wlsn netwerk ontdekken en aanleren

Transcriptie

1 1 3. Het draadloze netwerk aanleggen en de draadloze apparaten configureren - Zorg ervoor dat alle draadloze toestellen nog niet ontdekt werden op een HUB. Procedure om een detectietoestel naar de niet-aangeleerde mode te brengen: - verwijder de batterijen uit het apparaat - houd de sabotageschakelaar gedurende tenminste 1 seconde ingedrukt - herplaats de batterijen terwijl U de sabotageschakelaar ingedrukt houdt - laat de sabotageschakelaar terug los OPGELET: uitzondering voor een draadloze rookmelder; procedure: - verwijder de batterijen uit het apparaat - verwijder het deksel van de behuizing - verwijder de print uit de behuizing - op het zendergedeelte (kleinste print) staan twee pinnen - plaats een jumper om de pinnen kort te sluiten - herplaats de batterijen - verwijder de jumper - Nieuw geleverde draadloze toestellen bevinden zich standaard in de niet-aangeleerde mode 2 1

2 3. Het draadloze netwerk aanleggen en de draadloze apparaten configureren (vervolg) Draadloze toestellen zullen steeds een locatie innemen van een nog niet ingestelde zone (zones die dus als type UITGESCHAKELD ingesteld staan). In fabriekswaarden (landencode = 04 = België) zijn de zones 01 tot 08 als volgt toegekend: - zone 01 = type 1 = Perimeter (vertraagd) - zone 02 = type 3 = Perimeter direct - zone 03 = type 3 = Perimeter direct - zone 04 = type 3 = Perimeter direct - zone 05 = type 3 = Perimeter direct - zone 06 = type 3 = Perimeter direct - zone 07 = type 3 = Perimeter direct - zone 08 = type 3 = Perimeter direct Indien zones 01 tot 08 bijgevolg niet als bekabelde zones moeten gebruikt worden EN het gewenst is om de draadloze zones te laten starten vanaf zone nummer 01, dan moet U de zone types voor de reeds voorgeprogrammeerde zones 01 tot 08 wijzigen naar zonetype 0 (uitgeschakeld) 3 3. Het draadloze netwerk aanleggen en de draadloze apparaten configureren (vervolg) Opdat het draadloze netwerk goed zou werken, moet het volgende proces gevolgd worden:

3 3.1. Apparaten aanleren: Er zijn 4 methodes om het aanleerproces op een nieuw systeem te starten: 1. Houd de systeemtesttoets één seconde ingedrukt 2. Start een telefoonsessie via de installateurcode: - selecteer [1] Systeemonderhoud gevolgd door [6] Draadloze configuratie OF - selecteer [1] Systeemonderhoud gevolgd door [2] Volledige systeemtest OF - selecteer [1] Systeemonderhoud gevolgd door [3] Systeemmenu en gevolg door [5] Zonetest 5 Methode 1: Ontdekproces starten via indrukken van de systeemtesttoets gedurende één seconde Zorg ervoor dat alle draadloze toestellen nog niet ontdekt werden alvorens de aanleerprocedure aan te vangen. Druk gedurende één seconde op de systeemtesttoets van het Easy Series moederbord. Via deze methode zal de Easy series centrale starten met allerhande testen. Onder andere zal men de keuze krijgen om [1] te drukken om de zonetest te beginnen. Selecteer deze keuze waarna de vraag zal gesteld worden om de batterijen van de draadloze toestellen te installeren (zie hoofdstuk 3.2). Systeemtest toets 6 3

4 Methode 2: Ontdekproces starten via de systeemonderhoud mode uit het installateurs telefoonmenu. Betreed het installateursmenu via inbellen met een telefoon (of 10 seconden lang indrukken van de systeemtesttoets): Druk [1] voor menu Systeemonderhoud Druk [6] voor menu Draadloze configuratie Na keuze [6] zal de vraag gesteld worden om de batterijen van de draadloze toestellen te installeren (zie hoofdstuk 3.2). 7 Methode 3: Ontdekproces starten via de systeemonderhoud mode uit het installateurs telefoonmenu. Betreed het installateursmenu via inbellen met een telefoon (of 10 seconden lang indrukken van de systeemtesttoets): Druk [1] voor menu Systeemonderhoud Druk [2] voor menu Volledige systeemtest Na keuze [2] zal de Easy Series centrale verschillende testen doorlopen. Na de batterijtest, netvoedingstest en bedieneenheidstest zal de vraag gesteld worden om de batterijen van de draadloze toestellen te installeren (zie hoofdstuk 3.2). 8 4

5 Methode 4: Ontdekproces starten via de systeemonderhoud mode uit het installateurs telefoonmenu. Betreed het installateursmenu via inbellen met een telefoon (of 10 seconden lang indrukken van de systeemtesttoets): Druk [1] voor menu Systeemonderhoud Druk [3] voor menu Systeemtestmenu Druk [5] voor menu Zonetest Na keuze [5] zal de vraag gesteld worden om de batterijen van de draadloze toestellen te installeren (zie hoofdstuk 3.2) & 3.3 Het draadloze netwerk aanleggen en configureren: Na één van de vier voorgaande methodes zal dus telkens de opdracht Installeer alle batterijen gegeven worden. Zorg er dus voor dat alle batterijen geïnstalleerd zijn in alle draadloze accessoires alvorens keuze [1] te selecteren om door te gaan. Verwijder de isolatoren van de batterijen Na selectie van keuze [1] zal de boodschap Bezig met aanleren van apparaten, even wachten alstublieft herhaaldelijk worden weergegeven tot alle draadloze accessoires ontdekt zijn. De boodschap Bezig met aanleren van apparaten, even wachten alstublieft zal om de 7 seconden te horen zijn en dat gedurende ongeveer 5 7 minuten. 10 5

6 3.2 & 3.3 Het draadloze netwerk aanleggen en configureren (vervolg): Waarom de ontdekprocedure 5-7 minuten duurt: De draadloze HUB legt automatisch het draadloze netwerk aan en configureert het. De draadloze HUB evalueert elke beschikbare radiofrequentie voor ruis, draadloze signaalsterkte en andere aangrenzende draadloze systemen. De draadloze HUB selecteert vervolgens de frequentie met de kleinste hoeveelheid ruis en de kleinste hoeveelheid verkeer voor de netwerkverbinding. Om het draadloze netwerk te configureren selecteert de draadloze HUB het beste uitzendkanaal. Wanneer een kanaal is geselecteerd, configureert de draadloze HUB alle aangeleerde apparaten om te werken op de geselecteerde frequentie. Dit proces zal dus verschillende minuten duren Apparaten configureren: Het Deur/Venstercontact en de Inertiedetector hebben een magnetische schakelaar en een extra ingang. Verwijder de magneet van het apparaat voor U de zonetest start indien de magnetische schakelaar niet zal worden gebruikt en U enkel de extra ingang wenst te benutten. Als het netwerk aangelegd en geconfigureerd is, meldt het systeem Draadloze apparaten XX gevolgd door Test alle zones. Test de draadloze apparaten in deze volgorde: - ingangsapparaten - draadloze binnensirenes - relaismodules Indien U de boodschap Draadloze apparaten XX gemist hebt, kan U dezelfde boodschap laten herhalen via keuze [1]. Zo kan U terug horen hoeveel toestellen ontdekt werden. Verlaat de zonetest niet tot alle gewenste draadloze apparaten getest zijn. Anders moet U deze apparaten handmatig aan het systeem toevoegen. Wanneer U het apparaat herstelt, meldt het systeem het toegekende apparaatnummer Zonenummers worden toegewezen aan draadloze apparaten in volgorde waarin de apparaten getest zijn (gesaboteerd of geactiveerd en hersteld) Zorg ervoor dat de draadloze apparaten getest worden in de juiste volgorde indien specifieke zonenummers de voorkeur krijgen voor draadloze apparaten. Het systeem kent namelijk automatisch het laagst mogelijke vrije zonenummer toe aan het eerste geteste draadloze apparaat. 12 6

7 3.5. Apparaten testen: De onderstaande tabel verschaft instructies over het testen van elk type draadloos apparaat: Afstandsbedieningen: Voeg afstandsbedieningen toe nadat alle andere draadloze apparaten (ingangen en uitgangen) aangeleerd en geconfigureerd zijn. Stappen om een draadloze afstandsbediening aan te leren: 1. Nadat het laatste draadloze apparaat geconfigureerd is en de zonetest eindigt, druk herhaaldelijk op [#] tot U het installateurmenu afsluit en de telefoonsessie beëindigt. 2. Start een nieuwe telefoonsessie of houd [3] ingedrukt op de bedieneenheid en voer de meestercode (gebruiker 1) in. Bij een telefoonsessie zal U vervolgens keuze [4] moeten selecteren om het Gebruikermenu via de telefoonsessie te betreden. 14 7

8 3.6. Afstandsbedieningen (vervolg): 3. Druk op [1] om een nieuwe gebruiker toe te voegen. 4. Voer een code in. 5. Voer dezelfde code opnieuw in ter bevestiging. 6. Selecteer keuze [4] om een nieuwe afstandsbediening toe te voegen. Badgetoewijzing en stembeschrijving zijn optioneel. 8. De melding Druk op een knop van de afstandsbediening zal te horen zijn. 9. Druk op dat moment op een knop van de gewenste afstandsbediening. Opgelet: kies best niet de Inschakelknop daar anders het systeem de afstandsbediening zal toekennen maar ondertussen eveneens het systeem zal inschakelen. Van zodra de HUB de nieuwe afstandsbediening herkent, zal de boodschap Afstandsbediening toegevoegd te horen zijn waarna het systeem terug zal gaan naar het begin van het gebruikersmenu. 9. Herhaal stappen 3 t/m 9 om meer gebruikers en afstandsbedieningen toe te voegen of druk herhaaldelijk op [#] om de telefoonsessie te beëindigen. 15 8