Gerechtsdeurwaarderswet 2016

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Gerechtsdeurwaarderswet 2016"

Transcriptie

1 Gerechtsdeurwaarderswet 2016 Hoofdstuk I. Algemene bepalingen Artikel 1 Voor de toepassing van het bij of krachtens deze wet bepaalde wordt verstaan onder: a. Onze Minister: Onze Minister van Veiligheid en Justitie; b. gerechtsdeurwaardersregister: het register, bedoeld in artikel 1a; c. ambtshandelingen: de werkzaamheden, bedoeld in artikel 2; d. gerechtsdeurwaarder: de ambtenaar, benoemd krachtens artikel 4, eerste lid; e. waarnemend gerechtsdeurwaarder: de waarnemend gerechtsdeurwaarder, bedoeld in artikel 23; f. kandidaat-gerechtsdeurwaarder: de kandidaat-gerechtsdeurwaarder, bedoeld in artikel 25; g. toegevoegd gerechtsdeurwaarder: de toegevoegd gerechtsdeurwaarder, bedoeld in artikel 27; h. het Bureau: het Bureau Financieel Toezicht, bedoeld in artikel 110 van de Wet op het notarisambt; i. kamer voor gerechtsdeurwaarders: het college, bedoeld in artikel 34; j. deeltijd: de arbeidsduur, bedoeld in artikel 2 van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984; k. de KBvG: de Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders, bedoeld in artikel 56. Artikel 1a 1. Er is een register voor gerechtsdeurwaarders, waarnemend gerechtsdeurwaarders, toegevoegd gerechtsdeurwaarders en kandidaat-gerechtsdeurwaarders, dat wordt beheerd door het bestuur van de KBvG. 2. In het register wordt iedere gerechtsdeurwaarder, waarnemend gerechtsdeurwaarder, toegevoegd gerechtsdeurwaarder en kandidaat-gerechtsdeurwaarder opgenomen onder vermelding van diens naam en plaats en datum van geboorte. 3. In het register worden ten aanzien van de daarin geregistreerde personen, voor zover van toepassing, tevens de volgende gegevens opgenomen: a. de benoeming van de gerechtsdeurwaarder, zijn ontslag of overlijden; b. de waarneming, bedoeld in artikel 23; c. een toevoeging als bedoeld in artikel 25 aan een gerechtsdeurwaarder; d. een toevoeging als bedoeld in artikel 27 aan een gerechtsdeurwaarder; e. de toestemming van de waarnemend gerechtsdeurwaarder op grond van de artikelen 25c, zesde lid, 28, zesde lid, of 29, tweede lid; f. het proces-verbaal van de eed of belofte, bedoeld in artikel 9, vierde lid; g. de handtekening en paraaf van de gerechtsdeurwaarder, waarnemend gerechtsdeurwaarder, toegevoegd gerechtsdeurwaarder en kandidaat-gerechtsdeurwaarder; h. de plaats van vestiging van de gerechtsdeurwaarder; i. de andere werkzaamheden en de nevenbetrekkingen van de gerechtsdeurwaarder, waarnemend gerechtsdeurwaarder, toegevoegd gerechtsdeurwaarder en kandidaat-gerechtsdeurwaarder die zijn opgegeven op grond van artikel 20, vierde lid; j. een schorsing op grond van artikel 38, eerste of vijfde lid, dan wel artikel 51; k. een onherroepelijke oplegging van een maatregel als bedoeld in artikel 43, tweede lid, en artikel 49, eerste lid; l. het bij onherroepelijke uitspraak gegrond verklaarde bezwaar zonder oplegging van een maatregel, bedoeld in artikel 43, derde lid; m. een onherroepelijke en onvoorwaardelijke oplegging van een bestuurlijke boete of een last onder dwangsom als bedoeld in artikel 30b, tweede lid. 4. Onze Minister, het Bureau, de kamer voor gerechtsdeurwaarders en het gerechtshof Amsterdam, hebben ten behoeve van hun taakvervulling op grond van deze wet onbeperkte inzage. 5. Het register ligt voor een ieder ter inzage, met uitzondering van de gegevens betreffende: de plaats en datum van geboorte van de ingeschrevene; de gegrondverklaring van een klacht zonder oplegging van een maatregel; 1

2 de tuchtrechtelijke maatregelen van de waarschuwing, berisping of boete op grond van artikel 43, tweede lid, onderdelen a, b en c, tenzij toepassing is gegeven aan artikel 43, vierde lid; de tuchtrechtelijke maatregelen van artikel 49, eerste lid, voor zover een waarschuwing, berisping of boete is opgelegd; en de maatregelen die zijn opgelegd op grond van artikel 30b. 6. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld betreffende de toepassing van het tweede en derde lid, de inrichting van het register, de wijze waarop het wordt beheerd, de inzage in het register en het verstrekken van gegevens uit het register door het bestuur van de KBvG. Het bestuur van de KBvG verstrekt op verzoek een gewaarmerkt afschrift of uittreksel tegen kostprijs. Hoofdstuk II. De gerechtsdeurwaarder Paragraaf 1. Ambt en bevoegdheid Artikel 2 1. De gerechtsdeurwaarder is een openbaar ambtenaar, belast met de taken die bij of krachtens de wet, al dan niet bij uitsluiting van ieder ander, aan deurwaarders onderscheidenlijk gerechtsdeurwaarders zijn opgedragen of voorbehouden. De gerechtsdeurwaarder is in het bijzonder belast met: a. het doen van dagvaardingen en andere betekeningen, behorende tot de rechtsingang of de instructie van gedingen; b. het doen van gerechtelijke aanzeggingen, bekendmakingen, protesten en verdere exploten; c. ontruimingen, beslagen, executoriale verkopingen, gijzelingen en andere handelingen, behorende tot of vereist voor de uitvoering van executoriale titels dan wel voor de bewaring van rechten; d. het doen van protesten van non-acceptatie of non-betaling van wissels, orderbiljetten en dergelijke en het opmaken van een akte van interventie aan de voet van het protest; e. het ambtelijk toezicht bij vrijwillige openbare verkopingen van roerende lichamelijke zaken bij opbod, bij opbod en afslag, of bij afslag. 2. Bij algemene maatregel van bestuur worden de in het eerste lid bedoelde ambtshandelingen omschreven. 3. Onder ambtshandelingen worden mede verstaan de werkzaamheden die rechtstreeks daarmee samenhangen. 4. De hoofdstukken 3 en 4 van de Algemene wet bestuursrecht zijn niet van toepassing op ambtshandelingen en de weigering deze te verrichten. Artikel 3 1. De gerechtsdeurwaarder is bevoegd tot het verrichten van ambtshandelingen op het grondgebied van Nederland. 2. De gerechtsdeurwaarder is niet bevoegd tot het verrichten van ambtshandelingen ten behoeve van of gericht tegen: a. zichzelf, zijn echtgenoot, geregistreerde partner of een persoon met wie hij een duurzame relatie onderhoudt en samenwoont; b. zijn bloed- of aanverwanten, in rechte lijn onbepaald en in de zijlijn tot en met de derde graad; c. een natuurlijke persoon, niet zijnde een gerechtsdeurwaarder, of rechtspersoon, waarvan de aandelen niet volledig in het bezit zijn van een gerechtsdeurwaarder, die direct of indirect aandelen bezit van of de functie van directeur vervult in de rechtspersoon die het kantoor houdt van waaruit de gerechtsdeurwaarder zijn ambtshandelingen verricht. 3. De gerechtsdeurwaarder is niet bevoegd tot het verrichten van ambtshandelingen ten behoeve van of gericht tegen: a. de bloed- en aanverwanten van een persoon met wie hij een duurzame relatie onderhoudt en samenwoont, in rechte lijn onbepaald en in de zijlijn tot en met de derde graad; b. een rechtspersoon waarvan hij weet of had behoren te weten dat een van de personen, bedoeld in het tweede lid, onderdeel a, dan wel een van hun bloed of aanverwanten in rechte lijn daarin een meerderheid van de aandelen bezit of de functie van directeur vervult. 4. Ambtshandelingen, verricht in strijd met het tweede of derde lid, zijn nietig. Artikel 3a 1. De gerechtsdeurwaarder die opdracht ontvangt tot het verrichten van een ambtshandeling stelt, indien hij redelijkerwijs rekening moet houden met de mogelijkheid dat het verrichten daarvan in strijd is met de volkenrechtelijke verplichtingen van de Staat, Onze Minister aanstonds van de ontvangen opdracht in kennis, op de wijze als bij ministeriële regeling is vastgesteld. 2. Onze Minister kan een gerechtsdeurwaarder aanzeggen dat een ambtshandeling die aan hem is of zal worden opgedragen, dan wel door hem reeds is verricht, in strijd is met de volkenrechtelijke verplichtingen van de Staat. 2

3 3. Een aanzegging kan uitsluitend ambtshalve geschieden. In verband met de vereiste spoed kan een aanzegging mondeling geschieden, in welk geval zij onverwijld schriftelijk wordt bevestigd. 4. Van de aanzegging wordt mededeling gedaan door plaatsing in de Staatscourant. 5. Is op het tijdstip waarop de gerechtsdeurwaarder een aanzegging ontvangt als bedoeld in het tweede lid, de ambtshandeling nog niet verricht, dan heeft de aanzegging ten gevolge dat de gerechtsdeurwaarder niet bevoegd is tot het verrichten van deze ambtshandeling. Een ambtshandeling die is verricht in strijd met de eerste volzin is nietig. 6. Is op het tijdstip waarop de gerechtsdeurwaarder een aanzegging ontvangt als bedoeld in het tweede lid, de ambtshandeling reeds verricht en behelsde deze een beslagexploot, dan betekent hij deze aanzegging aanstonds aan degene aan wie het exploot is gedaan, heft het beslag op en maakt de gevolgen daarvan ongedaan. De kosten van de betekening van de aanzegging komen ten laste van de Staat. 7. De voorzieningenrechter kan, rechtdoende in kort geding, de gevolgen van de aanzegging, bedoeld in het vijfde lid, eerste volzin, en de verplichtingen, bedoeld in het zesde lid, opheffen, onverminderd de bevoegdheid van de gewone rechter. Indien de ambtshandeling een beslag behelst is artikel 438, vierde lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering van toepassing. Paragraaf 2. Benoeming en beëdiging Artikel 4 1. Een gerechtsdeurwaarder wordt benoemd bij koninklijk besluit. In het besluit wordt de plaats van vestiging aangegeven. Hij mag zijn werkzaamheden als gerechtsdeurwaarder eerst aanvangen na overeenkomstig artikel 9 te zijn beëdigd nadat hij is ingeschreven in het gerechtsdeurwaardersregister. 2. Tot het voeren van de titel van gerechtsdeurwaarder is uitsluitend bevoegd degene die als zodanig is benoemd en beëdigd als zodanig is ingeschreven in het gerechtsdeurwaardersregister en die niet geschorst of ontslagen is. Artikel 5 Tot gerechtsdeurwaarder is slechts benoembaar degene die: a. de Nederlandse nationaliteit bezit of de nationaliteit van een andere lidstaat van de Europese Unie, van een overige staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte of van de Zwitserse Bondsstaat; b. met goed gevolg een door Onze Minister erkende opleiding ter voorbereiding op het beroep van gerechtsdeurwaarder heeft doorlopen, dan wel in het bezit is van een ten aanzien van het beroep van gerechtsdeurwaarder afgegeven erkenning van beroepskwalificaties als bedoeld in artikel 5 van de Algemene wet erkenning EG-beroepskwalificaties; c. de stage, bedoeld in artikel 25, tweede lid, heeft doorlopen; d. de Nederlandse taal in voldoende mate beheerst voor een goede uitoefening van het ambt van gerechtsdeurwaarder; e. in de hoedanigheid van toegevoegd gerechtsdeurwaarder of kandidaat-gerechtsdeurwaarder gedurende het jaar voorafgaande aan zijn verzoek tot benoeming gemiddeld ten minste 21 uur per week werkzaam is geweest; f. in het bezit is van een ondernemingsplan dat voldoet aan de voorwaarden van artikel 6, eerste lid, alsmede van het advies, bedoeld in artikel 6, tweede lid; en g. in het bezit is van een verklaring omtrent het gedrag afgegeven volgens de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens en die niet ouder is dan drie maanden, dan wel indien betrokkene niet de Nederlandse nationaliteit bezit, een met een verklaring omtrent het gedrag gelijk te stellen verklaring afgegeven door het daartoe bevoegde gezag in de staat van herkomst. Artikel 6 1. Het ondernemingsplan, bedoeld in artikel 5, is zodanig opgesteld dat daaruit in ieder geval blijkt: a. dat de verzoeker over voldoende financiële middelen beschikt om een kantoor te houden dat in overeenstemming is met de eisen van het ambt; en b. dat op redelijke gronden mag worden verwacht dat na drie jaren de praktijk kostendekkend kan worden uitgeoefend. 2. Over het ondernemingsplan wordt advies uitgebracht door een door Onze Minister te benoemen Commissie van deskundigen. De Commissie is bevoegd in verband met het onderzoek van het ondernemingsplan inlichtingen in te winnen bij de KBvG en het Bureau. Het advies wordt als bijlage bij het ondernemingsplan gevoegd. 3. Het secretariaat van de Commissie van deskundigen berust bij het Bureau. 4. Voor de advisering over het ondernemingsplan door de Commissie van deskundigen worden aan de verzoeker kosten in rekening gebracht. 5. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld omtrent: a. het ondernemingsplan; b. de samenstelling en de werkwijze van de Commissie van deskundigen; c. de wijze waarop de kosten van de advisering worden berekend. 3

4 Artikel 7 1. De kandidaat-gerechtsdeurwaarder Degene die voor benoeming tot gerechtsdeurwaarder in aanmerking wenst te komen dient bij Onze Minister een daartoe strekkend verzoek in, met opgave van de plaats waarin hij voornemens is zich als gerechtsdeurwaarder te vestigen. Bij het verzoek legt hij bewijsstukken over waaruit blijkt dat hij voldoet aan de voorwaarden van artikel 5, daaronder begrepen het ondernemingsplan. In het verzoek doet hij tevens opgave van het kantoor of de kantoren waar hij als toegevoegd kandidaat-gerechtsdeurwaarder werkzaam is geweest. waar de gerechtsdeurwaarder onder wiens verantwoordelijkheid hij ambtshandelingen heeft verricht werkzaam was 2. Onze Minister zendt een afschrift van het verzoek met de bijlagen aan het bestuur van de KBvG en het Bureau met het verzoek hem uiterlijk binnen drie maanden in kennis te stellen van eventuele aan haar hem bekende feiten of omstandigheden, welke naar haar zijn oordeel tot weigering van het verzoek zouden kunnen leiden. 3. Een benoeming kan uitsluitend worden geweigerd indien aan één of meer van de in artikel 5 genoemde voorwaarden niet is voldaan of wanneer er, gelet op de antecedenten van de verzoeker, een gegronde vrees bestaat dat de kandidaatgerechtsdeurwaarder de gerechtsdeurwaarder na benoeming zal handelen of nalaten in strijd met het bij of krachtens de wet bepaalde of anderszins het aanzien of de vervulling van het gerechtsdeurwaardersambt wordt geschaad of belemmerd. Een beschikking tot weigering van een benoeming wordt gegeven door Onze Minister. 4. Op het verzoek wordt beslist binnen vier maanden na ontvangst ervan. Artikel 8 In afwijking van artikel 8:4, onderdeel d derde lid, onderdeel a van de Algemene wet bestuursrecht kan een belanghebbende tegen een besluit tot benoeming tot gerechtsdeurwaarder beroep instellen. Artikel 9 1. De gerechtsdeurwaarder legt binnen twee maanden na de dagtekening van zijn benoeming ter openbare terechtzitting voor de rechtbank van het arrondissement waarin de plaats van vestiging is gelegen de navolgende eed of belofte af: «Ik zweer (beloof) getrouwheid aan de Koning en de Grondwet.» «Ik zweer (beloof), dat ik mij zal gedragen naar de wetten en voorschriften op mijn ambt van toepassing en dat ik mijn taak eerlijk en nauwgezet zal uitvoeren.» «Voorts zweer (verklaar) ik, dat ik, om tot gerechtsdeurwaarder te worden benoemd, direct of indirect aan niemand, onder welke naam of welk voorwendsel ook, enige giften of gaven beloofd of afgegeven heb, noch beloven of afgeven zal». 2. Wanneer de eed of belofte, bedoeld in het eerste lid, in de Friese taal wordt afgelegd, luidt de tekst van de eed of belofte als volgt: «Ik swar (ûnthjit) trou oan de Kening en de Grûnwet.» «Ik swar (ûnthjit), dat ik my hâlde en drage sil neffens de wetten en foarskriften sa t dy op myn amt fan tapassing binne en dat ik myn taak earlik en sekuer útfiere sil.» «Fierders swar (ferklearje) ik, dat ik, om ta gerjochtsdoarwarder beneamd te wurden, midlik of streekrjocht oan gjinien, ûnder wat namme of wat útwynsel ek, likefolle hokker jeften of geskinken tasein of ôfjûn haw, noch tasizze of ôfjaan sil». 3. Indien de eed of belofte niet binnen de in het eerste lid bedoelde termijn is afgelegd, vervalt de benoeming. Onze Minister kan de in het eerste lid bedoelde termijn verlengen. 4. Alvorens de eed of belofte af te leggen, deponeert de gerechtsdeurwaarder zijn handtekening en paraaf ter griffie van de in het eerste lid bedoelde rechtbank. In geval van verandering van plaats van vestiging buiten het arrondissement deponeert de gerechtsdeurwaarder zo spoedig mogelijk na de benoeming op de nieuwe plaats van vestiging zijn handtekening en paraaf ter griffie van de rechtbank in het arrondissement waarin de nieuwe plaats van vestiging is gelegen. 4. De griffier van de rechtbank geeft ter zitting een proces-verbaal van het afleggen van de eed of belofte af aan de gerechtsdeurwaarder. 5. De gerechtsdeurwaarder laat zich terstond na het afleggen van de eed of belofte inschrijven in het gerechtsdeurwaardersregister, onder overlegging van het proces-verbaal bedoeld in het vierde lid en onder deponering van zijn handtekening en paraaf. Artikel De plaats van vestiging van een gerechtsdeurwaarder kan, met instemming van de betrokkene, door Onze Minister worden gewijzigd bij een beschikking waarbij tevens de datum van ingang wordt bepaald. 2. De gerechtsdeurwaarder die zich in een andere plaats wenst te vestigen, richt daartoe een verzoek tot Onze Minister. 4

5 Hij doet daarbij opgave van de gemeente waar hij voornemens is zich te vestigen. Bij dit verzoek legt hij een ondernemingsplan over als bedoeld in artikel 6, eerste lid, betrekking hebbend op de plaats waar hij voornemens is zich te vestigen, alsmede het advies, bedoeld in het tweede lid van dat artikel. Artikel 7, tweede en vierde lid, zijn van overeenkomstige toepassing. 3. Het verzoek kan uitsluitend worden geweigerd indien het bij het verzoek overgelegde ondernemingsplan niet voldoet aan de voorwaarden van artikel Indien de gerechtsdeurwaarder zich vestigt buiten het arrondissement waarin zijn plaats van vestiging is gelegen, is hij niet bevoegd zijn register en repertorium over te brengen naar de nieuwe plaats van vestiging. Paragraaf 3. Verplichtingen Artikel 11 De gerechtsdeurwaarder is te allen tijde verplicht in het gehele arrondissement waarin zijn plaats van vestiging is gelegen dan wel, indien het arrondissement meer dan één provincie omvat, in het deel van het arrondissement dat is gelegen in de provincie waarin zijn plaats van vestiging is gelegen de ambtshandelingen waartoe hij bevoegd is, te verrichten wanneer hierom wordt verzocht, tenzij: a. met het oog op zijn persoonlijke omstandigheden dit redelijkerwijs niet van hem kan worden verlangd, of b. de verzoeker niet bereid is het krachtens deze wet door de gerechtsdeurwaarder aan hem gevraagde voorschot voor het verrichten van ambtshandelingen te voldoen. Artikel Indien zich omstandigheden voordoen als bedoeld in artikel 11, onderdeel a, treft de gerechtsdeurwaarder, voor zover dit in zijn vermogen ligt, de nodige maatregelen om te verzekeren dat desverlangd in het verrichten van de ambtshandelingen ter plaatse kan worden voorzien. De gerechtsdeurwaarder kan daartoe Onze Minister verzoeken, een waarnemer te benoemen. Hij kan daartoe een waarnemer aanbevelen. 2. Wanneer de gerechtsdeurwaarder gedurende meer dan dertig dagen verhinderd is zijn ambt te vervullen, stelt hij Onze Minister hiervan in kennis, onder mededeling van de maatregelen, bedoeld in het eerste lid, die hij heeft getroffen. Artikel 12a 1. De gerechtsdeurwaarder oefent zijn ambt in onafhankelijkheid uit. De gerechtsdeurwaarder mag zijn ambt niet uitoefenen in enig verband waardoor zijn onafhankelijkheid wordt of kan worden beïnvloed. 2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld over het bepaalde in het eerste lid. 3. De voordracht voor een krachtens het tweede lid vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan de beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd. Artikel 13 Bij het verrichten van ambtshandelingen is de gerechtsdeurwaarder verplicht zich desverlangd te legitimeren door middel van een door Onze Minister afgegeven legitimatiebewijs. Artikel 14 Alvorens over te gaan tot de executie van een executoriale titel tot ontruiming van onroerende zaken, van een woonwagen of woonschip, geeft de gerechtsdeurwaarder aan burgemeester en wethouders van de gemeente waarbinnen de ontruiming zal plaats hebben, zo spoedig mogelijk kennis van het tijdstip waarop hij tot executie zal overgaan. Artikel Het exploot van de gerechtsdeurwaarder dient duidelijk, in onafgebroken samenhang, zonder niet gangbare afkortingen en in overeenstemming met de terzake geldende wettelijke voorschriften te zijn opgesteld. 2. Een exploot is gedateerd en ondertekend door de gerechtsdeurwaarder. De dagtekening geschiedt in letters. 3. Aan de voet van het exploot worden de kosten, bedoeld in de artikelen 240 en 434a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, vermeld. 4. Een gerechtsdeurwaarder verstrekt desgevraagd het origineel van het exploot aan degene op wiens verzoek hij de ambtshandeling heeft verricht. Van ieder exploot bewaart hij een afschrift ten behoeve van zijn administratie Artikel De gerechtsdeurwaarder houdt een kantoor dat in zijn plaats van vestiging is gelegen. Hij is verplicht aldaar zijn een 5

6 goed raadpleegbaar register en repertorium te bewaren. 2. Op verzoek van een gerechtsdeurwaarder kan Onze Minister, gehoord de Commissie van deskundigen, bedoeld in artikel 6, hem toestaan om elders een nevenkantoor te vestigen. Paragraaf 4. Administratie en boekhouding Artikel De gerechtsdeurwaarder is verplicht zowel ten aanzien van zijn werkzaamheden als zodanig als ten aanzien van zijn kantoorvermogen een administratie te voeren, waaruit te allen tijde op eenvoudige wijze zijn rechten en verplichtingen kunnen worden gekend. Hij is tevens verplicht ten aanzien van zijn privé-vermogen, daaronder mede begrepen het vermogen van een gemeenschap van goederen waarin hij is gehuwd of waarin hij een geregistreerd partnerschap is aangegaan, een administratie te voeren. De gerechtsdeurwaarder moet jaarlijks zowel ten aanzien van zijn kantoorvermogen als ten aanzien van zijn privé-vermogen een balans opmaken en, voor wat betreft de kantoorwerkzaamheden, een staat van baten en lasten. 2. De administratie ten aanzien van zijn werkzaamheden als zodanig, bedoeld in het eerste lid, heeft betrekking op de ambtshandelingen alsmede op de andere werkzaamheden, bedoeld in artikel 20, welke de gerechtsdeurwaarder verricht. De administratie met betrekking tot de ambtshandelingen omvat onder meer een register en een repertorium. 3. Het register omvat, in volgorde van dagtekening, de afschriften van de door de gerechtsdeurwaarder opgemaakte of ondertekende exploten, processen-verbaal, akten en verklaringen. 4. Het repertorium wordt van dag tot dag bijgehouden en bevat met betrekking tot alle door de gerechtsdeurwaarder uitgebrachte exploten: a. de dagtekening van het exploot, b. de aard van het exploot, c. de naam van ten minste een der betrokken partijen, en d. de kosten van het exploot. 5. Bij verordening worden regels gesteld met betrekking tot de wijze waarop de kantoor- en privé-administratie worden ingericht en bijgehouden. Artikel De gerechtsdeurwaarder is verplicht de stukken en afschriften betreffende zijn kantooradministratie gedurende de in artikel 10, derde lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek bedoelde termijn te bewaren. Artikel 10, vierde lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek is van toepassing. 2. De gerechtsdeurwaarder is verplicht van de tot zijn register behorende stukken, tegen betaling van de bij ministeriële regeling vast te stellen kosten, op hun verlangen expedities of uittreksels af te geven aan hen die ten tijde van het opmaken van de akte of de betekening daarvan, hetzij het origineel, hetzij een afschrift hebben ontvangen, of aan hun rechtsopvolgers onder algemene of bijzondere titel. In geval een derde-beslagene een elektronisch afschrift heeft ontvangen, geschiedt deze afgifte kosteloos. De expedities of uittreksels worden bij de afgifte daarvan als zodanig gewaarmerkt en door de gerechtsdeurwaarder die deze afgeeft gedagtekend en getekend. 3. In geval van overlijden, een wijziging van de plaats van vestiging als bedoeld in artikel 10, vierde lid, dan wel ontslag, dragen de gerechtsdeurwaarder of zijn erfgenamen de tot de administratie behorende stukken die krachtens het eerste lid nog moeten worden bewaard, over aan de waarnemend gerechtsdeurwaarder of aan een door Onze Minister aan te wijzen bewaarder. Het tweede lid is van overeenkomstige toepassing op degene aan wie de stukken zijn overgedragen. 4. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op de privé-administratie van de gerechtsdeurwaarder. Artikel De gerechtsdeurwaarder is verplicht bij een bank als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht een of meer bijzondere rekeningen aan te houden op zijn naam met vermelding van zijn hoedanigheid, die uitsluitend bestemd zijn voor gelden, die hij in verband met zijn werkzaamheden als zodanig ten behoeve van derden onder zich neemt. Gelden die aan de gerechtsdeurwaarder in verband met zijn werkzaamheden als zodanig ten behoeve van derden worden toevertrouwd, moeten op die rekening worden gestort. De bovenbedoelde bank voegt de over de gelden gekweekte rente toe aan het saldo van de bijzondere rekening. Indien deze gelden abusievelijk op een andere rekening van de gerechtsdeurwaarder zijn gestort of indien ten onrechte gelden op de bijzondere rekening zijn gestort, is de gerechtsdeurwaarder verplicht deze onverwijld op de juiste rekening te storten. Hetzelfde geldt indien de gelden rechtstreeks in handen van de gerechtsdeurwaarder zijn gesteld. Indien meer gerechtsdeurwaarders in een maatschap samenwerken, kan de bijzondere rekening ten name van die gerechtsdeurwaarders tezamen, de maatschap of de vennootschap worden gesteld. De gerechtsdeurwaarder vermeldt het nummer van de bijzondere rekening op zijn briefpapier. 2. De gerechtsdeurwaarder is bij uitsluiting bevoegd tot het beheer en de beschikking over de bijzondere rekening. De 6

7 gerechtsdeurwaarder kan met een rechthebbende overeenkomen om zijn aandeel in het saldo van de bijzondere rekening periodiek uit te keren. Hij kan aan een onder zijn verantwoordelijkheid werkzame persoon volmacht verlenen. Ten laste van deze rekening mag hij slechts betalingen doen in opdracht van een rechthebbende. Vorderingen van de gerechtsdeurwaarder uit hoofde van voor de rechthebbende verrichte werkzaamheden komen van rechtswege in mindering op het aandeel van de rechthebbende in het saldo, zodra zij aan de rechthebbende zijn opgegeven. Wordt de vordering betwist, dan kan de gerechtsdeurwaarder de in het vierde lid bedoelde uitkering van het saldo tot het betwiste bedrag opschorten, totdat vaststaat wat de rechthebbende uit hoofde van deze werkzaamheden verschuldigd is. Voor de hem uit hoofde van zijn werkzaamheden voor de rechthebbende toekomende bedragen, is de gerechtsdeurwaarder zelf rechthebbende in het saldo, onverminderd het bepaalde in de laatste volzin van het vierde lid. 3. Het vorderingsrecht voortvloeiende uit de bijzondere rekening behoort toe aan de gezamenlijke rechthebbenden. Het aandeel van iedere rechthebbende wordt berekend naar evenredigheid van het bedrag dat te zijnen behoeve op de bijzondere rekening is gestort. De gerechtsdeurwaarder of, indien het een gezamenlijke rekening als bedoeld in het eerste lid, zesde volzin betreft, iedere gerechtsdeurwaarder, is verplicht een tekort in het saldo van de bijzondere rekening terstond aan te vullen, en hij is ter zake daarvan aansprakelijk, tenzij hij aannemelijk kan maken dat hem ter zake van het ontstaan van het tekort geen verwijt treft. 4. Een rechthebbende heeft voor zover uit de aard van zijn recht niet anders voortvloeit, te allen tijde recht op uitkering van zijn aandeel in het saldo van de bijzondere rekening. Is het saldo van de bijzondere rekening niet toereikend om aan iedere rechthebbende het bedrag van zijn aandeel uit te keren, dan mag de gerechtsdeurwaarder aan de rechthebbende slechts zoveel uitkeren als in verband met de rechten van de andere rechthebbenden mogelijk is. In dat geval wordt het saldo onder de rechthebbenden verdeeld naar evenredigheid van ieders aandeel, met dien verstande dat, indien een gerechtsdeurwaarder zelf rechthebbende is, hem slechts wordt toegedeeld hetgeen overblijft, nadat de andere rechthebbenden het hun toekomende hebben ontvangen. 5. Er kan geen derdenbeslag worden gelegd onder de in het eerste lid bedoelde bank op het aandeel van een rechthebbende in de bijzondere rekening. Is onder de gerechtsdeurwaarder derdenbeslag gelegd op het aandeel van een rechthebbende in de bijzondere rekening, dan kan de gerechtsdeurwaarder die overeenkomstig de artikelen 476a en 477 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering verklaring heeft gedaan of die is veroordeeld overeenkomstig artikel 477a van dat wetboek, zonder opdracht van de rechthebbende overeenkomstig de verklaring of veroordeling betalen aan de executant. 6. Rechtshandelingen verricht in strijd met de bepalingen van dit artikel zijn vernietigbaar. De vernietigingsgrond kan worden ingeroepen door iedere rechtstreeks belanghebbende. Rechten, door derden te goeder trouw anders dan om niet verkregen op gelden die het voorwerp waren van de vernietigde rechtshandeling, worden geëerbiedigd. 7. Bij ministeriële regeling worden regels gesteld met betrekking tot de wijze van berekening en uitkering van de rente van de op de bijzondere rekening gestorte gelden. Beneden een bij de regeling te bepalen bedrag is geen rente verschuldigd. 8. Van de bepalingen van dit artikel en van de in het zevende lid bedoelde regels kan niet worden afgeweken. Artikel 19a Bij regeling van Onze Minister kan aan gerechtsdeurwaarders de plicht worden opgelegd tot het doen van een melding aan het Bureau indien er zich in de regeling aan te duiden gebeurtenissen voordoen die aanmerkelijke nadelige gevolgen kunnen hebben voor de financiële positie van een gerechtsdeurwaarder. Paragraaf 5. Nevenwerkzaamheden Artikel Andere werkzaamheden dan die, bedoeld in artikel 2, verricht de gerechtsdeurwaarder slechts indien dit de goede en onafhankelijke vervulling van zijn ambt, dan wel het aanzien daarvan, niet schaadt of belemmert. Voor zover de gerechtsdeurwaarder bij het verrichten van andere werkzaamheden gelden voor derden onder zich heeft of krijgt, is artikel 19 van overeenkomstige toepassing. 2. Met het oog op de belangen, bedoeld in het eerste lid, kunnen bij algemene maatregel van bestuur met betrekking tot het verrichten van bepaalde werkzaamheden regels worden gesteld. 3. Bij algemene maatregel van bestuur kan het verrichten van bepaalde werkzaamheden worden verboden, behoudens indien het betreft: a. het optreden als proces- of rolgemachtigde en het verlenen van rechtsbijstand in en buiten rechte, overeenkomstig hetgeen daaromtrent bij of krachtens de wet is bepaald; b. het optreden als curator of bewindvoerder; c. het innen van gelden voor derden, waarbij artikel 19 van overeenkomstige toepassing is; d. het verrichten van inventarisaties en taxaties; e. het opmaken van een schriftelijke verklaring betreffende door de gerechtsdeurwaarder persoonlijk 7

8 waargenomen feiten van stoffelijke aard; f. de uitoefening van het veilinghoudersbedrijf, met dien verstande dat de ambtshandelingen, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel e, daarin niet mogen worden uitgeoefend. 4. De gerechtsdeurwaarder doet opgave aan het bestuur van de KBvG van het aanvaarden en beëindigen van een al dan niet bezoldigde nevenbetrekking en van andere werkzaamheden anders dan genoemd in het derde lid. De gerechtsdeurwaarder draagt er zorg voor dat hetgeen hierover in het gerechtsdeurwaardersregister wordt bijgehouden actueel is. Paragraaf 6. De declaratie Artikel 21 Bij algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld met betrekking tot het betalen van voorschotten op hetgeen door de opdrachtgever aan de gerechtsdeurwaarder verschuldigd is. Artikel 22 De gerechtsdeurwaarder is verplicht een rekening ter zake van een aan hem toevertrouwde zaak op te maken, waaruit duidelijk blijkt op welke wijze het in rekening gebrachte is berekend en of het betrekking heeft op ambtshandelingen of op andere werkzaamheden, als bedoeld in artikel 20. Hoofdstuk III. Waarnemend gerechtsdeurwaarders, kandidaat-gerechtsdeurwaarders en toegevoegd kandidaatgerechtsdeurwaarders Hoofdstuk III. Waarnemend gerechtsdeurwaarders, kandidaat-gerechtsdeurwaarders en toegevoegd gerechtsdeurwaarders Paragraaf 1. De waarnemend gerechtsdeurwaarder Artikel Ingeval van ontslag dan wel indien de ter plaatse benoemde gerechtsdeurwaarder door ziekte, afwezigheid of schorsing zijn ambt niet kan vervullen, kan Onze Minister voor bepaalde of onbepaalde tijd een waarnemend gerechtsdeurwaarder benoemen. Alvorens tot benoeming van een waarnemend gerechtsdeurwaarder over te gaan, wint Onze Minister advies in bij het bestuur van de KBvG. 2. Tot waarnemend gerechtsdeurwaarder kunnen worden benoemd: a. een gerechtsdeurwaarder; b. een persoon die voldoet aan de vereisten voor benoeming tot gerechtsdeurwaarder, met uitzondering van het vereiste van artikel 5, eerste lid, onder d de vereisten genoemd in artikel 5, onderdelen e en f. c. in geval van ontslag wegens het bereiken van de leeftijd van zeventig jaar, de ontslagene zelf, doch niet voor langer dan één jaar. 3. Een persoon als bedoeld in het tweede lid, onderdeel b, die voor de eerste maal tot waarnemend gerechtsdeurwaarder wordt benoemd, legt zo spoedig mogelijk na zijn benoeming ter openbare terechtzitting voor de rechtbank van het arrondissement waarin de plaats van vestiging is gelegen, de navolgende eed of belofte af: «Ik zweer (beloof) getrouwheid aan de Koning en de Grondwet.» «Ik zweer (beloof), dat ik mij zal gedragen naar de wetten en voorschriften op mijn ambt van toepassing en dat ik mijn taak eerlijk en nauwgezet zal uitvoeren.» 4. Wanneer de eed of belofte, bedoeld in het derde lid, in de Friese taal wordt afgelegd, luidt de tekst van de eed of belofte als volgt: «Ik swar (ûnthjit) trou oan de Kening en de Grûnwet.» «Ik swar (ûnthjit), dat ik my hâlde en drage sil neffens de wetten en foarskriften sa t dy op myn amt fan tapassing binne en dat ik myn taak earlik en sekuer útfiere sil.» 5. Artikel 9, vierde en vijfde lid, zijn van overeenkomstige toepassing op de aflegging van de eed of belofte door een waarnemend gerechtsdeurwaarder. 6. De waarneming eindigt: a. door ontslag door Onze Minister; b. doordat de waargenomen gerechtsdeurwaarder, na kennisgeving daarvan aan Onze Minister, zijn ambtsvervulling hervat; c. door verloop van de termijn waarvoor de waarnemend gerechtsdeurwaarder werd benoemd. Artikel Een waarnemend gerechtsdeurwaarder heeft dezelfde rechten en verplichtingen als een gerechtsdeurwaarder. De gerechtsdeurwaarder die wordt waargenomen, hindert de waarneming niet. 2. Onverminderd het bepaalde in artikel 3, tweede tot en met vierde lid en artikel 3a, is de waarnemend gerechtsdeurwaarder bevoegd een verzoek tot het verrichten van ambtshandelingen dat was gericht tot de waar te 8

9 nemen gerechtsdeurwaarder of waarnemend gerechtsdeurwaarder, uit te voeren. Hij stelt verzoeker op de hoogte van de waarneming. 3. Het tweede lid is na beëindiging van de waarneming van overeenkomstige toepassing op de waargenomen gerechtsdeurwaarder met betrekking tot aan de waarnemend gerechtsdeurwaarder gerichte verzoeken tot het verrichten van ambtshandelingen. 4. De waar te nemen gerechtsdeurwaarder verschaft de waarnemend gerechtsdeurwaarder toegang tot zijn administratie voor zover dit noodzakelijk is voor het vervullen van de waarneming. 5. Bij waarneming in geval van ziekte of afwezigheid kan de waarnemend gerechtsdeurwaarder, in afwijking van artikel 17, in overeenstemming met de waar te nemen gerechtsdeurwaarder diens administratie voortzetten. 6. De kosten van de waarneming komen ten laste van de waargenomen gerechtsdeurwaarder. 7. Na beëindiging van de waarneming is het vierde lid van overeenkomstige toepassing op de gewezen waarnemend gerechtsdeurwaarder ten opzichte van de waargenomen gerechtsdeurwaarder. 8. Bij het verrichten van ambtshandelingen vermeldt de waarnemend gerechtsdeurwaarder zijn hoedanigheid. Behalve in geval van ontslag, vermeldt hij naast zijn eigen naam en voornamen, de naam, voornamen en plaats van vestiging van de gerechtsdeurwaarder waarvoor hij waarneemt. Paragraaf 2. De kandidaat-gerechtsdeurwaarder en de toegevoegd kandidaat-gerechtsdeurwaarder Paragraaf 2. De kandidaat-gerechtsdeurwaarder en de toegevoegd gerechtsdeurwaarder Artikel Kandidaat-gerechtsdeurwaarder is hij die met goed gevolg een door Onze Minister erkende opleiding tot kandidaatgerechtsdeurwaarder heeft doorlopen, of die in het bezit is van een ten aanzien van het beroep van gerechtsdeurwaarder afgegeven EG-verklaring als bedoeld in de Algemene wet erkenning EG-beroepskwalificaties. 2. Een erkenning als bedoeld in het eerste lid wordt verleend indien het opleidingsplan aan bij of krachtens algemene maatregel van bestuur gestelde eisen voldoet. Deze eisen kunnen betrekking hebben op: a. de duur en de inrichting van de opleiding; b. de toelating tot de opleiding; c. de organisatie en exploitatie van de opleiding; d. de examens en de rechtsbescherming van de cursisten; e. het in rekening brengen van een financiële bijdrage aan degene die de opleiding volgt. 3. De erkenning kan worden ingetrokken indien: a. de erkenning is verleend op grond van onjuiste gegevens, b. de opleider geen of onvoldoende uitvoering geeft aan het opleidingsplan; c. de opleider niet voldoet aan de bij of krachtens wet gestelde regels. 4. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld met betrekking tot de aanvraag van een erkenning en de besluitvorming daarover. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kan een commissie worden ingesteld die belast is met de behandeling van beroepschriften van cursisten en stagiairs en met advisering over de opleiding. Artikel Kandidaat-gerechtsdeurwaarder is degene die met goed gevolg een door Onze Minister erkende opleiding ter voorbereiding op het beroep van gerechtsdeurwaarder heeft doorlopen, of die in het bezit is van een ten aanzien van het beroep van gerechtsdeurwaarder afgegeven erkenning van beroepskwalificaties als bedoeld in artikel 5 van de Algemene wet erkenning EG-beroepskwalificaties, en ten behoeve van de stage is toegevoegd op grond van het derde lid en onder verantwoordelijkheid en toezicht van een gerechtsdeurwaarder bij hem werkzaam is op kantoor. 2. Een kandidaat-gerechtsdeurwaarder doorloopt, teneinde voldoende werkervaring op te doen, een stage van een jaar. In geval van werkzaamheid in deeltijd wordt de vereiste duur van de stage naar evenredigheid verlengd. 3. Een gerechtsdeurwaarder voegt een kandidaat-gerechtsdeurwaarder, met goedkeuring van Onze Minister, als zodanig aan zich toe. De goedkeuring van Onze Minister wordt steeds verleend voor de periode van maximaal een jaar. 4. Bij verordening worden regels gesteld met betrekking tot de inrichting van de stage, de beoordeling van de werkzaamheden van de kandidaat-gerechtsdeurwaarder, verdere kwalificaties in het kader van de beroepsbekwaamheid en de rechten en verplichtingen van de kandidaat-gerechtsdeurwaarder en de gerechtsdeurwaarder aan wie hij is toegevoegd. Artikel 25a 1. Een erkenning van een opleiding als bedoeld in artikel 25, eerste lid, wordt alleen verleend indien het opleidingsplan van een instelling aan bij of krachtens algemene maatregel van bestuur gestelde eisen voldoet. Deze eisen kunnen betrekking hebben op: 9

10 a. de duur en de inrichting van de opleiding, waaronder de opleidingsstage; b. de toelating tot de opleiding; c. de organisatie en exploitatie van de opleiding; d. de examens en de rechtsbescherming van de cursisten; en e. het in rekening brengen van een financiële bijdrage aan degene die de opleiding volgt. 2. De erkenning kan worden ingetrokken indien: a. de erkenning is verleend op grond van onjuiste gegevens; b. de opleider geen of onvoldoende uitvoering geeft aan het opleidingsplan; of c. de opleider niet voldoet aan de bij of krachtens wet gestelde regels. 3. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld met betrekking tot de aanvraag van een erkenning en de besluitvorming daarover. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kan een commissie worden ingesteld die belast is met de behandeling van beroepschriften van cursisten en stagiairs en met advisering over de opleiding. Artikel 25b 1. Het verzoek om goedkeuring van de toevoeging van een kandidaat-gerechtsdeurwaarder, bedoeld in artikel 25, derde lid, wordt gedaan door de gerechtsdeurwaarder en de beoogd kandidaat-gerechtsdeurwaarder gezamenlijk en bevat: a. de naam, voornamen en datum van geboorte van de beoogd kandidaat- gerechtsdeurwaarder; b. de naam, voornamen en plaats van vestiging van de gerechtsdeurwaarder; c. indien de beoogd kandidaat-gerechtsdeurwaarder reeds eerder als kandidaat-gerechtsdeurwaarder werkzaam was: het tijdvak van deze werkzaamheden en de naam en de plaats van vestiging van de gerechtsdeurwaarder aan wie hij laatst was toegevoegd; d. een verklaring van het bestuur van de KBvG, waaruit blijkt of aan de beoogd kandidaat-gerechtsdeurwaarder, respectievelijk de gerechtsdeurwaarder aan wie wordt toegevoegd, dan wel eerder was toegevoegd, een maatregel als bedoeld in de artikelen 43 of 49 is opgelegd, en zo ja, welke. 2. Een kandidaat-gerechtsdeurwaarder kan slechts als zodanig worden aangewezen indien hij in het bezit is van een verklaring omtrent het gedrag, afgegeven volgens de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens en die niet ouder is dan drie maanden, dan wel indien betrokkene niet de Nederlandse nationaliteit bezit, een met een verklaring omtrent het gedrag gelijk te stellen verklaring afgegeven door het daartoe bevoegde gezag in de staat van herkomst. Artikel 5, onderdeel d, is van overeenkomstige toepassing. 3. Bij algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld met betrekking tot het aantal kandidaatgerechtsdeurwaarders dat gelijktijdig onder verantwoordelijkheid van één gerechtsdeurwaarder werkzaam kan zijn. Artikel 25c 1. De kandidaat-gerechtsdeurwaarder kan namens en onder verantwoordelijkheid en toezicht van de gerechtsdeurwaarder op wiens kantoor hij werkzaam is, de ambtshandelingen verrichten waartoe deze bevoegd is. 2. De artikelen 3, tweede en derde lid, 13, 15 en 20 zijn van overeenkomstige toepassing op de kandidaatgerechtsdeurwaarder. Artikel 23, derde lid, is van overeenkomstige toepassing op de kandidaat-gerechtsdeurwaarder, met dien verstande dat de navolgende eed of belofte wordt afgelegd: «Ik zweer (beloof) getrouwheid aan de Koning en de Grondwet.» «Ik zweer (beloof), dat ik mij zal gedragen naar de wetten en voorschriften op het ambt van gerechtsdeurwaarder van toepassing en dat ik mijn taak eerlijk en nauwgezet zal uitvoeren.» 3. Wanneer de eed of belofte, bedoeld in het tweede lid, in de Friese taal wordt afgelegd, luidt de tekst van de eed of belofte als volgt: «Ik swar (ûnthjit) trou oan de Kening en de Grûnwet.» «Ik swar (ûnthjit), dat ik my hâlde en drage sil neffens de wetten en foarskriften sa t dy op it amt fan gerjochtsdoarwarder fan tapassing binne en dat ik myn taak earlik en sekuer útfiere sil.» 4. Artikel 9, vierde en vijfde lid, is van overeenkomstige toepassing op de aflegging van de eed of belofte door een kandidaat-gerechtsdeurwaarder. Hij mag zijn werkzaamheden eerst aanvangen nadat hij is ingeschreven in het gerechtsdeurwaardersregister. 5. Bij het verrichten van ambtshandelingen vermeldt de kandidaat-gerechtsdeurwaarder naast zijn naam, voornamen en hoedanigheid, de naam, voornamen en plaats van vestiging van de gerechtsdeurwaarder aan wie de goedkeuring bedoeld in artikel 25, derde lid, is verleend. 6. De kandidaat-gerechtsdeurwaarder verricht geen ambtshandelingen indien voor de gerechtsdeurwaarder een waarnemend gerechtsdeurwaarder is benoemd, tenzij de waarnemend gerechtsdeurwaarder hem, na kennisgeving aan Onze Minister, toestemming heeft verleend om onder verantwoordelijkheid van de waarnemend gerechtsdeurwaarder zijn werkzaamheden als kandidaat-gerechtsdeurwaarder voort te zetten. 10

11 Artikel Een gerechtsdeurwaarder kan, met goedkeuring van Onze Minister, een kandidaat-gerechtsdeurwaarder die op zijn kantoor werkzaam is, aanwijzen als toegevoegd kandidaat-gerechtsdeurwaarder. 2. Het verzoek om goedkeuring wordt ingediend door de gerechtsdeurwaarder en de kandidaat-gerechtsdeurwaarder gezamenlijk en bevat: a. naam, voornamen, jaar, dag en plaats van geboorte van de kandidaat-gerechtsdeurwaarder; b. naam, voornamen en plaats van vestiging van de gerechtsdeurwaarder; c. indien de kandidaat-gerechtsdeurwaarder reeds eerder als toegevoegd kandidaat-gerechtsdeurwaarder werkzaam was, het tijdvak van deze werkzaamheden en de naam en de plaats van vestiging van de vorige gerechtsdeurwaarders aan wie hij was toegevoegd. 3. Een kandidaat-gerechtsdeurwaarder kan slechts worden aangewezen als toegevoegd kandidaat-gerechtsdeurwaarder indien hij in het bezit is van een verklaring omtrent het gedrag, afgegeven volgens de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens. 4. Bij algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld met betrekking tot de termijn waarvoor de goedkeuring geldt en het aantal toegevoegd kandidaat-gerechtsdeurwaarders dat gelijktijdig onder verantwoordelijkheid van één gerechtsdeurwaarder werkzaam kan zijn. 5. De goedkeuring kan worden ingetrokken indien de toegevoegd kandidaat-gerechtsdeurwaarder in de uitoefening van zijn werkzaamheden handelt in strijd met het bij of krachtens de wet bepaalde of indien het aanzien of de vervulling van het gerechtsdeurwaardersambt daarbij wordt geschaad of belemmerd. 6. Op verzoek van de toegevoegd kandidaat-gerechtsdeurwaarder wordt de goedkeuring ingetrokken. Artikel De artikelen 25, 25b en 25c en 29 zijn van overeenkomstige toepassing bij een stageverplichting in het kader van de in artikel 25, eerste lid, bedoelde opleiding. 2. Iedere gerechtsdeurwaarder werkt naar vermogen mee aan de in het eerste lid genoemde stageverplichting. Het bestuur van de KBvG kan gerechtsdeurwaarders aanwijzen die de zorg dragen voor een stageplek voor gegadigden, tenzij dit voor de desbetreffende gerechtsdeurwaarder een onredelijke last zou vormen. 3. Degene die aan een gerechtsdeurwaarder wordt toegevoegd ten behoeve van de stageverplichting in het kader van de in artikel 25, eerste lid, bedoelde opleiding, mag zich kandidaat-gerechtsdeurwaarder noemen en is voor de duur van de toevoeging onderworpen aan het toezicht en tuchtrecht zoals dat voor kandidaat- gerechtsdeurwaarders geldt. Artikel Een toegevoegd kandidaat-gerechtsdeurwaarder doorloopt een stage van een jaar. In geval van werkzaamheid in deeltijd wordt die periode naar evenredigheid verlengd. 2. Bij algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld met betrekking tot de inrichting van de stage, de beoordeling van het kennen en kunnen van de stagiair, en de rechten en verplichtingen van de stagiair en de gerechtsdeurwaarder op wiens kantoor hij werkzaam is. 3. Iedere gerechtsdeurwaarder is verplicht naar vermogen mee te werken aan de opleiding van kandidaatgerechtsdeurwaarders. Indien een kandidaat-gerechtsdeurwaarder geen gerechtsdeurwaarder vindt die hem, met het oog op het doorlopen van een stage, als toegevoegd kandidaat-gerechtsdeurwaarder wil aanwijzen, wijst het bestuur van de KBvG een gerechtsdeurwaarder aan, tenzij dit voor de desbetreffende gerechtsdeurwaarder een onredelijke last zou vormen. Artikel Een gerechtsdeurwaarder kan, met goedkeuring van Onze Minister, een op grond van artikel 5 benoembare persoon, aanwijzen als een aan hem toegevoegd gerechtsdeurwaarder. De toegevoegd gerechtsdeurwaarder is bij de gerechtsdeurwaarder aan wie hij is toegevoegd, werkzaam op kantoor en kan onder verantwoordelijkheid en toezicht van deze gerechtsdeurwaarder namens hem de ambtshandelingen verrichten waartoe deze bevoegd is. 2. Het aantal toegevoegd gerechtsdeurwaarders per gerechtsdeurwaarder bedraagt ten hoogste drie. 3. De onderdelen e en f in artikel 5 zijn niet van toepassing in geval van een aanwijzing als bedoeld in het eerste lid. 4. Een toegevoegd gerechtsdeurwaarder wordt aan niet meer dan twee gerechtsdeurwaarders gelijktijdig toegevoegd. Artikel 28 (wordt geheel vervangen) 1. De toegevoegd kandidaat-gerechtsdeurwaarder kan namens en onder verantwoordelijkheid van de gerechtsdeurwaarder op wiens kantoor hij werkzaam is, de ambtshandelingen verrichten waartoe deze bevoegd is, met uitzondering van die waartoe de gerechtsdeurwaarder bevoegd is uit hoofde van een benoeming tot waarnemend 11

12 gerechtsdeurwaarder. 2. De artikelen 3, tweede en derde lid, 13, 15 en 20 zijn van overeenkomstige toepassing op de toegevoegd kandidaatgerechtsdeurwaarder. Artikel 23, derde lid, is van overeenkomstige toepassing op de toegevoegd kandidaatgerechtsdeurwaarder, met dien verstande dat de navolgende eed of belofte wordt afgelegd: «Ik zweer (beloof) getrouwheid aan de Koning en de Grondwet.» «Ik zweer (beloof), dat ik mij zal gedragen naar de wetten en voorschriften op het ambt van gerechtsdeurwaarder van toepassing en dat ik mijn taak eerlijk en nauwgezet zal uitvoeren.» 3. Wanneer de eed of belofte, bedoeld in het tweede lid, in de Friese taal wordt afgelegd, luidt de tekst van de eed of belofte als volgt: «Ik swar (ûnthjit) trou oan de Kening en de Grûnwet.» «Ik swar (ûnthjit), dat ik my hâlde en drage sil neffens de wetten en foarskriften sa t dy op it amt fan gerjochtsdoarwarder fan tapassing binne en dat ik myn taak earlik en sekuer útfiere sil.» 4. Bij het verrichten van ambtshandelingen vermeldt de toegevoegd kandidaat-gerechtsdeurwaarder naast zijn naam, voornamen en hoedanigheid, de naam, voornamen en plaats van vestiging van de gerechtsdeurwaarder aan wie hij is toegevoegd. 5. De toegevoegde kandidaat-gerechtsdeurwaarder verricht geen ambtshandelingen indien voor de gerechtsdeurwaarder een waarnemend gerechtsdeurwaarder is benoemd, tenzij de waarnemend gerechtsdeurwaarder hem, na kennisgeving aan Onze Minister, toestemming heeft verleend om onder verantwoordelijkheid van de waarnemend gerechtsdeurwaarder zijn werkzaamheden als toegevoegd kandidaat-gerechtsdeurwaarder voort te zetten. Artikel De artikelen 3, tweede en derde lid, 13, 15 en 20 zijn van overeenkomstige toepassing op de toegevoegd gerechtsdeurwaarder. 2. Artikel 23, derde lid, is van overeenkomstige toepassing op de toegevoegd gerechtsdeurwaarder die nog niet eerder is toegevoegd, met dien verstande dat de navolgende eed of belofte wordt afgelegd: «Ik zweer (beloof) getrouwheid aan de Koning en de Grondwet.» «Ik zweer (beloof), dat ik mij zal gedragen naar de wetten en voorschriften op het ambt van gerechtsdeurwaarder van toepassing en dat ik mijn taak eerlijk en nauwgezet zal uitvoeren.» 3. Wanneer de eed of belofte, bedoeld in het tweede lid, in de Friese taal wordt afgelegd, luidt de tekst van de eed of belofte als volgt: «Ik swar (ûnthjit) trou oan de Kening en de Grûnwet.» «Ik swar (ûnthjit), dat ik my hâlde en drage sil neffens de wetten en foarskriften sa t dy op it amt fan gerjochtsdoarwarder fan tapassing binne en dat ik myn taak earlik en sekuer útfiere sil.» 4. Artikel 9, vierde en vijfde lid, is van overeenkomstige toepassing op de aflegging van de eed of belofte door een toegevoegd gerechtsdeurwaarder. Hij mag zijn werkzaamheden eerst aanvangen nadat hij is ingeschreven in het gerechtsdeurwaardersregister. 5. Bij het verrichten van ambtshandelingen vermeldt de toegevoegd gerechtsdeurwaarder naast zijn naam, voornamen en hoedanigheid, de naam, voornamen en plaats van vestiging van de gerechtsdeurwaarder aan wie hij is toegevoegd. Artikel 29 (wordt geheel vervangen) Het toegevoegd kandidaat-gerechtsdeurwaarderschap eindigt door: a. schriftelijke kennisgeving aan Onze Minister en aan de toegevoegd kandidaat-gerechtsdeurwaarder van de intrekking van de aanwijzing door de gerechtsdeurwaarder die deze heeft gedaan; b. ontslag of overlijden van de gerechtsdeurwaarder die de aanwijzing heeft gedaan; c. intrekking van de goedkeuring of het verstrijken van de termijn, waarvoor de goedkeuring was verleend, bedoeld in artikel 26; d. benoeming van de toegevoegd kandidaat-gerechtsdeurwaarder tot gerechtsdeurwaarder. Artikel De toevoeging bedoeld, in artikel 25, derde lid, of artikel 27, eerste lid, eindigt van rechtswege: a. door opzegging dan wel het eindigen van de arbeidsovereenkomst van de kandidaat-gerechtsdeurwaarder of de toegevoegd gerechtsdeurwaarder of schorsing in zijn werkzaamheden door zijn werkgever; b. met ingang van de eerstvolgende maand na het bereiken van de 70-jarige leeftijd door de kandidaatgerechtsdeurwaarder, toegevoegd gerechtsdeurwaarder of gerechtsdeurwaarder; c. door de onherroepelijke oplegging van de maatregel van ontzetting uit het ambt, ontslag of overlijden van de gerechtsdeurwaarder; of d. door benoeming van de kandidaat-gerechtsdeurwaarder of toegevoegd gerechtsdeurwaarder tot gerechtsdeurwaarder. 12

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 047 Wijziging van de Gerechtsdeurwaarderswet in verband met de evaluatie van het functioneren van de Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders,

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2015 2016 34 047 Wijziging van de Gerechtsdeurwaarderswet in verband met de evaluatie van het functioneren van de Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2001 70 Wet van 26 januari 2001 tot vaststelling van de Gerechtsdeurwaarderswet Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses

Nadere informatie

2. Indien de raad een rekenkamer instelt, zijn de navolgende artikelen van dit hoofdstuk alsmede hoofdstuk XIa van toepassing.

2. Indien de raad een rekenkamer instelt, zijn de navolgende artikelen van dit hoofdstuk alsmede hoofdstuk XIa van toepassing. Hoofdstuk IVa. De Rekenkamer Paragraaf 1. De gemeentelijke rekenkamer Artikel 81a 1. De raad kan een rekenkamer instellen. 2. Indien de raad een rekenkamer instelt, zijn de navolgende artikelen van dit

Nadere informatie

3. Onderdeel f (nieuw) komt te luiden: f. kandidaat-gerechtsdeurwaarder: de kandidaat-gerechtsdeurwaarder, bedoeld in artikel 25;

3. Onderdeel f (nieuw) komt te luiden: f. kandidaat-gerechtsdeurwaarder: de kandidaat-gerechtsdeurwaarder, bedoeld in artikel 25; VOORSTEL VAN WET Wijziging van de Gerechtsdeurwaarderswet in verband met de evaluatie van het functioneren van de Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders, alsmede de regeling van enkele

Nadere informatie

Wettelijk kader integriteit

Wettelijk kader integriteit Wettelijk kader integriteit Afleggen eed of belofte Provinciewet Artikel 14 lid 1: Alvorens hun functie te kunnen uitoefenen, leggen de leden van Provinciale Staten in de vergadering, in handen van de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1993-1994 22775 Gerechtsdeurwaarderswet Nr. 6 NOTA VAIM WIJZIGING Ontvangen 12 oktober 1993 Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd: Aan artikel 4

Nadere informatie

De Provinciewet en de Rekenkamer

De Provinciewet en de Rekenkamer De Provinciewet en de Rekenkamer HOOFDSTUK XIa. DE BEVOEGDHEID VAN DE REKENKAMER Artikel 183 1. De rekenkamer onderzoekt de doelmatigheid, de doeltreffendheid en de rechtmatigheid van het door het provinciebestuur

Nadere informatie

1. Onderdeel d komt te luiden: d. kandidaat-gerechtsdeurwaarder: de kandidaat-gerechtsdeurwaarder, bedoeld in artikel 25.

1. Onderdeel d komt te luiden: d. kandidaat-gerechtsdeurwaarder: de kandidaat-gerechtsdeurwaarder, bedoeld in artikel 25. VOORSTEL VAN WET Wijziging van de Gerechtsdeurwaarderswet in verband met de evaluatie van het functioneren van de Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders, alsmede de regeling van enkele

Nadere informatie

Gemeentewet, overzicht van de artikelen betreffende de Rekenkamer

Gemeentewet, overzicht van de artikelen betreffende de Rekenkamer Gemeentewet, overzicht van de artikelen betreffende de Rekenkamer Hoofdstuk IVa. De Rekenkamer Paragraaf 1. De gemeentelijke rekenkamer Artikel 81a 1. De raad kan een rekenkamer instellen. 2. Indien de

Nadere informatie

Wet op het notarisambt

Wet op het notarisambt http://wetten.overheid.nl/bwbr0010388/geldigheidsdatum_09-02-20.. 1 of 35 9-2-2013 18:47 Wet op het notarisambt (Tekst geldend op: 09-02-2013) Wet van 3 april 1999, houdende wettelijke regeling van het

Nadere informatie

Wet op de loonvorming Wet van 12 februari 1970, houdende regelen met betrekking tot de loonvorming

Wet op de loonvorming Wet van 12 februari 1970, houdende regelen met betrekking tot de loonvorming Wet op de loonvorming Wet van 12 februari 1970, houdende regelen met betrekking tot de loonvorming (Wet op de loonvorming [Versie geldig vanaf: 17-02-1999]) Geschiedenis: Staatsblad 1997, 63;Staatsblad

Nadere informatie

Wetsartikelen ter toelichting van de OER

Wetsartikelen ter toelichting van de OER Wetsartikelen ter toelichting van de OER 2010-2011 Erasmus MC, Rotterdam Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of

Nadere informatie

Verboden handelingen en gedragscode raadsleden Artikel 15 Opleggen geheimhoudingsplicht Artikel 25

Verboden handelingen en gedragscode raadsleden Artikel 15 Opleggen geheimhoudingsplicht Artikel 25 Bijlage bij het voorstel inzake de gedragscode leden van de gemeenteraad en gedragscode burgemeester en wethouders bepalingen uit de Gemeentewet over de integriteit. RAADSLEDEN Nevenfuncties Artikel 12

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 569 Wijziging van de Wet op het notarisambt en enkele andere wetten in verband met onder meer een gewijzigde regeling van de legalisatie van

Nadere informatie

2019 no. 1 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA

2019 no. 1 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA 2019 no. 1 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA LANDSVERORDENING van 19 december 2018 houdende vaststelling van regels met betrekking tot het ambt van deurwaarder (Deurwaardersverordening) Uitgegeven, 4 januari

Nadere informatie

==================================================================== HOOFDSTUK I. Paragraaf 1. Inrichting. Artikel 1

==================================================================== HOOFDSTUK I. Paragraaf 1. Inrichting. Artikel 1 Intitulé : Landsverordening Raad van Advies Citeertitel: Landsverordening Raad van Advies Vindplaats : AB 1992 no. GT 3 Wijzigingen: AB 1992 no. 108 HOOFDSTUK I Paragraaf 1 Inrichting Artikel 1 De Raad

Nadere informatie

C O N C E P T. gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 14 maart 2017, corsanummer ;

C O N C E P T. gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 14 maart 2017, corsanummer ; De raad van de gemeente Enschede; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 14 maart 2017, corsanummer 1700033154; overwegende, dat - de behoefte bestaat een interne klachtenadviesprocedure

Nadere informatie

Volksgezondheidswetgeving GENEESKUNDIGE BEHANDELINGSOVEREENKOMST

Volksgezondheidswetgeving GENEESKUNDIGE BEHANDELINGSOVEREENKOMST GENEESKUNDIGE BEHANDELINGSOVEREENKOMST 13 Geneeskundige behandelingsovereenkomst (P.B. 2000, no. 118) Landsverordening van de 23ste oktober 2000 houdende vaststelling van de tekst van Boek 7 van het Burgerlijk

Nadere informatie

C O N C E P T (versie Raad van State)

C O N C E P T (versie Raad van State) Wijziging van de Wet op het notarisambt naar aanleiding van de evaluatie van die wet, alsmede de regeling van enkele andere onderwerpen en wijziging van de Wet op het centraal testamentenregister VOORSTEL

Nadere informatie

Wetsartikelen ter toelichting van de OER

Wetsartikelen ter toelichting van de OER Wetsartikelen ter toelichting van de OER 2008-2009 Erasmus MC, Rotterdam Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of

Nadere informatie

Hoofdstuk 9 Awb: Klachtbehandeling

Hoofdstuk 9 Awb: Klachtbehandeling Hoofdstuk 9 Awb: Klachtbehandeling Titel 9.1. Klachtbehandeling door een bestuursorgaan Afdeling 9.1.1. Algemene bepalingen Art. 9:1. 1. Een ieder heeft het recht om over de wijze waarop een bestuursorgaan

Nadere informatie

Juridisch kader: mededelingenbrieven financiële verslaggeving

Juridisch kader: mededelingenbrieven financiële verslaggeving Juridisch kader: mededelingenbrieven financiële verslaggeving Hieronder vindt u een overzicht van enige relevante wetsartikelen (1 januari 2019). Voor de meest actuele informatie zie https://wetten.overheid.nl/

Nadere informatie

Het bestuursorgaan bevestigt de ontvangst van een elektronisch ingediende aanvraag.

Het bestuursorgaan bevestigt de ontvangst van een elektronisch ingediende aanvraag. Algemene wet bestuursrecht Titel 4.1. Beschikkingen Afdeling 4.1.1. De aanvraag Artikel 4:1 Tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald, wordt de aanvraag tot het geven van een beschikking schriftelijk

Nadere informatie

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE MAASTRICHT 2015

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE MAASTRICHT 2015 ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE MAASTRICHT 2015 Algemene subsidieverordening gemeente Maastricht 2015 1 INHOUD Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen... 3 Artikel 1 Definities... 3 Artikel 2 Wettelijke

Nadere informatie

ingevolge artikel 14 van de statuten van de vereniging

ingevolge artikel 14 van de statuten van de vereniging REGLEMENT op de tuchtrechtspraak voor de leden van IIA-Nederland ingevolge artikel 14 van de statuten van de vereniging De raad van tucht Artikel 1 1 De raad van tucht is belast met de behandeling van

Nadere informatie

==================================================================== Artikel 1

==================================================================== Artikel 1 Intitulé : LANDSBESLUIT, houdende algemene maatregelen, ter uitvoering van enkele artikelen van het Wetboek van Strafvordering van Aruba (AB 1996 no. 75) inzake de verlening van toevoegingen in strafzaken

Nadere informatie

You created this PDF from an application that is not licensed to print to novapdf printer (

You created this PDF from an application that is not licensed to print to novapdf printer ( REGLEMENT STICHTING TUCHTRECHTSPRAAK MEDIATORS Artikel 1 Definities In dit reglement wordt verstaan onder: Stichting: Aangesloten Instelling: Mediator: Gedragsregels: Klachtenregeling: Tuchtcommissie:

Nadere informatie

Mandaat en delegatie. mr. M.C. de Voogd

Mandaat en delegatie. mr. M.C. de Voogd Mandaat en delegatie mr. M.C. de Voogd Artikel 1:1 Awb 1. Onder bestuursorgaan wordt verstaan: a. een orgaan van een rechtspersoon die krachtens publiekrecht is ingesteld, of b. een ander persoon of college,

Nadere informatie

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt.

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt. Wetgeving Algemene wet bestuursrecht Artikel 1:3 1. Onder besluit wordt verstaan: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling. 2. Onder beschikking

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van het Burgerlijk Wetboek en de Faillissementswet in verband met het verbeteren van de kwaliteit van bestuur en toezicht bij verenigingen en stichtingen alsmede de uniformering van enkele bepalingen

Nadere informatie

Verordening Onderzoeksrecht van Provinciale Staten 2007

Verordening Onderzoeksrecht van Provinciale Staten 2007 Verordening Onderzoeksrecht van Provinciale Staten 2007 Artikel 1 Begripsbepalingen In deze regeling wordt verstaan onder: a. onderzoek: onderzoek als bedoeld in artikel 151a tot en met 151f van de Provinciewet;

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 299 Wijziging van de Drank- en Horecawet in verband met de introductie van de bestuurlijke boete Nr. 1 KONINKLIJKE BOODSCHAP Aan de Tweede Kamer

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2009 33 Wet van 22 januari 2009 tot wijziging van het Wetboek van Strafvordering tot verbetering van de regeling van de positie van de deskundige

Nadere informatie

Wet arbeid Vreemdelingen

Wet arbeid Vreemdelingen Wav C22 C22 Wet arbeid Vreemdelingen Wet van 21 december 1994 tot vaststelling van de Wet arbeid vreemdelingen, Stb. 1994,959. Inwerkingtreding 1 september 1995. PARAGRAAF I Begripsbepalingen Artikel 1

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 170 Wijziging van de Politiewet 2012 en de Wet op de medische keuringen in verband met het screenen van personen die ambtenaar van politie willen

Nadere informatie

Wet van 25 mei 1937, tot het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten

Wet van 25 mei 1937, tot het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten (Tekst geldend op: 26-08-2014) Wet van 25 mei 1937, tot het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten Wij WILHELMINA, bij de gratie Gods, Koningin

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. Wijziging van het Burgerlijk Wetboek en het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering teneinde de collectieve afwikkeling van massavorderingen verder te vergemakkelijken (Wet tot wijziging van de Wet collectieve

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 62784 10 november 2017 Advies Raad van State inzake Besluit houdende regeling van de wijze van tenuitvoerlegging van beslissingen

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD VAN UTRECHT 2002 Nr. 29

GEMEENTEBLAD VAN UTRECHT 2002 Nr. 29 GEMEENTEBLAD VAN UTRECHT 2002 Nr. 29 VERORDENING over het recht van onderzoek. (raadsbesluit van 28 november 2002) De raad der gemeente Utrecht gelet op het voorstel van b. en w. d.d. 14 november 2002

Nadere informatie

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN Jaargang 2010 GT no. 17 Landsverordening Raad van Advies 1 Hoofdstuk 1. Inrichting en samenstelling Artikel 1 1. De Raad van Advies, verder te noemen de Raad, bestaat

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2001 324 Besluit van 4 juli 2001, houdende nadere regels met betrekking tot het aantal toegevoegd kandidaat-gerechtsdeurwaarders en de duur van de

Nadere informatie

Reglement. KMS Reglementen. Raad van Beroep. Raad van Beroep. Pagina: 1 van 7. Geldig per: Opgesteld: Wiebe Boekema

Reglement. KMS Reglementen. Raad van Beroep. Raad van Beroep. Pagina: 1 van 7. Geldig per: Opgesteld: Wiebe Boekema Pagina: 1 van 7 Reglement Pagina: 2 van 7 Inhoudsopgave 1 Algemeen 3 2 Het aanhangig maken van een beroep 3 3 Samenstelling van een 3 4 Inlichtingen 4 5 Geheimhouding 4 6 Procedure 4 7 Uitspraak 6 8 Overige

Nadere informatie

Reglement van orde van het College van Beroep voor de examens

Reglement van orde van het College van Beroep voor de examens Reglement van orde van het College van Beroep voor de examens Artikel 1 - Begripsbepalingen In dit reglement wordt verstaan onder: a. de wet: de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2009 222 Wet van 25 mei 2009 tot wijziging van de Advocatenwet en de Wet op het notarisambt in verband met het verruimen van de mogelijkheden tot

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 285 Wijziging van de Wet voorkeursrecht gemeenten (vereenvoudiging bekendmaking en aanbiedingsprocedure) Nr. 2 VOORSTEL VAN WET Wij Beatrix,

Nadere informatie

WIJ BEATRIX, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

WIJ BEATRIX, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. WET van 11 december 1980, houdende uitvoering van het op 18 maart 1970 te 's- Gravenhage tot stand gekomen Verdrag inzake de verkrijging van bewijs in het buitenland in burgerlijke en in handelszaken WIJ

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 218 Wijziging van de Faillissementswet in verband met de aanwijzing door de rechtbank van een beoogd curator ter bevordering van de afwikkeling

Nadere informatie

2. Onder handelingen op het gebied van de geneeskunst worden verstaan:

2. Onder handelingen op het gebied van de geneeskunst worden verstaan: Artikel 446 1. De overeenkomst inzake geneeskundige behandeling - in deze afdeling verder aangeduid als de behandelingsovereenkomst - is de overeenkomst waarbij een natuurlijke persoon of een rechtspersoon,

Nadere informatie

VERORDENING OP HET RECHT VAN ONDERZOEK 2011

VERORDENING OP HET RECHT VAN ONDERZOEK 2011 De raad van de gemeente Hengelo, gezien het voorstel van de fractie van Pro Hengelo met registratienummer 382188 en gelet op de artikelen 155a t/m 155f van de Gemeentewet, b e s l u i t : vast te stellen

Nadere informatie

Burgerlijk Wetboek Boek 7, Afdeling 5

Burgerlijk Wetboek Boek 7, Afdeling 5 Burgerlijk Wetboek Boek 7, Afdeling 5 (Tekst geldend op: 19 02 2015) Afdeling 5. De overeenkomst inzake geneeskundige behandeling Artikel 446 4. De overeenkomst inzake geneeskundige behandeling in deze

Nadere informatie

BELEIDSREGEL NADEELCOMPENSATIE KABELS EN LEIDINGEN GEMEENTE EINDHOVEN Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Eindhoven;

BELEIDSREGEL NADEELCOMPENSATIE KABELS EN LEIDINGEN GEMEENTE EINDHOVEN Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Eindhoven; BELEIDSREGEL NADEELCOMPENSATIE KABELS EN LEIDINGEN GEMEENTE EINDHOVEN 2014 Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Eindhoven; gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht

Nadere informatie

33 313 Voorstel van wet van de leden Sterk en Ortega-Martijn ter bevordering van het sparen door jongeren (Jongerenspaarwet)

33 313 Voorstel van wet van de leden Sterk en Ortega-Martijn ter bevordering van het sparen door jongeren (Jongerenspaarwet) T W E E D E K A M E R D E R S T A T E N - 2 G E N E R A A L Vergaderjaar 2011-2012 33 313 Voorstel van wet van de leden Sterk en Ortega-Martijn ter bevordering van het sparen door jongeren (Jongerenspaarwet)

Nadere informatie

MENTORSCHAP TEN BEHOEVE VAN MEERDERJARIGEN ARTIKELEN

MENTORSCHAP TEN BEHOEVE VAN MEERDERJARIGEN ARTIKELEN TITEL 20: MENTORSCHAP TEN BEHOEVE VAN MEERDERJARIGEN ARTIKELEN 450-462 Artikel 450 Indien een meerderjarige als gevolg van zijn geestelijke of lichamelijke toestand tijdelijk of duurzaam niet in staat

Nadere informatie

Beoordeling. h2>klacht

Beoordeling. h2>klacht Rapport 2 h2>klacht Verzoeker klaagt erover dat gerechtsdeurwaarder X het vonnis van de kantonrechter d.d. 18 december 2007 heeft betekend, terwijl hij verzoeker niet eerst heeft uitgenodigd dan wel heeft

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 184 Wet van 28 maart 2002 tot opneming in de Advocatenwet van enkele bepalingen over het onderzoek naar de toestand van de praktijk van een advocaat

Nadere informatie

AB 1996 no.64 KvK 10 MEI 2011 ================================================================

AB 1996 no.64 KvK 10 MEI 2011 ================================================================ Intitulé : LANDSVERORDENING houdende nieuwe regels ter zake van de verplaatsing van de zetel van bepaalde rechtspersonen naar en vanuit Aruba Citeertitel : Landsverordening zetelverplaatsing rechtspersonen

Nadere informatie

Integriteitsverklaring kandidaat-leden van het dagelijks bestuur

Integriteitsverklaring kandidaat-leden van het dagelijks bestuur Integriteitsverklaring kandidaat-leden van het dagelijks bestuur Registratienummer 15.11338 Vragen voor gesprek van dijkgraaf met kandidaat-lid dagelijks bestuur Dit formulier wordt van te voren door het

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 421 Wet van 9 oktober 2008, houdende regels strekkende tot het opleggen van een tijdelijk huisverbod aan personen van wie een ernstige dreiging

Nadere informatie

Het bestuur van de Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders (KBvG);

Het bestuur van de Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders (KBvG); Reglement digitaal beslagregister voor gerechtsdeurwaarders Het bestuur van de Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders (KBvG); Overwegende dat het gewenst is nadere regels te stellen met

Nadere informatie

Wet van 25 mei 1937, tot het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten

Wet van 25 mei 1937, tot het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten pagina 1 van 5 Wet van 25 mei 1937, tot het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten (Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren

Nadere informatie

Citeertitel: Landsbesluit bewaring inbeslaggenomen voorwerpen =====================================================================

Citeertitel: Landsbesluit bewaring inbeslaggenomen voorwerpen ===================================================================== Intitulé : LANDSBESLUIT, houdende algemene maatregelen, van ter uitvoering van enkele artikelen van het Wetboek van Strafvordering van Aruba (AB 1996 no. 75) inzake de bewaring van inbeslaggenomen voorwerpen

Nadere informatie

Instructie voor ambtenaren Bouw- en Woningtoezicht.

Instructie voor ambtenaren Bouw- en Woningtoezicht. CVDR Officiële uitgave van Deventer. Nr. CVDR14362_1 15 maart 2016 Instructie voor ambtenaren Bouw- en Woningtoezicht. HOOFDSTUK I ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 In deze instructie wordt verstaan onder:

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van de Faillissementswet in verband met de invoering van de mogelijkheid van een civielrechtelijk bestuursverbod (Wet civielrechtelijk bestuursverbod) VOORSTEL VAN WET Wij Willem-Alexander, bij

Nadere informatie

Levering van aandelen Artikel 7 1. Voor de levering van een aandeel, waaronder begrepen de verkrijging van een aandeel door de vennootschap, en de

Levering van aandelen Artikel 7 1. Voor de levering van een aandeel, waaronder begrepen de verkrijging van een aandeel door de vennootschap, en de STATUTEN Naam en zetel Artikel 1 1. De vennootschap draagt de naam: [ ]. 2. De vennootschap heeft haar zetel in de gemeente [ ]. Doel Artikel 2 De vennootschap heeft ten doel: a. [ ]; b. het oprichten

Nadere informatie

Afdeling 3.4A Informatie over samenhangende besluiten

Afdeling 3.4A Informatie over samenhangende besluiten Consultatieversie Wijziging van de Algemene wet bestuursrecht en enkele andere wetten in verband met het nieuwe omgevingsrecht en het nieuwe nadeelcompensatierecht VOORSTEL VAN WET Wij Willem-Alexander,

Nadere informatie

Het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling Emco; gelet op artikel <..> van de gemeenschappelijke regeling <naam regeling>;

Het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling Emco; gelet op artikel <..> van de gemeenschappelijke regeling <naam regeling>; Het algemeen bestuur van de regeling Emco; gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur van ; gelet op artikel van de regeling ; besluit: vast te stellen de volgende wijziging

Nadere informatie

: LANDSVERORDENING van 28 maart 2013 houdende vaststelling van nieuwe regels inzake de handhaving van de arbeidswetgeving

: LANDSVERORDENING van 28 maart 2013 houdende vaststelling van nieuwe regels inzake de handhaving van de arbeidswetgeving Intitulé : LANDSVERORDENING van 28 maart 2013 houdende vaststelling van nieuwe regels inzake de handhaving van de arbeidswetgeving Citeertitel: Landsverordening bestuurlijke handhaving arbeidswetgeving

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Zitting 1976-1977 14162 Nadere regelen tot beëindiging van de afwikkeling van de oorlogs- en watersnoodschaden en van schaden in de zin van de Wet Overheidsaansprakelijkheid

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 30 143 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering ter versterking van de positie van het slachtoffer in het strafproces Nr. 2 VOORSTEL VAN WET

Nadere informatie

Wijziging tuchtrecht stichting TBNG Tuchtrechtspraak. Hoofdstuk 1 Algemeen. Artikel 1 Definitiebepaling

Wijziging tuchtrecht stichting TBNG Tuchtrechtspraak. Hoofdstuk 1 Algemeen. Artikel 1 Definitiebepaling Wijziging tuchtrecht stichting TBNG 2013 Tuchtrechtspraak Hoofdstuk 1 Algemeen Artikel 1 Definitiebepaling Tuchtrechtspraak van de Stichting Tuchtrecht Beroepsbeoefenaren Natuurlijke Gezondheidszorg, hierna

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1998 1999 22 775 Gerechtsdeurwaarderswet Nr. 14 DERDE NOTA VAN WIJZIGING Ontvangen 10 maart 1999 Het voorstel van wet wordt gewijzigd als volgt: A Artikel

Nadere informatie

een bij een Aangesloten Instelling geregistreerde mediator; de door een Aangesloten Instelling vastgestelde gedragsregels;

een bij een Aangesloten Instelling geregistreerde mediator; de door een Aangesloten Instelling vastgestelde gedragsregels; 10 november 2009 REGLEMENT STICHTING TUCHTRECHTSPRAAK MEDIATORS Artikel 1 Definities In dit reglement wordt verstaan onder: Stichting: Aangesloten Instelling: Mediator: Gedragsregels: Klachtenregeling:

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 054 Wijziging van enige bepalingen van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek inzake curatele, onderbewindstelling ter bescherming van meerderjarigen

Nadere informatie

REGLEMENT BEZWAARSCHRIFTEN PUBLIEKE OMROEP

REGLEMENT BEZWAARSCHRIFTEN PUBLIEKE OMROEP REGLEMENT BEZWAARSCHRIFTEN PUBLIEKE OMROEP Vastgesteld bij besluit van de Raad van Bestuur van de Stichting Nederlandse Publieke Omroep, hierna de NPO, d.d. 12 januari 2010, herzien d.d. 12 februari 2013.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 26 940 Opneming in de Advocatenwet van enkele bepalingen over het onderzoek naar de toestand van de praktijk van een advocaat en wijziging van

Nadere informatie

==================================================================== De vergunning en de verplichtingen van de vergunninghouder.

==================================================================== De vergunning en de verplichtingen van de vergunninghouder. Intitulé : Bioscoopverordening Citeertitel: Bioscoopverordening Vindplaats : AB 1990 no. GT 12 Wijzigingen: AB 1997 nos. 33, 34 De vergunning en de verplichtingen van de vergunninghouder Artikel 1 1. Het

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 1998 1999 Nr. 200 25 927 Wijziging van de Wet op de rechterlijke organisatie en van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften, strekkende

Nadere informatie

Verdrag inzake de betekening en de kennisgeving in het buitenland van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke en in handelszaken

Verdrag inzake de betekening en de kennisgeving in het buitenland van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke en in handelszaken Verdrag inzake de betekening en de kennisgeving in het buitenland van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke en in handelszaken De Staten die dit Verdrag hebben ondertekend, Verlangend

Nadere informatie

Reglement Tuchtcommissie

Reglement Tuchtcommissie Reglement Tuchtcommissie 1 mei 2016 Artikel 1 De in dit Reglement Tuchtcommissie voorkomende begrippen hebben de betekenis als daaraan toegekend in de Statuten en het Algemeen Reglement en voorts de navolgende:

Nadere informatie

Behalve de vermeldingen in artikel 43 voorgeschreven, bevat het beslagexploot op straffe van nietigheid:

Behalve de vermeldingen in artikel 43 voorgeschreven, bevat het beslagexploot op straffe van nietigheid: Uittreksel Gerechtelijk Wetboek-beslag Art. 1386 Vonnissen en akten kunnen alleen ten uitvoer worden gelegd op overlegging van de uitgifte of van de minuut, voorzien van het formulier van tenuitvoerlegging

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van de Wet op het financieel toezicht en de Wet toezicht accountantsorganisaties in verband met het vergroten van de transparantie van het toezicht op financiële markten (Wet transparant toezicht

Nadere informatie

VOORSTEL VAN WET ARTIKEL I. De Faillissementswet wordt als volgt gewijzigd:

VOORSTEL VAN WET ARTIKEL I. De Faillissementswet wordt als volgt gewijzigd: Wijziging van de Faillissementswet in verband met de invoering van de mogelijkheid van aanwijzing door de rechtbank van een beoogd curator ter bevordering van de doelmatige afwikkeling dan wel toepassing

Nadere informatie

Tekst Advocatenwet met ingang van 1 januari 2015 t.b.v. publicatie in het Vademecum

Tekst Advocatenwet met ingang van 1 januari 2015 t.b.v. publicatie in het Vademecum Wet van 23 juni 1952, houdende instelling van de Nederlandse orde van advocaten alsmede regelen betreffende orde en discipline voor de advocaten en procureurs Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 30 101 Wijziging van de Gemeentewet in verband met de invoering van een bestuurlijke boete voor overtreding van een aantal voorschriften bepaald

Nadere informatie

Algemene Subsidieregeling 2008

Algemene Subsidieregeling 2008 Algemene Subsidieregeling 2008 Paragraaf 1 Inleidende bepalingen Artikel 1.1 In deze regeling wordt verstaan onder: a. gemeentebestuur: het bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van besluiten betreffende

Nadere informatie

Reglement Geschillencommissie stichting Deurwaarders Collectief Nederland.

Reglement Geschillencommissie stichting Deurwaarders Collectief Nederland. Reglement Geschillencommissie stichting Deurwaarders Collectief Nederlan Definities Artikel 1 In dit Reglement wordt verstaan onder: Commissie: de Geschillencommissie; Stichting Deurwaarders Collectief

Nadere informatie

Gemeenschappelijke Regeling Openbaar Lichaam OV-bureau van de gemeente Groningen en de provincies Groningen en Drenthe

Gemeenschappelijke Regeling Openbaar Lichaam OV-bureau van de gemeente Groningen en de provincies Groningen en Drenthe Gemeenschappelijke Regeling Openbaar Lichaam OV-bureau van de gemeente Groningen en de provincies Groningen en Drenthe HOOFDSTUK I. INLEIDENDE EN ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1. In deze regeling wordt verstaan

Nadere informatie

Voorstel van wet. Artikel I. De Wet opneming buitenlandse kinderen ter adoptie wordt als volgt gewijzigd: A Artikel 3 komt te luiden:

Voorstel van wet. Artikel I. De Wet opneming buitenlandse kinderen ter adoptie wordt als volgt gewijzigd: A Artikel 3 komt te luiden: Wijziging van de Wet opneming buitenlandse kinderen ter adoptie betreffende de vereisten gesteld aan de beginseltoestemming, de leeftijdscriteria, de bijdrage in de kosten van het gezinsonderzoek, enige

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Bekendmaking vaststelling beleid Burgemeester en wethouders van Heemskerk maken bekend de beleidsregel Klachtenregeling ongewenst gedrag voor de decentrale overheid 2017" vast te stellen. De nieuwe beleidsregel

Nadere informatie

wetten.nl - Regeling - Algemene wet bestuursrecht - BWBR

wetten.nl - Regeling - Algemene wet bestuursrecht - BWBR wetten.nl - Regeling - Algemene wet bestuursrecht - BWBR000557 http://wetten.overheinl/bwbr000557/07-09-0/0/hoofdstuk9/afdrukken pagina van 6 8--07 De wegwijzer naar informatie en diensten van alle overheden

Nadere informatie

Koninkrijksdeel Curaçao. Wetstechnische informatie. Zoek regelingen op overheid.nl

Koninkrijksdeel Curaçao. Wetstechnische informatie. Zoek regelingen op overheid.nl Zoek regelingen op overheid.nl Koninkrijksdeel Curaçao Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl! LANDSVERORDENING van de 27 ste juli 1998 houdende regels, ter uitvoering

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1988-1989 21 155 Wijziging van de regeling van de overdracht van aandelen op naam in naamloze vennootschappen en besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid.

Nadere informatie

Stichting Administratiekantoor Renpart Vastgoed BEGRIPSBEPALINGEN Artikel 1 Artikel 2

Stichting Administratiekantoor Renpart Vastgoed BEGRIPSBEPALINGEN Artikel 1 Artikel 2 20150354 1 Doorlopende tekst van de administratievoorwaarden van de stichting: Stichting Administratiekantoor Renpart Vastgoed, statutair gevestigd te Den Haag, zoals deze luiden na wijziging bij akte,

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1 SAMENSTELLING. Artikel 1 1

HOOFDSTUK 1 SAMENSTELLING. Artikel 1 1 WET van 20 december 1988, houdende regels betreffende de samenstelling en de bevoegdheden van de Staatsraad (Wet Staatsraad) (S.B. 1988 no. 95), gelijk zij luidt na de daarin aangebrachte wijzigingen bij

Nadere informatie

Statuten van Stichting Administratiekantoor van gewone aandelen A ANNO12, gevestigd te Amersfoort

Statuten van Stichting Administratiekantoor van gewone aandelen A ANNO12, gevestigd te Amersfoort Statuten van Stichting Administratiekantoor van gewone aandelen A ANNO12, gevestigd te Amersfoort Naam en zetel. Artikel 1. 1. De stichting draagt de naam: Stichting Administratiekantoor van gewone aandelen

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz., enz., enz. Voorstel van wet van het lid Pia Dijkstra houdende toetsing van levenseindebegeleiding van ouderen op verzoek en tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht, de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg

Nadere informatie

Klachtenregeling ongewenst gedrag voor de decentrale overheid 2011

Klachtenregeling ongewenst gedrag voor de decentrale overheid 2011 Bijlage: Klachtenregeling ongewenst gedrag voor de decentrale overheid 2011 Artikel 1 Begripsomschrijving Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder: a. bevoegd gezag: het orgaan dat in

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1999 190 Wet van 3 april 1999, houdende wettelijke regeling van het notarisambt, mede ter vervanging van de Wet van 9 juli 1842, Stb. 20, op het Notarisambt

Nadere informatie