BASIS ADVIES STRIKOTHERM SYSTEEM 100-B

Transcriptie

1 BASIS ADVIES STRIKOTHERM Behandeld door: Strikotherm Asviescenter Telefoon: +31 (0) Servicenummer: 0900-GEVELISOLATIE ( ,35 p/g) Uw contactpersoon: J. Kuijpers 2004 Strikotherm gevelsysteem 100-B Een gevelpleistersysteem op een beluchte calcium-silicaat pleisterdrager, bevestigd op een wel of niet geïsoleerde achterconstructie. BLAD: 1 van 15

2 1.0. ALGEMEEN 1.1. Plaatsbepaling: Strikotherm buitengevelsysteem dient aangebracht te worden op de volgens tekening aangegeven geveldelen Kwaliteitseisen: Strikotherm gevelpleistersystemen voldoen aan de kwaliteitseisen en de verwerkingsvoorschriften voor buitengevelisolatiesystemen, opgesteld door certificerende instelling Buro IKOB-BKB Kwaliteitsbewaking Bouw B.V. te Rotterdam in het systeemgebonden KOMO-attest nummer ATT0699/03 en de B.R.L Deze kunnen op verzoek aan de bouwdirectie worden overhandigd. Het hieronder beschreven systeem bevat elementen en onderdelen van het Strikotherm Gevelisolatiesysteem Garantie op het gevelisolatiesysteem: Strikotherm systemen zijn altijd gegarandeerd vanaf een projectgrootte van 250 m² geveloppervlak. Deze productgarantie voldoet aan de voorwaarden die Woningborg, als aangesloten stichting, bij het G.I.W. heeft gesteld. Deze garantie is aflopend en heeft een duur van 5 jaar. Voor projecten kan een projectgebonden driehoeksgarantie worden opgesteld. Dit is een systeem- en applicatiegarantie voor de maximale duur van 5 jaar. Hierin conformeren de betrokken partijen zich aan de gestelde detail- en verwerkingseisen, in een op te stellen certificaat Garantie en kwaliteitscontrole: De projectgebonden gegarandeerde projecten die groter zijn dan 250 m² worden voorafgaand en steeksproefgewijs tijdens het uitvoeringsproces door het onafhankelijke controle buro gecontroleerd, dit t.b.v. het verkrijgen van deze garantie. In direct overleg met de betrokken partijen zal door het controlerend buro de detaillering en de daarbij behorende verantwoordelijkheden worden vastgelegd tijdens een bindende voorinspectie. Hoofdaannemer moet erop toezien dat deze inspectie ruim voor het aanvangen van de werkzaamheden wordt ingepland. Het controlerend buro zal op afspraak rapportages en aanbevelingen overleggen. Voor deze projectcontroles dient er aanvullende opdracht verstrekt te worden. Informatie of aanmeldingen via het Strikotherm Advies Centrum Garantievoorwaarden: Voor een optimaal resultaat en een lange levensduur mogen uitsluitend de door de leverancier/systeemhouder voorgeschreven materialen worden gebruikt en dienen de verwerkingsvoorschriften in acht worden genomen Verwerkingsomstandigheden: De materialen mogen niet verwerkt worden of uitharden bij een temperatuur lager dan +5 C., en een maximale luchtvochtigheid van 60%. Materiaal gebonden dispensatie of afwijkingen hierop moeten vermeld staan in dit verwerkingsadvies of tijdens de uitvoering aangevraagd en goedgekeurd worden bij het controlerend buro Materiaal opslag: De opslag van de materialen dient droog en vorstvrij te geschieden. BLAD: 2 van 15

3 2.0. VOORBEREIDENDE WERKZAAMHEDEN: 2.1. Steigervoorzieningen: De steiger, minimaal 100 cm breed, dient minimaal 15 cm van de op de gevel aan te brengen eindafwerking opgesteld te zijn. Tijdens de verwerking dient de gehele steiger en de bovenkant van de steiger met netten en lichtdoorlatende zeilen afgedekt te worden om de gevel tegen weersinvloeden te beschermen. De hoofdaannemer zorgt voor voldoende verticale transportmogelijkheden in de vorm van bouwliften of bouwkranen Bouwkundige aansluitingen: Iedere bouwkundige aansluiting, welke lekkage in de gevel kan veroorzaken, dient vooraf waterdicht te worden gemaakt (kozijnen e.d.). Dit is alleen van toepassing bij nieuwe elementen. Dit kan bijvoorbeeld m.b.v. afdichtingsmembraam. Deze afdichting is geheel voor verantwoording van de bouwkundige aannemer. Voor de uitgebreide informatie verwijzen wij u naar de technische gegevens van de fabrikant. Bouwkundige elementen die door het systeem voeren, moeten volgens de aanwijzingen van het Strikotherm detailadvies worden afgedicht Voorzieningen: Aanwezige begroeiing langs de gevels dient verwijderd te zijn. Indien het systeem tot onder het maaiveld wordt aangebracht, moet een voldoende brede en diepe sleuf gegraven worden. Alle bouwkundige voorzieningen waartegen aangesloten wordt, zoals dakranden, waterslagen e.d. dienen voor de aanvang van de buitengevelsysteem werkzaamheden uitgevoerd te zijn Controleren van de ondergrond: De ondergrond dient door het applicatiebedrijf gecontroleerd te worden op los zittende delen, geschilderde delen, hechting en vlakheid. Constructief blijft de ondergrond de verantwoordelijkheid van de hoofdaannemer. De ondergrond dient stabiel, vrij van spanningen en beweging te zijn. Indien de ondergrond afwijkt van de overeengekomen toleranties, dient dit advies uitgebreid te worden met een aanvulling door wie en op welke wijze de afwijking hersteld gaat worden. Hiervoor kan de applicateur een verzoek indienen bij Strikotherm Advies Centrum Detaillering: Overstekken: Alle overstekken van waterslagen, dakranden en muurafdekkingen dienen minimaal 35 mm en maximaal 50 mm buiten het afgewerkte buitengevelsysteem te steken. En worden voor aanvang van de gevelisolatie werkzaamheden gemonteerd. Aluminium waterslagen moeten worden voorzien van losse kopschotjes. Bevestigingsmiddelen: Bevestigingsmiddelen t.b.v. zonneschermen, buitenlampen en hemelwaterafvoeren e.d. dienen van roestvast materiaal te zijn. Bouwkundige afdichtingen: Doorbrekingen door het gevelisolatiesysteem, open voeg dilataties (2 stucstop profielen) en aansluitingen, moeten bouwkundig worden gedicht met een geëigende afdichtingmateriaal (kit of comprimerend band). Beluchtingsprofielen: Ter plaatse van de gevelbeëindigingen en geveldoorbrekingen kan het beluchte gevelsysteem worden aangesloten met ventilatie/beluchtingsprofielen. Deze dienen tijdens het aanbrengen van de pleisterdragers bevestigd te worden met r.v.s. bevestigingsmiddelen. BLAD: 3 van 15

4 3.0. WERKZAAMHEDEN AAN DE ONDERGROND 3.1. Voorbehandelen van de ondergrond: Ter verbetering van het hechtoppervlak; de pleisterdrager behandelen met 1 laag Strikolith Hechtkontakt Acceptatie van de ondergrond: Het applicatiebedrijf dient voorafgaand aan de werkzaamheden de ondergrond te controleren op de genoemde voorbereidingen genoemd in hoofdstuk 2.0. Zodra de werkzaamheden aan de ondergrond zijn aangevangen is de ondergrond geaccepteerd en voldoende geschikt voor toepassing van het gevelisolatiesysteem. Afwijkingen en of afspraken m.b.t. de ondergrond kunnen vastgelegd worden in een aanvullende nota, neem hiervoor contact op met het Strikotherm Advies Centrum Acceptatie oppervlakte toleranties: Thermische gevelisolatie kenmerkt zich doordat het gevel volgend wordt aangebracht. D.w.z. dat afwijkingen in de bestaande of nieuwe ondergrond, eerst hersteld dient te worden, of anders zichtbaar kunnen zijn in de eindafwerking. Strikotherm adviseert ten allen tijde om bij aanvang van de werkzaamheden een oppervlakte referentievlak van ca. 1,0 m² op te zetten en te laten beoordelen door de bouwdirectie. Als er geen aanvullende afspraken zijn gemaakt, gelden de richtlijnen vastgeld in de STABU beoordelingsrichtlijnen voor buitenstukadoorswerken. De actuele richtlijnen zijn verkrijgbaar via de website: BLAD: 4 van 15

5 4.0. AANBRENGEN VAN DE PLEISTERDRAGERS (samenvatting uit toepassingsadvies van Eternit, verantwoordelijkheid hoofdaannemer) 4.1. Ondergrond bepalingen: Het Strikotherm 100-belucht platensysteem is nagenoeg geschikt voor alle stabiele ondergronden, vrij van (verschil in) spanningen en vervormingen. De aansluiting aan de bovenzijde van de afwerking dient blijvend waterdicht te zijn uitgevoerd. De constructeur dient aan te geven de kwaliteit, de dimensionering en de plaats van de constructieve onderdelen en de bevestigingen. Het constructieve stijl- en regelwerk als ondergrond voor de Pleisterdragers dient een vrije ventilatie (horizontaal als verticaal mogelijk te maken. Ter plaatse van de gebouwranden en gevelopeningen dient het stijl- en regelwerk desgewenst constructief te zijn aangepast. Bij gevelopeningen en doorbrekingen het constructieve regelwerk geheel rondom en aaneengesloten aanbrengen. Bij het normale gevelvlak verticale draaglatten h.o.h. 600 mm, bij HSB wanden bij voorkeur h.o.h. 400 mm Bij gebouwranden de h.o.h. afstand van de draaglatten aanpassen naar h.o.h. 300 mm; volgens de randbereikformule: 1m<a/8<2m, waarbij a de (smalste) gebouwbreedte is. De draaglatten voor de Pleisterdragers vertikaal aanbrengen en het onderliggende constructieve regelwerk horizontaal. De verticale draaglatten dienen verduurzaamd te zijn. Afmetingen in overleg met de Constructeur Het aanbrengen van de ventilatieprofielen: Het is absoluut noodzakelijk dat het gehele systeem achter de plaat geventileerd wordt; ventilatie-ruimte, minimaal 25 mm. Directe vochttoetreding dient ten alle tijden voorkomen te worden. Ter plaatse van de verticale aansluitingen aan boven en onderzijde van het systeem en bij gevelopeningen dienen speciale ventilatieprofielen in de constructie te worden opgenomen. De Strikotherm ventilatieprofielen waarborgen voldoende capaciteit. De profielen monteren met speciale corrosiewerende schroeven met verzonken kop (4.0/5.0 x 35 mm). Ter plaatse van de start het speciale Strikotherm sokkelbeluchtingsprofiel horizontaal, waterpas en strak op de ondergrond aanbrengen Het aanbrengen van de pleisterdrager: De pleisterdrager heeft verschillende zijde. De voorzijde is gestructureerd (om een betere hechting te waarborgen voor het pleisterwerk), de achterzijde heeft een gladde afwerking. De plaat is zandkleurig met een iets blauwe, transparante siliconencoating De platen aanbrengen vanaf de linker onderzijde van de gevel; de onderkant in het Strikotherm beluchtingsprofiel steken; exact horizontaal stellen en fixeren. Eerst de volledige onderste rij van de platen aanbrengen en pas daarna de bovenliggende platen in verband aanbrengen. Tussen de platen dient geen voeg te worden aangehouden. De Pleisterdragers met behulp van de RVS plaatschroeven op de verticale stijlen bevestigen. De bevestigingspunten moeten zich minimaal 12 mm vanaf de rand bevinden en tenminste 35 mm van de hoeken. De platen zijn met normale houtgereedschappen (zagen, boren, schaven en schuren) te bewerken. De pleisterdragers zijn voldoende gehydrofobeerd voor opslag en transport, droog en vrij van de grond; beschermd door de folie opslaan Voegen: De pleisterdragers dienen koud tegen elkaar te worden gemonteerd, zonder voegen. De eventueel door het zagen ontstane open voegen (max. 6 mm) dienen voor het aanbrengen van de mortel/weefsel-laag te worden gevuld c.q. uitgepleisterd met Strikotherm Grondmortel GW-ds (pasteus) Droogtijd na het uitpleisteren van de voegen: De droogtijd bedraagt, afhankelijk van de weersomstandigheden, tenminste 48 uur. BLAD: 5 van 15

6 5.0. AANBRENGEN VAN PROFIELEN 5.1. Stellen van de beluchtingsprofielen: (zie ook punt 4.1) De beluchtingsprofielen zuiver waterpas aan de pleisterdrager bevestigen m.b.v. roestvrije stalen schroeven Aanbrengen van de hoekprofielen: Op alle uitwendige hoeken van het systeem systeemgebonden hoekprofielen rechtstreeks op de isolatieplaten vol en zat bevestigen met de hechtmortel of montagemortel. De door de perforatie dringende mortel dient men glad te strijken (daar waar nodig stucstopprofielen toepassen) Aanbrengen van de stucstop profielen: Op de volgens details aangegeven plaatsen worden, met behulp van hechtmortel, stucstopprofielen op de pleisterdrager aangebracht. De door de perforaties dringende mortel gladstrijken Montage van aluminium waterslagen (bouwkundig): De waterslagen dienen voor het aanvangen van de gevelisolatie werkzaamheden aangebracht te zijn. Omdat aluminium een uitzetting heeft van 1 mm per m¹, dient men rekening te houden met het toepassen van losse kopschotjes, type dakje. Omdat deze kopschotjes worden ingewerkt in de geïsoleerde raamnegge is het van belang dat de zaaglengte van de waterslag hierop is afgestemd. Aluminium waterslagen in gevelisolatie moeten worden verankerd d.m.v. stalen opwaai-ankers, die in gelijke vorm met de waterslag zijn gezet. Meer informatie betreffende maatvoering en mogelijkheden is verkrijgbaar via het Strikotherm Advies Centrum. BLAD: 6 van 15

7 8.0. AANBRENGEN GRONDMORTEL-WEEFSELLAAG 8.1. Aanmaken van de grondmortel: De grondmortel volgens voorschrift mengen, rijptijd ca. 10 min. De aangemaakte hoeveelheid moet binnen 3 à 4 uur verwerkt worden. De grondmortel is tevens geschikt om machinaal te verwerken. De waterinstelling is machine-afhankelijk Aanbrengen van diagonaalstroken: Omdat op de diagonalen van gevelopeningen (b.v. ramen en deuren) de grootste thermische spanningen ontstaan, moet op deze locatie in de mortelweefsellaag diagonaal geplaatste weefselstroken aangebracht worden. Deze stroken met de afmeting van 30 x 30 cm worden voor het weefselen op de isolatieplaten aangebracht Aanbrengen grondmortel-weefsellaag: De grondmortel met een RVS spaan gelijkmatig aanbrengen, daarna kammen m.b.v. een geëigende kamspaan. Aansluitend het glasweefsel, met een overlapping van minimaal 10 cm, in de mortel bedden en m.b.v. een RVS spaan gladstrijken zodat een systeem gebonden laagdikte wordt bereikt, waarbij het glasweefsel zich in de bovenste helft van de laag bevindt. Men dient er op attent te zijn dat het glasweefsel overal doorloopt (let op bovenhoeken van negge-kanten) en voldoende is ingebed Droogtijd na aanbrengen grondmortel-weefsellaag: De droogtijd bedraagt, afhankelijk van de weersomstandigheden, tenminste 48 uur. BLAD: 7 van 15

8 7.0. AFWERKEN GEVELISOLATIE MET DECORATIEVE TOPLAAG 7.1. Voorstrijken van de grondmortellaag: Ter verbetering van de eindstructuur, na doorharding van de grondmortel een dekkende laag aanbrengen met Strikotherm voorstrijk BGI in de kleur van de later op te brengen toplaag Droogtijd van de voorstrijklaag: De droogtijd bedraagt, afhankelijk van de weersomstandigheden, tenminste 24 uur Afwerken met een decoratieve sierpleister: De sierpleister met RVS gereedschap op korreldikte op de gevel aanbrengen. Daarna d.m.v. lichtdraaiende bewegingen met een kunststof spaan de korrels op zijn plaats brengen. Na het aanbrengen van de toplaag de steiger direct schoonmaken en de voorste steigerplank (indien mogelijk) rechtop zetten Droogtijd van de sierpleister: De droogtijd bedraagt, afhankelijk van de weersomstandigheden, tenminste 24 uur Voorkomen van oppervlakte onregelmatigheden: Het verdient de aanbeveling om grote vlakken op te delen in productiefasen, met de productielas op een onopvallende locatie. Steigerslagen kunnen verkomen worden door een horizontale productie recht te beëindigen, waardoor er op de slag geen verdikkingen ontstaan in de eindafwerking. De meest actuele STABU richtlijnen zijn te verkrijgen via / rubriek downloaden Preventieve nabehandeling: Strikotherm systemen kunnen afgewerkt worden met een Strikolith Strikoxan Siliconenverf met sterk afparelend effect. Deze extra afwerking voorkomt snelle vuilaanhechting en vervroegd onderhoud in o.a. milieu onvriendelijke leefklimaten. De Strikolith Strikoxan Siliconenverf in 2 lagen gelijkmatig opbrengen met een kwast en/of vachtroller (is ook goed machinaal te verwerken). De extra preventieve werking van de toepassing van de Strikoxan Siliconenverf wordt geschat op 3-5 jaar Aanbevelingen m.b.t. onderhoud aan thermische gevelisolatiesystemen: Gevelisolatiesystemen dienen aan de hand van een systeemgebonden onderhoudsadvies regelmatig gecontroleerd te worden op technische of esthetische degradatie. Strikotherm heeft een Prestatie Onderhoudsystematiek ontwikkeld, waardoor te snelle technische en/of esthetische degradatie voorkomen kan worden. Overschilderen of reparaties ten gevolge van graffiti of vandalisme dienen altijd met geëigende materialen op advies van het Strikotherm Info Center te worden uitgevoerd. Voor een verantwoord gevelonderhoud is het mogelijk om via Strikotherm een kwaliteitsborging af te sluiten. Vraag aan uw contactpersoon een presentatie betreffende mogelijkheden hierin of bezoek onze website: BLAD: 8 van 15

9 8.0. MATERIAAL STAAT 8.1. Hechtkontakt: Benaming: Materiaal: Verpakking: Verwerking: Verbruik: 8.2. Bitumenemulsie: Benaming: Materiaal: Verpakking: Verwerking: Verbruik: hechtbrug voor gladde, horizontale en zwakzuigende ondergronden. Strikolith Hechtkontakt. allround oplosmiddelvrij kwartsbevattend blauw gekleurd gronderingsmiddel op basis van acrylaatdispersie. 5 en 10 ltr. in plastic jerrycan of blik. niet verdunnen en ruim aanbrengen met blokkwast of vachtroller. 250 gr/m² (ondergrond afhankelijk). waterkerende laag bestaande uit een emulsie van bitumen. Strikotherm Bitumenemulsie. Oplosmiddelvrije bitumen emulsie op waterbasis. 10 en 30 kg. in blik. zwart. niet verdunnen en ruim aanbrengen met blokkwast of vachtroller. 2 laags 4 kg/m² (ondergrond afhankelijk) Voegenband: Benaming: Materiaal: Verpakking: Verwerking: Verbruik: geïmpregneerd voegenband met een zeer groot expanderend vermogen. Strikotherm Afdichtingsband Universeel. Open cellige polyurethaan-schuimstof aan de zijkanten geïmpregneerd. 10 m¹ op rollen, 20 rollen in een doos. Voorgecomprimeerd, éénzijdig zelfklevend. antraciet. dakpansgewijs aanbrengen, minimaal 10 mm overlappend. 1,1 m/m¹ Voegenband: geïmpregneerd voegenband met een zeer groot expanderend vermogen. Benaming: Strikotherm Afdichtingsband KOMO 20/3. Materiaal: open cellige polyurethaan-schuimstof aan de zijkanten geïmpregneerd, volgens KOMO-Keur K4283. Verpakking: 10 m¹ op rollen, 15 rollen in een doos. Voorgecomprimeerd, éénzijdig zelfklevend. antraciet. Verwerking: dakpansgewijs aanbrengen, minimaal 10 mm overlappend. Verbruik: 1,1 m/m¹. BLAD: 9 van 15

10 8.5. Hoekprofielen: beëindigingprofielen op buitenhoeken. Benaming: Strikotherm Hoekprofiel Materiaal: roestvast staal geperforeerde hoekprofielen. Afmetingen: - beenlengte: 23 x 23 mm. - dikte: 0,8 mm. - leveringslengte: 2,5 m¹. Verpakking: 25 lengtes per pakket. staal. Verbruik: 1,1 m/m¹ Hoekprofielen: beëindigingprofielen op buitenhoeken. Benaming: Strikotherm Hoekprofiel 1031+glasweefsel. Toepassing: Strikotherm Systeem Materiaal: roestvast staal geperforeerde hoekprofielen met alkalisch bestendig glasweefsel. Afmetingen: - beenlengte: 23 x 23 mm. - weefsel: 90 x 160 mm. - dikte: 0,8 mm. - leveringslengte: 2,5 m¹. Verpakking: 50 lengtes per pakket. staal. Verbruik: 1,1 m/m¹ Hoekprofielen: Benaming: Materiaal: Afmetingen: Verpakking: Verbruik: beëindigingprofielen op buitenhoeken. Renderplas Hoekprofiel EP0 (KOMO). ongeplastificeerd P.V.C. geperforeerde hoekprofielen, overeenkomstig KOMO-Attest ATT beenlengte: 25 x 25 mm. - dikte: 0,8 mm. - leveringslengte: 2,5 m¹. 25 lengtes per pakket. wit. 1,1 m/m¹ Stucstopprofielen: beëindigingprofielen in het stucvlak. Benaming: Strikotherm Stucstopprofiel Toepassing: Strikotherm Systeem Materiaal: roestvast staal geperforeerde stucstopprofielen. Afmetingen: - voor laagdikte van 3 mm. - dikte: 0,8 mm. - leveringslengte: 2,5 m¹. Verpakking: 25 lengtes per pakket. staal. Verbruik: 1,1 m/m¹. BLAD: 10 van 15

11 8.9. Stucstopprofielen: rechte beëindigingprofielen in het stucvlak. Benaming: Renderplas Stucstopprofiel PAR (KOMO). Materiaal: ongeplastificeerd P.V.C. geperforeerde hoekprofielen, overeenkomstig KOMO-Attest ATT Afmetingen: - voor laagdikte van 4/6/8/14/20 mm. - dikte: 0,8 mm. - leveringslengte: 2,5 m¹. Verpakking: 25 lengtes per pakket. wit. Verbruik: 1,1 m/m¹ Stucstopprofielen: horizontale U-vorm startprofielen met druipneus. Benaming: Renderplas Stucstopprofiel PAS (KOMO). Materiaal: ongeplastificeerd P.V.C. geperforeerde hoekprofielen, uit twee delen samengesteld, overeenkomstig KOMO-Attest ATT Afmetingen: - breedte mm. - dikte: 0,8 mm. - leveringslengte: 2,5 m¹. Verpakking: 25 lengtes per pakket. wit. Verbruik: 1,1 m/m¹. BLAD: 11 van 15

12 8.11. Beluchtingsprofielen: horizontale startprofielen met druipneus, t.p.v. onderzijde pleisterdrager. Benaming: Strikotherm Beluchtingsprofiel BPo. Materiaal: aluminium. Afmetingen: - 44 x 24 x 52 x 12 mm. - dikte: 1,0 mm. - leveringslengte: 3,0 m¹. Beluchting: 15 slobgaten 5 x 20 mm per lengte. Verpakking: 10 lengtes per pakket. RAL 9010, andere kleuren op aanvraag Verbruik: 1,07 m/m¹ Beluchtingsprofielen: horizontale startprofielen met druipneus t.p.v. kozijn met negge. Benaming: Strikotherm Beluchtingsprofiel BPk. Materiaal: aluminium. Afmetingen: - 38 x 20 x 15 x 52 x 24 x 38 mm. - dikte: 1,0 mm. - leveringslengte: 3,0 m¹. Beluchting: 15 slobgaten 5 x 12 mm per lengte. Verpakking: 10 lengtes per pakket. RAL 9010, andere kleuren op aanvraag Verbruik: 1,07 m/m¹ Beluchtingsprofielen: horizontale startprofielen met druipneus t.p.v. bovenzijde pleisterdrager. Benaming: Strikotherm Beluchtingsprofiel BPb. Materiaal: aluminium. Afmetingen: - 38 x 20 x 15 x 52 x 24 x 38 mm. - dikte: 1,0 mm. - leveringslengte: 3,0 m¹. Beluchting: 15 slobgaten 5 x 20 mm per lengte. Verpakking: 10 lengtes per pakket. RAL 9010, andere kleuren op aanvraag Verbruik: 1,07 m/m¹. BLAD: 12 van 15

13 8.14. Dilatatieprofielen: kunststof bewegingsprofiel, t.b.v. bouwkundige dilataties. Benaming: Renderplas DP-BGI. Toepassing: Strikotherm Systeem Materiaal: ongeplastificeerd P.V.C. geperforeerde stucstopprofielen, samengesteld met een P.V.C. slabbe. Afmetingen: - voor laagdikte van 4/8 mm. - dikte: 0,8 mm. - leveringslengte: 2,5 m¹. Verpakking: 25 lengtes per pakket. wit. Verbruik: 1,1 m/m¹ Isolatieplaten: steenwol stuclamel Benaming: Strikotherm Speedlamel isolatieplaten. Toepassing: Strikotherm Systeem Materiaal: minerale steenwol isolatie, 75 kg/m³ volgens DIN Onbrandbaar,volgens DIN Verpakking: met krimpfolie op pallets. Uitvoering: rondom voorzien van stompe zijde. Stuclamel I: aan de stuczijde aangebrand met waterglas. Stuclamel II: aan beiden zijde aangebrand met waterglas. Warmtegel.: W/(m.k.). Brandklasse: A1 Verbruik: ca. 1,00 m²/m² (project afhankelijk). Afmetingen: 120 x 20 cm (werkende maten 120 x 20cm). Dikte(n):. (mm) Hecht- en grondmortel: cementgebonden hecht- en grondmortel. Benaming: Strikotherm Hecht- en grondmortel GW Plus. Toepassing: Strikotherm Systeem Materiaal: lichtgewicht kant- en klaar mortel in poedervorm voor het hechten van isolatieplaten en het inbedden van het glasweefsel. Hechting: naar ondergrond min. 1,0 N/mm². naar isolatieplaten min. 0,22 N/mm². Verpakking: in zakken à 20 kg. Laagdikte: ca. 6 mm (maximaal 8 mm). Verwerking: mengen tot een homogene massa met ca. 7,2 liter water per zak van 20 kg en handmatig of machinaal aan te brengen. Verbruik: opbrengst: ca. 22 liter per zak van 20 kg. mortellaag ca. 6 mm: 4,5 kg/m² 4,5 m²/zak BLAD: 13 van 15

14 8.17. Glasweefsel: glasweefsel voor dunlagige gevelisolatiesystemen. Benaming: Strikotherm Glasweefsel Fijn. Toepassing: Strikotherm Systeem Materiaal: glasfilamenten met kunststofcoating, alkali bestendig. 170 gr/m² volgens DIN 53854, maasgrootte 4 x 4 mm. Verpakking: op rollen van 1 m¹. breed, 50 m¹ lang. groen. Verbruik: ca. 1,3 m²/m² incl. overlap, hoekstukken en verlies Glasweefsel: sterk brandvertragend glasweefsel voor dunlagige gevelisolatiesystemen. Benaming: Strikotherm Glasweefsel Fijn-A1. Toepassing: Strikotherm Systeem Materiaal: glasfilamenten met kunststofcoating, alkali bestendig. 170 gr/m² volgens DIN 53854, maasgrootte 4 x 4 mm. Verpakking: op rollen van 1 m¹. breed, 50 m¹ lang. rood. Verbruik: ca. 1,3 m²/m² incl. overlap, hoekstukken en verlies Voorstrijk: Benaming: Toepassing: Materiaal: Verpakking: Verwerking: Verbruik: voorstrijkmiddel. Strikotherm Voorstrijk BGI. onder kunsthars- en siliconenharssierpleisters. oplosmiddelvrij, kwartshoudende voorstrijkmiddel op basis van kunstharsdispersie. emmers van 16 kg. in de kleur van de toplaag. maximaal verdunnen met 10% water. 350 gr/m² (ondergrond afhankelijk) Toplaag: siliconenharsgebonden sierpleister. Toepassing: Strikotherm Systeem 100. Benaming: Strikolith Siliconenpleister. Materiaal: kant- en klare fabrieksmatig samengestelde sierpleister op basis van styreenacrylaat en acrylzuur. Verpakking: emmers van 17 kg. minimale helderheidswaarde van 20%. Verwerking: maximaal verdunnen met 5% water. verwerkingstemperatuur hoger dan +5 C. maximale luchtvochtigheid van 60%. Korreldikte: 2,0 3,0 mm. Verbruik: 3,0 4,0 kg/m². BLAD: 14 van 15

15 8.21. Strikolith Siliconenverf: afparelende siliconenverf / preventieve onderhoudsbehandeling Benaming: Strikolith Strikoxan Materiaal: hoogwaardige fabrieksmatig samengestelde muurverf op basis van siliconenharsemulsie. Hulp- en vulstoffen voor een goede verwerkbaarheid en hoge witheidsgraad. Siliconenverf is niet filmvormend en thermoplastisch. Eigensch.: zeer hoog dampdoorlatend, kras-, boen- en schrobvast. De siliconenverf heeft een uitstekende hechting en een goed dekkend vermogen. De verf is tevens weersbestendig, slagregendicht en algwerend. Deze verf heeft het z.g. afparelende effect, waarbij waterdruppels samentrekken tot waterbolletjes die van de gevel afrollen en daardoor de vervuilde gevels reinigen. dampdoorlatendheid S d -waarde: < 0,06 m. wateropname coëfficiënt w: < 0,08 kg/ m² h ½ Verpakking: 5 en 10 ltr. in plastic jerrycan of blik. minimale helderheidswaarde van 70%. Verwerking: niet verdunnen. Ruim aanbrengen met blokkwast of vachtroller. verwerkingstemperatuur hoger dan +7 C. maximale luchtvochtigheid van 40%. Verbruik: gr/m² BLAD: 15 van 15

16 1. ALGEMEEN Gevel STEUNPLAAT voor sierpleister, steenstrips, tegelwerk TOEPASSINGSRICHTLIJNEN 1 Deze toepassingsrichtlijnen zijn specifiek bedoeld voor de bevestiging van ETERNIT bouwplaten als steunplaat voor sierpleister, steenstrips en tegelwerk op een houten draagstructuur voor een gevel. Er worden een aantal basisprincipes weergegeven die moeten worden gevolgd. Voor afwijkingen of bijkomend advies, kan men terecht bij ETERNIT. 2. BEKLEDINGSMATERIAAL Een gevelsteunplaat voor sierpleister, steenstrips en tegelwerk kan worden uitgevoerd met de volgende ETERNIT vezelcement bouwplaten: BLUCLAD : 10 mm Voor de productgegevens en de verwerking van de verschillende platen wordt verwezen naar de productinformatiebladen, verkrijgbaar bij ETERNIT. 3. TOEPASSINGSGEBIED Deze richtlijnen zijn geldig voor gebouwen tot een bepaalde hoogte onderworpen aan een maximale reële windbelasting. ligging Gebouwhoogte maximale reële windbelasting Middenzone Randzone m N/m2 N/m2 Landgebied Landgebied Landgebied Kustgebied De breedte van de randzone bedraagt minstens 1 m vanaf de hoek van het gebouw moet verder bepaald worden aan de hand van de geldende nationale normen en voorschriften. Indien er een afwijking optreedt op bovenstaande belastingsgrenzen (bijvoorbeeld door bepaalde liggingsfactoren, vormfactoren, etc.), dient het ontwerp te worden bepaald door een studiebureau. 1 Deze toepassingsrichtlijnen vervangen alle voorgaande uitgaven. ETERNIT houdt zich het recht voor deze richtlijnen te wijzigen zonder voorafgaande kennisgeving. De lezer dient er zich van te vergewissen steeds de meest recente versie van deze documentatie te raadplegen. De richtlijnen in dit document zijn niet-limitatief. De garanties zijn enkel van toepassing indien de toepassingsrichtlijnen worden gevolgd. Bij afwijkende toepassingen is het aangewezen een advies te vragen aan ETERNIT. GEVEL-STEUNPLAAT-TR-TEKST-NED 1/10 16/6/03 ETERNIT, Technical Service Center

17 4. DRAAGSTRUCTUUR De gevelsteunplaten worden op verticale houten draaglatten bevestigd. De houten draaglatten worden op een bepaalde afstand (afhankelijk van de gewenste isolatiedikte en luchtspouw) op de achterconstructie bevestigd met behulp van verstelbare winkelhaken of horizontale houten dwarslatten. Om barstvorming te voorkomen is het van groot belang dat de achterconstructie en de draagstructuur vervormingsarm zijn. De draagstruktuur moet de op het gebouw inwerkende windkrachten en de belasting van het eigengewicht kunnen opnemen. In de sterkteberekening dient te worden aangenomen dat de gevelsteunplaat niet bijdraagt aan de stabiliteit van de draagconstructie. maximale doorbuiging o.i.v. belasting : overspanning/300 veiligheidsfactor sterkteberekening : 3 De kwaliteit van het hout dient te voldoen aan hetgeen voor dit toepassingsgebied beschreven is in de geldende normen. Bovendien wordt het hout beschermd tegen aantasting van schimmels e.d., volgens de geldende norm. Het maximale vochtgehalte van het hout bedraagt 20%. Een vochtgehalte van 15% wordt evenwel aangeraden. minimale karakteristieke breukspanning hout : 18 N/mm 2 minimale gemiddelde elasticiteitsmodulus : 9000 N/mm 2 De gevelsteunplaten kunnen worden bevestigd met bij voorkeur een geventileerde spouw. Indien wordt gekozen voor een geventileerde uitvoering, worden aan de onderzijde, de bovenzijde en de details de noodzakelijke openingen voorzien om voldoende ventilatie te bewerkstelligen. ventilatie openingen boven/onder : 10 mm/m of 100 cm 2 /m Gebouwhoogte 0-10 m m m Minimale spouwbreedte 20 mm 25 mm 30 mm GEVEL-STEUNPLAAT-TR-TEKST-NED 2/10 16/6/03 ETERNIT, Technical Service Center

18 VARIANT 1: ISOLATIE TUSSEN VERSTELBARE WINKELHAKEN Voor oneffen achterconstructies kunnen de verticale houten draaglatten worden bevestigd met regelbare winkelhaken. Voor de hoeken zijn hoekwinkelhaken op aanvraag verkrijgbaar. verstelbare winkelhaak verstelbare hoekwinkelhaak De draaglat is voldoende dik om een goede bevestiging van de winkelhaken mogelijk te maken en de verstelbare winkelhaak heeft de volgende eigenschappen. minimale dikte draaglat : 50 mm materiaal winkelhaak : minstens sendzimir verzinkt staal continue afstandsregeling : mm (achterconstructie - achterzijde lat) Om een stabiele draagstruktuur te bekomen worden de verstelbare winkelhaken afwisselend links en rechts van de draaglat aangebracht. De haken van twee naast elkaar gelegen draaglatten worden ook gedefazeerd aangebracht. De bevestiging van de verstelbare winkelhaken op de achterconstructie wordt voor elk project afzonderlijk bepaald in functie van de natuur en de toestand van de te bekleden wand. Algemeen wordt een minimale uittrekwaarde per bevestiging van 3 kn (300kg) aangeraden. Dit dient echter geverifieerd te worden per project. Voor beton en volle baksteen wordt meestal een RVS houtschroef (min. 7 mm diameter) met een zeskantkop en een bijbehorende nylonplug gebruikt. De schroeven met zeskantkop worden evenwel niet te hard aangedraaid, zodat de ingetrokken draad in de nylonplug niet wordt vernietigd. Voor andere ondergronden (holle baksteen, gasbeton, systeemwanden,...) moeten aangepaste bevestigingsmiddelen gebruikt worden die de optredende trekkracht, als gevolg van de windbelasting, en de afschuifkrachten, als gevolg van het eigen gewicht, kunnen opnemen. Indien nodig dient een in-situ trekproef te worden uitgevoerd. De draaglatten worden aan de verstelbare winkelhaak bevestigd door middel van 4 RVS houtschroeven per winkelhaak. De schroeven dringen minstens 25 mm diep in de draaglat. GEVEL-STEUNPLAAT-TR-TEKST-NED 3/10 16/6/03 ETERNIT, Technical Service Center

19 VARIANT 2: ISOLATIE TUSSEN HORIZONTALE DWARSLATTEN Voor houtskeletbouw of voldoende effen achterconstructies, wordt de isolatie geplaatst tussen horizontale houten dwarslatten, waarop de verticale draaglatten worden bevestigd. De bevestiging van de horizontale dwarslatten op de achterconstructie wordt voor elk project afzonderlijk bepaald in functie van de natuur en de toestand van de te bekleden wand. Algemeen wordt een minimale uittrekwaarde per bevestiging van 3 kn (300kg) aangeraden. Dit dient echter geverifieerd te worden per project. Voor beton en volle baksteen wordt meestal een RVS houtschroef (min. 7 mm diameter) met een verzonken kop en een bijbehorende nylonplug gebruikt. De schroeven worden evenwel niet te hard aangedraaid, zodat de ingetrokken draad in de nylonplug niet wordt vernietigd. Voor andere ondergronden (holle baksteen, gasbeton, systeemwanden,...) moeten aangepaste bevestigingsmiddelen gebruikt worden die de optredende trekkracht, als gevolg van de windbelasting, en de afschuifkrachten, als gevolg van het eigen gewicht, kunnen opnemen. Indien nodig dient een in-situ trekproef te worden uitgevoerd. De verticale draaglatten worden op de horizontale dwarslatten bevestigd met twee RVS houtschroeven per kruispunt. minimale breedte horizontale dwarslat : 60 mm minimale dikte horizontale dwarslat : 30 mm GEVEL-STEUNPLAAT-TR-TEKST-NED 4/10 16/6/03 ETERNIT, Technical Service Center

20 VERTICALE HOUTEN DRAAGLATTEN De verticale houten draaglatten zijn éénzijdig geschaafd en worden bij plaatsing uitgelijnd in hetzelfde vlak om voldoende effenheid te bekomen. Bovendien moet het hout voldoende stabiel zijn zodat de uitlijning blijft behouden. Tussen de houten draaglatten wordt een kleine uitzettingsvoeg gelaten. maximale oneffenheid : L/1000 voeg tussen draaglatten : 5mm De draaglatten worden verticaal geplaatst zodat infiltratie- of condensatiewater van de rugkant van de plaat kan aflopen (en het hout een minimale vochtbelasting ondervindt). Op het ontwerpplan van de gevelbekleding worden de draaglatten uitgetekend. De houten draaglatten moeten voldoende breed zijn voor een correcte plaatsing van de bevestigingsmiddelen. Het is aangeraden om de houten draaglatten ter plaatse van een verticale voeg iets breder te nemen dan de minimale breedte om toleranties in de uitlijning te kunnen opvangen. Zie verder. De houten draaglatten moeten voldoende dik zijn om de optredende belastingen te weerstaan en een correcte plaatsing van de bevestigingsmiddelen mogelijk te maken. tussenafstand bevestigingsmiddelen minimale dikte van de verticale draaglatten verticale draaglat Bevestiging met schroeven 600 mm 30 mm 800 mm 35 mm 1000 mm 40 mm 1200 mm 45 mm 1500 mm 50 mm Draaglatten van 50 mm dikte kunnen worden bevestigd met regelbare winkelhaken. Voor draaglatten in kleinere diktes, wordt de isolatie geplaatst tussen uitgeregelde horizontale dwarslatten waarop de verticale draaglatten worden bevestigd. De horizontale hart-op-hart (hoh) afstand tussen de draaglatten wordt bepaald door: - de breedte van de plaat - de maximale afstand tussen de bevestigingsmiddelen per bevestigingsvariant in middenzone of randzone - de randafstanden van de bevestigingsmiddelen (zie verder) - de voegopening Als algemene regel kan men stellen dat volgende maximale hart-op-hart tussenafstanden tussen de houten draaglatten moeten worden gerespecteerd. Land 0-20 m Land m Kust 0-20 m mm mm Middenzone gevel Randzone gevel Enkelvoudige overspanning GEVEL-STEUNPLAAT-TR-TEKST-NED 5/10 16/6/03 ETERNIT, Technical Service Center

21 5. BEVESTIGINGSWIJZE 6.1 Montage gevelsteunplaten De gevelsteunplaten worden koud tegen elkaar geplaatst. De platen worden geschrankt geplaatst zodanig dat vier hoeken van platen niet samenkomen. De gevelsteunplaten worden met de ruwe zijde naar buiten geplaatst Maximale afstanden tussen bevestigingsmiddelen Volgende afstanden tussen de bevestigingsmiddelen op éénzelfde draaglat moeten worden gerespecteerd. Hoogte 0-8 m Hoogte 8-20 m Maximale afstand tussen bevestigingsmiddelen op zelfde draaglat (mm) Schroeven Plaatranden Plaatmidden Middenzone Randzone Middenzone Randzone Bevestigingsmiddelen en randafstanden Volgende randafstanden van de bevestigingsmiddelen moeten worden gerespecteerd. Bevestigingsmiddel e p (mm) e r (mm) b (mm) Schroef (niet voorgeboord) 15 5xd n = 22,5 2xe p +2xe r = 75 Schroef (voorgeboord) 15 3xd n = 13,5 2xe p +2xe r = 57 GEVEL-STEUNPLAAT-TR-TEKST-NED 6/10 16/6/03 ETERNIT, Technical Service Center

22 Bevestiging met schroeven: De tegelplaten kunnen worden bevestigd met schroeven met verzonken kop in roestvrij staal. Volgende minimale randafstanden van de schroef moeten worden gerespecteerd. D ( ) D (//) BLUCLAD 15 mm 50 mm De schroef wordt bevestigd in de houten draaglat of het metalen draagprofiel op volgende wijze. Het plaatsen van de schroeven gebeurt met behulp van een elektrische schroefmachine voorzien van een kwalitatief hoogwaardige bit, aangepast aan het type schroefkop. De kop van de schroef mag niet te diep in de plaat worden gedreven. GEVEL-STEUNPLAAT-TR-TEKST-NED 7/10 16/6/03 ETERNIT, Technical Service Center

23 6. AFWERKSYSTEEM Het afwerken van de gevelsteunplaat dient te gebeuren volgens de richtlijnen en onder de garantievoorwaarden van de leverancier van de afwerkingsmaterialen, bijvoorbeeld sierpleister, lijm voor steenstrips, lijm voor tegels. Niet alle afwerksystemen zijn geschikt voor de afwerking van BLUCLAD gevelsteunplaten! Het afwerksysteem dient voldoende flexibel te zijn om thermische en hygrische bewegingen van de plaat op te vangen. Volgende fabrikanten van afwerkingsmaterialen beschikken over afwerkadviezen en garantieverklaringen specifiek voor het afwerken van BLUCLAD. SIERPLEISTER: STRIKOTHERM Lissenveld 9-13 NL- Tel STEENSTRIPS/TEGELS: OMNICOL Veldweg 22 NL-5321 JE Hedel Tel ANKERPLAST Nijverheidsstraat 14 B-2381 Weelde Tel GEVEL-STEUNPLAAT-TR-TEKST-NED 8/10 16/6/03 ETERNIT, Technical Service Center

24 7. VOEGAFWERKING 7.1. GEWONE VOEG TUSSEN PLATEN De gevelsteunplaten worden koud tegen elkaar geplaatst. 1. gevelsteunplaat 2. hechtprimer 3. grondlaag 4. wapeningsnet 5. afwerklaag 7.2. OPPERVLAKTE EXPANSIEVOEG Oppervlakte expansievoegen worden voorzien volgens de voorschriften van de leverancier van het afwerksysteem (doorvoeren, randenafwerking, maximaal toegelaten aaneengesloten oppervlak, etc.) voegbreedte oppervlakte expansievoeg : 5 mm 1. gevelsteunplaat 2. hechtprimer 3. grondlaag 4. wapeningsnet 5. afwerklaag 6. flexibele kit GEVEL-STEUNPLAAT-TR-TEKST-NED 9/10 16/6/03 ETERNIT, Technical Service Center

25 7.3. STRUCTURELE EXPANSIEVOEG Structurele expansievoegen worden voorzien volgens de voorschriften van de leverancier van het afwerksysteem, onder andere op volgende plaatsen: - maximaal 33 m voegloze lengte - expansievoegen in de achterconstructie worden overgenomen - om plaatsen waar beweging in de ondergrond kan optreden (bvb. overgang tussen verschillende materialen) voegbreedte structurele expansievoeg : 5 mm 1. gevelsteunplaat 2. hechtprimer 3. grondlaag 4. wapeningsnet 5. afwerklaag 6. flexibele kit 8. TOEBEHOREN Volgende toebehoren kunnen worden verkregen bij ETERNIT. Schroeven (met boorpunt en freesvleugels) RVS 4,0x A Schroeven op band RVS 4,0x B 9. ANDERE CONSTRUCTIEDETAILS ETERNIT nv/sa, Gevel - Façade Kuiermanstraat 1, B-1880 Kapelle-op-den-Bos Tel * Fax info.gevel@eternit.be website: HR B BTW BE Vanuit Nederland Tel * Fax info.gevel@eternit.nl website: GEVEL-STEUNPLAAT-TR-TEKST-NED 10/10 16/6/03 ETERNIT, Technical Service Center