Straf(proces)recht. Dr. C.M. Pelser. Wetgeving
|
|
- Joachim Wouters
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Dr. C.M. Pelser Wetgeving Het belangrijke thema van de afgelopen tijd is het DNA-onderzoek, zowel in wetgeving als in rechtspraak (zie ook Katern 71). Voor een goed overzicht van de stand van zaken behandel ik deze thema s gezamenlijk. In de eerste plaats moet worden gewezen op HR 29 juni 1999, NJ 2000, 10, m.nt. th, omdat deze beschikking een argument heeft gevormd voor de minister om bij nota van wijziging verruiming aan te brengen in het wetsvoorstel Wijziging van de regeling van het DNA-onderzoek in strafzaken (TK , , nr. 7). In deze zaak was bij huiszoeking een groot aantal voorwerpen, waaronder tandenborstels, kleding en beddengoed van de verdachte in beslag genomen. De huiszoeking had als enig doel celmateriaal te verkrijgen dat zich aan deze voorwerpen bevindt, om dit te kunnen onderwerpen aan een vergelijkend DNA-onderzoek. Deze handelwijze werd toegepast, omdat niet werd voldaan aan de acht jaar-grens van artikel 195d Sv. Het delict betrof een gekwalificeerde diefstal waartegen een gevangenisstraf van ten hoogste zes jaar wordt bedreigd. Volgens de opstellers van het cassatiemiddel werd met deze handelwijze artikel 94 Sv voor een ander doel gebruikt, dan de wetgever heeft bedoeld. Het cassatieberoep werd echter verworpen. Volgens de Hoge Raad is de verkrijging van vergelijkingsmateriaal voor DNA-onderzoek door inbeslagneming van een voorwerp waaraan mogelijk sporen van lichaamsmateriaal van de verdachte kleven niet gelijk te stellen met die waarvan in artikel 195d Sv sprake is. Er kan in dit geval niet worden gesproken van inbreuk op de lichamelijke integriteit van de verdachte. In het op de inbeslagneming volgende onderzoek doet zich volgens de Hoge Raad evenmin een inbreuk op het recht van de verdachte op bescherming van de persoonlijke levenssfeer voor. Het onderzoek is uitsluitend gericht op het verkrijgen van een DNA-profiel ter vergelijking met het DNA-profiel dat is vastgesteld na onderzoek van het bij het slachtoffer of op de plaats van het delict aangetroffen lichaamsmateriaal. Dergelijk materiaal zal voordat dit aan een onderzoek wordt onderworpen ook in beslag genomen zijn. Daaruit volgt dat de wetgever ervan moet zijn uitgegaan dat inbeslagneming uitsluitend voor DNA-onderzoek en een daarop volgend onderzoek gerechtvaardigd is. Niet valt in te zien waarom er wel een aparte wettelijke bevoegdheid nodig zou zijn om ten behoeve van de verkrijging van vergelijkingsmateriaal voorwerpen in beslag te nemen en dat bij gebreke van een zodanige bijzondere bevoegdheid dergelijk vergelijkingsmateriaal alleen op vrijwillige basis of na toevallige verkrijging zou mogen worden onderzocht. Annotator A.C. t Hart betoogt dat in de redenering van de Hoge Raad de wijze van verkrijging en het onderzoek zelf niet goed uit elkaar worden gehouden. Zijns inziens was het beter geweest om na het betoog dat deze gang van zaken niet kan worden gelijkgesteld met die van artikel 195d Sv en dat een aparte wettelijke regeling niet nodig is, het onderzoek op te vatten als een inbreuk op de persoonlijke levenssfeer. Tenslotte gaat het om de hoogst persoonlijke interne structuur van het lichaamsmateriaal. t Hart wijst erop dat door de opkomst van nieuwe technieken de wettelijke regeling van het DNA-onderzoek achterhaald is geraakt. Afname van lichaamsmateriaal is in veel gevallen niet meer nodig. Bij een herziening van de regeling dient de nadruk daarom niet te liggen op een verruiming van artikel 195d Sv, maar op een nadere regeling van procedures en waarborgen. Maar, zo stelt t Hart, [de] afwegingen daarbij vergen een bedachtzaamheid en zorgvuldigheid die op de golven van alle emoties van dit moment wel eens ver uit het zicht verdwenen zijn. Daarmee doelt t Hart op enkele recente zedenmisdrijven, die de discussie omtrent DNA-onderzoek in een stroomversnelling hebben gebracht. Ook S. Harchaoui, L. van Lent en I. van der Meer (NRC Handelsblad, 8 november 1999, p. 9) beklemtonen de noodzaak van extra waarborgen. Zij noemen het zorgelijk dat in de discussie over de bij het DNA-onderzoek in het geding zijnde grondrechten de bescherming van de privacy niet aan de orde komt. Zo bestaat er volgens de auteurs geen rechtvaardiging om celmateriaal langer te bewaren dan nodig is voor het 3768 KATERN 74
2 vervaardigen van een profiel. Het DNA-profiel dient de opsporing en vervolging van strafbare feiten; niet het celmateriaal. Zij wijzen in dit verband op HR 12 oktober 1999, NJ 2000, 11, in welke zaak via de procedure van artikel 195d Sv bloed was afgenomen ten behoeve van DNA-onderzoek. Een gedeelte van dit bloed was echter, zonder toestemming van de verdachte, gebruikt voor een klassiek vergelijkend bloedonderzoek. Uit het arrest blijkt dat celmateriaal verkregen voor DNA-onderzoek uitsluitend mag worden gebruikt voor vergelijking van daaruit te vervaardigen DNA-profielen. Het Hof had, gelet op de tekst van de artikelen 138a en 195a Sv en op de geboden restrictieve interpretatie van de voorschriften inzake de toepassing van dwangmiddelen, de resultaten van het bloedonderzoek niet tot bewijs mogen bezigen. Volgens S. Berkhout-van Poelgeest ( Dwangmiddelen en het nemo tenetur-beginsel: is een andere grens wenselijk? in: Morele kwesties in het strafrecht, p. 261) zijn er geen garanties dat de wetgever niet op een gegeven ogenblik besluit dat van dit celmateriaal ook het inhoudelijke, gecodeerde DNA mag worden gebruikt. Zij vindt het een veeg teken dat een van de argumenten voor de invoering van de bevoegdheid om ook celmateriaal te bewaren is, dat het Gerechtelijk Laboratorium stelt dat er over enkele jaren meer informatie ter identificatie uit nu afgenomen lichaamsmateriaal kan worden gehaald. Berkhout-van Poelgeest betoogt dat er een nieuwe nemo tenetur-grens dient te worden getrokken bij het gebruik van die technieken die inhoudelijke kenmerken van verdachten openbaren. In de Tweede Kamer kreeg het DNA-onderzoek veel aandacht tijdens de behandeling van de Justitiebegroting. Er werd een motie aangenomen waarin de regering wordt verzocht het DNA-onderzoek uit te breiden tot al die gevallen waarin het nemen van vingerafdrukken is toegestaan en het gebruik van DNA-onderzoek voor zover technisch mogelijk op gelijke wijze in te richten als dat van vingerafdrukken. Voorts moet er een databank komen met DNA-profielen van alle verdachten en veroordeelden van misdrijven met een strafbedreiging van vier jaar en meer, analoog aan de regelgeving van vingerafdrukken en dienen DNA-profielen van verdachten en veroordeelden in beginsel te worden vergeleken met profielen van bestaande en toekomstige DNA-sporen (TK , VI, nr. 27). Ofschoon de minister de visie van Nicolaï c.s. dat het afnemen van wangslijmvlies voor DNAonderzoek volledig gelijk is te stellen met het afnemen van vingerafdrukken niet onderschrijft, wordt bij de genoemde nota van wijziging uitvoering aan de motie gegeven door de mogelijkheid om DNA-onderzoek toe te passen belangrijk uit te breiden. De stellingname van de minister is dat de inzet van DNA-onderzoek niet meer zo restrictief hoeft te zijn, nu het afnemen van wangslijmvlies een geringere inbreuk op de lichamelijke integriteit oplevert dan het afnemen van bloed (TK , , nr. 6, p. 32) en ook ander dan afgenomen celmateriaal kan worden onderzocht (nr. 7, p. 5). Ook hier worden de wijze van verkrijging en het daarop volgende onderzoek niet goed uit elkaar gehouden. Wat zijn de belangrijkste wijzigingen? In de eerste plaats wordt de kennisgevingsverplichting in artikel 151a afgezwakt: de verdachte wordt niet zo spoedig mogelijk in kennis gesteld van de uitslag van het DNA-onderzoek maar (pas) zodra het belang van het onderzoek dat toelaat. Indien het onderzoek de verdenking bevestigt, zou een onmiddellijke kennisgeving ertoe kunnen leiden dat de verdachte niet kan worden aangehouden; indien de verdenking niet wordt bevestigd, zou de verdachte anderen kunnen informeren over de richting die het onderzoek waarschijnlijk zal nemen, aldus de minister (nr. 7, p. 3). Van uitstel mag echter geen afstel komen. Ook als het onderzoek wordt gedaan aan ander dan afgenomen celmateriaal, is een kennisgeving uiteindelijk verplicht (nr. 7, p. 6). Een nieuw artikel 151b biedt de mogelijkheid dat de officier van justitie een bevel tot het afnemen van celmateriaal geeft ten aanzien van bekende verdachten tegen wie ernstige bezwaren bestaan. Thans heeft uitsluitend de rechter-commissaris deze bevelsbevoegdheid. Aangezien HR NJ 2000, 10 door de minister wordt gezien als een bijdrage aan het streven DNA-onderzoek in strafzaken breder toepasbaar te maken (nr. 6, p. 4), wordt geregeld dat een bevel achterwege kan blijven als er naar het oordeel van de officier van justitie of rechtercommissaris zwaarwegende redenen voordoen om het DNA-onderzoek aan ander celmateriaal te laten plaatsvinden, dan wel de verdachte schriftelijk toestemming verleent tot afname van celmateriaal. Onderzoek aan afgenomen celmateriaal dient evenwel als regel voorop te staan omdat dat het meest betrouwbare resultaat oplevert (Hand. TK , nr. 17, p. 1236). De categorie van misdrijven waarbij een bevel KATERN
3 tot afname van celmateriaal mogelijk is wordt uitgebreid tot alle misdrijven van artikel 67 lid 1 Sv. Daardoor kan DNA-onderzoek bijvoorbeeld ook bij inbraken worden gebruikt. Door twee politiekorpsen, het OM en het Gerechtelijk Laboratorium is daartoe reeds een experiment uitgevoerd en uit het eindrapport DNA bij inbraken (1999) blijkt dat het ophelderingspercentage met 6 procent werd verhoogd. Men verwacht dat met deze uitbreiding het aantal DNA-onderzoeken met ongeveer per jaar zal stijgen. De kosten daarvan zullen ten minste 15 miljoen gulden structureel op jaarbasis zijn en ruim 12 miljoen incidenteel (Hand. TK , nr. 17, p. 1237). Tot slot vervalt de mogelijkheid van hoger beroep tegen een bevel van de rechter-commissaris tot het afnemen van celmateriaal. De redenering van de minister is dat een rechtsmiddel tegen de beslissing van de officier van justitie niet voor de hand ligt, aangezien deze er ook niet is in het kader van artikel 56 Sv en de (komende regeling van de) maatregelen in het belang van het onderzoek. Nu er geen rechtsmiddel wordt opengesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, zou het merkwaardig zijn als er tegen een vergelijkbare beslissing van de rechter-commissaris wel beroep zou kunnen worden ingesteld (nr. 7, pp. 5 en 7). De minister heeft over de vraag of ook buiten het kader van het vooronderzoek DNA-onderzoek moet kunnen worden toegepast op TBS-gestelden en andere veroordeelden een adviesaanvraag ingediend bij de Centrale Raad voor de strafrechtstoepassing. Na ontvangst van het advies zal worden besloten of daarover een wetsvoorstel zal worden ingediend. Inwerkingtreding Op 1 januari 2000 is in werking getreden de wet van 28 oktober 1999 (Stb. 469), waarbij het cassatieberoep ingevolge de WAHV (wet Mulder) vervangen is door hoger beroep op het gerechtshof Leeuwarden bij een opgelegde administratieve sanctie van meer dan ƒ 150,. Ook de wet inzake de overdracht van het beheer van het Korps landelijke politiediensten aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (Stb. 1999, 575) is op 1 januari jl. in werking getreden. Op 1 februari 2000 zijn de wet Herziening gerechtelijk vooronderzoek en de wet Bijzondere opsporingsbevoegdheden in werking getreden. De meeste in het onderwijs gebruikte wettenbundels hebben niet op de (ingrijpende) veranderingen in het Wetboek van Strafvordering geanticipeerd. Een tekst van de desbetreffende delen van het wetboek (waarin ook de wijzigingen als gevolg van de wet Reorganisatie OM en instelling landelijk parket, Telecommunicatiewet en Reparatiewet I) kan worden gedownload van de internetsite van het ministerie van Justitie ( htm). Zie over de praktische consequenties van de inwerkingtreding van de wet Bijzondere opsporingsbevoegdheden TK , , nr. 17. De wet tot opheffing van het algemeen bordeelverbod (Stb. 1999, 464) treedt in werking per 1 oktober 2000; een aantal maanden later dan gepland (EK , , nr. 14c). Daarmee komt de minister tegemoet aan een verzoek van de Vereniging Nederlandse Gemeenten tot meer voorbereidingstijd voor gemeenten. Strafvordering in de eenentwintigste eeuw Een eeuwwisseling is een goed moment voor bezinning. Door vele partiële herzieningen is het Wetboek van Strafvordering 1926 in de loop van de twintigste eeuw, maar in het bijzonder in de jaren negentig, ingrijpend veranderd. Niettemin berust het wetboek in de kern nog steeds op beginselen uit het begin van de negentiende eeuw en het is de vraag wat deze anno 2000 nog waard zijn. De structuur van het wetboek, dat uitgaat van een procesverplichting en derhalve niet of nauwelijks normering geeft aan buitengerechtelijke afdoeningswijzen, is bovendien verouderd. De vraag moet daarom worden gesteld of we niet zo langzamerhand toe zijn aan een nieuw wetboek. In een door het ministerie van Justitie gefinancierd onderzoeksproject Strafvordering 2001 wordt door medewerkers van de RUG en de KUB onderzoek gedaan naar de hoofdlijnen van een mogelijk nieuw wetboek. De eerste resultaten zijn in oktober 1999 tijdens een congres in Groningen bekend gemaakt. Voorbeelden van voorstellen in het eerste interim-rapport Het onderzoek ter zitting zijn een soepelere omgang met fouten in de tenlastelegging, verbetering van de rechtspositie van de getuige en het slachtoffer en een strafproces dat afhangt van de ernst van het gepleegde feit. Het theoretisch kader waarop de voorstellen zijn gebaseerd is (nog) wat beperkt, de keuzen en uitgangspunten (nog) nauwelijks gemotiveerd. Diepgaande beschouwingen over de grondslagen van het strafrecht ontbre KATERN 74
4 ken. Zo zal, volgens A.A. Franken en T. Prakken (NJB 1999, pp ) die een pleidooi houden voor een grondslagendiscussie over de verdediging in strafzaken, alvorens deelonderwerpen als de aanwezigheidsplicht van de verdachte aan de orde kunnen worden gesteld, eerst dieper moeten zijn ingegaan op vragen als waar de verdachte in ons strafproces behoort te staan, in hoeverre hij zelf zijn procespositie mede kan bepalen en wat de rol van zijn raadsman in het geheel is. Zij stellen dat keuzen op deelgebieden pas op een zinvolle manier aan de orde kunnen worden gesteld, na een discussie over de grote vragen van inquisitoir en accusatoir en adversair en non-adversair. Jurisprudentie Sinds half december kent internet twee nieuwe sites met uitspraken in strafzaken. Actuele arresten van de Hoge Raad zijn te vinden via de site van Jurisprudentie Online ( com/jol/straf/). De site heeft een archief vanaf week 40 van Voorts kan worden gezocht op trefwoord, datum, zaaknummer of JOL-nummer. De site van de rechterlijke macht ( heeft een database waarin belangrijke uitspraken in strafzaken ook van lagere instanties kunnen worden gezocht, op ELRO-nummer (ELRO=Elektronisch Loket Rechterlijke Organisatie), zaaknummer, kenmerken of vrije tekst. Een arrest van het EHRM waarbij geoordeeld is dat in de Nederlandse strafprocedure een of meer bepalingen van het EVRM zijn geschonden, is volgens de Hoge Raad geen grond voor herziening (HR 6 juli 1999, NJ 1999, 800, m.nt. JdH). Met deze uitspraak is ruim 10 jaar na het vonnis in eerste aanleg een definitief einde gekomen aan de Van Mechelen-zaak. Nadat in april 1997 het EHRM een schending van artikel 6 EVRM had gevonden (NJ 1997, 635; zie ook Katern 64), is de detentie van de veroordeelden opgeheven. Het EHRM heeft bovendien een compensatie van ƒ , toegekend. De Nederlandse wetgeving voorziet echter niet in een bijzondere procedure waarin gevolgen kunnen worden verbonden aan een arrest van het EHRM waarin een verdragsschending in een Nederlandse strafprocedure wordt aangenomen. In een aanvullende conclusie, opgesteld op verzoek van de Hoge Raad, noemt A-G Van Dorst het paradoxaal dat Nederland, dat zich heeft aangesloten bij het EVRM, de EVRM-normen aanmerkt als onderdeel van het nationaal geldende recht en het individuele klachtrecht heeft aanvaard, zo n voorziening niet heeft. De uitspraak kan immers wel onmiddellijk in alle lopende strafzaken worden toegepast. Volgens Van Dorst moet de herzieningsprocedure worden uitgebreid. Ook de Hoge Raad is van oordeel dat er een lacune in de regelgeving is. De mogelijkheid van schadevergoeding en het achterwege laten van tenuitvoerlegging van de straf of beëindiging daarvan is niet steeds geschikt om herstel te bieden. Aangezien er rechts-politieke keuzes moeten worden gemaakt, meent de Hoge Raad dat de rechter niet kan voorzien in dit rechtstekort en zeker niet door aanknoping bij de herzieningsprocedure. De materie moet volgens de Hoge Raad door de wetgever worden geregeld. Deze visie heeft een breed draagvlak in de literatuur. Zie voor literatuurverwijzingen de conclusie voor en de noot onder het arrest. In de geruchtmakende zaak tegen de Juliët-bende heeft de Hoge Raad beide cassatieberoepen verworpen (HR 8 juni 1999, NJ 1999, 772 en 773). Het Bossche Hof had eerder (NJ 1998, 518) geoordeeld dat het OM in deze zaak ernstig onzorgvuldig had gehandeld door in een deal met P. akkoord te gaan met diens voorwaarde dat hij over bepaalde personen geen verklaringen zou afleggen en door tegenover het Hof en de verdediging bovendien geen volledige openbaarheid over de inhoud van de overeenkomst te betrachten. Het Hof had daaraan in de strafzaak tegen P. als sancties verbonden de niet-ontvankelijkheid van het OM ter zake van de feiten waarvan de verdenking was gerezen als gevolg van de verklaringen van de getuige en bewijsuitsluiting ter zake van de overige feiten. Volgens de Hoge Raad stond het het Hof op grond van artikel 359a Sv vrij dit onderscheid in rechtsgevolg te maken (NJ 1999, 773). Het Hof heeft bovendien in de zaak tegen medeverdachte De G. diens verweer dat het OM niet-ontvankelijk is wegens bewuste misleiding door de officier van justitie van de rechter-commissaris, rechtbank en Hof kunnen verwerpen op grond van de omstandigheid dat P. niet ten nadele van De G. heeft verklaard, zodat deze door de gang van zaken rond die overeenkomst niet in zijn belangen is geschaad (NJ 1999, 772). KATERN
5 In de zaak Tjoelker werd eveneens het cassatieberoep verworpen (HR 2 november 1999, JOL 1999, 233; ELRO nr. AA3838). In deze zaak was aanvankelijk openlijke geweldpleging ten laste gelegd. Tijdens het hoger beroep diende de procureur-generaal bij het Hof evenwel een vordering tot wijziging van de tenlastelegging in, waardoor de beschuldiging werd verruimd tot medeplegen van doodslag en medeplegen van zware mishandeling, terwijl het feit de dood ten gevolge heeft. Het Hof stond deze verruiming toe (zie Katern 70). De Hoge Raad vindt dat het Hof het in artikel 313 lid 2 Sv opgenomen criterium dat het ten laste gelegde na wijziging hetzelfde feit in de zin van artikel 68 Sr moet zijn, correct heeft toegepast. Het Hof heeft gelet op de verwantschap tussen de verschillende delictsomschrijvingen waarop de oorspronkelijke tenlastelegging en de wijziging daarvan zijn toegesneden. Voorts blijkt van een zodanig verband met betrekking tot de gelijktijdigheid van die gedragingen en de wezenlijke samenhang, in het handelen en de schuld van de verdachte, dat de gedachte achter de in artikel 313 lid 2 Sv opgenomen beperking meebrengt dat de wijziging toelaatbaar is. Anders dan in de toelichting op het cassatiemiddel wordt gesteld, vindt de Hoge Raad het niet nodig dat de strekking van de verschillende delictsomschrijvingen dezelfde is. Een wijziging zou echter ontoelaatbaar zijn indien de strekking van de verschillende delictsomschrijvingen wezenlijk zou uiteenlopen. De Hoge Raad stelt verder dat er geen reden was voor het Hof om de zaak, na deze wijziging van de tenlastelegging, opnieuw aan de rechtbank ter berechting voor te leggen. Op 4 januari 2000 heeft de Rb Rotterdam geoordeeld dat de fouilleringsactie in de Rotterdamse Millinxbuurt onrechtmatig is geweest (ELRO nrs. AA4046 en AA4047). 424 geweldsincidenten in de afgelopen vijf jaar, waarbij 38 vuurwapens zijn aangetroffen, vormen onvoldoende grond om eenieder die zich in die buurt na uur op de openbare weg bevindt aan te merken als een verdachte tegen wie ernstige bezwaren bestaan, zoals artikel 52 lid 2 WWM vereist. De rechtbank nam daarbij mede in aanmerking dat het een woonwijk betreft met zeven straten. De verdachten konden wel worden veroordeeld, aangezien zij toestemming hadden verleend. Volgens R.M. Vennix (NJB 2000, pp ) hebben de ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken zich met dit proefproject in het kader van de aanpak van illegaal wapenbezit en geweld (zie TK , VI, nr. 50) mogelijk schuldig gemaakt aan een ambtsmisdrijf (art. 355 Sr). Literatuur Oraties P.J. Baauw, Eerlijke berechting en bijzonder straf(proces)recht, Gouda Quint, Deventer T. Prakken, Beginselen van een goede verdediging, Gouda Quint, Deventer Proefschriften D.V.A. Brouwer, Dwangmiddelen in bijzondere wetten (diss. RUG), Gouda Quint, Deventer E.M. Mijnarends, Richtlijnen voor een verdragsconforme jeugdstrafrechtspleging, gelijkwaardig, maar minderjarig (diss. UL), Kluwer, Deventer V. Mul, Banken en witwassen. Wetgeving omtrent de beteugeling van het witwassen van geld (diss. EUR), Gouda Quint, Deventer C.D. Schaap, Heling getoetst. Studie naar het witwassen van geld en de strafbaarstelling door middel van de helingsbepalingen (diss. EUR), Gouda Quint, Deventer N.E.H.M. Zeegers, Dwang en vrijwilligheid in heteroseksuele relaties. De politieke strijd over verkrachting in het strafrecht (diss. UU), Thela Thesis, Amsterdam Overige boeken M. Malsch, J.F. Nijboer (eds.), Complex cases. Perspectives on the Netherlands criminal justice system, Thela Thesis, Amsterdam M. Moerings e.a., Morele kwesties in het strafrecht, Gouda Quint, Deventer Tijdschrift-specials Verantwoordelijkheid, Delikt en Delinkwent, november Honderd jaar strafrecht, Justitiële Verkenningen, nr. 9, december KATERN 74
ECLI:NL:RBOVE:2017:2237
ECLI:NL:RBOVE:2017:2237 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 26-04-2017 Datum publicatie 31-05-2017 Zaaknummer 08/910083-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Raadkamer
Nadere informatiearrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman)
arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman) Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis
Nadere informatieDe Minister van Justitie
POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Juliana van Stolberglaan 4-10 TEL 070-88 88 500 FAX 070-88 88 501 E-MAIL info@cbpweb.nl INTERNET www.cbpweb.nl AAN De Minister van Justitie DATUM 18
Nadere informatieECLI:NL:HR:2010:BO2558
ECLI:NL:HR:2010:BO2558 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 02-11-2010 Datum publicatie 03-11-2010 Zaaknummer 09/00354 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2010:BO2558
Nadere informatieECLI:NL:PHR:2014:1700 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 12/04833
ECLI:NL:PHR:2014:1700 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie 01-07-2014 Datum publicatie 26-09-2014 Zaaknummer 12/04833 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie
Nadere informatieGrondtrekken van het Nederlandse strafrecht
Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht Mr. J. Kronenberg Mr. B. de Wilde Vijfde druk Kluwer a Kluwer business Deventer - 2012 Inhoudsopgave Voorwoord 13 Aanbevolen literatuur 15 Afkortingenlijst 17
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 168 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering en de Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden in verband met de introductie van DNA-verwantschapsonderzoek
Nadere informatieECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012
ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012 Instantie Datum uitspraak 11-06-2003 Datum publicatie 12-08-2003 Zaaknummer 2200326602 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-gravenhage
Nadere informatieECLI:NL:GHSHE:2017:978
ECLI:NL:GHSHE:2017:978 Instantie Datum uitspraak 17-02-2017 Datum publicatie 10-03-2017 Gerechtshof 's-hertogenbosch Zaaknummer 20-003836-13 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht
Nadere informatieUitspraak. Parketnummer: Datum uitspraak: 17 november 2016 VERSTEK
ECLI:NL:GHAMS:2016:5593 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 17-11-2016 Datum publicatie 29-12-2016 Zaaknummer 23-001668-16 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 685 Regeling van DNA-onderzoek bij veroordeelden (Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden) Nr. 1 KONINKLIJKE BOODSCHAP Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Nadere informatieVergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag
RAPPORT Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag Een onderzoek naar een afwijzing van het Openbaar Ministerie in Den Haag om kosten na vrijspraak te vergoeden. Oordeel Op basis van het onderzoek
Nadere informatieUitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Datum uitspraak: 1 november TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)
ECLI:NL:GHAMS:2016:5673 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 01-11-2016 Datum publicatie 30-12-2016 Zaaknummer 23-003159-15 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie
Nadere informatieJURISPRUDENTIE STRAFRECHT. Uitspraken 10 februari 2015 Paul Verloop
JURISPRUDENTIE STRAFRECHT Uitspraken 10 februari 2015 Paul Verloop HR uitspraken 10 februari 2015 Beslissingen voorlopige hechtenis (Cassatie in het belang der wet) HR:2015:247 HR:2015:255 HR:2015:256
Nadere informatieECLI:NL:GHLEE:2011:BU1518
ECLI:NL:GHLEE:2011:BU1518 Instantie Datum uitspraak 17-10-2011 Datum publicatie 25-10-2011 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 24-003332-09 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht
Nadere informatieECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993
ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993 Instantie Datum uitspraak 11-11-2009 Datum publicatie 11-11-2009 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 24-002029-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBMAA:2011:BP5002
ECLI:NL:RBMAA:2011:BP5002 Instantie Rechtbank Maastricht Datum uitspraak 16-02-2011 Datum publicatie 17-02-2011 Zaaknummer 03-702714-08 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig
Nadere informatieInhoudsopgave. Voorwoord 13. Aanbevolen literatuur 15. Afkortingenlijst 17. Hoofdstuk 1 Inleiding 19
Inhoudsopgave Voorwoord 13 Aanbevolen literatuur 15 Afkortingenlijst 17 Hoofdstuk 1 Inleiding 19 1.1 Eerste kennismaking 19 1.2 Plaats van het strafrecht 19 1.3 Doelen van straffen 22 1.4 Materieel strafrecht,
Nadere informatieRapport. Datum: 2 maart 2004 Rapportnummer: 2004/068
Rapport Datum: 2 maart 2004 Rapportnummer: 2004/068 2 Klacht Verzoeker, slachtoffer van poging doodslag gepleegd door zijn ex-vriendin op 10 december 1999, klaagt erover dat het arrondissementsparket te
Nadere informatieUitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 3 november 2016 TEGENSPRAAK
ECLI:NL:GHAMS:2016:5390 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 03-11-2016 Datum publicatie 21-12-2016 Zaaknummer 23-003117-15 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie
Nadere informatieGERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken
parketnummer : 20.001938.96 uitspraakdatum : 29 april 1997 verstek dip GERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken A R R E S T gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis
Nadere informatieDatum 23 februari 2012 Onderwerp Beantwoording Kamervragen over de voorlopige hechtenis van dhr. R.
1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den
Nadere informatieECLI:NL:GHARL:2013:BZ4692
ECLI:NL:GHARL:2013:BZ4692 Instantie Datum uitspraak 19-03-2013 Datum publicatie 19-03-2013 Zaaknummer 21-000368-12 Formele relaties Rechtsgebieden Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Eerste aanleg: ECLI:NL:RBGRO:2009:BH3578,
Nadere informatieECLI:NL:HR:2014:381. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 13/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:2556, Gevolgd
ECLI:NL:HR:2014:381 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 18-02-2014 Datum publicatie 19-02-2014 Zaaknummer 13/02084 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:2556,
Nadere informatieEerste Kamer der Staten-Generaal
Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 1998 1999 Nr. 204 26 027 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering, de Wet op de rechterlijke organisatie en enkele andere wetten met betrekking tot het
Nadere informatieSTRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID VAN MINISTERS. Wet van 25 juni 1998 tot regeling van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van ministers 1
STRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID VAN MINISTERS Wet van 25 juni 1998 tot regeling van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van ministers 1 TITEL I TOEPASSINGSGEBIED Artikel 1 Deze wet regelt een
Nadere informatiewaarneembare persoonskenmerken van het onbekende slachtoffer en de regeling van enige andere voorwerpen
Aan de minister van Justitie Dr. E.M.H. Hirsch Ballin Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG datum 17 december 2008 van Kabinet & Communicatie doorkiesnummer 070-361 9721 e-mail Voorlichting@rechtspraak.nl onderwerp
Nadere informatieArtikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt.
Wetgeving Algemene wet bestuursrecht Artikel 1:3 1. Onder besluit wordt verstaan: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling. 2. Onder beschikking
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2016:5635 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer
ECLI:NL:GHAMS:2016:5635 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 10-11-2016 Datum publicatie 29-12-2016 Zaaknummer 23-000872-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger
Nadere informatieOp de voordracht van Onze Minister van Justitie van 2005, directie Wetgeving, nr. ; De Raad van State gehoord (advies van );
BEATRIX Besluit van houdende wijziging van het Besluit DNA-onderzoek in strafzaken Op de voordracht van Onze Minister van Justitie van 2005, directie Wetgeving, nr. ; Gelet op de artikelen 151a, zesde
Nadere informatieRolnummer 4560. Arrest nr. 21/2009 van 12 februari 2009 A R R E S T
Rolnummer 4560 Arrest nr. 21/2009 van 12 februari 2009 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 13 van de wet van 21 april 2007 betreffende de verhaalbaarheid van de erelonen en de kosten
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1997 1998 26 027 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering, de Wet op de rechterlijke organisatie en enkele andere wetten met betrekking tot het beroep
Nadere informatieOp de voordracht van Onze Minister van Veiligheid en Justitie van 2015, directie Wetgeving en Juridische Zaken, nr. ;
-` Besluit van houdende wijziging van het Besluit DNA-onderzoek in strafzaken Op de voordracht van Onze Minister van Veiligheid en Justitie van 2015, directie Wetgeving en Juridische Zaken, nr. ; Gelet
Nadere informatieECLI:NL:RBNNE:2015:389
ECLI:NL:RBNNE:2015:389 Instantie Datum uitspraak 03-02-2015 Datum publicatie 03-02-2015 Zaaknummer Awb 15/245 Rechtsgebieden Rechtbank Noord-Nederland Bestuursrecht Bijzondere kenmerken Voorlopige voorziening
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 012 Wijziging van de Opiumwet en de Wet wapens en munitie in verband met de verruiming van de kring van ambtenaren, belast met de opsporing
Nadere informatieECLI:NL:GHDHA:2015:84
ECLI:NL:GHDHA:2015:84 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 27-01-2015 Datum publicatie 27-01-2015 Zaaknummer 22000511-14 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie
Nadere informatieAangenomen en overgenomen amendementen
Overzicht van stemmingen in de Tweede Kamer afdeling Inhoudelijke Ondersteuning aan De leden van de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie Betreffende wetsvoorstel: 34126 Wijziging van het Wetboek
Nadere informatieECLI:NL:GHLEE:2010:BO8408 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer
ECLI:NL:GHLEE:2010:BO8408 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 17-12-2010 Datum publicatie 22-12-2010 Zaaknummer 24-002079-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2014:3775
ECLI:NL:GHAMS:2014:3775 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 01-07-2014 Datum publicatie 05-12-2014 Zaaknummer 23-004323-13 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2015:5213 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer
ECLI:NL:GHAMS:2015:5213 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 16-12-2015 Datum publicatie 16-12-2015 Zaaknummer 23-000433-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger
Nadere informatieRapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over het Ministerie van Veiligheid. en Justitie. Publicatiedatum: 23 september 2014
Rapport Rapport naar aanleiding van een klacht over het Ministerie van Veiligheid en Justitie. Publicatiedatum: 23 september 2014 Rapportnummer: 2014 /122 20 14/122 d e Natio nale o mb ud sman 1/5 Feiten
Nadere informatieECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061
ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061 Instantie Datum uitspraak 03-02-2009 Datum publicatie 05-02-2009 Gerechtshof 's-gravenhage Zaaknummer 22-002670-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht
Nadere informatieUITLEVEREN OF VERVOLGEN IN NEDERLAND?
UITLEVEREN OF VERVOLGEN IN NEDERLAND? W.R. Jonk, mr R. Malewicz en mr G.P. Hamer 1 Op 1 januari 2004 had het kaderbesluit betreffende het Europees aanhoudingsbevel 2 in de Nederlandse wetgeving geïmplementeerd
Nadere informatieInleiding. 1 Strafrecht
Inleiding 1 Strafrecht Plaats van het strafrecht Het strafrecht is, net als bijvoorbeeld het staatsrecht en het bestuursrecht, onderdeel van het publiekrecht. Het publiekrecht regelt de betrekkingen tussen
Nadere informatieDe Minister van Justitie
= POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Juliana van Stolberglaan 4-10 TEL 070-88 88 500 FAX 070-88 88 501 E-MAIL info@cbpweb.nl INTERNET www.cbpweb.nl AAN De Minister van Justitie DATUM
Nadere informatieRolnummer 5678. Arrest nr. 108/2014 van 17 juli 2014 A R R E S T
Rolnummer 5678 Arrest nr. 108/2014 van 17 juli 2014 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 418, eerste lid, van het Wetboek van strafvordering, gesteld door het Hof van Cassatie.
Nadere informatie`Voorheen kon ook zonder machtiging de raadsman de verdediging voeren voor zijn afwezige cliënt, sedert het Bouterse-arrest niet meer.
3.8 Meningen van bevraagden ten aanzien van de verstekregeling 3.8.1 Verruiming mogelijkheden verdachte? Uit de verkregen reacties wordt duidelijk dat er uiteenlopende antwoorden zijn gegeven op de vraag
Nadere informatieGezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van, nr. ;
Besluit van, tot wijziging van het Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000 in verband met een vergoeding voor de beurtelingse verlening van rechtsbijstand in het kader van politieverhoren Op de voordracht
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1997 1998 25 240 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering, de Uitleveringswet en de Wet economische delicten betreffende de bepalingen aangaande de procedure
Nadere informatieGehoord de gerechten, adviseert de Raad als volgt. 2
Aan de minister van Veiligheid en Justitie Mr. I.W. Opstelten Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG datum 1 april 2011 doorkiesnummer 070-361 9721 e-mail voorlichting@rechtspraak.nl uw kenmerk 5683418/11/6 onderwerp
Nadere informatieECLI:NL:RBUTR:2005:AU7293
ECLI:NL:RBUTR:2005:AU7293 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 01-12-2005 Datum publicatie 01-12-2005 Zaaknummer 16/501029-05 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieDe buitengerechtelijke afdoening van strafbare feiten door het openbaar ministerie
De buitengerechtelijke afdoening van strafbare feiten door het openbaar ministerie G.J.M. van den Biggelaar Gouda Quint bv (S. Gouda Quint - D. Brouwer en Zoon) Arnhem 994 Inhoudsopgave Lijst van gebruikte
Nadere informatieRapport. Datum: 13 oktober 1998 Rapportnummer: 1998/446
Rapport Datum: 13 oktober 1998 Rapportnummer: 1998/446 2 Klacht Op 11 februari 1998 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer X te Y, ingediend door de heer mr. G. Meijers, advocaat
Nadere informatieEerste Kamer der Staten-Generaal
Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 1998 1999 Nr. 63f 25 398 Wijziging van de Wet politieregisters, houdende nadere regels voor bijzondere politieregisters ten behoeve van de politie, Koninklijke
Nadere informatieOns kenmerk z Contactpersoon. Onderwerp Advies inzake Boeken 3 tot en met 6 nieuwe Wetboek van Strafvordering
Autoriteit Persoonsgegevens Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag Bezuidenhoutseweg 30, 2594 AV Den Haag T 070 8888 500 - F 070 8888 501 autoriteitpersoonsgegevens.nl Aan de Minister van Justitie en Veiligheid
Nadere informatieNEDERLANDSE VERENIGING VOOR RECHTSPPjy^K
NEDERLANDSE VERENIGING VOOR RECHTSPPjy^K De Minister van Veiligheid en Justitie mr. G.A. van der Steur Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Datum 18 juli 2016 Uw kenmerk 756867 Contactpersoon J.M.A. Timmer Onderwerp
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 320 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering met betrekking tot het hoger beroep in strafzaken, het aanwenden van gewone rechtsmiddelen
Nadere informatieHof van Cassatie van België
1 JULI 2014 P.14.0969.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.0969.N B., veroordeelde tot vrijheidsstraf, eiser, met als raadsman mr. Kris Luyckx, advocaat bij de balie te Antwerpen. I. RECHTSPLEGING
Nadere informatieECLI:NL:GHLEE:2010:BO7907
ECLI:NL:GHLEE:2010:BO7907 Instantie Datum uitspraak 30-11-2010 Gerechtshof Leeuwarden Datum publicatie 20-12-2010 Zaaknummer 24-001016-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBUTR:2011:BT1675
ECLI:NL:RBUTR:2011:BT1675 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 07-09-2011 Datum publicatie 15-09-2011 Zaaknummer 16-600572-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieMEMORIE VAN TOELICHTING ALGEMEEN. 1. Inleiding
Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering teneinde nader inhoud te geven aan het beginsel van openbaarheid van de behandeling van zaken betreffende personen- en familierecht MEMORIE VAN
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 475 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering, de Wet internationale misdrijven, de Wet overlevering inzake oorlogsmisdrijven
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 30 143 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering ter versterking van de positie van het slachtoffer in het strafproces Nr. 2 VOORSTEL VAN WET
Nadere informatie34300 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2016
34300 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2016 Nr. 75 Brief van de minister van Veiligheid en Justitie Aan de Voorzitter van de Tweede
Nadere informatieInhoudsopgave. Voorwoord / 5. Lijst van gebruikte afkortingen / 13. Het materiële strafrecht. 1. Inleiding / 17
Inhoudsopgave Voorwoord / 5 Lijst van gebruikte afkortingen / 13 Deel I Het materiële strafrecht 1. Inleiding / 17 2. Straffen / 19 2.1 Hoofdstraffen ex artikel 9 Sr / 19 2.2 Bijkomende straffen / 20 3.
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK
MigratieWeb ve12000040 201102012/1/V2. Datum uitspraak: 13 december 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger
Nadere informatieZakboekenpolitie.com
Zakboekenpolitie.com Art. 359a Sv Relativering onrechtmatig verkregen bewijs Gebaseerd op paragraaf 3.9 e.v. van het zakboek Strafvordering voor de Hulpofficier 1 Vormverzuim / relativering onrechtmatig
Nadere informatieontnemingsbeslissing
ontnemingsbeslissing GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO Parketnummer: 500.00339/16 Uitspraak: : 8 mei 2019 Tegenspraak Beslissing van dit gerecht van 8 mei 2019 gegeven op de vordering van het openbaar
Nadere informatieECLI:NL:RBZUT:2010:BL3511
ECLI:NL:RBZUT:2010:BL3511 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 10-02-2010 Datum publicatie 10-02-2010 Zaaknummer 06/800866-09 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:GHARL:2017:2188
ECLI:NL:GHARL:2017:2188 Instantie Datum uitspraak 15-03-2017 Datum publicatie 15-03-2017 Zaaknummer 21-006632-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Strafrecht
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2016:3674
ECLI:NL:GHAMS:2016:3674 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 12-09-2016 Datum publicatie 12-09-2016 Zaaknummer 23-004422-15 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie
Nadere informatieHof van Cassatie van België
27 JUNI 2012 P.12.0873.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.12.0873.F I. P. D. V., II. III. IV. P. D. V., P. D. V., P. D. V., V. P. D. V., Mrs. Cédric Vergauwen en Olivia Venet, advocaten bij de
Nadere informatieECLI:NL:PHR:2007:AZ6118 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 00636/06
ECLI:NL:PHR:2007:AZ6118 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 06-03-2007 Datum publicatie 06-03-2007 Zaaknummer 00636/06 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie
Nadere informatieB E L A N G E N B E H A R T I G I N G L E D E N O M / Z M K W A L I T E I T R E C H T S P R A A K
Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak De Minister van Justitie Mr. E.M.H. Hirsch Ballin Postbus 20301 2500 EH Den Haag Datum: 25 september 2007 Uw kenmerk: 5488782/07/6 Ons kenmerk: B.2.1.7/1456/BM Onderwerp:
Nadere informatieNEDERLANDsE ORDE VAN ADVOCATEN. Strafprocesrecht
4. NEDERLANDsE ORDE VAN ADVOCATEN. Strafprocesrecht Samsom H.D. Tjeenk Willink Alphen aan den Rijn 1992 Derde druk Prof. mr M. Wladimiroff Mr S.E. Marseille Dr mr J.M. Sjöcrona Mr P.R. Wery Strafprocesrecht
Nadere informatieDNA-onderzoek bij veroordeelden
Regelingen en voorzieningen CODE 6.5.2.3 DNA-onderzoek bij veroordeelden algemene informatie bronnen ministerie van Veiligheid en Justitie: www.rijksoverheid.nl, januari 2011 brochure de wet DNA-onderzoek
Nadere informatieECLI:NL:HR:2017:130. Uitspraak. Permanente link:
ECLI:NL:HR:2017:130 Permanente link: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ecli:nl:hr:2017:130 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 10 02 2017 Datum publicatie 10 02 2017 Zaaknummer 16/02729 Formele
Nadere informatieRapport. Datum: 1 december 2006 Rapportnummer: 2006/377
Rapport Datum: 1 december 2006 Rapportnummer: 2006/377 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de beheerder van het regionale politiekorps Midden en West Brabant bij brief gedateerd 10 februari 2005 zijn
Nadere informatieUitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 29 november 2016 TEGENSPRAAK
ECLI:NL:GHAMS:2016:5286 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 29-11-2016 Datum publicatie 13-12-2016 Zaaknummer 23-000227-16 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie
Nadere informatieHR 17 februari 2009; grondslagleer: overbodig ten laste gelegde exceptie NJ 2009, 275, zaaknummer: 07/12764A, LJN:BG5620. Noot van M.J.
HR 17 februari 2009; grondslagleer: overbodig ten laste gelegde exceptie NJ 2009, 275, zaaknummer: 07/12764A, LJN:BG5620 Noot van M.J. Borgers 1. De tenlastelegging in de hierboven afgedrukte zaak is toegesneden
Nadere informatieInternationale bewijsgaring in strafzaken
Internationale bewijsgaring in strafzaken Nederland, Engeland & Wales S.K. de Groot Gouda Quint Deventer 2000 Inhoudsopgave Voorwoord Inhoudsopgave Lijst van afkortingen V VII XI Hoofdstuk 1: Inleiding
Nadere informatieInstantie. Onderwerp. Datum
Instantie Hof van Cassatie Onderwerp Bewijs. Strafzaken. Bewijsvoering. Onrechtmatig verkregen bewijs. Toelaatbaarheid. Beoordeling door de rechter Datum 23 maart 2004 Copyright and disclaimer Gelieve
Nadere informatieECLI:NL:GHLEE:2010:BM4290 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer
ECLI:NL:GHLEE:2010:BM4290 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 12-05-2010 Datum publicatie 12-05-2010 Zaaknummer 24-002146-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2014:2785 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer
ECLI:NL:GHAMS:2014:2785 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 22-04-2014 Datum publicatie 31-10-2014 Zaaknummer 23-003653-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger
Nadere informatieDatum 23 november 2012 Onderwerp Nadere informatie n.a.v. de berichtgeving over de secretaris-generaal van mijn ministerie
1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den
Nadere informatieDit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 26 maart 2013 in de zaak tegen: thans gedetineerd in de.
vonnis RECHTBANK NOORD-HOLLAND Afdeling Publiekrecht, Sectie Straf Locatie Schiphol Meervoudige strafkamer Parketnummer: Uitspraakdatum: 8 april 2013 Tegenspraak Strafvonnis Dit vonnis is gewezen naar
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2005 175 Wet van 23 maart 2005 tot wijziging en aanvulling van een aantal bepalingen in het Wetboek van Strafvordering met betrekking tot de betekening
Nadere informatieDeze brochure 3. Aanhouding en verhoor 3. Inverzekeringstelling 4. De reclassering 5. Verlenging van de inverzekeringstelling of niet 5
U WORDT VERDACHT INHOUD Deze brochure 3 Aanhouding en verhoor 3 Inverzekeringstelling 4 De reclassering 5 Verlenging van de inverzekeringstelling of niet 5 Beperkingen en rechten 6 Voorgeleiding bij de
Nadere informatieECLI:NL:RBDHA:2017:5840
ECLI:NL:RBDHA:2017:5840 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 01-06-2017 Datum publicatie 01-06-2017 Zaaknummer 09/852030-17 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieOp de voordracht van Onze Minister van Veiligheid en Justitie van Juridische Zaken, nr. ;
Besluit van houdende wijziging van het Besluit DNA-onderzoek in strafzaken en het Besluit identiteitsvaststelling verdachten en veroordeelden in verband met de Wet herziening ten nadele Op de voordracht
Nadere informatieDatum 24 oktober 2016 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over de uitlevering van verdachten aan Rwanda
1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj
Nadere informatieECLI:NL:GHARN:2011:BQ0420
ECLI:NL:GHARN:2011:BQ0420 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 05-04-2011 Datum publicatie 07-04-2011 Zaaknummer 21-002244-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger
Nadere informatieSamenvatting Maatschappijleer Inleiding recht
Samenvatting Maatschappijleer Inleiding recht Samenvatting door M. 714 woorden 27 oktober 2016 0 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Inleiding Recht Wat is recht Recht geheel van overheidsregels Komen
Nadere informatieCongres Modernisering Wetboek van Strafvordering
Congres Modernisering Wetboek van Strafvordering Tien minuten voor een inhoudelijk verhaal over de voorgenomen modernisering strafvordering is niet veel, maar in een tijd waarin commentaren op beleid en
Nadere informatieRapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over de regionale politie eenheid Amsterdam en het Openbaar Ministerie te Amsterdam
Rapport Rapport naar aanleiding van een klacht over de regionale politie eenheid Amsterdam en het Openbaar Ministerie te Amsterdam Datum: 30 december 2013 Rapportnummer: 2013/213 2 Feiten Verzoeker is
Nadere informatieECLI:NL:GHARN:2009:BH3792
ECLI:NL:GHARN:2009:BH3792 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 23-02-2009 Datum publicatie 26-02-2009 Zaaknummer 24-001873-06 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger
Nadere informatieRolnummer 4792. Arrest nr. 65/2010 van 27 mei 2010 A R R E S T
Rolnummer 4792 Arrest nr. 65/2010 van 27 mei 2010 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 4, 2, en 6, 2, van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken,
Nadere informatieDirectoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving
ϕ1 Ministerie van Justitie Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving Directie Juridische en Operationele Aangelegenheden Postadres: Postbus 20301, 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de
Nadere informatie1. De Rechtbank Amsterdam heeft op 30 december 2014 het door klager op de voet van art. 552a Sv ingediend klaagschrift ongegrond verklaard.
ECLI:NL:PHR:2016:86 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie 05-01-2016 Datum publicatie 08-03-2016 Zaaknummer 15/02696 Formele relaties Rechtsgebieden Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2016:385, Gevolgd
Nadere informatieHof van Cassatie van België
5 FEBRUARI 2019 P.18.0793.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.18.0793.N B A, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Sven De Baere, advocaat bij de balie Brussel. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF
Nadere informatie