Subsidieregeling Groen-Blauwe Diensten

Transcriptie

1 BIJLAGE 1: Zoekgebieden subsidieregeling groenblauwe diensten Limburg 2013 Subsidieregeling Groen-Blauwe Diensten Legenda Geel zoekgebied Blauw zoekgebied i Groen zoekgebied : Bnjin zoekgebied overig (bebouwd gebied, EHS etc) 10 km schaal bureau Geo en Administraties I sector GIS provincie limburg

2 BIJLAGE 2 Voor subsidie in aanmerking komende groenblauwe diensten pakketten

3 PO Poel en klein historisch water Zowel een poel als een klein historisch water is doorgaans een geïsoleerd stilstaand water dat gevoed wordt door grond- en/of regenwater. Een poel mag in verbinding staan met sloten of greppels wanneer sprake is van een natuurlijke eenheid die vrij afwatert. Veenputten mogen in verbinding staan met het slotenstelsel in het gebied. Het element heeft een oppervlakte van minimaal 0,5 en maximaal 50 are. In Zuid-Limburg heeft een voortplantingspoel voor amfibieën een oppervlakte van minimaal 0,2 are. Vijvers die een onderdeel zijn van een park of tuin, of daarin aangelegd worden, vallen niet onder dit beheertype. Wateren die onder de natuurbeheertypen zuur ven of hoogveenven of zwakgebufferd ven vallen horen niet tot dit beheertype. Sloten behoren niet tot dit beheertype. Algemene beheerverplichting De historische of natuurlijke contouren/vormen worden behouden. Dit is bijvoorbeeld belangrijk bij oude elementen zoals pingoruïnes waarvan de randzones archeologisch belangrijk kunnen zijn. Hierbij gaat het dan om de walachtige structuur rondom de plas. Maar het geldt ook bij de visvijvers. Dit beheertype wordt periodiek opgeschoond om voldoende open water te behouden. Minimaal de helft van het natte oppervlakte van de poel bestaat in de lente uit open water. Voor behoud van voldoende open water wordt het element periodiek opgeschoond. Incidenteel mag het element in de zomerperiode droogvallen; Vertrapping van de oevers bij het gebruik van het element als veedrinkpoel wordt voorkomen. Bij het gebruik als veedrinkpoel is minimaal de helft van de oeverlengte uitgerasterd; Maximaal 25% van de oeverlengte is begroeid met inheemse bomen en/of struiken; Er mogen geen gewasbeschermingsmiddelen en meststoffen in het element gebruikt worden; Er mogen geen vissen of andere dieren (zoals eenden en ganzen) worden uitgezet of gekweekt; Slootmaaisel of bagger mag niet verwerkt worden in het element; Maai- en schoningswerkzaamheden worden verricht in de periode tussen 1 september en 15 oktober. Beheerpakketten P01 Poel en klein historisch water < 175 m2 P02 Poel en klein historisch water > 175 m^ is mogelijk, maar alleen op die locaties waar deze elementen ook vroeger aanwezig waren en worden aanbevolen door het veldloket. Hierbij houdt het veldloket rekening met de provinciale en gemeentelijke landschapsplannen, -visies en -kaders

4 IHO Houtwal en houtsingel Een houtwal of houtsingel is een vrijliggend lijnvormig en aaneengesloten landschapselement, al dan niet groeiend op een aarden wal, met een opgaande begroeiing van inheemse bomen en/of struiken. De begroeiing wordt als hakhout beheerd. De houtwal of houtsingel is minimaal 25 meter lang en maximaal 20 meter breed. Elzensingels bestaande uit een enkele rij horen niet tot dit beheertype, maar tot het beheertype EL Elzensingel. Windsingels om boomgaarden en kwekerijen horen niet tot dit beheertype. Algemene beheerverplichting Houtwallen en houtsingels worden periodiek afgezet in een cyclus van éénmaal per 6-18 jaar, met uitzondering van eventueel aanwezige overstaanders. Bij houtwallen wordt tevens het wallichaam in stand gehouden en indien nodig hersteld. Bij beheerpakket H01 en H03 wordt minimaal de helft van het element periodiek afgezet in een cyclus van éénmaal per 6 jaar. Bij beheerpakket H02 wordt minimaal een derde deel van het element afgezet in een cyclus van éénmaal per 6 jaar. Tenminste 75% van de oppervlakte van het element wordt als hakhout beheerd en periodiek afgezet; Snoeihout mag op stapels of rillen in het element verwerkt worden voor zover het de ondergroei en/of de stoven niet schaadt; Er mag geen snoeihout verbrand worden in of in de directe omgeving van het element en als snoeihout versnipperd wordt mogen de snippers niet verwerkt worden in het element; Er mogen geen gewasbeschermingsmiddelen, behalve bij bestrijding van ongewenste houtsoorten (Amerikaanse vogelkers, Amerikaanse eik, Robinia en Ratelpopulier) middels een stobbenbehandeling, en meststoffen in het element gebruikt worden; Het wallichaam wordt in stand gehouden als het element daarvan is voorzien; Het element mag niet betreden en/of beschadigd worden door vee; Slootmaaisel of bagger mag niet verwerkt worden in het element; Het afzetten van het element wordt alleen verricht in de periode tussen 1 oktober en 15 maart. Overhangende takken kunnen gedurende het gehele jaar worden teruggesnoeid. Beheerpakketten HOI Houtsingel en houtwal Minimaal de helft van het element wordt periodiek afgezet in een cyclus van éénmaal per 6 jaar. H02 Hoge houtwal Minimaal een derde deel van het element wordt periodiek afgezet in een cyclus van éénmaal per 6 jaar. Tussentijds mogen overhangende takken gesnoeid worden; Het wallichaam is minimaal 0,8 meter hoog en de kruidachtige vegetatie van de steile walkanten wordt gemaaid; Aan de voet van het wallichaam ligt een greppel die in stand wordt gehouden. H03 Holle weg en graft Het element is gelegen op het talud van een holle weg of graft ten zuiden van de gemeentegrens Echt- Susteren; Minimaal de helft van het element wordt periodiek afgezet in een cyclus van éénmaal per 6 jaar. is mogelijk, maar alleen op die locaties waar deze elementen ook vroeger aanwezig waren en worden aanbevolen door het veldloket. Hierbij houdt het veldloket rekening met de provinciale en gemeentelijke landschapsplannen, -visies en -kaders

5 EL Elzensingel Een elzensingel is een vrijliggend lijnvormig en aaneengesloten éénrijig landschapselement dat grotendeels bestaat uit Zwarte els en als hakhout wordt beheerd. Een elzensingel is minimaal 25 meter lang. Losse bomenrijen horen niet tot dit beheertype, maar tot het beheertype Bomenrij/solitaire boom. Windsingels om boomgaarden en kwekerijen horen niet tot dit beheertype. Algemene beheerverplichting Minimaal drie vierde deel van de Elzensingels worden periodiek afgezet in een cyclus van eenmaal in de 6 jaar. 75% van de lengte van het element wordt als hakhout beheerd; Het hakhout wordt periodiek afgezet in een cyclus van éénmaal per 6 jaar. Tussentijds mogen overhangende takken worden gesnoeid; Het snoeihout mag niet in het element verwerkt worden; Er mag geen snoeihout verbrand worden in of in de directe omgeving van het element en als snoeihout versnipperd wordt mogen de snippers niet verwerkt worden in het element; Er mogen geen gewasbeschermingsmiddelen, behalve bij bestrijding van ongewenste houtsoorten (Amerikaanse vogelkers, Amerikaanse eik, Robinia en Ratelpopulier) middels een stobbenbehandeling, en meststoffen in het element gebruikt worden; Het element mag niet betreden en/of beschadigd worden door vee; Slootmaaisel of bagger mag niet verwerkt worden in het element; Het afzetten van het element wordt alleen verricht in de periode tussen 1 oktober en 15 maart. Beheerpakketten ELI Elzensingel bedekking 30-50% EL2 Elzensingel bedekking 50%-75% EL3 Elzensingel bedekking > 75% is mogelijk, maar alleen op die locaties waar deze elementen ook vroeger aanwezig waren en worden aanbevolen door het veldloket. Hierbij houdt het veldloket rekening met de provinciale en gemeentelijke landschapsplannen, -visies en -kaders

6 BO Bossingel en bosje Een bossingel is een vrijliggend lijnvormig en aaneengesloten landschapselement met een opgaande begroeiing van inheemse bomen en struiken. Een bossingel is minimaal 25 meter lang en maximaal 20 meter breed. Een bosje is een vrijliggend vlakvormig en aaneengesloten landschapselement met een opgaande begroeiing van inheemse bomen en struiken. Een bosje is minimaal 2,0 are en maximaal 1 hectare groot. Algemene beheerverplichting Bossingels en bosjes worden in de tijd onregelmatig periodiek gedund of gesnoeid. Het element wordt als bos met hoog opgaande bomen beheerd; Het element wordt periodiek gedund en overhangende takken kunnen het gehele jaar worden gesnoeid; Randen van het element kunnen als hakhout beheerd worden; Snoeihout mag op stapels of rillen in het element verwerkt worden voor zover het de ondergroei en/of de stoven niet schaadt; Er mag geen snoeihout verbrand worden in of in de directe omgeving van het element, en als snoeihout versnipperd wordt mogen de snippers niet verwerkt worden in het element; Er mogen geen gewasbeschermingsmiddelen, behalve bij bestrijding van ongewenste houtsoorten (Amerikaanse vogelkers, Amerikaanse eik, Robinia en Ratelpopulier) middels een stobbenbehandeling, en meststoffen in het element gebruikt worden ; Het element mag niet betreden en/of beschadigd worden door vee; Slootmaaisel of bagger mag niet verwerkt worden in het element; Dunningswerkzaamheden en het eventueel terugzetten van hakhout worden alleen verricht in de periode tussen 1 oktober en 15 maart. Beheerpakket 80 Bossingel en bosje is mogelijk, maar alleen op die locaties waar deze elementen ook vroeger aanwezig waren en worden aanbevolen door het veldloket. Hierbij houdt het veldloket rekening met de provinciale en gemeentelijke landschapsplannen, -visies en -kaders

7 KS Knip- of scheerheg Een knip- of scheerheg is een vrijliggend lijnvormig landschapselement, meteen aaneengesloten begroeiing van inheemse bomen en/of struiken, dat wordt geknipt of geschoren en waarvan niet meer dan 25% bestaat uit haagbeuk of beukhaag. Een knip- of scheerheg is minimaal 25 meter lang. Een knip- of scheerheg kan periodiek gevlochten worden. Windsingels om boomgaarden en kwekerijen horen niet tot dit beheertype. Algemene beheerverplichting Een knip- of scheerheg wordt jaarlijks of minimaal eenmaal per 3 jaar geknipt of geschoren. Snoeimateriaal mag blijven liggen voor zover dat het element of de ondergroei niet schaadt. Snoeimateriaal mag blijven liggen voor zover dat het element of de ondergroei niet schaadt; Er mag geen snoeihout verbrand worden in of in de directe omgeving van het element; Er mogen geen gewasbeschermingsmiddelen, behalve bij bestrijding van ongewenste houtsoorten (Amerikaanse vogelkers, Amerikaanse eik, Robinia en Ratelpopulier) middels een stobbenbehandeling, en meststoffen in het element gebruikt worden; Het element mag niet betreden en/of beschadigd worden door vee; Het element mag niet worden geklepeld. Snoeiwerkzaamheden worden alleen verricht in de periode tussen 15 juni en 15 maart. Beheerpakketten KS1 Knip- en scheerheg jaarlijkse cyclus De heg wordt eenmaal per jaar geknipt of geschoren. Na het knippen/scheren heeft de heg een hoogte van minimaal 0,8 meter. KS2 Knip- en scheerheg 3 jaarlijkse cyclus De heg wordt om de 3 jaar geknipt of geschoren. Na het knippen/scheren heeft de heg een hoogte van minimaal 1,0 meter en een breedte van minimaal 0,8 meter. is mogelijk, maar alleen op die locaties waar deze elementen ook vroeger aanwezig waren en worden aanbevolen door het veldloket. Hierbij houdt het veldloket rekening met de provinciale en gemeentelijke landschapsplannen, -visies en -kaders

8 SH Struweelhaag Een struweelhaag is een vrijliggend lijnvormig landschapselement met een aaneengesloten opgaande begroeiing van inheemse, overwegend doornachtige, struiken. Een struweelhaag is minimaal 25 meter lang. Hagen die minimaal eenmaal per 3 jaar worden gesnoeid horen tot het beheertype Knip- of scheerheg. Algemene beheerverplichting Een struweelhaag wordt periodiek gesnoeid of afgezet in een cyclus van éénmaal per 6 jaar. Het snoeien kan gecombineerd worden met het vlechten van de haag; Het snoeihout mag niet in het element verwerkt worden, behoudens bij het vlechten van de haag; Er mag geen snoeihout verbrand worden in of in de directe omgeving van het element, en als snoeihout versnipperd wordt mogen de snippers niet verwerkt worden in het element; Er mogen geen gewasbeschermingsmiddelen, behalve bij bestrijding van ongewenste houtsoorten (Amenkaanse vogelkers, Amerikaanse eik, Robinia en Ratelpopulier) middels een stobbenbehandeling, en meststoffen in het element gebruikt worden; Het element mag niet betreden en/of beschadigd worden door vee; Slootmaaisel of bagger mag niet verwerkt worden in het element; Het afzetten van het element wordt alleen verricht in de periode tussen 1 oktober en 15 maart. Overhangende takken kunnen gedurende het gehele jaar worden teruggesnoeid; Indien snoeiwerkzaamheden machinaal worden uitgevoerd, wordt geen klepelmaaier gebruikt. Beheerpakketten SH1 Struweelhaag Het element kan vrij uitgroeien en wordt periodiek in een cyclus van éénmaal per 6 jaar aan drie zijden gesnoeid. Na het snoeien heeft de haag een hoogte van minimaal 1,0 meter en een breedte van minimaal 0,8 meter. SH2 Struweelhaag Het element kan vrij uitgroeien en een derde deel van het element wordt periodiek in een cyclus van éénmaal per 6 jaar afgezet. is mogelijk, maar alleen op die locaties waar deze elementen ook vroeger aanwezig waren en worden aanbevolen door het veldloket. Hierbij houdt het veldloket rekening met de provinciale en gemeentelijke landschapsplannen, -visies en -kaders

9 LA Laan Een laan is een weg of pad, die aan beide zijden met een of meerdere rijen bomen is beplant en is bedoeld en aangelegd als laan. Bij een laan gaat het meestal om bomen van dezelfde soort en leeftijd en er is sprake van een herkenbaar en regelmatig plantverband. Onder dit beheertype vallen ook dijken met een weg, bovenop de kruin van de dijk, die aan beide zijden met bomen is beplant. Een laan is minimaal 50 meter lang. Losse bomenrijen horen niet tot dit beheertype, maar tot het beheertype L01.13 Bomenrij/solitaire boom. Algemene beheerverplichting Laanbeheer is een intensieve beheervorm. Systematische boomcontrole is nodig om de veiligheid van de laan te garanderen. Opsnoeien van de bomen behoort tot het reguliere onderhoud. Beginnen bomen in de laan uit te vallen, kan op een gegeven moment gekozen worden voor verjonging van een laan. Dit betekent het opnieuw inplanten van het laantracé met bomen van dezelfde soort en leeftijd, op regelmatige afstand van elkaar. Het kan in bosgebieden nodig zijn de jonge aanplant te beschermen tegen vraat en vrij te stellen om voldoende licht toe te laten. De bomen worden periodiek gesnoeid; Er mag geen snoeihout verbrand worden in of in de directe omgeving van het element; Er mogen geen gewasbeschermingsmiddelen, behalve bij bestrijding van ongewenste houtsoorten (Amerikaanse vogelkers, Amerikaanse eik, Robinia en Ratelpopulier) middels een stobbenbehandeling, en meststoffen in het element gebruikt worden; De bomen mogen niet beschadigd worden door vee; Slootmaaisel of bagger mag niet verwerkt worden in het element; Snoeiwerkzaamheden worden alleen verricht in de periode tussen 15 juli en 15 maart. Beheerpakketten LA1 Laan stamdiameter < 20 cm LA2 Laan stamdiameter cm LA3 Laan stamdiameter > 60 cm De diameter van de stammen wordt op 1,0 meter boven het maaiveld bepaald en element wordt als geheel in een van de diameterklassen ingedeeld op basis van de gemiddelde diameter van de bomen van het element is mogelijk, maar alleen op die locaties waar deze elementen ook vroeger aanwezig waren en worden aanbevolen door het veldloket. Het veldloket houdt hierbij rekening met de provinciale en gemeentelijke landschapsplannen, -visies en -kaders. In de bruine zoekgebieden kan alleen sprake zijn van aanleg en onderhoud van laanbeplanting in relatie met historische bebouwing

10 KB Knotboom Een knotboom is een inheemse loofboom, waarvan de stam periodiek op een hoogte van minimaal 1,0 meter boven maaiveld wordt afgezet (geknot). Knotbomen worden aangetroffen als solitaire boom, in rijen of in kleine groepen. Een kleine groep bestaat uit maximaal 20 bomen. Vlakvormige elementen met knotbomen, behoudens kleine groepen, horen niet tot dit beheertype maar kunnen mogelijk gerangschikt worden onder het beheertype Hakhoutbosje. Algemene beheerverplichting Een knotboom wordt periodiek geknot. Knoteiken en knotessen worden geknot in een cyclus van éénmaal per 6 jaar. Knotwilgen en knotpopulieren worden gemiddeld éénmaal in de vier jaar geknot. Knotwilgen, -elzen, -essen en -populieren worden in een cyclus van éénmaal per 6 jaar geknot. Van knoteiken en -haagbeuken wordt minimaal de helft geknot in een cyclus van eenmaal per 6 jaar; Er mag geen snoeihout verbrandt worden in de directe omgeving van de knotboom; De boom mag niet beschadigd worden door vee; Knotwerkzaamheden worden alleen verricht in de periode tussen 1 oktober en 15 maart. Beheerpakketten KB1 Knotboom stamdiameter < 20 cm KB2 Knotboom stamdiameter cm KB3 Knotboom stamdiameter > 60 cm De diameter van de stammen wordt op 1,0 meter boven het maaiveld bepaald en als het element uit meerdere knotbomen bestaat wordt het element als geheel in een van de diameterklassen ingedeeld op basis van de gemiddelde diameter van de bomen van het element. is mogelijk, maar alleen op die locaties waar deze elementen ook vroeger aanwezig waren en worden aanbevolen door het veldloket. Hierbij houdt het veldloket rekening met de provinciale en gemeentelijke landschapsplannen, -visies en -kaders. Hierbij houdt het veldloket rekening met de provinciale en gemeentelijke landschapsplannen, -visies en -kaders

11 HB Hoogstamboomgaard Een hoogstamboomgaard is een verzameling van fruitbomen, met een stam van minimaal 1,50 meter hoog en waarvan de onderbegroeiing bestaat uit een grazige vegetatie. Een hoogstamboomgaard bestaat uit minimaal 10 fruitbomen en heeft een dichtheid van minimaal 50 en maximaal 150 bomen per hectare. Maximaal 10% van de fruitbomen bestaat uit walnoten. Een hoogstamboomgaard is vaak in een cluster geplant en duidelijk afgescheiden van de omgeving. Algemene beheerverplichting Hoogstamfruitbomen worden periodiek gesnoeid en bij beweiding moet beschadiging van de bomen door vee voorkomen worden. Indien het appel of peer betreft wordt de boom tenminste éénmaal per 2 jaar gesnoeid. Andere soorten enkel vormsnoei indien nodig; De grasvegetatie wordt jaarlijks gemaaid en het maalsel wordt afgevoerd of de grasvegetatie wordt beweid; Er mag geen snoeihout verbrand worden in de directe omgeving van de bomen of versnipperd hout verwerkt worden in de boomgaard; Er mogen geen gewasbeschermingsmiddelen, behalve bij bestrijding van ongewenste houtsoorten (Amerikaanse vogelkers, Amerikaanse eik, Robinia en Ratelpopulier) middels een stobbenbehandeling, en de pleksgewijze bestrijding van Akkerdistel, Ridderzuring en Brandnetel in het element gebruikt worden; De hoogstamfruitboom mag niet beschadigd worden door vee. Jonge bomen zijn voorzien van een boomkorf; Bemesten van de boomgaard is toegestaan met als doel de gezondheid van de bomen te waarborgen. Bij bemesten van de boomgaard worden de fruitbomen en wortels niet beschadigd; Snoeiwerkzaamheden kunnen gedurende het gehele jaar worden verricht. Beheerpakket HB Hoogstamboomgaard is mogelijk in een straal van 100 meter rondom historische gehuchten en boerderijen, alleen op die locaties waar deze elementen ook vroeger aanwezig waren en worden aanbevolen door het veldloket. Hierbij houdt het veldloket rekening met de provinciale en gemeentelijke landschapsplannen, -visies en - kaders

12 SR Struweelrand Een struweelrand is een aaneengesloten rand met een mozaïek van struweel (bramen en/of andere inheemse bomen of struiken) en een kruidachtige begroeiing van inheemse grassen en kruiden die zich spontaan kan ontwikkelen. De rand is minimaal 25 meter lang en maximaal 20 meter breed. Maximaal 50% van de oppervlakte van de rand wordt ingenomen door inheemse bomen en/of struiken. De struweelrand kan langs een bosrand of een landschapselement liggen maar ook vrij in het veld, bijvoorbeeld langs een perceelsrand. Periodiek wordt de begroeiing gemaaid en/of afgezet; 50% van de oppervlakte van de rand bestaande uit een kruidachtige begroeiing van inheemse grassen en kruiden mag periodiek gemaaid worden met een cyclus van maximaal éénmaal per 6 jaar. Het maalsel wordt afgevoerd; Snoeihout mag op stapels of rillen in het element verwerkt worden voor zover het de ondergroei en/of de stoven niet schaadt; Er mag geen snoeihout verbrand worden in of in de directe omgeving van het element, en als snoeihout versnipperd wordt mogen de snippers niet verwerkt worden in het element; Er mogen geen gewasbeschermingsmiddelen, behalve bij bestrijding van ongewenste houtsoorten (Amerikaanse vogelkers, Amerikaanse eik, Robinia en Ratelpopulier) middels een stobbenbehandeling en de pleksgewijze bestrijding van Akkerdistel, Ridderzuring en Brandnetel, en meststoffen in het element gebruikt worden. Slootmaaisel of bagger mag niet verwerkt worden in het element; Het element mag niet betreden en/of beschadigd worden door vee; Maaiwerkzaamheden worden uitgevoerd tussen 15 juli en 15 maart en het afzetten van struweel wordt alleen verricht in de periode tussen 1 november en 15 maart. Beheerpakket SR Struweelrand is mogelijk, maar alleen op die locaties waar deze elementen ook vroeger aanwezig waren en worden aanbevolen door het veldloket. Hierbij houdt het veldloket rekening met de provinciale en gemeentelijke landschapsplannen, -visies en -kaders

13 HA Hakhoutbosje Een hakhoutbosje is een vrijliggend vlakvormig landschapselement, met inheemse bomen en/of struiken dat als hakhout wordt beheerd. Een hakhoutbosje is minimaal 1,0 are en maximaal 1,0 hectare groot. Kleine vrijliggende bosjes zonder hakhoutbeheer of met enkel hakhoutbeheer aan de randen horen tot het beheertype Bossingel en Bosje. Minimaal 80% van de oppervlakte van het bosje wordt als hakhout beheerd; Bij beheerpakket HA1 wordt een derde deel van het element periodiek afgezet in een cyclus van éénmaal per 6 jaar; Bij beheerpakket HA2 wordt het element periodiek afgezet in een cyclus van éénmaal per 6 jaar. Snoeihout mag op stapels of rillen in het element verwerkt worden voor zover het de ondergroei en/of de stoven niet schaadt; Er mag geen snoeihout verbrand worden in of in de directe omgeving van het element, en als snoeihout versnipperd wordt mogen de snippers niet verwerkt worden in het element; Er mogen geen gewasbeschermingsmiddelen, behalve bij bestrijding van ongewenste houtsoorten (Amerikaanse vogelkers, Amerikaanse eik, Robinia en Ratelpopulier) middels een stobbenbehandeling, en meststoffen in het element gebruikt worden; Het element mag niet betreden en/of beschadigd worden door vee; Slootmaaisel of bagger mag niet verwerkt worden in het element. Het afzetten van het element wordt alleen verricht in de periode tussen 1 oktober en 15 maart. Overhangende takken kunnen gedurende het gehele jaar worden teruggesnoeid. Beheerpakketten HA1 Hakhoutbosje met dominantie van langzaamgroeiende boomsoorten (zomereik, wintereik, berk, haagbeuk) HA2 Hakhoutbosje met dominantie van snelgroeiende boomsoorten (zwarte els, gewone es) is mogelijk, maar alleen op die locaties waar deze elementen ook vroeger aanwezig waren en worden aanbevolen door het veldloket. Hierbij houdt het veldloket rekening met de provinciale en gemeentelijke landschapsplannen, -visies en -kaders

14 BR/SR Bomenrij en solitaire boom Een bomenrij/solitaire boom is een vrijliggend landschapselement van inheemse loofbomen dat niet kan worden gerangschikt onder andere beheertypes van deze index. Bedoeld worden solitaire bomen of bomen in een groep of rij staande op of langs landbouwgrond. Bomen die een onderdeel vormen van een ander beheertype van deze index of deel uitmaken van een bomenrij als bedoeld in dit beheertype kunnen niet als solitaire boom of verzameling van solitaire bomen aangevraagd worden. De bomenrij is minimaal 50 meter lang en bestaat uit minimaal 8 bomen per 100 meter. Vlakvormige boomweides behoren niet tot dit beheertype. Solitaire knotbomen of een rij knotbomen behoren tot het beheertype KB Knotboom. Windsingels om boomgaarden en kwekerijen horen niet tot dit beheertype De bomen worden periodiek gesnoeid. Bomen worden gemiddeld eenmaal per 6 jaar gesnoeid. Bij oudere bomen kan het snoeien zich beperken tot het verwijderen van dood hout; Na het snoeien beslaat de blijvende kroon altijd minimaal tweederde deel beslaat van de totale lengte van de boom; Er mag geen snoeihout verbrand worden in de directe omgeving van het element; Ongewenste houtsoorten (Amerikaanse vogelkers, Amerikaanse eik, Robinia en Ratelpopulier) in het element mogen middels een stobbenbehandeling bestreden worden; De bomen mogen niet beschadigd worden door vee. Jonge bomen in een weiland (boomdijk) zijn voorzien van een boomkorf of zijn uitgerasterd; Snoeiwerkzaamheden worden alleen verricht in de periode tussen 15 juli en 15 maart. Beheerpakketten BR1 Bomenrij gemiddelde stamdiameter < 20 cm BR2 Bomenrij gemiddelde stamdiameter cm BR3 Bomenrij gemiddelde stamdiameter > 60 cm SB1 Solitaire boom stamdiameter < 20 cm SB2 Solitaire boom stamdiameter cm SB3 Solitaire boom stamdiameter > 60 cm De diameter van de stammen wordt op 1,0 meter boven het maaiveld bepaald en als het element uit meerdere bomen bestaat wordt het element als geheel in een van de diameterklassen ingedeeld op basis van de gemiddelde diameter van de bomen van het element is mogelijk, maar alleen op die locaties waar deze elementen ook vroeger aanwezig waren en worden aanbevolen door het veldloket. Hierbij houdt het veldloket rekening met de provinciale en gemeentelijke landschapsplannen, -visies en -kaders

15 WB Wandelpad over boerenland Een wandelpad over boerenland bestaat in beginsel uit een onverhard pad. Kleine gedeelten verhard pad over particuliere gronden kunnen meegenomen worden als dit noodzakelijk is voor de wandelpadenstructuur. Het wandelpad heeft een breedte van maximaal 3 meter. De paden zijn duidelijk gemarkeerd en zijn geschikt voor wandelaars met een normale conditie. Het wandelpad vormt een onderdeel van een doorgaande en/of openbare wandelstructuur. Het wandelpad wordt zodanig beheerd dat een goede begaanbaarheid gewaarborgd is; De voorzieningen die een onderdeel vormen van het wandelpad zoals bruggetjes, klaphekjes e.d. worden in goede staat van onderhoud gehouden; Het wandelpad is opengesteld van zonsopgang tot zonsondergang en jaarrond toegankelijk. Be/?eerpa/(/cef WB Wandelpad over boerenland is mogelijk

16 EA extensief akkerland 1. De beheereenheid bestaat uit bouwland 2. De beheereenheid is minimaal 12 meter breed en heeft een minimale oppervlakte van 0.3 ha. 3. Cumulatie met alle beheerpakketten uitgesloten 4. In het jaar voorafgaand aan het contract moet u op bedrijfsniveau minimaal 4 verschillende gewassen telen, waaronder graan. Braakliggende grond beschouwen we als een gewas. 1. De volgende begroeiing is door inzaai aanwezig: een mengsel van grassen, granen (niet zijnde maïs of graanstoppel), kruiden en bloemen. Door het veldloket wordt bepaald welke zaaimengsels en welke zaaidichtheden mogen worden gebruikt % van de beheereenheid dient jaarlijks te worden gemaaid tussen 1 maart en 15 september. Delen die opnieuw zijn ingezaaid hoeven in hetzelfde voorjaar niet te worden gemaaid. Het maaien mag niet gebeuren door klepelen. Het beheer wordt strooksgewijs uitgevoerd volgens onderstaande varianten. 3. Mechanische en chemische onkruidbestrijding zijn niet toegestaan, met uitzondering van pleksgewijze bestrijding van akkerdistel, ridderzuring, haagwinde of kleefkruid. 4. De beheereenheid mag niet worden beweid, bemest of als wendakker worden gebruikt. Beheerpakket: EA1: extensief akkerland (zandgrond) In het derde of vierde jaar dient de gehele beheereenheid opnieuw ingezaaid te worden met een door het veldloket voorgeschreven zaaimengsel. EA2: extensief akkerland (klei/lössgrond) In het derde of vierde jaar dient de gehele beheereenheid opnieuw ingezaaid te worden met een door het veldloket voorgeschreven zaaimengsel

17 GR bloemrijke grasrand De randen dienen langs wegen, fiets/wandel/ruiterpaden, (droge/natte) waterlopen, landschapselementen of natuurgebieden te liggen. - De rand heeft een breedte van tenminste 3 en ten hoogste 12 meter en een lengte van tenminste 25 meter; voor een rand langs een ecologische verbindingszone geldt echter een breedte van ten hoogste 24 meter; - De rand wordt ingezaaid met een in overleg met het veldloket samengesteld mengsel met inheemse grassen, kruiden en bloemen of er worden éénmalig gunstige randvoorwaarden gecreëerd voor een spontane ontwikkeling van de vegetatie. Bij samenwerking met een veldmakelaar zal hij u een advies geven over de samenstelling. In het geval u zelfstandig een aanvraag indient kunt u overleggen met het veldloket. De samenstelling van het geplande mengsel dient te worden beschreven in het inrichtingsplan. Het veldloket zal dit plan uiteindelijk beoordelen. - De rand wordt maximaal 2 en minimaal 1 maal per jaar gemaaid en het maalsel wordt binnen 15 dagen na het maaien afgevoerd; tussen 1 april en 1 juli is maaien niet toegestaan. De periode tussen twee maaibeurten is minimaal 3 maanden; - De rand wordt niet bemest en er wordt geen slootveegsel en/of - bagger opgebracht; - De rand wordt niet beweid en bij beweiding van de aanliggende gronden is een raster aanwezig dat zich op de grens van het element met het aanliggende landbouwperceel bevindt; - Het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen in het element is niet toegestaan m.u.v. pleksgewijze bestrijding van akkerdistel, ridderzuring, Jacobskruiskruid en Japanse duizendknoop; - De rand wordt niet gebruikt als pad behoudens het incidentele gebruik als onderhoudspad voor het schouwen van de aanliggende sloot of het uitvoeren van onderhoud aan het element zelf. Beheerpakket GR1 bloemrijke grasrand is mogelijk

18 GR extensieve bloemrijke grasrand De randen dienen langs wegen, fiets/wandel/ruiterpaden, (droge/natte) waterlopen, landschapselementen of natuurgebieden te liggen. - De rand heeft een breedte van tenminste 3 en ten hoogste 12 meter en een lengte van tenminste 25 meter; voor een rand langs een ecologische verbindingszone geldt een breedte van ten hoogste 24 meter; - De rand wordt ingezaaid met een in overleg met het veldloket samengesteld mengsel met inheemse grassen, kruiden en bloemen of er worden éénmalig gunstige randvoorwaarden gecreëerd voor een spontane ontwikkeling van de vegetatie. Bij samenwerking met een veldmakelaar zal hij u een advies geven over de samenstelling. In het geval u zelfstandig een aanvraag indient kunt u overleggen met het veldloket. De samenstelling van het geplande mengsel dient te worden beschreven in het inrichtingsplan. Het veldloket zal dit plan uiteindelijk beoordelen. - De rand wordt minimaal 1 keer per 6 jaar en maximaal 1 maal per jaar gemaaid waarbij niet meer dan 80% van de oppervlakte gemaaid wordt en het maalsel wordt afgevoerd; de overige 20% van de rand wordt nooit gemaaid. Maaien is niet toegestaan tussen 1 april en 1 september. - De rand wordt niet bemest en er wordt geen slootveegsel en/of - bagger opgebracht - De rand wordt niet beweid en bij beweiding van de aanliggende gronden is een raster aanwezig dat zich op de grens van het element met het aanliggende landbouwperceel bevindt; - Het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen in het element is niet toegestaan m.u.v. pleksgewijze bestrijding van akkerdistel, ridderzuring, Jacobskruiskruid en Japanse duizendknoop; - De rand wordt niet gebruikt als pad behoudens het incidentele gebruik als onderhoudspad voor het schouwen van de aanliggende sloot of het uitvoeren van onderhoud aan het element zelt Beheerpakket GR2 extensieve bloemrijke grasrand is mogelijk

19 AR bloemrijke akkerrand 1. De beheerseenheid is in gebruik als bouwland 2. De beheerseenheid heeft een minimale lengte van 25 meter en breedte van 3 meter. 3. Cumulatie met alle beheerpakketten is uitgesloten. 4. De randen dienen langs wegen, fiets/wandel/ruiterpaden, (droge/natte) waterlopen, landschapselementen of natuurgebieden te liggen. 1. Op de beheereenheid wordt in de beheerperiode een mengsel van graan (dus geen mals), bloemen, grassen en kruiden verbouwd. 2. De rand wordt ingezaaid met een in overleg met het veldloket samengesteld mengsel met inheemse grassen, kruiden en bloemen of er worden éénmalig gunstige randvoorwaarden gecreëerd voor een spontane ontwikkeling van de vegetatie. Bij samenwerking met een veldmakelaar zal hij u een advies geven over de samenstelling. In het geval u zelfstandig een aanvraag indient kunt u overleggen met het veldloket De samenstelling van het geplande mengsel dient te worden beschreven in het inrichtingsplan. Het veldloket zal dit plan uiteindelijk beoordelen. 3. In de beheereenheid vindt vanaf het inzaaien geen mechanische onkruidbestrijding plaats en is het gebruik van chemische onkruidbestrijdingsmiddelen niet toegestaan, met uitzondering van pleksgewijze bestrijding van haarden met akkerdistel, ridderzuring of kleefkruid. 4. Bemesting en beweiding van de beheereenheid is niet toegestaan. 5. De beheereenheid mag niet als wendakker gebruikt worden 6. Indien gewenst dan kan de rand maximaal eens in de twee jaar nó 1 juni worden ondergewerkt, en dient in dat geval vóór 1 juli weer te worden heringezaaid. Beheerpakket: AR: bloemrijke akkerrand

20 EG extensief grasland (kruiden- en faunarijk grasland) : 1. De eenheid bestaat minimaal voor 80% uit grasland. 2. De eenheid is ten minste 0,5 hectare groot. 3. De eenheid mag niet met buizen zijn gedraineerd. 4. Voor de eenheid mogen geen wettelijke (beheer)voorschriften gelden, zoals hieronder aangegeven of die overeenkomen met de doelstelling 'realisatie kruiden- en faunarijk grasland', zoals omschreven in de index natuurbeheertypen. : 5. Gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen is slechts toegestaan voor pleksgewijze bestrijding van akkerdistel, ridderzuring en brandnetel. 6. Op de eenheid mogen maximaal drie grootvee-eenheden (GVE) per hectare staan. 7. Bemesting is in principe niet toegestaan. Indien voor het beheer noodzakelijk dan kan enkel ruige stalmest (max. 20 ton per ha per jaar) of kalk worden aangewend. 8. Het overloopniveau van de eenheid mag niet lager zijn dan 30 cm onder maaiveld. Tijdelijke verlaging tot 60 cm onder maaiveld ten behoeve van beheer is toegestaan (gemeten ten opzichte van het 10% laagste maaiveldniveau). 9. Natuurlijke overstroming van de eenheid kan tot de mogelijkheden behoren. Functieveranderingspakket EG: extensief grasland Kosten voor eventuele inrichting worden niet vergoed. Het veldloket houdt bij haar advisering over aanvragen rekening met de aanpak die waterschappen in dit verband in hun beheersgebieden voorstaan

21 RG ruig grasland (ruigteveld) : 1. De eenheid is ten minste 0,5 hectare groot. 2. De eenheid mag niet met buizen zijn gedraineerd. 3. Voor de eenheid mogen geen wettelijke (beheer)voorschriften gelden, zoals hieronder aangegeven of die overeenkomen met de doelstelling 'realisatie ruigteveld', zoals omschreven in de index natuurbeheertypen. : 4. Gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen is slechts toegestaan voor pleksgewijze bestrijding van akkerdistel, ridderzuring en brandnetel. 5. Op de eenheid mogen maximaal drie grootvee-eenheden (GVE) per hectare staan. 6. Indien voor het beheer noodzakelijk dan kan mest of kalk worden aangewend. 7. Het overloopniveau van de eenheid mag niet lager zijn dan 30 cm onder maaiveld. Tijdelijke verlaging tot 60 cm onder maaiveld ten behoeve van beheer is toegestaan (gemeten ten opzichte van het 10% laagste maaiveldniveau). 8. Natuurlijke overstroming van de eenheid kan tot de mogelijkheden behoren. Functieveranderingspakket RG: ruig grasland Kosten voor eventuele inrichting worden niet vergoed. Het veldloket houdt bij haar advisering over aanvragen rekening met de aanpak die waterschappen in dit verband in hun beheersgebieden voorstaan

22 Mogelijk aan te vragen groenblauwe diensten pakketen per zoekgebied per gemeente/waterschap: Noord-Limburg: Midden-Limburg: Zuid-Limburg: 2013 Beesel, Gennep, Horst aan de Maas, Mook en Middelaar, Peel en Maas, Venray Echt-Susteren, Leudal, Roerdalen, Roermond, Weert Beek, Brunssum, Gulpen-Wittem, Heerlen, Kerkrade, Landgraaf, Maastricht Meerssen, Nuth, Onderbanken, Simpelveld, Stein, Vaals, Valkenburg aan de Geul zoekgebieden: Blauw Groen Geel Brui Poel en klein historisch water Houtwal en singel Elzensingel Bossingel en bosje Knip- en scheerheg Struweelheg Laan Knotboom Hoogstamboomgaard Struweelrand Hakhoutbosje Bomenrij en solitaire boom Wandelpad over boerenland Extensief akkerland Bloemrijke grasrand Extensieve bloemrijke grasrand Bloemrijke akkerrand 2013 Midden-Limburg: Maasgouw zoekgebieden: Blauw Groen Geel Bruii Poel en klein historisch water Houtwal en singel Elzensingel Bossingel en bosje Knip- en scheerheg Struweelheg Laan Knotboom Hoogstamboomgaard Struweelrand Hakhoutbosje Bomenrij en solitaire boom Wandelpad over boerenland Extensief akkerland Bloemrijke grasrand Extensieve bloemrijke grasrand Bloemrijke akkerrand

23 2013 Zuid-Limburg zoekgebieden: Blauw Groen Geel Bruil Poel en klein historisch water Houtwal en singel Elzensingel Bossingel en bosje Knip- en scheerheg Laan Knotboom Hoogstamboomgaard Struweelrand Hakhoutbosje Bomenrij en solitaire boom Wandelpad over boerenland Extensief akkerland Bloemrijke grasrand Extensieve bloemrijke grasrand Bloemrijke akkerrand 2013 Zuid-Limburg: Voerendaal zoekgebieden: Blauw Groen Geel Bruil Poel en klein historisch water Houtwal en singel Elzensingel Bossingel en bosje Knip- en scheerheg Struweelheg Laan Knotboom Hoogstamboomgaard Struweelrand Hakhoutbosje Bomenrij en solitaire boom Wandelpad over boerenland Extensief akkerland Bloemrijke grasrand Extensieve bloemrijke grasrand Bloemrijke akkerrand

24 2013 Vereniging Nederlands Cultuurlandschap (VNC) Noord-Limburg: Bergen, Gennep, Mook en Middelaar zoekgebieden: Blauw Groen Geel Bruil Poel en klein historisch water Houtwal en singel Knip- en scheerheg Struweelheg Knotboom Hoogstamboomgaard Bloemrijke grasrand Extensieve bloemrijke grasrand 2013 Waterschap Roer en Overmaas (WRO) en Peel en Maasvallei (WPM) Provincie Limburg dekkend zoekgebieden: Extensief grasland (alleen functieverandering) Ruig grasland (ruigteveld) (alleen functieverandering) Blauw Groen Geel Bruil

25 BIJLAGE 3: Vergoedingen regeling groenblauwe diensten Limburg 2013 Jaarvergoedingen voor het begrotingsjaar 2013, behorende bij de subsidieree eling groenblauwe diensten Limburg BEHEER Pakketomschrijving Eenheid Jaarvergoeding Vlak-EAI Vlak-EA2 Rand-AR Rand-GRI Rand-GR2 Extensief akkerland zandgrond (incl. zaadmengsel) Extensief akkerland klei/lössgrond (incl. zaadmengsel) Bloemrijke akkerrand (incl. zaadmengsel) Bloemrijke grasrand (excl. zaadmengsel) Extensieve bloemrijke grasrand (excl. zaadmengsel) Hectare per jaar Hectare per jaar Hectare per jaar Hectare per jaar Hectare per jaar 1.652, , ,- 934, ,50 Element-POI Oppervlakte poel < 175 m2 stuk per jaar 65,39 Element-P02 Element-H01 Element-H02 Element-H03 Element-ELI Element-EL2 Element-EL3 Element-BO Element-KSI Oppervlakte poel > 175 m2 Houtwal en houtsingel Hoge houtwal Holle weg en graft Elzensingel bedekking 30-50% Elzensingel bedekking 50-75% Elzensingel bedekking > 75% stuk per jaar 105,89 Hectare per jaar Hectare per jaar Hectare per jaar 100 meter per jaar 100 meter per jaar 100 meter per jaar 2.666, , ,- 44,30 69,91 98,47 Bossingel en bosje 1.934,- Hectare per jaar Knip- of scheerheg jaarlijkse cyclus 100 meter 271,68 per jaar Knip- of scheerheg 3 jaarlijkse cyclus 100 meter 173,

26 Element-KS2 per jaar Element-SHI Struweelhaag cyclus 6 jaar 100 meter per jaar Element-SH2 Struweelhaag cyclus 18 jaar 100 meter per jaar Element-LAI Element-LA2 Laan gemiddelde stamdiameter < 20 cm Laan gemiddelde stamdiameter cm 100 meter per jaar 100 meter per jaar 235,95 164,26 59,99 113,02 Element-LA3 Laan gemiddelde stamdiameter > 60 cm 100 meter per jaar 254,75 Element-KBI Knotboom gemiddelde stamdiameter < 20 cm stuk per jaar 2,46 Element-KB2 Knotboom gemiddelde stamdiameter cm stuk per jaar 7,61 Element-KB3 Knotboom gemiddelde stamdiameter > 60 cm stuk per jaar 9,64 Element-HB Hoogstamboomgaard Hectare per jaar 1.618,31 Element-SR Struweelrand Hectare per jaar 938,- Element-HAI Hakhoutbosje met dominantie van langzaamgroeiende soorten Hectare per jaar 662,- Element-HA2 Hakhoutbosje met dominantie van snelgroeiende soorten Hectare per jaar 1.227,- Element-BRI Bomenrij gemiddelde stamdiameter < 20 cm 100 meter per jaar 27,37 Element-BR2 Bomenrij gemiddelde stamdiameter cm 100 meter per jaar 37,26 Element-BR3 Bomenrij gemiddelde stamdiameter >60cm 100 meter per jaar 56,38 Element-SBI Solitaire boom gemiddelde stamdiameter < 20 cm Element-SB2 Solitaire boom gemiddelde stamdiameter cm stuk per jaar 4,38 stuk per jaar 5,

27 Element-SB3 Solitaire boom gemiddelde stamdiameter >60 cm stuk per jaar 9,02 Element-WB Wandelpad over boerenland 100 meter per jaar 84,

28 INRICHTING Voorwaarden Eenheid svergoedir volgens normbedragen per eenheid (incl/excl BTW) Rand-GR inzaai van een goedgekeurd zaadmengsel per are 16,49/ 14,21 Element-PO ontgraven poel en verwerken vrijkomende grond per m^ 5,48/ 4,62 Element-HO Element-EL aanplant autochtone, gecertificeerde struiken/kleine bomen; aanplant autochtone, gecertificeerde bomen (10-12 cm; aanplant autochtone, gecertificeerde bomen (10-12 cm); 1,60/ 1,39 per plant/boom 61,53/ 54,45 per boom 61,53/ 54,45 Element-BO Element-KS Element-SH Element-LA Element-KB aanplant autochtone, gecertificeerde struiken/kleine bomen; aanplant autochtone, gecertificeerde bomen (10-12 cm; per plant/boon 1,60/ 1,39 61,53/ 54,45 aanplant autochtone, gecertificeerde struiken/kleine bomen; per plant 1,60/ 1,39 aanplant autochtone, gecertificeerde struiken/kleine bomen; per plant 1,60/ 1,39 aanplant autochtone, gecertificeerde bomen (10-12 cm; (incl. 2 onbehandelde boompalen van hardhout) aanplant autochtone, gecertificeerde knotbomen (10-12 cm; (incl. 2 onbehandelde boompalen van hardhout) per boom 61,53/ 54,45 per boom/staak 61,53/ 54,45 Element-HB Element-SR Element-HA Element-BR aanplant knotwilg (staken) van autochtone gecertificeerde bomen aanplant hoogstamfruitbomen (10-12 cm) (alleen Nederlandse fruitsoorten: peer, appel, kers, pruim en max. 10% walnoot); (incl. 2 onbehandelde boompalen van hardhout) 11,00/ 9,58 per boom 61,53/ 54,45 aanplant autochtone, gecertificeerde struiken/kleine bomen; per plant 1,60/ 1,39 aanplant autochtone, gecertificeerde struiken/kleine bomen; per plant/boom 1,60/ 1,39 aanplant autochtone, gecertificeerde bomen (10-12 cm); 61,53/ 54,45 aanplant autochtone, gecertificeerde bomen (10-12 cm); per boom 61,53/ 54,45 Element-SB aanplant autochtone, gecertificeerde bomen (10-12 cm); per boom 61,53/ 54,

29 Plaatsen veeraster Plaatsen schapenraster Plaatsen boomkorf (type schaap) Plaatsen boomkorf (type rund) rasterpalen: 28 stuks per 100 meter schoorpalen: 6 stuks per 100 meter hoekpalen 4 stuks per 100 meter puntdraad: 3 stuks per 100 meter spanners: 6 per 100 meter alle palen van onbehandeld hardhout rasterpalen: 28 stuks per 100 meter schoorpalen: 6 stuks per 100 meter hoekpalen 4 stuks per 100 meter puntdraad: 3 stuks per 100 meter spanners: 6 per 100 meter alle palen van onbehandeld hardhout per meter 4,63/ 3,89 per meter 9,27/ 7,79 per stuk 19,57/ 16,45 per stuk 51,48/ 43,26 Voorzieningen voor pakket "wandelen over boerenland" zoals slagboom, poortje, bebording, bruggetje etc. tegeskosten tb.v. aanlegvergunnin g pakket Kosten i.v.m. schone grondverklaring, archeologie, kabels en leidingen en de flora- en faunawet per stuk werkelijke kosten (incl/excl BTW) werkelijke kosten (incl/excl BTW) werkelijke kosten (incl/excl BTW) FUNCTIE VERANDERING

30 functieverandering is alleen mogelijk bij pakketten ruig grasland (RG) en extensief grasland (EG), taxatie van de waarde van de landbouwgrond wordt verricht door bureau beheer landbouwgronden (BBL) van de Dienst Landelijk Gebied (DLG) Vergoeding voor waardedaling grond volgens taxatie TOELICHTING 1. Inleiding De subsidieregeling groenblauwe diensten Limburg (GBD) formuleert maatregelen die door agrariërs en particulieren als dienst kunnen worden gerealiseerd. Deze (maatregel)pakketten bestaan uit een combinatie van voorschriften voor aanleg, onderhoud en functieverandering. Bij toepassing als dienst kan hiervoor een vergoeding worden verkregen. Uitgangspunt is hierbij zo veel mogelijk gestandaardiseerde vergoedingen. De vergoedingsystematiek voor het GBD is gebaseerd op de regels welke de Europese Unie voorschrijft voor steun voor verbintenissen op het gebied van milieumaatregelen in de landbouw en zoals in Nederland nader zijn uitgewerkt in de Nederlandse Catalogus Groen Blauwe Diensten. 2. Vergoedingen In de vergoedingsystematiek wordt uitgegaan van drie verschillende vormen van dienstverlening: (1) inrichting of aanleg, (2) beheer of onderhoud en (3) functieverandering. Uitgangspunt is een reële vergoeding van de aanlegkosten. De dienstverlener maakt zelf de keuze of de werkzaamheden worden uitbesteed of in eigen beheer worden uitgevoerd. De vergoeding voor de inrichtingskosten voor beplantingen en aanleg poelen en natuuroevers zijn berekend op basis van normbedragen die ontleend zijn aan de Beleidsregeling subsidie natuur en landschap. De normbedragen in deze beleidsregel zijn berekend op basis van de Standaard Eenheid-Prijzen (SEP) van DLG voor Voor de daaropvolgende jaren zijn de normen geïndexeerd conform Consumentenprijsindex voor alle huishoudens van het Centraal Bureau voor de Statistiek. De kosten voor grondbewerking ten behoeve van randenpakketten en wandelpaden over boerenland zijn ontleend aan de door de Europese Commissie goedgekeurde Catalogus Groenblauwe Diensten (versie 20 december 2007). Deze versie is gebaseerd op normen voor Voor de daarop volgende jaren zijn de vergoedingen uit de Catalogus geïndexeerd conform Consumentenprijsindex voor alle huishoudens van het Centraal Bureau voor de Statistiek, (prijsindex 2007=1,6%; prijsindex 2008=2,5%; prijsindex 2009=1,2%, prijsindex 2010=1,3%). Voor het jaar 2011 en 2012 is de prijsindex op 0,0 % gehouden (analoog aan de vergoedingen bij subsidieregeling SNL). Voor 2013 zijn alleen de pakketten "Bloemrijke akkerrand", "Bloemrijke grasrand" en "Extensieve bloemrijke grasrand" verhoogd (analoog aan de vergoedingen bij de subsidieregeling SNL)

31 De vergoedingen worden berekend inclusief BTW voor zover verrekening door de aanvrager niet mogelijk is. In verband met de bescherming van de biodiversiteit en het verdrag dat Nederland hiervoor heeft ondertekend in Rio de Janeiro (1992) is uitsluitend het gebruik van gecertificeerd autochtoon plantmateriaal toegestaan. Het begrip gecertificeerd autochtoon plantmateriaal en de te gebruiken rassen zijn beschreven in de Rassenlijst bomen, die in digitale vorm beschikbaar is, zie Uitsluitend de in de Rassenlijst opgenomen soorten mogen worden gebruikt Uitgezonderd zijn de hoogstamfruitbomen en wilgenstaken, voor deze bomen bestaat het begrip autochtoon niet. De fruitbomen dienen te bestaan uit Nederlandse fruitsoorten (peer, pruim, appel, kers en maximaal 10 procent walnoot). Beheer De vergoeding voor het onderhoud van bestaande of nieuw gerealiseerde pakketten is een jaarlijkse vergoeding gedurende de (zesjarige) looptijd van de beschikking. Per pakket is een vergoeding vastgesteld waarbij rekening is gehouden met de benodigde arbeidskosten, materiaal- en materieelkosten. De vergoedingen worden berekend inclusief BTW, omdat het merendeel van de onderhoudsvergoedingen wordt uitgekeerd aan particulieren en agrarische ondernemers die de BTW niet kunnen verrekenen. Voor alle pakketten, behalve GR1 en GR2, zijn de bedragen overgenomen van de vergoedingentabel 2012 van de door Europa goedgekeurde subsidieregeling natuur en landschapsbeheer (SNL). Voor de pakketten GR1 en GR2 zijn de tijdnormen voor een deel van de werkzaamheden ontleend aan "Het Groene Boek; Tijdnormen aanleg en onderhoud van natuur, groen en recreatieve voorzieningen ingedeeld volgens de RAW-systematiek" van het Instituut voor Milieuen Agritechniek, IMAG B V. De vergoeding voor arbeid is berekend aan de hand van het gangbaar uurtarief uit de CAO-bedrijfsverzorging zoals gehanteerd in de KWIN-veehouderij Er is uitgegaan van een uurloon van 31,50 (inclusief 6% BTW). Functieverandering Op vrijwillige basis kan men de pakketten RG (ruig grasland) en EG (extensief grasland) afsluiten. Dit houdt dan in dat er een functieverandering van landbouw naar water/natuur aan de orde is. De vergoeding hiervoor wordt gebaseerd op het afwaarderen van de grond. Er dient dan wel sprake te zijn van een definitief én geheel gewijzigd grondgebruik. Dit gebeurt door middel van het afsluiten van een zakelijk recht met kettingbeding bij de notaris (wordt betaald vanuit de regeling). Bij waardedaling krijgt de particuliere of agrarische eigenaar de waardedaling van de grond vergoed. De waarde van de landbouwgrond wordt geschat door een beëdigd taxateur van bureau beheer landbouwgronden van de Dienst Landelijk Gebied. De hoogte van de vergoeding voor waardedaling is het verschil tussen de landbouwkundige waarde en de restwaarde (bij functie water/natuur)