Alles in Christus In alles als Christus 6 Prekenserie over de brief van Paulus aan de Kolossenzen

Transcriptie

1 Alles in Christus In alles als Christus 6 Prekenserie over de brief van Paulus aan de Kolossenzen Kolossenzen 3:5 17 Nieuwe bedrijfskleding Stel je voor: een kassamedewerkster van Aldi neemt ontslag om te gaan werken bij de Albert Heijn. Zij kan daar namelijk een functie met meer verantwoordelijkheid krijgen: ze wordt assistent van de filiaalmanager. Op de eerste werkdag verschijnt ze in haar ouwe trouwe Aldischort bij de Albert Heijn en gaat vrolijk aan de slag. Ik denk dat ze al snel bij de filiaalmanager wordt ontboden om uitleg te geven over zijn kleding. Bedrijfskleding dient namelijk een belangrijk doel, zowel intern als extern: het straalt eenheid uit, je hoort bij het bedrijf samen met de anderen die dezelfde kleding dragen, het maakt je representatief voor het bedrijf. Het oude en vlekkerige Aldischort zal dus plaats moeten maken voor een fris nieuw AH-exemplaar! Wie bij Koning Jezus in dienst komt, zal ook nieuwe bedrijfskleding moeten dragen. Kleding die representatief is voor zijn Koninkrijk en die de onderlinge eenheid zichtbaar maakt. Nee, in deze preek gaan we ons niet bezighouden met kledingvoorschriften. Het gaat niet over stropdassen, colberts, hoedjes, rokken of spijkerbroeken. Want dat zijn juist dingen die horen bij religie, bij de menselijke tradities die leiden tot verdeeldheid. (Zie Kolossenzen 2:8) Waar het dan wél over gaat? Lees maar mee in Kolossenzen 3: Lezen: Kolossenzen 3:5 17 In de vorige preek heb ik uitgelegd, dat we geen scheidsrechters van elkaar moeten zijn, die elkaar steeds maar terugfluiten op allerlei punten als sabbatsviering, eten, drinken en dergelijke (twist)punten. We moeten ons allemaal richten op het centrum van ons geloof: Christus. Hij is onze Koning en we vertegenwoordigen Hem op aarde als ambassadeur. Zijn hemelse wil is in ons leven wet, maar we houden ons ook aan de regels van de aarde. Toch is onze blik steeds gericht op wat boven is, niet op wat op aarde is. Haast juichend eindigde het vorige Bijbelgedeelte (vers 4) met het vooruitzicht, dat we als Christus verschijnt, samen met Hem in luister zullen verschijnen. Als dat geen reden is om naar boven te blijven kijken! Maar in vers 5 zet Paulus ons meteen weer met beide benen op de grond. Je richten op wat boven is, heeft niet te maken met je ogen! Het heeft niets te maken met naar boven staren en wachten. Het gaat juist over ons leven nu en hier op aarde. Over wie je bent geworden door bij Koning Jezus te horen. Het gericht zijn op Christus boven geeft ons inzicht in hoe we hier beneden en vandaag de dag moeten leven als zijn ambassadeurs. We moeten dus aan de slag in die nieuwe baan. En daarbij hoort nieuwe bedrijfskleding, waaraan we elkaar kunnen herkennen: jij hoort ook bij Hem en dus bij ons! Bedrijfskleding die de eenheid bevordert en die duidelijk past bij onze hemelse Werkgever. UIT DIE OUDE, VUILE KLEREN! (vers 5-11) Daarom moet eerst dat oude vuile kloffie uit! Dat hoort bij je oude baas, bij het leven dat aards gericht is. Paulus gebruikt nogal sterke en duidelijke woorden: afsterven (vers 5), opgeven (vers 8) en afleggen (vers 9).

2 Eigenlijk is dat afsterven ook nog zwak vertaald. Er staat letterlijk een actief werkwoord: maak dood die ontucht, zedeloosheid, hartstocht, lage begeerten en hebzucht! Het wordt dan een zaak van je wil. Je wilt dit niet meer, dus: leg die dingen het zwijgen op, voed ze niet meer, maak ze dood! Het hoorde bij vroeger, nu is het ongepast. Paulus noemt allemaal zaken die met gerichtheid op jezelf te maken hebben: wat ik lekker en opwindend vind, wat ik hebben wil Dat is in feite afgoderij: je zet jezelf met jouw begeerten op de eerste plaats. Seks was het mooiste cadeau van God voor twee mensen om zich aan elkaar te geven. Maar het wordt buiten de kaders die God gaf al snel iets om te nemen als je er behoefte aan hebt. Seks wordt hebzucht en daarmee afgoderij: het draait om jou en jouw genot! (Dat er een link is tussen seks en hebzucht, is in veel tv-reclames trouwens overduidelijk ) Ontucht, zedeloosheid en hebzucht komen voort uit ik-gerichtheid; je bent je eigen god, het draait allemaal om jouw eigen genot en geluk. Maar een christen is gericht op Christus. Van Hem leer je met andere ogen naar mensen kijken. Niet begerig en hebberig, maar gevend en dienend. Zo kijkt Christus namelijk ook. 2 Misschien merk je, dat je nog stukken van die aardse kleren draagt. Verstop ze dan niet onder je mooie nieuwe bedrijfskleding, want dat zit toch niet lekker Het is als een smerig t- shirt met olievlekken onder een hagelwit overhemd. Het risico is groot, dat de olievlekken je witte overhemd van binnenuit besmeuren. Daarom belemmert het je in je functioneren en het vrij bewegen: je leeft in angst, dat iemand het gaat zien Dat past toch ook niet bij je nieuwe status als ambassadeur? Trek het dus uit! Actief, zichtbaar. Belijd het, want om deze dingen treft Gods toorn degenen die Hem ongehoorzaam zijn. (vers 6), maar Belijden we onze zonden, dan zal Hij, die trouw en rechtvaardig is, ons onze zonden vergeven en ons reinigen van alle kwaad. (1 Johannes 1:9) Maak vuile gedachten dood door ze niet meer te voeden. Straks, wanneer we de verzen bespreken, wordt duidelijker hoe je dat doet. In vers 8 gaat het dan verder met de volgende oproep: geef alles wat slecht is op. Het woord in de grondtekst heeft ook de betekenis van wegleggen, aan de kant leggen en opbergen. Dat doe je met dingen die je niet meer nodig hebt: woede, drift, vloeken, schelden Al deze zonden staan je zelfbeheersing in de weg, je waardigheid als ambassadeur. Door je zelfbeheersing te verliezen, maak je de eenheid stuk. Het schept verwarring en onrust, veroorzaakt ruzie en wantrouwen. Datzelfde gebeurt, wanneer je liegt en bedriegt. Het maakt de relaties kapot. En waarom doe je dat nou? Want je bent toch geen kind meer van de Bedrieger, de Leugenaar, de Kapotmaker? Drie woorden die passen bij de vijand van God: de duivel. Nu hoor je niet meer bij hem, dus je hebt die slechte dingen niet meer nodig. God heeft ons gered uit de macht van de duisternis en ons overgebracht naar het rijk van zijn geliefde Zoon (1:13) We zijn nu kinderen van licht, liefde, eenheid en waarheid. Alles wat aards is moet dus dood, je moet het opgeven uittrekken als een vuil kleed, afleggen en opbergen om het nooit weer op te pakken. Want anders kan onze Koning Zichzelf niet in ons zien. Tijd om ons om te kleden dus. Maar dat betekent dat je met de billen bloot moet, je komt in je blootje te staan. En je moet misschien dingen opruimen, die voor jou juist heel belangrijk waren: zo ben ik nou eenmaal Dat kan pijn doen. Iets wat afsterft doet namelijk veel pijn Je raakt een stukje van je identiteit kwijt. Maar wel een stukje dat niet meer past bij je nieuwe identiteit.

3 Je bent tenslotte bedoeld voor hemelse luister! (vers 4) Daarom krijg je nieuwe kleding die past bij die nieuwe identiteit. In je blootje is er geen onderscheid meer, dan zie je niet of iemand de machtigste, rijkste of belangrijkste is. De naakte waarheid is, dat je van Christus bent. Hij wil ons opnieuw aankleden, maar dan zo dat niet de verschillen benadrukt worden, maar de eenheid. Het maakt niet uit wat je etnische achtergrond is; het is voor Griek en Jood dus ook voor Nederlander en Antilliaan. Het maakt niet uit wat je religieuze achtergrond is; de bedrijfskleding is voor besneden of onbesneden geschikt dus ook voor sabbatsvierders en zondagsheiligers. Culturele en maatschappelijke achtergronden vallen weg: barbaar en Skyth (dat is een soort superbarbaar ) zijn dan gelijk, slaaf of vrije telt niet meer. De bankdirecteur is in Jezus Koninkrijk even belangrijk als de koffiejuffrouw of een uitkeringsgerechtigde. Al die dingen vallen weg. We moeten niet letten op de achtergrond van de ander, maar we kijken naar wat je van Christus ziet in de ander. 3 DE BEDRIJFSKLEDING VAN CHRISTUS (vers 12-15) De kerk is het Lichaam van Christus. Dat betekent, dat wij Christus zelf op aarde vertegenwoordigen. Als je dit tot je laat doordringen, kan er twijfel in je opkomen: wij zijn Christus-zichtbaar? Is dat echt waar? Het lijkt wel alsof Jezus die twijfel bij ons wil wegnemen met vers 12. Paulus noemt het ons als feiten: u bent door God uitgekozen, u bent zijn heiligen, Hij heeft u lief Wat een geweldige woorden en kwalificaties! Wist je, dat deze woorden door God ook zijn uitgesproken over zijn Zoon Jezus? Jezus was de door God uitgekozene (Lukas 9:35), Gods heilige (Lukas 1:35) en Gods geliefde (o.a. Markus 1:11). Door ons nu ook zo aan te spreken, stelt God ons gelijk aan zijn Zoon. God ziet in ons zijn Zoon. Daarom moeten de eigenschappen van Jezus ons gaan omhullen als een nieuw kleed, dat ons op het lijf geschreven staat. Zo mogen we ook in elkaar Christus herkennen. We krijgen tenslotte allemaal die nieuwe bedrijfskleding. Het is kleding die steeds vernieuwd wordt. Daar moet je actief mee aan de slag: laat je leiden door innig medeleven, goedheid, bescheidenheid, zachtmoedigheid en geduld. Allemaal karaktereigenschappen van Jezus, gericht op de ander en niet op zichzelf. Hij is de bron en inspirator. Alweer een reden om je te richten op Christus: van Hem leer je wat het dragen van je nieuwe kleding inhoudt. Dat is wat Paulus in zijn brief aan de Filippenzen de gezindheid van Christus noemt: Nu u door Christus zozeer bemoedigd wordt en liefdevol getroost, nu er onder u zo n grote verbondenheid met de Geest is, zo veel ontferming en medelijden, maak mij dan volmaakt gelukkig door eensgezind te zijn, één in liefde, één in streven, één van geest. Handel niet uit geldingsdrang of eigenwaan, (dat is het oude kleed!) maar acht in alle bescheidenheid de ander belangrijker dan uzelf. (het nieuwe kleed!) Heb niet alleen uw eigen belangen voor ogen, (oud) maar ook die van de ander. (nieuw) Laat onder u de gezindheid heersen die Christus Jezus had. Hij die de gestalte van God had, hield zijn gelijkheid aan God niet vast, maar deed er afstand van. Hij nam de gestalte aan van een slaaf en werd gelijk aan een mens. (Filippenzen 2:1-7) Elkaar zien als gelijken en gericht zijn op het belang van de ander, houdt ook in, dat we elkaar in de gemeente verdragen en vergeven. Elkaar, dat is wederkerig. Ook jij hebt vergeving van een ander nodig. Het gaat hier dus niet alleen over vergeving geven, maar ook om ontvangen.

4 Elkaar verdragen houdt in, dat je niet direct met je woordje klaar staat als een ander zich in jouw ogen vreemd opstelt of gedraagt. Wees terughoudend in je commentaar. Jij kunt tenslotte voor een ander ook wel eens een lastige medegelovige zijn Elkaar vergeven gaat nog een stapje verder. Omgaan met gemeenteleden zorgt er onvermijdelijk voor dat je elkaars fouten en tekortkomingen leert kennen. Voor je het weet gebruik je die kennis verkeerd: niet om elkaar te helpen en te steunen in de strijd, maar om die in een verwijtenoorlog als munitie te gebruiken. En dan is de eenheid die Christus zo graag onder ons ziet verdwenen. Toch Deze opdracht van verdragen en vergeven is zo moeilijk in praktijk te brengen! Want moet je dan in de gemeente maar alles door de vingers zien? Dat kan toch niet de bedoeling zijn! Zonde moet toch zonde genoemd worden!? Moeten we de fouten van elkaar dan maar in de doofpot stoppen uit naam van de liefde? 4 Om uit vers 13 een gezonde les te leren over verdragen en vergeven, moeten we letten op het woordje elkaar en op de context waarin dit vers staat. Elkaar geeft aan, dat het ook op jou slaat en dan besef je dat jij ook een lastige opgave kunt zijn voor je medegelovigen. We hebben allemaal Gods vergeving nodig De context is daarnaast heel belangrijk, want voor en na vers 13 staan de voorwaarden en de grond voor een goede verdraagzame en vergevende houding. We kunnen elkaar namelijk verdragen en vergeven, omdat we elkaar erkennen in onze unieke nieuwe positie: uitgekozen heiligen, geliefden van God. We kunnen elkaar herkennen aan de bedrijfskleding van innig medeleven, goedheid, bescheidenheid, zachtmoedigheid en geduld. Daarin zijn we elkaars gelijken en hebben we allemaal genade van God ontvangen. Elkaar vergeven heeft dan zijn grond in onze eigen persoonlijke vergeving door God. Maar voor wie in zonde leeft en blijft leven, geldt wat in vers 6 staat: Gods toorn treft degenen die Hem ongehoorzaam zijn. Er is dus nog degelijk ruimte voor tucht en straf in de gemeente. We hoeven niet alle zonden onder een mantel van liefde te verstoppen. Dat is een verkeerde vorm van liefde, want die is eenzijdig gericht op daders, maar vergeet de slachtoffers van zonde. Dergelijke liefde zorgt niet voor eenheid, maar voor scheuring. In de gemeente moet onze liefde daarom uitgaan naar mensen die dezelfde bedrijfskleding dragen: dat zijn de mensen die hun leven vernieuwen, die de oude mens en zijn leefwijze zichtbaar afgelegd hebben. Dan ontstaat er ruimte voor liefde die samenbindt, die zichzelf niet zoekt, maar de eenheid met elkaar. Liefde die zijn bron vindt in Gods liefde voor ons (vers 12). Dat is de riem van onze bedrijfskleding: de band die u tot een volmaakte eenheid maakt. (vers 14) Wie vrede heeft met God, zoekt de vrede met elkaar. Het is de vrede die Christus heeft gebracht: onderlinge eenheid in de gemeente en vrede met God. 1 Vrede kwam Hij verkondigen aan u die ver weg was 2 en vrede aan hen die dichtbij waren 3 : dankzij Hem hebben wij allen door één Geest toegang tot de Vader. (Efeziërs 2:17-18) Die vrede moet in de gemeente heersen. (vers 15) Het Griekse woord dat met heersen is vertaald, betekent letterlijk scheidsrechter zijn. 1 Zie hierover ook Efeziërs 2. 2 De Grieken, de onbesnedenen, de barbaren, Skythen en andere heidenen 3 De Joden, de besnedenen, Gods uitverkoren volk Israël

5 De vrede van Christus is dus onze scheidsrechter, de norm om elkaar te verdragen en vergeven. Wie de vrede van Christus kent, ziet dat we samen één lichaam zijn, een eenheid van uitgekozen, geliefde heiligen. De vrede van Christus verdrijft bovendien de angst voor Gods toorn. En dat is een grote reden om dankbaar te zijn! HET SCHOONMAAKMIDDEL (vers 16-17) Zo, onze nieuwe kleding zit Maar hoe lang houden we het schoon? Ook nieuwe kleren worden een keertje vuil. En hoe krijgen we die dan weer als nieuw? De meeste wasmiddelen beloven wel, dat ze de was van binnenuit schoonmaken, maar toch dringt elk wasmiddel van buiten af tot in de vezels. Dat komt omdat het vuil ook van buitenaf komt. Maar wat maakt onze bedrijfskleding vies? Niet dingen die van buitenaf komen, maar juist die van binnenuit. Jezus zegt in Marcus 7:20-23: Wat uit de mens komt, dat maakt hem onrein. Want van binnenuit, uit het hart van de mensen, komen slechte gedachten, ontucht, diefstal, moord, overspel, hebzucht, kwaadaardigheid, bedrog, losbandigheid, afgunst, laster, hoogmoed, dwaasheid; al deze slechte dingen komen van binnenuit, en die maken de mens onrein. Ons vuil komt van binnenuit en daarom hebben we ook een wasmiddel nodig dat van binnenuit werkt en een beschermende laag kan aanbrengen. 5 In vers 16 noemt Paulus het merk van dat wasmiddel: Het woord van Christus 4. Je mag het rijkelijk toepassen, zodat het overstroomt naar anderen. Laat het in je wonen; dat betekent dat het woord van Christus zich bij je thuis voelt. Dan kan het je van binnenuit schoonmaken en een beschermende laag aanbrengen. Met woorden uit Efeziërs 5: Christus zonderde Zijn Gemeente voor Zichzelf af. Zijn woord was als een bad dat haar reinigde. Hij wilde dat de Gemeente stralend voor Hem zou staan; volmaakt, zonder vlek of rimpel. Zij moest heilig en zuiver zijn. (Efeze 5:26-27 Het Boek) In vers 10 staat, dat de nieuwe mens steeds vernieuwd wordt naar het beeld van de Schepper en zo tot inzicht komt. Dat gebeurt dus door het evangelie van Christus! Het evangelie dat Christus centraal stelt is echte waarheid, wijsheid en kennis. Dat evangelie bindt samen, maakt dankbaar en voedt op. Daarom gaat Paulus direct verder: onderricht en vermaan elkaar in alle wijsheid vanuit het woord van Christus. Vermanen is elkaar op de goede weg houden. De Statenvertaling blijft dicht bij de woordvolgorde in de Griekse grondtekst en dan zie je, dat er een verband ligt tussen onderrichten, vermanen en zingen: Het woord van Christus wone rijkelijk in u, in alle wijsheid; leert en vermaant elkander, met psalmen en lofzangen, en geestelijke liederen Elkaar zingend leren en vermanen is dat geen mooie manier om elkaar de juiste weg te wijzen? Samen zingen over wat Christus voor ons heeft gedaan. Samen gericht zijn op Christus, samen ons laten vullen door wat de Heilige Geest ons vol genade ingeeft. Dan laten we ons van binnenuit reinigen. Dan beschermt het tegen vuiligheid die uit onszelf komt. 4 De NBV vertaalt mijns inziens onjuist met meervoud woorden. Het Grieks heeft het enkelvoud logos. Het woord van Christus is het evangelie waarin Christus centraal staat, zie Kolossenzen 1:5 en

6 In vers 17 wordt alles kernachtig samengevat. We leggen het oude kleed af en trekken een nieuw kleed aan, omdat we ambassadeurs zijn geworden van de Heer Jezus. We handelen en spreken namens Hem. Daar past representatieve bedrijfskleding bij, die schoon wordt gehouden door het woord van Christus, dat door de Heilige Geest rijkelijk in ons wil wonen. Wie dat beseft heeft redenen te over om te danken. Danken voor de vrede van Christus, voor Gods liefde, voor vergeving, voor de Heilige Geest, voor elkaar als leden van Christus Lichaam. Redenen om te danken redenen om te zingen! Ons leven wordt loven. Samen! Amen Soest, 20 september 2009 Zingen: Opwekking 167, couplet 1 en 3 6 Samen in de naam van Jezus heffen wij een loflied aan, want de Geest spreekt alle talen en doet ons elkaar verstaan. Samen bidden, samen zoeken naar het plan van onze Heer. Samen zingen en getuigen, samen leven tot zijn eer. Prijst de Heer, de weg is open naar de Vader, naar elkaar. Jezus Christus, Triomfator, mijn Verlosser, Middelaar. Vader, met geheven handen breng ik U mijn dank en eer. 't Is uw Geest die mij doet zeggen: Jezus Christus is de Heer!