Algemene richtlijnen en praktische adviezen bij het toepassen van de HR Isolatiefolie

Transcriptie

1 Algemene richtlijnen en praktische adviezen bij het toepassen van de HR Isolatiefolie Eigenschappen De HR Isolatiefolie is opgebouwd uit diverse lagen brandvertragende luchtkussenfolies, afgewisseld met hoog reflecterende folie. Stilstaande lucht in combinatie met terugkaatsing van warmtestraling als optimale combinatie in één luchtdicht product. In tegenstelling tot alle andere reflectiematerialen kan de reflectie laag bij HR Isolatiefolie nooit vervuilen of corroderen. Uniek. De HR Isolatiefolie wordt geleverd op rol, afhankelijk van het Rc-type bevat een rol een bepaalde lengte. De breedte is altijd 120 cm. De HR Isolatiefolie is makkelijk en snel te monteren. Verwerkingsrichtlijnen De belangrijkste richtlijn is dat u tussen de HR Isolatiefolie en de wand die grenst aan de buitenomgeving altijd zorg dient te dragen voor ventilatie in de vorm van open stootvoegen of ventilatieroostertjes. Onder de pannen of het dakbeschot, maar bóven de HR Isolatiefolie dient ook ventilatie mogelijk te worden gemaakt. Per vierkante meter 4 gaten van 10 mm zo hoog mogelijk in de constructie. In zomerse situaties houdt u hiermee de warmte buiten. HR Isolatiefolie functioneert optimaal als u een luchtspouw toepast van 11 mm vóór en achter de HR Isolatiefolie ten opzichte van de constructie waar u HR Isolatiefolie toepast. (11 mm lucht en 9 mm infrarood transparante luchtkussenfolie betekent 20 mm voor optimale reflectiewerking). Ongeacht welke isolatie u toepast blijft de regel isoleren is ventileren gelden. Luchtverversing en -ventilatie is na het aanbrengen van de HR Isolatiefolie noodzakelijk. Denk als voorbeeld aan uw keuken en badkamer. Die zijn ook voorzien van (extra) ventilatie. Onvoldoende ventilatie kan leiden tot vocht- en schimmelproblemen. Een luchtdichte randafwerking van de HR Isolatiefolie aan alle zijden van de bouwdelen is de volgende kritieke voorwaarde. Inklemming is meestal de beste oplossing. Houd een afstand van 40 cm in acht bij bouwdelen of leidingen die warmer worden dan 100 graden Celsius. Doorvoeren van leidingen en kanalen dient u eerst te voorzien van een kraag (smalle streep HR Isolatiefolie die u omwikkelt en aftaped) en pas daarna sluit u de grote vlakken. Indien u achteraf gaten maakt, tape deze dan weer zo goed mogelijk af om luchtlekken te voorkomen. Opslag, verpakking en transport HR Isolatiefolie wordt geleverd in plastic verpakking. Deze verpakking kan ter recycling in de plastic afvalcontainer worden gedeponeerd. Transport en opslag van de rollen dient staande te geschieden, eventueel op elkaar gestapeld. In elk geval nooit liggend voor een langere periode. Op de verpakking is o.a. aangegeven welk type HR Isolatiefolie in de zak zit, de lengte, dikte en de keurmerken. Snijresten kunnen bij het reguliere plastic afval. Benodigde materialen bij de toepassing van de HR Isolatiefolie HR Isolatiefolie. Afdichtingstape voor HR Isolatiefolie (seperaat te bestellen), gemiddeld 1 rol tape op 3 rollen isolatiefolie. Een scherp afkortmes of scherpe schaar. Rolmeter, tengels, drukgeregelde tacker met RVS-nieten, boormachine met boortjes. Prostelko schroeven, pluggen of rozetten voor HR Isolatiefolie. Verwerken op een houten draagconstructie HR Isolatiefolie laat zich uitstekend bevestigen met RVS-nieten op houten constructies. Zorg dat de tacker niet dóór de HR Isolatiefolie heen schiet, maar stel de druk proefondervindelijk in afhankelijk van het type isolatiefolie en de houtsoort waarin de nieten worden geschoten. De HR Isolatiefolie dient goed tegen elkaar aan worden gebracht. Met name bij aansluitingen in de langsrichting. 1

2 Tape de aansluitnaden goed af met de bijbestelde tape dat u één luchtdicht scherm maakt met goede aansluitingen tegen de vloeren, plafonds en kozijnen. Zorg rondom kozijnen voor een goede afwerking, eventueel door middel van inklemming door een extra lat óf breng extra latten aan rondom het kozijn waarin u goed kunt vastnieten. Tape af tot op het hout en schiet extra nieten door de tape heen in het hout. Zo verzekert u zichzelf van een goede en blijvende mechanische verbinding rondom openingen in de constructiedelen. Afwerken met gipsplaten Bij gipsplaten of ander plaatmateriaal maakt u een dubbel-frame constructie. De tengels waarop de gipsplaten worden geschroefd, zet u eenvoudig vast en waterpas met Prostelko stelschroeven in de tengels waarop u HR Isolatiefolie heeft vastgezet. Afwerken in of achter een metal-stud constructie U kunt de HR Isolatiefolie in of achter een metal-stud constructie toepassen. U schroeft in de zijkanten van de metalstud met een ringetje en schroef. Tape alle langsnaden goed af over de HR Isolatiefolie en de metal-stud, zodat een luchtdichte afwerking ontstaat. Vervolgens brengt u de afwerkbeplating aan zoals gewend. HR Isolatiefolie in de kruipruimte In de kruipruimte kunt u HR Isolatiefolie ophangen met speciale Prostelko pluggen. Laat langs de wanden overlengte waarop u tengels aanbrengt over de HR Isolatiefolie heen. U klemt zo de HR Isolatiefolie luchtdicht vast tegen de wanden aan. Snijd eventuele uitstekende overlengte af met een scherp mes. Ook kunt u de HR Isolatiefolie over de bodem leggen, inclusief bedekking van de funderingsmuren. Let er hierbij op dat u eventuele bestaande ventilatie respecteert tussen de zijwanden en de HR Isolatiefolie. HR Isolatiefolie onder of op het dak Er zijn twee manieren van toepassing op het dak: boven het dakbeschot en de draagbalken, dit is een zogenaamd warm dak. Hierbij ligt de HR Isolatiefolie meteen onder de dakpannen, al dan niet rechtstreeks op het dakbeschot. Onder de dakpannen moet sprake zijn van een lichte ventilatie. De HR Isolatiefolie zelf dient geheel rondom (dus dakgootzijde, nokzijde, langszijden) luchtdicht tot op het dakbeschot gemonteerd te worden door goed vast te zetten. Er mag dus geen luchtstroom tussen de HR Isolatiefolie en het dakbeschot kunnen plaatsvinden. Bij een koud dak isoleert u onder de draagconstructie, de draagconstructie blijft dus koud. Hier is ook lichte ventilatie belangrijk. Uiteindelijk dient de buitenlucht in contact te staan met de ruimte boven de HR Isolatiefolie. Vaak ontstaan seperate vakken (tussen de spanten) die, indien ze niet met elkaar in contact staan, allemaal apart geventileerd moeten worden om condensvorming te voorkomen. Adviesvragen Dit document is bedoeld als eerste handreiking. Wilt u meer informatie of technisch advies dan kunt u contact opnemen met: Parallelweg LA Leerdam Tel: Internet: info@hrisolatiefolie.nl 2

3 3

4 4

5 5

6 6

7 7

8 8

9 9

10 10

11 11

12 Meerlaagse, dunne, reflecterende isolatiedeken mét erkende accreditatie Codering: GGBKUW Betreft: Gecontroleerde Gelijkwaardigheidsverklaring Toepassing: ISSO 82.1 en ISSO 75.1 Fabrikant: HR Isolatiefolie Type: HR Isolatiefolie Ingangsdatum verklaring: Geldigheidsduur verklaring: 1 Luchtspouw 1 Luchtspouw 2 Luchtspouwen 2 Luchtspouwen Constructie met de Spouwankers Stelschroeven Spouwankers Stelschroeven HR isolatiefolie T3,5 Rc (m 2 K/W) In een wand / gevel 3,06 2,98 3,61 3,52 In een dak 2,76 2,70 2,93 2,87 Onder een vloer 3,35 3,24 3,54 3,44 De Rc-waarden uit bovenstaande tabel mogen alleen worden gebruikt als aangetoond kan worden dat in de betreffende constructies HR Isolatiefolie T3,5 met een bepaalde dikte is toegepast. 1 Luchtspouw 1 Luchtspouw 2 Luchtspouwen 2 Luchtspouwen Constructie met de Spouwankers Stelschroeven Spouwankers Stelschroeven HR isolatiefolie T3,0 Rc (m 2 K/W) In een wand / gevel 2,52 2,46 3,08 3,00 In een dak 2,23 2,18 2,39 2,35 Onder een vloer 2,81 2,72 3,00 2,92 De Rc-waarden uit bovenstaande tabel mogen alleen worden gebruikt als aangetoond kan worden dat in de betreffende constructies HR Isolatiefolie T3,0 met een bepaalde dikte is toegepast. 1 Luchtspouw 1 Luchtspouw 2 Luchtspouwen 2 Luchtspouwen Constructie met de Spouwankers Stelschroeven Spouwankers Stelschroeven HR isolatiefolie T2,5 Rc (m 2 K/W) In een wand / gevel 2,08 2,04 2,64 2,58 In een dak 1,79 1,75 1,96 1,92 Onder een vloer 2,37 2,29 2,56 2,49 De Rc-waarden uit bovenstaande tabel mogen alleen worden gebruikt als aangetoond kan worden dat in de betreffende constructies HR Isolatiefolie T2,5 met een bepaalde dikte is toegepast. 12

13 Meerlaagse, dunne, reflecterende isolatiedeken mét erkende accreditatie Codering: GGBKUW Betreft: Gecontroleerde Gelijkwaardigheidsverklaring Toepassing: ISSO 82.1 en ISSO 75.1 Fabrikant: HR Isolatiefolie Type: HR Isolatiefolie Ingangsdatum verklaring: Geldigheidsduur verklaring: 1 Luchtspouw 1 Luchtspouw 2 Luchtspouwen 2 Luchtspouwen Constructie met de Spouwankers Stelschroeven Spouwankers Stelschroeven HR isolatiefolie T4,0 Rc (m 2 K/W) In een wand / gevel 3,54 3,45 4,10 3,99 In een dak 3,25 3,17 3,42 3,34 Onder een vloer 3,83 3,71 4,02 3,91 De Rc-waarden uit bovenstaande tabel mogen alleen worden gebruikt als aangetoond kan worden dat in de betreffende constructies HR Isolatiefolie T4,0 met een bepaalde dikte is toegepast. 1 Luchtspouw 1 Luchtspouw 2 Luchtspouwen 2 Luchtspouwen Constructie met de Spouwankers Stelschroeven Spouwankers Stelschroeven HR isolatiefolie T4,5 Rc (m 2 K/W) In een wand / gevel 4,13 4,02 4,68 4,56 In een dak 3,83 3,73 4,00 3,91 Onder een vloer 4,42 4,28 4,60 4,47 De Rc-waarden uit bovenstaande tabel mogen alleen worden gebruikt als aangetoond kan worden dat in de betreffende constructies HR Isolatiefolie T4,5 met een bepaalde dikte is toegepast. 1 Luchtspouw 1 Luchtspouw 2 Luchtspouwen 2 Luchtspouwen Constructie met de Spouwankers Stelschroeven Spouwankers Stelschroeven HR isolatiefolie T5,0 Rc (m 2 K/W) In een wand / gevel 4,71 4,58 5,27 5,13 In een dak 4,42 4,30 4,58 4,47 Onder een vloer 5,00 4,84 5,19 5,04 De Rc-waarden uit bovenstaande tabel mogen alleen worden gebruikt als aangetoond kan worden dat in de betreffende constructies HR Isolatiefolie T5,0 met een bepaalde dikte is toegepast. 13

14 Wat houdt de accreditatie eigenlijk precies in? In het kort Voor innovatieve producten bestaan geen- of onvolledige Europese productie-, test- en controlerichtlijnen. Fabrikanten kunnen landafhankelijk de prestaties en kenmerken van hun innovatieve producten laten onderzoeken door een onafhankelijke instituut: in Nederland de ISSO. De ISSO functioneert mede onder de vlag van de Nederlandse regering (Agentschap.nl) en bestaat uit onafhankelijke experts die producten beoordelen op hun eigenschappen o.b.v. bestaande normeringen. Slechts als de eigenschappen onomstotelijk zijn vastgesteld worden de producten opgenomen in de ISSO-databank. Deze databank biedt consumenten zekerheid over de productkenmerken die een fabrikant van innovatieve producten verspreidt. De ISSO en de ISSO-databank zijn wettelijk erkend en stellen innovatieve producten "gelijkwaardig" met prestaties van bekende producten waarvoor wel Europese normen zijn. Eigenlijk is het een MAYA-verzameling: "most advanced, yet acceptable". Voor de HR Isolatiefolie betekent dit o.a. dat de RC-waarden van de diverse Typen HR Isolatiefolie zijn goedgekeurd en als zodanig o.a. in EPC programma's en - berekeningen meegenomen kunnen worden. Officieel betekent dit Per 1 juli 2013 moeten bouwers en ontwikkelaars aantonen dat het door hen gebouwde gebouw ook daadwerkelijk energiezuinig is. Geen enkele nieuwe woning of utiliteitsgebouw mag dan nog worden verkocht of verhuurd zonder een energielabel. Dit is één van de wijzigingen ten gevolge van de herziene EPBD(recast). Er dient nu al gestart te worden om het benodigde bewijsmateriaal te verzamelen bij de gebouwen die nu gebouwd worden en na 1 juli 2013 worden opgeleverd. Bewijsmateriaal EPC-berekening Tot nu toe kon men nog volstaan met het overleggen van een EPC-berekening. De EPC-berekening werd als gelijkwaardig aan het Energielabel beschouwd. Met de invoering van de EPBD recast kan dit niet meer. Het nieuwe gebouw dient dan vóór de overdracht bezocht te worden door een energielabeladviseur. Deze gaat ter plekke in het gebouw na of alle energiebesparende maatregelen die aangenomen zijn in de EPC-berekening ook daadwerkelijk in het gebouw zijn aangebracht. Om dit Energielabel voor nieuwe gebouwen te kunnen opstellen heeft ISSO in opdracht van Agentschap NL samen met de marktpartijen opnameprotocollen voor Energiezuinige gebouwen opgesteld, de zogenaamde detailmethode. Deze protocollen zijn nu beschikbaar. De partijen uit het bouwproces kunnen nagaan welk bewijsmateriaal zij dienen te verzamelen en aan welke eisen dit bewijsmateriaal dient te voldoen. De opnameprotocollen kunt uw downloaden via de pagina informatie EPA. Energiebesparende maatregelen In het opnameprotocol voor energiezuinige gebouwen wordt aan de hand van de bij de bouwaanvraag ingediende EPCberekening gecontroleerd of alle Energiebesparende maatregelen uit de EPC-berekening ook daadwerkelijk in het gebouw zijn aangebracht. Indien er een aantal energiebesparende maatregelen niet zijn aangebracht zal dit resulteren in een slechtere Energieklasse. Echter niet alle aangebrachte energiebesparende maatregelen zijn bij de oplevering visueel te controleren. De partijen die bij het bouwproces betrokken zijn, dienen dus tijdens het bouwproces bewijsmateriaal te verzamelen waarmee aangetoond kan worden dat de Energiebesparende maatregelen ook daadwerkelijk in het betreffende gebouw zijn aangebracht. Naast deze controle kan er bij woningen nog worden nagegaan of het aangebrachte ventilatiesysteem naar behoren functioneert, de zogenaamde ventilatietoets uit de kopstaart aanpak van de Lente-akkoordpartijen. ISSO-publicaties Er is een opnameprotocol voor energiezuinige woningen/appartementencomplexen en een opnameprotocol voor energiezuinige utiliteitsgebouwen beschikbaar. Deze opnameprotocollen en de bijbehorende delen van de BRL 9500 zijn in de vergadering van 27 september 2012 door het Centraal College van Deskundige van KBI goedgekeurd. In 2013 zullen de opnameprotocollen worden opgenomen in de betreffende ISSO-publicaties 82.1 Energieprestatieadvies Woningen/Woongebouwen en 75.1 Energieprestatieadvies Utiliteitsgebouwen 14