Plaatsingsvoorschriften holle wanden

Transcriptie

1 Plaatsingsvoorschriften holle wanden 0

2 Inhoud Productbeschrijving... 2 Types... 2 Betonkwaliteit... 4 Verbindingen Hoe gaan we tewerk?... 6 Beschrijving documenten... 7 Benodigdheden...12 Toegankelijkheid werf...13 Levering en stockage...13 A-bokken op oplegger of dieplader...13 Binnenlader...14 Leveren kantelbok:...14 Aanpikken wanden...15 Kantelen...16 Voorbereiding plaatsing...20 Plaatsing...21 Betonneren...25 Afwerking...26 Bijlagen...27 Gebruiksaanwijzing kantelbok...27 Details kantelen Inhoudstabel

3 Productbeschrijving Types Holle wanden 1 Een holle wand bestaat uit een buitenschil van 5-7cm verbonden met een binnenschil van 5-7cm aan de hand van tralieliggers. - Formaat per paneel: max. 10,40m x 3,40m x 0,50m (een hoogte van 10,40m kan verkregen worden door het kantelen van de wand, zie p.16) - De schillen kunnen een verschillende dikte hebben, standaard zijn deze 5-7cm* - Standaarddiktes holle wanden: 18, 20, 22, 25, 30, 35, 40, 45 of 50cm* * Andere schil- of wanddiktes op aanvraag. Holle wanden met isolatie 2 Een holle wand met isolatie bestaat uit een buitenschil van 6 à 7cm met isolatie, een holle ruimte en een binnenschil van 6 à 7cm. De schillen zijn met elkaar verbonden door middel van glasvezelconnectoren. - Formaat per paneel: max. 10,40m x 3,40m x 0,50m (een hoogte van 10,40m kan verkregen worden door het kantelen van de wand, zie p.16) - De schillen kunnen een verschillende dikte hebben, standaard 6 à 7cm* - Standaarddiktes geïsoleerde holle wanden: 22, 25, 30, 35, 40, 45 of 50cm - Isolatietypes: PIR/PUR of EPS - Isolatiediktes: min. 2cm-15cm - De mogelijkheid bestaat om rotswol toe te voegen langs uitsparingen. * Andere schil- of wanddiktes op aanvraag 1 Holle wanden = HW 2 Holle wanden met isolatie = HW+I 2 Productbeschrijving

4 Holle wanden met structuur 3 Het eindresultaat is een holle wand met 1 gladde zijde en 1 zijde met structuur. De afwerking is grijs. - Formaat per paneel: max. 10,40m x 3,40m x 0,50m (een hoogte van 10,40m kan verkregen worden door het kantelen van de wand, zie p.16) - De schillen kunnen een verschillende dikte hebben, standaard 6 à 7cm* - Standaarddiktes holle wanden met structuur: 18, 20, 22, 25, 30, 35, 40, 45 of 50cm - Diverse texturen zijn mogelijk: bladmotief, bamboemotief, cijfers, bedrijfsnaam etc. * Andere schil- en wanddiktes op aanvraag Holle wanden met isolatie en structuur 4 Dit type is een combinatie van de types HW+I en HW+S. Het is dus ook mogelijk om een holle wand met isolatie en structuur te hebben. - Formaat per paneel: max. 10,40m x 3,40m x 0,50m (een hoogte van 10,40m kan verkregen worden door het kantelen van de wand, zie p.16) - De schillen kunnen een verschillende dikte hebben, standaard 6 à 7cm* - Standaarddiktes geïsoleerde holle wanden met structuur: 22, 25, 30, 35, 40, 45 of 50cm - Diverse texturen zijn mogelijk: bladmotief, bamboemotief, cijfers, bedrijfsnaam etc. - Isolatietypes: PIR/PUR of EPS - Isolatiediktes: min. 2cm-15cm *Andere schil- en wanddiktes op aanvraag 3 Holle wanden met structuur = HW+S 4 Holle wanden met isolatie en structuur= HW+I+S 3 Productbeschrijving

5 Elke holle wand is voorzien van een etiket. Hierop vinden we volgende gegevens terug: - Projectnummer - Productiedatum - Klant - Lengte - Elementtype (vb. HW) - Breedte - Elementnummer - Gewicht Betonkwaliteit Omgevingsklasse Omschrijving Milieuklasse E0 Niet schadelijk n.v.t. EI Binnenomgeving XC1 EE1 Buitenomgeving, geen vorst XC2 EE2 Buitenomgeving, vorst, geen contact met XC3, XF1 regen EE3* Buitenomgeving, vorst, contact met regen XC4, XF1 EE4* Buitenomgeving, vorst en dooizouten XC4, XD3, XF4 ES1* Zeeomgeving, geen vorst XC2, XS2, XA1 ES2* Zeeomgeving, vorst XC4, XS1, XF1 ES3* Contact met zeewater, ondergedompeld XC1, XS2, XA1 ES4* Contact met zeewater, getijden- en spatzone XC4, XS3, XF4, XA1 EA1 Zwak agressieve omgeving volgens tabel 2 XA1 van NBN EN 206-1:2001 EA2* Middelmatig agressieve omgeving volgens XA2 tabel 2 van NBN EN 206-1:2001 EA3* Sterk agressieve chemische omgeving XA3 *Op aanvraag De standaard druksterkte bedraagt: C30/37. We hanteren ook nog andere druksterktes indien dit gewenst is: C35/45, C40/50, C45/55, C50/60 4 Productbeschrijving

6 Verbindingen Op onderstaande details zien we hoe de verbindingen gemaakt worden tussen de verschillende wanden. Er wordt hier ook onderscheid gemaakt tussen HW en HW+I. HW HW+I Detail 1: Hoekverbinding holle wanden: Detail 2: Verticale voeg: Detail 3: T-verbinding holle wand Detail 4: Verbinding vloerplaat holle wand: 5 Productbeschrijving

7 Hoe gaan we tewerk? Wanneer met de klant een samenwerkingsovereenkomst wordt bekomen, zorgen ingenieurtekenaars voor een diepgaande werfvoorbereiding die leidt tot een in de puntjes uitgewerkt prefabvoorstel. In onderling overleg met de project- of werfleider wordt telkens naar de meest efficiënte manier van uitvoering gezocht Voor een vlotte manier van werken verkiezen wij ook bij de klant één centrale contactpersoon zodat misverstanden worden vermeden. De diverse uitvoeringsfiches en montageplannen moeten telkens door deze persoon naar de stabiliteitsingenieur worden gestuurd te goedkeuring. Work-flow: Onze plannen worden opgemaakt in Allplan Precast. De productietekeningen, stacklijsten en het montageplan worden opgestuurd in pdf. Het montageplan wordt telkens ook als dwg verstuurd om alles nog makkelijker te laten controleren en ev. aanpassingen vlotter door te geven. Ter verduidelijking kan altijd een 3D-pdf opgevraagd worden om zo een beter overzicht te hebben van het project. Hierbij is het mogelijk om de constructie rond te draaien in het pdfbestand en vanuit elke hoek de holle wanden te bekijken. 1 e 6

8 Beschrijving documenten Stacklist: Projectnummer xxxxx xxxxx nummer van de wanden Dimensies van de wanden Werfadres Eenheidsgewicht Wanddikte Totaal gewicht *De exacte positionering van de wanden op de slede kan afwijken van de schematische voorstelling op de stacklist. 7

9 Productiefiche: View 1 tralieliggers Druksterkte beton omgevingsklasse 8 Betondekking van deze schil Type tralieligger in de HW = hoogte tralieligger

10 Uitleg productiefiche: 9

11 A A A: Hefankers B: Vemo s Gr: tralieliggers B tralieliggers Druksterkte beton Bij eventuele plaatsing van krimpwapening moet er rekening gehouden worden met de positie van de tralieliggers. Op deze productiefiche is dat op 25cm van de grond. Naast deze afmeting moet er ook nog rekening gehouden worden met een plaatsingstolerantie van 5cm omgevingsklasse 10 Betondekking tot aan de wapening binnen 1 schil Type tralieligger in de HW

12 Hefanker Vemo 3 Montageplan: Nr. wand 4 Aanduiding B-zijde van een holle wand. Meer info op onze productiefiches Betonkwaliteit: p.4 2 Aanpikken en plaatsen van wanden: p Nummers van de elementen en positie hefankers 4 Verbindingen: p. 5

13 Benodigdheden - Dikteplaatjes: 2, 5 en 10mm - Kepers, langs binnen en buiten - Universele schroefankers met carrosserie vloten o Lange schroefankers om de kepers vast te boren in de vloer o Korte schroefankers om de schoren aan te boren in de vloer en om verdere bekisting te doen. - Brander voor het uitbranden van de zijdelingse hefankers - Trek- en drukschoren met kop- en voetplaten dit in functie van de wandhoogte o Geel 0,80-1,40m o Oranje 1,10-1,80m o Rood 1,70-3,00m o Blauw 2,50-4,00m o Groen 4,50-6,00m o Grijs 6,40-10,00m o Zwart 3,25-4,40m - Mousselint, Pu-schuim en Sika Flex - Bekistingshout en montagehoeken - Boulonneuse met kop van 15 - Waterpastoestel en waterpas - Steeksleutel 46mm => voor het lossen van de klemmen van de sledes. - Reciprozaag voor HW+I om de hefankers weg te snijden 12

14 Toegankelijkheid werf Voor een goede toegankelijkheid moet er een voldoende grote draaicirkel zijn (voor een vrachtwagen van 40 ton) op een stabiel, vlak terrein. De kraan moet ingepland worden rekening houdend met het gewicht van holle wanden en het eventuele gebruik van een kantelbok. Voor het laden en lossen dient voor de vrachtwagens een afzonderlijke zone van min. 4,5 x 30m lang te beschikking te zijn. In overleg met de chauffeur en de werfleider wordt deze zone bepaald. Wat hierbij ook een rol speelt, is de kraancapaciteit. Levering en stockage 5 De wanden kunnen op volgende manieren geleverd worden: A-bokken op oplegger of dieplader Deze vervoerswijze kan een vracht van max. 25 ton vervoeren. De wanden worden verticaal opgesteld op een A-bok. Wanneer de elementen getransporteerd worden met een oplegger is er een hoogtebepreking van 2,74m. De hoogtebeperking van de elementen op een dieplader is 3,05m. 5 Geen afhalingen mogelijk via eigen vervoer. A-bok 13

15 Binnenlader De binnenlader heeft een lengte nodig van 30m op de werf om de slede te lossen. Het maximum te dragen gewicht bedraagt 23,5 ton. Bij alle leveringen is er een lostijd van 60min. inbegrepen in de transportprijs. Er kan tot 3 lege sledes afgehaald worden per vracht, gelieve deze vooraf al op elkaar te stapelen. Voor aanvoer van de laatste vracht dient er afgesproken te worden of de chauffeur al dan niet blijft wachten om de laatste sledes mee te nemen. Indien deze niet onmiddellijk kunnen leeggemaakt worden, waardoor deze nadien dienen opgehaald te worden, zal deze extra transport aangerekend worden. Leveren kantelbok: Een kantelbok kan bij ons gehuurd worden. Bij het huren is het belangrijk om de instructiefiche aandachtig door te nemen voor gebruik (zie bijlage). Hierin worden zaken vermeld zoals het max. gewicht, onderhoud en het gebruik ervan. Afmetingen kantelbok: 2m46 x 2m25 Bij de levering of afhaling van de kantelbok dient er een kraan ter beschikking te zijn op de werf om deze af te nemen of op te zetten. Bij het gebruiken van een kantelbok moet er een extra stockagezone voorzien worden. (meer info: zie kantelen Kantelbok wordt telkens na ontvangst nagezien en terug in orde gezet voor volgend gebruikt. Indien de kantelbok beschadigd werd tijdens de huur, wordt deze beschadiging aangerekend in de prijs. 14

16 Aanpikken wanden Voor het aanpikken van wanden zijn er 2 mogelijkheden. Een 1 ste mogelijkheid is wanneer een wand 2 hefankers heeft. Een 2 de mogelijkheid is wanneer de wand 4 hefankers heeft. Bij de 1 ste mogelijkheid hangen we de tweesprong aan de kraan. Daarna bevestigen we de tweesprong aan de 2 hefankers in de holle wand. Nu brengen we langzaam de tweesprong op spanning zonder effectief de wand al uit de slede te hijsen. Eenmaal onder voldoende spanning kunnen we de vingers die de wand vasthouden lossen. Nu is de wand aangepikt en kan geplaatst worden (zie p.21). De kettinglengte is de minimum lengte tussen de hefankers. 1 2 Indien de wand >5 ton of langer dan 8m is, dan moeten we heffen op 4 punten. In deze wand zitten er dus 4 hefankers. Het heffen gebeurt aan de hand van 1 tweesprong bovenaan en 2 katrollen 6 onderaan (zie afbeelding 2 hierboven). Ook hier is het opnieuw belangrijk dat je pas de vingers van de slede losmaakt eens de tweesprong op spanning gebracht werd. Zo verhinder je dat de holle wand tijdens het lossen van de vingers nog veel kan bewegen. Let er ook steeds op dat de kraanhaak mooi boven de holle wand staat zodat er geen zijdelingse krachten op de holle wand kunnen komen. Het is verboden om onder een hangende last rond te lopen. Bij het aanpikken van wanden is het van groot belang dat men eerst de tweesprong of katrollen bevestigd aan de hefankers alvorens de vingers te lossen. Dit voorkomt eventueel gevaar van een omvallende wand en schade. Vooraleer het aanslagmateriaal terug los te maken na het plaatsen, dient de wand vastgezet te worden met de trek- en duwschoren. Algemene aandachtspunten: zie p De katrollen kunnen gehuurd worden. 15

17 De aannemer is verantwoordelijk voor: o o o o o Zijn werf en de algemene veiligheid hiervan Het correct gebruik van de kantelbok volgens de indicaties van de constructeur Het gebruikt van het aanslagmateriaal + schoren. De keuring van het hijsmateriaal indien de werken van lange duur zijn (het hijsmateriaal moet om de 3 maanden gekeurd worden) Het controleren van de kettingen op hefcapaciteit. Kantelen Bij het kantelen hanteren we dezelfde mogelijkheden als bij het aanpikken van wanden: een wand met 2 hefankers of een wand met 4 hefankers (wanneer een wand >5 ton is). Bij het kantelen worden er enkel katrollen 7 gebruikt om te voorkomen dat de hefankers niet uitscheuren en het aanslagmateriaal niet overbelast wordt en breekt! Bij een kantelbok hoort een instructiefiche. Daarop vind je de volgende zaken op terug: 1. Omschrijving van het kantelbok 8 : o Het is een hulpstuk om wanden te kantelen. o Leeggewicht: 1200kg o Onderhoud Check na elk gebruik of de steunbouten geen gebreken vertonen Indien er gebreken zijn, moeten de steunbouten vervangen worden De steunbouten moeten maandelijks gesmeerd worden 2. Voorbereiding van de hijszone: o Positionering van de kantelbok: Op een vlakke en stabiele ondergrond De plaatsing van de kantelbok moet zo zijn zodat de wand evenwijdig komt te staan met de hijskraan o Veiligheidszone De zone moet afgebakend zijn met een minimale perimeter De minimale perimeter is de lengte van de langste wand + 2m + de zone moet afgebakend zijn met hekkens De zone is voor iedereen verboden terrein tijdens het hijsen! 3. Plaatsing van de wand in de kantelbok: o Hijs de wand in de kantelbok o Ondersteun de wand om de 2m met voldoende houten blokken over de volledige lengte zodat de wand volledig vlak staat. o Draai de 4 steunbouten (zie foto) aan tot net tegen de wand. Niet extra aanspannen, de bouten dienen enkel voor de geleiding! o Verwijder het aanslagmateriaal aan de horizontale kant. Hang in de plaats een katrol aan de kraan. 7 De katrollen worden telkens met de kantelbok meegeleverd. 8 De gehuurde kantelbok moet in oorspronkelijke staat teruggebracht worden. 16

18 4. Voorbereiding alvorens te hijsen o Breng het aanslagmateriaal aan op de verticale kant van de wand. Indien er 2 hefankers zijn, wordt er gebruik gemaakt van 1 grote katrol (zie afbeelding 1). Indien er 4 hefankers zijn (wand >5 ton), worden er 1 grote katrol en 2 kleine katrollen gebruikt (zie afbeelding 2) Hijsen van de wand o 1 persoon geeft instructies aan de kraanman De kraanman brengt zijn haak perfect boven de te kantelen wand en brengt het aanslagmateriaal heel langzaam op spanning. Kantelen De finale positie is wanneer er totale stabiliteit met steun op de grond is. o Alvorens de wand te kunnen plaatsen, moeten de steunbouten terug losgeschroefd worden. De steunbouten mogen pas losgeschroefd worden wanneer het aanslagmateriaal nog op spanning staat en het geheel op de grond staat. Het aanslagmateriaal mag nooit losgemaakt worden of te los hangen wanneer de holle wand verticaal staat. 6. Uitgebreide controle na gebruik: o Vooraleer de kantelbok terug meegenomen wordt dient deze grondig gecontroleerd te worden door de aannemer zelf. o Indien de kantelbok beschadigd wordt tijdens de huur, wordt deze beschadiging doorgerekend in de prijs. 17

19 Bij het gebruik van een kantelbok zijn er ook enkele algemene aandachtspunten: o o o o o o o o o De kraanhaak moet zich steeds boven het zwaartepunt bevinden om een veilige hijsbeweging te kunnen uitvoeren. Doet men dit niet, dan kan de last ongewenst verschuiven en/of kantelen. Zeker bij het gebruik van een katrol, wanneer deze rechtstreeks in de kraanhaak hangt, is dit een zeer groot risico. De last kan dan in de katrol doordraaien! Daarom altijd de kraanhaak boven het zwaartepunt brengen en dan pas starten met hijsen! Men begeleidt waar mogelijk de kettingen met de hand tot aan de hefankers. We laten deze niet heen en weer bengelen zodat collega s deze in hun gezicht kunnen krijgen. We pikken de last aan en controleren dat de haken gesloten zijn. We kunnen nu langzaam beginnen te hijsen zodat alles op spanning komt. Eens het element los komt, is het de kraanman die overneemt. Ook na het afpikken begeleiden we het aanslagmateriaal tot boven de hoofden van de werknemers. Aanslagmateriaal dat aan de kraanhaak blijft hangen zonder last moet altijd min. 2,50m van de grond zijn (zodat mensen er niet tegen kunnen lopen). Hijslinten nooit s avonds laten rondslingeren, altijd opbergen. Je mag ze ook nooit in water laten rondslingeren. Het gebruik van 3 katrollen is enkel in heel uitzonderlijke gevallen toegelaten (bij het kantelen van wanden met 4 hefankers). 3 katrollen mogen nooit gebruikt worden op de lange kant van de wand, wel op de korte kant (dus na het kantelen blijft het aanslagmateriaal zitten en hijs je onmiddellijk de wand op zijn juiste plaats). Wanneer je een wand onder een bepaalde hoek moet brengen, is het beter om een inkortketting of een kettingtrekker te gebruiken. 18

20 Holle wand in kantelbok plaatsen: HW met 2 hefankers HW met 4 hefankers Holle wand uit kantelbok hijsen: Op de kantelbok kleeft ook steeds een gebruiksaanwijzing (zie bijlage). De zone van handeling moet afgebakend worden alvorens te starten met de handeling. De minimum perimeter voor de rotatie moet gedefinieerd zijn. Alle hefankers moeten systematisch gecontroleerd worden en de benodigde punten moeten afgestemd worden in functie van het gewicht van de wand. Er moet gecontroleerd worden of de hefankers geen afwijkingen of schade vertonen. 19

21 Het is verplicht om alle P.B.M. s 9 te dragen: helm, veiligheidsschoenen, werkkledij, handschoenen. De kraanmachinist moet begeleid worden en tijdens het hijsen moet de uitlijning van de wand gecorrigeerd worden indien nodig. Opgepast! De kantelbok is geen hijswerktuig maar enkel een hulpstuk voor het kantelen. De kantelbok mag op geen enkel ogenblik de grond verlaten tijdens het gebruik! Voorbereiding plaatsing Er moet rekening gehouden worden met de afmetingen van de wanden! Hier moet er rekening gehouden worden met de positie van de tralieliggers en 5cm plaatsingstolerantie. (zie productiefiche p. 8-9) 1. De werfleider/landmeter duidt de hoekpunten aan van de te bouwen constructie 2. Boor de kepers eerst vast aan de vloerplaat aan de buitenzijde van de wand. 3. Blaas met compressor en blaaspijp de werfzone proper. 4. Met een waterpastoestel plaats je de stelplaatjes tussen de keper en de wachtwapening (op 2 plaatsen per paneel). 5. Duid met een nageltje steeds de voegen aan op de keper. Na deze stappen is de werf klaar om de wanden te plaatsen. Kettingen op hefcapaciteit controleren. De zone voor de hoeken voegkorven dient vrijgemaakt te worden. Dit na het kantelen, maar voor het plaatsen van de wanden. Dit wil zeggen dat eventuele afstandshouders, hefankers, betonversteviging etc. verwijderd dienen te worden. 9 Persoonlijke Beschermingsmiddelen 20

22 Plaatsing 1. Na het aanpikken van de wand, wordt deze onder begeleiding naar de plaats gebracht. 2. Vrijmaken van de zone voor hoeken voegkorven. (ev. afstandshouders, hijshaken, betonverstevigingen, dienen verwijderd te worden) 3. Positioneer de wand tegen de achterste keper, tussen 2 nagels. 4. Boor 2 trek- en drukschoren aan. (min. 20mm bij vemo s M12 en 25mm bij M16) 5. Neem de waterpas en plaats de wand pas. 6. Leg op 2 plaatsen dikteplaatjes onder de binnenschil. 7. Alvorens het volgende element te plaatsen, plaats je de voegwapening. De richtschoren kunnen op verschillende manieren vast geboord worden: Het begeleiden van de wand gebeurt steeds op veilige afstand. Indien nodig moeten er extra maatregelen getroffen worden in verband met waterdichte constructies. 21 Plaatsing

23 Voegwapening Er zijn 2 mogelijkheden voor de voegwapening: wanden met een bajonetwapening of wanden die moeten voorzien worden van korven. In het geval van wanden met bajonetwapening moet de wapening iets naar binnen geplooid worden. Wanneer de korven voorzien moeten worden in een wand, gaan we als volgt tewerk: - Controleer voor het positioneren van de wand de zone waar de korven voorzien worden - Neem met de kraan de korf en vermijdt contact met de betonschil - Verbind de korf met bindijzer aan enkele tralieliggers. 22 Plaatsing

24 Volgende detailtekeningen geven het bekisten van de holle wanden weer: Principe opstelling holle wanden: Principe wand-wand verbinding: Rekening houden met de helft 1 van de traliebreedte (max. 6cm) 2 en plaatsingstolerantie van 5cm Rekening houden met een speling van 2cm t.o.v. de tralieligger en de betonschillen 23 Plaatsing

25 Bekisten van hoeken: - De voegen worden opgespoten met PU of Sika Flex - Langs binnen en buiten wordt alle 70cm een montagehoek geboord of volgens onderstaand detail: Principe hoekverbinding: Principe uitkragende schillen: 24 Plaatsing

26 Betonneren Vooraleer er gebetonneerd kan worden, moet er een werkzone op hoogte gemaakt worden. Indien er een vlakke vloer aanwezig is, stellen we het als volgt op: De werkvloer wordt steeds aan de kant van de schoren geplaatst! 25 Betonneren

27 Voor we starten met betonneren, wordt de wand eerst nog bevochtigd met water. Dit heeft volgende elementen als doel: - Om de scheurvorming te verminderen tussen de reeds gegoten vloer en holle wand, wat de waterdichtheid bevordert. - Om een betere hechting te creëren tussen de schillen van de holle wand en de te gieten beton. Eenmaal de holle wand bevochtigd is, kunnen we de wand betonneren. Alvorens te gieten moet er eerst een meetstok gemaakt worden met een geschaafde plank. - Bij temperaturen 5 C moet er iedere 50cm een markering geplaatst worden op de meetstok. - Bij temperaturen >5 C moet er iedere 70cm een markering geplaatst worden op de meetstok. Max. betondruk bij betonneren is 30kN/m² 2,8 m (4 h) 2.1 m.(3 h) 1.4 m (2 h) 0.70 m (1 h) Bij holle wanden hoger dan 3m gebruiken we een kubel met aangepaste slurf. Holle wand >3m hoog Indien er een betonpomp gebruikt wordt, moet er een S-bocht besteld worden. Ook vraag je steeds een dunne darm op de betonpomp om in de wand te kunnen geraken. Wanneer het gaat over het betonneren van waterdichte constructies moet de eerste 50 of 70cm met KIFT gegoten worden. Het beton moet vakkundig getrild worden tijdens het storten, uitgezonderd bij zelfverdichtende beton. Aan de hand van de meetstok wordt steeds de stijghoogte gecontroleerd! De holle wanden mogen slechts belast worden na het betonneren, wanneer de wand voldoet aan de eisen volgens de stabiliteitsstudie. 26 Betonneren

28 Bijlagen 27 Bijlagen Gebruiksaanwijzing kantelbok

29 Details kantelen Kantelbok: Afm: 2m46 x 2m25 Gewicht: 1,2 Ton 28 Bijlagen

30 29 Bijlagen