Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 t/m 13

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 t/m 13"

Transcriptie

1 Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 t/m 13 Samenvatting door D woorden 21 april ,9 10 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Pulsar chemie Hoofdstuk 1 Dalton: moleculen bestaan uit atomen, een chemische reactie is een hergroepering van atomen, elektrische en radioactiviteit kunnen niet verklaard worden. Thomson: alle atomen bevatten negatieve elektronen en positieve protonen. Rutherford: protonen bevinden zich in de atoomkern en de elektronen in de elektronenwolk -> atoommodel van Rutherford. Het atoomnummer geeft het aantal protonen in de kern aan. Het massagetal geeft het aantal protonen en neutronen in de kern aan. Zouten zijn opgebouwd uit positieve en negatieve ionen. Tussen deze ionen is een sterke ionbinding. Bij het smelten komen de ionen los van elkaar en kunnen zo voor stroomgeleiding zorgen. Een positief ion heeft een kleiner aantal elektronen dan het overeenkomstige atoom. Een negatief ion geeft een groter aantal elektronen dan het overeenkomstige atoom. Een oplossing van een zout in water geleidt de stroom door vrije ionen. Hoe meer vrije ionen in een oplossing aanwezig zijn, hoe groter de stroomgeleiding is. Kaliumion K + Fluoride-ion F - Natriumion ` Na + Chloride-ion Cl - Pagina 1 van 19

2 Zilverion Ag + Bromide-ion Br - Ammoniumion NH 4 + Jodide-ion I - Bariumion Ba 2+ Hydroxide-ion OH - Calciumion Ca 2+ Nitraat-ion NO 3 - Koperion Cu 2+ Nitriet-ion NO 2 - Ijzer(II)ion Fe 2+ Waterstofcarbonaation HCO 3 - Magnesiumion Mg 2+ Ethanoaation CH 3 COO - Loodion Pb 2+ Oxide-ion O 2- Kwikion Hg 2+ Sulfide-ion S 2- Tinion Sn 2+ Carbonaation CO 3 2- Zinkion Zn 2+ Sulfaation SO 4 2- Aluminiumion Al 3+ Sulfietion SO 3 2- Ijzer(III)ion Fe 3+ Silicaation SiO 3 2- Fosfaation PO 4 3- De verhoudingsformule geeft aan in welke verhouding de ionen in een zout aanwezig zijn. Een samengesteld ion bestaat uit meerdere atomen, die samen één lading hebben.(wanneer het samengestelde ion meer dan een keer voorkomt, gebruik je haakjes om het samengestelde ion) Oplosvergelijking: Het oplossen van calcium chloride: Ca 2+ Cl - -> Ca 2+ (aq) + 2Cl - (aq) Triviale namen: Natronloog Na 2+ (aq) + OH - (aq) Pagina 2 van 19

3 Kaliumhydroxide K + (aq) + OH - (aq) Calciumhydroxide Ca 2+ (aq) + 2OH - (aq) Hoofdstuk 2 Fossiele brandstoffen: steenkool, aardolie en aardgas Bij een volledige verbranding van koolwaterstoffen ontstaan koolstofdioxide en water. Bij een onvolledige verbranding van koolwaterstoffen ontstaan naast koolstofdioxide en water ook stoffen als koolstofmono-oxide en roet. Door het broeikaseffect warmt de aarde op en kunnen er klimaatveranderingen optreden. Het broeikaseffect wordt voor een deel veroorzaakt door koolstofdioxide. Daardoor draagt het verbranden van fossiele brandstoffen bij aan het vergroten van het broeikaseffect. Alternatieve brandstoffen zijn andere brandstoffen dan fossiele brandstoffen: biogas, bio-alcohol en waterstof. Omdat bij de productie van deze stoffen geen CO 2 wordt gebruikt draagt het verbranden van deze stoffen niet bij aan het broeikaseffect. Destillatie van aardolie Fractie in graden Celsius Stof < 5 Gasvormige bestanddelen 20 tot 180 Gasolie 180 tot 260 Kerosine 260 tot 340 Diesel 340 tot 600 Smeermiddelen > 600 Zware stookolie residu asfalt Bij de atoombinding houdt een gemeenschappelijk negatief elektronenpaar de twee positieve atoomresten bij elkaar. De covalentie is het aantal atoombindingen dat een atoom kan vormen: 1 H, F, Cl, Br, I 2 O, S Pagina 3 van 19

4 3 N, P 4 C In de moleculen van verzadigde koolwaterstoffen zijn uitsluitend enkelvoudige bindingen aanwezig. In moleculen van onverzadigde koolwaterstoffen komt tussen koolstofatomen minstens één dubbele binding voor. Bij het kraken van een koolwaterstof ontstaan uit grote moleculen meerder soorten kleinere moleculen. Het reactieproduct is altijd een mengsel van verzadigde en onverzadigde koolwaterstoffen. Hoofdstuk 3 Algemene formule van alkanen: C n H 2n+2 CH 4 C 2 H 6 C 3 H 8 C 4 H 10 C 5 H 12 C 6 H 14 Methaan Ethaan Propaan Butaan Pentaan Hexaan Isomeren hebben dezelfde molecuulformule maar een verschillende structuurformule. Karakteristieke groep F Cl Br I fluor chloor broom jood Algemene formule van alkenen: C n H 2n Als in een alkaanmolecuul één C-C binding is vervangen door een C=C binding heb je een alkeen, met een Pagina 4 van 19

5 plaatsnummer geef je aan bij welk C atoom de dubbele binding begint. Bij de additiereactie is de C=C groep betrokken, de dubbele binding klapt open en elk van de twee C atomen kan dan een atoom of atoomgroep binden. (H 2, Cl 2, Br 2, I 2 en H 2 O) Alcoholen bevatten als karakteristieke groep een OH groep. Alkanolen bevatten alleen één OH groep. De naam van een alcohol krijg je door achter de stamnaam ol te zetten, wanneer er isomeren zijn moet je de plaats van de OH groep aangeven met een plaatsnummer. Carbonzuren bevatten als karakteristieke groep een COOH groep. Alkaanzuren bevatten één COOH groep. De naam van een alkaanzuur krijg je door achter de stamnaam de uitgang zuur te zetten. De COOH groep zit altijd aan het begin van de keten. Hoofdstuk 4 Oplosvergelijking van calciumchloride: Ca 2+ Cl - 2 (s) -> Ca 2+ (aq) + 2Cl - (aq) Calciumchloride-oplossing: Ca 2+ (aq) + 2Cl - (aq) Indampen van calciumchloride: Ca 2+ (aq) + 2Cl - (aq) -> Ca 2+ Cl - 2 (s) Als je twee zoutoplossingen bij elkaar voegt, kan een neerslag ontstaan. Er is dan een combinatie van ionen die een slecht oplosbaar zout oplevert. Met behulp van tabel 45A kun je zien welke combinatie van ionen een slecht oplosbaar zout vormt. Een neerslagreactie opstellen: 1 schrijf op welke ionen in de oplossingen voorkomen 2 ga na welke combinatie van ionen een slecht oplosbaar zout oplevert, zet dit in een oplosbaarheidstabel 3 schrijf, als een neerslag ontstaat, de reactievergelijking op, voor de pijl staan de ionen die verdwijnen en achter de pijl de formule van het ontstane zout, maak de reactievergelijking kloppend Loodnitraat en natriumjodide Pagina 5 van 19

6 NO 3 - I - Pb 2+ g s Na + g g Pb 2+ (aq) + 2I - (aq) -> Pb 2+ I - 2 (s) Je kunt een slecht oplosbaar zout maken door twee zoutoplossingen bij elkaar te voegen, waarbij het te maken zout als neerslag ontstaat. Wanneer je dit neerslag filtreert, moet het slecht oplosbare zout het residu zijn. Je kunt een goed oplosbaar zout maken door twee zoutoplossingen bij elkaar te voegen, waarbij een neerslag ontstaat van de andere ionen dan de ionen die het goed oplosbare zout opleveren. Na filtratie moet je het filtraat indampen om het goed oplosbare zout te verkrijgen. Je kunt een ionsoort uit een oplossing verwijderen door een oplossing van een zout toe te voegen. Dit oplosbare zout moet een ionsoort bevatten die met de te verwijderen ionsoort een neerslag vormt. Je kunt sommige ionen en stoffen herkennen aan de kleur.(tabel 65A) Om onderscheid tussen twee ionsoorten te maken, kun je een zoutoplossing toevoegen die met de ene soort wel en met de andere soort geen neerslag vormt. Vaak kun je een verontreiniging aantonen door aan de te onderzoeken vaste stof water toe te voegen, wanneer het zout oplost en de verontreiniging niet heb je een verontreiniging aangetoond, indien nodig voeg je daarna een zoutoplossing toe die alleen met de verontreiniging een neerslag vormt. De hoeveelheid afval bij een practicum kun je verminderen door minder chemicaliën te nemen (kleinere buizen, druppelplaten) of door minder schadelijke chemicaliën te gebruiken. De MAC-waarde zegt iets over de giftigheid van een stof. Hoofdstuk 5 In het periodiek systeem zijn de elementen gerangschikt naar opklimmend atoomnummer, er zijn perioden(horizontaal) en groepen(verticaal). De metalen staan hoofdzakelijk links en de niet-metalen rechts. Alkalimetalen in groep 1, de halogenen in groep 17 en de edelgassen in groep Pagina 6 van 19

7 Metalen Zouten Moleculaire Stoffen Stroomgeleiding In vaste en vloeibare stand In gesmolten en opgeloste Geleiden geen stroom toestand Binding Metaalbinding, positieve Opgebouwd uit ionen, Opgebouwd uit niet atoomresten bijeengehouden tussen de ionen heerst een metaalatomen, in vaste en door negatieve vrije elektronen, sterk ionbinding, sterk vloeibare fase is tussen de moleculen een vanderwaalsbinding aanwezig, zwak De atoommassa wordt uitgedrukt in de atomaire massa-eenheid in u, de ionmassa is gelijk aan de atoommassa. De molecuulmassa: de som van de atoommassa s Massapercentage: massa gevraagde / massa totaal x 100% Significante cijfers zijn cijfers die betekenis hebben voor de nauwkeurigheid van de meting, nullen aan het einde van een getal tellen wel mee als significant cijfer, nullen voor het eerste cijfer niet. Het antwoord van een vermenigvuldiging of deling mag in niet meer significante cijfers worden gegeven dan de meetwaarde net het kleinste aantal significante cijfers dat je bij de berekening hebt gebruikt, bij het optellen en aftrekken wordt het antwoord in niet meer decimalen geschreven dan bij de berekening betrokken meetresultaat met het kleinste aantal decimalen. De dichtheid geeft het verband weer tussen de massa en het volume van een stof. De dichtheiden van zuivere stoffen staan in de tabellen 10, 11 en 12. In de kop van deze tabellen staat bij dichtheid de eenheid en eventueel een factor Met behulp van de dichtheid kun je de massa van een stof omrekenen in het volume en omgekeerd. De chemische hoeveelheid is de grootheid waarmee we de hoeveelheid stof aangeven, de eenheid van deze grootheid is de mol en het symbool is n. De molaire massa van een stof in gram is in getalwaarde even groot als de deeltjeswaarde in u. Je kunt volume, massa en chemische hoeveelheid in elkaar omrekenen, je hebt hiervoor de dichtheid en molaire massa nodig. Pagina 7 van 19

8 Aantal gram = molaire massa x aantal mol Blokkenschema: Volume -> Massa : met de dichtheid Massa -> Chemische hoeveelheid : met de molaire massa Hoofdstuk 6 Bij fotosynthese wordt zonne-energie door groene planten opgeslagen, hierbij speelt chlorofyl een grote rol. Bij reacties en fase-overgangen is sprake van een energie-effect, dat kan endotherm en exotherm zijn. Endotherm: zoals smelten en verdampen Exotherm: zoals stollen en condenseren Bij de binding tussen twee verschillende niet-metaalatomen is een polaire binding, het gemeenschappelijk elektronenpaar is dan iets verschoven. Waterstofbruggen komen voor tussen moleculen met OH of NH groepen, bij een waterstofbrug is het H atoom van de ene OH groep gebonden aan het O atoom van de OH groep van een naburig molecuul. Voor de waterstofbrug tussen NH groepen geld iets soortgelijks. Stoffen zijn oplosbaar in water, als de moleculen van deze stoffen met de watermoleculen waterstofbruggen vormen. Stoffen opgebouwd uit dezelfde soort moleculen mengen onderling goed. Stoffen opgebouwd uit verschillende soorten moleculen mengen heel slecht. Een zout kan oplossen in water door hydratatie, er wordt zo hard door de watermoleculen aan de ionen in het ionrooster getrokken dat deze losraken uit het ionrooster. Bij hydratatie worden in een zoutoplossing de losse ionen door watermoleculen omringd. Pagina 8 van 19

9 Water dat in het kristalrooster van een zout is ingebouwd heet kristalwater. Een zout dat kristalwater bevat is een hydraat. Als je een hydraat verwarmt verliest het zijn kristalwater. Zepen bestaan ui deeltjes waarin twee stukken aanwezig zijn: een kop die wel met water mengt(hydrofiel) en een staart die dat niet doet(hydrofoob). De zeepdeeltjes vormen in water micellen. De hydrofobe staarten kruipen bij elkaar; de hydrofiele koppen zijn naar buiten gekeerd en houden de micel in water opgelost. Bij wassen zal hydrofoob vuil in de micellen gaan zitten, waardoor het verwijderd kan worden. Hoofdstuk 7 Zure oplossingen hebben een ph kleiner dan 7, hoe lager de ph hoe zuurder de vloeistof. Basische oplossingen hebben een ph groter dan 7, hoe hoger de ph hoe basischer de vloeistof. Met behulp van indicatoren kun je de ph bepalen. Een indicator is een stof die afhankelijk van de ph van een oplossing een bepaalde kleur heeft. (tabel 52A) Met behulp van lakmoes toon je aan of een oplossing zuur of basisch is, in een zure oplossing kleurt lakmoes rood en in een basische oplossing blauw. Bij verdunnen gaat de ph in de richting van de 7 de ph stijgt dus, bij verdunning van een basische oplossing zal de ph dalen. Zure oplossingen bevatten H + ionen, zuren zijn deeltjes die een H + ion kunnen afstaan. HCL CH 3 COOH HNO 3 H 2 CO 3 H 2 SO 4 H 3 PO 4 Waterstofchloride Ethaanzuur Salpeterzuur Koolzuur Zwavelzuur Fosforzuur Het oplossen van zuren: Zwavelzuur: H 2 SO 4 (l) -> 2H + (aq) + SO 4 2- (aq) Pagina 9 van 19

10 Zwavelzuuroplossing: 2H + (aq) + SO 4 2- (aq) Basen zijn deeltjes die H + ionen kunnen opnemen OH - - HCO 3 CH 3 COO - NH 3 O 2-2- CO 3 Hydroxide Waterstofcarbonaat Ethanoaat Ammoniak Oxide Carbonaat Natriumcarbonaatoplossing: 2 Na + (aq) + CO 3 2- (aq) Reactie tussen oxide en water: O 2- + H 2 O -> 2OH - Tiviale namen Natronloog Kaliloog Ammonia Na + (aq) + OH - (aq) K + (aq) + OH - (aq) NH 3 (aq) Je kunt de ph berekenen uit [H + ] : ph = -log[h + ] Uit de ph kun je [H + ] berekenen : [H + ] = 10 -ph poh berekenen : poh = -log[oh - ] [OH - ] berekenen : [OH - ] = 10 -poh poh + ph = 14,00 Bij een zuur-base reactie wordt Pagina 10 van 19

11 een H + ion van het zuur overgedragen aan de base. Fosforoplossing met natronloog: H + (aq) + OH - (aq) -> H 2 O (l) Bij het neutraliseren van een zure oplossing voeg je zoveel oplossing van een base toe dat de oplossing na afloop ontzuurd is. Met behulp van een indicator die van kleur veranderd kun je zien wanneer het neutraliseren voltooid is. Hoofdstuk 8 Met behulp van dichtheid en molaire massa kun je volume, massa, en chemische hoeveelheid in elkaar omrekenen. In de reactievergelijking geven de coëfficiënten de molverhouding aan. Concentratie = massa opgeloste stof / volume oplossing Het volumepercentage of massapercentage bereken je uit het volume of massa van de gevraagde stof en het totale volume of massa. De molariteit is het aantal mol opgeloste stof per liter oplossing Molariteit = aantal mol stof / aantal liter oplossing = aantal mmol stof / aantal ml oplossing Stoffen reageren met elkaar in een bepaalde massaverhouding Bij het rekenen aan reacties in oplossing moet je rekening houden met de formules van de stoffen die zijn opgelost. De molariteit van de opgeloste stof kan een andere zijn dan de molariteit van de opgeloste deeltjes. Bij een kwantitatieve analyse bepaal je de molariteit van een oplossing. Hoofdstuk 9 Een reductor is een deeltje dat elektronen afstaat, een oxidator is een deeltje dat elektronen opneemt. Bij een redoxreactie vindt overdracht van elektronen plaats. Pagina 11 van 19

12 Redoxreacties opstellen: Stel met behulp van de halfreacties de vergelijking op van de reactie tussen aluminium en zoutzuur Halfreactie reductor: Al -> Al e - Halfreactie oxidator: 2H + + 2e - -> H 2 Totaalreactie: 2Al (s) + 6H + (aq) -> 2Al 3+ (aq) + 3H 2 (g) Bij een redoxreactie zijn de reductor en de oxidator voor de pijl sterker dan de reductor en oxidator na de pijl. De sterkste oxidator staat bovenaan en naar beneden toe worden de oxidatoren steeds zwakker. De sterkste reductor staat onderaan en naar boven toe worden de reductoren steeds zwakker. In tabel 48 neemt van boven naar beneden de oxidatorsterkte af en de reductorsterkte toe. Voorspellen van een redoxreactie: Reageert broom met een ijzer(ii)chloride-oplossing? AD: Br 2 (aq), Fe 2+ (aq) en Cl - (aq) Halfreactie sterkste reductor: Fe 2+ -> Fe 3+ + e - Halfreactie sterkste oxidator: Br 2 + 2e - -> 2Br - Totaalreactie: 2Fe 2+ + Br 2 -> 2Fe Br - Een elektrochemische cel moet aan de volgende voorwaarden voldoen: - Er is een oxidator en een reductor die met elkaar kunnen reageren - De reductor en de oxidator zijn van elkaar gescheiden - Er is een gesloten stroomkring Bij de negatieve elektrode Pagina 12 van 19

13 reageert de reductor (daniël-cel) Bij de positieve elektrode reageert de oxidator (daniël-cel) Een stroomkring bestaat uit twee delen: - Een metalen draad, de vrije elektronen gaan van de negatieve naar de positieve elektroden - Een zoutbrug, elektrisch neutrale oplossing Elektrolyse is een gedwongen redoxreactie, door stroom door de oplossing te sturen kunnen zwakke oxidatoren en reductoren wel met elkaar reageren. Voor elektrolyse heb je nodig: - Een oplossing die je wilt ontleden - Een spanningsbron die gelijkstroom oplevert - Twee elektroden, de ene verbonden met de plus en de andere verbonden met de min van de spanningsbron. Het opstellen van de halfreacties bij elektrolyse: Welke stoffen ontstaan bij elektrolyse van een kopersulfaat-oplossing bij gebruik van koolstofelektronen? Deeltjes bij de positieve elektroden: SO 4 2-, H 2 O en C Deeltjes bij de negatieve elektroden: Cu 2+, H 2 O en C Sterkste reductor + elektrode: H 2 O Sterkste oxidator - elektrode: Cu 2+ Halfreacties: 2 H 2 O (l) -> O 2 (g) + 4H + + 4e - en Cu e - -> Cu (s) Pagina 13 van 19

14 Als de reductoren H 2 O en Cl - bij de positieve elektroden aanwezig zijn reageert eerst de reductor Cl - Aantastbare elektroden: koper Onaantastbare elektroden: koolstof en platina Hoofdstuk 10 Een ester maak je door een alkanol met een alkaanzuur met elkaar te laten reageren. Als katalysator moet je geconcentreerd zwavelzuur toevoegen. Als een alkaanzuur reageert met een alkanol, ontstaan een ester en water. Deze reactie is als volgt weer te geven: alkanol + alkaanzuur -> ester + water Wat is de structuurformule van de ester die ontstaat als propaanzuur reageert met methanol? propaanzuur + methanol -> ester + water CH 3 CH 2 C OH + HO CH 3 -> CH 3 CH 2 C O CH 3 (De C met dubbele binding O) Vetten en oliën zijn esters, ze zijn ontstaan door de reactie van de alcohol glycerol en vetzuren. Een vet is bij kamertemperatuur vast en een olie is vloeibaar. De reactievergelijking voor de bereiding van een vet is vergelijkbaar met die van een ester: glycerol + vetzuur -> vet + water (1:3) Als je (vloeibare) olie laat reageren met waterstof, treedt een additiereactie op. Er ontstaat dan (vast) vet. Dit heet verharding. Bij hydrolyse reageert een ester met water en ontstaan twee kleinere moleculen, zo ontstaan uit de hydrolyse van een ester een alkanol en alkaanzuur. Bij hydrolyse van een vet reageert een vet met water, hierbij ontstaan glycerol en vetzuren. Hoofdstuk 11 Pagina 14 van 19

15 De reactiesnelheid is afhankelijk van: - de soort stof - de concentratie - de temperatuur - de verdelingsgraad Endotherm: Als je voordurend energie moet toevoeren Exotherm: Als er energie vrijkomt Een katalysator is een stof die de snelheid van een reactie vergroot. Een katalysator wordt wel gebruikt, maar niet verbruikt. Biologische katalysatoren heten enzymen. Volgens het botsende-deeltjesmodel is de reactiesnelheid afhankelijk van het aantal effectieve botsingen dat per tijdseenheid tussen de deeltjes plaatsvindt. Hiermee kun je de invloed van concentratie, verdelingsgraad en temperatuur op de reactiesnelheid verklaren. Concentratie: Hoe meer deeltjes zich in een bepaald volume bevinden, hoe groter de kans is dat ze tegen elkaar botsen. Verdelingsgraad: Als je een vaste stof fijner verdeeld, vergroot je het contactoppervlak. Hierdoor neemt de kans op een botsing tussen deeltjes toe. Het aantal effectieve botsingen neemt toe en daarmee de reactiesnelheid. Temperatuur: Bij een hogere temperatuur hebben de deeltjes een hogere snelheid. Hierdoor zullen ze elkaar vaker tegenkomen. Het aantal botsingen neemt dan toe, dus ook het aantal effectieve botsingen. Een reactie verloopt in het algemeen 2 à 3 maal zo snel als de temperatuur 10 graden stijgt. Om een goed overzicht te krijgen van wat er in een chemische fabriek gebeurt, gebruik je een blokschema. De stofstromen stel je voor door lijntjes met pijlen. In een blok gebeurt er iets met de stoffen. scheidingsmethode extractie absorptie destillatie filtratie centrifugeren bezinken berust op verschil in oplosbaarheid in het extractiemiddel aanhechtingsvermogen van het absorptiemiddel kookpunt deeltjesgrootte dichtheid dichtheid Pagina 15 van 19

16 Ammoniak wordt gemaakt uit stikstof en waterstof. Rendement= (werkelijke opbrengst / theoretische opbrengst) x 100% De MAC-waarde is de concentratie van een schadelijke stof waaraan een volwassen gezond mens ongeveer 8 uur per dag mag worden blootgesteld. Uitgedrukt in mg per kubieke meter lucht. De ADI-waarde geeft de aanvaarde dagelijkse inname van een stof aan. Deze waarde druk je uit in mg per kg lichaamsgewicht. Acute toxiciteit: er wordt direct schade ervaren Chronische toxiciteit: er wordt niet direct schade ervaren (soms pas jaren later) Hoofdstuk 12 Plastics zijn kunststoffen die uit macromoleculen zijn opgebouwd. De voorwaarde voor een additiereactie is de aanwezigheid van een dubbelde binding. Bij een polymerisatie worden moleculen van het monomeer aan elkaar gekoppeld, zodat moleculen van het polymeer ontstaan. De naam van een polymeer is afgeleid van de naam van het monomeer. Als het monomeer etheen heet, is de naam van het polymeer polyetheen. Thermoplast: een plastic die bij verwarmen zacht wordt en bij afkoeling weer zijn oorspronkelijke structuur terugkrijgt. Thermoharders: plastics die bij verwarmen hard blijven. Plastics worden onder andere gebruikt in de bouw, in de auto-industrie en als verpakkingsmateriaal. Er zijn drie manieren om plastics na gebruikt te verwerken: storten, verbranden en hergebruiken. Aan het recycleersymbool kun je zien met welke soort plastic je te maken hebt. Op deze manier is recyclen mogelijk. tabel 97D/66E2 binas Een aminozuurmolecuul heeft twee karakteristieke groepen: een aminogroep, -NH 2 en een carboxylgroep, -COOH. Essentieel aminozuur: een aminozuur dat je lichaam niet kan maken. (voedsel) Een eiwit ontstaat door koppeling van een groot aantal aminozuurmoleculen. De binding tussen aminozuren in een Pagina 16 van 19

17 eiwit heet een peptidebinding. Bij hydrolyse van een eiwit ontstaan de verschillende aminozuren: eiwit + water -> aminozuur(en) Glucose C 6 H 12 O 6 is een monosacharide. De monosachariden zijn de bouwstenen van de disachariden en de polysachariden (koolhydraten). De algemene formule van de koolhydraten is C n (H 2 O) m. Een molecuul van een disacharide is opgebouwd uit twee monosacharidemoleculen. Sacharose C 12 H 22 O 11 is een voorbeeld van een disacharide. Een polysacharidemolecuul is opgebouwd uit een groot aantal monosacharidemoleculen. Voorbeelden zijn zetmeel en glycogeen. Bij hydrolyse hiervan ontstaat glucose. De verschillende structuurformules van een aantal suikers staan in tabel 76A 1 t/m 3 in de binas: hoekpunten=c, H atomen moeten nog toegevoegd worden, denk hierbij aan de verschillende covalenties. Hoofdstuk 13 In de evenwichtstoestand treden twee reacties op: de heen- en teruggaande reactie. De heen- en teruggaande reactie verlopen even snel. Als de heengaande en teruggaande reacties tegelijkertijd verlopen, noteer je dat met een dubbele pijl in de reactievergelijking. Chemische evenwichten en faseovergangen zijn dynamische evenwichten. Bij dynamische evenwichten zijn de snelheden van heen- en teruggaande reacties gelijk aan elkaar. Bij een dynamisch evenwicht geldt: - de snelheden van de heengaande en teruggaande reactie zijn aan elkaar gelijk - alle stoffen die aan de evenwichtsreacties deelnemen, zijn in het reactiemengsel nog aanwezig - de concentraties van alle stoffen in het reactiemengsel veranderen niet meer Chemische evenwichten kun je verdelen in een aantal soorten. Homogeen evenwicht: Alle stoffen zijn in dezelfde fase. Heterogeen evenwicht: De stoffen zijn in verschillende fasen aanwezig. Verdelingsevenwicht: Bijzondere vorm van een homogeen evenwicht, het gaat om een stof die oplosbaar is in twee verschillende oplosmiddelen. Die oplosmiddelen zijn niet mengbaar met elkaar. Pagina 17 van 19

18 Door een van de stoffen weg te halen is geen evenwicht mogelijk en wordt de reactie naar links of rechts aflopend. Eigenschappen zuren - ze smaken zuur - de ph is kleiner dan 7 - H + ionen aanwezig Sterke zuren: zuren die in water volledig ioniseren (ze staan al hun H + ionen af) -> notatie H + (aq) + Z - (aq) Zwakke zuren: zuren die in water onvolledig ioniseren -> notatie HZ (aq) In tabel 49 binas zijn de zuren tot en met H 3 O + sterk, eronder zijn ze zwak. HNO 3, HCl en H 2 SO 4 zijn sterke zuren. Eigenschappen basen: - ze voelen zeepachtig aan - de ph is groter dan 7 - OH - ionen aanwezig Sterke base: het opnemen van H + ionen van watermoleculen is een aflopende reactie Zwakke base: wanneer niet alle basendeeltjes een H + opnemen Er treedt altijd een aflopende zuur-base reactie op, als een van de beginstoffen een sterk zuur of een sterke base is. De reactievergelijking van een zuur-base reactie stel je als volgt op: Pagina 18 van 19

19 Zwavelzuur (H 2 SO 4 ) + ammonia (NH 3 (aq)) Zwavelzuur is een sterk zuur dus: 2H + (aq) + SO 4 2- (aq) ammonia is een zwakke base dus: NH 3 (aq) H + (aq) + NH 3 (aq) -> NH 4 + (aq) Pagina 19 van 19

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1, 2.4, 4, 5.1 t/m 5.3

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1, 2.4, 4, 5.1 t/m 5.3 Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1, 2.4, 4, 5.1 t/m 5.3 Samenvatting door een scholier 1619 woorden 9 oktober 2005 7,2 12 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Pulsar chemie Scheikunde, hoofstuk 1, 2.4,

Nadere informatie

ßCalciumChloride oplossing

ßCalciumChloride oplossing Samenvatting door R. 1673 woorden 17 februari 2013 8 1 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Pulsar chemie Additiereactie Bij een reactie tussen hexeen en broom springt de C=C binding open. Aan het molecuul

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1, 2, 4, 5, 6, 7, 9, 11, 12, 13

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1, 2, 4, 5, 6, 7, 9, 11, 12, 13 Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1, 2, 4, 5, 6, 7, 9, 11, 12, 13 Samenvatting door een scholier 3460 woorden 23 mei 2011 5,8 68 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Pulsar chemie Samenvattingen van

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Basisstof examen

Samenvatting Scheikunde Basisstof examen Samenvatting Scheikunde Basisstof examen Samenvatting door M. 1950 woorden 28 juni 2013 7,8 7 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Chemie overal Scheikunde samenvatting Zuivere stoffen en mengsels Gas

Nadere informatie

SCHEIKUNDE samenvatting boek 1, H1 t/m H7

SCHEIKUNDE samenvatting boek 1, H1 t/m H7 SCEIKUNDE samenvatting boek 1, 1 t/m 7 OOFDSTUK 1: ZOUTEN 1.1 atoombouw elektronen (-) protonen (+) neutronen aantal protonen: gelijk aan het atoomnummer aantal elektronen: hangt af van de lading atoom:

Nadere informatie

1 De bouw van stoffen

1 De bouw van stoffen Inhoud 1 De bouw van stoffen 1 eigenschappen van stoffen 13 Mengsels en zuivere stoffen 13 D Oplossingen 15 Zuivere stoffen herkennen 15 Scheiding van mengsels 17 2 de opbouw van de materie 19 Moleculen

Nadere informatie

Paragraaf 1: Fossiele brandstoffen

Paragraaf 1: Fossiele brandstoffen Scheikunde Hoofdstuk 2 Samenvatting Paragraaf 1: Fossiele brandstoffen Fossiele brandstof Koolwaterstof Onvolledige verbranding Broeikaseffect Brandstof ontstaan door het afsterven van levende organismen,

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2 Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2 Samenvatting door K. 1077 woorden 22 maart 2016 6,1 9 keer beoordeeld Vak Scheikunde Impact 3 vwo Scheikunde hoofdstuk 1 + 2 Paragraaf 1: Stoffen bijv. Glas en hout,

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 3 en 4

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 3 en 4 Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 3 en 4 Samenvatting door een scholier 5170 woorden 14 januari 2016 7,3 11 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Chemie overal Scheikunde Periode 2 Toetsstof: HS.3 (Par.

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2 Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2 Samenvatting door J. 1535 woorden 7 maart 2015 6,9 8 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Chemie overal Hoofdstuk 1 scheiden en reageren 1.2 zuivere stoffen en

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 9, 10, 11 Zuren/Basen, Evenwichtsconstanten

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 9, 10, 11 Zuren/Basen, Evenwichtsconstanten Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 9, 10, 11 Zuren/Basen, Evenwichtsconstanten Samenvatting door een scholier 1087 woorden 22 januari 2009 6 42 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Pulsar chemie Scheikunde

Nadere informatie

Stoffen, structuur en bindingen

Stoffen, structuur en bindingen Hoofdstuk 1: Stoffen, structuur en bindingen Scheikunde vwo 2011/2012 www.lyceo.nl Onderwerpen Scheikunde 2011 2012 Stoffen, structuur en binding Kenmerken van Reacties Zuren en base Redox Chemische technieken

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 Samenvatting door W. 1173 woorden 23 juni 2016 6,9 16 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Nova Scheikunde Samenvatting H1 1 t/m 7 1 Atoombouw: Atoom: Opgebouwd uit

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde havo 2006-II

Eindexamen scheikunde havo 2006-II 4 Beoordelingsmodel Element 115 1 Calcium heeft atoomnummer 20 en americium heeft atoomnummer 95. Dus samen hebben ze 115 protonen. calcium heeft atoomnummer 20 en americium heeft atoomnummer 95 1 2 Een

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde havo 2005-I

Eindexamen scheikunde havo 2005-I 4 Beoordelingsmodel Zeewater 1 Sr 2+ juist symbool 1 juiste lading bij gegeven symbool 1 2 aantal protonen: 6 aantal neutronen: 8 juiste aantal protonen 1 aantal neutronen: 14 verminderen met het aantal

Nadere informatie

Reacties en stroom 1

Reacties en stroom 1 Reacties en stroom 1 Elektronenoverdracht (1) Een bekende reactie is: 2 Na(s) + Cl 2 (g) 2 NaCl(s) (oude notatie: Na + Cl - ) Hierbij is sprake van elektronenoverdracht. Dit kan als volgt worden voorgesteld:

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 en 2

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 en 2 Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 en 2 Samenvatting door een scholier 918 woorden 13 januari 2005 6,3 193 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Chemie overal Hoofdstuk 1 1.2: De bouw van een atoom.

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde havo 2007-II

Eindexamen scheikunde havo 2007-II Beoordelingsmodel Kwik 1 maximumscore 2 aantal protonen: 160 aantal elektronen: 158 aantal protonen: 160 1 aantal elektronen: het gegeven aantal protonen verminderd met 2 1 2 maximumscore 2 g 2 Cl 2 Indien

Nadere informatie

9,3. Samenvatting door C woorden 21 mei keer beoordeeld. Scheikunde. Hoofdstuk 1: mengen scheiden en reageren

9,3. Samenvatting door C woorden 21 mei keer beoordeeld. Scheikunde. Hoofdstuk 1: mengen scheiden en reageren Samenvatting door C. 2672 woorden 21 mei 2014 9,3 6 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Curie Hoofdstuk 1: mengen scheiden en reageren Mengsel: bestaat uit verschillende stoffen. Zuivere stof: bestaat

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde havo I

Eindexamen scheikunde havo I pgave (mono)stikstofmono-oxide Indien als antwoord stikstofoxide is gegeven 2 Een juiste verklaring leidt tot de uitkomst 7 (elektronen). elk atoom bevat 8 elektronen in totaal bevat het 2 - ion dus 2

Nadere informatie

Samenvatting Pulsar Chemie (Scheikunde): boek 1

Samenvatting Pulsar Chemie (Scheikunde): boek 1 Samenvatting Pulsar Chemie (Scheikunde): boek 1 Hoofdstuk 1: Zouten 1: Atoombouw Reactie: hergroepering van atomen van het beginmolecuul naar het eindmolecuul Elektron: negatief geladen deeltje, onderdeel

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2 Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2 Samenvatting door T. 1440 woorden 1 oktober 2014 4,7 4 keer beoordeeld Vak Scheikunde Hoofdstuk 1 1.2 Zuivere stoffen en mengsels Er bestaan tientallen miljoenen

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde havo 2001-II

Eindexamen scheikunde havo 2001-II Eindexamen scheikunde havo 00-II 4 Antwoordmodel Energievoorziening in de ruimte et (uiteenvallen van de Pu-38 atomen) levert energie dus het is een exotherm proces. er komt energie vrij aantal protonen:

Nadere informatie

Het eindexamen bestaat uit het centraal examen en het schoolexamen.

Het eindexamen bestaat uit het centraal examen en het schoolexamen. Examenprogramma scheikunde h.a.v.o. geldig vanaf 2009 Toelichting In het nieuwe programma wordt onderscheid gemaakt tussen stof die uisluitend op het schoolexamen kan worden gevraagd en stof die ook op

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde havo 2006-I

Eindexamen scheikunde havo 2006-I 4 Beoordelingsmodel Rood licht Maximumscore 1 1 edelgassen 2 Voorbeelden van een juist antwoord zijn: De (negatieve) elektronen bewegen zich richting elektrode A dus is elektrode A de positieve elektrode.

Nadere informatie

Overzicht van reactievergelijkingen Scheikunde

Overzicht van reactievergelijkingen Scheikunde verzicht van reactievergelijkingen Scheikunde Algemeen Verbranding Een verbranding is een reactie met zuurstof. ierbij ontstaan de oxiden van de elementen. Volledige verbranding Bij volledige verbranding

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde H6 (Chemie)

Samenvatting Scheikunde H6 (Chemie) Samenvatting Scheikunde H6 (Chemie) Samenvatting door een scholier 892 woorden 18 maart 2004 5,1 73 keer beoordeeld Vak Scheikunde Scheikunde Hoofdstuk 6 Twee soorten bindingen bij moleculaire stoffen:

Nadere informatie

ZUIVERE STOF één stof, gekenmerkt door welbepaalde fysische constanten zoals kooktemperatuur, massadichtheid,.

ZUIVERE STOF één stof, gekenmerkt door welbepaalde fysische constanten zoals kooktemperatuur, massadichtheid,. PARATE KENNIS CHEMIE 4 e JAAR SCHEMA ZUIVERE STOF één stof, gekenmerkt door welbepaalde fysische constanten zoals kooktemperatuur, massadichtheid,. MENGSEL bestaat uit meerdere zuivere stoffen, de kooktemperatuur,

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde havo 2001-I

Eindexamen scheikunde havo 2001-I Eindexamen scheikunde havo -I 4 Antwoordmodel Nieuw element (in de tekst staat:) deze atomen zijn eerst ontdaan van een aantal elektronen dus de nikkeldeeltjes zijn positief geladen Indien in een overigens

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde H2,3 & 5 t/m 13

Samenvatting Scheikunde H2,3 & 5 t/m 13 Samenvatting Scheikunde H2,3 & 5 t/m 13 Samenvatting door P. 4922 woorden 22 mei 2013 2,9 5 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Pulsar chemie Scheikunde Hoofdstuk 2 Fossiele brandstof ontstaat door

Nadere informatie

8,1. Samenvatting door een scholier 2527 woorden 27 oktober keer beoordeeld. Scheikunde. Hoofdstuk 1

8,1. Samenvatting door een scholier 2527 woorden 27 oktober keer beoordeeld. Scheikunde. Hoofdstuk 1 Samenvatting door een scholier 2527 woorden 27 oktober 2014 8,1 129 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Chemie overal Hoofdstuk 1 Paragraaf 2 Een zuivere stof is 1 stof met een unieke combinatie stofeigenschappen.

Nadere informatie

Scheikunde Samenvatting H4+H5

Scheikunde Samenvatting H4+H5 Scheikunde Samenvatting H4+H5 Hoofdstuk 4 4.2 Stoffen worden ingedeeld op grond van hun eigenschappen. Er zijn niet-ontleedbare stoffen en ontleedbare stoffen. De niet-ontleedbare stoffen zijn verdeeld

Nadere informatie

Atoommodel van Rutherford

Atoommodel van Rutherford Samenvatting scheikunde havo 4 hoofdstuk 2 bouwstenen van stoffen 2.2 de bouw van een atoom Atoommodel val Een atoom is een massief bolletje. Elk atoomsoort heeft zijn eigen Dalton afmetingen Ook gaf hij

Nadere informatie

scheikunde oude stijl havo 2015-I

scheikunde oude stijl havo 2015-I Snelle auto's 1 maximumscore 2 Voorbeelden van een juist antwoord zijn: De molecuulformule C 7 H 12 voldoet niet aan de algemene formule voor alkanen: C n H 2n+2. Het mengsel bestaat dus niet uitsluitend

Nadere informatie

Elektronenoverdracht (1)

Elektronenoverdracht (1) Redoxreacties 1 Elektronenoverdracht (1) Een bekende reactie is: 2 Na(s) + Cl 2 (g) 2 NaCl(s) (oude notatie: Na + Cl - ) Hierbij is sprake van elektronenoverdracht. Dit kan als volgt worden voorgesteld:

Nadere informatie

Fosfor kan met waterstof reageren. d Geef de vergelijking van de reactie van fosfor met waterstof.

Fosfor kan met waterstof reageren. d Geef de vergelijking van de reactie van fosfor met waterstof. 1 Een oplossing van zwavelzuur en een oplossing van bariumhydroxide geladen beide elektriciteit. Wordt bij de zwavelzuuroplossing een oplossing van bariumhydroxide gedruppeld, dan neemt het elektrisch

Nadere informatie

WATER. Krachten tussen deeltjes. Intramoleculaire en intermoleculaire krachten

WATER. Krachten tussen deeltjes. Intramoleculaire en intermoleculaire krachten WATER Krachten tussen deeltjes Intramoleculaire en intermoleculaire krachten Intramoleculaire en intermoleculaire krachten De atomen in een molecuul blijven samen door intramoleculaire krachten (atoombinding)

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde H6 Water (Chemie)

Samenvatting Scheikunde H6 Water (Chemie) Samenvatting Scheikunde H6 Water (Chemie) Samenvatting door een scholier 1237 woorden 6 april 2003 5,5 120 keer beoordeeld Vak Scheikunde 1 Inleiding - Water is een heel bekent begrip. De bekende molecuul

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Scheikunde Chemie overal H1 3 vwo

Samenvatting Scheikunde Scheikunde Chemie overal H1 3 vwo Samenvatting Scheikunde Scheikunde Chemie overal H1 3 vwo Samenvatting door een scholier 1193 woorden 30 oktober 2012 5,8 23 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Chemie overal Samenvatting Scheikunde

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde havo 2008-I

Eindexamen scheikunde havo 2008-I Beoordelingsmodel Uraan 1 maximumscore 2 aantal protonen: 92 aantal neutronen: 146 aantal protonen: 92 1 aantal neutronen: 238 verminderen met het aantal protonen 1 2 maximumscore 2 UO 2 + 4 HF UF 4 +

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde havo 2011 - I

Eindexamen scheikunde havo 2011 - I Beoordelingsmodel Uraanerts 1 maximumscore 2 aantal protonen: 92 aantal elektronen: 88 aantal protonen: 92 1 aantal elektronen: aantal protonen verminderd met 4 1 2 maximumscore 2 Voorbeelden van een juist

Nadere informatie

Module 2 Chemische berekeningen Antwoorden

Module 2 Chemische berekeningen Antwoorden 2 Meten is weten 1 Nee, want bijvoorbeeld 0,0010 kg is net zo nauwkeurig als 1,0 gram. 2 De minst betrouwbare meting is de volumemeting. Deze variabele bepaald het aantal significante cijfers. 3 IJs: 1,5

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 t/m 4

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 t/m 4 Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 t/m 4 Samenvatting door S. 1204 woorden 6 jaar geleden 6,2 11 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Pulsar chemie H1 para. 1 Zintuigen gebruik je om waarnemingen te

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde havo 2004-I

Eindexamen scheikunde havo 2004-I 4 Beoordelingsmodel Rookmelder 1 aantal protonen: 93 aantal neutronen: 144 naam van element X: neptunium aantal protonen: 93 1 aantal neutronen: 241 verminderen met het genoemde aantal protonen en verminderen

Nadere informatie

Stabilisator voor PVC

Stabilisator voor PVC Stabilisator voor PVC 1 maximumscore 2 Voorbeelden van een juist antwoord zijn: Als chlooretheen polymeriseert ontstaan lange ketens zonder dwarsverbindingen. De ketens kunnen langs elkaar bewegen (bij

Nadere informatie

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 5 OPGAVEN

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 5 OPGAVEN MAVO-4 I EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1974 MAVO-4 Woensdag 8 mei, 9.00 11.00 NATUUR-EN SCHEIKUNDE II (Scheikunde) OPEN VRAGEN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 5 OPGAVEN

Nadere informatie

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 5 OPGAVEN

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 5 OPGAVEN MAVO-4 II EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1974 MAVO-4 Dinsdag 11 juni, 9.00 11.00 NATUUR-EN SCHEIKUNDE II (Scheikunde) OPEN VRAGEN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 5 OPGAVEN

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde havo 2008-II

Eindexamen scheikunde havo 2008-II Beoordelingsmodel Forams 1 maximumscore 2 aantal protonen: 14 aantal neutronen: 16 aantal protonen: 14 1 aantal neutronen: 30 verminderd met het aantal protonen 1 Indien het juiste aantal protonen (7)

Nadere informatie

Samenvatting: Scheikunde H4 Reacties met zoutoplossingen. Don van Baar Murmelliusgymnasium Leerjaar

Samenvatting: Scheikunde H4 Reacties met zoutoplossingen. Don van Baar Murmelliusgymnasium Leerjaar Samenvatting: Scheikunde H4 Reacties met zoutoplossingen Don van Baar Murmelliusgymnasium Leerjaar 2011-2012 Murmellius2014 www.compudo.nl/murmellius2014 Scheikunde H4: Reacties met zoutoplossingen Samenvatting

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde havo 2002-II

Eindexamen scheikunde havo 2002-II 4 Antwoordmodel Zuurstofvoorziening 1 aantal protonen: 16 aantal elektronen: 17 aantal protonen: 16 1 aantal elektronen: aantal protonen vermeerderd met 1 1 2 4 KO 2 2 K 2 O + 3 O 2 alleen KO 2 voor de

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 t/m 4

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 t/m 4 Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 t/m 4 Samenvatting door een scholier 2010 woorden 31 maart 2010 5,5 57 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Chemie overal Scheikunde Hoofdstuk 1: De bouw van stoffen

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 3

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 3 Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 3 Samenvatting door K. 1467 woorden 5 maart 2016 5,5 2 keer beoordeeld Vak Scheikunde Scheikunde Samenvatting H3 3V 3.1 Energie Fossiele brandstoffen -> nu nog er afhankelijk

Nadere informatie

Bindingen. Suiker Suiker heeft de molecuulformule C 12 H 22 O 11

Bindingen. Suiker Suiker heeft de molecuulformule C 12 H 22 O 11 Bindingen Suiker Suiker heeft de molecuulformule C 12 H 22 O 11 1. Leg uit dat suiker een moleculaire stof is 2. Van suiker is de oplosbaarheid in water zeer hoog. Leg uit waarom suiker zo goed in water

Nadere informatie

UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2001-I VAK: SCHEIKUNDE 1,2 EXAMEN: 2001-I

UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2001-I VAK: SCHEIKUNDE 1,2 EXAMEN: 2001-I UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2001-I VAK: SCHEIKUNDE 1,2 NIVEAU: VWO EXAMEN: 2001-I De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen.

Nadere informatie

Het is echter waarschijnlijker dat rood kwik bestaat uit Hg 2+ ionen en het biantimonaation met de formule Sb2O7 4.

Het is echter waarschijnlijker dat rood kwik bestaat uit Hg 2+ ionen en het biantimonaation met de formule Sb2O7 4. Lyceum Oudehoven Hoefslag 4 4205 NK Gorinchem Schoolexamen Leerjaar: 4 Vak: Scheikunde Datum: 26-06-2013 Tijd: 13.00 14.30 uur Uitdelen: opgavenvellen + proefwerkpapier Toegestaan: rekenmachine, potlood,

Nadere informatie

Je kunt de ph van een oplossing meten met een ph-meter, met universeelindicatorpapier of met behulp van zuur-base-indicatoren.

Je kunt de ph van een oplossing meten met een ph-meter, met universeelindicatorpapier of met behulp van zuur-base-indicatoren. Boekverslag door Merel 797 woorden 22 januari 2017 6.9 14 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Chemie overal Zie de bijlage voor de grafiek en alle tabellen. H8 Zuren en en Basen Chemie Overal 8.2 De

Nadere informatie

Antwoorden. 3 Leg uit dat er in het zout twee soorten ijzerionen aanwezig moeten zijn.

Antwoorden. 3 Leg uit dat er in het zout twee soorten ijzerionen aanwezig moeten zijn. Antwoorden 1 Hoeveel protonen, elektronen en neutronen heeft een ion Fe 3+? 26 protonen, 23 elektronen, 30 neutronen 2 Geef de scheikundige namen van Fe 2 S 3 en FeCO 3. ijzer(iii)sulfide en ijzer(ii)carbonaat

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 2 en 3

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 2 en 3 Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 2 en 3 Samenvatting door een scholier 2082 woorden 9 oktober 2005 6,4 56 keer beoordeeld Vak Scheikunde Scheikunde, hoofstuk 2 en 3 Par. 2.1 Fossiele brandstoffen Fossiele

Nadere informatie

Antwoorden deel 1. Scheikunde Chemie overal

Antwoorden deel 1. Scheikunde Chemie overal Antwoorden deel 1 Scheikunde Chemie overal Huiswerk 2. a. Zuivere berglucht is scheikundig gezien geen zuivere stof omdat er in lucht verschillende moleculen zitten (zuurstof, stikstof enz.) b. Niet vervuild

Nadere informatie

Hoofdstuk 6. De ph/zuurgraad is een getal waarin de hoeveelheid zuur of base wordt uitgedrukt. Dit getal ligt meestal tussen de 0 en 14.

Hoofdstuk 6. De ph/zuurgraad is een getal waarin de hoeveelheid zuur of base wordt uitgedrukt. Dit getal ligt meestal tussen de 0 en 14. Samenvatting door W. 879 woorden 15 oktober 2012 5,8 52 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Chemie overal Hoofdstuk 6 2 De PH van een oplossing De ph/zuurgraad is een getal waarin de hoeveelheid zuur

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde 1 vwo 2001-I

Eindexamen scheikunde 1 vwo 2001-I Eindexamen scheikunde vwo -I 4 Antwoordmodel Parkeerkaartje Het juiste antwoord is: S O 8 - + I - SO4 - + I S O 8 - voor de pijl en SO4 - na de pijl I - voor de pijl en I na de pijl Indien de volgende

Nadere informatie

6,3. Samenvatting door N woorden 29 april keer beoordeeld. Scheikunde

6,3. Samenvatting door N woorden 29 april keer beoordeeld. Scheikunde Samenvatting door N. 2779 woorden 29 april 2015 6,3 13 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Chemie overal Zuivere stof: één stof met een unieke combinatie van stofeigenschappen. Bestaat uit dezelfde

Nadere informatie

Vraag Antwoord Scores

Vraag Antwoord Scores Ademtest 1 maximumscore 2 Voorbeelden van een juist antwoord zijn: Een ureummolecuul bevat NH 2 groepen / N-H bindingen, zodat er waterstbruggen (met watermoleculen) gevormd kunnen worden. (Dus ureum is

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde havo II

Eindexamen scheikunde havo II Opgave aantal protonen : 48 aantal elektronen : 46 aantal protonen: 48 aantal elektronen: aantal protonen minus 2 2 selenide ion : Se 2- cadmium(ii)selenide : dse selenide-ion: Se 2- formule cadmiumselenide

Nadere informatie

Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20 vragen

Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20 vragen MAVO-4 II EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1982 MAVO-4 Woensdag 15 juni, 9.00 11.00 NATUUR-EN SCHEIKUNDE II (Scheikunde) MEERKEUZETOETS Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2 Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2 Samenvatting door A. 4666 woorden 27 oktober 2014 6,3 6 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Chemie overal 1-2 Zuivere stof -Een soort moleculen -Element: een

Nadere informatie

SCHEIKUNDEOLYMPIADE 2017

SCHEIKUNDEOLYMPIADE 2017 SCHEIKUNDEOLYMPIADE 2017 CORRECTIEMODEL VOORRONDE 1 af te nemen in de periode van 18 tot en met 25 januari 2017 Deze voorronde bestaat uit 20 meerkeuzevragen verdeeld over 8 onderwerpen en 2 opgaven met

Nadere informatie

Wednesday, 28September, :13:59 PM Netherlands Time. Chemie Overal. Sk Havo deel 1

Wednesday, 28September, :13:59 PM Netherlands Time. Chemie Overal. Sk Havo deel 1 Chemie Overal Sk Havo deel 1 Website van de methode www.h1.chemieoveral.epn.nl Probeer thuis of het werkt. Aanbevolen browser: internet explorer Neem onderstaande tabel over en rond af Atoomsoort Zuurstof

Nadere informatie

4. Van twee stoffen is hieronder de structuurformule weergegeven.

4. Van twee stoffen is hieronder de structuurformule weergegeven. MAVO Herexamen 1976 1. Beantwoord de volgende vragen over het element calcium. a. Hoeveel protonen bevat een atoom van dit element? Licht het antwoord toe. b. Hoe zijn de elektronen over de schillen verdeeld?

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hfst. 6 Chemie en schoonmaken

Samenvatting Scheikunde Hfst. 6 Chemie en schoonmaken Samenvatting Scheikunde Hfst. 6 Chemie en sch Samenvatting door een scholier 2120 woorden 23 november 2010 4,5 9 keer beoordeeld Vak Scheikunde Natuurkunde hoofdstuk 6: Chemie en sch 6.1 Elementen Indelen

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Boek 2

Samenvatting Scheikunde Boek 2 Samenvatting Scheikunde Boek 2 Samenvatting door een scholier 2661 woorden 26 april 2005 6,2 89 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Chemie overal Hoofdstuk 1 1.1 -> Reactie en molverhouding M Vm NA

Nadere informatie

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 8 OPGAVEN

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 8 OPGAVEN MAVO-4 I EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1973 MAVO-4 Woensdag 9 mei, 9.00 11.00 NATUUR-EN SCHEIKUNDE II (Scheikunde) OPEN VRAGEN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 8 OPGAVEN

Nadere informatie

1.3 Periodiek systeem: - Periode = horizontale rij van elementen - Groep = verticale kolom van elementen

1.3 Periodiek systeem: - Periode = horizontale rij van elementen - Groep = verticale kolom van elementen Hoofdstuk 1 1.2 Neutronen = massagetal atoomnummer Massagetal = Protonen + Neutronen Atoomnummer = protonen (positief geladen) = elektronen (negatief geladen) Atomaire massa- eenheden Isotopen Atoommassa

Nadere informatie

Oefenopgaven REDOXREACTIES vwo Reactievergelijkingen en halfreacties

Oefenopgaven REDOXREACTIES vwo Reactievergelijkingen en halfreacties Oefenopgaven REDOXREACTIES vwo Reactievergelijkingen en halfreacties OPGAVE 1 Geef de halfreactie waarbij 01 P 2 O 5 wordt omgezet in PH 3. 02 Jodaat, IO 3 - in neutraal milieu wordt omgezet in H 5 IO

Nadere informatie

5 Formules en reactievergelijkingen

5 Formules en reactievergelijkingen 5 Formules en reactievergelijkingen Stoffen bestaan uit moleculen en moleculen uit atomen (5.1) Stoffen bestaan uit moleculen. Een zuivere stof bestaat uit één soort moleculen. Een molecuul is een groepje

Nadere informatie

SCHEIKUNDEOLYMPIADE 2018

SCHEIKUNDEOLYMPIADE 2018 SCHEIKUNDEOLYMPIADE 018 CORRECTIEMODEL VOORRONDE 1 af te nemen in de periode van 15 tot en met 7 januari 018 Deze voorronde bestaat uit 0 meerkeuzevragen verdeeld over 8 onderwerpen en opgaven met in totaal

Nadere informatie

3. Welke van onderstaande formules geeft een zout aan? A. Al 2O 3 B. P 2O 3 C. C 2H 6 D. NH 3

3. Welke van onderstaande formules geeft een zout aan? A. Al 2O 3 B. P 2O 3 C. C 2H 6 D. NH 3 Toelatingsexamens en Ondersteunend Onderwijs VOORBLAD EXAMENOPGAVEN Toetsdatum: n.v.t. Vak: Scheikunde voorbeeldexamen 2015 Tijdsduur: 2 uur en 30 minuten De volgende hulpmiddelen zijn toegestaan bij het

Nadere informatie

Samenvatting Chemie Overal 3 havo

Samenvatting Chemie Overal 3 havo Samenvatting Chemie Overal 3 havo Hoofdstuk 3: Reacties 3.1 Energie Energievoorziening Fossiele brandstoffen zijn nog steeds belangrijk voor onze energievoorziening. We zijn druk op zoek naar duurzame

Nadere informatie

Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20 vragen

Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20 vragen MAVO-4 II EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1983 MAVO-4 Woensdag 15 juni, 9.00 11.00 NATUUR-EN SCHEIKUNDE II (Scheikunde) MEERKEUZETOETS Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20

Nadere informatie

Rekenen aan reacties (de mol)

Rekenen aan reacties (de mol) Rekenen aan reacties (de mol) 1. Reactievergelijkingen oefenen: Scheikunde Deze opgaven zijn bedoeld voor diegenen die moeite hebben met rekenen aan reacties 1. Reactievergelijkingen http://www.nassau-sg.nl/scheikunde/tutorials/deeltjes/deeltjes.html

Nadere informatie

scheikunde vwo 2017-II

scheikunde vwo 2017-II Kerosine uit zonlicht maximumscore 3 Een voorbeeld van een juiste berekening is: E = ( 2,42 0 5 ) + 0,5 ( 3,935 0 5 ) + 0,5 (,05 0 5 ) = +3,84 0 5 (J mol ). juiste verwerking van de vormingswarmten van

Nadere informatie

Oefenopgaven CHEMISCHE INDUSTRIE

Oefenopgaven CHEMISCHE INDUSTRIE Oefenopgaven CEMISCE INDUSTRIE havo OPGAVE 1 Een bereidingswijze van fosfor, P 4, kan men als volgt weergeven: Ca 3 (PO 4 ) 2 + SiO 2 + C P 4 + CO + CaSiO 3 01 Neem bovenstaande reactievergelijking over

Nadere informatie

Eindexamen havo scheikunde pilot 2013-I

Eindexamen havo scheikunde pilot 2013-I Beoordelingsmodel ph-bodemtest 1 maximumscore 2 Een juist antwoord kan als volgt zijn geformuleerd: Het tabletje bevat bariumsulfaat en deze stof is slecht oplosbaar (in water). notie dat het tabletje

Nadere informatie

vrijdag 15 juni 2012 15:26:05 Midden-Europese zomertijd H6 Zuren en basen 4havo voorjaar 2012

vrijdag 15 juni 2012 15:26:05 Midden-Europese zomertijd H6 Zuren en basen 4havo voorjaar 2012 H6 Zuren en basen 4havo voorjaar 2012 Toetsing in periode 4! 6 juni! DTM-T zuur/base t/m 6.6! Tabel 6.10,6.13,6.17 en ph-berekeningen (zoals in vragen 14,15,26 en 27)! Toetsweek einde periode! TW441 H1

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 en 2, Paragraaf 1, 2 en 3

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 en 2, Paragraaf 1, 2 en 3 Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 en 2, Paragraaf 1, 2 en 3 Samenvatting door een scholier 1892 woorden 19 augustus 2010 5,4 17 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Curie Scheikunde.. Hfst 1 & 2.1,

Nadere informatie

7, Samenvatting door een scholier 3350 woorden 3 mei keer beoordeeld. Scheikunde. Hoofdstuk 1: Atoombouw

7, Samenvatting door een scholier 3350 woorden 3 mei keer beoordeeld. Scheikunde. Hoofdstuk 1: Atoombouw Samenvatting door een scholier 3350 woorden 3 mei 2005 7,1 86 keer beoordeeld Vak Scheikunde Hoofdstuk 1: Atoombouw 1.1 Een atoom bestaat uit negatieve deeltjes (elektronen) en positieve deeltje (protonen)

Nadere informatie

Scheidingsmethoden methode principe voorbeeld. destilleren verschil in kookpunt wijn whiskey. filtreren verschil in deeltjesgrootte koffie

Scheidingsmethoden methode principe voorbeeld. destilleren verschil in kookpunt wijn whiskey. filtreren verschil in deeltjesgrootte koffie 1.2 Twee of meer atoomsoorten samen vormen een molecuul : bouwsteen die bestaat uit twee of meer atomen Atoom : bouwsteen van een molecuul Stoffen Zuivere stoffen Elementen: stoffen waarvan de bouwstenen

Nadere informatie

1.3 Periodiek systeem: - Periode = horizontale rij van elementen - Groep = verticale kolom van elementen

1.3 Periodiek systeem: - Periode = horizontale rij van elementen - Groep = verticale kolom van elementen Hoofdstuk 1 1.2 Neutronen = massagetal atoomnummer Massagetal = Protonen + Neutronen Atoomnummer = protonen (positief geladen) = elektronen (negatief geladen) Atomaire massa- eenheden 1,00 u = 1,66*10-27

Nadere informatie

OEFENTOETS Zuren en basen 5 VWO

OEFENTOETS Zuren en basen 5 VWO OEFENTOETS Zuren en basen 5 VWO Gesloten vragen 1. Carolien wil de zuurgraad van een oplossing onderzoeken met twee verschillende zuur-baseindicatoren en neemt hierbij het volgende waar: I de oplossing

Nadere informatie

Eindexamen vwo scheikunde pilot I

Eindexamen vwo scheikunde pilot I Duurzame productie van waterstof uit afvalwater 1 maximumscore 4 C 6 H 12 O 6 + 4 H 2 O 4 H 2 + 2 CH 3 COO + 2 HCO 3 + 4 H + molverhouding CH 3 COO : HCO 3 = 1 : 1 en C balans juist 1 coëfficiënt voor

Nadere informatie

5-1 Moleculen en atomen

5-1 Moleculen en atomen 5-1 Moleculen en atomen Vraag 1. Uit hoeveel soorten moleculen bestaat een zuivere stof? Vraag 2. Wat is een molecuul? Vraag 3. Wat is een atoom? Vraag 4. Van welke heb je er het meeste: moleculen of atomen?

Nadere informatie

WATER. Krachten tussen deeltjes

WATER. Krachten tussen deeltjes WATER Krachten tussen deeltjes Krachten tussen deeltjes (1) Atoombinding en molecuulbinding De atomen in een molecuul blijven samen door het gemeenschappelijk gebruik van één of meer elektronenparen (=

Nadere informatie

Vraag Antwoord Scores 34 S

Vraag Antwoord Scores 34 S Zwaveleter 1 maximumscore 2 32 S 34 S aantal protonen 16 16 aantal neutronen 16 18 aantal elektronen 16 16 het aantal protonen en het aantal elektronen juist 1 het aantal neutronen juist: het massagetal

Nadere informatie

5 Water, het begrip ph

5 Water, het begrip ph 5 Water, het begrip ph 5.1 Water Waterstofchloride is een sterk zuur, het reageert als volgt met water: HCI(g) + H 2 0(I) Cl (aq) + H 3 O + (aq) z b Hierbij reageert water als base. Ammoniak is een zwakke

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde havo 2000-II

Eindexamen scheikunde havo 2000-II Eindexamen scheikunde havo -II 4 Antwoordmodel Lood Een juiste afleiding leidt tot de uitkomst (neutronen). berekening van het aantal neutronen in een U-38 atoom en berekening van het aantal neutronen

Nadere informatie

Scheikunde leerjaar 2

Scheikunde leerjaar 2 Scheikunde leerjaar 2 De verbranding van suiker. De ontleding van koper(i)jodide. Het vormen van vast ijzer(ii)sulfide. Verbranding van methaan. Bij de reactie van natrium met zwavel ontstaat natriumsulfide.

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde havo 2005-II

Eindexamen scheikunde havo 2005-II 4 Beoordelingsmodel Jood-129 1 aantal protonen: 53 aantal elektronen: 53 aantal protonen: 53 1 aantal elektronen: gelijk aan aantal protonen 1 2 Een voorbeeld van een juist antwoord is: Er ontstaan geen

Nadere informatie

6,3. Samenvatting door een scholier woorden 31 mei keer beoordeeld. Scheikunde

6,3. Samenvatting door een scholier woorden 31 mei keer beoordeeld. Scheikunde Samenvatting door een scholier 19964 woorden 31 mei 2011 6,3 119 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Pulsar chemie HOOFDSTUK 1 Zouten 1.1 Atoombouw Model: geen exacte weergave van de werkelijkheid maar

Nadere informatie

Oefenopgaven REDOX vwo

Oefenopgaven REDOX vwo Oefenopgaven REDOX vwo OPGAVE 1 Geef de halfreactie waarbij 01 P 2 O 5 wordt omgezet in PH 3. 02 Jodaat, IO 3 - in neutraal milieu wordt omgezet in H 5 IO 6. 03 Methanol in zuur milieu wordt omgezet in

Nadere informatie

1. Elementaire chemie en chemisch rekenen

1. Elementaire chemie en chemisch rekenen In onderstaande zelftest zijn de vragen gebundeld die als voorbeeldvragen zijn opgenomen in het bijhorend overzicht van de verwachte voorkennis chemie. 1. Elementaire chemie en chemisch rekenen 1.1 Grootheden

Nadere informatie