BRUGKLASWIJZER. Schooljaar VERSIE 2

Transcriptie

1 BRUGKLASWIJZER Schooljaar VERSIE 2

2 SG! Welkom op de O De gebouwen en Veel gestelde vrag we school eu Wennen aan je ni De Wenweken Begeleiding n Leerlingmentore s De Krachtige Kla Fast Lane English TOP Uren sen Soorten brugklas eroverzichten Rapporten en cijf Het lesrooster De website ing Tijd voor ontspann as kl Vakken in de brug dagen De eerste school t Boodschappenlijs dagen ije Vakanties en vr Social Media (voor ouders) Kosten schooljaar De OSG West-Friesl and vormt samen m et vier andere scholen het Atlas Co llege. Dit zijn geen aparte scholen, maar vestigingen of locaties van het Atl as College. De OSG heet dus offi cieel Atlas College, locatie OSG West-Friesland, maa r dat is zo n mond vo l. Daarom hebben we het gew oon over de OSG.

3 Welkom op de OSG! Na de grote vakantie naar de middelbare school. Hoe zal dat zijn? Je zit waarschijnlijk vol vragen. Tenslotte nog dit: waarschijnlijk zul je in de loop van het schooljaar nog wel eens iets willen nalezen. Bewaar dit boekje dus goed! In dit boekje vind je heel veel informatie. Kijk maar eens naar de inhoudsopgave op de vorige bladzijde. Je kunt lezen wat er de eerste schooldag gaat gebeuren, wanneer je volgend jaar vakantie hebt, wat je bij de verschillende vakken gaat doen en nog veel meer. Mochten jij of je ouders na het lezen van dit boekje nog vragen hebben, dan kunnen jullie contact opnemen via de of per telefoon. Onze contactgegevens zijn te vinden op de achterkant van dit boekje. Voor de eerste schooldag moet je heel wat spullen kopen. Je boodschappenlijstje staat op bladzijde 19. Ook je ouders zullen wel willen weten hoe het er in de brugklas aan toe gaat. Laat hen dit boekje dus ook lezen. 0DDU YRRU QX DOYDVW HHQ MQH YDNDQWLH Wij zien je graag op maandag 26 augustus weer op de OSG. Met vriendelijke groet, mede namens het brugklasteam, Angeline Thomas Afdelingsleider Brugklas 1

4 De gebouwen De OSG beschikt over meerdere gebouwen. Aan de ene kant van de Bontekoestraat staat het hoofdgebouw. Daar tegenover aan de andere kant van de straat vind je het Bontekoegebouw en de sporthal. In het hoofdgebouw vind je de lokalen van de volgende vakken: Nederlands, Frans, Duits, Engels, Fast Lane English, Latijn, Grieks, wiskunde, handvaardigheid en tekenen. Verder vind je er de kantoren van de directeur en de afdelingsleiders. De kluisjesruimte, receptie, administratie, de drukkerij, de grote aula en de studie- en stilteruimte zijn ook in het hoofdgebouw. De lokaalnummers in het hoofdgebouw beginnen met 1, 2 of 3. In het Bontekoegebouw vind je de brugklasaula, het leerlingloket en de lokalen voor de vakken Onderzoek & Ontwerpen (Technasium), aardrijkskunde, geschiedenis, economie, biologie, natuurkunde en scheikunde. De lokalen in het Bontekoegebouw beginnen met 4 of 5. Achter de fietsenstalling staat de sporthal van de OSG. Deze is verdeeld in twee ruime gymnastiekzalen. Je kunt er vrijwel alle zaalsporten doen en natuurlijk ook turnen. Omdat we niet genoeg hebben aan deze twee gymzalen, maken we ook gebruik van de sporthal van Always Forward. Deze staat op vijf minuten lopen van de school. Als het weer het toelaat, heb je buiten gym. De velden zijn bij de sporthal van Always Forward. 2

5 Veelgestelde vragen Wanneer beginnen de lessen? Op maandag 26 augustus begint je OSG-carrière met het ophalen van je boeken. Op dinsdag 27 augustus is de introductiedag. Je krijgt je rooster en een kluisje, gaat op speurtocht door de gebouwen en doet allerlei kennismakingsspellen. Op woensdag 28 augustus starten de lessen volgens het rooster dat je dinsdag hebt ontvangen. Hoe kom ik op school? Met de fiets: Vanuit alle richtingen kun je een veilige route volgen. Maak als het even kan gebruik van het tunneltje bij de Vredehofstraat of de fietsbrug bij de Hunzestraat. Met de bus: Pal naast de school is een halte waar bus 114 en bus 132/133 stoppen. Waar kan ik mijn fiets stallen? Tussen het Bontekoegebouw en de gymzaal is een grote fietsenstalling met een hek eromheen. Alle leerlingen van de school zetten daar hun fiets neer. Denk er wel aan je fiets altijd goed op slot te doen. De receptie in het hoofdgebouw In de receptie in het hoofdgebouw zitten mevrouw Webbers en mevrouw Stout. Je gaat naar een van hen toe als je een briefje moet afgeven of een pleister nodig hebt. Je gaat ook naar de loge als je iets gevonden hebt of juist iets kwijt bent. Ook kunnen zij je helpen als je problemen hebt met je kluisje of als je schoolpas kapot is. Wat moet ik doen als ik niet naar school kan? Als je zo ziek bent, dat je niet naar school kunt, dan belt je moeder of vader s morgens naar school om je ziek te melden. Neem als je weer naar school gaat een ingevulde ziekmelding (een geel kaartje) mee van thuis. Deze kaartjes kun je ophalen bij de conciërge. Het kan een keer gebeuren dat je tijdens schooltijd bijvoorbeeld naar de tandarts of orthodontist moet. Lever dan van tevoren een geel kaartje in dat je ouders ingevuld hebben en lever dit in bij het leerlingloket in het Bontekoegebouw. Een dag of een uurtje vrij, kan dat? Als het echt moet, kan het. Neem een week van tevoren een geel kaartje mee (of een brief) en ga hiermee naar het leerlingloket. Alleen daar kun je toestemming krijgen om lessen te verzuimen. Te laat op school? Als je het 1e uur te laat bent, wat natuurlijk een keer kan gebeuren, dan ga je naar de conciërge in het hoofdgebouw of naar het leerlingloket. Je krijgt dan een briefje, waarmee je de les in mag. Het 2e, 3e etc. uur kan je gewoon de les in en de docent meldt je te laat. De volgende dag moet je je om 8:00 uur melden op school en ga je een half uur aan je huiswerk. Het Leerlingloket Naast de ingang van het Bontekoegebouw vind je het Leerlingloket. Hier kun je vanaf 8.00 uur s ochtends terecht met al je vragen. Ook kun je er absentiebriefjes halen en inleveren en je melden als je tijdens een schooldag ziek naar huis wil. 3

6 Veelgestelde vragen Wat doet de afdelingsleider? De afdelingsleider houdt zich onder andere bezig met de begeleiding van de leerlingen. Jullie afdelingsleider is mevrouw Thomas. Als er problemen zijn, dan kun je naar haar toe. Je vindt haar in de kamer van de afdelingsleiders op de eerste verdieping van het hoofdgebouw. Wat is een mentor? Je mentor is je klassenleraar. Hij of zij zal je de eerste weken een heleboel vertellen over hoe het er op de OSG aan toegaat. Ook de rest van het jaar is je mentor je steun en toeverlaat. Je leest meer over de bezigheden van de mentor op bladzijde 8. Zijn er regels op de OSG? Aan het begin van het schooljaar krijg je te horen wat de schoolregels zijn. De belangrijkste regels geven we hier alvast: gedraag je rustig en vriendelijk en wees voorzichtig met elkaar, met de spullen van jezelf, met die van anderen en ook met spullen van de school. De schoolregels kun je ook vinden op de website van school. Zijn er op school computers? De OSG heeft op verschillende plaatsen in school computers staan die door leerlingen gebruikt mogen worden. Een groot aantal staat in de studieen stilte-ruimte in het hoofdgebouw. Op de computers kun je werken aan een werkstuk, maar je kunt er ook informatie verzamelen via internet. Het gebruik van internet op school is gratis. Je hebt altijd je schoolpas nodig om in te loggen en te printen! Kan ik printen en kopiëren op school? Je kunt op school tegen een kleine vergoeding printen en kopiëren in de studieruimte. Je kunt hier printen en kopiëren in kleur en in zwart-wit. Om te printen en kopiëren heb je je schoolpas nodig. De eerste keer dat je inlogt op een kopieerapparaat, moet je schoolpas aan je account gekoppeld worden. Leg je pas op de lezer en volg de aanwijzingen op het scherm. Kan ik op school boeken lenen? Dat kan. De OSG heeft een prima mediatheek. Je vindt er veel goede jeugd- en studieboeken. Verder kun je er een tijdschrift lezen of op de computer werken. Maak er gebruik van! De mediatheek is nog gratis ook. 4

7 Wennen aan je nieuwe school Nieuwe kinderen, een heleboel verschillende docenten, steeds een ander lokaal, stapels boeken en bergen huiswerk. Als brugklasleerling kom je na de zomervakantie in een heel andere schoolwereld terecht dan je gewend was. Je oude, vertrouwde basisschool, waar je kind aan huis was, verruil je voor een onbekende en veel grotere middelbare school: de OSG West-Friesland. Dat is een hele stap. Toch valt het allemaal reuze mee. De jongste Op de basisschool was je het afgelopen jaar de oudste, op de OSG ben je ineens de jongste, een brugkoter. Dat is even wennen. De eerste weken zul je wel commentaar krijgen. Vooral van 2e klassers, want die voelen zich ineens heel erg groot. Trek je niets van hun leuke opmerkingen aan. Met een paar weken is het over. Wat er beslist niet bij hoort, is pesten. Als je lastiggevallen wordt door leerlingen uit hogere klassen, vertel dat dan direct aan je mentor of aan een leerlingmentor die bij jouw klas hoort. Nieuwe klasgenoten In je nieuwe klas zul je heel wat onbekende gezichten zien, maar ook vast wel een paar die je al jaren kent. Alle leerlingen die van dezelfde basisschool komen en hetzelfde advies hebben, worden immers in dezelfde klas geplaatst. Alleen als de groep te groot is of als leerlingen dat zelf graag willen, splitsen we de groep. De nieuwe kinderen in je klas zul je snel genoeg leren kennen; na de kennismakingsdagen ken je ze allemaal. Verschillende docenten Op de middelbare school heb je voor vrijwel elk vak een andere docent. Ze hebben hun eigen manier van lesgeven. Daar zul je aan moeten wennen. Het voordeel van al die verschillende docenten is dat je op veel manieren uitleg krijgt en veel nieuwe mensen leert kennen. Voordat je het weet, is een les voorbij en heb je weer iemand anders voor je. En je zult merken dat de docenten allemaal aardig zijn. Vaklokalen Je had op de basisschool alles binnen handbereik. Je kon het grootste deel van de schooldag lekker op je eigen plek blijven zitten. Kaarten, woordenboeken, atlassen, alles had in het lokaal een vaste plek. Maar op de OSG moet je voor elk vak naar een ander lokaal. Dit komt doordat docenten voor hun lessen vaak allerlei spullen nodig hebben. Een biologiedocent kan moeilijk elke les met een geraamte onder zijn arm naar een ander lokaal lopen. Daarom zijn er vaklokalen waar zich alles bevindt wat voor een bepaald vak nodig is. In het begin loop je nog wel eens te zoeken, maar na een week verdwaal je beslist niet meer. Huiswerk maken Er zijn nog meer verschillen tussen de basisschool en de middelbare school: veel van jullie moeten elke dag een flink stuk reizen en als je thuiskomt, moet je vaak huiswerk maken. Voor buitenspelen, televisie kijken of andere leuke dingen is minder tijd over dan toen je nog op de basisschool zat. Verder zul je regelmatig toetsen en proefwerken moeten maken. Al met al betekent de overgang van de basisschool naar de OSG een hele verandering. Je zult zeker moeten wennen. Bij de een duurt dat wat langer dan bij de ander. Bedenk dat je niet de enige en niet de eerste bent die dit allemaal moet verwerken. Achteraf zul je net als al die anderen zeggen: Het viel eigenlijk best mee. 5

8 6

9 De Wenweken Omdat de overstap van de basisschool naar de OSG vrij groot is, lopen we niet meteen te hard van stapel. De eerste weken noemen we dan ook de wenweken. Deze periode duurt vier weken. Wat houden die wenweken in? Om te beginnen willen we je duidelijk maken hoe je op school en thuis het beste kunt werken. Je mentor geeft je tijdens de mentorlessen bijvoorbeeld aanwijzingen voor het maken van huiswerk. En bij elk vak zal de docent uitleggen hoe je de zaken aan moet pakken. Je krijgt natuurlijk gewoon les en huiswerk hoort er vanaf het begin bij. Net als overhoringen en toetsen. Als de eerste scores een beetje tegenvallen, is er geen reden tot paniek. Samen proberen we er dan achter te komen waardoor het mis ging. Van je fouten kun je leren. Bij de volgende toetsen en proefwerken gaat het dan vast beter. We snappen heel goed dat het in het begin wel eens mis kan gaan met het vinden van het lokaal etc. Afsluiting Als afsluiting van de wenweken zijn er in de eerste week van oktober de kennismakingsdagen. Twee dagen ga je met je eigen klas en een andere brugklas op kamp in Duinrell! In Duinrell ga je samen met je klas aan de slag met allerlei samenwerkingsopdrachten en ga je uiteraard het attractiepark en zwembad in. Verder is er aan het eind van de eerste periode een groots Halloweenfeest, speciaal voor de brugklassers. 7

10 Begeleiding We vinden het op de OSG belangrijk dat leerlingen langzaam maar zeker zelfstandig leren werken. Uiteindelijk ben jij het die het moet doen. Niet alleen in de brugklas, maar ook gedurende de rest van je studie. Wij, de docenten, kunnen je alleen maar vertellen wat je moet leren en maken en hoe je dat het beste kunt aanpakken. Als het niet zo goed lukt met al dat huiswerk of als je het bij een bepaald vak niet kunt bijhouden, helpen we je om weer op het goede spoor te komen. Je staat er dus niet alleen voor. Op school zijn verschillende mensen die zich bezighouden met de begeleiding van brugklassers: de afdelingsleider van de brugklas, je mentor en de leerlingmentoren. Je mentor is je steun en toeverlaat. Je hebt van je mentor altijd les in een gewoon vak, bijvoorbeeld Engels of wiskunde, en ook de mentorlessen. Je mentor houdt het hele jaar een oogje in het zeil. Als daar aanleiding toe is, praat je mentor met je ouders en eventueel ook met je leraar of lerares van de basisschool. Je mentor houdt ook je studieresultaten bij en bespreekt die met jou. Je mentor is niet alleen belangrijk voor jou, maar ook voor je ouders. Als er iets is, moeten zij beslist contact opnemen met je mentor. Tijdens de eerste ouderavond in september maken je ouders kennis met je mentor. Gedurende het hele jaar kunnen je ouders, als dat nodig is, een afspraak maken voor een gesprek. Als het dringend is, kunnen je ouders je mentor altijd bellen of mailen. Tijdens de leerlingbesprekingen overlegt je mentor met de andere docenten van wie je les hebt over je scores en je gedrag. Als er problemen zijn, probeert je mentor deze samen met jou op te lossen. Het is erg belangrijk dat wij weten als er met jou iets is waardoor je thuis of op school niet goed kunt werken. Laat je ouders dan altijd contact opnemen met je mentor of de afdelingsleider van de brugklas. We kunnen er dan rekening mee houden. Leerlingmentoren 8 Bij iedere brugklas hoort ook een groepje bovenbouwleerlingen, dat je helpt om je zo snel mogelijk thuis te laten voelen op je nieuwe school. We noemen deze leerlingen leerlingmentoren. Als je ergens mee zit, kun je, behalve bij je mentor, ook bij hen terecht. Het is voor de leerlingmentoren nog niet zo lang geleden dat zij zelf brugklasser waren en over sommige problemen praat je misschien liever met hen dan met een leraar. De leerlingmentoren zijn aanwezig bij alle brugklasactiviteiten en als het nodig is kunnen ze je ook een lastige paragraaf van wiskunde of een moeilijk hoofdstuk van Engels uitleggen. Bovendien zijn er bovenbouwleerlingen die je bijles kunnen geven in een vak dat je moeilijk vindt.

11 De Krachtige Klas De OSG is de enige middelbare school in West-Friesland die een vervolg geeft aan de Vreedzame School: de Krachtige Klas. Dit is niet 1 krachtige klas, maar een manier waarop we in alle klassen op de OSG met elkaar om willen gaan. De Krachtige Klas gaat uit van het idee dat je elkaar stimuleert en vooruit helpt zodat je uiteindelijk samen ook beter presteert dan je misschien had gedacht. Door als groep op een positieve manier met elkaar om te gaan, zit je, zo denken wij, toch anders in de klas dan wanneer je niets van elkaar zou weten. Hoe doen we dat? Door afspraken met elkaar te maken en met elkaar te praten over wie je bent. Doordat je steeds meer over elkaar weet, ga je elkaar ook steeds meer waarderen. Je leert elkaar in de klas steeds beter kennen, maar ook activiteiten buiten school (samen BBQ-en, samen schaatsen/zwemmen etc.) zorgen ervoor dat je goed contact krijgt met je klasgenoten. De mentorlessen Tijdens de mentorlessen ga je aan de slag met de Krachtige Klas. Zo maak je niet alleen kennis met elkaar, je leert ook hoe een middelbare school werkt. Je leert onder andere hoe je (op jouw manier) het beste kan studeren, hoe je je agenda moet gebruiken en hoe je moet plannen. De klas bespreekt ook onderling onderwerpen, die door klasgenoten worden aangedragen. Daarbij wordt je als Krachtige Klas geholpen door je mentor. Die is natuurlijk net zo trots op zijn of haar klas als jijzelf! Naast de lessen van de Krachtige Klas gebruiken we de mentorlessen om jullie te leren hoe je je agenda moet invullen, het beste je huiswerk kunt maken en hoe je proefwerken en toetsen moet voorbereiden. Tijdens de mentorlessen zal de mentor ook wel eens gewoon met jullie kletsen over hoe het gaat op school, over klassenavonden, over probleempjes in de klas of met andere docenten. Je hebt in het eerste deel van het schooljaar twee uur mentorles in de week. Later in het jaar heb je één mentorles per week. 9

12 Fast Lane English Fast Lane English is een programma versterkt Engels. Dat is ook het belangrijkste verschil met tweetalig onderwijs: je krijgt geen wiskunde in het Engels uitgelegd, maar duikt met z n allen in de Engelse taal en de Britse geschiedenis, cultuur, media en gewoonten. Dat doe je natuurlijk door vooral heel veel Engels te spreken. In het begin is dat misschien niet eenvoudig, maar je zult merken dat het heel snel went! Je krijgt Fast Lane English nààst je gewone Engelse les. Met FLE ga je ook regelmatig op reis naar Groot-Brittannië. Daar ga je toepassen wat je geleerd hebt tijdens de lessen: je praat Engels met èchte Britten, je ervaart de Britse cultuur van heel dichtbij en duikt in de lokale geschiedenis. In de brugklas reizen we af naar het plaatsje Canterbury in Engeland. Hier gaan we op bezoek bij onder andere de Canterbury Cathedral en leer je veel over de geschiedenis van deze plaats tijdens een stadswandeling. Ook gaan we de omgeving van Canterbury ontdekken. We bezoeken Dover Castle en de Secret Wartime Tunnels en gaan de natuur in onder leiding van echte rangers. De avonden zul je, samen met een aantal klasgenoten, doorbrengen in een gastgezin. TOP-uren Alle brugklassers die geen FLE of Technasium volgen, volgen TOPuren. TOP-uren zijn heel leuk en leerzaam. In de brugklas volg je TOP-uren in blokken van zes weken. Er worden TOP-uren aangeboden op het gebied van cultuur, sport of creativiteit. Na elk blok kies je zelf welke TOP-uren je het volgende blok gaat doen. 10

13 Soorten brugklassen Op de OSG West-Friesland hebben we zes verschillende soorten brugklassen, namelijk: mavo/havo, havo/vwo, atheneum, technasium en gymnasium. In al deze brugklassen, m.u.v. de technasiumklas, kun je kiezen voor FLE. Op basis van je advies ben je in één van deze brugklassen geplaatst. Als in de loop van het jaar uit je scores blijkt dat je niet op de goede plek zit, gaan we bekijken of je overgeplaatst kunt worden naar een andere klas. Dat kan bijvoorbeeld betekenen dat je in januari van een mavo/havo-klas verhuist naar een havo/vwo-klas. Zit je in een havo/vwo-klas en besluit je in de loop van het jaar dat je in de tweede naar een gymnasiumklas wilt, dan ga je een speciaal programma volgen, zodat je zonder achterstand in de tweede kunt beginnen. Rapporten en cijferoverzichten Soms lijkt het hele leven van een middelbare scholier alleen te bestaan uit proefwerken, overhoringen, cijfers en rapporten; of er geen leukere dingen zijn! Die zijn er natuurlijk wel, maar docenten kunnen nu eenmaal niet zonder schriftelijke werken en scores. Een school zonder rapporten bestaat nu nog alleen in sprookjes. Je krijgt in de brugklas drie keer per jaar een rapport. We werken op de OSG met een voortschrijdend gemiddelde. Dat betekent dat ieder nieuw cijfer dat je krijgt, wordt opgeteld bij de vorige cijfers van dat vak en dat er meteen een nieuw gemiddelde ontstaat. Bij een van de laatste rapporten geven we aan wat je bevordering aan het eind van het schooljaar hoogstwaarschijnlijk gaat worden. Via de website van de OSG kun je inloggen in Magister WebPortal. Zo kunnen jij en je ouders via internet je scores bekijken. Tijdens de mentorles ga je een keer samen met je mentor kijken hoe dit werkt. Ook via de Magister-App op je smartphone kun je je cijfers bekijken. 11

14 Het lesrooster De eerste dag van het nieuwe schooljaar krijg je van je mentor je lesrooster. Daarop staat welk vak je op welk uur hebt, van wie je les krijgt en in welk lokaal dat gebeurt. Een schoolweek telt vijf dagen van maximaal acht lesuren. Ieder lesuur duurt 50 minuten. Je zou dus veertig lesuren per week op school kunnen zitten. Maar als brugklasser heb je minder uren en ben je op zijn laatst om uur uit. Als een docent ziek is en het lukt niet het rooster aan te passen, kan het gebeuren dat er een tussenuur ontstaat. We noemen dat een leesuur. Je krijgt dan les van een andere docent. Je moet voor een leesuur altijd een leesboek bij je hebben. 40-minutenrooster Soms werken we met een aangepast rooster. Dit noemen we een 40-minutenrooster. Lessen duren dan geen 50 maar 40 minuten. We gebruiken dit rooster een paar keer per jaar, bijvoorbeeld als de docenten moeten vergaderen. In de nieuwsbrieven en op de website komt te staan wanneer we het 40-minutenrooster inzetten. Ook worden 40-minutenroosters aangekondigd via de social-media-kanalen van de OSG (zie pagina 20) 50-minutenrooster 40-minutenrooster 1 e uur 2 e uur 3 e uur pauze 4 e uur 5 e uur pauze 6 e uur 7 e uur 8 e uur e uur e uur e uur e uur pauze e uur e uur e uur e uur

15 De website Op de website van de OSG (osg.atlascollege.nl) vind je allerlei informatie over de school. Je vindt er het roosterportal, een link naar Magister webportal, het laatste nieuws en de agenda. Een groot gedeelte van de site is niet afgeschermd met een wachtwoord. Voor dit gedeelte hoef je dus niet in te loggen. Een aantal zaken zijn wel afgeschermd met een wachtwoord, zoals Webportal, het roosterportal en de digitale leeromgeving. Op de eerste schooldag ga je samen met je mentor naar een computerlokaal. Hier krijg je je inloggegevens en gaan jullie samen kijken wat je waar kunt vinden op de website. Op de website vind je ook handleidingen voor bijvoorbeeld het wijzigen van je gegevens in Magister Webportal. Magister WebPortal Op de OSG maken we gebruik van Magister Webportal. Hier kunnen jij en je ouders/verzorgers je cijfers inzien en ook hoe vaak je je boeken bent vergeten of je huiswerk niet hebt gemaakt. Je ouders/ verzorgers krijgen hiervoor een aparte inlogcode. Het is van groot belang dat jij en je ouders/verzorgers ervoor zorgen dat de adressen in Magister kloppen. Mocht je dus gedurende het schooljaar een ander adres gaan gebruiken, dan moet je zorgen dat dat adres in Magister komt te staan. Als jouw adres of dat van je ouders/verzorgers niet klopt, kan het gebeuren dat jullie belangrijke informatie niet ontvangen. Roosterportal Je lesrooster en eventuele roosterwijzigingen vind je in het roosterportal. Dit portal vind je op de website, maar kun je ook als app op je smartphone installeren. Zo heb je altijd het juiste rooster bij de hand. Heb je geen smartphone? Geen probleem, je kunt altijd terecht bij de receptie in het hoofdgebouw. 13

16 Tijd voor ontspanning Op school gebeurt meer dan alleen maar leren en werken. Er is ook tijd voor ontspanning. Leerlingen organiseren samen met docenten in de loop van het jaar verschillende leuke activiteiten. Vaste onderdelen zijn de school feesten, culturele avonden en sportdagen. Het hangt van het enthousiasme van leerlingen en docenten af, of er nog meer gebeurt. Culturele avonden, concerten en toneel Al heel lang vinden er op de OS G elk jaar culturele avonden en concerten plaats. Tijdens zo n avond treden leerlingen en docenten op in de aula van het hoofdgebouw. Er wordt dan gedans t, gezongen, toneel gespeeld en muziek gemaakt. Er zijn avonden voor klassieke muziek en een avond waaro p alles kan. Elk jaar voeren de Fast Lane Eng lish leerlingen uit de derde klassen een stuk van Wil liam Shakespeare op. Helemaal in het Engels. Op pad is, als je huiswerk Leren doe je niet alleen in de les of thu eken. Je leert ook maakt. Ook leer je niet alleen uit bo meemaakt in de als je nieuwe dingen ziet, hoort en wereld buiten school. d naar bijvoorbeeld Daarom gaan we met jullie op stap tot leven wordtt het Archeon (waar de geschiedenis n n zit naar steden gebracht) en als je in de hogere klasse treis naar Grootin het buitenland. Met FLE ga je op okk um kiest, ga je ook Brittannië. Als je voor het Gymnasi regelmatig op reis. 14 Halloween Speciaal voor de brug klasleerlingen is er eind oktober een groo t Halloweenfeest. Alle leerlingmentoren, docenten en leerlinge n zijn verkleed als de vreemdste wezens. Al lang voor het Halloweenfeest zijn de leerlingmentoren en een aantal docenten bezig met het maken van de decoraties. Je kent de school en de docenten vast niet meer terug op die avond.

17 Vakken in de brugklas Na de basisschool komt de basisvorming. De eerste twee jaar krijgen alle kinderen in Nederland op alle middelbare scholen les in dezelfde vakken. En dat niet alleen: op elke school moeten ongeveer dezelfde onderwerpen aan bod komen. Op alle scholen krijgen de leerlingen bij aardrijkskunde bijvoorbeeld iets te horen over aardbevingen. Natuurlijk is er wel verschil in niveau. Hieronder en op de volgende pagina s staat in het kort waar het bij de verschillende vakken om gaat. Nederlands Op de basisschool heet dit vak taal. In de brugklas ga je verder met het nog beter leren gebruiken van de Nederlandse taal. Je werkt aan het beter begrijpen van teksten, het vergroten van je woordenschat en aan de spelling. Natuurlijk moet je ook boeken lezen en verslagen en werkstukken maken. Verder hebben we het over het gebruik van het woordenboek, informatiebronnen en het houden van een presentatie. Frans Een vreemde taal leer je om met mensen te kunnen praten. Je moet uiteindelijk die taal dus zelf kunnen gebruiken en begrijpen wat een ander bedoelt. Je moet die vreemde taal ook kunnen lezen en schrijven. Dit komt in de brugklas bij het vak Frans allemaal aan de orde. Spreken en luisteren kun je alleen leren door het te doen. Dat betekent dus kletsen met je buurman of buurvrouw, maar nu eens in het Frans. Zeker in het begin is dat geen gemakkelijke opgave. Engels In tegenstelling tot Frans is Engels geen nieuw vak voor je. Je hebt allemaal op de basisschool al Engels gehad. Je zult merken dat het in de brugklas veel sneller gaat. Voor het vak Engels geldt eigenlijk hetzelfde als voor Frans. Het gaat in de brugklas om het leren lezen, schrijven, verstaan en spreken van eenvoudig Engels. Wiskunde Bij wiskunde leer je hoe je problemen op moet lossen. Wiskundige problemen uiteraard. Dit doe je met behulp van wiskundige technieken. Wat dat zijn, wordt je in de les snel duidelijk. Je leert onder andere verbanden herkennen, schattend rekenen, een rekenmachine gebruiken, logisch redeneren en grafieken maken en aflezen. Het is de bedoeling dat je tijdens de les al een groot deel van je huiswerk maakt. Wiskunde is een echt doe-vak. 15

18 Vakken in de brugklas Klassieke Talen In Nederland noemen we de talen van de Romeinen en de Grieken de klassieke talen. Onze hedendaagse cultuur, eigenlijk alles wat je in Europa om je heen ziet aan boeken, beeldende d kunst, gebouwen en zelfs de manier waarop mensen nu denken, heeft zijn wortels in de Griekse en Romeinse oudheid. Daarom is het zo leuk om te leren hoe Grieken en Romeinen dachten. Als je hun talen begrijpt, kun je teksten lezen van soms wel 2800 jaar oud! Behalve de talen leer je in de brugklas ook hoe mensen leefden en dachten in de oudheid. Je leert dus veel over hun cultuur. Daarbij horen bijvoorbeeld de verhalen die Grieken en Romeinen elkaar vertelden over goden en helden. Maar ook de vraag hoe mensen in de oudheid eigenlijk woonden en werkten komt aan bod. Zo leer je een heleboel tegelijk en dat maakt Latijn en Grieks zo leuk! Filosofie Bij het vak filosofie word je aangemoedigd om over alles vragen te stellen, terwijl je tegelijkertijd leert om de zinvolle vragen van de minder zinvolle te onderscheiden. Ook maak je kennis met een aantal woorden en begrippen uit de geschiedenis van de filosofie en maak je een begin met het leren sorteren van woorden op de klassieke Griekse manier. Geschiedenis Bij geschiedenis kun je niet zonder namen en feiten. Maar belangrijker is dat je begrijpt waarom en hoe iets gebeurde. De volgende onderwerpen komen in de brugklas aan de orde: Prehistorie, Egypte, Grieken en Romeinen, Middeleeuwen en de 16e en 17e eeuw. Handvaardigheid Bij handvaardigheid maak je een aantal werkstukken. Hierbij leer je verschillende materialen en technieken te gebruiken. Maar het is ook belangrijk dat je weet, hoe je iets moet uitbeelden. Dit kun je leren door te kijken naar het werk van kunstenaars en ontwerpers. Bij elk werkstuk maak je een verslag. Aardrijkskunde Een van de leuke dingen van aardrijkskunde is het feit dat er steeds een ander onderwerp ter sprake komt. Je leert bijvoorbeeld van alles over weer en klimaat, delfstoffen, overschotten in de landbouw, gastarbeid en waterverontreiniging. Wat je geleerd hebt in de aardrijkskundeles, kun je vaak gebruiken als je met vakantie gaat, een boek leest of naar de tv kijkt. Aardrijkskunde is overal. 16

19 Biologie Bij biologie leer je van alles over de levende natuur. Je leert bijvoorbeeld hoe planten en dieren het jaar doorkomen en wat voor soorten levende wezens er zijn. Verder besteden we aandacht aan het menselijk lichaam, de voortplanting en hoe je goed voor jezelf kunt zorgen door middel van bijvoorbeeld gezonde voeding en lichaamsverzorging. Meestal werk je gewoon met boek en schrift. Je moet dan vragen en opdrachten maken bij een tekst uit het boek. Er zijn ook lessen waarbij dit niet gebeurt. Tijdens die lessen ga je bijvoorbeeld films bekijken of practicum doen. Dat wil zeggen dat je dan zelf iets uitprobeert of een onderzoekje doet, bijvoorbeeld met de microscoop. Muziek Ook muziek is een doe- en een leervak. Je speelt muzikale spelletjes, moet soms zelf zingen en zult veel naar muziek luisteren. Daarnaast leer je het een en ander over notenwaarde en muzikale tegenstellingen (tempo, dynamiek, timbre). Verder wordt je gehoor muzikaal getraind. En dat is wel nodig ook, want de proefwerken zijn er soms ook in de vorm van luistertoetsen. Lichamelijke Opvoeding Op school zit je veel stil en werk je vooral met je hoofd. Een gezonde geest hoort in een gezond lichaam wisten de Romeinen al. Bij de gymles leer je je lijf goed te bewegen. Je leert regels en technieken van verschillende sporten, zowel in de zaal als buiten. Science & Onderzoek Science & Onderzoek is een combinatie van de vakken natuurkunde, scheikunde en onderzoek. Een deel van de tijd verdiep je je in de natuurkunde, je gaat kijken naar dingen die er wel zijn, maar die je niet vast kan pakken, zoals bijvoorbeeld krachten, elektriciteit, licht en geluid. Stuk voor stuk dingen die je kan meten, maar waar je geen bekertje mee kan vullen. Op andere momenten zijn we bezig met scheikunde of onderzoeksvaardigheden. Tekenen Je leert werken met verschillende materialen, zoals potlood, verf, pen en inkt. Bij tekenen en schilderen is het goed toepassen van licht-donker en kleur erg belangrijk. Daar besteden we dan ook veel aandacht aan. Goed materiaal- en kleurgebruik is van belang, maar net zo belangrijk is je fantasie. Ook die leer je (beter) te gebruiken. Dat noemen we beeldende creativiteit. 17

20 De eerste schooldagen We verwachten je op maandag 26 augustus voor de eerste keer op school voor het ophalen van je boeken. Dat zijn er heel wat. Vergeet dus vooral je schooltas niet! Over de exacte tijd en plek krijg je aan het eind van de zomervakantie nog een brief. Op dinsdag 27 augustus verwachten we je op school voor de introductiedag. Je moet in ieder geval het volgende meenemen: tas, agenda, pen, schrift, en iets om in de pauze te eten en te drinken. Je mentor ontvangt je in een lokaal. Daar krijg je het lesrooster, bespreek je met je mentor de eerste belangrijke zaken en je krijgt een kluisje toegewezen. Op woensdag 28 augustus beginnen de lessen volgens het rooster dat je op de introductiedag gekregen hebt. 18

21 Boodschappenlijst Schoolagenda schriften 2 A4-schriften met ruitjes 1x1 cm 2 dunne 23-rings multomappen. 1 hiervan met gelinieerde blaadjes, ruitjespapier (1 x 1 cm) en tabbladen 10 snelhechters voor o.a. stencils en samenvattingen Pakje insteekhoesjes (showtassen) Etui met kleurpotloden (12 verschillende kleuren), schaartje, plakstift, puntenslijper, 2 potloden (H en HB), gum en pen Stevige, niet flexibele geo-driehoek Stevige metalen passer (advies: Maped Stop System) Rekenmachine Casio fx 82 MS 2 potloden (HB & 3B), een goede gum en zwarte stiften in drie verschillende diktes voor tekenen Pocketwoordenboek Nederlands van 2007 of later Pocketwoordenboeken Engels-Nederlands en Nederlands-Engels Pocketwoordenboeken Frans-Nederlands en Nederlands-Frans USB-stick (minimaal 8GB) Goede schooltas Kaftpapier Voor het vak Engels lezen leerlingen in alle jaarlagen een of twee boeken uit een vastgestelde leeslijst. Dit boek kunnen leerlingen lenen in de bibliotheek, maar hiervan zijn niet voldoende exemplaren aanwezig. Van sommige titels is een klassenset aanwezig op school, maar zo niet dan zullen de leerlingen dit boek zelf moeten aanschaffen. De gemiddelde kosten van een Engelse pocket liggen rond de 13 euro

22 Vakanties en vrije dagen Vakanties Herfstvakantie: Kerstvakantie: Voorjaarsvakantie: Meivakantie: Zomervakantie: Vrije dagen Atlasdag: Open Dag: 2e Paasdag: Hemelvaart: 2e Pinksterdag: 21 t/m 25 oktober 23 december t/m 3 januari 17 t/m 21 februari 22 april t/m 5 mei 6 juli t/m 14 augustus Nader te bepalen 7 februari 13 april 21 & 22 mei 1 juni Let op: Goede vrijdag (10 april) is geen vrije dag! Social media Voor het laatste nieuws over de OSG kun je terecht op de website, maar ook op de officiële OSG Facebook en Instagram. osgwestfriesland 20 osgwestfrieslandofficial

23 Kosten schooljaar (voor ouders) Algemeen Ouderbijdrage Schoolpas/Fotograaf Duinrell Excursie Archeon Totaal: 168 Activiteitenweek * Gymnasium Technasium Fast Lane English *Geldt alleen voor leerlingen met TOP-uren en de Technasiumleerlingen. De activiteitenweek en de reis naar Canterbury voor FLE-leerlingen vinden gelijktijdig plaats. Bovenstaande bedragen zijn de bedragen van schooljaar De kosten voor schooljaar kunnen licht afwijken. 21

24 samen cultureel eigenzinnig onderzoekend mavo havo atheneum technasium gymnasium Bontekoestraat 3, 1623 LL Hoorn osgwestfriesland.atlascollege.nl