We etchanan Deuteronomium 3:23 7:11

Transcriptie

1 We etchanan Deuteronomium 3:23 7:11 Aliyah 1 Deuteronomium 3:23 4:4 In deze aliyah smeekt Mozes of hij het Beloofde Land binnen mag gaan, maar God weigert hem de Jordaan over te laten steken. Waarom mag hij het Beloofde Land niet binnengaan? En wat leert dit ons over het binnengaan van het Koninkrijk der hemelen? En over het aanbreken van Gods Koninkrijk op aarde? In Numeri 20:12-13 staat vermeld, dat Mozes het volk niet in het Beloofde Land mag brengen, omdat hij God niet heiligde, toen hij tweemaal op de rots sloeg, om er water uit voort te laten komen. In dit stuk zal ik hier verder niet op in gaan, want onze aliyah lijkt een andere reden naar voren te willen halen, waarom Mozes het Beloofde Land niet binnen mag gaan. 1 In deze aliyah wordt namelijk aandacht gevraagd voor wat er gebeurde bij Baäl-Peor. In vers 29 wordt ineens ten overvloede gezegd, dat het volk zich op dat moment tegenover Baäl-Peor bevindt. Ook wordt in de eerste verzen van hoofdstuk 4 verteld dat iedereen, die achter Baäl-Peor aanging, gedood is. En dat iedereen, die aan de Heer bleef plakken (zo staat het er letterlijk: davaq), in leven is gebleven. Hier komen we een andere reden op het spoor, waarom God boos was op Mozes. In parshat Pinchas zagen we al, dat Mozes niet op durfde te treden tegen de leiders van het volk, die bij Baäl-Peor de mist in gingen. Wat hem betreft waren er overtreders in leven gebleven, ware het niet, dat God zelf optrad door middel van een plaag en dat Pinchas de moed had om op te treden. 2 Volgens vers 26 was God boos op Mozes, vanwege de Israëlieten. Ik vermoed dat dit was vanwege het overspel van de Israëlieten bij Baäl-Peor, maar ook vanwege Mozes slapheid en vanwege de overtreders, die Mozes eigenlijk in leven wilde laten. Dit zou verklaren waarom Mozes in Deuteronomium 4:3-4 zegt dat de Israëlieten hebben gezien, dat Yahweh Zelf iedereen heeft gedood, die achter Baäl-Peor aanging. Hoe het ook precies zij, Mozes mag van God niet het Beloofde Land binnengaan. Mozes heeft God wel gesmeekt of dat mocht. Het woordje etchanan, waarvan de titel van de parshah is afgeleid, betekent smeken of pleiten op genade. Mozes pleitte op Gods genade en vroeg God of hij toch niet het Beloofde Land binnen mocht gaan. Maar Mozes ontving deze genade niet van God. Waarom niet? 1 Dit stuk zal D.V. behandeld worden in parshat Chukat, aliyah 3. Hier volsta ik met het volgende: het slaan op de Rots was niet verkeerd in zichzelf, want in Exodus 17 was dit expliciet Gods opdracht. Alleen kreeg Mozes in Numeri 20 de opdracht om tot de Rots te spreken. Hij sloeg echter voor een tweede keer (pa amayim) op de Rots. Nu is deze Rots Yeshua, volgens 1 Kor. 10:4. Hij hoefde slechts één keer aan het kruis geslagen te worden, niet twee keer, zie: Hebreeën 6:4-6. Ook ging Mozes hier zelf de strijd met de Israëlieten aan, in plaats van God dat te laten doen. 2 > Bijbelstudies > Torah > Numeri > Pinchas.

2 Omdat Gods genade pas vele eeuwen later, ten volle zou doorbreken. Dan komen we ineens een andere figuur tegen in de woestijn, bij de Jordaan. Dit is Yochanan, beter bekend als Johannes de Doper. Zijn naam betekent Yahweh is genadig. Waar Mozes pleitte op Gods genade (etchanan), maar deze niet verkreeg, ontving Yochanan deze genade wel. Hij heeft het Koninkrijk van God zien aanbreken. Hij zag Yeshua komen. Dit is een opvallende parallel, want Mozes (Etchanan) moet in onze aliyah het stokje overgeven aan Yehoshuah, die het volk het Beloofde Land binnen zal leiden. En Yochanan geeft het stokje over aan Yeshua, die het volk het hemelse Koninkrijk binnen zal leiden. Mozes stierf, voordat hij het Beloofde Land binnen was gegaan. En in zekere zin kan dit ook gezegd worden van Yochanan, want hij heeft niet veel van Yeshua s bediening mee mogen maken. Hij werd gevangen gezet en onthoofd door Herodes. Over deze Yochanan spreekt ook de haftarah van parshat we etchanan. 3 In Jesaja 40:3 gaat het namelijk over een stem in de woestijn, die roept: maak de weg van Yahweh gereed, maak recht in de wildernis een gebaande weg voor onze God. Dit is de tekst, die Yochanan op zichzelf toepaste, toen de priesters hem vroegen wie hij was. Hij zei: Ik ben de stem van één die roept in de woestijn: Maak de weg van Yahweh recht, zoals Jesaja, de profeet, gesproken heeft. 4 Mozes bereidde de weg voor, voor Yehoshuah. Hij zorgde dat het volk alle geboden kende en er helemaal klaar voor was om Kanaän binnen te gaan. Hij bemoedigde en sterkte Yehoshuah en droeg hem zijn autoriteit over. En Yochanan bereidde de weg voor Yeshua. Hij bracht de Israëlieten de geboden en Gods oordelen in herinnering. Hij maakte hen klaar voor de komst van het Koninkrijk van God, door hen te dopen. En hij doopte Yeshua en zette daarmee de bediening van Yeshua in gang. In de Joodse traditie is bekend dat Elia komt, voordat de Messias naar de wereld komt. Elia zal dan de weg bereiden voor de Messias. Dit staat ook beschreven in Maleachi 4:5-6. De komst van Elia is nodig, om de mensen tot inkeer te laten komen. Anders zullen Gods oordelen niemand overlaten. Dan zou God iedereen moeten vernietigen. Yeshua heeft Yochanan min of meer aangewezen als Elia, die voor Hem uitging. 5 Maar belangrijker nog dan deze toespeling, is de verschijning van Mozes en Elia op de berg van de verheerlijking. Eindelijk mag Mozes dan toch het Beloofde Land binnengaan. Hij mag op de heilige berg van de verheerlijking Yeshua in zijn stralende gedaante zien. 6 In Deuteronomium 3:25 kon hij er alleen naar hunkeren op deze goede berg te kunnen zijn, aan de overzijde van de Jordaan. Hij heeft God toen gesmeekt om op deze berg in het Beloofde Land te mogen komen. En nu is hij daar, samen met Elia, de wegbereider van het Koninkrijk van God en Yeshua Hamashiach. 3 Dit is de bijbehorende lezing uit de Profeten en Geschriften, die bij het betreffende Torah-gedeelte hoort. 4 Joh. 1: Zie ook: Matth. 3:3, Mark 1:3 en Luk. 3: Matth. 11:14, 17:10-13, hoewel Yochanan dit zelf niet beaamd heeft, volgens Joh. 1:21. Zijn bediening was in elk geval in de geest van de grote profeet Elia. 6 Mattheüs 17.

3 In het leven kunnen we soms hunkeren naar meer van Gods Koninkrijk. Dat het allemaal zichtbaar gaat worden. Dat Yeshua als heerlijke Koning zal heersen en zijn macht zal laten zien. En zeker, sinds de komst van Yeshua naar deze wereld, mogen we allemaal binnengaan in dit hemelse Koninkrijk. Het leeft zelfs in ons eigen hart en leven. Maar de zichtbare komst van dit Koninkrijk van God op aarde, laat nog even op zich wachten. Nog altijd is het zo, dat we komen te sterven. Veel gelovigen zijn heengegaan, zonder de wederkomst van Yeshua mee te maken. Zij konden de definitieve komst van het Koninkrijk van God nog niet beleven, al hadden zij dat heel graag gewild. Ook hebben we nog te maken met ziekte, zwakte en vervolgingen. Het leven achter Yeshua aan, is een overwinningsleven in geestelijk opzicht, maar ook een opofferingsleven. We moeten onszelf helemaal opgeven, soms zelfs tot in de dood. Paulus heeft God ook wel eens gesmeekt om genade en daarop een duidelijke nee ontvangen van God. Hij smeekte God, tot drie keer toe, of een bepaalde demon, die hem pijn deed in zijn lichaam, weggenomen mocht worden. Maar God zei toen tegen hem: Mijn genade is voor u genoeg, want mijn kracht wordt in zwakheid volbracht. 7 Paulus smeekte om de ene vorm van genade, namelijk om van die demon af te komen, maar God gaf hem een andere vorm van genade, namelijk kracht in zwakheid. Soms is het zo in het leven, dat God geen genezing of bevrijding schenkt. Soms blijft gebrokenheid bestaan. Maar nooit zonder dat Gods kracht door deze zwakheid gaat stralen voor Gods kinderen. Alles werkt voor hen ten goede mee, zelfs zwakheden en vervolgingen. Ze worden tot een overwinningslied! Er is wel een groot verschil tussen ons en Mozes, want om nog even terug te komen op Yochanan de Doper: Yeshua heeft het volgende over hem gezegd: Voorwaar, Ik zeg u: onder hen die uit vrouwen geboren zijn, is niemand opgestaan die groter is dan Yochanan de Doper; maar wie de minste is in het Koninkrijk der hemelen, is groter dan hij. 8 Met de komst van Yeshua is er een totaal nieuwe tijd aangebroken. Yochanan was al groter dan Mozes en de profeten, maar ieder van Yeshua s volgelingen zal nog groter zijn, dan hij. Wij hebben in Yeshua namelijk deel aan de hemelse krachten van Gods Koninkrijk. 9 Mozes wilde het Beloofde Land binnengaan. Hoe gaan wij binnen in het Koninkrijk der hemelen? Yeshua zegt in het voorgenoemde vers niet voor niets wie de minste is Dit bedoelt Hij ook letterlijk zo. Enkele hoofdstukken verder legt Hij dat uit aan zijn leerlingen: Voorwaar Ik zeg u: Als u zich niet verandert en wordt als de kinderen, zult u het Koninkrijk der hemelen beslist niet binnengaan. Wie zich dan zal vernederen als dit kind, die is de belangrijkste in het Koninkrijk der hemelen. En wie zo n kind ontvangt in mijn Naam, die ontvangt Mij. 10 We gaan het Koninkrijk dus binnen als een kind 7 2 Korinthe 12: Mattheüs 11:11. 9 Bijv. Johannes 14: Mattheüs 18:3-5.

4 Het is zo eenvoudig en toch zo moeilijk: je zult jezelf moeten verliezen, nederig moeten worden. Sterven aan je eigen ego, plannen, ambities, maskers, idealen, bezittingen, redeneringen, etc. Worden als een nederig en ontvankelijk kind, dat open staat voor Yeshua. Alleen zo kan Yeshua helemaal door ons heen gaan leven. Dan leven wij niet meer, maar leeft Hij door ons heen. 11 Dan is onze wil verbroken en vragen we ons bij iedere stap af, wat de wil van de hemelse Vader is. We gaan namelijk verlangen om zijn wil te doen, omdat zijn wil veel heerlijker, heiliger en mooier is dan onze wil. Aan het begin van het boek Deuteronomium heb ik gezegd, dat dit boek te maken heeft met het aanbreken van Gods Koninkrijk en de wederkomst van Yeshua. Ook over dat laatste heeft parshat we etchanan ons iets te leren. Ook de wederkomst zal namelijk wegbereiders kennen. We lezen in Openbaring 11 over twee getuigen, die met machtige wondertekenen profeteren in de eindtijd. Zij komen in de geest en kracht van Mozes en Elia. Vuur verteert namelijk hun vijanden, zoals bij Elia. 12 En zij kunnen bidden dat er geen regen zal vallen, tijdens de dagen dat zij profeteren, net zoals Elia. 13 En zij veranderen het water in bloed en brengen allerlei plagen over de aarde, net zoals Mozes. 14 Zij kunnen dus van harte instemmen met Mozes belijdenis in de huidige parshah: Heer Yahweh, U bent begonnen om uw grootheid en uw sterke hand aan uw knecht te laten zien, want wie is een god in de hemel en op de aarde, dat hij doet zoals uw werken en uw macht? 15 Tegelijk zullen ook zij het Koninkrijk niet zien komen. De twee getuigen zullen gedood worden, na de dagen van hun profeteren, nog voordat Yeshua naar de wereld teruggekeerd is. Net als Mozes het Beloofde Land nog niet binnen kon gaan, zullen deze twee getuigen ook het Koninkrijk van God op aarde, nog niet zien komen. Maar zij bereiden wel de weg daarvoor. Kort daarop zal Yeshua wel terugkeren. Waarom keert Yeshua niet meteen terug? Wel, omdat er eerst oordelen over de wereld voltrokken zullen moeten worden. De twee getuigen brengen namelijk niet alleen een blijde boodschap van heil voor de wereld. Zij brengen voornamelijk een waarschuwing voor de komende oordelen van God over de wereld. Eerst moet er orde op zaken gesteld worden, voordat Gods Koninkrijk op aarde kan aanbreken. Zo staan we opnieuw bij Baäl-Peor, ook vlak voor de wederkomst van Yeshua. Ieder die zich gekoppeld heeft aan Baäl-Peor stierf, volgens Deuteronomium 4:3-4 en ieder die Yahweh toegewijd was, die bleef gespaard. Zo ook met de oordelen van God, die over de wereld gaan komen. Deze oordelen zullen de goddelozen treffen. Degenen, die het zonder Yeshua denken te kunnen redden. Degenen die hoogmoedig zijn en niet willen buigen voor God. Pas na deze oordelen, zal het Beloofde Land betreden kunnen worden. 11 Galaten 2:20. Zie ook: Joh. 12:24-25, Matth. 10:39, etc Kon. 1:10, Openb. 11: Kon. 17:1, Jak. 5:17, Openb. 11:6. 14 Ex. 7:14 12:30, Openb. 11:6. 15 Deut. 3:24.

5 We lezen hier in we etchanan, dat de volgende generatie na Mozes het Beloofde Land binnen mag gaan. Soms moet er een generatie van oordeel en vloek overheen gaan, voordat God zijn plannen van genade en vrede kan brengen. Dat is iets om goed te beseffen, zodat we niet in verwarring raken, als de puinhoop op aarde alleen maar groter lijkt te worden en het hemels Koninkrijk maar niet aan lijkt te breken Er blijft dan maar één opdracht overeind staan en dat is te blijven kleven (davaq) aan de Heer. Jezelf en je hartsverlangens niet uitleveren aan andere zaken. Voed de liefde voor God en blijf verliefd op onze Bruidegom Yeshua. Ons hart moet kleven en plakken aan Hem alleen. Dat waar Hij gevonden wordt, wij ook gevonden worden. En waar wij gevonden worden, Hij gevonden wordt. Dan maakt het niet meer uit welke Jordaan je over zult steken. Of het nu de Jordaan van het Beloofde Land is, of de Jordaan van de wederkomst van Yeshua of de Jordaan van de dood. We zullen bij God geborgen zijn. Mozes mocht de Jordaan naar Kanaän niet oversteken, maar de doods-jordaan bracht hem alsnog in het Koninkrijk der hemelen. En vele eeuwen later verscheen hij samen met Yeshua op de berg in heerlijkheid. Zo zullen ook wij eens met Yeshua in heerlijkheid verschijnen, ook al zijn wij allang heengegaan. 16 Dat is de troost, die uit dit gedeelte met ons mee mag gaan Wat hebben we nu geleerd? 1. Etchanan leert ons dat we sinds Yochanan de Doper het Koninkrijk binnengaan 2. Het leert ons ook dat het zichtbaar worden van dit Koninkrijk soms nog wacht 3. Verder leert het ons dat er altijd wegbereiders voor het Koninkrijk uitgaan 4. Zij komen in de geest en kracht van Mozes en Elia 5. Tenslotte leert het ons, dat er altijd oordeel aan heerlijkheid vooraf gaat 16 Kol. 3:4, 1 Thess. 4:13-18.