Circulatiepompen voor verwarmingsen koudwaterinstallaties

Transcriptie

1 Circulatiepompen voor verwarmingsen koudwaterinstallaties

2 Voor al uw projecten een pompenprogramma dat u meer biedt aan precisie en kwaliteit! Wie pompen, van welke grootte dan ook, selecteert op maximale efficiëntie, vindt geen betere partner dan Biral. Biral is toonaangevend in techniek en heeft een onovertroffen breed programma in zowel «natte» als «droge» pompen. Biral staat borg voor de spreekwoordelijke Zwitserse kwaliteit en biedt u als vakman een op de praktijk gerichte afgestemde documentatie, goede adviezen en ruime service. Biral Pompen B.V. is er voor u. Neem contact met ons op. kpa Inlinepompen Norm fundatiepompen Circulatiepompen m 3 /h 1500 A kpa (m) m 3 /h Imp.g.p.m

3 Toerengeregelde verwarmings circulatiepompen AX/A oog rendement pompen met energielabel A V A Pagina 10 AX/A AD Dubbelpompen met energielabel A V A Pagina 20 AD LXE/XE LXC/XC LC Circulatiepompen «electronics» V, V Pagina 22 LXE-LC LXED/XED LXCD/XCD LCD Dubbelpompen V, V Pagina 28 LXED-LCD Ongeregelde verwarmings circulatiepompen MX/M MD Middeltoerige pompen, V Dubbelpompen MD Pagina 30 MX-MD LX/L Laagtoerige pompen met 2 toerentallen V, V, V Pagina 36 LX/L LXD/LD Dubbelpompen Laagtoerige pompen met 2 toerentallen V, V, V Pagina 52 LXD/LD X oogtoerige pompen met 2 toerentallen V, V, V Pagina 66 X XD Dubbelpompen oogtoerige pompen met 2 toerentallen V, V, V Pagina 72 XD Solarpompen Solarstation SX Ongeregelde Solarpomp V Pagina 78 SX MXS Geregelde Solarpomp V Pagina 82 Solarstation Solarstation Pagina 83 Tapwaterpompen AXW/AW Mini-energie-tapwaterpompen V A Pagina 84 WX/W Pompen voor tapwaterinstallaties V, V Pagina 88 Inlinepompen EBZ-V EBZ-E Inlinepompen EBZ-V EBZ-E Pagina 96 Blokpompen Norm centrifugaalpompen NB NT Blokpompen Norm centrifugaalpompen Pagina 98 Regelsystemen BS Regelsystemen Pagina 99 BS MXS Solar AXW/AW WX/W EBZ-V/-E NB/NT Toebehoren Koppelingen Isolatieschalen Pagina 104 1

4 Voor iedere toepassing de juiste pomp et uitgangspunt bij Biral is voor iedere toepassing de juiste pomp te selecteren. Want de eisen die aan een pomp worden gesteld zijn afhankelijk van het gebruik; wordt er verwarmd met radiatoren of met vloerverwarming of wordt de pomp in een ziekenhuis, in een industriële installatie, in een oude villa of in een nieuwbouw project geplaatst. Toepassing Eengezinswoning Flats Ziekenhuis otel Kantoor A A Mini-Energie pompen Standaard pompen Mini-Energie pompen Radiatoren vloerverwarming Circulatiepompen AX MX LX A A Tweelingpompen AD Klimaat-/ Koelwaterinstallaties Geothermische warmtepompen MX LX A * Solartechniek AX SX MXS 13 SS 5910 (Solarstation) AX A Tapwatercirculatie AXW WX AW 15 2

5 Eén van de belangrijke voordelen van Biral is de samenstelling van het assortiment. Voor elke situatie vindt u de juiste pomp voor maximaal comfort met een minimaal energieverbruik. Industrie Utiliteit Kantoren A Standaard pompen Mini-Energie pompen Standaard pompen M LX 325 L 1004 LXE 326 LC 1003 A A X XE 402 CX 501 MD LXD 325 LD 1004 LXED 326 LCD 1003 AD XD XED 402 CX 501 M LX 325 L 1004 LXE 326 LC 1003 A * X XE 402 CX 501 SX MXS 13 SS 5910 (Solarstation) AX A SX MXS 13 SS 5910 (Solarstation) WX W W AW 15 WX W W * Uitbreiding van de serie 3

6 Kwaliteitskenmerken van Biral circulatiepompen Aan onze circulatiepompen worden drie belangrijke eisen gesteld: geruisloos bedrijf jarenlange betrouwbaarheid gering energieverbruik Om deze kenmerken te verbeteren, worden de Biral pompen al tientallen jaren continu door ontwikkeld. De productie vindt plaats in de modern ingerichte fabriek in Münsingen waarbij gebruik gemaakt wordt van hoogwaardige en duurzame materialen. In onze circulatiepompen worden alleen zorgvuldig geselecteerde mechanische componenten gebruikt die optimaal zijn afgestemd op de eisen die aan deze onderdelen worden gesteld: De onverwoestbare precisie glijdlagers zorgen voor een geruisloos bedrijf en bepalen de lange levensduur van de pomp. De hoge temperatuurbestendigheid van de wikkeling is de garantie voor een lange levensduur van de wikkeling. Zij maakt het toepassen van onze pompen bij hoge mediumtemperaturen mogelijk. De uitgelezen watercirculatie in de rotorruimte stelt de smering van de lagers zeker en maakt bij kleine pompen het ontluchten bij het in bedrijf nemen overbodig. 4

7 A Met de nieuwe A-serie worden aanzienlijke energiebesparingen bereikt. De nieuwe motorentechniek maakt een energiebesparing tot wel 60 procent mogelijk! Een automatische drukregeling bij variabele volumestroom geeft een extra besparing Gebruikersvriendelijke bediening maakt eenvoudig instellen op de benodigde bedrijfsomstandigheden mogelijk «Watt aanduiding» geeft de eindverbruiker direct het opgenomen vermogen van de pomp Verschillende modules maken aansluiting van de pomp op een GBS systeem mogelijk 5

8 Richtlijnen voor selectie en montage 1. Kiezen van de circulatiepomp Voorwaarde voor een correcte selectie is een berekend bedrijfspunt (capaciteit, opvoerhoogte). Vaak zijn in de berekeningen veiligheidstoeslagen en afrondingen opgenomen. Daarom adviseert Biral, altijd de eerstvolgende kleinere pomp te kiezen. et effectieve bedrijfspunt van een installatie ligt op het snijpunt van de berekende leidingkarakteristiek en de gekozen pompgrafiek. Om de smering van de lagers altijd te garanderen, moet bij pompen met >200 W opgenomen vermogen een minimale volumestroom van 0,2 1 m 3 /h aanwezig zijn. Aanbeveling bij toerengeregelde circulatiepompen: Toerengeregelde circulatiepompen passen de opvoerhoogte bij een zich wijzigende leidingkarakteristiek steeds aan via een voorgeprogrammeerde karakteristiek. Desondanks loont zich ook hier een zorgvuldige keuze van de juiste pomp te maken. (kpa) Afb 1: Kiezen van de kleinere pomp. Aanbevolen selectiegebied met het beste rendement Niet aanbevolen selectiegebied Berekend bedrijfspunt P1 (W) et door de pomp opgenomen elektrische vermogen Bepalen van de pomp Berekende bedrijfspunt van pomp moet in grijze veld liggen (Altijd de kleinere pomp kiezen!) Afb. 2: Geregelde pompen kiezen. A = Selectiegebied voor geregelde pompen B = Regelbereik Selectiepunt in B: kleinere pomp kiezen. Pomp functioneert wel, is echter overgedimensioneerd 3 m /h C = Ongeregelde pomp toepassen, te klein regelbereik geregelde pomp zinloos D = Leidingkarakteristiek is te vlak, pomp regelt niet. Ongeregelde pomp toepassen 6

9 2. Benodigde bedrijfsdruk bij de circulatiepomp 3. Eisen aan het medium Een te lage bedrijfsdruk aan de zuigzijde van de pomp heeft invloed op de voldoende smering van de glijdlagers (watersmering) en verkort zo de levensduur. De aangegeven waarden moeten daarom beslist aangehouden worden. De benodigde bedrijfsdruk is afhankelijk van het pomptype, de maximale mediumtemperatuur en de atmosferische druk. Door een niet ideale plaats van het expansievat kan de druk aan zuigzijde van de pomp verlaagd worden (zie Afb. 3). Dit kan tot het binnendringen van lucht en onvoldoende lagersmering leiden. In dat geval moet de statische bedrijfsdruk overeenkomstig verhoogd worden. Afb. 3: Drukverdeling = overdrukdeel = onderdrukdeel E = expansievat N = nulpunt = opvoerhoogte van de pomp Waterbehandeling De richtlijnen SWKI 88-4 cq. VDI 2035 «Waterbehandeling voor verwarmings-stoomen klimaatinstallaties» moeten in acht genomen worden. Totale hardheid 7 tot 14 f (4-8 d) p waarde 8,3 tot 9,5 (bij installaties met onderdelen uit aluminium of non ferrometaal 8,3 max. 9) Zuurstof <0,1 mg/dm 3 De installatie moet voor het vullen goed gespoeld worden. Water/glycol mengsels Water/glycol mengsels met 50% glycol aandeel zijn toegestaan. Vanaf 10% glycol aandeel moet de capaciteit en opvoerhoogte in overeenstemming met Afb. 4 gecorrigeerd worden. Afb 4: Correctiefactoren pompkarakteristiek water/glycol t.o.v. water. Bedrijfstemperatuur C Fh: Correctiefactor opvoerhoogte Fq: Correctiefactor capaciteit Voorbeeld mengsel = 30 kpa Q mengsel =7 m 3 /h Medium: 50% glycol mengsel bij 10 C bedrijfstemperatuur. Faktoren volgens Afb. 4: Fh = 1,26 Fq = 1,57 Omrekening van het gezochte bedrijfspunt van de pomp op basis van het medium water. water = Fh = 30 1,26 = 37,8 kpa Q water =Q Fq =7 1,57 = 11 m 3 /h Gekozen pomp basis Q/ water : Biral LX 504 in toerental II. 7

10 4. Pompmontage en leidingaansluiting 5. Elektrische aansluiting 6. Instellen toerengeregelde circulatiepompen Pomp altijd inbouwen tussen twee afsluiters (Afb. 6). Pomp zo inbouwen, dat de motoras onafhankelijk van de pomphuispositie, horizontaal ligt (Afb. 5). Pomp spanningsvrij inbouwen. Niet lassen in de buurt van de ingebouwde pomp Pompen bij voorkeur in de aanvoerleiding inbouwen (minder kans op vervuiling). Bij zeer hoge watertemperatuur de pomp in de retourleiding inbouwen. Afb. 5: Inbouw pomp et aansluitschema is bij de desbetreffende serie weergegeven. De Biral pompen van de series L, LX, X en W zijn met een zogenaamde Polycommotor uitgevoerd, die met drie verschillende stekers op verschillende spanningen en bedrijfswijzen gezet kan worden (3 400 V, V, externe toerental omschakeling). De pompen worden geleverd met steker type A (3 400 V). Voor de netspanning V is een set toebehoren verkrijgbaar bestaand uit een condensator en steker B. Motorbeveiliging Circulatiepompen met een klein elektrisch vermogen en alle elektronisch geregelde circulatiepompen zijn kortsluitvast en hebben geen externe motorbeveiliging nodig. De typen LX 325 tot L 1004 evenals de X 301 tot X 802 en de W 401 tot W 403 hebben een motorbeveiliging nodig. Bij deze motoren zijn in de wikkelingen klixons (WSK) ingebouwd. Wordt de wikkelingtemperatuur van 180 C (klasse ) overschreden, opent het contact. Wij adviseren de Biral BS 752 of BS 712W4 (zie hoofdstuk Regelsystemen). Een thermisch pakket (motorbeveiliging) beveiligt slechts 1 toerental. Bij het veranderen van het toerental moet het thermisch pakket daarom aangepast worden. De aansluiting moet conform de NEN 1010 en plaatselijke voorschriften geschieden. In de motorvoeding een meerpolige werkschakelaar opnemen. Spanning volgens typeplaatje. Voor eventuele latere uitwisseling adviseren wij de elektrische aansluiting van een zogenaamde «lus» te voorzien (Afb. 6). Afb. 6: Elektrische aansluiting voorzien van lus Storing van netcommandosignalen kunnen door inbouw van een netfilter voorkomen worden. Motorbeveiliging volgens bedrijfsvoorschrift. Bij watertemperaturen >100 C moet de elektrische bekabeling hittebestendig uitgevoerd zijn. Voorzekering: max. 16 A (traag). Kabeldoorsnede: max. 2,5 mm 2. Aanloopstroom: max. 3 maal de nominaalstroom. De aansluiting moet conform de NEN 1010 en de plaatselijke voorschriften geschieden. De geregelde circulatiepompen kunnen op drie verschillende manieren geregeld worden: Regeling met constante druk (CP) Door de interne regeling blijft het drukverschil in de installatie bij veranderende hoeveelheden constant. Deze druk kan ingesteld worden. Deze regeling is in het bijzonder geschikt voor de volgende installaties: Tweepijp installatie met thermostatische ventielen en minder dan 2 m drukverschil natuurlijke circulatie (klein drukverschil, grote leidingen) Vloerverwarming met thermostatische ventielen Eénpijp installatie met thermostatische ventielen en regelventielen Pompen in primaire circuits met weinig drukverschil Beveiliging: IP 44 volgens DIN

11 Regeling met proportionele druk (PP) Door de interne regeling neemt het drukverschil in de installatie bij stijgende hoeveelheden toe. De gewenste regelcurve kan ingesteld worden. Deze regeling is in het bijzonder geschikt voor de volgende installaties: Tweepijp installaties met thermostatische ventielen en lange leidingen ventielen met een groot regelbereik grote drukverschillen Vloerverwarming met thermostatische ventielen en grote drukverschillen Pompen in primaire circuits met veel drukverschil Regeling met constant toerental (CS) Bij deze regelwijze is de interne drukregeling uitgeschakeld. et toerental van de pomp kan handmatig of door een extern signaal (extra moduul 0 10 V) op een constante waarde ingesteld worden. Deze manier van regelen is in het bijzonder geschikt voor installaties met constante drukverhoudingen (warmtewisselaars, ketel voedingpompen etc.) of bij externe installatie regeling. Kiezen van de regelkarakteristiek Geregelde circulatiepompen passen bij een veranderende leidingweerstand (K1= >K2) de opvoerhoogte steeds aan via een voorgedefinieerde karakteristiek aan (Afb. 7). Afb. 7: Continue wijziging van toerental. Elektronisch geregelde pompen. Capaciteitsbegrenzing Alle geregelde circulatiepompen worden met een vooringestelde capaciteitsbegrenzing uitgeleverd. Door veiligheidstoeslagen bij de berekening is deze karakteristiek meestal voldoende. Door de begrenzing wordt extra energie gespaard en geruis door over gedimensioneerde pompen vermeden. Wordt de volle capaciteit benodigd, dan kan in aansluitkast van de pomp omgeschakeld worden (zie bedrijfsvoorschrift). kpa m Met behulp van een draaischakelaar (Afb.10) resp. de toets A2 (Afb. 9) kan de gewenste regelkarakteristiek ingesteld worden. De geregelde circulatiepompen type AX 12, AX 13, A 12 A 16, A 401 Mini- Energie pompen kunnen op drie verschillende manieren geregeld worden en beschikken deels over een zogenaamde automatisch minimaal toerental. A2 A1 LED 1 Afb. 9: Instellen regelkarakteristieken A1: Regelwijze: A2: Regelkarakteristieken max. pompgrafiek A3: Lichtsymbool voor storing, ext. bediening Proportionele druk Constante druk LED 2 A3 Constant toerental Aut. met en zonder automatisch minimaal toerental LED 1: Aanduiding ingestelde regelkarakteristiek LED 2: Aanduiding actuele. capaciteit V (25 100%) Geregelde circulatiepompen type LXE, XE, LXC, XC, LC, A 402 A m /h 6 Afb. 8: Capaciteitsbegrenzing elektronisch geregelde pompen capaciteitsbegrenzing Afb 10:. Capaciteit V (m 3 /h) van de pomp (A, B, C) A: LED brandt groen B: LED knippert onregelmatig groen C: LED knippert regelmatig 9

12 oog rendement pompen met energielabel A Serie: AX 12 AX 13 A 12 A 401 A 402 A 652 Circulatiepompen met geïntegreerde trappenloze toerentalregeling V Typenoverzicht Standaarduitvoering Let op voorschriften: b. v. DIN 2401: GG tot 120 C = 10 bar DN Inbouwmaat Type PN10 PN 6-16 Label mm A12, A13, A14, A15 A AX 12, AX 13 A mm A12-2, A13-2, A14-2, A15-2, A16-2 A AX12-2, AX13-2 A verdere normen: b. v. DIN /2 180 mm A12-1, A13-1, A14-1, A15-1 A AX12-1, AX13-1 A 1 1 /2 130 mm AX12-3, AX13-3 A mm AX12-4, AX 13-4 A Aansluitschema Contact voor externe in-/uitschakeling van de pomp. Contact open = Pomp IN Contact gesloten = Pomp UIT Contact voor externe in-/uitschakeling van het minimum toerental. (contact gesloten = minimum toerental in) Storingsmelding (Potentiaalvrij maakcontact, bij bedrijf gesloten). Contactbelasting max. 250 V~, 1A Storingsmelding (potentiaalvrij: gesloten contact bij storing open) Contactbelasting max. 250 V~, 1A Bedrijfsmelding (Potentiaalvrij maakcontact, bij storing gesloten) Contactbelasting max. 250 V~, 1A Analoge ingang 0 10 V of 0 20 ma voor externe instelling van het toerental 4) beveiligde laagspanning isoleert 4 kv tegen voeding mm A401 A mm A401-1 A mm A402 A mm A402-1 A mm A501 A mm A502 A mm A651 A mm A652 A AX 12, AX 13 N L Voeding V Zekering 10 A _00 A 12 A 401 A 402 A 652 max. 250 V 1 A Voeding V Zekering 10 A V Zekering 16 A 12 V 4) max. 250 V 1 A + max. 250 V 1 A

13 AX/A 11

14 Permanentmagneetpompen: Elektrische functies Type Vermogen Watt Voeding Motorbeveiliging geïntegreerd Storingsmelding Bedrijfsmelding Minimaal toerental Externe UIT Analoge ingang ma LED aanduiding Vermogensbegrenzing 1) 1) De pompen worden met de ingetekende capaciteitsbegrenzing geleverd (zie leidingkarakteristiek). Reden: De capaciteit van de pomp is vaak te groot wat tot problemen kan leiden. Door het omsteken van een jumper in de elektronica (zie bedrijfsvoorschrift) kan naar de volle capaciteit omgeschakeld worden. 2) Automatische nachtverlaging mogelijk 3) LON-moduul als optie 4) Optie: ext. minimaal toerental Dubbelpompen zie pag. 20 AX V 2) AX V 2) A V Opt. Opt. Opt. 2), 4) A V Opt. Opt. Opt. 2), 4) A V Opt. Opt. Opt. 2), 4) A V Opt. Opt. Opt. 2), 4) A V Opt. Opt. Opt. 2), 4) A V Opt. Opt. Opt. 2), 4) A 402 3) V 2) A 501 3) V 2) A 502 3) V 2) A 651 3) V 2) 12 A 652 3) V 2)

15 AX 12, -1, -2, -3, /170/180 mm 10 bar Max. bedrijfstemperatuur +15 C tot +110 C bij 75 C watertemperatuur 0.05 bar bij 95 C watertemperatuur 0.30 bar bij 110 C watertemperatuur 1.10 bar 2,3 kg V, 50 z Ampère Regeling A min A Watt Regeling 5 22 W min. 5 W Om condensvorming te vermijden moet de mediumtemperatuur altijd hoger zijn dan de omgevingstemperatuur. Omgevingstemp. Mediumtemperatuur C min. C max. C De pomp is met een interne elektronische motorbeveiliging uitgevoerd en heeft geen externe motorbeveiliging nodig. De pomp start altijd met het maximale aanloopkoppel, ongeacht of geregeld bedrijf of min. (minimaal toerental) is ingesteld. 140 [kpa] P [W] L _ max min D 50.2 max.ø10 AX 12 =1 1 /2,1 1 /4,1, 3 /4 D=2 L = 170 mm = 235 mm AX 12-2 =1 1 /2,1 1 /4,1, 3 /4 D=2 L = 180 mm = 245 mm AX 12-1 =1, 3 /4 D=1 1 /2 L = 180 mm = 235 mm AX 12-3 =1, 3 /4 D=1 1 /2 L = 130 mm = 185 mm max AX 12-4 = 1 /2 D=1 L = 130 mm = 178 mm [m] AX/A AX/A min _02 AX 13, -1, -2, -3, /170/180 mm 10 bar Max. bedrijfstemperatuur +15 C tot +110 C bij 75 C watertemperatuur 0.05 bar bij 95 C watertemperatuur 0.30 bar bij 110 C watertemperatuur 1.10 bar 2,3 kg V, 50 z Ampère Regeling A min A Watt Regeling 5 45 W min. 5 W Om condensvorming te vermijden moet de mediumtemperatuur altijd hoger zijn dan de omgevingstemperatuur. Omgevingstemp. Mediumtemperatuur C min. C max. C De pomp is met een interne elektronische motorbeveiliging uitgevoerd en heeft geen externe motorbeveiliging nodig. De pomp start altijd met het maximale aanloopkoppel, ongeacht of geregeld bedrijf of min. (minimaal toerental) is ingesteld [kpa] v(1") m/s 2.5 min L _ l/s 1.6 max D m³/h 6 60 P [W] 1 40 max max.ø10 AX 13 =1 1 /2,1 1 /4,1, 3 /4 D=2 L = 170 mm = 235 mm AX 13-2 =1 1 /2,1 1 /4,1, 3 /4 D=2 L = 180 mm = 245 mm AX 13-1 =1, 3 /4 D=1 1 /2 L = 180 mm = 235 mm AX 13-3 =1, 3 /4 D=1 1 /2 L = 130 mm = 185 mm AX 13-4 = 1 /2 D=1 L = 130 mm = 178 mm [m] min _01 13

16 A 12, -1, /180 mm 10 bar Max. bedrijfstemperatuur +15 C tot +110 C 2) Omgevingstemperatuur max. 40 C bij 75 C watertemperatuur 0.1 bar bij 95 C watertemperatuur 0.55 bar 3,8 kg V, 50 z Ampère Regeling A min A Watt Regeling 8 33 W min W Om condensvorming te vermijden moet de mediumtemperatuur altijd hoger zijn dan de omgevingstemperatuur. Omgevingstemp. Mediumtemperatuur C min. C max. C /110 2) /110 2) ) kortstondig (ca. 30 min.) De pomp is met een interne elektronische motorbeveiliging uitgevoerd en heeft geen externe motorbeveiliging nodig. De pomp start altijd met het maximale aanloopkoppel, ongeacht of geregeld bedrijf of min. (minimaal toerental) is ingesteld. Met storingsmelding. Opties: signaleringsmoduul: Bedrijfsmelding, IN/UIT, extern minimaal toerental, dubbelpompfunctie. Regelmoduul: Analoog (0-10 V of 0-20 ma), IN/UIT, PWM, dubbelpompenfunctie. [kpa] _ L D max. Ø m³/h 5 40 P [W] v(1") ) m/s l/s max 2 3 min 1) Standaard instelling met capaciteitsbegrenzing max min A 12-1 =1, 3 /4 D=1 1 /2 L = 180 mm = 235 mm 1 A12 =1 1 /2,1 1 /4,1, 3 /4 D=2 L = 170 mm = 235 mm A 12-2 =1 1 /2,1 1 /4,1, 3 /4 D=2 L = 180 mm = 245 mm _02 [m] A 13, -1, /180 mm 10 bar Max. bedrijfstemperatuur +15 C tot +110 C 2) Omgevingstemperatuur max. 40 C bij 75 C watertemperatuur 0.1 bar bij 95 C watertemperatuur 0.55 bar 3,8 kg V, 50 z Ampère Regeling A min A Watt Regeling 8 50 W min W Om condensvorming te vermijden moet de mediumtemperatuur altijd hoger zijn dan de omgevingstemperatuur. Omgevingstemp. Mediumtemperatuur C min. C max. C /110 2) /110 2) ) kortstondig (ca. 30 min.) De pomp is met een interne elektronische motorbeveiliging uitgevoerd en heeft geen externe motorbeveiliging nodig. De pomp start altijd met het maximale aanloopkoppel, ongeacht of geregeld bedrijf of min. (minimaal toerental) is ingesteld. Met storingsmelding. Opties: signaleringsmoduul: Bedrijfsmelding, IN/UIT, extern minimaal toerental, dubbelpompfunctie. Regelmoduul: Analoog (0-10 V of 0-20 ma), IN/UIT, PWM, dubbelpompenfunctie _ L D max. Ø m³/h 6 60 P [W] [kpa] v(1") m/s 2.5 1) l/s max 6 max 2 min 1) Standaard instelling met capaciteitsbegrenzing min A 13-1 =1, 3 /4 D=1 1 /2 L = 180 mm = 235 mm 1 A13 =1 1 /2,1 1 /4,1, 3 /4 D=2 L = 170 mm = 235 mm A 13-2 =1 1 /2,1 1 /4,1, 3 /4 D=2 L = 180 mm = 245 mm _02 [m]

17 A 14, -1, /180 mm 10 bar Max. bedrijfstemperatuur +15 C tot +110 C 2) Omgevingstemperatuur max. 40 C bij 75 C watertemperatuur 0.1 bar bij 95 C watertemperatuur 0.55 bar 3,8 kg V, 50 z Ampère Regeling A min A Watt Regeling 8 70 W min W Om condensvorming te vermijden moet de mediumtemperatuur altijd hoger zijn dan de omgevingstemperatuur. Omgevingstemp. Mediumtemperatuur C min. C max. C /110 2) /110 2) ) kortstondig (ca. 30 min.) De pomp is met een interne elektronische motorbeveiliging uitgevoerd en heeft geen externe motorbeveiliging nodig. De pomp start altijd met het maximale aanloopkoppel, ongeacht of geregeld bedrijf of min. (minimaal toerental) is ingesteld. Met storingsmelding. Opties: signaleringsmoduul: Bedrijfsmelding, IN/UIT, extern minimaal toerental, dubbelpompfunctie. Regelmoduul: Analoog (0-10 V of 0-20 ma), IN/UIT, Multitherm of PWM, dubbelpompenfunctie 0 [kpa] _ L D max. Ø m³/h 9 70 P 1 [W] v(1") 1) 6 max l/s m/s max min 1 min 1) Standaard instelling met capaciteitsbegrenzing A 14-1 =1, 3 /4 D=1 1 /2 L = 180 mm = 235 mm A14 =1 1 /2,1 1 /4,1, 3 /4 D=2 L = 170 mm = 235 mm A 14-2 =1 1 /2,1 1 /4,1, 3 /4 D=2 L = 180 mm = 245 mm _02 [m] 6 5 AX/A A 15, -1, /180 mm 10 bar Max. bedrijfstemperatuur +15 C tot +110 C 2) Omgevingstemperatuur max. 40 C bij 75 C watertemperatuur 0.1 bar bij 95 C watertemperatuur 0.55 bar 3.8 kg V, 50 z Ampère Regeling A min A Watt Regeling W min W Om condensvorming te vermijden moet de mediumtemperatuur altijd hoger zijn dan de omgevingstemperatuur. Omgevingstemp. Mediumtemperatuur C min. C max. C /110 2) /110 2) ) kortstondig (ca. 30 min.) _00 L D max. Ø10 2 A 15-1 =1, 3 /4 D=1 1 /2 L = 180 mm = 235 mm 1 A15 =1 1 /2,1 1 /4,1, 3 /4 D=2 L = 170 mm = 235 mm A 15-2 =1 1 /2,1 1 /4,1, 3 /4 D=2 L = 180 mm = 245 mm De pomp is met een interne elektronische motorbeveiliging uitgevoerd en heeft geen externe motorbeveiliging nodig. De pomp start altijd met het maximale aanloopkoppel, ongeacht of geregeld bedrijf of min. (minimaal toerental) is ingesteld. Met storingsmelding. Opties: signaleringsmoduul: Bedrijfsmelding, IN/UIT, extern minimaal toerental, dubbelpompfunctie. Regelmoduul: Analoog (0-10 V of 0-20 ma), IN/UIT, Multitherm of PWM, dubbelpompenfunctie 4 3 1) Standaard instelling met capaciteitsbegrenzing 2 15

18 A mm 10 bar Max. bedrijfstemperatuur +15 C tot +110 C 2) Omgevingstemperatuur max. 40 C bij 75 C watertemperatuur 0.1 bar bij 95 C watertemperatuur 0.55 bar 3,8 kg V, 50 z Ampère Regeling A min A Watt Regeling W min W Om condensvorming te vermijden moet de mediumtemperatuur altijd hoger zijn dan de omgevingstemperatuur. Omgevingstemp. Mediumtemperatuur C min. C max. C /110 2) /110 2) ) kortstondig (ca. 30 min.) _00 L D 6 max 137 max. Ø10 A 16-2 =1 1 /2,1 1 /4,1, 3 /4 D=2 L = 180 mm = 245 mm De pomp is met een interne elektronische motorbeveiliging uitgevoerd en heeft geen externe motorbeveiliging nodig. De pomp start altijd met het maximale aanloopkoppel, ongeacht of geregeld bedrijf of min. (minimaal toerental) is ingesteld. Met storingsmelding. Opties: signaleringsmoduul: Bedrijfsmelding, IN/UIT, extern minimaal toerental, dubbelpompfunctie. Regelmoduul: Analoog (0-10 V of 0-20 ma), IN/UIT, Multitherm of PWM, dubbelpompenfunctie ) Standaard instelling met capaciteitsbegrenzing _01 16

19 A 401, A A mm A mm 10 bar Max. bedrijfstemperatuur +15 C tot +95 C Omgevingstemperatuur max. 40 C bij 75 C watertemperatuur 0.1 bar bij 95 C watertemperatuur 0.55 bar 7,7 kg V, 50 z Ampère Regeling A min A Watt Regeling W min W Om condensvorming te vermijden moet de mediumtemperatuur altijd hoger zijn dan de omgevingstemperatuur. Omgevingstemp. Mediumtemperatuur C min. C max. C /110 2) /110 2) ) kortstondig (ca. 30 min.) L A _00 6 max max. Ø A 401 L = 220 mm A = 110 mm A L = 250 mm A = 125 mm AX/A De pomp is met een interne elektronische motorbeveiliging uitgevoerd en heeft geen externe motorbeveiliging nodig. De pomp start altijd met het maximale aanloopkoppel, ongeacht of geregeld bedrijf of min. (minimaal toerental) is ingesteld. Met storingsmelding. Opties: signaleringsmoduul: Bedrijfsmelding, IN/UIT, extern minimaal toerental, dubbelpompfunctie. Regelmoduul: Analoog (0-10 V of 0-20 ma), IN/UIT, Multitherm of PWM, dubbelpompenfunctie A 402, A A mm A mm 6 16 bar Max. bedrijfstemperatuur +15 C tot +95 C Omgevingstemperatuur max. 40 C bij 75 C watertemperatuur 0.4 bar bij 95 C watertemperatuur 0.85 bar 17 kg V, 50 z Ampère Regeling A min. 0.5 A Watt Regeling W min. 50 W Om condensvorming te vermijden moet de mediumtemperatuur altijd hoger zijn dan de omgevingstemperatuur. Omgevingstemp. Mediumtemperatuur C min. C max. C /110 2) /110 2) ) kortstondig (ca. 30 min.) ) Standaard instelling met capaciteitsbegrenzing _01 A 402 L = 220 mm A = 110 mm A L = 250 mm A = 125 mm Alleen klemmenkastpositie 3 toegestaan. De pomp is met een interne elektronische motorbeveiliging uitgevoerd en heeft geen externe motorbeveiliging nodig. De pomp start altijd met het maximale aanloopkoppel, ongeacht of geregeld bedrijf of min. (nachtverlaging) is ingesteld. Pomp inclusief bedrijfs- en storingsmelding, ext. Uit, Analoog ingang 0 10V, 0 20 ma, ext. min Optie: Multitherm of LON. 1) Standaard instelling met capaciteitsbegrenzing 17

20 A mm 6 16 bar Max. bedrijfstemperatuur +15 C tot +95 C Omgevingstemperatuur max. 40 C bij 75 C watertemperatuur 0.2 bar bij 95 C watertemperatuur 0.65 bar 21 kg V, 50 z Ampère Regeling A min A Watt Regeling W min1 85 W Om condensvorming te vermijden moet de mediumtemperatuur altijd hoger zijn dan de omgevingstemperatuur. Omgevingstemp. Mediumtemperatuur C min. C max. C /110 2) /110 2) ) kortstondig (ca. 30 min.) Alleen klemmenkastpositie 3 toegestaan. De pomp is met een interne elektronische motorbeveiliging uitgevoerd en heeft geen externe motorbeveiliging nodig. De pomp start altijd met het maximale aanloopkoppel, ongeacht of geregeld bedrijf of min. (nachtverlaging) is ingesteld. Pomp inclusief bedrijfs- en storingsmelding, ext. Uit, Analoog ingang 0 10 V, 0 20 ma, ext. min Optie: Multitherm of LON. 1) Standaard instelling met capaciteitsbegrenzing A mm 6 16 bar Max. bedrijfstemperatuur +15 C tot +95 C Omgevingstemperatuur max. 40 C bij 75 C watertemperatuur 0.1 bar bij 95 C watertemperatuur 0.65 bar 21 kg V, 50 z Ampère Regeling A min A Watt Regeling W min1 70 W Om condensvorming te vermijden moet de mediumtemperatuur altijd hoger zijn dan de omgevingstemperatuur. Omgevingstemp. Mediumtemperatuur C min. C max. C /110 2) /110 2) ) kortstondig (ca. 30 min.) Alleen klemmenkastpositie 3 toegestaan. De pomp is met een interne elektronische motorbeveiliging uitgevoerd en heeft geen externe motorbeveiliging nodig. De pomp start altijd met het maximale aanloopkoppel, ongeacht of geregeld bedrijf of min. (nachtverlaging) is ingesteld. Pomp inclusief bedrijfs- en storingsmelding, ext. Uit, Analoog ingang 0 10 V, 0 20 ma, ext. min Optie: Multitherm of LON. 1) Standaard instelling met capaciteitsbegrenzing 18

21 A mm 6 16 bar Max. bedrijfstemperatuur +15 C tot +95 C Omgevingstemperatuur max. 40 C bij 75 C watertemperatuur 0.35 bar bij 95 C watertemperatuur 1.45 bar 24 kg V, 50 z Ampère Regeling A min1 0.7 A Watt Regeling W min1 170 W Om condensvorming te vermijden moet de mediumtemperatuur altijd hoger zijn dan de omgevingstemperatuur. Omgevingstemp. Mediumtemperatuur C min. C max. C /110 2) /110 2) ) kortstondig (ca. 30 min.) AX/A Alleen klemmenkastpositie 3 toegestaan. De pomp is met een interne elektronische motorbeveiliging uitgevoerd en heeft geen externe motorbeveiliging nodig. De pomp start altijd met het maximale aanloopkoppel, ongeacht of geregeld bedrijf of min. (nachtverlaging) is ingesteld. Pomp inclusief bedrijfs- en storingsmelding, ext. Uit, Analoog ingang 0 10 V, 0 20 ma, ext. min Optie: Multitherm of LON. 1) Standaard instelling met capaciteitsbegrenzing A mm 6 16 bar Max. bedrijfstemperatuur +15 C tot +95 C Omgevingstemperatuur max. 40 C bij 75 C watertemperatuur 0.35 bar bij 95 C watertemperatuur 1.45 bar 24 kg V, 50 z Ampère Regeling A min A Watt Regeling W min1 70 W Om condensvorming te vermijden moet de mediumtemperatuur altijd hoger zijn dan de omgevingstemperatuur. Omgevingstemp. Mediumtemperatuur C min. C max. C /110 2) /110 2) ) kortstondig (ca. 30 min.) Alleen klemmenkastpositie 3 toegestaan. De pomp is met een interne elektronische motorbeveiliging uitgevoerd en heeft geen externe motorbeveiliging nodig. De pomp start altijd met het maximale aanloopkoppel, ongeacht of geregeld bedrijf of min. (nachtverlaging) is ingesteld. Pomp inclusief bedrijfs- en storingsmelding, ext. Uit, Analoog ingang 0 10 V, 0 20 ma, ext. min Optie: Multitherm of LON. 1) Standaard instelling met capaciteitsbegrenzing 19

22 Dubbelpompen AD 401 AD 652 D1 Technische gegevens: zie enkele pompen AD 401 A 401 AD A AD 501 A 501 AD 502 A 502 AD 651 A 651 AD 652 A 652 D2 D3 Flensafmeting zie enkele pompen Regelsystemen Grafiek pomp P1 oder P2 P1+ P2 is in geregeld bedrijf niet toegestaan 20

23 AD AD 401 AD AD 501 AD 502 AD 651 AD 652 mm PN 6-16 PN 6-16 PN 6-16 PN 6-16 PN 6-16 PN 6-16 DN L B B AD B B B D1 100/ / / / / /145 D D3 14/18 14/18 14/18 14/18 14/18 14/18 L L T T T M max. 10 M M M M M kg 12,

24 Toerengeregelde verwarmings circulatiepompen Serie: LXE/XE LXC/XC/LC Circulatiepompen met geïntegreerde trappenloze toerentalregeling V V Typenoverzicht Standaarduitvoering Capaciteitsbegrenzing: 1) 2) 5) Speciale uitvoering De pompen worden met de ingetekende capaciteitsbegrenzing geleverd. Reden: De capaciteit van de pomp is vaak te groot wat tot problemen kan leiden. Door het omsteken van een jumper in de elektronica (zie bedrijfsvoorschrift) kan naar de volle capaciteit omgeschakeld worden. Uitvoering voor Multitherm bv MXE 12B Uitvoering met speciale elektronika Zie speciaal datablad Om condensvorming te vermijden moet de medium-temperatuur altijd hoger zijn dan de omgevingstemperatuur. Omgevings- Mediumtemperatuur temperatuur C min. C max. C /110* / /70 * kortstondig (ca. 30 min.) Verdere functies zie pag. 28 DN Inbouwmaat Type PN6 PN10 PN6-16 PN16 Label mm LXE 326 B mm XE 402 C mm XE C LXE 403 B mm LXE 504 C XC 501 B mm XC B mm LXC 655 B mm LC 805 C mm LC 1003 C Aansluitschema Contact voor externe in-/uitschakeling van de pomp. Contact open = Pomp IN Contact gesloten = Pomp UIT LXC/XC LXE/XE LC 805/ Contact voor externe in-/uitschakeling van het minimum toerental. (contact gesloten = minimum toerental in, max. 250 V~, 1A) Storingsmelding (Potentiaalvrij maakcontact, bij storing gesloten). Contactbelasting max. 250 V~, 1A Bedrijfsmelding (Potentiaalvrij maakcontact, bij bedrijf gesloten) Contactbelasting max. 250 V~, 1A V Voeding 16 A max. 250 V 1 A 12 V 4) 4) Beveiligde laagspanning isoleert 4 kv tegen voeding V Voeding 10 A 12 V 4) max. 250 V 1 A V Voeding 16 A 12 V 4) max. 250 V 1 A

25 LXE-LC

26 LXE 326/LXE 403 Voor het Multitherm systeem Uitvoering «B» bestellen LXE 326B, LXE 403B 2) LXE mm LXE mm 6 bar Speciale uitvoering 16 bar (LXE 403) Max. bedrijfstemperatuur +15 C tot +95 C Omgevingstemperatuur max. 40 C 5) bij 75 C watertemperatuur 0.1 bar bij 60 C watertemperatuur 0.0 bar bij 95 C watertemperatuur bar 15 kg LXE 326 LXE 403 3) Separate montage zie LXE V, 50 z Toerental Regeling /min min /min Ampère Regeling A min1 0.2 A Watt Regeling W min1 30 W Condensator ingebouwd 8 µf, 400 V De pomp is met een interne elektronische motorbeveiliging uitgevoerd en heeft geen externe motorbeveiliging nodig. De pomp start altijd met het maximale aanloopkoppel, ongeacht of geregeld bedrijf of nachtverlaging (min. 1, min. 2) ingesteld is. Pomp inclusief bedrijfs- en storingsmelding Optie: moduul analoge ingang 0 10 V, 0 20 ma 1) Uitlevering met ingeschakelde capaciteitsbegrenzing, zie pag. 22 2) zie pag. 22 3) Separate montage. Bij mediumtemperaturen van 20 C tot +105 C separate montage op console mogelijk. Pomp te isoleren tot 100 C mediumtemperatuur. LXE 504 Voor het Multitherm systeem Uitvoering «B» bestellen LXE 504B 2) 270 mm 6 16 bar Max. bedrijfstemperatuur +15 C tot +95 C Omgevingstemperatuur max. 40 C 5) bij 75 C watertemperatuur 0.1 bar bij 60 C watertemperatuur 0.0 bar bij 95 C watertemperatuur bar 20 kg 3) V, 50 z Toerental Regeling /min min /min Ampère Regeling A min1 0.4 A Watt Regeling W min1 90 W Condensator ingebouwd 8 µf, 400 V De pomp is met een interne elektronische motorbeveiliging uitgevoerd en heeft geen externe motorbeveiliging nodig. De pomp start altijd met het maximale aanloopkoppel, ongeacht of geregeld bedrijf of nachtverlaging (min. 1, min. 2) ingesteld is. Pomp inclusief bedrijfs- en storingsmelding Optie: moduul analoge ingang 0 10 V, 0 20 ma 1) Uitlevering met ingeschakelde capaciteitsbegrenzing, zie pag. 22 2) zie pag. 22 3) Separate montage. Bij mediumtemperaturen van 20 C tot +105 C separate montage op console mogelijk. Pomp te isoleren tot 100 C mediumtemperatuur. 24

27 LXC 655 Voor het Multitherm systeem Uitvoering «B» bestellen LXC 655B 2) 340 mm 6 16 bar Max. bedrijfstemperatuur +15 C tot +95 C Omgevingstemperatuur max. 40 C 5) bij 75 C watertemperatuur 0.35 bar bij 60 C watertemperatuur 0.18 bar bij 95 C watertemperatuur bar 29 kg Regeling V, 50 z Toerental Regeling /min min /min Ampère Regeling A min1 0.8 A Watt Regeling W min1 140 W De pomp is met een interne elektronische motorbeveiliging uitgevoerd en heeft geen externe motorbeveiliging nodig. De pomp start altijd met het maximale aanloopkoppel, ongeacht of geregeld bedrijf of nachtverlaging (min. 1, min. 2) ingesteld is. Pomp inclusief bedrijfs- en storingsmelding Optie: moduul analoge ingang 0 10 V, 0 20 ma 1) Uitlevering met ingeschakelde capaciteitsbegrenzing, zie pag. 22 2) zie pag. 22 3) Separate montage. Bij mediumtemperaturen van 20 C tot +105 C separate montage op console mogelijk. Pomp te isoleren tot 100 C mediumtemperatuur. LC 805 3) LXE-LC 400 mm 6 bar Speciale uitvoering 16 bar Max. bedrijfstemperatuur +15 C tot +95 C Omgevingstemperatuur max. 40 C 5) bij 75 C watertemperatuur 1.0 bar bij 60 C watertemperatuur 0.18 bar bij 95 C watertemperatuur bar 50 kg 3) V, 50 z Toerental Regeling /min min /min Ampère Regeling 4.2 A min1 1.0 A Watt Regeling 1630 W min1 250 W De pomp is met een interne elektronische motorbeveiliging uitgevoerd en heeft geen externe motorbeveiliging nodig Pomp inclusief bedrijfs- en storingsmelding Optie: Moduul analoge ingang 0-10V, 0-20mA. 3) Separate montage. Bij mediumtemperaturen van 20 C tot +105 C separate montage op console mogelijk. Pomp te isoleren tot 100 C mediumtemperatuur. 25

28 LC mm 6 bar Speciale uitvoering 16 bar Max. bedrijfstemperatuur +15 C tot +95 C Omgevingstemperatuur max. 40 C 5) bij 75 C watertemperatuur 1.75 bar bij 60 C watertemperatuur 0.18 bar bij 95 C watertemperatuur bar 75 kg 3) V, 50 z Toerental Regeling /min min /min Ampère Regeling 6.0 A min1 1.0 A Watt Regeling 2800 W min1 400 W De pomp is met een interne elektronische motorbeveiliging uitgevoerd en heeft geen externe motorbeveiliging nodig Pomp inclusief bedrijfs- en storingsmelding Optie: Moduul analoge ingang 0-10 V, 0-20 ma. 3) Separate montage. Bij mediumtemperaturen van 20 C tot +105 C separate montage op console mogelijk. Pomp te isoleren tot 100 C mediumtemperatuur. XE 402, XE Voor het Multitherm systeem Uitvoering «B» bestellen XE 402B, XE 402-1B 2) XE mm XE mm 6 16 bar Max. bedrijfstemperatuur +15 C tot +95 C Omgevingstemperatuur max. 40 C 5) bij 75 C watertemperatuur 0.4 bar bij 60 C watertemperatuur 0.18 bar bij 95 C watertemperatuur bar 17 kg 3) XE 402 L = 220 mm A = 110 mm XE L = 250 mm A = 125 mm V, 50 z Toerental Regeling /min min /min Ampère Regeling A min1 0.6 A Watt Regeling W min1 110 W Condensator ingebouwd 10 µf, 320 V De pomp is met een interne elektronische motorbeveiliging uitgevoerd en heeft geen externe motorbeveiliging nodig. De pomp start altijd met het maximale aanloopkoppel, ongeacht of geregeld bedrijf of nachtverlaging (min. 1, min. 2) ingesteld is. Pomp inclusief bedrijfs- en storingsmelding Optie: moduul analoge ingang 0 10 V, 0 20 ma 1) Uitlevering met ingeschakelde capaciteitsbegrenzing, zie pag. 22 2) zie pag. 22 3) Separate montage. Bij mediumtemperaturen van 20 C tot +105 C separate montage op console mogelijk. Pomp te isoleren tot 100 C mediumtemperatuur. 26

29 XC 501, XC Voor het Multitherm systeem Uitvoering «B» bestellen XC 501B, XC 501-1B 2) XE mm XE mm 6 16 bar Max. bedrijfstemperatuur +15 C tot +95 C Omgevingstemperatuur max. 40 C 5) bij 75 C watertemperatuur 0.5 bar bij 60 C watertemperatuur 0.18 bar bij 95 C watertemperatuur bar 25 kg V, 50 z Toerental Regeling /min min /min Ampère Regeling A min A Watt Regeling W min W De pomp is met een interne elektronische motorbeveiliging uitgevoerd en heeft geen externe motorbeveiliging nodig. De pomp start altijd met het maximale aanloopkoppel, ongeacht of geregeld bedrijf of nachtverlaging (min. 1, min. 2) ingesteld is. Pomp inclusief bedrijfs- en storingsmelding Optie: moduul analoge ingang 0 10 V, 0 20 ma 1) Uitlevering met ingeschakelde capaciteitsbegrenzing, zie pag. 22 2) zie pag. 22 3) Separate montage. Bij mediumtemperaturen van 20 C tot +105 C separate montage op console mogelijk. Pomp te isoleren tot 100 C mediumtemperatuur. 3) XC 501 L = 270 mm A = 135 mm XC L = 280 mm A = 140 mm LXE-LC Elektronisch geregelde pompen: Functies Type Vermogen Watt Voeding Motorbeveiliging geïntegreerd Storingsmelding Bedrijfsmelding Minimaal toerental Externe UIT Analoge ingang ma LED aanduiding Vermogensbegrenzing Separate montage LXE V 2 Optie LXE 403 LXE V 2 Optie LXC V 2 Optie LC V 2 Optie LC V 2 Optie XE V 2 Optie XC V 2 Optie 27

30 Dubbelpompen LXED 403 LCD 1003 D1 Technische gegevens: zie enkele pompen LXED 403 LXE 403 LXED 504 LXE 504 XED XE XCD XC LXCD 655 LXC 655 LCD 805 LC 805 LCD 1003 LC 1003 D2 D3 Grafiek P1 oder P2 Regelsystemen Grafiek pomp P1 oder P2 28

31 LXED/XED/XCD/LXCD/LCD LXED 403 LXED 504 XED XCD LXCD 655 LCD 805 LCD 1003 mm PN 6-16 PN 6-16 PN 6-16 PN 6-16 PN 6-16 PN 6 PN 16 PN 6 PN 16 DN L B B B B B D1 100/ / / / / D LXED-LCD D3 14/18 14/18 14/18 14/18 14/ L L T T T M M M M M M M M M M kg

32 Circulatiepompen Serie: MX/M Middeltoerige pompen V Typenoverzicht Standaarduitvoering Inbouwmaat Type PN10 Label mm MX 10, MX 12 B MX 13 C M 14, M 15 D 1 1 /2 180 mm MX 10-1, MX 12-1 B MX 13-1 C M 14-1, M 15-1 D mm MX 10-2, MX 12-2 B MX 13-2 C M 14-2, M 15-2 D 1 1 /2 130 mm MX 10-3, MX 12-3 B MX 13-3 C mm MX 10-4, MX 12-4 B MX 13-4 C MD 14, MD 15 D Elektrische aansluiting MX 10, MX 12, MX 13 M 14, M 15 et bij de pomp passende regelsysteem: zie pagina 99 30

33 MX-MD /min 31

34 MX 10, -1, -2, -3, /170/180 mm 10 bar Max. bedrijfstemperatuur 20 C tot +110 C bij 75 C watertemperatuur 0.1 bar 2.8 kg V, 50 z Toerental II /min I /min Ampère II 0.16 A I 0.13 A Watt II W I W Condensator ingebouwd 1.5 µf, 400 V De motor is kortsluitvast en behoeft geen motorbeveiligingsschakelaar [kpa] v(1") m/s l/s 1 I II MX 10 = 1 1 2, 1 1 4, 1, 3 4 D=2 L = 170 mm = 235 mm MX 10-1 =1, 3 4 D=1 1 2 L = 180 mm = 235 mm MX 10-3 =1, 3 4 D=1 1 2 L = 130 mm = 185 mm MX 10-2 = 1 1 2, 1 1 4, 1, 3 4 D=2 L = 180 mm = 245 mm MX 10-4 = 1 2 D=1 L = 130 mm = 178 mm m³/h 4 [m] P 1 [W] II I _01 MX 12, -1, -2, -3, /170/180 mm 10 bar Max. bedrijfstemperatuur 20 C tot +110 C bij 75 C watertemperatuur 0.1 bar 2.8 kg V, 50 z Toerental III /min II /min I /min Ampère III 0.21 A II 0.17 A I 0.14 A Watt III W II W I W Condensator ingebouwd 1.5 µf, 400 V De motor is kortsluitvast en behoeft geen motorbeveiligingsschakelaar [kpa] P 1 [W] v(1") m/s II III m³/h 5 III l/s 1.2 I II I MX 12 = 1 1 2, 1 1 4, 1, 3 4 D=2 L = 170 mm = 235 mm MX 12-1 =1, 3 4 D=1 1 2 L = 180 mm = 235 mm MX 12-3 =1, 3 4 D=1 1 2 L = 130 mm = 185 mm MX 12-2 = 1 1 2, 1 1 4, 1, 3 4 D=2 L = 180 mm = 245 mm MX 12-4 = 1 2 D=1 L = 130 mm = 178 mm [m] _01

35 MX 13, -1, -2, -3, /170/180 mm 10 bar Max. bedrijfstemperatuur 20 C tot +110 C bij 75 C watertemperatuur 0.1 bar 3 kg MX 13 = 1 1 2, 1 1 4, 1, 3 4 D=2 L = 170 mm = 235 mm MX 13-1 =1, 3 4 D=1 1 2 L = 180 mm = 235 mm MX 13-3 =1, 3 4 D=1 1 2 L = 130 mm = 185 mm MX 13-2 = 1 1 2, 1 1 4, 1, 3 4 D=2 L = 180 mm = 245 mm MX 13-4 = 1 2 D=1 L = 130 mm = 178 mm V, 50 z Toerental III /min II /min I /min Ampère III 0.46 A II 0.36 A I 0.23 A Watt III W II W I W Condensator ingebouwd 2 µf, 400 V MX-MD De motor is kortsluitvast en behoeft geen motorbeveiligingsschakelaar 33

36 M 14, -1, /180 mm 10 bar Max. bedrijfstemperatuur 20 C tot +110 C bij 75 C watertemperatuur 0.1 bar 4.5 kg M 14-1 =1, 3 4 D=1 1 2 L = 180 mm = 235 mm M 14 =1 1 2, 1 1 4, 1, 3 4 D=2 L = 170 mm = 235 mm M 14-2 =1 1 2, 1 1 4, 1, 3 4 D=2 L = 180 mm = 245 mm V, 50 z Toerental III /min II /min I /min Ampère III 0.95 A II 0.85 A I 0.6 A Watt III W II W I W Condensator ingebouwd 3 µf, 400 V De motor is kortsluitvast en behoeft geen motorbeveiligingsschakelaar M 15, -1, /180 mm 10 bar Max. bedrijfstemperatuur 20 C tot +110 C bij 75 C watertemperatuur 0.1 bar 4.5 kg M 15-1 =1, 3 4 D=1 1 2 L = 180 mm = 235 mm M 15 =1 1 2, 1 1 4, 1, 3 4 D=2 L = 170 mm = 235 mm M 15-2 =1 1 2, 1 1 4, 1, 3 4 D=2 L = 180 mm = 245 mm V, 50 z Toerental III /min II /min I /min Ampère III 1.1 A II 0.9 A I 0.6 A Watt III W II W I W Condensator ingebouwd 5 µf, 400 V De motor is kortsluitvast en behoeft geen motorbeveiligingsschakelaar 34

37 MD mm 10 bar Max. bedrijfstemperatuur 20 C tot +110 C bij 75 C watertemperatuur 0.1 bar 4.5 kg P1 P2 Grafiek pomp P1 of P2 zoals M V, 50 z Toerental III /min II /min I /min Ampère III 0.95 A II 0.85 A I 0.6 A Watt III W II W I W Condensator ingebouwd 3 µf, 400 V MX-MD De motor is kortsluitvast en behoeft geen motorbeveiligingsschakelaar MD mm 10 bar Max. bedrijfstemperatuur 20 C tot +110 C bij 75 C watertemperatuur 0.1 bar 4.5 kg P1 P2 Grafiek pomp P1 of P2 zoals M V, 50 z Toerental III /min II /min I /min Ampère III 1.1 A II 0.9 A I 0.6 A Watt III W II W I W Condensator ingebouwd 5 µf, 400 V De motor is kortsluitvast en behoeft geen motorbeveiligingsschakelaar 35

38 Circulatiepompen Serie: LX/L Laagtoerige pompen met 2 toerentallen V V V Typenoverzicht Standaarduitvoering Speciale uitvoering Let op voorschriften: b. v. DIN 2401: GG tot 120 C = 10 bar > 120 C = 8 bar verdere normen: b. v. DIN 4752 Elektrische aansluiting voor pompen met Polycommotor vanaf LX 325 DN Inbouwmaat Type PN6 PN10 PN6-16 PN16 Label mm LX ~, LX ~ C LX ~, LX ~ C LX ~, LX ~ D mm LX 321 3~, LX 321 1~ C LX 322 3~, LX 322 1~ C LX 323 3~, LX 323 1~ D LX 325, LX 326 C, D mm LX 401, LX 402 C, D mm LX 403 D mm LX 502 C mm LX 503, LX 504 C mm LX 652 D mm LX 653 D mm LX 654, LX 655 D mm LX 802, LX 803 D mm L 804, L 805 D mm L 1001, L 1002 D L 1003, L 1004 D kpa Type A V~ Type B V~ Type C V~ aut. kpa kpa Elektrische aansluiting voor pompen LX V V et bij de pomp passende regelsysteem: zie pagina 99 36

39 LX/L /min 37

40 LX 321, V LX 321 3~ 190 mm LX ~ 180 mm 10 bar Max. bedrijfstemperatuur 20 C tot +110 C bij 75 C watertemperatuur 0.5 bar 4.5 kg LX 321 3~ L = 190 mm = 255 mm LX ~ L = 180 mm = 245 mm V, 50 z Toerental II /min I /min Ampère II 0.16 A I 0.06 A Watt II W I W De motor is kortsluitvast en behoeft geen motorbeveiligingsschakelaar LX 321, V LX 321 1~ 190 mm LX ~ 180 mm 10 bar Max. bedrijfstemperatuur 20 C tot +110 C bij 75 C watertemperatuur 0.5 bar 4.5 kg LX 321 1~ L = 190 mm = 255 mm LX ~ L = 180 mm = 245 mm V, 50 z Toerental II /min I /min Ampère II 0.22 A I 0.18 A Watt II W I W Condensator ingebouwd 1.5 µf, 400 V De motor is kortsluitvast en behoeft geen motorbeveiligingsschakelaar 38

41 LX 322, V LX 322 3~ 190 mm LX ~ 180 mm 10 bar Max. bedrijfstemperatuur 20 C tot +110 C bij 75 C watertemperatuur 0.5 bar 4.5 kg LX 322 3~ L = 190 mm = 255 mm LX ~ L = 180 mm = 245 mm V, 50 z Toerental II /min I /min Ampère II 0.17 A I 0.07 A Watt II W I W De motor is kortsluitvast en behoeft geen motorbeveiligingsschakelaar LX/L LX 322, V LX 322 1~ 190 mm LX ~ 180 mm 10 bar Max. bedrijfstemperatuur 20 C tot +110 C bij 75 C watertemperatuur 0.5 bar 4.5 kg LX 322 1~ L = 190 mm = 255 mm LX ~ L = 180 mm = 245 mm V, 50 z Toerental II /min I /min Ampère II 0.3 A I 0.2 A Watt II W I W Condensator ingebouwd 2.2 µf, 400 V De motor is kortsluitvast en behoeft geen motorbeveiligingsschakelaar 39