Gelet op de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de sociale zekerheid, inzonderheid op artikel 5;

Transcriptie

1 TC/00/09 ADVIES NR. 00/01 VAN 19 JANUARI 2000 BETREFFENDE EEN AANVRAAG VANWEGE DE KUL VOOR DE MEDEDELING VAN GEANONIMISEERDE GEGEVENS VOOR EEN WETENSCHAPPELIJK BELEIDSONDERZOEK MET BETREKKING TOT ETNISCH ONDERNEMERSCHAP (VIONA-1999) Gelet op de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de sociale zekerheid, inzonderheid op artikel 5; Gelet op de aanvraag van de K.U.Leuven; Gelet op het auditortaatsrapport van de Kruispuntbank van 6 januari 2000; Gelet op het verslag van de heer F. Ringelheim. 1. ONDERWERP VAN DE AANVRAAG De Katholieke Universiteit Leuven (Faculteit Sociale Wetenschappen - Departement Sociologie - Afdeling Arbeid en Organisatie) wenst een kwalitatieve en kwantitatieve analyse te maken van het etnisch ondernemerschap in Vlaanderen en Brussel. Het onderzoeksvoorstel Etnisch Ondernemerschap kadert in het onderzoeksprogramma VIONA-1999 en werd goedgekeurd door de Vlaamse Minister van Werkgelegenheid en Toerisme. Naar analogie met het VIONA-1997-project Arbeidsmarkt, sociale ongelijkheid en doelgroepenbeleid (zie het advies nr. 98/07 van 7 juli 1998 van het Toezichtscomité) richt het onderzoek zich naar proefpersonen uit de arrondissementen Antwerpen, Gent, Hasselt en Brussel. Het onderzoek bestaat uit twee deelonderzoeken. Een eerste deelonderzoek heeft tot doel het in kaart brengen van de verschillende categorieën etnische ondernemers in Vlaanderen en Brussel, de problemen en uitdagingen waarmee zij worden geconfronteerd en de strategieën die zij daarbij ontwikkelen. Dit deelonderzoek gebeurt aan de hand van interviews met een aantal allochtone ondernemers, die worden geselecteerd en gecontacteerd via plaatselijke sleutelfiguren (medewerkers van buurtwerkingen, integratiecentra, subregionale tewerkstellingcomités en netwerken van etnisch ondernemerschap); de medewerking aan het onderzoek gebeurt op vrijwillige basis. Een tweede deelonderzoek heeft tot doel het vervolledigen van het globaal beeld van de situatie van allochtonen op de arbeidsmarkt in Vlaanderen en Brussel. Hiertoe wordt het profiel van de etnische ondernemers vergeleken met dat van de autochtone ondernemers. Beide profielen worden opgesteld aan de hand van geanonimiseerde sociale gegevens afkomstig van - hoofdzakelijk - het Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen (RSVZ).

2 De gevraagde gegevens (het geslacht, de leeftijd, de woonplaats, de nationaliteit, de beroepscategorie, de hoedanigheidscode, de bijdragecategorie, het inkomen, de taalcode en het jaar van aansluiting bij het RSVZ) hebben betrekking op twee door het RSVZ te trekken steekproeven (één betreffende allochtonen, één betreffende Belgen) van personen tussen de 18 en de 55 jaar oud, woonachtig in de arrondissementen Antwerpen, Gent, Hasselt of Brussel en bekend bij het RSVZ op 31 december Het RSVZ deelt voor elke proefpersoon volgende sociale gegevens van persoonlijke aard (toestand op 31 december 1997) mee aan de Kruispuntbank: - het geslacht - de leeftijd - de woonplaats [1] mannelijk [2] vrouwelijk [1] tussen 18 en 25 jaar oud [2] tussen 26 en 30 jaar oud [3] tussen 31 en 35 jaar oud [4] tussen 36 en 40 jaar oud [5] tussen 41 en 45 jaar oud [6] tussen 46 en 50 jaar oud [7] tussen 51 en 55 jaar oud [1] Antwerpen [2] Brussel [3] Hasselt [4] Gent - de nationaliteit - de beroepscode [1] Belgische [3] Italiaanse [4] Marokkaanse [5] Turkse [6] Griekse, Portugese of Spaanse [7] Britse, Franse, Nederlandse, Luxemburgse of Duitse [8] andere - het inkomen (het meest recente inkomen waarop de bijdrage voor het jaar 1997 berekend werd - onderverdeling in klassen van Bfr. voor inkomens tot Bfr. - onderverdeling in klassen van Bfr. voor inkomens van Bfr. tot Bfr. - onderverdeling in één klasse voor inkomens van Bfr. of meer) 2

3 - de taalcode [1] Franstalig [2] Nederlandstalig [3] Duitstalig - de hoedanigheidscode [1] zelfstandige [2] helper - de code bijdragecategorie [1] hoofdberoep [2] bijberoep - de begindatum van aansluiting bij het RSVZ (jaartal in vier cijfers) De Kruispuntbank kent een uniek identificatienummer (= gecodeerd INSZ) toe aan elke proefpersoon; voor de proefpersonen uit de steekproef van Belgen gaat de Kruispuntbank bovendien, door middel van een consultatie van het Rijksregister, na wat hun herkomst (= eerstgekende nationaliteit) is en voegt die informatie toe (door middel van de codes 1, 3, 4, 5, 6, 7 en 8 - zie hierboven de nationaliteit ). Een koppeling van de gegevens van beide deelonderzoeken is niet noodzakelijk voor het globale onderzoek. De gegevens kunnen derhalve geanonimiseerd worden meegedeeld aan de onderzoekers. Naast de geanonimiseerde individuele gegevens betreffende de personen uit de twee hogergenoemde steekproeven worden ook collectieve gegevens gevraagd met betrekking tot de gehele populatie in de betrokken arrondissementen met het oog op een eventuele toetsing van de representativiteit van de getrokken steekproef. Aan de onderzoekers wordt een bestand van records van geanonimiseerde individuen overgemaakt waarop de hierboven vermelde gegevens worden opgenomen. Het onderzoek wordt éénmalig uitgevoerd en dient afgerond te zijn tegen november 2000; de gegevens worden door de Kruispuntbank bewaard tot 31 december BEHANDELING VAN DE AANVRAAG Een advies van het Toezichtscomité is niet vereist voor het eerste deelonderzoek vermits de gegevens niet worden meegedeeld door een instelling van sociale zekerheid. Het tweede deelonderzoek betreft een aanvraag om anonieme informatie waarvoor een koppeling vereist is tussen gegevens uit enerzijds de gegevensbanken van het RSVZ en anderzijds het Rijksregister van de natuurlijke personen. 3

4 De beslissing om al dan niet op de vraag in te gaan, dient genomen te worden door het Beheerscomité van de Kruispuntbank; het Toezichtscomité dient bovendien, op basis van artikel 5 van de Kruispuntbankwet, een advies te verstrekken. De identiteit van de betrokkenen wordt niet meegedeeld aan de onderzoekers; deze hebben als enig aanknopingspunt een gecodeerd identificatienummer waar ze op zich geen informatie kunnen uit afleiden. De gevraagde gegevens zijn van die aard dat heridentificatie door de onderzoekers uitgesloten wordt: 2.1. Persoonskenmerken - het geslacht (mannelijk of vrouwelijk); - het arrondissement van de woonplaats (Antwerpen, Brussel, Hasselt of Gent); - de huidige en (enkel voor de steekproef van Belgen) de eerstgekende nationaliteit, aangeduid door middel van 7 categorieën; - de leeftijd, aangeduid door middel van 7 categorieën; - de taal (Franstalig, Nederlandstalig of Duitstalig) Gegevens met betrekking tot het beroep - de beroepscode; - het inkomen, aangeduid door loonklassen; - de hoedanigheidscode (zelfstandige of helper); - de code bijdragecategorie (hoofdberoep of bijberoep); - het jaar van aansluiting bij het RSVZ. Er stellen zich geen problemen op het vlak van de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer van de betrokkenen. Het onderzoek heeft tot doel het vervolledigen van het globaal beeld van de situatie van allochtonen op de arbeidsmarkt in Vlaanderen en Brussel en is bijgevolg nuttig voor de kennis, de conceptie en het beheer van de sociale zekerheid. De beroepscode, de hoedanigheidscode, de bijdragecategorie, de taalcode, de begindatum van aansluiting bij het RSVZ en het inkomen zijn noodzakelijk om een beeld te krijgen van de aard van de zelfstandigheid van de betrokkenen; de nationaliteit, de herkomst, het geslacht en de leeftijd zijn noodzakelijk om na te gaan of er inzake hoedanigheid verschillen bestaan tussen autochtonen en allochtonen; de woonplaats is noodzakelijk om de regionale verschillen na te gaan. 4

5 Wat betreft de door de onderzoekers gevraagde collectieve gegevens met betrekking tot de gehele populatie in de betrokken arrondissementen: deze kunnen volledig door het RSVZ geleverd worden. Noch de Kruispuntbank, noch het Toezichtscomité dienen daarbij tussen te komen. Om deze redenen verleent Het Toezichtscomité een gunstig advies. F. Ringelheim Président 5