Kerstfeest Als zij nu de ster zagen, verheugden zij zich met zeer grote vreugde. Ds. G.H. Kerstenschool Ridderkerk

Transcriptie

1 Kerstfeest 2011 Als zij nu de ster zagen, verheugden zij zich met zeer grote vreugde. Ds. G.H. Kerstenschool Ridderkerk 1

2 Opening Samenzang Alle aanwezigen Nu daagt het in het oosten, Het licht schijnt overal: Hij komt de volken troosten Die eeuwig heersen zal. Alle kinderen De duisternis gaat wijken Van d eeuwenlange nacht. Een nieuwe dag gaat prijken Met ongekende pracht. Mannen en jongens Zij, die gebonden zaten In schaduw van de dood, Naar t scheen van God verlaten, Begroeten t morgenrood. 2

3 Vrouwen en meisjes De zonne, voor wier stralen Het nacht lijk duister zwicht, En die zal zegepralen, Is Christus, t eeuwig Licht! Alle aanwezigen Reeds daagt het in het oosten, Het licht schijnt overal. Hij komt de volken troosten Die eeuwig heersen zal. Schriftlezing Mattheüs 2:1-12 Gebed 3

4 De groepen 1,2 en 3 Donker is het in de wereld, Donker is het overal. Wanneer komt toch de Koning, Die de wereld redden zal? Is er dan in deze wereld Niemand die nog uitkomst ziet? Niemand die ons hulp en redding, Die ons licht en uitkomst biedt? Psalm 105:5 Wij willen u vertellen Van het wonder van Gods Zoon; Die als een Kindje kwam op aarde En verliet Zijn hemeltroon. 4

5 Dit Kindje zal de Koning zijn Van hemel en van aard ; Wil zoeken, die verloren zijn, Dat is Hem alles waard. Hier schijnt het licht in donk re nacht, Waar Abraham op heeft gewacht. De nacht verdwijnt, de ochtend gloort Voor t volk dat Jezus toebehoort. Langs de donk re huizenrijen, Ach, wie lopen daar zo laat? Het is Jozef, die daar langzaam Zoekend met Maria gaat. Eind lijk vinden ze een plaatsje Voor de lange donk re nacht. Samen zijn ze om te rusten In een arme stal gebracht. Lukas 2:7 In Bethlehems stal Lag Christus de Heer, In doeken gehuld, Als Kindje terneer. 5

6 Voor Hem was geen plaats meer In herberg of huis. Zijn wieg was een kribbe, Zijn troon was een kruis. Zo arm werd de Heer, Der engelen Heer. Die zondaren mint Zo nameloos teer. Die ons wil vergeven Hoeveel het ook zij: Zo arm werd de Heiland Voor u en voor mij. U wijd ik mijn vreugd Mijn leven, mijn hart; Bij U wil ik zijn In blijdschap, in smart. Geef mij een nieuw hart, Heer, Dat steeds U bemint. Dan ben ik van nu aan Voor eeuwig Gods kind. 6

7 Samenzang Psalm 81: 1 en 12 Alle aanwezigen Zingt nu blij te moe t Machtig Opperwezen Ene lofzang toe. Om ons heilgenot Worde Jakobs God Met gejuich geprezen. Alle kinderen Opent uwe mond, Eist van Mij vrijmoedig, Op mijn trouwverbond. Al wat u ontbreekt Schenk Ik, zo gij t smeekt, Mild en overvloedig. 7

8 De groepen 4, 5 en 6 Het kleine stadje Bethlehem Ligt stil in donk re nacht. De herders in het wijde veld, Zij houden trouw de wacht. Maar zie, er schijnt een helder licht, Ook klinkt een eng lenstem: De Heiland is geboren nu, Ga heen en kniel voor Hem. Lukas 2: 8-9 Psalm 130:4 Lukas 2 : Wees niet bevreesd, zo klonk zijn stem, Want ik verkondig u Hier in de streek van Bethlehem, Een blijde boodschap nu. Lukas 2:

9 Zo sprak de engel en daarna Verscheen een eng lenheer, Dat machtig zong ter eer van Hem, Die kwam op aarde neer. Toen werd de hemel dichtgedaan, Zij zagen zich in t duister staan, Terug weer op de aarde. Laat ons dan gaan naar Bethlehem En zien wat werd verteld van Hem, Het Kind, zo groot van waarde. Zij liepen haastig door de nacht En zagen Hem, zo lang verwacht, Stil liggen in de doeken. Zij zagen door t geloof Hem aan. Zijn liefde hebben zij verstaan: Hij kwam t verlorene zoeken. Het eeuwige Godswoord, eeuwig Licht des Vaders, Zien wij gehuld in het mens lijk vlees. Goddelijk Kind, gewonden in de doeken, Komt, laten wij aanbidden! (alle kinderen) Komt laten wij aanbidden! (alle kinderen en vrouwen) Komt, laten wij aanbidden, die Koning! (alle aanwezigen) 9

10 Samenzang Psalm 86:5 Al de heid nen door Uw handen, Voortgebracht in alle landen, Zullen tot U komen, Heer, Bukken voor Uw aanschijn neer En Uw Naam ter ere leven. Gij zijt groot en hoog verheven, Gij doet duizend wonderheên, Gij zijt God, ja, Gij alleen. Vertelling De wijzen uit het oosten Samenzang/collecte Psalm 150: 1,2 en 3 Vrouwen en meisjes Looft God, looft Zijn naam alom, Looft Hem in Zijn heiligdom! Looft des HEEREN grote macht In den hemel Zijner kracht. Looft Hem om Zijn mogendheden! Looft Hem naar zo menig blijk Van Zijn heerlijk koninkrijk: Voor Zijn troon en hier beneden. 10

11 Mannen en jongens Looft God met bazuingeklank, Geeft Hem eer, bewijst Hem dank. Looft Hem met de harp en luit, Looft Hem met de trom en fluit, Looft Hem op uw blijde snaren! Laat zich t orgel overal, Bij het juichend vreugdgeschal, Tot des HEEREN glorie paren. Alle aanwezigen Looft God, naar Zijn hoog bevel, Met het klinkend cimbelspel. Looft Hem op het schel metaal Van de vrolijke cimbaal. Looft de HEER, elk moet Hem eren! Al wat geest en adem heeft Looft de HEER, Die eeuwig leeft, Looft verheugd de HEER der heren! 11

12 De groepen 7 en 8 Psalm 117 Mattheüs 2: 1 en 2 O, wonderschone liefde, Die uit de kribbe straalt! t Is al voor mensenzielen, Dat Hij is neergedaald. O Jesu, Zoon des Vaders, Gekomen in de nacht, Aan U, de grote Koning, Zij liefd en eer gebracht. Komt, laten wij beminnen Dit Kind van Bethlehem, Ons hart en onze liefde, Dat alles schenken Hem. O Jesu, Zoon des Vaders, Gekomen in de nacht, Aan U, de grote Koning, Zij liefd en eer gebracht. Mattheüs 2:

13 Wijzen uit het Oosten, uit zo verre land, Zij zochten onze Heere met offerand. Z offerden ootmoediglijk myrrh, Wierook ende goud, T eren van dat Kindje, Dat alle ding behoudt. Kyriëleis. O Kindje klein! O Koning groot, Eén ding wil ik U vragen: Dat ik U immer, tot de dood, Mag in mijn harte dragen. Laat mij, o Heer, Uw kribbe zijn. Zend in mijn hart Uw lichte schijn. Geef mij Uw eeuw ge vreugde. (refrein vanaf 2 e couplet alle aanwezigen) The First Noel, the Angel did say, Was to certain poor shepherds in fields as they lay. In fields where they lay, keeping their sheep, On a cold winter's night that was so deep. Noel, Noel, Noel, Noel, Born is the King of Israel! De eerste Kerstnacht werd gemeld Aan arme herders in het veld. Die hielden bij het vee de wacht, Midden in een winternacht. Noel!(4x) De koning van Israel is geboren! 13

14 They looked up and saw a star Shining in the East beyond them far. And to the earth it gave great light And so it continued both day and night. Noel, Noel, Noel, Noel Born is the King of Israel! Ze keken omhoog en zagen een ster In het oosten blinken van heel ver. Die schonk de aarde een helle gloor En dat ging dag en nacht zo door. Noel! (4x) De koning van Israel is geboren! And by the light of that same star Three wise men came from country far. To seek for a King was their intent And to follow the star wherever it went. Noel, Noel, Noel, Noel, Born is the King of Israel! Bij het licht van deze ster Kwamen drie Wijzen van heel ver. Een nieuwe koning zochten zij En de ster die scheen hen bij. Noel! (4x) De koning van Israel is geboren! This star drew nigh to the northwest; O'er Bethlehem it took its rest. And there it did both pause and stay, Right o'er the place where Jesus lay. Noel, Noel, Noel, Noel, Born is the King of Israel! Then entered in those Wise men three, Full reverently upon their knee, And offered there in His presence Their gold and myrrh and frankincense. Noel, Noel, Noel, Noel, Born is the King of Israel! De ster gaf het noordwesten aan, Boven Bethlehem bleef hij staan. Daar stond hij stil, bewoog niet meer: Juist boven het huis van Jezus, de Heer! Noel! (4x) De koning van Israel is geboren! Na het binnengaan bogen de wijzen alle drie Vol eerbied voor het Kind de knie. En haalden voor hem, met diep ontzag Goud, mirre en wierook voor de dag. Noel! (4x) De koning van Israel is geboren! 14

15 (1 e en 2 e couplet alle schoolkinderen) God, enkel licht, voor Wiens gezicht Niets zuiver wordt bevonden. Ziet ons bevlekt, met schuld bedekt, Misvormd door duizend zonden. Der sterren pracht is bij Hem nacht, Hoe hel zij schitt ren mogen; En wij, belaân met euveldaân Wat zijn wij in Zijn ogen? (alle aanwezigen) Heer! waar dan heen? Tot U alleen! Gij zult ons niet verstoten; Uw eigen Zoon heeft tot de troon De weg ons weer ontsloten. Sluiting Ere zij God! 15