ZENDANTENNES Gebruiksaanwijzing voor het lezen van een technisch dossier. Leefmilieu Brussel. Oktober 2012

Transcriptie

1 ZENDANTENNES Gebruiksaanwijzing voor het lezen van een technisch dossier Leefmilieu Brussel Oktober 2012

2 ZENDANTENNES Gebruiksaanwijzing voor het lezen van een technisch dossier dat aan een openbaar onderzoek wordt onderworpen naar aanleiding van een aanvraag voor een milieuvergunning voor zendantennes. Brussels Hoofdstedelijk Gewest Als u deze brochure leest, bent u waarschijnlijk betrokken bij een project voor de installatie van een zendantenne in uw wijk of de regularisatie van bestaande antennes. U hebt vernomen dat een voorafgaand openbaar onderzoek wordt uitgevoerd en u wenst het technisch dossier te raadplegen. Deze brochure werd samengesteld om u meer inzicht te verschaffen in dit dossier. Hij bevat de diverse begrippen die u moet kennen om een dergelijk document gemakkelijk te lezen. Het hier besproken voorbeeld is zuiver fictief, maar u kunt het gemakkelijk vergelijken met het echt technisch dossier dat u wenst te raadplegen. Huidig document heeft als doel het publiek in simpele bewoordingen uitleg te verschaffen betreffende de manier waarop de elektromagnetische wetgeving toegepast wordt op het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Aangezien deze verkorte versie niet alle details bevat van deze heel technische materie, wordt aangeraden de wetgeving te raadplegen in geval van twijfel. De wetgeving is de enige geldige referentie die kan ingeroepen worden in de burgerlijke en administratieve rechtspraak. 2

3 Context De dag van vandaag werken talrijke technologieën met zendantennes. Mobiele telefoons (gsm) bijvoorbeeld zijn niet meer weg te denken uit ons leven. Wij gebruiken deze toestelletjes voortdurend om te communiceren, om over andere gebruiksdoeleinden nog te zwijgen. Tal van andere nutsdiensten gebruiken eveneens antennes, zoals bijvoorbeeld de hulpdiensten, de NMBS of de MIVB. Die technologische vooruitgang zou echter niet mogelijk zijn zonder een niet-ioniserende elektromagnetische straling, opgewekt en doorgegeven door deze antennes die overal op ons grondgebied en elders ter wereld opgesteld staan. Dankzij deze straling, die informatie overbrengt in de vorm van radiogolven, kunnen wij bijvoorbeeld opbellen en opgebeld worden op onze gsm. Deze zendantennes zijn dus onmisbaar voor deze vorm van communicatie. Het Brussels hoofdstedelijk Gewest past het voorzorgsbeginsel toe door een norm toe te passen die tot doel heeft de blootstelling van het publiek aan nietioniserende stralingen te beperken. Deze 3 V/m-norm 1 heeft betrekking op bijna alle zendantennes 2 en moet in Brussel worden nageleefd in alle voor het publiek toegankelijke plaatsen en op elk ogenblik. Het is één van de strengste normen ter wereld. Hij is 200 keer strenger dan de aanbeveling van de Wereldgezondheidsorganisatie (WGO) en 50 keer strenger dan de vroegere federale Belgische norm. Iedere exploitant van een ingedeelde zendantenne 3 (gsm, hulpdiensten enz.) is verplicht een milieuvergunning aan te vragen bij Leefmilieu Brussel. De procedure bestaat uit 4 fasen. voor de betrokken site en per operator, indiening van een dossier voor de aanvraag van een vergunning dat bestaat uit een formulier en één of meer technische dossiers; plaatsbezoek en onderzoek van het dossier door Leefmilieu Brussel; openbaar onderzoek om de omwonenden in te lichten en hun mening te vragen; beslissing tot toekenning of weigering van de milieuvergunning. Niet alleen is voor alle nieuwe zendantennes een vergunning vereist, de bestaande antennes moeten eveneens geregulariseerd worden en aan deze verplichting voldoen. Daarom moet de operator in bepaalde gevallen 2 technische dossiers indienen voor bestaande zendantennes (2 sets plannen). Het eerste over de bestaande situatie die aan de norm voldoet ( 3V/m) en het tweede over de toekomstige situatie, die in overeenstemming gebracht zal zijn met 25% van de norm ( 1,5 V/m, zie ook bladzijde 12). Veel leesplezier! 1 Deze norm bedraagt 3 volt/meter equiv. 900 MHz (3 V/m) voor alle zones die voor het publiek toegankelijk zijn en op ieder ogenblik. Hij is vastgelegd in de ordonnantie van 1 maart 2007 betreffende de bescherming van het leefmilieu tegen de eventuele schadelijke effecten en hinder van niet-ioniserende stralingen die door het parlement van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest werd goedgekeurd. 2 Vallen niet onder de ordonnantie: toestellen die gebruikt worden door particulieren, zoals Gsm-toestellen, draadloos telefoniesystemen, Internet modem, etc., de niet-pulserende stralingen van radioprogramma s en televisieprogramma s antennes, de radioamateurs. 3 Betreft elke antenne met een EIRP-vermogen (Effectief Isotroop Uitgestraald Vermogen) van 800 mw of meer, met uitzondering van antennes van minder dan 800 mw, straalverbindingen, van noodantennes, van lineaire stralingssystemen zoals straalkabels en uitstralende golfgeleiders, en WIFI-antennes, op voorwaarde dat ze het ministerieel besluit van 19 oktober 1979 betreffende de private radioverbindingen of elke andere bepaling die het besluit zou vervangen in acht nemen. 3

4 Plan 1: Basisinformatie Een technisch dossier voor plan 1 ziet er als volgt uit. De bovenste kaders tonen achtereenvolgens de instantie die de milieuvergunningen aflevert (Leefmilieu Brussel), de naam van de operator die de vergunning aanvraagt (aanvrager), de inhoudsopgave van het dossier (lijst van de plannen) en het organisme dat de kaart in 2D en 3D heeft gemaakt van de gebouwen van Brussel, die de operator als basis gebruikt voor het opstellen van de plannen en de driedimensionale afbeeldingen in dit dossier. Noteer dat elk dossier alleen betrekking heeft op de antennes van EEN operator. Iedere operator vraagt dus voor iedere site zijn eigen milieuvergunning aan. Als drie operatoren op eenzelfde site aanwezig zijn, worden dus drie afzonderlijke aanvragen ingediend. Onderaan geeft een kader de exploitatieplaats aan, bijvoorbeeld het gebouw waarop de zendantenne(s) zal (zullen) worden geplaatst. Een ander kader onderaan toont de referenties (benamingen) van de zendantennes waarop de aanvraag voor de milieuvergunning betrekking heeft. 4

5 Plan 01: Technische kenmerken Op plan 1 van het technisch dossier bevat het centrale kader alle technische kenmerken van de zendantennes op de site waarop de aanvraag betrekking heeft en die in aanmerking moeten worden genomen bij de berekening van het elektromagnetisch veld. Onder dit kader toont een ander transversaal kader de kenmerken van de zendantennes van dezelfde operator die eventueel aanwezig zijn in de "onderzoekszone" maar die niet het voorwerp van de aanvraag zijn (zie bladzijde 8). Aan de linkerzijde van het kader met de technische kenmerken zijn enkele kolommen gewijd aan de draagconstructies van de zendantennes. Eén unieke benaming voor elke draagconstructie. Die benaming kan meermaals voorkomen als meer dan één zendantenne op dezelfde draagconstructie geïnstalleerd is. Haar geografische ligging in X. Haar geografische ligging in Y. De coördinaten van Lambert vormen een systeem van geografische coördinaten om de lengtegraad (X-coördinaten) en de breedtegraad (Ycoördinaten) uit te drukken. De hoogte t.o.v. de zeespiegel op de plaats waar de draagconstructie zich bevindt. De grootte van de draagconstructie. 5

6 In het midden is er een gedeelte dat de specifieke kenmerken van elke antenne aangeeft. Een unieke benaming. De hoogte, gemeten vanaf de grond, tot het centrum van de antenne. De afmeting van het paneel (in meter). Haar azimut, dit is de stralingsrichting ten opzichte van het noorden (het noorden bevindt zich op 0 ). De "mechanische tilt", dat is de hellingshoek van het paneel in graden. Deze tilt dient om de straling van de antenne aan de omgeving aan te passen. Een antenne op het dak zal bijvoorbeeld meer schuin naar beneden geplaatst worden opdat de gsm-gebruikers het netwerk kunnen aanwenden op straat, in de gebouwen enz. Men noemt dit "mechanische" tilt omdat de hellingshoek manueel wordt ingesteld. De rechterzijde bevat een gedeelte over de zendsystemen of technologieën (bv.: GSM900, UMTS, ), met ook een reeks "onzichtbare" gegevens. De benaming van het basisstation, d.w.z. van de groep antennes. Het model antenne waarvan de kenmerken worden gebruikt om het elektromagnetisch veld te berekenen. De gebruikte frequentieband. De winst, dit is de versterking van het uitgezonden signaal, uitgedrukt in dbi. De winst laat toe om de straling in een welbepaalde richting te concentreren Het effectief vermogen van de antenne, uitgedrukt in dbm (decibel milliwatt). De "elektrische tilt", dat is de hellingshoek van het paneel in graden. Men noemt dit "elektrische" tilt omdat de hellingshoek op afstand kan ingesteld worden binnen in de zendmast. Zoals u ziet, zijn de kenmerken van de zendantennes die niet opgenomen zijn in de milieuvergunning maar zich in dezelfde onderzoekszone bevinden, op dezelfde manier verdeeld als die waarvoor de vergunning wordt aangevraagd. Dit gedeelte aan de onderzijde geeft de andere sites van de operator aan die aanwezig zijn in de onderzoekszone maar die niet opgenomen zijn in de vergunningsaanvraag van het dossier dat u nu bekijkt. Opmerking: de toelichtingen van de onderste kaders (met legendes) volgen later in dit document. 6

7 7

8 Plan 02: Liggingsplan en onderzoekszone Het volgende plan van het dossier is het liggingsplan van de zendantennes op de site. Het wordt gebruikt om de ligging van de zendantennes in de wijk (roze zone) te bepalen. Elke zendmast en haar bundel worden weergegeven door een rood hoeksymbool of een rode cirkel. De richting (technisch gesproken het "azimut" waarnaar de antennes wijzen), wordt aangegeven door een kleine zwarte pijl, gevolgd door de benaming van de antenne. Steeds op hetzelfde plan onderscheiden we duidelijk de onderzoekszone, dit is de zone waarvoor het elektromagnetisch veld wordt berekend. Deze onderzoekszone is een zwart vierkant met een zijde van 400 meter, waarbij de zendantennes zich in het midden bevinden. Buiten die zone wordt het door de antennes opgewekt magnetisch veld als volledig te verwaarlozen beschouwd: daarom wordt de invloed van dit veld buiten de onderzoekszone niet berekend. Op dit plan en de andere simulatieplannen met betrekking tot de onderzoekszone wordt de URBIS databank gebruikt om de topografie van de site (gebouw, groene ruimten, verkeersaders e.a.) op te maken. URBIS kleurcodes Het gebouw/het terrein waar de antennes waarvoor de vergunning wordt aangevraagd zich bevinden, is roze gekleurd. De andere gebouwen zijn donkerbeige gekleurd. De groene ruimten hebben een groene kleur. De wegen zijn wit en de hoofdwegen geel. Trottoirs, tuinen, binnenpleinen van gebouwenblokken e.a. zijn lichtgrijs gekleurd. Gevoelige zones (ziekenhuizen, kinderdagverblijven, schoolgebouwen e.a.) zijn in verschillende blauwschakeringen gekleurd (zie ook bladzijde 13). Vijvers, waterlopen, waterlichamen e.a. zijn blauw. Het simulatieplan, dit is het plan waarop de berekening van het elektromagnetisch veld wordt weergegeven, wordt op het URBIS plan geplaatst (zie bladzijde 14). De antennes worden op verschillende manieren weergegeven, afhankelijk van hun type. Richtantennes zenden in een bepaalde richting uit (zoals de hierna beschreven ABD123 en GHI123 antennes). Ongerichte antennes zenden in een straal van 360 uit (zoals de hierna beschreven DEF123 antenne). 8

9 Voorbeeld: Herinnering: de antennes betrokken bij de aanvraag zijn die van de site ABC123. 9

10 Plan 03: Bovenaanzicht van de installaties Het volgende plan van het dossier is het plan van de installaties op de site. Het gaat om een uitvergrote weergave van het liggingsplan (toegelicht op de vorige bladzijde). De antennes kunnen nauwkeurig op het dak van het gebouw gesitueerd worden dankzij het plan van de architect, dat op de kaart wordt gelegd. Naast de antennes toont het plan eventuele andere installaties (batterijen, koelsysteem, bedieningskasten enz.). Voorbeeld: 10

11 Plan 04: Doorsnede van de installaties Het volgende plan van het dossier is een (verticale) doorsnede van het gebouw of van de mast waarop de antennes geplaatst zijn of zullen worden. Op deze doorsnede kunnen de hoogte van het gebouw en de hoogte van de antennes op het dak van het gebouw nauwkeurig worden aangeduid. Naast de antennes toont het plan eventuele andere installaties (batterijen, koelsysteem, bedieningskasten enz.) op het dak of in de kelders van het gebouw. Voorbeeld: 11

12 Plan(nen) 05: Horizontaal (horizontale) simulatieplan(nen) van de openbare ruimte Het (de) volgende plan(nen) van het dossier toont (tonen) een horizontale simulatie van het elektromagnetisch veld in de onderzoekszone op 1,5 meter boven de grond. De norm in het Brussels Gewest De norm in het Brussels Gewest is 3 V/m in alle voor het publiek toegankelijke plaatsen en op elk moment en dit voor alle ingedeelde antennes die onder de ordonnantie vallen 4. Het samengevoegd effect van de antennes wordt dus in aanmerking genomen. Elk van de operatoren heeft recht op 25% van de 3 V/m. Dit geldt ongeacht het aantal antennes op eenzelfde locatie. Of er nu veel of weinig antennes op een site aanwezig zijn, maakt dus geen verschil. Omdat het elektromagnetisch veld geen lineaire grootheid is, stemt 25% van 3 V/m overeen met 1,5 V/m. De V/m worden namelijk niet opgeteld zoals gewone cijfers. Om dat beter te begrijpen, kunnen we het elektromagnetisch veld vergelijken met het geluid. Als twee personen gelijktijdig praten met hetzelfde stemvolume, hoort u hun stemmen niet twee keer luider. De twee stemmen mengen zich met elkaar, maar worden niet opgeteld. U hoort een soort rumoer waarvan het volume slechts iets hoger is dan dat van één stem. Elke operator moet op zijn plannen dus bewijzen dat het elektromagnetisch veld, opgewekt door zijn antennes, niet meer dan 1,5 V/m bedraagt. 4 Vallen niet onder de ordonnantie: (1) toestellen die gebruikt worden door particulieren, zoals Gsm-toestellen, draadloos telefoniesystemen, Internet modem, etc., (2) de niet-pulserende stralingen van radioprogramma s en televisieprogramma s antennes, (3) de radioamateurs. 12

13 Kleuren van de kaarten De kaarten worden gekleurd op basis van de waarde van het veld (zie tweede kader aan de onderzijde, links). Voor deze kaart (en die van de andere technische dossiers), waarop het basisplan van het Brussels Gewest weergegeven wordt, geldt het volgende: - Voor de bestaande situatie: als er noch rode noch zwarte delen zijn in de voor het publiek toegankelijke zones, wordt de norm van 3 V/m nageleefd. - Voor de beoogde situatie: als de voor het publiek toegankelijke zones volledig groen zijn, wordt de norm van 1,5 V/m nageleefd. Er wordt een uitzondering gemaakt voor terrassen, waar tot 2,11 V/m (geel) wordt aanvaard. Conformeringsperiode Voor de bestaande antennes (reeds geplaatst) kan de milieuvergunning een conformeringsperiode van maximaal 2 jaar toestaan. Na die periode moeten de operatoren aan de 25%-norm voldoen. Daarom worden dikwijls twee sets plannen bij de aanvraag gevoegd: een bestaande situatie waarbij de doelstelling van 3 V/m wordt bereikt; een beoogde situatie waarbij de 1,5 V/m-norm wordt nageleefd. Voor nieuwe sites en voor gevoelige gebouwen (scholen, kinderdagverblijven of gezondheidszorg) moeten de operatoren onmiddellijk aan de 1,5 V/m-norm voldoen. Om ze aan te duiden, krijgen gevoelige gebouwen een specifieke kleur (zie kader onderaan, uiterst links). Indien zich in de onderzoekszone bijvoorbeeld een school bevindt, mag het veld, opgewekt door de betrokken antennes, niet meer dan 1,5 V/m bedragen ter hoogte van dit gebouw, zelfs in een bestaande situatie. Naleving van de norm op alle voor het publiek toegankelijke plaatsen "Alle voor het publiek toegankelijke plaatsen" betekent "iedere plaats waar het publiek langdurig kan vertoeven". Voorbeelden zijn woningen, handelszaken, kantoren, groene ruimten enz. Daarbij horen dus ook de openbare ruimte en het interieur van de gebouwen. Een uitzondering wordt gemaakt voor terrassen en balkons (zie toelichtingen verderop). Dit (deze) plan(nen) 5 toont (tonen) dus de kaart van het elektromagnetisch veld, berekend op 1,5 m boven de grond. Het elektromagnetisch veld in en buiten de gebouwen wordt op de plannen 06 tot 11 toegelicht. 13

14 Immissienorm Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest past een immissienorm toe. Anders dan de emissienorm, die de emissie/straling van één antenne in aanmerking neemt, berekent de immissienorm het veld, ontvangen door alle antennes van de operator die zich in de onderzoekszone bevinden (inclusief die welke niet zijn opgenomen in deze vergunningsaanvraag). Het is dus mogelijk dat andere antennes zichtbaar zijn op dit plan, hoewel ze niet opgenomen zijn in de aanvraag voor de milieuvergunning. Voorbeeld: Herinnering: de antennes betrokken bij de aanvraag zijn die van de site ABC

15 15

16 Plannen 06 tot 11: Simulatieplannen voor de binnengevels van de gebouwen De volgende plannen van het dossier zijn simulatieplannen voor de binnengevels van de gebouwen (dus het interieur van de gebouwen) in de onderzoekszone. Naleving van de norm in de gebouwen Zoals hoger werd uitgelegd, moet de norm ook worden nageleefd binnen in de gebouwen, op plaatsen die toegankelijk zijn voor het publiek (een technisch lokaal op de bovenverdieping wordt bijvoorbeeld niet als een voor het publiek toegankelijke plaats beschouwd. De klokkentoren van een kerk evenmin. Het interieur van een woning daarentegen is wel een voor het publiek toegankelijke plaats). Het binnen berekende veld houdt rekening met de verzwakking van het elektromagnetisch veld door wanden (vb. muren met vensters (open of gesloten )). Kleuren van de kaarten Zoals bij de vorige kaart, worden de kaarten gekleurd op basis van de waarde van het veld. - Voor de bestaande situatie: als er noch rode noch zwarte delen zijn in de voor het publiek toegankelijke zones, wordt de norm van 3 V/m nageleefd. - Voor de beoogde situatie: als de voor het publiek toegankelijke zones volledig groen zijn, wordt de norm van 1,5 V/m nageleefd. Opmerking: soms dient de operator een dossier in waarbij in de bestaande situatie de 25% (1,5 V/m) van de norm al wordt nageleefd. Alles is dus groen in de bestaande situatie en er is geen beoogde situatie. In dit geval is er geen conformeringsperiode. 3D-weergaven van de binnengevels De afbeeldingen zijn 3-dimensionaal om het veld op alle gevels van elk gebouw te kunnen weergeven. Er zijn tot drie verschillende 3D-afbeeldingen. Met deze weergaven vanuit de diverse gezichtshoeken worden alle gebouwen in de zone onderzocht. Ons voorbeeld toont slechts één van die weergaven, we hebben dus slechts een afbeelding vanuit één gezichtshoek. Het doel is het effect van het elektromagnetisch veld vanuit alle hoeken te tonen. Daarom zijn er tot 3 verschillende plannen. Wanneer het dossier betrekking heeft op micro-antennes op de gevels, worden de belendende gebouwen en de gebouwen aan de overzijde weergegeven op deze 3D-afbeeldingen. Er zijn maar twee 3D-weergaven. 16

17 Voorbeeld: 17

18 Plannen 06 tot 11: Simulatieplannen voor de buitengevels van de gebouwen De volgende plannen van het dossier zijn simulatieplannen voor de buitengevels van de gebouwen in de onderzoekszone. Naleving van de norm op terrassen en balkons. De norm moet ook worden nageleefd op terrassen en balkons, waarvoor de Brusselse regering echter een afwijking heeft toegestaan. Er wordt namelijk aangenomen dat niemand permanent op een terras of een balkon verblijft. Een "terras" of een balkon is een buitenruimte aan een woning en waar minimaal een tafel en twee stoelen kunnen worden geplaatst. Kleine ruimten waar men niet kan verblijven en die alleen dienen om (bijvoorbeeld) enkele bloempotten in te plaatsen, zijn er geen. Het veld mag dan meer dan 1,5 V/m per operator bedragen in de beoogde situatie. Voor terrassen/balkons is 2,11 V/m het maximum per operator. Het op deze kaart berekende veld houdt geen rekening met de verzwakking van het elektromagnetisch veld door de muren. Terrassen verdienen bijzondere aandacht. Als er geen terras/balkon is, wordt de buitengevel niet als een voor het publiek toegankelijke plaats beschouwd. Niemand wandelt immers langs zijn gevel! Voor de buitengevels mag het elektromagnetisch veld dus de algemene norm van 3 V/m, of 1,5 V/m per operator overschrijden als er geen terrassen/balkon zijn. 3D-weergaven van de buitengevels De afbeeldingen zijn 3-dimensionaal om het veld op alle gevels van elk gebouw te kunnen weergeven. Er zijn tot drie verschillende 3D-afbeeldingen. Met deze weergaven vanuit de diverse gezichtshoeken worden alle gebouwen in de zone onderzocht. Ons voorbeeld toont slechts één van die weergaven, we hebben dus slechts een afbeelding vanuit één gezichtshoek. Het doel is het effect van het elektromagnetisch veld vanuit alle hoeken te tonen. Daarom zijn er 3 verschillende plannen. Wanneer het dossier betrekking heeft op micro-antennes op de gevels, worden de aangrenzende gebouwen en de gebouwen aan de overzijde weergegeven op deze 3D-afbeeldingen. Er zijn maar twee 3D-weergaven. Kleuren van de kaarten Als er geen terrassen/balkons zijn, zijn alle kleuren toegestaan. Als er terrassen/balkons zijn, moeten de volgende voorwaarden vervuld zijn: - voor de bestaande situatie mag niet meer dan 3 V/m worden gemeten op plaatsen met een terras/balkon. De toegestane kleuren zijn dus groen, geel en oranje; - voor de beoogde situatie mag niet meer dan 2,11 V/m worden gemeten op plaatsen met een terras/balkon. De toegestane kleuren zijn dus groen (licht of donker) en geel. 18

19 De terrassen/balkons worden niet weergegeven op de plannen van de technische dossiers. Deze gegevens worden nagekeken wanneer het dossier geanalyseerd is (fotoreportage) en op het terrein tijdens het bezoek van een medewerker van Leefmilieu Brussel. Voorbeeld: 19

20 Plan 12: Fotoreportage Het volgende plan van het dossier bevat panoramische foto's in de richting van de betrokken antenne(s). De reportage bestaat in het algemeen uit 3 panoramische weergaven: één weergave in de as van elk van de antennes. Deze reportage geeft een duidelijker beeld van de omgeving van de antennes en helpt de kijker zich te oriënteren op de 3D-afbeeldingen van de vorige bladzijden. Voorbeeld: 20

21 Plan 13: Stralingsdiagrammen Dit laatste plan van het dossier bevat de stralingsdiagrammen van de antennes. Deze diagrammen tonen hoe de stralingen zich verspreiden en geven de belangrijkste stralingsrichting weer. Zij zijn verschillend voor elk type antenne en zijn onmisbaar voor de berekening van het elektromagnetisch veld. Voor elke antenne zijn er twee diagrammen: een horizontaal en een verticaal. Het horizontaal diagram geeft de vorm van de straling van de antenne in het horizontale vlak weer, het verticale diagram toont de vorm van de straling in het verticale vlak. Om te begrijpen waar de antenne zich bevindt ten opzichte van het diagram, tonen wij hieronder twee voorbeelden die de plaatsen weergeven zoals ze moeten worden gezien op doorsnedeplannen (de antenne is rood). Voorbeeld: (rode stip = antenne gezien vanaf de bovenzijde, rechthoek = antenne in profiel) Bovenaanzicht Zijaanzicht Ander voorbeeld: 21

22 Meer informatie Over elektromagnetische golven en de wetgeving: > Particulieren > Thema's > Elektrische straling Over de installatieplaatsen en de technische gegevens van de zendantennes in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest: raadpleeg onze cartografie: > Particulieren > Thema's > Elektrische straling > Kaart van de gsm-zendmasten Over het openbaar onderzoek voor een milieuvergunning: wend u tot het bestuur van de Gemeente waar de antenne zich bevindt. Over elektromagnetische golven en de gezondheid: > Milieu > Elektromagnetische velden > Uw wegwijzer in het elektromagnetische landschap 22