Leiders en Volgers. Maarten Immens ANR: HAIT Master Thesis series nr OF THE REQUIREMENTS FOR THE DEGREE OF

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Leiders en Volgers. Maarten Immens ANR: 231766 HAIT Master Thesis series nr. 11-008 OF THE REQUIREMENTS FOR THE DEGREE OF"

Transcriptie

1 Leiders en Volgers Maarten Immens ANR: HAIT Master Thesis series nr THESIS SUBMITTED IN PARTIAL FULFILLMENT OF THE REQUIREMENTS FOR THE DEGREE OF MASTER OF ARTS IN COMMUNICATION AND INFORMATION SCIENCES, MASTER TRACK HUMAN ASPECTS OF INFORMATION TECHNOLOGY, AT THE FACULTY OF HUMANITIES OF TILBURG UNIVERSITY Thesis committee: Prof. dr. H.J. van den Herik Prof. dr. A. Plaat Prof. dr. E.O. Postma B. Joosten, MSc. Tilburg University Faculty of Humanities Department of Communication and Information Sciences Tilburg center for Cognition and Communication (TiCC) Tilburg, The Netherlands August 2011

2 Voorwoord Voor u ligt het resultaat van maanden werk en inzet. Het kiezen van een interessant onderwerp is achteraf de eenvoudigste keuze gebleken. Leiderschap intrigeert mensen, het blijkt dat ik daar geen uitzondering op ben. Een probleem met deze diepgewortelde interesse van mensen in leiders en alles wat daarmee samenhangt, is dat er enorm veel over geschreven is. Het zoekwoord Leider levert bij Google dan ook hits op. U kunt zich voorstellen dat het selecteren en trechteren van deze informatie een enorme taak was. Door het doel voor ogen te houden was het mogelijk deze overweldigende hoeveelheid informatie te gebruiken als kennis voor deze thesis. De kundige begeleiding van Professor Jaap van den Herik heeft mij enorm geholpen de juiste structuur te vinden en uiteindelijk tot een goed eindresultaat te komen. Bij het schrijven van een thesis is er namelijk maar één regel: goed duidelijk maken waar je het eigenlijk over hebt. Daarnaast is het van belang dat een thesis niet als een puzzel geschreven is, want voor puzzels zijn er sudokuboekjes. Daarnaast wil ik graag Professor Aske Plaat bedanken voor zijn kritische blik op deze thesis. Vanzelfsprekend wil ik mijn vrienden en mede-studenten bedanken. Zij hebben mijn vragen moeten aanhoren tijdens de talrijke gesprekken die we gevoerd hebben. Sommigen kwamen met goede ideeën die ik zowaar kon gebruiken. Uiteraard wil ik ook mijn familie en mijn vriendin Lieke bedanken voor hun steun. Zij hebben mij geholpen op momenten dat ik een frisse kijk op de zaak nodig had. Daarnaast hebben zij er nooit aan getwijfeld dat ik deze opleiding zou afronden, een uiting van vertrouwen die mij veel goed heeft gedaan. Maarten Immens Augustus 2011 ii

3 Samenvatting Leiderschap intrigeert mensen. Op hun beurt vinden leiders volgers interessant. De twee concepten hangen nauw samen. Sterker nog, ze kunnen niet los van elkaar gezien worden. Ook wetenschappelijk gezien zijn het twee interessante fenomenen. Het is algemeen bekend en geaccepteerd dat leiders invloed hebben op hun volgers. De gedachte dat volgers ook invloed hebben op leiders is echter niet alom geaccepteerd. In deze afstudeerscriptie onderzoek ik de invloed die volgers hebben op leiders op het vlak van self-efficacy en zelfvertrouwen. Self-efficacy is de mate waarin een persoon zichzelf bekwaam acht een bepaalde taak tot een goed einde te brengen. Zelfvertrouwen is de algehele evaluatie die een persoon maakt en de waardering die een persoon heeft, over zichzelf. Onze probleemstelling is in hoeverre feedback invloed heeft op de self-efficacy en het zelfvertrouwen van personen? Om inzicht te krijgen op het beantwoorden van deze probleemstelling hebben we een experiment uitgevoerd waaraan 40 universitaire studenten deelnamen. Er werd onderzocht in hoeverre positieve feedback leidde tot een verandering in self-efficacy en zelfvertrouwen. Alsook in hoeverre negatieve feedback tot een verandering leidde in self-efficacy en zelfvertrouwen. Daarnaast is er gekeken of het krijgen van feedback méér effect heeft op vrouwen dan op mannen. De resultaten laten zien dat het krijgen van feedback invloed heeft op de self-efficacy en het zelfvertrouwen. Het blijkt dat als er positieve feedback gegeven wordt, de self-efficacy en het zelfvertrouwen toenemen. Voor het omgekeerde is ook een aanwijzing gevonden; het blijkt dat als er negatieve feedback gegeven wordt, de self-efficacy en het zelfvertrouwen afnemen. Er is geen bewijs gevonden dat het krijgen van feedback méér effect heeft op vrouwen dan op mannen. Aan de hand van deze resultaten mogen we concluderen dat mensen beïnvloed worden door feedback van anderen en dat ook leiders worden beïnvloed door hun volgers. De leiders die deze feedback ter harte nemen profiteren hiervan. Hoyt, Murphy, Halverson & Watson (2003) hebben aangetoond dat de mate van self-efficacy van de leider, van invloed was op de self-efficacy van de volgers. In ons onderzoek zijn er aanwijzingen gevonden dat de selfefficacy van een leider beïnvloed wordt door feedback van volgers. Het versterken van selfeffiacy van de volgers heeft een positief effect op de prestatie van de hele groep volgers (Sosik, Avolio, Kahai & Jung, 1998). Organisaties profiteren door een cultuur te creëren iii

4 waarin het geven van feedback bevorderd wordt. Een hoge mate van interacties die beïnvloed worden door beide partijen, worden meestal door werknemers als prettig ervaren (Basu & Green, 1997). Dit is een toename van wederzijdse beïnvloedende interacties (Basu et al, 1997). Een hoge mate van wederzijdse beïnvloedende interactie is tevens gerelateerd aan een hogere mate van werktevredenheid. Dit alles leidt tot een grotere algemene tevredenheid over het werk (Graen, Novak, & Sommerkamp, 1982) en tot een positieve kijk op de tevredenheid over de leidinggevende (Duchon, Green, & Taber, 1986). Dit onderzoek had enkele beperkingen. De effecten van feedback op de langere termijn zijn niet onderzocht. De participanten die deelnamen aan het experiment waren allemaal universitaire studenten terwijl uit onderzoek blijkt dat het opleidingsniveau van invloed is op de self-efficacy en het zelfvertrouwen (Levitt, Guacci-Franco & Levitt, 1994; Tavani & Losh, 2003; Bandura, 1977). Daarnaast is er bij het experiment alleen feedback gegeven in de schriftelijke vorm terwijl andere vormen meer effectief zijn (Hattie, 1999). Tot slot is er bij dit onderzoek geen rekening gehouden met verschillende persoonlijkheidskenmerken van de participanten. iv

5 English summary Leadership intrigues people. Leaders, on their turn, are interested in followers. The two concepts are intertwined. Even more so, they are dependent on existence from each other. It is commonly known and accepted that leaders influence their followers. However the concept that followers also influence leaders is not as commonly accepted. In this thesis I researched the influence that followers have on leaders regarding the aspects self-efficacy and self-esteem. Self-efficacy is defined as the belief that one is capable of performing in a certain manner to attain certain goals. Self-esteem is the overall evaluation or appraisal of your own worth. Our problem statement is to what extent feedback influences self-efficacy and selfesteem. In order to gain insight in this problem statement, an experiment was conducted among 40 university students. It was researched to what extent positive feedback led to a change in self-efficacy and self-esteem. Additionally it was researched to what extent negative feedback led to a change in self-efficacy and self-esteem. Furthermore it was investigated whether receiving feedback had more influence on women than it had on men. The results show that reveiving feedback has influence on self-efficacy and selfesteem. It can be concluded that when negative feedback is given, the level of self-efficacy and self-esteem decline. Additionally it can be concluded that when positive feedback is given, the level of self-efficacy and self-esteem increase. No evidence was found for the hypothesis that feedback has more influence on women than on men. On the basis of the results we can conclude that people are influenced by feedback from others. This implies that leaders are influenced by their followers. Leaders that use this feedback benefit from it. Hoyt, Murphy, Halverson & Watson (2003) proved that the degree of self-efficacy of a leader influences the self-efficacy of his followers. In this research indications were found that the self-efficacy of a leader is influenced by the feedback from followers. An increase in self-efficacy of the followers has a positive effect on the performance of the followers (Sosik, Avolio, Kahai & Jung, 1998). Organizations benefit by creating a culture wherein giving feedback is encouraged. A high degree of interactions that are influenced by leaders as well as employees, are experienced pleasently by employees (Basu & Green, 1997). This is an increase of mutually influencing interactions (Basu et al, v

6 1997). A high degree of mutually influencing interactions is related to a higher degree of job satisfaction (Graen, Novak, & Sommerkamp, 1982) and it is related to an increasing satisfaction with the leader (Duchon, Green, & Taber, 1986). This researched had several limitations. The effects of feedback on the long term were not researched. All participants that took part in the experiment were university students despite the fact that educational level influences self-efficacy and self-esteem (Levitt, Guacci- Franco & Levitt, 1994; Tavani & Losh, 2003; Bandura, 1977). Additionally feedback was only provided in writing whilst other forms of providing feedback are proven to be more effective (Hattie, 1999). Finally, personality traits of the participants were not accounted for in this study. vi

7 Inhoudsopgave Voorwoord... ii Samenvatting...iii English summary... v Inhoudsopgave... 1 Introductie... 3 Structuur van de scriptie... 4 Hoofdstuk 1: Leiderschap Meetinstrumenten voor leiderschap Het belang van een leider Evolutionaire Leiderschap Theorie Nieuw onderzoek: nadruk op volgers Gerelateerd onderzoek Probleemstelling en onderzoeksvragen Hoofdstuk 2: Opzet van het experiment Doel van het experiment Ontwerp Participanten Materiaal Instrument Procedure Hoofdstuk 3: Resultaten Onderzoeksvraag Onderzoeksvraag Hoofdstuk conclusies

8 Hoofdstuk 4: Analyse van resultaten Feedback conditie Geslacht Hoofdstuk conclusies Antwoord probleemstelling Hoofdstuk 5: Conclusies Antwoorden OV1 en OV Antwoord PS Conclusies Beperkingen en vervolgonderzoek Referenties Bijlagen

9 Introductie Mensen voelen zich vaak aangetrokken tot leiders (Knippenberg, Knippenberg, Giessner). Een leider heeft charisma (Klein, House, 1995) en andere persoonseigenschappen zoals assertiviteit, zelfvertrouwen en het goed kunnen verwoorden van een visie (House, Spangler, Woycke, 1991). Het charisma en de persoonseigenschappen krijgen waarde door de relatie met de volgers (Klein, House, 1995). Deze relatie geeft leiders de mogelijkheid een effectieve leider te worden. Waar leiders zijn, zijn volgers. De volgers geven de leiders hun leiderschapstatus (Katz, Kahn, 1978). De twee zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Volgens Katz en Kahn (1978) kiezen volgers hun leiders op basis van kennis en kunde. De groep luistert naar de aanwijzingen van de leider en vertrouwt erop dat de leider de juiste beslissing neemt. Leiderschap wordt gezien als een proces waarbij twee of meer mensen beïnvloed worden (Hollander, 1978). Volgens deze definitie is het verschil tussen leiders en volgers gebaseerd op verschillen in hiërarchie (Hollander, 1978; Katz, Kahn, 1978). In deze hiërarchie heeft elke individu zijn taak. Deze taken zorgen ervoor dat de organisatorische doelen zo goed mogelijk behaald worden. De hiërarchie is gebaseerd op een verschil in beslissingsbevoegdheid, verantwoordelijkheid, toegang tot informatie, beloning en status (Vanderslice, 1988). De wensen van de groep mensen aan wie leiding gegeven wordt, bepalen mede de richting waarheen de groep als geheel gaat (Vanderslice, 1988). Het komt voor dat leiders hun eigen weg gaan en dat mensen blindelings (moeten) volgen zonder enige inspraak (Tucker, 1965). Dergelijk gedrag kan men terugvinden in dictatoriale en totalitaire regimes. De invloed die een leider heeft op de prestaties van volgers is meerdere malen onderzocht (LeBrasseur, Whissel, Ohja, 2002; Seltzer, Bassm 1990; Hater, Bass, 1988). In de wetenschap is het onderzoek naar de invloed van de volgers op de prestaties van de leider onderbelicht gebleven (Graen, Uhl-Bien, 1995; Howel, Shamir, 2005). Men benadert de leider volger relatie vrijwel altijd uit het oogpunt van de leider, de volger speelt een ondergeschikte rol. Het is eenvoudig te bedenken dat een leider zijn 1 volgers beïnvloedt. Het is echter net zo eenvoudig te bedenken dat volgers hun leider beïnvloeden. Toch is er nog niet onderzocht wat de invloed 1 Kortheidshalve gebruik ik hij en zijn wanneer ik bedoel hij/zij en zijn/haar. 3

10 van volgers dan precies is, of op wat voor manier een leider beïnvloed wordt door de volgers. Dit is dan ook de focus van dit onderzoek. Structuur van de scriptie Bij dit onderzoek is er gebruik gemaakt van een probleemstelling en twee onderzoeksvragen. De probleemstelling en de onderzoeksvragen staan vermeld aan het eind van hoofdstuk 1. Hoofdstuk 1 betreft een literatuurstudie naar leiders en volgers. Aan bod komen leiderschapsstijlen, het ontstaan van leiderschap en volgerschap, de focus van dit onderzoek. Tevens worden in dit hoofdstuk de probleemstelling en onderzoeksvragen opgesteld en beschreven. In hoofdstuk 2 wordt de opzet van het experiment uiteen gezet. Ook wordt het experimenteel ontwerp hier beschreven. Aan bod komen onder andere de dataverzamelingsmethode en de analyse-technieken. In hoofdstuk 3 worden de resultaten van het experiment gepresenteerd. In hoofdstuk 4 worden de resultaten geanalyseerd. Hiermee kunnen de onderzoeksvragen en deelvragen beantwoord worden. In hoofdstuk 5 worden de conclusies van dit onderzoek getrokken. Daarnaast komen de beperkingen van het onderzoek en de aandachtspunten voor vervolgonderzoek aan de orde. 4

11 Hoofdstuk 1: Leiderschap Leiders en leiderschap zijn sinds het begin der tijden onderwerpen geweest die van belang zijn voor de mens (van Vugt, Ahuja, 2010). Grote daden worden veelal toegekend aan grote leiders en ook de verschillende leiderschapsstijlen van grootheden worden onthouden. Vrijwel iedereen weet wie Julius Caesar was, iedereen kent Alexander de Grote of, meer recent, Nelson Mandela. Bepaalde leiderschapsstijlen horen bij een bepaald tijdperk (Bennis, Thomas, 2002). Twee voorbeelden van verschillende leiderschapsstijlen in een bepaald tijdperk zijn Julius Caesar en Nelson Mandela. Julius Caesar regeerde met ijzeren hand over zijn immense keizerrijk, terwijl Nelson Mandela Zuid-Afrika regeerde volgens het reconciliation (vergevingsgezind) principe na zijn jarenlange gevangenisstraf. In de loop der jaren zijn er veel onderzoeken geweest naar leiderschapsstijlen. Er is gekeken naar de invloed van leiders op volgers en naar leiderschapsstijlen en hun efficiëntie (Tichy & Ulrich, 1984; Leithwood, Seashore Louis, Anderson, Wahlstrom, 2004; Gardner, 1995; Bass, 1994). Op het internet zijn er talloze pagina s te vinden over leiderschap en wat het fenomeen precies inhoudt. Veel opleidingen pretenderen een leider van je te maken. Binnen het onderzoek naar leiderschap gaat een groot deel van de aandacht uit naar de leider en zijn persoonlijke aspecten, achtergrond, perceptie en acties (Shamir, 2007). Daarnaast heeft onderzoek naar leiderschap betrekking op de invloed van een bepaalde leiderschapsstijl op de volgers wat hun creativiteit, effectiviteit en groepscohesie betreft (Bass, Avolio, Jung, Berson, 2003). Op het gebied van het gedrag van leiders bestaat er grofweg het volgende onderscheid: transactioneel leiderschap vs. transformationeel leiderschap (Burns, 1978). - Transactioneel leiderschap: is voornamelijk gericht op een ruil relatie met de volgers (Hollander, 1978). De path-goal theorie (House & Mitchell, 1974) is daarbij een van de grondleggers van het transactionele leiderschap; leiders herkennen de behoeften van de volgers en geven aan hoe zij hun behoeften kunnen bevredigen in ruil voor werk voor de leider. - Transformationeel leiderschap: is, in tegenstelling tot transactioneel leiderschap, meer gericht op het inspireren en motiveren dan op eenvoudigweg instrueren. De leider is iemand met een sterke betrokkenheid en overtuiging, die zijn visie kan overdragen op 5

12 zijn medewerkers en ze op die manier enthousiasmeert voor hun taken (zie o.a. Avolio, 1999). Bij het transformationeel leiderschap probeert de leider zijn volgers te inspireren, probeert idealen over te brengen, intellectueel te stimuleren en zijn volgers te coachen (zie o.a. Bass & Avolio, 1994). 1.1 Meetinstrumenten voor leiderschap Om leiderschapstypes en karakteristieken te meten wordt bij verschillende onderzoeken veelal gebruik gemaakt van de Multi-factor Leadership Questionaire (MLQ) die ontwikkeld is door Bass & Aviolo in De MLQ meet verschillende criteria die bij leiderschap horen zoals het (1) beloningsgedrag, (2) empathie en (3) de mate waarin problemen gemonitord worden. Bij deze vragenlijst wordt er aan ondergeschikten gevraagd wat hun mening is over hun leider. Hetzelfde wordt gevraagd aan de directe leidinggevenden en collega s van de persoon bij wie de MLQ wordt afgenomen. Aan de leider wordt ook gevraagd om een vragenlijst in te vullen. Aan de hand van de interviews en de vragenlijst wordt duidelijk in welke mate onder andere het beloningsgedrag en empathie aanwezig zijn bij de leider. De MLQ meet echter niet hoe de volgers denken over hun leider, het meet enkel de karakteristieken van de leider zelf. Om te meten hoe werknemers over hun leidinggevende denken, hebben Carless, Wearing en Mann (2000) de Global Transformational Leadership Scale (GTL) ontwikkeld. Deze vragenlijst bestaat uit 7 items die beoordeeld kunnen worden op een 5-punts Likertschaal, van 0 = nooit tot 4 = zeer frequent. Bij de GTL worden items als visie, innovatief denken en ondersteuning aan werknemers gemeten. 1.2 Het belang van een leider Het idee van leidinggeven spreekt veel mensen aan, getuige het enorme aantal studies die er verricht zijn naar leidinggeven en leidersschap (Meindl, Ehrlich, Dukerich, 1985). Het beeld dat men bij een leider heeft is veelal dat van een zakelijk of politiek leider, in een positie waar men veel invloed heeft op anderen. We merken hierbij op dat dit posities zijn 6

13 waar men met veel moeite in terecht komt. Het beeld dat men bij een leider heeft is geromantiseerd (Meindl et al., 1985). Met de huidige technologische ontwikkelingen zoals de sociale media is het gemakkelijker een groot publiek aan te spreken. Om leiding te geven aan een grote groep volgers is het niet langer noodzakelijk dat de leider directeur is van een multinational. Een goed bekeken YouTube kanaal is tegenwoordig voldoende om mensen te beïnvloeden of te inspireren. Van Vugt en Ahuja (2010) hebben in hun boek Selected onderzocht waarom sommigen leiden, anderen volgen en waarom dat van belang is. Volgens van Vugt et al. (2010) blijkt dat mensen van nature de capaciteit hebben om te volgen, iets dat al begint vanaf de geboorte. Een pas geboren baby hoeft niet geleerd te worden om zijn moeder na te doen, instinctief weet hij dat het kopiëren van gedrag zijn kans op overleven vergroot Dit volgerschap kan echter ook nadelige invloeden hebben. Een voorbeeld hiervan is de terroristische aanslagen op het World Trade Center in New York van 11 september Toen daar het brandalarm afging volgden velen de kleine groep collega s die bleven zitten. De mensen die bleven zitten gingen ervan uit dat het een oefening betrof zoals deze vaker plaatsvonden. Waarom iemand een leider wil zijn heeft volgens van Vugt en Ahuja (2010) te maken met de beloningen die een leider krijgt; salaris, status, sex. In de Westerse maatschappij zijn salaris, status en sex van groot belang (Durvasula, Lysonski, 2010). De mens is van nature een volger (van Vugt et al., 2010) maar voelt zich aangetrokken tot leiders en leiderschap (Meindl et al., 1985). Om de oorsprong van het volgen te achterhalen kan er gekeken worden naar onze voorouders en de manier waarop zij leefden (van Vugt, Hogan, Kaiser, 2008). In deze omgeving had het voordelen om tot een groep te behoren. Individuen die hun eigen weg wilden gaan of zij die geen aandacht gaven aan anderen, vielen buiten de groep. De buitenstaanders stonden er alleen voor en moesten hun eigen eten vinden. Samen jagen, eten delen, het werk verdelen, groepsverdediging en gezamenlijk opvoeden van kinderen beschermden groepen tegen bedreigingen (Kenrick, Li, Butner, 2003). De personen die handelden naar het principe van samen sterk hadden meer kans op overleven. Dit wordt bevestigd door Charles Darwin in zijn boek Descent of Man (1871) waarin hij schrijft: With those animals which were benefitted by living in close association, the individuals which took the greatest pleasure in society would best escape various dangers, while those that cared least for their comrades, and lived solitary, would perish in greater numbers. 7

14 1.3 Evolutionaire Leiderschap Theorie Van Vugt en Ahuja (2010) benaderen volgerschap vanuit de Evolutionaire Leiderschap Theorie (ELT). Deze theorie stelt dat mensen hun eigen handelen coördineren met het handelen van anderen om zoveel mogelijk te ontsnappen aan gevaren. Dit gedrag maakt het mogelijk dat er een persoon in een groep naar voren treed die de handelingen van de gehele groep coördineerd. Binnen de ELT wordt gesteld dat de coördinator evolutionair beter onwikkeld is op het gebied van spraak, intelligentie en/of persoonlijkheid (dominantie). De groepen met een leider hebben een grotere kans op overleving in een vijandige omgeving. Volgens de ELT werd er gedurende de evolutie van de mens waarde gehecht aan het hebben van een leider en aspireerden anderen het leiderschap ook. Dieren die solitair leven hebben vaak een beperkte verzameling aan vaardigheden die hen helpen te overleven en staan bovenaan in de voedselketen. Deze vaardigheden zijn voldoende om te overleven in een omgeving die niet veranderlijk is (van Vugt, Ahuja, 2010). In een veranderende omgeving is het van belang te leren van anderen en vaardigheden te bundelen. Door deze constante veranderingen is het voor mensen aantrekkelijker anderen te volgen. Als mensen niet weten wat ze moeten doen, volgen zij vaak het gedrag van anderen. Daarnaast is het volgen en kopiëren van het gedrag van een leider een goede leerschool voor het leiderschap zelf (Collins, Brown, Holum, 1991; van Vugt et al., 2010). Een voorbeeld van het volgen en kopiëren van het gedrag van een leider is Philips topman Eelco Blok. De in oktober 2010 aangetreden topman was al sinds 1983 werkzaam bij KPN en sinds 2004 lid van de raad van bestuur 2. Deze posities brachten hem dichtbij de toenmalige directeur, Ad Scheepbouwer. De posities stelden hem in staat veel te leren en te kopiëren van zijn leider. 1.4 Nieuw onderzoek: nadruk op volgers De invloed die een leider heeft op de prestaties van volgers is meerdere malen onderzocht (LeBrasseur, Whissel, Oiha, 2002; Seltzer, Bassm 1990; Hater, Bass, 1988). In de wetenschap is het onderzoek naar de invloed van de volgers op de prestaties van de leider onderbelicht gebleven (Graen, Uhl-Bien, 1995; Howel, Shamir, 2005). Een van de 2 8

15 grondleggers van de theorie rondom transformationeel leiderschap (Burns, 1978) concludeerde dat leiderschap een dynamisch en wederzijds proces is waarbij zowel leiders als volgers beinvloed worden door elkaar. Het blijkt echter dat het merendeel van het onderzoek naar leiderschap zich niet heeft gericht op dit wederzijdse proces, maar voornamelijk op de leiders en hun invloed op de volgers. Shamir (2007) stelt dat leiderschap afhangt van de volgers, maar in welke mate en welke factoren daarbij een rol spelen is niet duidelijk. Maar wat wordt er nu precies bedoeld met volgers? Volgens van Vugt and Kurzban (2007) wordt een volger omschreven als een individu die zijn acties coördineert met een ander individu, de leider. Dit betekent dat de volger zijn eigen doelen terzijde schuift en de doelen van de leider overneemt. Volgerschap kan verschillende vormen aannemen (van Vugt, Ahuja, 2010). Men kan een tijdelijke volger zijn. Maar men kan ook een stabiele volger zijn, zoals een supporter van een voetbalclub. Daarnaast kan iemand volgen omdat het hiërarchish vastgesteld is dat je moet volgen, zoals in het leger. Volgers die ergens een passie voor hebben zijn er ook, daarbij kan men denken aan religieuze volgers. Het zijn van een volger betekent niet automatisch dat er een leider aanwezig is. Mensen kunnen een ideologie volgen of bijvoorbeeld een trend op kledinggebied. Over het algemeen kan gezegd worden dat een volger een deel van zijn individu afstaat om tot het grotere geheel te behoren. Deze behoefte van mensen en volgers om ergens bij te horen is veelvuldig onderzocht. Zo stelt de piramide van Maslow (1943) dat men veiligheid zoekt in een groep, een behoefte heeft aan vriendschappen & sociale interacties en zoekt naar status in sociaal verband. De Need to belong theorie (Baumeister, Leary, 1995) stelt dat de drang van mensen om tot een sociale groep te behoren aangeboren is en dat mensen het nodig hebben om deel te zijn van een geheel dat groter is dan het individu. Uit onderzoek blijkt dat medewerkers de sleutel zijn tot goede prestaties binnen een organisatie (Delaney & Huselid, 1996; Pfeffer, 1994). Het is voor organisaties van groot belang dat hun werknemers optimaal presteren. Goed human resource management speelt hierbij een rol (Huselid, 1995; Huselid & Becker, 1994), maar de leider heeft een belangrijke rol. De manier van leiding geven is van invloed op de prestaties van de werknemers. Shamir (2007) toont aan dat leiders invloed hebben op het gedrag en de prestaties van volgers (figuur 1). De effectiviteit van een leiderschapsstijl is afhankelijk van de capaciteiten, motivatie en het gedrag van de volgers (Hersey & Blanchard, 1977). De mate van invloed van 9

16 een leider op het gedrag en de prestaties van volgers, is dus afhankelijk van eigenschappen van volgers. De leiderschapsstijl heeft invloed op de motivatie, tevredenheid en prestatie van volgers (Judge & Piccolo, 2004). Figuur 1: De invloed van leiders op het gedrag en de prestatie van volgers. De Leader-Member Exchange theorie (Graen en Uhl-Bien, 1995) beschrijft de relatie tussen leiders en volgers. De theorie beschrijft dat leiders altijd een relatie hebben met hun volgers en beschrijft hoe deze relatie zich kan ontwikkelen. Deze relatie ontwikkelt zich in de loop der tijd door een uitwisseling van wederzijdse beïnvloedende interacties (Basu & Green, 1997). Een hoge mate van interacties die beïnvloed worden door beide partijen, worden meestal door werknemers als prettig ervaren (Basu et al, 1997). Een hoge mate van wederzijdse beïnvloedende interactie is tevens gerelateerd aan een hogere mate van werktevredenheid. Dit alles leidt tot een grotere algemene tevredenheid over het werk (Graen, Novak, & Sommerkamp, 1982) en tot een positieve kijk op de tevredenheid over de leidinggevende (Duchon, Green, & Taber, 1986). De invloed van het gedrag van de volgers op hun leider is een onderbelicht aspect (Bjugstad, Spotlight, Thach, Thompson & Morris, 2006). Stogdill (1974) heeft een overzicht gemaakt van de eigenschappen die een leider dient te bezitten. Zo dient een leider een bepaalde mate van dominantie te bezitten, moet hij ethisch en integer zijn, sociaal intelligent maar ook emotioneel stabiel. Onder emotionele stabiliteit worden onderwerpen zoals selfefficacy, zelfvertrouwen, optimisme en empathie bedoelt. Onderzoek van Bentz (1990) toont aan dat top-leidinggevende bij het Amerikaanse bedrijf Sears dominant, ethisch, sociaal intelligent en emotioneel stabiel waren. Deze criteria kwamen hun effectiviteit als leider ten goede. Onderzoek van Kark, Shamir en Chen (2003) toont aan dat de effectiviteit van een leider onder andere afhankelijk is van zijn zelfvertrouwen en zijn vermogen om zichzelf ondergeschikt te maken aan zijn volgers. Self-efficacy is de mate waarin iemand zichzelf 10

17 bekwaam acht een bepaalde taak tot een goed einde te brengen (Bandura, 1977), hetgeen belangrijk is voor een leider. Waar bij self-efficacy de nadruk ligt op de uitkomst van de taak die uitgevoerd wordt, ligt bij zelfvertrouwen de nadruk op het moment van handelen en is de uitkomst van het handelen niet direct van invloed. Self-efficacy is een evaluatie van de prestaties bij een taak en zelfvertrouwen is een evaluatie van de zelfwaarde als persoon (Rosenberg, 1965). Self-efficacy en zelfvertrouwen zijn de gedrags-aspecten waarop in dit onderzoek de nadruk ligt. 1.5 Gerelateerd onderzoek Uit onderzoek van Kirkpatrick en Locke (1996) blijkt dat de self-efficacy van volgers beïnvloed wordt door leiders. Het versterken van de self-efficacy van volgers is volgens Kirkpatrick et al. te relateren aan de directe invloed van de leider en een collectief gevoel van vergrote self-efficacy in de groep volgers. Uit onderzoek van Hoyt, Murphy, Halverson & Watson (2003) blijkt dat de mate van self-efficacy van de leider een voorspellende waarde is voor de collectieve self-efficacy van de groep volgers. De mate van collectieve self-efficacy van de groep volgers is vervolgens een voorspeller van de prestaties van de gehele groep. Ook uit ander onderzoek (Sosik, Avolio, Kahai & Jung, 1998) blijkt dat een leider de collectieve self-efficacy positief kan beïnvloeden en dat deze invloed vervolgens een positief effect heeft op de prestaties. Volgens Gist en Mitchell (1992) kan self-efficacy het best omschreven worden als het geloof dat iemand heeft in zijn eigen capaciteiten om te motiveren, cognitieve middelen aan te spreken en actie te ondernemen die nodig is om te voldoen in een bepaalde situatie. Het beoordelen van het gedrag van de leider kan aan de hand van zelfverbetering van personen. Uit onderzoek (Sedikides & Strube, 1997) blijkt dat zelfverbetering bij mensen effectief is omdat zij actief het beeld over henzelf aanpassen en dit leidt tot een positief zelfbeeld, waardoor personen meer kans hebben om effectief met hun omgeving om te kunnen gaan. Tevens stellen Sedikides et al. dat zelfverbetering wordt gebruikt om het zelfvertrouwen te verbeteren en te vergroten. 11

18 Bij zelfvertrouwen staat self-enhancement centraal: de motivatie van mensen om zichzelf voortdurend te verbeteren waarbij men een positieve zelf-kijk prefereert boven een negatieve zelf-kijk. Volgens Sedikides en Strube (1997): - Onthouden mensen uitingen die overeen komen met een positieve zelf-kijk beter dan uitingen die niet overeen komen met hun zelf-kijk. - Schat men zichzelf altijd in als boven-gemiddeld. - Dichten mensen positieve uitkomsten toe aan zichzelf en negatieve uitkomsten aan iemand anders. - Vinden mensen taken waarin zij zelf gefaald hebben minder belangrijk dat taken waarin zij succesvol zijn geweest. - Vergelijkt men zich liever met mensen die minder presteren dan met mensen die beter presteren dan zij. - Is men bezig met zichzelf zo positief mogelijk te presenteren aan anderen. Bij self-efficacy staat self-improvement centraal: de motivatie van mensen om hun vaardigheden, kennis en kunde te verbeteren (Sedikides & Strube, 1997). Bij self-efficacy vergelijkt men zichzelf met anderen die beter presteren. Door middel van deze vergelijking hoopt men nieuwe en betere vaardigheden te verkrijgen. 1.6 Probleemstelling en onderzoeksvragen Volgens de self-enhancement en de self-improvement gedachte zijn mensen voortdurend bezig om zichzelf te verbeteren om zo tot een positief zelf-beeld te komen (Sedidikes & Strube, 1995; Sedidikes & Strube, 1997). Hierbij spelen zowel self-efficacy als zelfvertrouwen een rol. Feedback is van invloed op de self-efficacy en het zelfvertrouwen (Leary, 1999; Machida & Schaubroeck, 2011). Het onderzoek naar de invloed van feedback op self-efficacy en zelfvertrouwen richt zich echter grotendeels op de ontwikkeling van leiders (Machida et al., 2011). Dit onderzoek is in lijn met de verwachting van Bjugstad et al. (2006) dat volgerschap een belangrijke rol gaat spelen in organisaties. Dit heeft geleid tot deze probleemstelling. Probleemstelling (PS): In hoeverre heeft feedback invloed op de self-efficacy en het zelfvertrouwen van personen? 12

19 Self-efficacy kan gelinkt worden aan zelfvertrouwen; immers hoe hoger iemand zichzelf inschat om een taak tot een goed einde te brengen, hoe hoger het zelfvertrouwen om tot een goede prestatie te komen terwijl men bezig is met de taak. Er is echter een duidelijk onderscheid tussen self-efficacy en zelfvertrouwen (focus op uitkomst versus focus op handelen). In bedrijven wordt er vaak feedback gegeven. Op deze manier wordt het handelen van een persoon beoordeelt. Een leider wordt beoordeelt door zijn leidinggevende, maar ook dagelijks door zijn volgers door middel van het geven van commentaar. Dit heeft geleid tot de volgende onderzoeksvragen: Onderzoeksvraag 1(OV1): Is de feedback die een persoon krijgt van invloed op de self-efficacy en het zelfvertrouwen van die persoon? Deelvraag 1 (DV1): Neemt de self-efficacy toe wanneer iemand positieve feedback krijgt? Deelvraag 2 (DV2): Neemt de self-efficacy af wanneer iemand negatieve feedback krijgt? Deelvraag 3 (DV3): Neemt het zelfvertrouwen toe wanneer iemand positieve feedback krijgt? Deelvraag 4 (DV4): Neemt het zelfvertrouwen af wanneer iemand negatieve feedback krijgt? Hoe men omgaat met feedback is van persoon tot persoon verschillend. De één staat minder open voor het ontvangen van feedback en het aanpassen van gedrag dan de ander. Volgens onderzoek is er daarbij een duidelijk verschil tussen mannen en vrouwen. Vrouwen verwerken de informatie die zij krijgen van anderen grondiger dan mannen (Robberts, 1991; Robberts & Nolen-Hoeksema, 1989, 1994). Specifiek blijkt dat als vrouwen feedback krijgen van anderen, zij daar meer aandacht aan besteden en eerder geneigd zijn hun gedrag aan te passen dan mannen zodat hun gedrag meer in een lijn is met de feedback die zij krijgen. Mannen hebben deze neiging in vergelijking met vrouwen minder sterk. Aan de hand van het onderzoek van Robberts en Nolen-Hoeksema mogen we verwachten dat er in dit onderzoek 13

20 naar voren komt dat feedback die vrouwen ontvangen meer effect heeft op de self-efficacy en het zelfvertrouwen dan bij mannen. Onderzoeksvraag 2 (OV2): Heeft het krijgen van feedback meer effect op vrouwen dan dat het heeft op mannen? Deelvraag 5 (DV5): Heeft het krijgen van feedback meer effect op de self-efficacy van vrouwen dan dat het heeft op mannen? Deelvraag 6 (DV6): Heeft het krijgen van feedback meer effect op het zelfvertrouwen van vrouwen dan dat het heeft op mannen? Hierbij wordt er geen verschil verwacht tussen negatieve of positieve feedback. De verwachting dat positieve dan wel negatieve feedback van volgers invloed heeft op de selfefficacy en het zelfvertrouwen van een persoon, is in lijn met de algehele verwachtingen van dit onderzoek. 14

21 Hoofdstuk 2: Opzet van het experiment In dit hoofdstuk wordt de opzet van het experiment beschreven. Aan bod komen de participanten van dit onderzoek en het experimenteel ontwerp. We bekijken het materiaal dat gebruikt is. Het instrument dat gebruikt is om de self-efficacy en het zelfvertrouwen te meten wordt ook beschreven. Afsluitend wordt de procedure beschreven voor dit experiment. 2.1 Doel van het experiment Het doel van dit experiment was inzicht te krijgen in hoeverre feedback invloed heeft op de self-efficacy en het zelfvertrouwen van personen. In het experiment is de invloed van negatieve en positieve feedback op de participanten gemeten. Daarnaast werd er een onderscheid gemaakt tussen mannen en vrouwen, omdat uit onderzoek (Robberts, 1991; Robberts & Nolen-Hoeksema, 1989, 1994) blijkt dat mannen en vrouwen anders omgaan met feedback die zij ontvangen. 2.2 Ontwerp Dit experiment was opgezet als een 2 (geslacht; man vs. vrouw) x 2 (positieve vs. negatieve feedback) x 2 (vooraf vs. achteraf). Het ontwerp van dit experiment verzekerde dat de participanten elkaar niet konden beïnvloeden (Keren, 1993). De participanten werden ingedeeld naar geslacht en vervolgens willekeurig in een conditie geplaatst die positieve of negatieve feedback ontving. De helft van de participanten (N = 20) ontving positieve feedback, de andere helft (N = 20) ontving negatieve feedback. De afhankelijke variabelen zijn de self-efficacy en het zelfvertrouwen. De onafhankelijke variabelen zijn geslacht en feedbackvorm. 15

22 2.3 Participanten Veertig studenten aan Tilburg University namen deel aan dit experiment. De verdeling man / vrouw was 20/20 en de studenten kregen geen extra studiepunten voor het deelnemen aan dit onderzoek. Alle participanten hadden de Nederlandse nationaliteit en spraken Nederlands. De gemiddelde leeftijd van de participanten was 23 jaar (M = 23.23, SD = 1.33). 2.4 Materiaal De participanten werden ontvangen in een kantoor van de Tilburg University. Aan de participanten werd gevraagd online het spel Boulder Dash te spelen op de website op de computer die voor hen stond. Dit spel heeft als doel dat de speler zoveel mogelijk diamanten moet verzamelen in een level. Daarbij wordt het karakter dat zij besturen gehinderd door vallende rotsblokken en vijandige figuren die vermeden dienen te worden. De participanten bestuurden het karakter door gebruik te maken van de pijltjestoetsen op het toetsenbord. Als een participant niet verder kon in een level was er de mogelijkheid om op te geven en opnieuw te starten. Het enige dat zichtbaar was voor de participanten op het beeldscherm was het spel. Randzaken die niets met het eigenlijke spel te maken hadden, zoals reclame en banners, werden afgeschermd. Door middel van inzoomen was het spel centraal te zien op het beeldscherm. Er is specifiek voor de online game Boulder Dash gekozen omdat dit spel automatisch telt hoeveel levels en punten er gehaald worden, deze punten zijn nodig om een level te voltooien. Het spel is makkelijk te begrijpen zodat er niet veel tijd nodig is om de regels aan de participanten uit te leggen. Daarnaast is alleen de speler verantwoordelijk voor het halen of falen van een bepaald level. De participanten kregen op basis van het behaalde level een feedbackformulier met daarop het level dat zij behaald hadden. Op dit feedback formulier stond tot welk level zij gekomen waren. Daarnaast werd er een vergelijking gemaakt met het gemiddelde niveau dat gefingeerde participanten behaald hadden. Door middel van deze feedback werden de scores van de participanten in relatie gebracht met scores van anderen. Hierdoor werd het voor de 16

23 participanten duidelijk of zij goed dan wel slecht hadden gepresteerd in vergelijking met anderen. Uit onderzoek van Leary (1999) blijkt dat het zelfvertrouwen en de self-efficacy beïnvloed wordt doordat men eigen prestaties vergelijkt met de prestaties van anderen. Dit is ook in lijn met eerder genoemd onderzoek van Sedidkes en Strube (1997). Bednar, Wells en Peterson (1989) stellen zelfs dat zelfvertrouwen subjectieve feedback is over de mate waarin je adequaat bent om een taak uit te voeren. Deze subjectieve feedback is positief als het individu goed kan om gaan met omstandigheden en negatief als hij dat niet kan. Als een participant onder het gemiddelde had gepresteerd dan was dit op het feedback formulier duidelijk te zien middels de zin U heeft onder het gemiddelde gepresteerd. Een soortgelijke zin kregen participanten te zien als zij boven het gemiddelde hadden gepresteerd, namelijk: U heeft boven het gemiddelde gepresteerd. De feedback formulieren werden gemanipuleerd zodat de helft van de participanten slechter scoorden dan het gemiddelde en dat de andere helft beter scoorden dan het gemiddelde. Tevens werd er gewezen op de mogelijke oorzaken van een slechte dan wel goede score. Een voorbeeld hiervan is dat een slechte score bij dit spel te wijten viel aan, onder andere, een gebrek aan ruimtelijk inzicht en concentratie vermogen. Zie bijlage A1 en A2 voor de feedback formulieren. 2.5 Instrument De stellingen waarmee de self-efficacy is gemeten, zijn afgeleid van de operationalisaties van Teeuw, Schwarzer en Jerusalem (1994) en hun General Self-Efficacy Scale (GSES). De items uit de vragenlijst van Teeuw et al. zijn samengevoegd met de Rosenberg Self-Esteem Scale (RSES) (Rosenberg, 1965, in Robins et al., 2001). De RSES is een vragenlijst die de expliciete waardering voor zichzelf meet. Het is de meest gebruikte schaal om zelfvertrouwen te meten (Blascovich & Tomaka, 1991, in Robins et al., 2001; Gray-Little, Williams, & Hancock, 1997, in Robins et al., 2001). Door het samenvoegen van de GSES en de RSES kan de participant niet achterhalen wat het onderwerp van dit experiment is. De antwoorden op vragen uit de RSES geven inzicht met betrekking tot een verandering in zelfvertrouwen bij de participanten naar aanleiding van de feedback. De antwoorden op de vragen uit de GSES geven inzicht in een verandering in de self-efficacy bij de participanten naar aanleiding van de feedback. 17

24 Zowel de GSES als de RSES bestaan uit een totaal van 10 vragen die de participant de kans gaven zijn mening te geven op een 4-punts Likert schaal. De schaalverdelingen liepen hierbij van 1; Volledig onjuist tot 4; Volledig juist. In totaal waren er 20 vragen opgesteld die de participant moest beantwoorden. De vragen met betrekking tot self-efficacy waren genummerd met even nummers (2-20) en de vragen met betrekking tot zelfvertrouwen waren genummerd met oneven nummers (1-19). Een voorbeeld van een stelling is: Ik blijf kalm als ik voor moeilijkheden kom te staan omdat ik vertrouw op mijn vermogen om problemen op te lossen. Zie bijlage B voor de gehele vragenlijst. Op de vragen uit de GSES konden maximaal 40 punten gescoord worden (10*4). Daarbij gold dat het antwoord Volledig onjuist één punt opleverde, Nauwelijks juist twee punten, Enigszins juist drie punten en Volledig juist vier punten. Op de vragen uit de RSES konden maximaal 30 punten gescoord worden (10*3). Daarbij is de puntentelling aangehouden zoals deze is opgesteld door Rosenberg (1965). Hier gold dat bij de vragen 1, 3, 7, 11, 13 de punten als volgt werden verdeeld: Volledig onjuist nul punten, Nauwelijks juist één punt, Enigszins juist twee punten en Volledig juist drie punten. De vragen met de nummers 5, 9, 15, 17 en 19 hadden een omgekeerde puntentelling: Volledig onjuist drie punten, Nauwelijks juist twee punten, Enigszins juist één punt en Volledig juist nul punten. Zie bijlage C voor de tabellen met de puntentelling van de GSES en de RSES. De Cronbachs α van de GSES schaal in 23 voorgaande studies zat tussen de.76 en.90 waarvan de meerderheid boven de.80 zat (Schwarzer, R., & Jerusalem, M. (1995). De Cronbachs α van de RSES schaal in voorgaande studies zat tussen.72 en.88 en heeft (Byrne, 1996, in Robins et al., 2001; Gray-Little et al., 1997, in Robins et al., 2001; Wylie, 1989, in Robins et al., 2001). 2.6 Procedure De participant werd verwelkomd door de onderzoeker in een kantoor op Tilburg University. Aan de participant werd gevraagd of hij de vragenlijst wilde invullen. Direct daarna kreeg de participant een filmpje te zien op het computerscherm over groepsvissen ( van 1 minuut en 50 seconden om hun gemoedstoestand te neutraliseren. In dit filmpje werd er niet gesproken, er waren alleen vissen te zien in hun natuurlijk habitat. Vervolgens werd het spel Boulder Dash 18

25 aan de participant uitgelegd en werd verteld wat het doel van het spel was. De besturing door middel van de pijltjestoetsen werd uitgelegd evenals de mogelijkheid om opnieuw te beginnen, mocht men niet verder kunnen. Daarna mocht de participant beginnen met het spel en proberen zoveel mogelijk levels te behalen. De participant was niet op de hoogte van de totale speeltijd. Er is gekozen voor een tijdsbestek van 20 minuten aangezien dit de gemiddelde spanningsboog is van volwassenen. Doordat de participant niet op de hoogte was van de tijd die hij had om het spel te voltooien, was de aandacht gericht op het spel en niet op de klok. Als de participant niet verder kon in een bepaald level, mocht hij op de retry knop klikken op het beeldscherm om het level opnieuw te beginnen. De participant heeft elke keer vier levens om het spel te voltooien. Na vier keer falen in het halen van een level moet de participant opnieuw beginnen. Tijdens het spelen van Boulder Dash was de onderzoeker niet aanwezig in dezelfde ruimte zodat de participant zich volledig kon concentreren op het spelen van het spel. Na 20 minuten werd de participant verteld door de onderzoeker dat hij moest stoppen en werd door de onderzoeker gekeken hoever hij gekomen was. Aan de hand van het resultaat kreeg de participant zijn feedback formulier te zien. Zoals gezegd kreeg de helft van de participanten negatieve feedback en de andere helft positieve feedback. Na het lezen van de feedback kreeg de participant een film met daarin vissen bij een koraalrif te zien. Dit filmpje ( duurde 1 minuut en 46 seconden en was bedoeld om hun gemoedstoestand te neutraliseren. Door het kijken van het filmpje werd de vragenlijst niet direct afgenomen nadat de participant negatieve of positieve feedback gekregen heeft. Na het kijken van het filmpje werd er aan de participant gevraagd of hij nogmaals de vragenlijst wilde invullen. Tijdens het invullen van de vragenlijst was het feedback formulier inzichtelijk voor de participant. Na het invullen van de tweede vragenlijst werd de participant bedankt voor zijn deelname. 19

26 Hoofdstuk 3: Resultaten In dit hoofdstuk worden de resultaten beschreven van het onderzoek. De probleemstelling van dit onderzoek is: PS: In hoeverre heeft feedback invloed op de self-efficacy en het zelfvertrouwen van personen? Om die vraag te beantwoorden zijn er twee onderzoeksvragen opgesteld. OV 1: Is de feedback die een persoon krijgt van invloed op de self-efficacy en het zelfvertrouwen van die persoon? Hierbij is er een onderscheid gemaakt tussen het krijgen van positieve en negatieve feedback. OV 2: Heeft het krijgen van feedback meer effect op vrouwen dan dat het heeft op mannen? Voor alle toetsen is een alpha van.05 gebruikt. 3.1 Onderzoeksvraag 1 Onderzoeksvraag 1 is onderverdeeld in twee delen. Onderzoeksvraag 1a (OV1a) bekijkt de invloed van feedback op de self-efficacy. Hierbij horen deelvragen één en twee. Onderzoeksvraag 1b (OV1b) bekijkt de invloed van feedback op het zelfvertrouwen. Hierbij horen deelvragen drie en vier. - OV1a: Is de feedback die een persoon krijgt van invloed op de self-efficacy van die persoon? - DV1: Neemt de self-efficacy toe wanneer een persoon positieve feedback krijgt? - DV2: Neemt de self-efficacy af wanneer een persoon negatieve feedback krijgt? Deze deelvragen zijn getoetst met behulp van een Meerweg Mixed ANOVA. Op de selfefficacy schaal was een maximale score mogelijk van 40 punten (10*4). De analyse toont aan dat er geen hoofdeffect is gevonden voor self-efficacy: p=.294. Dit is ook terug te vinden in de gemiddelden van de self-efficacy scores: vooraf (M = 32.00, SD = 3.01) en achteraf (M = 32.57, SD = 3.43). Er is echter wel een interactie effect gevonden tussen de negatieve dan wel positieve conditie waarin de proefpersonen zaten: F (1, 38) = 10.98, p <.005. Dit betekent dat feedback de self-efficacy niet beïnvloed maar de conditie waar men in zat had daarop wel invloed. 20

27 DV1: De participanten in de positieve conditie beoordeelden achteraf (M=33.33, SD = 2.87) de self-efficacy hoger dan vooraf (M = 31.29, SD = 2.72). Het krijgen van positieve feedback heeft een positief effect op de self-efficacy. DV 2: De participanten in de negatieve conditie beoordeelden achteraf (M = 31.74, SD = 3.69) de self-efficacy lager dan vooraf (M=32.79, SD = 3.19). Het krijgen van negatieve feedback heeft een negatief effect op de self efficacy. Figuur 2 geeft de gemiddelde scores aan op de self-efficacy schaal voor- en achteraf. Figuur 3 geeft het interactie effect weer tussen de conditie en de self-efficacy. Beide grafieken hebben dezelfde schaalverdeling op de X- en Y-as. Figuur 2: GSES meting gemiddelden voor- en achteraf 21

28 Figuur 3: Interactie effect GSES*Conditie Resultaten OV1a: Het ontvangen van feedback heeft invloed op de self-efficacy van de participanten. De participanten in de positieve conditie beoordeelden achteraf de selfefficacy hoger. De participanten in de negatieve conditie beoordeelden achteraf de selfefficacy lager. - OV1b: Is de feedback die een persoon krijgt van invloed op het zelfvertrouwen van die persoon? - DV 3: Neemt het zelfvertrouwen toe wanneer een persoon positieve feedback krijgt? - DV 4: Neemt het zelfvertrouwen af wanneer een persoon negatieve feedback krijgt? Deze deelvragen zijn getoetst met behulp van een Meerweg Mixed ANOVA. Op de schaal van zelfvertrouwen was een maximale score haalbaar van 30 (10*3). De analyse toont aan dat er een hoofdeffect is gevonden voor zelfvertrouwen: F(1, 38)= 6.22, p<.025. Dit effect is duidelijk zichtbaar in de gemiddelden van de scores op zelfvertrouwen: vooraf (M = 25.08, SD = 3.91) en achteraf (M = 26.30, SD = 3.61). Dit hoofdeffect wordt gekwalificeerd 22

29 door het gevonden interactie effect tussen zelfvertrouwen en feedback conditie: F(1, 38)= 8.02, p<.01. DV 3: De participanten in de positieve conditie beoordeelden achteraf (M = 27.00, SD = 2.45) het zelfvertrouwen hoger dan vooraf (M = 24.42, SD = 3.53). Het krijgen van positieve feedback heeft een positief effect op het zelfvertrouwen. DV 4: De participanten in de negatieve conditie beoordeelden achteraf (M = 25.53, SD = 4.51) het zelfvertrouwen lager dan vooraf (M = SD = 4.31). Het krijgen van negatieve feedback heeft een negatief effect op het zelfvertrouwen. Dit betekent dat de feedback het zelfvertrouwen beïnvloedt en dat dit gekwalificeerd wordt door de conditie waar men in zat. Figuur 4 geeft de gemiddelde RSES scores weer voor- en achteraf. Figuur 5 geeft het interactie effect weer tussen de conditie en het zelfvertrouwen. Beide grafieken hebben dezelfde schaalverdeling op de X- en Y-as. Figuur 4: RSES meting gemiddelden voor- en achteraf. 23

Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën

Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën The Relation between Personality, Education, Age, Sex and Short- and Long- Term Sexual

Nadere informatie

Fysieke Activiteit bij 50-plussers. The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and. Physical Activity among Adults Aged over 50

Fysieke Activiteit bij 50-plussers. The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and. Physical Activity among Adults Aged over 50 De relatie tussen eigen-effectiviteit 1 De Relatie tussen Eigen-effectiviteit, Intrinsieke Motivatie en Fysieke Activiteit bij 50-plussers The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and

Nadere informatie

Het Verband Tussen Persoonlijkheid, Stress en Coping. The Relation Between Personality, Stress and Coping

Het Verband Tussen Persoonlijkheid, Stress en Coping. The Relation Between Personality, Stress and Coping Het Verband Tussen Persoonlijkheid, Stress en Coping The Relation Between Personality, Stress and Coping J.R.M. de Vos Oktober 2009 1e begeleider: Mw. Dr. T. Houtmans 2e begeleider: Mw. Dr. K. Proost Faculteit

Nadere informatie

Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur

Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur M. Zander MSc. Eerste begeleider: Tweede begeleider: dr. W. Waterink drs. J. Eshuis Oktober 2014 Faculteit Psychologie en Onderwijswetenschappen

Nadere informatie

Emotioneel Belastend Werk, Vitaliteit en de Mogelijkheid tot Leren: The Manager as a Resource.

Emotioneel Belastend Werk, Vitaliteit en de Mogelijkheid tot Leren: The Manager as a Resource. Open Universiteit Klinische psychologie Masterthesis Emotioneel Belastend Werk, Vitaliteit en de Mogelijkheid tot Leren: De Leidinggevende als hulpbron. Emotional Job Demands, Vitality and Opportunities

Nadere informatie

Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive

Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive 1 Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive Femke Boom Open Universiteit Naam student: Femke Boom Studentnummer: 850762029 Cursusnaam: Empirisch afstudeeronderzoek:

Nadere informatie

Pesten onder Leerlingen met Autisme Spectrum Stoornissen op de Middelbare School: de Participantrollen en het Verband met de Theory of Mind.

Pesten onder Leerlingen met Autisme Spectrum Stoornissen op de Middelbare School: de Participantrollen en het Verband met de Theory of Mind. Pesten onder Leerlingen met Autisme Spectrum Stoornissen op de Middelbare School: de Participantrollen en het Verband met de Theory of Mind. Bullying among Students with Autism Spectrum Disorders in Secondary

Nadere informatie

De Invloed van Religieuze Coping op. Internaliserend Probleemgedrag bij Genderdysforie. Religious Coping, Internal Problems and Gender dysphoria

De Invloed van Religieuze Coping op. Internaliserend Probleemgedrag bij Genderdysforie. Religious Coping, Internal Problems and Gender dysphoria De Invloed van Religieuze Coping op Internaliserend Probleemgedrag bij Genderdysforie Religious Coping, Internal Problems and Gender dysphoria Ria de Bruin van der Knaap Open Universiteit Naam student:

Nadere informatie

De Rotterdamse Ambtenaar: Bevroren of Bevlogen. Over de Invloed van Procedurele Rechtvaardigheid, Empowering Leiderschap en

De Rotterdamse Ambtenaar: Bevroren of Bevlogen. Over de Invloed van Procedurele Rechtvaardigheid, Empowering Leiderschap en De Rotterdamse Ambtenaar: Bevroren of Bevlogen. Over de Invloed van Procedurele Rechtvaardigheid, Empowering Leiderschap en Identificatie met de Organisatie op Status en Zelfwaardering. The Civil Servant

Nadere informatie

The relationship between social support and loneliness and depressive symptoms in Turkish elderly: the mediating role of the ability to cope

The relationship between social support and loneliness and depressive symptoms in Turkish elderly: the mediating role of the ability to cope The relationship between social support and loneliness and depressive symptoms in Turkish elderly: the mediating role of the ability to cope Een onderzoek naar de relatie tussen sociale steun en depressieve-

Nadere informatie

LinkedIn Profiles and personality

LinkedIn Profiles and personality LinkedInprofielen en Persoonlijkheid LinkedIn Profiles and personality Lonneke Akkerman Open Universiteit Naam student: Lonneke Akkerman Studentnummer: 850455126 Cursusnaam en code: S57337 Empirisch afstudeeronderzoek:

Nadere informatie

De relatie tussen Stress Negatief Affect en Opvoedstijl. The relationship between Stress Negative Affect and Parenting Style

De relatie tussen Stress Negatief Affect en Opvoedstijl. The relationship between Stress Negative Affect and Parenting Style De relatie tussen Stress Negatief Affect en Opvoedstijl The relationship between Stress Negative Affect and Parenting Style Jenny Thielman 1 e begeleider: mw. dr. Esther Bakker 2 e begeleider: mw. dr.

Nadere informatie

Geheugenstrategieën, Leerstrategieën en Geheugenprestaties. Grace Ghafoer. Memory strategies, learning styles and memory achievement

Geheugenstrategieën, Leerstrategieën en Geheugenprestaties. Grace Ghafoer. Memory strategies, learning styles and memory achievement Geheugenstrategieën, Leerstrategieën en Geheugenprestaties Grace Ghafoer Memory strategies, learning styles and memory achievement Eerste begeleider: dr. W. Waterink Tweede begeleider: dr. S. van Hooren

Nadere informatie

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon Zelfwaardering en Angst bij Kinderen: Zijn Globale en Contingente Zelfwaardering Aanvullende Voorspellers van Angst bovenop Extraversie, Neuroticisme en Gedragsinhibitie? Self-Esteem and Fear or Anxiety

Nadere informatie

Determinanten van Leiderschap-Succes: Ontwikkeling van een Integratief. Model van Persoonlijkheid, Overtuigingen, Gedrag, en Diversiteit

Determinanten van Leiderschap-Succes: Ontwikkeling van een Integratief. Model van Persoonlijkheid, Overtuigingen, Gedrag, en Diversiteit SAMENVATTING Determinanten van Leiderschap-Succes: Ontwikkeling van een Integratief Model van Persoonlijkheid, Overtuigingen, Gedrag, en Diversiteit Leiders zijn belangrijke leden van organisaties. De

Nadere informatie

Running Head: INVLOED VAN ASE-DETERMINANTEN OP INTENTIE CONTACT 1

Running Head: INVLOED VAN ASE-DETERMINANTEN OP INTENTIE CONTACT 1 Running Head: INVLOED VAN ASE-DETERMINANTEN OP INTENTIE CONTACT 1 Relatie tussen Attitude, Sociale Invloed en Self-efficacy en Intentie tot Contact tussen Ouders en Leerkrachten bij Signalen van Pesten

Nadere informatie

Geheimen en Professionele Effectiviteit: De Modererende Invloed van Type D persoonlijkheid, Negatief Affect en Sociale Inhibitie bij Werknemers

Geheimen en Professionele Effectiviteit: De Modererende Invloed van Type D persoonlijkheid, Negatief Affect en Sociale Inhibitie bij Werknemers Geheimen en Professionele Effectiviteit: De Modererende Invloed van Type D persoonlijkheid, Negatief Affect en Sociale Inhibitie bij Werknemers Secrets and Personal Effectivity: The Moderating Influence

Nadere informatie

Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten.

Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten. Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten. The Effect of Difference in Peer and Parent Social Influences on Adolescent Alcohol Use. Nadine

Nadere informatie

De Invloed van Cognitieve Stimulatie in de Vorm van Actief Leren op de Geestelijke Gezondheid van Vijftigplussers

De Invloed van Cognitieve Stimulatie in de Vorm van Actief Leren op de Geestelijke Gezondheid van Vijftigplussers De Invloed van Cognitieve Stimulatie in de Vorm van Actief Leren op de Geestelijke Gezondheid van Vijftigplussers The Influence of Cognitive Stimulation in the Form of Active Learning on Mental Health

Nadere informatie

Sociale Cognitie bij Psychisch Gezonde Volwassenen

Sociale Cognitie bij Psychisch Gezonde Volwassenen Sociale Cognitie bij Psychisch Gezonde Volwassenen Onderzoek met het Virtuele Lab Social Cognition in Psychologically Healthy Adults Research with the Virtual Laboratory Anja I. Rebber Studentnummer: 838902147

Nadere informatie

Mentaal Weerbaar Blauw

Mentaal Weerbaar Blauw Mentaal Weerbaar Blauw de invloed van stereotypen over etnische minderheden cynisme en negatieve emoties op de mentale weerbaarheid van politieagenten begeleiders: dr. Anita Eerland & dr. Arjan Bos dr.

Nadere informatie

Sekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen. bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar

Sekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen. bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar Sekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar Gender Differences in Crying Frequency and Psychosocial Problems in Schoolgoing Children aged 6

Nadere informatie

Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten?

Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten? De Modererende rol van Persoonlijkheid op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten 1 Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve

Nadere informatie

De Modererende Invloed van Sociale Steun op de Relatie tussen Pesten op het Werk. en Lichamelijke Gezondheidsklachten

De Modererende Invloed van Sociale Steun op de Relatie tussen Pesten op het Werk. en Lichamelijke Gezondheidsklachten De Modererende Invloed van Sociale Steun op de Relatie tussen Pesten op het Werk en Lichamelijke Gezondheidsklachten The Moderating Influence of Social Support on the Relationship between Mobbing at Work

Nadere informatie

INVLOED VAN CHRONISCHE PIJN OP ERVAREN SOCIALE STEUN. De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren

INVLOED VAN CHRONISCHE PIJN OP ERVAREN SOCIALE STEUN. De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren Sociale Steun The Effect of Chronic Pain and the Moderating Effect of Gender on Perceived Social Support Studentnummer:

Nadere informatie

De Relatie tussen Betrokkenheid bij Pesten en Welbevinden en de Invloed van Sociale Steun en. Discrepantie

De Relatie tussen Betrokkenheid bij Pesten en Welbevinden en de Invloed van Sociale Steun en. Discrepantie De Relatie tussen Betrokkenheid bij Pesten en Welbevinden en de Invloed van Sociale Steun en Discrepantie The Relationship between Involvement in Bullying and Well-Being and the Influence of Social Support

Nadere informatie

Psychologische aspecten van leiderschap. > Karianne Kalshoven ACIL. > Okke Postmus Development Booster

Psychologische aspecten van leiderschap. > Karianne Kalshoven ACIL. > Okke Postmus Development Booster Psychologische aspecten van leiderschap > Karianne Kalshoven ACIL > Okke Postmus Development Booster Theorethische benaderingen van leiderschap Trait Approaches Behavioral Approaches Contingency Theories

Nadere informatie

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een. Vaste Relatie

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een. Vaste Relatie De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een Vaste Relatie The Association between Daily Stress, Emotional Intimacy and Affect with Partners in a Commited

Nadere informatie

Het Effect van Gender op de Relatie tussen Persoonlijkheidskenmerken en Seksdrive

Het Effect van Gender op de Relatie tussen Persoonlijkheidskenmerken en Seksdrive Gender, Persoonlijkheidskenmerken en Seksdrive 1 Het Effect van Gender op de Relatie tussen Persoonlijkheidskenmerken en Seksdrive Gender Effect on the Relationship between Personality Traits and Sex Drive

Nadere informatie

EQ - emotionele intelligentie in kaart

EQ - emotionele intelligentie in kaart EQ - emotionele intelligentie in kaart 24-3-2014 BASISPROFIEL Laan van Vlaanderen 323 1066 WB Amsterdam INTRODUCTIE Het EQ rapport brengt iemands emotionele intelligentie in kaart. Dit is het vermogen

Nadere informatie

De Relatie tussen Dagelijkse Stress, Negatief Affect en de Invloed van Bewegen

De Relatie tussen Dagelijkse Stress, Negatief Affect en de Invloed van Bewegen De Relatie tussen Dagelijkse Stress, Negatief Affect en de Invloed van Bewegen The Association between Daily Hassles, Negative Affect and the Influence of Physical Activity Petra van Straaten Eerste begeleider

Nadere informatie

bij Kinderen met een Ernstige Vorm van Dyslexie of Children with a Severe Form of Dyslexia Ans van Velthoven

bij Kinderen met een Ernstige Vorm van Dyslexie of Children with a Severe Form of Dyslexia Ans van Velthoven Neuropsychologische Behandeling en Sociaal Emotioneel Welzijn bij Kinderen met een Ernstige Vorm van Dyslexie Neuropsychological Treatment and Social Emotional Well-being of Children with a Severe Form

Nadere informatie

De Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim

De Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim De Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim The Relationship between Work Pressure, Mobbing at Work, Health Complaints and Absenteeism Agnes van der Schuur Eerste begeleider:

Nadere informatie

Adherence aan HWO en meer bewegen

Adherence aan HWO en meer bewegen Adherence aan HWO en meer bewegen Een experimenteel onderzoek naar de effecten van het motivationele stadium van patiënten en de adherence aan huiswerkoefeningen (HWO) bij fysiotherapie en het meer bewegen.

Nadere informatie

COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS

COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS Gezondheidsgedrag als compensatie voor de schadelijke gevolgen van roken COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS Health behaviour as compensation for the harmful effects of smoking

Nadere informatie

Knelpunten in Zelfstandig Leren: Zelfregulerend leren, Stress en Uitstelgedrag bij HRM- Studenten van Avans Hogeschool s-hertogenbosch

Knelpunten in Zelfstandig Leren: Zelfregulerend leren, Stress en Uitstelgedrag bij HRM- Studenten van Avans Hogeschool s-hertogenbosch Knelpunten in Zelfstandig Leren: Zelfregulerend leren, Stress en Uitstelgedrag bij HRM- Studenten van Avans Hogeschool s-hertogenbosch Bottlenecks in Independent Learning: Self-Regulated Learning, Stress

Nadere informatie

de Rol van Persoonlijkheid Eating: the Role of Personality

de Rol van Persoonlijkheid Eating: the Role of Personality De Relatie tussen Dagelijkse Stress en Emotioneel Eten: de Rol van Persoonlijkheid The Relationship between Daily Stress and Emotional Eating: the Role of Personality Arlette Nierich Open Universiteit

Nadere informatie

De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de. modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie

De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de. modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie Causale Relatie tussen intimiteit en seksueel verlangen 1 De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie The causal

Nadere informatie

Appendix A: List of variables with corresponding questionnaire items (in English) used in chapter 2

Appendix A: List of variables with corresponding questionnaire items (in English) used in chapter 2 167 Appendix A: List of variables with corresponding questionnaire items (in English) used in chapter 2 Task clarity 1. I understand exactly what the task is 2. I understand exactly what is required of

Nadere informatie

Verschil in Perceptie over Opvoeding tussen Ouders en Adolescenten en Alcoholgebruik van Adolescenten

Verschil in Perceptie over Opvoeding tussen Ouders en Adolescenten en Alcoholgebruik van Adolescenten Verschil in Perceptie over Opvoeding tussen Ouders en Adolescenten en Alcoholgebruik van Adolescenten Difference in Perception about Parenting between Parents and Adolescents and Alcohol Use of Adolescents

Nadere informatie

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten?

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Does Gentle Teaching have Effect on Skills of Caregivers and Companionship and Anxiety

Nadere informatie

De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag. The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior

De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag. The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior Martin. W. van Duijn Student: 838797266 Eerste begeleider:

Nadere informatie

Invloed van Mindfulness Training op Ouderlijke Stress, Emotionele Self-Efficacy. Beliefs, Aandacht en Bewustzijn bij Moeders

Invloed van Mindfulness Training op Ouderlijke Stress, Emotionele Self-Efficacy. Beliefs, Aandacht en Bewustzijn bij Moeders Invloed van Mindfulness Training op Ouderlijke Stress, Emotionele Self-Efficacy Beliefs, Aandacht en Bewustzijn bij Moeders Influence of Mindfulness Training on Parental Stress, Emotional Self-Efficacy

Nadere informatie

Samenvatting. Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld

Samenvatting. Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld Samenvatting Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld om hen heen. Zo hebben vele mensen een natuurlijke neiging om zichzelf als bijzonder positief te beschouwen (bijv,

Nadere informatie

Denken en Doen Doen of Denken Het verband tussen seksueel risicovol gedrag en de impulsieve en reflectieve cognitie.

Denken en Doen Doen of Denken Het verband tussen seksueel risicovol gedrag en de impulsieve en reflectieve cognitie. 0 Denken en Doen Doen of Denken Het verband tussen seksueel risicovol gedrag en de impulsieve en reflectieve cognitie. Denken en Doen Doen of Denken Het verband tussen seksueel risicovol gedrag en de impulsieve

Nadere informatie

Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen

Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen Positive, Negative and Depressive Subclinical Psychotic

Nadere informatie

De Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij. Verslaafde Patiënten met PTSS

De Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij. Verslaafde Patiënten met PTSS Persoonskenmerken en ervaren lijden bij verslaving en PTSS 1 De Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij Verslaafde Patiënten met PTSS The Relationship between Personality Traits and Suffering

Nadere informatie

De Effectiviteit van een Mindfulness-gebaseerde Lichaamsscan: een. Vergelijking met Rusten in Liggende Positie

De Effectiviteit van een Mindfulness-gebaseerde Lichaamsscan: een. Vergelijking met Rusten in Liggende Positie De Effectiviteit van een Mindfulness-gebaseerde Lichaamsscan: een Vergelijking met Rusten in Liggende Positie The Effectiveness of a Mindfulness-based Body Scan: a Comparison with Quiet Rest in the Supine

Nadere informatie

De Relatie tussen Existential Fulfilment, Emotionele Stabiliteit en Burnout. bij Medewerkers in het Hoger Beroepsonderwijs

De Relatie tussen Existential Fulfilment, Emotionele Stabiliteit en Burnout. bij Medewerkers in het Hoger Beroepsonderwijs De Relatie tussen Existential Fulfilment, Emotionele Stabiliteit en Burnout bij Medewerkers in het Hoger Beroepsonderwijs The Relationship between Existential Fulfilment, Emotional Stability and Burnout

Nadere informatie

Modererende Rol van Seksuele Gedachten. Moderating Role of Sexual Thoughts. C. Iftekaralikhan-Raghubardayal

Modererende Rol van Seksuele Gedachten. Moderating Role of Sexual Thoughts. C. Iftekaralikhan-Raghubardayal Running head: momentaan affect en seksueel verlangen bij vrouwen 1 De Samenhang Tussen Momentaan Affect en Seksueel Verlangen van Vrouwen en de Modererende Rol van Seksuele Gedachten The Association Between

Nadere informatie

Keuzetwijfels in de Emerging Adulthood rondom Studie- en Partnerkeuze. in Relatie tot Depressie

Keuzetwijfels in de Emerging Adulthood rondom Studie- en Partnerkeuze. in Relatie tot Depressie 1 Keuzetwijfels in de Keuzetwijfels in de Emerging Adulthood rondom Studie- en Partnerkeuze in Relatie tot Depressie Open Universiteit Nederland Masterscriptie (S58337) Naam: Ilse Meijer Datum: juli 2011

Nadere informatie

Effecten van een op MBSR gebaseerde training van. hospicemedewerkers op burnout, compassionele vermoeidheid en

Effecten van een op MBSR gebaseerde training van. hospicemedewerkers op burnout, compassionele vermoeidheid en Effecten van een op MBSR gebaseerde training van hospicemedewerkers op burnout, compassionele vermoeidheid en compassionele tevredenheid. Een pilot Effects of a MBSR based training program of hospice caregivers

Nadere informatie

van Werknemers Well-being Drs. P.E. Gouw

van Werknemers Well-being Drs. P.E. Gouw De Invloed van Werk- en Persoonskenmerken op het Welbevinden van Werknemers The Influence of Job and Personality Characteristics on Employee Well-being Drs. P.E. Gouw Eerste begeleider: Dr. S. van Hooren

Nadere informatie

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress en Depressieve Symptomen en de Mediërende Invloed van Controle en Zelfwaardering

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress en Depressieve Symptomen en de Mediërende Invloed van Controle en Zelfwaardering De Samenhang tussen Dagelijkse Stress en Depressieve Symptomen en de Mediërende Invloed van Controle en Zelfwaardering The Relationship between Daily Hassles and Depressive Symptoms and the Mediating Influence

Nadere informatie

Bent u gemotiveerd? L.E.J. Gerretsen Studentnummer: Eerste begeleider: prof. dr. L. Lechner Tweede begeleider: Dr. A.

Bent u gemotiveerd? L.E.J. Gerretsen Studentnummer: Eerste begeleider: prof. dr. L. Lechner Tweede begeleider: Dr. A. Bent u gemotiveerd? Een Experimenteel Onderzoek naar de Invloed van een op het Transtheoretisch Model Gebaseerde Interventie op de Compliance bij de Fysiotherapeutische Behandeling van Psychiatrische Patiënten

Nadere informatie

Moderatie van de Big Five Persoonlijkheidsfactoren op de Relatie tussen. Gepest worden op het Werk en Lichamelijke Gezondheidsklachten en

Moderatie van de Big Five Persoonlijkheidsfactoren op de Relatie tussen. Gepest worden op het Werk en Lichamelijke Gezondheidsklachten en Moderatie van de Big Five Persoonlijkheidsfactoren op de Relatie tussen Gepest worden op het Werk en Lichamelijke Gezondheidsklachten en Ziekteverzuim Moderation of the Big Five Personality Factors on

Nadere informatie

GOAL-STRIVING REASONS, PERSOONLIJKHEID EN BURN-OUT 1. Het effect van Goal-striving Reasons en Persoonlijkheid op facetten van Burn-out

GOAL-STRIVING REASONS, PERSOONLIJKHEID EN BURN-OUT 1. Het effect van Goal-striving Reasons en Persoonlijkheid op facetten van Burn-out GOAL-STRIVING REASONS, PERSOONLIJKHEID EN BURN-OUT 1 Het effect van Goal-striving Reasons en Persoonlijkheid op facetten van Burn-out The effect of Goal-striving Reasons and Personality on facets of Burn-out

Nadere informatie

Summary 124

Summary 124 Summary Summary 124 Summary Summary Corporate social responsibility and current legislation encourage the employment of people with disabilities in inclusive organizations. However, people with disabilities

Nadere informatie

Rapportage sociaal-emotionele ontwikkeling Playing for Success

Rapportage sociaal-emotionele ontwikkeling Playing for Success Rapportage sociaal-emotionele ontwikkeling Playing for Success Leercentrum Nijmegen Oberon, november 2012 1 Inleiding Playing for Success heeft, naast het verhogen van de taal- en rekenprestaties van de

Nadere informatie

Pesten op het werk en de invloed van Sociale Steun op Gezondheid en Verzuim.

Pesten op het werk en de invloed van Sociale Steun op Gezondheid en Verzuim. Pesten op het werk en de invloed van Sociale Steun op Gezondheid en Verzuim. Bullying at work and the impact of Social Support on Health and Absenteeism. Rieneke Dingemans April 2008 Scriptiebegeleider:

Nadere informatie

DANKBAARHEID, PSYCHOLOGISCHE BASISBEHOEFTEN EN LEVENSDOELEN 1

DANKBAARHEID, PSYCHOLOGISCHE BASISBEHOEFTEN EN LEVENSDOELEN 1 DANKBAARHEID, PSYCHOLOGISCHE BASISBEHOEFTEN EN LEVENSDOELEN 1 Dankbaarheid in Relatie tot Intrinsieke Levensdoelen: Het mediërende Effect van Psychologische Basisbehoeften Karin Nijssen Open Universiteit

Nadere informatie

Determinanten van Career Decision Self-Efficacy. Determinants of Career Decision Self-Efficacy

Determinanten van Career Decision Self-Efficacy. Determinants of Career Decision Self-Efficacy Determinanten van Career Decision Self-Efficacy Determinants of Career Decision Self-Efficacy Irma M.Wilst-Blom Eerste begeleider : Dr. J.E.M.M. Syroit Tweede begeleider : Dr. W.J. Pouwelse Student : Mw.

Nadere informatie

De Invloed van Familie op

De Invloed van Familie op De Invloed van Familie op Depressie- en Angstklachten van Verpleeghuisbewoners met Dementie The Influence of Family on Depression and Anxiety of Nursing Home Residents with Dementia Elina Hoogendoorn Eerste

Nadere informatie

Vormen Premorbide Persoonlijkheidskenmerken die Samenhangen met Neuroticisme een Kwetsbaarheid voor Depressie en Apathie bij Verpleeghuisbewoners?

Vormen Premorbide Persoonlijkheidskenmerken die Samenhangen met Neuroticisme een Kwetsbaarheid voor Depressie en Apathie bij Verpleeghuisbewoners? Vormen Premorbide Persoonlijkheidskenmerken die Samenhangen met Neuroticisme een Kwetsbaarheid voor Depressie en Apathie bij Verpleeghuisbewoners? Are Premorbid Neuroticism-related Personality Traits a

Nadere informatie

Evaluatie en beoordeling: Een psychologische blik op de valkuilen

Evaluatie en beoordeling: Een psychologische blik op de valkuilen Evaluatie en beoordeling: Een psychologische blik op de valkuilen Prof. dr. Frederik Anseel Universiteit Gent Contact: frederik.anseel@ugent Een goed uitgebouwd prestatiebeoordelingssysteem is de ideale

Nadere informatie

Verklaring van het beweeggedrag van ouderen door determinanten van. The explanation of the physical activity of elderly by determinants of

Verklaring van het beweeggedrag van ouderen door determinanten van. The explanation of the physical activity of elderly by determinants of Verklaring van het beweeggedrag van ouderen door determinanten van het I-change Model The explanation of the physical activity of elderly by determinants of the I-change Model Hilbrand Kuit Eerste begeleider:

Nadere informatie

Effecten van een Mindfulness-Based Stressreductie Training. op Existentiële Voldoening. Effects of a Mindfulness-Based Stress Reduction Program

Effecten van een Mindfulness-Based Stressreductie Training. op Existentiële Voldoening. Effects of a Mindfulness-Based Stress Reduction Program Effecten van een Mindfulness-Based Stressreductie Training op Existentiële Voldoening Effects of a Mindfulness-Based Stress Reduction Program on Existential Fulfillment Y. Ducaneaux-Teeuwen Eerste begeleider:

Nadere informatie

Het Effect van Angst en Hyperactiviteit op het Uitvoeren van een. Reactietijdtaak bij Volwassenen.

Het Effect van Angst en Hyperactiviteit op het Uitvoeren van een. Reactietijdtaak bij Volwassenen. Het Effect van Angst en Hyperactiviteit op het Uitvoeren van een Reactietijdtaak bij Volwassenen. The Effect of Anxiety and Hyperactivity on the Performance on a Reaction Time Task in Adults. Renate C.W.J.

Nadere informatie

Persoonlijkheidskenmerken en cyberpesten onder jongeren van 11 tot 16 jaar:

Persoonlijkheidskenmerken en cyberpesten onder jongeren van 11 tot 16 jaar: Persoonlijkheidskenmerken en cyberpesten onder jongeren van 11 tot 16 jaar: is er een relatie met een verkorte versie van de NVP-J? Personality Characteristics and Cyberbullying among youngsters of 11

Nadere informatie

Understanding the role of health literacy in self-management and health behaviors among older adults Geboers, Bas

Understanding the role of health literacy in self-management and health behaviors among older adults Geboers, Bas University of Groningen Understanding the role of health literacy in self-management and health behaviors among older adults Geboers, Bas IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version

Nadere informatie

Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van. zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten

Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van. zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten met diabetes mellitus type 2 in de huisartsenpraktijk Thinking

Nadere informatie

MOTIVES, VALUES, PREFERENCES INVENTORY

MOTIVES, VALUES, PREFERENCES INVENTORY MOTIVES, VALUES, PREFERENCES INVENTORY O V E R Z I C H T INTRODUCTIE De Motives, Values, Preferences Inventory () is een persoonlijkheidstest die de kernwaarden, doelen en interesses van een persoon meet.

Nadere informatie

(SOCIALE) ANGST, GEPEST WORDEN EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1

(SOCIALE) ANGST, GEPEST WORDEN EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1 (SOCIALE) ANGST, GEPEST WORDEN EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1 Psychologische Inflexibiliteit bij Kinderen: Invloed op de Relatie tussen en de Samenhang met Gepest worden en (Sociale) Angst Psychological

Nadere informatie

"The significant problems we have can not be solved at the level of thinking we were at when we created them."

The significant problems we have can not be solved at the level of thinking we were at when we created them. Levens Stijlen Inventarisatie De Levens Stijlen Inventarisatie (LSI) is een instrument waarmee mensen hun persoonlijke effectiviteit blijvend kunnen verbeteren. "The significant problems we have can not

Nadere informatie

De Relatie tussen Momentaan Affect en Seksueel Verlangen; de Modererende Rol van de Aanwezigheid van de Partner

De Relatie tussen Momentaan Affect en Seksueel Verlangen; de Modererende Rol van de Aanwezigheid van de Partner De Relatie tussen Momentaan Affect en Seksueel Verlangen; de Modererende Rol van de Aanwezigheid van de Partner The association between momentary affect and sexual desire: The moderating role of partner

Nadere informatie

Rapportgegevens Nederlandse persoonlijkheidstest

Rapportgegevens Nederlandse persoonlijkheidstest Rapportgegevens Nederlandse persoonlijkheidstest Respondent: Johan den Doppelaar Email: info@123test.nl Geslacht: man Leeftijd: 37 Opleidingsniveau: hbo Vergelijkingsgroep: Nederlandse beroepsbevolking

Nadere informatie

De kracht van evidence based werken Evidence based Practice implementeren

De kracht van evidence based werken Evidence based Practice implementeren De kracht van evidence based werken Evidence based Practice implementeren Maxime Loose Agentschap Overheidspersoneel Maxime.Loose@kb.vlaanderen.be @maximeloose Besluit Evidence Based HR is Een methodiek

Nadere informatie

Talentmanagement in tijden van crisis

Talentmanagement in tijden van crisis Talentmanagement in tijden van crisis Drs. Bas Puts Page 1 Copyright Siemens 2009. All rights reserved Mission: Achieving the perfect fit Organisatie Finance Sales Customer Engineering Project management

Nadere informatie

Leiderschap in planning & control

Leiderschap in planning & control Leiderschap in planning & control A3 netwerkbijeenkomst, 20 januari 2015 Henk Doeleman Leiderschap in planning & control? Minder papier Meer participatief en versterkte betrokkenheid Versterking van de

Nadere informatie

Ius Commune Training Programme 2015-2016 Amsterdam Masterclass 16 June 2016

Ius Commune Training Programme 2015-2016 Amsterdam Masterclass 16 June 2016 www.iuscommune.eu Dear Ius Commune PhD researchers, You are kindly invited to attend the Ius Commune Amsterdam Masterclass for PhD researchers, which will take place on Thursday 16 June 2016. During this

Nadere informatie

De Invloed van Innovatiekenmerken op de Intentie van Leerkrachten. een Lespakket te Gebruiken om Cyberpesten te Voorkomen of te.

De Invloed van Innovatiekenmerken op de Intentie van Leerkrachten. een Lespakket te Gebruiken om Cyberpesten te Voorkomen of te. De Invloed van Innovatiekenmerken op de Intentie van Leerkrachten een Lespakket te Gebruiken om Cyberpesten te Voorkomen of te Stoppen The Influence of the Innovation Characteristics on the Intention of

Nadere informatie

Motivatie: presteren? Of toch maar leren?

Motivatie: presteren? Of toch maar leren? Arjan van Dam Motivatie: presteren? Of toch maar leren? Een van de lastigste opgaven van managers is werken met medewerkers die niet gemotiveerd zijn. Op zoek naar de oorzaken van het gebrek aan motivatie,

Nadere informatie

Running head: MINDFULNESS, CONTINGENTE ZELFWAARDERING EN DEPRESSIE 1. De Invloed van een Gecombineerde Mindfulnessbehandeling op

Running head: MINDFULNESS, CONTINGENTE ZELFWAARDERING EN DEPRESSIE 1. De Invloed van een Gecombineerde Mindfulnessbehandeling op Running head: MINDFULNESS, CONTINGENTE ZELFWAARDERING EN DEPRESSIE 1 De Invloed van een Gecombineerde Mindfulnessbehandeling op Contingente Zelfwaardering en Depressieve Klachten. Tammasine Netteb Open

Nadere informatie

De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende. Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering

De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende. Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering The relation between Mindfulness and Psychopathology: the Mediating Role of Global and Contingent

Nadere informatie

De Relatie tussen Hechting en Welbevinden bij Ouderen: De mediërende Invloed van Mindfulness en Zingeving

De Relatie tussen Hechting en Welbevinden bij Ouderen: De mediërende Invloed van Mindfulness en Zingeving De Relatie tussen Hechting en Welbevinden bij Ouderen: De mediërende Invloed van Mindfulness en Zingeving Relationships between Attachment and Well-being among the Elderly: The mediational Roles of Mindfulness

Nadere informatie

Samenvatting, conclusies en discussie

Samenvatting, conclusies en discussie Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusies en discussie Inleiding Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de kinderen (10 14 jaar) met coeliakie functioneren in het dagelijks leven en wat hun kwaliteit

Nadere informatie

Running head: INVLOED MBSR-TRAINING OP STRESS EN ENERGIE 1. De Invloed van MBSR-training op Mindfulness, Ervaren Stress. en Energie bij Moeders

Running head: INVLOED MBSR-TRAINING OP STRESS EN ENERGIE 1. De Invloed van MBSR-training op Mindfulness, Ervaren Stress. en Energie bij Moeders Running head: INVLOED MBSR-TRAINING OP STRESS EN ENERGIE 1 De Invloed van MBSR-training op Mindfulness, Ervaren Stress en Energie bij Moeders The Effect of MBSR-training on Mindfulness, Perceived Stress

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Een goede hand functie is van belang voor interactie met onze omgeving. Vanaf het moment dat we opstaan, tot we s avonds weer naar bed gaan,

Nadere informatie

The Effect of Gender, Sex Drive and Autonomy. on Sociosexuality. Invloed van Sekse, Seksdrive en Autonomie. op Sociosexualiteit

The Effect of Gender, Sex Drive and Autonomy. on Sociosexuality. Invloed van Sekse, Seksdrive en Autonomie. op Sociosexualiteit The Effect of Gender, Sex Drive and Autonomy on Sociosexuality Invloed van Sekse, Seksdrive en Autonomie op Sociosexualiteit Filiz Bozkurt First supervisor: Second supervisor drs. J. Eshuis dr. W. Waterink

Nadere informatie

GEEF ME DE 5- METHODIEK IN DE ZORG

GEEF ME DE 5- METHODIEK IN DE ZORG GEEF ME DE 5- METHODIEK IN DE ZORG Effectiviteit Geef me de 5-methodiek in zorginstelling JP van den Bent In dit rapport worden de wetenschappelijke bevindingen beschreven betreffende de effectiviteit

Nadere informatie

Running head: EFFECT VAN IB-CGT OP SEKSUELE DISFUNCTIES BIJ VROUWEN

Running head: EFFECT VAN IB-CGT OP SEKSUELE DISFUNCTIES BIJ VROUWEN Running head: EFFECT VAN IB-CGT OP SEKSUELE DISFUNCTIES BIJ VROUWEN Het Effect van Online Cognitieve Gedragstherapie op Seksuele Disfuncties bij Vrouwen The Effectiveness of Internet-based Cognitive-Behavioural

Nadere informatie

PERSOONLIJKHEID EN OUTPLACEMENT. Onderzoekspracticum scriptieplan Eerste begeleider: Mw. Dr. T. Bipp Tweede begeleider: Mw. Prof Dr. K.

PERSOONLIJKHEID EN OUTPLACEMENT. Onderzoekspracticum scriptieplan Eerste begeleider: Mw. Dr. T. Bipp Tweede begeleider: Mw. Prof Dr. K. Persoonlijkheid & Outplacement: Wat is de Rol van Core Self- Evaluation (CSE) op Werkhervatting na Ontslag? Personality & Outplacement: What is the Impact of Core Self- Evaluation (CSE) on Reemployment

Nadere informatie

FOR DUTCH STUDENTS! ENGLISH VERSION NEXT PAGE. Toets Inleiding Kansrekening 1 8 februari 2010

FOR DUTCH STUDENTS! ENGLISH VERSION NEXT PAGE. Toets Inleiding Kansrekening 1 8 februari 2010 FOR DUTCH STUDENTS! ENGLISH VERSION NEXT PAGE Toets Inleiding Kansrekening 1 8 februari 2010 Voeg aan het antwoord van een opgave altijd het bewijs, de berekening of de argumentatie toe. Als je een onderdeel

Nadere informatie

Ben ik Lid van de Groep? Ervaren inclusie als Moderator van de Relatie tussen Procedurele Rechtvaardigheid en Organizational Citizenship Behavior.

Ben ik Lid van de Groep? Ervaren inclusie als Moderator van de Relatie tussen Procedurele Rechtvaardigheid en Organizational Citizenship Behavior. Ben ik Lid van de Groep? Ervaren inclusie als Moderator van de Relatie tussen Procedurele Rechtvaardigheid en Organizational Citizenship Behavior. Do I belong to the Group? Experienced Inclusion as a Moderator

Nadere informatie

De Invloed van Werkeisen en Hulpbronnen op de. Psychische Vermoeidheid en het Plezier in het Werk bij Werknemers. and Work Satisfaction of Employees

De Invloed van Werkeisen en Hulpbronnen op de. Psychische Vermoeidheid en het Plezier in het Werk bij Werknemers. and Work Satisfaction of Employees De Invloed van Werkeisen en Hulpbronnen op de Psychische Vermoeidheid en het Plezier in het Werk bij Werknemers The Influence of Job Demands and Job Resources on Psychological Fatigue and Work Satisfaction

Nadere informatie

De Rol van Zelfregulatie, Motivatie en Eigen Effectiviteitsverwachting op het Volhouden

De Rol van Zelfregulatie, Motivatie en Eigen Effectiviteitsverwachting op het Volhouden De Rol van Zelfregulatie, Motivatie en Eigen Effectiviteitsverwachting op het Volhouden van Sporten en de Invloed van Egodepletie, Gewoonte en Geslacht The Role of Selfregulation, Motivation and Self-efficacy

Nadere informatie

Citation for published version (APA): Bullens, L. (2013). Having second thoughts: Consequences of decision reversibility

Citation for published version (APA): Bullens, L. (2013). Having second thoughts: Consequences of decision reversibility UvA-DARE (Digital Academic Repository) Having second thoughts: Consequences of decision reversibility Bullens, L. Link to publication Citation for published version (APA): Bullens, L. (2013). Having second

Nadere informatie

STIGMATISERING VAN PATIENTEN MET LONGKANKER 1. Stigmatisering van Patiënten met Longkanker: De Rol van Persoonlijke Relevantie voor de Waarnemer

STIGMATISERING VAN PATIENTEN MET LONGKANKER 1. Stigmatisering van Patiënten met Longkanker: De Rol van Persoonlijke Relevantie voor de Waarnemer STIGMATISERING VAN PATIENTEN MET LONGKANKER 1 Stigmatisering van Patiënten met Longkanker: De Rol van Persoonlijke Relevantie voor de Waarnemer Stigmatization of Patients with Lung Cancer: The Role of

Nadere informatie