VBS catalogus Verbindings- en Bevestigingssystemen THINK CONNECTED.

Transcriptie

1 VBS catalogus 2014 Verbindings- en Bevestigingssystemen THINK CONNECTE.

2 Welkom bij de klantenservice! Telefoon Nederland: +31 (0) Fax Nederland: +31 (0) Telefoon België: +32 (0) Fax Belgiё: +32 (0) Nederland: België: Internet Nederland: Internet Belgiё: e OBO-klantenservice staat tot uw dienst! Wij staan dagelijks tot uw beschikking voor alle vragen over het - complete OBO programma voor de elektrotechnische installatie. e OBO-klantenservice biedt u het volledig programma. Competente contactpersonen uit uw regio Alle informatie over het OBO-productenpakket eskundig advies over speciale onderwerpen Snelle en directe toegang tot alle technische gegevens van de OBO-producten - wij willen ook de beste zijn in het contact met onze klanten! 2 OBO VBS

3 Inhoud Ontwerphulp 5 Ontwerphulp algemeen Kabeldozen 163 Inbouw- en hollewandsystemen 191 Klemmensystemen 203 Wartelsystemen, kunststof 213 Wartelsystemen, messing 247 Kabel- en buisbevestigingssystemen, kunststof 269 Kabel- en buisbevestigingsystemen, metaal 289 Kabel- en buisbevestiging speciale systemen 313 Buissystemen 327 raagklemsystemen 339 Railsystemen 353 BBS-Beugelklemsystemen 395 Schroef- en slagsystemen 421 Inhoudsopgave 441 VBS OBO 3

4 Ontwerphulp algemeen OBO VBS-scholingen: kennis uit de eerste hand Met een omvangrijk scholings- en seminarieprogramma rond het thema verbindings- en bevestigingssystemen ondersteunt OBO gebruikers met vakkennis uit de eerste hand. Naast de theoretische basis gaat het ook om de praktische toepassing. Concrete toepassings- en berekeningsvoorbeelden ronden de omvangrijke kennisoverdracht af. Bestekteksten, productinformatie en specificatiebladen Wij maken u het leven makkelijker: met een uitgebreide selectie praktijkgerichte materialen, die u al van in het begin effectief ondersteunen, bijvoorbeeld bij het ontwerpen en calculeren van een project. aarbij horen: Bestekteksten Productinformatie Technische infobladen Specificatieblad eze documentatie wordt door ons constant geactualiseerd en kan via internet gratis 24 uur per dag worden gedownload onder Bestekteksten op internet onder Meer dan posities uit de productgroepen KTS, BSS, TBS, LFS, EGS en UFS kunnen gratis worden opgeroepen. oor regelmatige actualisering en uitbreiding heeft u altijd een omvangrijk overzicht van de OBO-producten. aarbij staan alle gangbare bestandsformaten ter beschikking (PF, OC, GAEB, HTML, TEXT, XML, ÖNORM). (+STABU in Nederland) 4 OBO VBS

5 Plannings- en montagehulpmiddelen Algemene ontwerphulp 5 Kabeldozen 33 Inbouw- en hollewandsystemen 55 Klemmensystemen 63 Wartelsystemen 69 Kabel- en buisbevestiging kunststof systemen 79 Kabel- en buisbevestiging metalen systemen 95 Kabel- en buisbevestiging speciale systemen 107 Buissystemen 113 raagklemsystemen 125 Railsystemen 131 BBS-Beugelklemsystemen 139 Schroef- en slagsystemen 145 Overige informatie 152 VBS OBO 5

6 Ontwerphulp algemeen Contactcorrosie e contactcorrosie tussen twee verschillende metalen vormt een aanzienlijk gevaar voor de belastbaarheid en duurzaamheid van de gebruikte onderdelen. Hoogte van het potentiaalverschil e kracht van de contactcorrosie wordt in hoge mate door de hoogte van het potentiaalverschil tussen de contactpartners bepaald. Vanaf een potentiaalverschil van 100 mv treedt contactcorrosie op en de anodische (elektronegatieve) partner loopt corrosiegevaar. aarom mogen sterk onedele metalen nooit in contact worden gebracht met edele metalen. Andere criteria van de contactcorrosie Hoogte van de elektrische weerstand tussen de contactpartners. Hoe hoger de weerstand, hoe kleiner de contactcorrosie. Positief bij Al en Ti. Gevolgen van elektrolyten. Een elektrolyt, zoals bijv. condensatievocht schaadt de beschermende laag en verhoogt de elektrische geleidbaarheid. Vuil versterkt dit effect. uur van de inwerking van elektrolyten. Hoe langer de elektrolyt kan inwerken, hoe groter de corrosie. e oppervlakte-verhouding van de contactpartners beïnvloeden de stroomdichtheid. Gunstig is een kleine oppervlakte-verhouding van de edele tot de "onedele" contactpartners. Potentiaalverschil Normaal potentiaal Praktische spanning water ph 6 Praktische spanning kunstm. zeewater ph 7,5 Metaal mv Metaal mv Metaal mv Koper +340 Titanium 136 Nikkel 1 Lood -126 Messing MS Messing MS Tin -140 Koper 94 Koper -35 Nikkel -230 Nikkel 73 RVS Staal Ijzer -440 RVS Staal -129 Titanium -156 Zink -763 Aluminium -214 Lood -304 Titanium Hardchroom -294 Hardchroom -336 Aluminium Tin Staal -380 Magnesium Lood 99,9-328 Aluminium -712 Staal -395 Zink OBO VBS

7 Contactcorrosie Ontwerphulp algemeen Landlucht Materiaal onderdeel (groot) OBO benaming Staal, verzinkt (FT, FS,, G) Roestvast staal V2A, V4A, V5A Aluminium Al Koper Cu Basismateriaal Oppervlaktebehandeling 11/Zn, S234(St37)/Zn, ST4-2/Zn, St500-2/Zn, StW22/Zn, X51/Zn , , , , , Materiaal onderdeel (klein) FT VA AL CU MS Zamac AlMg3, AlMgSi E-Cu S7, F24, Se-Cu(2.0070), SF-Cu F24, St Messing Ms1 CuZn39Pb3, CuZn40Pb Messing MS2 CuZn Gietzink Zamac Z410(G-ZnAl4Cu1) ZnAlCu1 Legenda 0 geen gevaar voor contactcorrosie 1 gering gevaar 2 gevaar bij kleine oppervlakte-verhouding (oppervlakte edel metaal / oppervlakte onedel metaal) 3 groot gevaar VBS OBO 7

8 Ontwerphulp algemeen Contactcorrosie Industriële omgeving Materiaal onderdeel (groot) OBO benaming Staal, verzinkt (FT, FS,, G) Roestvast staal V2A, V4A, V5A Aluminium Al Koper Cu Basismateriaal Oppervlaktebehandeling 11/Zn, S234(St37)/Zn, ST4-2/Zn, St500-2/Zn, StW22/Zn, X51/Zn , , , , , Materiaal onderdeel (klein) FT VA AL CU MS Zamac AlMg3, AlMgSi E-Cu S7, F24, Se-Cu(2.0070), SF-Cu F24, St Messing Ms1 CuZn39Pb3, CuZn40Pb Messing MS2 CuZn Gietzink Zamac Z410(G-ZnAl4Cu1) ZnAlCu1 Legenda 0 geen gevaar voor contactcorrosie 1 gering gevaar 2 gevaar bij kleine oppervlakte-verhouding (oppervlakte edel metaal / oppervlakte onedel metaal) 3 groot gevaar 8 OBO VBS

9 Contactcorrosie Ontwerphulp algemeen Zeeklimaat Materiaal onderdeel (groot) OBO benaming Staal, verzinkt (FT, FS,, G) Roestvast staal V2A, V4A, V5A Aluminium Al Koper Cu Basismateriaal Oppervlaktebehandeling 11/Zn, S234(St37)/Zn, ST4-2/Zn, St500-2/Zn, StW22/Zn, X51/Zn , , , , , Materiaal onderdeel (klein) FT VA AL CU MS Zamac AlMg3, AlMgSi E-Cu S7, F24, Se-Cu(2.0070), SF-Cu F24, St Messing Ms1 CuZn39Pb3, CuZn40Pb Messing MS2 CuZn Gietzink Zamac Z410(G-ZnAl4Cu1) ZnAlCu1 Legenda 0 geen gevaar voor contactcorrosie 1 gering gevaar 2 gevaar bij kleine oppervlakte-verhouding (oppervlakte edel metaal / oppervlakte onedel metaal) 3 groot gevaar VBS OBO 9

10 Ontwerphulp algemeen Oppervlaktetesten en corrosiecategorieën Zoutsproeineveltest Alle systeemonderdelen moeten voldoende bestand zijn tegen corrosie conform de KTS-norm IN EN e minimale dikte van de zinklaag wordt vastgesteld aan de hand van een meting. e classificatie in de bijbehorende klasse wordt in de tabel rechts aangegeven. In de tabel boven wordt het toepassingsgebied en het te verwachten zinkverlies conform IN EN ISO getoond. 10 OBO VBS

11 Oppervlaktetesten en corrosiecategorieën Corrosiecategorieën conform IN EN ISO Ontwerphulp algemeen C 1 C 2 C 3 C 4 C 5-I C 5- M Binnen Verwarmde gebouwen met neutrale atmosferen, bijv. kantoren, winkels, scholen, hotels. Niet verwarmde gebouwen, waar condens kan optreden, bijv. magazijn, sporthallen. Productieruimten met hoge vochtigheid en wat luchtverontreiniging, bijv. installaties voor levensmiddelenfabricage, wasserijen, brouwerijen, melkfabrieken. Chemische installaties, zwembaden, boothuizen boven zeewater. Gebouwen of omgevingen met nagenoeg constante vorming van condens en met sterke verontreiniging. Gebouwen of omgevingen met nagenoeg constante vorming van condens en met sterke verontreiniging. Buiten - Atmosferen met geringe verontreiniging. Meestal landelijke omgeving. Stedelijke en industriële atmosferen, matige verontreiniging door zwaveldioxide, kustgebieden met geringe zoutbelasting. Industriële omgeving en kustgebieden met geringe zoutbelasting. Industriële omgeving met hoge vochtigheid en agressieve atmosfeer. Kustgebied of offshore met zoutbelasting. niet van belang gering matig sterk zeer sterk (industrie) zeer sterk (zee) Corrosiecategorie Corrosiebelasting Gemiddeld zinkverlies <0,1 µm/a 0,1 tot 0,7 µm/a 0,7 tot 2,1 µm/a 2,1 tot 4,2 µm/a 4,2 tot 8,4 µm/a >4,2 tot 8,4 µm/a Classificatie van de corrosiebestendigheid (uit het voorontwerp van de IN EN 61537) Klasse Referentiemateriaal en oppervlaktebehandeling 0* geen 1 elektrolytisch gepolijst tot een minimale dikte van 5 µm 2 elektrolytisch gepolijst tot een minimale dikte van 12 µm 3 voorgegalvaniseerd tot klasse 275 conform EN en EN voorgegalvaniseerd tot klasse 350 conform EN en EN nagegalvaniseerd op een zinklaagdikte van (minimaal) 45 µm conform ISO nagegalvaniseerd op een zinklaagdikte van (minimaal) 55 µm conform ISO nagegalvaniseerd op een zinklaagdikte van (minimaal) 70 µm conform ISO nagegalvaniseerd op een zinklaagdikte van (minimaal) 85 µm conform ISO 1461 (normaal gesproken siliciumstaal) roestvast staal, vervaardigd conform ASTM: A 240/A 240M - 95 a identificatie S30403 of EN klasse zonder eindbehandeling** 9 A roestvast staal, vervaardigd conform ASTM: A 240/A 240M - 95 a identificatie S31603 of EN klasse zonder eindbehandeling** 9B roestvast staal, vervaardigd conform ASTM: A 240/A 240M - 95 a identificatie S30403 of EN klasse met 9C eindbehandeling** roestvast staal, vervaardigd conform ASTM: A 240/A 240M - 95 a identificatie S31603 of EN klasse met 9 eindbehandeling** * Bij materialen, zonder vastgestelde classificatie voor corrosiebestendigheid. ** Het eindbehandelingsproces wordt gebruikt om de bescherming tegen corrosie van eventuele scheuren en contaminatie van andere staalsoorten te verbeteren. VBS OBO 11

12 Ontwerphulp algemeen Oppervlaktebescherming voor toepassing binnen Ongeacht of het systeem binnen of buiten zal worden gebruikt, in agressieve atmosferen of in een omgeving waarbij hoge eisen worden gesteld op het gebied van hygiëne biedt OBO de optimale oppervlakte- en materiaaluitvoering voor uw verbindings- en bevestigingssysteem. e verbindings- en bevestigingssystemen van OBO worden vervaardigd van hoogwaardig plaatstaal resp. staaldraad en zijn leverbaar in verschillende oppervlakteuitvoeringen. Verschillende veredelings- resp. coatingprocedures zorgen dat de corrosiebescherming kan worden afgestemd op de gewenste toepassing. Bovendien zijn de OBO verbindings- en bevestigingssystemen in rvs leverbaar. Toepassing binnen Voor toepassingen binnen biedt OBO verbindings- en bevestigingssystemen met galvanische verzinking of bandverzinking aan. eze zijn bijzonder geschikt voor droge binnenruimtes zonder inwerking van agressieve schadelijke stoffen. Galvanische verzinking Elektrolytische verzinking conform IN EN Gemiddelde laagdikte ca. 2,5-10 µm Conform RoHS-richtlijn Componenten: profielrails, beugelklemmen en kleine delen zoals bijv. schroeven, sluitringen en moeren. Bandverzinking Thermische verzinking volgens de bandverzinkingsmethode conform IN EN (voorheen IN EN 10327) Gemiddelde laagdikte ca. 20 µm e snijranden van de staalplaat worden door de kathodische corrosiebescherming tot een materiaaldikte van 2,0 mm beschermd. Bouwdelen: plaatstaalproducten zoals bijv. profielrail en montagecomponenten. 12 OBO VBS

13 Oppervlaktebescherming voor toepassing buiten Ontwerphulp algemeen Toepassing buiten Voor buiteninstallaties en voor vochtige ruimten levert OBO vuurverzinkte en double-dip-verzinkte uitvoeringen. Vuurverzinking Thermische verzinking door onderdompeling conform IN EN ISO 1461 Laagdikte conform IN EN ISO 1461 ca µm Achteraf aangebrachte snijvlakken moeten voor de corrosiebescherming naverzinkt worden. Onderdelen: plaatstalen producten zoals bijv. kabelgoten en gelaste onderdelen zoals bijv. hangprofielen en consoles. ouble-ip-verzinking Smelt-hotdipveredeling met een zink-aluminium laag conform IN EN Gemiddelde laagdikte ca. 23 µm e snijranden van de staalplaat worden door de kathodische corrosiebescherming tot een materiaaldikte van 2,0 mm beschermd. Onderdelen: plaatstalen producten zoals bijv. deksels, scheidingsschotten en stansdelen. VBS OBO 13

14 Ontwerphulp algemeen Oppervlaktebescherming voor toepassing in tunnelbouw, de voedingsof chemische industrie Toepassingsgebied tunnelbouw, voedings- of chemische industrie Voor speciale eisen aan hygiëne en kwaliteit en voor speciale optische eisen bij zichtbare installaties zijn er de OBO systemen van roestvast staal. V2A roestvast staal OBO afkorting: V2A Europees materiaalnummer: Amerikaans materiaalnummer: 304 Gelaste bouwdelen worden bovendien gepassiveerd. Niet gelaste bouwdelen worden gespoeld en ontvet. Bouwdelen: programma V2A in het hoofdstuk "Systemen van roestvast staal V2A". V4A roestvast staal OBO afkorting: V4A Europees materiaalnummer: Amerikaans materiaalnummer: 316/316 Ti Gelaste bouwdelen worden bovendien gepassiveerd. Niet gelaste bouwdelen worden gespoeld en ontvet. Bouwdelen: programma V4A in het hoofdstuk "Systemen van roestvast staal V4A". 14 OBO VBS

15 Oppervlaktebescherming voor bijzondere optische specificaties of speciale omgevingsbelastingen Ontwerphulp algemeen Toepassingsgebieden met bijzondere optische specificaties of speciale omgevingsbelastingen e toepassing van kabeldraagsystemen met een gekleurde coating wordt steeds populairder. e coating kan worden aangebracht uit optisch oogpunt of om bescherming te bieden tegen corrosie. Gekleurde coatings voor bescherming tegen corrosie Kabeldraagsysteem in FT-uitvoering (volbad-vuurverzinkt) Alle RAL-kleuren leverbaar Coating van zichtbare oppervlakken en/of het complete systeem bij open installatie passend bij de kleuren van het gebouw Scheiding van verschillende spanningen/functies (bijv. blauw netvoeding 230/400 V, rood voor zwakstroom zoals telefoonkabels en EP) Systemen met kleurcoating worden niet in detail vermeld in deze catalogus. Voor meer informatie staan wij graag tot uw beschikking. VBS OBO 15

16 Ontwerphulp algemeen UV- en weersbestendigheid Beschermde en onbeschermde installatie in buitenopstelling Buiteninstallaties moeten met het oog op montageplaats en de keuze van de installatiematerialen altijd bijzonder kritisch worden bekeken. Het is van belang al vooraf omgevingscondities resp. -invloeden in de productkeuze mee te nemen. UV- en weerbestendigheid bij de buiteninstallatie Naast UV-straling moet bij de buiteninstallatie ook met andere omgevingsinvloeden rekening worden gehouden. Hiervoor is het nodig, de exacte omgevingscondities te bepalen. Factoren zoals max. temperaturen, frequentie van (extreme) temperatuurwisselingen, luchtvochtigheid en ook de toepassings-/montageplaats (woningbouw, industrie, stad, regio, continent) spelen hier een rol. Het is problematisch dat er voor de bestendigheid van installatiematerialen onder verschillende omgevingscondities geen genormeerde testmethode bestaat. aarom verdienen installaties in buitenopstelling in de nabijheid van stortplaatsen, chemische resp. petrochemische installaties, zuiveringsinstallaties enz. voorafgaand aan de montage bijzondere aandacht. Let op!!! Alle kabeldozen uit de T-serie zijn UV-bestendig. 16 OBO VBS

17 Markering halogeenvrije materialen Ontwerphulp algemeen Halogeenvrije installatiematerialen oor bepaalde gebeurtenissen zoals de brand op de luchthaven van üsseldorf, waarbij mensen omkwamen door extreme rookontwikkeling, is men naast het toepassen van functiebehoud en brandwerende systemen ook op het gebied van de standaard installatiematerialen oplettender geworden. e verwoestende werking van hooggiftige en agressieve brandgassen wordt vaak onderschat. Schattingen gaan ervan uit, dat ca. 95 procent van de brandslachtoffers niet door de directe inwerking van vuur, maar door rookvergiftiging vallen. Bovendien veroorzaken de bij brand ontstane corrosieve gassen immense materiële schade en kunnen de structuur van een gebouw onherstelbaar beschadigen. aaruit resulteert de toenemende vraag naar halogeenvrije kunststoffen. In openbare plaatsen (reddingswegen, liften enz.) moeten in principe halogeenvrije installatiesystemen worden toegepast! eze halogeenvrije systemen zijn qua chemische samenstelling zodanig geconstrueerd, dat zij in geval van brand minder schadelijke (toxische/corrosieve) gassen ontwikkelen, die in verbinding met oplosmiddelen worden omgezet in zoutzuur. Volgens de norm IN VE 0472 worden materialen als halogeenvrij gekenmerkt wanneer "de massa-aandelen voor de halogenen chloor, broom en jodium, berekend voor chloor 0,2 % en voor fluor 0,1 % zijn. Halogeenvrije installatiesystemen worden weliswaar momenteel nog niet door een IN-VE-voorschrift dwingend voorgeschrevenniettemin biedt OBO BETTERMANN wel al een breed programma halogeenvrije artikelen aan. aarmee kan persoonlijk letsel en materiële schade in geval van brand tot een minimum worden beperkt! VBS OBO 17

18 Ontwerphulp algemeen Functiebehoud voor elektrische installaties Veiligheid in geval van brand Veel mensen, veel veiligheid Bij gebouwen die regelmatig door veel mensen worden bezocht heeft functiebehoud een bijzondere betekenis. Hierbij horen vooral openbare instellingen zoals scholen, ziekenhuizen, gemeentelijke gebouwen en metrostations, maar ook industriële installaties, flats, winkelcentra en grote parkeergarages. 30 minuten: functiebehoud voor evacuatie. e eerste 30 minuten na het uitbreken van een brand zijn doorslaggevend wanneer het er om gaat om het betreffende gebouw te ontruimen. Het functiebehoud moet in deze tijdspanne voor de volgende installaties gewaarborgd zijn: Veiligheidsverlichting Personenliften met aangepaste sturing bij brand Brandmeldinstallaties Installaties voor het alarmeren en instrueren van bezoekers en medewerkers Rookafzuiginstallaties 90 minuten: functiebehoud voor een betere brandbestrijding. Ter ondersteuning van de brandbestrijding moet er naar worden gestreefd dat bepaalde technische inrichtingen ook 90 minuten na het uitbreken van een brand in een gebouw nog voldoende van stroom voorzien worden. Bij deze installaties horen: Systemen voor waterdrukverhoging voor de bluswatervoorziening Machinale rookafvoer- en rookbeschermingsinstallaties Brandweerliften, beddenliften in ziekenhuizen Systemen voor individuele montage Met de componenten voor individuele montage biedt OBO een serie praktijkgerichte flexibele mogelijkheden voor de elektrotechnische installatie met functiebehoud. e systemen zijn geschikt voor de verticale en horizontale installatie en hebben een toelating voor de brandveiligheidsklassen E30 resp. E90. Tot de in de testnorm IN 4102 deel 12 gedefinieerde normdraagconstructies behoren: de installatie van kabels met losse klemmen en de installatie van de kabels met profielrails, beugelklem en inlegstuk. Brandlasten van installatiesystemen Conform de geldende MLAR is de opgave van brandlasten bij elektrotechnische installaties voor vlucht- en reddingswegen niet meer nodig, omdat als basis een brandbelasting van 0 kwh wordt vereist! 18 OBO VBS

19 Functiebehoud voor elektrische installaties Ontwerphulp algemeen Behoudt de functie! Om te zorgen dat bij een brand vlucht- en reddingswegen bruikbaar blijven en belangrijke technische inrichtingen zoals noodverlichting, brandmeldsystemen en rookgasafvoerinstallaties blijven werken, is het dwingend noodzakelijk, de voeding voor deze systemen speciaal te beveiligen. oor gebruik van speciale kabels en installatiesystemen is het mogelijk de voeding met elektrische stroom ook in geval van brand in stand te houden en zo functiebehoud te waarborgen. Gedetailleerde informatie over het onderwerp brandbeveiliging vindt u in de OBO BSSbrandbeveiligingscatalogus. Norminstallatietype beugelklem type 2056 Normdraagconstructies met beugelklemmen zonder inlegstuk voor losse installatie of bundeling van kabels. Korte info: Wand- of plafondmontage Verticale of horizontale montage Railmontage: max. 0,3 m Plugafstand in de rail: max. 0,25 m Individuele kabelinstallatie: diameter tot 100 mm mogelijk Bezetting met kabelbundel: max. 3 kabels met diameter max. 25 mm Kabelspecifieke installatie bundelhouder Kabelspecifieke installatie met bundelhouders voor individuele installatie Korte info: 2031/M 15 Bevestigingsafstand: max. 0,5 m Kabelbezetting: max. 1,1 kg/m 2031/M 30 Bevestigingsafstand: max. 0,5 m Kabelbezetting: max. 2,5 kg/m 2031/M 70 Bevestigingsafstand: max. 0,8 m Kabelbezetting: max. 6,0 kg/m Norminstallatietype losse klem type 732/733 Normdraagconstructies van afstandsklemmen zonder inlegstuk voor losse installatie en bundeling van kabels. Korte info: Wand- of plafondmontage Verticale of horizontale montage Montageafstand: max. 0,3 m Individuele kabelinstallatie: diameter tot 50 mm mogelijk Bezetting met kabelbundel: max. 3 kabels met diameter max. 25 mm Kabelspecifieke installatie kabelklemmen Kabelspecifiek installatietype met kabelklemmen voor individuele installatie, montage aan het plafond. Korte info: 2033 M Bevestigingsafstand: max. 0,5 m 2034 M Bevestigingsafstand: max. 0,5 m VBS OBO 19

20 Ontwerphulp algemeen Vlambestendigheid/brandbestendigheid Conform IN EN (VE 0471 deel 2-11) moet elektrisch verbindingsmateriaal aan een gloeidraadproef worden onderworpen, die het brandgevaar van het eindproduct beoordeeld. Eindproducten in de zin van de norm zijn elektrotechnische bedrijfsmiddelen, modules en bouwdelen. Bij de gloeidraadproef wordt een gloeiende draad (temperatuur zie tabel onder) gedurende 30 seconden in het te testen bouwdeel gebracht en weer verwijderd. Ten laatste na nogmaals 30 seconden moet het object, voor zover het is gaan branden, weer zijn gedoofd, zodat de vlambestendigheid bewezen is. Soort installatietechniek Soorten te keuren onderdelen Opbouw Holle wanden/ meubelen Installatiekanaal Testtemperaturen in C Verbindingsdozen Inbouwdozen en inbouwapparatuurdozen Plafondverlichtings-, verbindings- en aansluitdozen Aansluitdozen voor wandarmaturen Apparatuur- aansluitdozen Koppelstukken Geïsoleerde onderdelen, die drager van actieve delen zijn eksel voor installatiedozen Inbouw Inbouw Betonbouw 20 OBO VBS

21 VE- en CE-markering Ontwerphulp algemeen VE e VE is de vereniging voor elektrotechniek, elektronica en informatietechniek, haar wetenschappen, de daarop gebaseerde technologieën en toepassingen. Het VE test- en certificeringsinstituut is een nationaal en internationaal erkend instituut op het gebied van testen en certificeren van elektrotechnische apparaten, componenten en systemen. e elektrische producten worden getest op veiligheid, elektromagnetische compatibiliteit en andere producteigenschappen. Testen en certificeringen zijn belangrijk voor de bescherming van de gebruiker en de verkoop van onze producten. Het VE test- en certificeringsinstituut is als neutraal en onafhankelijk instituut een wereldwijde partner voor elektrotechniek, elektronica en informatietechniek. In de VE zijn alle relevante testen voor verschillende producteigenschappen verankerd. CE-aanduiding: Technische middelen, die onderhevig zijn aan een rechtsverordening, zoals elektrisch materiaal, machines of veiligheidsbouwdelen, moeten van een CE-markering voorzien zijn waarmee de leverancier bevestigt dat aan de veiligheidseisen conform de voorschriften is voldaan. Bovendien moet een conformiteitsverklaring en technische documentatie ter beschikking zijn. e CE-markering is geen kwaliteitsteken, maar slechts een verklaring van de leverancier dat deze de wetgeving en de regels van de techniek heeft aangehouden. VBS OBO 21

22 Ontwerphulp algemeen IP-beschermingsgraad IP-beschermingsgraad Met de beschermingsgraad IP wordt aangegeven in hoeverre een onderdeel is beveiligd tegen aanrakingen, vuil en voorwerpen, alsmede tegen het binnendringen van water. e IP-beschermingsgraden zijn in de norm IN EN (VE 0470 deel 1) geregeld. e IP-specificatie bestaat altijd uit twee cijfers. Het eerste cijfer (zie tabel hieronder) staat voor de bescherming tegen aanraking en vreemde objecten. eze geeft aan in hoeverre een behuizing de toegang tot gevaarlijke delen verhindert, doordat het binnendringen van lichaamsdelen of objecten die door mensen worden vastgehouden wordt voorkomen of beperkt. Aan de andere kant geeft deze aan, in hoeverre de behuizing de geïnstalleerde bedrijfsmiddelen beschermt tegen binnendringen van vreemde objecten. Het tweede cijfer (zie de tabel rechts) staat voor de bescherming tegen water. eze geeft aan, in hoeverre het bedrijfsmiddel is beschermd tegen binnendringen van water en de daaruit resulterende schadelijke gevolgen. Beschermingsgraad Eerste cijfer tegen de toegang tot gevaarlijke onderdelen beschermd tegen toegang tot gevaarlijke delen met de rug van de hand beschermd tegen toegang tot gevaarlijke delen met een vinger beschermd tegen toegang tot gevaarlijke onderdelen met gereedschap 3 beschermd tegen toegang tot gevaarlijke delen met een draad 4 beschermd tegen toegang tot gevaarlijke delen met een draad tegen vaste deeltjes niet beschermd beschermd tegen vaste deeltjes met een doorsnede van 50 mm of groter beschermd tegen vaste deeltjes met een doorsnede van 12,5 mm of groter beschermd tegen vaste deeltjes met een doorsnede van 2,5 mm of groter beschermd tegen vaste deeltjes met een doorsnede van 1,0 mm of groter 5 beschermd tegen toegang tot gevaarlijke delen met een draad beschermd tegen stof 6 beschermd tegen toegang tot gevaarlijke delen met een draad stofdicht 22 OBO VBS

23 IP-beschermingsgraad Ontwerphulp algemeen Beschermingsgraad tegen binnendringen van water met schadelijke uitwerking Tweede cijfer Korte omschrijving efinitie 0 niet beschermd - 1 beschermd tegen druipwater loodrecht vallende druppels mogen geen schadelijke uitwerkingen hebben 2 3 beschermd tegen druipwater, wanneer de behuizing onder een helling tot 15 staat. beschermd tegen sproeiwater 4 beschermd tegen spatwater beschermd tegen waterstralen beschermd tegen krachtige waterstralen beschermd tegen de effecten bij tijdelijke onderdompeling in water beschermd tegen de effecten bij constante onderdompeling in water verticaal vallende druppels mogen geen schadelijk effect hebben wanneer de behuizing met een hoek tot 15 aan beide zijden van de loodlijn schuin staat. Water, dat onder een hoek van 60 aan beide zijden ten opzichte van de verticale as wordt gespoten, mag geen schadelijke effecten hebben. Water, dat uit iedere richting tegen de behuizing spat, mag geen schadelijke effecten hebben. Water, dat uit iedere richting als straal tegen de behuizing gericht wordt, mag geen schadelijke effecten hebben. Water, dat uit iedere richting als krachtige straal tegen de behuizing gericht wordt, mag geen schadelijke effecten hebben. Water mag niet in een hoeveelheid in de behuizing binnenkomen die schadelijk is wanneer de behuizing niet onder genormeerde druk- en tijdscondities tijdelijk in water is ondergedompeld. Water mag niet in een hoeveelheid in de behuizing binnenkomen die schadelijk is wanneer de behuizing constant onder water is gedompeld onder omstandigheden die tussen leverancier en gebruiker moeten zijn overeengekomen. Aan de vereisten is nog moeilijker te voldoen dan bij cijfer 7. VBS OBO 23

24 Ontwerphulp algemeen IPX9-beschermingsgraad Naast de beschermingsgraden conform IEC (IN EN 60529, VE : ) "Beschermingsgraden door behuizing (IP-code)" bestaan er nog overige normen, die de beproevingen van de beschermingsgraad beschrijven. Een dergelijke norm is de ISO 20653: eze is voor het grootste deel woordelijk overgenomen uit de uitse norm IN : "Straatvoertuigen; IP-beschermingsgraden; bescherming tegen vreemde objecten, water en aanraken; elektrische uitrusting". e IN is in het bijzonder bedoeld voor straatvoertuigen, omdat hier de installatie vaak aan spatwater wordt blootgesteld. Maar ook in de elektrische installatie zijn vaak hogere beschermingsgraden nodig, omdat de reiniging met hogedrukapparaten vaak tot de dagelijkse praktijk behoort. Voorbeelden hiervoor zijn bijvoorbeeld de levensmiddelenindustrie of in wasstraten. Wanneer bovendien stoomreinigers worden gebruikt, moet de beschermingsgraad ook bij hogere temperaturen effectief zijn. Hierna een vergelijking van de IN deel 9 en de IN EN Vergelijking IN deel 9 - IN EN IN deel 9 IN EN Betekenis: bescherming tegen water 0 0 geen bescherming 1 1 Bescherming tegen verticaal vallend druipwater 2 2 Bescherming tegen vallend druipwater, wanneer de behuizing onder een helling tot 15 staat 3 3 Bescherming tegen vallend sproeiwater tot 60 ten opzichte van de verticaal 4 4 Bescherming tegen spuitwater van alle kanten 5 5 Bescherming tegen straalwater vanuit een willekeurige hoek 6 6 Bescherming tegen krachtig straalwater 6K Bescherming tegen krachtig straalwater onder verhoogde druk, specifiek voor straatvoertuigen 7 7 Bescherming tegen kortstondig onderdompelen 8 8 Bescherming tegen permanente onderdompeling 9 Bescherming tegen water bij hogedruk- en stoomstraalreiniging, speciaal voor straatvoertuigen 24 OBO VBS

25 IK-code Ontwerphulp algemeen IK-code e IK-code conform IN EN geeft de beschermingsgraad van behuizingen tegen externe mechanische belastingen aan. eze is samengesteld uit de codeletters IK en een tweecijferige code van 00 t/m 10. Iedere cijfergroep staat voor een belastingsenergiewaarde in Joule (J). e IKcode geldt in principe voor de volledige behuizing die de bescherming van bedrijfsmiddelen tegen schadelijke effecten van mechanische belastingen waarborgt. e behuizingen worden getest door slagbelasting met verschillende testhamers. IK-code Belasting energiewaarde [J] ,50 0, VBS OBO 25

26 Ontwerphulp algemeen Veiligheidsklassen van elektrisch bedrijfsmaterieel Veiligheidsklassen conform VE 0140 Veiligheidsklassen van elektrisch bedrijfsmaterieel e IN VE 0140 definieerde de veiligheidsklassen als volgt: Veiligheidsklasse I: bedrijfsmaterieel met aardingsaansluiting (veiligheidsmaatregel door aardingsaansluiting op behuizing). Veiligheidsklasse II: bedrijfsmateriaal met veiligheidsisolatie (veiligheidsmaatregel door isolatie) Veiligheidsklasse III: bedrijfsmaterieel met veiligheidsspanning (SELV-PELV, beveiliging door nom. spanningen max. 25/50 V AC en max. 60/120 V C) Lege behuizingen van kunststof voldoen aan veiligheidsklasse II, behuizingen van metaal/metaalcoating moeten van een aansluiting voor een beschermingsgeleider voorzien zijn en voldoen dan aan veiligheidsklasse I. 26 OBO VBS

27 Markering elektrische bedrijfsmiddelen Ontwerphulp algemeen Verklaringen uit de norm Elektrische benamingen Bij gebruik van kabeldozen, verbindingsdozen en verbindingsklemmen wordt het bedrijfsmaterieel met nom. waarden ingedeeld, die in de VE 0100 deel 200 zijn gedefinieerd. Bij de markering maakt men onderscheid tussen de maximaal toegestane spanning (nom. spanning), de maximaal toegelaten stroom (nom. stroom) en de maximaal toegelaten doorsnede (nom. doorsnede) van de te klemmen leidingen en kabels. Nominale doorsnede Hoogste geteste toegestane doorsnede van de aan te sluiten leiding. Nominale stroom Hoogste toegestane stroomsterkte op het verbindingspunt. Nominale spanning Grootste toegestane spanning op de verbindingsplaats. Aantal polen Aantal verbindingsplaatsen van de klemverbinding. Aantal invoeren Aantal invoeren in een elektrische verbindingskast of een verbindingsdoos. VBS OBO 27

28 Ontwerphulp algemeen Belangrijke informatie over de specificaties van buitendiameters Kabeldiameter en benodigde ruimte; 1 = diameter in mm, 2 = benodigde ruimte in cm² Kabel- en leidingafmetingen, buitendiameters van PG- en metrische afmetingen e uitdrukking kabel heeft betrekking op een ommantelde elektrische leiding voor overdracht van elektrische energie en data. Kabels en leidingen worden met de nom. diameter aangegeven. Uit de nominale doorsnede en het aantal afzonderlijke aders die in de kabel of leiding zijn opgenomen, resulteren de buitendiameter en de nuttige doorsnede. Bevestigingsklemmen worden met het maximale spanbereik opgegeven als nominale afmetingen in mm. Om voor het te bevestigen bouwdeel de juiste grootte van de bevestigingsklem te bepalen, vindt u in de tabel de relatie tussen PG- en metrische afmetingen. Berekening met de formule (2r)² e diameter zegt weinig over de daadwerkelijke ruimte die een kabel nodig heeft. Reken als volgt: (2r)². eze waarde geeft de realistische ruimtebehoefte inclusief de tussenruimten weer. 28 OBO VBS

29 Belangrijke informatie over de specificaties van buitendiameters Kabeldiameter en benodigde ruimte Buitendiameter in mm PG- waarden Buitendiameter in mm Metrische waarden 12 PG 7 12,5 M12 13 PG 7 12,5 M12 15 PG 9 15,2 M16 16 M16 18 PG 11 18,6 M 16/M PG 11 18,6 M 16/M PG 13,5 20,4 M20 21 PG 13,5 20,4 M 20/M PG 16 22,5 M 20/M PG 16 22,5 M 20/M M 20/M M25 28 PG 21 28,3 M 25/M M32 37 PG M 32/ M40 40 M40 47 PG M 40/M M50 54 PG M 50/M PG 48 59,3 M 50/M M63 Ontwerphulp algemeen VBS OBO 29

30 Ontwerphulp algemeen Hoe bepaal ik het kabelvolume? Geïsoleerde sterkstroomleidingen iameter mm 1 x 4 6,5 0,42 1 x 6 7 0,49 1 x ,64 1 x 16 9,5 0,9 1 x 25 12,5 1,56 3 x 1,5 8,5 0,72 3 x 2,5 9,5 0,9 3 x ,21 4 x 1,5 9 0,81 4 x 2,5 10,5 1,1 4 x 4 12,5 1,56 4 x 6 13,5 1,82 4 x 10 16,5 2,72 4 x ,61 4 x 25 23,5 5,52 4 x ,76 5 x 1,5 9,5 0,9 5 x 2,5 11 1,21 5 x 4 13,5 1,82 5 x 6 14,5 2,1 5 x ,24 5 x 16 21,5 4,62 5 x ,76 7 x 1,5 10,5 1,1 7 x 2,5 13 1,69 Effectieve doorsnede cm² Geïsoleerde sterkstroomkabels iameter mm Effectieve doorsnede cm² 1 x 10 10,5 1,1 1 x 16 11,5 1,32 1 x 25 12,5 1,56 1 x 35 13,5 1,82 1 x 50 15,5 2,4 1 x 70 16,5 2,72 1 x 95 18,5 3,42 1 x ,5 4,2 1 x ,5 5,06 1 x ,25 1 x ,84 1 x x 1,5 11,5 1,32 3 x 2,5 12,5 1,56 3 x 10 17,5 3,06 3 x 16 19,5 3,8 3 x ,76 3 x x ,96 4 x 1,5 12,5 1,56 4 x 2,5 13,5 1,82 4 x 6 16,5 2,72 4 x 10 18,5 3,42 4 x 16 21,5 4,62 4 x 25 25,5 6,5 4 x ,84 4 x x ,56 4 x ,21 4 x ,64 4 x x x ,6 5 x 1,5 13,5 1,82 5 x 2,5 14,5 2,1 5 x 6 18,5 3,42 5 x 10 20,5 4,2 5 x 16 22,5 5,06 5 x 25 27,5 7,56 5 x ,56 5 x Telecommunicatiekabels iameter mm Effectieve doorsnede cm² 2 x 2 x 0,6 5 0,25 4 x 2 x 0,6 5,5 0,3 6 x 2 x 0,6 6,5 0,42 10 x 2 x 0,6 7,5 0,56 20 x 2 x 0,6 9 0,81 40 x 2 x 0,6 11 1,12 60 x 2 x 0,6 13 1, x 2 x 0,6 17 2, x 2 x 0,6 23 5,29 2 x 2 x 0,8 6 0,36 4 x 2 x 0,8 7 0,49 6 x 2 x 0,8 8,5 0,72 10 x 2 x 0,8 9,5 0,9 20 x 2 x 0,8 13 1,69 40 x 2 x 0,8 16,5 2,72 60 x 2 x 0, x 2 x 0,8 25,5 6,5 200 x 2 x 0, ,24 EP-leidingen Cat... iameter mm Cat ,64 Cat ,64 Coaxleiding (standaard) SAT/BK leiding iameter mm Effectieve doorsnede cm² 6,8 0,48 Effectieve doorsnede cm² 30 OBO VBS

31 VBS OBO 31

32 32 OBO VBS

33 Ontwerphulp kabeldozen - systemen Informatie over het ontstaan van condenswater 34 Ontwerphulp voor montage van kabeldozen 35 Montagehulp kabeldozen A-serie 36 Montagehulp kabeldozen B 9/T 38 Montagehulp kabeldozen T-serie 40 Montagehulp kabeldozen T-serie met klemverbinder 44 Montagehulp kabeldozen B-serie met schroefdraad 46 Montagehulp kabeldozen FireBox 48 Montagehulp vulmassa Aquasit 51 VBS OBO 33

34 Condenswater in behuizingen Ontwerphulp kabeldozen Condenswater in gesloten behuizingen Condenswater in afgesloten behuizingen zoals kabeldozen is vooral een probleem wanneer de temperatuur regelmatig en sterk varieert. oor temperatuurveranderingen buiten of buiten de behuizing kan in een zeer dicht afsluitende kabeldoos de daarin aanwezige overtollige luchtvochtigheid niet ontsnappen en slaat daarom neer in de behuizing. aardoor ontstaat de indruk dat de behuizing niet goed afsluit. Wanneer deze vochtigheid niet wordt afgevoerd, kan er in het slechtste geval schade aan de elektrische verbinding ontstaan. aarom moet installatie in omgevingen met sterke temperatuurvariatie zo mogelijk worden vermeden. OBO kabeldozen zijn voorzien van uitbreekpoorten, die kunnen worden geopend om de vorming van condenswater te minimaliseren of zelfs te verhinderen. e voorgeperste 4 mm openingen zitten aan de onderzijde van de behuizing. Wanneer de voorgeperste openingen worden geopend, moet de verandering van temperatuur en luchtvochtigheid binnen en buiten de behuizing in de tijd relatief gelijk verlopen. Conform IN VE Oprichten van sterkstroominstallaties met nom. spanningen tot 1000 V "moeten maatregelen voor de waterafvoer worden genomen, wanneer water of condensatie van water binnen kabel- en leidingsystemen optreden kan." Bij installaties met hogere dichtheidseisen moeten eventueel alternatieve maatregelen worden genomen. 34 OBO VBS

35 Montage van kabeldozen Ontwerphulp kabeldozen Montage van kabeldozen op brandbare constructies resp. bouwstoffen e VdS-richtlijn 2023 schrijft voor dat op brandbare ondergronden elektrische verbindingen en aansluitingen van spanningsvoerende geleiders alleen met klemmen in geschikte installatiedozen en -kasten conform IN VE 0606 mogen worden uitgevoerd. e behuizingen moeten ten opzichte van het montageoppervlak gesloten zijn en voldoen aan de eisen uit de IN VE VE ), zoals bijv. bij poorten, op huizen met dakoversteek enz. moeten bedrijfsmiddelen minimaal beschermingsgraad IPX1 (druipwaterbescherming) hebben. Opmerking: bij installaties in buitenopstelling kunnen schadelijke stoffen in de omgevende atmosfeer de geschiktheid van de gekozen artikelen beperken. Beschermde resp. onbeschermde installatie in vochtige en natte omgeving en ruimten en installaties in buitenopstelling Elektrisch bedrijfsmateriaal in een vochtige en natte omgeving, zoals bijv. grote keukens, waskeukens, koelruimten enz., moet min. beschermingsgraad IP X1 (druipwaterdicht) hebben. In zones, waar rekening moet worden gehouden met straalwater, is ter bescherming van elektrische bedrijfsmaterieel minimaal beschermingsgraad IPX5 (straalwaterbescherming) nodig. IN EN levert gedetailleerde informatie over de benodigde beschermingsgraden. Bij een onbeschermde buiteninstallatie (IN VE ), zoals bijv. perrons, kraaninstallaties, buitenmuren van gebouwen enz. moeten de gebruikte bedrijfsmiddelen min. een beschermingsgraad IPX3 hebben. Bij een beschermde buiteninstallatie (IN VBS OBO 35

36 Montagehulp kabeldozen A-serie Ontwerphulp kabeldozen e klassieker onder de installaties van kabeldozen voor vochtige ruimten: de A-serie van OBO uit halogeenvrij, thermoplastisch materiaal. Zowel binnen als buiten maakt het schroefloze klemdeksel een snelle en betrouwbare montage mogelijk. e kabeldozen van de A-serie zijn met en zonder klemmenstrook leverbaar. Naast de standaard lichtgrijs (RAL 7035) en de variant zuiver wit (RAL 9010) voor hoge eisen aan het uiterlijk, bied de variant rood een oplossing voor signaalkabels zoals telefoonkabels of andere speciale kabels. Alle kabeldozen zijn van halogeenvrij materiaal en vlambestendig conform VE 0471/IN IEC 695 deel 2-1, testtemperatuur 750 C. 36 OBO VBS

37 Montagehulp kabeldozen A-serie Ontwerphulp kabeldozen Toepassing A-serie montage aan de wand Afgewerkte installatie A-serie met installatiebuis en Quick-klem. Bevestiging A-serie ankzij de stabiele buitenbevestigingen kan de kabeldoos snel en betrouwbaar worden geïnstalleerd. Kabelinvoer A-serie e voorgeperste kabeldoorvoeren kunnen met een mes worden geopend of met behulp van de meegeleverde doorsteekdoorn direct met de kabel worden doorstoten. Toepassing doorsteekdoorn e doorsteekdoorn op het uiteinde van de ader steken. e kabel dan met de punt door de voorgeperste invoer drukken. ekselmontage A-serie e deksels kunnen zonder gereedschap op de basis worden geplaatst. Plaats voor bedradingswerkzaamheden e kabeldozen uit de A-serie bieden voldoende plaats voor bedrading met steek- of schroefklemmen. VBS OBO 37

38 Montagehulp kabeldozen B 9/T Ontwerphulp kabeldozen e OBO B 9/T kabeldoos bestaat uit twee halogeenvrije, thermoplastische kunststof componenten: een zachte voor de afdichting (membraan) in de kabelinvoer een harde component voor de behuizing. eze tweecomponenten techniek staat voor perfecte dichtheid en stabiliteit. e beschermingsgraad IP67 wordt zelfs bereikt wanneer het membraan direct met kabels of leidingen wordt doorstoken. In de schroefdraad die in de zijwanden voorgeperst is kan bovendien nog een wartel voor trekontlasting worden opgenomen. e gladde buitenwanden maken een aaneenschakeling van meerdere kabeldozen mogelijk zonder tussenruimte, ook bij na-installatie. Alle bevestigingsmaten zijn op de achterzijde aangegeven en maken een exacte bevestiging mogelijk. e B 9/T is een universele probleemoplosser met praktisch onbegrensde toepassingsmogelijkheden - ook in een constant natte omgeving. 38 OBO VBS

39 Montagehulp kabeldozen B 9/T Ontwerphulp kabeldozen Toepassing B9T montage aan de wand Kabeldozen met 3 V-Tec wartels met korte schroefdraad in SET leverbaar Bevestiging van de B 9/T e bevestigingsgaten in de bodem zijn voorzien van een membraan waarmee de bevestigingsschroef wordt gefixeerd en de beschermingsgraad behouden wordt. Kabelinvoer e softmembraan van de B 9/T wordt zonder extra gereedschap direct met kabels of leidingen doorstoten. ichtheid van de leidinginvoer Het membraan dicht de kabel of de leiding exact af. e beschermingsgraad blijft behouden. Installatie met V-TEC kabelwartel Torsieveilig en trekontlast: V-TEC-wartels met korte schroefdraad geven betrouwbare bevestiging. Installatie met V-TEC kabelwartel e V-TEC wartel met korte schroefdraad wordt in de aanwezige schroefdraad van de behuizing gedraaid. Het softmembraan hoeft niet te worden verwijderd. Klemsteen e mogelijkheid bestaat een klemsteen in de kabeldoos te monteren. ekselmontage Het deksel wordt op het basisdeel geplaatst. ekselmontage Met behulp van een schroevendraaier worden de schroeven aangetrokken. VBS OBO 39

40 Montagehulp kabeldozen T-serie Ontwerphulp kabeldozen e T-serie van OBO is van halogeenvrij, thermoplastisch materiaal en is in verschillende kleuren leverbaar. e T-serie heeft openingen in de zijwanden, die (afhankelijk van de grootte van de T-box) met 4 tot 24 kabelinsteekafdichtingen zijn afgesloten. Alle kabeldozen van de T-serie zijn onafhankelijk van de afmetingen, kleur of uitrusting van UV-stabiel materiaal gefabriceerd. Bovendien zijn varianten in vlambestendige uitvoering tot 960 C leverbaar of met rood signalisatiedeksel. Kabels en leidingen kunnen direct door de kabelinvoeren in de kabeldozen worden ingevoerd. e kabelinvoeren zijn vlak en in de behuizing verzonken, zodat deze niet over de rand uitsteken. Zo kunnen de kabeldozen aaneensluitend worden gekoppeld. 40 OBO VBS

41 Montagehulp kabeldozen T-serie Ontwerphulp kabeldozen Toepassing T25 Installatie met de ronde kabeldoos T 25. Toepassing T40 Installatie met de kleinste vierkante kabeldoos T 40. eksel T-serie met signaalkleur Installatie met een kabeldoos T 60 met een rood signalisatiedeksel. Vloer-/wandbevestiging e kabeldozen kunnen via twee tot vier uitbreekopeningen in de bodem worden bevestigd. e openingen kunnen met afdekkappen weer worden gesloten. Hoekstuk wandbevestiging Vanaf grootte T 60 kunnen de kabeldozen via de hoeken voor de dekselbevestiging op de ondergrond worden gemonteerd. Bevestiging op montageplaat In de bodem zijn twee tot vier bevestigingspunten voor plaatschroeven 3,5 x 9,5 mm geïntegreerd, om de kabeldoos bijv. op een montageplaat te kunnen bevestigen. Kabelinvoeren Kabels en leidingen kunnen via doorstoten zonder hulpmiddel direct worden geïnstalleerd. ekselverliesbeveiliging Alle deksels zijn in de kast met een bevestigingsband onverliesbaar op het onderste deel bevestigd. Buisinsteekafdichtingen Voor de toepassing van buizen heeft de gebruiker ook de beschikking over buisinvoeren. aarmee kan een gesloten installatie worden bereikt. ekselsluiting Vanaf de afmeting T 60 worden de deksels met draaisluitingen op het onderste deel bevestigd en via een kwartslag geopend of gesloten. Invoeropening / gebruik wartel In de invoeropeningen kunnen wartels van het type V-TEC VM worden ingebracht, om mechanische sterkte en trekontlasting voor de kabel te realiseren. ekselafdichting / IP-beschermingsgraad e kabeldozen zijn vanaf de grootte T60 met een geschuimde dekselafdichting uitgevoerd. aardoor wordt een hoge beschermingsgraad van IP66 bereikt. VBS OBO 41

42 Ontwerphulp kabeldozen Klemsteenbevestiging In de kabeldozen T 25 t/m T 100 kan een klemsteen op de positie in het midden worden gestoken. IN-railbevestiging In de onderste delen van de kabeldozen in de grootte T 60 t/m T 350 kunnen IN-rails in langs-, dwars- of diagonale richting worden gemonteerd. Toepassing van steekklemmen Voor "vliegende" bedrading voor doorsneden tot 2,5mm² worden steekklemmen toegepast. T250 met bovenliggende klemmenstrook Bedrade kabeldozen T250 met bovenliggende klemmenstrook. Overzichtelijke en eenvoudig te controleren bedrading. Kabelinvoer bij gesloten kabeldozen Bij de T-boxen met gesloten zijwanden kunnen met behulp van getrapte boren individuele openingen worden geboord. In combinatie met de kabelinvoeren EK of wartels V-TEC VM en borgmoeren kan de hoge beschermingsgraad aangehouden worden. Uitbreekopeningen in de bodem In het onderste deel van de kabeldoos bevinden zich uitbreekopeningen, waardoor leidingen of kabels, die direct uit de montageondergrond komen, in de kabeldoos kunnen worden ingevoerd. eksel T-serie met signaalkleur Voor de markering van veiligheidsrelevante stroomcircuits zijn er kabeldozen met signaalrood deksel. Buitenmontage T-serie e kabeldozen uit de T-serie met de toevoeging UV kunnen ook buiten in direct zonlicht worden gebruikt. oor de kabelinvoer kunnen kabels worden ingevoerd, zonder dat de beschermingsgraad verminderd wordt. Buitenmontage T-serie met wartels Met wartels van het type V-TEC VM kunnen de kabels van een trekontlasting voorzien worden en worden bovendien beveiligd tegen verdraaien. 42 OBO VBS

43 Ontwerphulp kabeldozen Condenswater Bij een behuizing in buitenopstelling met hoge dichting is het van belang dat evt. optredend condenswater via daarvoor bedoelde openingen wordt afgevoerd. it geldt alleen bij installaties zonder verhoogde bescherming tegen binnendringen van vreemde objecten of vochtigheid. T-serie met trekontlastingsinvoeren oor de invoeren met trekontlasting kunnen installatieleidingen direct in de T-Box worden geleid. oor de speciale ribben wordt de kabel geborgd tegen onbedoeld uittrekken. T-serie met Wieland-chassisdelen e in de zijkanten van de T-Box 100 WB aangebrachte Wieland-connectoren type GSt 18-i3 zijn voorbedraad en elektrisch aangesloten. e bussen zijn met verschillende kleuren gemarkeerd en kunnen voor verschillende stroomcircuits worden gebruikt. T-serie met Module 45-contactdozen e T-Box 100 MS met voorgemonteerde en aansluitklaar bedrade contactdozen kunnen in verlaagde plafonds voor variabele bedradingen worden toegepast. Bevestigingselement aan kabeldozen e kabeldoos wordt zonder gereedschap met het vooraf gemonteerde bevestigingselement op de draadgoot bevestigd. Bevestigingselementen met kabeldozen aan de draadgoot e kabeldoos kan met enkele handelingen zonder gereedschap, snel en efficiënt op een draadgoot worden bevestigd. Na een minimale voorbereidingstijd kan de installatie beginnen. Bevestigingselementen met kabeldozen aan de kabelgoot e kabeldoos kan met enkele handelingen zonder gereedschap, snel en efficiënt op alle gangbare kabelgoten worden bevestigd. Na een minimale voorbereidingstijd kan de installatie beginnen. Op de afbeelding wordt de montage getoond zonder verschuifborging. Bevestigingselement met de kabeldozen verbinden Het bevestigingselement wordt zonder gereedschap op de achterkant van de kabeldoos geklikt. VBS OBO 43

44 Montagehulp kabeldozen T-serie met klemverbinder Ontwerphulp kabeldozen e nieuwe klemmenstroken van de T-serie worden eenvoudig en zonder gereedschap in de kabeldozen gemonteerd. ankzij de positionering van de klemmenstroken aan de bovenste rand van de kabeldozen is de bedrading overzichtelijk en altijd goed toegankelijk. e IN-rails kunnen zowel in de langs- als in de dwarsrichting in kabeldozen vanaf grootte T100 worden ingebouwd. Op standaard IN-rail kunnen klemmenstroken van het type KL-T en van het type L-T worden geklikt. In normale toepassingen zijn 5 klemmenstroken nodig, omdat iedere klemmenstrook eenpolig is. Per klemmenstrook staan 4 klemgaten ter beschikking. oor de modulaire opbouw is het echter altijd mogelijk, meer of minder dan deze 5 klemmenstroken toe te passen. Het maximale aantal klemmenstroken wordt bepaald door de afmetingen van de kabeldoos. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk, in een T250 kabeldoos tot 12 klemmenstroken type KL-T te bevestigen. 44 OBO VBS

45 Montagehulp kabeldozen T-serie met klemverbinder Ontwerphulp kabeldozen T250 met klemmenstrook Op de in de kabeldoos bevestigde IN-rail kunnen de klemmenstroken eenvoudig worden vastgeklikt. T250 met klemmenstrook Bevestigen van de IN-rail in kabeldozen door eenvoudig in de aanwezige railhouder schuiven. Opklikken van de klemmenstroken e klemmenstroken worden aan de binnenkant van de kabeldoos vastgeklikt en door lichte druk tegen de buitenkant van de kabeldoos geborgd. T250 met klemmenstrook Wanneer de kabeldozen met klemmenstroken zijn besteld, dan worden 2 IN-rails en 5 klemmenstroken meegeleverd. T250 met klemmenstrook Wanneer de kabeldozen met klemmenstroken zijn besteld, dan worden 2 IN-rails en 5 klemmenstroken meegeleverd. Klemmenstrook op mini IN-rail Op de gemonteerde IN-rail kunnen één of meerdere klemstukken worden bevestigd. Bevestigen van de mini IN-rail e IN-rail wordt op de "dome" in het onderste deel van de kabeldoos geplaatst. Klemmenstrook in kabeldoos dwars Ook in dwarsrichting is een 5-polige bedrading mogelijk. Opklikken van de klemmenstrook e afzonderlijke klemmenstroken kunnen eenvoudig en zonder gereedschap op de mini INrail worden geklikt. Klemmenstrook in kabeldoos langs e IN-rail kunnen zowel "langs" als ook "dwars" in de kabeldoos worden gemonteerd. Het maximale aantal klemmen is afhankelijk van de installatie, de grootte van de kabeldoos en de gebruikte klemmenstrook. VBS OBO 45