zo kan bijvoorbeeld ook geen bijstand verleend worden voor een verhuizing naar het buitenland. Officiële bekendmakingen gemeente Veendam Pagina 11

12 Voorliggende voorziening In artikel 15 lid 1 Participatiewet is bepaald dat bijstand, en daarmee ook bijzondere bijstand, alleen maar verleend kan worden als er geen beroep kan worden gedaan op een voorliggende voorziening die gezien haar aard en doel wordt geacht toereikend en passend te zijn voor de belanghebbende. Is er dus sprake van een voorliggende voorziening, dan kan er in principe geen bijstand verleend worden. Maar wanneer is er nu sprake van een voorliggende voorziening? Artikel 5 onderdeel e van de Participatiewet geeft hier antwoord op. Het gaat om elke voorziening buiten de Participatiewet waarop een belanghebbende of het gezin aanspraak kan maken, dan wel een beroep kan doen, ter verwerving van middelen of ter bekostiging van specifieke uitgaven. Van belang is dat het niet relevant is dat het een voorziening om niet is. Met andere woorden: ook een lening kan een voorliggende voorziening zijn. Andere voorbeelden zijn een WW-uitkering of een inkomen op grond van de Wsf Daarnaast is in datzelfde lid bepaald dat het recht op bijstand, en daarmee dus ook het recht op bijzondere bijstand, zich ook niet uitstrekt tot de kosten die in de voorliggende voorziening niet als noodzakelijk worden aangemerkt. Zo heeft de wetgever bijvoorbeeld bepaalde behandelingen in het basispakket van de zorgverzekering aan een maximum gebonden. De wetgever is van mening dat op deze wijze de kosten adequaat worden vergoed. Het is dan niet mogelijk om hiervoor bijzondere bijstand te verstrekken. Dit is niet van toepassing als de wetgever enkel om budgettaire redenen voor een maximum heeft gekozen. In die gevallen kan wel bijzondere bijstand verleend worden. Ook als binnen de voorliggende voorziening er bewust voor is gekozen dat een bepaalde vergoeding niet noodzakelijk is, dan kan er geen bijzondere bijstand verleend worden. In Grip is het volgende beoordelingsschema opgenomen met betrekking tot de voorliggende voorziening: Bijstandsverlening is niet mogelijk indien: 1. de kosten kunnen worden vergoed op grond van een voorliggende voorziening; 2. de kosten op grond van een beleidskeuze van niet-budgettaire aard uitdrukkelijk buiten de werkingssfeer van de voorliggende voorziening zijn gelaten; 3. de kosten op grond van de voorliggende voorziening niet worden vergoed nadat een individuele beoordeling heeft plaatsgevonden. Bijstandsverlening is wel mogelijk indien: 1. er geen daadwerkelijk beroep op de voorliggende voorziening mogelijk is; 2. de betreffende kosten (deels) om budgettaire redenen niet of niet langer op grond van een voorliggende voorziening worden vergoed (denk aan eigen bijdragen); 3. de betreffende kosten niet op grond van de voorliggende voorziening worden vergoed vanwege overwegingen ten aanzien van de vaststelling van de reikwijdte van de voorliggende voorziening; 4. voor de betreffende kosten geen voorliggende voorziening bestaat; 5. er sprake is van zeer dringende redenen. Het moet hier gaan om uitzonderlijke situaties, bijvoorbeeld wanneer er sprake is van levensbedreigende situaties of wanneer er wel een voorliggende voorziening is maar het nog enige tijd duurt voordat deze voorziening daadwerkelijk uitkeert. Let op: is er sprake van een voorliggende voorziening als bedoeld in artikel 15 Participatiewet dan kan geen toepassing meer worden gegeven aan artikel 35 Participatiewet en dus geen bijzondere bijstand worden verleend. 2 2 Zie bijvoorbeeld CRvB , nr. 05/2419 WWB Als de gemeente een aanvraag afwijst omdat de aanvrager Stap 2: voldaan aan het stappenschema van de een beroep kan doen op een voorliggende voorziening, dan Centrale Raad van Beroep? dient vast te staan dat de aanvrager ook daadwerkelijk een Bij de beoordeling van de bijzondere bijstand dient een volgorde te worden aangehouden, die door de Centrale Raad beroep kan doen op deze voorliggende voorziening. Als de aanvrager bijvoorbeeld niet meer kan aanvragen bij de voorliggende voorziening omdat hij te laat is, dan kan de aan- diverse aspecten van het recht op bijzondere bijstand beoor- van Beroep (CRvB) is afgeleid uit de wet. Hierin worden de vraag niet worden afgewezen met de motivering dat hij een deeld aan de hand van de volgende 4 vragen: beroep kan doen op een voorliggende voorziening. De gemeente moet dan onderzoeken of de aanvrager verwijtbaar Zo ja, beoordeel dan vraag 2. Zo nee, wijs de aanvraag af. 1. Doen de kosten zich voor? heeft gehandeld. Is dit het geval, dan dient de gemeente de 2. Zijn de kosten in het individuele geval noodzakelijk? bijzondere bijstand af te stemmen op de mate van verwijtbaar gedrag. Daarnaast kan bezien worden of de bijzondere 3. Vloeien de kosten voort uit bijzondere individuele omstan- Zo ja, beoordeel dan vraag 3. Zo nee, wijs de aanvraag af. bijstand dan als lening met terugbetalingsverplichting verstrekt moet worden. Zo ja, beoordeel dan vraag 4, zo nee wijs de aanvraag af. digheden? 12 Officiële bekendmakingen gemeente Veendam Pagina

13 4. Kunnen de kosten worden voldaan uit de bijstandsnorm, het vermogen en het inkomen voor zover dit meer bedraagt dan de bijstandsnorm? Zo nee, wijs de aanvraag toe. Zo ja, wijs de aanvraag af. Een uitgebreide toelichting op dit stappenschema is te vinden in Grip onder bijstand> recht op bijzondere bijstand> beoordeling aanvraag bijzondere bijstand (vraag 1 t/m 4). Daar zijn ook tal van voorbeelden te vinden van bijvoorbeeld kosten die zich niet voordoen (bijvoorbeeld als er sprake is van gederfd inkomen) of kosten die door de Centrale Raad als niet-noodzakelijk zijn aangemerkt (zoals bijvoorbeeld premies voor een aanvullende zorgverzekering of verlenging van het grafrecht). Bij het doorlopen van het stappenschema moet dan ook altijd Grip geraadpleegd worden. Let op: wordt aan deze eisen voldaan, dan moet bijzondere bijstand verstrekt worden. Ook is het van groot belang om het stappenschema goed te doorlopen en niet alleen vraag 4 (kunnen de kosten worden voldaan) te beantwoorden. Pas als het antwoord op vraag 1, 2 en 3 ja is, kan vraag 4 beantwoord worden Draagkracht Inleiding Om de hoogte van de bijzondere bijstand te bepalen, moet de draagkracht van de belanghebbende bepaald worden. Om deze draagkracht (welke middelen door de belanghebbende ingezet kunnen worden om de bijzondere kosten te betalen) te kunnen bepalen, moet eerst vastgesteld worden welke middelen in aanmerking genomen worden. Deze middelen bestaan uit inkomen en vermogen voor zover de belanghebbende er redelijkerwijs over kan beschikken. Zit een belanghebbende in een schuldsaneringstraject op grond van de WSNP, dan kan alleen draagkracht berekend worden over de middelen waarover de belanghebbende daadwerkelijk de beschikking heeft. Voorbeeld: Als iemand een wettelijk of een minnelijk schuldsaneringstraject t doorloopt, wordt al het meer inkomen en 5% van de toepasselijke bijstandsnorm aangewend voor de aflossing van schulden. Er blijft dan 95% van de geldende bijstandsnorm over om te besteden. In die gevallen wordt het deel van het inkomen dat wordt gebruikt voor schuldaflossing niet meegerekend bij het vaststellen van de draagkracht. De regels voor het bepalen van de middelen zijn te vinden in de artikelen Participatiewet. Let op: voor bijzondere bijstand gelden enkele afwijkende bepalingen, zo volgt uit artikel 35 Participatiewet. Een nadere toelichting kan worden gevonden in Grip onder bijstand>bijzondere bijstand> hoogte en vorm van de bijstand> in aanmerking te nemen middelen. Het inkomen bestaat uit alle netto inkomensbestanddelen waarover de belanghebbende redelijkerwijs kan beschikken voor zover deze meer bedragen dan de bijstandsnorm (artikel 31 lid 1 Participatiewet). De bijstandsnorm is geen onderdeel van het inkomen (zie artikel 32 Participatiewet en artikel 35 lid 1 Participatiewet). Dus er is pas sprake van inkomen als dit meer bedraagt dan de bijstandsnorm. Het vermogen bestaat uit alle netto vermogensbestanddelen waarover de belanghebbende redelijkerwijs kan beschikken (artikel 31 lid 1 Participatiewet) Geen draagkrachtberekening Voor klanten met een uitkering op grond van de Participatiewet wordt geen draagkrachtberekening gemaakt. In die gevallen wordt er vanuit gegaan dat er geen draagkracht bestaat. De bijstandsnorm bestaat uit de voor de belanghebbende geldende norm + eventuele verhogingen eventuele verlagingen en inclusief de vakantietoeslag. Dit is te vinden in artikel 5 onderdeel c van de Participatiewet en artikel 19 lid 3 van de Participatiewet Draagkrachtberekening Voor belanghebbenden die geen uitkering op grond van de Participatiewet hebben wordt een draagkrachtberekening gemaakt. Het college heeft vrijheid om te bepalen welke middelen bij de vaststelling van de draagkracht meegenomen worden. Hiervoor gelden de volgende regels: Vermogen: 1. Het in aanmerking te nemen vermogen: als het vermogen van de aanvrager lager is dan het vrij te laten vermogen conform de Participatiewet, dan wordt dit vermogen, in principe, niet in aanmerking genomen bij het vaststellen van de draagkracht. Deze vermogensgrens is te vinden in artikel 34 lid 3 Participatiewet. 2. Voor de vaststelling van het vermogen voor de bijzondere bijstand mogen de middelen als bedoeld in artikel 34 lid 2 Participatiewet wel mee worden gerekend De middelen als bedoeld in artikel 34 lid 2 Participatiewet worden niet tot het draagkrachtvermogen van belanghebbende gerekend met uitzondering van spaargeld gespaard tijdens de uitkeringsperiode. Dit spaargeld wordt voor 100 % meegenomen bij de berekening van de draagkracht. Officiële bekendmakingen gemeente Veendam Pagina 13

Beleidsregels krediethypotheek Participatiewet 2015

Beleidsregels krediethypotheek Participatiewet 2015 Beleidsregels krediethypotheek Participatiewet 2015 Het college van de gemeente Apeldoorn; gelet op artikel 48, derde lid, en artikel 50, van de Participatiewet en artikel 4.81 van de Algemene wet bestuursrecht

Nadere informatie

Beleidsregels Krediethypotheek Participatiewet 2016

Beleidsregels Krediethypotheek Participatiewet 2016 Beleidsregels Krediethypotheek Participatiewet 2016 Gemeente Boxmeer Besluit College d.d. 6 september 2016 Reg.nr.: I-SZ/2016/268 / RIS 2016-482 (Bijlage) . Beleidsregels Krediethypotheek Participatiewet

Nadere informatie

*Z0386B5DD05* B&W-vergadering : Registratienummer : Z -14-27454 / 29858. Onderwerp

*Z0386B5DD05* B&W-vergadering : Registratienummer : Z -14-27454 / 29858. Onderwerp *Z0386B5DD05* B&W-vergadering : Registratienummer : Z -14-27454 / 29858 Onderwerp : Beleidsregel krediethypotheek en pandrecht Participatiewet Goeree- Overflakkee 2015 Burgemeester en wethouders van Goeree-Overflakkee,

Nadere informatie

Beleidsregels krediethypotheek gemeente Edam-Volendam 2016

Beleidsregels krediethypotheek gemeente Edam-Volendam 2016 Beleidsregels krediethypotheek gemeente Edam-Volendam 2016 Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen Artikel 1. Begrippen 1. Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en die niet nader worden omschreven

Nadere informatie

gemeenteäó Ja) Heemskerk Beiëidsregeis kreäieihypoiheek en pandovereenkomst bijstand 1 november 2015

gemeenteäó Ja) Heemskerk Beiëidsregeis kreäieihypoiheek en pandovereenkomst bijstand 1 november 2015 Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 1 van 8 L9 gemeenteäó Ja) Heemskerk Beiëidsregeis kreäieihypoiheek en pandovereenkomst bijstand 1 november 2015 BIVO/2015/30158! lli l lllllllllin!!lll l!h l Hl ll!hll!

Nadere informatie

gelet op artikel 147, eerste lid, van de Gemeentewet en artikel 50 van de Wet werk en bijstand;

gelet op artikel 147, eerste lid, van de Gemeentewet en artikel 50 van de Wet werk en bijstand; De raden van de gemeenten Leek, Marum en Noordenveld; gelet op artikel 147, eerste lid, van de Gemeentewet en artikel 50 van de Wet werk en bijstand; overwegende dat het voornemen bestaat de afdelingen

Nadere informatie

Beleidsregels van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Helder houdende Krediethypotheek en Pandrecht Participatiewet

Beleidsregels van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Helder houdende Krediethypotheek en Pandrecht Participatiewet CVDR Officiële uitgave van Den Helder. Nr. CVDR621807_1 27 februari 2019 Beleidsregels van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Helder houdende Krediethypotheek en Pandrecht Participatiewet

Nadere informatie

Beleidsregels krediethypotheek Wet werk en bijstand. 1 januari 2005

Beleidsregels krediethypotheek Wet werk en bijstand. 1 januari 2005 Beleidsregels krediethypotheek Wet werk en bijstand 1 januari 2005 Inhoudsopgave Geregistreerd onder nummer BIVO/2013/30024 Wettelijke grondslag: Wet werk en bijstand Beleidsregels krediethypotheek Wet

Nadere informatie

gelet op artikel 147, eerste lid, van de Gemeentewet en artikel 50 van de Participatiewet; b e s l u i t :

gelet op artikel 147, eerste lid, van de Gemeentewet en artikel 50 van de Participatiewet; b e s l u i t : De raad van de gemeente Oegstgeest; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. datum; gelet op artikel 147, eerste lid, van de Gemeentewet en artikel 50 van de Participatiewet; b e s l u

Nadere informatie

Beleidsregel krediethypotheek en pandrecht Participatiewet 2015

Beleidsregel krediethypotheek en pandrecht Participatiewet 2015 Beleidsregel krediethypotheek en pandrecht Participatiewet 2015 Het college maakt altijd gebruik van haar bevoegdheid om ter zekerheid van terugbetaling van de door haar verstrekte bijstand in het geval

Nadere informatie

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING Officiële uitgave van de gemeenschappelijke regeling WerkSaam Westfriesland Nr. 947 27 juni 2018 Beleidsregel Krediethypotheek, pandrecht en geldlening WerkSaam Westfriesland

Nadere informatie

Beleidsregel Krediethypotheek 2015

Beleidsregel Krediethypotheek 2015 Beleidsregel Krediethypotheek 2015 Algemeen Bij de beoordeling of iemand aanspraak kan maken op bijstandsverlening staat steeds de vraag centraal of de belanghebbende in zodanige omstandigheden verkeert

Nadere informatie

Beleidsregels krediethypotheek bijstand gemeente Hilversum het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hilversum;

Beleidsregels krediethypotheek bijstand gemeente Hilversum het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hilversum; GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Hilversum. Nr. 32929 12 juni 2014 Beleidsregels krediethypotheek bijstand gemeente Hilversum 2014 COLLEGEBESLUIT : Burgemeester en wethouders van Hilversum;

Nadere informatie

Beleidsregel Krediethypotheek en pandovereenkomst 2014

Beleidsregel Krediethypotheek en pandovereenkomst 2014 Beleidsregel Krediethypotheek en pandovereenkomst 2014 De wettelijke grondslag van de beleidsregel Gelet op artikel 34 en artikel 50 van de Wet werk en bijstand is het verstrekken van een krediethypotheek

Nadere informatie

Bijlage 2. Beleidsregels krediethypotheek en pandrecht

Bijlage 2. Beleidsregels krediethypotheek en pandrecht Beleidsregels krediethypotheek en pandrecht Inleiding Het vermogen in de eigen woning was tot 1 januari 2004 geregeld in de artikelen 20, 53 lid 2 en 110 van de ABW en in het per 1 januari 2004 ingetrokken

Nadere informatie

Elektronisch. Deze berichten staan op

Elektronisch. Deze berichten staan op Gemeenteblad Week 50 10 december 2014 Gemeente Pekela Elektronisch Gemeenteblad Officiële bekendmakingen Deze berichten staan op www.pekela.nl/gemeenteblad Week 29 15 juli 2015 nummer 29 In voorliggend

Nadere informatie

Beleidsregels krediethypotheek en pandrecht Noordoostpolder 2018

Beleidsregels krediethypotheek en pandrecht Noordoostpolder 2018 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Noordoostpolder Nr. 11221 18 januari 2018 Beleidsregels krediethypotheek en pandrecht Noordoostpolder 2018 Het college van burgemeester en wethouders van

Nadere informatie

Wetstechnische informatie

Wetstechnische informatie Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel Besloten door Deze versie is geldig tot (als de vervaldatum is vastgesteld) Onderwerp Gemeente

Nadere informatie

Artikel 5. Hoogte hypotheek, pandrecht, taxatie woning, vestigingskosten ten laste van belanghebbende

Artikel 5. Hoogte hypotheek, pandrecht, taxatie woning, vestigingskosten ten laste van belanghebbende CVDR Officiële uitgave van Almelo. Nr. CVDR36538_1 3 juni 2016 Beleidsregel Krediethypotheek en Pandrecht WWB Gemeenteblad van Almelo Geldende tekst regelingnummer: 2298 Nr. 3 B&W-besluit van 20 februari

Nadere informatie

CVDR. Nr. CVDR3523_1. Gemeentelijk beleid krediethypotheek 2004

CVDR. Nr. CVDR3523_1. Gemeentelijk beleid krediethypotheek 2004 CVDR Officiële uitgave van Ede. Nr. CVDR3523_1 4 mei 2017 Gemeentelijk beleid krediethypotheek 2004 Uitgangspunt Gelet op het bepaalde in artikel 50 Wet werk en bijstand (Wwb) wordt besloten om de leenbijstand

Nadere informatie

Besluit krediethypotheek en pandrecht

Besluit krediethypotheek en pandrecht Besluit krediethypotheek en pandrecht Het dagelijks bestuur van de Uitvoeringsorganisatie Baanbrekers gevestigd te Waalwijk Gelet op het bepaalde in de artikelen 1 lid 3 en 2 lid 3 van de Verordening krediethypotheek

Nadere informatie

BELEIDSREGELS KREDIETHYPOTHEEK EN PANDRECHT WOUDENBERG 2011

BELEIDSREGELS KREDIETHYPOTHEEK EN PANDRECHT WOUDENBERG 2011 Overwegende dat het college van burgemeester en wethouders als nadere uitwerking van de Wet werk en bijstand en de Wet investeren in jongeren door middel van beleidsregels: a. op grond van artikel 48,

Nadere informatie

Besluit krediethypotheek en pandrecht bijstand 2004

Besluit krediethypotheek en pandrecht bijstand 2004 Besluit krediethypotheek en pandrecht bijstand 2004 Het dagelijks bestuur van de ISD Midden-Langstraat gevestigd te Waalwijk Gelet op het bepaalde in de artikelen 1 lid 3 en 2 lid 3 van de Verordening

Nadere informatie

BELEIDSREGELS KREDIETHYPOTHEEK BIJSTAND HILVERSUM 2015

BELEIDSREGELS KREDIETHYPOTHEEK BIJSTAND HILVERSUM 2015 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Hilversum. Nr. 93286 8 oktober 2015 BELEIDSREGELS KREDIETHYPOTHEEK BIJSTAND HILVERSUM 2015 Behorende bij artikel 48, derde lid, en 50 Participatiewet BELEIDSREGELS

Nadere informatie

Beleidsregels bijstand onder verband van hypotheek en/of verpanding Wet werk en bijstand

Beleidsregels bijstand onder verband van hypotheek en/of verpanding Wet werk en bijstand Beleidsregels bijstand onder verband van hypotheek en/of verpanding Wet werk en bijstand Het dagelijks bestuur van de ISD, Optimisd, gelet op de gemeenschappelijke regeling Intergemeentelijke Sociale Dienst

Nadere informatie

Besluit krediethypotheek en pandrecht bijstand 2004 Art. 1. Bijstand voor vestigingskosten hypotheek of pand Indien bijstand wordt verleend in de

Besluit krediethypotheek en pandrecht bijstand 2004 Art. 1. Bijstand voor vestigingskosten hypotheek of pand Indien bijstand wordt verleend in de Besluit krediethypotheek en pandrecht bijstand 2004 Art. 1. Bijstand voor vestigingskosten hypotheek of pand Indien bijstand wordt verleend in de vorm van een geldlening onder verband van hypotheek cq

Nadere informatie

Gemeente Krimpen aan den IJssel

Gemeente Krimpen aan den IJssel pagina 1 van 5 Versie per 1 januari 2006 430 KREDIETHYPOTHEEK 1) ALGEMEEN 1.1. Algemene vermogensvrijlating De WWB kent, net als de Abw, een algemene vrijlatingsregeling voor vermogen. Alleen wanneer de

Nadere informatie

Beleidsregel krediethypotheek en pandrecht

Beleidsregel krediethypotheek en pandrecht Beleidsregel krediethypotheek en pandrecht Vaststelling: College van B&W 3 november 2008 Bekendmaking: De Trompetter 11 november 2008 Inwerkingtreding: 1 januari 2009 Beleidsregel krediethypotheek en pandrecht

Nadere informatie

Beleidsregels Krediethypotheek WWB. Gemeente Voorst

Beleidsregels Krediethypotheek WWB. Gemeente Voorst Beleidsregels Krediethypotheek WWB Gemeente Voorst 1 KREDIETHYPOTHEEK INLEIDING /VOORWOORD 1. Krediethypotheek onder de Algemene bijstandswet (Abw) In artikel 20 Algemene bijstandswet is bepaald dat aan

Nadere informatie

Gelet: op door de aan het college daartoe opgelegde verplichting en verkregen bevoegdheid, als is vastgelegd in de voornoemde wetten en regelingen;

Gelet: op door de aan het college daartoe opgelegde verplichting en verkregen bevoegdheid, als is vastgelegd in de voornoemde wetten en regelingen; Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rijswijk Gezien: de bepalingen in de Participatiewet, en het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 en de Algemene wet bestuursrecht per

Nadere informatie

BELEIDSREGELS KREDIETHYPOTHEEK WWB. Afdeling Sociale Zaken Economische Zaken en Huisvesting. Zoeterwoude

BELEIDSREGELS KREDIETHYPOTHEEK WWB. Afdeling Sociale Zaken Economische Zaken en Huisvesting. Zoeterwoude BELEIDSREGELS KREDIETHYPOTHEEK WWB Afdeling Sociale Zaken Economische Zaken en Huisvesting Zoeterwoude Het college van burgemeester en wethouders van Zoeterwoude 9 november 2004, Gelet op: het bepaalde

Nadere informatie

Gelet op de artikelen 34, tweede lid, onder d, 48, derde lid, en 50 van de Participatiewet;

Gelet op de artikelen 34, tweede lid, onder d, 48, derde lid, en 50 van de Participatiewet; Gemeenteblad nr. 359, 23 maart 2017 Beleidsregels krediethypotheek en pandrecht Deurne 2016 Het college van burgemeester en wethouders, Gelet op de artikelen 34, tweede lid, onder d, 48, derde lid, en

Nadere informatie

CVDR. Nr. CVDR303974_1. 20 februari Officiële uitgave van Hilversum.

CVDR. Nr. CVDR303974_1. 20 februari Officiële uitgave van Hilversum. CVDR Officiële uitgave van Hilversum. Nr. CVDR303974_1 20 februari 2018 Beleid krediethypotheek en pandrecht bijstand 2008 Beleid krediethypotheek en pandrecht bijstand 2008 Deze beleidsregels geven aan

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD. Nr Beleidsregels bijstand en eigen woning februari Officiële uitgave van gemeente Leiderdorp.

GEMEENTEBLAD. Nr Beleidsregels bijstand en eigen woning februari Officiële uitgave van gemeente Leiderdorp. GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Leiderdorp. Nr. 21274 9 februari 2017 Beleidsregels bijstand en eigen woning 2017 Het college van burgemeester en wethouders van Leiderdorp; gelet op artikel

Nadere informatie

Beleidsregel krediethypotheek en pandrecht 2015

Beleidsregel krediethypotheek en pandrecht 2015 Beleidsregel krediethypotheek en pandrecht 2015 Artikel 1 Begripsomschrijving 1. In deze beleidsregel wordt verstaan onder: a. (Krediet)hypotheek: een te vestigen recht ter meerdere zekerheid op registergoeden;

Nadere informatie

Regeling krediethypotheek en pandrecht gemeente Menterwolde 2015

Regeling krediethypotheek en pandrecht gemeente Menterwolde 2015 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Menterwolde. Nr. 82845 9 september 2015 Regeling krediethypotheek en pandrecht gemeente Menterwolde 2015 Het College van Burgemeester en Wethouders van Menterwolde

Nadere informatie

Gelet op artikel 34, lid 2 onder d en artikel 50 van de Wet werk en bijstand:

Gelet op artikel 34, lid 2 onder d en artikel 50 van de Wet werk en bijstand: Regeling Krediethypotheek en Pandrecht bijstand Gelet op artikel 34, lid 2 onder d en artikel 50 van de Wet werk en bijstand: De Regeling krediethypotheek en pandrecht bijstand 2004. A. Hoofdstuk 1: Krediethypotheek

Nadere informatie

CVDR. Nr. CVDR10087_1. Regeling bijstand en eigen woning

CVDR. Nr. CVDR10087_1. Regeling bijstand en eigen woning CVDR Officiële uitgave van Leiden. Nr. CVDR10087_1 7 augustus 2018 Regeling bijstand en eigen woning Regeling bijstand en eigen woning Artikel 1 Hypotheek en pand 1. Indien voor de belanghebbende als bedoeld

Nadere informatie

Beleidsregel krediethypotheek, pandrecht en geldlening WerkSaam Westfriesland 2017

Beleidsregel krediethypotheek, pandrecht en geldlening WerkSaam Westfriesland 2017 Beleidsregel krediethypotheek, pandrecht en geldlening WerkSaam Westfriesland 2017 Het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur van WerkSaam Westfriesland, gevestigd te Hoorn, ieder voor zover het zijn

Nadere informatie

Elektronisch. Deze berichten staan op

Elektronisch. Deze berichten staan op Gemeente Veendam Elektronisch Gemeenteblad Officiële bekendmakingen Deze berichten staan op www.veendam.nl/gemeenteblad Week 38 16 september 2014 nummer 38 In voorliggend document vindt u de Gemeenteberichten

Nadere informatie

Uitvoeringsbesluit krediethypotheek 2015 Valkenburg aan de Geul

Uitvoeringsbesluit krediethypotheek 2015 Valkenburg aan de Geul Valkenburg aan de Geul Artikel 1. Begripsbepalingen 1. Voor de toepassing van deze beleidsregels wordt verstaan onder: a. belanghebbende: de persoon waar een krediethypotheek of pandrecht op van toepassing

Nadere informatie

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING Officiële uitgave van de gemeenschappelijke regeling WerkSaam Westfriesland Nr. 169 20 maart 2017 Beleidsregel krediethypotheek, pandrecht en geldlening WerkSaam Westfriesland

Nadere informatie

Elektronisch. Deze berichten staan op

Elektronisch. Deze berichten staan op Gemeente Veendam Elektronisch Gemeenteblad Officiële bekendmakingen Deze berichten staan op www.veendam.nl/gemeenteblad Week 8 21 februari 2017 nummer 8 In voorliggend document vindt u de Gemeenteberichten

Nadere informatie

Elektronisch. Deze berichten staan op

Elektronisch. Deze berichten staan op Gemeente Veendam Elektronisch Gemeenteblad Officiële bekendmakingen Deze berichten staan op www.veendam.nl/gemeenteblad Week 44 1 november 2016 nummer 45 In voorliggend document vindt u de Gemeenteberichten

Nadere informatie

Beleidsregels krediethypotheek en pandrecht Participatiewet Zoetermeer 2015. Het college van burgemeester en wethouders van Zoetermeer;

Beleidsregels krediethypotheek en pandrecht Participatiewet Zoetermeer 2015. Het college van burgemeester en wethouders van Zoetermeer; GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Zoetermeer. Nr. 81753 29 december 2014 Beleidsregels krediethypotheek en pandrecht Participatiewet Zoetermeer 2015 Zaaknummer 2014-000546 Het college van burgemeester

Nadere informatie

Regeling krediethypotheek en pandrecht gemeente Overbetuwe 2011. Ons kenmerk: 10bwb00699. Burgemeester en wethouders van de gemeente Overbetuwe;

Regeling krediethypotheek en pandrecht gemeente Overbetuwe 2011. Ons kenmerk: 10bwb00699. Burgemeester en wethouders van de gemeente Overbetuwe; Onderwerp: Regeling krediethypotheek en pandrecht gemeente Overbetuwe 2011 Ons kenmerk: 10bwb00699 Burgemeester en wethouders van de gemeente Overbetuwe; gelet op artikel(en) 3, zesde lid, 34, tweede lid,

Nadere informatie

Verordening krediethypotheek en pandrecht bijstand gemeente Laarbeek

Verordening krediethypotheek en pandrecht bijstand gemeente Laarbeek CVDR Officiële uitgave van Laarbeek. Nr. CVDR110864_1 1 mei 2018 Verordening krediethypotheek en pandrecht bijstand gemeente Laarbeek De raad van de gemeente Laarbeek, gelet op de artikelen 108 en 147

Nadere informatie

Elektronisch. Deze berichten staan op

Elektronisch. Deze berichten staan op Gemeente Veendam Elektronisch Gemeenteblad Officiële bekendmakingen Deze berichten staan op www.veendam.nl/gemeenteblad Week 47 18 november 2014 nummer 47 In voorliggend document vindt u de Gemeenteberichten

Nadere informatie

Regeling krediethypotheek en pandrecht. gemeente Overbetuwe 2010

Regeling krediethypotheek en pandrecht. gemeente Overbetuwe 2010 Onderwerp: Regeling krediethypotheek en pandrecht gemeente Overbetuwe 2010 Ons kenmerk: 09bwb00760 Burgemeester en wethouders van de gemeente Overbetuwe; gelet op artikel(en) 3, zesde lid, 34, tweede lid,

Nadere informatie

WWB, ( ( ( 34, ( AMVB

WWB, ( ( ( 34, ( AMVB Algemene toelichting De Wet werk en bijstand ( WWB) kent ten opzichte van de Abw een aantal wijzigingen in de regeling van de gevolgen voor de bijstand van het vermogen gebonden in voor bewoning bestemde

Nadere informatie

Elektronisch. Deze berichten staan op

Elektronisch. Deze berichten staan op Gemeente Veendam Elektronisch Gemeenteblad Officiële bekendmakingen Deze berichten staan op www.veendam.nl/gemeenteblad Week 49 3 december 2013 nummer 53 In voorliggend document vindt u de Gemeenteberichten

Nadere informatie

Collegevoorstel Advies: Openbaar. Onderwerp aanpassing beleidsregel bijstand en eigen woning. Programma / Programmanummer Inkomen / 3230.

Collegevoorstel Advies: Openbaar. Onderwerp aanpassing beleidsregel bijstand en eigen woning. Programma / Programmanummer Inkomen / 3230. Collegevoorstel Advies: Openbaar Onderwerp aanpassing beleidsregel bijstand en eigen woning Programma / Programmanummer Inkomen / 3230 Portefeuillehouder L. Scholten Samenvatting Voorgesteld wordt om in

Nadere informatie

De verordening krediethypotheek en pandrecht bijstand 2004

De verordening krediethypotheek en pandrecht bijstand 2004 CVDR Officiële uitgave van Ermelo. Nr. CVDR55825_1 12 december 2017 De verordening krediethypotheek en pandrecht bijstand 2004 Hoofdstuk 1 Krediethypotheek Artikel 1 1. Indien voor de belanghebbende die

Nadere informatie

Elektronisch. Deze berichten staan op

Elektronisch. Deze berichten staan op Gemeenteblad Week 50 10 december 2014 Gemeente Pekela Elektronisch Gemeenteblad Officiële bekendmakingen Deze berichten staan op www.pekela.nl/gemeenteblad Week 31 29 juli 2015 nummer 31 In voorliggend

Nadere informatie

Vast te stellen de gewijzigde invulling van richtlijn B093 - Suppletie GKB-lening

Vast te stellen de gewijzigde invulling van richtlijn B093 - Suppletie GKB-lening Gemeenteblad nr. 93, 19 december 2013 Gelet op artikel 35 WWB Vast te stellen de gewijzigde invulling van richtlijn B093 - Suppletie GKB-lening Richtlijn B093 - Suppletie GKB-lening wordt als volgt ingevuld:

Nadere informatie

b e s l u i t e n : Vast te stellen de Beleidsregels Bijstand in de vorm van een geldlening onder zekerheid van hypotheek ISD BOL 2015

b e s l u i t e n : Vast te stellen de Beleidsregels Bijstand in de vorm van een geldlening onder zekerheid van hypotheek ISD BOL 2015 besluit BenW Behandeld door : M.P.P. van Ginneken Organisatieonderdeel : Maatschappelijke Ontwikkeling Documentnummer : Onderwerp : BELEIDSREGELS BIJSTAND IN DE VORM VAN EEN GELDLENING ONDER ZEKERHEID

Nadere informatie

Elektronisch. Deze berichten staan op

Elektronisch. Deze berichten staan op Gemeente Veendam Elektronisch Gemeenteblad Officiële bekendmakingen Deze berichten staan op www.veendam.nl/gemeenteblad Week 31 28 juli nummer 31 In voorliggend document vindt u de Gemeenteberichten van

Nadere informatie

CVDR. Nr. CVDR392959_1. Beleidsregel Terug- en invordering

CVDR. Nr. CVDR392959_1. Beleidsregel Terug- en invordering CVDR Officiële uitgave van Den Helder. Nr. CVDR392959_1 27 december 2018 Beleidsregel Terug- en invordering Algemeen Het college is op grond van artikel 58, eerste lid, van de Participatiewet, artikel

Nadere informatie

Elektronisch. Deze berichten staan op

Elektronisch. Deze berichten staan op Gemeente Veendam Elektronisch Gemeenteblad Officiële bekendmakingen Deze berichten staan op www.veendam.nl/gemeenteblad Week 49 5 december nummer 50 In voorliggend document vindt u de Gemeenteberichten

Nadere informatie

Pagina 2 Pagina 3 Pagina 4 Pagina 5

Pagina 2 Pagina 3 Pagina 4 Pagina 5 Gemeente Elektronisch Gemeenteblad Deze berichten staan op www.veendam.nl/gemeenteblad. Week 4 22 januari 2013 nummer 4 Officiële bekendmakingen In voorliggend document vindt u de Gemeenteberichten van

Nadere informatie

Elektronisch. Deze berichten staan op

Elektronisch. Deze berichten staan op Gemeenteblad Week 50 10 december 2014 Gemeente Pekela Elektronisch Gemeenteblad Officiële bekendmakingen Deze berichten staan op www.pekela.nl/gemeenteblad Week 7 17 februari 2016 nummer 7 In voorliggend

Nadere informatie

I-SZ/2015/1803. Beleidsregels Bijzondere bijstand en Minimabeleid - Algemene bepalingen 2015

I-SZ/2015/1803. Beleidsregels Bijzondere bijstand en Minimabeleid - Algemene bepalingen 2015 I-SZ/2015/1803 Beleidsregels Bijzondere bijstand en Minimabeleid - Algemene bepalingen 2015 Definitieve vaststelling Besluit College d.d. 1 september 2015 . Beleidsregels Bijzondere bijstand en Minimabeleid

Nadere informatie

Elektronisch. Deze berichten staan op

Elektronisch. Deze berichten staan op Gemeente Veendam Elektronisch Gemeenteblad Officiële bekendmakingen Deze berichten staan op www.veendam.nl/gemeenteblad Week 40 1 oktober 2013 nummer 42 In voorliggend document vindt u de Gemeenteberichten

Nadere informatie

Elektronisch. Deze berichten staan op

Elektronisch. Deze berichten staan op Gemeente Veendam Gemeenteblad Officiële bekendmakingen Deze berichten staan op www.veendam.nl/gemeenteblad Week 50 12 december nummer 51 In voorliggend document vindt u de Gemeenteberichten van de gemeente

Nadere informatie

Elektronisch. Deze berichten staan op

Elektronisch. Deze berichten staan op Gemeenteblad Week 20 15 mei 2013 Gemeente Pekela Elektronisch Gemeenteblad Officiële bekendmakingen Deze berichten staan op www.pekela.nl/gemeenteblad Week 33 14 augustus 2013 nummer 33 In voorliggend

Nadere informatie

Elektronisch. Deze berichten staan op

Elektronisch. Deze berichten staan op Gemeente Veendam Elektronisch Gemeenteblad Officiële bekendmakingen Deze berichten staan op www.veendam.nl/gemeenteblad Week 34 23 augustus 2016 nummer 34 In voorliggend document vindt u de Gemeenteberichten

Nadere informatie

Elektronisch. Deze berichten staan op

Elektronisch. Deze berichten staan op Gemeente Veendam Elektronisch Gemeenteblad Officiële bekendmakingen Deze berichten staan op www.veendam.nl/gemeenteblad Week 43 20 oktober nummer 43 In voorliggend document vindt u de Gemeenteberichten

Nadere informatie

Beleidsregels Krediethypotheek en pandrecht bijstand Kerkrade

Beleidsregels Krediethypotheek en pandrecht bijstand Kerkrade CVDR Officiële uitgave van Kerkrade. Nr. CVDR125789_1 19 september 2017 Beleidsregels Krediethypotheek en pandrecht bijstand Kerkrade A. Vooraf De begrippen krediethypotheek en pandrecht in de bijstand

Nadere informatie

Beleidsregels leenbijstand Participatiewet 2016

Beleidsregels leenbijstand Participatiewet 2016 Beleidsregels leenbijstand Participatiewet 2016 Boxmeer, juli 2016 I-SZ/2016/1924 / RIS 2016-456 (Bijlage) Beleidsregels leenbijstand Participatiewet 2016 Inhoudsopgave HOOFDSTUK 1 ALGEMEEN Begripsbepaling

Nadere informatie

Verordening individuele bijzondere bijstand RSDHW 2015

Verordening individuele bijzondere bijstand RSDHW 2015 Verordening individuele bijzondere bijstand RSDHW 2015 Het algemeen bestuur van de Regionale Sociale Dienst Hoeksche Waard (RSDHW); Gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur van de RSDHW d.d. 22 december

Nadere informatie

gelet op het bepaalde in artikel 8, eerste lid, aanhef en onderdeel b en tweede lid van de Participatiewet;

gelet op het bepaalde in artikel 8, eerste lid, aanhef en onderdeel b en tweede lid van de Participatiewet; De raad van de gemeente Ooststellingwerf; nr. 12 gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 11 november 2014; gelet op het bepaalde in artikel 8, eerste lid, aanhef en onderdeel b en tweede

Nadere informatie

VERORDENING LANGDURIGHEIDSTOESLAG WWB 2013 GEMEENTE NOORD-BEVELAND

VERORDENING LANGDURIGHEIDSTOESLAG WWB 2013 GEMEENTE NOORD-BEVELAND VERORDENING LANGDURIGHEIDSTOESLAG WWB 2013 GEMEENTE NOORD-BEVELAND Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen Artikel 1. Begrippen. 1 Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2000 408 Besluit van 26 september 2000 tot wijziging van het Uitvoeringsbesluit WIK en het Besluit krediethypotheek bijstand in verband met de vaststelling

Nadere informatie

Beleidsregels bijzondere bijstand WIHW 2016

Beleidsregels bijzondere bijstand WIHW 2016 Beleidsregels bijzondere bijstand WIHW 2016 Het dagelijks bestuur van WIHW; Gelezen het advies van de Regionale Cliëntenraad WIHW; Gelet op de artikel 35 van de Participatiewet; Besluit vast te stellen

Nadere informatie

BELEIDSREGELS TERUGVORDERING UITKERINGEN WET WERK EN BIJSTAND 2013

BELEIDSREGELS TERUGVORDERING UITKERINGEN WET WERK EN BIJSTAND 2013 CVDR Officiële uitgave van Ooststellingwerf. Nr. CVDR320430_1 12 juni 2018 BELEIDSREGELS TERUGVORDERING UITKERINGEN WET WERK EN BIJSTAND 2013 Burgemeester en wethouders van Ooststellingwerf; nr. 13 gelet

Nadere informatie

Sint nthonis. Beleidsregels leenbijstand WWB 2Ol4. r-szl2ol4/t7t

Sint nthonis. Beleidsregels leenbijstand WWB 2Ol4. r-szl2ol4/t7t B Sint nthonis Beleidsregels leenbijstand WWB 2Ol4 Boxmeer, januari 2014 r-szl2ol4/t7t Befeidsregels leenbijstand WWB 2fJ14. fnhoudsopgave HOOFDSTUK 1 ALGEMEEN o Begripsbepaling. Bevoegdheid HOOFDSTUK

Nadere informatie

Elektronisch. Deze berichten staan op

Elektronisch. Deze berichten staan op Gemeente Veendam Elektronisch Gemeenteblad Officiële bekendmakingen Deze berichten staan op www.veendam.nl/gemeenteblad Week 2 12 januari 2016 nummer 2 In voorliggend document vindt u de Gemeenteberichten

Nadere informatie

Gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 2012;

Gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 2012; RAADSBESLUIT De raad van de gemeente Hilversum, Gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 2012; Gelet op: - artikel 147 van de Gemeentewet en; - artikel 36 en artikel 8, eerste

Nadere informatie

B&W-nr.:06.0700 d.d. 06-06-2006. Wijziging Beleidsregels Bijzondere Bijstand

B&W-nr.:06.0700 d.d. 06-06-2006. Wijziging Beleidsregels Bijzondere Bijstand Raadsaanbiedingsformulier Rv nr. Opsteller Naam: Piet Minderhoud B&W.nr.: 06.0700 Dienst: SOZA Telefoon: 516 7393 Verantwoordelijk portef.houder: Sociale Zaken B&W-besluit d.d: 6 juni 2006 en Cultuur Meningsvormend

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2004 2005 29 499 Wijziging van de Wet werk en bijstand en enige andere wetten in verband met een aantal technische verbeteringen en het herstel van enkele

Nadere informatie

Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Smallingerland gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 november 2014;

Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Smallingerland gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 november 2014; GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Smallingerland. Nr. 79151 24 december 2014 Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Smallingerland 2015 De raad van de gemeente Smallingerland ; gelezen

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage W&B/URP/04/81270

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage W&B/URP/04/81270 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van (datum);

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van (datum); Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Leeuwarden 2015-2 De raad van de gemeente Leeuwarden; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van (datum); gelet op artikel

Nadere informatie

Beleidsregels terugvordering & verhaal WWB

Beleidsregels terugvordering & verhaal WWB Beleidsregels terugvordering & verhaal WWB Afdeling Samenleving, november 2009 HOOFDSTUK 1 TERUGVORDERING ALGEMENE BEPALINGEN 1 Algemeen Alle begripsbepalingen die in deze beleidsregels worden gebruikt

Nadere informatie

Beleidsregels terugvordering & verhaal WWB, IOAW, IOAZ

Beleidsregels terugvordering & verhaal WWB, IOAW, IOAZ Beleidsregels terugvordering & verhaal WWB, IOAW, IOAZ Afdeling Samenleving, mei 2010 HOOFDSTUK 1 TERUGVORDERING ALGEMENE BEPALINGEN 1 Algemeen Alle begripsbepalingen die in deze beleidsregels worden gebruikt

Nadere informatie

2015Beleidsregels vaststellen vermogen en vaststellen vermogen in eigen woning

2015Beleidsregels vaststellen vermogen en vaststellen vermogen in eigen woning 2015Beleidsregels vaststellen vermogen en vaststellen vermogen in eigen woning Participatiewet Voorschoten 2015 Het college van de gemeente Voorschoten, gezien het voorstel van het hoofd van de afdeling

Nadere informatie

Verordening Individuele inkomenstoeslag 2015 gemeente Woudenberg. gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 11 november 2014;

Verordening Individuele inkomenstoeslag 2015 gemeente Woudenberg. gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 11 november 2014; GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Woudenberg. Nr. 80217 24 december 2014 Verordening Individuele inkomenstoeslag 2015 gemeente Woudenberg De raad van de Gemeente Woudenberg, gelezen het voorstel

Nadere informatie

Verordening Individuele Inkomenstoeslag 2015

Verordening Individuele Inkomenstoeslag 2015 Verordening Individuele Inkomenstoeslag 2015 De raad van de gemeente Borne, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d., gelet op artikel 8, tweede lid, van de Participatiewet; Overwegende

Nadere informatie

Beleidsregels vaststellen vermogen en vaststellen vermogen in eigen woning Participatiewet Leidschendam-Voorburg 2015

Beleidsregels vaststellen vermogen en vaststellen vermogen in eigen woning Participatiewet Leidschendam-Voorburg 2015 Beleidsregels vaststellen vermogen en vaststellen vermogen in eigen woning Participatiewet Leidschendam-Voorburg 2015 Het college van de gemeente Leidschendam-Voorburg, gezien het collegevoorstel Beleidsregels,

Nadere informatie

gelet op artikel 8 lid 1 onderdeel d, artikel 8 lid 2 onderdeel b en artikel 36 van de Wet werk en bijstand;

gelet op artikel 8 lid 1 onderdeel d, artikel 8 lid 2 onderdeel b en artikel 36 van de Wet werk en bijstand; De raad van de gemeente Opsterland; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 februari 2013; gelet op artikel 8 lid 1 onderdeel d, artikel 8 lid 2 onderdeel b en artikel 36 van de Wet

Nadere informatie

Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Emmen 2015

Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Emmen 2015 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Emmen Nr. 219001 12 december 2017 Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Emmen 2015 Het college van burgemeester en wethouders maakt bekend dat

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Wijk bij Duurstede (Utrecht)

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Wijk bij Duurstede (Utrecht) Verordening Individuele inkomenstoeslag Participatiewet Regionale Dienst Werk en Inkomen Kromme Rijn Heuvelrug Het Algemeen Bestuur van de Regionale Dienst Werk en Inkomen Kromme rijn Heuvelrug; gezien

Nadere informatie

BELEIDSREGELS TERUGVORDERING PARTICIPATIEWET GEMEENTE HELLEVOETSLUIS

BELEIDSREGELS TERUGVORDERING PARTICIPATIEWET GEMEENTE HELLEVOETSLUIS BELEIDSREGELS TERUGVORDERING PARTICIPATIEWET GEMEENTE HELLEVOETSLUIS Het college van de gemeente Hellevoetsluis B E S L U I T : Vast te stellen: De volgende beleidsregels terugvordering Participatiewet

Nadere informatie

Beleidsregels kostendelersnorm en verlaging bijstandsnorm 2015

Beleidsregels kostendelersnorm en verlaging bijstandsnorm 2015 Beleidsregels kostendelersnorm en verlaging bijstandsnorm 2015 Het college van burgemeester en wethouders van Apeldoorn; Gelet op artikel 22a, 27 en artikel 28 van de Participatiewet, artikel 5 van de

Nadere informatie

Gemeente Den Haag. rv 126. Voorstel van het college inzake aanpassing verordening langdurigheidstoeslag 2012 ten gevolge van vervallen huishoudtoets.

Gemeente Den Haag. rv 126. Voorstel van het college inzake aanpassing verordening langdurigheidstoeslag 2012 ten gevolge van vervallen huishoudtoets. rv 126 Dienst Sociale zaken en Werkgelegenheidsprojecten BSW/2012.129 RIS 254101_121211 Gemeente Den Haag Voorstel van het college inzake aanpassing verordening langdurigheidstoeslag 2012 ten gevolge van

Nadere informatie

Beleidsregel krediethypotheek P-wet Schagen 2015

Beleidsregel krediethypotheek P-wet Schagen 2015 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Schagen. Nr. 5235 20 januari 2015 Beleidsregel krediethypotheek P-wet Schagen 2015 Artikel 1 Vestigen krediethypotheek Voorzover met inachtneming van artikel

Nadere informatie