Uw gebruiksaanwijzing. CONSTRUCTA CF

Transcriptie

1 U kunt de aanbevelingen in de handleiding, de technische gids of de installatie gids voor. U vindt de antwoorden op al uw vragen over de in de gebruikershandleiding (informatie, specificaties, veiligheidsaanbevelingen, maat, accessoires, enz.). Uitgebreide gebruiksaanwijzingen staan in de gebruikershandleiding. Gebruiksaanwijzing Gebruikershandleiding Handleiding Bedieningshandleiding Instructiehandleiding

2 Handleiding samenvatting: U krijgt belangrijke informatie over de is heel in onze kookstudio uitvoerige inhoudsopgave helpt u om snel uw weg te vinden. En nu smakelijk eten. Gebruiksaanwijzing CF nl Inhoudsopgave Veiligheidsvoorschriften. Voor het inbouwen Instructies voor uw veiligheid.... Oorzaken van schade.... Energie en milieutips Energie besparen... Milieuvriendelijk afvoeren Uw nieuwe apparaat.... Bedieningspaneel... Functies Toebehoren... Voor het eerste gebruik. Tijd instellen Apparaat reinigen... Apparaat bedienen...

3 .. Apparaat inschakelen..... Apparaat uitschakelen.... Basisinstellingen wijzigen Automatische veiligheidsuitschakeling Elektronische klok. Klokdisplay... Kookwekker.. Gebruiksduur. Gebruikseinde Voorkeuze functie Tijd instellen Inhoudsopgave Snelvoorverwarming Instellingen controleren, corrigeren of wissen..... Kinderslot.... Blokkering...

4 . Permanente blokkering Bakken. Baktabel voor basisdeeg en kleingebak Baktabel voor gerechten en diepvries kant en klaar producten.... Tips en trucks. Broodbakstand.... Braden. Open braden.. Gesloten braden.... Braadtabel.... Tips en trucks. Grillen Rondom grillen..... Vlakgrillen..

5 .. Ontdooien... Ontdooien met hetelucht.. Ontdooistand Bereiden met stoom.... Yoghurt Inmaak Inhoudsopgave Ovenreiniging..... Belangrijke aanwijzingen.. Voor de reiniging.... Reinigingsgraad instellen.. Na afloop van de reiniging Reiniging en onderhoud Schoonmaakmiddelen.... Ovendeur verwijderen en inbrengen... Deurruiten verwijderen en inbrengen....

6 ... Storingen en reparaties.. Ovenlamp aan het plafond vervangen. Glazen afscherming Servicedienst Testgerechten d Veiligheidsvoorschriften Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door. Bewaar de gebruiksaanwijzing en het installatievoorschrift goed. Geeft u het apparaat door aan anderen, doe de gebruiksaanwijzing en het installatievoorschrift er dan bij. Voor het inbouwen Transportschade Elektrische aansluiting Controleer het apparaat na het uitpakken. Bij transportschade mag u het apparaat niet aansluiten. Alleen een daartoe bevoegd vakman mag het apparaat aansluiten. Bij schade door een verkeerde aansluiting maakt u geen aanspraak op garantie. Instructies voor uw veiligheid Dit apparaat is alleen voor huishoudelijk gebruik bestemd. Gebruik het uitsluitend voor het bereiden van gerechten. Volwassenen en kinderen mogen het apparaat niet zonder toezicht gebruiken wanneer H ze hiertoe lichamelijk of geestelijk niet in staat zijn, H of niet over de nodige kennis en ervaring beschikken Laat kinderen nooit met het apparaat spelen. Hete ovenruimte Verbrandingsgevaar! Nooit de hete binnenvlakken en verwarmingselementen van de oven aanraken. De deur van het apparaat voorzichtig openen Er kan hete stoom vrijkomen. Houd kleine kinderen uit de buurt. 5 Brandgevaar! Geen brandbare voorwerpen in de oven bewaren. Nooit de deur openen wanneer er sprake is van rookontwikkeling in het apparaat. Zet het apparaat uit. Haal de netstekker uit het stopcontact of schakel de zekering in de meterkast uit. Gevaar voor kortsluiting! Nooit aansluitkabels van elektrische apparaten tussen de hete ovendeur beklemd laten raken. De isolatie van de kabel kan smelten. Kans op verbrandingen! Nooit water in de hete ovenruimte gieten. Er ontstaat dan hete waterdamp. Verbrandingsgevaar! Nooit gerechten klaarmaken die een hoog percentage alcohol bevatten. Alcoholdampen kunnen in de ovenruimte vlam vatten. Gebruik alleen kleine hoeveelheden drank met een hoog alcoholpercentage en open de deur van het apparaat voorzichtig. Hete toebehoren en vormen Ondeskundige reparaties Verbrandingsgevaar! Nooit hete toebehoren of vormen zonder pannenlappen uit de ovenruimte nemen. Kans op een elektrische schok! Ondeskundige reparaties zijn gevaarlijk. Reparaties mogen uitsluitend worden uitgevoerd door technici die zijn geïnstrueerd door de klantenservice. Wanneer het apparaat defect is, trek de stekker dan uit het stopcontact of schakel de betreffende zekering in de meterkast uit. Neem contact op met de klantenservice. Brandgevaar! Losse voedselresten, vet en braadsap kunnen tijdens de pyrolytische reiniging vlam vatten. Verwijder voor het schoonmaken altijd de grove vervuiling uit de oven. Nooit brandbaar materiaal (bijv. droogdoeken) aan de deurgreep hangen. Het apparaat wordt tijdens het schoonmaken van buiten zeer heet. Houd kinderen uit de buurt. Pyrolytische reiniging 6 Ernstig gezondheidsrisico! Nooit platen en vormen met een anti aanbaklaag meereinigen bij de pyrolytische reiniging. Door de grote hitte wordt de anti aanbaklaag vernietigd en ontstaan er giftige gassen. Oorzaken van schade Toebehoren, folie, bakpapier of vormen op de bodem van oven Geen toebehoren op de bodem van de oven leggen. Geen bakpapier of folie, van welk type dan ook, op de bodem van de oven leggen. Geen vorm op de bodem van de oven plaatsen wanneer een temperatuur van meer dan 50 ºC ingesteld is. Er onstaat dan een opeenhoping van warmte. De bak en braadtijden kloppen niet meer en het wordt beschadigd. Nooit water in de hete ovenruimte gieten. Er onstaat dan waterdamp. Door de verandering van temperatuur kan schade aan het ontstaan.

7 Geen vochtige levensmiddelen langere tijd in de afgesloten ovenruimte bewaren. Het raakt dan beschadigd. De bakplaat bij zeer vochtig vruchtengebak niet te overvloedig bedekken. Vruchtensap dat van de bakplaat druppelt, laat vlekken achter die niet meer kunnen worden verwijderd. Gebruik zo mogelijk de diepere braadslede. De ovenruimte alleen laten afkoelen wanneer deze afgesloten is. Ook wanneer de ovendeur slechts op een kier openstaat, kunnen aangrenzende voorzijden van meubels op den duur worden beschadigd. Is de ovendichting sterk vervuild, dan sluit de ovendeur tijdens het gebruik niet meer goed. De aangrenzende voorzijden van meubels kunnen worden beschadigd. De ovendichting altijd schoon houden. Water in de hete oven Vochtige levensmiddelen Vruchtensap Afkoelen met open ovendeur Sterk vervuilde ovendichting 7 Ovendeur als vlak om op te zitten of iets op te plaatsen Apparaat transporteren Niet op de open ovendeur zitten of staan. Geen vormen of toebehoren op de ovendeur plaatsen. Het apparaat niet aan de deurgreep vasthouden of dragen. De deurgreep houdt op den duur het gewicht van het apparaat niet en kan afbreken. Zware of zwaar beladen toebehoren niet te ver naar buiten trekken zonder deze te ontlasten. Zware toebehoren kantelen een beetje wanneer ze naar buiten worden getrokken. Er ontstaat een druk op de ribben in de oven, waardoor het kan worden beschadigd. Ontlast de naar buiten getrokken toebehoren door ze met één hand een beetje op te tillen. Let op! Bij hete toebehoren altijd een pannenlap gebruiken. Zware toebehoren 8 Energie en milieutips Hier krijgt u tips over de manier waarop u bij het bakken en braden kunt besparen op energie en het apparaat op de juiste manier afvoert. Energie besparen De oven alleen voorverwarmen als dit in het recept of in de tabellen van de gebruiksaanwijzing is opgegeven. Gebruik donkere, zwart gelakte of geëmailleerde bakvormen. Deze nemen de hitte bijzonder goed op. Open de ovendeur tijdens het garen, bakken of braden zo weinig mogelijk. Meerdere taarten of cakes kunt u het beste na elkaar bakken. De oven is dan nog warm. Daardoor is de baktijd voor het tweede gerecht korter. U kunt ook 2 rechthoekige bakvormen naast elkaar in de oven plaatsen. Bij langere bereidingstijden kunt u de oven 10 minuten voor het einde van de gaartijd uitzetten en de restwarmte gebruiken voor het afbakken. Milieuvriendelijk afvoeren Voer de verpakking op een milieuvriendelijke manier af. ó Dit apparaat is conform de Europese richtlijn 2002/96/EG inzake gebruikte elektro en elektronica apparatuur (waste electrical and electronic equipment WEEE) gekarakteriseerd. De richtlijn biedt het kader voor de terugname en verwerking van gebruikte apparaten geldend voor de hele EU. 9 Uw nieuwe apparaat In dit hoofdstuk vindt u informatie over het apparaat, de functies en de toebehoren. Bedieningspaneel Hier ziet u een overzicht van uw bedieningspaneel. Niet alle symbolen verschijnen tegelijkertijd op het display. Afhankelijk van het apparaattype zijn detailafwijkingen mogelijk. Temperatuurdisplay Elektronische klok Tijdfunctietoets Draaiknop Functiekeuzeknop Info toets Temperatuur keuzeknop Volledig te verzinken bedieningsknop Bedieningselement Tijdfunctietoets Draaiknop Functiekeuzeknop De draai, temperatuur en functiekeuzeknop zijn volledig te verzinken. Om in en uit te schakelen op de betreffende knop drukken. Gebruik De gewenste tijdfunctie of de snelvoorverwarming kiezen (zie het hoofdstuk: Elektronische klok) Instellingen binnen een tijdfunctie uitvoeren of de snelvoorverwarming inschakelen (zie het hoofdstuk: Elektronischop (zie het hoofdstuk: Reiniging en onderhoud). 4. Boven en onderwarmte % bij 240 ºC 30 minuten lang verwarmen. 5. De afgekoelde binnenruimte met warm zeepsop afnemen. 6. Reinig de buitenkant van het apparaat met een zachte, vochtige doek en zeepsop. 14 Apparaat bedienen In dit hoofdstuk leest u H hoe u het apparaat in en uitschakelt H hoe u een functie en temperatuur kiest H hoe u de basisinstellingen kunt wijzigen. H wanneer u het apparaat automatisch uitschakelt Apparaat inschakelen 1. Functieschakelaar draaien, totdat het symbool voor de gewenste bedrijfsstand wordt verlicht. In het temperatuurdisplay verschijnt een voorsteltemperatuur. 2. Temperatuurkeuzeknop draaien om de voorsteltemperatuur te wijzigen. Het apparaat begint op te warmen. Opmerking: H Wanneer er geen voorsteltemperatuur wordt weergegeven, dan is de temperatuur van de door u gekozen functie een vaste instelling. U kunt deze temperatuur niet wijzigen 15 Functie 3 Hete lucht A Ontdooistand Voorsteltem Temperatuur peratuur in C bereik in C Vaste instelling % Boven en onderwarmte Pizzastand 220 ë Broodbakstand $ Onderwarmte 4 Rondom grillen + Groot vlak grill ( Klein vlak grill é Stoomstand x Ovenreiniging \ Ovenverlichting Actuele temperatuur Vaste instelling Vaste instelling 1, 2 en 3 Vaste instelling Druk op de info toets. De actuele temperatuur wordt gedurende 3 seconden weergegeven. 16 Opwarmregeling De opwarmregeling geeft de temperatuurstijging in de ovenruimte aan. H Temperatuur bereikt (Fig. A) H Apparaat verwarmt na (Fig. B) Apparaat uitschakelen Restwarmte indicatie Draai de functiekeuzeknop naar de stand Û terug. Het apparaat is uitgeschakeld. Het apparaat heeft een koelventilator. Na het uitschakelen kan de koelventilator nalopen. Op het temperatuurdisplay ziet u of de restwarmte in de binnenruimte hoog of laag is. Temperatuurdisplay Betekenis Restwarmte hoog (boven de 120 ºC) Restwarmte laag (tussen 60 ºC en 120 ºC) Basisinstellingen wijzigen Uw apparaat heeft verschillende standaard basisinstellingen. U kunt deze basisinstellingen naar wens veranderen. Het apparaat moet uitgeschakeld en niet geblokkeerd zijn. 1. Info toets 3 seconden lang indrukken om in het menu Basisinstellingen te komen. Op het temperatuurdisplay verschijnt. 2. Info toets zo vaak kort indrukken tot het instelsymbool van de actuele basisinstelling van een submenu op het temperatuurdisplay wordt weergegeven (bijv. ) Met de temperatuurkeuzeknop de gewenste basisinstelling binnen een submenu instellen (bijv. ). 4. Info toets 3 seconden lang indrukken. Uw basisinstelling wordt opgeslagen. U kunt de volgende basisinstellingen wijzigen. Menu Basisinstellingen Submenu Kinderslot Geluidssignaal Aan/Uit Basisinstelling Blokkering is niet geactiveerd Blokkering is geactiveerd Permanente blokkering is geactiveerd Geluidssignaal uit Geluidssignaal tijdsduur 30 seconden Geluidssignaal tijdsduur 2 minuten Geluidssignaal tijdsduur 10 minuten Instelsymbool (temperatuurdisplay) Automatische veiligheidsuit schakeling De automatische veiligheidsuitschakeling wordt geactiveerd wanneer u langere tijd geen instellingen op uw ingeschakelde apparaat uitvoert.

8 De tijdsduur waarna uw apparaat uitgaat, is afhankelijk van uw instellingen. Op het temperatuurdisplay knippert. De werking van het apparaat wordt onderbroken. Deactiveren Draai de bedrijfsstandenschakelaar terug naar stand Û. 18 Elektronische klok In dit hoofdstuk leest u H hoe u de kookwekker instelt H hoe u het apparaat automatisch uitschakelt (gebruiksduur en gebruikseinde) H hoe u het apparaat automatisch in en uitschakelt (instelling vooraf) H hoe u de tijd instelt H hoe u de snelvoorverwarming inschakelt Klokdisplay Klokfunctietoets Draaiknop Klokfunctie Q Kookwekker x Gebruiksduur y Gebruikseinde Voorkeuze functie 3 Tijd fsnelvoorverwarming Gebruik U kunt de wekker gebruiken als een kook of eierwekker. Het apparaat schakelt niet automatisch in of uit. Het apparaat schakelt na een ingestelde gebruiksduur (bijv. : uur) automatisch uit. Het apparaat gaat op een ingesteld tijdstip (bijv. : uur) automatisch uit. Het apparaat wordt automatisch in en uitgeschakeld. Gebruiksduur en gebruikseinde worden gecombineerd. Tijd instellen Opwarmtijd verkorten 19 N.B.: H Tussen : en : uur wordt het klokdisplay verduisterd. H Bij de klokfuncties (behalve de snelvoorverwarming) klinkt na afloop van de instellingen een signaal en het betreffende symbool knippert. Wilt u het geluidssignaal voortijdig beëindigen, druk dan op de klokfunctietoets. Klokdisplay uit en inschakelen 1. Klokfunctietoets 6 seconden lang indrukken. Het klokdisplay gaat uit. Is er een klokfunctie actief, dan blijft het bijbehorende symbool verlicht. 2. Klokfunctietoets kort indrukken. Het klokdisplay schakelt in. Kookwekker 1. Klokfunctietoets zo vaak indrukken tot de symbolen KJ en Q verlicht zijn. 2. Met de draaiknop de tijdsduur instellen (bijv. : minuten). De instelling wordt automatisch overgenomen. Hierna wordt weer de tijd weergegeven en de kookwekker loopt af. Er klinkt een signaal. 20 Gebruiksduur Automatisch uitschakelen na een ingestelde tijdsduur. 1. Functie en temperatuur instellen. Het apparaat warmt op. 2. Klokfunctietoets zo vaak indrukken tot de symbolen KJ en x verlicht zijn. 3. Met de draaiknop de gebruiksduur instellen (bijv. : uur). De instelling wordt automatisch overgenomen. Hierna wordt weer de tijd weergegeven en de ingestelde gebruiksduur loopt af. Na afloop van de gebruiksduur schakelt het apparaat automatisch uit. Er klinkt een signaal. 4. Functie en temperatuurkeuzeknop naar de stand Û terugdraaien. 5. Klokfunctietoets indrukken om de klokfunctie te beëindigen. 21 Gebruikseinde Automatisch uitschakelen op een ingesteld tijdstip. 1. Functie en temperatuur instellen. Het apparaat warmt op. 2. Klokfunctietoets zo vaak indrukken tot de symbolen KJ en y verlicht zijn. 3. Met de draaiknop de gebruiksduur instellen (bijv. : uur). De instelling wordt automatisch overgenomen. Hierna wordt weer de tijd weergegeven. Op het ingestelde gebruikseinde schakelt het apparaat automatisch uit. Er klinkt een signaal. 4. Functie en temperatuurkeuzeknop naar de stand Û terugdraaien. 5. Klokfunctietoets indrukken om de klokfunctie te beëindigen. Voorkeuze functie Het apparaat schakelt automatisch in en op het gekozen gebruikseinde uit. Combineer hiervoor de klokfuncties Gebruiksduur en Gebruikseinde. Let er op dat levensmiddelen die snel bederven niet te lang in de binnenruimte mogen staan. 1. Functie en temperatuur instellen. Het apparaat warmt op. 2. Klokfunctietoets zo vaak indrukken tot de symbolen KJ en x verlicht zijn Met de draaiknop de gebruiksduur instellen (bijv. : uur). De instelling wordt automatisch overgenomen. 4. Klokfunctietoets zo vaak indrukken tot de symbolen KJ en y verlicht zijn. 5. Met de draaiknop de gebruiksduur instellen (bijv. : uur). Het apparaat schakelt uit en wacht op een geschikt tijdstip om in te schakelen (in het voorbeeld om : uur). Op het ingestelde gebruikseinde schakelt het apparaat automatisch uit (: uur). Er klinkt een signaal en het symbool y knippert. 6. Functie en temperatuurkeuzeknop naar de stand Û terugdraaien. 7. Klokfunctietoets indrukken om de voorkeuze functie te beëindigen. Tijd instellen 1. Klokfunctietoets zo vaak indrukken tot de symbolen KJ en 3 verlicht zijn. 2. Met de draaiknop de tijd instellen. De instelling wordt automatisch overgenomen. 23 Snelvoorver warming Bij de functies Hete lucht 3 en Broodbak stand ë kunt u de opwarmtijd verkorten. N.B.: Plaats tijdens het snel voorverwarmen zolang het symbool f verlicht is geen gerecht in de binnenruimte. 1. Functie en temperatuur instellen. Het apparaat warmt op. 2. Klokfunctietoets zo vaak indrukken tot de symbolen KJ en f verlicht zijn en op het klokdisplay verschijnt. 3. Met de draaiknop naar rechts draaien. Op het klokdisplay wordt weergegeven en het symbool f is verlicht. Het snel voorverwarmen is ingeschakeld. Na het bereiken van de ingestelde temperatuur schakelt de snelvoorverwarming uit. Het symbool f verdwijnt. Instellingen controleren, corrigeren of wissen 1. Om uw instellingen te controleren drukt u zo vaak op de klokfunctietoets tot het betreffende symbool verlicht is. 2. Zo nodig kunt u de instelling met de draaiknop corrigeren. 3. Wanneer u de instelling wilt wissen, draait u de draaiknop naar links terug op de oorspronkelijke waarde. 24 Kinderslot In dit hoofdstuk leest u H hoe u het apparaat blokkeert H hoe u het apparaat permanent blokkeert Blokkering Het geblokkeerde apparaat kan niet per ongeluk of door onbevoegden (bijv. spelende kinderen) worden ingeschakeld. Om het apparaat weer in te schakelen moet u het deblokkeren. Na gebruik wordt het apparaat niet automatisch geblokkeerd. Blokkeer het eventueel opnieuw of activeer de permanente blokkering. Apparaat blokkeren 1. Apparaat uitschakelen. 2. Info toets ingedrukt houden tot op het temperatuurdisplay verschijnt. 3. Aan de temperatuurkeuzeknop draaien tot op het temperatuurdisplay verschijnt. 4. Info toets ingedrukt houden tot het symbool op het temperatuurdisplay verschijnt. N.B. : Wordt geprobeerd om het geblokkeerde apparaat in te schakelen, dan verschijnt op het temperatuurdisplay --. Apparaat deblokkeren 1. Info toets ingedrukt houden tot op het temperatuurdisplay verschijnt. 2. Aan de temperatuurkeuzeknop draaien tot op het temperatuurdisplay verschijnt. 3. Info toets ingedrukt houden tot het symbool verdwijnt. 25 Permanente blokkering Het permanent geblokkeerde apparaat kan niet per ongeluk of door onbevoegden (bijv. spelende kinderen) worden ingeschakeld. Om het apparaat in te schakelen moet u de permanente blokkering tijdelijk onderbreken. Nadat u het apparaat uitgeschakeld heeft, wordt het weer automatisch geblokkeerd. Apparaat permanent blokkeren 1. Apparaat uitschakelen. 2. Info toets ingedrukt houden tot op het temperatuurdisplay verschijnt. 3. Aan de temperatuurkeuzeknop draaien tot op het temperatuurdisplay verschijnt. 4. Info toets 3 seconden indrukken. Uw apparaat wordt na 30 seconden geblokkeerd. Op het temperatuurdisplay verschijnt het symbool N.B.: Wordt geprobeerd om het geblokkeerde apparaat in te schakelen, dan verschijnt op het temperatuurdisplay -.

9 Permanente blokkering onderbreken 1. Info toets ingedrukt houden tot op het temperatuurdisplay verschijnt. 2. Aan de temperatuurkeuzeknop draaien tot op het temperatuurdisplay verschijnt. 3. Info toets ingedrukt houden tot het symbool verdwijnt. De permanente blokkering is onderbroken. 4. Apparaat binnen 30 seconden inschakelen. Na het uitschakelen wordt de permanente blokkering na 30 seconden weer geactiveerd. Apparaat permanent deblokkeren 1. Info toets ingedrukt houden tot op het temperatuurdisplay verschijnt Aan de temperatuurkeuzeknop draaien tot op het temperatuurdisplay verschijnt. 3. Info toets ingedrukt houden tot het symbool verdwijnt. 4. Binnen 30 seconden de info toets opnieuw 3 seconden lang indrukken. 5. Aan de temperatuurkeuzeknop draaien tot op het temperatuurdisplay verschijnt. 6. Info toets 3 seconden indrukken. Het apparaat is permanent gedeblokkeerd. Bakken Bakvormen Gebruik donkere bakvormen van metaal. Door blank metalen of glazen vormen wordt de baktijd verlengd en bruint het gebak niet gelijkmatig. Wij raden aan uitsluitend de originele bakplaten te gebruiken, omdat deze optimaal op de ovenruimte en functies zijn afgestemd. Schuif de bakplaten altijd voorzichtig tot de aanslag in de oven. Let er op dat de schuine kant van de bakplaat altijd naar de deur van het apparaat wijst. Bakken op één niveau Wanneer u bakt met hetelucht 3, let dan op het volgende: gebak in vormen, inschuifhoogte 2 gebak op de plaat, inschuifhoogte 3. Gebruik hetelucht 3. braadslede op inschuifhoogte 3 bakplaat op inschuifhoogte 1. Bakplaten die gelijktijdig in de oven worden gedaan, hoeven niet op hetzelfde moment klaar te zijn. Bakplaten Bakken op twee niveaus 27 Baktabel voor basisdeeg en kleingebak De waarden in de tabel zijn richtwaarden en gelden voor geëmailleerde bakplaten en donkere u gerechten bakt volgens eigen recept, houd dan de waarden van gelijksoortig gebak in de tabel aan. Houd de instructies in de tabel omtrent het voorverwarmen aan. Basisdeeg Roerdeeg Plaatgebak met beleg H 1 niveau H 2 niveaus Springvorm/bakblik Zandtaartdeeg Plaatgebak met droog beleg, bijv. strooisel H 1 niveau H 2 niveaus Plaatgebak met sappig beleg, bijv. roomachtig 1 plaat Springvorm, bijv. kwarktaart Vorm bodem vruchtentaart Biscuitdeeg Cakerol Biscuit (6 eieren) Biscuit (3 eieren) * Oven voorverwarmen Hetelucht 3 Inschuif Temperatuur hoogte in ºC Bakduur minuten Boven /onderwarmte % Inschuif Temperatuur hoogte in ºC * * * * 28 Basisdeeg Gistdeeg Plaatgebak met droog beleg, bijv. strooisel H 1 niveau H 2 niveaus Plaatgebak met sappig beleg, waarden in de tabel gelden voor het inschuiven in een koude uw bakvorm op het rooster en niet op de bakplaat. Bakduur verlengen of temperatuur verhogen. Inschuifhoogte controleren. Bakduur verkorten of temperatuur reduceren. Inschuifhoogte en temperatuur positie van de bakvorm op het rooster controleren. Inschuifhoogte en temperatuur verlengen en keukendeeg langer laten rijzen. Minder vloeistof aan het deeg verlengen of uit de oven is genomen temperatuur klein gebak mag elkaar niet een eerste poging de laagste aangegeven temperatuur de in de tabel vermelde opmerking over het voorverwarmen het braden met boven /onderwarmte % keert u het braadstuk na ca. de helft resp. tweederde van de braadduur. Braden in de braadslede Tijdens het braden in de braadslede ontstaat braadvocht dat indikt. Dit ingedikte vocht kunt u als basis gebruiken voor een smakelijke saus. Bij het braden in de braadslede kunt u ook bijgerechten (bijv. groenten) mee laten garen. Bij kleinere braadstukken kunt u i. p.v. de braadslede een kleiner braadgerei gebruiken. Plaats deze direct op het rooster. Braden op het rooster Braadt u direct op het rooster, plaats de braadslede dan op hoogte 1. Het vleessap wordt opgevangen en de ovenruimte blijft schoner. 33 Gesloten braden Voor het gesloten braden wordt een braadgerei met deksel gebruikt. Gesloten braden is bijzonder geschikt voor smoorgerechten. Braadtabel De braadduur en temperatuur zijn afhankelijk van de grootte, soort en kwaliteit van het braadstuk. Over het algemeen geldt: Hoe groter het braadstuk, des te lager de temperatuur en des te langer de braadduur. De waarden in de tabel zijn richtwaarden en hebben betrekking op open braden. De waarden kunnen variëren, afhankelijk van hoeveelheid vlees braadgerei. Bij een eerste poging de laagste aangegeven temperatuur na afloop van de braadduur het braadstuk ca. 10 minuten rusten in gesloten ovenruimte. In de aangegeven braadduur is de aanbevolen rusttijd niet inbegrepen. De waarden in de tabel hebben betrekking op het inschuiven in de koude oven en op vlees direct uit de koelkast. Braadproducten Hetelucht 3 Inschuif Temperatuur Bereidings hoogte in ºC duur minuten Boven /onderwarmte % Inschuif Tempera hoogte tuur in ºC Varkensvlees Filet, medium (400 g) Braadstuk, met zwoerd (1,5 kg) Braadstuk, doorregen, zonder zwoerd, bijv. nek (1,5 kg) Braadstuk, mager (1 kg) Kassler Gehakt (in broodvorm) 500 g vlees Braadproducten Hetelucht 3 Inschuif Temperatuur Bereidings hoogte in ºC duur minuten Boven /onderwarmte % Inschuif Tempera hoogte tuur in ºC Rundvlees Filet, medium (1,0 kg) Roastbeef, medium (1,5 kg) Stoof/smoorvlees (1,5 kg) Kalfsvlees Braadstuk/ borst (1,5 kg) Schenkel Gevogelte (niet gevuld) Kip, hele (1 kg) Eend, hele (2 3 kg) Gans, hele (3 4 kg) Vis, heel H 300 g H 700 g Tips en trucks Korst te dik en/of braadstuk te droog Korst te dun Het vlees is van binnen niet gaar Reduceer de temperatuur of verkort de braadduur. controleer dan de inschuifhoogte. Verhoog de temperatuur of schakel na het einde van de braadduur kort de grill in. Verwijder niet gebruikte accessoires uit de ovenruimte. Verleng de braadduur. Controleer m.b. v. een vleesthermometer de kerntemperatuur van het braadstuk. Waterdamp in de ovenruimte condenseert op de deur van het apparaat Tijdens het bedrijf droogt het condens op. Bij zeer veel condens kunt u kort en voorzichtig de ovendeur openen, zodat de waterdamp sneller wordt afgevoerd.

10 35 Grillen Let op! Beschadiging van keukenmeubels door het grillen bij open apparaatdeur. De aangrenzende meubels worden door de grote hitte beschadigd. Laat de deur van het apparaat tijdens het grillen gesloten. Grilt u direct op het rooster, plaats de braadslede dan op hoogte 1. Het vleessap wordt opgevangen en de ovenruimte blijft schoner. Leg de te grillen producten altijd in het midden van het rooster Let er op dat bij het grillen van meerdere stukken vlees gelijke vleessoorten met gelijke dichte en gewicht wordt gebruikt Rondom grillen Rondom grillen 4 is bijzonder geschikt voor gevogelte of vlees (bijv. varkensvlees met zwoerd), dat rondom knapperig gegrilld moet worden. Keer het te grillen vlees na de helft tot tweederde van de grillduur. Steek bij eend en gans de huid onder de vleugels en dijen in, zodat het vet goed kan uitbraden. Bij rondorm grillen op het rooster kan afhankelijk van het gegrillde product de oven sterk verontreinigen. Reinig daarom de ovenruimte na elk gebruik, zodat het vuil niet inbrandt. Tabel rondom grillen De waarden in de tabel zijn richtwaarden en geldig voor de geëmailleerde braadslede met rooster. De waarden kunnen afhankelijk van de soort en hoeveelheid gegrilld product variëren. Bij de eerste poging de laagst aangegeven temperaturen instellen. 36 Laat na afloop het gegrillde product ca. 10 minuten rusten in uitgeschakelde, gesloten ovenruimte. In de aangegeven grillduur is de aanbevolen rusttijd niet inbegrepen. De waarden hebben betrekking op het inschuiven in de koude oven en op vlees direct uit de koelkast. Grillproducten Varkens Braad met zwoerd Varkenspoten Rosbief, medium Lamsdij zonder bot, medium Gevogelte (niet gevuld) Halve kip, 1 2 stuks Kip, heel, 1 2 stuks Eend, hele, 2 3 kg Gans, hele, 3 4 kg Inschuifhoogte Temperatuur in ºC Grillduur in minuten Vlakgrillen Gebruik voor grote hoeveelheden vlakke grillproducten de groot vlak grill +. Gebruik voor kleine hoeveelheden vlak grillproducten de klein vlak grill (. Leg de te grillen producten in het midden van het rooster Door het gebruiken van de klein vlak grill bespaart u energie. Bestrijk het te grillen product naar wens licht in met olie. Keer het te grillen vlees na de helft tot tweederde van de grillduur. Tabel vlakgrill De waarden in de tabellen zijn richtwaarden. De waarden kunnen afhankelijk van de soort en hoeveelheid gegrilld product variëren. Deze gelden voor het inschuiven in de koude oven en voor vlees dat rechtstreeks uit de koelkast komt. 37 Grillproducten Varkens Filetsteaks, medium (3 cm dik) Steak, done (2 cm dik) Rund Filetsteaks (3 4 cm dik) Tournedos Lam Filets Koteletten Worst Gevogelte Kipdijen Kleine kipdelen Vis Steaks Koteletten Hele vis Groente Toast met beleg Inschuif hoogte Tempera tuur in ºC 275* 275* 275* 275* 275* 275* 275* Grillduur in minuten Aanwijzingen Al naar gelang de gewenste gaarheid kunnen grilltijden worden verkort of verlengd Al naar gelang de gewenste gaarheid kunnen grilltijden worden verkort of verlengd Licht insnijden Door het insteken van de huid kan de blaasvorming tijdens het grillen worden voorkomen Delen moeten even dik zijn De inschuifhoogte aanpassen aan de hoogte van het beleg * Oven 3 minuten voorverwarmen 38 Ontdooien In dit hoofdstuk kunt u lezen hoe u met hetelucht 3 of met de ontdooistand A ontdooit. Ontdooien met hetelucht Gebruik voor het ontdooien en garen van diepvriesproducten de functie hetelucht 3. Let hierbij op de volgende punten: H Ontdooide diepvriesproducten (met name vlees) vragen om kortere bereidingstijden dan verse producten H De bereidingstijd van diepgevroren vlees moet worden verlengd met de ontdooitijd H Ontdooi bevroren gevogelte voor het bereiden altijd om de ingewanden te kunnen verwijderen. H Bereid diepgevroren vies met dezelfde temperatuur als verse vis H U kunt kant en klare diepvriesgroenten in aluminium schalen in grotere hoeveelheden tegelijkertijd in de ovenruimte plaatsen H Gebruik bij het ontdooien inschuifhoogte 1 H Let bij diepgevroren levensmiddelen op de instructies van de producent Diepvriesgerecht Temperatuur Ontdooitijd in C in minuten Rauwe diepvriesproducten/ Diepgevroren levensmiddelen Brood/broodjes ( g) 50 Droge diepgevroren plaatgebak Vochtige diepgevroren plaatgebak Ontdooistand Met de functie ontdooistand A kunt u bijzonder goed gevoelig gebak (bijv. slagroomtaart) ontdooien Functie Ontdooistand A inschakelen. 2. Diepvriesproduct afhankelijk van soort en maat minuten ontdooien. 3. Diepvriesproduct uit de ovenruimte nemen en minuten laten na ontdooien. Bij kleine hoeveelheden (stuks) wordt de ontdooitijd verkort tot minuten en de na ontdooitijd tot minuten. Bereiden met stoom De stoomstand é kan alleen in verbinding met het systeem stoomapparaat (als extra toebehoren in de vakhandel verkrijgbaar) worden gebruikt. Schakel de stoomstand alleen in wanneer de binnenruimte volledig is afgekoeld (kamertemperatuur). Wanneer in het temperatuurdisplay afwisselend resp. en verschijnt, dan is de ovenruimte nog niet volledig afgekoeld. Wacht tot de binnenruimte afgekoeld is en schakel de stoomstand opnieuw in. Het stoomproces wordt automatisch geregeld. N.B. : H Gebruik voor de bereiding met stoom alleen de stoomstand samen met het systeem stoomapparaat H Gebruik de stoomstand niet samen met de klokvoorkeuzefunctie H Verdere nuttige aanwijzingen vindt u in de gebruiksaanwijzing bij het systeem stoomapparaat 40 Yoghurt Met uw apparaat kunt u ook zelf yoghurt maken. Hiervoor wordt de warmte van de ovenverlichting \ gebruikt liter houdbare melk (3,5 % vet) of gepasteuriseerde verse melk tot 40 ºC verwarmen of 1 liter verse melk één keer opkoken en tot 40 ºC laten afkoelen g dikke yoghurt bij de warme melk doen, doorroeren en gelijkmatig in glazen of schalen doen. Niet meer dan 200 ml per schaal of glas. 3. De gevulde glazen/schalen met passend deksel of vershoudfolie afdekken. 4. Glazen/schalen met gelijkmatige tussenruimte op het rooster op inschuifhoogte 1 zetten. 5. Apparaatdeur sluiten en de ovenverlichting \ inschakelen. 6. Na 6 7 uur de ovenverlichting uitschakelen en de bakjes minimaal 18 uur in de koelkast plaatsen. 41 Inmaak d Gevaar voor letsel! Weckflessen van verkeerd ingekookte levensmiddelen kunnen knappen. Let op de volgende punten: H Fruit en groenten moeten vers en in perfecte staat zijn H Gebruik uitsluitend schone en onbeschadigde weckflessen H De weckflessen mogen tijdens het inkoken in de ovenruimte niet met elkaar in contact komen In de ovenruimte kunt u de inhoud van maximaal zes weckflessen met Im ½, 1 of 1½ liter tegelijkertijd met hete lucht 3 inmaken.

11 Let hierbij op de volgende punten: H Gebruik bij een inmaakproces alleen weckflessen van gelijke grootte en met dezelfde levensmiddelen H Zorg er voor dat u bij het voorbereiden en afsluiten van de weckflessen schoon werkt H Gebruik uitsluitend hittebestendige rubber afdichtringen H De volgende levensmiddelen kunt u niet met uw apparaat inmaken: Inhoud van blikken, vlees, vis of pasteitjes Vruchten voorbereiden 1. Fruit wassen en afhankelijk van de soort schillen, ontpitten en in stukken snijden. 2. Vruchten in weckflessen tot ca. 2 cm onder de rand vullen. 3. Weckflessen met hete afgeschuimde suikeroplossing vullen (ca. Y liter voor een literfles). Op één liter water: ca. 250 g suiker bij zoet fruit ca. 500 g suiker bij zuur fruit 42 Groenten voorbereiden Weckflessen sluiten Vruchten en groente inmaken 1. Groenten wassen en afhankelijk van de soort schoonmaken en in stukken snijden. 2. Groenten in weckflessen tot ca. 2 cm onder de rand vullen. 3. Weckflessen direct vullen met heet gekookt water. 1. Randen van de weckflessen met een schone, vochtige doek afnemen. 2. Rubberen ring en deksel plaatsen en de weckflessen met klem sluiten. 1. Braadslede op inschuifhoogte 1 plaatsen. 2. Weckflessen in een driehoek opstellen, zonder dat ze elkaar aanraken. 3. ½ liter heet water (ca. 80 ºC) in de braadslede gieten. 4. Hete lucht 3 met 160 ºC instellen. Weckflessen met ½ of 1 liter gaan belletjes vormen na ca. 50 minuten en weckflessen met 1½ liter na ca. 60 minuten. Fruit, augurken en tomatenpuree 5. Apparaat uitschakelen, zodra alle weckflessen belletjes vormen. 6. Weckflessen nog enkele minuten in gesloten ovenruimte laten. Frambozen, aardbeien, kersen of augurken: ca minuten Ander fruit: ca minuten Tomatensaus of appelmoes: ca minuten Groente 5. Temperatuur tot 100 ºC reduceren, zodra alle weckflessen belletjes vertonen. Weckflessen ca. 60 minuten in gesloten ovenruimte laten doorkoken. 6. Apparaat uitschakelen. 7. Weckflessen nog ca minuten gesloten ovenruimte laten staan. 1. Weckflessen op een schone doek plaatsen, afdekken en beschermen tegen tocht. Weckflessen uit de oven nemen Klemmen pas verwijderen wanneer de glazen koud zijn. Ovenreiniging Bij de ovenreiniging verwarmt de oven op tot ca. 500 ºC. Op deze manier verbranden resten van het braden, grillen of bakken en hoeft u slechts nog de as uit de ovenruimte te verwijderen. Reinigingsstanden U kunt drie reinigingsstanden kiezen. Stand Reinigingsgraad licht gemiddeld intensief Tijdsduur ca. 1 uur, 15 minuten ca. 1 uur, 30 minuten ca. 2 uur Hoe sterker en ouder de verontreinigingen zijn, des te hoger moet de reinigingsstand zijn. Het is voldoende wanneer u de ovenruimte elke twee tot drie maanden reinigt. Voor een reiniging is slechts ca. 2,5 4,7 kwh nodig. Belangrijke aanwijzingen Voor uw veiligheid vergrendeld de ovendeur automatisch. U kunt de ovendeur pas weer openen wanneer de ovenruimte enigszins is afgekoeld. Probeer niet de haken met de hand te verschuiven. d Brandgevaar! De oven wordt van de buitenkant zeer heet. Let er op dat de voorkant van de oven vrij blijft. Nooit brandbare voorwerpen, zoals bijv. theedoeken, aan de deurgreep ophangen. Houd kinderen uit de buurt. De ovendeur niet openen zolang de reiniging wordt uitgevoerd. Daardoor kan het reinigen worden afgebroken. 44 De lamp in de ovenruimte is niet aan tijdens de reiniging. Voor de reiniging Neem vormen en ongeschikte toebehoren uit de binnenruimte. d Brandgevaar! Losse voedselresten, vet en vleessap kunnen in brand vliegen. Maak de binnenruimte en de toebehoren die u meereinigt met een vochtige doek schoon. Maak de ovendeur en de randvlakken van de binnenruimte bij de deurdichting schoon. De dichting niet reinigen. Toebehoren meereinigen U kunt de braadslede of de len bakplaat op hoogte 2 meereinigen. Het rooster en het draaispit zijn niet geschikt voor de ovenreiniging. Ernstig gezondheidsrisico! Nooit platen en vormen met een anti aanbaklaag meereinigen. Door de grote hitte wordt de anti aanbaklaag vernietigd en ontstaan er giftige gassen. d Reinigingsgraad instellen 1. De functieschakelaar instellen op x. In het temperatuurdisplay verschijnt Met de temperatuurkeuzeknop de reinigingsgraad instellen. De ovenreiniging start na enkele seconden. In het tijdsdisplay wordt de tijdsduur van de reiniging weergegeven. Na enkele seconden start de oven. De tijdsduur loopt zichtbaar af. Na de start vergrendelt de ovendeur. 45 Na afloop van de reiniging In het klokdisplay staat 0:00 en y knippert. Functieschakelaar op o instellen en toets KJ eenmaal indrukken. U kunt de ovendeur pas weer openen wanneer de ovenruimte is afgekoeld. Functieschakelaar naar Û terugdraaien. U kunt de ovendeur pas weer openen wanneer de ovenruimte is afgekoeld. Na de start kan de reinigingsstand niet meer veranderd worden. Stel de eindtijd van de reiniging in op een tijdstip 's nachts, zodat u de oven overdag kunt gebruiken. Stel in zoals omschreven bij punt 1 en Klokfunctietoets KJ indrukken, totdat het symbool y verschijnt. 4. Met de draaiknop de eindtijd wijzigen in een later tijdstip. De oven schakelt naar de wachtstand. Op het display wordt de tijd weergegeven. Wanneer de oven start, loopt de tijdsduur zichtbaar af. Reiniging afbreken Reinigingsstand veranderen De reiniging moet 's nachts plaatsvinden Na afloop van de reiniging Wanneer de binnenruimte afgekoeld is, verwijdert u de achtergebleven as met een vochtig doekje uit de binnenruimte. 46 Reiniging en onderhoud In dit hoofdstuk vindt u informatie over H reiniging en onderhoud van uw apparaat H reinigingsmiddelen en hulpen H ovenreiniging Schoonmaak middelen Om te voorkomen dat de verschillende oppervlakken niet door verkeerde schoonmaakmiddelen beschadigd worden, dient u zich te houden aan de gegevens in de tabel. Gebruik H geen scherpe of schurende reinigingsmiddelen, H geen sterk alcoholhoudend reinigingsmiddel, H geen harde schuur of schoonmaaksponsjes, H geen hogedrukreinigers of stoomstraalapparaten. Was nieuwe vaatdoekjes voor het gebruik goed uit. Bereik Voorkant van de oven Schoonmaakmiddelen Warm zeepsop: met een schoonmaakdoekje reinigen en met een zachte doek nadrogen. Geen glasreiniger of glasschraper gebruiken. Warm zeepsop: met een schoonmaakdoekje reinigen en met een zachte doek nadrogen. Kalk, vet, zetmeel en eiwitvlekken altijd onmiddellijk verwijderen. Onder zulke vlekken kan gemakkelijk corrosie ontstaan. Bij de klantenservice of in de vakhandel zijn speciale schoonmaakmiddelen voor roestvrij staal verkrijgbaar die geschikt zijn voor warme oppervlakken. Het schoonmaakmiddel heel dun opbrengen met een zachte doek. Roestvrij staal 47 Bereik Ruiten van de deur Schoonmaakmiddelen Glasreiniger: met een zachte doek schoonmaken. Geen schraper gebruiken. Schoonmaakmiddel voor roestvrij staal (verkrijgbaar bij de klantenservice of in de vakhandel): Neem de gegevens van de fabrikant in acht.

12 Warm zeepsop of water met azijn: met een schoonmaakdoekje reinigen. Bij sterke vervuiling een schuursponsje van roestvrij staal of ovenreiniger gebruiken. Alleen gebruiken in de onverwarmde oven. U kunt het best de zelfreiniging gebruiken. Neem hierbij de aanwijzingen in het hoofdstuk Zelfreiniging in acht! Deurafdekking Ovenruimte Glazen afscherming van de ovenlamp Toebehoren Warm zeepsop: met een schoonmaakdoekje reinigen. Warm zeepsop: laten weken en met een schoonmaakdoekje of borstel schoonmaken. 48 Ovendeur verwijderen en inbrengen Om de deurruiten schoon te maken en te demonteren, kunt u de ovendeur verwijderen. De scharnieren van de ovendeur zijn alle voorzien van een blokkeerhendel. Wanneer de blokkeerhendel dichtgeklapt is (Afbeelding A), is de ovendeur beveiligd. Hij kan niet worden verwijderd. Wanneer de blokkeerhendels voor het verwijderen van de ovendeur opengeklapt zijn (Afbeelding B), zijn de scharnieren beveiligd. Ze kunnen niet dichtklappen. A B d Gevaar voor letsel! Wanneer de scharnieren niet beveiligd zijn, klappen ze met grote kracht dicht. Let erop dat de blokkeerhendels altijd helemaal dichtgeklapt zijn, en bij het verwijderen van de ovendeur helemaal opengeklapt. 1. De ovendeur helemaal openen. 2. Beide blokkeerhendels naar links en rechts openklappen. (Afbeelding A) 3. Ovendeur tot de aanslag sluiten. (Afbeelding B) Met beide handen aan de linker en rechterkant vastpakken. Nog wat verder sluiten en uitnemen. A B Deur verwijderen 49 Deur inbrengen De ovendeur in de omgekeerde volgorde weer inbrengen. 1. Let er bij het inbrengen van de ovendeur op dat beide scharnieren recht in de opening worden geleid. (Afbeelding A) 2. De keep op het scharnier dient aan beide kanten in te klikken. (Afbeelding B) A B 3. Beide blokkeerhendels weer dichtklappen. (Afbeelding C) Ovendeur sluiten. C d Gevaar voor letsel! Wanneer de ovendeur er per ongeluk uitvalt of een scharnier dichtklapt, het scharnier niet met uw hand aanraken. Neem contact op met de klantenservice. 50 Deurruiten verwijderen en inbrengen Verwijderen Om gemakkelijker schoon te maken kunt u de ruiten van de ovendeur afnemen. 1. Ovendeur verwijderen en met de handgreep naar beneden op een doek leggen. (Afbeelding A) 2. Eerst de beide onderste en vervolgens de beide bovenste schroeven eruit draaien. (Afbeelding B) A B 3. Complete binnendeur afnemen. (Afbeelding C) C 4. De beide klemmen boven van de ruit verwijderen. (Afbeelding D) Hiervoor de klemmen met de duimen iets naar beneden drukken en met de wijsvinger de strip naar buiten trekken. (Afbeelding E) D E De ruit aan de binnenkant iets optillen, een beetje naar boven schuiven en er naar beneden uittrekken. (Afbeelding F) F Reinig de ruiten met glasreiniger en een zachte doek. Gebruik geen scherpe of schurende middelen en geen schraper. Het glas kan hierdoor beschadigd raken. Inbrengen Let er bij het inbrengen op dat rechtsboven right above" staat. A) A 2. De klemmen links en rechtsboven weer C) 52 B C 3. Complete binnendeur weer aanbrengen. (Afbeelding D) E) D E 5. Ovendeur veel gevallen kunt u zelf voor een oplossing zorgen. In de volgende tabel staan een paar tips om storingen op te lossen. d Kans op een elektrische schok! H Werkzaamheden aan de elektronica van het apparaat mogen alleen door een vakman worden uitgevoerd H Bij het werken aan de elektronica van het apparaat beslist de netstekker uit het stopcontact halen. Automatische beveiliging activeren of de zekering in de meterkast van uw woning eruit draaien Storing Elektrische functie vertoont een storing (bijv. indicatielampjes branden niet meer) Vloeistof of dunvloeibaar deeg wordt zeer eenzijdig verdeeld Mogelijke oorzaak Zekering defect Apparaat niet waterpas ingebouwd Apparaat functioneert niet meer, Stroomtoevoer is onderbroken op het klokdisplay knippert : Op het klokdisplay knippert De stroomtoevoer is :, op het temperatuurdisplay onderbroken terwijl het verschijnt rrr" apparaat in gebruik was Bediening van het apparaat is niet mogelijk, op het temperatuur display verschijnt D en Bediening van het apparaat is niet mogelijk, op het temperatuur display verschijnt D en Apparaat warmt niet op, op het klokdisplay knippert de dubbele punt, op het temperatuurdisplay verschijnt bijv. Apparaat is geblokkeerd Apparaat is permanent geblokkeerd Toetscombinatie gebruikt Oplossing Zekeringen in de meterkast controleren, eventueel vervangen Inbouw van het apparaat controleren (zie installatievoorschrift) Tijd opnieuw instellen (zie het hoofdstuk: Elektronische klok) Klokfunctietoets indrukken, tijd opnieuw instellen (zie het hoofdstuk: Elektronische klok) Blokkering deactiveren (zie het hoofdstuk: Kinderslot) Permanente blokkering deactiveren (zie het hoofdstuk: Kinderslot) Apparaat uitschakelen, info toets 3 seconden lang indrukken, vervolgens de klokfunctietoets 4 seconden lang indrukken, tenslotte de info toets opnieuw 3 seconden lang indrukken 54 Storing Elektronisch gestuurde functies vertonen een storing Bij het inschakelen van een functie verschijnt of op het temperatuurdisplay Apparaat is automatisch uitgeschakeld, op het temperatuurdisplay knippert Bij het braden of grillen ontstaat een walm Mogelijke oorzaak Energetische impulsen (bijv. een blikseminslag) Apparaat is niet volledig afgekoeld Apparaat is als beveiliging tegen oververhitting uitgeschakeld Vet op het grillelement verbrandt Rooster of braadslede verkeerd ingeschoven Oplossing Betreffende functie opnieuw instellen Wachten tot het apparaat afgekoeld is, vervolgens de functie opnieuw inschakelen Functieschakelaar naar stand Û terugdraaien Verder grillen of braden tot het vet op het grillelement verbrand is Rooster in de braadslede leggen en samen op een lagere inschuifhoogte plaatsen Apparaatdeur tijdens het gebruik af en toe kort openen Niet mogelijk Apparaat bij 100 ºC opwarmen en na 5 minuten weer uitschakelen In de binnenruimte treedt versterkt condenswater op Geëmailleerde toebehoren vertonen matte, lichte vlekken Deurruiten zijn beslagen Normaal verschijnsel (bijv. bij gebak met zeer vochtige bovenkant of bij grote stukken vlees) Normaal verschijnsel door afdruipend vlees of vruchtensap Normaal verschijnsel, dat ontstaat door temperatuurverschillen Foutmeldingen met Wordt op het display een foutmelding met weergegeven, druk dan op de toets 0. Hiermee wordt de foutmelding gewist. Het kan zijn dat u vervolgens de tijd opnieuw moet instellen. Wordt de fout opnieuw weergegeven, neem dan contact op met de klantenservice. Bij de volgende foutmeldingen kunt u zelf voor een oplossing zorgen. Foutmelding Mogelijke oorzaak Een toets is te lang ingedrukt of is beklemd geraakt. Aanwijzing/oplossing Druk alle toetsen afzonderlijk in. Controleer of de toetsen schoon zijn. Neem contact op met de klantenservice wanneer de foutmelding aanhoudt. 55 Foutmelding Mogelijke oorzaak Aanwijzing/oplossing De temperatuur in de De ovendeur is vergrendeld.

13 Powered by TCPDF ( Wacht tot binnenruimte is te de binnenruimte afgekoeld is. Met de hoog. toets 0 wist u de foutmelding. Ovenlamp aan het plafond vervangen Als de ovenlamp is uitgevallen, moet deze worden vervangen. Temperatuurbestendige halogeenlampen, 40 watt, kunt u krijgen bij de klantenservice of uw speciaalzaak. Gebruik uitsluitend originele lampen. 1. Gevaar van een elektrische schok! Zekering in de meterkast uitschakelen. 2. Theedoek in de onverwarmde oven leggen, om schade te voorkomen. 3. Glazen afscherming verwijderen. Hiervoor met de duimen de metalen strippen naar achteren drukken. (Afbeelding A) 4. Lamp eruit draaien en door hetzelfde type lamp vervangen. (Afbeelding B) A B d 5. Glazen afscherming weer terugplaatsen. Hierbij met één kant inbrengen en de andere kant vast aandrukken. Het glas zit nu vast. 6. Theedoek eruit nemen en de zekering inschakelen. 56 Glazen afscherming Als de glazen afscherming beschadigd is, dient hij te worden vervangen. Passende glazen afschermingen zijn verkrijgbaar bij de klantenservice. Vermeld a.u.b. het productnummer (E nr. ) en het fabricagenummer (FD nr.) van uw apparaat. Servicedienst Bij storingen en reparaties die u niet zelf kunt oplossen, staat de servicedienst voor u klaar. De contactgegevens vindt u in de lijst met klantenservicebureaus. N.B.: Het kost u geld wanneer u wegens een bedieningsfout contact opneemt met de klantenservice. E nummer en FD nummer Wanneer u contact opneemt met de klantenservice het E nummer en FD nummer opgeven. U vindt deze op het typeplaatje achter de apparaatdeur linksonder aan de zijkant. E nr. FD 57 Testgerechten Testgerechten conform norm DIN en EN Let in de tabellen op de instructies omtrent het voorverwarmen Bakken Sprits Inschuif hoogte Functie % % % 3 % Tempera tuur in ºC * * * * ** ** ** ** * * * * Tijdsduur in minuten Small Cakes (20 stuks per bakplaat) Waterbiscuit Plaatgebak met gist Bedekte appeltaart (vormen naast elkaar, Fig. A) Bedekte appeltaart (vormen diagonaal versprongen, Fig. B) * Oven voorverwarmen ** 10 minuten voorverwarmen 58 Grillen Toast (braadslede + vlak rooster) Beefsteaks, 12 stuks (braadslede + vlak rooster) * 10 minuten voorverwarmen ** na C afloop keren Inschuifhoogte 4 4 Functie + + Temperatuur in ºC 275* 250 Grillduur in minuten 0,5 1, ** 59 Notities 60 Notities 61 Notities 62 Notities 63 Notities 64.