Onderdruk-Lekdetector VLX.. Z Z Art. Nr.: Datum: Documentatie VLX.. Weijers Waalwijk b.v.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Onderdruk-Lekdetector VLX.. Z 65.22-340 Z 65.25-341. Art. Nr.: 602 200 Datum: Documentatie VLX.. Weijers Waalwijk b.v."

Transcriptie

1 Onderdruk-Lekdetector VLX.. Z Z Documentatie VLX.. Art. Nr.: Datum: Weijers Waalwijk b.v.

2 Inhoudsopgave van de documentatie 1. Technische beschrijving van de VLX.. 15 Pagina s 2. Tekeningen van de technische omschrijving VLX.. 11 Pagina s 3. Montage voorbeeld voor het aansluiten van de lekdetector aan de vlakke bodem tanks met dubbele bodem (Bijv. DIN 4119), ALLEEN voor vloeistoffen met vlampunt > 55 C 4. Bijlage voor de technische omschrijving VLX.. 5 Pagina s 1 Pagina 5. Afmeting en boorgatenpatroon 1 Pagina 6. Werkblad: Montage van de schroeven 2 Pagina s 7. CE Conformiteitsverklaring 1 Pagina 8. Algemene voorwaarden voor tanks / containers 5 Pagina s 9. Algemene voorwaarden voor leidingen 5 Pagina s 10. Garantieverklaring 1 Pagina

3 Inhoudsopgave Pagina 1 Onderwerp 4 2 Toepassing Gestelde eisen aan de lekdetectie ruimte Tanks zonder overdruk Leidingen zonder overdruk Tanks / leidingen met druk tot 5 bar Opgeslagen medium Bestendigheid / materialen 5 3 Funktie omschrijving Normaal gebruik / normale bedrijfsomstandigheden Luchtlekkage Vloeistoflekkage Schakelwaarden van de lekdetector 6 4 Montagehandleiding Basisinstructies Persoonlijke bescherming/uitrusting Montage van de lekdetector Montage van de verbindingsleidingen Elektrische aansluiting Montage voorbeeld 10 5 In bedrijfstelling 10 6 Gebruiksaanwijzing Algemene instructies Gebruik voor specifieke doeleinden Onderhoud Testfunctie Alarm 14 7 Demonteren 15 8 Kenmerken 15 9 Onderdelenlijst 16 Tekeningen: Opstelling 3-weg kraan P Montage voorbeeld (principe schema s) voor tanks A 01 tot G 01 Montage voorbeeld (principe schema s) voor leidingen H 01 tot H 03 Test installatie P e-schema SL Bijlagen: A Toepassing van de lekdetectors VLX.. bij de tanks met lekdetectievloeistof in controleruimte A-1 E Maximale toepassing van VLX E-1 TD Technische gegevens TD-1

4 1. Onderwerp Onderdruk lekdetectors van Type VLX.. als onderdeel van lekdetectie systemen. 2. Toepassing 2.1. Gestelde eisen aan de controleruimte De lekdetectie ruimte (spouwconstructie) dient bestand te zijn tegen de werkdrukken van de lekdetector, ook met inachtneming van temperatuurschommelingen. De opdrachtgever dient vooraf vast te stellen of de lekdetectie ruimte (spouwconstructie) als onderdeel van een compleet lekdetectie systeem, geschikt is. (Bijv. DIN-normen, bouwtechnisch toepassingsbewijs, geschiktheidsverklaring etc.). In de lekdetectie ruimte (spouwconstructie) mag geen (lekdetectie) vloeistof aanwezig zijn. (indien wel het geval is verwijzen wij naar bijlage A) Onder 2.2 vermelde lekdetectie ruimtes dienen te voldoen aan deze eisen. De lekdetectie ruimte dient voordat de lekdetector wordt gemonteerd, op dichtheid te worden getest en dicht te worden bevonden. Indien de lekdetectie ruimte niet dicht is dient deze eerst te worden hersteld voordat het lekdetectie systeem wordt aangesloten en in bedrijf wordt genomen Drukloze lekdetectie ruimtes Groep Bouw wijze van de tank A Enkelwandige liggende (onder- / bovengrondse), cylindrische tanks met lekbeschermingsbekleding of een dubbelwandige tank met een zuigleiding naar het diepste punt van de detectieruimte. B Zoals A, maar dan zonder zuigleiding naar diepste punt van de detectieruimte. C Dubbelwandige liggende cylindrische (onder- / bovengronds) tanks D Dubbelwandige (ook enkelwandig met lekbeschermingsbekleding of dubbelwandige tank) staande cylindrische tanks of reservoirs met gewelfde bodem (onder- / bovengronds) met een zuigleiding naar het diepste punt van de detectieruimte. E Zoals D, maar dan zonder zuigleiding naar diepstepunt van de detectieruimte. F Rechthoekige of cylindrische tanks of reservoirs met een vlakke bodem (volledig dubbelwandig of met lekbeschermingsbekleding of dubbele wand) met zuigleiding naar diepstepunt van de detectieruimte. G Zoals F, maar dan zonder zuigleiding naar diepstepunt van de detectieruimte. Montagevoorbeeld Geschikt Lekdetector Type A 01 VLX 34 VLX 330 VLX 500 VLX 570 B/C 01 VLX 330 VLX 500 VLX 570 D 01 VLX 34 VLX 330 VLX 500 VLX 570 E 01 VLX 330 VLX 500 VLX 570 F 01 VLX 34 VLX 330 VLX 500 VLX 570 G 01 VLX 330 VLX 500 VLX 570 Maximale toepassing Heeft geen betrekking op dichtheid en diameter. Bijlage E, Nr. E.1 Bijlage E, Nr. E.3 Bijlage E, Nr. E.1 Bijlage E, Nr. E.2 Bijlage E, Nr. E.1

5 2.3. Druklose leidingen 1 Groep Leidingen Montagevoorbeel d Geschikt lekdetect or type Maximale toepassing H Af-fabriek of op locatie verwerkt metaal (Flexwell FSR of SECONX) of kunststof met algemene bouwtechnische toepassing, bijv. met afname keur van Kiwa. H 01 H 02 H 03 VLX 330 VLX 500 VLX 570 Bijlage E, Nr. E Tanks / Leidingen met druk tot 5 bar Uitvoeringen zoals omschreven onder punt 2.2 en 2.3, en tanks met dubbele bodem zoals bijv. tanks volgens DIN 4119, indien er bij het opgeslagen product geen Ex-gevaar is. Dat wil zeggen dat het opgeslagen of verwerkt product een vlamput >55 C moet hebben, en er mag, afhankelijk van het vlampunt, geen explosie gevaarlijke damp, lucht, of mengsel ontstaan. Voor tanks volgens DIN 4119 (dubbele bodem respectievelijk lekbeschermende bekleding) alleen lekdetectors met een alarm onderdruk >255 mbar Opgeslagen medium Milieubedreigende vloeistoffen, en wel: met vlampunt > 55 C, zonder explosie gevaarlijke damp/ luchtmengsels. met vlampunt < 55 C, en met vlampunt > 55 C met explosie gevaarlijke damp/ luchtmengsels (Bijv. door uitdampen). Deze voorkomende explosie gevaarlijke damp/ luchtmengsels moeten zwaarder zijn dan lucht en moeten binnen de explosiegroep II A of II B vallen en in temperatuurklasse T1 tot T3 geclassificeerd kunnen worden, zoals bijv. benzine s (Ottokraftstoffe). Vloeistoffen conform tweede punt worden in het vervolg in dit document Ex-vloeistoffen genoemd. Indien er verschillende vloeistoffen door één en dezelfde leiding worden getransporteerd en met de lekdetectie unit dienen te worden bewaakt dan mogen deze elkaar niet negatief beïnvloeden of eventueel tot een chemische reactie leiden Bestendigheid / materialen De lekdetector VLX.. dient bestendig te zijn tegen de materialen messing (MS 58) of roestvaststaal (1.4301, , ) 2, Viton, NBR, EPDM, inclusief het materiaal van de toegepaste verbindingsleidingen. Deze dienen ook voldoende 3 bestendig te zijn tegen het opgeslagen product/medium. 1 Het is ook mogelijk dat er dubbelwandige armaturen in de leiding geïntegreerd zijn. Dubbelwandige armaturen kunnen op zich ook me deze lekdetector bewaakt worden. De montagevoorbeelden voor de leidingen zijn geschikt om toe te passen. 2 conform DIN 6601, middelste kolom 3 Voldoende betekent, dat de physieke eigenschappen niet beïnvloed worden.

6 3. Funktie omschrijving 3.1. Normaal gebruik De onderdruk lekdetector is via de zuig- en meetleiding met de lekdetectie ruimte verbonden. De door de pomp veroorzaakte onderdruk wordt door een interne drukschakelaar gemeten en gestuurd. De uitblaasleiding van de pomp wordt aangesloten op de ontluchtingsleiding van de tank of in een (EX) veilige omgeving. Bij het bereiken van de onderdruk pomp UIT wordt de pomp uitgeschakeld. Vanwege het niet te vermijden verminderen van het vacuüm in de loop van de tijd in het lekdetectie systeem, loopt de onderdruk langzaam terug. Bij het bereiken van het schakelpunt van pomp AAN wordt de pomp ingeschakeld en de controleruimte weer opnieuw gevacumeerd totdat de onderdruk (pomp UIT) bereikt is. Bij normaal gebruik wisselt de onderdruk van stand pomp UIT naar stand pomp AAN. Hierbij zal de draaitijd van de pomp relatief kort zijn en de stilstandtijd relatief lang afhankelijk van de dichtheidsgraad en temperatuurschommeling in het totale systeem Luchtlekkage Indien er een lucht lekkage ontstaat (in de buitenbuis of binnenbuis, boven het vloeistofniveau, schakelt de onderdrukpomp aan, om de onderdruk weer in te stellen. Wanneer het door het lek instromende luchtmengsel de maximale toegestane hoeveelheid overschrijdt, blijft de pomp continue draaien. Groter wordende luchtlekkages leiden naar een verdere druktoename (bij draaiende pomp) tot het bereik van de schakelwaarde alarm AAN. De optische en akoestische alarmweergave wordt aan geschakeld Vloeistoflekkage In geval van een vloeistoflek dringt de vloeistof de controleruimte binnen en zakt het naar het diepste punt van de controleruimte. Door de binnenkomende vloeistof daalt de onderdruk waardoor de pomp wordt ingeschakeld. Vervolgens wordt de controleruimte leeg gepompt totdat de werkonderdruk bereikt is. Dit proces herhaalt zich meerdere malen totdat de vloeistofblokkering in de zuigleiding sluit. Omdat de onderdruk in de meetleiding nog aanwezig is, wordt resterende vloeistof in de meetleiding respectievelijk het drukvat gezogen. Dit veroorzaakt een afname van de onderdruk tot aan de druk alarm AAN.De optische en akoestische alarmweergave wordt aangeschakeld. 3.4 Schakelwaarde van lekdetectie unit Typ Alarm AAN Pump UIT Toepassing in Groep: VLX A/D/F VLX A/B/C/D/E/F/G/H VLX A/B/C/D/E/F/G/H VLX A/B/C/D/E/F/G/H

7 De gemeten schakelwaarde voor alarm UIT moet lager zijn dan de gemeten schakelwaarde voor pomp UIT. De gemeten schakelwaarde voor pomp AAN moet hoger zijn dan de gemeten schakelwaarde voor alarm AAN. 4. Montage handleiding 4.1. Basis instructies (1) Controleer voor installatie of de randvoorwaarden voldoen aan de door de fabrikant opgegeven toepassingen van de tanks/leidingen. De lekdetectie ruimte incl. de verbindingsleidingen dienen vooraf te worden afgeperst voordat de lekdetectie unit wordt geïnstalleerd. (2) De montage en in bedrijfstelling dient alleen te worden uitgevoerd door gekwalificeerde bedrijven 4. (3) Let op de eisen m.b.t. de elektrotechnische installaties 5 (4) Pneumatische verbindingen, verbindingsleidingen en armaturen moeten in staat zijn om de druk, welke in geval van lekkage ontstaat, voor de totale temperatuurbereik te kunnen blijven handhaven. (5) Voordat men een controleruimte binnen gaat, dient het zuurstofgehalte getest te worden en dient de lekdetectie ruimte schoon gespoeld te worden. Extra voor Ex-vloeistoffen: (6) Nationale richtlijnen voor explosie gevaar opvolgen en explosie beschermende maatregelen en -voorzieningen treffen 6. (7) Pneumatische verbindingen, verbindingsleidingen en armaturen moeten minstens met PN 10 zijn uitgevoerd,om de totale temperatuurbereik te kunnen blijven handhaven Persoonlijke bescherming/uitrusting De hieronder vermelde onderdelen hebben betrekking op de veiligheid bij de werkzaamheden. Indien de werkzaamheden worden uitgevoerd binnen een (explosie) gevaarlijke omgeving, dan worden de volgende minimale eisen gesteld: Geschikte kleding (Gevaar voor elektro-statische lading). Geschikt gereedschap (Bijv. conform EN 1127). Geschikt gaswaarschuwingsapparaat voor damp, lucht en damp/luchtmengsels. Werkzaamheden mogen alleen bij een concentratie van 50% onder de explosiegrens uitgevoerd worden 7. Meetapparaat om het zuurstofgehalte van de lucht te kunnen vaststellen (Ex / O Meter) 4 Voor Nederland: Kiwa erkende tank- en pompinstallatie bedrijven conform BRL K903/ en BRL K910. Voor Duitsland: Vakbedrijven conform 19 l WHG, die aan de kwalificatie/certificering voldoen voor de inbouw van lekdetectiesystemen, voor Ex-vloeistoffen ook TRbF 180/280 Nr Voor Duitsland: Bijv. VDE-Voorschriften, Voorschriften van de elektrotechnische installatie bedrijven. 6 Voor Duitsland: Bijv. ElexV, GSiG, UVV. 7 Andere percentages kunnen per land verschillen.

8 4.3. Montage van de lekdetectors (1) Indien de lekdetector in gebouwen wordt gemonteerd dient deze ruimte vocht, -vorst en stofvrij te zijn met goede ventilatie. (2) Indien de lekdetector buiten wordt gemonteerd dient deze in een beschermkast te worden geplaatst welke vocht, vorstvrij en goed geventileerd is. De lekdetector mag niet in direct zonlicht worden gemonteerd. Extra voor Ex-vloeistoffen: (3) Montage BUITEN de EX-zone. Niet in schachten of reservoirs. (4) Montage BUITEN de EX-zone, in gebouwen. Hier moet men voor een voldoende ontluchting zorgen; ter beoordeling kan de EN erbij genomen worden. (5) Indien de lekdetector wordt gemonteerd aan tanks welke een lichte overdruk 8 hebben (bijvoorbeeld door dampretour installatie), dient de lekdetector minimaal 1 meter boven de bovenkant tank te worden gemonteerd Montage van de verbindingsleidingen (1) Vaste metalen leidingen (Bijv. RVS of Cu-buis 8/6x1mm), of alleen drukvaste leidingen (Hoofdstuk. 4.1, (bestand tegen het totale temperatuurbereik). Kunststof leidingen mogen uitsluitend worden toegepast indien de lekdetectie ruimte NIET Zone 0 is. Bij het toepassing van kunststof leidingen is het verplicht om zowel bij de ondergrondse plaatsing als bij de bovengrondse plaatsing beschermbuizen te gebruiken waarvan alle openingen afsluitbaar zijn. (2) Inwendige afmetingen (doorstroomdiameter) minstens 6 mm. (3) Bestand tegen het opgeslagen product en dampen. (4) Kleurkenmerken: Meetleiding: ROOD; Zuigleiding: WIT of NATUREL, Uitblaasleiding: GROEN. (5) De volle diameter moet behouden blijven. Leidingen mogen niet knikken (6) Lengtes van de leidingen tussen de lekdetectie ruimte en lekdetector mogen niet langer dan 50 m. zijn. Als de afstand groter is, dient men een grotere diameter toe te passen. Extra voor Ex-vloeistoffen: Volgende lengtes van de uitblaasleiding mogen niet overschreden worden: Buis met 4 mm diameter: max. 35 m Buis met 6 mm diameter: max. 50 m Indien deze lengtes niet voldoende zijn, dient men in overleg te treden met de fabrikant. (7) Bij het plaatsen van de leidingen waarin zogenaamde zwanenhalzen optreden, dienen op deze punten condensatievaatjes te worden gemonteerd. (8) Vloeistofblokkeerventiel dient in de zuigleiding te worden gemonteerd. (9) De uitblaasleiding wordt normaliter aan de ontluchtingsleiding van de tank aangesloten. deze dient zonder tegendruk (dus vrije) uitblaasmogelijkheden te hebben. Extra voor Ex-vloeistoffen: De uitblaasleiding wordt normaliter aan de ontluchtingsleiding van de tank aangesloten, waarbij t.b.v. de ontluchting een explosieblokkering gemonteerd dient te worden. (M.u.v.. TRbF 20 u. 40) 8 Er moet de zekerheid zijn dat 50 mbar overdruk niet wordt overschreden.

9 Verdere uitzonderingen: Tanks met een inwendige overdruk, tanks conform DN 4119 met dubbele bodem, of vergelijkbaar: A) Uitlaat komt uit aan de buitenzijde op een veilige plaats. Niet toegestaan bij EX vloeistoffen: Condensatievaatje en vloeistofblokkeerventiel in uitlaat monteren, binnen een omtrek van 1 m om het einde van de uitlaat zijn Zone 1-condities van toepassing. Altijd een waarschuwingsteken geven. B) Uitlaat eindigt in Zone 1 (Bijv. vulpuntenbak of ontluchtingsmast): Aan het einde van de uitblaasleiding kan men een explosieblokkering 9 plaatsen. Op zwanenhalspunten kunnen condensatievaatjes geplaatst worden. Men kan afzien van het vloeistofblokkeerventiel wanneer het einde van de uitblaasleiding binnen een bereik eindigt dat vloeistof(water)dicht is. (10) Voor toepassingen met een drukstabilisatievaatje (zie. tekeningen H-01 en 02): Lengte van de meetleiding vanaf het drukstabilisatievaatje (V=0,1 l) 10 : Typ 330: L max 20 m Typ 500: L max 12 m Typ 570: L max 9 m Extra voor Ex-vloeistoffen: (11) Explosieblokkeringen direct op de tank monteren tussen de verbindingsleidingen en de aansluitingen op de tanks. (12) Indien de verbindingsleidingen (zuig-, meet- of uitblaasleiding) van de lekdetector naar boven omgeleid worden, dan kan dit pas vanaf een afstand van minstens 1,5 m van de lekdetector worden gedaan. (13) Doorvoeren (van bv mantelbuizen) waardoor verbindingsleidingen worden doorgevoerd dienen gasdicht te worden afgesloten. (door de mantelbuizen bestaat het gevaar dat de EX-zone verplaatst) Wanneer er meerdere leiding- en lekdetectie ruimtes parallel aan één lekdetector zijn aangesloten. (1) Zuig-, meet- en uitblaasverbindingsleidingen onder afschot naar de lekdetectie ruimte of naar het manifold leggen. Indien de leidingen buiten gemonteerd worden en er vorstgevaar bestaat, dienen ter hoogte van alle zwanenhalspunten, condensatievaatjes te worden gemonteerd. (2) met hoogteverschil naar de verdeler plaatsen. Is dit niet mogelijk, dan condensatievaatjes aan alle zwanenhalspunten monteren. (3) Op iedere aftak naar de lekdetectie ruimte van het manifold dient een vloeistofblokkeerventiel te worden geplaatst. Het vloeistofblokkeerventiel TEGEN de blokkeerrichting aansluiten om te voorkomen dat in geval van lekkage de vloeistof van de ene lekdetectie ruimte in de andere lekdetectie ruimte (lees tank of leiding) kan lopen Electrische aansluiting (1) Spanningsvoorschrift: zie type-plaatje. (2) Vaste aansluiting met speciale groep in meterkast, dus geen stekkers of schakelaars. 9 Men kan afzien van de explosieblokkering als de gehele afblaasleiding vorstvrij blijft en het knikken dan wel verstoppen van de uitblaasleiding 100% zeker wordt voorkomen. 10 Een veelvoud van volumes resulteert in een veelvoud van L max.

10 (3) Aansluitklemmen (Zie ook SL ): 2 Fase 3 Nul 11/14 potentiaalvrij contact (geopend in geval van alarm en bij stroomuitval) 21/24 potentiaalvrij contact (geopend in geval van alarm en bij stroomuitval) 4.6. Montage voorbeelden Montage voorbeelden zijn in de bijlage afgebeeld. Van de explosieblokkeringen kan worden afgezien indien er van een product geen Ex-gevaar uitgaat. De volgende instructies dienen altijd gevolgd te worden: 1. Tanks met een zuigleiding: De zuigleiding moet of tussen de binnen en buitenwand tot het diepste punt van de bewakingsruimte van de tank tot bovenaan de lekdetectie ruimte en boven het maximale vloeistofniveau in de tank worden gevoerd. 2. Montage voorbeeld H 01: De hoogste punten van de te bewaken dubbelwandige leiding moet ten alle tijden lager liggen dan het knooppunt 96 (splitsing zuig- en meetleiding). De laagste punten van de dubbelwandige leiding mogen de maat H max niet overschrijden. 3. Montage voorbeeld H 02: Deze leiding mag men, zoals onder punt 2 uitgevoerd, ook binnen eerdergenoemde grenzen hoogte- en dieptepunten hebben. 4. Montage voorbeeld H 03: De maat H max is de begrenzing tussen hoogste hoogtepunt en diepste dieptepunt van de dubbelwandige leiding. De volumes van de aangesloten leidingen moeten voldoen aan de volgende eisen: 4 V ÜR 1 > V ÜR 1 + V ÜR 2 + V ÜR 3 + V ÜR 4 en 4 V ÜR 2 > V ÜR 2 + V ÜR 3 + V ÜR 4 usw. V ÜR (tot) is het volume van iedere individuele lekdetectie ruimte 5. Inbedrijfstelling (1) Instructies uit hoofdstuk 4 volgen/aanhouden. (2) Pneumatische verbindingsleidingen aansluiten. (3) Elektrische bedrading aanbrengen, nog niet voorzien van spanning. (4) Kastdeksel sluiten. (5) Elektrische aansluiting uitvoeren. (6) Het branden van het aan/uit en alarmlampje en de akoestische alarmweergave testen. Aansluitend de schakelknop akoestische alarmweergave in werking stellen, het schakelknop lichtje gaat branden. (7) 3-weg kraan 21 stand III, testmeetinstrument aansluiten. (8) Systeem op onderdruk brengen. (Bij Ex-vloeistoffen, tegen explosie beveiligde montage pomp plaatsen (Let op: Houdt de temperatuurklasse en Ex-groep goed in de gaten) Aan de hand daarvan moet men de montage pomp aan aansluitnippel 82 koppelen, de montagepomp inschakelen en het bijbehorende afsluitkraantje openen. De lekdetectie ruimte wordt vacuüm gezogen. De opbouw van de onderdruk met meetinstrument controleren. Let op: voordat het systeem op onderdruk wordt gebracht dienen de lekdetectie ruimte en de verbindingsleidingen te worden afgeperst. Indien de

11 leidingen worden afgeperst mogen deze NIET zijn aangesloten op de lekdetectie unit zelf. De lekdetectie unit zelf is niet bestand tegen overdruk en zal onmiddellijk kapot gaan!! (9) Na het bereiken van de onderdruk van de lekdetector (pomp in lekdetector schakelt uit), dient het eerder geopende afsluitkraantje gesloten te worden, de externe montagepomp moet uitgeschakeld en verwijderd worden. (10) 3-Weg kraan 21 in stand I draaien, testmeetinstrument verwijderen. (11) Schakelknop akoestische alarm indrukken er klinkt een piep. (12) Funktionaliteitstest conform hoofdstuk 6.4 uitvoeren. 6. Gebruiksaanwijzing 6.1. Algemene gebruiksaanwijzing (1) Bij zorgvuldige en volgens de voorschriften uitgevoerde montage van het lekdetectie systeem, kan men er vanuit gaan dat de lekdetector binnen het regelbereik functioneert. (2) Het veelvuldig inschakelen of het langdurig draaien van de pomp wijst op kleine ondichtheden in de aansluitleidingen die direct verholpen dienen te worden. (3) In geval van alarm is er altijd sprake van een grotere lekkage of defect. De oorzaak dient onmiddellijk te worden vastgesteld en verholpen. (4) De gebruiker dient het alarm controlelampje regelmatig te testen. (5) Bij eventuele herstelwerkzaamheden dient men de lekdetector eerst spanningsvrij te worden gemaakt. (6) Stroomonderbrekingen worden door het doven van het controlelampje in bedrijf getoond. Via het potentiaalvrije relais wordt de stroomonderbreking extern doorgestuurd. Na de Stroomonderbreking gaat het groene controlelampje weer branden, de alarmweergave via de potentiaalvrije contacten blijf geactiveerd net zo lang dat de druk in het systeem weer is hersteld. Extra voor Ex-vloeistoffen: (7) Bij eventuele herstelwerkzaamheden dient men eerst de aanwezigheid van Exatmosferen te testen en vervolgens de lekdetector spanningsvrij te schakelen 6.2. Gebruik voor specifieke doeleinden Dubbelwandige tank, drukloos 11 (Uitzonderingen volgens Hoofdstuk 2.4) Dubbelwandige leiding, drukloos 12 (Uitzonderingen volgens Hoofdstuk 2.4) Het aarden van de tank/leiding conform EN 1127 Lekdetectie systeem is dicht, conform tabel in de documentatie Lekdetectors buiten het ex-bereik in de open buitenlucht gemonteerd Indien er sprake is van explosie gevaarlijke damp-lucht-mengsel, moeten deze condities aangehouden worden: IIA resp. II B, T1 tot T3; bij dampen zwaarder dan lucht en tank/leiding dient men explosieblokkeringen toe te passen. 11. Indien de tank met geringe overdruk werkt <50 mbar (bijv. bij dampretoursystemen), is het mogelijk de lekdetector minstens 1 m. boven de bovenkant van de tank te monteren. 12 Met de druk gedurende de doorstroming van vloeistof door binnenbuis hoeft geen rekening te worden gehouden. Op het dieptepunt van de leiding mag geen afsluiting armatuur zitten.

12 Doorvoeringen binnen en buiten mangaten of controleschachten gasdicht afsluiten Elektrische aansluiting direct aansluiten (niet afschakelbaar) 6.3. Onderhoud (1) Onderhoudswerkzaamheden en functioneringstesten dienen alleen te worden uitgevoerd door speciaal opgeleid personeel 13. (2) Eénmaal per jaar dient het systeem te worden gecontroleerd op het goed functioneren en veiligheid. Dit is een voorwaarde om aanspraak te kunnen maken op garantie op het systeem. (3) Systeemcontrole conform Hoofdstuk 6.4. (4) Men dient ook te testen of de richtlijnen uit hoofdstuk 4 tot 6.3 aangehouden worden. (5) Voordat men de kast opent, dient de lekdetector spanningsvrij geschakeld te zijn Onderzoek naar functie en gebruiksveiligheid zijn Na elke inbedrijfstelling Volgens Hoofdstuk , Na iedere storing uit te voeren. Bij iedere test (met Ex-vloeistoffen) dient men ermee rekening te houden explosie beschermingsmaatregelen te nemen Testomvang (1) Conform afspraken over uit te voeren werkzaamheden zoals besproken met de bedrijfsverantwoordelijken. (2) Voldoen aan de gestelde veiligheidseisen bij het werken voor het betreffende opgeslagen product. (3) Controle en het leeg maken van het condensatievaatje (6.4.2). (4) Het testen van de doorvoer naar de controleruimte (Hoofdstuk ). (5) Het testen van de schakelwaarde naar de bewaakte ruimte (Hoofdstuk ) alternatief: testen van de schakelwaarde met testapparaat (Hoofdstuk 6.4.5). (6) Testen van de capaciteit van de onderdrukpomp (Hoofdstuk ). (7) Testen van de dichtheid van het lekdetectie systeem (Hoofdstuk 6.4.7). (8) Het tot stand brengen van de bedrijfssituatie (Hoofdstuk 6.4.8). (9) Het opmaken van het controleformulier met bevestiging door deskundigen m.b.t. de zekerheid van het veilig functioneren en werking van het totale lekdetectie systeem Testen en het respectievelijk leeg maken van het condensatievat (1) Indien er sprake is van afsluitkraantjes naar de lekdetectie ruimtes, dienen deze te worden gesloten. 13 Voor Nederland: monteurs met geldig BRL K910 certificaat. Voor Duitsland: Deskundigheid dwz, onder de verantwoording van een deskundige. 14 Voor Duitsland: De landelijke wetsvoorschriften aanhouden (Bijv. VAwS)

13 (2) 3-Weg kraan 20 en 21 in stand IV, met de bedoeling daarmee de verbindingsleiding te beluchten. (3) Condensatievat openen en legen. LET OP : condensatievat kan (vloei)stoffen bevatten, nodige beschermingsmaatregelen treffen. (4) Condensatievat sluiten. (5) 3-Weg kraan 20 en 21 in stand I. (6) De afsluitkraantjes naar de lekdetectie ruimtes openen Testen van de doorvoer van de lekdetectie ruimte (1) Meetinstrument aansluiten op 3-weg kraan 21, dan in stand III. (2) Voor tanks en leiding volgens montage voorbeeld H 3: 3-weg kraan 20 in stand IV, Voor leidingen volgens montage voorbeeld H 1 en H 2: Testventiel aan de lekdetector kant openen. Bij meerdere leiding- en lekdetectie ruimtes zijn de testventielen één voor één aan iedere lekdetector kant te openen. (3) Drukvermindering op het meetinstrument is vast te stellen. Indien er geen drukvermindering volgt, is de oorzaak ter plekke en op te lossen. (4) 3-weg kraan 20 in stand I, Resp. testventiel(en) sluiten. (5) 3-weg kraan 21 in stand I. (6) Meetinstrument verwijderen Testen van de schakelwaarde met lekdetectieruimte (1) Meetinstrument aansluiten op 3-weg kraan 21 en 3-weg kraan 21 in stand III. (2) Voor tanks en leiding conform montage voorbeeld H 3: Ventileren via 3-wegkraan 20 (Stand III) Voor leidingen conform montage voorbeeld H 1 en H 2: Testventiel aan de lekdetector kant van de lekdetectie ruimte openen. Bij meerdere leidingen kunnen de afsluitkraantjes van de niet in de test geintegreerde lekdetectie ruimtes gesloten worden. (3) Schakelwaarde Pomp AAN en Alarm AAN (met optische en akoestische alarm weergave) vaststellen. Waarde noteren. (4) De knop akoestische alarmweergave in werking stellen. (5) 3-weg kraan 20 in Stand I, Resp. Testventiel sluiten en schakelwaarde Alarm UIT en Pomp UIT vaststellen. Waarde noteren. (6) De test is geslaagd wanneer de gemeten schakelwaarde zich binnen de aangegeven waarde bevindt. (7) Eerder gesloten afsluitkraantjes openen. (8) 3-weg kraan 21 in stand I. De knop akoestische Alarm weergave opnieuw in werking stellen. (9) Test- en meetinstrument verwijderen Testen van de Schakelwaarde met test met testapparaat (P ) (1) Testapparaat met de beiden slanguiteinden telkens op een vrij aansluitstuk van de 3- weg kraan 20 en 21 aansluiten. (2) Het meetinstrument aansluiten op het t-stuk van het testapparaat. (3) Draadventiel van het testapparaat sluiten.

14 (4) 3-weg kraan 20 en 21 in Stand II. De werkonderdruk wordt in het testvaatje opgebouwd. (5) Ventilatie via draadventiel, schakelwaarde Pomp AAN en Alarm AAN (optisch en akoestisch) vaststellen. Waarde noteren. (6) Indien nodig, de knop akoestische alarm weergave in werking stellen. (7) Draadventiel langzaam sluiten en schakelwaarde Alarm UIT en Pomp UIT vaststellen. (8) De test is geslaagd wanneer de gemeten schakelwaarde zich binnen de aangegeven waarde bevindt (9) 3-weg kraan 20 en 21 in Stand I. Indien nodig de knop akoestische alarm weergave in werking stellen. (10) Test- en meetinstrument verwijderen Testen van de capaciteit van de onderdrukpomp (1) Meet instrument op 3-weg kraan 20 aansluiten, 3-weg kraan 20 in Stand II. (2) 3-weg kraan 21 in Stand II, t.b.v. de ventilatie van de drukschakelaar. Het alarm wordt in werking gezet, de Pomp loopt. (3) Capaciteit van de pomp van het meet instrument aflezen. (4) De test is geslaagd, als de bereikte drukwaarde > 150 mbar (Type 34), > 500 mbar (Type 330), > 700 mbar (Type 500) resp. > 750 mbar (Typ 570) is. (5) 3-weg kraan 20 en 21 in Stand I. (6) Test- en meetinstrument verwijderen Testen van dichtheid van het lekdetectie systeem (1) Testen of alle afsluitkraantjes tussen lekdetector en bewakingsruimte geopend zijn. (2) Meet instrument aansluiten op 3-weg kraan, stand III. (3) T.b.v. van de dichtheidstest moet de onderdrukpomp de schakelwaarde Pomp UIT bereikt hebben. Een mogelijke druk vergelijking is af te wachten en men kan aansluitend beginnen met de dichtheidstest. (4) Zij kan positief bevonden worden als de waarde van de volgende tabel aangehouden kunnen worden. Een hogere drukvermindering betekent een hogere belasting op de slijtage onderdelen. Volume lekdetectie ruimte in liters 1 mbar drukvermindering in minuten minuten minuten ,50 uur ,25 uur ,00 uur ,75 uur ,50 uur ,25 uur ,00 uur (5) Testkraan in Stand I, Meet instrument verwijderen Oplevering voor bedrijfssituatie

15 (1) Unit ombouw/behuizing en kiepschakelaar verzegelen met zegel. (2) Afsluitkraantje (tussen lekdetector en lekdetectie ruimte) voor iedere aangesloten lekdetectie ruimte in geopende stand verzegelen In geval van alarm (1) Bij Ex-vloeistoffen kan men er in geval van een alarm weergave vanuit gaan, dat er zich in de lekdetectie ruimte explosie gevaarlijke damp-lucht-mengsel bevindt. De nodige veiligheids- /beschermingsmaatregelen dienen getroffen te worden. (2) Een alarm wordt door het oplichten van het lampje Alarm aangeduid, het akoestische signaal klinkt. (3) Indien voorhanden, dient het afsluitkraantje in de verbindingsleiding tussen lekdetectie ruimte en lekdetector gesloten te worden. (4) Via het in werking stellen van de knop akoestische alarm weergave akoestisch signaal afstellen. Het knoplampje gaat aan. (5) De installatie firma informeren / op de hoogte brengen. (6) De installatie firma is verplicht de oorzaak vast te stellen en het probleem te verhelpen. (7) Functie test volgens Hoofdstuk 6.4 uitvoeren, daarbij de voorwaardes hanteren uit Hoofdstuk 4 tot Demonteren Voor het demonteren van de constructie, waarbij mogelijk sprake is van Ex-gevaren, dient men te letten op de volgende belangrijke punten: De geldende voorschriften naleven voor het elektrisch demonteren Voor en tijdens de werkzaamheden, het ontbreken van gas testen. Openingen waardoor Ex dampen verspreid kunnen worden dienen gasdicht gesloten te worden. De demontage mag niet worden uitgevoerd met vonk afgevende elektrische gereedschappen (zagen, slijpapparatuur.. Indien het toch noodzakelijk is dit te gebruiken, dan letten op EN1127). Vonk-vrij gereedschap toepassen. Electrostatische ladingen (bijv. door wrijving/schuring) vermijden. Vervuilde onderdelen (mogelijk door uitgassen) indien nodig verwijderen. 8. Kenmerken Type Elektrische gegevens Fabrikant of Merk Bouwjaar(Maand / Jaar) Serienummer Type-plaatje Door wetgeving voorgeschreven markeringen Ex-gegevens

16 9. Index 01 Controle lampje "Alarm", rood 02 Afsluitkraan 03 Uitblaasleiding 09 Controle lampje "In bedrijf ", groen 11 Onderdrukschakelaar 18 Explosieblokkering 20 3-weg kraan in de zuigleiding 21 3-weg kraan in de meetleiding 27 Vloeistofblokkering 27* Vloeistofblokkering, tegen de afsluitrichting in aangesloten 30 Apparaat ombouw 33 Condensatievat 41 Alarm schakelaar 42 Pomp schakelaar 43 Meetleiding 57 Testventiel 59 Relais 60 Onderdrukpomp 61 Terugslagklep met filter 68 Zuigleiding 69 Zoemer 71 Knop "akoestische Alarm weergave" (Uitvoering: Luchtdruk knop) 73 Lekdetectie ruimte 74 Verbindingsleiding 82 Aansluiting montagepomp 88 Dubbelwandige leiding 95 Drukverdeelvat 96 Aftakpunt 101 Naar het dieptepunt gevoerde zuigleiding

17 P

18 A-01

19 B/C-01

20 D-01

21 E-01

22 F-01

23 G-01

24 H-01

25 H-02

26 H-03

27 SL

28 P

29 Aansluiten van de VLX.. op met lekdetectie vloeistof gevulde lekdetectie ruimtes A.1 Eisen (6) Er mogen alleen lekdetectors VLX-500 met een geschikte alarmdruk welke speciaal door KIWA is afgestemd op de lekdetectie ruimte, tankdiameter en de opslagdichtheid voor deze speciale toepassing worden ingezet. (7) De hieronder staande gebruiksaanwijzing is van toepassing voor tanks volgens DIN (8) Wordt deze werkwijze bij andere tanks toegepast, dan is in een enkel geval toestemming van de ter plekke zijnde verantwoordelijke instantie nodig. A.2 Voorbereiding (1) Lekdetector op vloeistofbasis demonteren (2) Lekdetectievloeistof uit de spouw zuigen volgens onderstaande procedure: (3) Aansluitingen voor zuig- en meetleiding monteren. Aan de zuigleiding montage pomp 15 aansluiten. Afzuigen tot er geen vloeistof meer uit de spouw wordt aangezogen. Aan de meetleiding koppeling onderdruk meetinstrument aansluiten Doorgaan met leegmaken, totdat er geen vloeistof meer uitgezogen wordt. Opslagvat leegmaken en indien nodig, na tijdelijke onderbreking, net zo lang deze stappen herhalen totdat men er zeker van is dat er een gasvulling ontstaat boven de resterende lekdetectie vloeistof. (4) Let op vloeistof dient voldoende vloeibaar te zijn (niet stroperig of vlokvormig). Deze voorwaarde dient te worden vervuld om een correcte en betrouwbare werking van het VLX-330 te kunnen waarborgen. A.3 Montage en inbedrijfstelling van de lekdetector (1) Door het afzuigen van de lekdetectie vloeistof ontstaat er een droge spouw ruimte boven de lekdetectie vloeistof. (2) Lekdetector volgens documentatie monteren en in bedrijf stellen. (3) Functietest van de lekdetector uitvoeren. A.4 In geval van alarm (1) Een alarm kan alleen optreden indien er onvoldoende lekdetectie vloeistof afgezogen is, en door opwarming een vloeistof stijging in de spouw heeft plaatsgevonden. Oplossing: met externe vacuümpomp meer vloeistof verwijderen. (2) Een alarm kan ook optreden door de binnenkomst van grondwater / medium of lucht in de controleruimte en een daaruit voortkomende vloeistofstijging. Oplossing: Plaats van lekkage zoeken en het probleem oplossen, vervolgens de lekdetector weer in bedrijf stellen. Is de lekkage niet ter plekke te repareren, dan overleg voeren met de plaatselijke verantwoordelijke om vast te stellen hoe men vervolgens te werk moet gaan om het probleem op te lossen. 15 In deze tank wordt de afgezogen vloeistof verzameld.

30 E.1 H max afhankelijk van de dichtheid van het opgeslagen medium Dichtheid van medium [kg/dm 3 ] H max. [m] Type 330 Type 500 Type 570 0, , , , , , , , , , , , Alléén bovengrondse tanks / leidingen Boven- en ondergrondse tanks / leidingen E.2 Max. Tankhoogte afhankelijk van de dichtheid van het opgeslagen medium Dichtheid van medium [kg/dm 3 ] H max. [m] Type 34 Type 330 Type 500 Type 570 0, , , , , , , , , , , , Alléén bovengrondse tanks Boven- en ondergrondse tanks

31 E.3 Tank conform DIN 6618 T2: 1989 en reservoirs met gegolfde bodem en gelijke afmetingen Diameter [mm] Hoogte [mm] Max. dichtheid van medium [kg/dm 3 ] Type 34 Type 330 Type 500 Type ,90 1,90 1,90 1, ,60 1,90 1,90 1, ,40 1,90 1,90 1, ,00 1,90 1,90 1, ,90 1,90 1,90 1, ,90 1,90 1,90 1, ,60 1,60 1,40

32 Technische gegevens 1. Elektrische gegevens Opname capaciteit (zonder buitensignaal) 230 V - 50 Hz - 50 W Schakel contactbelasting, potentiaalvrij relais max: 230 V - 50 Hz - 5 A (Klemmen 11/14 en 21/24) min: 6 V / 10 ma Externe beveiliging van de lekdetector max. 10 A Overbelasting categorie 2 2. Pneumatische gegevens (eisen voor extern meetinstrument) Schaalaanduiding minstens 100 Klasse nauwkeurigheid minstens 1,6 Schaal eindwaarden -600 mbar / mbar

33 MBS 2.4

34 ABMESSUNG

35 Hiermede verklaren wij, SGB Sicherungsgerätebau GmbH Hofstraße 10 D Siegen als enige verantwoordelijke, dat de lekdetector VLX.. aan de ten grondslag liggende eisen van de EG richtlijnen voldoen. Bij een niet met ons afgestemde aanpassing van het apparaat heeft deze verklaring geen geldigheid. Nummer / Afkorting 2004/108/EG EMV-Richtlijn 2006/95/EG Laagspannings-richtlijn 89/106/EWG Bouwkundige richtlijn 93/68/EWG Aanpassings richtlijn 94/9 EWG Apparaten in Ex-bereiken Na te komen voorschriften EN : 2007 EN : 2005 EN : 2006 EN : A1: A2: 2005 EN : 2007 EN : 2001 EN : 2005 EN : 2003 Toegelaten plaats : TÜV-Nord, Hamburg De lekdetector moet met zijn pneumatische onderdelen op ruimtes (Controle ruimtes van tanks/leidingen/armaturen) aangesloten worden, voor de apparaten in de Categorie 1 vereist zijn, voor zover de in de documentatie vermelde condities van de lekdetector worden aangehouden. De volgende gegevens dienen te worden opgevolgd.: EN : 2007 EN : 2003 EN : 2003 EN : 2001 PTB 03 ATEX 4041 X met: EN :2001; EN 12874:2001 De beoordeling van het explosiegevaar conform de EG richtlijnen van de toegepaste componenten heeft geen verdere verhoging van het risico uitgewezen. Deze overeenkomst is getekend door i. V. Martin Hücking (Technisch Manager)

36 Schroefverbinding met flairhoek 1. O-Ringen niet olieën 2. Tussenring los in de schroef steuntjes leggen 3. Buitenmoer en drukring over de leiding schuiven 4. Buitenmoer met hand aandraaien 5. Buitenmoer aandraaien totdat hij vast zit. (Vast is vast) 6. Eindmontage: ¼ (1 kwart) doordraaien Schroefverbinding met klemring voor kunststof- en metaal leidingen 1. Steunhuls in uiteinde buis schuiven 2. Leiding met steunhuls tot aanslag inschuiven 3. Schroef aandraaien tot men weerstand voelt 4. Moer voorzichtig los maken 5. Moer weer aandraaien tot men weerstand voelt (niet over de top draaien!) Schroefverbinding met snijring voor kunststof- en metaalleidingen 1. Verstevigingshuls in buiseinde schuiven 2. Verstevigingshuls er in slaan 3. Buitenmoer en snijring over buiseinde schuiven 4. Buitenmoer tot de aanslag met de hand erop schroeven 5. Leiding tegen de aanslag in binnen conus drukken 6. Buitenmoer om ca. 1,5 keer draaien en vastzetten (leiding mag niet meedraaien) 7. Buitenmoer los maken: controleren of de leiding zichtbaar onder de snijring tevoorschijn komt (voor zover de klemring aangedraaid kan worden). 8. Buitenmoer zonder kracht bij te zetten aandraaien.

37 Schroefkoppeling snelsluituing voor PA- leiding 1. PA-buis haaks op lengte snijden 2. Buitenmoer los schroeven en over buiseinde schuiven 3. Leiding op de nippel schuiven tot aan schroefdraad 4. Buitenmoer met de hand aan draaien 5. Buitenmoer met moersleutel aandraaien tot men weerstand voelt (ca. 1-2 keer draaien) NIET geschikt voor PE-leiding Leidingaansluiting (4 en 6 mm uitsluitend voor OVERDRUK) 1. Draad- of schroefklemmetje over de leiding schuiven 2. Leiding over koperbuisje of slangopening schuiven (indien nodig. PVC-buis opwarmen, bevochtigen), buis moet strak aansluiten 3. Draadklem: met tang dichtknijpen en op verbindingsplek schuiven Schroefklem: over de verbindingsplek schuiven en met schroevendraaier vast draaien, men moet er op letten dat de klem rondom gelijkmatig aansluit. Buisaansluitingen (Opening 4 en 6 mm voor ONDERDRUK) Voor onderdruk toepassingen, waarbij ook in geval van lekkage geen overdruk op de verbindingsleidingen ontstaan zoals onder punt 5, echter zonder klemmen. Voor onderdruk toepassingen, waarbij in geval van lekkage, mogelijk overdruk ontstaat zoals onder punt 5.

38 Geachte klant, Met deze lekdetector heeft U een kwaliteitsproduct van onze fabriek in Uw bezit. Al onze lekdetectors ondergaan stuk voor stuk een 100 % kwaliteitseindcontrole voordat zij de fabriek verlaten. Pas wanneer aan alle proefcriteria is voldaan, wordt het typeplaatje met een serienummer aangebracht. Op onze lekdetectors geven wij vanaf de leverdatum een garantie van 24 maanden. De garantieduur is maximaal 27 maanden vanaf onze verkoopdatum. Voorwaarde voor een vergoeding is dat bij rapportage van het functie-/testverslag over de eerste inbedrijfstelling door een door Weijers Waalwijk gecertificeerde monteur met geldig certificaat onder vermelding van het serienummer van de lekdetector. De garantieplicht vervalt bij gebrekkige of onvakkundige installatie of bij verkeerd gebruik, of wanneer er aanpassingen en reparaties zijn uitgevoerd zonder overleg met en akkoord van de fabrikant. Bij storingen dient U kontact op te nemen met: Weijers Waalwijk bv Cartografenweg MT Waalwijk info@weijers-waalwijk.nl Hoogachtend, SGB GmbH Hofstraße 10 D Siegen Tel.: Fax:

HANDLEIDING. Sesame. Thermoplastic Tank Technologies

HANDLEIDING. Sesame. Thermoplastic Tank Technologies HANDLEIDING Sesame Thermoplastic Tank Technologies INSTALLATIE- EN GEBRUIKSAANWIJZING INHOUD 1. ALGEMEEN 3 2. BELANGRIJK 3 3. INSTALLATIE EXPANSIEVAT 4 4. GEBRUIK EXPANSIEVAT 5 5. VERVANGEN LUCHTCEL 5

Nadere informatie

DL-ELC overdruk lekbewakingsunit voor bewaking tot en met 6 DUBBELWANDIGE tanks Gecertificeerd conform BRL K-910

DL-ELC overdruk lekbewakingsunit voor bewaking tot en met 6 DUBBELWANDIGE tanks Gecertificeerd conform BRL K-910 DL-ELC overdruk lekbewakingsunit voor bewaking tot en met 6 DUBBELWANDIGE tanks Gecertificeerd conform BRL K-910 Uitgever : Weijers Waalwijk B.V. Uitgave : 5 e Datum : Jan 2008 Niets uit deze uitgave mag

Nadere informatie

Adapters en verloopmoeren van metaal

Adapters en verloopmoeren van metaal Adapters en verloopmoeren van metaal Bedieningshandleiding Extra talen www.stahl-ex.com Inhoudsopgave 1 Algemene gegevens...3 1.1 Fabrikant...3 1.2 Gegevens over de bedieningshandleiding...3 1.3 Andere

Nadere informatie

* /1 * /1 * x40

* /1 * /1 * x40 Item: *710.020 1/1 *710.021 2/1 *710.022 60x40 1. Inhoud 1. Instructie waarschuwingen... 2 2. Waarschuwingen voor een veilig en juist gebruik... 2 3. Garantie... 2 4. Installatie... 3 4.1 Technische eigenschappen...

Nadere informatie

Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing centrifugaalpomp RC-Pomp

Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing centrifugaalpomp RC-Pomp Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing centrifugaalpomp RC-Pomp Voor gebruik aandachtig lezen Alle veiligheidsvoorschriften nakomen Voor toekomstig gebruik bewaren Deze montagehandleiding bevat belangrijke

Nadere informatie

PRS 9. Gebruiksaanwijzing Programmaschakelaar PRS 9

PRS 9. Gebruiksaanwijzing Programmaschakelaar PRS 9 PRS 9 Gebruiksaanwijzing 810534-00 Programmaschakelaar PRS 9 Afmetingen / Overzicht PRS 9 Test 128,5 169 30,48 (6TE) Fig. 1 A B C D E PRS 9 I H G F Test J Fig. 2 MAX 95 % IP 10 MAX 70 C 2 Legenda A B C

Nadere informatie

Viesmann. Montage- en servicehandleiding. Blusinrichting. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H

Viesmann. Montage- en servicehandleiding. Blusinrichting. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H Montage- en servicehandleiding voor de vakman Viesmann Blusinrichting voor Vitoligno 300-H Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel

Nadere informatie

Vloerverwarmingsverdeler I.6.2. Vloerverwarmingsverdeler

Vloerverwarmingsverdeler I.6.2. Vloerverwarmingsverdeler I.6.2 Alle componenten van de SCHÜTZ vloerverwarmingsverdeler zijn optimaal op elkaar afgestemd, zetten de systeemgedachte in combinatie met de verdelerkasten consequent voort en zijn toepasbaar bij vloerverwarmingsen

Nadere informatie

TECHNISCHE HANDLEIDING

TECHNISCHE HANDLEIDING Pagina 1 van 6 Pagina 2 van 6 INHOUDSOPGAVE 1. OMSCHRIJVING... 3 2. ALGEMENE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES... 3 3. TECHNISCHE GEGEVENS... 3 4. INSTALLATIE EN BEDIENING... 3 5. ONDERHOUD... 5 6. ALGEMENE VOORWAARDEN...

Nadere informatie

Heteluchtkanon HP18 / HP 30 / HP 45 RVS BEDRIJFSVOORSCHRIFTEN

Heteluchtkanon HP18 / HP 30 / HP 45 RVS BEDRIJFSVOORSCHRIFTEN Heteluchtkanon HP18 / HP 30 / HP 45 RVS BEDRIJFSVOORSCHRIFTEN 1G:\002 Leverancier\030 Producten\005 Onderhoudsinstructies\TECHNISCHE GEGEVENS EN ONDERDELEN BOEKJES\BEDRIJFSVOORSCHRIFTEN Belangrijk Alvorens

Nadere informatie

Montage-, gebruiks- en onderhoudsaanwijzing voor. Jola-contactbeschermrelais KR 5/Ex I (M1) / II (1) GD [Ex ia Ma] I [Ex ia Ga] IIC [Ex ia Da] IIIC

Montage-, gebruiks- en onderhoudsaanwijzing voor. Jola-contactbeschermrelais KR 5/Ex I (M1) / II (1) GD [Ex ia Ma] I [Ex ia Ga] IIC [Ex ia Da] IIIC Montage-, gebruiks- en onderhoudsaanwijzing 1/6 Montage-, gebruiks- en onderhoudsaanwijzing Jola-contactbeschermrelais KR 5/Ex I (M1) / II (1) GD [Ex ia Ma] I [Ex ia Ga] IIC [Ex ia Da] IIIC Deze montage-,

Nadere informatie

Handleiding rookgascondensor INHOUDSOPGAVE: WERKING. 1.1 Algemeen 1.2 Werking INSTALLATIE

Handleiding rookgascondensor INHOUDSOPGAVE: WERKING. 1.1 Algemeen 1.2 Werking INSTALLATIE Handleiding rookgascondensor INHOUDSOPGAVE: WERKING 1.1 Algemeen 1.2 Werking INSTALLATIE 2.1 Aflevering 2.2 Voorschriften 2.3 Opstelling 2.4 Montage beveiligingen 2.5 Montage rookgasafvoer 2.6 Montage

Nadere informatie

Installatie & Onderhoudsinstructies 10-2015

Installatie & Onderhoudsinstructies 10-2015 Installatie & Onderhoudsinstructies 1 10-2015 VEILIGHEID EN CORRECT GEBRUIK Om veiligheid en een lange levensduur van dit product te garanderen, zal u de bijgesloten instructies strikt in acht moeten nemen.

Nadere informatie

GEBRUIKSAANWIJZING ZUMOVAL MINIMAX & MINIMATIC

GEBRUIKSAANWIJZING ZUMOVAL MINIMAX & MINIMATIC GEBRUIKSAANWIJZING ZUMOVAL MINIMAX & MINIMATIC GEBRUIKSAANWIJZING ZUMOVAL MINIMAX/MINIMATIC INHOUDSOPGAVE GEBRUIKSAANWIJZING ZUMOVAL MINIMAX/MINIMATIC... 1 INHOUDSOPGAVE... 1 1. ALGEMENE INFORMATIE...

Nadere informatie

Handleiding aansluiten en in gebruik nemen zelfaanzuigende SHE pompen

Handleiding aansluiten en in gebruik nemen zelfaanzuigende SHE pompen Handleiding aansluiten en in gebruik nemen zelfaanzuigende SHE pompen Inhoudsopgave Inhoudsopgave 2 Inleiding 3 Uitvoering 3 Installatie 3 Vullen 5 Starten ( eerste keer) 5 Starten ( normaal gebruik) 5

Nadere informatie

Glijringpakking dubbelwerkend, overeenkomstig DIN EN 12756

Glijringpakking dubbelwerkend, overeenkomstig DIN EN 12756 Serie SCK MONTAGE- EN GEBRUIKSAANWIJZING Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing Glijringpakking dubbelwerkend, overeenkomstig DIN EN 12756 Bewaren voor toekomstig gebruik! Deze gebruiksaanwijzing

Nadere informatie

Installatie & Onderhouds Instructies WARNER-LT 03/11

Installatie & Onderhouds Instructies WARNER-LT 03/11 Installatie & Onderhouds Instructies WARNER-LT Condensaat management waarschuwingssysteem ALGEMENE WERKING 03/11 De WARNER-LT is een condensaat management waarschuwingssysteem. Condensaat management speelt

Nadere informatie

NRS 2-4. Gebruiksaanwijzing 810552-00 HN-schakelaar NRS 2-4

NRS 2-4. Gebruiksaanwijzing 810552-00 HN-schakelaar NRS 2-4 NRS 2-4 Gebruiksaanwijzing 810552-00 HN-schakelaar NRS 2-4 Inhoudsopgave blz. Belangrijke instructies Veiligheidsinstructies...7 Waarschuwing...7 Verklaringen Verpakkingsinhoud...8 Systeembeschrijving...8

Nadere informatie

aanvullende gebruikers handleiding AQUA Plus Versie 131010 - 1 -

aanvullende gebruikers handleiding AQUA Plus Versie 131010 - 1 - aanvullende gebruikers handleiding AQUA Plus Versie 131010-1 - AANVULLENDE HANDLEIDING AQUA PLUS Deze handleiding is uitsluitend ter aanvulling van de handleiding van de Altech Eclips (papieren of DVD

Nadere informatie

LAADZUIL ELEKTRISCHE MONTAGE EN GEBRUIK Deze handleiding is van toepassing op een DIC laadzuil met plug and play systeem

LAADZUIL ELEKTRISCHE MONTAGE EN GEBRUIK Deze handleiding is van toepassing op een DIC laadzuil met plug and play systeem LAADZUIL ELEKTRISCHE MONTAGE EN GEBRUIK VOERTUIGEN HANDLEIDING Deze handleiding is van toepassing op een DIC laadzuil met plug and play systeem INHOUDSOPGAVE DIC laadzuil met plug and play systeem 1 Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

ASF Thomas Lekdetectie-unit ll-f

ASF Thomas Lekdetectie-unit ll-f ASF Thomas Lekdetectie-unit V-Ill ll-f Montagehandleiding Lekdetectie-unit voor installaties voor bodembedreigende vloeistoffen en brandstoffen met een vlampunt van > 55 Voor het bewaken van horizontale

Nadere informatie

Montage- en Gebruikshandleiding

Montage- en Gebruikshandleiding Montage- en Gebruikshandleiding van GEP DPA Dubbele Pompinstallatie GEP Regenwatersystemen Tel. BE: +32(0)56-299701 Tel. NL: +31(0)183-610520 Info@regenwater.com www.regenwater.com Dubbele Pompinstallatie

Nadere informatie

Air Trade Centre NV, Hoogstraat 180, 1930 Zaventem, België www.fujitsu-airco.be

Air Trade Centre NV, Hoogstraat 180, 1930 Zaventem, België www.fujitsu-airco.be Module voor redundantie/omschakelen GEBRUIKS- EN MONTAGEAANWIJZINGEN UTD-USM 208 Air Trade Centre NV, Hoogstraat 180, 1930 Zaventem, België www.fujitsu-airco.be Inhoud 1. Inleiding en veiligheidsvoorschriften...

Nadere informatie

HANDLEIDING ATEX Explosionproof

HANDLEIDING ATEX Explosionproof Nederlands Versie10/2016 Blz. 1/16 393165.00 Inhoudsopgave 1. Fabrikant 3 2. Voorwoord 3 3. Beschrijving 4 4. Certificering en Markering 4 5. Voorwaarden voor veilig gebruik 4 6. Typesleutel 5 7. Omschrijving

Nadere informatie

Glijringpakking RG-4 stationair, enkelwerkend

Glijringpakking RG-4 stationair, enkelwerkend Serie SCK MONTAGE- EN GEBRUIKSAANWIJZING Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing Glijringpakking RG-4 stationair, enkelwerkend Bewaren voor toekomstig gebruik! Deze gebruiksaanwijzing voor

Nadere informatie

HANDLEIDING RO-STEAM 1000 / 2000

HANDLEIDING RO-STEAM 1000 / 2000 HANDLEIDING RO-STEAM 1000 / 2000 Waterkracht B.V. Postbus 65 7050 AB Varsseveld Tel. : +31 (0)315 25 81 81 Fax : +31 (0)315 25 81 91 E-Mail : info@waterkracht.nl Internet : www.waterkracht.nl 2 INHOUD:

Nadere informatie

AK 45 Gebruiksaanwijzing 810532-00

AK 45 Gebruiksaanwijzing 810532-00 AK 45 Gebruiksaanwijzing 810532-00 Opstart-aflaatklep AK 45 Doorstroomdiagram 1000 800 600 500 400 1 300 Doorstroming [kg/h] 200 100 0,1 0,2 0,3 0,4 0,5 0,6 0,8 1 2 Verschildruk [bar] 1 Maximale doorstroomhoeveelheid

Nadere informatie

Opvoerpomp voor Tano XL

Opvoerpomp voor Tano XL Bedrijfs-en installatie handleiding Opvoerpomp voor Tano XL - Voor gebruik aandachtig lezen! - Alle veiligheidsrichtlijnen respecteren! - Handleiding bewaren voor toekomstig gebruik! Deze bedrijfs en installatie

Nadere informatie

GEBRUIKERSHANDLEIDING

GEBRUIKERSHANDLEIDING GEBRUIKERSHANDLEIDING Warmwater circulatie-unit O DVU 3 kw 230 V INHOUDSOPGAVE Voorwoord pag. 4 Inleiding pag. 5 Technische specificaties pag. 5 Veiligheidsvoorzieningen en instructies pag. 6 Werking van

Nadere informatie

DIC WANDMODEL HANDLEIDING MONTAGE EN GEBRUIK Deze handleiding is van toepassing op een DIC wandmodel met plug and play systeem

DIC WANDMODEL HANDLEIDING MONTAGE EN GEBRUIK Deze handleiding is van toepassing op een DIC wandmodel met plug and play systeem DIC WANDMODEL HANDLEIDING MONTAGE EN GEBRUIK Deze handleiding is van toepassing op een DIC wandmodel met plug and play systeem INHOUDSOPGAVE DIC wandmodel met plug and play stysteem 1 Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

Montage handleiding Broilfire 4 Poot powerfire/gas komfoor 4p-01p

Montage handleiding Broilfire 4 Poot powerfire/gas komfoor 4p-01p Montage handleiding Broilfire 4 Poot powerfire/gas komfoor 4p-01p Instructies voor het monteren en gebruik van de Powerfire: Technische data: Gas type Butaan Propaan Werk druk: mbar 30-50 37-52 Categorie

Nadere informatie

GfS Day Alarm. Algemene omschrijving...p. 2. Montage handleiding en functies...p. 3. Instellingen van magneet contacten...p. 4

GfS Day Alarm. Algemene omschrijving...p. 2. Montage handleiding en functies...p. 3. Instellingen van magneet contacten...p. 4 Art.-Nr.: Art.-Nr.: Montage handleiding Inhoud Algemene omschrijving...p. Montage handleiding en functies...p. Instellingen van magneet contacten...p. Aansluiting met draadloos magneet contact...p. Aansluiting

Nadere informatie

CAU-1 & CAU-1T NUL-EMISSIE AFZUIGUNIT VOOR ROETMETINGEN i.c.m. SSM 2000 en DSS-2

CAU-1 & CAU-1T NUL-EMISSIE AFZUIGUNIT VOOR ROETMETINGEN i.c.m. SSM 2000 en DSS-2 CAU-1 & CAU-1T NUL-EMISSIE AFZUIGUNIT VOOR ROETMETINGEN i.c.m. SSM 2000 en DSS-2-1 - Het CAU-1 en CAU-1T afzuigsysteem is getest betreffende meetnauwkeurigheid door NMI Testcertificaat 1. VOORWOORD Deze

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman. Vitotrol 100 type UTDB-RF

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman. Vitotrol 100 type UTDB-RF Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 100 type UTDB-RF Ruimtetemperatuurregelaar met digitale schakelklok en draadloze ontvanger Bestelnr.: 7426 466, 7426 539 VITOTROL 100 10/2009 Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

INSTRUCTIEBOEKJE HG800P / HG1200R. hydrofoorgroepen

INSTRUCTIEBOEKJE HG800P / HG1200R. hydrofoorgroepen INSTRUCTIEBOEKJE HG800P / HG1200R hydrofoorgroepen 2 Hartelijk dank! Hartelijk dank dat u voor een EUROM HG hydrofoorgroep gekozen hebt. U hebt daarmee een goede keus gemaakt! Wij hopen dat hij tot uw

Nadere informatie

Magneetklep DN10, DN15 en DN20 Kenmerken

Magneetklep DN10, DN15 en DN20 Kenmerken Madas type EVO/NC Magneetklep DN10, DN15 en DN20 Kenmerken Aansluiting schroefdraad G3/8, G1/2 of G3/4 Maximale inlaatdruk 200 mbar Temperatuur bereik - 15 o C tot + 60 o C, energiebesparende versie -

Nadere informatie

InClaTec. 2012 Vacuüm platen en toebehoren. KIM Komeetstaal Postbus 51 Fabriekstraat 42 7000 AB Doetinchem 7005 AR Doetinchem

InClaTec. 2012 Vacuüm platen en toebehoren. KIM Komeetstaal Postbus 51 Fabriekstraat 42 7000 AB Doetinchem 7005 AR Doetinchem InClaTec 2 Vacuüm platen en toebehoren KIM Komeetstaal Postbus 5 Fabriekstraat 42 7000 AB Doetinchem 7005 AR Doetinchem Nederland Nederland Tel: (034) 343000 Fax: (034) 33247 info@komeetstaal.nl www.komeetstaal.nl

Nadere informatie

GEBRUIKSAANWIJZING v. 1.0 ACM DRIEVOUDIGE INBOUWSCHAKELAAR

GEBRUIKSAANWIJZING v. 1.0 ACM DRIEVOUDIGE INBOUWSCHAKELAAR GEBRUIKSAANWIJZING v. 1.0 ACM-3500-3 DRIEVOUDIGE INBOUWSCHAKELAAR A C B C D E Voorbeeldtoepassing (afstandsbediening niet inbegrepen) A: LED-indicator B: Verbindingsknop C: Bevestigingspunten D: Klemschroeven

Nadere informatie

Veilige infrastructuur met OBO ondervloersystemen Effectieve afschottingssystemen beveiligen brandzones Vuur en rook worden met de brandwerende

Veilige infrastructuur met OBO ondervloersystemen Effectieve afschottingssystemen beveiligen brandzones Vuur en rook worden met de brandwerende Veilige infrastructuur met OBO ondervloersystemen Effectieve afschottingssystemen beveiligen brandzones Vuur en rook worden met de brandwerende systemen van OBO via de vloerkanalen niet overgedragen 278

Nadere informatie

WHIRLPOOL AKR643GY. Gebruiksaanwijzing

WHIRLPOOL AKR643GY. Gebruiksaanwijzing WHIRLPOOL AKR643GY Gebruiksaanwijzing 3Nl33014.fm5 Page 16 Monday, August 27, 2001 4:45 PM GEBRUIKSAANWIJZING VOOR DE INGEBRUIKNEMING MILIEUTIPS ALGEMENE VOORZORGSMAATREGELEN EN ADVIEZEN BEDIENING ONDERHOUD

Nadere informatie

Flamco. Automaat voor drukverzorging Ontluchten Bijvullen D1/D2. Installatie- en bedieningsvoorschrift. 2002, Flamco

Flamco. Automaat voor drukverzorging Ontluchten Bijvullen D1/D2. Installatie- en bedieningsvoorschrift. 2002, Flamco Automaat voor drukverzorging Ontluchten Bijvullen D1/D2 7526 NL Installatie- en bedieningsvoorschrift 2002, Flamco Uitvoering A B C D E F G H J - draaibare vataansluitingen (ÜW 1!/2 - bu. 1!/4 ) - metalen

Nadere informatie

STORINGSHANDLEIDING GASGESTOOKTE LUCHTVERWARMERS

STORINGSHANDLEIDING GASGESTOOKTE LUCHTVERWARMERS STORINGSHANDLEIDING GASGESTOOKTE LUCHTVERWARMERS BOUWJAAR 2000-2004 URA-20 URA-25 URA-35 URA-45 URA-55 URA-65 URA-80 URA-95 Werking Voor men begint met de in bedrijfstelling is het raadzaam te controleren

Nadere informatie

Zuigleidingen 521 Gebruikshandleiding

Zuigleidingen 521 Gebruikshandleiding Zuigleidingen 521 Gebruikshandleiding Lees deze gebruikshandleiding aandachtig door en bewaar voor naslagdoeleinden! 15.750068-V1.0 Colofoon Zuigleidingen 521 Gebruikshandleiding Versie 1.0 Uitgever ALLDOS

Nadere informatie

Inbouwhandleiding. voor koel-vriescombinatie NoFrost Pagina CN/CBNes

Inbouwhandleiding. voor koel-vriescombinatie NoFrost Pagina CN/CBNes Inbouwhandleiding voor koel-vriescombinatie NoFrost Pagina 10 7082 375-00 CN/CBNes 62 311 Opstellen Plaats het apparaat bij voorkeur niet in direct zonlicht, naast het fornuis, een radiator enz. De ondergrond

Nadere informatie

BDS-001, besturing voor handbediende schuifdeuren

BDS-001, besturing voor handbediende schuifdeuren , besturing voor handbediende schuifdeuren HW V1.0 SW V1.0 NL. Inhoudsopgaven: 1 Veiligheidsvoorschriften 2 2 Werking 3 3 Overzicht 4 4 Aansluiten 6 5 Storingen/specificaties 9 1 1 Veiligheidsvoorschriften:

Nadere informatie

NE1.1. Neutralisatie-eenheid. Voor gebruik bij condensatieketels voor gas. Installatie- en onderhoudshandleiding voor de installateur

NE1.1. Neutralisatie-eenheid. Voor gebruik bij condensatieketels voor gas. Installatie- en onderhoudshandleiding voor de installateur Installatie- en onderhoudshandleiding voor de installateur Neutralisatie-eenheid NE1.1 Voor gebruik bij condensatieketels voor gas 6 720 643 494 (2010/01) BE/NL Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 Toelichting

Nadere informatie

Technische Handleiding Versie 07/05. CompTrol Signal 1. Signaalkabel

Technische Handleiding Versie 07/05. CompTrol Signal 1. Signaalkabel Technische Handleiding Versie 07/05 CompTrol Signal 1 Signaalkabel Deze handleiding voor het installeren van de optionele printplaat en bediening van de airconditioner zorgvuldig doorlezen. De voorschriften

Nadere informatie

1 Veiligheidsinstructies. 2 Functie. 3 Informatie voor elektromonteurs 3.1 Montage en elektrische aansluiting. Tronic-trafo

1 Veiligheidsinstructies. 2 Functie. 3 Informatie voor elektromonteurs 3.1 Montage en elektrische aansluiting. Tronic-trafo Tronic-trafo 10-40 W Best.nr. : 0367 00, 0493 57 Tronic-trafo 20-70 W Best.nr. : 0366 00, 0493 58 Tronic-trafo 20-105 W Best.nr. : 0365 00 Tronic-trafo 20-150 W Best.nr. : 0373 00, 0493 55 Tronic-trafo

Nadere informatie

Inhoud. 1. Veiligheidsinstructies

Inhoud. 1. Veiligheidsinstructies 1 2 Inhoud 1. Veiligheidsinstructies... 3 2. Gebruik volgens de voorschriften... 4 3. Omschrijving... 4 4. Toepassingstabel... 4 5. Montage... 4 5.1 Omschrijving van de onderdelen... 5 5.2 Meeneemring

Nadere informatie

URN 2. Gebruiksaanwijzing 810537-00 Netvoedingsapparaat URN 2

URN 2. Gebruiksaanwijzing 810537-00 Netvoedingsapparaat URN 2 URN 2 Gebruiksaanwijzing 810537-00 Netvoedingsapparaat URN 2 Afmetingen / functionele elementen 128,5 169 30,01 (6TE) Fig. 1 A C B MAX 70 C MAX 95 % Fig. 2 2 Legenda A B C 32-polige klemmenstrook LED bedrijf

Nadere informatie

Installatie en bedieningsvoorschriften

Installatie en bedieningsvoorschriften Installatie en bedieningsvoorschriften Luchtbehandelingskast KG / KGW in ATEX-uitvoering voor Ex-toepassing Belangrijke informatie voor de gebruiker (Vertaling van het orgineel) Wolf GmbH Postfach 1380

Nadere informatie

Magneetklep DN15 t/m DN150

Magneetklep DN15 t/m DN150 Madas type EVP(C)/NC Magneetklep DN15 t/m DN150 Kenmerken Aansluiting schroefdraad G1/2 t/m G2 EN10226 Aansluitingen flenzen DN25 t/m DN150 PN16 ISO 7005 Maximale inlaatdruk 200 mbar optioneel 360 mbar

Nadere informatie

3 WEG- OMSCHAKELKLEP. Installatie- en gebruikershandleiding. voor warmtapwaterlading. USV 1" bu USV 5/4" bu USV 6/4" bi

3 WEG- OMSCHAKELKLEP. Installatie- en gebruikershandleiding. voor warmtapwaterlading. USV 1 bu USV 5/4 bu USV 6/4 bi Installatie- en gebruikershandleiding NL 3 WEG- OMSCHAKELKLEP voor warmtapwaterlading USV 1" bu USV 5/4" bu USV 6/4" bi A.u.b. eerst lezen Deze handleiding bevat belangrijke aanwijzingen voor het gebruik

Nadere informatie

Bonfix messing en messing vernikkelde knelfittingen. Technische documentatie

Bonfix messing en messing vernikkelde knelfittingen. Technische documentatie Bonfix messing en messing vernikkelde knelfittingen Algemeen De moderne installatietechnieken richten zich steeds meer op: a Snelle en tijdsbesparende toepassingen, b Eenvoudige en snelle vervanging van

Nadere informatie

Installatie en bedieningsvoorschriften

Installatie en bedieningsvoorschriften Installatie en bedieningsvoorschriften Luchtbehandelingskast KG / KGW in ATEX-uitvoering voor Ex-toepassing Belangrijke informatie voor de gebruiker Wolf GmbH Postfach 1380 84048 Mainburg Tel. 08751/74-0

Nadere informatie

Telescopische afzuigkap TEL06

Telescopische afzuigkap TEL06 Telescopische afzuigkap TEL06 2 Gelieve de volgende informatie van het typeplaatje voor een later gebruik te noteren, alsook de aankoopdatum, zoals op de rekening / factuur staat vermeld: Model... Serienummer...

Nadere informatie

Smoke Alarm FERION 4000 O

Smoke Alarm FERION 4000 O Smoke Alarm FERION 4000 O nl Smoke Alarm Inhoudsopgave nl 3 Inhoudsopgave 1 Graphics 4 2 Inleiding 6 3 Montage 7 4 Onderhoud 9 5 Technische specificaties 10 6 Klantenservice 12 Bosch Sicherheitssysteme

Nadere informatie

Montagehandleiding. van drukdompelpomp

Montagehandleiding. van drukdompelpomp Montagehandleiding van drukdompelpomp GEP Benelux BV Kolk 52 NL-4241 TJ Arkel Tel: +31(0)183-610520 Fax: +31(0)183-610530 info@regenwater.com www.regenwater.com Drukdompelpomp pomp voor plaatsing in de

Nadere informatie

Installatie instructies

Installatie instructies 1 Installatie instructies 04-2016 VEILIGHEID EN CORRECT GEBRUIK Om veiligheid en een lange levensduur van dit product te garanderen, zal u de bijgesloten instructies strikt in acht moeten nemen. Uw garantie

Nadere informatie

Gebruiksaanwijzing Schakelversterker N00..A N05..A 80009130 / 00 02 / 2014

Gebruiksaanwijzing Schakelversterker N00..A N05..A 80009130 / 00 02 / 2014 Gebruiksaanwijzing Schakelversterker N00..A N05..A 80009130 / 00 0 / 014 Aanwijzingen voor een veilig gebruik in explosiegevaarlijke bereiken 1 Gebruik Apparaten die stroomkringen met intrinsieke veiligheid

Nadere informatie

Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële schade. Lengte van de dompelhuls

Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële schade. Lengte van de dompelhuls Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Temperatuurregelaar Dubbel-thermostaat 30 tot 110 C Bestelnummer 7494 435 en 7494 436 Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op

Nadere informatie

Bedrijfsvoorschriften

Bedrijfsvoorschriften 1 Inhoud 2 Inleiding 2 2.1 Gebruiksdoel 2 2.2 Toepassingsgebied 2 2.3 Te ontraden gebruik 2 3 Veiligheid 2 4 Transport en opslag 2 5 Installatievoorschriften 2 5.1 Plaatsing 2 5.2 Inbouw in leidingwerk

Nadere informatie

Gebruiksaanwijzing Vapalux druklantaarn M320

Gebruiksaanwijzing Vapalux druklantaarn M320 Gebruiksaanwijzing Vapalux druklantaarn M320 Gebruik voor de Vapalux druklamp alleen extra gezuiverde petroleum van de klasse A III met een vlampunt van hoger dan 60 C. Zie ook de bijgevoegde data sheet

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Calorimeter. voor de vakman. Calorimeter

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Calorimeter. voor de vakman. Calorimeter Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Calorimeter Voor zonne-installaties met warmteoverdrachtsmedium voor de montage op de Vitocell 100-U, type CVUB Geldigheidsverwijzing zie laatste

Nadere informatie

De ET31F (die alleen de vloertemperatuur meet) kan in een andere ruimte geplaatst worden.

De ET31F (die alleen de vloertemperatuur meet) kan in een andere ruimte geplaatst worden. De EasyTemp thermostaat ET31A/AF/F Deze handleiding geldt voor de onderstaande types: Op de doos Model ET31A, ET31AF en ET31F Model ET31A. Thermostaat regelt de ruimte temperatuur. (Niet geschikt voor

Nadere informatie

Professional Supplies EIERKOOKAPPARAAT. Modelnr.: *688.107

Professional Supplies EIERKOOKAPPARAAT. Modelnr.: *688.107 Professional Supplies EIERKOOKAPPARAAT Modelnr.: *688.107 GEBRUIKSAANWIJZING Om volledig gebruik te maken van de mogelijkheden en storingen tot het minimum te beperken raden wij u aan om de gebruiksaanwijzing

Nadere informatie

Handleiding. Bij het installeren en / of samenbouwen van de apparatuur moet voor de ingebruikname alle veiligheidscomponenten zijn aangebracht.

Handleiding. Bij het installeren en / of samenbouwen van de apparatuur moet voor de ingebruikname alle veiligheidscomponenten zijn aangebracht. Woord vooraf Handleiding Het doel van deze handleiding is de gebruiker een inzicht te geven in de werking, montage en het onderhoud van de door Geha bv geleverde apparaten. Voordat u begint met de plaatsing

Nadere informatie

ProMinent Multifunctieventiel

ProMinent Multifunctieventiel Montage- en gebruikershandleiding ProMinent Multifunctieventiel NL A1581 Voor het begin van alle werkzaamheden de handleiding lezen. Nooit weggooien. De gebruiker is aansprakelijk bij schade als gevolg

Nadere informatie

Handleiding vloeistofdetectie systemen Pagina 1. Inleiding

Handleiding vloeistofdetectie systemen Pagina 1. Inleiding Handleiding vloeistofdetectie systemen Pagina 1. Inleiding 2 1.1 Standaard detectiesysteem 1.2 Professioneel detectiesysteem 1.2.1 Maatwerk 1.3 Weergave vloeistofniveau bij een vuilwatertank 3 1.3.1 Weergave

Nadere informatie

Documentatie. 2/2 weg magneetventiel G 1/8'' - G 2'' Type M(O)... 24V=, M(O)... 220V

Documentatie. 2/2 weg magneetventiel G 1/8'' - G 2'' Type M(O)... 24V=, M(O)... 220V G 1/8'' - G 2'' Type M(O)... 24V=, M(O)... 220V 1. Inhoudsopgave 1. Inhoud...1 2. Technische specificaties...1 3. Schema van onderdelen...2 4. Ventiel-typen...2 5. Functie types...3 6. Waarschuwingen...3

Nadere informatie

Infopagina ventilatie

Infopagina ventilatie Infopagina ventilatie Bij de opslag van gevaarlijke stoffen in veiligheidskasten speelt de mechanische ventilatie altijd een belangrijke rol. De geteste en gecertificeerde ventilatieopzetunits en -modules

Nadere informatie

Nefit Economy cv-boilers

Nefit Economy cv-boilers Nefit houdt Nederland warm Installatie-instructie Nefit Economy cv-boilers INHOUDSOPGAVE 1. ALGEMEEN 1-1 2. INSTALLEREN 2-1 2.1 Voorschriften 2-1 2.1.1 Algemene voorschriften 2-1 2.1.2 Voorschriften fabrikant

Nadere informatie

Beschrijving: SAM 8.1/2 Tl.Nr.: HOL

Beschrijving: SAM 8.1/2 Tl.Nr.: HOL Beschrijving: SAM 8.1/2 Tl.Nr.: 78327.HOL 070815 1. Toepassing De aansluitmodule SAM 8.1/2 maakt eenvoudige bedrading tussen thermostaten en klokthermostaten mogelijk en de daaraan behorende thermische

Nadere informatie

GEBRUIKSAANWIJZING ZUMOVAL BASIC

GEBRUIKSAANWIJZING ZUMOVAL BASIC GEBRUIKSAANWIJZING ZUMOVAL BASIC GEBRUIKSAANWIJZING ZUMOVAL BASIC INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE... 1 1. ALGEMENE INFORMATIE... 2 2. GEBRUIKSINSTRUCTIES... 3 2.1. Plaatsing en installatie... 3 2.2. Gebruik...

Nadere informatie

Systeem-schakelversterkers REG 1 kanaals Art.Nr. 0850 00. Systeem-schakelversterkers REG 2 kanaals Art.Nr. 0851 00

Systeem-schakelversterkers REG 1 kanaals Art.Nr. 0850 00. Systeem-schakelversterkers REG 2 kanaals Art.Nr. 0851 00 1 kanaals Art.Nr. 0850 00 2 kanaals Art.Nr. 0851 00 Functioneringsprincipe De systeemschakelunit REG 1 kanaals en de systeemschakelunit REG 2 kanaals zijn nieuwe komponenten voor het observersysteem. De

Nadere informatie

Lekdetector V80 Ex versie H

Lekdetector V80 Ex versie H Lekdetector V80 Ex versie H Documentatie Handleiding Europese typegoedkeuring PTB 99 ATEX 2037x KIWA K 47899 bodembedreigende vloeistoffen en brandbare vloeistoffen met een vlampunt 55 C -voor bewaking

Nadere informatie

Reservoir PRO3-VAQ PRO7-VAQ

Reservoir PRO3-VAQ PRO7-VAQ Installatiehandleiding VAQ Lees voor het installeren eerst deze handleiding Inleiding De werking van de Quooker Het Quooker-systeem bestaat uit een klein reservoir onder het aanrecht dat aangesloten is

Nadere informatie

POLY16 Plus en POLYFAST AZ De klemfittingen die altijd veilig afdichten!

POLY16 Plus en POLYFAST AZ De klemfittingen die altijd veilig afdichten! POLY16 Plus en POLYFAST AZ De klemfittingen die altijd veilig afdichten! POLY16 Plus en POLYFAST AZ > Comple Georg Fischer klemfittingen POLY16 Plus (d 7 d 110) met een actief afdichtsysteem bestaand uit

Nadere informatie

MS Semen Storage Pro

MS Semen Storage Pro MS Semen Storage Pro 150 4508425 NL MS Semenstorage PRO 150 Gebruiksaanwijzing... 3 4508425/11-01-2016/F Inhoud MS Semen Storage Pro 150... 1 Bepalingen... 3 Introductie... 4 MS Semen Storage... 5 Aanbevelingen...

Nadere informatie

Bedieningshandleiding. Relaismodule voor rookmelders

Bedieningshandleiding. Relaismodule voor rookmelders Bedieningshandleiding Relaismodule voor rookmelders modulair/vds 1145 00 2 Relaismodule niet met aangesloten batterij monteren De relaismodule mag niet met aangesloten batterij in de rookmelder worden

Nadere informatie

Hoofdbediening CO 2. RF en Uitbreidingssensor CO 2. RF Handleiding voor de gebruiker. Verwarming Koeling Ventilatie Filtering

Hoofdbediening CO 2. RF en Uitbreidingssensor CO 2. RF Handleiding voor de gebruiker.  Verwarming Koeling Ventilatie Filtering Hoofdbediening RF en Uitbreidingssensor RF Handleiding voor de gebruiker In de Kasbah geplaatst in het voorjaar 2015 Verwarming Koeling Ventilatie Filtering www.dekasbah.nl Inhoudsopgave 1. Introductie

Nadere informatie

Gebruiksaanwijzing Mini - Ampèretang PCE-DC3

Gebruiksaanwijzing Mini - Ampèretang PCE-DC3 PCE Brookhuis B.V. Institutenweg 15 7521 PH Enschede The Netherlands Telefoon: +31 (0)900 1200 003 Fax: +31 53 430 36 46 info@pcebenelux.nl www.pce-instruments.com/dutch Gebruiksaanwijzing Inhoudsopgave

Nadere informatie

GEBRUIKSAANWIJZING AQUA LASER 2 IN 1 RAAMREINIGER ARTIKEL NUMMER :

GEBRUIKSAANWIJZING AQUA LASER 2 IN 1 RAAMREINIGER ARTIKEL NUMMER : GEBRUIKSAANWIJZING AQUA LASER 2 IN 1 RAAMREINIGER ARTIKEL NUMMER : 808.478 Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig voordat u het apparaat in gebruik neemt. Doelmatig gebruik: Gebruik het apparaat alleen

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOCELL 100-L. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding VITOCELL 100-L. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitocell 100-L type CVL Boiler voor tapwater-verwarmingsinstallaties in boilerlaadsysteem 500 tot 1000 liter inhoud VITOCELL 100-L 3/2007 Na montage deze handleiding

Nadere informatie

Bedieningsvoorschriften

Bedieningsvoorschriften 6300 5517 05/2000 NL Voor de gebruiker Bedieningsvoorschriften Gasgestookte verwarmingsketel Logano G334 / G334 Duo Zorgvuldig lezen alvorens het apparaat te gebruiken Voorwoord Geachte klant, De Buderus

Nadere informatie

Montage-, gebruikers- en onderhoudshandleiding BDA 04

Montage-, gebruikers- en onderhoudshandleiding BDA 04 Montage-, gebruikers- en onderhoudshandleiding BDA 04 Lees deze handleiding zorgvuldig alvorens de beveiligde diagnosekoppeling BDA 04 te monteren en te gebruiken. Bij het niet naleven van deze handleiding

Nadere informatie

Datasheet 1/2002 Optigas -gasappendages

Datasheet 1/2002 Optigas -gasappendages atasheet 1/2002 Optigas -gasappendages Toepassingsgebied: In het gasappendageprogramma Optigas van Oventrop zijn appendages opgenomen voor een veilige distributie en aanvoer van gas naar de huisaansluiting

Nadere informatie

Handleiding Zelfaanzuigende e-she pomp

Handleiding Zelfaanzuigende e-she pomp 15-11-2016 Versie 2.0 Handleiding Zelfaanzuigende e-she pomp Pagina 1 van 9 blz.1 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 1. Inleiding... 3 2. Uitvoeringen... 3 3. Installatie... 3 4. Inbedrijfstelling... 5 4.1.

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 100 type UTD-RF Klokthermostaat met digitale schakelklok en draadloze ontvanger Bestelnr.: 7160 432 VITOTROL 100 12/2007 Na montage deze handleiding

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding TTV4500 HP Dryfast Kreekweg 22 NL - 3133 AZ - Vlaardingen Tel: +31-(0)10-4261410 Fax: + 31-(0)104730011 Website: www.dryfast.nl E-mail: info@dryfast.nl Dryfast Klein Siberiëstraat

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Verwarmingswater-doorstroomtoestel. Veiligheidsinstructies. voor de installateur

VIESMANN. Montagehandleiding. Verwarmingswater-doorstroomtoestel. Veiligheidsinstructies. voor de installateur Montagehandleiding voor de installateur VIESMANN Verwarmingswater-doorstroomtoestel Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële

Nadere informatie

Servicevoorschrift Pagina 1 van 6 Test- en hervulhandleiding

Servicevoorschrift Pagina 1 van 6 Test- en hervulhandleiding Servicevoorschrift Pagina 1 van 6 Servicevoorschrift Pagina 2 van 6 Nr. Omschrijving S 2 DF 1 Borgpen 142 101 2. Drukindicator 501 816 3. Spindel met O-ring 142 082 4. Ventiel met 140 435 bevestigingsmoer

Nadere informatie

MOD-I-XP. Vooraanzicht. Kenmerken. MOD-I-XP_ _NL Technische wijzigingen voorbehouden Pagina 1 van 8. Modem voor externe gegevensoverdracht

MOD-I-XP. Vooraanzicht. Kenmerken. MOD-I-XP_ _NL Technische wijzigingen voorbehouden Pagina 1 van 8. Modem voor externe gegevensoverdracht Vooraanzicht Kenmerken ISDN-industriemodem (digitaal gebruik) voor externe gegevensoverdracht in systeemoplossingen met de Frigodata XP-software Aansluiting op de gateway GTW-XP via lintkabel Aansluiting

Nadere informatie

Installatie & onderhouds instructies KAPTIV. Niveau gestuurde condensaat aftap zonder persluchtverlies 09/09

Installatie & onderhouds instructies KAPTIV. Niveau gestuurde condensaat aftap zonder persluchtverlies 09/09 Installatie & onderhouds instructies KAPTIV Niveau gestuurde condensaat aftap zonder persluchtverlies ALGEMENE WERKING De KAPTIV is een niveau gestuurde condensaataftap zonder persluchtverlies. Door de

Nadere informatie

Installatiehandleiding (montage aan een dragende muur)

Installatiehandleiding (montage aan een dragende muur) Populierenlaan 59, 1911 BK Uitgeest Telefoon 0251-316482 Fax 0251-314043 Email: mail@sanmedi.nl Website: www.sanmedi.nl Installatie handleiding Lift 03 Type A (opbouw) / CLA Installatiehandleiding (montage

Nadere informatie

Introductie Capa Switch KLS 100 - Algemeen

Introductie Capa Switch KLS 100 - Algemeen Introductie Capa Switch KLS 100 - Algemeen Opmerking: De Capa Switch KLS 100 mag alleen worden toegepast zoals omschreven in deze gebruiksaanwijzing. De Capa Switch KLS 100 capacitieve niveauschakelaar

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding TTV 4500 Dryfast BV Kreekweg 22 3133AZ Vlaardingen Tel: +31-(0)10-4261410 Fax: +31- (0)104730011 www.dryfast.nl E-mail: info@dryfast.nl Inhoudsopgave 1. Algemene informatie 2. Veiligheid

Nadere informatie

BGR 233 GEKEURD (DE) Gebruikshandleiding Laadbrug. Bekijk de instructievideo op www.kruizinga.nl

BGR 233 GEKEURD (DE) Gebruikshandleiding Laadbrug. Bekijk de instructievideo op www.kruizinga.nl BGR 233 GEKEURD (DE) Gebruikshandleiding Laadbrug Bekijk de instructievideo op www.kruizinga.nl Lees mij eerst! 1Lees deze handleiding zorgvuldig voor de laadbrug te gebruiken. De handleiding omschrijft

Nadere informatie

CEEPEE 15 K / G / M. Montagevoorschrift condenswaterpomp

CEEPEE 15 K / G / M. Montagevoorschrift condenswaterpomp Montagevoorschrift condenswaterpomp CEEPEE 15 K / G / M Zelfaanzuigend tot 1,5 m Opvoerhoogte 9 m / 18 m. Universeel toepasbaar Zeer laag geluidsniveau 1 Het beoogde gebruik De condenswaterpomp is bedoeld

Nadere informatie

HANDLEIDING SLIMLINE

HANDLEIDING SLIMLINE HANDLEIDING SLIMLINE GEBRUIKSAANWIJZING Product groep: Product type: Versie: Besturing Slimline 13rev.6 SunDisc Solar Systems B.V. e-mail info@sun-disc.nl internet www.sun-disc.nl Dealer : Geachte klant,

Nadere informatie