1759. Register van land en beesten, dienstbodengeld, en geslacht en gemaal. (Alleen Markelo).

Transcriptie

1 1759. Register van land en beesten, dienstbodengeld, en geslacht en gemaal. (Alleen Markelo). De belasting op hoornvee en bezaaide landen is al oud: in 1578 is er al sprake van een vheeschattinge. De edelen, die vee op stal hadden en de bewoners van de grote steden hadden echter in eerste instantie ontheffing van betaling weten te verwerven. De belasting moest betaald worden voor de koeien van 3 jaar en ouder en was niet overal even hoog. In Salland en Twente werd 2½ stuiver per maand per beest geheven. De impost op bezaaide landen bedroeg 2½ stuiver per maand van yder mudde gesaeys en er waren later geen ontheffingen meer. De bedragen zijn gesteld in guldens, stuivers en penningen. M A R K E L Register van land en beesten wegens Markel over den Jaare 1759 die somma bij die Heer ontfanger is f Meenderik f Pongert Brukink Wissink Keppels Krajensank Kempers Abbesluyt Vossebeld Die Swier Krabbenbos Huyteman Lonink Schrijver Klooke Brooktonis Bussink Nuwenhuys Albert Luyckes Kreysman Roesink Hiddink Jan Hiddink Kappe Kottink Boomman Balink Kuypers Gerrit Brinkers Die Boode Schop Hermen Rijtman Oldenhof Meyer Reynders Clumper Timan Ovink Lamb. Levelink Jan Levelink Die Sigger Stegeman Karkemeyer Volkerink Wegens Jan Volkerink overleeden

2 Luysman Endeman Timmertonis Leemman Arent Wissink Brink Hendrik Dijck Jan Sanderman Nulant Veldhuysken Jan Smittes of nu Klumper Elkink Snel Jan Snel Arent Wensink Loman Her. Montenij Berent Schottink Lammertink Snijders Sligman Kistemaker Drieses Henr. Wijmerink Hermen Sligmans Strikes Henderikes Battels Wevers Brinkers Gerrit Montenij Jan Kosters Conrades Dries Rensink Rolof Lodewijk Plas Gerrit Jan Pleysier Plas Hermen Voorenhorst Straateman Jan Lodewijk Schop Berent Goetkoop Klosters Dockhooren Wed. Gorkink Meyster Quack Vedder Jan Oink Welmers Hallers Gerrit Schepen Abraham Houhedde Willemijne Jabbinga Rosdom Die Visscher Stoolhorst Kuerbeld Wijmerink Kloodes

3 Berent Gelkink Kremer Smitman Gelkink Greve Buyte Jan Voortman Jan Lubbers Slig Derk Mors Jan Kotter Berent Stams Albert Het dubbelt deeses ontfangen, was geteekent, B.H. Besier Verw. Marken Rigter. In 1696 wordt het dienstbodengeld voor het eerst genoemd. Voor 1 tot 4 dienstboden moest vier gulden per jaar betaald worden. Bakkers, brouwers, ambachtslieden, schippers, vissers, voerlieden en landbouwers behoefden slechts voor 1 meid of knecht te betalen. Zij waren ook tot betaling gehouden als er geen personeel was, maar een van de kinderen boven de 17 jaar het werk van een knecht of bode verrichtte. Het dienstbodengeld werd in twee halfjaarlijkse termijnen ingevorderd. Register van Dienstbodengeld wegens Markel van 1759 die somma bij die Heer ontfanger is f Meenderink f Brukink Wissink Krajensank Abbesluyt Die Swier Krabbenbos Lonink Schrijver Nuwenhuys Brooktonis Bussink Albert Luyckes Kreysman Pongert Klooke Huyteman Roesink Hiddink Bolink Kuypers Oldenhof Rijtman De Boode Gerrit Brinkers Reyder Meyer Tonis in de Belle Timan Clumper Ovink Lamb. Levelink Brink Henderink Jan Levelink Stegeman

4 Die Sigger Karkemeyer Volkerink Luysman Veldhuysken Nuland Sanderman Hend. Snels Jan Snels Arent Wensink Elkink Loman Lammertink Snijders Sligman Kistemaker Drieses Helmigs Battels Wevers Brinkers Klosters Dries Rensink Straateman Jan Pleysier Dockhooren Plas Gerrit Heylersig Welmers Hallers Wed. Gorkink Stoolhorst Rosdom De Visscher Abraham Kempers Vossebeld Schop Hermen Endeman Leem Roelof Dijk Jan Arent Wissink H. Montenij Albert Strickes Berent Schottink Gerrit Montenij Conrades Rolof Lodewijk Voorenhorst Jan Lodewijk Schop Gerrit Vedder Jan Gerrit Schepen Willemijne Jabbinga Goetkoop Hermen Sligmans Die Kappe Henr. Wijmerink In dit Register is overig 17 stuyvers. Het dubbelt deeses ontfangen. Was geteekent, B.H. Besier Verw. Marken Rigter.

5 In 1597 wordt vermeld: van alle ossen, koeyen, runderen, kalveren, schapen, verckens ende lammeren die bij den vleeshouwers ter banck uytgesleten, sal betaelt worden den 20e penninck. Die bij den burgeren ende ingezetenen omme in haer selfs huisholinge te consumeren geslachtet worden, den 30e penninck, wel verstaende dat alle vleisch ter wage komende, daer selffs vrij sall sijn. Van alle paerden die verbuytet, vermangelt ofte verkoft ende gekoft worden, den 20e penninck half bij den koper ende half bij den verkoper te betalen. Register van t geslaght en gemaal wegens Markel van Die somma bij die Heer ontfanger is f Pongert f Brukink Wissink Krajensank Gerrit Kempers Berent op Keppel Vossebeld Die Swier Huyteman Abbesluyt Lonink Schrijvers Klooke Brooktonis Bussink Nuwenhuys Albert Luyckes Kreysman Roesink Hiddink Boomman Kottink Die Kappe Bolink Kuypers Gerrit Brinkers Schop Hermen Rijtman Meyer Oldenhof Reynder Clumper Timan Ovink Lambert Levelink Jan Levelink Die Sigger Stegeman Karkemeyer Volkerink Endeman Luysman Timmertonis Leemman Brink Hendrik Dijck Jan Sanderman Veldhuysken Nulant Arent Wissink

6 Arent Wensink Snel Jan Snel Elkink Loman Henr. Montenij Lammertink Snijder Sligman Kistemaker Henr. Sligman Drieses Henr. Wijmerink Strickes Henderickes Berent Schottink Brinkers Battels Wevers Gerrit Montenij Helmigh Plas Hermen Jan Kosters Conrades Dries Rensink Rolof Lodewijk Plas Gerrit Jan Pleysier Voorenhorst Straateman Jan Lodewijk Schop Berent Klosters Wed. Gorkink Dockhooren Heylersig Vedder Jan Henr. Oink Die Meyster Quak Welmers Goetkoop Die Haller Gerrit Schepen Willemijne Jabbinga Rosdom De Visscher Stoolhorst Abraham Houhedde Is in dit register overig 3 guldens, 6 stuyvers, 12 penningen. Het dubbelt deeses ontfangen. Was geteekent, B.H. Besier Verw. Marken Rigter.