Laagspanningsverdeling SIVACON

Transcriptie

1 Laagspanningsverdeling SIVACON Algemene beschrijving Normen en voorschriften De laagspanningsverdeling SIVACON is een type-beproefde laagspanningsschakelapparatuur combinatie (TSK/TTA). De SIVACON wordt met alle elektrische- en mechanische verbindingen en constructies compleet samengebouwd onder verantwoording van SIEMENS. Frame en beplating Het frame (volwand techniek) bestaat uit 2 mm dikke sendzimir-gegalvaniseerde staalplaat. De verschillende frame wanden worden aan elkaar bevestigd en daar waar nodig met profiel. Door de volwand techniek zijn er in het frame reeds delen voor de afscherming en de basis bouwstenen verwerkt. Zo wordt de laagspanningsverdeling SIVACON gebouwd volgens het bouwsteen principe, dat wil zeggen dat alle functies waaraan een schakelinstallatie dient te voldoen als bouwsteen onafhankelijk van elkaar inzetbaar zijn. De frame onderdelen worden bevestigd met moderne niet-techniek en vormen gezamenlijk het frame. Afscherming en beplating worden met zelftappende Torx-schroeven aan het frame bevestigd. De deursluitingen zijn verend uitgevoerd en de openingshoek van de deuren bedraagt circa 125. Oppervlaktebehandeling Laklaag volgens DIN VDE frame sendzimir-gegalvaniseerd - beplating poedercoating RAL 7032 (kiezelgrijs) en sendzimir-gegalvaniseerd - deuren poedercoating RAL Hoofdstroomrailsysteem De fasen L1, L2 en L3 zijn afhankelijk van de uitvoering boven of achter ingebouwd. De aard- en nulgeleiders (PE+N) zijn gescheiden van de fasen gemonteerd. De hoofdstroomgeleiders zijn in ieder veld voorzien van coderingstape volgens DIN en wel: Fasen L1, L2 en L3 PE-/PEN-geleiders groen/geel N-geleider N

2 Transporteenheden Eén of meerderen velden vormen samen een transporteenheid. De lengte van een transporteenheid bedraagt maximaal 2400 mm (1 tot 4 velden). Voor het transport worden 2 transportijzers aan de onderzijde van de laagspanningsverdeling bevestigd. De horizontale stroomgeleiders zijn net zolang als de transporteenheid. De transporteenheden kunnen ter plaatsen aan elkaar worden gekoppeld. De verbindingen van het hoofd- en stroomgeleiders zijn van boven respectievelijk van voren toegankelijk. Tekstplaten op vakken en velden Iedere deur wordt standaard voorzien van een blanco kunststof tekstplaat. Naar believen kan hierop een tekst met zwarte plakletters/-cijfers worden gezet. Tekstplaten in een andere uitvoering (bijvoorbeeld resopal of edelstaal) zijn mogelijk. Test en beproeving volgens DIN VDE 0660, deel 500 Voordat de laagspanningsverdeling op transport gaat, wordt een test en beproeving uitgevoerd volgens DIN VDE 0660, deel 500, hoofdstuk Op verzoek kan het protocol van de doorgevoerde test en beproeving toegevoegd worden aan de opdrachtsdokumenten. Aanbiedings- en opdrachtsdokumenten Bij de aanbieding wordt het volgende toegevoegd: - een vooraanzichttekening - fundamentgegevens en bodemuitsparing - apparatuurbeschrijving Bij de levering behoren: - stroomkringschema's (indien onderdeel van de bestelling) - bedrijfsinstructie in 2-voud - vooraanzichttekening - opstellingstekening - apparatenlijsten - testprotocol (op verzoek) - fundamentgegevens en bodemuitsparing De tekeningen worden voorzien van nederlandse tekst. Andere talen zoals ook klant specifieke tekeningenhoofd zijn mogelijk. Testcertificaten Een testcertificaat volgens EN wordt bij opdracht bijgevoegd. Vermogenschakelaars - hulp- en meetapparatuursvak De veldbreedte is toegesneden op de vermogenschakelaar/bouwgrootte (nominale stroom van 630 tot 6300 A). Dit biedt de mogelijkheid voor een zeer compacte bouw en een scheiding van de verschillende functionele bestemmingen van veld tot veld.

3 Uitvoering van de vermogenschakelaar 3WN-3WL De vermogenschakelaar 3WN-3WL is met een elektronische overstroombeveiliging en stroom-transformatoren uitgevoerd. De overstroombeveiliging is voor alle bouwgrootte gelijk. De uittrekbare vermogenschakelaar wordt in het apparatuursvak gezet met een spindelaandrijving. In het veld kan de vermogenschakelaar bij een gesloten deur van de inbedrijfsstand via de teststand in de uittrekbare stand gereden worden. In alle 3 de gevallen blijft de beschermingsgraad gewaarborgd (mogelijk tot IP54). De vastingebouwde vermogenschakelaar is voor- en na de schakelaar voorzien van vaste aansluitpunten. De velden zijn geschikt voor invoer van kabel resp. busduct van boven of beneden. De aansluiting geschiedt door middel van separate aansluitvanen ( met uitzondering van de aansluitpunten van de vermogensschakelaar). Hulp- en meetapparatuurvak Voor de inbouw van toegevoegde hulpapparatuur, montagerail, bedradings-koker en klemmen en dergelijke wordt in het vak behorende bij de vermogensschakelaar een montageplaat gemonteerd. De meetapparatuur wordt in de deur gemonteerd. MCC-bord Steekrails-systeem De verticale steekrails (fasen L1,L2 en L3) zijn op de linker zijwand in het veld gerangschikt en zijn lichtboogvast afgeschermd. De fasen zijn ten opzichte van elkaar geïsoleerd. De elektrische scheiding met het apparatuursvak geschied d.m.v.aanrakingsveilige contacten IP20B). De aard-, PEN- en nulgeleider zijn gescheiden van de fasen rechts in het veld ingebouwd. Het apparatuursvak is 175 mm hoog en opgedeeld in 10 modules. Dit apparatuursvak is door beplating onderverdeeld. Ieder vak is aan de voorkant afgesloten met een vakdeur. Uitvoering van de vakken De vakken bestaan uit beplating met lade-geleiding, een aan het frame bevestigde vakdeur en rechts aan de zijkant in het veld geplaatste aansluitpunten voor kabel en leidingen. Speciale adapterplaten met geïntegreerde verbindingen naar de steekrails en de aansluitpunten vormen de stroom voorziening voor lades van moduul grootte 1/4 en 1/2. De aansluitpunten zijn aanrakingsveilig (IP20B) uitgevoerd.

4 Uitvoering van de lades De lades zijn volgens het MCC (Motor Control-Center) principe uitgevoerd. Ieder relais of relaiscombinatie wordt voorafgegaan door een hoofdschakelaar. Het afschakelvermogen van de hoofdschakelaar (6 tot 8 x In) is zo geprojecteerd dat hiermee een vastgeremde motor afgeschakeld kan worden. Alle lades zijn voorzien van een uitrijdbaar contactsysteem, waarmee de scheidings-, testen inbedrijfstand mogelijk is zonder het verschuiven van de lade en met gesloten vakdeur met behoud van de beschermingsgraad (mogelijk tot IP54). De bedienings-as van het contactsysteem kan in de verschillende standen vergrendeld worden. Additioneel kan de hoofdschakelaar in de uitstand vergrendeld worden. Lades met moduul grootte 1 tot 4 De bedienings- en meldapparatuur wordt in een zwenkbare instrumentendrager ingebouwd. Lades met relaiscombinaties zijn uitgevoerd met een 40-polige hulpstekker, die volgens het schema worden aangesloten. Lades met moduul grootte 1/4 tot 1/2 De bedienings- en meldapparatuur wordt in het frontpaneel van de lade ingebouwd. Lades met relaiscombinaties zijn uitgevoerd met een 20-polige hulpstekker, die volgens het schema worden aangesloten. Reserve plaatsen Er kan rekening gehouden worden met reserve plaatsen voor latere uitbreidingen en naderhand plaatsen van lades. De deur uitsparingen worden met blindplaatjes afgedekt. Ombouw van vakken Het is mogelijk om vakken om te bouwen terwijl de installatie onder spanning staat. Boren, lassen of knippen is niet nodig. Test- en scheidingsstand De stuurspanning voor het aanspreken van de relais kan na de hoofdschakelaar worden afgetakt of bij een vreemde hulpspanningsbron via de hulpstroomstekker in de lade gebracht worden. Als de stuurstroom achter de hoofdschakelaar afgetakt wordt, dan is bij het openen van de vakdeur de lade en het vak volledig spanningsvrij. De teststand heeft een vreemde hulpspanning nodig. Door het uitschakelen van de hoofdschakelaar en het uitrijden van het contactsysteem wordt de teststand gemaakt. De scheidingstand komt tot stand door verdere bediening van het contactsysteem. Er wordt zowel in de hoofdstroom als ook in de hulpstroom de gewenste contactafstand bereikt. De kabels worden in een 200 mm of 400 mm breed kabelaansluitvak, welke met een eigen deur afgesloten is, aan de rechterzijde van het veld omhoog gevoerd. Voor het opvangen van de kabels zijn rechts in het veld kabelopvangijzers geplaatst.

5 Apparatuurstroken (gestoken) Steekrails-systeem De verticale steekrails (fasen L1, L2 en L3) zijn op de achterwand in het veld ingebouwd en kunnen naar believen afgeschermd worden. De aard-, PEN- en nulgeleider zijn gescheiden van de fasen rechts in het veld ingebouwd. Het apparatuursvak is met steekbare apparatuursstroken willekeurig samen te stellen. De afdekkappen van de verschillende mespatroonlastscheidingsstroken zijn tevens de vakdeuren van het veld. Uitvoering van de apparatuurstroken De voeding van de stroken gaat via een steekbaar contact aan de achterzijde en de afgaande aansluitpunten zijn rechts vast uitgevoerd. De volgende combinaties zijn mogelijk: - mespatroonhouder met mespatronen - mespatroonhouder met mespatronen en enkelpolige lastscheider - mespatroonhouder met mespatronen en dubbelpolige lastscheider - lastscheider Meld- en meetinstrumenten Meld- en meetinstrumenten worden in een strook respectievelijk in een moduul ingebouwd. De noodzakelijke stroomtransformatoren zijn, afhankelijk van de uitvoering, op kabelaansluitrails en/of in de apparatuursstrook bevestigd. De kabelaansluiting bevindt zich aan de voorkant van de apparatuursstrook. Voor het opvangen van de kabels zijn kabelopvangijzers in het veld gemonteerd. Vaste inbouw Veldrails-systeem De verticale veldrails (fasen L1,L2 en L3) zijn op de linker zijwand in het veld gerangschikt en zijn lichtboogvast afgeschermd. De aard-, PEN- en nulgeleider zijn gescheiden van de fasen rechts in het veld ingebouwd. Voor apparatuurstroken wordt separaat een horizontale veldrailssysteem ingebouwd.

6 De inbouw van schakelapparatuur geschied afhankelijk van de vraag modulair of op gecombineerde montageplaten. - vastinbouw : verschillende relaiscombinaties op één montageplaat. - gecompartimenteerd : iedere relaiscombinatie op een separate montageplaat. Het apparatuursvak kan afgesloten worden met één gehele deur of vakdeuren. Scheiding tussen de compartimenten is mogelijk. Bedienings-, meld- en meetapparatuur Bedienings-, meld- en meetapparatuur wordt in de deur ingebouwd. De noodzakelijke stroomtransformatoren zijn, afhankelijk van de uitvoering, op kabelaansluitrails en/of op de montageplaat bevestigd. De kabelaansluiting bevindt zich aan de voorkant direct op de schakelapparatuur. Voor het opvangen van de kabels zijn kabelopvangijzers in het veld gemonteerd. Blindvermogensregeling Veldrails-systeem De verticale veldrails (fasen L1,L2 en L3) zijn achter in het veld ingebouwd. Voor de inbouw van de regelaar- resp. condensatoreenheden staat de volledige hoogte van het apparatuursvak ter beschikking. Het apparatuursvak wordt met één gehele deur met ventilatierooster afgesloten. Regelmoduul Het regelmoduul met of zonder ventilatie is opgebouwd uit een elektronische blindstroomregelaar met microprocessor voor stroomtransformator aansluiting.../1a en.../5a met: - 5 koppelrelais voor het aansturen van de condensatoreenheden - berekening van de cosinus phi waarde - instelbereik cos phi van 0,8 tot 1 - handschakeling Condensatormodulen De condensatormodulen bestaan afhankelijk van de uitvoering: - NH-zekeringlastscheider voor de kortsluitbeveiliging - condensator- resp. wisselstroomrelais voor het schakelen van de aftakkingen - zonodig spoelen en beveiligingsapparatuur 3UN2 voor de temperatuurbewaking - droge MKK-condensatoren resp. verliesarme MKV-condensatoren.

7 Voorschriften De laagspanningsverdeling SIVACON voldoet aan de volgende geldende voorschriften reps. normen: Eisen voor type-beproefde laagspannings-schakelapparatuur combinatie (TSK/TTA): - DIN VDE 0660 deel IEC EN60439 deel 1 - DIN VDE 0106 deel 100 (afscherming tegen aanraken van onder spanning staande delen) Lucht-en kruipwegen - spannings 8kV - overspanningscatagorie III - graad van vervuiling 3