Orde van dienst voor de laatste zondag. van het kerkelijk jaar

Transcriptie

1 Orde van dienst voor de laatste zondag van het kerkelijk jaar 20 november 2016 in de Dorpskerk te Vorden In de dienst zullen de namen genoemd worden van hen die ons ontvielen In dankbare herinnering 1

2 Blijf geborgen in je naam. Wees als een mens gezegend, om wat je hebt gezegd, en om wat is verzwegen. De rafels van je hart omdat je bent gesleten. Om je wezen, zwak en sterk, leven is een mensenwerk. Blijf geborgen in je naam, Wees als een mens gezegend. Om wat je hebt gedaan, om wat is nagelaten. Wat soms is misgegaan, de scherven die je maakte. Onvermijdelijke pijn voor wie mensen moeten zijn. Blijf geborgen in je naam, Wees als een mens gezegend. Om je vasthoudendheid, om angsten in het donker. De pijnen in je lijf, en je geloof in morgen. Wisselvallig is het tij voor wie mensen kunnen zijn. Blijf geborgen in je naam. Wees als een mens gezegend, om wie je hebt getroost, gedragen in gedachten. Je liefde en je hoop, de keren dat je lachte. Alle zegening en heil van wie mensen mogen zijn. Blijf geborgen in je naam Wees als een mens gezegend, om heel je reisverhaal met alle mensenfouten. Om vriendschap en begrip, en ongeschokt vertrouwen. Om het leren mettertijd van de naam 'Ik zal er zijn'. Blijf geborgen in je naam Wees als een mens gezegend. Gonny Luijpers 2

3 Laatste zondag van het kerkelijk jaar Deze zondag gedenken we de mensen die ons zijn voorgegaan. Hun namen worden genoemd en hun nabestaanden krijgen de gelegenheid om een kaars aan te steken. Bij afwezigheid wordt deze aangestoken door de ouderling van dienst. Als hervormde gemeente Vorden wensen wij u een gezegende en bovenal troostrijke dienst toe. In de spiegel zien we de glans van de herinneringen. De kapotte stukken geven het verdriet weer vanwege de gebrokenheid van ons bestaan en het moeten missen van hen die dierbaar waren. In de spiegel zien we het licht dat niet dooft. Se verschillende bloemen in verschillende kleuren geven de veelkleurigheid van mensen aan. ORDE VAN DIENST * Orgel spel DIENST VAN DE VOORBEREIDING * Woord van welkom. * Zingen: Lied 103: 1, 5 en 6. Zegen, mijn ziel, de grote naam des Heren, laat al wat binnen in mij is Hem eren, vergeet niet hoe zijn liefde u heeft geleid, gedenk zijn goedheid, die u wil vergeven, die u geneest, die uit het graf uw leven verlost en kroont met goedertierenheid. 3

4 Zoals een vader liefdevol zijn armen slaat om zijn kind, omringt ons met erbarmen God onze Vader, want wij zijn van Hem. Hij die ons zelf uit aarde heeft genomen, Hij weet, dat wij, uit stof aan t licht gekomen, slechts leven op de adem van zijn stem. De mens is aan het sterven prijs gegeven, gelijk het gras kortstondig is zijn leven, en als een bloem die naar de zon zich keert, maar die ten prooi valt aan de barre winden, en knakt en sterft, en is niet meer te vinden Ja zelfs haar eigen plaats kent haar niet meer. * Moment van stilte. * Fluitspel: Salut d amour E. Elgar. * Woord van verwachting: V: Onze hulp is in de Naam van de Heer G: die hemel en aarde gemaakt heeft, V; die trouw houdt tot in eeuwigheid G: en nooit loslaat wat Hij ooit eenmaal is begonnen. * Op de drempel: V: Wees Gij God voor ons een bodem voor onze voeten een dak boven ons hoofd een steun in onze rug een gids die ons de weg wijst. G: zodat wij niet verwijderd raken van U en van elkaar en volhouden om verder te gaan uw toekomst tegemoet amen 4

5 * Groet: V: De genade van de Heer is met u allen G: en zijn vrede is ook met u. * Zingen: Lied 283: 1, 2 en 6 In de veelheid van geluiden in het stormen van de tijd, zoeken wij het zachte suizen van het woord, dat ons verblijdt. En van overal gekomen, drinkend uit de ene bron, bidden wij om nieuwe dromen, richten wij ons naar de zon. Die ons naam voor naam wilt noemen, al uw liefde ons besteedt, zingend zullen wij U roemen en dit huis zingt met ons mee! * Kyriëgebed afgesloten met gezongen Kyrië Eleison. * Glorialied: Lied 634 U zij de glorie, opgestane Heer, U zij de victorie, U zij alle eer! Alle mens'lijk lijden hebt Gij ondergaan om ons te bevrijden tot een nieuw bestaan: U zij de glorie, opgestane Heer, U zij de victorie, U zij alle eer! 5

6 Licht moge stralen in de duisternis, nieuwe vrede dalen waar geen hoop meer is. Geef ons dan te leven in het nieuwe licht, wil het woord ons geven dat hier vrede sticht: U zij de glorie, opgestane Heer, U zij de victorie, U zij alle eer! DIENST VAN HET WOORD * Gebed van de zondag. Kinderen gaan naar hun eigen dienst. * Schriftlezing: Genesis 1 : 1-8, Openbaring 22: 1-2 * Zingen: Lied 766: 1 en 2 ( Openbaring 21: 1-4) Ik zag een nieuwe hemel zich verheffen, een nieuwe aarde ontstond om het geheim des levens te beseffen, niet meer in zee gegrond. Ik zag een stad verblindend naderkomen, een middelpunt van feest, Jeruzalem, zoals het in Gods dromen vanouds moet zijn geweest. Jeruzalem is als een bruid getreden voor God in wit en goud en in haar heldere ogen staat een vrede, door niemand ooit aanschouwd. Een stem roept in het rond: nu gaat beginnen de koninklijke tijd, de koning zal de koningin beminnen die Hem is toegewijd. 6

7 * Epistellezing: Johannes 4 : 7-14 * Responsie: V: Lof zij U, Christus, G: in eeuwigheid, amen. * Zingen: Lied 766 : 3 ( Openbaring 21 : 1-4) De koning die zijn troon heeft in den hoge, houdt bij de mensen hof en alle tranen zal Hij van hun ogen afwissen tot zijn lof. Er zal geen rouw, er zal geen dood meer wezen, nergens verdriet meer zijn, de eerste dingen werden uitgewezen, voorbij ging alle pijn. * Verkondiging : Alles stroomt. * Fluitspel: Afscheid nemen bestaat niet. J. Ewbank. * Licht dat nooit meer dooft DIENST VAN GEDENKEN Kinderen komen terug In het afgelopen jaar zijn ons dierbare medemensen ontvallen. Mensen, met wie wij ons leven hebben gedeeld, Mensen, met wie wij ons verbonden weten, Mensen, die wij met ons meedragen in ons hart. Wij willen vandaag in het midden van de gemeente hun namen noemen en hen gedenken wie zij waren voor ons. Vanuit het gemis en het verdriet, de leegte en het verlangen zoeken wij naar houvast en troost, naar licht dat nooit meer dooft. 7

8 Van hen die ons ontvielen noemen we de naam en en wordt u als nabestaande de gelegenheid geboden om een kaars aan te steken ter nagedachtenis. * In afwisseling zingen wij lied 598 (2x) Als alles duister is, Ontsteek dan een lichtend vuur dat nooit meer dooft, vuur dat nooit meer dooft. * Gedicht: Voor onze lieve mensen van voorbij Ze zeggen dat zij gestorven zijn en dat is ook zo. Hun handen hebben de onze en de dingen om ons heen losgelaten. Zij kijken niet meer naar buiten, naar het weer van vandaag en luisteren niet langer als er een deur open gaat en zeggen de woorden niet meer die zij vroeger altijd zeiden; Kom maar binnen Het is stil geworden om ons heen, maar toch horen wij hen nog spreken en zien wij met gesloten ogen wat zij deden, toen zij nog gaande en staande bij ons waren. Neen, zij zouden pas ècht gestorven zijn als wij hen waren vergeten en als zij, weggewist uit ons geheugen ons niet meer bij zou staan met raad en daad van toen. Dat dòen zij dus nog steeds als wij verhalen over hen vertellen. Neen, niet alles is voorbij, zij leven voort in onze verhalen, in ons doen en laten, want als je van iemand houdt, dan laat je die mens eeuwig leven. 8

9 * Zingen: Lied 48 ( uit Zing in s Hemelsnaam ) Melodie: Lied 247 De mensen die ons hier ontvallen zijn, -ze zijn genoemd in dankbaarheid en pijn. Hun leven hebben zij met ons gedeeld, de wond van leegte is nog niet geheeld. Met elke naam die door ons is gespeld, is het verhaal van hun bestaan verteld in woorden en gedachten van gemis omdat het nu voorgoed verleden is. Allen aan wie in stilte is gedacht, en die dit uur ter sprake zijn gebracht, bevelen wij voor eeuwig bij U aan, dat U ook in de dood met hen zult gaan. God, U houdt al de namen in Uw hand. Doe wat U heeft beloofd aan hen gestand: en blijf -ook aan de levenstijd voorbijin het ons onbekende aan hun zij. * Pastorale mededelingen * Gebeden: Dankgebed Voorbeden Stil gebed Onze Vader DIENST VAN GEBEDEN EN GAVEN * Collecte terwijl er fluitspel klinkt: Morceau de concours J. Massenet 9

10 * Slotlied: Lied 657 : 1 en 4 Zolang wij ademhalen schept Gij in ons de kracht om zingend te vertalen waartoe wij zijn gedacht: elkaar zijn wij gegeven tot kleur en samenklank. De lofzang om het leven geeft stem aan onze dank. Ons lied wordt steeds gedragen door vleugels van de hoop. Het stijgt de angst te boven om leven dat verloopt. Het zingt van vergezichten, het ademt van uw Geest. In ons gezang mag lichten het komend bruiloftsfeest. * Wegzenden en Zegen, afgesloten met gezongen Amen 10

11 Lied 426 God zal je hoeden, Christus je voeden, Geest van hierboven geeft zin en zicht. God schenkt je warmte, geneest en omarmt je, vriend in het duister en gids naar het licht. 11

12 Queeste Ach wat ik ook op deze tocht ten grave zocht was wind en rook, en wie weet is wel nooit geweest wat ik het meest van alles mis; maar vroeg of laat verschijnt het land dat elk verstand te boven gaat, waar ik volmaakt opnieuw ontmoet wie ik voorgoed was kwijtgeraakt. J. P. Rawie Voorgangers: mevr. J. Ruiterkamp en ds. J. Kool. Ouderling van dienst: mevr. W. Hebbink. Lector: dhr. J. Rigterink. Organiste: mevr. M. Berendsen. m.m.v. mevr. M. van de Berg. ( fluit) 12