I-Make Navigator 3.x Installatiehandleiding. Datum: Installatiehandleiding I-Make Navigator v2.docx. Versie: 2.0

Transcriptie

1 I-Make Navigator 3.x Installatiehandleiding Auteur: Carlo Mertens Datum: Document: Referentie: Installatiehandleiding I-Make Navigator v2.docx Installatiehandleiding Versie: 2.0

2 Inhoudsopgave 1 Introductie Achtergrond Systeemvereisten Seagull License and Message Server Installatie Starten LegaSuite GUI Engine Installatie van LegaSuite GUI Engine for iseries Installeren van de panels Inrichten en starten van de LegaSuite GUI Engine voor de iseries Installeren van de LegaSuite GUI Engine voor Windows Installeren van de panels op een Windows machine Inrichten van de LegaSuite GUI Engine op een Windows machine Starten van LegaSuite GUI Engine op een Windows Server I-Make Navigator Installeren Multi user Inrichten en starten Poorten in te stellen in de firewall Silent install Geavanceerde opties Licentiecodes LegaSuite GUI Engine Seagull Clients Installatiehandleiding I-Make Navigator 3.x / Installatiehandleiding T +31 (0) ,

3 Documentbeheer Geschiedenis Versie Status Wijzigingen Auteur Datum 2.0 Nieuwe handleiding ivm LegaSuite Carlo Mertens Distributie Naam Organisatie Rol RACI T +31 (0) , Pagina 3 van 29

4 1 Introductie 1.1 Achtergrond De I-Make Navigator is de grafische gebruikersinterface van I-Make. Om deze te gebruiken zijn 3 onderdelen noodzakelijk: Seagull License and Message server LegaSuite GUI Engine I-Make Navigator In deze handleiding staat beschreven hoe dit geïnstalleerd dient te worden. 1.2 Systeemvereisten Server IBM i versie 6.1 of hoger Windows Server 2008 R2 of hoger Cliënt Windows 7 of hoger Windows Server 2008 R2 of hoger T +31 (0) , Pagina 4 van 29

5 2 Seagull License and Message Server 2.1 Installatie Start de setup.exe in de sealms directory op. Klik op Next om verder te gaan. Kies voor Automatic installation en klik op Next om verder te gaan. T +31 (0) , Pagina 5 van 29

6 Geef de TCP/IP naam of adres op van de System i. En geef een User Name en Password op van een gebruiker met voldoende rechten. En klik op Install om de License and Message Server te installeren. Let op: FTP moet gestart zijn. Hierna is de installatie voltooid. Klik op OK om de setup af te sluiten. 2.2 Starten Het starten van de License and Message Server gebeurt middels het commando: SEALMS/STRLMSTCP PORT(*DFT) De default TCP poort waarop deze server draait is 1025, maar dit kan bij de parameter PORT eventueel worden gewijzigd. Deze poort moet open staan in een eventuele firewall (zie installatie I-Make Navigator) Dit commando dient ook in de QSTRUP worden gezet, zodat na een IPL deze server automatisch wordt. Let op: Het starten van de License and Message Server kan pas wanneer TCP/IP helemaal is opgestart. Het beste kan daarom in de QSTRUP een DLYJOB worden uitgevoerd. T +31 (0) , Pagina 6 van 29

7 Voorbeeld: DLYJOB DLY(30) SEALMS/STRLMSTCP MONMSG MSGID(CPF0000) LEGASRV/STRLEGASVR PROFILE(I-MAKE) MONMSG MSGID(CPF0000) T +31 (0) , Pagina 7 van 29

8 3 LegaSuite GUI Engine De LegaSuite GUI Engine kan naar wens op de iseries worden geïnstalleerd of op een Windows server. Er zijn ook LegaSuite GUI Engine s beschikbaar voor andere platformen zoals Linux, AIX. Installatie programma s en documentatie worden op verzoek uitgeleverd. 3.1 Installatie van LegaSuite GUI Engine for iseries Indien de LegaSuite GUI Engine reeds op systeem staat, zorg dat iedereen afgemeld is en beëindig deze dan de server met het commando: LEGASRV/ENDLEGASRV PROFILE(*ALL) FORCE(*YES) Het is mogelijk om verschillende versies van de LegaSuite GUI Engine naast elkaar te installeren of naast een bestaande J Walk Server. Hierdoor is het mogelijk om een nieuwe versie eerst te testen voordat de bestaande versie overgeschreven wordt. Start de setup.exe in de LegaSuite GUI Engine for iseries directory, kik op Next om verder te gaan. Accepteer de Licentie overeenkomst door op I agree te klikken. T +31 (0) , Pagina 8 van 29

9 Kies voor Automatic installation Geef het TCP/IP adres of naam op. Geef gebruikersnaam en wachtwoord met voldoende rechten om de installatie te starten. Klik op Next om verder te gaan. Geef het TCP/IP adres of naam op van het systeem. Deze waardes zijn later nog aan te passen via ini-files. En klik op Next om verder te gaan. T +31 (0) , Pagina 9 van 29

10 Deze instellingen hoeven normaal gesproken niet aangepast te worden; klik op Next om verder te gaan. Geef hier de gebruiker op voor het beheer en klik op Install om de installatie te starten. De voortgang wordt via dit scherm weergegeven. T +31 (0) , Pagina 10 van 29

11 Iets later verschijnt dit scherm. Wacht totdat dit scherm verschijnt en klik op Ok. 3.2 Installeren van de panels Het installeren van de panels kan op twee manieren: Via de iseries De panels worden geïnstalleerd op het IFS in de directory /LegaSuite/Apps/I-Make. Deze directory wordt de eerste keer automatisch aangemaakt. Zorg dat de aangemelde gebruiker voldoende rechten heeft! Doe de DVD-Rom in de DVD-unit van de iseries. Meld aan onder QSECOFR. Tik het volgende commando in: LODRUN DEV(OPT01) T +31 (0) , Pagina 11 van 29

12 Na enkele tijd verschijnt het volgende scherm: INSTALL I-Make Installatie DD/MM/JJ HH:MM:SS Selekteer de te installeren onderdelen. 1=Installeren Optie Omschrijving Installatie gegevens tbv V6R5M0 PTF Bibliotheek tbv V6R5M0 Koppelingsbibliotheek I-Make Financials Koppelingsbibliotheek Bestmate Koppelingsbibliotheek Exact Koppelingsbibliotheek FMS Koppelingsbibliotheek FIS2000 Versie J Walk Panels voor I-Make V6R5M0 Datawarehouse programmatuur (geen files) LegaSuite Panels voor I-Make V6R5M0 Selecteer F3=Einde LegaSuite F10=Tonen Panels JOBLOG voor I-Make F12=Annuleren VxRxMx en druk op Enter. EINDE Hierna is de installatie voltooid. De panels worden hierbij geïnstalleerd in de directory /LegaSuite/Apps/I-Make Via de PC Kopieer de panels van de DVD (Panels directory) naar het IFS (standaard: /LegaSuite/Apps/I-Make) op de iseries. 3.3 Inrichten en starten van de LegaSuite GUI Engine voor de iseries Maak de eerste keer in de directory /legasuite/apps/imake een bestand IMake.lwc aan. Dit kan door het hernoemen van het bestand IMake.sam. In dit bestand dienen de gebruikte Legasuite projecten opgegeven worden, verwijder alle niet gebruikte projecten. [IMake] Runtime=./ebsfin/acsys#.lwr Runtime=./ebsfin/EBSFSCAN.LWR Runtime=./ebsfin/ebsfin.lwr Runtime=./industry/IndMtw.lwr Runtime=./general/EDI.lwr Runtime=./general/CLC.lwr Runtime=./general/Archivering.lwr Runtime=./general/CRM.lwr Runtime=./INDUSTRY/INDUSTRY.LWR T +31 (0) , Pagina 12 van 29

13 Runtime=./GENERAL/SIGNON.LWR Runtime=./GENERAL/DYN.LWR Wijzig het bestand LEGASUITE.INI middels het commando: EDTF STMF('/legasrv/legasuite.ini') Voeg de volgende regels toe onderaan in dit bestand: [I-Make] WorkingDirectory=/LEGASUITE/APPS/IMAKE ServerPort=Vrije poort waarop de server moet draaien, standaard is 400 LanguageCode=2923 CCSID=1140 GraphicalAccessServices=0 GraphicalAccessSignOn=0 LicenseSystem= Emulator=Seagull5250 EmulatorConnect=TcpIp EmulatorSystem=IP naam of adres van de iseries EmulatorSystemPort=23 ShowAllKeys=1 ShowEmulator=1 WideScreen=1 CommModuleName=JW4TCP UserSettingsDirectory=usermacros UserScripts=7 UserSettingsID=IMake SMCEnable=1 LocaleFirstDayOfWeek=0 LocaleFirstWeekOfYear=2 Zorg dat de poort open staat in een eventuele firewall (zie installatie I-Make Navigator). Deze poort dient mag nog niet in gebruik zijn. Dus wanneer er twee versies van de LegaSuite GUI Engine naast elkaar worden geïnstalleerd of naast een J Walk Server, dan dient elke server een eigen poort te hebben. Het starten van de LegaSuite GUI Engine gebeurt middels het volgende commando: T +31 (0) , Pagina 13 van 29

14 LEGASRV/STRLEGASRV PROFILE(I-MAKE) Dit commando dient ook in de QSTRUP worden gezet, zodat na een IPL deze server automatisch wordt. (Zie installatie Seagull License and Message Server). 3.4 Installeren van de LegaSuite GUI Engine voor Windows Maak een directory aan op de server waar de panels in geïnstalleerd gaan worden bijvoorbeeld C:\LegaSuite. Maak in deze directory ook een subdirectory Apps aan. Start de setup.exe in de LegaSuite GUI Engine for Windows 32-bit of -64-bit directory, klik op Next om verder te gaan. Accepteer de Licentie overeenkomst door op I Agree te klikken. T +31 (0) , Pagina 14 van 29

15 Kies voor Java client en klik op Next. Pas indien gewenst de doel folder in. Klik op Next om verder te gaan. Kies 5250 voor protocol, geef de IP naam of adres plus telnet poort. Bij Working directory dient de eerder aangemaakt directory opgegeven te worden. Druk op Next om verder te gaan. T +31 (0) , Pagina 15 van 29

16 Laat deze instellingen ongewijzigd en klik op Next. Geef hier de gebruiker op voor het beheer en klik op Next. Wijzig eventueel de Start Menu Folder en klik op Install. T +31 (0) , Pagina 16 van 29

17 Deselecteer beide optie en kies Finish om de installatie te eindigen 3.5 Installeren van de panels op een Windows machine Kopieer de inhoud van de directory x:\ EBSLSP2 naar c:\legasuite\apps\i-make: Maak de eerste keer in de directory een bestand IMake.lwc aan. Dit kan door het hernoemen van het bestand IMake.sam. In dit bestand dienen de gebruikte Legasuite projecten opgegeven worden, verwijder alle niet gebruikte projecten. [IMake] Runtime=./ebsfin/acsys#.lwr Runtime=./ebsfin/EBSFSCAN.LWR Runtime=./ebsfin/ebsfin.lwr Runtime=./industry/IndMtw.lwr Runtime=./general/EDI.lwr Runtime=./general/CLC.lwr Runtime=./general/Archivering.lwr Runtime=./general/CRM.lwr Runtime=./INDUSTRY/INDUSTRY.LWR Runtime=./GENERAL/SIGNON.LWR Runtime=./GENERAL/DYN.LWR T +31 (0) , Pagina 17 van 29

18 3.6 Inrichten van de LegaSuite GUI Engine op een Windows machine Wijzig het bestand LEGASUITE.INI. Dit bestand staat in de installatie directory, standaard: C:\ProgramData\Rocket Software\LegaSuite GUI Engine Pas bij onder [setup] aan: Default=IMake Voeg de volgende regels toe onderaan in dit bestand: [IMake] WorkingDirectory=<directory waarin de panels staan> ServerPort=Vrije poort waarop de server moet draaien, standaard is 400 LanguageCode=2923 CCSID=1140 GraphicalAccessServices=0 GraphicalAccessSignOn=0 LicenseSystem=IP naam of adres van de iseries Emulator=Seagull5250 EmulatorConnect=TcpIp EmulatorSystem=IP naam of adres van de iseries EmulatorSystemPort=23 ShowAllKeys=1 ShowEmulator=1 WideScreen=1 CommModuleName=JW4TCP UserSettingsDirectory=usermacros UserScripts=7 UserSettingsID=IMake SMCEnable=1 LocaleFirstDayOfWeek=0 LocaleFirstWeekOfYear=2 T +31 (0) , Pagina 18 van 29

19 3.7 Starten van LegaSuite GUI Engine op een Windows Server In het programma menu van LegaSuite GUI Engine staat een icon LegaSuite GUI Engine. Middels dit icon dient de LegaSuite GUI Engine gestart te worden. In de taskbar, naast de tijd verschijnt een icoontje: Nadeel van deze manier van start is dat de windows sessie actief moet blijven anders stopt de LegaSuite Engine. Om dit te voorkomen dient de Engine als service gestart te worden. Start hiervoor de LegaSuite Engine met de optie Wsi E<profilename> (bijvoorbeeld Wsi Eimake), hierdoor wordt er een service aangemaakt die daarna wel nog gestart moet worden. T +31 (0) , Pagina 19 van 29

20 4 I-Make Navigator 4.1 Installeren Start de SETUP.EXE op en volg de instructies op het scherm. 4.2 Multi user Indien er op de te installeren PC/Server met meerdere gebruikers wordt gewerkt kan er voor de optie Installeer voor alle gebruikers van deze computer worden gekozen. In dat geval zullen de instellingen worden opgeslagen in %PROGRAMDATA%\Imtech\I-Make Navigator, bijvoorbeeld: C:\ProgramData\Imtech\I-Make Navigator anders worden de instellingen opgeslagen in %APPDATA%\Imtech\I-Make Navigator bijvoorbeeld: C:\Users\cmertens\AppData\Roaming\Imtech\I-Make Navigator T +31 (0) , Pagina 20 van 29

21 4.3 Inrichten en starten Na installatie van de Navigator verschijnt onderstaand scherm. Hier dient het adres en poort van de LegaSuite server op te worden gegeven: De instellingen worden opgeslagen in de directory %APPDATA%\Imtech\I-Make Navigator, bijvoorbeeld: C:\Users\cmertens\AppData\Roaming\Imtech\I-Make Navigator. De instellingen worden opgeslagen in het bestand settings.ini. Deze kan eventueel later nog aangepast worden: [general] logging=on [session] # required settings description=<omschrijving> server==<ip adres van de LegaSuite GUI Engine> port=<poort waarop de Engine draait> # optional settings PanelResizing=2 Onder [general] staan de algemene instellingen. Onder [session] staan de sessie specifieke instellingen. Indien er meerdere configuraties gewenst zijn, voor bijvoorbeeld test systemen, dan dienen deze instellingen gekopieerd te worden onder een unieke naam tussen de bloknamen, bijvoorbeeld: T +31 (0) , Pagina 21 van 29

22 T +31 (0) , Pagina 22 van 29

23 [session] # required settings description=eniac02.eniac.nl poort 801 server=eniac02.eniac.nl port=801 # optional settings PanelResizing=2 [session2] # required settings description=eniac02.eniac.nl poort 802 server=eniac02.eniac.nl port=802 # optional settings PanelResizing=2 Het opstarten van de Navigator gebeurt middels het icon in het Start menu of op het bureaublad. T +31 (0) , Pagina 23 van 29

24 4.4 Poorten in te stellen in de firewall De volgende poorten dienen opgezet te worden in de firewall: Poort Omschrijving 23 Telnet poort 449 Port Mapper, deze geeft het poortnummer terug voor de aangevraagde server Central, deze is nodig voor de algemene toegang 8475 Remote command, deze is nodig om commando s uit te voeren voor het ophalen van het menu Sign-on, deze is nodig om het userid en wachtwoord te valideren License and Message Server LegaSuite GUI Engine Poortnummer van de License and Message Server, standaard Deze poort dient open te staan voor de LegaSuite GUI Engine. Indien beide op 1 systeem staan dan hoeft er verder niets speciaals voor ingericht te worden. Poortnummer van de LegaSuite GUI Engine 4.5 Silent install De cliënt kan ook silent geïnstalleerd worden via: SETUP /S Het wijzigen van de directory waarin de cliënt wordt geïnstalleerd, kan als volgt: SETUP /S /D=C:\My directory Om de cliënt voor Alle gebruikers te installeren: LET OP: SETUP /S /AllUsers In silent mode wordt de settings.ini niet aangemaakt. Wanneer deze in dezelfde directory staat als de setup.exe, dan wordt deze gekopieerd naar de installatie directory. 4.6 Geavanceerde opties General settings Onderstaande tabel is een overzicht van beschikbare parameters in die opgegeven kunnen worden in de general sectie: T +31 (0) , Pagina 24 van 29

25 Parameter Omschrijving Default waarde Logging Language FontSize ExcelExport Hiermee wordt aangegeven of de logging weggeschreven dient te worden in de logfile %appdata%\imtech\i-make Navigator\navigator.log Taal van de navigator; de teksten worden opgehaald uit het bestand language_<langage>.ini in de directory %program files%\imtech\i-make Navigator\language Font grootte voor bijvoorbeeld het menu en de factboxen Hiermee kan de export naar Excel worden uitgeschakeld. off nl Voorbeeld logging=on language=nl 11 fontsize=12 on excelexport=off Sessie settings Onderstaande tabel is een overzicht van beschikbare parameters in die opgegeven kunnen worden in de sessie secties: Parameter Omschrijving Default waarde Server IP adres of naam van de LegaSuite Server Verplicht Voorbeeld Port Poort van de LegaSuite Server Verplicht port=400 Description Omschrijving van de sessie. Alleen relevant wanneer er meerdere sessies gedefinieerd worden. Verplcht server= server=as400.mycompan y.nl description=test omgeving User Gebruikers ID waarmee automatisch ingelogd wordt user=magazijn Password Wachtwoord van de gebruiker waarmee automatisch ingelogd wordt. password=magazijn Factboxlibrary Bibliotheek waarin de factbox instellingen worden opgeslagen QGPL factboxlibrary=factbo X DeviceName Naam van het sessienaam. Mogelijke waarde: leeg Devicename=*USER *USER: hiermee wordt de windows gebruikersnaam genomen als sessienaam. Zie ook verder beschrijving verderop. T +31 (0) , Pagina 25 van 29

26 DecimalSeparatorOverride EmulatorKeysClient KeyMappings PanelResizing FontScalingKeepAspectR atio ScriptID StartProgram, StartLibrary, StartMenu Het teken dat gebruikt zal worden in plaats van de default wanneer op de NumPad decimale key wordt gedrukt. Emulator key mappings; deze overrullen de Server setting "EmulatorKeys". Waarden: door komma gescheiden lijst van een of meer van: NumPlusAsFieldPlus, NumMinAsFieldMin, ControlAsExit, ControlAsEnter, NumEnterAsExit Overschrijft de standaard keyboard mapping. Waarden : komma gescheiden lijst in het formaat : < key > : <waarde > Hiermee wordt de panel resizing status gezet. Deze optie kan de volgende warden hebben:; 0: Panel Resizing is uit en niet zichtbaar in het system menu, 1: Panel Resizing is standaard uit en zichtbaar het system menu, 2: Panel Resizing is standaard aan en zichtbaar in het system menu, 3: Panel Resizing is aan en niet zichtbaar in het sytem menu. Hiermee wordt aangegeven of de lengte/breedte verhouding gelijk moet blijven wanneer het panel vergroot wordt Hiermee kan worden aangegeven onder welke naam de scripts worden opgeslagen. Speciale waarde is *USER, waarmee de aangemelde gebruiker wordt gebruikt. Indien deze parameter niet wordt opgegeven, dan wordt de standaard instelling, UserSettingsID, van de server genomen. Hiermee kan het een afwijkend start programma, bibliotheek en/of menu worden opgegeven. DecimalSeparatorOverride=, EmulatorKeysClient= NumPlusAsFieldPlus, NumMinAsFieldMin KeyMappings=Duplicate:Shi ft+insert 1 PanelResizing=2 Yes FontScalingKeepAspectR atio=no Sessienamen In de settings.ini kan de naam van sessie worden opgegeven: DeviceName=MYSESSION T +31 (0) , Pagina 26 van 29

27 Voor multi-user omgevingen kan ook de speciale waarde *USER opgegeven worden. In dat geval zal de Windows naam opgehaald worden en als sessienaam gebruikt worden. In de LEGASUITE.INI op de server kan worden aangegeven hoe de sessienaam vervolgens wordt bepaald: DeviceNameSequence Hiermee wordt aangegeven welke karakter als eerste sessie identificatie wordt gebruikt. OFF wil zeggen dat er niets achter de devicename wordt gezet. Bijvoorbeeld: DeviceNameSequence=A DeviceNameSequenceIndicator Hiermee wordt aangegeven hoe je volgorde wordt bepaald: DeviceNameSequenceMax DeviceNameSequenceChars Alpha Sequence A-Z on all trailing alpha positions of sequence. AlphaNumeric Sequence 0-9A-Z on all positions of sequence. Default Depending last character in DeviceNameSequence, sequence will be Numeric or SingleAlpha Numeric Sequence 0-9 on all trailing numeric positions of sequence. Off No sequencing SingleAlpha Sequence A-Z on last alpha position of sequence. Specific Sequence will be done according to DeviceNameSequenceChars Hiermee wordt aangegeven welke karakter als hoogste sessie identificatie wordt gebruikt. Alleen toegestaan bij DeviceNameSequenceIndicator=Specific Bijvoorbeeld: DeviceNameSequenceMax=D Toegestane karakters. Alleen toegestaan bij DeviceNameSequenceIndicator=Specific Bijvoorbeeld: DeviceNameSequenceChars=ABCD T +31 (0) , Pagina 27 van 29

28 Afwijkende SQL gebruiker Indien gewenst kunnen de ODBC/JDBC taken die vanuit de Navigator worden gestart ook onder een andere (vaste) gebruiker draaien Dit kan als volgt ingericht worden: Maak een dataarea NAVSQLUSR aan van het type *CHAR en een grootte van 200 in QGPL: CRTDTAARA DTAARA(QGPL/NAVSQLUSR) TYPE(*CHAR) LEN(200) Bij het starten van de navigator wordt er gekeken of deze dataarea bestaat. Indien deze niet bestaat zullen de JDBC taken draaien onder de aangemelde gebruiker. Indien deze wel bestaat en leeg is, zal er een scherm getoond worden om een gebruiker en wachtwoord op te geven. Deze worden vervolgens encrypted opgeslagen in de dataarea. Bij de volgende keer starten zal de dataarea gevuld zijn en zullen de JDBC taken draaien onder de opgegeven gebruiker. Via de parameter factboxlibrary kan de bibliotheek nog overruled worden. T +31 (0) , Pagina 28 van 29

29 5 Licentiecodes Om de I-Make Navigator te kunnen gebruiken zijn er een tweetal licentiecodes noodzakelijk: 1. Voor de LegaSuite GUI Engine 2. Voor de Seagull clients 5.1 LegaSuite GUI Engine Via de servicedesk van Imtech ontvangt u een zgn. saf-file. Dit bestand dient in de programma directory van de LegaSuite GUI Engine geplaatst te worden. Op de iseries is dit de /LegaSrv directory. Op een Windows Server C:\Program Files\Rocket Software\LegaSuite GUI Engine for 64-bit\<versie nummer> 5.2 Seagull Clients Indien de License and Message Server (LMS) is overgezet van een voorgaand system dienen de volgende stappen te worden gevolgd: 1. Stop de LMS SEALMS/ENDLMSTCP FORCE(*YES) 2. Maak de LMS bestanden leeg: CLRPFM SEALMS/SEALIC CLRPFM SEALMS/SEAUSR 3. Start de LMS SEALMS/STRLMSTCP Invoeren van de code: Start een sessie in de I-Make Navigator. Meld u aan en ga I-Make in. Indien er de melding L11 komt, selecteer Continue om verder te gaan. Ga hierna naar de commando regel en geef commando: SEALMS/WRKSEALIC Selecteer de regel Seagull Client en klik daarna op Change om vervolgens de licentiecode in te voeren. T +31 (0) , Pagina 29 van 29