VRAAG- EN ANTWOORDLIJST NATUURBESCHERMINGSWET EN WABO

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "VRAAG- EN ANTWOORDLIJST NATUURBESCHERMINGSWET EN WABO"

Transcriptie

1 VRAAG- EN ANTWOORDLIJST NATUURBESCHERMINGSWET EN WABO 1: Kan er ook sprake zijn van het aanhaken indien uitsluitend een omgevingsvergunning voor het onderdeel bouwen wordt aangevraagd? Of is hier alleen sprake van als er een omgevingsvergunning voor het onderdeel milieu/inrichting wordt aangevraagd? 2: Milieuneutrale wijzigingen. Hoe daarmee om te gaan? In welke gevallen kan dit nog zonder Natuurbeschermingswetvergunning/vvgb? Casus 1 : Bovema-luchtwassers. Deze werden niet meer gemaakt. Na verlening van de milieuvergunning in 2008 wordt in 2011 een omgevingsvergunning onderdeel bouwen aangevraagd. Daarop moet ook de omgevingsvergunning onderdeel milieu worden aangepast omdat de luchtwassers anders zijn qua afmeting. In principe zijn de luchtwassers gelijk. Geldt ook hier dat deze hele procedure moet worden gevolgd? Casus 2: melkvee wordt gehuisvest in een nieuwe stal, geen uitbreiding van aantal dieren. Ammoniakemissie neemt niet toe ten opzicht van de huidige vergunde situatie. Casus 3: veranderingen die geen betrekking hebben op stallen: bouw opslagloods, schuur, voeropslag(silo), sleufsilo, kuilvoer, mestopslag(silo) In het kort komen al deze vragen neer op één en dezelfde vraag: wanneer haakt voor een veehouderij de Natuurbeschermingswet 1998 aan bij de Wabo? Artikel 47 van de Natuurbeschermingswet 1998 bepaalt wanneer de Natuurbeschermingswet 1998 aanhaakt bij de omgevingsvergunning (in de vorm van een vvgb). Dat is het geval als het gaat om een handeling waarvoor een omgevingsvergunning nodig is, en die tevens een project is (in de zin van de Natuurbeschermingswet 1998/Habitatrichtlijn) waarvoor een vergunning op basis van de Natuurbeschermingswet 1998 nodig is. Als er al een omgevingsvergunning is aangevraagd, is het niet mogelijk een losse vergunning voor de Natuurbeschermingswet 1998 te verlenen. In de wet wordt bij deze situatie geen onderscheid gemaakt tussen omgevingsvergunningen voor het onderdeel milieu/inrichting, omgevingsvergunningen die zien op een milieuneutrale wijziging of omgevingsvergunningen voor het onderdeel bouwen. Een vaak gehoorde redenering bij die laatste categorie is dat het bouwen van een bouwwerk geen invloed heeft op een Natura 2000-gebied, maar alleen de activiteiten die erin plaatsvinden, zodat de Natuurbeschermingswet 1998 niet aanhaakt bij de omgevingsvergunning onderdeel bouwen. Die vlieger gaat naar ons oordeel niet op, omdat dit niet uitsluit dat het kan gaan om een project in de zin van de Natuurbeschermingswet Zo wordt het oprichten of de wijziging van een veehouderij door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State gekenmerkt als een zodanig project (zie bijvoorbeeld rechtsoverweging van de uitspraak van 31 maart 2010, zaaknummer /1/R2). Ook blijkt dat de Afdeling het bouwen en in gebruik nemen van stallen niet los van elkaar ziet (zie bijvoorbeeld de uitspraak van de Voorzitter van de Afdeling van 5 maart 2010, zaaknummer /1/R2). Daarom kan in het geval van een omgevingsvergunning onderdeel bouwen, de Natuurbeschermingswet 1998 dus aanhaken door middel van een vvgb. Wat bepalend is voor het aanhaken van de Natuurbeschermingswet 1998 is of het gaat om een omgevingsvergunning voor een wijziging die een verandering teweeg brengt in het effect op het

2 en waar vaak alleen een omgevingsvergunning onderdeel bouwen nodig is (niet voor inrichting/milieu). 3: Moet bij eerste fase activiteit omgevingsvergunning inrichting ook het toestemmingsvereiste Natuurbeschermingswet 1998 worden ingediend? Zo neen, hoe komt dat aspect dan in de procedure aan de orde? Natura 2000-gebied, dus een verandering van de depositie op het Natura 2000-gebied (andere potentiële effecten zoals grondwateronttrekkingen e.d. even achterwege latend). Dat is het geval als het gaat om wijzigingen aan de dierenverblijven en de dieren die gehouden worden. Als bijvoorbeeld het aantal gehouden dieren verandert, de stalsystemen veranderen of de afstand van de stallen tot het Natura 2000-gebied verandert, dan kan dat invloed hebben op de depositie op het Natura 2000-gebied. Dat zijn dus wijzigingen waarbij de Natuurbeschermingswet 1998 aanhaakt aan de omgevingsvergunning (ongeacht om wat voor omgevingsvergunning het gaat). Om antwoord te geven op de drie casussen van milieuneutrale wijzigingen: Casus 1: als er sprake is van een verandering van bijvoorbeeld de afmetingen van de luchtwassers, dan heeft dit invloed op de depositie op het Natura 2000-gebied. Dit is een wijziging waarbij de Natuurbeschermingswet 1998 aanhaakt. Als alles hetzelfde blijft, dus afmetingen, uitstroomsnelheid, uitstroomhoogte, uitstroomoppervlakte, enzovoorts, dan haakt de Natuurbeschermingswet 1998 niet aan, omdat er dan geen verandering is van de depositie op het Natura 2000-gebied bij de wijziging waarvoor een omgevingsvergunning wordt aangevraagd. Casus 2: als de nieuwe stal volledig overeenkomt met de stal die er stond, dan zal de Natuurbeschermingswet 1998 niet aanhaken. Als de nieuwe stal andere afmetingen heeft, een andere nok heeft, op een andere plek staat, een andere luchtwasser heeft, enzovoorts dan heeft dit invloed op de depositie op het Natura 2000-gebied en zal de Natuurbeschermingswet 1998 aanhaken als er een omgevingsvergunning is aangevraagd. Casus 3: dit zijn over het algemeen geen wijzigingen die invloed hebben op het Natura 2000-gebied en dus haakt de Natuurbeschermingswet 1998 daarbij niet aan bij de omgevingsvergunning (tenzij er bijvoorbeeld een opslagloods in een Natura gebied wordt gebouwd). Voor de omgevingsvergunning geldt dat deze gefaseerd kan worden aangevraagd. De aanvraag voor de vergunning eerste fase geldt dan niet voor het gehele project (bijvoorbeeld het wijzigen van een veehouderij), maar voor onderdelen daarvan, zogenaamde activiteiten (bijvoorbeeld

3 het bouwen van een loods, het bouwen van een nieuwe stal, het houden van varkens, enzovoorts). Het is bij een gefaseerde aanvraag de vraag op welk moment de Natuurbeschermingswet 1998 aanhaakt. Ook daarbij is bepalend of het gaat om een fase die een verandering teweeg brengt in het effect op het Natura 2000-gebied, dus een verandering van de depositie op het Natura 2000-gebied (andere potentiële effecten zoals grondwateronttrekkingen e.d. even achterwege latend). Een voorbeeld: een veehouderij wil zijn bedrijfsvoering wijzigen en vraagt daarom een gefaseerde omgevingsvergunning aan. De eerste fase omgevingsvergunning betreft het bouwen van een nieuwe stal, de tweede fase betreft het houden van dieren. Voor de eerste fase omgevingsvergunning, het bouwen van stallen, geldt dat de Natuurbeschermingswet 1998 aanhaakt, omdat het bouwen en in gebruik nemen van stallen voor de Natuurbeschermingswet 1998 niet los van elkaar gezien worden. Omdat het hierbij gaat om een verandering aan een dierenverblijf, heeft dit een invloed op het Natura 2000-gebied en haakt de Natuurbeschermingswet 1998 al bij de eerste fase aan. Een ander voorbeeld: een veehouderij wil zijn bedrijfsvoering wijzigen en vraagt daarom een gefaseerde omgevingsvergunning aan. De eerste fase omgevingsvergunning betreft het bouwen van een nieuwe loods, de tweede fase betreft een wijziging in het houden van dieren (waarvoor geen bouwvergunning nodig is). Nu haakt de Natuurbeschermingswet 1998 niet aan bij de eerste fase, omdat het bouwen van een nieuwe loods geen effect heeft op het Natura gebied (er vanuit gaande dat de loods niet in het gebied komt te staan). Omdat de tweede fase, het bouwen van een nieuwe stal en het houden van dieren, wel een effect heeft op het Natura 2000-gebied, haakt de Natuurbeschermingswet 1998 bij de tweede fase aan. Voor de duidelijkheid: hierboven spreken we telkens over het aanhaken van de Natuurbeschermingswet 1998 aan de omgevingsvergunning, in de vorm van een vvgb. Dit is pas aan de orde op het moment dat er een omgevingsvergunning is aangevraagd voor de wijziging. Als de Natuurbeschermingswetvergunning wordt aangevraagd vóórdat er een omgevingsvergunning is aangevraagd, geldt er een losse procedure voor de Natuurbeschermingswetvergunning (wat wij de route N47 noemen). De Natuurbeschermingswet 1998 haakt dan dus niet aan bij de omgevingsvergunning.

4 Ook gaat het antwoord hierboven alleen uit van de wijziging ten opzichte van de laatst verleende milieuvergunning. Dat is waarvoor de omgevingsvergunning immers wordt aangevraagd. Voor de vraag of de Natuurbeschermingswet 1998 aanhaakt, wordt dus bekeken wat de wijziging ten opzichte van die laatste milieuvergunning precies is en of deze wijziging invloed kan hebben op het Natura 2000-gebied. Als die wijziging geen invloed heeft op het Natura 2000-gebied en de Natuurbeschermingswet 1998 haakt dus niet aan, dan sluit dit niet uit dat de veehouderij, voor een eerdere wijziging, nog steeds een (losse) Natuurbeschermingswetvergunning nodig heeft. Een voorbeeld: een veehouderij heeft in 2009 een milieuvergunning verleend gekregen voor het houden van 100 varkens extra in een bestaande stal. Destijds heeft de veehouderij geen Natuurbeschermingswetvergunning aangevraagd. In 2011 raakt het dak van de stal dusdanig beschadigd dat deze vervangen moet worden. Voor het vervangen van het dak wordt een omgevingsvergunning (onderdeel bouwen) aangevraagd. Deze wijziging heeft geen invloed op het Natura 2000-gebied. De Natuurbeschermingswet 1998 haakt niet aan bij de omgevingsvergunning. Voor het huisvesten van de 100 extra varkens is echter nog steeds een losse Natuurbeschermingswetvergunning vereist (immers: vanaf 2009 al). Voor een aantal agrarische bedrijven is gesaldeerd uit de depositiebank en is een melding gedaan op grond van de Verordening stikstof en Natura De uitbreiding van een bedrijf is meegenomen in het recent vastgestelde bestemmingsplan Buitengebied. Momenteel loopt tegen een uitbreiding beroep waarbij stikstof en Natura 2000 een van de beroepsgronden is. Kunnen wij er nu vanuit gaan dat het bestemmingsplan op dit punt vernietigd gaat worden omdat geen Natuurbeschermingswetvergunning verleend is? Uit de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 7 september 2011 (zaaknummer /1/R2) blijkt dat een veehouderij vergunningplichtig is in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998, ook als zijn stikstofdepositie onder het niveau blijft van 7 december 2004 (zoals omschreven staat in artikel 19kd van de Natuurbeschermingswet 1998) en stikstofdepositie het enige mogelijke effect is op het Natura 2000-gebied. Dat er sprake is van een vergunningplicht, wil echter niet zeggen dat vergunningen voor de uitbreidingen van veehouderijen verleend moeten zijn vóórdat het bestemmingsplan voor deze bedrijven wordt vastgesteld. Het is ook niet zo dat er eerst omgevingsvergunningen voor de bedrijven moeten zijn verleend voordat het bestemmingsplan wordt vastgesteld. Het gaat om procedures die los staan van elkaar. Voor het bestemmingsplan is van belang dat de gemeenteraad moet toetsen aan artikel 19j van de Natuurbeschermingswet Uit dit artikel blijkt dat de gemeenteraad moet bekijken of

5 het plan een significant effect heeft op een Natura 2000-gebied. Er zijn verschillende lastigheden met bestemmingsplannen die uit de jurisprudentie naar voren komt (uitspraak van de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 21 december 2010 met zaaknummer /3/R2, uitspraak van de Afdeling van 20 januari 2011 met zaaknummer /2/R1 en uitspraak van de Afdeling van 4 april 2011 met zaaknummer /2/R3): Voor bestemmingsplannen geldt artikel 19kd Natuurbeschermingswet 1998 niet. Je kan dus wel tot de conclusie komen dat de depositie onder het niveau van 7 december 2004 blijft, maar daarmee ben je er (in tegenstelling tot de vergunningverlening) nog niet. Dat moet nog in de vorm worden gegoten van een passende beoordeling, waarbij (formeel) moet worden uitgelegd waarom de datum 7 december 2004 van belang is en waarom er geen sprake is van een effect als de stikstofdepositie niet toeneemt vanaf die datum. Daar doorheen loopt nog het punt dat voor veel gebieden 7 december 2004 niet de juiste referentiedatum is. Dit is het geval wanneer het gaat om eerder aangewezen Vogelrichtlijngebieden. Dat geldt zowel voor vergunningen (de uitspraak van de Afdeling van 7 september 2011) als voor bestemmingsplannen. Ten slotte heeft de Afdeling uitgesproken dat salderingen mitigerende maatregelen zijn. Als er sprake is van salderingen, dan betekent dit dat je eerst moet toetsen of er significante effecten zijn en welke dat dan zijn, in de vorm van een passende beoordeling. Pas dan kan je beoordelen welke mitigerende maatregelen er nodig zijn om deze effecten weg te nemen. Ook dit geldt zowel voor vergunningen (eveneens de uitspraak van 7 september 2011) als voor bestemmingsplannen. Het salderen bij bestemmingsplannen is mogelijk, zie ook de uitspraak van de Afdeling 23 maart 2011, /1/R3, rechtsoverweging

6 Als een bedrijf in Brabant invloed heeft op een Natura 2000-gebied in Gelderland en/of Limburg, moet dan ook bij deze bestuursorganen een Natuurbeschermingswetaanvraag worden ingediend? Zo ja, wanneer is er sprake van invloed en in welke gevallen kan van een aanvraag om Natuurbeschermingswetvergunning worden afgezien? Vervolgvraag: stel dat de i.h.k.v. een omgevingsvergunningprocedure aangevraagde bedrijfsvoering van invloed is (of zou kunnen zijn) op natuurbeschermingsgebieden die in meer dan één provincie zijn gelegen. Moet dan bij elke provincie apart een verzoek om vvgb worden ingediend? Of kan worden volstaan met het indienen van een dergelijk verzoek bij de provincie waarin de inrichting is gelegen en stemt deze provincie de behandeling van het verzoek vervolgens af met de overige betrokken provincies? Het uitgangspunt van de Natuurbeschermingswet 1998 is; dat de locatie van het Natura gebied (en niet de locatie van het bedrijf) bepalend is voor de provincie die het bevoegde gezag is voor het verlenen van de vergunning (artikel 2 van de Natuurbeschermingswet 1998). Als een bedrijf in Brabant invloed heeft op een Natura 2000-gebied dat in zijn geheel in Gelderland ligt, zijn Gedeputeerde Staten van Gelderland het bevoegde gezag voor de vergunningverlening. Hetzelfde geldt voor een Brabants bedrijf dat een invloed heeft op een Natura 2000-gebied dat in zijn geheel in Limburg ligt: Gedeputeerde Staten van Limburg zijn dan het bevoegde gezag voor de vergunningverlening. Als een bedrijf een invloed heeft op Natura 2000-gebieden in drie verschillende provincies (Gelderland, Limburg en Brabant), dan heeft dit bedrijf drie Natuurbeschermingswetvergunningen nodig: één voor het gebied of de gebieden in Gelderland, één voor het gebied of de gebieden in Limburg en één voor het gebied of de gebieden in Brabant. De procedure voor een vvgb komt in plaats van het verlenen van een Natuurbeschermingswetvergunning. Als een Brabants bedrijf dus invloed heeft op Natura 2000-gebieden in drie verschillende provincies, dan moet er bij elk van die drie provincies om een vvgb worden gevraagd. De gemeente moet dan bij elke provincie apart een verzoek om vvgb indienen. De drie provincies hoeven (en kunnen) hun reactie niet op elkaar afstemmen: elke provincie geeft een vvgb af voor de invloed op het Natura 2000-gebied of de Natura 2000-gebieden die in die provincie liggen. Het kan dus zo zijn dat twee provincies wel een vvgb afgeven, maar de derde provincie dit niet doet. Overigens komt het ook voor dat een Natura 2000-gebied in meerdere provincies ligt. Op dat moment is voor dat gebied die provincie het bevoegde gezag waarin het grootste gedeelte van het Natura 2000-gebied ligt. Er moet dan wel instemming zijn van de andere provincie(s) waarin het gebied ligt (artikel 2 van de Natuurbeschermingswet 1998). Stel: een Natura gebied ligt voor 60% in Brabant en voor 40% in Limburg, dan is de hoofdregel dat Gedeputeerde Staten van Brabant het bevoegde gezag zijn en dat Gedeputeerde Staten van Limburg instemming moet geven.

7 Een uitzondering op deze hoofdregel geldt als het effect hoofdzakelijk in de provincie speelt waarin niet het grootste gedeelte van het Natura 2000-gebied ligt. In dat geval is de provincie waarin het effect hoofdzakelijk speelt het bevoegde gezag en moet de andere provincie of moeten de andere provincies instemming verlenen. Een voorbeeld: een Natura 2000-gebied ligt voor 60% in Brabant en voor 40% in Limburg, maar het gaat om een veehouderij die hoofdzakelijk invloed heeft op het Limburgse gedeelte van het Natura 2000-gebied. Dan zijn Gedeputeerde Staten van Limburg het bevoegde gezag en moeten Gedeputeerde Staten van Brabant instemming geven. Wanneer er precies sprake is van hoofdzakelijke gevolgen hebben, is niet precies duidelijk. De wetsgeschiedenis en de jurisprudentie bieden (nog) geen aanknopingspunten om dit te bepalen. Om het nog ingewikkelder te maken: stel een veehouderij vraagt een omgevingsvergunning aan bij de gemeente. Het blijkt dat de veehouderij een effect op de volgende gebieden (fictieve situatie): Gebied A, dat helemaal in Brabant ligt; Gebied B, dat helemaal in Brabant ligt; Gebied C, dat voor 60% in Gelderland ligt en voor 40% in Brabant; Gebied D, dat voor 50% in Brabant ligt, 40% in Limburg ligt en 10% in Gelderland, waarbij de veehouderij hoofdzakelijk een effect heeft op het Limburgse gedeelte. In dit (fictieve) geval moet de gemeente om drie vvgb s verzoeken: Voor gebied A en B moet de gemeente om vvgb verzoeken bij Gedeputeerde Staten van Brabant; Voor gebied C moet de gemeente om vvgb verzoeken bij Gedeputeerde Staten van Gelderland. Gedeputeerde Staten van Gelderland moeten instemming hebben van Gedeputeerde Staten van Brabant voordat zij de vvgb kunnen afgeven; Voor gebied D moet de gemeente om vvgb verzoeken bij Gedeputeerde Staten van Limburg. Gedeputeerde Staten van Limburg moeten instemming hebben van Gedeputeerde Staten van Brabant en Gedeputeerde Staten van Gelderland voordat zij de vvgb kunnen afgeven. In totaal zijn er dan dus drie vvgb s nodig voor wat betreft de Natuurbeschermingswet 1998.

8 Wanneer een bedrijf precies een invloed heeft op een Natura 2000-gebied, dat is lastig te zeggen. Sowieso kunnen wij niet voor andere provincies bepalen wanneer zij vinden dat er wel of geen invloed is op een Natura 2000-gebied dat in hun provincies ligt, omdat die provincies daarvoor het bevoegde gezag zijn. Voor stikstofdepositie houden we in Brabant aan dat als een bedrijf op een grotere afstand dan 25 kilometer van het Natura 2000-gebied ligt of een depositie heeft die minder of gelijk aan 0,04 mol/ha/jaar is op het Natura 2000-gebied, er geen sprake is van een invloed op dat Natura 2000-gebied. Er wordt een omgevingsvergunning aangevraagd voor het veranderen van een inrichting. Bij de aanvraag is een melding in het kader van de Verordening stikstof en Natura2000 gevoegd. Deze is bij de provincie ingediend. De omgevingsvergunning voldoet aan de daaraan gestelde eisen en kan worden verleend. Het besluit is genomen door B&W en de vergunning wordt afgegeven. De omgevingsvergunning strekt zich echter niet uit tot het Nbw-gedeelte. Daarvoor is namelijk geen vergunning aangevraagd en kan de vergunning dus ook niet verleend zijn. Derhalve zal alsnog een Nbw vergunning aangevraagd moeten worden. Indien niet alsnog vergunning ingevolge de Nbw wordt verleend, zal het in gebruik nemen van de stal, een handeling betekenen in strijd met de Nbw. De handhaving betreft handelen in strijd met de Nbw. Het provinciebestuur is in deze bevoegd gezag. Wat zijn de consequenties als saldering niet mogelijk is en het verzoek om saldering moet worden geweigerd? Wat zijn de criteria voor het aanvragen van een Nb-wet voor het bedrijf (zowel agrarisch als industrieel). Zijn hier vaste maatstaven voor (bijvoorbeeld minimale afstandseis tot Natura2000 gebied) of dient dit door de aanvrager zelf aangegeven te worden? Agrarisch Als vanwege het bedrijf een verslechtering kan optreden door wijziging van ammoniakemissie c.q ammoniakdepositie ontstaat vergunningplicht in het kader van de Natuurbeschermingswet. Wij betrekken gebieden (Natura 2000-gebieden en Beschermde Natuurmonumenten) binnen een straal van 25 km van het project. Indien de totale stikstofdepositie op Natura gebieden en Beschermde natuurmonumenten kleiner is dan 0,051 mol N/ha/jaar is er geen effect en dus geen vergunningplicht in het kader van de Natuurbeschermingswet. Industrieel

9 Op de website van de rijksoverheid, onderwerp natuur, is te zien welke natuurgebieden in Brabant zijn beschermd door de Natuurbeschermingswet. Om te bepalen of de Natuurbeschermingswet van toepassing is, is vooral het te verwachten effect op een beschermd natuurgebied van belang. Op dezelfde website is hiervoor een hulpmiddel te vinden: de effectenindicator. Ik ben met een aantal agrarische procedures al zover dat binnenkort de gevraagde ontvankelijkheidsgegevens worden verwacht. Moet ik nu deze aanvragen laten intrekken en vervolgens weer laten indien en dan direct doorsturen naar GS voor een vvgb? Is het slim om eerst een NB-wet te laten aanvragen door de veehouderij en nadat deze procedure is afgerond bij GS, dan pas de wabo-aanvraag te laten indienen bij B&W? In afwachting van de Crisis- en Herstelwet is door de MOLO werkgroep met de provincie het Interimbeleid uitgewerkt in stroomschema s (zie bijlage bij brief aan gemeenten d.d. 11 november 2011). Deze kan gebruikt worden als leidraad bij de Wabo-procedure. Stroomschema 2 (route N47) betekent concreet de mogelijkheid om apart van de procedure om omgevingsvergunning, de vergunningenprocedure in het kader van de Nbw te doorlopen. Dit is het geval als er een aanvraag voor een Nbw-vergunning is aangevraagd vóórdat de omgevingsvergunning is aangevraagd (artikel 47, tweede lid, van de Nbw). Resultaat is dat er een Nbw-vergunning kan worden verleend apart van een omgevingsvergunning. Een verklaring van geen bedenkingen voor het onderdeel Nbw is dan niet aan de orde. Deze strategie heeft als voordeel dat procedures om omgevingsvergunningen niet onnodig worden belast door procedures in het kader van Nbw. Het afgeven van een verklaring van geen bedenking is complex. Voor een verklaring van geen bedenking moet duidelijk zijn dat de aanvraag om een Nbw vergunning in materiële zin vergunbaar is. Dat is lastig door de volgende vereisten: Mitigatie stikstof (salderen); Vanwege verbeteringen aan de depositiebank is er een achterstand ontstaan voor het behandelen van verzoeken om saldering en de ontwikkelruimte is beperkt. Mogelijk significante gevolgen (referentiedata Vogelrichtlijngebieden); Voor Vogelrichtlijngebieden die eerder zijn aangewezen dan 7 december 2004 moet een ecologische onderbouwing worden overgelegd. Om voor dit laatste punt een oplossing te bieden is door ons opdracht gegeven om een onafhankelijk rapport op te stellen dat de mogelijke effecten in die periode voor de

10 Vogelrichtlijngebieden in beeld brengt. Dit rapport zal echter niet eerder dan begin volgend jaar worden opgeleverd. Het is realistisch om aan te nemen dat in veel gevallen om aanvulling moet worden gevraagd in de vorm van bijvoorbeeld een eocolgisch rapport. Wanneer deze ontbreekt moet het verzoek buiten behandeling worden gelaten. Kort samengevat adviseren wij in de regel om route N47 te volgen. Hoe de datum van 7 dec 2004 te toetsen? Wat is de status van de peildatum 7 december 2004? Zoals de Afdeling overweegt in de uitspraak van 31 maart 2010 (zaaknummer /1/R2) en in de uitspraak van 7 september 2011 (zaaknummer /1/R2) is de procedure van voorafgaande beoordeling als bedoeld in artikel 6, derde en vierde lid, van de Habitatrichtlijn niet van toepassing als voor het project toestemming is verleend vóór de datum van vaststelling van de lijst van gebieden van communautair belang, te weten 7 december (Opm. Dit is anders als het gebied op een eerdere datum is aangewezen als Vogelrichtlijngebied). Onder het verlenen van toestemming moet, naar het oordeel van de Afdeling, in gevallen als deze de vergunning krachtens de Wet milieubeheer of de daaraan voorafgaande Hinderwet worden verstaan (rechtsoverweging van de uitspraak van 31 maart 2010). In het kader van de Nb-wet doet het niet ter zake of er op de datum 7 december 2004 daadwerkelijk dieren werden gehouden op het bedrijf of niet. Uit de uitspraak van de Afdeling van 29 juni 2011 (zaaknummer /1/R2) blijkt dat de Afdeling het voor een saldering van belang vindt dat een vergunninghouder tot het moment dat de milieuvergunning wordt ingetrokken, zijn bedrijf overeenkomstig die vergunning kan hervatten (rechtsoverweging 2.6). Het bedrijf waarmee gesaldeerd werd, was dus een bedrijf met rechten op basis van de Nb-wet, los van de vraag of er daadwerkelijk dieren werden gehouden. De Afdeling heeft zich nog niet uitgesproken of dat ook het geval is in een situatie waarbij op dat moment de vergunning niet in werking was getreden vanwege het ontbreken van de vereiste bouwvergunning

11 Wat is de status van het concept stroomschema natura2000 WABO? Hoe wordt geborgd dat het gevraagde in de aanvraag Natuurbeschermingswet overeenkomt met het gevraagde in de aanvraag om omgevingsvergunning? Vervolgvraag Wat zijn de consequenties van de uitspraak van 7 september 2011 voor de vraag of een verkorte danwel uitgebreide mer-procedure gevolgd moet worden voor inrichtingen? Dit is een advies van de MOLO-werkgroep, een verzoek aan gemeenten om de gepresenteerde werkwijze te hanteren (vooral toegespitst op Route N47). Aanvrager moet voldoen aan beide wetten. Indien vergunningen niet met elkaar overeenkomen kan dat mogelijk een overtreding opleveren ten aanzien van de Nbw danwel de Wabo. Indien vergunningplicht geldt moet men voor het uitvoeren van de activiteiten beschikken over de noodzakelijk vergunningen. Als er voor een bedrijf een merplicht geldt (op basis van het Besluit mer) en er is een passende beoordeling (Nbwet, art 19f) nodig, dan moet per definitie de uitgebreide procedure doorlopen worden. Na de Raad van State uitspraak is duidelijk geworden dat er in veel meer gevallen, namelijk ook bij een afname op een Habitatrichtlijngebied ten opzichte van , een vergunningplicht geldt. Een bepalende vraag is dan wanneer er wel of geen passende beoordeling nodig is. Er is een passende beoordeling (en uitgebreide mer-procedure) nodig, indien: er naast stikstofdepositie andere relevante invloeden (geluid, licht, wateronttrekking) zijn met mogelijk significant negatieve effecten; er een toename van stikstofdepositie is ten opzichte van de referentiedata van de Natura 2000-gebieden binnen de invloedssfeer van het bedrijf. Let hierbij op de verschillende data voor Vogelrichtlijn- en Habitatrichtlijngebieden. Eventuele saldering via de melding mag hierbij nog niet meegenomen worden (dat wordt gezien als mitigatie en moet in de passende beoordeling worden meegenomen). Als er een afname is ten opzichte van de relevante referentiedata (zonder saldering), dan is er geen passende beoordeling nodig, maar een verslechteringstoets op basis waarvan de nbwetvergunning kan worden verleend. Omdat er geen passende beoordeling nodig is, geeft

12 een dergelijke afname geen aanleiding tot het moeten volgen van de uitgebreide procedure. Wat zijn de consequenties voor nieuwe bestemmingsplannen buitengebied, voor aanvragen om uitbreiding van het bouwblok onder werking van een bestaand bestemmingsplan? Een plan-m.e.r. is wettelijk verplicht bij een bestemmingsplan(wijziging) indien: het plan kaders stelt voor activiteiten in het plangebied waarvoor een besluit-m.e.r.(- beoordeling) verplicht is, of de activiteiten in het plangebeid mogelijk tot significante gevolgen leidt voor Natura gebieden (dus als er een passende beoordeling nodig is). In het geval van een nieuw bestemmingsplan buitengebied of een wijziging van het bestemmingsplan (bijvoorbeeld bij uitbreiding bouwblokgrootte voor wijziging van bedrijf), is er dus sprake van een plan-m.e.r.-plicht als er een passende beoordeling nodig is. Zie bovenstaand voor wanneer dat het geval is. Vervolgvraag Voor activiteiten met mogelijk belangrijk nadelige gevolgen voor milieu moet een m.e.r.-beoordelingsnotitie gemaakt worden. Wanneer zijn belangrijk nadelige gevolgen voor natuur in het kader van de Nbwet uit te sluiten? De mer-beoordelingsplicht is gebaseerd op de omgevingsvergunning en niet op de Nbwvergunning. Het bevoegde gezag voor de omgevingsvergunning (in de meeste gevallen gemeente) beoordeelt dan ook of er zodanig bijzondere omstandigheden zijn dat er een MER opgesteld moet worden. Als provincie is ons standpunt dat als het duidelijk is dat de activiteit vergund kan worden in het kader van de Nb-wet, er geen sprake is van belangrijk nadelige gevolgen voor de natuur. Indien in een beoordelingsnotitie vooruit wordt gelopen op saldering via de depositiebank, geeft dat naar onze mening niet voldoende zekerheid over de vergunbaarheid in het kader van de Nb-wet. Het is onzeker of er tegen die tijd ook daadwerkelijk gesaldeerd wordt, zeker gezien de beperkte omvang van het resterende saldo in de depositiebank. Daarmee is het ook onzeker of de activiteit in het kader van de Nbwet vergund kan worden. Zo lang er dus nog geen salderingsbesluit is op de melding is een significant negatief effect op een Natura 2000-gebied niet uit te sluiten. Dit zal voor het bevoegd gezag dan waarschijnlijk een reden zijn om te besluiten dat er een MER gemaakt moet worden. De veehouder doet er dan verstandig aan te wachten tot er een besluit is genomen op zijn melding in het kader van de Verordening stikstof, dan is de saldering een feit en kan het bevoegd gezag op de mer-beoordeling besluiten dat er geen MER opgesteld hoeft te worden (mits er geen andere omstandigheden zijn die dit wel nodig maken). Als initiatiefnemer daar niet op wil wachten, zal er een MER gemaakt moeten worden.

13 Als door de gemeente in het kader van een omgevingsvergunningprocedure een vvgb is of wordt aangevraagd, is het dan voor de inrichtinghouder nog noodzakelijk om een NB-wetaanvraag in te dienen bij de Provincie. Nee. Eén van beide is nodig. De vvgb heeft eenzelfde betekenis als een Nbw-vergunning. Om welke reden wil de Provincie niet werken via de methodiek van vragen om een vvgb? Het afgeven van een verklaring van geen bedenking is complex. Voor een verklaring van geen bedenking moet duidelijk zijn dat de aanvraag om een Nbw vergunning in materiële zin vergunbaar is. Dat is lastig door de volgende vereisten: Mitigatie stikstof (salderen); Vanwege verbeteringen aan de depositiebank is er een achterstand ontstaan voor het behandelen van verzoeken om saldering en de ontwikkelruimte is beperkt. Mogelijk significante gevolgen (referentiedata Vogelrichtlijngebieden); Voor Vogelrichtlijngebieden die eerder zijn aangewezen dan 7 december 2004 moet een ecologische onderbouwing worden overgelegd. Om voor dit laatste punt een oplossing te bieden is door ons opdracht gegeven om een onafhankelijk rapport op te stellen dat de mogelijke effecten in die periode voor de Vogelrichtlijngebieden in beeld brengt. Dit rapport zal echter niet eerder dan begin volgend jaar worden opgeleverd. Het is realistisch om aan te nemen dat in veel gevallen om aanvulling moet worden gevraagd c.q. het verzoek buiten behandeling moet worden gelaten. Kort samengevat adviseren wij in de regel om route N47 te volgen.

14 Wat is de reikwijdte van de verordening: Is de Verordening Stikstof en Natura 2000 enkel geldig voor veehouderijbedrijven gelegen in Noord-Brabant of ook voor bedrijven buiten Noord-Brabant, maar welke een ammoniakdepositie hebben op een gebied gelegen in Noord-Brabant? Waar in de Verordening is dit aangegeven? Indien een inrichtinghouder vanwege het actieplan ammoniak voor 1 juli 2011 een aanvraag moest indienen en er een reden is dat hij geen gebruik kan maken van de uitstelmogelijkheid (bijvoorbeeld omdat niet voldaan wordt aan het bestemmingsplan), wordt door de Provincie in dergelijke gevallen een vvgb verstrekt? Moet door de inrichtinghouder alsnog een NBw-vergunningaanvraag worden ingediend? De Verordening stikstof en Natura 2000 Noord-Brabant geldt alleen voor bedrijven in Noord- Brabant. Provinciale Staten hebben alleen een bevoegdheid om een verordening met eisen vast te stellen voor Brabantse bedrijven, niet voor bedrijven in andere provincies. Dat staat niet expliciet in de verordening, maar volgt uit het feit dat provincies slechts bevoegd zijn om eisen te stellen aan bedrijven die zich op hun grondgebied bevinden. Dit speelt niet alleen bij het Actieplan, ook bij aanhoudingsbesluiten vergunningverlening op grond van de Wet geurhinder en veehouderij of voorbereidingsbesluiten vanwege actualisatie bestemmingsplan. Wellicht zijn er wel meer gevallen in de praktijk waar het intrekken van de vergunning niet haalbaar is vanwege andere zaken die daarvoor in de weg liggen. In die gevallen moet de gemeente beoordelen of de aanvraag om omgevingsvergunning ook de aanvraag om Nbw toestemming inhoudt en is het begrijpelijk dat de gemeente vervolgens alsnog een vvgb aanvragen. (afstemming gemeente - provincie is noodzakelijk). Dit betekent niet automatisch dat een vvgb kan worden afgegeven. Als een vvgb moet worden geweigerd door GS, betekent ook dat de omgevingsvergunning moet worden geweigerd. Er vallen steeds meer bedrijven onder de werkingssfeer van het Activiteitenbesluit (meldingsplichtig, geen vergunning). Hoe kunnen gemeenten er voor zorgen dat ammoniak die vrijkomt bij inkrimpen of stoppen van deze meldingsplichtige bedrijven beschikbaar komt voor de depositiebank. Aangezien steeds meer inrichtingen onder het bereik van een AMvB vallen, doet zich steeds vaker de vraag voor wat de gevolgen voor een rechtsgeldige vergunning zijn indien de AMvB van toepassing is. Daarbij kunnen zich verschillende situaties voordoen. Hierna komt aan de orde hoe die situaties juridisch moeten worden beoordeeld. In de eerste plaats moet worden opgemerkt dat de wet hierover niets regelt. Daarom moeten de antwoorden gegeven worden aan de hand van het systeem van de wet en de jurisprudentie die daarover verschenen is.

15 Vergunde capaciteit valt binnen de grenzen van artikel 8.40 AMvB. Indien de vergunde en feitelijke capaciteit van de inrichting niet meer bedraagt dan de maximale capaciteit die is toegestaan op grond van de AMvB en bovendien wordt voldaan aan andere eisen voor toepassing van de AMvB, is de rechtspositie duidelijk: de vigerende vergunning vervalt van rechtswege. Vergunde capaciteit valt binnen de grenzen van art Wm maar de feitelijke capaciteit bedraagt meer In dergelijke situatie moet worden uitgegaan van de juridische situatie, derhalve de vergunde capaciteit. (Voor dit standpunt wordt steun gevonden in de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak d.d. Ab 26 november 2008, ) Dit brengt mee dat de vergunning vervalt. De vergunde capaciteit bedraagt meer dan de intredingsgrens van de desbetreffende AMvB, maar de feitelijke bezetting is gelijk aan of minder dan de maximale grenzen van de artikel 8.40 AMvB. De Afdeling bestuursrechtspraak heeft zich over die situatie uitgesproken.( Ab 29 oktober 2008, nr /1), Deze omstandigheid leidt volgens de Afdeling niet tot het vervallen van de milieuvergunning. In artikel 8.18 van de Wet milieubeheer is niet bepaald dat het van toepassing worden van een 8.40 AMvB tot het verval van een vergunning leidt. Ook de melding van deze feitelijke verandering van de inrichting, leidt niet tot een van rechtswege verval van de vergunning. Zo lang de milieuvergunning niet wordt ingetrokken, bestaat het recht om wederom de vergunde (en onverminderd vergunningplichtige) activiteiten te gaan uitvoeren. Dit betekent dus dat uitsluitend de feitelijke verandering van een inrichting niet met zich brengt dat de regels van artikel 8.40 van de Wet milieubeheer van toepassing worden De inrichting viel onder het Besluit landbouw maar er worden reeds jaren geen dieren meer gehouden Onder deze omstandigheid moet er van worden uitgegaan dat er feitelijke geen inrichting meer aanwezig is voor het houden van dieren. Met de in het verleden aanwezig aantal dieren kan bij eventuele vergunningverlening geen rekening mee worden gehouden. Indien er bijvoorbeeld geen dieren meer (kunnen) worden gehouden en er sprake is van geen of

16 andersoortige activiteiten (bijvoorbeeld opslag van materialen in de (voormalige) stallen, zal er geen sprake zijn van dierrechten op grond van desbetreffende AMvB. Ook andere feiten kunnen mede helpen om duidelijkheid te verschaffen bijvoorbeeld wijziging van het bestemmingsplan waarbij het houden van dieren niet meer is toegestaan (ook niet krachtens het overgangsrecht). De vraag kan worden opgeworpen of deze dierrechten weer geactiveerd zouden kunnen worden door het weer gaan houden van het aantal dieren dat onder de AMvB valt. Die vraag kan aan belang toenemen indien komende jaren het aantal dieren waarbij nog toepassing gegeven kan worden aan het nieuwe Activiteitenbesluit, aanmerkelijk wordt opgetrokken. De wijziging is voorzien medio Deze wijziging kan een extra motivering zijn om ongebruikte vergunningen thans in te trekken om te voorkomen dat deze ongebruikte rechten onder die AMvB gaan vallen en intrekking daarna derhalve niet meer mogelijk is. Gemeente vraagt vvgb aan bij provincie - welke gegevens moeten bij worden gevoegd? - wanneer deze onvoldoende zijn om een vvgb te maken, wie moet de gegevens dan aanvullen? de gemeente (aanvrager vvgb)? of de veehouder? Stappen voor het inzichtelijk maken van het effect van stikstofdepositie door veehouderijbedrijven: bepaal welke gebieden (Natura 2000-gebieden en Beschermde Natuurmonumenten) binnen een straal van 25 km van het bedrijf liggen. Neem deze gebieden mee in de beoordeling; geef aan of er eerder een Nbwetvergunning is verleend voor de veehouderij. Als dat zo is, dan bevat deze de referentiesituatie voor het toetsen van een wijziging 1 ; geef, bij het ontbreken van een Nb-wetvergunning, aan welke referentiedata voor de gebieden (Natura 2000-gebieden en Beschermde Natuurmonumenten) van belang zijn. Voor Habitatrichtlijngebieden (Natura 2000) en Beschermde Natuurmonumenten 2 geldt 7 december 2004 als referentiedatum. Voor Vogelrichtlijngebieden (Natura 2000) geldt een datum die per gebied verschilt, zie de tabel op de volgende pagina; maak stikstofdepositieberekeningen voor de eerdere Nbwetvergunning of Wm/Hw- 1 Als de vergunning alleen is afgegeven voor het effect op een beschermde natuurmonument (artikel 16) of alleen voor het effect op een Natura 2000-gebied, dan is de vergunning alleen voor die gebieden geldig. 2 Op basis van de Beleidsregel Stikstof en Beschermde Natuurmonumenten Noord-Brabant

17 beschikking(en) van het bedrijf op de relevante referentiedata en bepaal in hoeverre de beoogde situatie een toe- of afname ten opzichte van die data laat zien. Voor het kunnen controleren van de berekeningen hebben wij een kopie van die Nbwetvergunning of Wm/Hw-beschikking(en) met plattegrondtekening(en) nodig. Vervolgens zijn er twee uitkomsten mogelijk: 1) de toename van stikstofdepositie op Natura 2000-gebieden en Beschermde Natuurmonumenten is kleiner dan 0,051 mol N/ha/jaar ten opzichte van de (verschillende) referentiedata of een eerder verleende Nbwetvergunning > er kan een vvgb worden afgegeven; 2) er is een toename van stikstofdepositie (meer dan of gelijk aan 0,051 mol N/ha/jr) ten opzichte van de referentiedata; a. er is een toename ten opzichte van de referentiedatum 7 december 2004 (dit geldt voor Habitatrichtlijngebieden); I. is er een melding op grond van de Verordening gedaan en is er gesaldeerd tot onder 7 december 2004, dan is dit een mitigerende maatregel op basis waarvan negatieve effecten zijn uit te sluiten. Dit punt vormt dan geen belemmering om de vvgb te verlenen. Noem het kenmerk van het meldingsbesluit op de melding in de onderbouwende stukken bij de omgevingsvergunningaanvraag; II. heeft er geen saldering plaatsgevonden en blijft de stikstofdepositie boven 7 december 2004, dan dient met een passende beoordeling ecologisch onderbouwd te worden in hoeverre als gevolg van de toename significant negatieve effecten op het Natura 2000-gebied zijnuit te sluiten. Juridisch gezien blijkt dit, op basis van de 3 Om in dat geval aan de wetgeving te kunnen voldoen zal initiatiefnemer zelf maatregelen moeten nemen om de stikstofdepositie te verminderen, bijvoorbeeld door het plaatsen van een (meer stikstofdreducerende) luchtwasser of het houden van minder dieren. 4 Eventueel kan saldering voor Beschermde Natuurmonumenten via de vergunning gevraagd worden. Als een bedrijf minder dan 50 mol N/ha/jaar stikstofdepositie op het Beschermde Natuurmonument heeft en er voldoende saldo in de depositiebank zit, kan gesaldeerd worden. De vergunning kan verleend worden nadat gesaldeerd is. Geef in het aanvraagformulier aan dat gesaldeerd moet worden voor Beschermde Natuurmonument(en).

18 jurisprudentie van de afgelopen jaren, complex. De kans is groot dat de vvgb geweigerd 3 wordt. b. er is alleen een toename ten opzichte van de referentiedata voor Vogelrichtlijngebieden, dan kan een vvgb worden aangevraagd. Wij vragen om een aanvulling (passende beoordeling) voor dit punt en geven daarbij een lange termijn op (31 maart 2012). Iniatiefnemer kan wachten tot het in opdracht van de Provincie op te stellen Alterra-rapport gereed is. Naar verwachting levert dit rapport de onderbouwing dat ook voor Vogelrichtlijngebieden de referentiedatum van 7 december 2004 gehanteerd kan worden. In dat geval kan de vvgb in de loop van volgend jaar verleend worden. Een alternatief is, zoals elders uitgelegd in deze notitie, het volgen van de N47 route: de omgevingsvergunning intrekken en deze los van een Nbwetvergunning aanvragen. c. er is een toename ten opzichte van 7 december 2004 (Beschermde Natuurmonumenten). Deze datum geldt op basis van de beleidsregel Stikstof en Beschermde Natuurmonumenten Noord-Brabant. De beleidsregel geeft een onderbouwing waarom deze datum als referentie dient. Indien er een melding voor de Verordening is gedaan, is de saldering voor Beschermde Natuurmonumenten 4 meegenomen. Met een saldering is er geen toename van stikstofdepositie en vormt dit punt geen belemmering voor het verlenen van de vvgb. Bij de ontvankelijkheid (verzoek tot aanvulling gegevens) betrekt de gemeente de provincie - vanwege de vvgb - bij de controle of de gegevens toereikend zijn en zo niet welke gegevens aangevuld moeten worden. De gemeente vraagt dus aanvullende gegevens op voor het vvgborgaan/provincie en verzoekt de aanvrager om binnen een bepaalde termijn de aanvraag aan te vullen. Gedurende deze termijn wordt de beslistermijn op de aanvraag opgeschort. Wat is het risico voor de gemeente bij het volgen van de Route N47? Voordeel dat de procedure omgevingsvergunning door kan. Geen risico, wel aandachtspunten voor toezicht en handhaving: - de veehouder loopt de kans dat de Nbw vergunning wordt geweigerd. Dan mag hij zijn

19 omgevingsvergunning ook niet meer tot uitvoering brengen; hij heeft een loze omgevingsvergunning (gemeente kan de veehouder op dit gevaar wijzen in de aanbiedingsbrief bij de verleende omgevingsvergunning); - Nbw vergunning kan afwijken van de omgevingsvergunning. Dit is een ongewenst effect dat mogelijk kan optreden bij het volgen van de route N47 Artikel 47 is in de Nbw gekomen om te voorkomen dat lopende Nbw procedures worden doorkruist.

Verklaring van geen bedenkingen van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Verklaring van geen bedenkingen van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Verklaring van geen bedenkingen van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Op het op 30 december 2015 door ons ontvangen verzoek om een verklaring van geen bedenkingen in het kader van de Natuurbeschermingswet

Nadere informatie

Q,dbn. Verklaring van geen bedenkingen van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Omgevingsdienst Brabant Noord

Q,dbn. Verklaring van geen bedenkingen van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Omgevingsdienst Brabant Noord Verklaring van geen bedenkingen van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Q,dbn Omgevingsdienst Brabant Noord Op het op 1 maart 2016 door ons ontvangen verzoek om een verklaring van geen bedenkingen in

Nadere informatie

Verklaring van geen bedenkingen van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Omgevingsdienst Brabant Noord

Verklaring van geen bedenkingen van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Omgevingsdienst Brabant Noord Verklaring van geen bedenkingen van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Omgevingsdienst Brabant Noord Op het op 28 januari 2016 door ons ontvangen verzoek om een verklaring van geen bedenkingen in het

Nadere informatie

Verklaring van geen bedenkingen van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Verklaring van geen bedenkingen van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Verklaring van geen bedenkingen van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Op het op 6 januari 2016 door ons ontvangen verzoek om een verklaring van geen bedenkingen in het kader van de Natuurbeschermingswet

Nadere informatie

Verklaring van geen bedenkingen van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Verklaring van geen bedenkingen van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Verklaring van geen bedenkingen van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Op het op 11 juni 2015 door ons ontvangen verzoek om een verklaring van geen bedenkingen in het kader van de Natuurbeschermingswet

Nadere informatie

Ontwerpbeschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Ontwerpbeschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Ontwerpbeschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant op de op 9 januari 2017 door ons ontvangen aanvraag voor een vergunning ingevolge artikel 2.7, tweede lid, van de Wet natuurbescherming van

Nadere informatie

H o e v e r d e r m e t b e s t e m m i n g s p l a n n e n v o o r h e t l a n d e l i j k g e b i e d n a d e

H o e v e r d e r m e t b e s t e m m i n g s p l a n n e n v o o r h e t l a n d e l i j k g e b i e d n a d e H o e v e r d e r m e t b e s t e m m i n g s p l a n n e n v o o r h e t l a n d e l i j k g e b i e d n a d e u i t s p r a a k v a n d e R a a d v a n S t a t e o v e r h e t b e s t e m m i n g s p

Nadere informatie

De laatste perikelen rondom de gewijzigde Natuurbeschermingswet 1998

De laatste perikelen rondom de gewijzigde Natuurbeschermingswet 1998 De laatste perikelen rondom de gewijzigde Natuurbeschermingswet 1998 In dit artikel ga ik in op de uitleg van de regeling voor bestaande rechten en bestaand gebruik in de Natuurbeschermingswet 1998 en

Nadere informatie

VMR Themamiddag PAS. Toepassing van de PAS in de ondernemingspraktijk met name veehouderijen

VMR Themamiddag PAS. Toepassing van de PAS in de ondernemingspraktijk met name veehouderijen VMR Themamiddag PAS Toepassing van de PAS in de ondernemingspraktijk met name veehouderijen Paul Bodden advocaat Hekkelman Advocaten N.V. Utrecht 14 mei 2014 Casus Nieuwvestiging varkenshouderij in Gelderland

Nadere informatie

2 e ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND. Artikel 19d, 19e en 19kd lid 1 onder b

2 e ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND. Artikel 19d, 19e en 19kd lid 1 onder b 2 e ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d, 19e en 19kd lid 1 onder b Datum : 13 november 2014 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2014-000192 -

Nadere informatie

Ontwerpbesluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Artikel 16/19d Natuurbeschermingswet 1998

Ontwerpbesluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Artikel 16/19d Natuurbeschermingswet 1998 Ontwerpbesluit van Gedeputeerde Staten van Limburg Vergunning Artikel 16/19d Natuurbeschermingswet 1998 Pascal Haumann B.V., Halve Maan 3 te Well Zaaknummer: 2015-0351 Kenmerk: 2016/98662 d.d. 15 december

Nadere informatie

FAQ Verordening stikstof en Natura2000

FAQ Verordening stikstof en Natura2000 FAQ Verordening stikstof en Natura2000 v 28mei2013 De gewijzigde Verordening stikstof is op 22 maart 2013 vastgesteld door PS en op 29 maart 2013 inwerking getreden. De nadruk ligt op het toepassen van

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Ons kenmerk C2139347/3715576 op de op 2 januari 2014 door ons ontvangen aanvraag voor een vergunning ingevolge artikel 16 en/of 19d van de Natuurbeschermingswet

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Ons kenmerk C2100112/3700503 op de op 8 november 2012 door ons ontvangen aanvraag voor een vergunning ingevolge artikel 16 en/of 19d van de Natuurbeschermingswet

Nadere informatie

Inhoud. Actualiteiten ten aanzien van: 1. Bestaand gebruik en bestaande rechten;

Inhoud. Actualiteiten ten aanzien van: 1. Bestaand gebruik en bestaande rechten; Inhoud Actualiteiten ten aanzien van: 1. Bestaand gebruik en bestaande rechten; 2. Interne en externe saldering, inclusief saldering via depositiebank; 3. Programmatische Aanpak Stikstof (PAS). Actualiteiten

Nadere informatie

De omgevingsvergunning in de praktijk

De omgevingsvergunning in de praktijk De omgevingsvergunning in de praktijk VAB Verdiepingsbijeenkomst ROM 3 november 2011 Rob Aagten - Specialist ROM - LTO Noord Advies Inhoud Wabo algemeen Aanvraag en Procedure Concreet voorbeeld - Omgevingsvergunning

Nadere informatie

Telefoonnummer Registratienummer 20116/PRO

Telefoonnummer Registratienummer 20116/PRO Victorialaan 1 b-g 5213 JG 's-hertogenbosch Gildekamp 8 5431 SP Cuijk Postbus 88 5430 AB Cuijk (0485) 338 300 info@odbn.nl www.odbn.nl ONTVANGEN 3 O NOV 2015 Omgevingsdienst Brabant Noord Gemeente Uden

Nadere informatie

Artikel 16/19d Natuurbeschermingswet Luttikhuisen, Broekhuizerdijk 38 te Melderslo Zaaknummer:

Artikel 16/19d Natuurbeschermingswet Luttikhuisen, Broekhuizerdijk 38 te Melderslo Zaaknummer: Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg Vergunning Artikel 16/19d Natuurbeschermingswet 1998 Luttikhuisen, Broekhuizerdijk 38 te Melderslo Zaaknummer: 2015-0862 Kenmerk: 2016/93247 d.d. 24 november

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Ons kenmerk C2103370/3489521 op de op 5 december 2012 door ons ontvangen aanvraag om een vergunning ingevolge artikel 16 en/of 19d van de Natuurbeschermingswet

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Ons kenmerk C2128697/3694869 op de op 2 september 2013 door ons ontvangen aanvraag voor een vergunning ingevolge artikel 16 en/of 19d van de Natuurbeschermingswet

Nadere informatie

Ontwerpbesluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Artikel 16/19d Natuurbeschermingswet 1998

Ontwerpbesluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Artikel 16/19d Natuurbeschermingswet 1998 Ontwerpbesluit van Gedeputeerde Staten van Limburg Vergunning Artikel 16/19d Natuurbeschermingswet 1998 Maatschap Vissers-Gommans, Vosberg 11 a te Panningen Zaaknummer: 2014-1047 Kenmerk: 2016/63042 d.d.

Nadere informatie

Verklaring van geen bedenkingen van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Verklaring van geen bedenkingen van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Verklaring van geen bedenkingen van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Op het op 16 juni 2015 door ons ontvangen verzoek om een verklaring van geen bedenkingen in het kader van de Natuurbeschermingswet

Nadere informatie

Ontwerpbesluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Artikel 16/19d Natuurbeschermingswet 1998

Ontwerpbesluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Artikel 16/19d Natuurbeschermingswet 1998 Ontwerpbesluit van Gedeputeerde Staten van Limburg Vergunning Artikel 16/19d Natuurbeschermingswet 1998 Van der Cruijsen, Stevensbeekseweg 12 te Overloon Zaaknummer: 2013-0382 Kenmerk: 2016/91355 d.d.

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Ons kenmerk C2113596/3613734 op de op 15 maart 2013 door ons ontvangen aanvraag voor een vergunning ingevolge artikel 16 en/of 19d van de Natuurbeschermingswet

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Ons kenmerk C2113523/3673671 op de op 15 maart 2013 door ons ontvangen aanvraag voor een vergunning ingevolge artikel 16 en/of 19d van de Natuurbeschermingswet

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Ons kenmerk C2096538/3661125 op de op 9 oktober 2012 door ons ontvangen aanvraag voor een vergunning ingevolge artikel 16 en/of 19d van de Natuurbeschermingswet

Nadere informatie

Programma Aanpak Stikstof. Berend Hoekstra / juni 2019

Programma Aanpak Stikstof. Berend Hoekstra / juni 2019 Programma Aanpak Stikstof Berend Hoekstra / juni 2019 PAS in het nieuws Waarom ook al weer een PAS? Problematiek Invloed van lucht op natuur door: Ammoniak (NH3) en stikstofoxiden (NOx) Landbouw, verkeer,

Nadere informatie

2 e ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND. Artikelen 19d en 19e

2 e ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND. Artikelen 19d en 19e 2 e ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikelen 19d en 19e Datum : 1 augustus 2014 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2013-018427 - gemeente Dronten Activiteit

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Ons kenmerk C2116644 / 3652201 op de op 9 april 2013 door ons ontvangen aanvraag voor een vergunning ingevolge artikel 16 en/of 19d van de Natuurbeschermingswet

Nadere informatie

het college van gedeputeerde staten van Limburg Ruimtelijke-ordeningskamer - Natuurbescherming

het college van gedeputeerde staten van Limburg Ruimtelijke-ordeningskamer - Natuurbescherming Uitspraak 201403308/1/R2 Datum van uitspraak: woensdag 10 juni 2015 Tegen: Proceduresoort: Rechtsgebied: ECLI: het college van gedeputeerde staten van Limburg Eerste aanleg - meervoudig Ruimtelijke-ordeningskamer

Nadere informatie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d, 19e en 19kd lid 1 onder b Datum : 19 september 2014 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2014-00078 - gemeente Nunspeet

Nadere informatie

Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Artikel 16/19d Natuurbeschermingswet 1998

Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Artikel 16/19d Natuurbeschermingswet 1998 Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg Vergunning Artikel 16/19d Natuurbeschermingswet 1998 Maatschap C.M.A.J. & H.M.H.M. Linders-Janssen, Horreweg 4 te Broekhuizenvorst Zaaknummer: 2015-0299 Kenmerk:

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Ons kenmerk C2089759/3548251 op de op 10 augustus 2012 door ons ontvangen aanvraag om een vergunning ingevolge artikel 16 en/of 19d van de Natuurbeschermingswet

Nadere informatie

GEDEPUTEERDE STATEN VAN DE PROVINCIE GRONINGEN BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998

GEDEPUTEERDE STATEN VAN DE PROVINCIE GRONINGEN BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 GEDEPUTEERDE STATEN VAN DE PROVINCIE GRONINGEN BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 Datum besluit : 2 juni 2016 Onderwerp Artikel Activiteit : Ontwerpbesluit Natuurbeschermingswet 1998-588927 - gemeente

Nadere informatie

IE lil! Uil

IE lil! Uil Gemeente Nieuwkoop T.a.v. de heer R. van Heeringen Postbus 1 2460 AA TER AAR IE lil! Uil 15. 2293 Bezoekadres Zuid-Hollandplein 1 2596 AW Den Haag Postadres Postbus 14060 2501 GB Den Haag T (070) 21 899

Nadere informatie

Kiplekker Topklimaat

Kiplekker Topklimaat Kiplekker Topklimaat Symposium 3 februari 2015 Arvalis Jan Rutten Adviseur Intensieve veehouderij, Milieu en Vergunningen 06-20995446 jrutten@arvalis.nl Kiplekker Topklimaat Wet- en regelgeving: Wat moeten

Nadere informatie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d, 19e en 19kd, lid 1, onder b Datum : 23 januari 2015 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2014-010311 - gemeente

Nadere informatie

Bijlage 1 bij Statenvoorstel 22/13 A

Bijlage 1 bij Statenvoorstel 22/13 A Bijlage 1 bij Statenvoorstel 22/13 A Artikelsgewijze toelichting Verordening stikstof en Natura 2000 Noord-Brabant 2013 (voor zover toelichting nodig is) Hoofdstuk 1 Algemeen Artikel 1, eerste lid N-depositie

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d en 19e Datum : 21 januari 2015 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2014-010894 - gemeente Ermelo Activiteit

Nadere informatie

VVGB Wet natuurbeheer

VVGB Wet natuurbeheer J. de Groote Smalbroek 36 9411 TV Beilen VVGB Wet natuurbeheer Locatie: Smalbroek 36 te Beilen Betrokken en bewogen COLOFON Opdrachtgever J. De Groote Smalbroek 36 9411 TV Beilen Opdrachtnemer Engberts

Nadere informatie

Wet natuurbescherming. Sessie gebiedsbescherming Regiobijeenkomsten sept./okt Marieke Kaajan

Wet natuurbescherming. Sessie gebiedsbescherming Regiobijeenkomsten sept./okt Marieke Kaajan Wet natuurbescherming Sessie gebiedsbescherming Regiobijeenkomsten Marieke Kaajan Inleiding 1. Vergunningplicht bij Natura 2000-gebieden; 2. Uitzonderingen op de vergunningplicht; 3. Praktisch: besluitvormingsproces,

Nadere informatie

Bestemmingsplan buitengebied Doetinchem

Bestemmingsplan buitengebied Doetinchem Bestemmingsplan buitengebied Doetinchem Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 10 juni 2013 / rapportnummer 2779 31 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) De Gemeente Doetinchem wil verschillende

Nadere informatie

Opdrachtgever: Gemeente Hilvarenbeek projectnummer:

Opdrachtgever: Gemeente Hilvarenbeek projectnummer: Memo Opdrachtgever: Gemeente Hilvarenbeek projectnummer: 208.00.00.00.00 Aan: Fons d'haens Van: Henk Veldhuis Onderwerp: Ammoniakregels in het bestemmingsplan Datum: 25-11-2013 W a t i s h e t probleem?

Nadere informatie

Ontwerpbesluit op aanvraag om vergunning ex artikel 16 en /of 19d Natuurbeschermingswet 1998

Ontwerpbesluit op aanvraag om vergunning ex artikel 16 en /of 19d Natuurbeschermingswet 1998 A.J.M. Muskens Honderdbunderweg 21 5151 RJ DRUNEN Brabantlaan 1 Postbus 90151 5200 MC s-hertogenbosch Telefoon (073) 681 28 12 Fax (073) 614 11 15 info@brabant.nl www.brabant.nl Bank ING 67.45.60.043 **

Nadere informatie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d, 19e en 19kd lid 1 onder b Datum : 17 maart 2015 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2014-013911 - gemeente Ede

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Ons kenmerk C2100319/3657171 op de op 12 november 2012 door ons ontvangen aanvraag om een vergunning ingevolge artikel 16 en/of 19d van de Natuurbeschermingswet

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Ons kenmerk C2083942/3484735 op de op 11 juli 2012 ontvangen aanvraag om een vergunning ingevolge artikel 16 en/of 19d van de Natuurbeschermingswet

Nadere informatie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d, 19e en 19kd lid 1 onder b Datum : 23 januari 2015 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2014-010547 - gemeente Haaksbergen

Nadere informatie

Vleeskuikenhouderij Spijk-Kolholsterweg 14, gemeente Delfzijl

Vleeskuikenhouderij Spijk-Kolholsterweg 14, gemeente Delfzijl Vleeskuikenhouderij Spijk-Kolholsterweg 14, gemeente Delfzijl Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 27 december 2016 / projectnummer: 3159 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) De familie

Nadere informatie

Onderwerp Definitief besluit op aanvraag om vergunning ex artikel 16 en /of 19d Natuurbeschermingswet 1998

Onderwerp Definitief besluit op aanvraag om vergunning ex artikel 16 en /of 19d Natuurbeschermingswet 1998 Maatschap Janssen De Langen De Geest 12 5439 NJ Linden Brabantlaan 1 Postbus 90151 5200 MC s-hertogenbosch Telefoon (073) 681 28 12 Fax (073) 614 11 15 info@brabant.nl www.brabant.nl Bank ING 67.45.60.043

Nadere informatie

Pagina 1 van 49 Registratienummer: Z / D

Pagina 1 van 49 Registratienummer: Z / D Postbus 8035 5601 KA Eindhoven T: 088-369 03 69 I: www.odzob.nl Ontwerpbeschikking van Burgemeester en wethouders van Heeze-Leende op de op 11 juli 2016 bij hen ingekomen aanvraag van J.P. Hendriks te

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d en 19e Datum besluit : 18 juni 2015 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2015-005202 - gemeente Ede Activiteit

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Ons kenmerk C2095171/3647869 op de op 27 september 2012 door ons ontvangen aanvraag voor een vergunning ingevolge artikel 16 en/of 19d van de Natuurbeschermingswet

Nadere informatie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d, 19e en 19kd lid 1 onder b Datum : 12 augustus 2014 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2014-003206 - gemeente Aalburg

Nadere informatie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d, 19e en 19kd lid 1 onder b Datum : 24 februari 2015 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2014-012442 - gemeente Doetinchem

Nadere informatie

Aanvraagformulier Natuurbeschermingswet provincie Utrecht voor: veehouderijen met krimp in ammoniakemissie ten opzichte van referentiesituatie

Aanvraagformulier Natuurbeschermingswet provincie Utrecht voor: veehouderijen met krimp in ammoniakemissie ten opzichte van referentiesituatie Aanvraagformulier Natuurbeschermingswet provincie Utrecht voor: veehouderijen met krimp in ammoniakemissie ten opzichte van referentiesituatie Let op! Dit formulier mag alleen gebruikt worden bij het aanvragen

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Ons kenmerk C2126461/ 3716040 op de op 31 juli 2013 door ons ontvangen aanvraag voor een vergunning ingevolge artikel 16 en 19d van de Natuurbeschermingswet

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d, 19e en 19kd lid 1 onder b Datum : 2 juli 2014 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2014-005539 gemeente Bronckhorst

Nadere informatie

Definitief besluit op aanvraag om vergunning ex artikel 16 en /of 19d Natuurbeschermingswet 1998

Definitief besluit op aanvraag om vergunning ex artikel 16 en /of 19d Natuurbeschermingswet 1998 Van der Ven Pluimvee Koolberg 4a 5843 AE Westerbeek Onderwerp Definitief besluit op aanvraag om vergunning ex artikel 16 en /of 19d Natuurbeschermingswet 1998 Aanvraag Op 12 juni 2012 hebben wij uw aanvraag,

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant op de op 2 december 2016 door ons ontvangen aanvraag voor een vergunning ingevolge artikel 2.7, tweede lid, van de Wet natuurbescherming van R. Verburgt

Nadere informatie

Weigering omgevingsvergunning

Weigering omgevingsvergunning Ontwerpbesluit van Gedeputeerde Staten van Limburg Weigering omgevingsvergunning Oprichting Vleesvarkensstallen, voerkeuken, luchtwassers, loods, mest- en sleufsilo s Klevar B.V. te gemeente Horst aan

Nadere informatie

Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Artikel 16/19d Natuurbeschermingswet Maatschap Thomassen, Striep 1 te Oploo Zaaknummer:

Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Artikel 16/19d Natuurbeschermingswet Maatschap Thomassen, Striep 1 te Oploo Zaaknummer: Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg Vergunning Artikel 16/19d Natuurbeschermingswet 1998 Maatschap Thomassen, Striep 1 te Oploo Zaaknummer: 2015-0034 Kenmerk: 2016/100086 d.d. 15 december 2016

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Ons kenmerk C2114317/3647063 op de op 21 maart 2013 door ons ontvangen aanvraag om een vergunning ingevolge artikel 16 en/of 19d van de Natuurbeschermingswet

Nadere informatie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d, 19e en 19kd lid 1 onder b Datum : 25 maart 2015 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2014-014198- gemeente Hof van

Nadere informatie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d, 19e en 19kd lid 1 onder b Datum : 30 maart 2015 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2014-011635 - gemeente Ermelo

Nadere informatie

Provinciaal blad van Noord-Brabant

Provinciaal blad van Noord-Brabant Provinciaal blad van Noord-Brabant ISSN: 0920-1408 Onderwerp Beleidsregel toedeling ontwikkelingsruimte PAS segment 2 Noord-Brabant Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant, Bijlage(n) - Gelet op artikel

Nadere informatie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d en 19e Datum besluit : 24 juli 2015 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2015-000028 - gemeente Maasdriel Activiteit

Nadere informatie

Definitief besluit op aanvraag om vergunning ex artikel 16 en/of 19d Natuurbeschermingswet 1998

Definitief besluit op aanvraag om vergunning ex artikel 16 en/of 19d Natuurbeschermingswet 1998 De heer/mevrouw R. de Klein Spiestraat 20 5453 RC LANGENBOOM Onderwerp Definitief besluit op aanvraag om vergunning ex artikel 16 en/of 19d Natuurbeschermingswet 1998 Aanvraag Op 8 januari 2013 hebben

Nadere informatie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d en 19e Datum besluit : 21 augustus 2015 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2015-004219 - gemeente Ede Activiteit

Nadere informatie

Notitie: Voortoets Natuurbeschermingswet wijzigingsplan Buitengebied 1990, partiele wijziging Eindegoorweg 3a

Notitie: Voortoets Natuurbeschermingswet wijzigingsplan Buitengebied 1990, partiele wijziging Eindegoorweg 3a ONTWERP, BOUW EN MILIEUKUNDE Notitie: Voortoets Natuurbeschermingswet wijzigingsplan Buitengebied 1990, partiele wijziging Eindegoorweg 3a Ulicoten, 6-11-2013 Kenmerk: 98007.022 Van Dun Advies BV Dorpsstraat

Nadere informatie

Ontwerpbesluit op aanvraag om vergunning ex artikel 16 en/of 19d Natuurbeschermingswet 1998

Ontwerpbesluit op aanvraag om vergunning ex artikel 16 en/of 19d Natuurbeschermingswet 1998 J. van Gaal Kasteel 6 5473 VA HEESWIJK-DINTHER Onderwerp Ontwerpbesluit op aanvraag om vergunning ex artikel 16 en/of 19d Natuurbeschermingswet 1998 Aanvraag Op 19 maart 2013 hebben wij uw aanvraag, door

Nadere informatie

De Stichting Oostflank Sint Pieter (hierna: SOS) tekent bij deze bezwaar aan tegen de omgevingsvergunning met kenmerk 14-1694WB d.d. 16-01-2015.

De Stichting Oostflank Sint Pieter (hierna: SOS) tekent bij deze bezwaar aan tegen de omgevingsvergunning met kenmerk 14-1694WB d.d. 16-01-2015. Aantekenen Burgermeester en wethouders van de gemeente Maastricht, Postbus 1992, 6201 BZ Maastricht, Stichting Oostflank Sint Pieter Ursulinenweg 3 6212 NC Maastricht Maastricht, 10 maart 2015. Geachte

Nadere informatie

Natuurbeschermingswet 1998; aanvraag gedeeltelijke intrekking Nbwet vergunning

Natuurbeschermingswet 1998; aanvraag gedeeltelijke intrekking Nbwet vergunning Luttenbergstraat 2 Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 499 88 99 Fax 038 425 48 88 overijssel.nl postbus@overijssel.nl RABO Zwolle 39 73 41 121 Maatschap Stam Brasbeek 90 8326 BR SINT JANSKLOOSTER

Nadere informatie

Vestiging intensieve veehouderij Beemte-Vaassen

Vestiging intensieve veehouderij Beemte-Vaassen Vestiging intensieve veehouderij Beemte-Vaassen Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 5 maart 2015 / rapportnummer 2988 22 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) De provincie Gelderland

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Ons kenmerk C2080469/3590457 op de op 29 juni 2012 door ons ontvangen aanvraag om een vergunning ingevolge artikel 16 en/of 19d van de Natuurbeschermingswet

Nadere informatie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d en 19e Datum besluit : 14 juli 2015 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2014-016928 - gemeente Hof van Twente Activiteit

Nadere informatie

Definitief besluit op aanvraag om vergunning ex artikel 16 en/of 19d Natuurbeschermingswet 1998

Definitief besluit op aanvraag om vergunning ex artikel 16 en/of 19d Natuurbeschermingswet 1998 M.A.T. van Creij Statenweg 49 5428 GD VENHORST Onderwerp Definitief besluit op aanvraag om vergunning ex artikel 16 en/of 19d Natuurbeschermingswet 1998 Aanvraag Op 20 december 2012 hebben wij uw aanvraag,

Nadere informatie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d en 19e Datum besluit : 27 februari 2015 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2014-012145 - gemeente Oude IJsselstreek

Nadere informatie

ONTWERPBESCHIKKING. Omgevingsvergunning beperkte milieutoets. datum: 28 juni 2016 Gemeente Bronckhorst nr

ONTWERPBESCHIKKING. Omgevingsvergunning beperkte milieutoets. datum: 28 juni 2016 Gemeente Bronckhorst nr ONTWERPBESCHIKKING Omgevingsvergunning beperkte milieutoets datum: 28 juni 2016 Gemeente Bronckhorst nr. 2016-0629 Aanvraag Op 24 maart 2016 heeft u een aanvraag voor een omgevingsvergunning beperkte milieutoets

Nadere informatie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d, e, f en g Natuurbeschermingswet 1998, Verordening Stikstof en Natura 2000 Gelderland en Beleidsregels Stikstof en

Nadere informatie

Varkenshouderij Van Deijne Zeeland BV, gemeente Landerd

Varkenshouderij Van Deijne Zeeland BV, gemeente Landerd Varkenshouderij Van Deijne Zeeland BV, gemeente Landerd Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 19 juni 2013 / rapportnummer 2787 31 Oordeel over het milieueffectrapport (MER) Van Deijne Zeeland

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d en 19e Datum besluit : 16 februari 2016 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2015-004320 - gemeente Winterswijk

Nadere informatie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d en 19e Datum besluit : 7 september 2015 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2015-005866 - gemeente Montferland Activiteit

Nadere informatie

Wij vervangen voorschrift 1 van de vergunning van 3 juli 2013 kenmerk 2013/ door:

Wij vervangen voorschrift 1 van de vergunning van 3 juli 2013 kenmerk 2013/ door: Luttenbergstraat 2 Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 499 88 99 Fax 038 425 48 88 overijssel.nl postbus@overijssel.nl RABO Zwolle 39 73 41 121 Maatschap A.G.B. Aarnink Enschedesestraat 187 7481

Nadere informatie

Actualiteiten Natuurbeschermingsrecht Vereniging voor Milieurecht Marieke Kaajan ENVIR Advocaten

Actualiteiten Natuurbeschermingsrecht Vereniging voor Milieurecht Marieke Kaajan ENVIR Advocaten Actualiteiten Natuurbeschermingsrecht Vereniging voor Milieurecht Marieke Kaajan ENVIR Advocaten Inleiding 1. Wnb 2. Gebiedsbescherming in de Omgevingswet 3. Actualiteiten jurisprudentie 1. Wet natuurbescherming

Nadere informatie

BESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Wnb hfdst 2 gebieden Artikel 2.7 lid 2 en 3, artikel 2.8 lid 3 en lid 9 en artikel 1.13 Wet natuurbescherming en artikel 2.7 Besluit

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d en 19e Datum besluit : 11 december 2014 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2014-012145 - gemeente Oude IJsselstreek

Nadere informatie

Ontwerp omgevingsvergunning UV

Ontwerp omgevingsvergunning UV Ontwerp omgevingsvergunning UV 20150044 Aanvraag Op 13 april 2015 is een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen voor het veranderen van een rundveehouderij op het adres Stokershorst 5 te Nederweert-Eind.

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d en 19e Datum besluit : 30 juni 2015 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2015-007675 - gemeente Almere Activiteit

Nadere informatie

VNG 14 december 2015 Gemeenten en de PAS

VNG 14 december 2015 Gemeenten en de PAS VNG 14 december 2015 Gemeenten en de PAS Viviane Ampt, PAS-bureau ondersteuning alle bevoegd gezagen over de PAS http://pas.bij12.nl/content/helpdesk Twitter met ons mee! #BIJ12 #VNG #PAS #stikstof Stikstofemissie

Nadere informatie

Het salderingsverzoek is gedaan voor het uitbreiden van een rundveehouderij, aan de Lieseind 8 te Schijndel in de gemeente Schijndel.

Het salderingsverzoek is gedaan voor het uitbreiden van een rundveehouderij, aan de Lieseind 8 te Schijndel in de gemeente Schijndel. Paul en Stijn Voets V.O.F. Lieseind 8 5482 ZK SCHIJNDEL Brabantlaan 1 Postbus 90151 5200 MC s-hertogenbosch Telefoon (073) 681 28 12 Fax (073) 614 11 15 info@brabant.nl www.brabant.nl Bank ING 67.45.60.043

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d, 19e en 19kd lid 1 onder b Datum : 26 juni 2015 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2015-002937 gemeente

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Ons kenmerk C2133623/3719816 op de op 25 oktober 2013 door ons ontvangen aanvraag voor een vergunning ingevolge artikel 16 en/of 19d van de Natuurbeschermingswet

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Ons kenmerk C2079161/3715024 op de op 21 juni 2012 door ons ontvangen aanvraag voor een vergunning ingevolge artikel 16 en/of 19d van de Natuurbeschermingswet

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Ons kenmerk C2079846/3478625 op de op 22 juni 2012 door ons ontvangen aanvraag om een vergunning ingevolge artikel 16 en/of 19d van de Natuurbeschermingswet

Nadere informatie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d en 19e Datum besluit : 27 november 2015 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2015-009212 - gemeente Amersfoort Activiteit

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d en 19e Datum besluit : 5 april 2016 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2016-002289 - gemeente Leusden Activiteit

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d en 19e Datum besluit : 16 juni 2015 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2015-003086 - gemeente Hof van Twente

Nadere informatie

Q&A s over de wijziging van de Natuurbeschermingswet 1998 van 1 februari

Q&A s over de wijziging van de Natuurbeschermingswet 1998 van 1 februari Q&A s over de wijziging van de Natuurbeschermingswet 1998 van 1 februari 2009 1 Onderwerp Vraag Antwoord inwerkingtreding Op welke datum is de wet bestaand Op 1 februari 2009. gebruik in werking getreden?

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d en 19e Datum besluit : 22 juni 2015 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2015-005160 - gemeente Putten Activiteit

Nadere informatie