Subsidieregeling nationale programma s voor de internationalisering in het primair onderwijs en voortgezet onderwijs

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Subsidieregeling nationale programma s voor de internationalisering in het primair onderwijs en voortgezet onderwijs"

Transcriptie

1 OCenW-Regelingen programma s voor de internationalisering primair en voortgezet Bestemd voor: c scholen voor primair ; c scholen en instellingen voor (voortgezet) speciaal ; c scholen voor voortgezet ; c lerarenopleidingen; c instellingen die nascholing verzorgen; c instellingen, genoemd in de Wet subsidiëring landelijke ondersteunende activiteiten; c schoolbegeleidingsdiensten. Beleidsregel Datum: 4 maart 1998 Kenmerk: IB-1998/7794 Datum inwerkingtreding: 1 april 1998 Geldigheidsduur beleidsregel: 31 december 2001 Juridische grondslag: n.v.t. Relatie tot eerdere mededelingen: n.v.t. Informatie verkrijgbaar bij: CFI/ICO/PO, CFI/ICO/VO, CFI/ICO/BVH, De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, Overwegende dat het wenselijk is internationale activiteiten te stimuleren en te integreren reguliere ; Overwegende dat het tevens wenselijk is dit doel te bevorderen door aan instellingen een subsidie te verstrekken om deze in de gelegenheid te stellen ervaring op te doen met mobiliteit van leerkrachten, schoolleiders en leerlingen kader van internationale samenwerking; Besluit: Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen Artikel 1. Begripsbepalingen In deze beleidsregel wordt verstaan onder: a. minister: de minister van, cultuur en wetenschappen; b. instelling: 1. voor zover het betreft primair : a. een school voor basis, bekostigd uit de openbare kas op basis van de Wet op het basis, b. een school of instelling waaraan speciaal of voortgezet speciaal wordt verzorgd, bekostigd uit de openbare kas op basis van de Interimwet op het speciaal en het voortgezet speciaal, 2. voor zover het betreft voortgezet : een school of inrichting voor voortgezet, bekostigd uit de openbare kas op basis van de Wet op het voortgezet, 3. een lerarenopleiding, 4. een instelling die nascholing verzorgt, 5. een instelling, genoemd in de Wet subsidiëring landelijke ondersteunende activiteiten, 6. een schoolbegeleidingsdienst; c. buurlanden: België, Duitsland, Verenigd Koninkrijk en Frankrijk; d. Noordse landen: Denemarken, Zweden, Finland en Noorwegen; e. Europees Platform: het Europees Platform voor het Nederlandse Onderwijs. Artikel 2. Doel van de regeling Het doel van de regeling is het, met het oog op het stimuleren en integreren van internationale activiteiten reguliere, verstrekken van subsidie aan instellingen om deze in de gelegenheid te stellen ervaring op Algemeen NUMMER maart 1998

2 primair en voortgezet te doen met de mobiliteit van leerkrachten, schoolleiders en leerlingen kader van internationale samenwerking. Artikel 3. Doelen subsidieverstrekking De minister kan op aanvraag subsidie verstrekken voor: a. samenwerking tussen scholen in Nederland en de andere lidstaten van de Europese Unie en Noorwegen (programma Iku, bijlage 1); b. samenwerking tussen scholen in Nederland en Noordrijn-Westfalen, Nedersaksen, Vlaanderen en Wallonië (programma Gros, bijlage 2); c. studiebezoeken van leerkrachten en schoolleiders (programma Plato, bijlage 3); d. activiteiten die leiden tot het ontstaan van een evenwichtig en realistisch beeld van Duitsland (programma Duitsland Plus, bijlage 4); e. doelmatig gebruik van een vergevorderd internationaliseringsprogramma (programma Europa Plus, bijlage 5). Artikel 4. Periode waarvoor subsidie wordt verstrekt 1. Subsidie, als bedoeld in artikel 3, met uitzondering van de subsidie, als bedoeld onder c, voor het bijwonen van een conferentie, seminar of andere activiteit die in een bepaalde week op een bepaalde plaats plaatsvindt, wordt per schooljaar verstrekt. 2. Subsidie, als bedoeld in artikel 3, onder c, voor het bijwonen van een conferentie, seminar of andere activiteit die in een bepaalde week op een bepaalde plaats plaatsvindt, wordt verstrekt voor de duur van de activiteiten waarvoor de subsidie is aangevraagd. Artikel 5. Berekeningsgrondslag subsidie De grondslag voor het bepalen van de hoogte van de subsidie, bedoeld in artikel 3, is opgenomen in de bijlagen 1 tot en met 5. Artikel 6. Subsidieplafond en begrotingsvoorbehoud 1. Voor de subsidie, bedoeld in artikel 3, stelt de minister jaarlijks een subsidieplafond vast. Het subsidieplafond is opgenomen in de bijlage 6 bij deze regeling. 2. Subsidie ten laste van de begroting van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen die nog niet is vastgesteld of goedgekeurd, wordt verleend onder de voorwaarde dat voldoende gelden ter beschikking worden gesteld. Hoofdstuk 2. Uitvoeringsmandaat Artikel 7. Uitvoering door het Europees Platform Het Europees Platform verstrekt, in naam van de minister, de subsidie, bedoeld in artikel 3. Artikel 8. Onkostenvergoeding Europees Platform Voor de uitvoering van zijn taken zal het Europees Platform een vergoeding ontvangen. De hoogte van de vergoeding wordt jaarlijks vastgesteld en is opgenomen in de bijlage 6 bij deze regeling. Hoofdstuk 3. Subsidieaanvraag Artikel 9. Aanvraagprocedure 1. Om voor verlening van subsidie, als bedoeld in artikel 3, in aanmerking te komen, dient een instelling een aanvraag in met inachtneming van de volgende leden. 2. De aanvraag wordt door of namens het bevoegd gezag van een instelling, als aangegeven in de bijlagen 1 tot en met 5, ingediend. 3. De aanvraag wordt ingediend in de periode van 18 april tot en met 2 mei voorafgaand aan het schooljaar waarin de activiteiten zullen plaatsvinden, met uitzondering van de aanvraag van subsidie, als bedoeld in artikel 3, onder c, voor een conferentie, seminar of andere activiteit die in een bepaalde week op een bepaalde plaats plaatsvindt. Deze aanvraag kan het hele jaar door worden ingediend tot uiterlijk twee weken voor de aanvang van de activiteiten. 4. De aanvraag van subsidie, als bedoeld in artikel 3, onder a tot en met d, gaat vergezeld van een begroting, met uitzondering van de aanvraag van subsidie als bedoeld in artikel 3, onder d, voor een Duitse taalassistent. 5. De aanvraag wordt ingediend bij het Europees Platform, Nassauplein 8, 1815 GM, Alkmaar. Artikel 10. Tweede ronde voor toekenning subsidie 1. Indien na toekenning van alle aanvragen die, met inachtneming van artikel 12, aan de criteria, bedoeld in artikel 13, voldoen, het subsidieplafond, bedoeld in artikel 6 nog niet is bereikt, kan het Europees Platform een tweede ronde voor subsidietoekenning organiseren. 2. De aanvraag voor de tweede ronde wordt ingediend in de periode van 19 oktober tot en met 2 november van het schooljaar waarin de activiteiten zullen plaatsvinden, met uitzondering van de aanvraag van subsidie, als bedoeld in artikel 3, onder c, voor een conferentie, seminar of andere activiteit die in een NUMMER maart 1998 Algemeen

3 bepaalde week op een bepaalde plaats plaatsvindt. Deze aanvraag kan het hele jaar door worden ingediend tot uiterlijk twee weken voor de aanvang van de activiteiten. 3. Subsidie, als bedoeld in artikel 3, met uitzondering van de subsidie, als bedoeld onder c, voor het bijwonen van een conferentie, seminar of andere activiteit die in een bepaalde week op een bepaalde plaats plaatsvindt, wordt verstrekt voor de tweede helft van het schooljaar. Artikel 11. Resterende middelen na de tweede ronde Indien na toekenning in de tweede ronde van alle aanvragen die, met inachtneming van artikel 12, aan de criteria, bedoeld in artikel 13, voldoen, het subsidieplafond, bedoeld in artikel 6 nog niet is bereikt, kan de minister, op voorstel van het Europees Platform, in afwijking van deze regeling, subsidie op aanvraag verlenen voor projecten die binnen de doelstellingen van de nationale programma s vallen. Artikel 12. Gronden voor niet behandelen aanvraag en voor weigering subsidie 1. De aanvraag voor subsidie, als bedoeld in artikel 3, wordt niet in behandeling genomen, indien zij niet voldoet aan de in artikel 9, tweede en vierde lid, genoemde voorwaarden. 2. Onverminderd artikel 4:35 Algemene wet bestuursrecht kan de subsidie worden geweigerd: a. indien uit de aanvraag onvoldoende blijkt dat de subsidie naar verwachting wordt besteed aan internationale activiteiten in die zin dat sprake is van integrale invoering van internationaliseringsaspecten reguliere ; b. indien uit de aanvraag onvoldoende blijkt dat de internationalisering bijdraagt aan het realiseren van de vastgestelde leerdoelen; c. indien er voor hetzelfde project gebruik wordt gemaakt van middelen uit EU-fondsen; d. in geval van subsidie als bedoeld in artikel 3, onder a, b en d, indien de instelling reeds drie maal eenzelfde subsidie is verstrekt, tenzij de instelling een subsidie, als bedoeld in artikel 3, onder e, is verstrekt. Bij toekenning van subsidie, als bedoeld in artikel 3, onder e, kan de subsidie, bedoeld in artikel 3, onder a, b en d worden geweigerd, indien de instelling reeds vier maal eenzelfde subsidie is verstrekt; e. in geval van subsidie als bedoeld in artikel 3, onder c, indien de aanvraag een leerkracht of schoolleider betreft die al eerder aan het programma heeft deelgenomen. De periode van twee jaar voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze regeling wordt hierbij mede in aanmerking genomen. 3. Het tweede lid, onder a, bepaalde is niet van toepassing op aanvragen van instellingen waaraan nog niet eerder eenzelfde subsidie, als bedoeld in artikel 3, is verstrekt. 4. Het tweede lid, onder c, bepaalde is niet van toepassing op aanvragen van subsidie, als bedoeld in artikel 3, onder e. 5. Voor de toepassing van het tweede lid, onder d, bepaalde, wordt de periode van twee jaar voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze regeling mede in aanmerking genomen, met dien verstande dat aan de instelling die voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze regeling subsidie, als bedoeld in artikel 3, onder a, b en d, is toegekend, deze subsidie kan worden geweigerd, indien de instelling reeds vier maal eenzelfde subsidie is verstrekt. Hoofdstuk 4. Subsidieverlening en verplichtingen van de instelling Artikel 13. Toekenningscriteria voor subsidie als bedoeld in artikel 3 Voor subsidie, als bedoeld in artikel 3, komen instellingen in aanmerking, voor zover die aanvraag voldoet aan de toekenningscriteria, opgenomen in de bijlagen 1 tot en met 5. Artikel 14. Uitgangspunten subsidieverlening Bij de verlening van subsidie, als bedoeld in artikel 3, gaat de minister uit van de prioriteiten, opgenomen in de bijlagen 1 tot en met 5. Artikel 15. Voorwaarden en verplichtingen Aan de subsidieverlening zijn de in dit hoofdstuk en de in de bijlagen 1 tot en met 5 opgenomen voorwaarden en verplichtingen verbonden. Artikel 16. Besteding overeenkomstig doel De subsidie wordt uitsluitend besteed aan de activiteiten waarop de aanvraag betrekking heeft. Artikel 17. Bijhouden administratie 1. De instelling voert een administratie die zodanig is ingericht, dat daaruit op eenvoudige en duidelijke wijze alle aangegane verplichtingen en verrichte betalingen omtrent de activiteiten kunnen worden afgelezen. 2. De instelling doet onverwijld, nadat een verzoek tot verlening van sursjance van betaling of faillietverkla- primair en voortgezet Algemeen NUMMER maart 1998

4 ring van haar bij de rechtbank is ingediend, daarvan mededeling aan het Europees Platform. Hoofdstuk 5. Subsidievaststelling Artikel 18. Vaststelling van subsidie 1. De instellingen dienen binnen zes maanden na afloop van het schooljaar waarvoor ingevolge deze regeling subsidie is verleend, bij het Europees Platform een aanvraag in tot vaststelling van de subsidie. In afwijking van het in de vorige zin bepaalde dienen de instellingen die subsidie als bedoeld in artikel 3, onder c, voor het bijwonen van een conferentie, seminar of andere activiteit die in een bepaalde week op een bepaalde plaats plaatsvindt, zijn verleend, binnen dertien weken na afloop van de activiteiten waarvoor ingevolge deze regeling subsidie is verleend, bij het Europees Platform een aanvraag in tot vaststelling van de subsidie. 2. Bij de aanvraag tot vaststelling van de subsidie toont de instelling in de vorm van een activiteitenverslag en financieel overzicht aan dat de activiteiten hebben plaatsgevonden overeenkomstig deze regeling en de beschikking tot subsidieverlening. 3. In het activiteitenverslag wordt melding gemaakt van het percentage personen van het vrouwelijke en van het mannelijke geslacht dat heeft deelgenomen aan de activiteiten. Indien de subsidie eerder is verstrekt, wordt tevens melding gemaakt van de ontwikkeling daarin. 4. In geval van subsidie, als bedoeld in artikel 3, onder a en c, toont het activiteitenverslag aan wat de opgedane leereffecten zijn, indien de instelling niet eerder een zodanige subsidie is verstrekt. Indien een zodanige subsidie wel eerder is verstrekt, toont het activiteitenverslag aan hoe de activiteiten zijn ingebed reguliere. Artikel 19. Voorschotten De minister kan een voorschot van 80% verlenen op de subsidie onder de voorwaarden, opgenomen in de bijlagen 1 tot en met 5. Het resterende bedrag van de subsidie wordt betaald na ontvangst en goedkeuring van de verantwoording, als bedoeld in artikel 18. Artikel 20. Terugvordering 1. Het hele voorschot kan worden teruggevorderd als de instelling geen verantwoording, als bedoeld in artikel 18, aflegt. 2. Voor zover uit de verantwoording, als bedoeld in artikel 18, blijkt dat de subsidie niet is besteed overeenkomstig deze regeling en de beschikking tot subsidieverlening, kan de minister het betreffende bedrag terugvorderen. primair en voortgezet Hoofdstuk 6. Slotbepalingen Artikel 21. Bekendmaking Deze regeling zal met de toelichting en bijlagen in de Gele Katern van Uitleg worden geplaatst. Van deze plaatsing zal mededeling worden gedaan in de Staatscourant. Artikel 22. Inwerkingtreding Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 april Artikel 23. Citeertitel Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling nationale in het primair en voortgezet. Artikel 24. Expiratie Deze regeling vervalt met ingang van 31 december 2001, met dien verstande dat met betrekking tot de op dat tijdstip nog niet vastgestelde of uitgekeerde bedragen de regeling van toepassing blijft. De minister van, cultuur en wetenschappen, dr. Ir. J. M. M. Ritzen Bijlage 1 primair en voortgezet : Internationale klassenuitwisseling (Iku) 1. Doel van het programma Het doel van dit programma is te bevorderen dat internationale samenwerking tussen scholen voor voortgezet in Nederland en scholen in de buurlanden en Noordse landen een vaste plaats krijgt schoolbeleid. De uitwisseling van leerlingen is de voornaamste activiteit, maar deze uitwisseling vindt plaats kader van kundige samenwerking. Het nationale programma Iku vormt een aanvulling op het Europese programma voor leerlingenuitwisseling (Lingua E). Scholen die niet voor Lingua E in aanmerking NUMMER maart 1998 Algemeen

5 komen, kunnen zo de beoogde activiteiten met behulp van Iku uitvoeren. De Nederlandse overheid heeft tot deze aanvulling besloten om de volgende uitgangspunten van het Nederlandse beleid te verwezenlijken: c internationalisering moet breed toegankelijk zijn; c internationalisering maakt structureel onderdeel uit van het schoolbeleid; c internationalisering draagt bij aan het realiseren van vastgestelde leerdoelen. 2. Aanvrager Aanvragen kunnen worden ingediend door of namens het bevoegd gezag van een door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen bekostigde school voor voortgezet en voortgezet speciaal. 3. Toekenningscriteria De aanvragen dienen te voldoen aan alle hieronder genoemde criteria: 1. De aanvraag is gericht op samenwerking met een andere school of met andere scholen in één of meer van de buurlanden en/of Noordse landen. 2. De aanvraag van scholen die voor de inwerkingtreding van deze regeling subsidie is toegekend voor activiteiten gericht op één of meer EU-lidstaten die niet tevens buurland of Noords land zijn, is gericht op samenwerking met een andere school of met andere scholen in één of meer van de EU-lidstaten en/of Noorwegen. 3. De aanvraag is gericht op uitwisseling van leerlingen, met een programma in één of meer andere landen ( bezoek ) en met een programma in Nederland ( ontvangst ). 4. De aanvraag richt zich op klas drie en hoger voor havo en vwo of op klas twee en hoger voor vbo, mavo en voortgezet speciaal. 5. De Nederlandse leerlingen verblijven tenminste vijf dagen en vijf nachten andere land; de leerlingen uit het buitenland tenminste vijf dagen en vijf nachten in Nederland. 6. De leerlingen verblijven over en weer in gastgezinnen. 7. De uitwisseling is het gevolg van een bewust schoolbeleid, zoals dat is weergegeven schoolwerkplan, het programmaboek of een ander beleidsstuk van de school. 8. De uitwisseling draagt bij aan welomschreven leerdoelen, aangegeven aanvraagformulier, gericht op één of meer thema s. 4. Prioriteiten Bij onvoldoende middelen voor alle aanvragen die aan deze acht criteria voldoen, vindt een afweging plaats op grond van de volgende prioriteiten, in de hieronder aangegeven volgorde: 1. Scholen die nog niet eerder binnen dit programma subsidie ontvangen hebben, genieten voorrang. 2. Aanvragen gericht op België en Duitsland hebben voorrang. 3. Aanvragen gericht op het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Denemarken, Zweden, Finland en Noorwegen hebben voorrang. 4. Projecten die teken staan van de multiculturele samenleving hebben voorrang. 5. Projecten waarbij ICT onderdeel uitmaakt van de internationaliseringsactiviteiten, hebben voorrang. 6. Tenslotte wordt prioriteit toegekend aan aanvragen van hoge kwaliteit op grond van de volgende kwaliteitscriteria; het project neemt een bijzondere plaats in vanwege de speciale uitwerking van: c het zelfstandig leren werken binnen verschillende vakken; c het beter plannen van de studieactiviteiten door leerlingen; c het actieve gebruik van een andere taal; c de sociale vaardigheden van de leerling; c een beter begrip voor andere culturen; c een bestrijding van stereotypen en vooroordelen. Deze kwaliteitscriteria worden in onderlinge samenhang, als één geheel, beoordeeld. 5. Berekeningsgrondslag en voorwaarden voor subsidie Voor subsidie komen de volgende kosten in aanmerking: c reiskosten van leerlingen en leerkrachten; c verblijfkosten van leerkrachten; c programmakosten in Nederland. Van deze kosten dient de aanvrager bij de aanvraag een begroting in. De subsidie bedraagt nooit meer dan 100% van de leerkrachtenkosten en 50% van de overige kosten, het subsidiebedrag is nooit meer dan ƒ 250,- per Nederlandse deelnemer (leerlingen en leerkrachten) aan het programma buitenland; aan één school kan op jaarbasis nooit meer dan ƒ20.000,- worden toegekend. De begroting wordt steeds getoetst aan het criterium van een doelmatig uitgavenpatroon. In bijzondere gevallen (leerlingen met een handicap) is een toeslag van ten hoogste 100% mogelijk, in vergelijking tot de normale toekenning, binnen het maximumbedrag per school van ƒ ,-. primair en voortgezet Algemeen NUMMER maart 1998

6 6. Procedure en verplichtingen 2. Aanvrager primair en voortgezet De aanvrager kan in de periode tussen 19 april en 2 mei voorafgaand aan het schooljaar waarin de activiteiten zullen plaatsvinden een aanvraag indienen bij het Europees Platform, uitsluitend via het aanvraagformulier. Bij voldoende middelen kunnen aanvragen ook worden ingediend in de periode van 20 oktober tot en met 2 november van het schooljaar waarin de activiteiten zullen plaatsvinden. Zonder verdere kennisgeving wordt binnen acht weken na ontvangst van de eerste aanvraag uitsluitsel ontvangen van de Commissie Financiële Toekenningen van het Europees Platform. Samen met de beschikking tot subsidieverlening ontvangt de aanvrager een contract voor het toegekende bedrag en de eisen die gesteld worden aan het verslag en de financiële verantwoording achteraf. Na ontvangst van het ondertekende contract maakt het Europees Platform een voorschot van 80% over. De resterende 20% volgt na ontvangst van verslag en financieel overzicht, indien uit het financieel overzicht blijkt dat het hele subsidiebedrag is besteed. Niet besteed geld dient te worden teruggestort binnen dertig dagen na vaststelling hiervan. Bijlage 2 primair en voortgezet Aanvragen kunnen worden ingediend door of namens het bevoegd gezag van een door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen bekostigde school voor primair of voortgezet. De bevoegde gezagen van een groep of netwerk van scholen kunnen een coördinator aanwijzen om namens deze scholen één aanvraag in te dienen. 3. Toekenningscriteria De aanvragen dienen te voldoen aan alle hieronder genoemde criteria: 1. De aanvraag is gericht op intensieve samenwerking met een andere school of met andere scholen in Vlaanderen, Wallonië, Nedersaksen of Noordrijn- West-falen. Intensieve contacten tussen de leerkrachten en schoolleiders zijn een vereiste, leerlingenuitwisseling is mogelijk, maar geen noodzaak. 2. Bij scholen voor primair kan de uitwisseling van leerlingen centraal staan; bij scholen voor voortgezet moet de samenwerking aantoonbaar meer inhouden. 3. De samenwerking is het gevolg van een bewust schoolbeleid, zoals dat is weergegeven schoolwerkplan, het programmaboek of een ander beleidsstuk van de school. 4. De uitwisseling draagt bij aan welomschreven leerdoelen, aangegeven aanvraagformulier, gericht op één of meer thema s. 4. Prioriteiten Grens overschrijdende regionale samenwerking (Gros) 1. Doel van het programma De nota Onbegrensd talent van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen geeft prioriteit aan samenwerking met scholen in de buurlanden en de Noordse landen en bijzonder met Duitsland en België, waarbij de voorkeur uitgaat naar scholen in de grensregio s. Op overheidsniveau zijn samenwerkingsovereenkomsten op gebied gesloten met Noordrijn-Westfalen, Nedersaksen, Vlaanderen en Wallonië. Doel van deze overeenkomsten is om samenwerking tussen instellingen en leerkrachten en schoolleiders aan beide zijden van de grens te bevorderen. Met dit programma onderstreept de Nederlandse overheid het belang dat zij hecht aan het grenslandenbeleid. Het programma beoogt een langdurige en intensieve samenwerking tussen Nederlandse scholen en scholen in Noordrijn-Westfalen, Nedersaksen, Vlaanderen en Wallonië, te bevorderen. Bij onvoldoende middelen voor alle aanvragen die aan deze vier criteria voldoen, vindt een afweging plaats op grond van de volgende prioriteiten, in de hieronder aangegeven volgorde: 1. Scholen die nog niet eerder binnen dit programma subsidie ontvangen hebben, genieten voorrang. 2. Aanvragen gericht op samenwerking met scholen binnen de grensregio s (Euregio s) genieten voorrang. 3. Een derde deel van het budget is in de eerste plaats bedoeld voor scholen voor primair, tweederde deel voor scholen voor voortgezet. 4. Projecten die teken staan van de multiculturele samenleving hebben voorrang. 5. Projecten waarbij ICT onderdeel uitmaakt van de internationaliseringsactiviteiten, hebben voorrang. 6. Tenslotte wordt prioriteit toegekend aan aanvragen van hoge kwaliteit op grond van de volgende kwaliteitscriteria; het project neemt een bijzondere plaats in vanwege de speciale uitwerking van: c het zelfstandig leren werken binnen verschillende vakken; NUMMER maart 1998 Algemeen

7 c het beter plannen van de studieactiviteiten door leerlingen; c het actieve gebruik van een andere taal; c de sociale vaardigheden van de leerling; c een beter begrip voor andere culturen; c een bestrijding van stereotypen en vooroordelen. Deze kwaliteitscriteria worden in onderlinge samenhang, als één geheel, beoordeeld. 5. Berekeningsgrondslag en voorwaarden voor subsidie Bijlage 3 primair en voortgezet Promotie lerarenmobiliteit, arbeidservaring en training (Plato) 1. Doel van het programma Voor subsidie komen de volgende kosten in aanmerking: c reiskosten van leerkrachten (100%) en leerlingen (50%); Dit programma vormt een aanvulling op de Europese c verblijfkosten van leerkrachten (bij leerlingen vormt verblijf in gastgezinnen het uitgangspunt); programma s voor lerarenmobiliteit. Voor deze aanvulling bestaan de volgende redenen: c organisatiekosten, telefoonverkeer, vergaderkosten et cetera; c het programma Plato richt zich op de prioriteiten van het Nederlandse beleid; c nascholing, documentatie, drukwerk, manifestaties; c het programma Plato kan hierbinnen eigen initiatief c andere kosten waarvan de school de noodzaak aantoont. van scholen, leerkrachten en schoolleiders honoreren en draagt zo bij aan het geheel van maatregelen die Van deze kosten dient de aanvrager bij de aanvraag een begroting in. c vallen onder vitaal leraarschap ; het programma Plato versterkt de brede toegankelijkheid van de internationalisering; Aan projecten binnen dit programma kan een subsidie worden verleend van maximaal 70% van de kosten van het Nederlandse aandeel. Het maximale subsidiebedrag c het programma Plato schept mogelijkheden voor voorbereidende bezoeken binnen Iku. per school is ƒ ,- per jaar. De begroting wordt Met het programma worden de volgende doelen gediend: steeds getoetst aan het criterium van een doelmatig uitgavenpatroon. c Het via internationale contacten bijdragen aan nascholing (in ruime zin) van Nederlandse leerkrachten en schoolleiders, kader van de landelijke 6. Procedure en verplichtingen innovaties; c Het leveren van een bijdrage aan het geheel van maatregelen De aanvrager kan in de periode van 19 april tot en met 2 dat valt onder vitaal leraarschap. mei voorafgaand aan het schooljaar waarin de activiteiten zullen plaatsvinden een aanvraag indienen bij het Europees Platform, uitsluitend via het aanvraagformulier. 2. Aanvrager Bij voldoende middelen kunnen aanvragen ook worden ingediend in de periode van 20 oktober tot en met 2 november van het schooljaar waarin de activiteiten zullen plaatsvinden. Zonder verdere kennisgeving wordt binnen acht weken na ontvangst van de eerste aanvraag uitsluitsel ontvangen van de Commissie Financiële Toekenningen van het Europees Platform. Samen met de beschikking tot subsidieverlening ontvangt de aanvrager een contract voor het toegekende bedrag en de eisen die gesteld worden aan het verslag en de financiële verantwoording achteraf. Na ontvangst van het ondertekende contract maakt het Europees Platform een voorschot van 80% over. De resterende 20% volgt na Het programma staat open voor leerkrachten en schoolleiders die werkzaam zijn bij een door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen bekostigde school voor primair of voortgezet. Individuele aanvragen kunnen worden ingediend door of namens het bevoegd gezag van de school. Groepsaanvragen kunnen ook worden ingediend door of namens het bestuur van instellingen die nascholing verzorgen, instellingen genoemd in de Wet subsidiëring landelijke ondersteunende activiteiten en schoolbegeleidingsdiensten. Van een groep is sprake als vijf of meer leerkrachten en/of schoolleiders naar dezelfde bestemming gaan om in een bepaalde week hetzelfde programma te volgen. ontvangst van verslag en financieel overzicht, indien uit het financieel overzicht blijkt dat het hele subsidiebedrag is besteed. Niet besteed geld dient te worden teruggestort binnen dertig dagen na vaststelling hiervan. primair en voortgezet Algemeen NUMMER maart 1998

8 3. Toekenningscriteria 4. Prioriteiten primair en voortgezet De aanvragen dienen te voldoen aan alle hieronder genoemde criteria: 1. De aanvraag is gericht op een bezoek van minimaal vijf dagen en nachten aan één van de buurlanden of Noordse landen. 2. De aanvraag van scholen die voor de inwerkingtreding van deze regeling subsidie is toegekend voor activiteiten gericht op één van de EU-lidstaten die niet tevens buurland of Noords land zijn, is gericht op een bezoek van minimaal vijf dagen en nachten aan één van de EU-lidstaten of Noorwegen. 3. De aanvraag is gericht op een bezoek van minimaal vijf dagen en nachten aan één van de EU-lidstaten of Noorwegen, indien het doel van het bezoek het bijwonen van een conferentie, seminar of andere activiteit betreft, die in een bepaalde week plaatsvindt. 4. De aanvraag voor een conferentie, seminar of andere activiteit die in een bepaalde week in één van de EU-lidstaten die niet tevens buurland of Noords land zijn, plaatsvindt, moet betrekking hebben op een onderwerp dat voor scholen, leerkrachten en schoolleiders in Nederland van uitzonderlijk belang is. 5. De aanvraag dient de steun te hebben van de schoolleiding. 6. De lengte van het buitenlands verblijf moet in overeenstemming zijn met de duur van de in de aanvraag beschreven activiteiten. 7. De aanvraag moet vergezeld gaan van een brief of ander bewijsstuk, waaruit de medewerking van de buitenlandse partner blijkt. Voor het toekennen van de subsidie komen in aanmerking projecten, gericht op het opdoen van arbeidservaring en het volgen van training. Onder arbeidservaring vallen het volgen van een stage aan één of meer scholen, het bezoeken van scholen of vakinstituten, het uitvoeren van een studieproject, et cetera. In dit geval geeft de aanvrager bij indiening van de aanvraag een overzicht van de te bezoeken scholen en/of instituten. Onder training vallen de verschillende vormen van nascholing, het bijwonen van een conferentie of het uitvoeren van een studieproject. In dit geval geeft de aanvrager bij de indiening van de aanvraag een korte beschrijving van de cursus, conferentie of studieproject. De stage, nascholing, studie of het opfrisverlof moet gericht zijn op de landelijke vernieuwingen in algemene zin, of op ontwikkelingen binnen het vakgebied van de leerkracht of schoolleider. Daarnaast is het mogelijk jaarlijks een beperkt aantal beurzen beschikbaar te stellen voor andere kundige waardevolle initiatieven van scholen of van individuele leerkrachten of schoolleiders. Bij onvoldoende middelen voor alle aanvragen die aan deze zeven criteria voldoen, vindt een afweging plaats op grond van de volgende prioriteiten, in de hieronder aangegeven volgorde. Individuele aanvragen en groepsaanvragen worden apart behandeld. I. Voor individuele aanvragen: 1. Scholen die nog niet eerder binnen dit programma subsidie ontvangen hebben, genieten voorrang. 2. Aanvragen gericht op België en Duitsland hebben voorrang. 3. Aanvragen gericht op het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Denemarken, Zweden, Finland en Noorwegen hebben voorrang. 4. Het streven is gericht op een evenwichtige spreiding over Nederland, naar thema, schooltype en denominatie. 5. De diepgang van de ingediende programma s en de bijdrage die zij leveren aan de landelijke innovaties. II. Voor groepsaanvragen: 1. Scholen die nog niet eerder binnen dit programma subsidie ontvangen hebben, genieten voorrang. 2. Aanvragen gericht op België en Duitsland hebben voorrang. 3. Aanvragen gericht op het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Denemarken, Zweden, Finland en Noorwegen hebben voorrang. 4. Een evenwichtige spreiding naar schoolsoort. 5. Een evenwichtige spreiding naar thema. 6. Het verband tussen de reguliere activiteiten van de aanvrager en het aangevraagde groepsstudiebezoek. 7. De diepgang van de ingediende programma s en de bijdrage die zij leveren aan de landelijke innovaties. De genoemde prioriteiten gelden niet voor aanvragen voor een conferentie, seminar of andere activiteit die in een bepaalde week op een bepaalde plaats plaatsvindt. Deze beurzen worden verleend in volgorde van binnenkomst van de aanvragen. Bij individuele aanvragen voor dit soort activiteiten, kunnen maximaal vier beurzen per school worden toegekend. 5. Berekeningsgrondslag en voorwaarden voor subsidie Voor subsidie komen de volgende kosten in aanmerking: c de reiskosten langs de meest economische weg; c de noodzakelijke verblijfkosten, gebaseerd op een maximale vergoeding per volledige dag van ƒ 150,- (de NUMMER maart 1998 Algemeen

9 noodzaak van dit maximum moet worden aangetoond); c eventuele kosten van een cursus of conferentie; c de kosten van vervanging, indien de aanstelling van een vervanger onvermijdelijk is (uitgangspunt is dat vervanging niet noodzakelijk is bij het voortgezet bij een afwezigheid van een week of minder). Van deze kosten dient de aanvrager bij de aanvraag een begroting in. Het maximumbedrag per toekenning bedraagt ƒ 1.500,- (zonder vervanging) bij een buitenlands verblijf van één week en ƒ 500,- extra bij elke volgende week. Dit maximum wordt alleen toegekend als de noodzaak uit de ingediende begroting blijkt. De begroting wordt steeds getoetst aan het criterium van een doelmatig uitgavenpatroon. Bij een gewone toekenning is een duur van drie weken in het buitenland het maximum. Daarnaast zijn per jaar tien beurzen beschikbaar voor een lang verblijf (vier tot dertien weken). 6. Procedure en verplichtingen De aanvrager kan in de periode tussen 19 april en 2 mei voorafgaand aan het schooljaar waarin de activiteiten zullen plaatsvinden een aanvraag indienen bij het Europees Platform, uitsluitend via het aanvraagformulier. Bij voldoende middelen kunnen aanvragen ook worden ingediend in de periode tussen 20 oktober en 2 november van het schooljaar waarin de activiteiten zullen plaatsvinden. Aanvragen van subsidie voor het deelnemen aan een seminar, conferentie of andere activiteit die in een bepaalde week op een bepaalde plaats plaatsvindt, kunnen het gehele jaar door worden ingediend tot uiterlijk twee weken voor aanvang van deze activiteiten. Zonder verdere kennisgeving wordt binnen acht weken na ontvangst van de eerste aanvraag uitsluitsel ontvangen van de Commissie Financiële Toekenningen van het Europees Platform. Op aanvragen van subsidie voor het deelnemen aan seminars en dergelijke wordt binnen acht weken en in elk geval voor aanvang van de activiteiten beslist. Het geld wordt overgemaakt naar de rekening van de school; storting op privé-rekeningen is uitgesloten. Een groepstoekenning geeft de organiserende instantie uitsluitsel over het aantal gereserveerde beurzen; de beurzen zelf gaan naar de deelnemers. Samen met de beschikking tot subsidieverlening ontvangt de aanvrager een contract voor het toegekende bedrag en de eisen die gesteld worden aan het verslag en de financiële verantwoording achteraf. Na ontvangst van het ondertekende contract maakt het Europees Platform een voorschot van 80% over. De resterende 20% volgt na ontvangst van verslag en financieel overzicht, indien uit het financieel overzicht blijkt dat het hele subsidiebedrag is besteed. Niet besteed geld dient te worden teruggestort binnen dertig dagen na vaststelling hiervan. Bijlage 4 primair en voortgezet Duitsland Plus 1. Doel van het programma Het gaat hier om een speciaal op Duitsland gericht programma, waarbij wordt samengewerkt met acht deelstaatministeries in Duitsland, waardoor het Europees Platform actief kan bemiddelen. Het doel is via een kundige aanpak een evenwichtig en realistisch beeld van Duitsland te stimuleren. Het programma bestaat uit de volgende onderdelen. 2. Onderdeel 1: leerlingenuitwisseling I. Aanvrager Aanvragen kunnen worden ingediend door of namens het bevoegd gezag van een door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen bekostigde school voor vbo en/of mavo met leerlingen in de leeftijd van twaalf tot en met achttien jaar. II. Toekenningscriteria De aanvragen dienen te voldoen aan alle hieronder genoemde criteria: 1. De aanvraag is gericht op samenwerking met een andere school in één van de Duitse deelstaten. 2. De aanvraag is gericht op uitwisseling van leerlingen, met een programma in Duitsland ( bezoek ) en met een programma in Nederland ( ontvangst ) 3. De Nederlandse leerlingen verblijven tenminste drie dagen en nachten in Duitsland; de leerlingen uit Duitsland tenminste drie dagen en nachten in Nederland. 4. De uitwisseling is het gevolg van een bewust schoolbeleid, zoals dat is weergegeven schoolwerkplan, het programmaboek of een ander beleidsstuk van de school. primair en voortgezet Algemeen NUMMER maart 1998

10 primair en voortgezet 5. De uitwisseling draagt bij aan welomschreven leerdoelen, aangegeven aanvraagformulier, gericht op één of meer thema s. III. Prioriteiten Bij onvoldoende middelen voor alle aanvragen die aan deze vijf criteria voldoen, vindt een afweging plaats op grond van de volgende prioriteiten, in de hieronder aangegeven volgorde: 1. Scholen die nog niet eerder binnen dit programma subsidie ontvangen hebben, genieten voorrang. 2. Schoolklassen met Nederlandse en allochtone leerlingen genieten voorrang. 3. Projecten waaraan een grondige voorbereiding door de schoolleiding en/of leerkrachten aan is voorafgegaan, hebben voorrang. IV. Berekeningsgrondslag en voorwaarden subsidie Voor subsidie komen de volgende kosten in aanmerking: c reiskosten van leerlingen en leerkrachten; c verblijfkosten van leerkrachten (bij leerlingen vormt verblijf in gastgezinnen het uitgangspunt); c programmakosten in Nederland. Van deze kosten dient de aanvrager bij de aanvraag een begroting in. c het programma staat ook open voor leerkrachten van lerarenopleidingen. Het kan gaan om door het Europees Platform aangeboden bijeenkomsten of om bijeenkomsten georganiseerd door een instelling in Nederland of Duitsland, maar leerkrachten en schoolleiders kunnen ook zelf voorstellen indienen. 4. Onderdeel 3: speciale projecten (ontwikkelen van materialen of opzetten van model voor een grootschalige samenwerking) I. Aanvrager Aanvragen kunnen worden ingediend door of namens de bevoegde gezagen van een netwerk van instellingen, bekostigd door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (bijvoorbeeld een lerarenopleiding met enkele scholen). II. Toekenningscriterium De projecten moeten een aantoonbare bijdrage leveren aan het versterken van het vak Duits of het verbeteren van het beeld van Duitsland. Van de scholen wordt verwacht dat zij eerst serieus proberen de leerlingen in gastgezinnen in Duitsland onder te brengen. Alleen wanneer vaststaat dat dit niet mogelijk is, kunnen de kosten van jeugdherbergen, campings, et cetera, deels worden vergoed. Een uitwisseling van maximaal dertig leerlingen per school vormt het uitgangspunt. De subsidie bedraagt maximaal 80% van de kosten van reis en verblijf, tot een maximum van ƒ 250,- per Nederlandse deelnemer (leerlingen en leerkrachten) aan het programma buitenland. Aan een school kan op jaarbasis nooit meer dan ƒ ,- worden toegekend. De begroting wordt steeds getoetst aan het criterium van een doelmatig uitgavenpatroon. 3. Onderdeel 2: studiebezoeken leerkrachten Voor de studiebezoeken van leerkrachten en schoolleiders, die uit een cursus, een seminar, een (bedrijfs)stage en/of schoolbezoeken kunnen bestaan, gelden de voorwaarden van het programma Plato (zie bijlage 3), met de volgende verruiming: c de minimum verblijfsduur is drie dagen en drie nachten; III. Prioriteiten Bij onvoldoende middelen voor alle aanvragen die aan dit criterium voldoen, vindt een afweging plaats op grond van de volgende prioriteiten, in de hieronder aangegeven volgorde: 1. Instellingen die nog niet eerder binnen dit programma subsidie ontvangen hebben, genieten voorrang. 2. Projecten met aandacht voor de rol van allochtone leerlingen genieten voorrang. IV. Berekeningsgrondslag en voorwaarden subsidie Voor subsidie komen de volgende kosten in aanmerking: c projectkosten; c kosten van arbeid. Van deze kosten dient de aanvrager bij de aanvraag een begroting in. De subsidie bedraagt maximaal 80% van de projectkosten en 50% van de kosten van arbeid. De begroting wordt steeds getoetst aan het criterium van een doelmatig uitgavenpatroon. NUMMER maart 1998 Algemeen

11 5. Onderdeel 4: taalassistenten I. Aanvrager Aanvragen kunnen worden ingediend door of namens het bevoegd gezag van een door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen bekostigde school voor voortgezet. II. Prioriteiten Bij onvoldoende middelen voor alle aanvragen, vindt een afweging plaats op grond van de volgende prioriteiten, in de hieronder aangegeven volgorde: 1. Scholen die nog niet eerder binnen dit programma subsidie ontvangen hebben, genieten voorrang. 2. Scholen die extra aandacht aan het Duits besteden, genieten voorrang. III. Berekeningsgrondslag en voorwaarden subsidie De subsidie bestaat uit een onkostenvergoeding aan de taalassistent voor zijn of haar verblijf in Nederland. Van de school wordt bemiddeling bij de huisvesting en enige vergoeding bij extra werkzaamheden (door de taalassistent) verwacht. De taalassistent geeft geen zelfstandig les, maar is de school behulpzaam bij het bevorderen van de taalvaardigheid Duits van de leerlingen. Ook kan de taalassistent ingeschakeld worden bij speciale projecten. De taalassistent heeft in principe een halve weektaak binnen de school. Scholen kunnen minimaal drie en maximaal elf maanden gesubsidieerd van de diensten van een taalassistent gebruik maken. 6. Procedure en verplichtingen De aanvrager kan in de periode van 19 april tot en met 2 mei voorafgaand aan het schooljaar waarin de activiteiten zullen plaatsvinden een aanvraag indienen bij het Europees Platform, uitsluitend via het aanvraagformulier. Bij voldoende middelen kunnen aanvragen ook worden ingediend in de periode van 20 oktober tot en met 2 november van het schooljaar waarin de activiteiten zullen plaatsvinden. Zonder verdere kennisgeving wordt binnen acht weken na ontvangst van de eerste aanvraag uitsluitsel ontvangen van de Commissie Financiële Toekenningen van het Europees Platform. Samen met de beschikking tot subsidieverlening ontvangt de aanvrager een contract voor het toegekende bedrag en de eisen die gesteld worden aan het verslag en de financiële verantwoording achteraf. Na ontvangst van het ondertekende contract maakt het Europees Platform een voorschot van 80% over. De resterende 20% volgt na ontvangst van verslag en financieel overzicht, indien uit het financieel overzicht blijkt dat het hele subsidiebedrag is besteed. Niet besteed geld dient te worden teruggestort binnen dertig dagen na vaststelling hiervan. Bijlage 5 primair en voortgezet Europa Plus 1. Doel van het programma Het doel van Europa Plus is dat scholen met een vergevorderd internationaliseringsprogramma zo doelmatig mogelijk gebruik maken van de verschillende nationale en Europese programma s. Daarbij gaat het er om dat de Europese dimensie, met de daarmee gepaard gaande internationale contacten, een vanzelfsprekend onderdeel is van het schoolbeleid. 2. Aanvrager Aanvragen kunnen worden ingediend door of namens het bevoegd gezag van een door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen bekostigde school die gebruik maakt van één of meerdere van de nationale en Europese programma s. 3. Toekenningscriteria Aanvragen dienen te voldoen aan alle hieronder genoemde criteria: 1. De school heeft een veelzijdig internationaliseringsprogramma en maakt daarbij gebruik van tenminste een nationaal en een Europees programma (en voldoet dus aan de criteria van deze programma s). 2. De school heeft alle internationaliseringsactiviteiten bijeengebracht in één jaarplan. Bij de indiening van de aanvraag wordt aandacht besteed aan de samenhang tussen de verschillende internationaliseringsactiviteiten. 3. Het Europa Plus project heeft een breed draagvlak binnen de school. Voor het management heeft een co rdinator internationalisering de eindverantwoordelijkheid, doorgaans bijgestaan door een commissie internationalisering. De school stelt hiervoor zelf minimaal twee fte-uren ter beschikking. 4. De school zet voor de verschillende activiteiten ook zelf middelen in (via de lumpsum, het nascholings- of profileringsbudget, het schoolfonds, de ouders/ leerlingen of anderszins). Deze bijdragen hebben een primair en voortgezet Algemeen NUMMER maart 1998

12 primair en voortgezet structureel karakter of in ieder geval streeft de school dit na. 5. De internationaliseringsactiviteiten vormen een vast onderdeel van het programma, waarbinnen zij een duidelijk omschreven doel hebben. Dit komt tot uiting in een hoofdstuk schoolwerkplan of in een beleidsplan, waarin de school beschrijft welke functie de internationale contacten hebben binnen het. 6. De internationaliseringsactiviteiten hebben hun weerslag op de gewone lessen, tenminste binnen de moderne talen. Het beleid van de school is erop gericht dat de doeltaal tevens de voertaal in de les is. 4. Prioriteiten Bij onvoldoende middelen voor alle aanvragen die aan deze zes criteria voldoen, vindt een afweging plaats op grond van de volgende prioriteiten, in de hieronder aangegeven volgorde: 1. Scholen die nog niet eerder binnen dit programma subsidie ontvangen hebben, genieten voorrang. 2. Scholen die zich op een bepaald terrein duidelijk manifesteren genieten voorrang (eventuele andere activiteiten staan dan in dienst van de hoofdactiviteit). 3. Programma s waarbij naast de talen ook aan andere vakken aandacht wordt besteed, genieten voorrang. 4. Tenslotte wordt prioriteit toegekend aan aanvragen van hoge kwaliteit op grond van de volgende kwaliteitscriteria; het project neemt een bijzondere plaats in vanwege de speciale uitwerking van: c beoogde effecten voor de leerlingen (binnen de gewone lessen), moderne talen en eventueel andere vakken, mogelijke samenwerking tussen verschillende vakgebieden; c beoogde effecten voor de leerlingen van algemene aard: verminderen van vooroordelen, positief staan tegenover internationalisering, omgaan met culturele verschillen en sociale vaardigheden; c een concrete inhoud geven aan het begrip Europese dimensie van het ; c beoogde effecten voor de leerkrachten en/of de school als geheel; c de aangegeven relatie tussen het uit te voeren programma en de boven genoemde punten; c een plan voor interne evaluatie (hoe de school na afloop denkt te toetsen of de gestelde doelen in meer of mindere mate zijn bereikt. Deze kwaliteitscriteria worden in onderlinge samenhang, als één geheel, beoordeeld. 5. Berekeningsgrondslag en voorwaarden subsidie Het gaat om een speciale aanpak die beloond wordt met een extra bedrag van ƒ 5.000,- (lumpsum-bijdrage). 6. Procedure en verplichtingen De aanvrager kan in de periode van 19 april tot en met 2 mei voorafgaand aan het schooljaar waarin de activiteiten zullen plaatsvinden een aanvraag indienen bij het Europees Platform, uitsluitend via het aanvraagformulier. Bij voldoende middelen kunnen aanvragen ook worden ingediend in de periode van 20 oktober tot en met 2 november van het schooljaar waarin de activiteiten zullen plaatsvinden. Zonder verdere kennisgeving wordt binnen acht weken na ontvangst van de eerste aanvraag uitsluitsel ontvangen van de Commissie Financiële Toekenningen van het Europees Platform. Samen met de beschikking tot subsidieverlening ontvangt de aanvrager een contract voor het toegekende bedrag en de eisen die gesteld worden aan het verslag en de financiële verantwoording achteraf. Na ontvangst van het ondertekende contract maakt het Europees Platform een voorschot van 80% over. De resterende 20% volgt na ontvangst van verslag en financieel overzicht, indien uit het financieel overzicht blijkt dat het hele subsidiebedrag is besteed. Niet besteed geld dient te worden teruggestort binnen dertig dagen na vaststelling hiervan. Bijlage 6 primair en voortgezet Subsidieplafond en vergoeding Europees Platform 1. Bij subsidie voor samenwerking tussen scholen in Nederland en de andere EU-lidstaten en/of Noorwegen (Iku). Het maximumbedrag dat voor subsidiëring van activiteiten kader van het programma Iku schooljaar 1998/1999 beschikbaar is, bedraagt: ƒ ,-. NUMMER maart 1998 Algemeen

13 2. Bij subsidie voor samenwerking tussen scholen in Nederland en Noordrijn-Westfalen, Nedersaksen, Vlaanderen en Wallonië (Gros). Het maximumbedrag dat voor subsidiëring van activiteiten kader van het programma Gros schooljaar 1998/1999 beschikbaar is, bedraagt: ƒ ,-. 3. Bij subsidie voor studiebezoeken van leerkrachten en schoolleiders (Plato). Het maximumbedrag dat voor subsidiëring van activiteiten kader van het programma Plato schooljaar 1998/1999 beschikbaar is, bedraagt: ƒ ,-. Hiervan is ƒ ,- bestemd voor de subsidiëring van het bijwonen van seminars, conferenties en andere activiteiten die in een bepaalde week op een bepaalde plaats plaatsvinden. 4. Bij subsidie voor activiteiten die leiden tot het ontstaan van een evenwichtig en realistisch beeld van Duitsland (Duitsland Plus). Het maximumbedrag dat voor subsidiëring van activiteiten kader van het programma Duitsland Plus in het schooljaar 1998/1999 beschikbaar is, bedraagt: ƒ ,-. 5. Bij subsidie voor doelmatig gebruik van een vergevorderd internationaliseringsprogramma (Europa Plus). Het maximumbedrag dat voor subsidiëring van vergevorderde internationaliseringsactiviteiten op grond van het programma Europa Plus schooljaar 1998/1999 beschikbaar is, bedraagt: ƒ ,-. 6. Vergoeding voor de uitvoering door het Europees Platform. De vergoeding voor de uitvoering van de nationale programma s aan het Europees Platform bedraagt schooljaar 1998/1999: ƒ ,-. Toelichting 1. Algemeen In 1991 werd de nota. Grenzen Verleggen uitgebracht. Stimulering van mobiliteit en uitwisseling van leerkrachten en leerlingen uit het primair en voortgezet en uit het beroeps stonden daarin centraal. Uit de nota zijn de volgende nationale programma s voor internationalisering voortgekomen: Iku, Gros, Plato en (in een later stadium) Duitsland Plus en Europa Plus. Mede daardoor heeft de internationale oriëntatie van het op verschillende manieren meer vaste voet aan de grond gekregen. Als vervolg op deze nota is op 2 april 1997 de nota Onbegrensd Talent aan de Tweede Kamer gepresenteerd. Daarin is sprake van een verdergaande verankering van het internationaliseringsbeleid regulier. Gebaseerd op overleg met het veld, het advies van de Onderwijsraad en het overleg met de Tweede Kamer is het ontwerp-actieplan ter uitvoering van de nota Onbegrensd Talent vastgesteld en op 12 december 1997 aan de Tweede Kamer aangeboden. De doelstellingen van het internationaliseringsbeleid zijn, zoals daarin onder meer verwoord, de versterking van de internationale oriëntatie van het, de vergroting van de toegang tot de internationaal aanwezige kennis en ervaring en het benutten van internationale programma s en samenwerkingsmogelijkheden. Teneinde de instellingen te ondersteunen bij de verhoging van de kwaliteit van internationale activiteiten is voor de periode 1998 tot en met 2001 de tweede generatie Nationale programma s voor internationalisering ontwikkeld. In plaats van generieke stimulering wordt gestreefd naar specifieke inzet van middelen en het waarborgen van een betere inbedding reguliere. Uitgangspunten hierbij zijn: c dat internationalisering structureel onderdeel uitmaakt van de activiteiten van de instellingen; c dat internationalisering bijdraagt aan het realiseren van de vastgestelde leerdoelen; c dat de Nederlandse programma s voor internationalisering complementair zijn aan die van de Europese Unie; c dat internationalisering breed toegankelijk blijft; c dat de internationaliseringsactiviteiten vooral zijn gericht op de buurlanden en Noordse landen: België, Duitsland, Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Denemarken, Zweden, Finland en Noorwegen. De tweede generatie nationale programma s voor de internationalisering: Iku, Gros, Plato, Duitsland Plus en Europa Plus die voortvloeien uit de nota Onbegrensd Talent, zijn toegesneden op bovenstaande uitgangspunten. Het gebruik van de Europese programma s wordt, gezien Europa Plus, wel gestimu- primair en voortgezet Algemeen NUMMER maart 1998

Nieuwe subsidieregeling nationale programma s voor internationalisering in het primair en voortgezet onderwijs

Nieuwe subsidieregeling nationale programma s voor internationalisering in het primair en voortgezet onderwijs primair en voortgezet onderwijs OCenW-Regelingen Bestemd voor: scholen voor primair onderwijs; scholen en instellingen voor (voortgezet) speciaal onderwijs; scholen voor voortgezet onderwijs; lerarenopleidingen;

Nadere informatie

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart,

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart, Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 29-04-2008, nr. VO/S&O/6112, houdende regels voor de stimulering van de pilot projecten in het schooljaar 2008-2009 ten behoeve

Nadere informatie

Regeling begeleiding studenten universitaire lerarenopleidingen

Regeling begeleiding studenten universitaire lerarenopleidingen OCenW-Regelingen Bestemd voor: c universiteiten met een universitaire lerarenopleiding. Algemeen verbindend voorschrift Datum: 19 oktober 1999 Kenmerk: WO/B-1999/16107 Datum inwerkingtreding: zie artikel

Nadere informatie

op voordracht van dijkgraaf en hoogheemraden van Schieland en de Krimpenerwaard van 27 mei 2008;

op voordracht van dijkgraaf en hoogheemraden van Schieland en de Krimpenerwaard van 27 mei 2008; De verenigde vergadering van Schieland en de Krimpenerwaard; op voordracht van dijkgraaf en hoogheemraden van Schieland en de Krimpenerwaard van 27 mei 2008; Gelet op artikel 4:23 Algemene wet bestuursrecht

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Artikel 2. Toepassing Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Artikel 2. Toepassing Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 62002 1 november 2017 Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 24 oktober 2017, nr. PO/1237137,

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 17117 29 maart 2019 Regeling van de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media van 28 maart 2019, nr. WJZ/5893539,

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Gelet op artikel 32b van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Gelet op artikel 32b van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen; STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 5380 9 april 2010 Beleidsregels UWV pilot plaatsingssubsidie 30 maart 2010 Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen,

Nadere informatie

Verordening materiële en financiële gelijkstelling onderwijs gemeente Gooise Meren.

Verordening materiële en financiële gelijkstelling onderwijs gemeente Gooise Meren. Verordening materiële en financiële gelijkstelling onderwijs gemeente Gooise Meren. PARAGRAAF 1 ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 Begripsbepaling In deze verordening wordt verstaan onder: a. het college: het

Nadere informatie

Handelende in overeenstemming met de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media,

Handelende in overeenstemming met de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, REGELING VAN HET STIMULERINGSFONDS VOOR DE JOURNALISTIEK VAN 1 SEPTEMBER 2018, NR.., TOT VASTSTELLING VAN EEN TIJDELIJKE SUBSIDIEREGELING ONDERZOEKSJOURNALISTIEK 2018 Het Stimuleringsfonds voor de Journalistiek,

Nadere informatie

Regeling aanvullende bekostiging voor visueel gehandicapte leerlingen in het voortgezet onderwijs

Regeling aanvullende bekostiging voor visueel gehandicapte leerlingen in het voortgezet onderwijs OCenW-Regelingen voor visueel gehandicapte Bestemd voor: scholen voor vwo, havo, mavo, vbo en praktijkonderwijs; scholengemeernschappen waarin één of meer van deze scholen zijn opgenomen. Algemeen verbindend

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Algemeen Subsidiereglement stichting Fonds voor Cultuurparticipatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Algemeen Subsidiereglement stichting Fonds voor Cultuurparticipatie STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 3714 25 januari 2017 Algemeen Subsidiereglement stichting Fonds voor Cultuurparticipatie Het bestuur van stichting Fonds

Nadere informatie

R e c t i f i c a t i e Regeling aanvullende bekostiging voor visueel gehandicapte leerlingen in het voortgezet onderwijs

R e c t i f i c a t i e Regeling aanvullende bekostiging voor visueel gehandicapte leerlingen in het voortgezet onderwijs voor visueel gehandicapte OCenW-Regelingen Bestemd voor: scholen voor vwo, havo, mavo, vbo en praktijkonderwijs; agrarisch opleidingencentrum als bedoeld in artikel 1.3.3 van de Wet educatie en beroepsonderwijs

Nadere informatie

Verordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs

Verordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs CVDR Officiële uitgave van Hoorn. Nr. CVDR20777_1 23 mei 2017 Verordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs VERORDENING MATERIëLE FINANCIëLE GELIJKSTELLING ONDERWIJS. HOOFDSTUK 1 Algemene bepalingen

Nadere informatie

eurne DE RAAD VAN DE GEMEENTE DEURNE Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 21 augustus 2018, nr. 56;

eurne DE RAAD VAN DE GEMEENTE DEURNE Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 21 augustus 2018, nr. 56; Nr. S6a DE RAAD VAN DE GEMEENTE DEURNE Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 21 augustus 2018, nr. 56; gehoord de commissie Economie en Wonen d.d. 4 september 2018; gelet op het bepaalde

Nadere informatie

SUBSIDIEREGELING INNOVATIEAGENDA CULTUUR MAASTRICHT ( )

SUBSIDIEREGELING INNOVATIEAGENDA CULTUUR MAASTRICHT ( ) SUBSIDIEREGELING INNOVATIEAGENDA CULTUUR MAASTRICHT (2016-2018) Burgemeester en wethouders van Maastricht, - gelet op artikel 2, vierde lid en artikel 3, tweede lid van de Algemene subsidieverordening

Nadere informatie

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Handelende in overeenstemming met de Minister van Economische Zaken;

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Handelende in overeenstemming met de Minister van Economische Zaken; Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van nr. IB/1159407 houdende regels voor het verstrekken van subsidie voor internationalisering in het primair en voortgezet onderwijs

Nadere informatie

Faciliteringsregeling Regionale Expertisecentra in oprichting 2000

Faciliteringsregeling Regionale Expertisecentra in oprichting 2000 OCenW-Regelingen Bestemd voor: scholen en instellingen voor (voortgezet) speciaal onderwijs zoals bedoeld in de Wet op de Expertisecentra. Algemeen verbindend voorschrift Datum: 23 mei 2000 Kenmerk: PO/KB-200013354

Nadere informatie

Subsidieverordening Hollands Kroon

Subsidieverordening Hollands Kroon Subsidieverordening Hollands Kroon De gemeenteraad van Hollands Kroon, Besluit: vast te stellen de navolgende 1. ALGEMENE BEPALINGEN 1.1 Begripsomschrijvingen Artikel 1 Begripsomschrijvingen Bij de toepassing

Nadere informatie

Subsidieverordening Actielijnen 3a, 3b en 4 Lokale Educatieve Agenda

Subsidieverordening Actielijnen 3a, 3b en 4 Lokale Educatieve Agenda CVDR Officiële uitgave van Enschede. Nr. CVDR362945_1 25 oktober 2016 Subsidieverordening Actielijnen 3a, 3b en 4 Lokale Educatieve Agenda De raad van de gemeente Enschede; gelezen het voorstel van het

Nadere informatie

Verordening materiele en financiele gelijkstelling onderwijs gemeente Blaricum 2015

Verordening materiele en financiele gelijkstelling onderwijs gemeente Blaricum 2015 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Blaricum. Nr. 79652 23 december 2014 Verordening materiele en financiele gelijkstelling onderwijs gemeente Blaricum 2015 De raad van de gemeente Blaricum gelezen

Nadere informatie

Subsidieregeling bevorderen intergemeentelijke samenwerking Zuid-Holland 2015

Subsidieregeling bevorderen intergemeentelijke samenwerking Zuid-Holland 2015 Subsidieregeling bevorderen intergemeentelijke samenwerking Zuid-Holland 2015 Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, Gelet op artikel 3 van de Algemene subsidieverordening Zuid-Holland 2013; Overwegende

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 4 september 2012;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 4 september 2012; Download subsidieverordening De Raad van de gemeente Hoorn; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 4 september 2012; besluit: De volgende verordening Verordening subsidiëring

Nadere informatie

Regeling subsidie creativiteitsonderwijs gemeente Oisterwijk 2016

Regeling subsidie creativiteitsonderwijs gemeente Oisterwijk 2016 Regeling subsidie creativiteitsonderwijs gemeente Oisterwijk 2016 Datum vaststelling 15 september 2015 Datum publicatie Datum inwerkingtreding 1 oktober 2015 Geldigheidsduur Kalenderjaar 2016 Juridische

Nadere informatie

Subsidieregeling Recreatie, Toerisme en Evenementen Montferland Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Montferland;

Subsidieregeling Recreatie, Toerisme en Evenementen Montferland Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Montferland; GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Montferland Nr. 11125 16 januari 2019 Subsidieregeling Recreatie, Toerisme en Evenementen Montferland 2019 Het college van burgemeester en wethouders van

Nadere informatie

SUBSIDIEREGELING BEVORDEREN INTERGEMEENTELIJKE SAMENWERKING ZUID-HOLLAND 2017

SUBSIDIEREGELING BEVORDEREN INTERGEMEENTELIJKE SAMENWERKING ZUID-HOLLAND 2017 Provinciaal Blad van Zuid-Holland SUBSIDIEREGELING BEVORDEREN INTERGEMEENTELIJKE SAMENWERKING ZUID-HOLLAND 2017 Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, Gelet op artikel 3 van de Algemene subsidieverordening

Nadere informatie

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [ ]Akkoordstukken -- [ ]Openbaar -- [X]Besloten

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [ ]Akkoordstukken -- [ ]Openbaar -- [X]Besloten Nota voor burgemeester en wethouders Onderwerp Verdeling subsidie Fonds Cultuur & Economie februari 2019 1- Notagegevens Notanummer 2019-000347 Datum 04-03-2019 Programma: 10 Economie, kunst en cultuur

Nadere informatie

Subsidieregels Cultuurfonds

Subsidieregels Cultuurfonds Subsidieregels Cultuurfonds Op deze subsidieregels is de algemene subsidieverordening Borger-Odoorn van toepassing. Deze subsidieregels horen als bijlage bij de Beleidsregels Cultuur en Welzijn 2004-2008

Nadere informatie

Subsidieverordening Waterbewustzijn

Subsidieverordening Waterbewustzijn Subsidieverordening Waterbewustzijn Het algemeen bestuur van Waterschap Vallei en Veluwe; op het voorstel van het college van dijkgraaf en heemraden d.d. 21 augustus 2017; gelet op het bepaalde in de Algemene

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 77 2 januari 2018 Regeling van de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media van 15 december 2017, nr. 1276903,

Nadere informatie

Gemeente ^" Albrandsuuaard

Gemeente ^ Albrandsuuaard 25 Gemeente ^" RAADSBESLUIT Besluit nr.: 90701 Onderwerp: Ie gewijzigde Algemene subsidieverordening Albrandswaard 2010 De raad van de gemeente Albrandswaard; Gezien het voorstel van het college van de

Nadere informatie

Beleidsregel scholen voor voortgezet onderwijs met een licentie van de Stichting Landelijk Overleg Onderwijs en Topsport

Beleidsregel scholen voor voortgezet onderwijs met een licentie van de Stichting Landelijk Overleg Onderwijs en Topsport Beleidsregel Betreft de onderwijssector(en) Informatie CFI/ICO Voorgezet onderwijs vo 079-3232.444 Beleidsregel scholen voor voortgezet onderwijs met een licentie van de Stichting Landelijk Overleg Onderwijs

Nadere informatie

Naam regeling: Algemene Subsidieverordening gemeente Zundert Citeertitel: Algemene Subsidieverordening gemeente Zundert 2011

Naam regeling: Algemene Subsidieverordening gemeente Zundert Citeertitel: Algemene Subsidieverordening gemeente Zundert 2011 Zundertse Regelgeving Wetstechnische informatie Rubriek: Maatschappelijke Zorg en Welzijn Naam regeling: Algemene Subsidieverordening gemeente Zundert 2011 Citeertitel: Algemene Subsidieverordening gemeente

Nadere informatie

Regeling subsidie armoedebeleid gemeente Oisterwijk 2019.

Regeling subsidie armoedebeleid gemeente Oisterwijk 2019. GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Oisterwijk Nr. 205711 27 september 2018 Regeling subsidie armoedebeleid gemeente Oisterwijk 2019 Wij willen dat geen van de inwoners van de gemeente Oisterwijk

Nadere informatie

Subsidieregeling abortusklinieken

Subsidieregeling abortusklinieken Subsidieregeling abortusklinieken (Tekst geldend op: 19 02 2015) Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 29 juli 2014, kenmerk 641412 123384 PG, houdende regels voor de subsidiëring

Nadere informatie

A. ALGEMENE BEPALINGEN

A. ALGEMENE BEPALINGEN No. 070505 St. Annaparochie, 31 mei 2007. De raad der gemeente het Bildt; overwegende; dat de raad bij besluit dd. 11 november 2002 de Algemene Subsidie Verordening heeft vastgesteld; dat het in aanvulling

Nadere informatie

Regeling impuls beroepsonderwijs voor landelijke organen 2000

Regeling impuls beroepsonderwijs voor landelijke organen 2000 OCenW-Regelingen Regeling impuls beroepsonderwijs voor landelijke organen Bestemd voor: landelijke organen en de Vereniging Colo Algemeen verbindend voorschrift Datum: 14 augustus Kenmerk: BVE/B/-29879

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD. Nr HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

GEMEENTEBLAD. Nr HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Wierden Nr. 163204 20 september 2017 Algemene subsidieverordening gemeente Wierden 2015 Burgemeester en wethouders van Wierden maken (ter uitvoering van het

Nadere informatie

Verordening materiële en financiële gelijkstelling onderwijs gemeente Valkenburg aan de Geul

Verordening materiële en financiële gelijkstelling onderwijs gemeente Valkenburg aan de Geul Verordening materiële en financiële gelijkstelling onderwijs gemeente Valkenburg aan de Geul Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepaling In deze verordening wordt verstaan onder: a. het college: het

Nadere informatie

VERORDENING (re)integratie arbeidsgehandicapten

VERORDENING (re)integratie arbeidsgehandicapten VERORDENING (re)integratie arbeidsgehandicapten Op subsidieverlening op grond van deze verordening zijn tevens de bepalingen van de Algemene Subsidieverordening 1998 van toepassing indien en voorzover

Nadere informatie

overwegende dat het gewenst is om de gemeente Hardenberg beter op de kaart te zetten middels evenementen die een economische spin-off opleveren;

overwegende dat het gewenst is om de gemeente Hardenberg beter op de kaart te zetten middels evenementen die een economische spin-off opleveren; Burgemeester en wethouders van de gemeente Hardenberg; overwegende dat het gewenst is om de gemeente Hardenberg beter op de kaart te zetten middels evenementen die een economische spin-off opleveren; overwegende

Nadere informatie

Regeling subsidie sportdeelname jeugd gemeente Oisterwijk 2016

Regeling subsidie sportdeelname jeugd gemeente Oisterwijk 2016 Regeling subsidie sportdeelname jeugd gemeente Oisterwijk 2016 Datum vaststelling 15 september 2015 Datum publicatie Datum inwerkingtreding 1 oktober 2015 Geldigheidsduur Kalenderjaar 2016 Juridische grondslag

Nadere informatie

SUBSIDIEREGELING INNOVATIEVE ENERGIEPROJECTEN BESTAANDE BOUW WONINGCORPORATIES 2012

SUBSIDIEREGELING INNOVATIEVE ENERGIEPROJECTEN BESTAANDE BOUW WONINGCORPORATIES 2012 SUBSIDIEREGELING INNOVATIEVE ENERGIEPROJECTEN BESTAANDE BOUW WONINGCORPORATIES 2012 SUBSIDIEVERSTREKKING Artikel 1, Begripsbepalingen In deze regeling wordt verstaan onder: a. voorwaarden: de voorwaarden

Nadere informatie

DIT PROJECT WORDT MEDEGEFINANCIERD DOOR HET EUROPEES FONDS VOOR REGIONALE ONTWIKKELING. Gedeputeerde Staten van Drenthe,

DIT PROJECT WORDT MEDEGEFINANCIERD DOOR HET EUROPEES FONDS VOOR REGIONALE ONTWIKKELING. Gedeputeerde Staten van Drenthe, Gedeputeerde Staten van Drenthe, Gelet op de Voorwaarden voor projecten uitgevoerd in het kader van Pieken in de Delta Noord- Nederland, het Operationeel programma Noord-Nederland 2007-2013 en de Algemene

Nadere informatie

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen Hoofdstuk 2. Aanvragen Hoofdstuk 3. Beoordelingscriteria Hoofdstuk 4. Besluitvorming...

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen Hoofdstuk 2. Aanvragen Hoofdstuk 3. Beoordelingscriteria Hoofdstuk 4. Besluitvorming... CUOS-REGELING INCIDENTELE SUBSIDIE Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen... 2 Begripsbepalingen...2 Doelstelling...3 Uitgangspunten en subsidieplafond...3 Hoofdstuk 2. Aanvragen... 4 Aan te leveren informatie...4

Nadere informatie

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE MAASTRICHT 2015

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE MAASTRICHT 2015 ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE MAASTRICHT 2015 Algemene subsidieverordening gemeente Maastricht 2015 1 INHOUD Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen... 3 Artikel 1 Definities... 3 Artikel 2 Wettelijke

Nadere informatie

Regeling subsidie promotie gemeente Oisterwijk 2016

Regeling subsidie promotie gemeente Oisterwijk 2016 Regeling subsidie promotie gemeente Oisterwijk 2016 Datum vaststelling 15 september 2015 Datum publicatie Datum inwerkingtreding 1 oktober 2015 Geldigheidsduur Kalenderjaar 2016 Juridische grondslag Algemene

Nadere informatie

Regeling loonkostensubsidie ondersteunend personeel basisscholen

Regeling loonkostensubsidie ondersteunend personeel basisscholen Algemeen Verbindend Voorschrift Betreft de onderwijssector(en) Informatie CFI/ICO Primair Onderwijs po 079-3232.333 Regeling loonkostensubsidie ondersteunend personeel basisscholen Bestemd voor bevoegde

Nadere informatie

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING LEIDERDORP 2012

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING LEIDERDORP 2012 ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING LEIDERDORP 2012 De raad van de gemeente Leiderdorp; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van , , inzake de Algemene subsidieverordening

Nadere informatie

Regeling versterking cultuureducatie in het primair onderwijs 2007-2008

Regeling versterking cultuureducatie in het primair onderwijs 2007-2008 Algemeen Verbindend Voorschrift Betreft de onderwijssector(en) Informatie CFI/ICO Primair Onderwijs po 079-3232.333 Regeling versterking cultuureducatie in het primair onderwijs 2007-2008 Bestemd voor

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1 Algemene bepalingen

HOOFDSTUK 1 Algemene bepalingen 1998,nr. De raad van de gemeente Emmen; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van..., nr..., gelet op artikel 105a1/105a2 van de Wet op het basisonderwijs, artikel 102a1/102a2 van de Interimwet

Nadere informatie

PROVINCIAAL BLAD. vast te stellen de Subsidieregeling gedragsbeïnvloeding verkeersveiligheid Fryslân:

PROVINCIAAL BLAD. vast te stellen de Subsidieregeling gedragsbeïnvloeding verkeersveiligheid Fryslân: PROVINCIAAL BLAD Officiële uitgave van provincie Fryslân. Nr. 152 12 januari 2016 Uitvoeringsregeling van 1 januari 2016, houdende regels betreffende de subsidiëring vanactiviteiten waarmee de verkeersveiligheid

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 11509 24 april 2014 Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 8 april 2014, nr. PO/563679,

Nadere informatie

Regeling subsidie cultuurproducties gemeente Oisterwijk 2016

Regeling subsidie cultuurproducties gemeente Oisterwijk 2016 Regeling subsidie cultuurproducties gemeente Oisterwijk 2016 Datum vaststelling 15 september 2015 Datum publicatie Datum inwerkingtreding 1 oktober 2015 Geldigheidsduur Kalenderjaar 2016 Juridische grondslag

Nadere informatie

Gelet op het artikel 90, tweede en derde lid van de Wet raadgevend referendum;

Gelet op het artikel 90, tweede en derde lid van de Wet raadgevend referendum; Subsidieregeling raadgevend referendum Regeling van de Referendumcommissie van 12 november 2015, houdende nadere regels over de verstrekking van subsidies voor activiteiten die tot doel hebben het publieke

Nadere informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 24 maart 2015 ; Subsidieverordening Maatschappelijk Innovatiefonds gemeente Ommen

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 24 maart 2015 ; Subsidieverordening Maatschappelijk Innovatiefonds gemeente Ommen GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Ommen. Nr. 52126 16 juni 2015 Subsidieverordening Maatschappelijk Innovatiefonds gemeente Ommen De raad van de gemeente Ommen; gelezen het voorstel van burgemeester

Nadere informatie

Regeling bijdrage kosten zij-instromers voor primair onderwijs en voortgezet onderwijs

Regeling bijdrage kosten zij-instromers voor primair onderwijs en voortgezet onderwijs OCenW-Regelingen Regeling bijdrage kosten zij-instromers 2003-2004 voor primair en voortgezet Bestemd voor: besturen van scholen of instellingen waarop de Wet op het primair, de Wet op de expertisecentra

Nadere informatie

Regeling subsidie cultuureducatie gemeente Oisterwijk 2019.

Regeling subsidie cultuureducatie gemeente Oisterwijk 2019. GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Oisterwijk Nr. 212686 8 oktober 2018 Regeling subsidie cultuureducatie gemeente Oisterwijk 2019 Wij willen dat de kwaliteit van het cultuureducatie op de

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Handelende in overeenstemming met de Minister van Economische Zaken;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Handelende in overeenstemming met de Minister van Economische Zaken; STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 5953 9 februari 2016 Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 31 januari 2016, nr. IB/882759,

Nadere informatie

Regeling Investeren in voorsprong voor de sector beroepsonderwijs en volwasseneneducatie (bve-sector)

Regeling Investeren in voorsprong voor de sector beroepsonderwijs en volwasseneneducatie (bve-sector) Regeling Investeren in (bve-sector) OCenW-Regelingen Bestemd voor: c scholen en instellingen voor. Algemeen verbindend voorschrift Datum: 20 mei 1998 Kenmerk: WJZ-1998/20673 Datum inwerkingtreding: zie

Nadere informatie

-1- Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Montferland; gelet op artikel 3 van de Algemene Subsidieverordening Montferland 2016

-1- Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Montferland; gelet op artikel 3 van de Algemene Subsidieverordening Montferland 2016 -1- Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Montferland; gelet op artikel 3 van de Algemene Subsidieverordening Montferland 2016 BESLUIT vast te stellen de Subsidieregeling Recreatie,

Nadere informatie

Regeling aanvullende bekostiging maatschappelijke stage in het voortgezet

Regeling aanvullende bekostiging maatschappelijke stage in het voortgezet Algemeen Verbindend Voorschrift Betreft de sector(en) Informatie CFI/ICO Voorgezet vo 079-3232.444 Regeling aanvullende bekostiging maatschappelijke stage in het voortgezet Bestemd voor scholen voor voortgezet.

Nadere informatie

gelet op de Algemene wet bestuursrecht, de Provinciewet en de Gemeenschappelijke regeling Samenwerkingsverband Noord-Nederland;

gelet op de Algemene wet bestuursrecht, de Provinciewet en de Gemeenschappelijke regeling Samenwerkingsverband Noord-Nederland; Provinciale Staten van Fryslân, Groningen en Drenthe: gelezen de voordracht van Gedeputeerde Staten gelet op de Algemene wet bestuursrecht, de Provinciewet en de Gemeenschappelijke regeling Samenwerkingsverband

Nadere informatie

Regeling subsidie lokale media gemeente Oisterwijk 2019.

Regeling subsidie lokale media gemeente Oisterwijk 2019. GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Oisterwijk Nr. 207247 1 oktober 2018 Regeling subsidie lokale media gemeente Oisterwijk 2019 Wij willen dat inwoners van de gemeente Oisterwijk geïnformeerd

Nadere informatie

"Verordening evenementen gemeente Hardenberg".

Verordening evenementen gemeente Hardenberg. "Verordening evenementen gemeente Hardenberg". HOOFDSTUK I Inleidende bepalingen Artikel 1. Begripsbepalingen In deze verordening wordt verstaan onder: a. Organisator: een bij de Kamer van Koophandel ingeschreven

Nadere informatie

Algemene Subsidieregeling 2008

Algemene Subsidieregeling 2008 Algemene Subsidieregeling 2008 Paragraaf 1 Inleidende bepalingen Artikel 1.1 In deze regeling wordt verstaan onder: a. gemeentebestuur: het bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van besluiten betreffende

Nadere informatie

Regeling subsidie bibliotheekwerk gemeente Oisterwijk 2016

Regeling subsidie bibliotheekwerk gemeente Oisterwijk 2016 Regeling subsidie bibliotheekwerk gemeente Oisterwijk 2016 Datum vaststelling 15 september 2015 Datum publicatie Datum inwerkingtreding 1 oktober 2015 Geldigheidsduur Kalenderjaar 2016 Juridische grondslag

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 9829 28 februari 2017 Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 12 februari 2017, nr. MBO/1147339,

Nadere informatie

Gedeputeerde Staten van Drenthe,

Gedeputeerde Staten van Drenthe, Gedeputeerde Staten van Drenthe, Gelet op de Voorwaarden voor projecten uitgevoerd in het kader van Pieken in de Delta Noord- Nederland, het Operationeel programma Noord-Nederland 2007-2013 en de Algemene

Nadere informatie

a. minister: Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties; b. stichting: Stichting Centrum voor Arbeidsverhoudingen Overheidspersoneel.

a. minister: Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties; b. stichting: Stichting Centrum voor Arbeidsverhoudingen Overheidspersoneel. Regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 2015, nr. 2015-, houdende regels voor de subsidiëring van de Stichting Centrum voor de Arbeidsverhoudingen Overheidspersoneel

Nadere informatie

Subsidieregeling zij-instromers

Subsidieregeling zij-instromers OCenW-Regelingen Bestemd voor: besturen en scholen/instellingen waarop de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de Expertisecentra of de Wet op het voortgezet onderwijs van toepassing is. verbindend

Nadere informatie

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE TYNAARLO. De raad van de gemeente Tynaarlo,

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE TYNAARLO. De raad van de gemeente Tynaarlo, ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE TYNAARLO De raad van de gemeente Tynaarlo, gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 21 september 2010, inzake de Algemene subsidieverordening

Nadere informatie

Subsidieregeling Recreatie, Toerisme en evenementen Montferland 2016. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Montferland;

Subsidieregeling Recreatie, Toerisme en evenementen Montferland 2016. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Montferland; GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Montferland. Nr. 34253 21 maart 2016 Subsidieregeling Recreatie, Toerisme en evenementen Montferland 2016 Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente

Nadere informatie

Regeling verdiepingsslag academische opleidingsschool

Regeling verdiepingsslag academische opleidingsschool Algemeen Verbindend Voorschrift Betreft de onderwijssector(en) Informatie SenterNovem Primair Onderwijs 070-373.59.41 Voorgezet onderwijs Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie en Hoger onderwijs Regeling

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Vastgesteld door het bestuur van de raad voor rechtsbijstand op 1 juli 2010

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Vastgesteld door het bestuur van de raad voor rechtsbijstand op 1 juli 2010 STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 10659 8 juli 2010 Beleidsregel vergoedingen voor rechtsbijstand in de nieuwe asielprocedure van de raad voor rechtsbijstand

Nadere informatie

Subsidieregeling zij-instromers voor primair onderwijs en voortgezet onderwijs met declaratiebekostiging

Subsidieregeling zij-instromers voor primair onderwijs en voortgezet onderwijs met declaratiebekostiging Subsidieregeling zij-instromers 2002-2003 voor primair onderwijs met declaratiebekostiging OCenW-Regelingen Bestemd voor: besturen van scholen of instellingen waarop de Wet op het primair onderwijs of

Nadere informatie

Verordening op het lokaal onderwijsbeleid in de gemeente Amsterdam 2014 Bijlage 20: Voorziening pilot internationalisering van het primair onderwijs

Verordening op het lokaal onderwijsbeleid in de gemeente Amsterdam 2014 Bijlage 20: Voorziening pilot internationalisering van het primair onderwijs Verordening op het lokaal onderwijsbeleid in de gemeente Amsterdam 2014 Bijlage 20: Voorziening pilot internationalisering van het primair onderwijs Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Nadere informatie

Wijziging van de Overgangsregeling bekostiging beroepsonderwijs Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB) tot jaar 2000

Wijziging van de Overgangsregeling bekostiging beroepsonderwijs Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB) tot jaar 2000 Wijziging van de Wet educatie en OCenW-Regelingen Algemeen verbindend voorschrift Datum: 27 maart 1998 Kenmerk: BVE/DenR-1998/8968 Datum inwerkingtreding: zie artikel III Geldigheidsduur beleidsregel:

Nadere informatie

gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van 15 november 2016, kenmerk SBH/ ;

gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van 15 november 2016, kenmerk SBH/ ; Nr. 1748803 - II De RAAD van de gemeente Dordrecht; Raadsgriffie Spuiboulevard 300 3311 GR DORDRECHT gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van 15 november 2016, kenmerk SBH/1739468;

Nadere informatie

Nadere regels subsidieverstrekking gemeente Medemblik 2014

Nadere regels subsidieverstrekking gemeente Medemblik 2014 1 Nadere regels subsidieverstrekking gemeente Medemblik 2014 GRONDSLAG 1. Op grond van artikel 2, lid 2 van de Algemene Subsidieverordening Gemeente Medemblik (ASV) kan het college nadere regels stellen

Nadere informatie

STADSREGIO AMSTERDAM ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING

STADSREGIO AMSTERDAM ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING STADSREGIO AMSTERDAM ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING Vastgesteld bij besluit van de Regioraad van 26 juni 2007, nr. ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING STADSREGIO AMSTERDAM 1 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Verordening van 23 maart, 13 en 20 april 2016 van Provinciale Staten van Drenthe, Fryslân en Groningen, houdende bepalingen met betrekking tot de verstrekking van subsidies van het Samenwerkingsverband

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders d.d.

gelezen het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders d.d. 1 van 5 Zaaknummer : 1259275 Steller Afdeling : Gine Nicolai : Regionale Uitvoeringsdienst Noord-Holland Noord De Raad van de gemeente Hoorn; gelezen het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders

Nadere informatie

Regeling subsidie cultuureducatie gemeente Oisterwijk 2016

Regeling subsidie cultuureducatie gemeente Oisterwijk 2016 Regeling subsidie cultuureducatie gemeente Oisterwijk 2016 Datum vaststelling 15 september 2015 Datum publicatie Datum inwerkingtreding 1 oktober 2015 Geldigheidsduur Kalenderjaar 2016 Juridische grondslag

Nadere informatie

SUBSIDIEREGELING CONCIËRGES OP BASISSCHOLEN DEN HAAG Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Haag,

SUBSIDIEREGELING CONCIËRGES OP BASISSCHOLEN DEN HAAG Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Haag, Gemeente Den Haag Ons kenmerk BOW/2015.380 RIS 285874 SUBSIDIEREGELING CONCIËRGES OP BASISSCHOLEN DEN HAAG 2015 Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Haag, overwegende dat: - in

Nadere informatie

Subsidieverordening Waterschap Vallei en Veluwe 2013

Subsidieverordening Waterschap Vallei en Veluwe 2013 Subsidieverordening Waterschap Vallei en Veluwe 2013 Besluit tot vaststelling van de Subsidieverordening Waterschap Vallei en Veluwe 2013 Het algemeen bestuur van Waterschap Vallei en Veluwe; op het voorstel

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 30293 16 september 2015 Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 10 september 2015, nr. DGAN-PDJNG/15119206,

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds gelet op artikel 10, vierde lid van de Wet op het specifiek cultuurbeleid;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds gelet op artikel 10, vierde lid van de Wet op het specifiek cultuurbeleid; STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 2416 18 januari 2018 Regeling versterking Cultuureducatie in het vmbo, vso en praktijkonderwijs 2018 2020 Het bestuur

Nadere informatie

Gelet op de artikelen 3 en 5 van de Kaderwet SZW-subsidies en 32d, eerste lid, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen;

Gelet op de artikelen 3 en 5 van de Kaderwet SZW-subsidies en 32d, eerste lid, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen; Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 29 april 2016, nr. 2016-0000105285, tot vaststelling van een regeling voor subsidiëring van scholing richting een kansberoep (Tijdelijke

Nadere informatie

PROVINCIAAL BLAD VAN LIMBURG 2010/78

PROVINCIAAL BLAD VAN LIMBURG 2010/78 PROVINCIAAL BLAD VAN LIMBURG 2010/78 Officiële naam regeling: Nadere subsidieregels bevordering buurtalen (Duits en Frans) in basisonderwijs en VMBO in Limburg (gewijzigd) Citeertitel: zie officiële naam

Nadere informatie

Subsidie vrijwillige inzet en informele zorg gemeente Ermelo 2016.

Subsidie vrijwillige inzet en informele zorg gemeente Ermelo 2016. GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Ermelo. Nr. 30596 16 maart 2016 Subsidie vrijwillige inzet en informele zorg gemeente Ermelo 2016 Burgemeester en wethouders van de gemeente Ermelo; overwegende

Nadere informatie

Regeling subsidie lokale media gemeente Oisterwijk 2016

Regeling subsidie lokale media gemeente Oisterwijk 2016 Regeling subsidie lokale media gemeente Oisterwijk 2016 Datum vaststelling 15 september 2015 Datum publicatie Datum inwerkingtreding 1 oktober 2015 Geldigheidsduur Kalenderjaar 2016 Juridische grondslag

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 53557 28 september 2017 Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Staatssecretaris van Onderwijs,

Nadere informatie

Deelregeling projectsubsidies Fonds Podiumkunsten

Deelregeling projectsubsidies Fonds Podiumkunsten Deelregeling projectsubsidies Fonds Podiumkunsten Het bestuur van het Fonds Podiumkunsten Gelet op artikel 10 lid 4 van de Wet op het specifiek cultuurbeleid en artikel 4 van het Algemeen Reglement van

Nadere informatie

Concept ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE MOERDIJK

Concept ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE MOERDIJK Concept ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE MOERDIJK De raad van de gemeente Moerdijk; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van >, , inzake de Algemene

Nadere informatie

Algemene subsidieverordening Texel

Algemene subsidieverordening Texel Algemene subsidieverordening Texel Gemeenteblad Texel 2016 nr 36 datum 24-03-2016 INTREKKING Algemene subsidieverordening Texel 2011 De raad van de gemeente Texel gelezen het voorstel van het college van

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 13558 2 september 2010 Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 25 augustus 2010, nr. R&P/RPA/2010/16910,

Nadere informatie

Verordening persoonsgebonden budget begeleid werken Wet sociale werkvoorziening Landsmeer 2019

Verordening persoonsgebonden budget begeleid werken Wet sociale werkvoorziening Landsmeer 2019 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Landsmeer Nr. 19200 28 januari 2019 Verordening persoonsgebonden budget begeleid werken Wet sociale werkvoorziening Landsmeer 2019 de raad van de gemeente

Nadere informatie

Subsidieregeling stimuleringsfonds particulier initiatief 2015

Subsidieregeling stimuleringsfonds particulier initiatief 2015 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Pijnacker-Nootdorp. Nr. 44114 22 mei 2015 Subsidieregeling stimuleringsfonds particulier initiatief 2015 De raad van de gemeente Pijnacker-Nootdorp; gezien het

Nadere informatie

KUNSTENPLAN REGELING PROJECTSUBSIDIES INNOVATIE

KUNSTENPLAN REGELING PROJECTSUBSIDIES INNOVATIE KUNSTENPLAN 2017-2020 REGELING PROJECTSUBSIDIES INNOVATIE 2019-2020 REGELING PROJECTSUBSIDIES INNOVATIE 2019-2020 Het bestuur van het AFK Gelet op de missie van het Amsterdams Fonds voor de Kunst om te

Nadere informatie

Nadere regels en beleidsregel incidentele subsidie voor culturele activiteiten

Nadere regels en beleidsregel incidentele subsidie voor culturele activiteiten Nadere regels en beleidsregel incidentele subsidie voor culturele activiteiten Inhoud Pagina 2 Nadere regels en beleidsregel incidentele subsidie voor culturele activiteiten tot 5.000 Pagina 4 Nadere regels

Nadere informatie