AFLUISTEREN VAN ADVOCATEN

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "AFLUISTEREN VAN ADVOCATEN"

Transcriptie

1 Dr. C.M. Pelser WETGEVING Op 12 oktober 2004 heeft de Eerste Kamer de behandeling van het wetsvoorstel Toezeggingen aan getuigen in strafzaken (26 294) in de volksmond deals met criminelen genaamd hervat. De behandeling was stilgelegd in afwachting van het wetsvoorstel Wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met het niet afleggen van een getuigenverklaring na een daartoe strekkende toezegging (28 017). Tijdens de mondelinge behandeling van beide wetsvoorstellen op 8 maart 2005 (Handelingen EK 2004/05, nr. 18, p ) werd onder meer gesproken over de noodzaak van een wettelijke regeling, mede in het licht van de Tijdelijke aanwijzing van het College van procureurs-generaal, en de onderlinge verhouding van de voorstellen (zou de regeling van wetsvoorstel uitvoerbaar zijn als wetsvoorstel wordt verworpen?). Met betrekking tot de inhoud van de voorstellen kwam onder meer naar voren dat de rechter-commissaris alleen de toezeggingen van artikel 226g lid 1 (en niet die van lid 4) op rechtmatigheid toetst, aangezien alleen de toezeggingen tot strafvermindering direct van invloed zijn op de beslissingen die de rechter ingevolge de artikelen 348 en 350 Sv moet nemen. De behandeling werd geschorst in afwachting van een brief van de minister. In deze brief (van 18 maart 2005) zet de minister de hoofdlijnen van de wetsvoorstellen nog eens uiteen en beantwoordt hij enkele resterende vragen (Kamerstukken I 2004/05, en , E). De minister herhaalt dat een sepotverbod niet wettelijk kan worden geregeld, maar uitsluitend als beleidsregel in een aanwijzing kan geschieden. Hij merkt op dat de praktijk laat zien dat de normering in de Tijdelijke aanwijzing daadwerkelijk functioneert en heeft geleid tot de gewenste restrictieve inzet. Bij de afsluiting van dit Katern was de voortzetting van de plenaire behandeling in de Eerste Kamer gepland voor 10 mei Op 16 maart 2005 heeft de minister van Justitie het rapport van de commissie-winsemius, Technologie en Misdaad. Kansen en bedreigingen van de technologie bij de beheersing van criminaliteit, aan de Tweede Kamer aangeboden. De commissie- Winsemius werd ingesteld naar aanleiding van de nota Criminaliteitsbeheersing: Investeren in een zichtbare overheid met als taak nieuwe vormen van technologie, zoals biotechnologie, nanotechnologie, digitale technologie, neurale netwerken, artificiële intelligentie, genetica, die kunnen leiden tot nieuwe vormen van criminaliteit en tegelijkertijd kansen bieden om criminaliteit op innovatieve wijze te voorkomen en te bestrijden, systematisch in kaart te brengen, zowel op het vlak van de preventie als op het vlak van de opsporing (Kamerstukken II 2000/01, , nr. 2, p. 20). In de begeleidende brief kondigt de minister de oprichting van een innovatieplatform technologie en opsporing aan (Kamerstukken II 2004/05, , nr. 39). Het initiatiefwetsvoorstel van het kamerlid Eerdmans (LPF) tot verhoging van de maximumstraf voor verboden wapenbezit en enkele andere misdrijven, dat in november 2002 aan de Tweede Kamer werd aangeboden maar niet is behandeld, is in maart 2005 ingetrokken (Kamerstukken II 2004/05, , nr. 4). Het wetsvoorstel was overbodig geworden door de aanneming op 29 juni 2004 van een amendement tot verhoging van de strafmaat voor het bezit van wapens van de 1e categorie bij het wetsvoorstel tot herijking van een aantal wettelijke strafmaxima (Kamerstukken II 2003/04, , nr. 35). Wetsvoorstel werd bij de eindstemming op 10 februari 2005 met algemene stemmen door de Tweede Kamer aangenomen. In het Staatsblad werden gepubliceerd de wet Strafbaarstelling discriminatie wegens een handicap van 10 maart 2005 (Stb. 2005, 11) en de wet van 23 maart 2005 tot wijziging en aanvulling van een aantal bepalingen in het Wetboek van Strafvordering met betrekking tot de betekening van gerechtelijke mededelingen in strafzaken (Stb. 2005, 175). De wet DNA-onderzoek bij veroordeelden van 16 september 2004 (Stb. 2004, 465) is in werking getreden met ingang van 1 februari 2005, voor zover het gaat om een aantal in het inwerkingtredingsbesluit expliciet omschreven misdrijven (zie Stb. 2005, 18). Artikel 14 van de wet (inhoudende wijziging van de artikelen 151a lid 6, 151b lid 3, 195a lid 4 en 195d lid 3 Sv) is in werking getreden met ingang van 1 maart Het Besluit van 30 december 2004, houdende wijziging van het Besluit DNA-onderzoek in strafzaken (Stb. 2005, 17) is gelijktijdig met de wet in werking getreden. De tekst van het Besluit DNA-onderzoek in strafzaken, zoals dit luidt met ingang van 1 februari 2005, is gepubliceerd in Stb. 2005, 188. AFLUISTEREN VAN ADVOCATEN Regelgeving Sinds de invoering van de wet Bijzondere opsporingsbevoegdheden op 1 februari 2000 is er veel te 5288 KATERN 95

2 doen rond het afluisteren van advocaten. Op grond van het Wetboek van Strafvordering mogen de bevoegdheden tot het opnemen van communicatie ook worden gebruikt om gesprekken met geheimhouders af te luisteren. Op de voet van artikel 126aa lid 2 Sv worden processen-verbaal, voor zover daarin mededelingen staan van of gedaan aan personen die zich op grond van artikel 218 Sv zouden kunnen verschonen als zij als getuige optreden, achteraf op bevel van de officier van justitie vernietigd. Mededelingen aan of door geheimhouders, die niet onder het verschoningsrecht vallen, mogen uitsluitend met machtiging van de rechtercommissaris aan het dossier worden gevoegd. De vernietigingsplicht is bij AMvB nader geregeld (Stb. 1999, 548). Op de voet van artikel 4 lid 3 van het Besluit wint de officier van justitie, indien de mededelingen zijn gedaan door of aan een geheimhouder die als verdachte is aangemerkt, het oordeel in van een gezaghebbend lid van de beroepsgroep waartoe de geheimhouder behoort (de deken van de plaatselijke Orde van advocaten), omtrent de vraag of de mededelingen zijn aan te merken als mededelingen in de zin van artikel 126aa lid 2 Sv. Als de officier van justitie afwijkt van het oordeel van het gezaghebbende lid van de beroepsgroep, moet hij dat besluit motiveren. Naar aanleiding van een kort geding (Rb Den Haag 9 december 2001, LJN AD7315) stelde het College van procureurs-generaal een instructie op met een procedure voor het omgaan met geheimhoudersgesprekken (Nieuwsbrief Strafrecht 2002, p ). In de praktijk bestaat veel kritiek op de regeling en de wijze waarop deze door justitie wordt gehanteerd. Zo is het de vraag of het wel de officier van justitie moet zijn, die beoordeelt of de informatie al dan niet onder het verschoningsrecht valt (zie o.m. P.A.M. Mevis, D&D 2003, p ). Vóór 2000 lag deze bevoegdheid bij de rechtercommissaris. Het College Bescherming Persoonsgegevens (CBP) deed op verzoek van de Nederlandse Vereniging van Strafrechtadvocaten een onderzoek, dat leidde tot het rapport Onderzoek naar de waarborging van de vertrouwelijke communicatie van advocaten bij de interceptie van telecommunicatie van 16 juli 2003 (te raadplegen via Het CBP concludeerde dat de werkwijze van politie en OM bij het stelselmatig opnemen, registreren, uitwerken en kennisnemen van vertrouwelijke communicatie van advocaten in strijd is met de Wet politieregisters en de Wet bescherming persoonsgegevens. Het CBP stelt vast dat in voorkomende gevallen de vernietigingsplicht van artikel 126aa lid 2 Sv niet wordt nageleefd. In 2003 werd, ook op verzoek van de Vereniging van Nederlandse Strafrechtadvocaten, door een accountantsbureau een risicoanalyse gedaan naar de informatiebeveiliging in tapkamers en de daarin gebruikte aftapsystemen, waarbij belangrijke tekortkomingen werden aangetroffen. Volgens de minister van Binnenlandse Zaken hebben deze niet geleid tot daadwerkelijk misbruik en zijn er maatregelen genomen om de kwetsbaarheden weg te nemen (Kamerstukken II 2003/04, VII, nr. 39). De minister van Justitie zag in het rapport van het CBP geen aanleiding om de regeling te wijzigen (brief van 29 september 2003). De minister onderschrijft het belang van bescherming van het verschoningsrecht, maar stelt dat de officier van justitie op grond van het Wetboek van Strafvordering de taak heeft te beslissen of opgenomen telefoongesprekken hieronder vallen. De praktijk is volgens de minister hiermee in overeenstemming (zie antwoord op vragen van kamerlid De Wit (SP); Kamerstukken II 2002/03, Aanhangsel, p ). Het CBP daarentegen acht de vaste praktijk dat opsporingsambtenaren en de officier van justitie kennis nemen van vertrouwelijke telefoongesprekken van advocaten met burgers, die onder het beroepsgeheim van advocaten vallen, onrechtmatig. Het CBP heeft de minister van Justitie daarom geadviseerd om de wet- en regelgeving te wijzigen en het verschoningsrecht steviger in het Wetboek van Strafvordering te verankeren (advies van 25 oktober 2004). In april 2005 is het CBP bovendien een vervolgonderzoek gestart naar de verwerking van persoonsgegevens in de tapkamers van de politie. Het CBP gaat daarbij steekproefsgewijs controleren of gesprekken die moeten worden vernietigd ook daadwerkelijk vernietigd zijn. Daarnaast wil het CBP zich laten informeren over de werking van het tapsysteem en de wijze waarop de opgenomen gesprekken worden verwerkt en hoe de archivering van gesprekken verloopt. Mogelijk zal de regelgeving op termijn toch worden aangepast. Naar aanleiding van het hieronder te bespreken kort geding bij de Haagse rechtbank van 15 maart 2005, hebben de Tweede Kamerfracties, met uitzondering van het CDA die de huidige praktijk prima vindt, aangegeven dat zij de regels rond afluisteren willen aanpassen en daarover snel met de minister van Justitie willen debatteren (ANP, 15 maart 2005). Op het moment dat dit Katern werd afgesloten was nog niet bekend wanneer dit debat zal plaatshebben. EHRM Aalmoes e.a. t. Nederland In maart 2002 hebben 113 strafrechtadvocaten een klacht over de regeling van het afluisteren en opnemen van telefoongesprekken van verschoningsgerechtigden bij het EHRM ingediend (application nr /02). Op 25 november 2004 is deze klacht door het EHRM niet-ontvankelijk ver- STRAFRECHT KATERN

3 klaard (Aalmoes e.a. tegen Nederland). Het EHRM is van oordeel dat de regeling voldoende precies en begrijpelijk is en afdoende voorziet in beschermende bepalingen om te kunnen worden aangemerkt als recht in de zin van artikel 8 lid 2 EVRM. Het EHRM noemt in dat kader onder meer de maximumtermijn genoemd in artikel 126m juncto artikel 126l Sv, de jurisprudentie van de Hoge Raad bij artikel 218 Sv, de verbaliseringsplicht van artikel 152 Sv en de vernietigingsplicht van artikel 126aa lid 2 Sv. In het kader van de vraag of de inbreuk noodzakelijk is in een democratische samenleving, overweegt het EHRM dat advocaten in hun beroepsmatige contact met cliënten in beginsel aanspraak hebben op bescherming van en respect voor vertrouwelijkheid. Daarom is het noodzakelijk dat er voor het afluisteren van telefoongesprekken een adequaat systeem van toezicht bestaat, dat dient te worden uitgeoefend door een rechter. Het EHRM stelt vast dat in het Nederlandse recht op verschillende momenten sprake is van rechterlijk toezicht; te weten (a) als de rechtercommissaris een machtiging tot tappen geeft; (b) als de officier van justitie op de voet van artikel 126aa lid 2 Sv een machtiging vraagt om verklaringen gedaan door of aan verschoningsgerechtigden maar die niet onder het verschoningsrecht vallen aan het dossier te voegen; (c) in het geval de advocaat verdachte is en de officier van justitie een machtiging vraagt om verklaringen aan het dossier te voegen waarvan, in overleg met de deken van de Orde, is vastgesteld dat deze niet onder het verschoningsrecht vallen en (d) naar aanleiding van een verweer op het onderzoek ter terechtzitting dat artikel 359a Sv moet worden toegepast. De mogelijke inbreuken op de uitoefening door klagers van het verschoningsrecht vallen aldus binnen de grenzen van hetgeen in een democratische samenleving noodzakelijk is ter voorkoming van misdrijven als bedoeld in artikel 8 lid 2 EVRM. Het EHRM acht de stelling van de klagers, dat de verplichting om de met schending van het verschoningsrecht verkregen informatie te vernietigen structureel of op grote schaal niet is nagekomen, speculatief. Tot slot was geklaagd dat er geen effectief rechtsmiddel in de zin van artikel 13 EVRM is. Het EHRM merkt in de eerste plaats op dat, indien in strijd met het verschoningsrecht informatie is verkregen of in het strafdossier is gevoegd, de verdachte op de voet van artikel 359a Sv de niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie kan inroepen. Verder heeft de president van de Haagse rechtbank in kort geding de klacht van de klagers onderzocht en heeft de regering naar aanleiding van diens bevel de toepasselijke regels aangescherpt (zie hierboven, onder regelgeving). Voor zover de klagers deze aanscherping onvoldoende zouden hebben gevonden, stond voor hen de weg van een civiele bodemprocedure open. Deze omstandigheden tezamen genomen leiden tot het oordeel dat in het nationale recht een effectief rechtsmiddel in de zin van artikel 13 EVRM tegen beweerde inbreuken op het verschoningsrecht aan de klagers ten dienste staat. Kort geding 15 maart 2005 De Nederlandse Vereniging van Strafrechtadvocaten en enkele individuele advocaten hebben bovendien opnieuw een kort geding tegen de Staat aangespannen, om uitvoering van de aanbevelingen van het CBP te vorderen (Rb Den Haag 15 maart 2005, LJN AT0304). De vordering bestond uit een verbod voor de Staat om nog langer met behulp van technische middelen via het vaste of mobiele telefoonnet gevoerde gesprekken op te nemen of af te luisteren, als hieraan voorafgaand bekend is dat aan het gesprek naar alle waarschijnlijkheid een advocaat in de zin van artikel 9a Advocatenwet in de uitoefening van zijn werkzaamheden (geheimhouder) zal deelnemen, tenzij deze advocaat zelf voorafgaand aan het opnemen of afluisteren reeds als verdachte was aangemerkt. Verder zou de Staat de Vereniging van Strafrechtadvocaten volledig en onverwijld moeten inlichten over de door Staat hiertoe toe te passen techniek. De voorzieningenrechter stelt in zijn uitspraak vast dat het niet de bedoeling van de wetgever is geweest dat verschoonbare communicatie tussen advocaat en cliënt nooit zou mogen worden opgenomen en ook niet dat verschoningsgerechtigden worden gevrijwaard van onderzoek; vooral de mededelingen die onder het verschoningsrecht vallen worden beschermd. Daaruit wordt geconcludeerd dat voor een ingrijpen van de civiele rechter, zeker in kort geding, slechts plaats is, indien strijd wordt geconstateerd met in het EVRM gewaarborgde rechten. De partijen verschillen van opvatting over de uitleg en de reikwijdte van de hierboven genoemde uitspraak van het EHRM van 25 november De eiseres stelt dat het EHRM de vraag of de procedure van vernietiging voldoet aan de door het EHRM gehanteerde uitgangspunten, niet heeft beantwoord. De gedaagde stelt daarentegen dat het EHRM zich in die zaak heeft uitgesproken over de Nederlandse tappraktijk, meer in het bijzonder over de positie van geheimhouders daarin, en daarbij geen strijd met verdragsbepalingen heeft geconstateerd. De voorzieningenrechter stelt vast dat de bij het EHRM ingediende klacht ziet op de Nederlandse tappraktijk en dat het EHRM heeft geoordeeld dat de klacht in ieder geval duidelijk zonder grond is. De voorzieningenrechter concludeert daaruit dat geen sprake is van strijd met in het EVRM gewaarborgde rechten. Dit zou anders 5290 KATERN 95

4 kunnen zijn, indien kan worden vastgesteld dat de Staat zich structureel niet houdt aan de regelgeving als vastgelegd in en op basis van artikel 126aa Sv. De eiseres heeft echter niet kunnen hardmaken dat deze misstanden structureel voorkomen. Ten overvloede wordt overwogen dat het EHRM in zijn uitspraak de stelling speculatief oordeelt dat de verplichting om met schending van het verschoningsrecht verkregen informatie te vernietigen structureel of op grote schaal niet is nagekomen. De conclusie van de voorzieningenrechter is dat de Staat ten aanzien van de wijze waarop de vernietigingsplicht van artikel 126aa lid 2 Sv wordt nageleefd, niet onrechtmatig handelt. De vordering werd afgewezen. Processuele sancties In de praktijk leiden klachten inzake schending van de regels die het verschoningsrecht van advocaten waarborgen nooit tot strafprocessuele sancties, concluderen de onderzoekers die de wet Bijzondere opsporingsbevoegdheden hebben geëvalueerd (A. Beijer e.a., De Wet bijzondere opsporingsbevoegdheden eindevaluatie, Den Haag: Boom Juridische uitgevers 2004, p. 182). Dat gebeurt strikt genomen ook niet in het vonnis van de Haagse rechtbank van 15 november 2004 (NJ 2004, 698), al wordt daarin wel de niet-ontvankelijkheid van het OM uitgesproken. In die zaak waren de processen-verbaal met gesprekken tussen de verdachte en geheimhouders niet vernietigd en hadden de gesprekken ongeveer een jaar deel uitgemaakt van het procesdossier. De raadsman voerde aan dat daarmee sprake was van schending van artikel 126aa Sv en dat deze schending, gelet op de weloverwogen, verregaande en structurele inbreuk die het OM door deze handelwijze op het verschoningsrecht heeft gemaakt, geen andere consequentie kon hebben dan niet-ontvankelijkheid. De rechtbank vond echter onvoldoende aannemelijk dat dit doelbewust en met grove veronachtzaming van de belangen en rechten van verdachte is gebeurd. Toch werd de niet-ontvankelijkheid van het OM uitgesproken, omdat de rechtbank op grond van het wegvallen van deze stukken niet in staat was te toetsen in hoeverre de gesprekken richtinggevend zijn geweest voor het onderzoek. In de zaak die leidde tot HR 15 maart 2005, JOL 2005, 172 is door het Hof Den Bosch wel expliciet een strafprocessuele sanctie opgelegd, in de vorm van strafvermindering (art. 359a Sv). In deze zaak waren, met toepassing van artikel 126m Sv, gesprekken tussen de verdachte en zijn Franse en Amerikaanse advocaten afgeluisterd. Deze gesprekken zijn gerelateerd in processen-verbaal en, naar aanleiding van een verzoek van de verdediging om informatie omtrent deze gesprekken, door de officier van justitie aan het dossier toegevoegd. Een door artikel 126aa lid 2 Sv voorgeschreven machtiging van de rechter-commissaris ontbrak echter. In hoger beroep voert de raadsman aan dat er sprake is van een moedwillige schending van de regels ter bescherming van het in artikel 218 Sv erkende verschoningsrecht. Het Hof had de bewuste processen-verbaal inmiddels in een verzegelde enveloppe laten doen en geen kennis genomen van de inhoud ervan, waardoor het niet kan beoordelen of de inhoud van de gesprekken onder het verschoningsrecht valt. Los daarvan oordeelt het Hof dat met de gekozen handelwijze hoe dan ook de regels voor het afluisteren van geheimhouders zijn geschonden. Het Hof acht schending van deze regels net zo ernstig als een mogelijke schending van het verschoningsrecht zelf. Het Hof is echter van mening dat de schending van die regels niet tevens een schending van artikel 6 EVRM oplevert. De enkele vrees dat de verdachte geen contact heeft durven op te nemen met haar raadsman uit angst te worden afgeluisterd, leidt niet tot de conclusie dat de verdachte geen eerlijk proces heeft gehad. Het Hof acht wel dat met schending van deze regels tevens artikel 8 EVRM geschonden is. In de beoordeling welke sanctie passend is, overweegt het Hof dat de inbreuken niet moedwillig door het OM zijn begaan. Niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie is daarom geen passende sanctie. Bij de strafoplegging wordt, met toepassing van artikel 359a Sv, een half jaar gevangenisstraf minder opgelegd (drie en een half in plaats van vier jaar). Het tegen deze uitspraak ingestelde cassatieberoep wordt door de Hoge Raad verworpen. JURISPRUDENTIE Bedreiging (artikel 285 Sr) In de zaak die leidde tot HR 14 september 2004, NJ 2005, 61 (m.nt. YB) was de 72-jarige verdachte zwaaiend met gebalde vuisten op het fietsende slachtoffer afgerend. Toen hij haar dicht genaderd was maakte hij slaande bewegingen richting haar hoofd, schreeuwend dat zij moest opdonderen. De man werd vervolgd ter zake van bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans zware mishandeling (art. 285 Sr). A-G Fokkens stelt in zijn conclusie, dat voor toepassing van artikel 285 Sr vereist is dat de dreiging van dien aard is dat bij de bedreigde persoon redelijke vrees kan ontstaan dat hij of zij bij een eventuele uitvoering zal sterven of zwaar lichamelijk letsel zal oplopen. Fokkens meent dat de handelwijze van de verdachte ongetwijfeld bedreigend is geweest, maar dat dit niet genoeg is voor een bewezenverklaring van bedreiging met zware mishandeling. Daarvoor moeten bijkomende omstandigheden worden vastgesteld, die in casu niet aanwezig waren. De STRAFRECHT KATERN

5 Criminologie Hoge Raad volgt de A-G niet, maar overweegt dat het Hof kon oordelen dat hier sprake was van bedreiging met zware mishandeling, in aanmerking genomen dat het uitoefenen van uitwendig geweld op het hoofd in een dergelijke situatie ernstige gevolgen kan hebben. Volgens annotator Buruma lag de beslissing van de Hoge Raad niet voor de hand en valt deze om rechtspolitieke redenen te betreuren. De Hoge Raad aanvaardt hiermee een opwaardering van onbehoorlijk gedrag naar onwettig gedrag. Het was tenslotte een flutzaak, aldus Buruma. Bovendien stelt Buruma dat het maatschappelijk verkeerd is om al te lichte feiten op te waarderen tot strafbare feiten, omdat dat ertoe leidt dat men het normaal gaat vinden om bang te zijn. Buruma ziet tegelijkertijd ook een positieve kant aan het arrest, nu het een indicatie geeft dat de Hoge Raad zich in dit soort gevallen liever laat leiden door wat er is gebeurd, in plaats van een inschatting van kansen met betrekking wat er zou kunnen gebeuren. Vuurwerkramp Enschede Op 1 februari 2005 heeft de Hoge Raad uitspraak gedaan op de beroepen in cassatie, ingesteld door de directeuren van SE Fireworks (JOL 2005, 81 en 82). De arresten zijn te omvangrijk om hier te bespreken. De eerste zaak gaat onder meer over schuld aan het teweegbrengen van een ontploffing (art. 158 Sr oud) en de afwijzing van verzoeken om getuigen te horen. Ook in de tweede zaak staat het begrip schuld in de zin van artikel 158 Sr (oud) centraal. De andere vraagstukken in die zaak betreffen het recht op tegenonderzoek en het vertrouwensbeginsel. In beide zaken heeft de Hoge Raad het beroep verworpen. LITERATUUR A.P.A. Broeders, Van vingerspoor tot DNA-profiel van zekerheid naar waarschijnlijkheid (oratie UL), Den Haag: Boom Juridische Uitgevers, 2005; J.H. Crijns, P.P.J. van der Meij en G.K. Schoep (red.), De taak van de strafrechtswetenschap, Den Haag: Boom Juridische Uitgevers, 2005; A.H. Klip, Uniestrafrecht (oratie UM), Deventer: Kluwer, 2005; E. Sikkema, Ambtelijke corruptie in het strafrecht (diss. RUG), Den Haag: Boom Juridische Uitgevers, 2005; I. Weijers, De pedagogische uitdaging van het jeugdstrafrecht (oratie UU), Amsterdam: SWP, Criminologie Prof.dr. M.A. Zwanenburg OVER BRAVERIKEN, NERDS EN LEZERS VAN AA Het is in deze rubriek en elders al vaker gezegd dat criminaliteit voor een groot deel jeugdproblematiek is. In de aetiologische criminologie is de aandacht voor dit fenomeen relatief gering. Het wordt beschouwd als iets wat erbij hoort: gedurende de puberteit experimenteren jongeren met waarden en overtuigingen, ze proberen rollen uit vaak uit een verzetshouding tegen de volwassenen en zoeken de grenzen op van wat mogelijk is. In deze periode is afwijkend gedrag in de vorm van drugsgebruik en delinquentie zo wijd verbreid dat het bijna normaal lijkt. Pas wanneer het niet op een bepaalde leeftijd uit het gedragsrepertoire verdwijnt, lijkt het interessant te worden, maar, zoals gesignaleerd in de voorlaatste aflevering van deze rubriek ( Bestaan er oorzaken..? ) is de speurtocht naar een constante en welomschreven reeks causale factoren voor criminele carrières niet zo succesvol en is de aandacht een beetje verschoven naar interventie en naar het ophouden van crimineel gedrag (desistence). Recentelijk is eveneens het fenomeen in de aandacht gekomen dat er een grote variatie bestaat onder jongeren voor wat betreft het experimenteren met deviant gedrag en dat zelfs zo n tien procent van de adolescenten in het geheel niet bevattelijk lijkt voor het verlangen zich via opvallend c.q. delinquent gedrag te manifesteren. Dit kan uiteraard worden verklaard door de afwezigheid van causale factoren van delinquentie, maar die causale factoren zijn meestal afgestemd op het verklaren van criminele carrières en het ontbreken verklaart derhalve de afwezigheid van een criminele carrière en niet het totaal ontbreken van iedere neiging tot criminaliteit. In het februarinummer van de Journal of Research in Crime and Delinquency houden Alex Piquero en anderen zich bezig met deze kwestie en toetsen daarbij een ontwikkelingstheoretische benadering van de Amerikaanse onderzoeker Moffitt. Deze stelt dat de meeste jongeren delinquent gedrag vertonen omdat dit een aanpassing en antwoord is op de frustratie die ze ervaren door de maturity gap, dat wil zeggen het verschijnsel dat zij wel in staat zijn tot volwassen gedragingen zoals onafhankelijkheid, autonome beslissingen en volwassen omgang met vrijheid, maar dat de wereld der volwassenen hen deze vrijheid (nog) niet gunt. Deze reactie bestaat uit het imiteren van meer of minder antisociale leeftijdsgenoten die de maturity gap 5292 KATERN 95

ECLI:NL:HR:2014:381. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 13/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:2556, Gevolgd

ECLI:NL:HR:2014:381. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 13/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:2556, Gevolgd ECLI:NL:HR:2014:381 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 18-02-2014 Datum publicatie 19-02-2014 Zaaknummer 13/02084 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:2556,

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2010:BO2558

ECLI:NL:HR:2010:BO2558 ECLI:NL:HR:2010:BO2558 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 02-11-2010 Datum publicatie 03-11-2010 Zaaknummer 09/00354 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2010:BO2558

Nadere informatie

Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag

Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag RAPPORT Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag Een onderzoek naar een afwijzing van het Openbaar Ministerie in Den Haag om kosten na vrijspraak te vergoeden. Oordeel Op basis van het onderzoek

Nadere informatie

Aangenomen en overgenomen amendementen

Aangenomen en overgenomen amendementen Overzicht van stemmingen in de Tweede Kamer afdeling Inhoudelijke Ondersteuning aan De leden van de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie Datum 20 december 2011 Betreffende wetsvoorstel: 32045 Wijziging

Nadere informatie

arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman)

arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman) arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman) Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis

Nadere informatie

GERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken

GERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken parketnummer : 20.001938.96 uitspraakdatum : 29 april 1997 verstek dip GERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken A R R E S T gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2017:2237

ECLI:NL:RBOVE:2017:2237 ECLI:NL:RBOVE:2017:2237 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 26-04-2017 Datum publicatie 31-05-2017 Zaaknummer 08/910083-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Raadkamer

Nadere informatie

Instructie vernietiging geïntercepteerde gesprekken met geheimhouders

Instructie vernietiging geïntercepteerde gesprekken met geheimhouders Instructie vernietiging geïntercepteerde gesprekken met geheimhouders Categorie : strafvordering Afzender: College van procureurs-generaal Adressaat: Hoofden van de parketten Registratienummer: 2002I003

Nadere informatie

Edèlhoogachtbare Heer/Vrouwe,

Edèlhoogachtbare Heer/Vrouwe, Edèlhoogachtbare Heer/Vrouwe, X Z (belanghebbende), \ beroep in cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 4 juli 2013. Bij brief van 11 oktober 2013 heeft de griffier mij

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 27 JUNI 2012 P.12.0873.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.12.0873.F I. P. D. V., II. III. IV. P. D. V., P. D. V., P. D. V., V. P. D. V., Mrs. Cédric Vergauwen en Olivia Venet, advocaten bij de

Nadere informatie

JURISPRUDENTIE STRAFRECHT. Uitspraken 10 februari 2015 Paul Verloop

JURISPRUDENTIE STRAFRECHT. Uitspraken 10 februari 2015 Paul Verloop JURISPRUDENTIE STRAFRECHT Uitspraken 10 februari 2015 Paul Verloop HR uitspraken 10 februari 2015 Beslissingen voorlopige hechtenis (Cassatie in het belang der wet) HR:2015:247 HR:2015:255 HR:2015:256

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over het College van procureurs-generaal te Den Haag. Datum: 25 februari 2014. Rapportnummer: 2014/010

Rapport. Rapport over een klacht over het College van procureurs-generaal te Den Haag. Datum: 25 februari 2014. Rapportnummer: 2014/010 Rapport Rapport over een klacht over het College van procureurs-generaal te Den Haag. Datum: 25 februari 2014 Rapportnummer: 2014/010 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat het College van procureurs-generaal

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2011:BU1518

ECLI:NL:GHLEE:2011:BU1518 ECLI:NL:GHLEE:2011:BU1518 Instantie Datum uitspraak 17-10-2011 Datum publicatie 25-10-2011 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 24-003332-09 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van, nr. ;

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van, nr. ; Besluit van, tot wijziging van het Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000 in verband met een vergoeding voor de beurtelingse verlening van rechtsbijstand in het kader van politieverhoren Op de voordracht

Nadere informatie

Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht

Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht Mr. J. Kronenberg Mr. B. de Wilde Vijfde druk Kluwer a Kluwer business Deventer - 2012 Inhoudsopgave Voorwoord 13 Aanbevolen literatuur 15 Afkortingenlijst 17

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 30 143 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering ter versterking van de positie van het slachtoffer in het strafproces Nr. 2 VOORSTEL VAN WET

Nadere informatie

Een onderzoek naar het geen gevolg geven aan een rechterlijke uitspraak door het Openbaar Ministerie te Den Haag

Een onderzoek naar het geen gevolg geven aan een rechterlijke uitspraak door het Openbaar Ministerie te Den Haag Rapport Een onderzoek naar het geen gevolg geven aan een rechterlijke uitspraak door het Openbaar Ministerie te Den Haag Oordeel Op basis van het onderzoek vindt de klacht over het Openbaar Ministerie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 012 Wijziging van de Opiumwet en de Wet wapens en munitie in verband met de verruiming van de kring van ambtenaren, belast met de opsporing

Nadere informatie

Hebben goedgevonden en verstaan: ARTIKEL I

Hebben goedgevonden en verstaan: ARTIKEL I Besluit van, houdende wijziging van het Besluit justitiële en strafvorderlijke gegevens in verband met de implementatie van de richtlijn 2011/93/EU van het Europees Parlement en de Raad ter bestrijding

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2007:AZ6118 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 00636/06

ECLI:NL:PHR:2007:AZ6118 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 00636/06 ECLI:NL:PHR:2007:AZ6118 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 06-03-2007 Datum publicatie 06-03-2007 Zaaknummer 00636/06 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over het Ministerie van Veiligheid. en Justitie. Publicatiedatum: 23 september 2014

Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over het Ministerie van Veiligheid. en Justitie. Publicatiedatum: 23 september 2014 Rapport Rapport naar aanleiding van een klacht over het Ministerie van Veiligheid en Justitie. Publicatiedatum: 23 september 2014 Rapportnummer: 2014 /122 20 14/122 d e Natio nale o mb ud sman 1/5 Feiten

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061

ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061 ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061 Instantie Datum uitspraak 03-02-2009 Datum publicatie 05-02-2009 Gerechtshof 's-gravenhage Zaaknummer 22-002670-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

Inleiding. 1 Strafrecht

Inleiding. 1 Strafrecht Inleiding 1 Strafrecht Plaats van het strafrecht Het strafrecht is, net als bijvoorbeeld het staatsrecht en het bestuursrecht, onderdeel van het publiekrecht. Het publiekrecht regelt de betrekkingen tussen

Nadere informatie

`Voorheen kon ook zonder machtiging de raadsman de verdediging voeren voor zijn afwezige cliënt, sedert het Bouterse-arrest niet meer.

`Voorheen kon ook zonder machtiging de raadsman de verdediging voeren voor zijn afwezige cliënt, sedert het Bouterse-arrest niet meer. 3.8 Meningen van bevraagden ten aanzien van de verstekregeling 3.8.1 Verruiming mogelijkheden verdachte? Uit de verkregen reacties wordt duidelijk dat er uiteenlopende antwoorden zijn gegeven op de vraag

Nadere informatie

Annotatie NJ 2011, 603 (rechtsgevolg bij schending van artikel 126aa lid 2 Sv)

Annotatie NJ 2011, 603 (rechtsgevolg bij schending van artikel 126aa lid 2 Sv) Annotatie NJ 2011, 603 (rechtsgevolg bij schending van artikel 126aa lid 2 Sv) HR 30 maart 2010, nr. 08/00870 M.J. Borgers 1. Dient aan een schending van artikel 126aa lid 2 Sv of daarmee verband houdende

Nadere informatie

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Rotterdam van 26 augustus 2008 in de strafzaak tegen de verdachte:

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Rotterdam van 26 augustus 2008 in de strafzaak tegen de verdachte: Gerechtshof te s-gravenhage meervoudige kamer voor strafzaken Arrest gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Rotterdam van 26 augustus 2008 in de strafzaak tegen de verdachte: (naam

Nadere informatie

Rapport. Datum: 2 maart 2004 Rapportnummer: 2004/068

Rapport. Datum: 2 maart 2004 Rapportnummer: 2004/068 Rapport Datum: 2 maart 2004 Rapportnummer: 2004/068 2 Klacht Verzoeker, slachtoffer van poging doodslag gepleegd door zijn ex-vriendin op 10 december 1999, klaagt erover dat het arrondissementsparket te

Nadere informatie

Rapport. Datum: 15 december 2008 Rapportnummer: 2008/297

Rapport. Datum: 15 december 2008 Rapportnummer: 2008/297 Rapport Datum: 15 december 2008 Rapportnummer: 2008/297 2 Klacht Verzoeker is op 8 november 2006 door de politie aangehouden wegens stalking van zijn ex-echtgenote. In dit verband klaagt verzoeker erover

Nadere informatie

Leidraad voor het nakijken van de toets

Leidraad voor het nakijken van de toets Leidraad voor het nakijken van de toets STRAFPROCESRECHT 14 OKTOBER 2011 (Uit het antwoord moet blijken dat de cursist de stof heeft begrepen en juist heeft toegepast; een enkel ja of nee is niet voldoende)

Nadere informatie

ECLI:NL:RBBRE:2003:AN9917

ECLI:NL:RBBRE:2003:AN9917 ECLI:NL:RBBRE:2003:AN9917 Instantie Rechtbank Breda Datum uitspraak 11-12-2003 Datum publicatie 12-12-2003 Zaaknummer 3498-01 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2014:1700 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 12/04833

ECLI:NL:PHR:2014:1700 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 12/04833 ECLI:NL:PHR:2014:1700 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie 01-07-2014 Datum publicatie 26-09-2014 Zaaknummer 12/04833 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 14 JANUARI 2014 P.13.1332.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.13.1332.N J E C, beklaagde, aangehouden, eiser, met als raadsman mr. Gert Warson, advocaat bij de balie te Brussel. I. RECHTSPLEGING

Nadere informatie

Rapport. Datum: 7 juli 2005 Rapportnummer: 2005/190

Rapport. Datum: 7 juli 2005 Rapportnummer: 2005/190 Rapport Datum: 7 juli 2005 Rapportnummer: 2005/190 2 Klacht Verzoekers klagen erover dat het regionale politiekorps Utrecht hun verzoek om vergoeding van de schade als gevolg van een politieonderzoek in

Nadere informatie

STRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID VAN MINISTERS. Wet van 25 juni 1998 tot regeling van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van ministers 1

STRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID VAN MINISTERS. Wet van 25 juni 1998 tot regeling van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van ministers 1 STRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID VAN MINISTERS Wet van 25 juni 1998 tot regeling van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van ministers 1 TITEL I TOEPASSINGSGEBIED Artikel 1 Deze wet regelt een

Nadere informatie

Onderzoek naar de waarborging van de vertrouwelijke communicatie van advocaten bij de interceptie van telecommunicatie

Onderzoek naar de waarborging van de vertrouwelijke communicatie van advocaten bij de interceptie van telecommunicatie POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Prins Clauslaan 20 TEL 070-381 13 00 FAX 070-381 13 01 E-MAIL info@cbpweb.nl INTERNET www.cbpweb.nl Onderzoek naar de waarborging van de vertrouwelijke

Nadere informatie

Datum 5 november 2012 Onderwerp Antwoorden kamervragen over strafrechtelijke ontruiming van krakers

Datum 5 november 2012 Onderwerp Antwoorden kamervragen over strafrechtelijke ontruiming van krakers 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZUT:2007:BB4499

ECLI:NL:RBZUT:2007:BB4499 ECLI:NL:RBZUT:2007:BB4499 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 25-09-2007 Datum publicatie 28-09-2007 Zaaknummer 06/580261-07 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

Rapport. Datum: 22 december 2006 Rapportnummer: 2006/391

Rapport. Datum: 22 december 2006 Rapportnummer: 2006/391 Rapport Datum: 22 december 2006 Rapportnummer: 2006/391 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de hoofdofficier van justitie te Groningen hem in een brief van 1 februari 2006 onvolledig heeft geantwoord

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1999 548 Besluit van 15 december 1999, houdende regels ter uitvoering van de artikelen 126aa, tweede lid, en 126cc, vierde lid, van het Wetboek van

Nadere informatie

betreft: [klager] datum: 8 september 2014

betreft: [klager] datum: 8 september 2014 nummer: 14/794/GA betreft: [klager] datum: 8 september 2014 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat

Nadere informatie

Datum 10 januari 2014 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het bericht "Politie en justitie tappen te veel af

Datum 10 januari 2014 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het bericht Politie en justitie tappen te veel af 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Hof van Discipline Zitting van 19 juni 2017 te uur Kenmerk: art. 515 lid 4 Sv en daartoe overwogen:

Hof van Discipline Zitting van 19 juni 2017 te uur Kenmerk: art. 515 lid 4 Sv en daartoe overwogen: Hof van Discipline Zitting van 19 juni 2017 te 14.30 uur Kenmerk: 160102 PLEITNOTA Inzake: Deken orde van Advocaten Den Haag - mr. M.J.F. Stelling Raadsman: W.H. Jebbink Geen ontzegging tot onafhankelijke

Nadere informatie

Rapport. Datum: 31 januari 2011 Rapportnummer: 2011/032

Rapport. Datum: 31 januari 2011 Rapportnummer: 2011/032 Rapport Datum: 31 januari 2011 Rapportnummer: 2011/032 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de griffie van het gerechtshof Den Haag hem het arrest van 17 juli 2008 niet heeft toegestuurd met als gevolg

Nadere informatie

Landsadvocaat: afluisteren (tappen) advocaten rechtmatig, NVSA-praktijk nummerherkenning onwenselijk dinsdag, 1 maart 2005

Landsadvocaat: afluisteren (tappen) advocaten rechtmatig, NVSA-praktijk nummerherkenning onwenselijk dinsdag, 1 maart 2005 Landsadvocaat: afluisteren (tappen) advocaten rechtmatig, NVSA-praktijk nummerherkenning onwenselijk dinsdag, 1 maart 2005 'Telefoongesprekken van een verdachte kunnen op bevel van de officier van justitie,

Nadere informatie

ECLI:NL:RBHAA:2006:AZ5994

ECLI:NL:RBHAA:2006:AZ5994 ECLI:NL:RBHAA:2006:AZ5994 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 22-12-2006 Datum publicatie 11-01-2007 Zaaknummer 15/645076-06 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over het Openbaar Ministerie te Den Haag. Datum: 7 juli 2015 Rapportnummer: 2015/109

Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over het Openbaar Ministerie te Den Haag. Datum: 7 juli 2015 Rapportnummer: 2015/109 Rapport Rapport naar aanleiding van een klacht over het Openbaar Ministerie te Den Haag. Datum: 7 juli 2015 Rapportnummer: 2015/109 2 Aanleiding Verzoekster is advocaat en haar cliënt stelt dat hij op

Nadere informatie

Datum 23 februari 2012 Onderwerp Beantwoording Kamervragen over de voorlopige hechtenis van dhr. R.

Datum 23 februari 2012 Onderwerp Beantwoording Kamervragen over de voorlopige hechtenis van dhr. R. 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den

Nadere informatie

DEEL III. Het bestuursprocesrecht

DEEL III. Het bestuursprocesrecht DEEL III Het bestuursprocesrecht Inleiding op deel III In het voorgaande deel is het regelsysteem van art. 48 (oud) Rv besproken voor zover dit relevant was voor art. 8:69 lid 2 en 3 Awb. In dit deel

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2013:898. 1 Geding in cassatie. 2. Beoordeling van het eerste middel. Uitspraak. 8 oktober 2013. Strafkamer. nr.

ECLI:NL:HR:2013:898. 1 Geding in cassatie. 2. Beoordeling van het eerste middel. Uitspraak. 8 oktober 2013. Strafkamer. nr. ECLI:NL:HR:2013:898 Uitspraak 8 oktober 2013 Strafkamer nr. 11/04842 Hoge Raad der Nederlanden Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 30 september 2011,

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2014:205

ECLI:NL:GHDHA:2014:205 ECLI:NL:GHDHA:2014:205 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 06-02-2014 Datum publicatie 06-02-2014 Zaaknummer 2200071413 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Ontvankelijkheid. Klacht over (nog) niet verrichte handeling. Tuchtrechtelijke laakbaarheid van handelwijze in gerechtelijke procedure.

Ontvankelijkheid. Klacht over (nog) niet verrichte handeling. Tuchtrechtelijke laakbaarheid van handelwijze in gerechtelijke procedure. Ontvankelijkheid. Klacht over (nog) niet verrichte handeling. Tuchtrechtelijke laakbaarheid van handelwijze in gerechtelijke procedure. De koper van een woning (klager) verwijt de verkopend makelaar (beklaagde)

Nadere informatie

Rapport. Datum: 13 oktober 1998 Rapportnummer: 1998/446

Rapport. Datum: 13 oktober 1998 Rapportnummer: 1998/446 Rapport Datum: 13 oktober 1998 Rapportnummer: 1998/446 2 Klacht Op 11 februari 1998 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer X te Y, ingediend door de heer mr. G. Meijers, advocaat

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2013:1157. 1 Geding in cassatie. 2 Beoordeling van het eerste middel. 3 Beoordeling van het derde middel. Uitspraak.

ECLI:NL:HR:2013:1157. 1 Geding in cassatie. 2 Beoordeling van het eerste middel. 3 Beoordeling van het derde middel. Uitspraak. ECLI:NL:HR:2013:1157 Uitspraak 12 november 2013 Strafkamer nr. 11/04366 P Hoge Raad der Nederlanden Arrest op het beroep in cassatie tegen een bij verstek gewezen uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2014:1006

ECLI:NL:RBDHA:2014:1006 ECLI:NL:RBDHA:2014:1006 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 29-01-2014 Datum publicatie 29-01-2014 Zaaknummer 09/818467-13 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 22 APRIL 2015 P.15.0073.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.0073.F 1. P. D., 2. L. D., Mrs. Jean-Pierre Dardenne, advocaat bij de balie te Charleroi, en Régine Ceulemans, advocaat bij de balie

Nadere informatie

ANPR Rotterdam-Rijnmond

ANPR Rotterdam-Rijnmond ANPR Rotterdam-Rijnmond Onderzoek naar de verwerking van no-hits bij de inzet van Automatic Number Plate Recognition Regionaal politiekorps Rotterdam-Rijnmond Rapportage van Definitieve Bevindingen College

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZUT:2010:BL3511

ECLI:NL:RBZUT:2010:BL3511 ECLI:NL:RBZUT:2010:BL3511 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 10-02-2010 Datum publicatie 10-02-2010 Zaaknummer 06/800866-09 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

Zoekresultaat - inzien document. ECLI:NL:RBOBR:2015:5776 Permanente link: Uitspraak. Rechtbank Oost-Brabant

Zoekresultaat - inzien document. ECLI:NL:RBOBR:2015:5776 Permanente link: Uitspraak. Rechtbank Oost-Brabant Zoekresultaat - inzien document ECLI:NL:RBOBR:2015:5776 Permanente link: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ec Instantie Datum uitspraak 07-10-2015 Datum publicatie 07-10-2015 Rechtbank Oost-Brabant

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1997 1998 25 240 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering, de Uitleveringswet en de Wet economische delicten betreffende de bepalingen aangaande de procedure

Nadere informatie

==================================================================== Artikel 1

==================================================================== Artikel 1 Intitulé : LANDSBESLUIT, houdende algemene maatregelen, ter uitvoering van enkele artikelen van het Wetboek van Strafvordering van Aruba (AB 1996 no. 75) inzake de verlening van toevoegingen in strafzaken

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARN:2011:BQ0420

ECLI:NL:GHARN:2011:BQ0420 ECLI:NL:GHARN:2011:BQ0420 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 05-04-2011 Datum publicatie 07-04-2011 Zaaknummer 21-002244-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580

ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580 ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580 Instantie Datum uitspraak 05-09-2006 Datum publicatie 06-10-2006 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer AWB 05/37675 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2017:5840

ECLI:NL:RBDHA:2017:5840 ECLI:NL:RBDHA:2017:5840 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 01-06-2017 Datum publicatie 01-06-2017 Zaaknummer 09/852030-17 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

Rapport. Datum: 9 november 2006 Rapportnummer: 2006/361

Rapport. Datum: 9 november 2006 Rapportnummer: 2006/361 Rapport Datum: 9 november 2006 Rapportnummer: 2006/361 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de officier van justitie te Dordrecht zijn verzoek om een voorwaardelijk sepot om te zetten in een onvoorwaardelijk

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2015:84

ECLI:NL:GHDHA:2015:84 ECLI:NL:GHDHA:2015:84 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 27-01-2015 Datum publicatie 27-01-2015 Zaaknummer 22000511-14 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ANPR IJsselland. Onderzoek naar de verwerking van no-hits bij de inzet van Automatic Number Plate Recognition. Regionaal politiekorps IJsselland

ANPR IJsselland. Onderzoek naar de verwerking van no-hits bij de inzet van Automatic Number Plate Recognition. Regionaal politiekorps IJsselland ANPR IJsselland Onderzoek naar de verwerking van no-hits bij de inzet van Automatic Number Plate Recognition Regionaal politiekorps IJsselland Rapportage van Definitieve Bevindingen College bescherming

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over het Openbaar Ministerie te Den Haag. Datum: Rapportnummer: 2013/044

Rapport. Rapport over een klacht over het Openbaar Ministerie te Den Haag. Datum: Rapportnummer: 2013/044 Rapport Rapport over een klacht over het Openbaar Ministerie te Den Haag. Datum: Rapportnummer: 2013/044 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de officier van justitie van het arrondissementsparket te Den

Nadere informatie

Beoordeling. h2>klacht

Beoordeling. h2>klacht Rapport 2 h2>klacht Verzoekster klaagt erover dat een ambtenaar van het regionale politiekorps Limburg-Noord op 14 juli 2008 heeft geweigerd de aangifte van diefstal van haar kat op te nemen. Beoordeling

Nadere informatie

ontnemingsbeslissing

ontnemingsbeslissing ontnemingsbeslissing GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO Parketnummer: 500.00339/16 Uitspraak: : 8 mei 2019 Tegenspraak Beslissing van dit gerecht van 8 mei 2019 gegeven op de vordering van het openbaar

Nadere informatie

AANWIJZING TOEZEGGINGEN AAN GETUIGEN IN STRAFZAKEN

AANWIJZING TOEZEGGINGEN AAN GETUIGEN IN STRAFZAKEN AANWIJZING TOEZEGGINGEN AAN GETUIGEN IN STRAFZAKEN Categorie : opsporing Rechtskarakter : aanwijzing in de zin van art. 130 lid 4 Wet RO Afzender : College van procureurs-generaal Adressaat : Hoofden van

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 16 JUNI 2015 P.15.0599.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.0599.N 1. M M P V D V, beklaagde, 2. D H N H, beklaagde, aangehouden om andere redenen, eisers, beiden met als raadsman mr. Thierry

Nadere informatie

Rapport. Datum: 15 juni 2004 Rapportnummer: 2004/222

Rapport. Datum: 15 juni 2004 Rapportnummer: 2004/222 Rapport Datum: 15 juni 2004 Rapportnummer: 2004/222 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de officier van justitie te Maastricht geen uitvoering heeft gegeven aan de door het gerechtshof te 's-hertogenbosch

Nadere informatie

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van 24 augustus 2016.

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van 24 augustus 2016. ECLI:NL:GHAMS:2016:5663 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 07-09-2016 Datum publicatie 30-12-2016 Zaaknummer 23-000259-16 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2016:935

ECLI:NL:GHDHA:2016:935 ECLI:NL:GHDHA:2016:935 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 31-03-2016 Datum publicatie 06-04-2016 Zaaknummer 22-004068-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

Uitspraak. Parketnummer: Datum uitspraak: 17 november 2016 VERSTEK

Uitspraak. Parketnummer: Datum uitspraak: 17 november 2016 VERSTEK ECLI:NL:GHAMS:2016:5593 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 17-11-2016 Datum publicatie 29-12-2016 Zaaknummer 23-001668-16 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 1 JULI 2014 P.14.0969.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.0969.N B., veroordeelde tot vrijheidsstraf, eiser, met als raadsman mr. Kris Luyckx, advocaat bij de balie te Antwerpen. I. RECHTSPLEGING

Nadere informatie

Uitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Datum uitspraak: 1 november TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)

Uitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Datum uitspraak: 1 november TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman) ECLI:NL:GHAMS:2016:5673 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 01-11-2016 Datum publicatie 30-12-2016 Zaaknummer 23-003159-15 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Uitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 3 november 2016 TEGENSPRAAK

Uitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 3 november 2016 TEGENSPRAAK ECLI:NL:GHAMS:2016:5390 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 03-11-2016 Datum publicatie 21-12-2016 Zaaknummer 23-003117-15 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Rechtsbescherming van uithuisgeplaatsten

Rechtsbescherming van uithuisgeplaatsten juridisch en bestuurskundig onderzoek advies onderwijs Rechtsbescherming van uithuisgeplaatsten Een verkennend onderzoek Groningen, juli 2010 2010 WODC, ministerie van Justitie. Auteursrechten voorbehouden.

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2013:5798

ECLI:NL:RBGEL:2013:5798 ECLI:NL:RBGEL:2013:5798 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 17-12-2013 Datum publicatie 17-12-2013 Zaaknummer 06/950395-12 (ontneming) Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Voorwoord 13. Aanbevolen literatuur 15. Afkortingenlijst 17. Hoofdstuk 1 Inleiding 19

Inhoudsopgave. Voorwoord 13. Aanbevolen literatuur 15. Afkortingenlijst 17. Hoofdstuk 1 Inleiding 19 Inhoudsopgave Voorwoord 13 Aanbevolen literatuur 15 Afkortingenlijst 17 Hoofdstuk 1 Inleiding 19 1.1 Eerste kennismaking 19 1.2 Plaats van het strafrecht 19 1.3 Doelen van straffen 22 1.4 Materieel strafrecht,

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNNE:2015:389

ECLI:NL:RBNNE:2015:389 ECLI:NL:RBNNE:2015:389 Instantie Datum uitspraak 03-02-2015 Datum publicatie 03-02-2015 Zaaknummer Awb 15/245 Rechtsgebieden Rechtbank Noord-Nederland Bestuursrecht Bijzondere kenmerken Voorlopige voorziening

Nadere informatie

Strafrecht als waarborg voor de kwaliteit van zorg? Ver. voor gezondheidsrecht Vrijdag 7 november 2014 P.A.M. Mevis

Strafrecht als waarborg voor de kwaliteit van zorg? Ver. voor gezondheidsrecht Vrijdag 7 november 2014 P.A.M. Mevis Strafrecht als waarborg voor de kwaliteit van zorg? Ver. voor gezondheidsrecht Vrijdag 7 november 2014 P.A.M. Mevis - handboek 1929: strafrecht als bedreiging - anno 2014: strafrecht rukt op (evaluatie

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstatc 200702235/2. Datum uitspraak: 1 2 september 2007 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 421 Wet van 9 oktober 2008, houdende regels strekkende tot het opleggen van een tijdelijk huisverbod aan personen van wie een ernstige dreiging

Nadere informatie

Handleiding voor de deken ter waarborging van de geheimhoudingsplicht en het verschoningsrecht van advocaten bij extern onderzoek.

Handleiding voor de deken ter waarborging van de geheimhoudingsplicht en het verschoningsrecht van advocaten bij extern onderzoek. Handleiding voor de deken ter waarborging van de geheimhoudingsplicht en het verschoningsrecht van advocaten bij extern onderzoek Maart 2013 Vastgesteld door de algemene raad op 4 maart 2013 1 Voorwoord

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 086 Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 en het Wetboek van Strafrecht in verband met strafbaarstelling van zeer gevaarlijk rijgedrag en verhoging

Nadere informatie

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld. arrest GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN locatie Arnhem Afdeling strafrecht Parketnummer: X Uitspraak d.d.: 15 juni 2016 TEGENSPRAAK Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken gewezen op het hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNHO:2015:1805

ECLI:NL:RBNHO:2015:1805 ECLI:NL:RBNHO:2015:1805 Uitspraak Vonnis RECHTBANK NOORD-HOLLAND, LOCATIE HAARLEM Strafrecht Datum uitspraak : 10 maart 2015 Parketnummer: 15/840083-08 (ontneming) Vonnis ex artikel 36e van het Wetboek

Nadere informatie

http://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage.aspx?snelzoeken=true&searchtype=ljn&ljn=bz...

http://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage.aspx?snelzoeken=true&searchtype=ljn&ljn=bz... Page 1 of 5 LJN: BZ4987, Rechtbank Alkmaar, 15.740827-12 Datum 20-03-2013 uitspraak: Datum 20-03-2013 publicatie: Rechtsgebied: Straf Soort procedure: Eerste aanleg - meervoudig Inhoudsindicatie:Niet-ontvankelijkheid

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2016:1480. Datum uitspraak: Datum publicatie: Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg - meervoudig.

ECLI:NL:RBOVE:2016:1480. Datum uitspraak: Datum publicatie: Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg - meervoudig. ECLI:NL:RBOVE:2016:1480 Instantie: Rechtbank Overijssel Datum uitspraak: 26-04-2016 Datum publicatie: 26-04-2016 Zaaknummer: 08.910038-15 (P) Rechtsgebieden: Strafrecht Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012

ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012 ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012 Instantie Datum uitspraak 11-06-2003 Datum publicatie 12-08-2003 Zaaknummer 2200326602 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-gravenhage

Nadere informatie

In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2013:417, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan Conclusie: ECLI:NL:PHR:2014:1483

In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2013:417, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan Conclusie: ECLI:NL:PHR:2014:1483 ECLI:NL:HR:2014:2652 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 09-09-2014 Datum publicatie 10-09-2014 Zaaknummer 13/01257 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie In cassatie op

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2013:BZ4692

ECLI:NL:GHARL:2013:BZ4692 ECLI:NL:GHARL:2013:BZ4692 Instantie Datum uitspraak 19-03-2013 Datum publicatie 19-03-2013 Zaaknummer 21-000368-12 Formele relaties Rechtsgebieden Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Eerste aanleg: ECLI:NL:RBGRO:2009:BH3578,

Nadere informatie

Rolnummer 4560. Arrest nr. 21/2009 van 12 februari 2009 A R R E S T

Rolnummer 4560. Arrest nr. 21/2009 van 12 februari 2009 A R R E S T Rolnummer 4560 Arrest nr. 21/2009 van 12 februari 2009 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 13 van de wet van 21 april 2007 betreffende de verhaalbaarheid van de erelonen en de kosten

Nadere informatie

IN NAAM DER KONINGIN

IN NAAM DER KONINGIN 2 januari 1987 Eerste Kamer Nr. 12.932 RF/AT IN NAAM DER KONINGIN Hoge Raad der Nederlanden Arrest in de zaak van: "VASTELOAVESVEREINIGING DE ZAWPENSE", gevestigd te Grevenbricht, gemeente Born EISERES

Nadere informatie

Aanwijzing toepassing opsporingsbevoegdheden en dwangmiddelen tegen advocaten

Aanwijzing toepassing opsporingsbevoegdheden en dwangmiddelen tegen advocaten JU Aanwijzing toepassing opsporingsbevoegdheden en dwangmiddelen tegen advocaten Categorie: Opsporing Rechtskarakter: Aanwijzing i.d.z.v. artikel 130 lid 4 Wet RO Afzender: College van procureursgeneraal

Nadere informatie

34300 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2016

34300 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2016 34300 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2016 Nr. 75 Brief van de minister van Veiligheid en Justitie Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

Lijst met publicaties van P.P.J. van der Meij

Lijst met publicaties van P.P.J. van der Meij Lijst met publicaties van P.P.J. van der Meij 2001 Annotaties bij: o Rechtbank Amsterdam 13 juni 1995, RR 366. o Hof Leeuwarden 7 april 1997, RR 430. o Rechtbank Rotterdam 8 april 1998, RR 471. o Hof Den

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2010:BO8408 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHLEE:2010:BO8408 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHLEE:2010:BO8408 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 17-12-2010 Datum publicatie 22-12-2010 Zaaknummer 24-002079-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie